De inhoud van de inspiratiemap 15 mei voor dept. Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heeft een...

57
DE INHOUD VAN DE INSPIRATIEMAP ‘Vrijheid is (on)begrensd’: - Projectbeschrijving Jaarcongres NUT 15 mei 2004 - Werken met de Cartoons Instructie voor de gespreksleiders 5 Aspecten van vrijheid + 2 keer zes tekeningen uit de tentoonstelling Kaartjes voor de deelnemers (5 sets) Stellingen ter discussie en verdieping - ‘Vier Vrijheden’, Kersttoespraak 2003 Koningin Beatrix - Tekst voordracht mw. Y.Timmerman-Buck (voorzitter 1 ste Kamer der Staten-Generaal) - Organisaties over Vrijheid: Universele verklaring van de Rechten van de mens Comité 4 en 5 mei: - Oorlogsmonumenten, - Vrijheid is kiezen én delen, - Gedichten herdenking 2004 Schrijvers School en Samenleving, SSS Amnesty International - Gedichten over vrijheid, oorlog en bezetting - Affiche NUT ‘Vrijheid is (on)begrensd’ en Persbericht

Transcript of De inhoud van de inspiratiemap 15 mei voor dept. Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heeft een...

DE INHOUD VAN DE INSPIRATIEMAP ‘Vrijheid is (on)begrensd’:

- Projectbeschrijving Jaarcongres NUT 15 mei 2004

- Werken met de Cartoons • Instructie voor de gespreksleiders • 5 Aspecten van vrijheid + 2 keer zes tekeningen uit de

tentoonstelling • Kaartjes voor de deelnemers (5 sets) • Stellingen ter discussie en verdieping

- ‘Vier Vrijheden’, Kersttoespraak 2003 Koningin Beatrix

- Tekst voordracht mw. Y.Timmerman-Buck

(voorzitter 1ste Kamer der Staten-Generaal)

- Organisaties over Vrijheid: • Universele verklaring van de Rechten van de mens • Comité 4 en 5 mei:

- Oorlogsmonumenten, - Vrijheid is kiezen én delen, - Gedichten herdenking 2004

• Schrijvers School en Samenleving, SSS • Amnesty International

- Gedichten over vrijheid, oorlog en bezetting

- Affiche NUT ‘Vrijheid is (on)begrensd’ en Persbericht

1

‘Vrijheid is (on)begrensd?’

Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen Jaarcongres 15 mei 2004

Dagproject

2

Inhoud

1. Introductie

2. Doelstelling en doelgroep

3. Invulling van het Jaarcongres

4. Aspecten van vrijheid

5. Persbericht

3

1. Introductie

Historie De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heeft een lange traditie op het terrein van het verbreiden van kennis. Opgericht in de tijd van De verlichting, in het jaar 1784, door Jan Nieuwenhuijzen, doopsgezind predikant te Monnickendam, stelde zij zich ten doel de samenleving te verbeteren met als motto: ‘Kennis is de sleutel tot persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling’. Het Nut ontwikkelde zich snel tot een organisatie met landelijke bekendheid. Oorspronkelijk centraal gestuurd als ‘volksontwikkelingbeweging, werden onder het motto: ‘Om het Algemeen Volksgeluk’ steeds meer ideeën aangedragen en gerealiseerd door de lokale, zelfstandige afdelingen: Nutsdepartementen. Na meer dan 200 jaar actief te zijn geweest kijkt het Nut terug op veel geslaagde initiatieven. Nutsbibliotheken, Nutsspaarbanken en Nutsscholen zijn daar een voorbeeld van. De initiatieven werden door de samenleving gedragen, overgenomen en hebben in instituties vorm gekregen. Openbare scholen en openbare bibliotheken zijn een vast onderdeel van onze huidige samenleving. Het Nut heeft, vanuit zijn competentie en binnen haar doelstelling, ook nu een plaats in de samenleving. Nutsdepartementen zijn sociaal-culturele verenigingen, die hun leden en belangstellenden programma’s met culturele en kunstzinnige activiteiten bieden. In de grote steden vormen de Nutsdepartementen veelal ondersteuningsfondsen. De activiteiten van het Nut hebben altijd een educatief karakter. Het landelijk bestuur ondersteunt de initiatieven uit de departementen vanuit het secretariaat, gevestigd in het stichtingshuis van het Nut in Edam. Op deze wijze blijft het Nut nu en in de toekomst vormgeven aan het gestelde doel: door middel van educatie een bijdrage leveren aan verbetering van de samenleving. Het initiatief ligt bij een departement Binnen de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen nemen de departementen de initiatieven. Het hoofdbestuur stimuleert en ondersteunt. Naar aanleiding van het initiatief tot samenwerking met het onderwijs en het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV), waarvoor het departement Wieringermeer in 2003 de dr. P.H. Schröderprijs van de Maatschappij heeft ontvangen, is het plan ontstaan een dergelijk project in afgeslankte vorm tijdens het jaarcongres te presenteren. Voor die gelegenheid is de opzet van het project, oorspronkelijk gericht op de samenwerking tussen een departement en het middelbaar onderwijs, omgevormd tot een activiteit voor een Nutsdepartement of een Nutsdistrict. Tijdens het jaarcongres zal mw. C. Eijgenstein, beleidsmedewerker van het landelijk secretariaat, het dagproject coördineren. Het project ‘Vrijheid is (on)begrensd?’ Het thema ‘Vrijheid’ is als actueel thema overgenomen van de Vlaamse zusterorganisatie het Willemsfonds in Gent. De afdeling Kruishoutem houdt een tweejaarlijkse internationale cartoonwedstrijd; in het jaar 2003 was het thema: ‘Vrijheid’. Deze ‘Euro – Kartoenale’ bestaat uit een 80-tal tekeningen, die een reizende tentoonstelling vormen. De tentoonstelling is te huur en er is een catalogus beschikbaar.

4

2. Inhoud, doelstelling en doelgroep Inhoud van het project In de laatste jaren wordt het begrip vrijheid steeds meer in verband gebracht met de problemen die zijn ontstaan doordat mensen uit verschillende culturen, waar ze zich niet ‘vrij’ voelen, naar Nederland komen en geacht worden met elkaar samen te leven. Doel van het project ‘vrijheid’ is de verschillende aspecten van vrijheid te belichten. Aan vrijheid gaat iets vooraf. Vrijheid is het resultaat van respect voor jezelf met je eigen talenten en tekorten en respect voor de ander in zijn eigenheid. In die zin verwijst vrijheid naar grenzen. Roept het ‘recht op vrijheid’ niet onmiddellijk de plicht tot het mogelijk maken van die vrijheid voor een ander op? Het spanningsveld tussen het individu en de groep staat daarbij centraal. Zolang we dat spanningsveld erkennen en beseffen dat we individu en groepslid tegelijk zijn, kunnen we misschien inzien dat het ‘recht op vrijheid’ een plicht tot het verschaffen van die vrijheid aan een ander inhoudt. Doelstelling Het doel van het project is het begrip vrijheid van zoveel mogelijk kanten te belichten. De ‘Universele verklaring van de ‘Rechten van de mens’, regelt een aantal essentiële vrijheden. Vaak wordt het begrip vrijheid opgesplitst in tal van ‘vrijheden’. Er wordt gesproken van ‘godsdienstvrijheid’ of ‘culturele vrijheid’, en van ‘gelijkberechtiging van man en vrouw’. Maar je zou ook ‘vrijheid van meningsuiting’ en ‘seksuele vrijheid’ kunnen noemen. Oorlogen elders in de wereld vragen aandacht voor politieke vrijheid en persvrijheid. Honger in de wereld doet ons stilstaan bij economische rechten en plichten, terwijl consumptiedwang door een veelheid aan reclame vraagt om grenzen te stellen aan de economische groei en consumptiedrang. Doordenkend op het onderwerp kun je misschien de vraag stellen of we niet onze eigen onvrijheid creëren, doordat we ons niet altijd voldoende bewust zijn van onze mogelijkheden ons geestelijk van dwang los te maken. Filosoferend komt misschien de vraag op of we ons eigenlijk wel van onze zelfgecreëerde onvrijheid bewust zijn en of we ons eigenlijk niet, althans geestelijk, dus in onze beleving, vrijer zouden kunnen maken dan we denken dat mogelijk is. Binnen het project willen we het begrip ‘vrijheid’ in een ruim kader plaatsen. Het doel is:

1. Bewust maken van de grenzen aan vrijheid. 2. Bewust maken van de rechten en plichten van vrijheid. 3. Doen inzien dat vrijheid een keuze vraagt en dat het maken van een keuze, evenals

het niet maken van een keuze, gevolgen heeft. Doelgroep Tijdens het jaarcongres bestaat de groep aanwezigen voornamelijk uit bestuursleden van Nutsdepartementen, diverse genodigden van aanverwante organisaties en een aantal belangstellenden. Het project beoogt de Nutsleden te inspireren. Het wordt zo gepresenteerd dat het onderwerp met geringe aanpassing als thema-avond door een Nutsdepartement of Nutsdistrict gebruikt kan worden. Het landelijk secretariaat ondersteunt daarbij in de vorm van het leveren van gespreksmateriaal en zo nodig, het doen van een sprekerssuggestie.

5

3. Invulling van het Jaarcongres Het jaarcongres van het Nut, waar dit project gepresenteerd wordt, zal gehouden worden op zaterdag 15 mei 2004 in de Heerlijkheid Mariënwaerdt te Beesd (Gld). Ochtend: 1. Ontvangst en bezichtiging van de tentoonstelling ‘Vrijheid’

2. Algemene vergadering, huishoudelijk gedeelte van het programma Middag: 3. Introductie van het project ‘Vrijheid is (on)begrensd?’

4. Spreker, die het onderwerp belicht 5. bespreking ‘inspiratiemap’ voor departementen/districten 6. Afronding van het project in samenwerking met het Willemsfonds 7. Sluiting van de dag door de voorzitter van de Maatschappij Het ochtendprogramma begint met het bezichtigen van de 80 originele tekeningen van de tentoonstelling ‘Vrijheid’, de Euro-Kartoenale van het Willemsfonds te Gent. Het middagprogramma begint met een introductie van het project ‘Vrijheid is (on)begrensd’ en een voordracht van mevrouw mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck, voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal. Daarna wordt aan de hand van een uitgebreide documentatiemap verder over het onderwerp van gedachten gewisseld. Het is de bedoeling een dialoog op gang te brengen, waarin men zich aan de mening van een ander kan spiegelen. Op die manier kunnen ideeën worden opgedaan over manieren waarop het onderwerp ‘Vrijheid’ in het eigen departement/district aan de orde gesteld kan worden. Het congres wordt afgesloten met een bijdrage van het Willemsfonds. Gedurende de hele dag is de cartoontentoonstelling te bezichtigen.

4. Aspecten van vrijheid Aspecten van vrijheid, die centraal zullen worden gesteld:

1. Vrijheid van meningsuiting / Politieke vrijheid 2. Vrijheid van godsdienst / Culturele vrijheid 3. Gelijkberechtiging van man en vrouw 4. Vrijheid ‘anders’ te zijn, af te wijken van de norm 5. Geestelijk (on)vrijheid / Zelfbevrijding

Voorbeelden van verdiepende stellingen bij de cartoons:

1. Vrijheid is een relatief begrip. 2. Vrijheid is te koop. 3. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. 4. Ons verlangen naar vrijheid maakt ons onvrij. 5. Onbegrensde vrijheid is ondenkbaar. 6. Democratie onderdrukt de vrijheid van minderheden. 7. Normen en waarden beteugelen vrijheid op een zinvolle manier. 8. Vrijheid is het spanningsveld tussen individu en omgeving. 9. Vrijheid is afwezigheid van voelbare regels. 10. Algemeen belang is in de regel onderdrukkend. 11. Emancipatie van de vrouw is afgerond, emancipatie van de man begint. 12. Gezin en carrière zijn voor vrouwen niet te combineren.

CARTOONS OVER VRIJHEID Het spel met de cartoons is gebaseerd op de tentoonstelling ‘Vrijheid’. Het zijn tekeningen uit de catalogus van de Eurokartoenale 2003, de tweejaarlijkse cartoonwedstrijd van het Willemsfonds in België. Het Willemsfonds is de Vlaamse zusterorganisatie van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Op de voor het spel gebruikte tekeningen zit auteursrecht en daarom mogen ze niet worden afgebeeld. De drie winnende cartoons mogen wel op Internet worden weergeven. Ze geven een indruk van de vele inzendingen. Het spel is ontworpen met 2 x 6 cartoons uit de catalogus, maar kan in afgeslankte vorm gespeeld worden met de drie tekeningen. Wilt u het hele spel spelen dan kunt u de catalogus met alle tekeningen aanvragen bij het secretariaat in Edam, email: [email protected] De catalogus kost € 12,50. DE DRIE WINNENDE CARTOONS :

Werken met de cartoons (instructie) DOEL

- In dialoog met elkaar een discussie op gang brengen om het begrip ‘Vrijheid’ van verschillende kanten te belichten. Het is niet de bedoeling het met elkaar eens te worden. Verscheidenheid kan juist inspireren. Het is de geestelijke vrijheid, die het duidelijkste, en vaak met humor, uit de cartoons spreekt.

MATERIAAL

- Twee sets van 6 tekeningen. - Per groepslid zijn er 5 kaartjes met ‘Aspecten van Vrijheid’. - Groepsleden hebben een kenmerk, dat overeenkomt met dat op hun kaartjes. - De gespreksleider heeft een nummer, overeenkomend met het nummer op de kaartjes (en

op de badge) van het groepslid.

WERKWIJZE - Leg de tekeningen uit de eerste set van 6 naast elkaar op tafel. - Ieder groepslid krijgt een set van 5 kaartjes met ‘Aspecten van vrijheid’. - De kaartjes zijn per groepslid gemerkt met een gekleurde stip/strip, passend bij de

stip/strip op hun badge (en hebben een nummer passend bij de gespreksleider). - De gespreksleider nodigt de leden uit hun kaartjes te leggen bij die tekening waarvan ze

vinden dat die past bij het beschreven aspect op hun kaartje. - Aspecten zijn soms op meerdere tekeningen van toepassing. Een keuze is hier nodig. - Er zijn meer tekeningen dan kaartjes, dat is bewust gedaan. Verschillende antwoorden

zijn mogelijk. BEWAAR DE DISCUSSIE VOOR LATER! - Niet alle kaartjes hoeven te worden neergelegd. - De gespreksleider kan samenvatten hoe de kaartjes zijn neergelegd en uitnodigen tot

discussie. De gespreksleider heeft direct overzicht van wie een kaartje afkomstig is. - De gespreksleider kan ook de standpunten inventariseren en de groepsleden uitnodigen te

motiveren waarom zij een bepaald kaartje bij een bepaalde tekening hebben gelegd. - De discussie die volgt verdiept het verband tussen de tekening(en) en de diverse aspecten

van vrijheid. - Vanzelfsprekend zijn er meer aspecten van vrijheid te bedenken dan hier aangegeven.

Tips: - Het is geen puzzel met maar 1 goede uitkomst, meerdere oplossingen en/of standpunten

zijn mogelijk. - De gespreksleider kan ingaan op de overeenkomsten, maar ook op de verschillen. - De gespreksleider kan ingaan op de interpretatieverschillen van eenzelfde tekening.

VERDIEPING - Afhankelijk van de discussie kan verder ingegaan worden op de verschillen, of juist de

overeenkomsten van het categoriseren van de cartoons. - Wanneer er voldoende tijd is kan de tweede set tekeningen worden gebruikt. - Naar behoefte kan gekozen worden voor het verder verdiepen van de discussie door

middel van de stellingen. STELLINGEN ALS VERDERE VERDIEPING

- De stellingen kunnen één voor één aan de orde gesteld worden (elk groepslid krijgt een blad met de stellingen).

- De gespreksleider kan kiezen voor een stelling, die aansluit bij de gevoerde discussie rondom de tekeningen of de groepsleden een opvallende stelling laten kiezen.

ALS AFRONDING WORDT DE INHOUD V. D. MAP GETOOND EN DOORGENOMEN

Aspecten van vrijheid

a. Vrijheid van meningsuiting / Politieke vrijheid

hierlangs afknippen ------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aspecten van vrijheid

b. Vrijheid van godsdienst / Culturele vrijheid

hierlangs afknippen ------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aspecten van vrijheid

c. Gelijkberechtiging van man en vrouw

hierlangs afknippen ------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aspecten van vrijheid

d. Vrijheid ‘anders’ te zijn, af te wijken v. d. norm

hierlangs afknippen ------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aspecten van vrijheid

e. Geestelijke (on)vrijheid / Zelfbevrijding

1. Vrijheid is een relatief begrip. 2. Vrijheid is te koop. 3. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. 4. Ons verlangen naar vrijheid maakt

ons onvrij. 5. Onbegrensde vrijheid is ondenkbaar. 6. Democratie onderdrukt de vrijheid

van minderheden. 7. Normen en waarden beteugelen

vrijheid op een zinvolle manier. 8. Vrijheid is het spanningsveld tussen

individu en omgeving. 9. Vrijheid is afwezigheid van

voelbare regels. 10. Algemeen belang is in de regel

onderdrukkend. 11. Emancipatie van de vrouw is

afgerond, emancipatie van de man begint.

12. Gezin en carrière zijn voor vrouwen (en mannen) niet te combineren.

Kersttoespraak 2003

Kerstmis, het feest van licht dat doorbreekt in een sombere wereld, vieren velen in een kring van familie en vrienden. Mensen zoeken warmte bij degenen met wie zij vertrouwd en verbonden zijn.

Familie en gezin kunnen kracht geven om tegenslag te boven te komen en verdriet te verzachten. Ook de goede momenten delen wij allereerst met wie ons dierbaar zijn. Voor ons kwam na een moeilijke tijd een gelukkige wending. De geboorte van Amalia brengt vreugde en grote dankbaarheid om dit nieuwe leven. Een gevoel van ontroering vervult ons wanneer wij zien hoe een kwetsbaar kindje in liefde wordt opgenomen. Intens verheug ik mij ook op het huwelijk van Friso en Mabel die samen de toekomst tegemoet treden.

Kerstmis is het feest van liefde en verwondering om de geboorte van Gods zoon. Als mens onder de mensen kwam Jezus op aarde. Zijn leven inspireert velen nog elke dag.

In de ouderdom kan de kracht van naastenliefde verlichting brengen. Ik denk aan mijn beide ouders en vandaag in het bijzonder aan mijn moeder voor wie de jaren zwaar zijn geworden. Met U wil ik de gedachten richten op idealen waarmee zij zich in haar lange leven zo sterk verbonden heeft gevoeld. In 1982 werd hààr als eerste de prijs uitgereikt van de "Vier Vrijheden" die jaarlijks wordt verleend ter herinnering aan de beroemde oorlogstoespraak van President Franklin Roosevelt. Die vrijheden zijn de morele pijlers van onze beschaving.

De eerste is vrijheid van meningsuiting, de tweede vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, de derde vrijwaring van nood en gebrek en de vierde het vrij zijn van angst en vrees.

Die vrijheden gaan voor mensen pas ècht leven wanneer ze ontbreken. Dan immers wordt men zich bewust van de waarde van rechten die gelden voor iedereen.

De vrijheid van meningsuiting is al lang verankerd in onze Grondwet. Dat is een groot goed. Het is echter geen vrijbrief om te kwetsen noch om schaamteloos oordelen te verkondigen over mensen. Elke vrijheid heeft een keerzijde in verantwoordelijkheid waarmee gewetensvol moet worden omgegaan. Dat verplicht de waarheid te eerbiedigen en medemensen te respecteren. Alleen zo zal het geschreven en gesproken woord een wapen kunnen zijn tegen corruptie en misbruik van macht en een schild voor de democratie.

Geen vrijheid confronteert ons zo ingrijpend met anderen als de vrijheid van godsdienst en overtuiging. Dit grondrecht vraagt om ruimte voor verschillende levensopvattingen, in verdraagzaamheid en respect. Een ieder mag op zijn manier geloof beleven en belijden. Maar religie kan nooit een rechtvaardiging zijn voor onverantwoordelijk gedrag. Mensen mogen God áánroepen voor leiding en bemoediging in het leven, maar Hem nooit ínroepen ter verdediging van ontoelaatbaar handelen.

Voor wie in armoede leven staat de vrijwaring van nood en gebrek voorop. Aan medeverantwoordelijkheid voor hún dagelijks bestaan, kunnen wìj ons niet onttrekken. Uitzichtloze ellende in grote delen van de wereld mag nooit "gewoon" worden gevonden. Iedereen heeft recht op een menswaardig leven, uitstijgend boven het barre overleven. Ongelijkheid en onrecht blijven onaanvaardbaar. Meer dan een halve eeuw nadat de Vier Vrijheden werden verkondigd, ligt de eerste uitdaging voor de internationale gemeenschap nog steeds in het opkomen voor sociale gerechtigheid.

Vrij zijn van angst en vrees vormt de basis voor vrede. Veiligheid betekent niet een bestaan zonder risico's maar het besef beschermd te zijn. Als vertrouwen en zekerheid ontbreken, voelt men zich bang en bedreigd. Angst maakt een mens onvrij.

Vrees voor onverwachte en gewetenloze terreur ondermijnt de veiligheid, waar ook ter wereld. De mondialisering van geweld vereist dan ook een universele inzet. Vertrouwen kan groeien wanneer zowel de directe bedreigingen worden tegengegaan als ook de oorzaken van frustratie en agressie worden onderkend en bestreden. Dit is niet alleen een kwestie van handhaving van de internationale rechtsorde maar ook van

pagina 1 van 2Het Koninklijk Huis

29-9-2005http://www.koninklijkhuis.nl/content.jsp?objectid=4124

© RVD

Amazing Grace traditional 1'26" Telarc CD-80531 Christopher Cock-tenor en de Robert Shaw festival Singers Een gedeelte uit het largo uit de 9e symfonie in e kl t op. 95 "uit de nieuwe wereld" Antonin Dvorak 1'40" EmiCDM7643252 Beriner Philharmoniker olv Herbert von Karajan

daadwerkelijke strijd tegen armoede en ongelijkheid. Zo blijven de verschillende vrijheden nauw met elkaar verbonden, gegrond in de menselijke waardigheid.

Na twee wereldoorlogen kon pas van een overwinning worden gesproken toen uit de chaos een internationale gemeenschap voortkwam die zich kon wijden aan vrede en gerechtigheid. De organisatie die deze idealen belichaamde vond een tehuis in Amerika. Bij alle spanningen in de internationale betrekkingen van onze tijd kan deze wordingsgeschiedenis van de Verenigde Naties de weg wijzen.

Vanuit het fundament van de Vier Vrijheden kan ook vandaag worden gestreden voor vrede en gerechtigheid. Tezamen geven zij gestalte aan de menselijke waardigheid. Die waardigheid van een ieder heeft God bevestigd in de geboorte van Jezus. Dat vieren wij met Kerstmis. Aan mijn moeder die steeds vanuit deze overtuiging heeft geleefd, draag ik mijn toespraak op.

In een ieders leven kunnen zin en ziel worden gevonden in medemenselijkheid. Dat is de bemoediging èn opdracht van Kerstmis. Zoals een dichter zei: "Blijf die grote woorden dromen, laat de hoop niet varen."

Ik wens U allen een gezegend Kerstfeest toe.

Muziek

<</td>

pagina 2 van 2Het Koninklijk Huis

29-9-2005http://www.koninklijkhuis.nl/content.jsp?objectid=4124

Inleiding door mr. Yvonne E.M.A. Timmerman-Buck, Voorzitter van de Eerste Kamer, ten behoeve van het Jaarcongres van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen op 15 mei 2004 VRIJHEID IS (ON)BEGRENSD? Verantwoordelijkheidsbesef en Dominee Jan Nieuwenhuijzen Het thema, dat u vandaag op uw jaarbijeenkomst aan de orde stelt, spreekt mij bijzonder aan. Daar komt bij dat het mij een genoegen is voor een gezelschap, dat zo’n invloed heeft gehad op de kwaliteit van de Nederlandse samenleving in de laatste twee eeuwen, het woord te mogen voeren. Kwaliteit van de Nederlandse samenleving allereerst door de duizenden initiatieven tot nut van het algemeen, waarvan zo vele tot op de dag van vandaag nog als merkstenen overeind staan. Maar ook als symbool voor iets anders. Dominee Jan Nieuwenhuijzen en zijn volgelingen kozen ervoor om de maatschappelijke problemen en uitdagingen van hun dagen niet naar anderen of op het bord van de overheid te schuiven, of zich te beperken tot het aanklagen van wantoestanden, maar zelf aan de slag te gaan en zo te getuigen van verantwoordelijkheidsbesef. Een houding en een mentaliteit, die mij aanspreken. Het is ook daarom, dat ik graag op uw uitnodiging ben ingegaan. Eén Europa als droom Wij schrijven vandaag mei 2004. Mei 2004 zal de geschiedenisboeken ingaan als de maand, waarin de grens van onvrijheid, die door Hitler en Stalin in Europa was getrokken definitief werd uitgegumd. ‘De terugkeer naar Europa’: het is een droom geweest van tientallen miljoenen medeburgers, twee, drie generaties lang, over de wanhoop en vertwijfeling heen. Met de toetreding van tien nieuwe landen tot de Europese Unie wordt in zekere zin een antwoord gegeven op die veelgestelde vraag: wat is Europa? Voor de nieuwe toetreders is dat antwoord allereerst: vrijheid. De toetreding als een markeringspunt van een halve eeuw of meer verlangen naar, strijden om vrijheid. Blijvende vrijheid. Vrijheid als opgave Is met het bereiken van deze mijlpaal ook een evolutie gemarkeerd naar meer vrijheid in het algemeen? In Europa zijn dictatuur en totalitaire regimes vrijwel verdwenen. En Europa staat niet alleen in die gigantische revolutie naar meer vrijheid van de laatste zestig jaar. Zeker: het leek te beginnen in vele Europese landen, in ‘44 en ‘45, maar soms was het maar een vrijheid van enkele weken, of maanden. De dekolonisatie daarna was een schreeuw om vrijheid. Een schreeuw, die helaas in vele gevallen verstomde en ingeruild werd voor nieuwe vormen van onderdrukking en geweld. Daarna zagen we de politieke bevrijding in landen van Zuidwest-Europa, en in de tachtiger jaren brak de democratische wereldrevolutie door. Eerst in landen op het Zuidelijk halfrond, met name Latijns Amerika en daarna in Midden en Oost-Europa. Maar alleen al de vele terugvallen en de onvoltooide revoluties wijzen erop, dat we hier en wereldwijd niet zomaar kunnen spreken van een eenduidige ontwikkeling, een eenrichtingsverkeer naar meer vrijheid. De wake up call van San Francisco bij de stichting van de Verenigde Naties, en de proclamatie van de rechten van de mens markeren, evenals Beethoven’s zevende symfonie deze maand bij de toetreding van de tien nieuwe lidstaten, wel idealen maar geen verworvenheden. Vrijheid blijft een opgave. Democratie en de vrijheid van minderheden Politieke vrijheid is niet onbegrensd. In naam van de politieke vrijheid van een gekozen meerderheid zijn in Europa in de vorige eeuw de meest afschuwelijke misdrijven en vrijheidsberovingen begaan. De teloorgang van de democratie in zoveel landen in het zuiden heeft ook alles te maken met het rücksichtsloze doorvoeren van het principe ‘the winner takes it all’. Een democratische vrijheid, die haar eigen grenzen niet weet af te bakenen tegenover de rechten van een minderheid, kan radicaal ontaarden. Ik durf nog verder te gaan en te stellen, dat die vrijheid gemakkelijk kan stoten op de grenzen van transcendente

2

normen en ethiek. Wie democratisch mandaat verwart met een vrijbrief voor meerderheden, zal snel geconfronteerd worden met de verleiding van onderdrukking. Ongenormeerde politieke vrijheid kan leiden tot een meerderheidsdictatuur. De overheid als bewaker van grondrechten van de samenleving Hoe pluriform onze samenleving ook is geworden en hoe hoog wij de autonomie van het individu ook als verworvenheid beschouwen, toch ontkomt ook onze maatschappij niet aan een indringend debat over die waarden die wij allen behoren te respecteren en te internaliseren als gemeenschappelijk, ook als ze niet of niet expliciet grondwettelijk gecodificeerd zijn. Rechten van minderheden en normen van de ethiek zijn de piketpalen, de begrenzingen van de politieke vrijheid. Politieke vrijheden omvatten meer dan het recht om deel te nemen aan het staatsbestuur via actief en passief kiesrecht. Een cultuur van vrijheid veronderstelt tevens sferen waarin de overheid niet treedt, waar zij ruimte laat om mensen via hun eigen keuzen en eigen instellingen tot hun recht te laten komen. Daarover was lange tijd consensus in ons land, in Europa, in de westerse wereld. Echter, sinds enige jaren hebben we er een discussie bij in ons werelddeel: het debat over de multiculturele samenleving. Het dramatische van het debat kon wel eens schuil gaan in het feit dat wij kennelijk weer genoodzaakt zijn om na te denken over de grenzen die onze democratische rechtsstaat stelt aan culturele en burgerlijke vrijheden. De vraag komt indringend op of elke cultuuruiting, elke religie of sommige specifieke uitingen daarvan passen bij een democratische rechtsstaat. Die vraag speelt op het internationale toneel waar wordt verondersteld dat democratie een exportproduct kan zijn, ook voor landen als Irak, ook voor landen waarin sterk op wetsregels georiënteerde vormen van de islam dominant zijn. De vraag speelt tevens nationaal als wij bijvoorbeeld geconfronteerd worden met de vraag of moskeeën met radicale krachten gesloten moeten worden, of een Arabisch Europese Liga (AEL) een plek in de politiek verdient, wat we doen met de kernwaarden van onze rechtsstaat in scholen. In hoeverre stelt onze rechtsstaat grenzen aan vrijheden? In hoeverre mag de overheid een democratische gezindheid mee bewerkstelligen? Dát de overheid daartoe gerechtigd is, lijkt mij als zodanig geen vraag meer te zijn. Immers, een rechtsstaat is meer dan een overheid, een rechtsstelsel, een set grondregels. De rechtsstaat wortelt ook in een cultuur, in wat wij terecht noemen een rechtsgemeenschap. Hoe kan de overheid daaraan invulling geven? Mag zij daaraan actief werken via het onderwijs, via voorlichting? Mag zij – ik chargeer nu – vanuit een soort Verfassungspatriottismus scholen controleren of zij binnen de kernwaarden van de rechtsstaat blijven, zoals de inspectie nu doet? Mag zij – actiever – van scholen vragen om de kernwaarden te doceren met het oog op een identificatie en vereenzelviging met die rechtsstaat? Als Kamervoorzitter moet ik mij onthouden van specifieke antwoorden op deze concrete politieke vragen. Maar in algemene zin kan ik wel het volgende voorhouden. De inhoud van Burgerschap Burgerschap is sinds de jaren negentig een belangrijk thema. Het is geïntensiveerd door het debat over de multiculturele samenleving. De dilemma’s rond enerzijds de identiteit van de rechtsstaat die vrijheden wil beschermen en anderzijds het gebruik van die vrijheden om de identiteit van juist die rechtsstaat te ondergraven - hetzij via extremisme, fundamentalisme of juist de nalatigheid van de vrijblijvendheid - heeft zich de afgelopen jaren in alle scherpte afgetekend. Bij de vraag wat de kernwaarden van de democratie zijn, hoort mijns inziens de vraag of het voldoende en afdoende is om ‘negatieve’ vrijheden te formuleren, vrijheden die de onafhankelijkheid markeren van burgers en maatschappelijke instellingen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de overheid, vrijheden met ‘blijf van mijn lijf rechten’. De tijd is aangebroken voor de vraag of onze rechtsstaat ook vereenzelviging vergt met de waarden waarvoor die staat. Vrijheid duidt op meer dan een overheid die in haar hok blijft. Zij vraagt om identificatie en daarmee bevinden we ons midden in de vraag of onze cultuur daarvoor voldoende basis, voldoende breedte en diepte biedt. Enerzijds vanwege mogelijk gebrek aan burgerschap, anderzijds omdat onze samenleving nieuwe culturen kent waarmee wij het soms zichtbaar moeilijk hebben. Overigens wil ik erop wijzen dat dergelijke fundamentele

3

vragen niet helemaal nieuw zijn. Met bijvoorbeeld de discussie over de Algemene Wet Gelijke Behandeling hebben wij met elkaar bezien hoe het verbod van non-discriminatie ook in de horizontale relaties van burgers door moet werken en vrijheden kan begrenzen. Samenleving in de gevarenzone van de onverschilligheid Ten aanzien van de politieke vrijheid wil ik nog één bemerking maken. Ik constateer een zekere onverschilligheid tegenover onze vrijheid als we – en dat geldt niet alleen voor ons land- de participatie van burgers in ogenschouw nemen. De erosie van de democratische participatie is mijns inziens een zwaar onderschatte bedreiging van de vrijheid. Wie het politieke bedrijf overlaat aan zeer kleine en wisselende meerderheden van de bevolking boet niet alleen op de kwaliteit van het bestuur in, maar legt de macht al snel in handen van emoties, manipulaties en fanatici. We hebben gezamenlijk nog geen antwoord op de leegloop van de politieke partijen, maar er is voor hen nog geen alternatief ontwikkeld als bemiddelaars tussen burger en overheid, als recruteerders van afgevaardigden, als overleg- en bezinningsplatforms over de ingrijpende politieke en maatschappelijke keuzes. Allerhande krachten - media, think tanks, de civil society - kunnen bijdragen leveren aan de politieke keuzes, maar voorshands zijn politieke partijen bij het functioneren van de democratie nog onmisbaar. Dat veronderstelt toch een minimumniveau aan participatie, zowel voor hun legitimatie als voor hun kwaliteit. Wie vrijheid en democratie op waarde schat, in hun onderlinge verbinding, kan niet onverschillig blijven ten aanzien van de leegloop van politieke partijen of wegblijven bij de stembus. Een bevolking, waar meer burgers bij de criminaliteit dan bij het politieke bestel betrokken zijn, kan geen gezonde democratie in stand houden. De Nederlandse samenleving bevindt zich wat dat betreft in de gevarenzone. Four Freedoms, nr.1: Armoedebestrijding Het moge duidelijk zijn dat vrijheid een bredere strekking heeft dan een politieke. President Roosevelt had het al over een veel breder scala van vrijheid dan alleen de politieke. Vrijheid van behoeftigheid, van armoede is één van zijn four freedoms. Ik licht deze er uit, omdat die vrijheid om niet in extreme armoede te hoeven leven exact de begrenzing van de vrijheid van anderen met zich brengt. Uw beweging heeft dit goed begrepen. Door destijds in vrijwilligheid de roeping van armoedebestrijding op te pakken werden juist de voorwaarden geschapen voor een samenleving, die niet gebroken werd. De brug tussen de klassen in de negentiende en begin twintigste eeuw bleef dankzij dit soort initiatieven intact – hoe smal soms ook – en meer nog: de vrijheid tot welvaart kreeg haar ruimte omdat de onvrijheid van absolute armoede beperkt werd. We kennen allen de gebroken samenlevingen waar die bruggen niet aanwezig waren en waar de grenzeloosheid van de rijkdom uiteindelijk betaald is met opstand, klassenstrijd, onderdrukking of een fataal hoge prijs van maatschappelijke isolement van de rijken. Wereldwijd is er net als bij de democratische wereldrevolutie in de afgelopen vijftig jaar veel bereikt op het terrein van de armoedebestrijding. Anderhalf miljard medemensen zijn in de afgelopen dertig jaar boven de armoedegrens uitgekomen. Maar tezelfdertijd leven ook anderhalf miljard mensen onder die armoedegrens, op dat inkomen van een dollar per dag. De strijd tegen de armoede en voor de vrijheid van overleving is nog lang niet gewonnen. Dat zal alleen gaan, nu het om de hardnekkigste armoedegebieden en – groepen gaat, als wij erkennen dat er grenzen zijn aan onze vrijheid van overbesteding om anderen de vrijheid tot overleven te gunnen. Zo niet, dan zijn de gevolgen, ook voor die vrijheid van ons, voorspelbaar. Een mensendicht hek zetten om Europa zal een illusie blijken. Wie de vrijheid tot de welvaart wil blijven genieten, verliest de vrijheid op de exclusiviteit daarvan voor zichzelf. Ook ten principale geldt – ik kom daar aan het einde van mijn inleiding nog op terug – dat waarachtige vrijheid solidariteit met andere mensen en bevolkingsgroepen veronderstelt. Toekomstbewustzijn: solidariteit en zelfbeperking Wat voor de vrijheid om te overleven geldt, geldt misschien nog nadrukkelijker voor de begrenzing van de vrijheid om natuurlijke hulpbronnen te verteren en het milieu

4

onomkeerbaar te belasten. Sinds het begrip ‘’milieugebruiksruimte’’ in internationale verdragen geijkt is, is expliciet ook de begrenzing van die vrijheid aangegeven: het beslag van de een komt immers ten koste van de ander. De afgelopen jaren hebben een scherp dispuut getoond, juist rondom de vrijheid van de grootste verbruikers van energie en andere grondstoffen. Het is een dubbel dispuut geworden: met de niet of aanzienlijk minder gebruikers van nu, én met de volgende generaties. Weinig domeinen van individueel menselijk handelen en van collectieve besluitvorming tonen zo scherp aan als de opdracht tot behoud van natuur en milieu, hoe ongelimiteerde en ongenormeerde vrijheid op haar eigen grenzen stuit. Omdat die begrenzing nog maar bij uitzondering kan worden afgedwongen zullen we ons moeten laten leiden door wetenschap, solidariteit, moraliteit en toekomstbewustzijn. Tevens zullen we ons moeten wapenen tegen de drogreden, dat de ander zich toch ook niet aan de regels houdt: in individuele gevallen, als het om huisvuil gaat, of op het niveau van de staten, die concurrentie vervalsen en steden bouwen in woestijnen ten koste van de avondlamp in hutten elders. Het zal de grote uitdaging van de komende jaren worden om tot vrijwillige zelfbeperking te komen. De afwezigheid van die zelfbeperking heeft al in deze jaren geleid tot prijsexplosies, klimaatverstoringen en risicotoenames, die het gehele concept van consumptievrijheid onder druk zetten. Een concept, dat zo sterk verbonden is met een kernbegrip van onze cultuur: zelfverwerkelijking. Wie de vrijheid om te consumeren wil blijven behouden, ook voor toekomstige generaties, zal zich nu en hier moeten dwingen tot soberheid. Dit kan beschouwd worden als een grens aan de vrijheid van de huidige consumenten indien vrijheid wordt opgevat als een ruimte waarbinnen men geen last hoeft te hebben van anderen. Wie echter vrijheid wil normeren met betrokkenheid op andere mensen en andere, toekomstige generaties, zal die zelfbeperking beschouwen en ervaren als voorwaarde voor het verwezenlijken van individuele vrijheid. Verantwoordelijkheid als persoonlijke keuze. Daarmee kom ik tot slot tot wat door sommigen wordt beschouwd als misschien wel een van de grootste bedreigingen van de vrijheid in onze dagen. Ik zeg het met aarzeling en zelf worstel ik nog met de duiding van het probleem, zowel kwantitatief als kwalitatief. Maar ik durf in uw gezelschap ook iets neer te leggen van mijn persoonlijke ervaringen en gevoelens. Uw Maatschappij tot Nut van het Algemeen, die ik – zo zei ik al – zeer waardeer, zou in de VS betiteld worden als typisch een symptoom van een compassionate society. Mededogen is misschien niet de juiste vertaling van compassionate en betrokkenheid is misschien te vlak. ‘Verantwoordelijkheidssamenleving’ komt er mogelijk nog het dichtste bij. Ik sprak over een cultuur van zelfverwerkelijking. Dat kan, gelukkig, hand in hand gaan met verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid als levenshouding, niet afgedwongen door de noodzaak of pressie van sociale controle of andere instrumenten van drang, maar het resultaat van vrijheid, van een persoonlijke keuze. Toch zie ik hier problemen. We dachten, dat met het losser worden van maatschappelijke verbanden, soms met de groei van de anonimiteit in de urbane samenlevingen, de vrijheid ook de grote winnaar zou zijn; dat in ieder geval sociale pressie zou verminderen en ruimte voor zelfverwerkelijking zou toenemen. Eigen keuzes, in beroep, in bestedingen, in maatschappelijke en politieke participatie, in vormen van partnerschap. De vrijheid tot het maken van die keuzes tot zelfverwerkelijking is een groot goed. De vraag is echter of die keuzevrijheid wel zo groot is als deze lijkt. Ik stel deze vraag ook als moeder van opgroeiende kinderen. Ik meen te moeten constateren, dat bij alle vooruitgang in het domein van de vrijheid, de druk, de pressie tot een bepaald soort gedrag, een bepaald soort opvattingen, een bepaald leefpatroon groot is. Zo groot, dat de keuzes van jonge mensen dikwijls onbewust verengd worden. Wat voorgeschoteld wordt als vrijheid is soms een bepaald gedragspatroon, een kledingnorm, een levensopvatting zelfs, die dwingend is en inperkend. En die als zodanig ook zou moeten worden ontmaskerd. Culturele opvattingen en sociale controle waren in vroegere tijden duidelijke inperkingen van vrijheid. Ze kwamen van het ouderlijk gezag, van toen vertrouwde instituten en de directe omgeving. Als de huidige

5

pressies en inperkingen al niet minder groot zijn, dan zijn ze in ieder geval wel minder grijpbaar, minder aanspreekbaar. Ik noem de wereld van de reclame, van amusement en popcultuur, soms ook van filmmakers en t.v.-producenten. En vooral de bijna onaantastbare wereld van het oordeel van leeftijd- en generatiegenoten. Vrijheid om te kiezen door KENNIS van dat wat nastrevenswaardig is Ik ben te jong om een hunkerend heimwee te kunnen hebben naar vroeger tijden. Ik ben zeker ook geen cultuurpessimist. Ik geloof in de menselijke kracht van ontwapening van dit type pressie. Inderdaad, zoals twee eeuwen geleden burgers, kinderen zich konden bewapenen, dank zij Uw werk, tegen onwetendheid. Alleen wie kennis had, kon in die tijd tot vrijheid komen. Basiskennis volstaat niet meer in onze dagen. De grote uitdaging zal worden de horizon van de kennis te verbreden. Er zijn andere rolmodellen dan die via sommige media worden voorgeschoteld; er zijn andere leefpatronen dan die dominant zijn in glossy tijdschriften; er zijn andere partnerschappen dan die van de filmwereld; andere manieren om zin aan het bestaan te geven dan op de lijst van Quote te komen of op de cover van de Privé. Zeker, wie kiest voor de Idols, de inzet om tot de 500 rijkste Nederlanders te gaan horen, of de meest luxe van alle terreinwagens te gaan kopen, die heeft in onze maatschappij gelukkig de fundamentele vrijheid daartoe. Maar dat neemt niet weg, dat van waarachtige vrijheid slechts sprake is, als er wat te kiezen valt en als men weet heeft daarvan. Dus behoren mensen, burgers, jongeren de verrekijkers en de vergrootglazen mee te krijgen om te zien dat er meer nastrevenswaardigs voorhanden is dan wat in de laatste t.v.-uitzending of op internet als welhaast normatief wordt voorgeschoteld. Gechargeerd gesteld: een samenleving met in dát opzicht perfecte consumenten loopt het risico een maatschappij te worden van mensen met te lege zielen en verschraalde intermenselijke verhoudingen. In die zin heeft onze samenleving grote behoefte aan een cultuurdebat – sommigen noemen dat een debat over waarden en normen – dat zich niet concentreert op inperking van vrijheid, maar juist op versterking ervan. Vrijheid is kiezen èn delen: Vrijheid in betrokkenheid Het lijkt logisch om te verdedigen dat de vrijheid van de één de vrijheid van de ander inperkt. Het lijkt daarmee ook logisch om een tegenstelling te ontwaren tussen hetgeen het individu wil en wat de gemeenschap vereist. Dán gaat de discussie ook over het begrenzen van vrijheden, vanuit de gedachte dat wij nu eenmaal met elkaar op deze aardbol zijn en het leven leefbaar moeten houden. Ik stel daartegenover dat niet zozeer sprake zou moeten zijn van het claimen van individuele vrijheden maar van het met elkaar delen van de vrijheid die de mens toekomt. Niet zozeer omdat het niet anders kán, omdat we nu eenmaal met meerderen zijn, maar omdat we het niet anders moeten wíllen. Niet zozeer onafhankelijkheid van de ander maar gerichtheid op die ander is een voorwaarde voor werkelijke vrijheid. Als menselijke wezens zijn wij daartoe in staat, we hebben de potentie verantwoordelijkheid te dragen voor en solidair te zijn met anderen. Die potentie uit te buiten behoort tot de menselijke waardigheid. Tegenover de keuze voor zelfverwerkelijking vanuit een vrijheidsbegrip dat afschermt van afhankelijkheid stel ik derhalve een vrijheidsbegrip dat die afhankelijkheid als voorwaarde ziet voor ontplooiing voor ons mensen als sociale wezens. De plicht om díe – onbegrensde – vrijheid te bewerkstelligen zie ik dan ook als een voorrecht. Dames en heren, ik heb getracht u enige gedachten aan te reiken voor de discussie vanmiddag. Graag dank ik u voor uw aandacht. Weergave: Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen Mw. C. J. EijgensteinAlgemeen secretariaat6 juli 2004

UNIVERSELE VERKLARING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS

Preambule

Overwegende, dat erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en

onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag

is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld;

Overwegende, dat terzijdestelling van en minachting voor de rechten van de

mens geleid hebben tot barbaarse handelingen, die het geweten van de

mensheid geweld hebben aangedaan en dat de komst van een wereld, waarin

de mensen vrijheid van meningsuiting en geloof zullen genieten, en vrij zullen

zijn van vrees en gebrek, is verkondigd als het hoogste ideaal van iedere mens;

Overwegende, dat het van het grootste belang is, dat de rechten van de mens

beschermd worden door de suprematie van het recht, opdat de mens niet

gedwongen worde om in laatste instantie zijn toevlucht te nemen tot opstand

tegen tyrannie en onderdrukking;

Overwegende, dat het van het grootste belang is om de ontwikkeling van

vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties te bevorderen;

Overwegende, dat de volkeren van de Verenigde Naties in het Handvest hun

vertrouwen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de

waarde van de mens en in de gelijke rechten van mannen en vrouwen opnieuw

hebben bevestigd, en besloten hebben om sociale vooruitgang en een hogere

levensstandaard in groter vrijheid te bevorderen;

Overwegende, dat de Staten, welke Lid zijn van de Verenigde Naties, zich

plechtig verbonden hebben om, in samenwerking met de Organisatie van de

Verenigde Naties, overal de eerbied voor en inachtneming van de rechten van de

mens en de fundamentele vrijheden te bevorderen;

Overwegende, dat het van het grootste belang is voor de volledige nakoming van

deze verbintenis, dat een ieder begrip hebbe voor deze rechten en vrijheden;

Op grond daarvan proclameert de Algemene Vergadering deze Universele

Verklaring van de Rechten van de Mens als het gemeenschappelijk door alle

volkeren en alle naties te bereiken ideaal, opdat ieder individu en elk orgaan van

de gemeenschap, met deze verklaring voortdurend voor ogen, er naar zal

streven door onderwijs en opvoeding de eerbied voor deze rechten en vrijheden

te bevorderen, en door vooruitstrevende maatregelen, op nationaal en

internationaal terrein, deze rechten algemeen en daadwerkelijk te doen erkennen

en toepassen, zowel onder de volkeren van Staten die Lid van de Verenigde

Naties zijn, zelf, als onder de volkeren van gebieden, die onder hun jurisdictie

staan:

Artikel 1

Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn

begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een

geest van broederschap te gedragen.

Artikel 2

Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring

opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur,

geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of

maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.

Verder zal geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke, juridische of

internationale status van het land of gebied, waartoe iemand behoort,

onverschillig of het een onafhankelijk, trust-, of niet-zelfbesturend gebied betreft,

dan wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat.

Artikel 3

Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn

persoon.

Artikel 4

Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en

slavenhandel in iedere vorm zijn verboden.

Artikel 5

Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede,

onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.

Artikel 6

Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te

worden voor de wet.

Artikel 7

Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke

bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming tegen

iedere achterstelling in strijd met deze Verklaring en tegen iedere ophitsing tot

een dergelijke achterstelling.

Artikel 8

Een ieder heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp van bevoegde nationale

rechterlijke instanties tegen handelingen, welke in strijd zijn met de grondrechten

hem toegekend bij Grondwet of wet.

Artikel 9

Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of

verbanning.

Artikel 10

Een ieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare

behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke

instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen

van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging.

Artikel 11

1. Een ieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft er recht op

voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de wet

bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle

waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend.

2. Niemand zal voor schuldig gehouden worden aan enig strafrechtelijk

vergrijp op grond van enige handeling of enig verzuim, welke naar

nationaal of internationaal recht geen strafrechtelijk vergrijp betekenden

op het tijdstip, waarop de handeling of het verzuim begaan werd. Evenmin

zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die, welke ten tijde van het

begaan van het strafbare feit van toepassing was.

Artikel 12

Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn

persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling,

noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke

inmenging of aantasting heeft een ieder recht op bescherming door de wet.

Artikel 13

1. Een ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven

binnen de grenzen van elke Staat.

2. Een ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te

verlaten en naar zijn land terug te keren.

Artikel 14

1. Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te

genieten tegen vervolging.

2. Op dit recht kan geen beroep worden gedaan ingeval van

strafvervolgingen wegens misdrijven van niet-politieke aard of

handelingen in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde

Naties.

Artikel 15

1. Een ieder heeft het recht op een nationaliteit.

2. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het

recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.

Artikel 16

1. Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst,

hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen

en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk

betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.

2. Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige

toestemming van de aanstaande echtgenoten.

3. Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de

maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de

Staat.

Artikel 17

1. Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met

anderen.

2. Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd.

Artikel 18

Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;dit recht

omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen,

alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in

zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het

onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de

inachtneming van de geboden en voorschriften.

Artikel 19

Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat

de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle

middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te

ontvangen en door te geven.

Artikel 20

1. Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en

vergadering.

2. Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren.

Artikel 21

1. Een ieder heeft het recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land,

rechtstreeks of door middel van vrij gekozen vertegenwoordigers.

2. Een ieder heeft het recht om op voet van gelijkheid te worden toegelaten

tot de overheidsdiensten van zijn land.

3. De wil van het volk zal de grondslag zijn van het gezag van de Regering;

deze wil zal tot uiting komen in periodieke en eerlijke verkiezingen, die

gehouden zullen worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht

en bij geheime stemmingen of volgens een procedure, die evenzeer de

vrijheid van de stemmen verzekert.

Artikel 22

Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid

en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en

internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de

hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele

rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van

zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.

Artikel 23

1. Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige

en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.

2. Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor

gelijke arbeid.

3. Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en

gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan

verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale

bescherming zal worden aangevuld.

4. Een ieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij

aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen.

Artikel 24

Een ieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met inbegrip van een redelijke

beperking van de arbeidstijd, en op periodieke vakanties met behoud van loon.

Artikel 25

1. Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de

gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder

inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en

de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in

geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot,

ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten

gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.

2. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle

kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.

Artikel 26

1. Een ieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn,

althans wat het lager en basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal

verplicht zijn. Ambachtsonderwijs en beroepsopleiding zullen algemeen

beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan voor een

ieder, die daartoe de begaafdheid bezit.

2. Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke

persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van

de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de

verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of

godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de

Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen.

3. Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van

opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden

gegeven.

Artikel 27

1. Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven

van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben

aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan.

2. Een ieder heeft het recht op de bescherming van de geestelijke en

materiële belangen, voortspruitende uit een wetenschappelijk, letterkundig

of artistiek werk, dat hij heeft voortgebracht.

Artikel 28

Een ieder heeft recht op het bestaan van een zodanige maatschappelijke en

internationale orde, dat de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd,

daarin ten volle kunnen worden verwezenlijkt.

Artikel 29

1. Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije

en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is.

2. In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal een ieder slechts

onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld

en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en

eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen

aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het

algemeen welzijn in een democratische gemeenschap.

3. Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in

strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.

Artikel 30

Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat

welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets

te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging

van een van de rechten en vrijheden, in deze Verkaring genoemd, ten doel

hebben.

WELKOM

Actueel overzicht van meer dan 2800 oorlogsmonumenten en 950 herdenkingen in Nederland. Speciaal voor kinderen is er dat@kid. Doe de speurtocht en vind het verhaal van Jan Terlouw!

MENU

Home

Zoeken

Monumenten

Herdenkingen

Uitgebreid zoeken

dat@kid

Extra

Reageer

Colofon

Startpagina 4 en 5 mei

Adopteer een monument

WEGWIJZERS

Primair Onderwijs

Scouts en Zeekadetten

Gemeenten

Lokale 4 en 5 mei comités

Journalisten

Uitgebreide Monumentbeschrijving Terug

Beschrijving Geschiedenis Herdenking Panorama

Naam

Amsterdam, Nationaal Monument op de Dam

Plaats

De Dam 1012 JS, Amsterdam (gemeente Amsterdam), Noord-Holland

Onthulling

4 mei 1956

Herdenkingsdatum

4 mei

Ontwerper

J.J.P. Oud (ontwerp), Johannes Anton Raedecker (beelden), Paul Grégoire (reliëfs)

Foto: B. van bohemen / NIOD

Klik voor origineel of meer foto's

Overige informatie

Informatie afkomstig uit de publicaties:

- Het Nationaal Monument op de Dam samenst. Menno Landstra en Desmond Spruijt (Amsterdam, Landstra & Spruijt, 1998). ISBN 90 76348 01 4. - Sta een ogenblik stil... Monumentenboek 1940|1945 van Wim Ramaker en Ben van Bohemen. (Kampen, Uitgeversmaatschappij J.H. Kok Matrijs, 1980). ISBN 90 242 0185 3. - Om nooit te vergeten - Amsterdamse monumenten en gedenktekens ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog van Mies Bouhuys en Boris Klatser. (Bussum, Produktie Uitgeverij Thoth, 1995). ISBN 90 6868 124 9.

Lees verder op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei: www.4en5mei.nl

Beschrijving

Het Nationaal Monument op de Dam te Amsterdam is een zuil, uitgevoerd in witte natuursteen (Italiaans travertin). De 22 meter hoge zuil is geplaatst op een vierkant voetstuk. Op de voorkant van de zuil is een reliëf van vier geboeide mannenfiguren bevestigd. Boven dit reliëf bevindt zich een beeld van een vrouwenfiguur met kind. Aan weerszijden van de zuil staat op een stenen plateau een mannenfiguur met aan zijn voeten huilende honden. Op de achterzijde van de zuil is een reliëf met omhoogvliegende duiven bevestigd. Achter de zuil is een halfronde gedenkmuur van witte natuursteen geplaatst. In de nissen van de muur zijn urnen met aarde bijgezet. Het gedenkteken is geplaatst op een plaveisel van klinkers, dat in concentrische cirkels is opgehoogd. Enkele tientallen meters voor de zuil is aan weerszijden een leeuw op een cirkelvormig voetstuk geplaatst.

Op de binnenkant van de muur is een tekst van de dichter A. Roland Holst aangebracht:

'NIMMER, VAN ERTS TOT AREND, WAS ENIG SCHEPSEL VRIJ ONDER DE ZON,

pagina 1 van 4Oorlogsmonumenten

29-9-2005http://www.oorlogsmonumenten.nl/omn/zoeken/monumenten/7647/?nav=detail

NOCH DE ZON ZELVE, NOCH DE GESTERNTEN. MAAR GEEST BRAK WET EN STELDE OP DE GESLAGEN BRES DE MENS. UIT DIE EERSTELING DAALDEN DE ONTELBAREN. DUCHTEND ZIJN HOGE BLIK DEINSDEN HUN ZWERMEN BINNEN DE WET TERUG EN WERDEN VOLKEN EN STONDEN ELKANDER NAAR HET LEVEN, ONDER NACHTGEWOLKTEN VERWARD TREURSPEL, DAT WERELD HEET. SINDSDIEN WERD GEEN MENS VRIJ DAN ONTBODEN VAN BOVEN ZIJN DAK, GEEN VOLK DAN BEHEERST VAN BOVEN ZIJN TORENS. BLIJVE ONS DAT BIJ, VERLOST ALS WE WERDEN UIT HET SCHRIKBEWIND VAN EEN ONDERWERELD. NIET ONBEHEERST, DOCH ENKEL BEHEERST VAN BOVEN DE WERELD BLIJFT VRIJHEID ONS DEEL'.

De Latijnse tekst op de voorzijde van het gedenkteken is van dr. J.P. Meerwaldt:

'HIC UBI COR PATRIAE MONUMENTUM CORDIBUS INTUS QUOD GESTANT CIVES SPECTET AD ASTRA DEI.'

De Nederlandse vertaling luidt:

'HIER, WAAR HET HART DES VADERLANDS IS, MOGE HET HERINNERINGSTEKEN, DAT DE BURGERS IN HET BINNENSTE HUNNER HARTEN DRAGEN, SCHOUWEN TOT DE STERREN GODS'.

De tekst op de muur met urnen luidt:

'AARDE, DOOR HET OFFER GEWIJD, SAMENGEBRACHT UIT GANS HET LAND, TEKEN TOT IN VERREN TIJD VAN HEUGENIS EN VASTEN BAND.'

Het Nationaal Monument op de Dam is al ruim veertig jaar het uitgesproken symbool van het respect van de bevolking voor de Nederlandse slachtoffers van oorlog en vredesmissies, waar ook ter wereld. Daarmee is het tegelijk een symbool van nationale eenheid. Op verschillende wijzen wordt de Tweede Wereldoorlog uitgebeeld. De vier geboeide mannen verbeelden de ellende die de oorlog bracht. De twee mannen met aan hun voeten huilende honden symboliseren het verzet. Links een bebaarde figuur die het verzet van de intellectuelen uitbeeldt en rechts een man die zijn handen ten hemel heft en het arbeidersverzet voorstelt. De honden verbeelden smart en trouw. De vrouw met een kind op de arm heeft een krans om het hoofd, terwijl duiven om haar heen vliegen. Dit zijn symbolen van overwinning, vrede en nieuw leven. De omhoogvliegende duiven op de achterzijde van de zuil verwijzen naar de bevrijding. De aarde in de urnen is afkomstig uit de Nederlandse provincies en uit het voormalig Nederlands-Indië. Met het zand dat afkomstig is van plaatsen waar Nederlanders zijn gemarteld en vermoord, wordt het nationale karakter van het monument benadrukt.

Nadat er op 26 december 1995 een deel van het voetstuk waarop de centrale vrouwenfiguur rust naar beneden was gevallen, wees bouwkundig onderzoek uit dat het monument in verval was. Regenwater was doorgedrongen in de holten van de steen en vorst veroorzaakte vervolgens kleine en grote scheuren. In juni 1996 besloot het gemeentebestuur van Amsterdam dat het Nationaal Monument op de Dam gerestaureerd zou worden. Het monument werd eerst provisorisch opgeknapt, maar eind 1997 werd besloten tot een ingrijpende restauratie. Om de structurele problemen op te lossen werd besloten het gehele monument te demonteren. De beelden werden met kunsthars geïmpregneerd en het bakstenen binnenwerk van de zuil werd vervangen door een kern van beton. Ook is ervoor gezorgd dat er onder alle omstandigheden sprake is van een natuurlijke afvoer van regen- of condenswater. De restauratie werd afgerond in april 1998.

Terug naar boven

Geschiedenis

Het Nationaal Monument op de Dam te Amsterdam is opgericht ter nagedachtenis aan alle Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen zijn omgekomen. De jaarlijkse herdenking bij het monument ter gelegenheid van de Dodenherdenking is tevens een moment van bezinning op de actuele gevaren voor vrijheid en mensenrechten, die soms te gemakkelijk als vanzelfsprekende verworvenheden worden gezien.

In 1946 is op initiatief van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en de vice-voorzitter van de Raad van State de Nationale Monumenten Commissie

pagina 2 van 4Oorlogsmonumenten

29-9-2005http://www.oorlogsmonumenten.nl/omn/zoeken/monumenten/7647/?nav=detail

voor Oorlogsgedenktekens opgericht. Deze commissie moest de regering adviseren over gedenktekens die niet van lokale, maar van nationale betekenis waren. De commissie stelde de regering voor een paar bijzondere monumenten op te richten: onder meer een monument voor de Koopvaardij, een legermonument bij de Grebbeberg en een monument voor de erebegraafplaats in Bloemendaal. Ook moest er volgens de commissie een centraal, nationaal monument in de hoofdstad komen. Zij achtte de Dam de meest geschikte locatie. De regering stemde hiermee in. De verwezenlijking van het plan werd toevertrouwd aan een werkcomité dat op 29 maart 1947 in Amsterdam werd geïnstalleerd. Voorzitter was burgemeester mr. A. d'Ailly.

Vlak na de bevrijding was voor het Paleis op de Dam ook al een Vrijheidsboom geplaatst en stond in het Damplantsoen een grote Phoenix opgesteld. In afwachting van een definitief plan werd op het Damterrein een bakstenen, gebogen muur opgericht (een ontwerp van ir. A.J. van der Steur en ir. A. Komter). In de nissen van dit voorlopig monument stonden urnen met aarde die afkomstig was van fusillade- en erebegraafplaatsen. Elke provincie had een urn gebracht. Drie jaar later kwam er ook aarde uit het voormalig Nederlands-Indië. Het plan was de aarde bij de fundering van het definitieve monument te storten. Op die manier zou het een nationaal monument worden.

In 1948 heeft het werkcomité de beeldhouwer John Raedecker en de architect J.J.P. Oud een voorlopige opdracht verstrekt. Op 27 september 1950 was het ontwerp gereed: een zuil met beelden en een gebogen muur waarin de urnen met aarde waren geplaatst. Op 4 december 1950 bracht de Centrale Commissie voor Oorlogs- of Vredesgedenktekens een negatief advies uit aan de minister. De commissie vond het bezwaarlijk dat het monument zich uitstrekte over het gehele vlak binnen de rijwegen van de Dam. Bovendien had de commissie ernstige bedenkingen tegen 'de gespletenheid, de tweeledigheid van het centrale deel, de obelisk-urnenmuur'. De ambtenaren van het ministerie zagen echter weinig heil in het opvolgen van het advies: 'Indien U.E. het ontwerp zou afkeuren, zou het comité een ander moeten belasten met de opdracht. Dat betekent: verlies van veel tijd en van veel geld, en een enorme opschudding in het hele land.' Minister Rutten besloot naar zijn ambtenaren te luisteren. Op 27 februari 1951 keurde de ministerraad na een brief van Rutten het ontwerp toch goed. Raedecker en Oud kregen hun definitieve opdracht in de herfst van 1952. Toen zijn gevorderde leeftijd en een longziekte Raedecker parten ging spelen, nam zijn zoon veel werk van hem over. Vier maanden voor de onthulling overleed Raedecker.

Het monument is onthuld op 4 mei 1956 door Hare Majesteit Koningin Juliana. Het gedenkteken is in eerste instantie bekostigd door particulieren. Uit allerlei fondsen werden de benodigde aanvullingen ingezameld.

Tijdens de onthulling benadrukte de voorzitter van de Nationale Monumenten Commissie voor Oorlogsgedenktekens, jhr. dr. M.L. van Holthe tot Echten, de nationale betekenis van het monument: 'Een teken voor het Nederlandse volk, een teken van trouw en belofte, waarvoor een ieder zich frank en vrij mag oprichten, trouw aan de geest die onze doden en ook ons hebben geleid. Het monument is tevens een belofte: een belofte om niet te vergeten wat ons in die bange tijd heeft bijeengebracht en om onwrikbaar vast te houden aan de waarden die ons volksbestaan een eigen stempel geven, aan de waarden ook die het leven adelen en het heffen boven stof en aards bestaan. Tenslotte ook een belofte om te blijven streven naar de vrede onder de mensen en de volkeren'.

Terug naar boven

Herdenking

Dit jaar zal dichter, theoloog en essayist Huub Oosterhuis (1933) een gedicht voordragen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam ter gelegenheid van de Nationale Herdenking op 4 mei. Zijn gedicht draagt de titel 'Echte wereld'. Daarnaast zal auteur en dichter Remco Campert (1929) een lezing verzorgen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam op 4 mei. Zijn lezing draagt de titel 'De wolk die niet voorbijtrok'. H. Oosterhuis en R. Campert hebben hun bijdragen geschreven op speciaal verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. De bijeenkomst wordt begeleid door het orgelspel van Bernard Winsemius en het Liberaal Joods Koor onder leiding van Marcela Obermeister Shasha en zang van Liat Alkan-Heymann.

De bijeenkomst is in eerste instantie bedoeld voor overlevenden en nabestaanden van slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en de oorlogen en vredesmissies daarna en wordt door de NOS rechtstreeks uitgezonden via de televisie op

pagina 3 van 4Oorlogsmonumenten

29-9-2005http://www.oorlogsmonumenten.nl/omn/zoeken/monumenten/7647/?nav=detail

Nederland 2 en via Radio 1 (18.55- 19.30 uur).

Het tweede element van de Nationale Herdenking is de kranslegging bij het Nationaal Monument op de Dam. De plechtigheid begint zoals altijd met de kranslegging door H.M. de Koningin. Na de twee minuten stilte houdt de heer M.J. Cohen, burgermeester van Amsterdam, een korte toespraak. De toespraak zal na 4 mei op deze plek gepubliceerd worden.

Daarna volgt de kranslegging met zes algemene kransen ter nagedachtenis aan de omgekomen burgers in Europa en Azië ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog en aan de omgekomen militairen en het koopvaardijpersoneel die sinds de Tweede Wereldoorlog in dienst van het Koninkrijk zijn omgekomen.

Vervolgens leest de 17 jarige Branko van Hulst uit Heemskerk, winnaar van het dichtproject 'Dichter bij 4 mei' zijn gedicht 'Oorlog voorbij' voor. Daarna volgde de kranslegging door autoriteiten en jongeren. Het defilé van alle aanwezigen langs het Nationaal Monument sluit de plechtigheid af.

De Nationale Herdenking op de Dam wordt door de NOS rechtstreeks uitgezonden via de televisie op Nederland 1, 2 en 3 en op Radio 1.

Lees meer: www.4en5mei.nl

De jaarlijkse herdenking wordt georganiseerd door het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Voor meer informatie:

Nationaal Comité 4 en 5 mei 020 - 620 96 88 [email protected]

pagina 4 van 4Oorlogsmonumenten

29-9-2005http://www.oorlogsmonumenten.nl/omn/zoeken/monumenten/7647/?nav=detail

Website herdenken en vieren

Op 4 mei herdenken we, op 5 mei vieren we onze vrijheid.

menu

Herdenken en Vieren

Thema

4 mei

5 mei

> Nationale start

> Bevrijdings-festivals

> Nationale afsluiting

Suggesties en tips

Veel gestelde vragen

Winkel

Archief

Persberichten

Gedichten

Columns 2004

Columns 2005

Achtergrondartikelen

Startpagina 4 en 5 mei

Zoeken

Lied van de Vrijheid

Print

Persbericht 16 april 2004

Motto van 5 mei 2004: Vrijheid is kiezen én delen

Het motto voor de komende 5 mei, de Dag van de Vrijheid, is ‘Vrijheid is kiezen énmei stelt vanuit het centrale thema ‘Vrijheid vraagt verantwoordelijkheid’ ieder jaaspect van vrijheid centraal. In het jaar van de Europese verkiezingen heeft het caspecten van vrijheid.

Met 4 mei in ons achterhoofd gaat 5 mei over de vraag hoe wij omgaan met onze vrijheid eons vraagt. Om inhoud te geven aan de Dag van de Vrijheid werkt het comité met een themvanzelfsprekend is, dat mensen moet aanzetten tot nadenken en dat aanleiding vormt tot d

Thema: Vrijheid is kiezen én delen. Over de politieke aspecten van vrijheid. Vrijheid vraagt betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Een manier om betrokken te zijn is lokaal, regionaal, nationaal én internationaal niveau - door te kiezen. Daarnaast moet mentegen het belang van anderen. We houden rekening met elkaar op basis van gelijkwaardighHet comité probeert vanuit drie verschillende invalshoeken het thema gestalte te geven: vade relatie tussen burgers en overheid en de relatie tussen staten onderling. Daarnaast zal eaandacht zijn voor Europa, vanwege de toetreding van tien nieuwe lidstaten per 1 mei a.s. later dit jaar. Bovendien is de Dag van de Vrijheid een goed moment om stil te staan bij hesamenwerking, die onder meer haar oorsprong vindt in de wens die na de Tweede Wereldostrijdtoneel zou worden van een dergelijke verschrikkelijke oorlog.

Columns, lezingen, debatten Om de politieke aspecten van vrijheid en het motto Vrijheid is kiezen én delen verder uit teverantwoordelijkheid te entameren, zijn er columns geschreven en worden er lezingen en d

Columns In drie columns hebben Anton Zijderveld, Hans Dijkstal en Lieteke van Vucht Tijssen, ambaOntwikkeling, het thema uitgewerkt, vanuit respectievelijk de relatie tussen burgers, tusseDe columns en de reacties daarop zijn gepubliceerd op de website van het Nationaal Comit

Lezingen Op 4 mei houdt Geert Mak tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk in Amsterhij speciaal voor deze gelegenheid heeft geschreven. In zijn voordracht zet hij de Tweede Wperspectief. Ook Minister van Staat Van Mierlo zal het onderwerp Europa voor het voetlichtOp 5 mei zal Dick Benschop, oud-staatssecretaris van Buitenlandse zaken belast met Europwaarbij hij het thema vanuit een Europese invalshoek belicht en ingaat op het belang van Evrijheid, democratie en mensenrechten.

Debatten

pagina 1 van 2Herdenken en Vieren

29-9-2005http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/archief/persberichten.2/persbericht.16.april.2004

In de aanloop naar 4 en 5 mei stimuleert het Nationaal Comité het debat over vrijheid en vapril vinden in Groningen debatten plaats, die worden georganiseerd door het Groningse Dhet thema centraal en discussieren lokale en regionale volksvertegenwoordigers met jongeVrijheidsonderzoek. Op 26 april wordt op het Werkman College gediscussierd over participaover burgers en politiek en op 28 april op de Rijksuniversiteit Groningen over Europa, telkestudenten en leerlingen van de onderwijsinstellingen - kan met interactieve stemkastjes zijtoelichten. De reeks debatten wordt op 5 mei in het Stadspark in Groningen afgesloten in hfestivalterrein.

Nationaal Vrijheidsonderzoek 2004 In februari en maart is voor de derde maal het Nationaal Vrijheidsonderzoek uitgevoerd. Heopvattingen van de Nederlandse bevolking over tal van vraagstukken met betrekking tot 4 én delen. De uitkomsten van dit onderzoek leveren weer een bijdrage aan de discussie ovevrijheid denkt. Op vrijdag 23 april zal het Nationaal Comité met een persbericht de belangropinieonderzoek bekendmaken.

Meer informatie over het thema treft u aan op onze website: www.4en5mei.nl

Noot voor de redactie:

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Nationaal Comité 4 en 5 mei, Onno Kromail: [email protected], internet: www.4en5mei.nl

Informatie over Forum voor Democratische Ontwikkeling: www.forumdemocratie.nl

pagina 2 van 2Herdenken en Vieren

29-9-2005http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/archief/persberichten.2/persbericht.16.april.2004

Website herdenken en vieren

Op 4 mei herdenken we, op 5 mei vieren we onze vrijheid.

menu

Herdenken en Vieren

Thema

4 mei

5 mei

> Nationale start

> Bevrijdings-festivals

> Nationale afsluiting

Suggesties en tips

Veel gestelde vragen

Winkel

Archief

Persberichten

Gedichten

Columns 2004

Columns 2005

Achtergrondartikelen

Startpagina 4 en 5 mei

Zoeken

Lied van de Vrijheid

Print

Winnaars dichtwedstrijd

Winnaars van de dichtwedstrijd 'Dichter bij 4 mei':

2004 > Anke Kraster: Verhalen 2003 > Branko van Hulst: Oorlog Voorbij 2002 > Elisabeth de Pagter: Twee 2001 > Leonie Beks: Levend Verleden 2000 > Isolde Schat: Een Herinnering 1999 > Ben Andriesse: Vergeten 1998 > Sietse Wijnsma: Verzet De gedichten zijn vrij van rechten. Dat betekent dat iedereen de teksten - met bronvermelof ter inspiratie mag gebruiken.

"Verhalen", Anke Kraster

Doffe diamanten op de wang van de grijze Zij weet de schaduwen van de donkere nacht Een blik van vroeger uit troebele ogen

Het verhaal van de adelaar Het verhaal van het afscheid zonder afscheid Een verhaal over het niet meer mogen zingen op straat

De schaduwen van de donkere nacht Het verhaal over een afscheid dat nooit een afscheid is geweest.

Altijd

De stilte.

Anke Kraster, 16 jaar, Oostwold, Groningen. Anke leest haar gedicht voor tijdens de Nationale Herdenking op de Dam op 4 mei 2004.

"Oorlog voorbij", Branko Verhulst

Tanken van de straat

pagina 1 van 4Herdenken en Vieren

29-9-2005http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/archief/gedichten/winnaars.dichtwedstrijd

de supermarkt weer open

In mijn hoofd Sterven de mensen Vallen huizen in elkaar Een diep donker gat Dat daar nog rest

Voor mijn ogen Slechts nog tralies Die de bomen Onbereikbaar maken En de lucht In verticale lijnen deelt

De gedachte kan niets Voor anderen wellicht Het verleden, voorkomt een toekomst Vol wederzijds verdriet Doch Ongenezen blijf ik achter

Oorlog over En ik De gevangene Die rest

Branko van Hulst 17 jaar, Heemskerk, Noord-Holland. Gedicht voorgedragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 2003.

"Vrijheid is?" Jelle Harpenau

Als vrijheid een woord is, is het dan gelogen? Als vrijheid te koop is, kost het dan een vermogen? Als vrijheid een weg is, zijn we dan al halverwege? Als vrijheid een cadeau was, zou jij het dan geven? Als vrijheid een mens was, is hij dan nog in leven? Of is vrijheid een plaats zonder zorgen om thuis te komen?

Jelle Harpenau, 13 jaar winnaar dichtwedstrijd over thema Vrijheid; voorgedragen in de Grote of St. Bavokerk te Haarlem tijdens de Nationale Start dag van de vrijheid

"Twee", Elisabeth Pagter

Neem twee uren, dagen, maanden of jaren

zomaar los

uit de geschiedenis.

Geen betekenis, niemand weet ze, niemand kent ze. Eeuwen voorbij gegaan.

Wachtend op de zon die de dag verlost tot de dag komt dat tijd

pagina 2 van 4Herdenken en Vieren

29-9-2005http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/archief/gedichten/winnaars.dichtwedstrijd

twee minuten stilstaat.

Duizenden kinderen, vaders, moeders en grootouders

in gedachten verlost.

Zij leven verder in gedachten, meer dan twee minuten.

Elisabeth de Pagter 15 jaar, Middelburg, Zeeland. Gedicht voorgedragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 2002.

"Levend verleden", Leonie Beks

Het speelt niet meer in onze harten, tijd en afstand, grote brug. Te ver, te gruwelijk, iemand anders, ergens anders, lang terug.

Maar in twee minuten stilte schreeuwen stemmen uit 't verleden, klinken kreten uit de toekomst, spreken stemmen van het heden.

Twee lange minuten stilte als zout in open wonden. Wordt eventjes teruggedacht, wordt eindelijk rust gevonden.

Die twee minuten stilte, men zwijgt in alle talen. Komt even het gevoel terug, dan leven de verhalen.

In die twee minuten stilte, dan komt het verleden vrij. Tijd en afstand overwonnen dus toch heel even zo dichtbij.

Leonie Beks 16 jaar, Emmeloord, Flevoland Gedicht voorgedragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 2001.

"Een Herinnering", Isolde Schat

55 jaar geleden, waar nu de bomen groeien, waar nu de vogels fluiten, was eens een donker gat, waar mensen leefden, vergeten door het licht. Waar mensen niet meer bestaan.

Nu herinner ik me nog de geesten. Een pop in het gras. Een stoomfluit in de nacht. Een trein gaat, naar het onbekende.

Ik hoor en zie alles, als ik door het bos loop.

pagina 3 van 4Herdenken en Vieren

29-9-2005http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/archief/gedichten/winnaars.dichtwedstrijd

Nu herinnert alleen een lichte plek in het gras, wat daar gestaan heeft.

Isolde Schat 15 jaar, Ulft, Gelderland. Gedicht voorgedragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 2000.

"Vergeten",Ben Andriesse

Oorlog is haat en geweld. Miljoenen sterven voor één. En achteraf zijn er alleen de begraafplaatsen en monumenten. Mensen willen vergeten: de doden en de hel van toen. Bunkers worden dichtgegooid en herinneringen verbannen. Maar moeten we wel vergeten? Dat is de vraag die altijd zal blijven.

Ben Andriesse 15 jaar, Assen, Overijssel. Gedicht voorgedragen tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk, 4 mei 1999.

"Verzet", Sietse Wijnsma

Verzet je tegen onderdrukking van mensen door mensen. Is macht dan zo belangrijk, zo belangrijk om iemand dood te wensen?

Verzet je tegen gedachten dat je beter bent dan een ander. Voel je niet verheven, maar leef naast elkander.

Verzet je tegen oorlog. Laat hem niet beginnen, want hij kent alleen maar slachtoffers. Niemand zal ooit winnen.

Verzetten tegen ... het klinkt zo stoer: achter een idee gaan staan. Maar zou het niet beter zijn, als het woord niet hoefde te bestaan?

Sietse Wijnsma 18 jaar, Gouda, Zuid-Holland Gedicht voorgedragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 1998.

pagina 4 van 4Herdenken en Vieren

29-9-2005http://www.herdenkenenvieren.nl/hev/archief/gedichten/winnaars.dichtwedstrijd

© 2000-2005 Stichting Schrijvers School Samenleving Huddestraat 7, 1018 HB Amsterdam Tel.no.: (020) 6 23 49 23 / Faxno.: (020) 4 20 63 19 [email protected]

SPECIAAL VOOR BIBLIOTHEKEN

Achtergrondinformatie > Waarom een schrijver uitnodigen > Aanleidingen voor een schrijversbezoek » Landelijke activiteiten voor jeugd » Landelijke activiteiten voor volwassenen > Ondersteunend materiaal van SSS

Kosten > Opbouw van de kosten > Tips

Oriëntatie > Planning > Vorm van het schrijversbezoek » Volwassenen » Jeugd > Samenwerken met andere organisaties

Een schrijver kiezen en uitnodigen > Een schrijver kiezen > Contact opnemen met SSS > De aanvraag indienen

Nadat de afspraak is gemaakt ... > Contact met de auteur > Publiciteit > Boekverkoop

Auteursinformatie

Het schrijversbezoek: de dag zelf > Voor de lezing > Tijdens de lezing > Na de lezing

Extra informatie voor schoolbezoeken

Enkele evenementen > Boekenweek > Jonge Jury > Kinderboekenweek > Kinderjury > Maand van het Spannende Boek > Nationale Voorleesdagen

Aanvraagformulieren

Draaiboek: schrijver op bezoek > Html > Word2000

Fouad Laroui, dichter op de Poëziemarathon 2003 naar beginpagina naar overzicht 2003

biografie gedicht boekingen

Fouad Laroui werd in 1960 geboren in Oujda, Marokko. Hij bezocht een Franstalige middelbare school in Casablanca. Op zijn negentiende ging hij naar Frankrijk om verder te studeren. Hij studeerde af in wis- en natuurkunde en daarna in civiele engineering. Hij werkte een paar jaren als ingenieur in Marokko, maar vertrok opnieuw. Hij ging economie studeren en promoveerde in deze vak in Parijs. Hoewel hij vervolgens drie jaar in Engeland doorbracht (in Cambridge en York), voelde hij zich in Nederland het beste thuis. Hij vestigde zich definitief in Amsterdam en verwierf in 1995 de Nederlandse nationaliteit. Momenteel is hij directeur van een onderwijsprogramma bij de Vrije Universiteit.

Fouad Laroui tijdens de Poëziemarathon 2003 © Henk Veenstra, 2003

pagina 1 van 3Fouad Laroui, gast te Groningen 2003

29-9-2005http://www.poeziemarathon.nl/gast/laroui.html

Hij is de auteur van vier romans, twee bundels korte verhalen en een bundel gedichten. In 2001 verscheen tijdens de Boekenweek zijn eerste direct in het Nederlands geschreven publicatie, het humoristische essay Vreemdeling: aangenaam. Laroui ontving de prestigieuze Prix Albert-Camus voor zijn in 1996 verschenen debuutroman Les dents du topographe. Verbannen woorden is zijn debuut als dichter in het Nederlands taalgebied, deze bundel werd in 2002 genomineerd voor C.Buddinghprijs.

In het Nederlands verschenen:

Romans

Kijk uit voor parachutisten (Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1999) Judith en Jamal (Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2001) De tanden van de Topograaf (Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2002)

Poëzie

Verbannen Woorden (Uitgeverij Vassallucci, Amsterdam, 2002) Zie www.google.com voor meer over Fouad Laroui. terug naar boven

XXXII VRIJE WIL

Een man die wandelde in zijn hoofd en sliep in zijn hart werd op een dag veroordeeld omdat hij niets zei

Die gek beledigt God en de eeuwigheid! Men maakt zich meester van zijn verschijning een grot slokt hem op voor altijd

Ziedaar, heren, hoe je te ontdoen van de paradox

We hadden bijna getwijfeld © Fouad Laroui uit Verbannen Woorden, Uitgeverij Vassallucci, 2002 terug naar boven

BOEKINGEN EN CONTACT UITGEVERIJ

pagina 2 van 3Fouad Laroui, gast te Groningen 2003

29-9-2005http://www.poeziemarathon.nl/gast/laroui.html

Vassallucci Weesperstraat 49-51 1018 DN Amsterdam tel: 020-623.02.70 fax: 020-623.67.61 e-mail: [email protected]

BOEKINGEN

SSS Stichting Schrijvers School Samenleving Huddestraat 7 1018 HB Amsterdam telefoon: 020-623.49.23

© Poëziemarathon, 2002/2003

terug naar boven

pagina 3 van 3Fouad Laroui, gast te Groningen 2003

29-9-2005http://www.poeziemarathon.nl/gast/laroui.html

Kader Abdolah

Pseudoniem van: Hossein Sadgadi Ghaemuraghami Frahani Geboren: 1954 Debuut: De adelaars (1993, verhalen) Genres: Roman, kort verhaal, column Bijzonderheid: Politiek vluchteling uit Iran, woont sinds 1988 in Nederland Citaat: 'Ik verzet me met Nederlandse woorden tegen de Iraanse dictatuur. Ik schrijf de geschiedenis van een volk. Het is mijn manier van vechten. Ik probeer zo de doden weer tot leven te wekken, terug te pakken wat de dictatuur me heeft afgenomen.' (Trouw, 18-01-1996) Recent werk: De reis van de lege flessen (1997, roman), Mirza (1998, columns), Spijkerschrift (2000, roman)

Bibliografie

Op het nachtkastje

Schrijvers

© 2000 Het SchrijversNet foto © Chris van Houts

pagina 1 van 1SchrijversNet - Kader Abdolah

29-9-2005http://www.schrijversnet.nl/abdolah.htm

Kader Abdollah - Spijkerschrift Kader Abdolahs Spijkerschrift in klas en leeskring

Onder de auteurs van allochtone herkomst neemt Kader Abdolah een opvallende plaats in: hij is duidelijk de meest succesvolle. Op 24 januari werd hij op de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg onderscheiden met de E. du Perron-prijs. Zijn laatste roman, Spijkerschrift, stond lang in de boekentoptien. Reden voor een bespreking van dat boek, en het overige werk van Abdolah, die ooit omschreven werd als ‘de ideale asielzoeker’.

Spijkerschrift 'Nieuwe grond' Thema's Taal Politieke situatie Columns Nederlander

Kader Abdolah werd in 1954 geboren in Arak, in Perzië, of Iran. Zijn vader was een doofstomme tapijtknoper uit de streek Farahan. Een verre voorvader, ene Mirza Abolghasem Ghaemnaghem Farahani, die rond 1870 premier van het toenmalige Perzië was, was een beroemd dichter, die door de handlangers van de toenmalige sjah werd vermoord. Sindsdien is de familie ‘in de versukkeling’ geraakt. Maar de literatuur, het vertellen van verhalen zit de Perzen sowieso meer in het bloed als ons Nederlanders, en Kader trad al vroeg in de voetsporen van zijn beroemde voorvader. Hij schreef een aantal romans over de Hasanaks in Koerdistan, de mensen die door Khomeiny waren vermoord. Als student natuurkunde aan de Universiteit van Teheran raakte Kader Abdolah betrokken bij het linkse verzet tegen de sjah. Toen die door ayatollah Khomeiny verdreven werd, bleek de terreur gewoon door te gaan en werden de linkse studenten nog steeds opgejaagd en vervolgd. Abdolah moest uiteindelijk vluchten en kwam in 1988 min of meer toevallig in Nederland terecht. Hij debuteerde hier in 1993 met de verhalenbundel De adelaars, in 1995 gevolgd door De meisjes en de partizanen. In 1997 publiceerde hij zijn eerste roman De reis van de lege flessen. Zijn columns in de Volkskrant bundelde hij in 1998 onder de naam waarmee hij ze in de krant steeds ondertekent, Mirza. In 2000 verscheen zijn tweede roman, Spijkerschrift. ‘Kader Abdolah’ is overigens een pseudoniem, het is de naam van een omgekomen studievriend. Ook ‘Mirza’ is een pseudoniem. Het woord betekent: chroniqueur, en het was tevens de naam van zijn befaamde voorouder. Abdolahs echte naam is Hossein Sadjadi Ghaemnagham Farahani.

Spijkerschrift De roman Spijkerschrift bestaat uit drie delen; deel een en deel drie hebben beide de titel ‘Spelonk’, deel twee heet ‘Nieuwe grond’. Deel een begint met een in cursief gezet verhaal, afkomstig uit de Koran: een paar mannen die vanwege hun geloof achtervolgd worden, zoeken hun toevlucht in de grot Kahaf. Van vermoeidheid vallen ze in slaap. Als ze wakker worden, zien ze dat ze oud zijn geworden en hun baard is grijs en lang. Een van hen neemt een munt en gaat heimelijk naar de stad. Hij ziet dat alles veranderd is. Ze blijken driehonderd jaar te hebben geslapen. De bedoeling van dit verhaal op deze plaats in het boek wordt verderop helder. We maken we kennis met de alwetende verteller die Ismaiel bij ons introduceert, de zoon van de doofstomme Aga Akbar. De alwetende verteller zegt helaas niet in staat te zijn de notities van Aga Akbar te ontcijferen. Hij vertelt het levensverhaal van Aga tot op het moment dat Aga’s zoon Ismaiel oud genoeg is geworden om het vertellen van hem over te nemen, maar kondigt alvast zijn terugkeer aan op het einde van het verhaal. Daar zal hij noodgedwongen de vertellersrol weer over moeten nemen van Ismaiel. Deze ietwat ingewikkelde verhaalconstructie moet associaties opwekken met Max Havelaar, een boek dat Abdolah tijdens zijn studie Nederlands aan de Universiteit van Utrecht erg is gaan waarderen – en dat is in Spijkerschrift goed te merken! Aga is door een edelman verwekt bij een dienstmeisje. Zij weet van de vader gedaan te krijgen dat zijn zoon zijn naam mag dragen. Als Aga’s moeder sterft, neemt de dichter Kazem Gan de zoon onder zijn hoede en leert hem te ‘schrijven’ in een zelf ontworpen spijkerschrift, om zo zijn doofstom-zijn enigszins te kunnen compenseren. Aga heeft zo tenminste een uitlaatklep voor zijn moties. De politieke situatie, waar Aga overigens amper benul van heeft, wordt voor de lezer uiteengezet: de sjah, die in een heel hoog tempo zijn land wil verwestersen, wil moderniseren en dwingt zijn onderdanen tot allerlei ‘breuken’ met de traditie, de oude cultuur, wat heel wat verzet oproept. Hij laat door het hele land spoorwegen aanleggen. Aga krijgt daarmee te maken als de aanleg van die spoorweg problemen ondervindt bij de Saffraanberg, de heilige berg net buiten Aga’s dorp. Alle mannen uit het dorp worden ingezet om met de hand de spoorweg om te leiden om de Heilige

pagina 1 van 4

29-9-2005file://C:\DOCUME~1\RJ23B7~1.DEB\LOCALS~1\Temp\WLDY88E1.htm

Put heen, op de Saffraanberg, waarin naar verluidt Mahdi, de laatste heilige, de twaalfde opvolger van Mohammed, zichzelf heeft opgesloten. De werkers vallen bij bosjes neer onder de zwaarte van het werk, maar uiteindelijk wordt de klus geklaard. Kazem Gan regelt voor Aga een vrouw. Hij leert hem ook het tapijtreparatievak, een specialisme dat Aga verzekert van werk en respect, want het staat in hoog aanzien. Aga wordt zo een soort doofstomme kunstenaar op de vierkante centimeter. Het eerste deel van Spijkerschrift eindigt met de geboorte van Ismaiel, de eerstgeborene van Aga en zijn vrouw Tine, welke naam overigens bij de lezer associaties moet oproepen met Multatuli.

‘Nieuwe grond’ Deel twee, ‘Nieuwe grond’, begint met de beginpagina van Multatuli’s Max Havelaar. Ismaiel vergelijkt zijn eigen situatie met die van makelaar Droogstoppel, die ook geacht werd andermans verhaal te vertellen. Hij neemt de pen ter hand; hij heeft de aantekeningen van Aga toegestuurd gekregen en in zijn nieuwe vaderland, ver van huis probeert hij in de taal van dat nieuwe vaderland de ervaringen van Aga om te zetten in literatuur, duidelijk geïnspireerd door de schrijvers die hij in Nederland bij zijn studie Nederlands heeft leren kennen. Naast Multatuli worden P.N. van Eijck (‘De tuinman en de dood’), J.C. Bloem (‘In memoriam’) en Rutger Kopland geciteerd. Ismaiel vertelt over de verhuizing van het gezin. Aga heeft besloten om zijn kinderen de kans te geven in de grote stad fatsoenlijk onderwijs te volgen. Daar flaneren vader Aga en zoon Ismaiel als twee volwassen mannen. Aga heeft er een vrouw leren kennen en Ismaiel moet tussen hen in tolk spelen. De familie komt echter ingrijpen in deze opbloeiende, overspelige romance en het gezin verhuist opnieuw, ver van die fatale vrouw. De sjah wordt verdreven door Khomeiny. Deze komt om de bevrijding van de geestelijke onderdrukking symbolisch gestalte te geven, de door de sjah dichtgestorte Heilige Put weer openmaken. Aga en Ismaiel staan vooraan toe te kijken, en Ismaiel beseft dat er een nieuw tijdperk is aangebroken. Ismaiel is inmiddels als student bij het linkse verzet terechtgekomen, en realiseert zich al snel dat de ene onderdrukker gewoon is opgevolgd door de andere. Khomeiny opent namelijk al even fanatiek als de sjah destijds, de jacht op iedereen die maar enigszins afwijkt van zijn politieke koers. Ismaiel had zo graag van de vrijheid die leek te komen bij het vertrek van de sjah, willen profiteren door met zijn vader rond te gaan reizen door Perzië. Nu gaan ze samen nog wel de berg Damawand beklimmen. Dat lijkt voor Aga een eigenlijk veel te zware opgave, maar het is Ismaiel die door medebergbeklimmers naar beneden moet worden geholpen, terwijl Aga, moeiteloos de top bereikt en weer terugkeert. Ismaiel betrekt zonder veel overleg zijn familie bij zijn verzetswerk. Zijn zus wordt opgepakt, zijn ouders moeten een ontsnapte terroriste onderdak verlenen en lopen daarbij groot gevaar. Deel twee eindigt met de vlucht van Ismaiel, die door zijn vader de vluchtroute gewezen krijgt. In het derde deel wordt verteld hoe het de ouders en de zus van Ismaiel vergaat na zijn vlucht. Goudklokje, zijn zus weet uit de gevangenis te ontsnappen, maar waarheen ze vlucht, wordt niet duidelijk. Van haar wordt niets meer vernomen. Aga die haar achternagaat om haar te zoeken, komt om op de Saffraanberg. De slotpagina’s pakken het verhaal van het openingshoofdstuk weer op en maken de bedoeling duidelijk: de mannen, gevlucht voor de onderdrukking, wachten in de grot betere tijden af. Allah zal hen laten ontwaken als het zover is. Ooit zal er dat van komen…

Thema's Als je het werk van Abdolah overziet, vallen enkele thema’s op. Verhalen vertellen is een levensnoodzaak, zo lijkt het, en dan niet alleen voor de schrijver, die in een paar jaar de Nederlandse taal op een dusdanig hoog niveau heeft weten aan te leren dat aan de uitstekend leesbare romans en verhalen en columns amper nog te merken is dat we hier te maken hebben met een allochtoon. Ook in De reis van de lege flessen is de hoofdpersoon een verhalenverteller. Verbeelding heeft alleen maar een beginpunt nodig om op gang te komen. De vele lege flessen van de aardige maar ietwat asociale buurman van de verteller Bodfael, doen hem denken aan zijn oude Perzische grootvader, die lege flessen bewaarde als herinnering aan de feestelijke momenten waarop hij ze leeg had gedronken. Bodfael verzint hele verhalen rondom zijn buurman René. Op een aantal momenten in het werk van Asbdolah komt ook de angst naar voren om geen verhalen meer te kunnen verzinnen, de angst dat je geheugen je ineens in de steek laat. Gasem, een van de dorpsgenoten van de hoofdpersoon in Perzië, die meeslepend weet te vertellen, valt op een dag ineens stil, midden in een verhaal. Als hij beseft dat hij op een of andere manier zijn vermogen om verhalen te vertellen is verloren, verdrinkt hij zich. Verhalen vormen ook de verbinding tussen heden en verleden, en dat is belangrijk als heden en verleden niet meer blijken aan te sluiten op elkaar, bij een breuk met het verleden zoals Abdolah, en zijn verhaalfiguren die hebben meegemaakt. Een tweede steeds terugkerend thema is ‘alles verdwijnt’. Niet zo vreemd voor iemand die inderdaad alles heeft moeten achterlaten toen hij hals over kop moest vluchten. In een totaal andere wereld terechtkomen betekent dat je nieuwe samenhang moet zoeken. De verbeelding helpt om de gaten te vullen. Maar de heimwee blijft. Heimwee leidt tot verhalen over Perzië waarvan Abdolah zelf zegt dat het niet meer bestaat. Maar de warmte waarmee hij ‘zijn’ dorp beschrijft, en de mensen, en de bergen in de omgeving van zijn dorp, doet weldadig aan:

pagina 2 van 4

29-9-2005file://C:\DOCUME~1\RJ23B7~1.DEB\LOCALS~1\Temp\WLDY88E1.htm

‘Iran is het land van de sprookjes, van prachtige vrouwen, van hoogintellectuelen, van zon en zee. Het is het land van de wijn en de liefde, maar de wijn en de liefde zijn verboden. Het is het land van de poëzie maar als dichter mag je van het regiem niet alle woorden gebruiken. Je mag alleen over de dood schrijven, niet over het leven.’

‘Heimwee,’ stelt Abdolah, ‘is voor een balling gevaarlijk, maar voor mij als schrijver is het prachtig. Een balling raakt verlamd door het verlangen naar zijn geboorteland en kan niet functioneren in zijn nieuwe omgeving. Ik als schrijver fantaseer natuurlijk. Ik bouw mijn kasteel in de literatuur. Maar als je als gewone balling blijft piekeren over je verleden, verlies je je evenwicht. Daarom komen zoveel vluchtelingen bij de psychiater terecht. Als balling moet je een houvast hebben. Mijn houvast is de Nederlandse taal.’

Taal Taal overleeft alle regiems. Daarom heeft Abdolah meteen toen hij in Nederland terechtkwam, met veel doorzettingsvermogen zich de taal eigen gemaakt, onder andere door de boeken van Annie M.G.Schmidt te lezen. Zodra hij zich thuis begon te voelen in het Nederlands is hij Nederlandse taal- en letterkunde gaan studeren aan de Universiteit van Utrecht. Zijn ontdekking van Nederlandse dichters als J.J. Slauerhoff, Bloem en Kopland, maar ook van prozaschrijvers heeft geleid tot een verrassende mix in Spijkerschrift: niet alleen worden daar Perzische teksten geciteerd, maar we treffen ook dichtregels aan van een aantal Nederlandse dichters, en ook onze befaamde Hebban olla vogala-zin duikt op. Abdolah toont een zekere trots op het feit dat hij ook de Nederlandse literatuur probeert te integreren in zijn toch duidelijk Perzische geschiedenis:

‘Ik wil een eigen taal maken. Als een lezer mijn boeken openslaat, moet hij zeggen: “Maar dat is niet de wereld van de Nederlandse taal.” En dan “Maar het is wel Nederlands.”’

Abdolah leest elke morgen eerst oude Perzische gedichten, en daarna Middelnederlandse poëzie. ‘Er zijn veel overeenkomsten tussen die twee: korte, krachtige taal. Je kunt er geen woord uit weglaten, dan valt de zin.’ Abdolah citeert het hebban olla vogala en zet er een oud-Perzische dichtregel tegenover. Hij vertaalt: ‘“Hoe kan een berggeit rennen in het vlakke land?” Dat is mijn verhaal eigenlijk. Hoe kan een vluchteling een nieuw leven beginnen?’ De ontworteling wordt op allerlei momenten in het werk van Abdolah benadrukt. Zijn positie tussen twee culturen, de breuk met de oude en de moeilijke gewenning met de nieuwe.

Politieke situatie Over de politieke situatie in Iran schrijft Abdolah in zijn romans enigszins voorzichtig. Hij is er zich van bewust dat wat hij schrijft, ook in Iran gelezen wordt, waar zijn familie nog woont. In interviews is hij veel openlijker in zijn kritiek: ‘Iran leeft nog steeds onder een dictatuur.’

Verschillende vrienden en familieleden van Abdolah zijn geëxecuteerd. ‘Khatami probeert nu de emigranten terug te laten komen. Maar men verwacht van de ballingen dat ze zich als brave jongetjes gedragen en om en paspoort smeken, maar dat doe ik niet, dat zal ik nooit doen.’

‘Het religieuze staatssysteem in Iran is pas zo’n twintig jaar oud, en nog erg krachtig. Alle leiderfiguren daarbuiten zijn eerst door de sjah en vervolgens door Khomeiny uitgemoord. Er is dus geen alternatief. Wel beseffen de geestelijke leiders dat ze zich niet kunnen isoleren van de rest van de wereld; de economische situatie van Iran staat dat niet toe. En ze zijn ook realistisch genoeg om in te zien dat ze in het tijdperk van internet en satellietverbindingen niet apart kunnen blijven. Iran heeft een heel lange geschiedenis van geweld en het fundamentalistisch geloof van de huidige dictatuur komt uit een heel donker, vochtig plekje van het verleden. De geestelijke leiders kennen geen compromissen. Het zal eerder eeuwen dan jaren duren voordat Iran echt democratisch zal zijn.’

Columns Abdolah is door Max Pam in omschreven als ‘de ideale asielzoeker: intellectueel, tot assimilatie bereid, en ook nog succesvol in onze samenleving’. Dat maakt hem tot een interessant columnist. In de Volkskrant schrijft hij wekelijks een bijdrage. Zelf zegt hij daarover:

‘Ik wil de Nederlanders geen spiegel voorhouden, maar als zij zich in mijn columns terugvinden, dan is dat goed.’

Die columns zijn bijna altijd serieus, zonder prekerig te worden. Hij wil ‘slaan, waar het raakt’, maar meer dan ‘agressie’, valt ‘begrip’ op. Vanzelfsprekend reageert hij op alles wat er in Nederland gebeurt rondom asielzoekers, in politiek en in de media, maar ook de alledaagse opvallendheden in het leven van een allochtone Nederlander komen ter sprake: ‘hoe weet je in Nederland met zijn ellendige regenluchten hoe je je moet kleden als je gaat joggen? Dik

pagina 3 van 4

29-9-2005file://C:\DOCUME~1\RJ23B7~1.DEB\LOCALS~1\Temp\WLDY88E1.htm

ingepakt? Luchtig gekleed? Tussenin?’ Nooit weet Abdolah de goede keus te maken en dus loopt hij in het groepje van autochtone joggingpartners naar eigen zeggen altijd ‘voor paal’. Onze gewoonten blijken vaak geheel onbegrijpelijk voor een buitenstaander: dat ene koekje tegelijk, dat je mag pakken bij de koffie; niet elke keer zwaaien als je je buren ziet, onze onbegrijpelijke reacties op voetbal. En hij beschrijft hoezeer het ontbreken van muren in Nederland hem opviel:

‘Maar Nederlanders zijn niet zo open. Anders. Als er geen muren zijn en geen gordijnen, wordt de manier van leven vanzelf anders. Meisjes zie je haast nooit in mijn vaderland. Ze zitten altijd binnen. En van een vrouw is niets zichtbaar. Ja, de ogen, de wenkbrauwen. Je kijkt naar de ogen van een vrouw als door het luikje in een deur. Het luikje is het enige wat de mogelijkheid tot contact biedt. Als ik hier een vrouw op straat tegenkom, raak ik in de war. Ik weet niet waar ik moet kijken.’

In zijn columns neemt Abdolah het ook per definitie op voor de buitenstaanders, de mensen aan de rand van de samenleving, de zwervers, de alcoholisten. Bij de moord op Meindert Tjoelker denkt Abdolah aan de moordenaars:

‘De daders, vier normale Friese mannen, hadden het nooit gewild, er zelfs nooit over nagedacht dat ze wel eens iemand dood zouden kunnen schoppen. Ongelooflijke spijt. Een, of twee, van hen is getrouwd, en een is vader, de vader. Is het waar? Vreselijk. Ze kunnen het nooit meer goed maken. Soms zit dit vervloekte leven zo in elkaar.’

Nederlander Abdolah wil niemand veroordelen, omdat hij meent dat ‘het beest’ zich in ieder van ons kan roeren. Abdolah is zich nog steeds aan het ontwikkelen als auteur; zijn teksten hebben duidelijk meer ‘body’ gekregen in de loop van de jaren. Hij zegt hierover zelf:

‘Ik ben benieuwd wie ik uiteindelijk word. Ik hoef geen Nederlander te zijn. Ik wil wel de top bereiken van de Nederlandse literatuur!’

Joop Dirksen

© Joop Dirksen Dit artikel verscheen in het tijdschrift Tsjip/Letteren, een tijdschrift voor literaire en kunstzinnige vorming, jaargang 11, nr. 1, april 2001.

pagina 4 van 4

29-9-2005file://C:\DOCUME~1\RJ23B7~1.DEB\LOCALS~1\Temp\WLDY88E1.htm

Home

Actueel

Mars Zimbabwaanse vrouwen door Den Haag op Wereld Habitat Dag

Democratic Republic of Congo: Peace process at risk if political and military rivalries in North-Kivu province are not addressed

Ukraine: Decisive action against torture yet to be taken USA: Guantánamo hunger strikers critically ill Uzbekistan: Truth under siege

Loop mee met de vrouwen van Zimbabwe!

Op 3 oktober houdt Amnesty International samen met een Zimbabwaanse vrouwenorganisatie vanaf 9.00 uur een mars door Den Haag om te protesteren tegen het onderdrukkende regime van president Mugabe. Sinds mei houdt de regering van Zimbabwe de operatie ‘Herstel de orde’, waarbij zogenaamd illegale nederzettingen worden vernield. Naar schatting 700.000 mensen hebben inmiddels hun huis en winkeltjes verloren - vaak hun enige bron van inkomsten.

Lees verder

Asielzoekers niet terug naar Soedan

Uitgeprocedeerde asielzoekers uit Zuid-Soedan worden voorlopig niet uitgezet naar het noorden van hun land. Vorige maand stelde minister voor Vreemdelingenzaken Rita Verdonk (VVD) dat de situatie in het noorden veilig genoeg zou zijn en dat Zuid-Soedanezen daar naartoe kunnen. Mensenrechtenorganisaties waaronder Amnesty International benadrukten dat de situatie in het noorden van Soedan levensbedreigend is. Dat is in tegenstelling tot het landenbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waarop de minister haar besluit baseerde, dat het noorden van het Oost-Afrikaanse land veilig genoeg is. Lees de brief van Amnesty aan minister Verdonk

Amnesty International genomineerd voor de Transparant Prijs 2005

Samen met nog vijf andere organisaties, waaronder Warchild en KWF Kankerbestrijding , is Amnesty International genomineerd voor de Transparant Prijs 2005. De Transparant Prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de Nederlandse charitatieve instelling die het meest inzichtelijke en onderscheidende publieksverslag presenteert. De Transparant Prijs is een initiatief van PricewaterhouseCoopers en de Donateursvereniging Nederland en wordt op 11 oktober in Den Haag uitgereikt. Voor meer informatie zie; www.donateursvereniging.nl. Bekijk ook Amnesty's Jaarverslag 2004.

China komt naar Amsterdam!

29 september 2005

Over deze siteSite mapEnquête

SNELMENU

Voor ledenServicepagina

Amnesty Interactief

Campagne & schrijfacties

Campagne Stop Geweld tegen Vrouwen

Campagne Breng wapens onder controle

De actuele RSVP acties vindt u op de actie-overzichtspagina

Via de bliksemacties komt u razendsnel in

pagina 1 van 3Amnesty.nl - Home

29-9-2005http://www.amnesty.nl/

Enkele gedichten over Vrijheid Nationale herdenking 4 mei 2004

Scholiere Anke Kraster, 16 jaar - Verhalen

Oorlog en bevrijding

H.M. van Randwijk - Een volk dat voor tirannen zwicht.. - Celdroom (fragment)

Henriette Roland-Holst - De nieuwe Geboorte

Bevrijding van de mensheid

Helder Camara - Laten we met twee handen..

(fragment) Vrijheid in jezelf

J. Slauerhoff - Woningloze

Gautama Boeddha - Bevrijd je van jezelf

Winnend gedicht 2004 Gedicht 16-jarige scholiere gekozen voor Nationale Herdenking. Verhalen Doffe diamanten op de wang van de grijze nacht Zij weet de schaduwen van de donkere nacht Een blik van vroeger uit troebele ogen Het verhaal van de adelaar Het verhaal van het afscheid zonder afscheid Het verhaal over het niet meer zingen op straat De schaduwen van de donkere nacht Het verhaal over een afscheid dat nooit een afscheid is geweest. Altijd De stilte. Anke Kraster, 16 jaar, Oostwold, Groningen Anke Kraster (16) uit Oostwold heeft de dichtwedstrijd Dichter bij 4 mei gewonnen. Zij mag haar gedicht Verhalen voordragen tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei op de Dam te Amsterdam, in aanwezigheid van H.M. de Koningin, de minister-president, tal van andere autoriteiten en ruim 20.000 belangstellenden.

EEN VOLK DAT VOOR TIRANNEN ZWICHT… Allen, die hier tezamen zijn, de levenden, de doden, de handbreed, die ons scheidt, is klein, wij zijn tezaam ontboden voor het gericht… Gedenk de liefste, die hier ligt, de broeder, vrind of vader, maar gun Uw ogen wijder zicht, aanzie het land en alle mans tegader, hoor dit bericht: Wij staan tezaam voor het gericht voor goed of kwaad te kiezen, een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen: dan dooft het licht. H.M. van Randwijk 17 februari 1953 CELDROOM (fragment) Nog is het nacht en in mijn cel, tussen de vier bakstenen muren, twee stappen breed, vijf stappen lang, wacht ik de dag, tel ik de uren; links van mij stinkt de kiebelton, het raam is zwart, mijn makkers slapen… ‘- O God, de droom die hier begon, Gij hebt de macht het waar te maken…! De wereld wankelt voor uw ogen, Uw schepselen in bloed en slijk, vergeef ons het vermetel pogen rakelings langs Uw Koninkrijk een schone dwaze droom te spinnen, dit trots en overmoedig lied…’ - Vrijheid, gerechtigheid, o eindeloos beminnen, nog niet,… nog niet… nog niet… H.M. van Randwijk, 1943

De nieuwe Geboorte Sombere gedachten schiep een sombere tijd, het leven lag gelijk een schip in trage wateren, en een stem sprak dat de lage luchten alles omsloten voor altijd. Er was geen licht, er was geen: de handen verslapten, omdat zij van hoop leeg waren; denkers doken naar wrede trotse maren dat ze hun ziel behoedden voor verzanden. Dichters wendden zich af van de levens-sferen terugbegerend wat in eeuwen sliep, of sloten de ogen en verbleekten diep beproevende op hun eigen hart te teren. In zware tijd, die zo langzaam streek was het dat een moedeloze berusting groeide en opkwam mat geloof van de vermoeide wereld wier oude gang een eeuwige leek. Maar onderwijl werd in beneden-lagen ver van ’t mistroostig ras dat heerste op aard, en smart ontvangen, en in pijn gebaard de nieuwe kracht die ons omhoog zal dragen. Henriëtte Roland Holst, 1902

LATEN WE MET TWEE HANDEN (fragment) Laten we met twee handen de standaard van de bevrijding zwaaien. Bevrijding van egoïsme en van de gevolgen van egoïsme, bevrijding van de slavernijstructuren, bevrijding van de rassenwaan, bevrijding van oorlogen, bevrijding van armoede: de ergste en schijnheiligste, de wreedste oorlog die er is. Bevrijding van de halve oplossingen, van het reformisme en plat paternalisme, bevrijding van de angst en van de valse voorzichtigheid. [-] Sluiten we een vreedzaam strijdpakt voor gerechtigheid door liefde voor bevrijding, voor bevrijding, voor bevrijding. Helder Camara Brazilië Uit: Wereldwijd Brevier, 1983

WONINGLOZE Alleen in mijn gedichten kan ik wonen, nooit vond ik ergens anders onderdak; voor eigen haard gevoelde ik nooit een zwak, een tent werd door de stormwind meegenomen. Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. Zolang ik weet dat ik in de wildernis, in steppen, stad en woud dat onderkomen kan vinden, deert mij geen bekommernis. Het zal lang duren, maar de tijd zal komen dat vóór de nacht mij de oude kracht ontbreekt en tevergeefs om zachte woorden smeekt, waarmee ‘k weleer kon bouwen, en de aarde mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de plek waar mijn graf in ’t donker openbreekt. J. Slauwerhoff, 1934

BEVRIJD JE VAN JEZELF Bevrijd je van jezelf. Wordt je door een pijl getroffen dan vraag je niet waar ze vandaan kwam noch hoe ze eruit ziet. Je trekt ze uit. Er komt een tijd dat je oorzaak en gevolg wel zult kennen. Begin intussen toe te kijken hoe de wereld werkelijk is: leer door persoonlijke en onmiddellijke ervaring. Kreeft en berg, idee en tempel, alles gaat de gelijke weg van geboorte, groei, val, dood. Alleen het leven gaat verder als een stroom. Niemand heeft het leven in eigendom. De mens leert uit het lijden de oorzaak ervan te verkleinen en te verwijderen. Lijden is algemeen. Zijn oorzaak zijn verkeerde begeerten. Zijn genezing zijn louter je gedachten. Groei van begeert naar vrede. Dat is het pad van de mens. Het enige geloof dat verlangd wordt is het redelijke vertrouwen dat het onze inspanning waard is dat pad op te gaan. Gautama Boeddha India Uit: Wereldwijd Brevier, 1983