De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg...

45

Transcript of De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg...

Page 1: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

1Meyfroidt, G. (2017). Management van pijn, agitatie en delier: deel 1 Analgesie. BaNaBa intensieve zorgen en spoedgevallenzorg. Intensieve geneeskunde UZLeuven. Leuven, België. 2Faust, A., Rajan, P., Sheperd, L., Alvarez, C., McCorstin, P., & Doebele, R. (2016). Impact of an Analgesia-Based Sedation Protocol on Mechanically Ventilated Patients in a Medical Intensive Care Unit. Society for Critical Care Anesthesiologists, Vol. 123 (N°4), 903- 909.3Gélinas, C. (2010). Nurses’ Evaluations of the Feasibility and the Clinical Utility of the Critical-Care Pain Observation Tool. Pain Management Nursing, Vol. 11 (N°2), 115-125.44Wiatrowski, R., Norton, C., & Giffen, D. (2016). Analgosedation: Improving Patient Outcomes in ICU Sedation and Pain Management. Pain Management Nursing, vol 17, (N°3), 204-217.5Barr, J., Fraser, G., Puntillo, K., Ely, W., Gélinas, C., & Dasta, J., … Jaeschke, R. (2013). Clinical Practice Guidelines for the Management of Pain, Agitation, and Delirium in Adult Patients in the Intensive Care Unit. Criticial Care Medicine, Vol. 41, (N°1), 263-306.66Liu, D., Lyu, J., Zhao, H., & Youzhong, A. (2017). The influence of analgesic-based sedation protocols on delirium and outcomes in critically ill patients: A randomized controlled trial. Department of Critical Care, Peking University People’s Hospital. Beijing, China.

Minder risico op delier

Korter verblijf op de ICU

Snellere en eenvoudigere weaning

Minder lange ventilatieduur

Gedaalde nood aan sedatie en analgetica

Voordelen

Door het onderschat probleem van pijn en te veel gebruik van analgetica en

sedativa producten werd het onderzocht in de literatuur en heeft het geleid

tot de uitwerking van een analgosedatie-protocol. Het blijkt wel degelijk po-

sitieve voordelen te bieden. In de toekomst moet er zeker nog meer onder-

zoek gedaan worden naar de implementatie van een analgosedatie-proto-

col, maar deze eerste bevindingen wijzen zeker al in de goede richting

Conclusie

We hebben zelf een analgosedatie-protocol ontworpen dat je kan raadple-

gen om het analgetica- en sedatiebeleid te beheren bij jou patiënt. Je kan

deze terug vinden onder de QR-code. De literatuur beveelt propofol en dex-

medetomidine aan boven benzodiazepines omdat deze zorgen voor minder

accumulatie en bovendien is de kans op delier minder4. Remifentanyl biedt

omwille van zijn snelle werking en korte halfwaardetijd een voordeel ten op-

zichte van andere analgetica, het zou ook de kans op delier verminderen

Hoe een analgosedatie-protocol gebruiken

Pijn is een veel voorkomend probleem bij kritiek zieke patiënten op de ICU en wordt vaak onderschat en/of onderbehan-

deld1. Uit onderzoek2 blijkt dat 77% van de patiënten matige tot ernstige pijn rapporteerde tijdens hun verblijf. Pijn leidt tot

slaapgebrek, agitatie en angst waardoor het een negatieve impact heeft op de duur van de mechanische ventilatie1. 40%

van de patiënten op de ICU blijken te diep gesedeerd te zijn3.

Probleem op de ICU

Een analgosedatie-protocol heeft als doel de verpleegkundigen op de intensieve zorgafdelingen te helpen om pijn beter te

kunnen inschatten en beheersen bij patiënten die mechanisch geventileerd worden, ook streeft het protocol naar lichtere

sedatielevels.

Doel van een analgosedatie-protocol

De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU

Michelle Raddoux & Giel Claes

Page 2: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

Academiejaar 2017-2018

Specialisatieproef De implementatie van een

analgosedatie-protocol op de ICU

Bachelor Na Bachelor in de Intensieve

Zorgen en Spoedgevallenzorg

Departement Gezondheid en Welzijn

Studenten:

Michelle Raddoux en Giel Claes

Promotor: An Kenis

Inhoudsdeskundige: Helene Weckx

Page 3: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

1

Abstract

Probleemstelling:

Pijn is een veel voorkomend en miskend probleem bij kritiek zieke patiënten (Meyfroidt,

2017). Uit het onderzoek van Faust, et al. (2016) blijkt dat 77% van de patiënten matige

tot ernstige pijn rapporteren tijdens hun verblijf op de intensieve zorgafdeling. Pijn heeft

aanzienlijk veel nadelen die het genezingsproces van de patiënt vertragen. Pijn leidt tot

slaapgebrek, agitatie en angst waardoor de kans op een mogelijk delier vergroot

(Meyfroidt, 2017).

Pijn moet bij elke kritiek zieke patiënt behandeld worden. Analgesie en sedatie zijn

onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar het is niet nodig om elke beademende patiënt

die mechanisch geventileerd wordt te sederen. Daarenboven hebben de meest sterke

analgetica al een sederende werking, maar een sedativum heeft daarentegen geen

analgetische werking (Meyfroidt, 2017). Toch wordt er op intensieve zorgafdelingen door

de verpleegkundigen te snel en teveel sedatie gegeven bij mechanisch geventileerde

patiënten in plaats van de schalen voor pijn en agitatie eerst te beoordelen.

Doelstellingen:

Omdat pijn op de ICU een belangrijk miskend probleem vormt, is het doel van deze

literatuurstudie om te kijken of de implementatie van een analgosedatie-protocol leidt tot

een minder lange ventilatieduur bij mechanisch geventileerde patiënten op de ICU.

Methode:

Om de literatuurstudie goed te kunnen onderbouwen, werden er in verschillende

databases gezocht naar relevante artikels, namelijk in “Medline”, “Limo”, “Cochrane” en

“Tripmed”. Om de validiteit van de literatuurstudie te verzekeren werden er enkel artikels

van maximum 5 of 10 jaar geïncludeerd in de studie. Op basis van de titel en de abstract

werden 37 artikels opgenomen en na grondig doornemen van het volledig artikel werden

er 12 artikels weerhouden om aan de slag te gaan met de literatuurstudie.

Resultaten:

Het gebruik van een analgosedatie-protocol leidt tot een gedaalde nood aan sedativa en

analgetica. Doordat er minder gebruik wordt gemaakt van benzodiazepines is er ook

minder kans op delirium (Barr, et.al., 2013), ook leidt het gebruik van remifentanyl

volgens Lui, et al. (2017) tot een daling in het voorkomen van delirium. Daarnaast is er

een minder lange mechanische ventilatieduur waardoor ook de verblijfsduur op

intensieve zorgafdelingen afneemt (Bugedo, 2013).

Een analgosedatie-protocol verminderd het risico op post-traumatisch stress syndroom

niet (Bugedo, et al., 2013). Daarnaast zouden patiënten die behandeld worden met een

analgosedatie-protocol eenvoudiger en sneller geweaned kunnen worden

(Devabhakthuni, et.al., 2012). Ondanks de hogere kosten van sommige analgetica zoals

remifentanyl tegenover de kosten van sedativa die gebruikt worden in een analgosedatie-

protocol zou het gebruik van een analgosedatie-protocol niet meer of zelfs minder kosten

voor de ICU. Dit komt omdat deze patiënten een minder lange ventilatieduur hebben en

een minder lang verblijf op de ICU (Devabhakthuni, et al., 2012).

Page 4: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

2

Een onderzoek uit de guidelines van Barr, et al. (2013) toont geen verhoogd aantal

auto-extubaties of ventilator associated pneumonia’s (VAP) na implementatie van een

analgosedatie-protocol.

De Behavioral Pain Scale (BPS) en de Critical care Pain Observation Tool (CPOT) zijn

gevalideerde en betrouwbare schalen voor de monitoring van pijn in zowel medische-, als

chirurgische ICU’s (Barr, et al., 2013).

De Richmond Agitation-Sedation Scale (RASS) en de Sedation-Agitation Scale (SAS) zijn

gevalideerde en betrouwbare instrumenten voor het meten van de kwaliteit en diepte

van sedatie bij patiënten op een ICU (Barr, et al., 2013).

Volgens het onderzoek van Devabhakthuni, et al. (2012) leidt het gebruik van

remifentanyl in vergelijking met fentanyl of morfine tot minder nood aan sedativa,

optimalere sedatie, kortere ventilatieduur en ICU verblijf.

Ook in het onderzoek van Barr, et al. (2013) wordt het gebruik van non-benzodiazepines

zoals propofol of dexmedetomidine aangeraden boven het gebruik van benzodiazepines.

Zowel de dagelijkse interruptie van sedatie als het verpleegkundig gedreven

analgosedatie-protocol leidt tot een gedaalde nood aan sedatie en een verminderde

ventilatieduur in vergelijking met geen protocol (Wiatrowski, et al., 2017).

Conclusie:

De literatuur toont aan dat patiënten die behandeld worden volgens een analgosedatie-

protocol minder nood aan sedatie hebben en hierdoor vele voordelen biedt, zoals kortere

ventilatieduur, minder lange verblijfsduur en snellere weaning. Dit protocol is een goede

methode om adequate pijn te managen (Wiatrowski, et al., 2017).

In de toekomst moet er zeker nog meer onderzoek gedaan worden naar de

implementatie van een analgosedatie-protocol, maar deze eerste bevindingen wijzen

zeker al in de goede richting (Liu, et al., 2017).

Page 5: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

3

Voorwoord

Wij, studenten BanaBa Intensieve zorg en spoedgevallenzorg aan de University College

Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef

een literatuurstudie naar de implementatie van een analgosedatie-protocol op de

intensieve zorgafdelingen. Pijn is een veel voorkomend probleem bij kritiek zieke

patiënten. Wij als studenten hebben gedurende onze stages ondervonden dat pijn vaak

onder erkend wordt en dat verpleegkundigen meer neigen om sedatie te geven wanneer

de patiënt onrustig of geagiteerd is. We hebben in de praktijk niet vaak gezien dat ze bij

het vermoeden van pijn de pijnschalen afnemen om dan vervolgens pijnmedicatie te

geven. Daarom wilden wij onderzoeken of een analgosedatie-protocol zou kunnen leiden

tot betere uitkomsten voor de patiënten.

Het resultaat van onze studie heeft geleid tot het ontwikkelen van een poster en een

persoonlijke flowchart die in de praktijk een houvast kan geven voor de

verpleegkundigen op intensieve zorgen.

Graag maken wij gebruik van dit voorwoord om enkele mensen te bedanken die

gedurende het volledige academiejaar klaar stonden om ons te helpen en te steunen in

dit hele traject.

Vooreerst willen wij graag onze promotor An Kenis en onze inhoudsdeskundige Helene

Weckx bedanken.

Verder willen wij Cedric Raddoux bedanken voor de hulp bij het vormgeven van onze

poster.

Leuven, mei 2017

Michelle Raddoux en Giel Claes

Page 6: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

4

Inhoudsopgave

1. Inleiding ......................................................................................................... 5

2. Probleemstelling – Doelstelling .......................................................................... 6

2.1 Methodologie ............................................................................................ 6

2.1.1 Zoekstrategie ..................................................................................... 6

2.1.2 Limieten en evaluatie ........................................................................... 6

3. Meetinstrumenten ........................................................................................... 7

4. Resultaten .....................................................................................................12

4.1 Het doel van een analgosedatie-protocol .....................................................12

4.2 Uitkomsten analgosedatie-protocol .............................................................12

4.2.1 Ventilatieduur van de patiënt ...............................................................13

4.2.2 Risico op delier ..................................................................................14

4.2.3 Risico op post-traumatisch stress syndroom ..........................................15

4.2.4 Financiële kosten ...............................................................................15

4.2.5 Comfort van de patiënt .......................................................................15

4.2.6 Weaning van de patiënt ......................................................................16

4.3 Schalen voor het meten van pijn, agitatie en sedatie ....................................16

4.4 Analgetica en sedativa ..............................................................................16

4.5 Dagelijkse interruptie van sedatie ...............................................................18

5. Discussie .......................................................................................................19

6. Weerspiegeling naar praktijk ............................................................................21

7. Conclusie .......................................................................................................22

8. Flowchart ......................................................................................................23

9. Literatuurlijst .................................................................................................25

Bijlage 1 ..............................................................................................................26

Page 7: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

5

Pijn is een veel voorkomend probleem bij kritiek zieke patiënten en wordt vaak

onderschat en/of onderbehandeld (Wiatrowski, et al., 2016). Wat is pijn? Volgens de

International Association for the study of Pain (2007) is pijn een onaangename

sensorische of emotionele gewaarwording geassocieerd met actuele of potentiële

weefselschade, of beschreven in termen van dergelijke schade. Pijn leidt tot slaapgebrek,

agitatie en angst waardoor de kans op een mogelijk delier vergroot. Daarnaast gaan

patiënten met pijn onvoldoende doorademen en kunnen ze minder goed secreties

ophoesten. Hierdoor ontstaat atelectase en hypoxie met een verhoogde kans op een

pneumonie en een verlengd weaningsproces. Daarnaast triggert pijn een stress respons

met zowel een neuro-endocrine activatie als sympathische activatie met als gevolg

immuun dysfunctie, hypercoagulatie, vochtretentie, posttraumatisch stresssyndroom

enzovoort (Meyfroidt, 2017).

Analgetica en sedativa zijn noodzakelijke geneesmiddelen voor kritiek zieke patiënten die

mechanisch geventileerd moeten worden omdat enerzijds de endotracheale

tube/tracheacanule en anderzijds de mechanische ventilatie leidt tot een verhoogd

discomfort (Devabhakthuni, et al., 2012). Ook wordt mechanische ventilatie geassocieerd

met pijn, agitatie en delirium (Dale, et al., 2013). Aansluitend ondergaat de patiënt op de

ICU verschillende handelingen zoals hygiënische zorgen, wondzorgen, mondtoilet,

endotracheale suctie enzovoort, die ook pijn kunnen veroorzaken (Meyfroidt, 2017).

Uit het onderzoek van Faust, et al., (2016) blijkt dat 77% van de patiënten matige tot

ernstige pijn rapporteert tijdens hun verblijf op de ICU. Omwille van het hoge percentage

en voorgaande gevolgen van mechanische ventilatie is het daarom belangrijk om pijn bij

deze patiënten tijdig te herkennen. Door het toepassen van de erkende

meetinstrumenten en deze uitkomsten te rapporteren en ernaar te handelen.

In het voorwoord wordt het miskende probleem van pijn aangehaald, ook in onderzoek

zien we dat 40% van de patiënten op de ICU teveel sedatie krijgen. Hierdoor is de

ademhalingsprikkel verminderd, is er een verhoogd risico op infectie wat zorgt voor een

verlengde mechanische beademing, wat resulteert in een langere ziekenhuisopname

(Wiatrowski, et al., 2016). Uit meerdere studies blijkt dat het gebruik van protocollen,

het gebruik van meetinstrumenten en dagelijkse onderbreking van de sedativa zou leiden

tot een verminderde ventilatieduur en korter verblijf op de ICU (Bugedo, et al., 2013).

De laatste jaren is de strategie gewijzigd, namelijk om een patiënt op intensieve zorgen

niet meer zo diep te sederen, maar eerder tot het minimum te beperken voor zover het

comfort van de patiënt het toelaat. Dit was een van de aanleidingen om over te gaan tot

een analgosedatie-protocol, waarbij analgetica meer op de voorgrond komen te staan en

sedativa meer op de achtergrond om juist de bijwerkingen van sedatie te verminderen en

pijnbeheersing te verbeteren (Wiatrowski, et al., 2016). Uit deze problematiek en onze

ondervindingen op stage is onze onderzoeksvraag tot stand gekomen. Deze gaat als

volgt: ‘Leidt het gebruik van een analgosedatie-protocol tot een minder lange

ventilatieduur bij mechanisch geventileerde patiënten op de ICU?’.

1. Inleiding

Page 8: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

6

2.1 Methodologie

Leidt het gebruik van een analgosedatie-protocol tot een minder lange ventilatieduur bij

mechanisch geventileerde patiënten op de ICU?

P: mechanisch geventileerde patiënten op de ICU

I: analgosedatie-protocol

C: geen protocol

O: aantal ventilatiedagen

Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden, zijn we op zoek gaan in de literatuur.

Hierbij werd dus een literatuurstudie uitgewerkt. Het werd al snel duidelijk dat er heel

veel onderzoek gedaan is naar dit onderwerp en dat het een ‘hot topic’ is.

2.1.1 Zoekstrategie

Er werd in verschillende databases gezocht naar wetenschappelijke literatuur door

ongelimiteerde toegang. De databases die gebruikt werden waren: “Medline” (via

Pubmed), “Limo”, “Cochrane” & “TripDatabase”. Bij de database “Medline” werd er ook

gezocht op basis van “MeSH-termen”, “TripDatabase” werd tweeledig gebruikt via “plain

language search” en via PICO-search.

Om het onderzoek goed te kunnen afbakenen hebben we gebruik gemaakt van volgende

zoektermen: ‘mechanically ventilated patients’, ‘critically ill patients’, ‘analgosedation

protocol’, , ‘analgo-based sedation protocol’, ‘protocol for management pain‘. De

gebruikte MeSH-termen bij deze primaire zoekopdracht waren: “Analgesia”[Mesh]

“Sedation”[Mesh], “Respiration, Artificial”[Mesh].

Om de literatuurstudie te onderbouwen met recente wetenschappelijke artikels werd er

gebruik gemaakt van een limiet: namelijk maximum 5 tot 10 jaar. Enkel artikels in het

Engels werden geïncludeerd in de literatuurstudie. Op basis van de titel en de abstract

werden 37 artikels opgenomen en na grondig doornemen van het volledig artikel werden

er 12 artikels weerhouden om aan de slag te gaan met de literatuurstudie. De resterende

12 artikels kan je terugvinden in de literatuurtabel in bijlage 1.

Ook werd gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode om dieper op zoek te gaan naar

gerelateerde artikels die passen bij de opgestelde onderzoeksvraag.

Via voorgaande zoekstrategieën werden er op basis van de titel en het gehele artikel 12

artikels weerhouden in deze literatuurstudie die voldeden aan de inclusiecriteria. De

artikels kunnen teruggevonden worden in de bijbehorende literatuurtabel bijlage 1.

2.1.2 Limieten en evaluatie

Doordat voorgaande limieten werden ingesteld, kan het zijn dat er relevante bevindingen

uit oudere artikels die ouder zijn dan 10 jaar niet werden opgenomen in de

literatuurstudie. Er werd enkel gezocht op deze vier databases, hierdoor kan het ook zijn

dat relevante artikels niet werden gevonden.

2. Probleemstelling – Doelstelling

Page 9: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

7

Pijn is een subjectieve beleving van de patiënt, waarbij zelfrapportering de beste

maatstaf is. Op de intensieve zorgenafdeling liggen vaak patiënten die kritiek ziek zijn en

mechanische ventilatie nodig hebben, waardoor deze maatstaf dus wegvalt (Meyfroidt,

2017). Pijn wordt gescoord aan de hand van de visuele analoge schaal (VAS), waarbij de

patiënt een meetlat voorgelegd krijgt zonder numerieke gegevens. Ze moeten aanduiden

hoeveel de pijn bedraagt waarbij het begin van de meetlat geen pijn is en het einde de

meest ondragelijke pijn. Deze schaal wordt in de praktijk nog maar weinig gebruikt en

kan bij deze patiënten vaak niet gebruikt worden omdat ze een verminderd zicht hebben,

geïmmobiliseerd zijn of krachtverlies hebben. De numerieke rating schaal (NRS) is een

schaal waarbij de patiënt een getal van 0 tot 10 moet zeggen die de pijn op dat moment

weerspiegelt. Deze schaal vormt vaak geen optie op intensieve zorgen omdat de

patiënten mechanisch geventileerd worden en hierbij dus geïntubeerd, gesedeerd en

gecurariseerd zijn. (Mansouri, et al., 2013)

Daarnaast kan pijn geëvalueerd worden door te kijken naar de objectieve parameters en

tendens van deze waarden. Objectieve parameters zijn onder meer: hartslag, bloeddruk,

ademhalingsfrequentie, gelaatsuitdrukking enz., maar deze zijn niet specifiek genoeg als

parameter en worden beïnvloed door andere factoren zoals: stress, pijn, nood aan

inotropie, agitatie. Deze parameters zijn dus niet geschikt om pijn te evalueren, maar

kunnen wel gebruikt worden als aanwijzing van pijn (Meyfroidt, 2017).

Bevraging, VAS en de objectieve parameters zijn dus niet mogelijk. Hoe kunnen we pijn

dan wel evalueren? Op intensieve zorgen afdelingen worden voor het meten van de pijn

vooral de Critical care Pain Observation Tool (CPOT) en de Behavioral Pain Scale (BPS)

gebruikt. Volgens het onderzoek van Chookalayia, et al., (2017) zijn deze schalen een

betrouwbaar hulpmiddel om pijn te evalueren bij kritiek zieke mechanisch geventileerde

patiënten. Deze schalen kunnen echter niet gebruikt worden bij geagiteerde patiënten.

De CPOT is een pijnschaal die gebaseerd is op gedrag en fysiologische veranderingen.

Specifiek zijn het volgende items die beoordeeld worden: gezichtsuitdrukkingen,

lichaamsbewegingen, spierspanning en compliantie met ventilator.

Gezichtsuitdrukkingen Gerelaxeerd 0

Gespannen 1

Grimassen 2

Lichaamsbewegingen Geen bewegingen 0

Bescherming 1

Rusteloosheid 2

3. Meetinstrumenten

Page 10: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

8

Spierspanning Gerelaxeerd 0

Gespannen 1

Rigide 2

Compliantie met ventilator Mechanische ventilatie wordt

getolereerd

0

Patiënt hoest, maar verdraagt

ventilator

1

Patiënt vecht tegen de

ventilator

2

(Gelinas, et al., 2006).

Hierboven wordt de schaal visueel voorgesteld. Een score van >2 wijst erop dat de

patiënt mogelijks onaanvaardbare pijn heeft die behandeld moet worden. Indien de

patiënt <2 heeft betekent het dat de patiënt comfortabel is met huidige therapie en kan

de pijnmedicatie eventueel worden afgebouwd (Gélinas, et al., 2006).

Een verpleegkundige aandachtspunt bij het afnemen van deze schaal is dat de schaal

niet mag afgenomen worden tijdens of net na pijnlijke procedures zoals: herkleven van

de ETT, mondtoilet en endotracheale suctie omdat deze aspecten een invloed kunnen

hebben op de score wat dus resulteert in een foutieve uitkomst. Een ander

aandachtspunt is dat deze schaal niet afgenomen mag worden bij geagiteerde patiënten

zoals eerder vermeld (Meyfroid, 2017).

Een tweede schaal voor pijn te kunnen meten bij geïntubeerde mechanisch geventileerde

patiënten is de BPS. Deze schaal gaat kijken naar drie gelijkaardige items van de CPOT

schaal.

Gezichtsuitdrukkingen Gerelaxeerd 1

Half opgespannen (vb.

fronzen)

2

Volledig opgespannen (vb.

Ogen toeknijpen)

3

Grimassen 4

Page 11: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

9

Armbewegingen Geen bewegingen 1

Gedeeltelijke flexie 2

Volledige flexie 3

Constante flexie 4

Compliantie met de ventilator Mechanische ventilatie wordt

getolereerd

1

Patiënt hoest, maar verdraagt

ventilator

2

Patiënt vecht tegen ventilator 3

Onmogelijk tot mechanische

ventilatie

4

(Gelinas, et al., 2006).

Deze voorgaande schalen lijken sterk op elkaar omdat ze bijna dezelfde items bevatten,

Uit het onderzoek van Severgnini, et al., (2016) blijkt ook dat de BPS net zoals de CPOT

toepasbaar en betrouwbaar is om pijn te beoordelen. Er wordt in het onderzoek gezegd

dat deze beide schalen best in combinatie worden gebruikt bij het evalueren van pijn

omdat er toch een verschil blijkt te zijn in sensitiviteit tussen de schalen.

Hieronder wordt beschreven hoe de scores van de BPS schaal geïnterpreteerd kunnen

worden:

Een score van ≤3 wijst op geen pijn;

Een score tussen 4 en 5 wijst op een indicatie tot milde pijn;

Een score tussen 6 en 11 wijst op een indicatie van onacceptabele pijn;

Een score van ≥12 wijst op maximale pijn.

(Gélinas, et al., 2006)

Een derde schaal die regelmatig gebruikt wordt is de Richmond Agitation Sedation Scale

(RASS). Dit meetinstrument gebruikt men om de mate van sedatie of agitatie te meten

met de bedoeling de sedatiediepte te bepalen. De schaal is gebaseerd op observatie,

verbale- en fysieke stimulus (Yousefi, et al., 2015).

Page 12: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

10

Observatie

Alert en kalm 0

Onrustig 1

Geagiteerd 2

Erg geagiteerd 3

Strijdlustig 4

Verbale stimulus

Slaperig -1

Lichte sedatie -2

Matige sedatie -3

Fysieke stimulus

Diepe sedatie -4

Niet wekbaar -5

(Gélinas, et al., 2006).

Bij een score van -3 of minder moet de sedatie worden verminderd want er wordt

gestreefd naar een waarde tussen -2 en 0. Patiënten met een RASS score tussen 2 en 4

zijn niet genoeg gesedeerd en hierbij moet de CPOT schaal worden afgenomen om na te

gaan of de patiënt pijn heeft. Verder moet de patiënt ook getest worden op angst en

delirium. Wanneer deze patiënt dus deze score heeft (2-4) moet de onderliggende

oorzaak van de agitatie onderzocht worden en adequaat behandeld worden om zo een

RASS te bekomen tussen -2 en 0 (Gélinas, et al., 2006).

Volgens Gélinas (2010) steunt meer dan 90% van de verpleegkundigen de richtlijnen

voor het gebruik van de CPOT schaal om pijn af te meten bij beademende patiënten. Ze

vonden de schaal duidelijk en gemakkelijk bruikbaar in de praktijk. Iets meer dan 70%

van de verpleegkundigen vond de CPOT nuttig en bevolen het aan om te gebruiken in de

praktijk. Ze vonden dat de schaal een gemeenschappelijke taal en een

gestandaardiseerde manier vormt om pijn te beoordelen bij de patiënten. Zes

verpleegkundigen vonden dat ze voor het invoeren van de schaal al gevoelig waren voor

non-verbale signalen van pijn. Vier verpleegkundigen vonden dat de schaal nog

verbeterd kon worden door de lengte en complexiteit van de schaal te verminderen.

Over het algemeen kunnen we concluderen uit deze beschrijvende studie dat de CPOT

schaal een haalbare en bruikbare schaal is die door de verpleegkundigen positief

Page 13: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

11

geëvalueerd werd. Het is een geldige gedragsmatige pijnschaal die door experts in

recente klinische beoordelingen is gesuggereerd tot goede pijnindicator. Maar er zijn een

aantal beperkingen. De schaal houdt namelijk geen rekening met metingen van gedrag-

en fysiologische indicatoren. De uitkomst is enkel gebaseerd op het oordeel van de

verpleegkundigen en de lengte van het hulpmiddel beperkt de uitvoerbaarheid en

klinische bruikbaarheid. Verder onderzoek is nodig.

Uit onze ervaringen op stage hebben wij als studenten verpleegkunde ondervonden dat

er geen duidelijk analgosedatie-protocol bestaat. Tijdens het validatiemoment gaan

verpleegkundigen al dan niet gebruik maken van de CPOT of de RASS schaal, maar gaan

verder weinig initiatief nemen omtrent de resultaten. Wanneer de verpleegkundigen

buiten het validatiemoment opmerken dat de patiënt oncomfortabel is gaan ze sedatie of

analgetica verhogen, maar niet opnieuw de CPOT of RASS schaal erbij nemen om

eventuele veranderingen te beoordelen. In België moet er een duidelijk protocol komen

waarin wordt gezegd welke acties er moeten ondernomen worden bij een bepaalde score

van de CPOT of de RASS schaal zodat er kan worden gestreefd naar een beter

pijnmanagement en een lager sedatieniveau. Daarom vinden wij dat er een verbeterd

protocol zou moeten komen dat duidelijk aangeeft welke acties verpleegkundigen kunnen

stellen bij een bepaalde uitkomst, waarin ze zelfstandig kunnen handelen en niet continu

het advies moeten gaan vragen bij de artsen.

Page 14: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

12

4.1 Het doel van een analgosedatie-protocol

Uit de resultaten van volgend onderzoek (Wiatrowski, et al., 2016) is gebleken dat

verpleegkundigen regelmatig mechanische ventilatie en sedativa hand in hand gaan

geven en zo dus te snel en/of te veel sedatie geven. Hiermee wordt bedoeld dat als de

patiënt de mechanische ventilatie niet goed verdraagt en oncomfortabel lijkt,

verpleegkundigen geneigd zijn om een bolus sedatie te geven of de hoeveelheid aan

sedativa te verhogen in plaats van het analgosedatie-protocol te raadplegen. Volgens

Guillermo et al., (2013) zorgt diepe sedatie ervoor dat patiënten langer mechanische

ventilatie nodig hebben en hierdoor dus langer gehospitaliseerd moeten worden. De

laatste jaren is er meer duidelijkheid gevormd over de nadelige effecten van diepe

sedatie op intensieve zorgenafdelingen, waardoor het geleid heeft tot nieuwe inzichten en

strategieën. Het is daarom ook belangrijk dat de verpleegkundigen van denkwijze gaan

veranderen om zo het analgosedatie-protocol goed te kunnen impliceren.

Door de bovenstaande redenen is het analgosedatie-protocol ontstaan met als

voornaamste reden, streven naar een lichtere sedatiediepte (Faust, et al., 2016).

Anderzijds heeft het protocol als doel om pijn op te sporen bij patiënten om zo een beter

pijnmanagement te bekomen. Een beter pijnmanagement heeft ook enkele voordelen:

verminderde duur van mechanische ventilatie, kortere verblijfsduur en lager risico op

infectie (Wiatrowski, et al., 2016).

Analgetica worden steeds op de voorgrond geplaatst en sedatie op de achtergrond om zo

juist te kunnen streven naar een beter pijnmanagement om pijn goed te kunnen

beheersen en de hoeveelheid aan sedativa te verminderen, om zo de bijwerkingen van

sedatie tot het minimum te beperken (Wiatrowski, et al., 2016).

De richtlijnen van Barr, et al. (2013) raden ook aan om eerst analgesie te geven en

nadien pas sedatie. Zoals beschreven in een analgosedatie-protocol bij mechanisch

geventileerd patiënten in de ICU voor de behandeling van pijn, agitatie en delirium om zo

de uitkomsten van de patiënten te verbeteren. Dit protocol moet door een

interdisciplinair ICU team geleid worden, maar vooraleer het protocol te implementeren

moet het eerst geëduceerd worden aan het personeel, gedigitaliseerd alsook

geïmplementeerd worden in de checklists van de ICU om zo het gebruik te

vergemakkelijken (

Barr, et al., 2013).

4.2 Uitkomsten analgosedatie-protocol

Het gebruik van een analgosedatie-protocol leidt tot een gedaalde nood aan sedativa en

analgetica. Dit biedt meerdere voordelen zoals bijvoorbeeld minder lange nood aan

ventilatie met verkort verblijf op ICU, minder risico op delier, betere kwaliteit van leven,

enzovoort (Barr, et al. 2013). In het analgosedatie-protocol wordt ook duidelijk gemaakt

dat agitatie bij patiënten vaak een teken is van pijn of discomfort waarbij de schalen

beschreven staan om een goede analyse te maken zodat je de juiste implementatie kan

maken.

4. Resultaten

Page 15: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

13

4.2.1 Ventilatieduur van de patiënt

De primaire uitkomst van onze onderzoeksvraag is om te kijken welke invloed een

analgosedatie-protocol heeft op de mechanische ventilatieduur van de patiënt.

Verschillende studies hebben aangetoond dat het gebruik van het protocol leidt tot een

minder lange mechanische ventilatieduur waardoor het verblijf op een intensieve afdeling

ook afneemt. Recente gegevens suggereren dat door gebruik te maken van het protocol

de hoeveelheid toegediende sedativa afneemt (Bugedo, 2013).

In het onderzoek van Faust, et al. (2016) wordt er gestreefd naar een RASS score tussen

0 en -2. Bij de patiënten in de studie werd er elke twee uur deze score afgenomen.

Wanneer de afgenomen RASS score buiten deze beschreven waarde viel, werd de sedatie

afgebouwd of opgedreven. Wanneer de patiënten een RASS score hadden tussen +1 en

+4 wees dit op het feit dat patiënten geagiteerd zijn. Ondanks de propofol die continue

liep, werden er bolussen propofol toegediend. Wanneer deze patiënten geagiteerd

bleven, werd er gestart met continue analgetica (meestal morfine) en een extra

toediening van sedatie midazolam. Na het uitvoeren van het onderzoek is er een jaar

later een revisie gebeurd van het protocol. De focus werd hier gelegd op eerst

pijnmedicatie toe te dienen alvorens sedatie, waarbij ze in het eerste protocol eerst

sedatie gaven alvorens analgetica. Ook hier werd er nog steeds gestreefd naar een RASS

score van 0 en -2, het onderzoek werd op dezelfde manier uitgevoerd. Wanneer de score

buiten deze waarde viel, werd er niets gedaan aan de sedatie, maar er werd geprefereerd

om een bolus analgetica toe te dienen (fentanyl) of de analgetica af te bouwen

afhankelijk van de uitkomst van de RASS score. Bij agitatie wanneer de RASS score

tussen +1 en +4 viel, werden er bolussen gegeven van fentanyl of van de

onderhoudsdosis sedatie (midazolam). Wanneer de resultaten met elkaar vergeleken

werden, wordt bij de revisie een lichtere mate van sedatie gezien wat wijst op een goede

implementatie door de verpleegkundigen van het analgosedatie-protocol. Ook werd er

gevonden dat er na de revisie van het protocol een daling te zien is in de duur van

mechanische ventilatie. De patiënten die eerst analgetica kregen alvorens sedatie hadden

significant (p=0.01) 45 uur minder nood aan kunstmatige ventilatie (Faust, et al., 2016).

Uit het onderzoek van Wiatrowski et al. (2016) blijkt dat 40% van de patiënten op de

ICU te diep gesedeerd worden. Oversedatie leidt tot een verminderde ademhalingsprikkel

en hierdoor een langere ventilatieduur. Daarnaast leiden veel sedativa, zoals

benzodiazepines, tot een verhoogde kans op delirium wat dan weer tot een verlengde

ventilatieduur leidt. Door gebruik te maken van een analgosedatie-protocol met fentanyl

of remifentanyl is er een lagere sedatienood wat rechtstreeks leidt tot een minder lange

ventilatieduur (Wiatrowski, et al., 2016).

Volgens Devabhakthuni, et al. (2012) zouden patiënten die behandeld worden met een

analgosedatie-protocol eenvoudiger en sneller geweaned kunnen worden van de

kunstmatige ventilatie, een minder lange ventilatieduur hebben en een korter verblijf op

de ICU tegenover de patiënten die enkel sedativa kregen. Daarnaast onderzocht de

studie ook een ‘no sedation’ protocol waarbij de patiënten enkel morfine kregen ten

opzicht van een dagelijkse interruptie van de sedatie. De ‘no sedation’ groep had meer

ventilator vrije dagen en een kortere verblijfsduur in de ICU ten opzicht van de groep die

een dagelijkse interruptie van de sedatie had (Devabhakthuni, et al., 2012).

Page 16: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

14

Patiënten die diep gesedeerd zijn aan de hand van de RASS score, hadden een langere

ventilatieduur en een langer ICU-verblijf (Stephen, et al., 2017).

In het onderzoek van Dale, et al. (2014) waar een sedatie-protocol geüpdatet werd tot

een analgosedatie-protocol en deze met elkaar vergeleken werden blijkt ook dat het

geüpdatet protocol een 12.4% kortere verblijfsduur geeft op de ICU en een 14% kortere

hospitalisatieduur (p=0.02) en een daling van 17.6% wat betreft ventilatieduur

(p=0.04).

4.2.2 Risico op delier

Delirium is een veelvoorkomend probleem dat vaak onder gediagnostiseerd is op de ICU.

Dit komt doordat patiënten mechanisch geventileerd worden en hierdoor vaak diep

gesedeerd worden; waardoor de inschatting niet gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld

doordat de communicatie tussen de patiënt en de verpleegkundige tekort schiet vormt al

een risicofactor. (Mansouri, et al., 2013). Kritiek zieke patiënten en patiënten die

mechanisch geventileerd worden hebben daarom een grotere kans op het ontwikkelen

van delier (Dale, et al., 2014), waarbij de prevalentie van 20% op een verpleegafdeling

vermeerderd naar 80% op de ICU (Mansouri, et al., 2013). Daarnaast wordt delirium

geassocieerd met een verhoogde kans op mortaliteit, een langere verblijfsduur op de ICU

en een grotere kans op post-traumatische stress stoornis (Barr, et al., 2013).

De confusion Assessment Method for the ICU (CAM-ICU) is de best gevalideerde en

meest betrouwbare methode voor het monitoren van delirium in de ICU (Barr, et al.,

2013). Volgens Barr, et al. (2013) zou het gebruik van een analgosedatie-protocol leiden

tot een verhoogde incidentie van geagiteerde delirium, waarbij de agitatie te wijten is

aan een te licht sedatielevel, maar er moet nog meer onderzoek gebeuren om hier

betrouwbare conclusies uit te trekken.

Volgens Devabhakthuni, et al. (2012) zou het gebruik van morfine, welke veel gebruikt

wordt in een analgosedatie-protocol leiden tot een verhoogde kans op delirium. In de

richtlijnen van Barr, et al. (2013) is het nog niet duidelijk of er een verband is tussen het

gebruik van opioïden en de kans op het ontwikkelen van delirium.

Het gebruik van benzodiazepines verhoogt de kans op delirium, dexmedetomidine is een

goed alternatief dat de ventilatieduur verkort en het voorkomen van delirium vermindert

vergeleken met benzodiazepines. Ook Barr et al. (2013) beweren dat het gebruik van

dexmedetomidine voor de sedatie van mechanisch geventileerde patiënten ten opzicht

van benzodiazepines geassocieerd is met een lagere prevalentie van delirium. De

grootste nadelen van dexmedetomidine zijn hypotensie, bradycardie en een beperkte

sedatiediepte (Wiatrowski, et al., 2016).

In het onderzoek van Dale, et al. (2014) waar er een sedatie-protocol werd geüpdatet tot

een analgosedatie-protocol werden de verschillen in uitkomsten tussen de beide protcols

vergeleken en bestudeerd. Eén van de veranderingen in het nieuwe protocol was de

systematische beoordeling van pijn, sedatiediepte en delier via de CAM-ICU. Er was een

significante stijging van het aantal CAM-ICU beoordelingen op 24 uur per patiënt

(p<0.01). Deze stijging in het aantal beoordelingen leidt tot een stijging van het

voorkomen van delier. Dit kan verklaard worden doordat er meer gescreend wordt op

delier. Echter percentueel zakte het voorkomen van delier met 3.9% (p<0.01) (Dale, et

al., 2014).

Page 17: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

15

Het gebruik van remifentanyl leidt tot een daling in het voorkomen van delirium bij

patiënten op de ICU ten opzichte van fentanyl (Lui, et al., 2017), lees hier meer

informatie onder puntje 4.4 analgetica en sedativa.

4.2.3 Risico op post-traumatisch stress syndroom

Onbehandelde pijn kan korte- en lange termijn gevolgen hebben. Naast het ontwikkelen

van agitatie en delirium wordt onbehandelde pijn ook geassocieerd met de kans op het

ontwikkelen van een acuut stress syndroom en post-traumatisch stress syndroom (Faust,

et al. 2016).

In de richtlijnen van barr, et al. (2013) werd een onderzoek gedaan waarin 313 patiënten

geïncludeerd werden. Deze 313 patiënten hadden als inclusiecriteria dat ze tijdens hun

verblijf mechanisch geventileerd werden en ze werden geïnterviewd 6 maanden na hun

verblijf op de ICU. 27% van deze patiënten vertoonde symptomen van een post-

traumatisch stress syndroom.

In het onderzoek van Bugedo, et al. (2013) waar er een analgesie-gebaseerd, uitkomst

gestuurd, verpleegkundig gedreven sedatie protocol werd geïmplementeerd was er een

jaar na de mechanische ventilatie geen verschil in post-traumatisch stress syndroom

(PTSS) symptomen met de controlegroep. Een analgosedatie-protocol verminderde het

risico op PTSS in deze studie niet.

4.2.4 Financiële kosten

Ondanks de hogere kosten van sommige analgetica zoals remifentanyl tegenover de

kosten van sedativa die gebruikt worden in een analgosedatie-protocol zou het gebruik

van een analgosedatie-protocol niet meer of zelfs minder kosten voor de ICU. Dit komt

omdat deze patiënten een minder lange ventilatieduur hebben en een minder lang

verblijf op de ICU (Devabhakthuni, et al., 2012).

In het onderzoek van Faust et al. (2016) hadden de patiënten in de postimplementatie

van het analgosedatie-protocol gemiddeld 225.07$ minder kosten aan medicatie dan de

patiënten in de pre-implementatiegroep. In dit onderzoek leidde de implementatie van

een analgosedatie-protocol wel degelijk tot minder financiële kosten.

4.2.5 Comfort van de patiënt

Aangezien patiënten bij het gebruik van analgosedatie-protocol minder sedatie krijgen en

er wordt gestreefd naar lagere sedatielevels zou dit een invloed kunnen hebben op het

comfort van de patiënt en de kans op zelfextubatie. Volgens het onderzoek van Faust et

al. (2016), waar er een analgosedatie-protocol werd geïmplementeerd

(postimplementatiegroep) in een MICU in Texas en nadien vergeleken werd met een pre-

implementatiegroep, hadden de patiënten van de postimplementatiegroep een

gemiddelde lagere RASS- en CPOT- score. Dit wijst er dus op dat de het gebruik van een

analgosedatie-protocol niet tot meer agitatie of pijn leidt en dus discomfort van de

patiënt (Faust et al. 2016).

Een onderzoek uit de richtlijnen van Barr, et al. (2013) toonde geen verhoogd aantal

auto-extubaties of ventilator associated pneumonia’s (VAP) na implementatie van een

analgosedatie-protocol. Volgens Barr, et al. (2013) moet er nog meer onderzoek

gebeuren om betrouwbare conclusies te trekken uit het verband tussen een

Page 18: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

16

analgosedatie-protocol en de kans op auto-extubatie, VAP en mortaliteit. Ook in het

onderzoek van Dale, et al. (2013) waar er een sedatie-protocol geüpdatet werd tot een

analgosedatie-protocol was er tussen de twee groepen geen verschil in de prevalentie

van VAP met een non-significant verschil van 0.02% daling in de prevalentie van VAP

(p=0.40).

4.2.6 Weaning van de patiënt

In het onderzoek van Devabhakthuni, et al. (2012) blijkt dat het gebruik van een

analgosedatie-protocol leidt tot een kortere weaning van de ventilatie door de lagere

sedatielevels die nagestreefd worden. Zo is er ook minder accumulatie van

benzodiazepines en dit biedt een voordeel voor de patiënt omdat deze sneller ontwaken.

Remifentanyl biedt ook een voordeel omdat door de ultrakorte werking de

ademhalingsprikkel van de patiënt onmiddellijk terugkeert, hier is ook geen sprake van

accumulatie. Doordat de patiënten sneller geweaned kunnen worden verkort het verblijf

op de ICU.

4.3 Schalen voor het meten van pijn, agitatie en sedatie

De Behavioral Pain Scale (BPS) en de Critical care Pain Observation Tool (CPOT) zijn

gevalideerde en betrouwbare schalen voor de monitoring van pijn in zowel medische-, als

chirurgische ICU’s (Barr, et al., 2013).

De Richmond Agitation-Sedation Scale (RASS) en de Sedation-Agitation Scale (SAS) zijn

gevalideerde en betrouwbare instrumenten voor het meten van de kwaliteit en diepte

van sedatie bij patiënten op een ICU (Barr, et al., 2013).

Het routinematig beoordelen van pijn in de ICU werd geassocieerd met betere klinische

uitkomsten. Zeker wanneer de beoordeling gebeurt op basis van een protocol is de

uitkomst significant gecorreleerd met een verminderde nood aan analgetica,

ventilatieduur en verblijf op de ICU (Barr, et al., 2013).

4.4 Analgetica en sedativa

Uit het onderzoek van Faust, et al. (2016) blijkt dat 77% van de patiënten matige tot

ernstige pijn rapporteren tijdens hun verblijf op de ICU. Pijn is dus een veelvoorkomend

probleem op de ICU. Wanneer een pijnmanagement goed uitgevoerd wordt, leidt het tot

een verminderde ventilatieduur, een daling in het aantal verminderde infectie en daarom

dus een korter verblijf op de ICU. Analgesie is dus een noodzakelijke therapie die vaak

onderschat wordt (Wiatrowski et al., 2016).

Analgesie en sedatie zijn beiden belangrijke onderdelen van de therapie bij kritiek zieke

patiënten. Te veel sedatie heeft ook nadelige effecten, zo leidt het tot een langere

ventilatieduur en een langer verblijf op de ICU. Daarnaast zouden benzodiazepines ook

geassocieerd worden met delirium en een onvoorspelbare ontwaking van de patiënt door

accumulatie (Lui, et al., 2017). Volgens dezelfde onderzoekers (2017) kan analgesie als

een basis voor sedatie de hoeveelheid van sedatie, die nodig is om de patiënt

comfortabel te houden sterk verminderen en er kan dus gesteld worden dat een

analgosedatie-protocol de incidentie van delirium kan verminderen. In het onderzoek van

Lui, et al. (2017) worden 105 patiënten opgedeeld in drie groepen van elk 35 patiënten.

De remifentanyl groep kreeg als analgosedatie remifentanyl en midazolam, de fentanyl

Page 19: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

17

groep kreeg als analgosedatie fentanyl en midazolam en de controlegroep kreeg als

analgosedatie enkel midazolam. De mate van delirium werd gemeten via de CAM-ICU1.

Er werden statistisch significante verschillen gevonden in het voorkomen van delirium in

de drie groepen (p=0.014). 22.9% voor de remifentanyl groep, 40% voor de fentanyl

groep en 57.1% voor de controlegroep. Als de remifentanyl groep vergeleken wordt met

de controlegroep, die enkel midazolam kregen, is er een significant lager voorkomen van

delirium (p=0.007). Naast het voorkomen van delirium werd er geen significant verschil

gevonden in de duur van de delirium (p= 0.494). Er kan gesteld worden dat het gebruik

van remifentanyl leidt tot een daling in het voorkomen van delirium bij deze patiënten

(Lui, et al., 2017).

Naast het voorkomen van delirium werd ook gekeken naar de effectiviteit van de

analgesie. Volgens het onderzoek (Lui, et al., 2017) hadden zowel de remifentanyl als de

fentanyl groep elke dag een verminderde nood aan midazolam (p=<0.001). Het verschil

tussen de remifentanyl en de fentanyl groep was niet significant. Indien de patiënt toch

een delier ontwikkelde, werd deze behandeld met dexmedetomidine. Ook hier was er een

significant verschil tussen de (remi)fentanyl groep en de controlegroep, de (remi)fentanyl

groep had veel minder dexmedetomidine nodig om terug tot een negatieve CAM-ICU te

komen in vergelijking met de controlegroep (p=0.05), (Lui, et al., 2017). Er werd geen

significant verschil gevonden in de pijnscore en de mean arterial pressure (MAP). Uit

deze resultaten kan geconcludeerd worden dat effectiviteit en veiligheid van de

analgosedatie hetzelfde is in de drie groepen (Lui, et al., 2017).

Ook volgens het onderzoek van Devabhakthuni, et al. (2012) leidt het gebruik van

remifentanyl in vergelijking met fentanyl of morfine tot minder nood aan sedativa,

optimalere sedatie, kortere ventilatieduur en ICU verblijf.

Remifentanyl is als analgeticum een heel interessant product omwille van zijn ultrasnelle

werking (1min.) en zeer korte halfwaardetijd (2-3min.), deze eigenschappen zorgen voor

een verminderde kans op accumulatie en een snelle ontwaking van de patiënt na het

stopzetten van de medicatie (Wiatrowski, et al, 2016). Volgens de systematische review

van Wiatrowski, et al. (2016) is er in meerdere studies beschreven dat het gebruik van

remifentanyl leidt tot minder nood aan sedativa, een verminderde ventilatieduur en een

kortere verblijfsduur op de ICU vergeleken met morfine.

Medisch personeel moet kijken naar de farmacologie, veiligheid, pathologie van de

patiënt en financiële kosten wanneer ze de keuze maken tussen opioïden. Kortwerkende

analgesie, zoals remifentanyl, kunnen een voordeel bieden bij neurologische patiënten

die regelmatig een neurologisch onderzoek nodig hebben (Barr, et al., 2013), maar

remifentanyl is duurder in vergelijking met fentanyl (Meyfroid, 2018).

Naast het gebruik van analgetica hebben bijna al de patiënten ook nood aan sedativa om

ongemak door de endotracheale tube en mechanische ventilatie te kunnen verdragen. De

pain agitation and delirium (PAD) guidelines raden aan om propofol of dexmedetomidine

te gebruiken boven benzodiazepines, aangezien deze eerste groep in meerdere studies

reeds voordelen heeft aangetoond (Wiatrowski, et al, 2016). Volgens Devabhakthuni, et

al. (2012) zijn benzodiazepines en propofol geassocieerd met significante bijwerkingen

1 Confusion assessment method in the ICU. Dit is een assessment tool om te bepalen of een patiënt delirant is of niet. Er wordt gekeken naar het verloop, de verminderde aandacht, veranderd niveau van bewustzijn via de RASS, het georganiseerd denken en het vermogen om een simpele opdracht uit te voeren.

Page 20: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

18

en risico’s die de mechanische ventilatieduur kunnen verlengen, er is een trend naar

lichtere sedatie-protocollen die hebben aangetoond dat het leidt tot een kortere

ventilatieduur en een minder lang verblijf op de ICU. Benzodiazepines hebben als

grootste nadeel dat ze accumulatie veroorzaken waardoor ze onvoorspelbaar zijn.

Propofol wordt veel gebruikt omwille van zijn snelle effect en snelle eliminatie bij

discontinue infusie, waardoor de neurologische status van de patiënt snel kan worden

opgevolgd.

Aangezien propofol ook veel bijwerkingen heeft zoals hypotensie, hyperlipidemie,

ademhalingsdepressie en propofol-infusie syndroom wordt er gezocht naar een

alternatief (Devabhakthuni, et al., 2012).

Ook in het onderzoek van Barr, et al. (2013) wordt het gebruik van non-benzodiazepines

zoals propofol of dexmedetomidine aangeraden boven het gebruik van benzodiazepines

zoals midazolam of lorazepam voor de sedatie van geïntubeerde patiënten om zo de

uitkomsten van mechanisch geventileerde patiënten op de ICU te verbeteren.

Het belangrijkste alternatief is dexmedetomidine. Volgens Devabhakthuni, et al. (2012)

tonen sommige studies zelfs aan dat het preventief werkt tegen delirium.

Dexmedetomidine heeft ook nadelige effecten zoals hypotensie en bradycardie en moet

daarom voorzichtig gebruikt worden bij hemodynamisch onstabiele patiënten

(Devabhakthuni, et al., 2012). Het gebruik van dexmedetomidine is geassocieerd met

een lagere incidentie van delirium en een kortere ventilatieduur vergeleken met

benzodiazepines en propofol op een spoedgevallendienst (Stephens, et al., 2017).

4.5 Dagelijkse interruptie van sedatie

De dagelijkse onderbreking van sedatie is volgens Wiatrowski, et al. (2017) geaccepteerd

als een belangrijke interventie om zowel de sedatienood als de ventilatieduur in de ICU te

verminderen. Maar als deze dagelijkse interruptie van sedatie vergeleken wordt met een

verpleegkundig gedreven analgosedatie-protocol dat streeft naar lichte sedatielevels, is

er geen significant verschil op vlak van ventilatieduur en ICU-verblijf (Wiatrowski, et al.,

2017). Zowel de dagelijkse interruptie van sedatie als het verpleegkundig gedreven

analgosedatie-protocol leidden tot een gedaalde nood aan sedatie en een verminderde

ventilatieduur in vergelijking met geen protocol (Wiatrowski, et al., 2017).

Page 21: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

19

5. Discussie

Er werd een literatuurstudie gedaan met als onderzoeksvraag: “Leidt het gebruik van een

analgosedatie-protocol tot een minder lange ventilatieduur bij mechanisch geventileerde

patiënten op de ICU?”.

Onze studie heeft enkele limitaties;

Initieel wilden wij in onze onderzoeksvraag een vergelijking maken tussen een

analgosedatie-protocol en een sedatie-protocol, maar uit onderzoek van Bugedo, et al.

(2013) blijkt dat de update van een sedatie-protocol naar een analgosedatie-protocol

geen significant verschil heeft op het gebied van ventilatieduur en ICU-verblijf. Uit

hetzelfde onderzoek (2013) blijkt wel dat het gebruik van een analgosedatie-protocol

leidt tot significant (p=0,001) lagere sedatie- en agitatielevels. In de praktijk wordt er

momenteel op de ICU wel gebruik gemaakt van een sedatie-protocol, maar nog niet van

een analgosedatie-protocol. Bij een uitbreiding van het protocol zou de implementatie

van een analgosedatie-protocol kunnen leiden tot een verminderde ventilatieduur, ICU-

verblijf of gedaalde mortaliteit. Uit andere onderzoeken (Wiatrowski, et al., 2016; Faust,

et al., 2016; Mansouri et al., 2013; Dale et al., 2014; Stephens e .al., 2017) blijkt wel

dat lagere sedatie- en agitatielevels die beoordeeld worden door de RASS en SAS zouden

leidden tot een verminderde ventilatieduur en daardoor een korter verblijf op de ICU wat

de primaire uitkomst bevestigd van onze onderzoeksvraag. Daarnaast gaan de

wetenschappelijke artikels hun analgosedatie-protocol vergelijken ofwel met geen

protocol ofwel vergelijken met een reeds bestaand sedatie-protocol. Hierdoor is het

moeilijk om te bepalen welk analgosedatie-protocol beter is dan een ander (Wiatrowski,

et al., 2016).

Om onze literatuur te onderbouwen zijn we op zoek gegaan naar relevante

wetenschappelijke artikels. Hierbij werd gebruik gemaakt van vier verschillende

databases (Pubmed, Tripmed, Limo en Cochrane), zoektermen en limieten. De limieten

waren maximum 5 tot 10 jaar en Engelstalige artikels. Hierdoor kan het zijn dat er

relevante artikels niet geïncludeerd werden in onze literatuurstudie omdat niet alle

databases doorlopen werden.

Via deze databases werden er 37 artikels weerhouden op basis van titel en abstract. Na

het grondig doornemen van de resultaten werden er 15 artikels geschrapt omdat deze

enkel tegen betaling verkrijgbaar waren. Hierdoor zou het kunnen dat er relevante

artikels niet weerhouden werden. De overige 22 artikels werden gelezen en op basis van

kwaliteit, inclusiecriteria en relevantie geselecteerd. Bij het lezen van de 22 artikels

hebben we elk apart 11 artikels gelezen, waardoor deze maar vanuit één standpunt

bekeken werden. Uiteindelijk werden er 12 artikels geïncludeerd in de literatuurstudie.

De resterende 12 artikels kan je terugvinden in de literatuurtabel in bijlage 1.

Figuur 1: Overzicht van de geïncludeerde onderzoeken

12 geïncludeerde onderzoeken

2 systematische reviews

1 guidline

4 multicenter research

5 single-center research

Page 22: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

20

Zoals hierboven beschreven zijn er 5 wetenschappelijke artikels die uitgevoerd zijn in een

single center waarbij het onderzoek uitgevoerd werd in maar één instelling. Dit maakt

dat de resultaten niet veralgemeend kunnen worden.

De onderzoeken die wij gebruiken in onze literatuurstudie zijn uitgevoerd in andere

landen dan België zoals Chili, USA, China, Canada, Iran. Er zijn dus geen onderzoeken

geïmplementeerd in onze literatuurstudie uit Vlaanderen/België. Doordat er veel culturele

verschillen zijn tussen de landen en de landen op verschillende manieren werken wordt

het moeilijk om binnen de studie de kwaliteiten van de handelingen representatief te

maken omdat deze niet gemakkelijk te interpreteren zijn. Anderzijds wordt er wel

dezelfde medicatie gebruikt in deze landen.

De onderzoekspopulatie binnen de wetenschappelijke studies schommelt tussen de 64 en

de 703 patiënten. Doordat er soms relatief weinig patiënten geïncludeerd werden in de

onderzoeken kan dit de representativiteit van de uitkomsten naar beneden halen, maar

de doelgroep is natuurlijk ook specifiek.

In de meerderheid van onze studies worden de nadelige effecten van analgetica niet

beoordeeld en besproken zoals: ademhalingsdepressie bij eventuele-weaning,

paralytische ileus, nausea en braken, obstipatie, enzovoort. Het is dus niet beschreven in

de onderzoeken of een analgosedatie-protocol meer nadelen biedt dan geen protocol op

het gebied van nevenwerkingen van de opioïden. Hierbij stellen wij ons de vraag of deze

verbeterde uitkomsten van het analgosedatie-protocol opwegen tegen de eventuele

neveneffecten van de opioïden. Nog geen van onze studies heeft het psychologisch effect

van een analgosedatie-protocol bestudeerd, zowel niet op korte als lange termijn. Door

de lichtere sedatieniveau ’s die worden nagestreefd zou het kunnen zijn dat patiënten het

verblijf op de ICU intenser ervaren en hierdoor meer kans hebben op het

posttraumatische stresssyndroom.

Geen van onze studies keek naar de werkbelasting van de verpleegkundigen, in sommige

studies werd er zelfs 1:1 gewerkt, het is dus niet duidelijk of de implementatie van een

analgosedatie-protocol leidt tot een verhoogde of verlaagde werkbelasting voor de

verpleegkundige (Wiatrowski, et al., 2016). Wanneer er een analgosedatie-protocol

ingevoerd zou worden op intensieve zorgafdelingen zal het bij de invoering voor de

verpleegkundigen een aanpassing zijn omdat het over een nieuw concept gaat. Nadien

zullen de verpleegkundigen moeten aangeven of het een meerwaarde biedt voor de

praktijk. Voelen ze zich hierbij comfortabel? Zijn de patiënten minder vaak geagiteerd

dan voor de invoering?

Het is voor verpleegkundigen een nieuw concept een analgosedatie-protocol en in de

toekomst zal ook moeten uitgemaakt worden hoe verpleegkundigen het ervaren, voelen

ze zich hierbij comfortabel bij?

Zoals eerder vermeld is de CPOT schaal niet betrouwbaar bij geagiteerde patiënten.

Hierdoor kan het zijn dat verpleegkundigen het onderscheid niet hebben kunnen maken

tussen een patiënt met pijn of een geagiteerde patiënt. In de verschillende

wetenschappelijke onderzoeken worden niet steeds dezelfde schalen gebruikt,

bijvoorbeeld sommige onderzoeken gebruiken de CPOT schaal terwijl andere de BPS

schaal gebruiken. De variaties in deze pijnschalen maken het moeilijk om de uitkomsten

Page 23: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

21

van de verschillende studies met elkaar te vergelijken omdat ze gebruik hebben gemaakt

van andere schalen (Devbhakthuni, et al., 2012)

In veel artikels wordt er verwezen naar een analgosedatie-protocol, maar er staat nooit

exact in wat het protocol juist inhoudt. Hierbij zou het dus kunnen dat de eigen

interpretatie afwijkt dan die van deze onderzoekers en er zo foute conclusies getrokken

werden.

Doordat elke studie zich focust op verschillende uitkomsten: sommige focussen zich op

ventilatieduur, andere op mortaliteit of ICU-verblijf is het moeilijk om de uitkomsten van

iedere studie met elkaar te vergelijken in onze literatuurstudie.

Onze studies heeft ook enkele sterke punten;

Enkele van de onderzoeken hebben vooraleer het onderzoek van start ging de

verpleegkundigen opgeleid in verband met de schalen om zo de sterkte van het

onderzoek te verbeteren. Anderzijds werd er in een onderzoek ook de schaal afgenomen

door zowel de verpleegkundige als iemand van het onderzoek zelf, zodat de schaal beter

en correcter geïnterpreteerd wordt.

Wij vinden het een sterkte dat er in de eigen gemaakte literatuurstudie de relevantste

informatie gehaald werd uit recente studies zoals Wiatrowski, et al., 2016; Chookalayia

et al., 2017; Faust, et al., 2016; Liu, et al., 2017.

Uit onderzoek is gebleken dat verpleegkundigen regelmatig mechanische ventilatie en

sedativa hand in hand geven en hierdoor te snel en/of te veel sedatie geven. Hiermee

wordt bedoeld dat als de patiënt de mechanische ventilatie niet goed verdraagt en

oncomfortabel lijkt te zijn, verpleegkundigen geneigd zijn om een bolus sedatie te geven

of de hoeveelheid aan sedativa te verhogen in plaats van het analgosedatie-protocol te

raadplegen. Bij de implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU is het

belangrijk dat deze denkwijze omgevormd wordt. In de praktijk moet een patiënt die

mechanisch geventileerd wordt in principe niet gesedeerd worden. Uit de literatuurstudie

blijkt reeds dat het analgosedatie-protocol positieve uitkomsten heeft, maar er wordt

nergens duidelijk beschreven hoe deze het best geïmplementeerd kan worden in de

praktijk om hiermee aan de slag te gaan.

Volgens de literatuurstudie steunt meer dan 90% van de verpleegkundigen de richtlijnen

voor het gebruik van de CPOT schaal om pijn te meten bij beademde patiënten. Ze

vonden de schaal duidelijk en gemakkelijk bruikbaar in de praktijk. Ze vonden dat de

schaal een gemeenschappelijke taal en een gestandaardiseerde manier vormt om pijn te

beoordelen bij de patiënten. Wanneer deze schaal gebruikt zou worden in het

analgosedatie-protocol zal het voor verpleegkundigen gebruiksvriendelijk zijn omdat ze

hierboven al beschrijven dat de schaal duidelijk en bruikbaar is in de praktijk.

6. Weerspiegeling naar praktijk

Page 24: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

22

Er werd een literatuurstudie uitgevoerd omtrent het gebruik van een analgosedatie-

protocol. Zou een analgosedatie-protocol leiden tot een minder lange ventilatieduur bij

mechanisch geventileerde patiënten op de ICU? De studie werd uitgevoerd met als doel

te bekijken of het gebruik van een analgosedatie voordelen biedt op de ICU.

Ondanks de limitaties van deze studie blijkt het gebruik van een analgosedatie-protocol

meer voordelen te bieden dan nadelen. Zo leidt een analgosedatie-protocol onder meer

tot verminderde ventilatieduur, kortere verblijfsduur op de ICU en hierdoor ook een

kortere hospitalisatieduur, betere weaning, minder kans op delirium, minder complicaties

omwille van de verminderde ventilatieduur zoals ventilation associated pneumonie (VAP).

Verdere studies moeten nog aantonen wat de voordelen van een analgosedatie-protocol

zijn op langere termijn zoals op psychologisch vlak (PTSS).

Uit onze bevindingen blijkt dat de consequenties van over sedatie duidelijk zijn en

geassocieerd worden met een slechtere uitkomst. Het is belangrijk dat over sedatie

vermeden wordt, hierbij kan het helpen om een analgosedatie-protocol te

implementeren.

Dexmedetomidine en propofol bieden de voorkeur om patiënten licht te sederen.

Benzodiazepines geven een verhoogde kans op het voorkomen van delirium, wel bieden

ze een goede oplossing bij de nood aan diepere sedatie. Remifentanyl heeft als grote

voordeel dat het meteen wordt gemetaboliseerd in het bloed, het heeft een ultra snelle

werking en geen kans op accumulatie. Hierdoor wordt deze volgens de literatuur

aangeraden als eerste keuze bij pijn. Het gebruik van (remi)fentanyl leidt tot een

verminderde nood aan sedatie.

De literatuur toont aan dat patiënten die behandeld worden volgens een analgosedatie-

protocol minder nood aan sedatie hebben en hierdoor vele voordelen biedt. Dit protocol

is een goede methode om adequaat pijn te beheren.

In de toekomst moet er zeker nog meer onderzoek gedaan worden naar de

implementatie van een analgosedatie-protocol, maar deze eerste bevindingen wijzen

zeker al de goede richting uit.

7. Conclusie

Page 25: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

23

8. Flowchart

Page 26: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

24

Page 27: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

25

Barr, J., Fraser, G., Puntillo, K., Ely, W., Gélinas, C., & Dasta, J., … Jaeschke, R. (2013).

Clinical Practice Guidelines for the Management of Pain, Agitation, and Delirium in

Adult Patients in the Intensive Care Unit. Criticial Care Medicine, Vol. 41, (N°1),

263-306.

Bugedo, G., Tobar, E., Aguirre, M., Gonzalez, H., Lira, M., & Encelada, E., … Ugarte, H.

(2013). The implementation of an analgesia-based sedation protocol reduces deep

sedation and proved to be safe and feasible in patients on mechanical ventilation.

Rev Bras Ter Intensiva, Vol. 25 (N°3), 188-196.

Chookalayia, H., Heidarzadeh, M., Hassenpour-Darghah, M., Aghamohammadi-Kakhoran,

M., & Karimollahi, M. (2017). The Critical care Pain Observation Tool is reliable in

non-agitated but not in agitated intubated patients. Intensive and Critical Care

Nursing (2017).

Dale, C., Kannas, D., Fan, V., Daniel, S., Deem, S., & Yanez, D., … Tregiari, M. (2013).

Improved Analgesia, Sedation, and Delirium Protocol Associated with Decreased

Duration and Mechanical Ventilation. Annal of the american thoracic society, vol.

11 (N°3), 367-374.

Daniel, B., Eisenberg, E., Fricton, J., Giamberardino, M., Goh, C., Jadad, A., et al.

(2007). Pain and Philosophy of the Mind. International association for the study of

Pain, Vol. XV, Issue 5.

Devabhakthuni, S., Armahizer, M., Dasta, J., & Kane-Gill, S. (2012). Analgosedation: A

paradigm Shift in Intensive Care Unit Sedation Practice. The Annals of

Pharmacotherapy, Vol. 46, 530-540.

Faust, A., Rajan, P., Sheperd, L., Alvarez, C., McCorstin, P., & Doebele, R. (2016).

Impact of an Analgesia-Based Sedation Protocol on Mechanically Ventilated

Patients in a Medical Intensive Care Unit. Society for Critical Care

Anesthesiologists, Vol. 123 (N°4), 903- 909.

Gélinas, C. (2010). Nurses’ Evaluations of the Feasibility and the Clinical Utility of the

Critical-Care Pain Observation Tool. Pain Management Nursing, Vol. 11 (N°2),

115-125.

Gelinas, C., Fillion, L, Puntillo, K., Viens, C., & Fortier, M. (2006). Validation of the

Critical-Care Pain Observation Tool in adult patients. American Journal of Critical

Care, 15 (4), 420-427.

Liu, D., Lyu, J., Zhao, H., & Youzhong, A. (2017). The influence of analgesic-based

sedation protocols on delirium and outcomes in critically ill patients: A

randomized controlled trial. Department of Critical Care, Peking University

People’s Hospital. Beijing, China.

9. Literatuurlijst

Page 28: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

26

Mansouri,P., Javadpour, S., Zand, F., Ghodsbin, F., Sabetian, G., Majesdi, M., &

Tabatabaee R. (2013). Implementation of a protocol for integrated management

of pain, agitation, and delirium can improve clinical outcomes in the intensive care

unit: A randomized clinical trial. Journal of critical care, vol. 28, 918-922.

Meyfroidt, G. (2017). Management van pijn, agitatie en delier: deel 1 Analgesie. BaNaBa

intensieve zorgen en spoedgevallenzorg. Intensieve geneeskunde UZLeuven.

Leuven, België.

Severgnini, P., Pelosi, P., Contino, E., Serafinelli, E., Novario, R., & Chiaranda, M. (2016)

Accuracy of the Critical Pain Observation tool and Behavioral Pain Scale to assess

pain in critically ill conscious and unconscious patients: prospective observational

study. Journal of Intensive Care, Vol. 4 (N°68), 1-8.

Stephens, R., Ablordeppey, E., Drewry, A., Palmer, C., Wessman, B., & Mohr, N. (2017).

Analgosedation Practices and the Impact of Sedation Depth on Clinical Outcomes

Among Patients Requiring Mechanical Ventilation in the ED. Chestjournal, Vol.

152, (N°5), 963-971.

Wiatrowski, R., Norton, C., & Giffen, D. (2016). Analgosedation: Improving Patient

Outcomes in ICU Sedation and Pain Management. Pain Management Nursing, vol.

17, (N°3), 204-217.

Yousef, H. Toghyani, F., Yazdannik, A., & Fazel, K. (2015). Effects of using Richmond

Agitation Sedation Scale on duration of mechenical ventilation, type and dosage of

sedation on hospitalized patients in intensive care units. Iranian Journal of Nursing

and Midwifery Research, Vol. 20 (N°6), 700-704.

Page 29: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

Bijlage 1

Page 30: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

1

Page 31: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

2

Page 32: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

3

Page 33: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

4

Page 34: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

5

Page 35: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

6

Page 36: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

7

Page 37: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

8

Page 38: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

9

Page 39: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

10

Page 40: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

11

Page 41: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

12

Page 42: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

13

Page 43: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

14

Page 44: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

15

Page 45: De implementatie van een analgosedatie-protocol op de ICU · Leuven-Limburg, campus Gasthuisberg voeren in het kader van onze specialisatieproef een literatuurstudie naar de implementatie

16