De gouden papierversnipperaar basisonderwijs - September 2008
-
Upload
sp-rapporten -
Category
Documents
-
view
214 -
download
1
description
Transcript of De gouden papierversnipperaar basisonderwijs - September 2008
De Gouden PapierversnipperaarBasisonderwijsHet beste idee tegen bureaucratie in het basisonderwijs
Manja SmitsSP Tweede Kamerlid
Het onderzoek
Een directeur van een basisschool heeft vele kwaliteiten nodig. Hij moet leiding kunnen
geven aan een team van leraren, snel problemen kunnen oplossen en bovenal goed kunnen
omgaan met kinderen en hun ouders. Daarnaast moet de basisschooldirecteur wekelijks
stapels papieren invullen. De landelijke overheid, de provincie, gemeente, inspectie en het
eigen schoolbestuur vragen om cijfers, leerlingaantallen, handtekeningen en nog veel meer.
Vooral op kleine scholen waar geen geld is voor een administratief medewerker, is dit een
grote belasting. Meer nog dan een goede leerkracht moet de schoolleider anno 2008 een
administrateur zijn. Om die reden heeft de SP ook het voorstel gedaan om tenminste één
conciërge op elke basisschool aan te stellen. Helaas heeft de regering dit voorstel vooralsnog
niet overgenomen.
De regering zegt de bureaucratie te willen verminderen. Jaar na jaar neemt de hoeveelheid
papierwerk echter toe. Omdat de plannen van de regering tot dusver niets hebben opgeleverd,
ging de SP op zoek naar praktische oplossingen. En waar zijn die beter te vinden dan op de
werkvloer? De SP schreef daarom directeuren van alle Nederlandse basisscholen aan en vroeg
hen om het beste idee tegen de bureaucratie. Het beste idee wint de Gouden
Papierversnipperaar en wordt in de Tweede Kamer aan de staatssecretaris voorgelegd.
Behalve naar ideeën tegen de bureaucratie, is de directeuren ook gevraagd hoe de bureaucratie
wordt ervaren en waar deze vandaan komt. In totaal deden 90 scholen mee aan de enquête.
De resultaten
De schoolleiders zijn bijzonder kritisch over dit kabinet als het gaat om de toename van
bureaucratie. Ruim 80% zegt dat de bureaucratie is toegenomen sinds de aanvang van dit
kabinet en ruim 77% denkt dat het de komende twee jaar nog zal toenemen. Daar staat
tegenover dat 17% zegt dat de bureaucratie is afgenomen met dit kabinet en slechts 6% van de
basisschooldirecteuren denkt dat de bureaucratie de komende twee jaar zal afnemen. Het
wantrouwen richting de regering wordt door sommige schooldirecteuren ook benoemd:
‘Waakzaamheid is geboden inzake het wegsluipen/wegmasseren van beloofde verbeteringen
door het huidige bewind.’
Er is ook gevraagd naar overbodige regels, zowel bij het Rijk als bij de gemeentelijke
overheid en het eigen schoolbestuur. Veruit de meeste klachten die binnen zijn gekomen
hebben betrekking op de landelijke overheid. De onderwijsinspectie werd het vaakst
genoemd. Sommige scholen noemen de vele informatie die naar de inspectie moet worden
gestuurd: ‘Ongelooflijk veel papierwerk moet worden ingevuld voor de inspectie.’ Ook deze
hartenkreet spreekt voor zichzelf: ‘De inspectie moet stoppen met het georganiseerde
wantrouwen en weer vertrouwen krijgen in de vakman/vrouw in de klas.’ Een andere
directeur beweert dat de terugtredende inspectie niets uitmaakt voor de bureaucratie:
‘Inspectie op afstand lijkt erop alsof er minder toezicht is. Door allerlei trapsgewijze controles
moet er per saldo toch nog meer papierwerk worden ingevuld.’
Andere veelgenoemde ergernissen van schoolleiders zijn de rompslomp rondom de
leerlinggebonden financiering voor zorgleerlingen (ook wel het rugzakje genoemd), de
gewichtenregeling waarmee wordt berekend hoeveel extra geld een school krijgt per leerling
en het persoonsgebonden nummer van leerlingen. Over het laatste schreef een schooldirecteur
dat het niet persé een overbodige maatregel is: ‘Het gaat er om dat weer de facilitering
ontbreekt. De overheid wil hoge opbrengsten tegen lage investeringen.’
Een aantal klachten over gemeentelijke bureaucratie kwam vaker terug. Verschillende scholen
klaagden over de subsidies waar zij aanspraak op kunnen maken: ‘Er is een handelwijze
ontstaan waarbij scholen en besturen jagen op subsidiepotjes waarvoor kunstjes worden
vertoond.’ Vervolgens is er volgens de scholen sprake van ‘verantwoording op
kruideniersniveau.’
Ook wordt veel gesproken over de veiligheidsvoorschriften. Een schoolleider beschreef hoe
hij voor de gemeente een logboek bij moest houden over de brandveiligheid van een
tafelkleedje in de gang. De strenge arbo-regels en de gebruiksvergunning worden eveneens
vaak genoemd.
Maar lang niet al het papierwerk komt van buiten de school. Net als in andere sectoren hebben
zich in het basisonderwijs schaalvergroting en de daarbij horende fusies voorgedaan. Hierdoor
zijn schoolbesturen ontstaan die vaak vele scholen onder hun hoede hebben en zorgen voor
interne bureaucratie. Die uit zich vooral in verantwoorden en vergaderen waar het nut niet
altijd van wordt ingezien. Een directeur noemt de kern van het probleem: ‘Het aanleveren van
steeds meer cijfers en managementrapportages. De bestuurslaag wordt steeds dikker en
duurder.’ Een ander noemt dit probleem ook: ‘De schaalvergroting in het primaire onderwijs
heeft een nieuwe bureaucratische laag gecreëerd.’ Een derde had een fraaie vergelijking met
het oude ministerie van onderwijs: ‘Besturen zijn kleine "Zoetermeertjes" geworden.’ Een
mogelijke oplossing voor deze interne bureaucratie is ons ook toegestuurd: ‘Er wordt door
éénpitters (een bestuur met maar één school onder zich) prima rekening gehouden met de
werknemers. Direct overleg zonder tussenkomst van bovenschoolse directeur is wel zo
prettig.’
Het basisonderwijs wordt dus vanuit verschillende kanten lastig gevallen met papierwerk,
schooldirecteuren zien soms door de bomen het bos niet meer: ‘In het basisonderwijs zijn
meer dan 100 planmatige verslagleggingen nodig om alles te laten draaien en te
verantwoorden. Hiervan zijn er zo'n 50 verplicht. Het is voor scholen bijna onmogelijk te
weten wat er in staat.’ Door al dit papierwerk komen andere werkzaamheden van de directie
in de verdrukking. Voor een directeur in het onderwijs is het belangrijk om binding te houden
met leerlingen, ook dit komt onder druk te staan: ‘Heb geen tijd meer voor kinderen, kom
mijn kamer niet meer uit. De lol gaat er af na 38 jaar.’ En: ‘Zorg ervoor dat onderwijsmensen
het leuk blijven vinden!’
Verslag van de jury
De jury voor de verkiezing van de Gouden Papierversnipperaar bestaat uit:
Ron Abel: directeur van een basisschool in Schiedam.
Aleid Truijens: schrijfster en journalist/columnist voor de Volkskrant.
De criteria die de jury stelde voor de winnaar waren vrij eenvoudig: de aangedragen oplossing
moest concreet en uitvoerbaar zijn en een oplossing bieden voor de bureaucratie. Daarnaast
moesten beide juryleden het idee onderschrijven. Suggesties als ‘laat beleidsmakers ieder jaar
een paar dagen het werk doen van een schooldirecteur’ kwamen daardoor, hoe sympathiek
ook, niet in aanmerking. De bureaucratie lost er namelijk niet door op. Dit geldt ook voor de
roep om extra administratieve krachten op de scholen: hoewel de jury de oproep begrijpt,
verdwijnt de papierwinkel er niet door.
De winnaar is erin geslaagd om op basis van een achtergrondanalyse een creatief voorstel te
doen dat ook nog geïllustreerd wordt door een voorbeeld. De directeur schetst een duidelijk
beeld: tien jaar geleden was voor de opgave van een leerling één formulier nodig, nu zijn dat
er vier. Vervolgens geeft hij een kader waarin we zouden moeten denken om de bureaucratie
tegen te gaan: ‘Vlooi met de papierversnipperaar naast de tafel de complete
onderwijswetgeving na. Denk eerst: Wat wordt het kind, de leerling hier beter van? Daarna:
Wat wordt de juf, de meester, de directeur hier beter van? Als deze twee vragen niet positief
beantwoord kunnen worden, dan weg wet.’ Tenslotte het voorstel: ‘Vereenvoudig arbo-
wetgeving, privacywetgeving, persoonsgebonden nummer, informatieverstrekking aan de
inspectie, enz.’
De kracht van het voorstel schuilt in de eenvoud. Centraal in het onderwijs moeten het kind en
de leerkracht staan, niet de overheid en het schoolbestuur. Wanneer schoolbesturen én
overheid dat in praktijk weten te brengen, kan de bureaucratie een flink stuk verminderen en
teruggebracht worden naar de noodzakelijke hoeveelheid. Directeur Jan Altenburg, van de RK
Daltonschool St. Martinus in Makkum, verdient daarom de Gouden Papierversnipperaar.