De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische...

10
27 De eerste vier jaar van de piano-opleiding in Rusland - Olga de Kort-Koulikova De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland Olga de Kort-Koulikova arenlang leek het piano-onderwijs in Rusland primair gericht te zijn op het opleiden van professionele pianisten. Maar tijden veranderen en de accenten in het heden- daagse Russische piano-onderwijs worden steeds meer óók naar de brede muzikale ontwikkeling van kinderen verplaatst. De eerste jaren van de opleiding Het feit dat de traditionele Russische piano-opleiding op muziekscholen zeven jaar duurt, betekent niet dat daarbij gedacht wordt aan zeven specifieke etappes in de ont- wikkeling van de jonge pianist. De indeling in jaren is vrij relatief en gekoppeld aan de traditionele repertoire-indeling. In de praktijk worden in Rusland twee stadia onderscheiden: de eerste vier jaar (oftewel de klassen 1-4), en de daaropvolgende drie jaar (de klassen 5-7). Daarbij beginnen de leerlingen op zes- of zevenjarige leeftijd in klas 1 en de muziekschool wordt dus afgerond op 14-jarige leeftijd. De eerste vier jaren worden gezien als algemeen vormend en verkennend. Deze fase wordt dan ook door de meeste kinderen afgemaakt. Deze vier jaren laten namelijk ‘de dynamiek van de ontwikkeling van de aangeboren muziekcapaciteiten en hun transformatie in de muzikale uitvoeringscapaciteiten’ zien. 1 Voor docenten (en onderzoekers) vormen ze een symbolische grens, een beslissend moment dat ‘de ongelijkheid’ in deze ontwikkeling bij diverse groepen leerlingen duidelijk maakt. Slechts een kleine groep leerlingen demonstreert de hoogste technische en muzikale resultaten. Zij worden het geschiktst geacht om later uitvoerende musici te worden. Een relatief grote groep loopt technisch gezien achter op de instrumentale toptalenten maar ontwikkelt zich verder goed in interpretatie en analyse. Deze kinderen hebben, volgens de onderzoekers, de kans om ooit muziektheoretici, dirigenten en componisten te worden. De laatste, grootste groep leerlingen blijkt ‘gemiddelde capaci- teiten’ te hebben en is minder flexibel en muzikaal ontvankelijk dan de eerste twee groepen. Met ‘de juiste pedagogische leiding’ kunnen deze kinderen wel goed studeren. Na hun muziekstudie worden zij de ‘goed voorbereide muziekluisteraars en nuttige deelnemers in diverse vormen van muziekbeoefening op amateurniveau’. 2 Deze onderzoeksresultaten komen ter sprake in het nieuwe boek Opvoeding van een leerling-pianist van B. Militsj (2008). Het is een methodische uitgave over de opleiding en opvoeding van leerlingen in de klassen 1-7 van de muziekschool. Naast de bespreking van de opleidingseisen adviseert Militsj docenten om de gangbare ideeën over ‘talentloze’ leerlingen te herzien.Volgens hem is het de hoogste tijd om afstand te nemen van de tot eenvormigheid leidende standaardopleiding, en om meer belangstelling voor de algemene muzikale vorming van leerlingen te tonen. Basisvorming De eerste jaren (vooral de eerste twee) zijn de vormende jaren waarin een ‘artistieke basis’ wordt gelegd. De gangbare methodes van Artobolewskaja en Nikolajev introduceren de leerlingen in de wereld van de muziek. Het leermateriaal bestaat hoofdzakelijk uit J

Transcript of De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische...

Page 1: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

27

De eerste vier jaar van de piano-opleiding in R

usland - O

lga de Kort-Koulikova

De eerste vier jaar van de piano-opleiding in Rusland

Olga de Kort-Koulikova

arenlang leek het piano-onderwijs in Rusland primair gericht te zijn op het opleidenvan professionele pianisten. Maar tijden veranderen en de accenten in het heden-daagse Russische piano-onderwijs worden steeds meer óók naar de brede muzikale

ontwikkeling van kinderen verplaatst.

De eerste jaren van de opleidingHet feit dat de traditionele Russische piano-opleiding op muziekscholen zeven jaarduurt, betekent niet dat daarbij gedacht wordt aan zeven specifieke etappes in de ont-wikkeling van de jonge pianist. De indeling in jaren is vrij relatief en gekoppeld aande traditionele repertoire-indeling. In de praktijk worden in Rusland twee stadiaonderscheiden: de eerste vier jaar (oftewel de klassen 1-4), en de daaropvolgende driejaar (de klassen 5-7). Daarbij beginnen de leerlingen op zes- of zevenjarige leeftijd inklas 1 en de muziekschool wordt dus afgerond op 14-jarige leeftijd. De eerste vier jarenworden gezien als algemeen vormend en verkennend. Deze fase wordt dan ook doorde meeste kinderen afgemaakt.

Deze vier jaren laten namelijk ‘de dynamiek van de ontwikkeling van de aangeborenmuziekcapaciteiten en hun transformatie in de muzikale uitvoeringscapaciteiten’zien.1Voor docenten (en onderzoekers) vormen ze een symbolische grens, een beslissendmoment dat ‘de ongelijkheid’ in deze ontwikkeling bij diverse groepen leerlingenduidelijk maakt. Slechts een kleine groep leerlingen demonstreert de hoogste technischeen muzikale resultaten. Zij worden het geschiktst geacht om later uitvoerende musicite worden. Een relatief grote groep loopt technisch gezien achter op de instrumentaletoptalenten maar ontwikkelt zich verder goed in interpretatie en analyse. Deze kinderenhebben, volgens de onderzoekers, de kans om ooit muziektheoretici, dirigenten encomponisten te worden. De laatste, grootste groep leerlingen blijkt ‘gemiddelde capaci-teiten’ te hebben en is minder flexibel en muzikaal ontvankelijk dan de eerste tweegroepen. Met ‘de juiste pedagogische leiding’ kunnen deze kinderen wel goed studeren.Na hun muziekstudie worden zij de ‘goed voorbereide muziekluisteraars en nuttigedeelnemers in diverse vormen van muziekbeoefening op amateurniveau’.2

Deze onderzoeksresultaten komen ter sprake in het nieuwe boek Opvoeding vaneen leerling-pianist van B. Militsj (2008). Het is een methodische uitgave over de opleidingen opvoeding van leerlingen in de klassen 1-7 van de muziekschool. Naast de besprekingvan de opleidingseisen adviseert Militsj docenten om de gangbare ideeën over ‘talentloze’leerlingen te herzien. Volgens hem is het de hoogste tijd om afstand te nemen van detot eenvormigheid leidende standaardopleiding, en om meer belangstelling voor dealgemene muzikale vorming van leerlingen te tonen.

BasisvormingDe eerste jaren (vooral de eerste twee) zijn de vormende jaren waarin een ‘artistieke

basis’ wordt gelegd. De gangbare methodes van Artobolewskaja en Nikolajev introducerende leerlingen in de wereld van de muziek. Het leermateriaal bestaat hoofdzakelijk uit

J

Page 2: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

28

Piano Bulletin 2010/3

speciale bundels voor beginners met daarin werken van Maykapar, Goedicke, Gnessina,Bach, Mozart, Sjostakowitsj, Tsjaikowski enz.

Het eerste jaar wordt verdeeld in drie delen. De eerste twee maanden leren dekinderen op gehoor eenvoudige eenstemmige liedjes te spelen. Ze maken kennis metde notenwaarden, de Italiaanse termen voor dynamiek en de plaats van de noten opde notenbalken. Het non legato-spel wordt vrij snel afgewisseld met het legato-spel. Devolgende twee maanden werkt een leerling aan de klank en frasering van kleinemotieven. Het laatste halfjaar wordt besteed aan korte tweestemmige canons, ritmeen dynamische nuancering. De stukken komen uit boeken van Artobolewskaja,Nikolajev en een speciale bundel ‘Fortepiano. Eerste klas’.

In het tweede jaar wordt de speelervaring uitgebreid met de tweestemmige polyfonie(Air van Purcell), pianominiaturen met een duidelijk karakter (Lied van Hindemith,Draaiorgel van Sjostakowitsj) en sonatines met korte melodische figuren en herhalenderitmische patronen (Sonatine in F van Diabelli).

De jaren 3 en 4 worden gezien als een afsluitende etappe in het beginonderwijs.In deze periode wordt de pianodocent geacht in staat te zijn de specifieke begaafdheidvan zijn leerling te ontdekken en een individuele benadering in lesgeven te vinden.Hij moet zijn leerling inspireren en tegelijkertijd diens zelfstandigheid stimuleren.Om de woorden van Heinrich Neuhaus te gebruiken: de pianodocent moet “over-bodig worden voor een leerling, door hem de onafhankelijkheid in denken te leren,alsmede werkmanieren, zelfreflectie en het bereiken van een doel”.3

Het repertoire wordt, in vergelijking met de eerste twee jaar, steeds gevarieerder:tweestemmige polyfonie, driestemmige voordrachtstukken, ensemble- en prima vista-spel. Bij het instuderen van de polyfone werken van Bach (bijvoorbeeld Menuet in cof Aria in g uit het Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach) wordt aandacht besteed aan destemvoering, toonvorming, melodiestructuur en de melodische ‘adem’ bij de frase-ring. De volgende stap wordt gemaakt door het werken met thematisch materiaal vande inventies, fughetten en kleine fuga’s. Aan bod komt de melodielijn, karakter vanhet thema, articulatie, dynamiek en ritme (het leren ‘voelen’ van het tempo vanaf deeerste maten van de kleine fughetta’s). Het studeren van polyfone werken wordtgezien als ‘een uitstekende school van gehoor- en klanktraining’ die de leerlingenvoorbereidt op pianowerken in alle genres.4

Na het studeren van niet te ingewikkelde sonatines en variaties in de eerste tweestudiejaren komt de leerling in aanraking met het specifieke sonate-allegro uit deopeningsdelen van sonatines en sonates van Clementi, Kuhlau, Dussek en Diabelli. Erwordt gewerkt aan motoriek, ritmische precisie en contrastwerking. Bij de variatiecycliwordt de voorkeur gegeven aan de muziek van de Russische en overige Sovjet-compo-nisten en aan composities gebaseerd op volksliederen (zoals Lichte variaties op een themavan een Russisch volkslied opus 51 van Kabalewski en Variatie op een Russisch thema opus8 van Maykapar). De kinderen analyseren het thema en proberen de overeenkomsten ofverschillen in motiefontwikkeling, ritme of harmonie tussen het thema en de variatieste vinden.

De voordrachtstukken worden verdeeld in beweeglijke, motorische stukken met eenduidelijke ‘melodie-begeleiding’-structuur en de lyrische werken met het ‘cantilene’karakter en de duidelijke ontwikkelingslijn van een melodie. Aan de hand van dezelaatste categorie voordrachtstukken wordt er gewerkt aan diverse vormen van pedaal-gebruik (bijvoorbeeld aan het na-pedaal in De zieke pop van Tsjaikowski), dynamieken agogische frasering.

Page 3: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

29

De eerste vier jaar van de piano-opleiding in R

usland - O

lga de Kort-Koulikova

Karakterstukken zoals marsen, dansen en toccatina’s zijn bepalend voor de verderetechnische en ritmische ontwikkeling. Het systematische werken aan toonladderfiguren,intervallen en versieringen wordt voortgezet in het studeren van talloze etudes. Hetbeoogde resultaat is vingervlugheid in combinatie met een ritmisch en dynamischprecieze voordracht.

Methodes en methodische boekenHoewel er in Rusland steeds meer nieuwe, geïllustreerde verzamelbundels op de

markt komen, geven de meeste docenten de voorkeur aan oude vertrouwde methodischeboeken van Gnessina, Artobolewskaja, Nikolajev en aan de onder redactie van Militsjsamengestelde pianobundels (etudes, voordrachtstukken, sonatines) die voor een bepaaldopleidingsjaar bedoeld zijn.

De tweedelige methode van Aleksandr Aleksandrovitsj Nikolajev (1903-1977) iswaarschijnlijk in West-Europa het bekendst dankzij de Duitse uitgave van Sikorski.Die Russische Klavierschule werd voor het eerst gepubliceerd in 1951. SamenstellerAleksandr Nikolajev was op dat moment decaan van de pianoafdeling op het conserva-torium in Moskou. Hij was pianostudent geweest van Grigori Ginsburg. Als musicolooginteresseerde hij zich voor het leven en werk van Muzio Clementi (thesis in 1938),‘geschiedenis en theorie van pianistiek’ en ‘de piano-erfenis van Tsjaikowski’ (doctoraal-scriptie in 1946). Naast docent aan de muziekschool van het Moskouse Conservatorium(vanaf 1931) en aan de pianofaculteit van ditzelfde conservatorium (professor vanaf1974) was hij redacteur van talloze muziekuitgaven van Field, Clementi, Scarlatti enschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs.

Zijn pianoschool/methode is gebaseerdop het principe ‘zien - horen (zingen) -spelen’ en bevat een schat aan eenvoudige,makkelijk in het gehoor liggende volks-liedjes en korte melodieën. Deze wordendoor leerlingen aanvankelijk gezongen enop het gehoor gespeeld. Bij het van bladleren spelen raken de kinderen meteenvertrouwd met de notenwaarden: eerst deliedjes met alleen de ritmisch gelijkenoten, daarna de ritmisch meer gevarieerdestukken met kwarten, halve noten en acht-sten. De titels en de teksten van de liedjeshelpen kinderen het karakter van elk stukjesnel te begrijpen om vervolgens de speel-manier en dynamiek er op af te kunnenstemmen. Zo wordt het staccato-spel in hetliedje Hopp, hopp, hopp geïntroduceerd, ter-wijl de eerste legato-boogjes in wiegelied-jes en volksliederen over de herfst en de

winter verschijnen. Nikolajev geeft slechts de noodzakelijke muziektheoretischeinformatie aan het begin van het boek en geen echte commentaren bij de stukken,maar slechts geheugensteuntjes. Het is aan de docent om alle aanvullende informatieaan de leerlingen te geven.

1. Omslag van de Russische Klavierschule vanAleksandr Nikolajev.

Page 4: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

2. Hopp-Hopp-Hopp (nr. 30) uit de Russische Klavierschule van Aleksandr Nikolajev.

In tegenstelling tot Nikolajev schreef Elena Gnessina (1874-1967) al het muziek-materiaal voor haar boeken zelf. Er verschenen van haar hand in totaal 18 verschillendebundels met etudes, korte stukken en oefeningen voor beginnende pianoleerlingen.De eerste stappen in de pianoles worden gemaakt aan de hand van het Piano ABC(1956). De 44 oefeningen en stukjes zijn voorzien van Gnessina’s eigen commentaarbij de vingerzetting, speelmanier of een leerdoel van het stuk. In de bijbehorendeMethodische noot benadrukt de beroemde pianodocente dat haar “kleine etudes enstukjes […] slechts na de voorbereidende lessen met de beginnende leerling gebruiktkunnen worden.”4

De voorbereidende lessen bestaan uit kennismaking met het instrument en hetwerken aan de juiste houding van de leerling. Vanaf de eerste dag achter de pianowordt gelet op een rechte rug, ontspannen armen en polsen (bijvoorbeeld door middelvan gymnastiekoefeningen zoals ‘roterende handbewegingen vanaf het schoudergewricht omhoog en opzij’) en de zithouding (de allerkleinsten krijgen een voeten-bankje).5 Gnessina adviseert de eerstelessen te besteden aan zangoefenin-gen om de “klanken, liedjes en kortemelodieën zonder en met pianobege-leiding” te leren zingen.Veel aandachtwordt besteed aan ‘de ontwikkelingvan het gehoor- en ritmische voor-stellingvermogen’ van jonge leerlin-gen.6

Het doel van de voorbereidendelessen is volgens Gnessina het ver-krijgen van “het gevoel van vrijheidin het schoudergewricht, bovenarmen pols en het ervaren van eenbepaald gewicht in de hand, dat alshet ware geconcentreerd is in de vin-gertoppen.”7

3. De eerste legato-oefeningen uit Piano ABCvan Elena Gnessina. 30

Piano Bulletin 2010/3

Page 5: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

31

De eerste vier jaar van de piano-opleiding in R

usland - O

lga de Kort-Koulikova

In de eerste twee/drie weken maken de leerlingen kennis met noten, notenbalkenen het non legato-spel. Door eerst met bepaalde vingers (respectievelijk derde, eerste,vijfde) non legato te spelen, leert de leerling de ‘elementaire bewegingsvaardigheden’.Nog voor het aanleren van het legato-spel dient de leerling al met oefeningen tebeginnen die voor de juiste vingerplaatsing op de toetsen zorgen. Het legato-spelwordt bij Gnessina aangeleerd met het gebruik van de tweede en derde vinger ophalve-toonsafstand (e-f, b-c, c-cis), zie voorbeeld 3. Tijdens het spelen moet de leer-ling leren luisteren naar de klank die bij het legato-spel ontstaat. Pas daarna wordt hetonderleggen van de duim geïntroduceerd en begint men met de voorbereidendeoefeningen voor het toonladderspel. De toonladders zelf mogen van Gnessina nog eenjaar of twee wachten.

Met deze benadering steltGnessina het volgende doel van deeerste lessen: het aanleren van denoten, zingen op noten, leren trans-poneren en het ontwikkelen vanonafhankelijkheid tussen beide han-den. Deze combinatie leidt “tot desnelle beheersing van het instru-ment”.

Het muziekmateriaal vanNikolajev en de pianostukken vanGnessina worden gebruikt in demethode van Anna ArtobolewskajaDe eerste ontmoeting met de muziek(1985). Volgens Arto bo lews kaja, kanmen de kinderen niet dwingen omde “muziek te leren”. Een kindmoet “worden betoverd door demuziek als door een boeiendsprookje zonder einde”, en als hetware worden “ondergedompeld inde wereld van muziekklanken”.8

Anna Artobolewskaja (1905-1988), zelf een getalenteerd pianiste,begon pas na een succesvolle pianis-tencarrière van twintig jaar met les-

geven. Haar methode kan in één zin beschreven worden: “Vanuit de muziek tot aande techniek, en niet omgekeerd’.9 In haar werk aan de Centrale GespecialiseerdeMuziekschool van het Conservatorium in Moskou stond een individuele benaderingvan ieder van haar vijfjarige leerlingen centraal, waarbij zij uitging van ieders speci-fieke kennisniveau, karakter en aanleg.

Het muziekmateriaal uit Artobolewskaja’s boek is bestemd voor het eerste studie-jaar. De volgorde van het oefenmateriaal veronderstelt een stap-voor-stap kennis-makingsproces. De stukken kunnen worden gebruikt bij het aanleren van de juistehandpositie en het onthouden van de noten. In haar boek geeft Artobolewskaja zelfsspeciale gymnastiekoefeningen die nuttig zijn voor de handpositionering. Alle stukkenzijn voorzien van haar methodisch commentaar en kleurrijke afbeeldingen.

4. Voorbereidende oefeningen voor toonladders uit Piano ABC van Elena Gnessina.

Page 6: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

Eerste stappenDe methode van Anna Artobolewskaja biedt een aantrekkelijk programma voor

de eerste lessen. En wat voor lessen! Sprookjes, volksliedjes, kindergedichten, speel-goed en kleurpotloden, alles kan aan bod komen om de belangstelling van de jongeleerlingen voor muziek te doen ontwaken en vast te houden. Hoe vroeger kinderenmet lessen beginnen hoe beter, want juist in de leeftijd van vier/vijf jaar vinden kin-deren het leuk om alles wat zij zien en horen te imiteren. Alles wat aangeleerd wordtin de eerste pianolessen blijft de pianisten hun hele leven lang bij.

1. Het instrument:De eerste kennismaking met de toetsen begint met een verhaal over de klanken

die zich eronder schuilhouden en alleen tot leven worden geroepen bij het indrukkenvan de toetsen. Om ‘bevriend’ te raken met alle 52 witte en 36 zwarte toetsen lerenkinderen alles over de notennamen, toonhoogte en octaven. Spelenderwijs ontdekkenze dat elke toets een eigen stem heeft, en dat uit deze stemmen allerlei melodieënworden gemaakt. Vanzelfsprekend moeten deze melodieën uit mooie klanken bestaan.Daarvoor moeten ze door ‘mooie’ handen gespeeld worden.

2. Het ‘boetseren’ van de handen:Artobolewskaja adviseert om meteen te beginnen een hand te ‘boetseren’. Zij zelf

vroeg de kinderen altijd om hun rechter- en linkerhand voor een paar minuten aanhaar ‘te schenken’. Met draaibewegingen maakte ze de handen van haar leerling vrij enlegde ze op een rubberen bal. De ontstane koepelvormige handen werden vervolgensop de toetsen geplaatst. De vingers vormen samen één grote ‘familie’ die de ‘koepel-hand’ in stand houden. Elke vinger heeft een eigen vorm en karakter (de vierde, bij-voorbeeld, wil bij de derde blijven, terwijl de tweede probeert hard op de toets teslaan), en het kind moet de hele ‘vingerfamilie’ goed leren kennen. De docent moetduidelijk maken dat de handen het middel zijn om de gedachten en wensen van eenpianist in klank te vertalen. De handen zijn ‘de stem’, en de pianist ‘spreekt’ door hardof zacht, zangerig en langzaam of snel te spelen.

5. Illustraties uit De eerste ontmoeting met de muziek van Anna Artobolewskaja.32

Piano Bulletin 2010/3

Page 7: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

33

De eerste vier jaar van de piano-opleiding in R

usland - O

lga de Kort-Koulikova

3. Notenschrift:In de zogenaamde pre-notenschriftperiode kennen de leerlingen al wel de namen

van de noten maar kunnen ze deze nog niet op de notenbalken terug vinden. De eersteliedjes (bijvoorbeeld Spring-Sprong) worden op gehoor ingestudeerd en alleen met dederde vinger gespeeld.

Het notenbeeld wordt geïntroduceerdals de kinderen het toetsenbord goedkennen en weten op welk gedeelte zichde hoge en lage, de ‘dikke’ en ‘dunne’klanken bevinden. Artobolewskaja hadeen bijzonder verhaal bedacht over twee‘notenstaten’: een land van de vioolsleutelwaar alle dunne en hoge klanken woondenen een land van de bassleutel voor lage endikke klanken. De woongebieden van elkestaat zijn begrensd door de vijf lijntjes.Om de plaats van de noten goed te kunnenonthouden, liet Artobolewskaja haar leer-lingen de huisjes voor elke noot tekenen– op, onder, boven en tussen de lijntjes, enzelfs de huisjes met de naam van de notenerop uit papier maken. Ook gebruikte zeeen zelfgemaakte ‘muzikale lotto’ waarbijin plaats van de balletjes kaarten metnotenafbeeldingen op de juiste plaats opde notenbalken gelegd moesten worden.Op deze manier leerden de jonge kinderenheel snel de verbinding te maken tussende noot ‘zien, horen en op het toetsen-bord weten te vinden’.

4. Ritme:Om het ritmische gevoel te ontwikkelen adviseert Artobolewskaja ritmische

loopoefeningen met de kinderen te doen. De notenwaarden kunnen worden uitgelegdnaar voorbeeld van appelstukjes (een hele, halve appel enz.). Ook begrippen als tempo,maat en rust komen vanaf het begin ter sprake. De teksten van de liedjes helpen hierbijom ritmisch te leren spelen. De leerlingen kunnen ook zelf eigen woorden verzinnendie gebaseerd zijn op hun eigen associaties met de klanken en hun ritme.

5. Genres en stijlen:Volgens Artobolewskaja moest “de naam van J.S. Bach voor de kinderen vanaf het

begin en voor altijd met het begrip ‘de muziek’ verbonden worden.”10 Tijdens heteerste jaar maken de leerlingen kennis met het Notenbüchlein für Anna Magdalena Bachen luisteren naar Bachs preludes en fuga’s. Aan het eind van dit jaar kunnen zij al hetMenuet in d spelen. Dit stuk moet gezien worden als “een feest, als een beloning vooreen jaar werken”.11

Tussen de andere stukken die een afsluiting van het eerste jaar markeren bevindtzich Erster Verlust van Schumann. In haar commentaar bij dit stuk staat Artobolewskaja

6. Spring-Sprong uit De eerste ontmoeting met de muziek van Anna Artobolewskaja.

Page 8: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

nog even stil bij de aandachtspunten die belangrijk zijn voor de uitvoering: “Het ver-loop van de melodielijn, contrasten in de linker- en rechterhand, elementen van depolyfonie en de afsluitende ‘explosies’ van akkoorden.”12 Nu komt de tijd om dejonge pianisten met de romantische muziek van Schumann, Schubert en Chopinkennis te laten maken.

Nieuw elfjarig professioneel opleidingsprogrammaVanaf de jaren negentig van de vorige eeuw verandert er veel in het muzikale

opleidingslandschap in Rusland. De nog steeds bestaande traditionele muziekscholen en-studio’s richten zich tegenwoordig steeds meer op de ‘algemene esthetische ontwikke-ling’. Ze werken met kinderen ‘van divers niveau van begaafdheid’ en leggen hetaccent op de opvoeding van amateurmusici. Het opleidingsprogramma duurt zevenjaar en is bedoeld voor kinderen vanaf hun zevende tot en met hun veertiende jaar.De vijf/zesjarige kinderen kunnen eerst een voorbereidingsjaar volgen.

De nieuw opgerichte speciale muzieklycea, kunstlycea en gespecialiseerdemuziekcentra en muziekgymnasia hebben daarentegen uitgesproken professioneledoelen en houden zich met de ‘vakmatige oriëntatie’ van de leerlingen bezig. Ze werkenmet de kinderen die “het meest begaafd zijn en in professioneel opzicht het meesteperspectief bieden voor het hoger muzikaal beroepsonderwijs”.12 Het programma isgebaseerd op een elfjarige opleiding. Op het moment van afstuderen zijn de leerlingenzeventien of achttien jaar oud. Hetzelfde elfjarige systeem wordt gebruikt voor demuziekscholen bij conservatoria.

Het programma van kunstlyceum ‘Sint-Petersburg’ geeft een goed idee van hetprogramma en de opleidingeisen van gespecialiseerde scholen. De leerlingen van hetvoorbereidingsjaar krijgen 1 tot 2 uur per week pianoles, 1 uur koorles en 1 uur solfège.In het eerste tot en met vierde jaar hebben de kinderen wekelijks 2 uur pianoles. Deandere vakken op hun curriculum zijn solfège, koorklas, muziekgeschiedenis, etiquette,een vreemde taal, elementaire muziektheorie, harmonie, muziekanalyse en een keuze-vak (ensemblespel, compositie, improvisatie, begeleiden, prima vista-spel, elementairemuziektheorie, zang of journalistiek). De piano-examens worden afgelegd in hetvierde, achtste en elfde studiejaar. In de loop van het schooljaar krijgt iedere leerlingde kans om ten minste drie keer voor publiek te spelen. Door het jaar heen komener nog enkele tentamens voor toonladders en etudes bij.

LeerplanHet voorbereidingsjaar (voor kinderen van vijf/zes jaar) wordt besteed aan het

leren van noten en het aanleren van de basisspeelvaardigheden.Aan het eind van dit jaarkunnen de kinderen eenvoudige melodieën spelen en transponeren. Het repertoiredat toegang geeft tot het eerste jaar van de piano-opleiding bestaat uit, bijvoorbeeld,Menuet in d van Mozart, Rigaudon van Rameau en Polonaise in g van Bach, plus deverplichte toonladders van C en G.

Tijdens de eerste twee opleidingsjaren worden de leerlingen geacht 10 à 12 etudeste spelen, 4 à 6 polyfone stukken, 2 à 3 sonatines en 8 à 10 voordrachtsstukken.13 Inhet derde jaar groeit het aantal etudes tot 12 à 14.14Tijdens het vierde en tevens examen-jaar werden er 8 à 10 etudes (Czerny opus 299) gespeeld, samen met 3 à 4 polyfonestukken (twee- en driestemmige Inventies en Franse Suite nr. 2 in c van Bach) en sonatesvan Haydn en Mozart. Tot de voordrachtstukken behoren Nocturne in Bes van Field,Nocturne in cis, opus posth. van Chopin en 6 Ecossaises van Beethoven. 34

Piano Bulletin 2010/3

Page 9: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

35

De eerste vier jaar van de piano-opleiding in R

usland - O

lga de Kort-Koulikova

De repertoire-eisen laten zien dat er veel aandacht aan het opbouwen van detechniek wordt besteed. Etudes en toonladders zijn de dagelijkse ‘vingergymnastiek’ voorde leerlingen van alle klassen. Ze dienen om de ‘natuurlijke bewegingen’ te ontwikkelen,en het liefst niet door mechanisch en urenlang ‘stampen’, waarbij de vingers slechts ‘aanstereotype handelingen wennen’, maar door de muzikaal verantwoorde bewegingendie de leerlingen ‘bevriend maken met het instrument’.15

De belangrijkste rol speelt hier de toonladdertechniek, die het mogelijk maakt omaan de verbindingen van posities en diverse groepen binnen deze posities te werken.Voor het eerste jaar zijn er omspeeloefeningen met langzame trillers die uitgevoerdworden door diverse vingergroepen (de eerste en tweede vingers, de tweede en derdeenz). In het tweede jaar worden de oefeningen voor het verbinden van diverse positiesgedaan door, bijvoorbeeld, het onderleggen van de duim bij het spelen van toonladdersin twee octaven. Voor de toonladder van C kan deze oefening er zo uitzien: een groepvan drie noten, e-f-g-f-e-f, die door steeds dezelfde groep vingers wordt herhaald:3-1-2-1-3-1 enz. Vervolgens voegt de leerling nog een noot boven en onder toe,waarbij zijn vingerzetting veranderd in 2-3-1-2-3-2-1-3-2-3-1-2 enz. Hetzelfdeprincipe wordt toegepast bij de uitwerking van de overgang van de zevende trap naarde eerste (van de vierde naar de eerste vinger).16

Alle oefeningen en repertoirewerken uit de eerste vier jaar worden gebruikt alsbouwmateriaal voor de vingervlugheid en onafhankelijkheid van de vingers als basisvan de toekomstige virtuositeit van een pianist.

Zes jaar later spelen deze inmiddels al zeventien/achttienjarige pianoleerlingen hetvolgende toelatingsprogramma voor het conservatorium: Chopins Etude nr. 8, Debussy’sEtude nr.1, Prelude en fuga in bes uit het Bachs Wohltemperierte Klavier I, Sonatine in BesKV 281 van Mozart, de Rigoletto-parafrase van Verdi-Liszt en Chopins Ballade nr. 3.

Pianodocenten en pianomethodiekDe vaak geciteerde woorden van Heinrich Neuhaus dat talenten niet gemaakt

kunnen worden, maar de voorwaarden voor hun ontdekking en groei wél, veronder-stellen niet alleen de muzieklessen op een vroege leeftijd en een breed opgezet netwerkvan muziekscholen. Tot de noodzakelijke voorwaarden behoren ook betrokken,vriendelijke en goed opgeleide docenten.

De methodieklessen op de pianodocenten-opleidingen worden gedurende driesemesters aangeboden. De studenten bestuderen de negentiende- en twintigste-eeuwse methodes, leren alles over de organisatie van het leerproces, onderwijsprincipesvan prima vista-spel en pedaalgebruik en over de ontwikkeling van de pianotechniekin de laatste twee eeuwen. Het methodiekexamen bestaat uit theoretische vragen eneen methodische analyse van enkele werken uit het repertoire van muziekscholen ofuit het schrijven van een werkstuk op een actueel thema.

De wereld van de pianomethodiek kent weinig ‘aardverschuivingen’; het gebeurt nietiedere dag dat er nieuwe, baanbrekende theorieën zoals Suzuki of een improvisatie-methode piano van Sergej Maltsev (wiens leerlingen elke fuga van Bach in alle toon-soorten kunnen spelen) gepresenteerd worden. De meest actuele vragen van de laatstejaren hebben betrekking op de verandering in de leeftijd van beginnende leerlingen(vanaf drie jaar), het nieuwe repertoire (oude muziek, ‘vergeten’ muziek van Russischecomponisten en de hedendaagse muziek), het onderhouden van contacten met deouders, het belang van improvisatie voor de ontwikkeling van het muzikale geheugenen het muzikale gehoor.

Page 10: De eerste vier jaar van de piano- opleiding in Rusland · PDF fileschrijver van methodische werken over het piano-onderwijs. Zijn pianoschool/methode is gebaseerd op het principe ‘zien

De pianodocenten in Rusland kunnen zich gelukkig prijzen met de tallozemethodisch-didactische leerboeken en leerplannen voor alle niveaus in het piano-onderwijs. De meeste van deze uitgaven zijn helaas niet bekend bij de Nederlandsecollega’s, terwijl ze, mits vertaald en van commentaar voorzien, ongetwijfeld op veelgeïnteresseerde lezers kunnen rekenen. De boeken van Gnessina of Artobolewskajahebben wellicht uiterlijk een ouderwetse vormgeving maar inhoudelijk hebben ze nogsteeds veel te bieden aan elke betrokken, zoekende en gepassioneerde pianoleraar.

Noten:1. Militsj, B., Opvoeding van een leerling-pianist, Moskou, Kifara, 2008, p. 10.2. ibidem, p. 67.3. ibidem, p. 81.4. Gnessina, E., Piano ABC, Moskou, Kompozitor, 1993, p. 3.5. ibidem.6. ibidem.7. ibidem.8. Artobolewskaja, A., De eerste ontmoeting met de muziek, 6de druk, Moskou, Sovjetskij Komponist, 1992, p. 3.9. ibidem, p. 4.10. ibidem, p. 38.11. ibidem.12. Programma. Speciale fortepiano klas. 1-11 klassen, SPb., Sojuz Hoedozjnikov, 1999, p. 3-4.13. In het eerste jaar: etudes van Czerny-Germer uit deel I, Burgmüller opus 100 en van Lemoine opus

37; Bachs Kleine Preludes in C en g en Menuetten in G, g en a uit het Notenbüchlein für Anna MagdalenaBach; sonatines van Diabelli of Clementi, Wilder Reiter, Soldatenmarsch, Erster Verlust, Melodie en FröhlicherLandmann uit het Jugendalbum van Schumann. De verplichte toonladders in dit eerste jaar zijn in C, G,D, F, a, e, b en d.In het tweede jaar: etudes van Czerny uit deel II, Kleine Preludes van Bach (nrs. 6-8, 12) en saraban-des, fughetten, inventio’s en aria’s van Händel, Mozart, Zipoli en Telemann; Sonatine in D van ‘Mozart’,Sonatine in G van Gurlitt en Sonatine in F (deel 1) van Beethoven. Bij de voordrachtstukken vermeldthet studieprogramma de werken van Maykapar, Schumann (Sizilianisch), Poulenc (Villageoises),Burgmüller (Barcarolle en Ballade) en Schubert (drie Duitse Dansen en Wals in b). De toonladders in C,G, D, A, F, Bes, a, e, b, d en g worden in 4 octaven gespeeld (tijdens het eerste jaar nog in twee octaven).

14. In het derde jaar: etudes van Czerny opus 299 nrs. 1-4 en 11, Loeschorn, Burgmüller, Heller enBerens; drie à vier polyfone stukken (tweestemmige inventies van Bach). Bij de sonatines mag geko-zen worden tussen Diabelli’s opus 151 (Sonatine nr. 2 in C, deel 1), Haydn (Sonatine nr. 4, HV 70),Cimarosa (Sonatines 2, 3 en 5) en Mozart (Sonatine nr. 5 en 6). De voordrachtstukken (tussen 6 en 8in totaal) worden uitgebreid met Grieg (Arietta opus 12 en Valse opus 38), Mendelssohn (Gondelliedopus 19 nr. 6 en Lied ohne Worte nr. 9 in E), Villa-Lobos (Wiegelied) en Debussy (Le petit nègre). Nieuwetoonladders: E, B, Es, fis en c.

15. Smidt-Sjklowskaja, A., Ontwikkeling van de pianistische vaardigheden, Leningrad, 1985, p. 6.16. Militsj, B., p. 34.

36

Piano Bulletin 2010/3