De burger in de stad. Keynote Filip De Rynck

6

Transcript of De burger in de stad. Keynote Filip De Rynck

2

Verschillen tussen burgerinitiatieven

• Zorg in de particuliere sfeer • versus open initiatieven in de publieke ruimte, cultuur,

recreatie, duurzaamheid,...• Initiatieven op privaat domein; initiatieven op de brug met

de markt (bvb coöperatieven)• versus initiatieven op het publieke domein en op de

brug met de overheid• Kortlopend / eenmalig

• versus langlopend / structureel

Zeven vormen van ‘doe-democratie’

1 Zelfbeheer van de openbare ruimte door individuele of groepen burgers.2 Sociaal ondernemerschap3 Structurele overdracht van politieke zeggenschap aan bewoners in het kader van gebiedsgericht werken.4 Eigen initiatieven en inzet van bewoners in het kader van maatschappelijke handhaving, toezicht en veiligheid.5 Eigen initiatieven en inzet van bewoners gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de samenleving.6 Vrijwilligerswerk en zelforganisatie om lokale voorzieningen en diensten in stand te houden.7 Nieuwe netwerken en coalities van overheden en professionele organisaties enerzijds en vrijwilligersorganisaties, verenigingen en burgers anderzijds gericht op slimme alternatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.

De ‘Doe – Democratie’. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid en samenleving, 2013 (zie hoofdstuk 2 van het document voor toelichting en voorbeelden per vorm)

4

Burgerinitiatieven:

nieuwe belangen, tegen gevestigde belangen

innovatief, tegen gestold beleid en tegen heersende beleidstheorie

tegen de partijpolitieke consensus van het moment en de partijpolitieke cultuur

tegen de gestolde representatie: hoe representatief is de representatie nog?

Aan de hand van drie ‘oerkrachten’ analyseert de Raad waarom loslatenvoor de overheid lastig is.

De eerste is de verstikkende dynamiek tussen democratische samenleving en verzorgingsstaat, die ervoor zorgt dat burgers voortdurend geneigd zijn om meer beroep te doen op overheidsvoorzieningen.

De tweede is het politieke ongemak dat ontstaat doordat maatschappelijke initiatieven gerechtigd zijn tot in- en uitsluiten.

De derde betreft de voorkeur voor centrale ordening in plaats van voor een spontane ordening op basis van een variëteit aan actoren en initiatieven.