De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder...

12
Bietplanter De MAANDBLAD VAN DE CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265 Hoofdartikel door Valerie Vercammen, Secretaris-generaal van de CBB IN DIT NUMMER p. 2: Internationalisatie van de suikerindustrie p. 3: 73 e IIRB-Congres p. 5-9: KBIVB p. 9: Cichoreiproducenten Oreye p. 12: Bietsuikerproductie in Turkije APRIL 2012 nr. 490 - 46ste jaargang De wintervergaderingen zijn achter de rug en ik vond het fijn om ze stuk voor stuk bij te kunnen wonen, zowel in Vlaan- deren als in Wallonië. Op die manier kon ik kennis maken met onze planters en zo rechtstreeks van jullie vernemen hoe het echt reilt en zeilt in de sector. Dank u wel voor de hartelijke ontvangst op de regio- nale vergaderingen en vooral voor de po- sitieve reacties die ik tijdens die vergade- ringen of achteraf telefonisch of per mail mocht ontvangen over het lobbywerk van de CBB in het dossier voor het behoud van ons huidig suikerreglement. Dat mo- tiveert om ons nog meer in te zetten voor het behoud van onze suikerquota! Bij deze editie vindt u het CBB- standpunt in gedrukte vorm. Gebruik het bij uw lo- kale politieke contacten om “ons” quotum- systeem te verdedigen. Want het zal door “samen” te ageren tegen de afschaffing van de suikerquota zijn dat we de groot- ste kans op succes zullen behalen. De campagne 2011-2012 was een re- cordcampagne en onze regionale secre- tarissen brachten tijdens de winterverga- deringen een echte “goed nieuws show”: recordopbrengsten van 81.23 t bieten per hectare en een suikeropbrengst van gemiddeld 14.40 t per hectare met een gemiddelde suikergehalte van rond de 17.80°: hiervoor is er maar 1 woord: “me- morabel”. De bieten zullen bovendien ook aan een recordprijs gevaloriseerd worden: zowel de Tiense als ISCAL kon- digden meerprijzen op de quotumbieten aan van rond of net boven de 13 e per ton quotumbieten. Naast de minimum- prijs van 26.29 e per ton krijgt u dit jaar dus een meerprijs van rond de 13 e o.a. dankzij de hoge prijs van suiker op de Europese markt. De rekening is vlug ge- maakt! Eén minpunt: de campagne 2011-2012 brak ook op het vlak van campagneduur een record met 129 dagen bij ISCAL en 132 dagen bij de Tiense. Een campagne nog langer laten duren zou onverant- woord zijn en te veel risico’s inhouden: te vroeg beginnen heeft als gevolg dat de bieten nog niet volledig rijp zijn en dus moeilijk te verwerken en te laat eindigen creëert veel teveel risico’s op het vlak van bewaring van suikerbieten bij vriesweer (want ook op klimatologisch vlak was de winter 2011-2012 uitzonderlijk). Op het IIRB-congres in februari legde het IRS (het Nederlandse Bieteninstituut) uit hoe men aan dergelijke recordresultaten geraakt: door goed beheer. Dit houdt in: de grond goed klaarmaken en zorgen voor een goede grondstructuur, de juiste keuze van zaden volgens de grondeigen- schappen, vroeg zaaien met de juiste zaaitechnieken, een adequaat gebruik van fytotechnie en de gepaste rooi- en bewaartechnieken. Het is dus -naast de grote rol van het klimaat- jullie vakman- schap dat leidt tot dergelijke records, pro- ficiat! En begint het nog niet te “kriebelen” om te zaaien? Na de wintervergaderingen Bij dit nummer vindt u het standpunt van de CBB over het voorstel van de Europese Commissie om het huidige suikerreglement af te schaffen. Dit document wijst op de belangrijkste voordelen van het huidige reglement, het kaart de risico’s aan die verbonden zijn aan het voorstel van de Europese Commissie en het vat de eisen samen van de CBB om de toekomst van de suikerindustrie in België veilig te stellen. Veel leesplezier. CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw Waarom de CBB pleit voor de verlenging van een doeltreffend en voor de EU budgettair neutraal systeem tot minstens 2020 Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015 Valerie Vercammen, Secretaris-Generaal CBB Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw 2012

Transcript of De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder...

Page 1: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

BietplanterDem a a n D B l a D va n D e c o n f e D e r at i e va n D e B e l g i s c h e B i e t e n p l a n t e r s

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel

T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265

Hoofdartikel door Valerie Vercammen, Secretaris-generaal van de CBB

i n D i t n U m m e r

p. 2: internationalisatie van de suikerindustrie

p. 3: 73e iirB-congres

p. 5-9: KBivB

p. 9: cichoreiproducenten oreye

p. 12: Bietsuikerproductie in turkije

ap

ril 2012

nr. 490 - 46ste jaargang

De wintervergaderingen zijn achter de rug en ik vond het fijn om ze stuk voor stuk bij te kunnen wonen, zowel in Vlaan-deren als in Wallonië. Op die manier kon ik kennis maken met onze planters en zo rechtstreeks van jullie vernemen hoe het echt reilt en zeilt in de sector. Dank u wel voor de hartelijke ontvangst op de regio-nale vergaderingen en vooral voor de po-sitieve reacties die ik tijdens die vergade-ringen of achteraf telefonisch of per mail mocht ontvangen over het lobbywerk van de CBB in het dossier voor het behoud van ons huidig suikerreglement. Dat mo-tiveert om ons nog meer in te zetten voor het behoud van onze suikerquota!Bij deze editie vindt u het CBB- standpunt in gedrukte vorm. Gebruik het bij uw lo-kale politieke contacten om “ons” quotum-systeem te verdedigen. Want het zal door “samen” te ageren tegen de afschaffing van de suikerquota zijn dat we de groot-ste kans op succes zullen behalen. De campagne 2011-2012 was een re-cordcampagne en onze regionale secre-

tarissen brachten tijdens de winterverga-deringen een echte “goed nieuws show”: recordopbrengsten van 81.23 t bieten per hectare en een suikeropbrengst van gemiddeld 14.40 t per hectare met een gemiddelde suikergehalte van rond de 17.80°: hiervoor is er maar 1 woord: “me-morabel”. De bieten zullen bovendien ook aan een recordprijs gevaloriseerd worden: zowel de Tiense als ISCAL kon-digden meerprijzen op de quotumbieten aan van rond of net boven de 13 e per ton quotumbieten. Naast de minimum-prijs van 26.29 e per ton krijgt u dit jaar dus een meerprijs van rond de 13 e o.a. dankzij de hoge prijs van suiker op de Europese markt. De rekening is vlug ge-maakt!Eén minpunt: de campagne 2011-2012 brak ook op het vlak van campagneduur een record met 129 dagen bij ISCAL en 132 dagen bij de Tiense. Een campagne nog langer laten duren zou onverant-woord zijn en te veel risico’s inhouden: te vroeg beginnen heeft als gevolg dat de

bieten nog niet volledig rijp zijn en dus moeilijk te verwerken en te laat eindigen creëert veel teveel risico’s op het vlak van bewaring van suikerbieten bij vriesweer (want ook op klimatologisch vlak was de winter 2011-2012 uitzonderlijk).Op het IIRB-congres in februari legde het IRS (het Nederlandse Bieteninstituut) uit hoe men aan dergelijke recordresultaten geraakt: door goed beheer. Dit houdt in: de grond goed klaarmaken en zorgen

voor een goede grondstructuur, de juiste keuze van zaden volgens de grondeigen-schappen, vroeg zaaien met de juiste zaaitechnieken, een adequaat gebruik van fytotechnie en de gepaste rooi- en bewaartechnieken. Het is dus -naast de grote rol van het klimaat- jullie vakman-schap dat leidt tot dergelijke records, pro-ficiat! En begint het nog niet te “kriebelen” om te zaaien?

Na dewintervergaderingen

Bij dit nummer vindt u het standpunt van de CBB over het voorstel van de Europese Commissie

om het huidige suikerreglement af te schaffen. Dit document wijst op de belangrijkste voordelen

van het huidige reglement, het kaart de risico’s aan die verbonden zijn aan het voorstel van de Europese Commissie

en het vat de eisen samen van de CBB om de toekomst van de suikerindustrie in België veilig te stellen.

Veel leesplezier.

CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw

Waarom de CBB pleit voor de verlenging van een doeltreffend en voor de EU budgettair neutraal systeem tot minstens 2020

Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015

Valerie Vercammen,Secretaris-Generaal CBB

Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw

2012

Page 2: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

2 — 04/2012 De Bietplanter

i n t e r n a t i o n a l i s a t i e v a n D e e U r o p e s e i n D U s t r i e

Gezonder Groener

www.stickandstay.be Palazzo® : erk. nr. 9825/B, bevat 62,5 g/L epoxiconazool + 200 g/L fenpropimorf + 75 g/L metrafenone, Osiris® : erk. nr. 9888/B, bevat 37,5 g/L epoxiconazool + 27,5 g/L metconazool, Granovo® : erk. nr. 9985/B, bevat 140 g/L boscalid + 50 g/L epoxiconazool, Capalo® : erk. nr. 9821/B, bevat 62,5 g/L epoxiconazool + 200 g/L fenpropimorf + 75 g/L metrafenone, Opus® Plus : erk. nr. 9908/B, bevat 83 g/L epoxiconazool. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

• Nieuwe generatie fungiciden • Uitzonderlijke regenbestendigheid • 5 producten beschikbaar : Granovo®, Palazzo®, Osiris®, Capalo®, Opus® Plus

De europese suikerproducenten opereren steeds meer op internationaal niveau, zowel voor wat betreft hun productie als hun com-merciële activiteiten. De eerste vier europese suikerondernemingen, südzucker, nordzucker, British sugar en tereos, worden eveneens tot de grootste wereldwijd gerekend.

Vier ondernemingen produceren meer dan 60% van het EU-quotum

Binnen de Europese Unie wordt de suikermarkt gedomi-neerd door een beperkt aantal ondernemingen waarvan sommigen een belangrijke plaats bekleden op de wereld-markt.Negen suikerondernemingen totaliseren samen meer dan 90% van het suikerquotum van de EU-27; de eerste vier ondernemingen realiseren meer dan 60% van het quotum.Op de eerste plaats komt Südzucker met 25% van het EU-quotum. Südzucker groepeert de suikerfabrieken van Südzucker, Tiense Suikerraffinaderij, Saint Louis Sucre en Agrana. In Europa telt de groep 29 suikerfabrieken en 3 raffinaderijen gevestigd in Duitsland, België, Frankrijk, Polen, Oostenrijk, Republiek Tsjechië, Slovakije, Honga-rije, Roemenië, Bosnië-Herzegovina en Moldavië.Op de tweede plaats komt de groep Nordzucker die de suikeractiviteiten van de Deense groep Danisco overnam in 2008. Met 16% van het EU-quotum is Nordzucker aan-wezig in Duitsland, Polen, Slovakije, Denemarken, Fin-land en Litouwen.Op plaats drie en vier, praktisch ex aequo met elk 11% van het EU-quotum, komen de Britse groep British Su-gar en de Franse groep Tereos.In Europa zijn de suikerfabrieken van British Sugar gele-gen in het Verenigd Koninkrijk en in Spanje. British Su-gar kocht immers de 4 suikerfabrieken van de Spaanse groep Azucarero Ebro in april 2009. De Europese suiker-fabrieken en raffinaderijen van Tereos bevinden zich in Frankrijk, in de Republiek Tsjechië en in Spanje.

Recente overnames in de EU

Vorig jaar heeft een sterke concentratie- of internationali-satiebeweging zich doorgezet in Frankrijk en in Duitsland.In Frankrijk gaf de mededingingsautoriteit onlangs haar akkoord voor de overname van de groep Vermandoise door Cristal Union. Het nieuwe geheel werd de tweede Franse suikerproducent en de vijfde Europese produ-cent, die 8% van het EU-suikerquotum totaliseert. De suikerfabrieken van Cristal Union/Vermandoise zijn in Frankrijk gelegen. In Duitsland sloot de Duitse fabrikant Pfeifer & Langen onlangs een akkoord met de groep Arvi & Co., om 49% van het kapitaal van zijn suikerfiliaal Arvi Cukrus te ko-pen, die de suikerfabriek van Marijampole in Litouwen

beheert. Het productiequotum van deze suikerfabriek be-draagt 26.043 ton suiker met een verwerkingscapaciteit van 2.400 ton bieten per dag. De fabriek van Marijampole is één van de kleinste van de Europese Unie. De groep Arvi & Co. die het grootste deel van het kapitaal bezit, is aanwezig in de landbouw- en voedingssector en zou ca 70.000 ton suiker per jaar verkopen in de Baltische Staten. Pfeifer & Langen bezit zes suikerfabrieken in Duitsland evenals vier productie-eenheden in Polen en één in Roemenië alsmede een belangrijk distributienet in Hongarije, de Republiek Tsjechië, Slovenië, Italië, Kroa-tië en Ukraïne.De Duitse groep Südzucker wil 25% van de aandelen van de Britse handelaar ED&F Man verwerven. Dit zal hem toelaten om toegang te hebben tot het commerciële net-werk van ED&F Man wereldwijd. ED&F Man is immers de tweede suikerhandelaar en eerste melassehandelaar op wereldschaal. ED&F heeft belangen in de operaties van productie en raffinage van suiker waarvan de totale capaciteit ongeveer 2,5 Mt suiker vertegenwoordigt. De transactie blijft onderworpen aan de goedkeuring van de antitrustautoriteiten. Een enquête van de Europese Com-missie wijst erop dat de verwerving van ED&F MAN door Südzucker tot concurrentieproblemen zou kunnen leiden. Een meer diepgaande enquête zou moeten toelaten om te verifiëren dat de overwogen operatie op termijn geen prijsverhogingen zal teweegbrengen voor de eindverbrui-ker. De Europese Commissie heeft nu tot de maand april 2012 om een definitieve beslissing te nemen.

Expansie op internationaal niveau

De vier Europese suikergroepen die de EU-markt do-mineren worden eveneens gerekend tot de grootste op wereldschaal. Het gaat om de groepen Südzucker, Nord-zucker, British Sugar en Tereos Internacional.Ingevolge de hervorming van de suikersector in de Eu-ropese Unie in 2005, werden de productie- en rendabi-liteitsmogelijkheden van de EU-suikerondernemingen sterk beperkt door de quotumvermindering met 39% en de daling van de suikerprijs. Om hun markt in stand te houden wendden verscheidene Europese suikermaat-schappijen zich tot het buitenland of versnelden hun ves-tiging op de internationale scène. Suiker importeren die

zij niet meer kunnen produceren werd noodzakelijk om hun commerciële positie te handhaven. Ziehier enkele voorbeelden.Südzucker sloot een handelsakkoord met het eiland Mau-ritius voor de import en commercialisatie van 400.000 ton witsuiker. Südzucker situeert zich tussen de grootste sui-kerproducenten in de wereld met een totale productie van 4,2 Mt in 2010/11. ABF, de Britse groep die British Sugar bezit, verwierf in 2006, 51% van de Zuid-Afrikaanse suikergroep Illovo, eerste operator van het Afrikaanse continent, genoteerd op de beurs van Johannesburg, met fabrieken in Zuid-Afrika, Zambia, Malawi en Mozambique. De Britse groep bezit eveneens 5 fabrieken in China. Bijna twee derde van de suikerproductie van British Sugar wordt nu verwe-zenlijkt buiten de EU. De groep produceerde in 2010/11 meer dan 3,9 Mt suiker.Tereos begon zijn internationale expansie in 2000 met een partnerschap met de eerste Braziliaanse suikergroep Cosan. In 2003 verwierf hij 100% van de Braziliaanse sui-kergroep Guarani en hij blijft zijn Braziliaanse expansie voortzetten. In 2010, kocht Tereos zijn zevende suiker-fabriek in Brazilië. Ingevolge deze acquisities, werd Te-

reos de vierde grootste suikerproducent in Brazilië. Tereos is ook aanwezig in Afrika. Hij is meerderheidsaandeelhouder van een suikergroep van Île de la Réunion “Société Sucrière de Quartier Français” en verwierf eveneens 75% van de suikerfabriek Mar-romeu in Mozambique. Momenteel zou Te-reos meer dan de helft van zijn winst rea-liseren buiten Frankrijk. De totale productie van de groep Tereos internacional bedroeg ongeveer 3,6 Mt suiker in 2010/11.

Bronnen: FO Licht, www.suedzucker.de, www.Pfeifer

4 Europese suikerproducenten in de wereldtoptien

De Duitse fabrikant Pfeifer & Langen nam onlangs een participatie in het kapitaal van de suikerfabriek van Ma-rijampole in Litouwen.

Andere 10%KSC 4%

Suiker Unie 7%

Pfeifer&Langen 8%

Cristal Union 8%

Tereos 11%British Sugar 11%

Südzucker 25%

Nordsucker 16%

4 suikerondernemingen realiseren samen meer dan 60% van het quo-tum van de EU-27.

Page 3: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

04/2012 — 3De Bietplanter

7 3 s t e i i r B c o n g r e s

Minder behandelingen,minder remming meer ton/ha

Betere selectiviteit,minder remming meer ton/ha

Betere werking,minder onkruiden meer ton/ha

Betanal® Elite: gedeponeerd handelsmerk van Bayer - Erkenningsnummer: 9453/B - Bevat 71 g/L desmedifam + 91 g/L fenmedifam + 112 g/L ethofumesaat. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees altijd het etiket en de productinformatie voor gebruik. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be. www.bayercropscience.be

Bewezen rentabiliteitin de onkruidbestrijding

Minder behandelingen: resultaat van nationale en internationale proeven en marktstudies

▼▼

op 14 en 15 februari ll. vond in het Bedford hotel in Brussel het 73ste iirB-congres plaats. 270 deelnemers namen deel.

Het IIRB (International Institute for Beet Research) is het Internationaal Instituut voor Onderzoek naar de Suiker-biet. Het objectief van het IIRB is het onderzoek over de suikerbiet promoten door de samenwerking tussen spe-cialisten in de verbetering van groeitechnieken van de suikerbiet te bevorderen en onderzoek te voeren op dit gebied. Om deze doelstellingen te realiseren organiseert het IIRB meetings van experten en wetenschappers, con-gressen, studie- en projectgroepen om onderzoeksresul-taten uit te wisselen en publiceert het informatie.Het congres van 2012 stond volledig in het teken van ef-ficiency en duurzaamheid. “Duurzaamheid” is een heel trendy begrip, doch de inhoud blijft dikwijls nog te vaag. “Duurzaamheid” in de teelt heeft ecologische, economi-sche alsook sociale aspecten.Efficiency gaat, bijvoorbeeld, over het efficiënt beheren van het volledige groeiproces van de suikerbiet, van grondvoorbereiding, tot zaaitechnieken, tot fytotechnie, de juiste rooi- en bewaartechnieken met het oog om meer en beter te produceren.

Een politieke boodschap aan Joao Pacheco

Alexandre Quillet, de Franse voorzitter van het Franse Bieteninstituut ITB en van het IIRB gaf een duidelijke politieke boodschap mee aan Joao Pacheco van de Eu-ropese Commissie: ons huidige suikerreglement draagt bij tot onze competitiviteit door de regulering en de sta-bilisering van de Europese markt. Ook in de USA, Ja-pan, Marokko, Turkije, Thailand en Zwitserland bestaan er reguleringsinstrumenten om de markt te stabiliseren. Waarom wil enkel Europa die reguleringsinstrumenten

voor de suikermarkt samen met de efficiënte GMO suiker dan afschaffen, een GMO die bovendien budgettair neu-traal is voor Europa?De voorzitter van het IIRB riep de Europese Commissie op om de sector meer tijd te geven om voldoende com-petitief te worden en zich voor te bereiden op de concur-rentie van de wereldmarkt: “Verleng het huidige suiker-regime minstens tot 2020”, drong M. Quillet aan bij de vertegenwoordiger van Commissaris Ciolos.

Boeiende uiteenzettingen rond de hoofdthema’s van effiency en duurzaamheid

DuurzaamheidVerschillende sprekers toonden aan dat de suikerbiet door de jaren heen één van de meest duurzame teelten is geworden. Bovendien is de suikerbiet goed aangepast aan de opwarming van het klimaat. Suikerbiet heeft op dit vlak een groot comparatief voordeel t.o.v. suikerriet.De grootste uitdagingen voor de Europese bietplanters is om de productiekosten te herleiden en tegelijk de milieu-impact van de bietteelt onder controle te houden. De suikerbiet draagt bij tot het behalen van de EU-Richt-lijn 20-20-20: met die richtlijn wil Europa tegen 2020 de CO2-emissies met 20% verlagen en het energieverbruik met 20% verlagen en 20% van de energiebehoeften door hernieuwbare energie laten invullen (10% voor de trans-portsector).50% van rendementswinst door klimaatHet Franse Bieteninstituut ITB verraste met de resulta-ten van hun onderzoek naar de impact van het klimaat op de rendementstoename. In dit onderzoek ging het ITB na welke rol genetica, het klimaat en de gewijzigde teelt-technieken hebben op de rendementsstijging in de sui-kerbietenteelt. Volgens het ITB is de helft van de rende-mentstoename te danken aan het klimaat, meer bepaald de hogere temperatuur in de lente. De andere helft van

de vooruitgang is te danken aan de genetische evolutie en de teelttechnieken.Efficiency: het verschil tussen de gemiddelde telers en de top-telersHet Nederlandse bieteninstituut IRS gaf aan wat het ver-schil maakt tussen een gemiddelde teler en een top-teler. De top-telers haalden in het onderzoek van IRS tot 20% hogere rendementen. Hoe doen ze dat? Door een be-ter management van het teeltproces. Uit het onderzoek bleek dat 5 dagen vroeger zaaien, het controleren van het onkruid, een betere grondstructuur voorbereiden, een juist gebruik van fyto’s, het controleren van de ziektes, het gelijkmatig ploegen, een lagere druk van de banden van de traktoren en een degelijke ontkopping bij het rooi-en tot 20% hogere rendementen leiden. De bietenteler heeft dus zelf de elementen van zijn succes in handen.

Congres van 2012 in het teken van efficiency en duurzaamheid

Ter gelegenheid van het IIRB Congres gaf Alexandre Quillet, de Franse voorzitter van het Franse Bieteninsti-tuut ITB en van het IIRB, een duidelijke politieke bood-schap mee aan Joao Pacheco van de Europese Com-missie: ons huidige suikerreglement draagt bij tot onze competitiviteit door de regulering en de stabilisering van de Europese markt.

Page 4: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

4 — 04/2012 De Bietplanter

Herbicide voor bieten: Safari® van DuPont

BEREID U VOOR OP DE TOEKOMST,PAS UW ONKRUIDBESTRIJDINGS-SYSTEMEN AAN.DuPontTM Safari®: in water dispergeerbare korrels, bevat 50% triflusulfuron-methyl. Erkenningsnummer: 8475/B.

DuPont Crop ProtectionAntoon Spinoystraat 6 • 2800 Mechelen • www.bel.ag.dupont.com

Het DuPont ovaal, The miracles of scienceTM en Safari® zijn geregistreerde handelsmerken ofhandelsmerken van DuPont of zijn filialen.

Page 5: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

04/2012 — 5De Bietplanter

De suikerbiet enhaar teelttechniek

p v B c – p r o g r a m m a v o o r l i c h t i n g B i e t c i c h o r e i , i n h e t K a D e r va n D e p r a K t i j K c e n t r aRubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.

K o n i n K l i j K B e l g i s c h i n s t i t U U t t o t v e r B e t e r i n g v a n D e B i e t v Z WMolenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be

Het seizoen 2011, een seizoen voor de geschiedenisboeken... 

Een goede onkruidbestrijding uitvoeren is zich ieder jaar opnieuw aanpassen aan de weersomstandigheden.  Een  aantal mensen  lieten  zich  in  2011  verrassen  door  de zeer snelle ontwikkeling van de onkruiden, de groeiomstandigheden waren niet en‐kel voor de bieten goed. Het was daarom nog van groter belang dan normaal om vroeg van start te gaan met de behandelingen. Het kiemlobstadium van de onkrui‐den werd in sommige velden al na 8 dagen bereikt waar we dit normaal 10 à 15 da‐gen na de zaai verwachten. De droge omstandigheden hadden ook tot gevolg dat op probleempercelen waar een vooropkomstbehandeling gezet werd deze minder effi‐ciënt was dan in een jaar waar er meer vocht en neerslag is. 

De  snelle  ontwikkeling  van  de  onkruiden  (zoals melganzevoet,  bingelkruid,  etc…) had tot gevolg dat de intervallen tussen de behandelingen zeer kort dienden te zijn. In een normaal jaar volstaat het om de 6 à 8 dagen te behandelen, in 2011 was op een groot aantal velden een interval van 5 à 6 dagen verreist. Er werd soms gewacht op betere omstandigheden om een behandeling uit te voeren, de hoop op een beet‐je vocht, een beetje minder wind. In 2011 waren die omstandigheden er zelden en in dat geval dient men gewoon de voorziene  intervallen  te  respecteren. Men kon beter zo vroeg mogelijk s’ochtends behandelen, in 2011 was dat vaak het enige mo‐ment wanneer de luchtvoch�gheid voldoende hoog was (> 70% RH). 

Door het gebrek aan vocht en hierdoor de gebrekkige werking van de bodemherbici‐den diende men vooral op de werking van de contactmiddelen te steunen. Hier en daar werden serieuze cocktails van bodemherbiciden gemaakt, dit had weinig effect en was indien er wat regen was geweest zeer gevaarlijk. Wanneer de werking vooral van contactmiddelen moet komen, wordt het belang van een goede spui�echniek zeer scherp gesteld. Het staat buiten kijf dat kwalita�eve doppen die gebruikt wor‐den zoals aangeraden door de producent de beste resultaten leveren. Vaak wordt er veel aandacht besteed aan het spui�oestel maar onvoldoende aan de doppen. Een goed  gebruikte  dri�reducerende dop  of  een  correct  gebruikte  luchtmengdop  kan eveneens  goed werk  leveren. Maar  gebruik  in  droge  en warme  omstandigheden zeker voldoende water (300 tot 400 L), waar in normale omstandigheden 100 à 200 L voldoende is. 

In gelijk welk jaar is het belangrijk te blijven behandelen tot het veld proper is en de rijen zich bijna sluiten. Normaal volstaan 3 naopkomstbehandelingen,  in 2011 was het eerder 4 of op velden met veel probleemonkruiden die blijven kiemen was het zelfs noodzakelijk 6 behandelingen uit te voeren. 

Rest mij nog te melden dat wat geldig was voor onkruidbestrijding in 2011 misschien niet geldig zal zijn in 2012, pas u dus aan! 

Wat wel geldig  is  in  ieder  jaar, de sleutels voor een succesvolle FAR onkruidbestrij‐ding zijn weergegeven in de tabel hiernaast. Want zelfs in velden waar men het ver‐moeden hee� van  resistente melganzevoet kan de FAR nog  steeds  succesvol  zijn. Het is een kwes�e van alles goed en �jdig uit te voeren, de marge voor fout is klei‐ner op deze percelen. Het respecteren van de sleutels voor een succesvolle FAR kan u veel geld besparen. Om snel te kunnen reageren en te starten met de onkruidbe‐strijding  is het dan ook aangeraden om de basisproducten reeds  in u  fytolokaal  te hebben.  

 

In 2011 waren nagenoeg alle behandelingen voldoende  selec�ef gezien de weers‐omstandigheden.  In na�ere en koudere omstandigheden  is dit een ander verhaal. Een goede selec�viteit bekomt men door niet te overdrijven met : 

- de producten in vooropkomst (“Pyramin”, Cen�um, Fiesta New); 

- de dosis op jonge bietplantjes (max 0.3 L “Tramat 500” in kiemlob); 

- de hoeveelheid addi�ef af te stemmen op het weer en het gebruikte product (vb: Betanal elite). 

Vermijd ook behandelingen op aangetaste of verzwakte bieten (hevige ochtend‐vorst, schade door insecten, hagel, wortelbrand,….). 

 

 

 

FAR memo 2012 Barbara MANDERYCK

KBIVB vzw - IRBAB asbl

Deze FAR memo 2012 bevat de aanbevelingen voor een succesvolle onkruidbestrijding voor het seizoen dat voor de deur staat. Maar we kijken ook nog eens terug naar 2011, een zeer lang onkruidbestrijdingsseizoen dankzij de vroege zaai en een zeer moeilijk onkruidbestrijdingsseizoen door de zeer warme en dro‐ge omstandigheden. Ook de resultaten van twee onkruidbestrijdingsproeven in 2011 worden kort besproken, een uitgebreidere bespreking wordt opgeno‐men in het jaarverslag van het KBIVB. Ik wens hierbij ook de proe�ouders te bedanken voor hun bereidwilligheid in het meewerken aan de proeven. 

DE SLEUTELS VOOR EEN SUCCESVOLLE FAR 

Verzeker een homogene en snelle opkomst van de bieten Door goede grondbewerking en kwalita�ef kiembed + goede zaai en zaad 

Behandel vanaf de opkomst van het onkruid (10 à 15 d na zaai) Ona�ankelijk van stadium bieten indien deze gezond zijn.  

Kies uw producten in func�e van de ora op het perceel  Op www.irbab‐kbivb.be:  ‐module “onkruidherkenning” voor dicotyle onkruiden en module “grassenherkenning” voor herkenning onkruiden in alle stadia van ontwikkeling,   ‐vernieuwde lijst 2012 erkende producten in de bietenteelt  Zie ook pagina 3 en 4 van deze FAR memo 

Gebruik goede spuitapparatuur en doppen op de correcte manier, met voldoende water. Onderhoud en test de apparatuur en volg de adviezen van doppenproducenten Reinig de spuitapparatuur goed zeker na gebruik sulfonylurea 

Behandel in goede weersomstandigheden Behandel bij hoge luchtvoch�gheid (> 70% RH) en proteer van groeizaam weer, voch�ge bodem en eventuele ochtenddauw 

Respecteer behandelingsintervallen van 6 à 8 dagen 

Zet de behandelingen verder tot het veld proper is, bijna tot het sluiten van de rijen 

Pas de FAR dosis aan het stadium van het onkruid  Zie pagina 3 en 4 van deze FAR memo 

Sluit de onkruidbestrijding af met een bodemherbicide met lange nawerking. 

Page 6: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

6 — 04/2012 De Bietplanter

Onkruidbestrijdingsproef gemengde ora 

Deze proef werd aangelegd op de proe�oerderij van de Vlaamse overheid te Melk‐wezer. Het perceel bevat een gemengde ora (men verwach�e vrij veel bingelkruid) met een gemiddelde druk van 43 onkruiden/m². Er werden 4 naopkomstbehandelin‐gen (NO) uitgevoerd waarna  in het 8 blad stadium werd afgespoten met “Venzar”. Om de 12 aangelegde  schema’s niet  in detail  te bespreken geven we beknopt de doelstellingen van de proef weer : 

A) Het testen van lage dosering FAR systemen gericht op gemengde ora (schema 1 t.e.m 5). Hier werd nagegaan wat het verschil tussen het gebruik van een EC of SC formulering van “Betanal” kan zijn. Maar ook wat het effect  is van te  laat van start gaan met de behandelingen en of dit ondervangen kan worden door het toepassen van een vooropkomstbehandeling (VO). 

1: FAR (B 0.5 EC/ T0.2/ G 0.5/O 0.5) �jdig gestart, 4 keer herhaald; 

2: FAR (B 0.5 EC/ T0.2/ G 0.5/ O 0.5) te laat gestart (NO1 overgeslagen); 

3: idem 2 maar met vooropkomst; 

4: idem 1 maar met SC “Betanal” (B 0.5 SC/ T0.2/ G 0.5/ O 0.5); 

5: idem 1 met hogere dosis SC “Betanal”(B 0.75 SC/T0.2/G 0.5/ O 0.5). 

B) Het  testen  van  schema’s  zoals  aangeraden  voor dit perceel door  verschillende gewasbeschermingrma’s. 

6 en 7: rma 1, in schema 6 voor gemengde ora, in schema 7 met meer nadruk op bestrijding bingelkruid door gebruik “Pyramin”, beiden met VO; 

8: rma 2, nadruk op bingelkruid met VO; 

9: rma 3, met Safari en Venzar, geen VO; 

10: rma 4, met Betanal Elite, geen VO; 

11: rma 5, complex en vrij hoog gedoseerd schema, geen VO; 

12: rma 6, Fiesta New in VO, Fron�er elite na 4 blad. 

Er kwamen 27 verschillende onkruiden voor in de getuigenpercelen. De vijf belang‐rijkste in orde van voorkomen waren: melganzevoet, perzikkruid, zwarte nachtscha‐de, bingelkruid en varkensgras. Voor alle schema’s werd de selec�viteit, werkzaam‐heid en kostprijs bepaald. De samenva�ng van resultaten is weergegeven in de ta‐bel hieronder. 

In geen enkel van de schema’s was de bestrijding 100%. Het verschil in werking tus‐sen een “Betanal” EC of SC kon in deze proef niet aangetoond worden, ook niet bij hogere dosering. Dat wil niet zeggen dat er geen verschil  is, maar wel dat het ver‐schil moeilijk aantoonbaar is eenmaal de “Betanal” in mengsel wordt toegepast. Het was wel duidelijk dat het  te  laat  van  start  gaan wordt  afgestra� en dat dit maar deels kan ondervangen worden door een vooropkomst behandeling. De FAR behan‐deling presteerde vrij goed en door het toepassen van hoger gedoseerde schema’s zoals de schema’s aangeraden door de rma’s kon een kleine winst (gemiddeld 1.5 %) in werkzaamheid gemaakt worden. Als men naar de richtprijs van de verschillen‐de schema’s kijkt dan ziet men dat hier een prijskaartje aan vast hangt. De selec�vi‐teit  (9= geen remming, 0 =totaal vernie�gd) van al de schema’s  in deze proef was goed en remmingen waren slechts �jdelijk. Naarmate iets minder product werd ge‐bruikt was de selec�viteit iets beter. 

Onkruidbestrijdingsproef bingelkruid 

Deze proef werd aangelegd op een perceel met een zeer hoge druk aan bingelkruid (300 planten/m²), een echt probleemperceel. Net als  in Melkwezer werd de proef gekenmerkt door een gebrek aan vocht en een gebrekkige werking van een aantal bodemherbiciden. Er werden 6 naopkomstbehandelingen uitgevoerd en bij de laat‐ste behandeling werd  aan het bodemherbicide nog  “Betanal” en  “Tramat”  toege‐voegd omdat zoals gekend bingelkruid blij� kiemen doorheen het seizoen. Er wer‐den 14 schema’s aangelegd. Het referen�eschema was een FAR aangepast aan deze situa�e (schema 1), hiermee werd vergeleken : 

- Het effect  van  te  laat  van  start gaan met de behandelingen en daarna hoger  te doseren (schema 2); 

- De combina�e van de FAR met verschillende VO behandelingen: Cen�um 0.1L + Gol�x WG 2 kg (schema 3), Fiesta New 3 L (schema 4) en “Pyramin 2.5 L” (schema 5); 

- Schema’s aangeraden door 4 verschillende rma’s en lokale handelaars; 

Schema 6 : rma 1 (enige schema met desmedifam in de mix), met VO 

Schema 7 : rma 2 (afgestemd op bingelkruid)met VO 

Schema  8  :  rma  2  (afgestemd  op  bingelkruid, met  VO  en met  gebruik  van  een proefmiddel (PM) vanaf het 4‐blad stadium) 

Schema 9 : rma 3 (met Safari en “Pyramin” + Venzar, geen VO) 

Schema 10 : rma 4 (complex en hoog gedoseerd schema) 

- Schema’s aangeraden door onze collega’s  in Nederland en Frankrijk en toegepast in onze omstandigheden; 

Schema 11 en 12 : IRS met vooral bodemmiddelen waaronder een proefmiddel niet erkend in naopkomst in België (11) en met vooral contactmiddelen (12)  

Schema 13 en 14  :  ITB bingelkruid  (13) met een proefmiddel niet erkend  in naop‐komst in België en (14) een ITB schema tegen bingelkruid en melganzevoet.  

Bingelkruid kwam in grote aantallen voor in de proef en werd geteld na elke behan‐deling maar ook in juli en eind augustus. Er kwam ook wat melganzevoet en melde voor maar deze werden niet geteld. De werkzaamheid, de selec�viteit en de kost‐prijs van de verschillende schema’s werd bepaald. 

Het FAR schema presteerde goed in vergelijking met andere lage doseringsystemen (schema 11 t.e.m.14). Schema 11 met vooral bodemherbiciden viel in dit droge sei‐zoen uit de boot en 12 beschikte over onvoldoende nawerking. Het te laat starten in schema 2 kon deels gecompenseerd worden �jdens het seizoen, maar  in augustus was er wel veel bingelkruid boven het gewas uitgekomen.  In de FAR schema’s met een VO viel bij de eerste onkruidtellingen vooral het schema met Fiesta New (4) op waar de afname in aantal onkruiden het sterkst was. Maar in deze proef is de uitein‐delijke bijkomende waarde van de VO niet duidelijk, dit  is hoogst waarschijnlijk  te wijten aan de droge omstandigheden. De meeste commerciële schema’s (6 tot 10) scoren procentueel net iets beter dan de FAR, ze waren eveneens duurder. Hier viel vooral het proefmiddel  in schema 8 op die een goede nawerking vertoonde  tegen bingelkruid in deze droge omstandigheden, evenals de goede werking van schema 9. De schema’s 6 (werking desmedifam viel op) en 10 werkten ook goed maar ze zijn duur en  in �jden waar duurzaamheid  in al zijn aspecten steeds belangrijker wordt dragen ze de voorkeur niet weg. De selec�viteit (9= geen remming, 0 =totaal vernie‐�gd) van al de schema’s in deze proef was goed en remmingen waren slechts �jde‐lijk, naarmate iets minder product werd gebruikt was de selec�viteit iets beter. Voor beide proeven hier voorgesteld geldt dat slechts robuuste conclusies kunnen getrok‐ken worden na meerdere proe�aren. 

Schema % werking na NO5 

planten/m² onder biet op 17/7 

planten boven biet per 24m² op 25/8  

Selec�viteit (gemiddelde) 

Richtprijs (€) 

1  93,5  78  3,3  7,6  159 2  94,3  189  6,5  7,8  156 3  93,4  111  4,0  7,5  225 4  96,2  111  3,0  7,4  223 5  93,2  111  3,8  7,1  206 6  95,8  100  0,5  6,4  382 7  95,9  167  4,5  6,9  245 8  96,5  67  0,0  6,6  217 9  96,5  48  0,0  7,0  231 10  97,4  70  0,5  6,2  303 11  82,5  122  11,0  7,2  152 12  91,4  100  5,5  6,9  227 13  94,6  207  1,8  7,0  250 14  89,4  189  3,8  6,8  222 

Schema  % werkzaamheid  Selec�viteit  Richtprijs 1 FAR EC  96,8  7,9  101 2 FAR EC te laat  88,7  7,4  81 3 FAR EC V0 en te laat  95,2  7,6  144 4 FAR SC 0,5  98,9  7,2  100 5 FAR SC 0,75  96,3  7,1  107 6 Firma 1 (gemengde ora)  98,7  6,3  202 7 Firma 1  (bingelkruid)  99,0  6,8  194 8 Firma 2  99,2  6,7  182 9 Firma 3  99,4  6,7  182 

10 Firma 4  98,7  6,6  232 11 Firma 5  98,3  6,5  244 12 Firma 6  98,9  6,9  166 

TERMINOLOGIE VAN DE PRODUCTEN (exclusief graminiciden) Producten buiten patent en generische producten : Alle producten buiten patent en vervangbaar door generische producten zijn met hun meest bekende naam tussen "aanhalingstekens" vermeld : "Betanal" = fenmedifam (B); "Dual Gold" = s‐metolachloor; "Fiesta" = chloridazon + quinmerac; "Gol�x" = metamitron (G);  "Matrigon" = clopyralid; "Pyramin" = chloridazon; "Tramat" = ethofumesaat (T); "Venzar"= lenacil Niet‐generische producten : Avadex = triallaat 480EC; Fron�er Elite  = dimethena‐mide‐p; Safari = triusulfuron‐methyl 50WG; Cen�um= clomazone  NO= naopkomst; VO= vooropkomst; PM= proefmiddel; SC=Suspensie concentraat;  SE= Suspoemulsie; EC=Emulgeerbaar concentraat; WG= Water dispergeerbaar granulaat 

Page 7: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

04/2012 — 7De Bietplanter

VOOROPKOMST : niet steeds nodig !Keuze van het product volgenshet verwachte onkruid 

Verwachte dominante flora Product Dosis/ha innormale grond (*1)

Kleefkruid, Hondspeterselie & Gevlekte scheerling

‘FIESTA’ 3 l/ha

Bingelkruid (+ Kleefkruid, Honds‐peterselie & Gevlekte scheerling)

CENTIUM(*2)

(+‘GOLTIX WG’)0,1‐0,125 l/ha(+2 kg/ha)

Kamille (sterke aanwezigheid) ‘PYRAMIN’(*3) (*4)

of ‘GOLTIX’2,5 l/ha

2 kg of l/haBingelkruid, Kruisbloemigen, Varkensgras (vooropkomst facultatief!)

‘PYRAMIN’(*3) (*4) 2,5 l/ha

(*1) Zware gronden : dosis eventueel vermeerderen met een factor 1,5.(*2) Centium : afgeraden in lichte of humusarme gronden, indien veel regen; niet 

toegelaten  in mengsel met  ‘Pyramin’ of met vloeibare ‘Goltix’.(*3) Dosis voor 'Pyramin’ SC aan 520 g/l : de dosis dient aangepast  te worden voor  

gehaltes van 430 g/l of 65 %.(*4) Dosis chloridazon beperkt tot 2.600 g/ha w.s. per 3 jaar (inclusief gebruik in 

andere teelten).

FRONTIER Elite of ‘DUAL Gold’ : Nooit in vooropkomst !

NAOPKOMST met het FAR‐systeem

BESTRIJDING VAN DICOTYLE ONKRUIDSOORTENKEUZE VAN HET PRODUCT IN FUNCTIE VAN HET ONKRUID

(dosis in deze tabel voor onkruid tot 2‐bladstadium)

DOMINANTE ONKRUIDSOORTEN CONTACTMIDDELENComponenten "F" en "A" 

+ BODEMHERBICIDEComponent "R"

Klassieke flora:= flora die hieronder niet vermeld staat

'BETANAL 160' 0,6 ‐ 1,5+'TRAMAT 500' 0,15 ‐ 0,4 (*5) 

+ olie 0,5 ‐ 1 (*7)

'GOLTIX'of PYRAMIN WG'of DUAL Gold (*6)

of FRONTIER Elite (*6)

0,5 ‐ 1 kg of l0,5 ‐ 1 kg0,5 ‐ 0,65 l0,4 ‐ 0,6 l

Melganzenvoet (*1), melde, varkensgras (*2),kamille (*2), duivenkervel, akkerviooltje zoals hierboven 'GOLTIX' 0,5 ‐ 1 kg of l

Hondspeterselie (*2), Gevlekte scheerling (*2)(*3)

“'GOLTIX'

of FRONTIER Elite (*6)0,5 ‐ 1 kg of l0,4 ‐ 0,6 l

Zwarte nachtschade, hanenpoot “DUAL Gold (6)

of 'GOLTIX'of FRONTIER Elite (*6)

0,5 ‐ 0,65 l0,5 ‐ 1 kg of l0,4 ‐ 0,6 l

Bingelkruid (*2) “'PYRAMIN WG'

of FRONTIER Elite (*6)0,5 ‐ 1 kg0,4 ‐ 0,6 l

Herik, knopherik, koolzaadopslag (*2), zwaluwtong “ 'PYRAMIN WG' 0,5 ‐ 1 kg

Gemengde flora : Melganzenvoet, varkensgras of hondspeterseliesamen met bingelkruid                            of samen met kruisbloemigen

“'GOLTIX'

+ 'VENZAR‘ (*8)

of  FRONTIER Elite (*6)

0,5 ‐ 1 kg of l+ max. 0,1 kg 0,4 ‐ 0,6 l

Kleefkruid (veel)                   zoals hierboven

+ AVADEX 0,5 ‐ 1 (*4)'GOLTIX' 0,5 ‐ 1 kg of l

Papegaaiekruid (*2) Producten op basis van desmedifamzie kader « FAR‐dosis » 'GOLTIX' 0,5 ‐ 1 kg of l

(*1) In geval van belangrijke bezetting van melganzenvoet : bij eerste behandeling dosis 'Betanal' verhogen met 50 %.

(*2) FLORAWAARTEGEN SAFARI KAN INGESCHAKELDWORDEN (max 120 g/jaar, max 30 g per toep.) :− Herik, knopherik, kamille, varkensgras, papegaaiekruid, opslag van koolzaaden facelia, melkdistel, veerdelig tandzaaden stekelnoot  15 ‐ 20 g/ha − Hondspeterselie & gevlekte scheerling      30 g/ha− Bingelkruid  : betere werking met toevoegingvan 10 g/ha enkel indien de dosis ‘Betanal’ te laag is (0,5 L) of indien ‘Goltix’ als enig bodemherbicide 

wordt gebruikt (zonder ‘Venzar’ of Frontier Elite).

(*3) FLORA WAARTEGEN 'MATRIGON' KAN INGESCHAKELD WORDEN (0,5 l/ha) : Hondspeterselie, gevlekte scheerling, veerdelig tandzaad, stekelnoot en doornappel : Vanaf het 1‐bladstadium van het onkruid en vanaf het 2‐bladstadium van de biet en bij groeizaam weer.

(*4)AVADEX kan ook ‘Tramat’ vervangen (indien geen bingelkruid of varkensgras).(*5) Het mengsel ‘BETANAL’ + ‘TRAMAT’ kan vervangen worden door een “kant‐en‐klaar”mengsel (zie kader « FAR‐dosis »).(*6) DUAL Gold en FRONTIER Elite : niet vóór het 4‐bladstadium van alle bieten.(*7) Toevoegingvan OLIE : zie kader « Gebruik van additieven».(*8) Toevoegingvan ‘VENZAR’ : kan worden toegepast vanaf het kiembladstadiumvan de biet aan maximum 0,1 kg.

Waarschuwing

De opvolging van de hier voorgestelde aanbevelingen gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het KBIVB kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan de teelt of voor een gebrek aan werkzaamheid.

LEES AANDACHTIG DE ETIKETTEN (+ verifieer de info met fytoweb )VAN DE PRODUCTEN ALVORENS ZE TE GEBRUIKEN !

GEBRUIK VAN ADDITIEVEN(minerale of plantaardige olie)

• Dikwijls nuttig om de werking van een FAR‐mengsel te verbeteren,• Onmisbaar met bepaalde graminiciden (zie kader),• Dosis : 0,5 ‐ 1 l (max. 0,5 l met Betanal Elite),• Te vermijden bij hoge temperaturen (vanaf 22°C in de schaduw).

SPUITVOLUME : goede werking tussen 100 en 400 l/ha

300 tot 400  l/ha aanbevolenbij droog weer of op afgeharde onkruiden.

AARDAPPELOPSLAG • Zeer moeilijk en duurmet bietenherbiciden : minst slechte effect met FAR‐mengselop basis van een verhoogde dosis ‘Betanal’ + Frontier Elite of Dual Gold + eventueel ‘Matrigon’ (bij warm en groeizaam weer).

•Bij voorkeurdoor een gerichte toepassing van een systemisch niet‐selectief herbicide (bv. ‘Roundup’).

CICHOREI‐OPSLAG en DISTELS'Matrigon'(1,2 tot 1,5 l + olie) op meer ontwikkelde planten

(niet met FAR‐mengsel).

Page 8: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

8 — 04/2012 De Bietplanter

FAR‐DOSIS aan te passen aan het onkruidstadium

FAR‐component

Product en gehalte

(volgens de erkenningenin maart 2012)

STADIUMVAN HET ONKRUID (*1)

(en normaal overeenkomstige FAR‐behandeling) NO1 & NO2, 

met interval 6 ‐ 8 dagen

Onkruid in KIEMLOB stadium

NO3 & volgende 

of indienOnkruid in 2‐BLAD 

stadium

Inhaling

Onkruid in 4‐6 BLAD stadium

Maximale dosis

F'BETANAL'160 SE 0,6 ‐ 0,8 l (*2) 1 (‐1,5) l 2 ‐ 3 l 6 l (*4)

of 'BETANAL'320 SC 0,3 – 0,4 l (*2) 0,5 (‐ 0,75) l 1 – 1,5 l 3 l (*4)

of 'BETANAL'471 SC 0,2 ‐ 0,3 l (*2) 0,35 (‐0,5) l 0,7 ‐ 1 l 2 l (*4)

A'TRAMAT' 500 SC 0,15 ‐ 0,25  l (*2) 0,3 (‐0,4) l 0,6 ‐ 0,8 l 2 l (*5)

of AVADEX 480 EC 0,5 l 0,75 l 1,2 ‐ 1,6 l 1,7 lF + A “Kant‐en‐klaarmengsels” (duurder, niet‐exhaustieve lijst)

(pmp = fenmedifam; dmp = desmedifam; etho = ethofumesaat)− type ‘Kemicombi’                   (pmp+etho 200+190 g/l) (*3) 0,7 ‐ 0,8 l(*2) 1 ‐ (1,5) l 2 ‐ 2,5 l 2,5 l (*4) (*5)

− Dynamo SE, Phase (pmp+dmp+etho 75+15+115) 0,9 ‐ 1,2 l (*2) 1,35 (‐1,5) l 1,5 ‐ 2 l 4 l (*4) (*5)

− Beta‐Team, Betanal Expert  (pmp+dmp+etho 75+25+150) 0,8 ‐ 1,1 l (*2) 1,2 (‐1,4) l 1,4 ‐ 1,8 l 3,2 l (*4) (*5)− Betanal Elite  (pmp+dmp+etho 91+71+112) 0,7 ‐ 0,9 l (*2) 0,9 (‐1,2) l 0,9 ‐ 1,2 l 3,2 l (*4) (*5)

R

'GOLTIX' 70WG/700SC 0,5 l of kg 0,5-0,75 l of kg 1 l of kg 7 l of kg (*7)

'PYRAMIN' 65WG (*3) 0,5 kg 0,5 - 0,75 kg 1 kg 4 kg (*6)

of ‘DUAL Gold’ 960 EC Niet vóór het 4-bladstadium van de bieten

0,5 - 0,65 l 1,3 lof FRONTIER Elite 720 EC 0,4 - 0,6 l 1 l

(*1) Het bietenstadium heeft weinig belang indien de dosis  ‘Tramat’  0,3 l/ha  in het kiemlobstadium  niet overschreden wordt. Het  is raadzaam  om de dosis te verhogen enkel indien de weersomstandigheden niet toegelaten hebben om de NO1 uit te voeren vanaf de opkomst van de eerste onkruiden en/of een interval van maximum  6 tot 8 dagen tussen NO1 & NO2 te respecteren.(*2) Hoogste dosis bij een belangrijke bezetting van melganzenvoet, melde, bingelkruid, varkensgras of kleefkruid.(*3) Dosis aanpassen voor producten met een verschillend gehalte aan werkzame stof.(*4) Dosis fenmedifam beperkt tot 960 g/ha w.s.(*5) Dosis ethofumesaat  beperkt tot 1.000 g/ha w.s. per 3 jaar (dus inclusief gebruik in andere teelten). Let op de beperkingen zijn niet dezelfde voor de verschillende producten. (*6) Dosis chloridazon beperkt tot 2.600 g/ha w.s. per 3 jaar (dus inclusief gebruik in andere teelten).(*7) Dosis metamitron  beperkt tot 4.900 g/ha w.s. per jaar.

WANNEER DE GROND ONKRUIDVRIJ IS

De NAWERKINGSBEHANDELINGniet vergetenOp basis van bv. 0,5 kg 'VENZAR' (0,8 kg op zware gronden), vanaf het 4‐6 bladstadiumvan de bieten

Velden met een risico voor late opkomst van zwarte nachtschade , of zomergrassen (hanenpoot, naaldaar, …) : afzonderlijke toepassing van ‘DUAL Gold’ (max. 1,3 l/ha) of van FRONTIER Elite (max. 1 l/ha) : 

Niet vóór het 4‐bladstadiumvan alle bietenEEN BELANGRIJKE TROEF VOOR EEN ONKRUIDVRIJ VELD IN DE ZOMER : 

= EEN GOEDE BODEMBEDEKKING DOOR DE BIETEN (= ook rasafhankelijk)

GRASSENBESTRIJDING : door middel van één van de hieronder vermelde graminiciden(volgensde erkenningen in maart 2012)

• Bij voorkeurtoe te passen :−vanaf de opkomst van de grassen in gefractioneerde toedieningen, samen met het FAR‐mengsel :2 toedieningenvan een kwart of een halve dosis zijn in het algemeen voldoende voor het bestrijden van duist en hanenpoot; deze dosisverlaging is afgeraden op zware bodems en/of velden waar resistentie van grassen wordt verwacht.

−of voor de uitstoeling : aan de volledige dosis.• Pas op voor kweek! Verhoog de dosis en wacht tot aan het stadium 10‐15 cm.• Met of zonder additief, volgens het product (zie laatste rij van de tabel). (Dosissen uitgedrukt in literhandelsproductper ha)

AGILARAMO (*3)

TANAGRA (*3)FOCUSPlus

FUSILADEMax

SELECT PrimCENTURION (*2)

TARGA Prestige

GRASSOORT lage dosis

volledosis

lage dosis

volledosis

lage dosis

volledosis

lage dosis

volledosis

lage dosis

volledosis

lage dosis

volledosis

Duist & Hanenpoot 2x 0,2 0,75‐1 2x 0,5 1 2x 0,5 2 2x 0,25 1 2x 0,5 1 2x 0,25 1‐1,5Wilde haver 2x 0,4 1‐1,2 2x 0,5 1 2x 0,8 2 2x 0,4 1,5 2x 0,5 1 2x 0,4 1,25‐1,5Graan(opslag) 0,75‐1 ‐ 1 ‐ 2 ‐ 1,5 ‐ 1 ‐ 1,25‐1,5

Raaigras ‐ 1‐1,2 ‐ 1 ‐ ‐ ‐ 1.5 2x 0,5 1 ‐ ‐Straatgras ‐ ‐ ‐ 1‐1,5 ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Kweekgras ‐ 1,5 of 2x0,75 ‐ 2 ‐ 4‐6 ‐ 3 of 2x 

1,5 ‐ 2,5 of 2x 1,25 ‐ 3 of 

2x 1,5Olie vereist (*1) JA NEEN (*1) NEEN (*1) NEEN (*1) NEEN (*1) JA(*1) een additief (enkel olie) kan wel vereist zijn  indien het grassenmiddel in een FAR‐mengsel toegepast wordt

(*2) lagere dosis voor CENTURION  (zie etiket)

(*3) maximum  2l/ha/jaar

MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING :Een aanvulling of een alternatief van het FAR‐systeem 

SCHOFFELEN : vernietigt de aanwezige onkruiden, verlucht en warmt  tevens de bodem op.

Uit te voeren op een voldoende droge bodem, vóór de toepassing  van een bodemherbicide.

Leterop dat de jonge bieten noch uitgetrokken, noch omgewoeld worden.

Kan gecombineerd worden met een rijenbespuiting.

WIEDEGGEN : KAN INTERESSANT ZIJN BIJ EEN LAATTIJDIGEOPKOMSTVANKLEINEONKRUIDENINONTWIKKELDEBIETEN (MINSTENS 8 TOT 10 BLADEREN)

Voor een volledig mechanische onkruidbestrijding kan een premie bekomen worden bij de Vlaamse overheid (meer info via www.vlaanderen.be/landbouw > subsidies > agromilieumaatregelen).

Page 9: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

04/2012 — 9De Bietplanter

De CBB vertegenwoordigt u deze maand:

05.03.2012: CAP POST-2013 Working Group Werkgroep van de secretarissen-gene-

raals van de CIBE om de toekomst van het GLB voor te bereiden, en meer be-paald, de GMO Suiker.

07.03.2012: Voorstelling van het standpunt van de CBB over het voorstel van de EC over de GMO Suiker post-2015 aan de NGO’s (niet-gouvernementele organi-saties).

08.03.2012: Voorstelling van het standpunt van de CBB over het voorstel van de EC over de GMO Suiker post-2015 aan de Vlaamse Minister voor Landbouw, Kris Peeters.

12.03.2012: EGAC CIBE: comité voor economische en algemene aangelegenheden.

Adviesgroep Suiker: adviesgroep met interessante en soms hevige discussies tussen planters en fabrikanten enerzijds en de gebruikers van suiker en de Euro-pese Commissie anderzijds.

16.03.2012: Voorstelling van het standpunt van de CBB over het voorstel van de EC over de GMO Suiker post-2015 aan de Fe-derale Minister voor Landbouw, Sabine Laruelle.

21.03.2012: Voorstelling van het standpunt van de CBB over het voorstel van de EC over de GMO Suiker post-2015 aan de Waalse Minister voor Landbouw, Carlo Di Antonio.

28.03.2012: Voorstelling van het standpunt van de CBB over het voorstel van de EC aan de Europarlementariër, Marc Tarabella.

Weldra de uitzaaivorige maand vonden twee vergaderin-gen plaats die door de onderneming orafti georganiseerd werden in gembloux en in sint-truiden.

Op deze vergaderingen kregen eerst de verte-genwoordigers van de producenten het woord. Zij maakten onder meer de balans op van de financiële situatie van de organisatie, waarvan de middelen rechtstreeks in verband staan met het niveau van de uitzaai. De laatste jaren zijn deze sterk gedaald en gezien de kosten van de organisatie relatief con-stant zijn, zal het niveau van de inhouding aange-past worden met ingang van het contract 2012.Binnenkort zal moeten worden nagedacht over de controlemodaliteiten van de verrichtingen in de fa-briek, gezien deze van plan is om vanaf het jaar 2012 de receptie 24 uur op 24 te openen.De vertegenwoordigers van de onderneming Orafti gaven de technische resultaten van de campagne 2012 aangaande de opbrengsten en de organisatie van de campagne. De technische conclusies betref-fende rassen en onkruidbestrijding werden even-eens voorgelegd. De balans van de proeven met de nieuwe vorkrooiers was positief. De resultaten ervan zullen binnenkort meer in detail worden weer-gegeven.Het niveau van de verkoop van de eindproducten blijft spijtig genoeg, omwille van verschillende rede-nen, onder de verwachtingen. Gezien de voorraden van deze producten, werd de uitzaai voor 2012 aan-zienlijk naar beneden bijgesteld. De planters hopen dat het de laatste keer zal zijn!

c i c h o r e i p r o D U c e n t e n o r e y e W e r e l D s U i K e r K o e r s e n

Vooruitzichten voor de volgende jaren

volgens een rapport van het amerikaanse Departe-ment van landbouw (UsDa), zouden de wereldsui-kerkoersen op een hoog peil kunnen blijven in 2012, als gevolg van externe factoren zoals beleid, olieprij-zen en instabiliteit in de eurozone.

Onder externe factoren, stipt het rapport onder meer de Indiase productiecyclus en het regeringsbeleid aan als voornaamste oorzaak voor de volatiliteit van de suikerkoersen in de toekomst.Voor de periode 2011/12 tot 2020/21 zouden, volgens een OESO-rapport, de gemiddelde noteringen 405 e/t bedragen, hetzij 48 % meer dan het gemiddelde van het afgelopen decennium van 273 e/t. De OESO anti-cipeert op een minimum van ca. 363 e/t in 2012/13 en op een maximum van ca. 476 e/t in 2015/16.Het rapport stelt zich vragen over de politieke instabi-liteit in de EU en de gevolgen ervan voor de waarde van de euro. Het rapport wijst er eveneens op dat de verwachte uitbreiding van de EU met Kroatië en Ser-vië een impact zou kunnen hebben op de suikermarkt. Gezien deze landen van leningen genieten om hun suikerinfrastructuur te verbeteren, zullen zij efficiënter worden en bijdragen tot een grotere zelfvoorziening van suiker in een uitgebreid Europa. Daarnaast be-invloedt de evolutie van de olieprijs de suikerkoersen omdat hij medebepalend is voor de keuze tussen sui-ker- en ethanolproductie, zoals in Brazilië. Is de olie-prijs hoog, dan zal Brazilië meer ethanol produceren en zal, in dit geval, de verminderde suikerexport bij-dragen tot de stijging van de koersen en omgekeerd.

Bron: www.sugaronline.com

Communica�e KBIVB: Uitbreiding erkenning Cen�um 36CS 

De rma Belchim hee� een uitbreiding van de erkenning van zijn product Cen�um 36 CS bekomen aan de erkende dosis van 0.2 L/ha. Deze uitbreiding zal binnenkort op Fytoweb worden gepubliceerd.  In  totaal mag over de gehele  teelt max 0.2L/ha worden  toegepast. Dat wil zeggen dat deze dosis nu mag opgesplitst worden over een vooropkomst en een naopkomstbehandeling of volledig in naopkomstbehande‐ling mag worden toegepast. In naopkomst zijn behandelingen toegelaten vanaf het echte 2 blad stadium tot het 8 blad stadium. Een bijkomende beperking is dat Cen�‐um 36CS niet mag gecombineerd worden met een product op basis van chloridazon (“Pyramin”) of vloeibare metamitron (“Gol�x”). 

Wij raden echter aan niet te starten met de behandelingen  in naopkomst voor het echte  4  blad  stadium, dus niet vroeger dan de derde naopkomstbehandeling. Dit product  is een echte kiemingsremmer die werkt op het bladgroen. Het kan  toege‐voegd worden  aan  “Betanal” +  “Tramat” om de  contactwerking  te  verbeteren en gespreide en late kieming te bestrijden. De onkruiden die hierbij in het vizier komen zijn  bingelkruid,  hondspeterselie, melganzevoet,  varkensgras,  zwaluwtong.  Vooral de lange nawerking is een pluspunt voor het bestrijden van opeenvolgende opkom‐sten van bingelkruid.  

Voor een eerste jaar van gebruik in naopkomst raden wij aan het product gefrac�o‐neerd toe te passen aan de dosis van 0.05 L/ha (50cc) in menging met “Betanal” en “Tramat”. Het is wel mogelijk om het product te combineren met een “vaste Gol�x” aan lage dosis (0.3‐0.5 L/ha) of met Safari. Wij geven de voorkeur om het product te gebruiken met een SC/SE formulering van “Betanal” of “Tramat”. Het is niet aange‐raden  om  het  product  te  mengen  met  producten  op  basis  van:  lenacil  (type “Venzar”),  clopyralid  (type  “Matrigon”),  tri‐allaat  (Avadex  480).  Ook  combina�es met  grassenmiddelen  worden  afgeraden.  Indien  de  Cen�um  36CS  gemengd  zou worden met Fron�er Elite of met Dual Gold dan mag max. 0.05 L (50cc) Cen�um met 0.3  à 0.4  l/ha  van of de  Fron�er  Elite of de Dual Gold  (s‐metolachloor)  gemengd worden. De dosis van 0.1 L/ha Cen�um 36CS kan toegepast worden als  laatste be‐handeling om een  lange nawerking  te garanderen, maar dan kan deze best alleen worden toegepast. 

Bij  toepassing van het product kunnen belangrijke witverkleuringen van de bieten optreden (zie foto).  Indien men het product toepast zoals aangeraden dan hebben deze witverkleuringen  normaal  geen  effect  op  het  rendement  en  verdwijnen  de symptomen na 10 à 20 dagen.  

 

Het is echter wel zo dat deze fytotoxische symptomen sterker kunnen zijn op lichte bodems en op bodems met een laag organische stof gehalte. Wij raden dan ook aan om op dergelijke bodems en bij na�e weersomstandigheden voorzich�g tewerk te gaan. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto: Bieten met witverkleuring na de toepassing van Cen�um 36CS. 

Page 10: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

10 — 04/2012 De Bietplanter

B e Z o e K h o o f D Z e t e l K W s i n e i n B e c K

van 8 tot en met 10 februari was de raad van bestuur van de cBB uitgenodigd door KWs om hun hoofdzetel te bezoeken. Dit bezoek stond in het teken van het onderzoek naar nieuwe rassen en de biomethanisatie in Duitsland.

KWS

KWS (Klein Wanzleben Seed) bestaat sinds 1856. Naast zaad voor suikerbieten produceren ze sinds 1955 ook maïs. Om bij de ontwikkeling van nieuwe rassen een jaar te kunnen winnen, heeft KWS ook een productie-eenheid in Chili, een slimme strategische zet om zo kostbare tijd te kunnen winnen. Jaarlijks investeert het zaadhuis 15% van haar omzet in R&D (Research and Development). Dit komt neer op een bedrag van meer dan 100 miljoen euro onderzoek per jaar, broodnodig om te blijven innoveren in nieuwe rassen.

Ontwikkeling van nieuwe rassen: een tijdrovende en dure aangelegenheid

Er is gemiddeld 10 jaar nodig om een nieuwe bietenvarië-teit te ontwikkelen. De vestiging in Chili is in dit verband heel belangrijk voor KWS om tijd te winnen. Een belang-rijke stap in de creatie van nieuwe rassen is de kruising. Als men de ouders heeft gevonden gaat men 3 jaar tes-ten of er genoeg homogeniteit bestaat. De volgende 3 jaar gaat men de kruising tussen 2 lijnen controleren in afzonderlijke percelen of afgebakende delen. Pas na 6 jaar legt men proefvelden aan. De resultaten worden in een mobiel labo onderzocht en de beste variëteiten wor-den weerhouden. Gemiddeld neemt het ontwikkelen van een nieuwe ras dus 10 jaar en kost het 2 tot 5 miljoen e aan onderzoek en ontwikkeling. Indrukwekkend! Per jaar ontwikkelt KWS zo’n 6 nieuwe rassen voor België en een 100-tal nieuwe variëteiten wereldwijd.

20 ton suiker in 2020?

In 2012 bereikte men in België al gemiddeld 14.5 ton suiker per hectare. Het magische getal van 20 ton per hectare, het stokpaardje van onze Franse buren, lijkt dus niet meer zo veraf te zijn. Gemiddeld stijgt het rende-ment jaarlijks met 1.5% per jaar. Men zal dus nog een 10-tal jaar nodig hebben om de 20 ton per hectare te bereiken. Volgens Jens Lein, de selectieverantwoorde-lijke van KWS zal de 20 ton suiker slechts kunnen be-reikt worden met zware, productieve bietenrassen. ”Op het suikergehalte kan nog een beetje winst gerealiseerd worden, doch het rendement van 20 t suiker per hectare zal voornamelijk met productieve rassen kunnen worden behaald”, aldus Jens Lein.

Ook de ontwikkeling van de nematodentolerante varië-teiten zal bijdragen tot het realiseren van het objectief “20 in 2020”. Jens Lein ziet in de toekomst de nemato-dentolerante rassen zelfs een standaard worden.

Suikerbieten als grondstof voor hernieuwbare energie

De groep bestuurders van CBB bezochten op vrijdag één van de 7000 Duitse biogas-installaties in Algermissen. Duitsland stimuleert hernieuwbare energiebronnen uit milieu- en economisch overwegingenDuitsland is koploper in Europa in het stimuleren van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. De Duitse regering houdt rekening met het rapport “Grenzen aan de groei” waarin de Club van Rome reeds in de jaren ’70 waarschuwde voor het feit dat de gronstoffen niet onein-dig beschikbaar waren als ze aan een dergelijk tempo werden gebruikt en dat het risico dat ze zouden op ge-raken reëel was. De Europese Richtlijn 20-20-20 waarbij Europa haar lidstaten oplegt om tegen 2020 20% van hun energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen is een politieke prioriteit voor Duitsland. De politieke wil is uiterst belangrijk in deze context. In 2011 gebruikte Duitsland al gemiddeld 11% hernieuwbare energie waar-van 50% uit biomassa werd gegenereerd. De sector van de hernieuwbare energie is ook heel belangrijk voor de creatie van nieuwe arbeidsplaatsen. Duitsland promoot hernieuwbare energie dus niet alleen uit milieuovertui-gingen, maar ook omdat het een belangrijke factor is voor economische groei. Suikerbiet 2de substraat voor biogas in Duitsland5 miljoen Duitse gezinnen halen nu al hun electriciteit uit biogas en elk jaar worden 1000 biomethanisatie-instal-laties gebouwd die vooral maïs als grondstof gebruiken. De suikerbiet is het 2de substraat voor biogas. Sinds 2006 werkt KWS aan de ontwikkeling van een “energie-biet” die specifiek voor de productie van biogas zal wor-den gebruikt. Op de 7000 biogasinstallaties in Duitsland, werken er 1000 met suikerbieten. Suikerbieten hebben als grootste voordeel dat ze door hun samenstelling (75% water en 25% droge stof) makkelijker verwerkbaar zijn. Suikerbieten hebben slechts 15 dagen methanisa-tietijd nodig (terwijl maïs gemiddeld 80 dagen methani-satie heeft). Vaak werken biomethanisatieinstallaties met een combinatie van 65% maïs en 25% suikerbieten om de vertering te versnellen (een biomethanisatieinstallatie werkt zoals de maag van een koe). De biogasinstallatie van Algermissen: een winstge-vende investering dat een antwoord bood op de lage tarweprijs en het aangekondigde verlies in prijs van suikerbieten na de suikerhervorming van 2006De biogasinstallatie in Algermissen werd In 2005 op-

gericht door 5 boeren en werkt met 1/3 suikerbieten en 2/3 wintertarwe. In 2005 waren de tarweprijzen laag (minder dan 100 e/ton) en men hield rekening met de aangekondigde daling van de bietenprijs door de suiker-hervorming. De 5 oprichters gingen op zoek naar een meer winstgevende optie voor hun teelt. Ook het gun-stig kader dat de Duitse politiek in 2004 invoerde met de bonus voor de productie van hernieuwbare energie was een belangrijke stimulans voor het project. Het gas dat geproduceerd wordt in de methanisatieinstallatie wordt omgezet in elektriciteit en in het publieke elektriciteits-netwerk gepompt. Het grote voordeel van methanisatie in vergelijking met bijvoorbeeld windenergie, is dat me-thanisatie 365 dagen op 365 beschikbaar is, terwijl men bij windmolens afhankelijk is van de wind. De investering kostte 1.8 miljoen e, maar nu maken de oprichters jaar-lijks 10 tot 20% winst. Jaarlijks produceert de biogasin-stallatie van Algermissen 5.5 miljoen kilowatt/uur stroom en realiseert op die manier een omzet van 1.2 miljoen e per jaar. Een biomethanisatie vraagt wel permanent werk, 365 dagen op 365, want de installatie mag nooit stoppen en moet continu “gevoed” worden. Om de stroom te genereren verbruikt de installatie 11.000 t grondstof-fen (gemiddelde kostprijs van 400.000 e). Een bijkomend voordeel van het succes van de biome-thanisatieinstallaties in Duitsland is dat de buiten quo-tumbieten nu een correcte prijs krijgen door de concur-rentie die er ontstaat: als de buiten quotumbieten niet goed gevaloriseerd worden, kiezen boeren om ze te ver-kopen voor biogas.

VV

Focus op de ontwikkeling van nieuwe rassen en de biomethanisatie

Zicht op een biomethanisatieinstallatie in de streek van de suikerfabriek van Clauen (Nordzucker). Vaak werken biomethanisatieinstallaties met een combinatie van 65% maïs en 25% suikerbieten om de vertering te versnellen.

BASF stelt nieuwe producten voor in de aardappelteeltJaarlijks investeert BASF 1,5 miljard euro aan onderzoek, waarvan 26 % of ruim 390 miljoen euro in de sector ge-wasbescherming die instaat voor zo‘n 6 % van de omzet, zo bevestigde Jan De Vleeschauwer, Manager Marketing Services, op de studiedag die het bedrijf op 6 maart over de aardappelteelt organiseerde. Hierna een overzicht van nieuwe fungiciden en herbiciden die onder de loep wer-den genomen.

Nieuw fungicide Orvego Star tegen de aardappelziekte Phytophthora

Het nieuwe fungicide Orvego Star bevat 300 g/l van de actieve stof Initium van BASF + 225 g/l dimethomorph. Initium is een volledig nieuwe werkzame stof die inwerkt op het stadium van zoösporen: zij barsten zeer snel uit-een en kunnen de aardappel niet meer infecteren. Initium wordt zeer snel opgenomen in de waslaag waardoor een uitstekende regenvastheid wordt bekomen. Ook is er een zeer goede verdeling op het blad.Het product is ideaal geschikt tegen de aardappelplaag op een jong groeiend gewas. Tegen een dosis van 0,8 l/ha kan het 3 maal per seizoen worden toegepast, met

een interval van 5-10 dagen, volgens waarschuwing of in functie van de weersomstandigheden. De wachttermijn voor de oogst bedraagt 7 dagen. Het product is beschik-baar per 10 liter in Ecopack Orvego Star is vloeibaar en goed mengbaar met bijvoorbeeld het fungicideTerminett wanneer men ook wenst Alternaria te bestrijden. Het kan ook gemengd worden met olie en insecticiden zoals Fastac en Sumi Alpha.

Fungicide Terminett voor bestrijding van Alternaria

Alternaria is een toenemend probleem in België als ge-volg van factoren zoals de stikstofbemesting, onaange-past fungicidengebruik, weersomstandigheden en rasge-voeligheid. In deze context heeft het product Terminett een sterk preventieve werking tegen Alternaria solani en A. alternata en is het erkend voor 4 toepassingen. Alter-naria dient bestreden te worden vanaf midden bloei.Uit praktijkervaringen blijkt dat men niet te vroeg mag begin-nen en dat een gesloten schema tot het einde moet wor-den aangehouden. 2 bespuitingen is vaak onvoldoende, 3 bespuitingen zijn minimaal nodig terwijl 4 bespuitingen

wel voor het hoogste rendement instaan (gemiddeld 10 % meer). Terminett wordt toegepast in een interval van 14 dagen in functie van de teeltduur en de gevoeligheid van de aardappelrassen. Meestal, wordt het product toe-gepast vanaf 15 juli of na de bloei.

Onkruidbestrijding met Stomp Aqua en Aramo

Het nieuwe herbicide Stomp Aqua dat 455 g/l pendime-thalin bevat, bestrijdt vele lastige onkruiden. Het is een bodemherbicide dat doeltreffend is op een groot aantal grassen en tweezaadlobbige onkruiden zoals akkerviool-tje, dovenetel, melde, melganzevoet, perzikkruid, straat-gras, muur, ereprijs, duist,... Meerjarige onkruiden wor-den niet bestreden. De dosis in aardappelen is 2-2,5 l/ha in combinatie met andere bodemherbiciden.Het herbicide Aramo dat 50 g/l tepraloxydim bevat, is een systemisch bladherbicide voor de bestrijding van zowel eenjarige grassen zoals duist (ook resistente), wilde ha-ver, raaigras, hanenpoot, straatgras als van graanopslag en kweek. Het middel wordt best toegepast bij goede groeiomstandigheden van de onkruiden. Groeizaam weer bevordert de werking. De dosis varieert van 1-2 l/ha.

Page 11: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

04/2012 — 11De Bietplanter

Othello bevat 7,5 g/L Mesosulfuron, 2,5 g/L Iodosulfuron, 50 g/L Diflufenican & 22,5 g/L Mefenpyr - Erk. Nr : 9873/B – Ged. handlesmerk Bayer – Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees altijd het etiket en de productinformatie voor gebruik. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be. www.bayercropscience.be

Geef onkruiden geen kans!

• De oplossing tegen grassen en dicotylen in granen

• Past uitstekend in ieder herbiciden- schema

Duist Windhalm Straatgras

Klaproos Kruiskruid Kamille Dovenetel

De eerste tien wereldproducenten met Südzucker als nr. 1FO Licht maakte volgende klassering van de eerste tien wereld-suikergroepen in functie van hun productie tijdens de campagne 2010/11. Deze tien groepen totaliseren 27 Mt, hetzij ongeveer 15 % van de wereldproductie. Na Südzucker, nr. 1 wereldwijd, volgt de Braziliaanse groep Cosan, eerste producent van Braziliaanse suiker, met 23 productie-eenheden van suiker, van ethanol en van energie evenals 4 raffinaderijen gevestigd in Brazilië.Op de vijfde plaats, na British Sugar en Tereos International, vindt men de groep Mitr Phol, eerste Thaise suikerproducent met talrijke internationale vertakkingen. Mitr Phol exploiteert 5 suikerfabrieken in Thailand en een suikerfabriek in Laos. Mitr Phol bezit ook parti-cipaties in 7 Chinese suikerfabrieken in samenwerking met de Chi-nese groep Guangxi evenals participaties in de Australische suiker-maatschappij MSF (ex Maryborough Sugar Factory).De internationale groep Louis Dreyfus, een van de belangrijkste ac-toren in de handel van grondstoffen, werd de tweede Braziliaanse producent door enkele jaren geleden de suikerfabrieken van de Bra-ziliaanse groep Santelisa Vale te verwerven. Hij klasseert zich 7de op de wereldranglijst, gevolgd door de Singapoorse groep Wilmar die, in 2010 de Australische suikergroep Sucrogen had aangekocht.De 9de wereldproducent is de Thaise groep Thai Roong Ruang Su-gar met 7 productiesites in Thailand. De 10de wereldproducent is de Turkse openbare suikergroep TSC die 25 suikerfabrieken telt in Turkije en zich engageerde in een privatiseringsoperatie (lees p.12).

Klassering van de eerste tien wereldsuikergroepen op basis van de suikerproductie in 2010/11

Ondernemingen Suikerproductie 2010/111. Südzucker 4,2 Mt2. Cosan 4,1 Mt3. British Sugar 3,9 Mt4. Tereos Internacional 3,6 Mt5. Mitr Phol Sugar Corp 2,7 Mt6. Nordzucker 2,5 Mt7. Louis Dreyfus 1,8 Mt8. Wilmar International 1,5 Mt9. Thai Roong Ruang Sugar 1,5 Mt10. Turkiye Seker Fabrikalari 1,4 Mt

tijdens een persconferentie op 2 maart jl. kondigde Bayer cropscience aan een nieuwe familie van graanfungiciden op de markt te brengen in 2012 onder de be-naming Xpro technologie.

Wat is Xpro technologie?

De Xpro technologie combineert twee comple-mentaire en krachtige actieve stoffen, namelijk het gloednieuwe Bixafen en het gekende prothiocona-zole, samengebracht in een speciale Leafshield formulering. De actieve stof bixafen behoort tot een nieuwe chemische familie, de pyrazole-carboxamiden, die behoort tot de SDHI fungicidengroep. SDHI staat voor Succinaat DeHydrogenase Inhibitoren en duidt op de werkingswijze van deze actieve stof-fengroep. Door de inhibitie van het enzyme suc-cinaat dehydrogenase wordt de energieproductie in de schimmelcel gestopt.De innoverende Leafshield formulering zorgt voor een optimale vasthechting van de spuitvloeistof aan het blad en de aar, gevolgd door een snelle en homogene verspreiding over het bladoppervlak. Dit unieke en gepatenteerde formuleringssysteem zorgt hiermee voor een ongeëvenaarde bedekking van het gewas en een regenvastheid vanaf enkele minuten na toepassing. Het samenbrengen van krachtige actieve stoffen in de juiste verhouding, ondersteund door de in-noverende Leafshield formulering, zorgt voor een zeer breed werkingsspectrum en voor een optima-

le bestrijding van zowel blad- als aarziekten. Deze technologie garandeert een 1 tot 2 weken langere werking tegen moeilijke graanziekten. De Xpro technologie zorgt ervoor dat graange-wassen langer gezond blijven en garandeert ook groenere gewassen dankzij een betere fotosyn-thesewerking en een sterkere stresstolerantie, wat uiteindelijk leidt tot een hogere opbrengst.De Xpro technologie zal terug te vinden zijn in drie producten: Aviator Xpro, Evora Xpro en Skyway Xpro. Deze drie graanfungiciden zijn erkend in alle graangewassen en tegen alle belangrijke ziekten.

Toepassing

De dosis verschilt per gewas. Voor tarwe bijvoor-beeld wordt aanbevolen de Xpro fungiciden te ge-bruiken in het aarstadium aan een dosis van 1,25 l/ha. Dit laat toe om optimaal gebruik te maken van de unieke eigenschappen en de krachtige werking tegen ziekten zoals Septoria, bruine roest en Fu-sarium. Een toepassing in het aarstadium zorgt voor een optimale bescherming van de laatst ge-vormde bladeren en de aar. Hierdoor is het gewas niet alleen gezonder, maar ook sterker en vitaler, wat leidt tot een betere korrelvulling. De toepas-sing op het juiste moment leidt tot een maximaal rendement.In gerst bedraagt de dosis van de Xpro fungiciden 1 l/ha en is het beste toepassingstijdstip het sta-dium laatste blad tot het verschijnen van de baar-den. Op dat moment kunnen de Xpro fungiciden hun meerwaarde bij de bestrijding van netvlekken-ziekte, Rhynchosporium en zeker ook Ramularia bewijzen.

Bayer CropScience introduceert nieuwe familie graanfungiciden

Page 12: De Bietplanter · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 04/2012 — 3 73 ste iirB congres Minder behandelingen, minder remming meer ton/ha Betere selectiviteit, minder remming meer ton/ha

12 — 04/2012 De Bietplanter

Pasteur Bonus

De Wulf Agro

www.dewulfagro.be

Vergeet niet uw spaarkaart

met bonuspunten op te sturen voor

uw signalisatieborden. U krijgt nog tijd tot

5 april 2012

Met een bevolking van meer dan 72 miljoen inwoners is Turkije eveneens een belangrijke sui-kerconsument. De suikersector is sterk gereguleerd en gesub-sidieerd. De zaken zijn noch-tans aan het veranderen in het vooruitzicht van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie en van zijn integratie in de EU-reglementering.

Productie gesteund op een quotasysteem

Het Turkse quotum bedraagt ca 2,34 Mt suiker. Voor 2010/11 werd, ingevolge de zeer goede opbrengsten van 2009/10, het quotum verminderd tot 2,2 Mt. Elk jaar bepaalt een Suikercommissie, in overleg met het ministerie van Arbeid en van Industrie, het productiequotum van “A” suiker in functie van de nationale consumptiebehoeften.De Suikercommissie telt 7 leden: 4 leden van de regering, een ver-tegenwoordiger van de suikerfa-brieken in handen van de Turkse Staat (TSC), een vertegenwoor-diger van de suikercoöperaties (Pankobirlik) en een vertegen-woordiger van de industrieën die zoetstoffen produceren op basis van zetmeel. Het quotum wordt verdeeld tussen de staats- en de privébedrijven op basis van hun performanties tijdens de laatste drie jaar. Vervolgens sluiten de suikerfabrieken contracten met de planters om hun bevoorrading veilig te stellen.Er is ook een “B” suikerquotum, dat in kleine hoeveelheid gepro-duceerd en als marge gebruikt wordt. Tot slot, is er een “C” sui-kerquotum dat het productiedeel dat niet op de inlandse markt kon worden gecommercialiseerd vertegenwoordigt. Het “C” sui-kerquotum wordt verkocht op de wereldmarkt en wordt uitsluitend gebruikt voor suikerproducten die voor export bestemd zijn.

Kenmerken van de bietenproductie

De bieten worden geproduceerd op het totale grondgebied en meer in het bijzonder in Mid-den-Anatolië. Het bietenareaal bereikte gemiddeld 340.000 ha tijdens de laatste tien jaar. In 2010/11, daalde het areaal on-der 300.000 ha ingevolge de ver-mindering van het quotum en de belangrijke overdracht van het voorgaande jaar.Volgens de Suikercommissie daalde het aantal planters van 209.000 in 2008 naar 187.937 in 2009. Gelijklopend met het da-lend aantal landbouwers, stegen de opbrengsten door het gebruik

van meer moderne technieken en de toepassing van onder meer irrigatie.In 2009/10 bereikten de bieten-opbrengsten gemiddeld het re-cord van 53 ton per hectare. In de regio Konya varieerden de opbrengsten tussen 55 en 60 ton per hectare. Deze streek gebruikt beter materieel en kiest voor irrigatie.In Turkije worden bieten geteeld in drie- of vierjarige vruchtwisse-ling met granen, voederteelten en zonnebloemen. De uitzaai vindt plaats van februari tot mei. De oogst begint in juli en eindigt in november.

Consumptie stijgt

Staatssuikerfabrieken (TSC), privé-producenten, groot- en kleinhandelaars beheren de sui-kermarkt. De suikerconsumptie bedraagt 2,8 Mt. Zij is hoger dan de productie. Om aan de vraag tegemoet te komen, wordt suiker geïmporteerd uit de grensregio’s in Zuid-Turkije, en meer in het bijzonder uit Syrië. In overeen-stemming met de Turkse regle-mentering, bedraagt het maxi-mumsuikergewicht per toerist of per “passagier” 75 kg. Maar sommige “passagiers” of “toe-risten” overschrijden de grens meerdere malen per dag. Deze praktijk overstelpt de markt met zowat 200.000 ton per jaar.Met een bevolking van 72,5 mil-joen en een groeipercentage van deze met 1,3%, blijft de con-sumptie almaar stijgen. Momen-teel bedraagt zij 38 kg per jaar en per inwoner.Rekening gehouden met de hoge inlandse suikerprijs en met de afwezigheid van exportsubsi-dies, is de Turkse export beperkt, zowat 40.000 ton in 2009/10 en in 2010/11. Azerbeidzjan is de voornaamste bestemming. In het begin van de jaren 2000, om de onderhoudskosten van de grote suikervoorraden te beper-ken, begon de openbare groep TSC met grote hoeveelheden suiker te exporteren, maar het enorme prijsverschil tussen de inlandse prijs en de wereld-marktprijs leidde tot zeer grote verliezen die de Staat op zich nam. Sindsdien stopte de ex-port, in overeenstemming met het Turkse economische hervor-mingsprogramma.Het importvolume is verwaar-loosbaar. Het douanerecht op geïmporteerde suiker bedraagt 135%. De taksen op suikerpro-ducten zoals suikergoed of cho-colade variëren tussen 8,3% en 15,4%.

Privatisering van de Turkse suikerindustrie

De totale capaciteit van de Turk-se suikerindustrie bedraagt 3,2 Mt. Er zijn 33 suikerfabrieken in Turkije en 6 fabrieken die zoet-stoffen op basis van zetmeel produceren. De Staat bezit 25 suikerfabrieken terwijl dat de 8 andere privé zijn.Op de totale productie van 2,53 Mt van 2009/10, werd 1,53 Mt geproduceerd door de staatsui-kerfabrieken en 1 Mt door de suikerfabrieken in het bezit van planters coöperanten.De meeste staatssuikerfabrie-ken, gegroepeerd binnen TSC, zijn gevestigd in regio’s waar de werkgelegenheid laag is en zij werden royaal gesubsidieerd. Hun technologie is in het alge-meen tamelijk verouderd. Enkele jaren geleden, besloot de Turkse regering om de suikersector, evenals andere sectoren van haar economie te privatiseren, en om haar suikerfabrieken te verkopen. Voor de verkoop, wer-den de 25 suikerfabrieken van de openbare groep TSC geklas-seerd in vier groepen in functie van hun lokalisatie, van hun effi-ciëntie, van hun productie en van hun geschatte waarde.Eind 2011 verkocht de regering twee loten die 10 suikerfabrieken omvatten voor een totaal bedrag van 922 M$. Een eerste groep van 6 suikerfabrieken gevestigd in het midden van het land werd verkocht aan de groep Ak-Can Seker Sanay & Ticaret terwijl dat de tweede groep van 4 suikerfa-brieken uit Oost-Turkije verkocht werd aan de holding Limak AS verbonden aan de groep Kolin Insaat AS.

De planters evenals de 20.000 werknemers van TSC zijn glo-baal gekant tegen de privatise-ring omwille van sociale en eco-nomische redenen. Zij menen dat na de verkoop, alleen nog de rendabele suikerfabrieken zullen overblijven en dat de andere fa-brieken zullen gesloten worden, met ontslagen als gevolg. Inder-daad, de staatsfabrieken (TSC) zijn in het algemeen ouder en minder performant.De regering hoopt dat op langere termijn, wanneer de privatise-ring zal afgerond zijn, de sector steeds concurrentiëler zal wor-den.Momenteel zijn de Turkse in-landse prijzen duidelijk hoger dan de prijs op de wereldmarkt. Gezien Turkije overweegt om tot de Europese Unie toe te treden in 2014, moet de Turkse rege-ring haar suikerreglementering in overeenstemming brengen met de nieuwe suikerhervorming in de EU, dus ook wat bieten- en suikerprijzen betreft.

De Turkse privé suikerindustrie geeft blijk van dynamisme, onder meer met het onderzoek van nieu-we aanwendingen voor bieten en voornamelijk bio-ethanol. De sui-kerfabriek van Konya bouwde op de site van Cumra de eerste en enige fabriek voor de productie van ethanol in Turkije. De etha-nolproductie begon in 2007. De site heeft een verwerkingscapaci-teit van 800.000 ton bieten en kan 80.000 m3 ethanol produceren.

Bronnen: The Sugarbeet grower magazine

Turkije, vijfde wereldproducent van bietsuikerturkije is de grootste bietsuikerproducent van het mid-den-oosten en de vijfde wereldproducent van bietsuiker, na frankrijk, Duitsland, de verenigde staten en rusland.

De Turkse zoetigheden zijn een grote Oosterse specialiteit. De Turken consumeren 38 kg suiker per jaar.

Stichter: R. BRUYÈREVerantwoordelijke uitgever:

Victor SNEESSENS, Voorzitter CBBDirecteur van de publicatie:

V. VERCAMMENUitgave en publiciteit

Bernadette Bické - 02 513 68 98Martine Moyart - 02 551 11 78Verantwoordelijke voor de

suikerbiettechniek: KBIVB TienenDruk: Corelio Printing

Hoofdartikel door Philippe Bedoret, voorzitter van de CBB

BietplanterDeM A A N D B L A D VA N D E C O N F E D E R AT I E VA N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel

T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88

I N D I T N U M M E Rp. 2: Actueel

p. 3, 4, 5, 6, 11: Verslaggeving CBB-congres Bergen

p. 12,14: Bedrijfsnieuws

p. 13: Coco Vlaanderen

p. 14: Contractvoorwaarden Orafti

p. 15: Verbond Vlaams-Haspengouw

DE

CE

MB

ER

20

08

nr. 441 - 42ste jaargang