Volledige afhankelijkheid van omgeving Hersenbeschadiging ... GS... · •Slaan op tafel •Steeds...
Transcript of Volledige afhankelijkheid van omgeving Hersenbeschadiging ... GS... · •Slaan op tafel •Steeds...
Zorgen voor een veilige omgeving
Volledige afhankelijkheid van omgeving
Hersenbeschadiging
Moeite met verwerken van prikkels
Probleemgedrag van mensen met dementie
Ziekte (dementie) Omgeving (gunstig of
ongunstig)
Prikkels van buiten en van binnenuit
Belangrijke factor is de begeleiding
Indeling van mensen met dementie op basis van de behoefte aan prikkels
Niemand kan zonder prikkels, maar de behoefte aan de hoeveelheid is voor iedereen anders
Zen dementerenden
Dolers
Evenwichtzoekers
Bron: Dr. Anneke van der Plaats
Zen dementerenden
• Staren voor zich uit
• Bewegingsloos
• Ontspannen spieren
• De hersenen zijn ‘moe’
Dolers
• Gaan op zoek naar prikkels
• Met stilstaande prikkels kunnen ze niets
• Lopen de hele dag
• Slapen en rusten is moeilijk
• Kunnen ook last hebben van teveel prikkels en gaan daardoor lopen
Evenwichtzoekers
• Waren vaak eerst dolers
• Kunnen om welke reden dan ook niet meer lopen
• Behoefte aan geluids- en bewegingsprikkels is groot
• Gaan (hard) roepen, tikken, klappen, kloppen
Vier niveaus van zintuiglijke waarneming en ontstaan van gedrag
• Niveau 1
• Enkelvoudige prikkels, ongerichte bewegingen
Gevolg neurologische stoornissen:
• Verlammingen
• Aanrakingen niet voelen
• Reflexen niet uitvoeren, reflexen komen terug (zuigreflexen)
• Niveau 2
Functie:
• Prikkels sorteren
• Prikkels ordenen
• Spontaan impulsief gedrag ondernemen
Niveau 2
Gevolg neurologische stoornissen:
• Handelingen gebrekkig uitvoeren
• Voorwerpen niet bewust herkennen
• Zich gebeurtenissen niet herinneren
• Schelden, spugen, slaan of bijten als reactie op iets angstigs
Het eerste en tweede niveau vertegenwoordigen het reflexmatig , intuïtief en ondoordacht handelen.
Niveau 3
• Emoties bewust koppelen aan prikkels
• Herinneringen bewust sturen
Gevolg neurologische stoornissen:
• Logisch nadenken niet mogelijk
• Geen weldoordachte acties kunnen ondernemen
• Geen spontaan gedrag ondernemen
Niveau 4
• Samenkomst van verschillende, ingewikkelde hersenfuncties (zoals geweten en verantwoordelijkheidsgevoel).
• Be-, na- en overdenken van gedrag
Gevolg neurologische stoornissen:
• Egocentrische gedrag
• Egoïstisch gedrag
Gevolgen neurologische stoornissen
• Decorumverlies
• Niet meer van tevoren kunnen plannen van gedrag
• Niet meer vooruitlopen op wat er gaat gebeuren.
Het derde en vierde niveau vertegenwoordigen het bewust denken en voelen.
Mensen met dementie functioneren
vooral op niveau 1 en niveau 2
Gevolg:
• Veel onbewust en onwillekeurig handelen
• Spontaan en ongeremd gedrag
• Reflexmatig reageren
In het geval van volledige veiligheid kan functioneren op een hoger niveau soms worden bereikt
Sensorische informatie verwerking.
• De informatie vanuit de zintuigen wordt sensorische informatie genoemd. • sensorische informatie wordt verwerkt door het zenuwstelsel, om te
kunnen (over)leven, waarnemen, reageren, contact maken, te handelen en te beleven (en genieten)
• De verwerking van al de verschillende sensorische informatie wordt sensorische informatieverwerking genoemd.
o Welke zintuigen kennen we ?
o Doel informatieverwerking.
o Manier van reageren
o Alertheid
o Prikkelverwerking bij dementie
Welke zintuigen ken je eigenlijk?????1 ….
2 ….
3 ….
4 ….
5 ….
6 ….
7 ….
Welke zintuigen kennen we ?
• Vertezintuigen :informatie vanuit de omgeving bv deurbel.
o Visueel, zien
o Auditief, horen
o Geur
• Nabijheidszintuigen: informatie over eigen lichaam, inzicht in eigen “zijn” t.o.v. buitenwereld. ( bv ook pijn, honger)
o Tactiel, tast
o Smaak
o Propriocepsis , houdings- bewegingsgevoel
o Vestibulair, evenwichtsgevoel
Horen (auditief )
• Ons gehoororgaan stelt ons in staat om te kunnen horen. Geluidstrillingen oren hersenen. ( verwerking). Een goede verwerking en integratie van de dingen die je hoort, is de basis voor de ontwikkeling van taal en spraak.
• een probleem in auditieve prikkelverwerking : meestal sprake van een te lage prikkeldrempel; dus overgevoeligheid
Kijken ( visueel)
Zien met je ogen, maar ook begrijpen wat je ziet. Dit is visuele perceptie. Als je visus goed werkt, kun je adequaat reageren op veranderingen in je omgeving.
Iemand met een lage prikkeldrempel voor visuele prikkels is bijv. snel afgeleid of kan niets overzien in een chaotische omgeving.
Voelen ( tactiel )
2 verschillende soorten kanalen voor verwerking van tastinformatie verwerkt :
o Een beschermingssysteem: dit reageert op lichte, onverwachte aanrakingen en waarschuwt ons lichaam voor elke prikkel die gevaarlijk zou kunnen zijn.
o Het onderscheidende systeem. informatie over het soort prikkel, bijvoorbeeld hard, zacht.
Problemen met het tactiele systeem: kan zowel een lage als een hoge prikkeldrempel zijn.
o een lage prikkeldrempel, ( overgevoeligheid) aanraking vaak als vervelend of pijnlijk ervaren: waarschuwende systeem blijft overheersen. Wil liever niet aangeraakt worden, zelf aanraken gaat beter.
o hoge prikkeldrempel moeite met discrimineren ; dan is het bijv. moeilijk om fijnmotorische handelingen te verrichten
Proeven en ruiken
Informatie van deze zintuigen kunnen invloed hebben op je reactie op veranderingen in de omgeving. Bijvoorbeeld misselijk worden van bepaalde geuren of honger krijgen bij de geur van versgebakken brood.
• Geur komt direct binnen.
• Overgevoelig bv voor parfum, sterk ruikend fruit
• Behoefte aan sterke smaakprikkels bij ondergevoeligheid in mondgebied
Evenwicht (vestibulair)
Het evenwichtsorgaan ligt in het binnenste van je oor. Het vangt
bewegingen of positieverandering van je hoofd
op en geeft informatie over hoe snel we
vooruitgaan of draaien en of we rechtop staan of
liggen en waar ons lichaam zich in de ruimte bevindt.
Problemen :
o Lage prikkeldrempel ( overgevoeligheid) vervelend om bewogen te worden, zelf initiatief willen houden, vaak hoge alertheid
o Hoge prikkeldrempel ( ondergevoelig) vaak laag alertheid, geen evenwichtreacties, opzoeken van bewegen.
PropriocepsisInformatie uit spieren, pezen
en gewrichten en geven informatie
over de stand en beweging van onze
lichaamsdelen.
Zo kunnen we voelen zonder te kijken, of onze knie recht is of gebogen.
• Problemen met de verwerking van proprioceptieve informatie veel stoten, doordat je niet goed voelt waar je ledematen zich bevinden en niet goed voelt hoe hard je iemand vast pakt of knuffelt.
• Samen met het evenwichtsorgaan is de propriocepsis verantwoordelijk voor het houding- en bewegingsgevoel
Prikkels en de verwerking hiervan. Taken van zintuigen :
Waarschuwen voor gevaar. (Ruiken van brand, hete koffie)
Herkennen van informatie .
• Signaalfunctie aandacht, focussen en reageren / prikkeldrempel
• Te sterk waarschuwend “gevaar”.
• Te zwak geen aandacht, missen van de informatie.
Doel informatieverwerking = gepast reageren op zintuigelijke prikkels.
• Voorwaarden voor een gepaste reactie :
1. Prikkel begrijpen
2. Kunnen moduleren. : wat is wel of niet van belang om op te reageren, de prikkel begrijpen, betekenisverlening.
Manieren van reageren Schema Winnie Dunn
Neurologische drempel
Passief
Actief
Hoge drempel
Toeschouwer
(gebrekkige registratie)
Zoeker
(prikkels zoekend)
Lage drempel
Sensor
(gevoelig voor prikkels)
Vermijder
(Prikkels vermijdend)
Alertheid
Fasen van alertheid• Fase 1: slapen, ongericht passief
• Fase 2: je bent afwezig maar mist de informatie; bv s morgens als je net wakker bent en nog een beetje suf bent. ( ongericht actief of passief)
• Fase 3: je bent in staat om adequaat te reageren
• Fase 4: je bent verhoogd alert. De kans dat uit controle raakt is aanwezig. Bv als je op tijd weg moet en iemand vraagt dan nog iets aan je en je voelt tijdsdruk dat je niet op tijd bent.
(gespannen actief of passief)
• Fase 5: emotionele ontlading, huilen
Alertheid
• Je alertheidniveau is niet de hele dag hetzelfde.
• Dit is voor iedereen weer verschillend, de ene persoon is een ochtendmens en gaat snel door naar toestand 3, de andere heeft wat meer moeite met wakker worden en blijft tussen de ‘repeaten’ van de wekker sluimeren in toestand 1-2.
• Prikkels uit je omgeving beïnvloeden ook je alertheidniveau.
• Als je een optimaal niveau hebt, kun je het beste reageren op je omgevingsprikkels, als je niveau verhoogd of verlaagd is, gaat dat moeilijker.
Alertheid
Wat doe je eigenlijk zelf????Friemelen
Gapen
Bewegen met je teen / voet
Wiebelen
Kauwgom kauwen
….
….
Prikkelverwerking bij mensen met dementie• Remming vanuit de hersenen wordt minder waardoor vaker
ongeremd gedrag.
• Kunnen niet alles herkennen/ Herkenning zintuiglijke prikkels vermindert/ neemt af.
• Een ernstig beschadigd brein reageert niet meer op stilstaande prikkels, alleen op dynamische prikkels ( beweging, bewegend beeld en geluid)
• Bij een tekort aan prikkels gaat het brein zelf prikkels maken ; men gaat op zoek naar prikkels ( lopen, roepen, op tafel slaan)
• Hersenen werken langzaam/ Prikkelverwerkingstijd neemt toe
• Niet kunnen verwerken van verschillende prikkels tegelijkertijd. Dubbeltaken, informatie verwerken vanuit meerdere zintuigen wordt lastig ( niet kunnen afweren van prikkels)
• Mn. Geluids- en bewegingsprikkels moeilijk om af te weren moeite met aandacht richten, snel afgeleid.
• Moeite met filteren. Wat is wel/ niet van belang om op te merken.
• Moeite om je af te sluiten voor prikkels.
Prikkelverwerkingstijd
• Tijd die prikkel nodig heeft om de hersenen te bereiken
• Tijd die de hersenen nodig hebben om de prikkel te verwerken.
• Tijd die nodig is voor de reactie kan worden uitgevoerd.
Prikkel hersenen
reactie
Prikkelverwerking bij mensen met dementie
Visus:
• Moeite met het volgen van bewegingen.
• Visuele beeld wordt niet bekend/ begrepen.
• Stilstaande beelden komen niet binnen.
• Ogen gaan dicht.
• Hoofd draait men weg.
• Onrust, zoals handen friemelen.
• Niet kunnen focussen op activiteit.
• Zien van bewegingen is reageren.
• Diepte zien is niet meer voldoende aanwezig.
.
Prikkelverwerking bij mensen met dementie
Auditief :
• Verbale informatie wordt niet meer juist verwerkt. Zowel het taalbegrip als de taalproductie nemen sterk af.
• Zelf hard roepen, overstemmen.
• Hard roepen/ huilen : stimuleren.
• Slaan als reactie op teveel geluid in omgeving.
• Schoppen als reactie op hoeveelheid geluid.
• Tikken op tafel ter stimulering.
• Niet kunnen focussen op activiteit
• De afstand waarop men geluid/ muziek herkent wordt steeds kleiner. dichtbij zijn.
Prikkelverwerking bij mensen met dementie
Houdingszintuig• Hoofd opgetild houden.• Slaan en knijpen en /of hard roepen bij transfers.• Rolstoel stevig vasthouden tijdens het wandelen.• Foetushouding. ( = gespannen) • Problemen tijdens het wassen.
Prikkelverwerking bij mensen met dementie
Tactiel
• Zintuigsysteem waarmee je veel informatie kunt geven.
• Blijft erg lang intact.
Prikkelverwerking bij mensen met dementie
bewegingszintuig
• Veel rondlopen
• Niet kunnen blijven zitten
• Vallen
• Trappelen/ stampen
• Slaan op tafel
• Steeds verzitten in de stoel
• Soms vervalt de remming om te stoppen met bewegen waardoor overprikkeling ontstaat.
Prikkelverwerking bij mensen met dementie
Mondgebied ( smaak/ reuk)
• Behoefte om te zuigen neemt toe.
• Mond is vaak een belangrijke ingang om te kunnen reguleren.
• Iets aanbieden kan zowel bij onrust als bij een verlaagde alertheid.
Doseren van prikkels
Teveel aan prikkels:o Heen en weer lopend personeel, telefoon, piepers, radio/ TV aan.
afleidende onrust. /prikkels. beangstigende chaos.o Materiaalkeuzes: bv te harde stoel, geluid weerkaatsend
verzorgingsmateriaal.
Te weinig prikkels:o Niemand aanwezig, stilo Wel op zoek zijn naar prikkels maar stilstaande prikkels worden niet
meer opgevangen. zelf geluids- en bewegende prikkels maken.o Materiaalkeuzes: bv te zacht( anti decubitus) matras geeft gevoel van
zweven. krampachtige foetushouding.
Doseren van prikkels
• Aanbieden van gedoseerde onderhoudende prikkels zoals langzame herkenbare beelden, bv trage films uit het verleden ( lassie, Sissy, natuurfilms, stomme films.),bewegende beelden zoals disco- bol, video van vogeltjes of haardvuur, vervloeiende muurprojecties.
• Prikkels gebruiken voor doelgerichte bezigheden bv voor etens-of bedtijd.
• Structuur. Wil niet zeggen op een bepaald , is meerhet aanbieden van juiste prikkels en zo weinig mogelijk afleidende prikkels.
• Belevingsgericht loop-circuit voor dolers..
Doseren van prikkels
Zen-dementerendenStaren/ bewegingsloos. Ontspannen spieren.“vermoeide” hersenen. Lijkt alsof ze slapen maar slapen niet.
Geen baat om bij activiteiten betrokken te zijn. baat bij stille omgeving met rustige muziek.
DolersOp zoek naar mn geluids- en bewegingsprikkels bij een weinig an prikkels In huiskamer teveel aan prikkels , op de gang te weinig aan prikkels lopen de hele dag.
Geven van gedoseerde geluids- en bewegingsprikkels ( genoeg om de hersenen aangenaam bezig te houden) bv rustige muziek, vloeistofdia’s, rustige films, discobollen.Let op: kunnen ook (snel) overprikkeld raken.
Evenwicht zoekersDolers die vastgezet zijn ivm valgevaar gaan prikkels produceren. Bv roepen, wriemelen, kloppen. Hard roepen geeft trillingen van binnen en kan verslaving worden.
Geven van gedoseerde geluids- en bewegingsprikkels ( genoeg om de hersenen aangenaam bezig te houden) bv rustige muziek, vloeistofdia’s, rustige films, discobollen.
.
Adviezen ; hulpmiddelen
Bewustwording/ begrip
Kijken naar situatie, wat kunnen we veranderen ter verbetering
Inzet van materiaal, bv sensit stoel, ballendeken , squasevest