DBV_2013-3_01

24
117de jaargang | mei - juni 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042 Spring Vlaanderen 3

description

http://www.donbosco.be/uploads/media/DBV_2013-3_01.pdf

Transcript of DBV_2013-3_01

Page 1: DBV_2013-3_01

117de jaargang | mei - juni 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042

Spring

Vlaanderen

3

Page 2: DBV_2013-3_01

inhoud

Ingeblikt 3

Er-zijn, leven delen 4

Klimmen in vertrouwen (Jan Huybrechts) 6

Als het stormt 8

Instructor bij Jeugddienst Don Bosco 9

Citaat 10

Getuigen van evangelische radicaliteit 11

Genegen.be 12

Labelsteeltje – sprookje of een fabel? 14

Spitsvondigheid voor dagelijks gebruik 16

Bezoek van don Pascual Chávez 17

Vuurtorens op de grens (Wim Bauwens) 18

De Boekenplank 20

Sprokkel 21

Kansarmoede in de Andes aanpakken 22

Ruggespraak 24

Hoofdredacteur Steven Pinnoo

Adviesraad R. Burggraeve H. Cauwenberghs A. De Cocker M. Den Haerynck D. Deraeve E. De Ridder E. Haelvoet B. Hoogwijs D. Schoofs F. Vanspauwen S. Veulemans

Eindredactie en redactieadres Mark Den Haerynck Stationsstraat 87 3150 Haacht [email protected]

Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Verantwoordelijke uitgever Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo

De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.

Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit aan derden doorgegeven en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.

In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be

In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org

Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’:Don Bosco Centrale vzwFr. Gaystraat 1291150 BrusselTel. 02 771 21 00IBAN: BE27 4272 1008 4573 BIC: KREDBEBB

Foto voorpagina: Jeugddienst Don Bosco

Een salesiaanse op de wereld Een kijk op de salesiaanse wereld

Page 3: DBV_2013-3_01

3

Spring!“The spring is in the air! Ik zing, ik zing van lente…” Zo gaf Toon Hermans de lente een vrolijk zingend welkom. Op het hoogtepunt van de lente voelen ook wij het le-

ven in ons opborrelen, en we zou-den wel met Toon gekscherend, fluitend en zingend willen rond-huppelen. We voelen ons één met het lentegevoel, het leven, het ‘springen’ in de natuur. De dieren, de bomen, de planten – alles ge-tuigt van een nieuw elan. En het is alsof ook wij nieuwe levenssappen door onze wortels voelen stromen.

De lente is al lang in voorbereiding. De natuur spaart haar krachten

om die ineens los te laten in een uitbarsting van leven: Spring…! Ook in onze Don Boscobeweging hebben we de laatste maanden heel wat energie mogen opdoen, onze batterijen kunnen opladen aan heel deugddoen-de momenten. Ik denk daarbij aan het bezoek van het

Tekst: Steven Pinnoo Foto: Christophe Libert | ingeblikt

Don Boscobeeld dat voor jong en oud een herontdek-king van Don Bosco betekende; aan het Provinciaal Kapittel van de salesianen dat voor hen en voor heel de beweging een herbronning inhield; aan de interna-tionale bijeenkomst van de Salesiaanse Familie vanwaar de deelnemers terugkeerden met een vernieuwde in-spiratie voor ons allen. Maar ik denk evenzeer aan de ‘kleine’ dingen van elke dag, in onze scholen en instel-lingen, bij onze vrijwilligers en animatoren en in onze gezinnen. Ook in dit nummer van Don Bosco Vlaande-ren hebben we een aantal verhalen bijeengesprokkeld over mensen die getuigen van ‘Don Bosco vandaag’.

Met al deze opgeladen energie mogen we een bloeien-de Don Boscolente waarmaken. We mogen het leven zó in ons voelen bruisen dat het niet mogelijk is nog lan-ger bij de pakken te blijven zitten. Laat de opgespaarde krachten maar losbarsten om met volle enthousiasme de sprong vooruit te wagen en onze beweging jong en fris tevoorschijn te laten komen – zo jong als Don Bosco het zelf wil. Spring!

Page 4: DBV_2013-3_01

4

Don boSco, en nu? | Tekst: Bart Decancq Foto's: Copyright 2004 Lux Vide, ANS

Vandaag Don Bosco zijn

Wat heeft hem bezield? Wie bezielde hem? Het zijn vra-gen die we ons stellen in onze zoektocht naar de drijf-veren van Giovanni Bosco. We zoeken de fundamenten waarop hij zijn leven bouwde, waarop hij vorm gaf aan een familie binnen de Kerk.

een nieuwe generatie priestersIn de eerste helft van de negentiende eeuw wordt men in Turijn geconfronteerd met de problemen van jonge-ren die sociaal ontworteld zijn en aan hun lot overge-laten. Ook de invulling van de vrije tijd vormt een pro-bleem. Ze brengen de vrije tijd door met nietsdoen en verspelen dikwijls het geld dat ze met moeizame arbeid hebben verzameld. De religieuze bijstand binnen het kerkelijke weefsel van de parochies volstaat niet meer. Pastoors verliezen het contact met deze nieuwe bevol-

king van de stad. Tegelijk voelen verschillende jonge priesters zich opgeroepen door deze situatie. Het is voor hen niet vanzelfsprekend om een antwoord te geven op deze nieuwe nood. De waardigheid van de priester staat hoog aangeschreven, hij leeft wat afgezonderd van de mensen, hoort thuis in zijn kerk en moet zich niet inlaten met het uitschot van de straat. Maar waar Gods Geest werkt, ontstaat iets nieuw. De navolging van Jezus zet die priesters van Turijn op straat.Don Giovanni Cocchi is één van hen. Hij trekt naar Rome om er een zending te krijgen als missionaris. In Rome maakt hij kennis met de oratoria van de stad en hij beslist om terug te keren naar Turijn en daar ook een oratorium op te starten. Een ontmoetingsplaats voor de armste jongeren, voor de kinderen die rondzwerven op zijn parochie, voor diegenen die werkeloos en on-

er-zijn, leven delen

Zonder inkomen, zonder onderdak, zonder zekerheid

kiest giovanni bosco voor een nieuwe, onzekere toekomst.

Page 5: DBV_2013-3_01

5

geschoold op straten en pleinen ronddwalen. Hij wordt onderpastoor in de parochie van de SS. Annunziata in het noorden van Turijn en sticht er het eerste oratorio van de stad. In een tijdschrift over opvoeding verschijnt een ‘Programma’ voor de oratoria en een ‘Reglement’ voor de zondags- en avondscholen. Men benadrukt er onder andere dat onderwijs gelijke pas moet houden met opvoeding. In de Kerk van de negentiende eeuw is het een nieuwe soort pastoraal voor de jeugd, met oog voor de noden van de straatjongeren. Een poging om hen op een nieuwe manier te benaderen omdat de traditionele aanpak het niet meer doet.

Don bosco waagt de sprong…Het groepje jongeren dat Giovanni Bosco vanuit het Convict volgt, komt op zon- en feestdagen samen rond het Rifugio van markiezin di Barolo waar Don Bosco werkzaam is. Wanneer hij beslist om definitief te kiezen voor het werk met de jongens van de straat, komt hij zelf op straat terecht. Zonder inkomen, zonder onder-dak, zonder zekerheid kiest hij voor een nieuwe, onze-kere toekomst. Na enkele omzwervingen vindt het ora-torio van Don Bosco een vaste stek in de wijk Valdocco. De jonge priesters van deze generatie weten dat je jon-geren moet ontmoeten daar waar ze zich ophouden. Zij ervaren het bij die jongeren: in een stad kruip je weg, je bent anoniem, je hebt geen naam. Lange tijd spreekt men van de “jongens van Don Cocchi” en de “jongens van Don Bosco”. Een derde oratorio opent de deuren en Don Bosco komt uiteindelijk aan het hoofd van de drie oratoria te staan.Zijn charisma zet mensen in beweging. Er ontstaat een eigen spiritualiteit die steunt op het evangelie, gezien door het oog van een groot christen. Er ontstaat een gemeenschap die leeft vanuit eenzelfde inspiratie. Mensen die zich met hun eigen gaven inschakelen in dit project bouwen mee Kerk op. Een familie met een eigen gezicht; want wat identiek is, is geen verrijking.

een spiritualiteit van ‘er-zijn’Valdocco wordt het leerhuis van die ervaring van de Geest. In de opvoedingsstijl die vorm krijgt, wordt het Don Bosco duidelijk dat een betrokken aanwezigheid bij jongeren de kern vormt van opvoeding. Het ‘er-zijn’ wordt het hart van zijn spiritualiteit, van zijn houding die hij beleeft tegenover God en tegenover de mensen. Die generatie priesters beseft dat een priester niet af-gezonderd mag worden, maar juist aan het leven moet deelnemen, het leven moet delen. Wat je eerst deelt, is niet je geloof, maar het leven. Hij weet dat ‘er-zijn’ belangrijk is in de christelijke traditie en dat er gedeeld wordt als men samen is. Zo deelt hij het leven en ook zijn geloof. Hij staat aan de kant van de jongeren en tegelijk aan de kant van het visioen van het Rijk Gods. Voor de priester Bosco gaat het er niet alleen om te zeg-gen wie God is, maar vooral om te laten ervaren wat Hij doet aan mensen.Die jonge priesters en leken geven met hun leven een nieuw antwoord op de vragen van de tijd en weten: als God het gezicht van de liefde krijgt, wordt Hij her-kenbaar. Ze zijn de gidsen in het leven van jongeren, ze reiken een kompas aan waarmee ze stappen kunnen zetten in hun groei en ontwikkeling. Elke jongere zou de kans moeten hebben iemand te ontmoeten die het verschil maakt in zijn of haar leven. Waar men getuigt van gelovig-zijn en waar jonge mensen een plaats vin-den waar ze gekend en gewaardeerd worden, kan men het leven ook vieren en is er plaats voor vergeving. Ze beseffen dat ze verkondigers van de verzoening moe-ten zijn met het getuigenis van hun leven. Er-zijn, leven delen en jongeren hoop op toekomst geven. Don Bosco en zijn medewerkers stonden voor die uitdaging in een veranderende wereld, in een Kerk die zich moest in-schakelen in een nieuwe tijd. Ze moesten een antwoord geven op nieuwe vragen en de sprong wagen…

elke jongere zou de kans moeten hebben iemand te ontmoeten die het verschil maakt in zijn of haar leven.

Page 6: DBV_2013-3_01

6

te gaSt | Tekst: Steven Pinnoo Foto's: Steven Pinnoo, eindredactie

klimmen in vertrouwen

DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht

Stralend en sportief, zo mogen we Jan Huybrechts ont-moeten. Het is meteen duidelijk: deze leraar van Don Bosco Hechtel voelt zich goed in zijn vel, en hij beseft hoeveel hij daarvoor aan Don Bosco te danken heeft. Want ooit zag hij het veel minder goed zitten…

te levendig voor Don bosco?De band van Jan met Don Bosco reikt al ver terug tot in zijn jeugdjaren. Nochtans is hij zijn schoolcarrière elders begonnen. De jonge snaak bleek echter wat te levendig voor het ‘gewone’ schoolsysteem, waar men met zijn speelsheid geen blijf wist. Tegelijk hoorde hij steeds weer van zijn broer, die in Don Bosco Hechtel school liep, wat daar allemaal mogelijk was en georganiseerd werd. Het was bijzonder frustrerend voor Jan – en al helemaal voor zijn leerkrachten… Na zijn tweede jaar hield Jan het voor bekeken en trok naar Don Bosco Hechtel, op internaat.Het internaatsleven was een openbaring. Hij mocht er-varen hoe men zijn energie en speelsheid niet wou be-knotten, maar er iets positiefs probeerde mee te doen. Hij leerde op de juiste manier met mensen omgaan, hij kreeg structuur en werd uitgenodigd tot engagement. Zo ‘rolde’ hij als het ware vanzelf in de moniwerking, en de eerste keer dat hij als monitor naar Oostenrijk mee kon, gaf dat bij Jan een ware ‘klik’. Don Bosco zou hem nooit meer loslaten…

leerkracht onder de jongerenNa zijn studies solliciteerde Jan in de school die zoveel voor hem betekende. Als bij wonder kon hij meteen vol-tijds aan de slag als leraar techniek in de eerste graad; daarnaast geeft hij ook les in technologische activitei-ten en ICT.Jan geeft intussen al zijn elfde jaar les en doet het zeer graag. Toch voelt hij zich het meest waardevol wanneer hij niet als leerkracht maar ‘gewoon als mens’ naar bui-

Page 7: DBV_2013-3_01

7

ten kan komen en een nauw contact met zijn jongeren kan opbouwen. Zeker nieuwe leerlingen moeten het vaak wat gewoon worden dat een leraar oprecht inte-resse toont in de ‘gewone’ dingen of tussendoor even komt mee voetballen. Die positieve ingesteldheid pro-beert Jan ook in zijn lessen mee te nemen. Hij hecht eraan zijn leerlingen een probleem op eigen manier te laten aanpakken; pas als het dreigt te mislukken biedt hij zich aan om samen naar een oplossing te zoeken. Met veel geduld probeert hij zo het beste in jongeren naar boven te halen.

engagement voor Don boscoSteevast van de partij als er iets te gebeuren staat, zo staat Jan bekend. Alles wat in en rond de school ge-organiseerd wordt, ziet hij als evenveel mogelijkheden om jongeren uit hun schulp te halen, een beroep te doen op hun creativiteit en hen te leren verantwoorde-lijkheid opnemen.Een mooi voorbeeld is de jaarlijkse Don Boscoviering. De eerstejaars weten uiteraard niet wat ze mogen ver-wachten, maar naderhand komen ze steeds vragen of ze later ook niet van de partij mogen zijn. Zo ontstaat er een echt feest dat draait op tal van vrijwilligers – voor muziek en dans, voor het toneel, voor de opbouw…Jan herinnert zich heel goed hoeveel vertrouwen hij in zijn jeugd heeft gekregen, en zoekt daarom actief naar mogelijkheden om jongeren verantwoordelijkheid te laten opnemen – iets waarvoor in onze samenleving steeds minder ruimte lijkt te bestaan.

op bergkamp in oostenrijkTussen alle activiteiten waarvoor Jan zich inzet, neemt het bergkamp naar Oostenrijk een heel bijzondere plaats in. Het is een tiendaagse wandelvakantie in de bergen, die steeds in het begin van de zomervakantie wordt ge-organiseerd, zodat de groepssfeer van de school er nog wat in zit. Al van sinds hij in Hechtel les begon te ge-ven is hij er bij. Het bergkamp is een groot succes, het wordt misschien zelfs wat te groot: dit jaar zijn er 215

deelnemers. Jan vindt het heerlijk om enerzijds aan zijn jongeren leiding te mogen geven en letterlijk de kop te mogen trekken, en anderzijds verantwoordelijkheid door te geven. Zo moedigt hij hen graag aan om zich in het Duits te behelpen, ook als ze die taal helemaal nog niet kennen…Uit alles blijkt zijn waardering voor het vrijwillige en-gagement van zijn collega-leerkrachten, voor het berg-kamp, maar ook op school. Moniwerking op school vindt hij heel belangrijk; die zorgt voor speelplaatsanimatie en organiseert allerlei evenementen. Zonder de inzet van deze werking zou iets als het bergkamp helemaal niet mogelijk zijn.

‘gangmaker’Jan is al een tijdje lid van een groep ‘gangmakers’ van Don Bosco op school. Op basis van de mond-aan-mond-reclame heeft hij zich dit jaar ook ingeschreven voor de Don Boscocursus van de dienst Vorming & Anima-tie. Hij vindt het niet alleen belangrijk om meer over Don Bosco en zijn spiritualiteit te vernemen, maar komt telkens weer naar huis met een aanstekelijk enthousi-asme. En waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over – zo mogen ook zijn collega’s ervaren. Hij voelt zich enorm aangesproken door de manier waarop Don Bosco mensen aantrok en blijft aantrekken, louter door zijn manier van ‘zijn’. Met het netwerk dat hij had op-gebouwd en de capaciteiten waarover hij beschikte, had Don Bosco heel andere wegen kunnen inslaan; toch koos hij ervoor dit alles ter beschikking van de meest kwetsbare jongeren te stellen, zonder iets voor zichzelf te houden. Zonder deze fundamentele keuze zou Jan hier vandaag niet zitten, zo beseft hij maar al te goed.

Jan heeft het grote geluk niet alleen te staan in zijn engagement: sinds hij zijn vriendin heeft leren kennen, heeft hij pas écht het gevoel dat hij leeft. Ze is zelf ook lesgeefster in Hechtel en is er zeer geëngageerd; Jan kan thuis rekenen op iemand die hem werkelijk begrijpt. En zo mag Jan er opnieuw beleven wat zovele jongeren in Hechtel ervaren: soms heb je iemand anders nodig om het mooiste in jezelf naar boven te halen… Sámen ‘gangmaker’ zijn – een Don Bosco-avontuur waarin we hun nog levenslang geluk toewensen!

Page 8: DBV_2013-3_01

8

uitgeleZen | Tekst: Piet Stienaers Foto: Eindredactie

als het stormt

Je moet het eens meemaken: storm op het meer, ernsti-ge storm, water in de boot, overgelaten aan de vernie-tigende krachten van de natuur, weerloos, niets meer in handen, alleen wachten en hopen. Zoals de leerlingen bij Jezus.

De storm op het meer, de stormen in je relaties, het noodweer op je werk... Het hoort nu eenmaal bij het oversteken, het hoort bij het leven. Niemand ontsnapt eraan. Het wordt nog erger omdat degene op wie je in dergelijke situaties vertrouwt, ligt te slapen, niet thuis geeft, je geen reddende hand toesteekt. Deze keer kun je niet op hem vertrouwen. Waar moet je heen?

De wanhoop en de onmacht worden nog groter. Je kunt alleen roepen: “Meester, wij vergaan!” Je zit ge-kluisterd in je miserie en je onmacht, in het noodweer. Je mist perspectief op morgen en je ziet geen uitweg. Alles weegt op je en is moeilijk. Het leven heeft zijn aantrekkelijkheid verloren. Je energie is opgebruikt, je bent uitgeleefd. Er is niets meer dan die dreigende situ-atie of die overrompelende storm.

Op zekere dag stapte Jezus met zijn leerlingen in de boot en zei tot hen: “Laten we het meer over-steken.” Ze staken van wal en onder het varen viel Hij in slaap. Toen een hevige stormbui op het meer losbarstte, maakte het schip water en ze ver-keerden in nood. Ze liepen dan ook naar Hem toe en maakten Hem wakker met de uitroep: “Mees-ter, Meester, wij vergaan!” Hij stond op, richtte zich met een dwingend woord tot de wind en het woeste water; ze bedaarden en het werd stil. En Hij sprak tot hen: “Waar is uw geloof?”

(Lc 8,22-25a)

Als dan de kracht van de meester de wind doet liggen, de duisternis en de storm verjaagt, als dan God-weet-wie-of-wat uitkomst biedt, de hemel uitklaart, weer perspectief geeft en de benauwde beknelling door-breekt, kun je het bijna niet geloven. Verbazing alom. Sprakeloosheid je deel.

Je hebt geen woorden om de verwondering en de op-luchting te benoemen over de kracht van God of men-sen die je uit deze storm hebben gered. Is het dan toch mogelijk dat Hij dat kan, de stormen bedwingen? Wie is Hij toch dat Hij zelfs aan winden en water bevelen geeft? Als je de ander maar wakker maakt.

In al je angst en paniek zou je nog vergeten dat je zelf op zoveel ogenblikken de storm in je omgeving kunt bedwingen. Als je niet ligt te slapen.

Page 9: DBV_2013-3_01

9

Vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland

Jeugddienst Don Bosco (JDB) organiseert jaarlijks elf vormingssessies voor jongeren die zich willen inzetten in het jeugdwerk. Daarvoor rekent hij op een team van instructoren. Naast cursus geven kunnen deze vrijwil-ligers zich engageren voor een hele waaier aan projec-ten, denk- en werkgroepen… Dieter Geysmans is één van die instructoren die al een hele tijd actief is. We luisteren naar zijn verhaal…

Hoi Dieter! Hoe ben jij als vrijwilliger actief binnen de Jeugddienst?In het begin beperkte mijn bijdrage zich tot het geven van cursussen, nadien nam ik deel aan verschillende werkgroe-pen zoals 50 jaar JDB, speelplaatsanimatie en Sjoefoemi. Sinds twee jaar maak ik deel uit van de stuwgroep vor-ming en denk ik mee over zowel het beleid als de verschil-lende activiteiten die samenhangen met het vormingsluik. Op bijna elke activiteit kom je me wel tegen.

Wat motiveert je om je zo hard in te zetten?De kansen die ik kreeg van JDB en de persoonlijke groei die ik meemaakte op de cursussen maken dat ik veel wil teruggeven. Daarnaast ontmoet ik m’n vrienden vaak op JDB-activiteiten.

Hoe ben je bij Jeugddienst Don bosco terechtgekomen?Vanuit mijn functie als animator op de Oostenrijkkam-pen en speelplaatsanimatie van Don Bosco Hechtel was het een evidentie cursus te volgen bij JDB. Eens de mi-

Tekst: Toon Vanotterdijk Foto: Eindredactie | PleZierig engagement

instructor bij crobe je te pakken heeft, laat ze je niet meer los en stapelen de cursussen zich op.Mijn (hoofd)animatorschap op vakantiewerking Imago en speelplein Don Bosco Oud-Heverlee deden me hele-maal verliefd worden op jeugdwerk. Ondertussen ben ik al een achttal jaren actief als instructor bij de Jeugd-dienst. Destijds werd ik gevraagd als jonge instructor omdat men toen nood had aan inbreng vanuit Limburg.

Waarom Jeugddienst Don bosco?Ik vind het aanbod van de Jeugddienst heel gevarieerd. Wanneer je wat uitgekeken bent op activiteiten binnen het ene luik, gaat er een hele nieuwe wereld open bin-nen een ander deel van het aanbod. De mogelijkheden in het buitenland zijn zeer uitgebreid. Verder voel ik dat onze inzet gewaardeerd wordt, zowel door cursis-ten als de andere vrijwilligers.

Waarom zou iemand anders zich moeten inschakelen?Er is voor ieder wat wils! Nieuwe instructoren zijn altijd welkom binnen onze ploeg!

Favoriete herinnering/ervaring bij JDb? Waarom die?Ik krijg nog steeds een kick van een geslaagde cursus, maar de mooiste herinnering is Sjoefoemi Goud. Een uniek weekend voor alle animatoren van Don Bosco-vakantiewerkingen, waar ontmoeting en spel centraal staan. Twee jaar intense voorbereiding die bekroond werd met een zalig weekend: pure adrenaline!

Page 10: DBV_2013-3_01

10

“Hoe je het goede

moet doen?

Kijk naar de bijen

wanneer ze

honing maken.

Doe niet alles

alleen, maar help

elkaar en wijs de

juiste bloemen.”

Groeien is een proces van vallen en opstaan. Een proces dat Don Bosco herkende in zijn eigen le-ven, in het omgaan met zijn jongeren en de uit-bouw van zijn werk. Met warmte, liefde en ge-duld begeleidde hij zijn jongens in hun groei tot eerlijke burgers en goede christenen. Hij leefde te midden van zijn jongeren, kende hun kleine kant-jes en ongemakken en zorgde ervoor dat ze ble-ven standhouden ondanks de tegenwind die het leven soms met zich brengt. Een blijvende uitda-ging voor ons, ook vandaag.

Page 11: DBV_2013-3_01

11

De moeite waard om ter sprake te brengen

Tekst: Wilfried Wambeke Foto: Steven Pinnoo | een WoorD WaarD

getuigen van evangelische radicaliteit

Van 10 tot 13 februari kwamen 45 salesianen uit Vlaan-deren en Nederland samen in het internaat van Sint-Denijs-Westrem (Gent). Daar vond, onder het voorzit-terschap van provinciaal Mark Tips, het provinciaal kapittel plaats rond het thema ‘Getuigen van evange-lische radicaliteit’. De werkzaamheden werden geleid door Wilfried Wambeke, regulator, terwijl de debatten gemodereerd werden door dom Erik-Godfried Feys.

Samen groeien in beleidHet kapittel stond grotendeels in het teken van twee gespreksonderwerpen die door de Algemeen Overste van de salesianen werden aangereikt: die roept de sale-sianen op om ‘mysticus in de Geest’ en ‘profetische ge-tuige van de broederlijkheid’ te zijn. Via een diepgaan-de gedachtewisseling in kleine groepen groeide men naar enkele beleidslijnen voor de komende jaren. De stemming over de eindteksten bracht een grote eens-gezindheid aan het licht over de genomen besluiten.In de avondsessies werden een reeks praktische afspra-ken gemaakt over het concrete leven in onze provin-cie, de organisatie van onze congregatie op Europees niveau en de samenwerking binnen de verschillende regio’s van Europa. Dinsdagavond werd Wilfried Wam-beke als afgevaardigde van onze provincie verkozen om samen met provinciaal Mark Tips deel te nemen aan het Algemeen Kapittel in Rome (van februari tot april 2014).

kapittel in de kapelHeel bijzondere momenten waren ook de avondwoord-jes: op zondag door Mgr. Luc Van Looy, op maandag door zr. Thérèse Angelet, provinciale van de zusters van Don Bosco, en op dinsdag door de medebroeders Raj, Pedro en Andy: drie jonge missionarissen die in het kader van het ‘Europaproject’ naar hier gekomen zijn om de salesiaanse aanwezigheid in onze provincie te versterken. In behoorlijk Nederlands vertelden ze over hun eerste indrukken en ervaringen in Vlaanderen en Nederland, over de cultuurverschillen en over de uit-dagingen die ze zien om samen met ons het salesiaans project verder uit te bouwen.Het kapittel werd afgesloten op de plaats waar het be-gon: in de kapel, met een dankmoment. Alle deelne-mers kregen als aandenken aan dit provinciaal kapittel een prachtige reproductie van de icoon van de ‘Goede Herder’, een werk van hun medebroeder Lionel Carbon.

De sprong vooruitDaarmee werd een heel zinvol kapittel afgerond. Dit is echter geen eindpunt, maar een steunpunt om de sprong vooruit te wagen: een uitdaging voor alle salesi-anen om blijvend werk te maken van het luisteren naar wat God van hen verlangt, om te leven vanuit een in-nerlijke verbondenheid met Hem, om zorg te dragen voor hun medebroeders en om goede herder te zijn voor de mensen die ze ontmoeten.

Provinciaal kapittel in gent

Page 12: DBV_2013-3_01

12

genegen.be | Tekst: Maarten Meeus Foto’s: Don Bosco Vorming & Animatie

Al surfend bezinnen bij de noveen van Don Bosco

Voor Don Bosco is geloven de stapsteen in zijn werk met jongeren. Het is niet alleen de steun waarop hij zelf in moeilijke momenten vertrouwt, maar zeker ook de weg die hij zijn jongens wil tonen. Zijn invalshoek is een barmhartige God die de mensen nooit in de steek laat.Op een vanzelfsprekende manier zet zijn geloof in God en in de jongeren de toon in zijn opvoedkundig model.Niet dat iedereen moet geloven, integendeel. Het is kenmerkend voor Don Bosco dat hij het geloof aan-biedt en niet oplegt. Hij biedt jongeren kansen om met de kracht en de schoonheid van het christelijk leven kennis te maken en daarin stapsgewijs, op eigen tempo, te groeien.Ook vandaag zoeken wij naar de zin van ons leven. We durven het alleen niet altijd als geloven te benoemen. Toch is geloof iets heel natuurlijks dat ons niet alleen

een rustpunt biedt in moeilijke of drukke tijden. Het brengt ons in beweging en kan voor jongeren het ver-schil maken. Het christelijk geloof daagt ons uit tot een ‘integrale opvoeding’ van jongeren, waarbij we een context creëren waarin hun lichaam, geest, verstand, gevoel, ziel… tot groei en ontplooiing kunnen komen. Het is een krachtige oproep om hen op te voeden tot goede christenen, zodat ze eerlijke burgers zijn.

geloven“Op school, merk ik, leggen de meeste jongeren

bij het woord ‘geloven’ spontaan de link met saaie

eucharistievieringen. Eigenlijk is dat zeer jammer. Geloven is zo

veel meer. Het activeert mij. Het is ‘te doen’ in het leven van iedere dag. Het

is de reden van mijn engagement. Geloven doe je ook niet alleen, het is net in de

relatie met de Ander, in het samen vieren, samen spreken dat geloof vorm krijgt.”

“De kern van het geloof is voor mij ‘liefde’, weten dat iemand je graag ziet en je draagt. Zo probeer

ik mijn leerlingen mee te geven dat God met hen is via de mensen die hen omringen. Zoals een

parachute is Hij een steun waar we altijd op kunnen terugvallen.”

“Het is belangrijk dat jongeren een gelovig aanbod krijgen. Hierbij is het opvoedingsmodel van

Don Bosco cruciaal. Door het vertrouwen van mijn leerlingen te winnen, van mijn klas een thuis

te maken, vind ik een opening om ook over geloof te spreken. Het is aanbieden, zaaien en dan

wachten, geduld hebben. Groeit er iets, dan is dat goed. Groeit er niets, dan is dat ook goed. Maar

vooral: geef het tijd.”

Caroline Ryckaert is 21 jaar geleden begonnen als lerares Frans in het Don Boscocollege in Zwijnaar-

de. Ze is actief in de PAG-werking van de school en tal van activiteiten en organisaties mogen op

haar vrijwillige inzet rekenen. Van vakantiekampen, verkenningsavonden rond geloof, de gezins-

bond tot de parochiewerking.

Page 13: DBV_2013-3_01

13

Het is makkelijker gezegd dan gedaan: jongeren ver-trouwen geven. Het vraagt behoorlijk wat durf. Ver-trouwen geven betekent dat je durft loslaten. Je geeft het uit handen. En net daar voel je je niet altijd even goed bij. Toch is dat juist voor de ander een zeer krach-tig en bemoedigend signaal.Don Bosco begrijpt al snel wat vertrouwen geven bij jongeren teweeg kan brengen. Hij ziet steeds weer

het goede in mensen en gelooft in het potentieel van de jongens die bij hem komen. Ook al zijn ze niet de gemakkelijksten, toch geeft hij hun verantwoordelijk-heid. Hij laat hen voelen dat ze het waard zijn. Hij heeft hen nodig om zijn werk waar te maken. Zo doet hij hen openbloeien en boven zichzelf uitstijgen.Door hen te vertrouwen kun jij ook jongeren vleugels geven. Verantwoordelijkheid krijgen, meewerken en -denken, doet groeien. Door zelf stappen te zetten, wordt twijfel kunde. Zo gaan jongeren steeds meer in hun eigen mogelijkheden geloven.Vertrouwen geven is kijken naar de toekomst zonder helemaal te weten wat die zal brengen. Het is vooral zeggen: “Jij kunt het.”

een project van Don bosco Vorming & animatie in de kijker

Vertrouwen“Vertrouwen is niet alles zelf in handen proberen te houden, maar

net uit handen geven. Het heeft voor mij te maken met geloven:

geloven in de jongeren en geloven dat wat ze doen goed zal zijn.

Ook al zal het anders zijn dan wanneer ik het zelf doe.

Erin geloven is meer dan het enkel te hopen.”

“Onze projecten en de voorbereiding ervan worden vooral

door de jongeren zelf gedragen. Als zusters willen we niet in de

begeleiderspositie blijven staan. We willen samen met hen ook deelnemer zijn.

We vertrouwen op hun kunnen en delen de verantwoordelijkheid.”

“De jongeren die bij ons komen, hebben soms weinig of geen ervaring in het werken met

kinderen. We willen hun kwaliteiten zien en hun kansen geven. Dan zie je jongeren zo openbloeien.

Vertrouwen is trouwens niet alleen iets van begeleiders naar jongeren toe. Hoe verrijkend is het als

jongeren zien hoezeer ze elkaar kunnen aanvullen, als ze op elkaar vertrouwen!”

“Vertrouwen is veel sterker als je het samen doet. Zo kun je elkaar oproepen: ‘Laat hen maar doen,

vertrouw maar, ze zullen het wel goed doen.’ Vides dragen we daarom samen, als zusters en mét

jongeren.”

Zr. Lies De Soete is zuster van Don Bosco en samen met Zr. Marina Rerren verantwoordelijk voor

Vides (www.vides.be), een organisatie die jongeren de kans geeft om zich als vrijwilliger voor korte

of lange tijd in het buitenland te engageren. Daarnaast is ze werkzaam bij Kerk in Nood en deelt ze

het leven met de jongeren en de zusters in de leefgemeenschap in Heverlee.

Page 14: DBV_2013-3_01

14

groeiStoot | Tekst: Dirk Schoofs Foto's: Dirk Schoofs, eindredactie

Praten over opgroeien en de perikelen daarbij

Dyslexie, ADHD, dyscalculie, dyspraxie, dysgrafie, NLD, autismespectrumstoornis, hoogbegaafd… Het wordt bijna griezelig zoeken naar een kind dat geen disfunc-tie- of psychiatrisch label opgeplakt krijgt. Wanneer de overheid een aantal maatregelen in de regelgeving wil verankeren voor kinderen met speciale onderwijsbe-hoeften, trekken wetenschappers aan de alarmbel. Som-mige disfuncties nemen haast epidemische vormen aan, zeggen ze. Het gedrag van kinderen wordt te snel ge-problematiseerd en geëtiketteerd. Bovendien zouden de speciale maatregelen die scholen met de beste wil toe-staan vaak discriminerend en contraproductief zijn.

We spreken met Prof. Dr. Wim Van den Broeck, faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen aan VUB, die met verschillende open brieven de Vlaamse overheid wijst op de ontspoorde praktijk van overdiagnostice-ren en bijbehorende therapeutisering van het onder-wijs. Vooral in de basisschool lijkt er een jacht op labels uitgebroken. Eenmaal geattesteerd geeft zo’n attest uitzicht op allerlei vrijstellingen en uitzonderingsmaat-regelen. Ook aan andere universiteiten waarschuwen wetenschappers voor de wildgroei aan etiketten. Stijn Vanheule, professor psychoanalyse en klinische psycho-diagnostiek aan de Universiteit Gent, treedt zijn collega bij: “Die labels zijn misschien een geruststelling voor ouders en professionals, maar voor het kind zelf drei-gen ze meer kwaad dan goed te doen.”

In België is het aantal kinderen met ADHD in zes jaar tijd verviervoudigd. Twintig à dertig procent

van de kinderen draagt ondertussen een label. Is het een positieve evolutie dat men sneller proble-men bij kinderen etiketteert?WVDB: Ik denk het niet. Het is een goede zaak dat re-ele problemen tijdig worden erkend en dat het nodi-ge wordt gedaan, maar een diagnostisch label is niet hetzelfde als het correct herkennen van reële proble-men. Je zou zelfs kunnen aanvoeren dat bijvoorbeeld dyslexie niet eens een wetenschappelijke term is. Daar-mee wil ik niet beweren dat dyslexie niet bestaat, maar het loopt wel fout wanneer er automatisch een aan-tal uitzonderingsmaatregelen worden gekoppeld aan deze diagnose. Tegenwoordig heeft men de mond vol over handelingsgericht werken, waar ik helemaal ach-ter sta, maar men denkt niet consequent door. Hande-lingsgericht werken betekent dat je de meest efficiënte maatregelen neemt om een kind met reële probleem te helpen. Daarvoor heb je in regel geen diagnostisch label nodig. Dyslexie is per slot van rekening niet meer dan een beschrijvende term en geen verklarende term. Het is niet dat een kind slecht leest omdat het dyslexie heeft, het is eerder andersom. Wanneer uit leestesten blijkt dat iemand erg zwak scoort, noemen we dat dys-

labelsteeltje sprookje of een fabel?over het labelen van jo ngeren en SticorDi-maatregelen

Page 15: DBV_2013-3_01

15

lexie. De term ‘dyslexie’ voegt niets toe, integendeel. Je moet wel precies onderzoeken waaruit het zwakke le-zen bestaat. Daarna moet je beslissen welke oefeningen er volgen om tegemoet te komen aan het probleem. Dat noem ik handelingsgericht werken. Automatische vrijstellingen en compenserende maatregelen zijn het tegenovergestelde van handelingsgericht werken.

Gebeurt het toekennen van een dyslexieattest al-tijd met voldoende deskundigheid?WVDB: Ik denk dat dit doorgaans nogal meevalt ten opzichte van andere diagnoses. Dyslexie is vrij objectief vast te stellen op basis van leestesten. Leesvaardigheids-tests geven doorgaans betrouwbare resultaten. De di-agnoses ADHD en autismespectrumstoornis zijn veel subjectiever.Er is soms wel een probleem met betrekking tot wie het dyslexieattest toekent. Wanneer een attest door het CLB wordt uitgereikt, is er meestal geen probleem omdat die dienst objectief is. Wanneer het gaat om

externe instanties heb ik soms wel mijn bedenkingen. Soms kunnen ze belanghebbenden zijn en dan krijg je een ander verhaal.

U noemt die speciale maatregelen voor kinderen met dyslexie of dyscalculie zelfs discriminerend?WVDB: Het argument van discriminatie slaat op twee aspecten. Ten eerste zijn er nog een heleboel andere schoolse problemen die we niet benoemen met een diagnostisch label. Ik denk bijvoorbeeld aan trage kin-deren, of jongeren met een slecht geheugen. Nochtans zou je voor deze groep net dezelfde redenering kun-nen volgen als diegene die je vooropstelt bij dyslexie of dyscalculie. Traagheid en een beperkt geheugen zijn immers ook problemen die hun oorsprong vinden in een mix van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren. Ten tweede blijkt uit onderzoek dat de kans op het verkrij-gen van een diagnose erg verschillend is naargelang van het socio-economische milieu waaruit het kind komt. Diagnostische labels blijken een fenomeen van de mid-

labelsteeltje sprookje of een fabel?

kinderen die zich sterk identificeren met hun

label, hebben veel minder veerkracht.

over het labelen van jo ngeren en SticorDi-maatregelen

denklasse. Zelfs in de hogere sociaal-economische klas-se ligt het aantal diagnostische labels lager. Allochtone kinderen hebben 15 tot 20 keer minder kans om een di-agnose dyslexie te ontvangen dan hun autochtone leef-tijdsgenoten. Dat verschil is gigantisch. Toch is er geen enkele reden om te veronderstellen dat allochtone kin-deren minder disfuncties zouden hebben.

Wat bedoelt u met STICORDI-maatregelen die een beperking eerder laten uitgroeien tot een reële handicap?WVDB: STICORDI (STimuleren, COmpenseren, Remedië-ren en DIspenseren), dat in Vlaanderen een standaard-begrip geworden is, is volgens mij een slecht begrip omdat die vier acties eigenlijk niet bij elkaar horen. Sti-muleren en remediëren is wat de leraar doet wanneer die ervan uitgaat dat het probleem voor heel wat kan worden verholpen. Hier zijn we op het terrein van de handelingsgerichte aanpak. Compenseren en dispense-ren doe je wanneer er zo goed als niets meer aan te doen valt. Die twee laatste maatregelen horen bij een defectmodel en niet bij een handelingsgericht model. Wanneer je die maatregelen a priori voorziet op basis

van een label zonder gedetailleerde analyse riskeer je meer kwaad te doen dan goed. Er is geen enkel we-tenschappelijk bewijs dat aangeeft dat leerlingen met disfuncties op lange termijn baat hebben bij STICORDI-maatregelen. Er bestaan echter wel redelijke aanwijzin-gen dat STICORDI nadelig kan zijn.

Wanneer zijn die maatregelen nadelig voor kinde-ren met disfuncties?WVDB: Uit onderzoek blijkt dat kinderen die zich sterk identificeren met hun label veel minder veerkracht heb-ben. Wanneer ze op een actieve manier omgaan met het probleem is er wel progressie mogelijk. Ik merk zelfs bij universitaire opleidingen dat studenten verder ko-men wanneer ze in het verleden hebben geleerd hun probleem aan te pakken.

Page 16: DBV_2013-3_01

16

brooDJe curSieF | Tekst: Loes Foto: AP Photo/Al Grillo

Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven

Ik heb een punt gezet achter dat hoofdstuk. Het is mooi geweest. We rommelden in onze voorraadkist aan uit-drukkingen tot we de formulering vonden die ons ima-go van doorzetter uit de wind zou zetten. We willen ons immers voor geen goud profileren als een loser die zijn lier aan de wilgen hangt of de handdoek in de ring gooit. Ja, we zijn vindingrijk als het erop aankomt ons ego te beschermen tegen krassen en deuken.

Hoeveel even kwetsbare ego’s kruisen niet elke dag ons pad… Wie geen blikschade of erger wil aanrichten in het sociale verkeer, moet zich oefenen in creatief taal-gebruik. Dis je je mening rauw en ongezouten op, dan zit je algauw alleen aan tafel. Het gezelschap verkiest verfijnder hapjes. Die zwartgallige introvert glaceren we dan maar tot ‘bedachtzame filosoof’, de flauwe plezante wordt welwillend opgezoet tot ‘leuke kerel, 100% optimist’. En elke boreling in onze wijde omge-ving krijgt de quotering ‘schattig’, al loeit hij als een brandweersirene.Wie wil overleven, moet soms wel ronduit liegen, zegt Daniel Goleman, de bedenker van Emotionele Intelli-gentie. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen we niet anders dan flagrante leugens vertellen. Wie onder de oorlog Joodse onderduikers huisvestte, kon met on-waarheden mensenlevens redden. In het dagelijkse le-ven hoeven we meestal niet zo ver te gaan. Onderzoek heeft aangetoond dat we gemiddeld zeven keer per dag de waarheid geweld aandoen, zo lees ik in Ja tarara en andere riteiten, een boek vol verrassende taalwee-tjes. Doorgaans bedienen we ons van een light versie van de leugen: we moffelen een deel van de waarheid onder tafel, experimenteren met alternatieve daglich-ten, of blazen gewiekst een rookgordijn van taalkrin-

gels op. “Dat komt op mijn prioriteitenlijstje”, beloven we de hulpzoeker. En klasseren het verzoek vervolgens schaamteloos als nummer 1000 op dat lijstje. Informeert hij na een maand hoe ver de zaak is opgeschoten, dan zit ze ‘in de pijplijn’. In een pijplijn stagneert wel eens wat, dat weet ieder goed verstaander.Zit je nu ongemakkelijk te draaien omdat hier zo licht-voetig over het achtste gebod heen wordt gewalst? Dan ben je wellicht ook geen liefhebber van literatuur. Want wie kan briljanter liegen dan een auteur? Hij ver-draait de werkelijkheid dat het een lieve lust is. Vaak durft hij dan nog te beweren dat je iets kunt leren uit zijn werk. Soms ambieert zo’n fantast zelfs de lezer een geweten te prikken met zijn pen. Uitroeien, die mislei-dende letterhandel? Wacht even, niet te snel.Nog nooit ervaren hoe je door te spelen met de taal je leven ten goede kunt heroriënteren? Na een nacht vol gepieker kun je knorrig de dagtaak starten, doof voor elke “Goeiemorgen”. Je kunt zielig om kruimels medeleven bedelen. Maar slik die klaagzang in, diep een schepje ironie op - “Ja, lekker geslapen, zelfs bijna twee uur aan een stuk” – en je voelt je meteen een paar meter minder down. Die glimlach van de collega’s tilt je nog wat hoger en eer je er erg in hebt, zie je een streepje zonlicht boven je put verschijnen. Je kunt haar laatdunkend een placebo noemen, maar taal heeft me-dicinale kracht: verzachtend, pijnstillend, oppeppend.

Ik heb de bladzijde van de wekenlange voettochten omgeslagen. Het is mooi geweest. Tijd om nieuwe uit-dagingen aan te gaan. Straks de elektrische fiets op, lekker kilometervreten op eigentijdse wijze. De zetel in met een breiwerk? Dát is voorlopig nog net één uitda-ging te ver.

Spitsvondigheid voor dagelijks gebruik

Page 17: DBV_2013-3_01

17

bezoek van don Pascual chávez

Tekst: Wim Collin Foto: Eindredactie | SProkkel

Het lijkt wel alsof Don Bosco ons dit jaar niet met rust laat. Begin dit jaar kwam hij zelf op bezoek bij ons. Het beeld van Don Bosco met daarin een relikwie bezocht immers onder massale belangstelling bijna alle huizen van de salesianen en de zusters van Don Bosco in Vlaan-deren. Het was een hartverwarmend gebeuren voor iedereen die erbij was. En er komt opnieuw zo’n vreug-devol moment aan!

Tijdens het weekend van Hemelvaart zal don Pascu-al Chávez Vlaanderen en Nederland bezoeken. Don Chávez is de algemeen overste van de salesianen van Don Bosco. Dat wil zeggen dat hij de eindverantwoor-delijke is voor de salesianen in de hele wereld. Een beetje zoals de provinciaal Mark Tips dat is voor Vlaan-deren en Nederland, maar dan voor heel de wereld. Don Chávez werd tot negende opvolger van Don Bosco gekozen in 2002, in 2014 zal hij zijn tweede en laatste mandaat als algemeen overste beëindigen.

Gedurende de dagen van het verlengde weekend van Hemelvaart zal don Chávez een bezoek brengen aan Nederland, waar hij de nieuwe gemeenschap van Am-sterdam officieel zal openen. In Vlaanderen zal hij in

gesprek gaan met een aantal medewerkers van Jeugd-zorg Vlaanderen, van de scholen van Don Bosco, de pe-dagogische begeleidingsdienst en enkele vrijwilligers van Jeugddienst Don Bosco.

Op zaterdag 11 mei 2013 wordt groot en klein, jong en oud uitgenodigd in Don Bosco Sint-Denijs-Westrem om don Chávez te ontmoeten. Na een feestelijke eu-charistieviering is er een heuse Vlaamse Kermis waar gelegenheid is om met hem in gesprek te gaan. De dag wordt afgesloten met het traditionele avondwoordje door don Chávez. Wat het allemaal nog meer bijzonder maakt, is dat ter gelegenheid van dit bezoek Simon en Toni, twee medebroeders uit de salesiaanse huizen van Gent en Oostende, hun geloften voor het leven uitspre-ken.

Op deze manier komen ook de voorbereidingen voor het grote feest van de 200ste verjaardag van de geboor-te van Don Bosco in 2015 stilaan op kruissnelheid.

Heel de Don Boscofamilie is dus van harte welkom! De salesianen van Don Bosco hopen alvast u en uw familie te mogen ontmoeten op zaterdag 11 mei.

Programma oP ZaterDag 11 mei11.00 u.: Eucharistieviering met geloften voor het le-ven van Simon Nongrum en Toni Berek13.00 u.: Vlaamse kermis met hapje en tapje en mo-gelijkheid tot ontmoeting met don Pascual Chávez15.30 u.: Avondwoordje

Graag inschrijven voor 3 mei 2013 via: [email protected].

Voor een wegbeschrijving en meer info kan je surfen naar www.donbosco.be. Parking op de grote speel-plaats is bereikbaar via Maaltemeers.

Page 18: DBV_2013-3_01

De SPreekStoel | Tekst: Steven Pinnoo Foto's: Steven Pinnoo, sxc

Vuurtorens op de grens

Voor wie spreekt vanuit salesiaanse verantwoordelijkheid

in het spoor van de koorddanserToen Wim Bauwens in 1983 als nieuwbakken leer-kracht voor het eerst de Don Boscoschool in Sint-Denijs-Westrem binnenliep, had hij nog maar weinig voeling met Don Bosco. Toch was hij zeer benieuwd naar het opvoedingssysteem. De volgende jaren gaven hem ruim de kans om zich te laten ‘grijpen’ door Don Bosco en dit opvoedingsproject enthousiast gestalte te geven.Wims inzet schoot wortel in de gezonde humus van een ‘normale’, degelijke opvoeding. Zijn ouders en zijn grootmoeder, die bij hen inwoonde, boden hem en zijn broer een liefdevolle gezinsomgeving die aanzette tot engagement. Dat kreeg bij de jonge snaak vooral vorm in de Chiro van Ertvelde, waar hij jarenlang groepslei-der was; hij zou voor altijd in Ertvelde blijven ‘plakken’. Ook maakte hij al jong deel uit van de parochieploeg – hij is nog altijd lid, en hij is nog steeds de jongste…De overgang naar een werkomgeving vroeg van Wim wel een hele aanpassing: hij mocht al snel ervaren dat ‘professionals’ zich niet zo spontaan engageren als in een jeugdbeweging – het gaat er gewoon anders aan toe. Jarenlang heeft hij in dit spanningsveld het even-wicht gezocht, als een koorddanser. En zo mogen we vandaag iemand verwelkomen die, net als Don Bosco, gerijpt is in het zoeken naar het juiste evenwicht.

b(l)oeiende netwerkenWims werkveld heeft door de jaren heen een geleidelij-ke verschuiving doorgemaakt. Als wiskundeleraar werd hem gevraagd om ook het nieuwe vak informatica erbij te nemen. Bij het invoeren van een computernetwerk in de school hielp hij de collega’s om hiermee vertrouwd te geraken. Uiteindelijk werd hij vrijgesteld voor deze taak in de informatica; tegelijk nam hij ook een belang-rijk engagement voor de pastoraal op zich.In 1999 werd Wim graadcoördinator voor de derde graad, een verantwoordelijkheid die hij met veel en-thousiasme op zich nam, tot hij in het begin van dit schooljaar waarnemend adjunct-directeur werd. En

18

in een sfeer waarin mensen zich begrepen

en aanvaard weten, zullen ze zich ook goed

voelen en zich willen engageren.

Opvoeders hebben de taak ‘vuurtorens’ te zijn, zo vindt Wim Bauwens, adjunct-directeur van de School voor Wetenschap en Techniek te Sint-Denijs-Westrem. We vragen hem om het licht van zijn dertig jaar erva-ring ook voor ons te laten stralen…

Page 19: DBV_2013-3_01

19

steeds meer mocht hij zijn steentje bijdragen aan een evenwichtig netwerk van leerkrachten, leerlingen, di-rectie en ouders.Een ander ‘netwerk’ dat Wim niet uit het oog wil ver-liezen, is zijn gezin. Hier ligt zijn eerste roeping en hij vindt het dan ook cruciaal er echt te zijn voor zijn echtgenote en drie kinderen. Hij is er trouwens van overtuigd dat wanneer het in de thuissituatie van een mede-werker goed gaat, de school daar ook de vruchten van zal plukken. Een school moet ook daarin dur-ven investeren.

een visie op opvoeding en onderwijsAls adjunct-directeur is Wim de drijvende kracht achter een gloednieuwe visietekst voor de ‘School voor Weten-schap en Techniek’. Samen met een steeds breder wor-dende groep medewerkers heeft hij accenten kunnen leggen waarmee ze de school op de toekomst willen richten.Wim benadrukt dat het er in de eerste plaats op aan-komt een goede onderwijsinstelling te zijn: degelijk onderwijs aanbieden, de interesse voor wetenschap aanwakkeren en het talent voor techniek laten ontwik-kelen. Daarom spreekt Wim met veel respect over an-dere scholen, ook uit andere onderwijsnetten, die toch voor dezelfde uitdaging staan.Een belangrijke krachtlijn is het opvoeden van jongeren tot ‘levenslang leren’, met een geëvolueerd aanbod aan mogelijkheden en vaardigheden. Wat daarbij al eens vergeten wordt, is dat dit leren vooral zal gebeuren in relatie met anderen.In Sint-Denijs-Westrem wil men ook vasthouden aan een keuze die altijd al sterk aanwezig was: alle leerlin-gen hebben recht op een goede begeleiding, ook die-genen waarvoor leren niet vanzelf gaat. Men wil hier-voor uitdrukkelijk inspanningen blijven doen, zonder daarbij de eigen grenzen uit het oog te verliezen.

“ook nu nog…”In het kader van dit project wil Wim zich mee engage-ren om ook nu nog de droom van Don Bosco waar te maken, een droom die hij in enkele woorden samenvat als ‘leren kiezen voor het goede’. Concreet betekent dit vooral dat de school een bepaalde eigenwaarde heeft die zichtbaar wordt in een manier van handelen en een manier van zijn. Wim benadrukt het ‘ook nu nog’: hij is er rotsvast van overtuigd dat het ideaal van ‘geloven in jonge mensen’ steeds wervend is en een breed draagvlak kan creëren. Vanuit Don Bosco hebben we hier heel wat

over te vertellen, maar we durven het niet altijd. Noch-tans staan jongeren ook vandaag daarvoor open, vaak met een verrassend onbevangen blik!

uitdagingen en knelpuntenHet onderwijslandschap staat intussen niet stil. Wim ziet heel wat uitdagingen op de school afkomen. Zo denkt men in het kader van het levenslang leren over het op-richten van ‘open leercentra’ in scholen, waar groepjes leerlingen tijdens de lessen zaken kunnen gaan opzoe-ken of verder uitwerken. Dit zou enorme gevolgen heb-ben voor de manier waarop je een school organiseert, met groot vertrouwen in de leerkrachten.En daar ligt voor Wim dé grote uitdaging: er zijn vol-doende bekwame mensen, maar die moeten ook een groep kunnen vormen, met elkaar kunnen communice-ren, elkaar begrijpen, ja graag zien. In een sfeer waarin mensen zich begrepen en aanvaard weten, zullen ze zich ook goed voelen en zich willen engageren. Dat is niet vanzelfsprekend, zeker niet in een grote structuur als de school in Sint-Denijs-Westrem. Maar wanneer mensen – ook in de schoolomgeving – hun geluk kun-nen vinden, dan straalt daar weer veel van uit. Gelukkig zijn ook vandaag een aantal jonge mensen bereid om hiervoor mee de kar te trekken.

VuurtorensOp de vraag hoe Wim de taak van een opvoeder van-daag en morgen ziet, roept hij graag een beeld op: we moeten een vuurtoren zijn. Je vindt geen vuurtoren in het midden van het dorp. Vuurtorens staan meestal op de grenzen, om de goede richting aan te wijzen. En ge-loven in het project van Don Bosco gaat juist daarom: niet bang zijn om op zoek te gaan naar jongeren, tot aan de grenzen van onze samenleving, omdat je er rots-vast van overtuigd bent dat je hen op weg kan zetten naar een mooie toekomst.

Vanuit Don bosco hebben we heel wat te vertellen over ‘geloven in jonge mensen’, maar

we durven het niet altijd.

Page 20: DBV_2013-3_01

20

De boekenPlank | Tekst: Michel Ruyters Foto’s: Centrale Propaganda

De geest van Pinksteren

De bijbel begrijpen en belevenWat is de Bijbel? En wat is hij niet? Waartoe dient hij? Wat doe je met de

schokkende teksten?Albert Hari beantwoordt deze en nog veel andere vragen in een duidelijke en klare taal. Dit kleine

boekje is een onmisbare hulp voor allen die zelf de Bijbel willen ontdekken of hem voor anderen willen openbaren.

Auteur: Albert HariVertaling: Iny Driessen

Formaat: 10 x 15 cm; 32 pagina’s.

Het boekje van het broodEen heel mooi geïllustreerd boekje over brood. Hoe het ontstaat, wat er in de Bijbel en eucharistie rond ter sprake komt.

Auteurs: Marie-Jeanne Cura e.a.32 blz.; ingebonden en met harde omslag.

Het leven van JezusEen kaartspel voor kinderen vanaf 8 jaar, met 32 zelf uit te knippen kaarten. Spelenderwijs ontdek je het leven van Jezus! Op elke kaart vind je achteraan ook een referentie naar de overeenkomstige tekst uit de Bijbel.Catechese op een speelse ma-nier!

Auteur: Albert HariIllustraties: A. CapronKaartspel, vanaf 8 jaar.

even rondneuzen in gods huisEen kerkgidsje voor kinderen met illustraties van Martina Spinková.Wanneer je met je kinderen of kleinkinderen een kerk bezoekt,

sta je vaak versteld welke vragen ze stellen. Waarom hebben kerken een toren? En wat bete-

kent die tafel in het koor? Wat is een ‘tabernakel’? Waar gaat de priester binnen aan het einde van de viering? Voor die wijsneusjes is dit boekje bestemd…Kerken zijn niet alleen mooie gebouwen in onze ste-den en dorpen, ze zijn ook ‘Gods huis’. Het is mooi als kinderen de symboolwereld mogen ontdekken die we erin aantreffen. De frisse, levendige illustra-ties en korte teksten in dit boekje leren kinderen (vanaf vijf jaar) en volwassenen op een eenvoudige, maar treffende wijze wat in een kerk zoal te zien valt en wat het betekent.

Auteur: Marc DedapperIllustraties: Martina Spinková

48 pagina’s, met harde omslag.

In deze tijd rond Pinksteren willen velen hun kinderen en kleinkinderen Jezus en

de Kerk beter leren kennen. Zeker voor een eerste communie kan een mooi boekje

hierbij een hele steun betekenen. Don Bosco Vlaanderen heeft enkele leuke

cadeau-ideeën voor kinderen!

Je kunt deze uitgaven met de juiste referenties bestel-len via de Dienst Centrale Propaganda, Fr. Gaystraat 129, 1150 Brussel, telefoon 02/771 21 00, fax 02/772 66 86 of per e-mail: [email protected] het gezamenlijk aankopen van meerdere boekje kun je besparen op de verzendingskosten! Je mag bij je be-stelling zeker vragen hoeveel je korting zal bedragen.

n17€ 0,85

(+ € 0,77 port)

n21€ 7,50

(+ € 2,31 port)

n15€ 3,50

(+ € 2,31 port)

n11€ 2,50

(+ € 1,54 port)

Page 21: DBV_2013-3_01

21

koning albert in Sint-Pieters-Woluwe

Tekst: Steven Pinnoo Foto's: Eindredactie | SProkkel

In zijn nieuwjaarsboodschap brak koning Albert II een lans voor de opwaardering van het tech-nisch onderwijs. Hij wilde deze boodschap nog eens in de verf zetten door een bezoek

aan een technische school. Zo mochten de Franstalige en Nederlandstalige Don Boscoscholen in Sint-Pieters-Woluwe onze vorst en koningin Paolo sa-

men met een aantal prominenten een kijkje gunnen in het reilen en zeilen van hun schoolwerking. Tegelijk konden zij ook kennismaken met de krachtlijnen

van het pedagogisch project en met het heel eigen karakter van deze Brusselse school voor wetenschap en techniek, evenals met het internaatsleven.Het vorstenpaar nam uitgebreid de tijd om zich te laten informeren en om contact te leggen met leerlingen en personeel. Tijdens een afsluitende receptie mochten zij de oprechte erkentelijkheid van de school ervaren. Als afscheidsgeschenk kregen zij de onlangs in het Nederlands ondertitelde film over het leven van Don Bosco, een Italiaanse – én gesigneerde! – versie van het boek ‘Da mihi animas’, geschreven door Colette Schaumont, en ten slotte het stripverhaal mee naar huis.

een helpende hand met mgr. bert VanbuelOnze salesiaanse medebroeder bisschop Bert Vanbuel blijft in zijn bisdom Kaga Bandoro in de Centraal-Afrikaanse Republiek strijden voor een le-venswaardig bestaan van de allerarmsten.Nadat het land maandenlang op de rand van een burgeroorlog stond, waarbij de stad Kaga Bandoro en omgeving door rebellengroeperingen werden bezet, is er na de terugtrekking van de troepen een geplun-derde samenleving in chaos overgebleven. De armoede maakt dat wat de rebellen niet hebben meegenomen, alsnog geplunderd wordt. Mensen leven in de grootste onzekerheid. In een land waar landbouw de belangrijk-ste beroepsbezigheid van de bevolking uitmaakt, is het zo goed als onmogelijk om op het veld te gaan werken, en na zoveel oorlog en plundering is er nauwelijks nog sprake van industrie. Er is geen gezaghebbende over-heid meer en de ngo’s zijn vertrokken. De scholen kun-nen niet hervatten, de medische posten staan leeg en de mensen gaan het veld niet op. De enige steun komt van de Kerk, die de mensen troost maar vanuit econo-misch standpunt weinig hulp kan bieden. Toch probeert

Mgr. Vanbuel met de steun van vele weldoeners uit Vlaanderen en de rest van de wereld zijn mensen een helpende hand te reiken.Ook onze hulp is nog steeds broodnodig! Wie dat wil, kan Mgr. Vanbuel in zijn mooie werk steunen door een vrije overschrijving (attest mogelijk)op:

BE84 4358 0341 0159 – KREDBEBB VIA Don Bosco, Leopold II-laan 195B-1080 Brusselmet vermelding: Voor Mgr. Albert Vanbuel Kaga Bandoro

Page 22: DBV_2013-3_01

22

VerbonDen | Tekst: Kaat Torfs Foto: Eindredactie

De link tussen Noord- en Zuidwerking

Bolivia is het armste land van Zuid-Amerika. Ondanks de relatief goed draaiende mijnindustrie en landbouw-sector leeft één op de acht Bolivianen in absolute ar-moede. Tot een kleine tien jaar geleden was technisch en beroepsonderwijs relatief onbelangrijk in de ogen van de Boliviaanse overheid. Goede opleidingen waren zeker voorhanden, maar niet voor kinderen uit de la-gere middenklasse en al helemaal niet voor de vele in-heemse jongeren die de meest kwetsbare groep van de maatschappij vormen.In deze situatie kwam stilaan verandering. De staat nam zich voor om sterker in te zetten op technisch en beroepsonderwijs en Evo Morales, die in 2006 aan de macht kwam als eerste inheemse president van het land, beloofde bovendien een ware onderwijsrevolutie. Die moest het Boliviaanse educatieve systeem ontdoen van zijn elitair kantje en zou ervoor zorgen dat brede lagen van de inheemse bevolking van degelijk onder-wijs konden genieten.Algauw werd echter duidelijk dat de publieke sector al-leen niet in staat is om te voorzien in meer en betere beroeps- en technische centra. De kloof tussen arm en rijk is en blijft verontrustend diep. Vooral in het Andes-gebergte is er een ernstig gebrek aan goed uitgeruste educatieve instellingen. Met het oog op de verbetering van de opleidingen én het betaalbaar houden ervan, gaat de Boliviaanse overheid geregeld allianties aan met kerkgemeenschappen, privéorganisaties en ngo’s. De salesianen zijn in dit opzicht een interessante part-ner. Hun aanpak sluit nauw aan bij de nieuwe politieke visie rond technisch en beroepsonderwijs in Bolivia. Bo-vendien besteden de salesianen bijzondere aandacht aan het verlenen van toegang aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.Dat doen ze onder meer in Kami, op 4.000 m hoogte in het Andesgebergte – een streek waar nauwelijks pu-blieke onderwijsvoorzieningen te vinden zijn. Hier lei-den de salesianen een aantal vormingsinitiatieven die ondersteuning krijgen van VIA Don Bosco.

Schrille contrastenKami ligt op zo’n zes uur rijden van de dichtstbijzijnde stad, Cochabamba. De streek is rijk aan delfstoffen en is daarom niet zonder economische betekenis. Door

een dalende vraag op de wereldmarkt en de drastische daling van mineraalprijzen werden veel mijnen geslo-ten. Maar dat veranderde in 2006, toen de mijnen plots weer evenveel opleverden als 25 jaar geleden, vóór de prijzen kelderden. De regering Morales beloofde dat de hogere inkomsten uit de mijnbouw gebruikt zouden worden voor programma’s in de sociale sector en de ge-zondheidszorg. De realiteit toont echter dat er, net zo-als bij zoveel ‘revolutionaire’ beloften van de populaire (of populistische?) president, nog een lange weg af te leggen is in de zoektocht naar meer welvaart voor ie-dereen. De schrijnende situatie in Kami getuigt hiervan.Gevaarlijk smalle zandwegeltjes die slechts te voet of met een tweewieler toegankelijk zijn, slingeren zich door de bergen en verbinden de dorpskern van Kami met zo’n 150 kleine gehuchten. Deze gemeenschappen bestaan telkens uit een veertigtal personen en bevin-den zich vaak op een dagafstand wandelen van het dorp. Meer dan 90 procent van de bevolking leeft on-der de absolute armoedegrens.

kansarmoed e in de andes aanp akken

Page 23: DBV_2013-3_01

23

Vicieuze cirkel van kansarmoede doorbrekenIn de dorpskern leiden de salesianen o.a. een centrum voor beroepsopleidingen. Ieder jaar kunnen een hon-derdtal jongeren uit de meest afgelegen gemeenschap-pen terecht in het internaat, waar ze in de voormid-dag een algemene vorming krijgen die in de namiddag aangevuld wordt met een beroepsopleiding in één van de ateliers. Ook jongeren uit het dorp kunnen er een opleiding volgen.Maar het is niet evident om voor kinderen uit mijnwer-kersgezinnen opleidingen in te richten. Vaak komen die niet meer opdagen zodra de prijs van het mineraal de hoogte ingaat; dan is het op korte termijn interessanter om te gaan werken dan om een ander beroep te leren. Op deze situatie spelen de salesianen in door flexibele en modulaire curricula in te richten, en door geregeld af te stemmen op de lokale mijncoöperatieve.Door jongeren een algemene en praktische opleiding mee te geven worden nieuwe perspectieven voor hen

geopend en zet de gemeenschap zich samen met de salesianen in om de vicieuze cirkel van kansarmoede te doorbreken. Meer nog, investeren in een goed opgeleide beroepsbevolking is urgent voor het welzijn van álle Bo-livianen. Het land heeft vaardige mensen nodig om nog een andere vicieuze cirkel te doorbreken – een cirkel die het land gevangen houdt in de rol van producent van zui-vere (primaire) mineralen. Kostbare delfstoffen verlaten Bolivia eer de lokale bevolking de kans heeft gehad om die zelf te verwerken en zo de waarde ervan te verveel-voudigen. Voor het toekomstige welzijn van de Bolivia-nen is het van levensbelang dat daarin verandering komt.

blijven investeren in landbouwersEen tweede initiatief dat VIA Don Bosco in Kami steunt, is de opleiding van landbouwpromotoren. Ook daar-mee wordt een zeer reële ontwikkelingsproblematiek aangepakt. Uit recente cijfers van het Internationaal In-stituut voor Onderzoek naar voedselbeleid (Ifpri) blijkt dat ruim een kwart van de 10,4 miljoen Bolivianen aan chronische ondervoeding lijdt. De nieuwe landbouwpo-litiek van de regering legt sterk de nadruk op voedsel-zekerheid en het verminderen van de afhankelijkheid van voedselimport... maar of het nieuwe beleid snel vruchten zal afwerpen is nog niet duidelijk. Onze part-ners zetten inmiddels wel sterk in op het verhogen van de productiviteit van de lokale landbouwsector.Zo richtten de salesianen in Kami met een aantal inge-nieurs een onderzoekscentrum op waarin voortdurend wordt geëxperimenteerd met landbouw- en veeteelt-technieken die aangepast zijn aan het barre klimaat van de streek. Binnen de inheemse gemeenschappen worden ieder jaar enkele tientallen jonge boeren en boerinnen geselecteerd die gedurende enkele weken in dit centrum een opleiding volgen tot ‘landbouw- en veeteeltpromotor’. Tijdens de cursus stellen ze een in-terventieplan voor plattelandsontwikkeling op, dat ze na het beëindigen van hun vormingstraject in hun ei-gen gemeenschap introduceren.Op deze manier worden capabele landbouwers opge-leid om een trekkersrol te vervullen in hun gemeen-schap. Zo kunnen zelfs de meest geïsoleerde gehuchten mee genieten van de vruchten die de trainingen van onze partnerorganisaties afwerpen.

kansarmoed e in de andes aanp akken

Door de opleiding tot ‘landbouw- en veeteeltpromotor’

worden capabele landbouwers opgeleid om een trekkersrol te vervullen in hun gemeenschap.

Page 24: DBV_2013-3_01

24

ruggeSPraak | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Sxc

Roan, net tien maanden oud, kruipt!Zijn omgeving heeft het geweten:

Hij wil niet meer op de arm, of in de stoel.Zijn nieuwe manier van bewegen

wil hij gebruiken om zijn actieradius te verbreden,om een nieuwe, ruimere wereld te exploreren,

zo naar een hoger niveau te springen.

Het voorjaar heeft de beweging rond Don Boscokansen gegeven op verruiming en verdieping.

Tijdens de rondreis van zijn beeldhebben we intenties toevertrouwd aan Don Bosco.

Het provinciaal kapittel heeft opgeroepen om,zoals Don Bosco,

vanuit evangelische bewogenheid jongeren te dienen.

Is het niet tijd om, zoals Roan,de kansen van het voorjaar te benutten

en een sprong voorwaarts te maken?Springen heeft iets vrolijks, iets uitdagends,

tegelijk iets beangstigends.Roan loopt, tijdens zijn zoektocht,

builen en blauwe plekken op.

Intenties omzetten in realiteit kunnen weniet alleen aan Don Bosco overlaten, zo werkt dat niet.

Samen met hem moeten we verantwoordelijkheid nemenvoor het deel waaraan we zelf iets kunnen doen.

In tijden van secularisering op zoek gaannaar meer evangelische spiritualiteit,

om jongeren te benaderen, is geen eenvoudige oefening.

Pasklare handleidingen om vanuiteen evangelische bewogenheid, met eigentijdse frisheid,

tussen jongeren te staan ontbreken.Het vraagt moed om die sprong te maken,

onderweg wachten wellicht enkele blauwe plekken.Toch is springen de enige optie om verder te geraken.

Met een rotsvast geloof in Don Bosco lukt de sprong wel!

Spring!