dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet...

170

Transcript of dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet...

Page 1: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 2: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 3: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 4: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

EEN ZWERVER VERDWAALD

Page 5: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 6: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 7: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Boek-, Courant- en Steendrukkerij

G. J. Thieme, Nijmegen

Page 8: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

En voor het einde van het najaar werdenzijn schreden vender geleid. Een bond diehem op den landweg had gezien liep achterzijn voeten, een reiziger vergezelde hem.De vreemdeling sprak gedurig terwijl zijvoortgingen in den vochtigen dag, zijngebaren waren niets dan vragen, en Tama-lone luisterde met zijn hoofd zeer laag terneder gebogen, want er was in de woordendie hij hoorde heugenis van een veriedendat hij geheim hield in zijn ziel. Maarwanneer de ander stil stond om op antwoordto wachten, keek hij rond naar het landwaar de wilgen geel van gebladert, metde bochtige slingers van wingerdloof eneen schielijk watertje daarneven, in dit vluch-tige zonlicht de eenzaamheid tot een sier-

Page 9: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

2

lijke vreugde maakten, en hij antwoorddeniet, het zwijgen was hem liever dan don-kere woorden en vragen zonder eind.

En zwijgend vervolgden zij hun tocht,tot Aileron oseph met diepe stem, buig-zaam en berustend van toon, vender sprakover voorzienigheid, over het onheil dathij aanschouwd had, en zooveel verhaaldeen zoo lang, dat Tamalone ten laatste enkelluisterde naar den klank zijner stem. Diewas hem aangenaam geworden, hij wistniet hoe, maar het was voor het eerstseders menigen dag dat het geluid en deaanwezigheid van een ander hem gevalligwaren. Toen hij zijn refs begon had hijwel geweten dat de groote verwachtingnog steeds in hem , leefde, nochtans bij ditluttel behagen al vreesde hij voor ontrouwaan het liefste waar hij gedachten aanwijdde. Zijn wensch was alleen door delanden to loopen, immer alleen gelijk hijaltoos gedaan had, gelijk naar zijn aardwas, en de stad daarginder zou van veeldat zijn droevigen vrede kon storen welvol zijn. Maar hij had uit de diepten deoude vraag van onnoozeler jaren, in zwaar-

Page 10: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

3

deren toon thans, weer in zijn Borst ver-staan, of hij waarlijk aldus was geschapenvoor het geluk te vroeg of te laat? enhij was tot zijn bevreemding meer dan in denjongelingstijd verlangend geworden naarhet onverwachte dat in de wereld geschiedt.

En toen zij aan de rivier kwamen waardie zich verbreedt, den zeewind al rokenen de baai bereikten, werd hij vervuld vanonrustigen schroom, het was of hij zeerveel te zeggen had, maar niet wilt hoe nochtot wien. l n de ruimte glansde het groenewater in speelsch gekabbel, er stondenkleurige zeilen alom in de verte. CinderJagen de eilanden der stad met nevel overde daken, drie torens rezen er hoog uit,en boven de kust waar zij stonden scheentusschen voile wolken de ongestadige zon.Tamalone zag over het water verbaasd dathet daar zooveel stiller was dan achter hemin de landerijen; het was er zonderling stilvoorwaar, want toen zij nederzaten in debark, de bootsman het zeil heesch en demast in eenen schuin ging staan, hoordehij wet in de lucht wat meeuwengeluid enhet houtwerk kraakte soms even, maar dat

Page 11: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

4

waren geruchten die all een verneembaarzijn in zuivere stilte, — de state kwamvan boven en van het water tegelijk, zijwas veel beter dan in de stad des nachtswanneer de menschen slapen. Het scheepjezeilde zoo lichtkens en de zonneschijnstreel de slechts.

Aan de kade bij de dorrende boomenwerd het vaartuig vast gemaakt en zijstapten op den wal. Zij liepen door nauwestegen, waar de neringdoenden en dehandwerkers achter velerlei waren in deduisternis van hun open winkels gezetenal werkend met hun Buren praatten, offloten of te zamen zongen, zoodat er overalfangs de huisjes een oolijk geluid was;en gingen verscheiden keeren over dekalmer kanalen tot zij op het Sint Jans-pleintje kwamen aan de herberg van Rosse,bezuiden de Muntbrug aan de Rialto.Naast de deur hi er stonden in een smailenhof twee groote cypressen die tot in hetzonlicht boven de daken rezen, en ooklager op den grond waren groene planten,daar zaten bedelaars op een rij te luisterennaar een monnik die vOOr hen stond.

Page 12: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Daar koos hij verblijf in het bovenstvertrek dat op een muur uitzag. De over-heer van Pisa had hem met een boodschapgezonden, hij bezat nieuwe kleederen enmunten in zijn beurs. Het oord waar hijzwierf kon den hopelooze niet baten, dachthij, niet wetend dat de fortuin die hijvolgde, die hem naar de stedelingen voerdeen niet naar de rustige landen, reeds alseen pluim was geworden zwevend op hetzuiverst vertrouwen.

Toen hij nog maar weinige uren in destad Tangs de winkeltjes liep in het schijn-sel van de toortsen, met den hond enMeron j oseph en nog een nieuwen vriend,

Folcore was zijn naam, een kloek man,een meester op de werven —, was zijnvoorhoofd geplooid van vragen, wat hettoeval bedoelde : die mannen spraken, ofzij zijn geheimen wisten, met genegenheidhem toe, de stad was hem geen vreemde,maar verheugde hem met de talrijke men-schengezichten, die hij vroeger liefst invoorbijgaan aanschouwde, die thans be-hagelijke kalmte aan zijn gedachten gaven.

Zij dwaalden hier en daar en keerden

Page 13: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

in de herberg terug. Het was er nu drukvan ambachtslieden, die luid met elkanderpraatten in de kamer, waar merkwaardighet licht slechts van &tie zij de scheen,van den muur waar de kaarsen op de vatenbrandden voor de beeltenissen van OnzeLieve Vrouw. Ter linker in de schaduwzaten twee broeders to rusten van eenbedelgang, want zij hadden hun buidelsin de handen. Folcore werd begroet uitmond na mond.

Zij zaten naast elkander en Rosse dewaard tapte hun een kan wijn. Behalveeen enkel schertsend paar spraken de man-nen, dicht aaneen gezeten op de bank voorde vaten, alien over grieven, over de be-lastingen en over de groote heeren, hunblikken waren op Folcore gericht. Maardie zweeg, en wanneer een hem iets vroegschudde hij zijn hoofd. En plotseling stondeen man op, een jonge man met een Ian-gen blooten hals, en sloeg driftig op hetvat roepend met verheven stem die deanderen zwijgen deed, dat de meester ge-lijk had, dat zij geen van alien dorstenspreken op het Plein. En Coen Honk de

Page 14: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

7

stem van Folcore, een schoon geluid in destilte der aandacht : hij sprak van het on-recht, zijn oogen glommen en zijn wangenwerden rood, hij sprak steeds heeter endringender tot zijn stem als roepen klonk.n het eind bij de nissen stonden de

mannen met hun gelaten in het Licht tothem gekeerd. Tamalone zat zonderlingaangedaan : de sterke handen van den mees-ter herinnerden hem aan zijn vader, en zijnoogen aan die van een veroordeelde di enhij lang geleden naar de galg zag gaan,zij waren hem vertrouwd of hij in jon-ger jaren leefde toen hij vrienden had.En toen op eens van juichen en roepenen fluiten de herberg daverde stond hijrecht op, hij had op den zin der woordengeen acht geslagen en voelde zich noch-tans ontroerd, hij kiopte den meester opden schouder, warm verheugd zooals hijin lang niet was geweest en wist de re-den ni et.

Maar later in den avond werd hij meeren zoeter verbaasd. De winkels warenmet luiken gesloten, aan de hoeken vanhuizen en kanalen brandden kaarsen in de

Page 15: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

8

nissen der heiligen met offers getooid, enin een langer straatje waren die teedereschijnsels als rozeboomen in een laan desnachts wanneer de wolken licht zijn. ineen enkel huis hoorde hij stemmen, maarhier buiten was het stil, de weinigen dieer nog gingen zwegen en ook hun voetenmaakten geen geluid, di even en rusteloozenen schooiers zonder nachtkwartier, draonzichtbaar in het donker, en soms eenvrouw met een lantaarn. En toen Tamalone,langzaam schrijdend, een poos in de ver-laten duisternissen had gestaard, voeldehij rust en een liefelijke neiging; hij kendezijn gedachte niet, maar hij wist dat zijvan weleer moest wezen, hij liep hier alseen kind in een onbekende buurt. Zoohad hij vroeger in zijn eigen stad geloopenmet dezelfde neiging, de rustigheid vanzijn hart was dezelfde verwachting vanvoorheen. En met een klankje, met eenknikje, met vleierijen zooals een dans be-gint, ving zeer bescheiden zijn verbeeldingweer aan to spelen — zij had het niet ver-leerd! Hij voelde zich als een verlegenmuzikant die zeer veel wijzen weet; de

Page 16: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

9

heel den kwamen uit zich zelve, behoed-zaam met zachte manieren, maar het warener niet vele.

n die verlustiging ontroerd zag hij dathij op een ruim plein stond; er schenentoortsen ginds, de hooge ronde boog vaneen kerkportaal was versierd met Jampjesvan roode en groene kleuren, er warengeen menschen om er naar te zien. Voorbijde kerk blonken wapenen van wachters.Tamalone hield langen tijd zijn oogen naarde kleurige lichten op. Hij dorst zijngepeinzen niet te storen, want er was nujets zoets gekomen over wat hij somsgeloofde: dat zonder het liefste een menschniet leven kan, zonder het liefste van zijnverlangen niet. Hij stond daar in stilte envochtigheid, de hond zat huiverend aanzijn beenen.

Een man in den toren riep een woordnaar beneden, een man riep een antwoordterug. Een klokkebel sloeg, een klare galm,en in de verse een zachte bel ; weer sloegde eene, de zware klok, de kleinere her-haalde den galm. Dan werd het een won-derlijk klinken en klepelen van velerlei

Page 17: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

10

torens alom in de stad, hier en ginder:enkelen waren als spelletjes, als tinkelendekindermuziek; en sommigen als vergetel-heid, als een minnaar die eenzaam zingt;en anderen galmden zoo zuiver, zoo har-telijk of zij menschen waren, zij hiddenniets geheim, de heele stad kon het hooren.Maar een klok was de beste, zij kon zoo verniet wezen met haar bedaarden goedentoon als de avondzang eener moeder.

En het was reeds fang weer stil in delucht, hij stond op dezelfde plek metverwachting en vrome verbeelding van 'tgeluk dat nooit vergaat.

Dien eersten nacht lag hij met openoogen in dit lijden en verlangen, tot hijweer zoekend doolde in zulk gemijmerwaar geen slot aan komt: God had hemvergeten voor hij ter wereld kwam, hetlot dat de menschen niet verandert zouhem wel voort doen gaan en hem eenzwerveling laten, een kind van de vrijheid,een niemands kind; maar dit was zijn deugden zijn troost, dat hij zichzelven had ver-loren en sedert wist waarvoor hij levenwilde. De toekomst kon niet anders wezen

Page 18: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1

dan wachten en wat verzinsels tot zijn lust.En juist toen hij merkte dat hij vermoeid

was van het waken vernam hij stemgeluidvan buiten, er werd gezongen in de steegen luisterend herkende hij een lied dat hijvroeger in de taveernen ook wel zong, dejongens deden dan alien mee. Het warenook dezelfde woorden, van een jonkmandie zijn lief te dansen vraagt te morgen,te middag en te avond, en zij alien danstenvroeger met de meiskens. Glimlachendsprong hij uit zijn bed om te zien wiedaar zong; het was een donkey steegje,aan den linker uitgang stond een der cy-pressen roerloos duister, aan de anderewaren nevelen van het kanaal. Benedenaan de stoep der deur Jag een vrouwgeknield met waschgoed dat zij in hetwater spoelde; zij hield niet op met zingen,maar begon telken maal opnieuw, haarstem klonk fangs de muren in diepenwederklank.

Toen hij zag dat de lucht blauw werden een haan ergens hoorde, kleedde hijzich om uit te gaan. Hij liep westwaartswaar boven de smaile straat de hemel nog

Page 19: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 2

onduidelijk was en kwam, over twee houtenbruggetjes gaande, aan een wijngaard eneen klooster bij 't water. En dan venderaan een Hein weideland met een paard erin. Hier kraaiden de hanen, het was lustigom te hooren nu de dag kwam in de stad,het was lustig om te hooren na een nachtvan denken en verdriet. Een machtige haankraaide met vorstelijk geluid, kort en diep;een jongere daar op den wilgenheuvelkraaide bravourig met al zijn adem zoo langhij kon, maar te veel voor zijn kracht, tweeanderen deden 't hem hooger na, twee keerenachtereen met schalmenden uitzang. De kip-pen krabden steeds zoekend in het gras enstonden niet stil bij al dat vroegtijdig pralen,ook het paard at van het gras, het waren al l eende hanen die het ontwaken verkondigdenen dat klonk schoon van frissche vreugd.Tamalone luisterde aandachtig, het kuke-luren zonder poozen, de versche hemeldaarboven en het wazige water waar dehuizen in stonden, gaven hem een vrediggeneuchte, hij hoorde ten leste zich zelfniet meer.

I n de woningen rondom ontwaakten de

Page 20: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 3

menschen, een vrouw die geslagen werdgilde luidkeels, twee anderen riepen uithun vensters elkander iets toe, een naarstigman begon aan den walkant al hout tezagen. Niet lang daarna gleed een gondelgeluidloos over het water, uit de schaduwvan een zijkanaal door zacht plassenderiemen voortgeroeid kwam een breedebark vol lieden die mompelend naar hunarbeid voeren. Tamalone liep voort langsde smalle kade en Coen hij aan het eindedaarvan kwam werd hij verrast de stadzoo grootsch te zien er lag een wijd watergroen en rozig, links stonden hooge hee-renhuizen, gekleurde hi er en daar en velevan nieuw marmer met torentjes en blin-kende ruiten, die huizen stonden tot verrenaar den ontbloeiden oosterhemel waareen roode klokketoren verheven in hetzuivere licht rees. De jonge zon zelf wasmaar een vurig fijn juweel even boven dehaven, waar in het verschiet de ooriogs-vloot met tallooze banieren gemeerd lag,maar zij kleurde de lucht over de torensen de kerken en over al de daken zoowonderbaarlijk in menigerlei teederen gloor.

Page 21: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

'4

Driekante zeilen, roode en gele en zwarte,met heiligen er op geschilderd, en bootjeszwaar van marktwaar voeren naar alle zijdenwaar het overal blank lag van lichtendewazigheid. De stad was ontwaakt, in wateren dageraad, zonder geraas.

Page 22: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Daar liepen in den binnenhof veel wel-geborenen, raadsheeren, admiraals en afge-zanten in het bong. 1 n een hoek stondende muzikanten, en het was niet lang ofzij vingen aan te vedelen, te blazen enmet hun bellen te klingelen, een jonkmanaan de deur riep de namen der genoodigdenten maaltijd uit. Ook Tamalone trad binnen,hij zat aan de groote tafel naast heer Can-dian, een edelman die driftig tot de dienaarssprak, doch niettemin goedhartig was wanthij streelde den hond en gaf hem dekluiven. Ter linker zat een vrouw; zijscheen aanzienlijki te wezen, want zij zager zoo zuiver uit in een overkleed vanzilverlaken met roode steentjes aan denhals bezet, roode steentjes waren ook aanhaar mouwen.

'5

Page 23: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 6

Het was een blijzinnige drukte. Eenieder sprak met hoffelijk behagen in dezwierigheid van den overvloed en deprachtige kleedij, en zij dronken uit kristal.Tamalone had eerst geluisterd naar al dataangenaam geruisch, dan zat hij met eenglimlach, verlicht van zin; hij zag aan zijnzijde twee vriendelijke oogen op hem ge-richt, zijn woorden kwamen vlug en oolijkin antwoord tot heer. Candian. De veel-heid der gerechten duurde Lang zoodat degasten luider werden in hun taal. Aan hetander einde sprongen twee zingende nar-ren op, een neger en een blanke, en dieriepen elkander zulke zotte boerten toedat iedereen uitbundige beweging van hetlachen maakte. Toen Tamalone vroolijkrondzag naar de pratende en etende ge-zichten en ook naar de oogen der vrouwdie naast hem zat, en al die vreemde men-schen hoorde, herinnerde hij zich zonderlingeen tocht di en hij kort gel eden door heu-velig boschland maakte, — het was of erlets in hem naar binnen schoot, het wasof hij lets vergeten had, hij wilde in zijngedachten zoeken. Maar hij bleef zitten

Page 24: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 7

tot het einde Coen de hertog opstond ennaar de zaal ter zijde ging, gevolgd dooral de gasten die daar hun groet ten af-scheid brachten.

Toen liep hij haastig en zag niet omhij liep zeer snel, hij was gejaagd. Maarna een tijd alleen op een kade waarook het water op een visscher na verlatenwas — keerde zwaarmoedige kalmte inhem terug, en daarmede gedachten, zachtzinnige en berustende, ootmoedige enbetrouwende, over zijn hart en over dewereld, over de eenzaamheid en over hetgeluk, over vergetelheid, over raadselen.En voortgaande door de straten en langsduistere kanalen soms in de achterbuurtenwaar enkele kinderen aan den walkantspeeiden, hun stemmetjes waren maar klein,en naast Naar poortje een oude vrouwsuffend bij wat schamel groen en ooft zat,en steeds voortgaande werden die gedach-ten tot vrede gesust, want hij zag weereen beeld en hij verzon weer jets van stilverheugen. Hij vergat dat het meeste vanzijn bedenken voorbij was en verleden, hijbemerkte niet dat er verborgen achter het

2

Page 25: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

18

onbestaande dat hij zag en bedacht eenvreemde, nieuwe aanwezigheid was. Welhoorde hij in de stilte innerlijk het donkergeluid dat hem eeuwig bekend was ge-weest, schoon niet zoo machtig en nabij ;maar de droomen hadden hem immer vanzorgen bevrijd, zij kleurden de gezichtenzoo warm, en dit was een zoeter vergetendan daarstraks in de drukte, hij glimlachteen hief zijn hoofd.

En daar kwam in de rust fangs het kab-belend water een vrouw naar hem toe,degene die aan den maaltijd naast hem hadgezeten. Zij knikte en verzocht hem haarto vergezellen naar den overkant, wijl zijvreesde dat het donker zou worden voorzij weer naar huis toe kon, zij sprak hem aanof hij een edelman was. Tamalone ant-woordde gelijk het betaamt, zij zochteneen bootje en zaten naast elkaar. Hij voeldezich zoo stemmig dat haar glimlach enhaar vragen hem een stoornis waren. Ophet eiland ging zij de woningen van armelieden binnen terwijl hij voor de deur bleefstaan ; twee keer traden zij een kerk in,hij liep overal mede, doch sprak niet

Page 26: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

19

veel, slechts antwoordend wat zij vroeg.Het was inderdaad reeds donker toen

zij weder in de boot zaten, over het waterdreef kille mist, zij hielden daarom hunhanden voor hun monden. De nevel scheenbleek om de lichten waar schepen lagen,er was geen ander geluid dan het inge-spannen ademen van den gondelier achterhen, het knersen van zijn riem, regelmatiggevolgd door het plassen en druppelenvan water; soms Honk uit de duisterniseen diepe roep, de bootsman herhaaldedien zelfden roep en hield zijn roeien evenin. l n die kalmte voelde Tamalone eenstreelende neiging. Hij wist dat er heeldien dag al iets in hem wachtte om teontluiken, en het bevreemdde hem naasteen vrouw te zitten, hij rook de geurigekruiden in haar kleederen. Toen het bootjede treden van een verlichte deur naderdeen zij hem vroeg om binnen te komen,keek hij verrast, maar hij dorst niet wei-geren en een knecht reikte hem al de hand.

I n een hooge kamer, glanzend van alhet duister goud aan den wand en hetlicht der gebogen kandelaars, wachtte hij

Page 27: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

20

een poos bij het vuur in den haard; erwerden schalen gebracht met koek envruchten en figuurtjes van suiker, en tweekannen wijn, de dienaar boog zeer diep.En ofschoon Tamalone zulk een zonderlingverlangen had, kon hij niet helpen dat hijlachen moest, het was de genoot vandieven en dakloozen die lachte om deweelderigheid waar hij in zat, de wanho-pige die lachte omdat hij niet schreienkon. Hij dronk snel een beker en dan nogeen, en trok potsierlijk zijn schouders op.

Zij kwam weer binnen, zeer schoon ineen bloemrijk bruin gewaad met een snoervan topazen, haar schoentjes waren ver-guld. Tevreden zag zij hem aan, wantzij scheen te bemerken dat hij gelachenhad, maar de reden kende zij niet. Tegen-over elkander bij het vuur dronken zijvan den wijn en aten van het gebak, enzij spraken te zamen — het was Tama-lone die thans het meeste sprak, vloeienden aangenaam nu hij de koestering voeldevan de aandacht dier goede oogen. Toenhij buigend afscheid nam schonk zij hemeen sieraad en vroeg hem morgen weer

Page 28: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

2 1

te komen, hij boog haar hand kussendten tweeden male, lachend en eerbiedig.

Maar buiten in het duister glimlachtehij slim met een ander gevoel want hijliep weer alleen; de burgers waren te rust,een stem klonk maar zelden, een hatgerucht. Toch kwam er gedurig stoornisin zijn denken, het scheen dat hij jets ver-geten had, want hij kon zich niet herin-neren wat hem van den aanvang des och-tends en heel den dag beroerd had of ereen adem in zijn borst was gevaren, — erwas gewis iets vreemds gebeurd, het wasde bekoorlijke verschijning van die vrouwniet, doch het was ook de oude wanhoopniet meer, zijn hart had diepere behoefte.En zinnend . in nacht en nevel, met nietsanders dan achter zich den zachten gangvan vier pooten in het slijk, dacht hij aandie vroom zijn van gemoed, die wanneerzij ontroerd zijn in hun droomen geloovendat er een engel geweest is bij hun bed.

Page 29: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Rechts van de Sint Marcus, pralend inglansen overal weerkaatst van prachtigebevalligheden, koepels en zuiltjes en fijnvergulde beelden, in den hoek naast depoort van 't paleis was gedrang en geraas dervreemden die schreeuwden wat zij to koophadden in pakhuizen en schepen, anderenin de verhitte menigte riepen biedend terugin 't gedruisch en klapten onderwiji elkaarin de handen. Er liepen er uit verscheidenoorden, Levantijnen, breedborstige Duit-schers, Grieken in gevoerde mantels,Vlaamschen en zwarten, want zOOvelenwaren in dit jaargetij naar de stad gekomen,dat er in de buurt der koophuizen aan deRialto geen plaats meer was. En onderden klokketoren zaten aan banken de wis-

22

Page 30: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

23

selaars met hun schaaltjes, ook zij ver-kochten zekere zaken die zij niet bij zichdroegen en riepen uitermate terwijl hundienaars op de bekkens sloegen. Dit krioe-Jen en tieren geschiedde in een nauweplaats, toch was het in 't smaller pleintjedaarachter, naar de blauwe haven toe, nogvol van al dat wedijverend geluid. Daartraden onder de galerij van des hertogspaleis de wachters neurieend heen en weder,twee steenhouwers op een stelling zakenaandachtig te beitelen, er Jagen op debanken ook wel deugnieten en luiaardsop hun armen te slapen, maar niet vele.

En terwijl Tamalone er stond met zijnrug naar de zonnewarmte, zag hij MeronJ oseph naderen met verheugden zwier vande hand. Zij liepen te zamen naar de haven,arm in arm, en lachten of zij elkander aljaren kenden. Toch voelde Tamalone zichvreemd, omdat de ander een J ood was vanCordova en hij nooit met een food hadgeloopen, tot kort geleden droeg hij eenpij. En eensklaps stil staande vertelde hijdit. J oseph echter was niet verrast, dochantwoordde dat hij wel meer afvalligen in

Page 31: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

24

de wereld kende. Zij gingen zwijgendvender langs de kade, langs de balen enkisten, de ankers en 't touwwerk, ieder inzijn gedachten. Dan drukte J oseph zijnarm en zeide met den ernst van het gevoel,dat de eenige deugdelijke genegenheiddiegene is welke plotseling zonder zicht-bare reden ontstaat, en dat hij voor altoosop hem vertrouwen kon of hij Christenof heiden ware. Zij zagen elkander in blijderustigheid aan, hun oogen begrepen elkan-der en zij wisten alle beiden dat Tamalonede zwakkere was in het verbond dat zijin woorden niet zeiden, de zwakkere maarde mindere niet, en de ander voelde onbe-grepen de deugd van den eenzelvige wienszwijgen zachtmoedigheid is.

En J oseph wilde aanstonds veel ver-tellen en veel vragen, maar hij wees slechtsvan waar zij stonden zijn galjoot in eenmenigte vaartuigen ginder bij de pakhuizen,een wimpel rood en wit kronkelde van denmast. Daar waren zeer vele schepen dichtbijeen, van rechts waar zij ze niet meer zienkonden wegens de bocht van het kanaal, totver naar het oosten langs de boomen aan den

Page 32: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

2 5

wal van Sint .] oris, en aan dezen oever lagen erook nog geankerd, galleien en galandersen de nieuwe schepen die enkel zeildenzonder roeiers, en daarachter de vlootgereed voor den tocht naar Damiate. Slankebarketten voeren overal, sommige metruikers op den steven, de bootslieden dieer in waren riepen over het fonkel end water.

Dan sprak hij over zijn schip en overde verre reizen, wat hij ervaren en gezienhad. En zoo in het vertrouwelijk sprekennoemde hij een stad waar eens alle J odenvermoord waren, zijn oogen werdengrooter en hij vervolgde niet. Toen hijTamalone weder aanzag wisten beidendat zij beiden jets verzwegen, zij voeldende warme kracht die in mannen de vriend-schap is. En verder gaande in den koelenwind, starend in het zonlicht dat over degolfjes sprankelde, was het Tamalone nietvreemd met di en man gearmd to loopen;hij zeide het een en ander over de schepen,hij zeide niet veel, maar zijn stem had eendiepen klank, zijn oogen glommen, — dienaast hem ging voelde zich warmer entrad dichter bij hem voort.

Page 33: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

26

in het bijzijn van Aileron Joseph diedagen verscheen de eerste klaarheid opzijn gezicht.

En er werd nog meer geboren dat ookhet neurieen op zijn lippen bracht.

Eens, in donker door vele handen aan-gegrepen, werden de ringen van zijnvingers gerukt, maar hij weerde zich zoowild dat de boosdoeners vluchtten zoohard zij konden. E6n snelde hij er na, dochhij kon hem niet krijgen. hi de herberglater vond hij vijf mannen nog heimelijkbij den schijn van een oliepitje in 't ach-tervertrek, en een van hen was de aan-valler van daareven, de jongen met zijn armin een doek, die opstond toen hij Tama-lone gewaar werd. En deze nader komendevroeg zijn ringen terug, vrouw Rosse keekom den hoek der deur en alien stondenbij de tafel, behalve Folcore en Bentramede looier die altoos lachte, de sterkstevan de stad. De waard en de anderenvloekten en dreigden den gauwdief, diebevend een ring to voorschijn bracht metden bloedsteen er in, de overige haddenzijn kameraden. Maar Tamalone was al

Page 34: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

27

verheugd, hij klopte den jongen op denschouder en vroeg den mannen hem metrust te laten. Dan zetten zij zich neder endronken uit hun bekers. Folcore was deeerste die sprak; hij vroeg naar de anderenen maande tot voorzichtigheid, de straffenwaren zoo "xvreed. De jongen antwoorddeniet, doch at met gulzige happen uit eenkom, en als Tamalone zijn gretigheid zagschonk hij hem van zijn wijn om te drin-ken, dat maakte dat de mannen mompe-lend knikten en ook Folcore glimlachte inhet licht van de pit.

En de meester sprak weder, Tamaloneaanziende : van de armoede in de stad, vanden nood onder de timmerlieden die nietmet steep konden bouwen, onder de looiersen de wevers vooral, daar waren meesterszelfs die niets meer hadden sinds de koop-lieden hun wol behielden. Sedert de laatstegevechten zwierven honderde gezellen luie-rend rond; wegens geringe dieverijenwerden hun de ooren afgesneden en moes-ten zij op de galleien roeien of vechtentegen heidenen, er werd veel gestraft, erwas veel krijgsvolk noodig in de over-

Page 35: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

28

zeesche landen; maar die jets kostbaarsstal, dien werd een hand afgehouwen zoodathij voortaan bedelen moest, en wie vaneen groot heer stal, die werd onthoofd, —de raad van veertig was een streng gerecht,omdat men de gevaren kende wanneer deambachts eendrachtig werden. En er warenheeren die de ontevredenen tot oproeraanzetten, hun de kleuren hunner wapensto dragen gevende; tegen hen had Folcoreal lang gewaarschuwd, het medelijden weekvan zijn gezicht, hij sprak met verkroptenhartstocht, en Seffe — die gestolen had —,de waard en de anderen keken eerbiedighem aan. Tamalone staarde voor zich langshet vlammetje op de tafel: om de overheidin al de steden waar hij was doorgegaanhad hij slechts gefloten, het leed van hendie niet werkten begreep hij niet, vangebrek had hij zich nooit iets aangetrokken,en Loch zat hij geroerd of hij met verwanten,met broeders zat.

Plots klonken luide slagen op de bui-tendeur, zij stonden zeer verschrikt. Hetmoest de heer van de nachtwacht zijn diekwam zien of de taveerne verlaten was.

Page 36: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

29

Zij vluchtten de trap op, toen kleedde dewaard zich uit om voor te wenden dat hijuit bed was opgestaan, en ging met hul-peloos gebaar de voordeur openen. Diezich verborgen hadden hoorden stemmenen wachtten een heele pons. Eindelijkkwam Rosse weer op zijn teenen en liet henstillekens door de achterdeur den nachtin gaan.

Met een laatste kaarsje naar boven komendvond Tamalone in zijn bed den jongenSeffe, zwaar ademend en bleek; de ziekearm was uit den doek gevallen en hingnaar beneden, de hand was er af. Hij leidedien arm weer recht te ruste en keek nogeven met het vlammetje over den arm-zaligen slaper gebogen, de hond snuffeldeaan de beenen. Dan strekte hij zich uitop den vloer, hij dacht niet meer aan dendag die voorbij was, aan Meron j osephnoch aan den slapenden jongen, hij dachtaan een tijd van voorheen, maar zonderontroering en daarom sliep hij dra gerust. —

En Folcore voerde hem mee naar zijnhuis in de wijk waar de timmerliedenwonen ; dat was maar een laag kamertje

Page 37: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

30

met een donkey bed en huisraad stond erbijna niet. Vijf jongentjes speelden op denvloer, de oudste was acht jaren en deandere waren kleiner, een lag bij denvuurpot, een kreupel kind dat nauwelijkspraten kon. Zij zwegen en kwamen ookniet naar hun vader toe, en deze sneedtoen het brood voor ze in stukken. Hijwas een weduwnaar.

En toen Tamalone, met zijn hond enmet Seffe dien hij tot knecht had genomen,er allengs iederen ochtend heenging, eerstom te zien of de kolen brandden, laterdikwerf om spijs te brengen, bemerkte hijdat Folcore zelden aan zijn kinderen dacht.De meester was een braaf man, die veelzorgen had over het onrecht van de men-schen ; hij sprak over de jongere maats die,zonder gezin, het Iced van 't gebrek nietkenden, hij gaf zijn geld aan gezellen zonderverdienste, hij vloekte de stad waar onrechtkon bestaan, en zag de begeerige blikken,de stifle gezichten niet wanneer hij thuisgekomen geen eten op het vuur bereidde.Tamalone, die met een glimlach naar hunvader luisterde, vriendelijk sprak en nieuwe

Page 38: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

3 1

kleederen droeg, wend den knapen eenwelkom gast. Hij nam ze soms mee omfangs de schepen to wandelen, het kreu-peltje droeg hij en Boot onderwij1; en hijkookte wel de soep, zoodat de meesteraanstonds eten kon wanneer hij van dewerf kwam, maar de jongens hadden snap-pend rondom hem staande al eerder delekkerbeetjes uit den pot gekregen. Hetkamertje was geurig van den wasem, destuiters rolden over den vloer, en ook hunwader kon dan wel lachen en vroolijk zijnin de jonge vroolijkheid, en ook Seffedeed mee met de kinderen in 't spel.

Page 39: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Het werd des avonds . fijn behagen inhet huffs van Maluse van Lune. Tweezusters waren er ook, twee jonkvrouwenmet lichte oogen. Zij zaten bij de tafeltjesen Tamaione vertelde geschiedenissen diehij zelf wel gaarne geloofde, met onbe-vangen stem en de warmte van waarach-tigheid. En wanneer hij zweeg en devrouwen, voorzichtig met haar naaldwerkbezig, zachtkens praatten, kwam een oudverlangen in hem terug naar wat het aller-liefste had kunnen zijn, maar hij wist nietmeer wat dat was. Maluse zag hem zootrouwhartig aan alsof zij veel begreep,en hem aanziende werd haar gelaat vredi geren ietwat losser om den mond.

Zij was een ingetogen vrouw. De men-32

Page 40: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

33

schen wisten weinig van haar 'even, wijfzij onlangs in Venetie was gekomen envan vroeger tijden zweeg. Niemand diekwade dingen van haar zeide, de aanzien-lijksten bejegenden haar eerbiedig, wantzij sprak weinig woorden en was eengoede vrouw.

De bisschop, heer Manne van Lune,die over zijn zusters waakte, scheen ver-baasd Tamalone to zien ; den ganschenavond luisterde hij en keek van den eennaar de ander, de edelsteenen aan zijnvingers flonkerden in zijn zwarten baardwaar hij steeds aan trok. Als zij alleenwaren nam hij Luse dicht bij zich enkuste haar zij kreeg een warmer glans inde oogen omdat de zeldzame kus van haarbroeder jets liefs beduidde, en hij kniktehaar toe met tevredenheid en goedheidbeide, tot zij haar oogen neersloeg, naarzijn purper gewaad op den vloer in den viam-menschijn. Die twee hielden elkander zoodierbaar. De zuster had veel verdriet alleengeleden, maar zij droegen ook een zelfdekommernis, welke de twee jongsten nauw-lijks kenden, en verzwegen die voor, elkaar,

3

Page 41: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

34

zij wisten dat zij iederen dag hetzelfdebaden en dachten aan een zelfden ouden man,hun vader, verbannen in een ver gelegenstad.

En haar zustertjes, Verde en Zilia deblonde, die haar beminden zooals jongemeisjes doen, werden speelscher nu zijhaar lichter gracie zagen des avonds naastheer Tamalone die van Pisa kwam. ZijnGoren waren dan vervuld van de vroolijk-heid dier vrouwenkeelen, en de blinkenvan alle die zes oogen welke hij zag bijhet licht der kandelaars, bij het prachtigvuur, bij het blinken der schalen, dedenhun spel van lustigheid, zoodat hij zichals een jonkman gedroeg.

De bisschop voerde hem dikwerf in zijnwoonzaal mee, waar wel honderd kaarsenbrandden, maar dat leek zoo door de spiegelsen het kristal ; daar zat Lorens de mi nderbroe-der bij, een schuchter man met blozende ko-nen, de schilder van den bisschop. En Tama-n one sprak van Frankrijkwaar hij geboren was,van de Toscaansche steden en ook van denkeizer wat hij gehoord had. Heer Lunezag hem een enkel maal twijfelend aan,

Page 42: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

35

want hij vertelde gaarne het p llerzeld-zaamste, dat verstandige lieden niet aan-stonds gelooven of voor verdichtsei houden;maar soms ook knikte de bisschop wanneerhij jets vernam dat hij zelf gevoeld haddoch nimmer uitgesproken, of wanneerhet geviel dat hij op vrome woorden hct

waarachtig antwoord kreeg, en knikte te-vreden, want Tamalones manieren warenhem aangenaam. Hij zelf, wanneer hij weeralleen liep, zag zoo duidelijk de oudetijden in zijn herinnering terug, dat hij inzich zelven voortging met verhalen, tothij weer in ander gezelschap kwam envan andere zaken weer hoorde.

Hij stond op een ochtend met Naar ophet Rein voor een wit paard waar eenoverste op zat. Onder de galerijen en inde zon was vertier van edelen die to zamenpraatten en buigingen maakten. De voor-name vrouwen, die bij tweedn en bij drieenin de rondte drentelden, de kerk ten floor-den binnentraden en dra door het voor-portaal weer buiten kwamen, schenenhupsch van zin, zij lachten gedurig wij1zij met eikander schet tsten, zij knikten

Page 43: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

36

ook de heeren toe en hielden haar gewadenhoog van den grond, de keurigheid too-nende van haar kousen en schoenen. Aande korte zijde van het Plein, tegenoverde kerk, waren vijf zeer oude cypressen ;daar stond op een laddertje tegen denboom een predikbroeder met zijn armenwijd omhoog to spreken. Plots was erverwarring voor de markstraat, waar man-nen aan kwamen loopen vier aan vier. Hetwaren weversgezellen, die voor het paleiszich ordelijk in gelederen stelden, de boog-schutters traden aan en de zeesoldaten methun korte zwaarden. En onverwachts, menzag niet hoe het kwam, gebeurde er ont-zaglijk roepen en krijten, er werd gewor-steld en van moord geschreeuwd, vrouwensnelden met opgeheven armen heen, hetwitte paard trappelde in fiere wildheidnaar voren en ter zijde. Een man werddoor kameraden weggedragen, er lag eenroode streep van bloed schuin over hetPlein waar zij gingen.

Mal use trok Tamaione snel mede dooreen steeg tot waar haar gondel lag-en zatnaast hem onder de huif, angstig en ont-

Page 44: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

37

daan. Zij vaarden in de stilte der achter-kanalen. Toen haar vrees verzwond zuchttezij en bemerkte hoe hij haar aanzag; vOOrzich starend langs den kant van het bootjeen haar hand van zijn arm nemend, zeidezij lets over de buurt waar zij waren. Erstonden aan een oever woningen, laag aanden hemel over het land in de verse drevende wolken, grijze en witte, schielijk heen,over het water scheerde de windvlaag enzette de veeren der ganzen overeind. DochTamalone deed maar of hij Juisterde, hijdeed maar of hij keek, wiegelend inhet bootje, in de stilte en het koele Lichthad hij bedeesd gestemd het eerste ver-moeden van zijn 'even, dat er in het hartvan een ander ontroering kon bestaan hemtoegewijd — vermoeden enkel, het waszoo zonderling om te gelooven. En toenhij met haar sprak klonk er weigevallenin zijn stem, onwetens veranderde zijngedrag tot een vertrouwelijkheid gelijkdezulke die er bestaat tusschen zeer jongemakkers, die hoewel zij nog weinig wetenveel tot elkander te zeggen hebben. EnMal use was tevreden, omdat zij meende

Page 45: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

38

dat hij den zoeten aanvang in haar boezemverstond. Tot het middaguur toe was hetvaren, een kalm genot van welgestemdheidwederzijds, van malsche woorden en openblikken.

Toen hij afscheid had genomen wandeldehij aan den overkant in het midden van destraat naar de herberg met de twee rijzigeboomen er naast. Hij at in spraakzaamheid,schertsend met Seffe en de bedelaars die's middags kwamen. En daarna slenterde hijfluitend door de drukke stegen, in een Winkelop de Brug kocht hij nieuwe gestreeptehozen en een scharlaken buffs met loo-vertjes op borst en mouwen. Iiij zag overalrond en bleef dikwerf staan ; op een brug-getje zonder leuning stond hij zoo om dewerklieden gade to slaan, die voor de gcond-vesten van de nieuwe Sint J uliaanskerk,terzij de van het zed i ederrhui s, vervaarl ijkesteenblokken op rollen van de schuitenkrooien, hij hoorde hoe zij zongen daarbijof het ernstig werk hun een lust was, envroeg den opziener die er ging aangaandeden bouw. Dan drentelde hij vender enzag de menschen en de huizen aan, en

Page 46: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

39

voelde zich een frank, onbekommerd man.Aan de stifle zijde van de werven zette

hij zich op een bank aan den muur; vc5Orhem was het bewogen water, ruim enblank naar het oosten toe waar een streepais geregen parelen langs den ganschengezichteinder lag. Visscherssloepen laveer-den of hobbelden tegen den wind, eengondeltje met jonge waaghalzen er in konden koers niet houden, twee zwaar beladengalleien passeerden elkander, het waterbrak schuimend en fonkelend van de tal-rijke roode riemen die aan rijen op enneder gingen langs de boorden. Achterhem, binnen den muur, klonken honderdehamers, kleine en zware, vlugge en lang-zame, rusteloos op ijzer en hout, het wasniets dan nijver kloppen en slaan daarachter,aanhoudend en in verschillende maat, maargeluid van stemmen was er niet.

En daar kwam de neiging tot terug-denken voort. Eerst verscheen een glim-lach, wat bitter en gelaten, over het ver-moeden dat hij dien ochtend had, datiemand ter wereld iets meer hem toe zoudragen dan ieder lichtvaardige bekomen

Page 47: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

40

kan, dierbaarheden en minziek spelen zoetvan zin, jets meer dan hij voorheen we]had beleefd en niet geacht ; het was bedrog,hoe zou hij anders wezen die hij was.Maar de bitterheid was om de donkerekern van wat hij bespeurd had: hoe hethem behaagde to meenen dat een vrouwvan hem jets begeeren kon die niets bezat,of hem jets geven wilde die niets behoefde.En voor zich ziend naar de volgeblazenzeilen liet hij zijn gepeinzen dwalen zoozij wilden, -- het waren vragen, en nietsdan vragen, hoe het gebeurt dat zooveelharten zich opendoen wanneer een een-zaam mensch zijn hoop vergeet. De zwervermet zijn droomen begreep dat hij jetswezenlijks gewaar was geworden : j osephmet zijn zonnigen blik, Folcore die allesvoor kameraden deed, de blijde kinderen,Mal use met haar hand op de borst, watwas er dat zij zoo nader tot hem kwamen?H ij voekle zich een vreemdeling, hij maaktemet zijn amen naar boven een gebaarvan onwetendheid en sprak hardop totPolein den bond, — die was er ook nogzoo dicht bij.

Page 48: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

41

En Tamalone stond op en lachte. Hijkende de oprechtheid zijner ziel die naarhet liefste verlangde en niets daarneven.Hij liep dicht langs den wal waar degolfjes spoelden en zocht, naar de kleineschepen turend, het troostrijk verbeeldendat dagenlang schuil was geweest. Maarhij merkte den reuk der schepen van dewerven verwaaid, hij bleef staan om ma-trozen na te zien — een beeld verscheenvaag voor zijn gezicht, dra vervluchtendde droomen werden schaars in het stads-verkeer, de innigheid van het verlangenkwijnde. Bij de laatste zonnetinteling achterde kust van het vasteland voelde hij onrustin zijn voeten, en zoo kwam hij weder instraatjes door kindergestoei en langs kra-keelende buren. Een bedelaar op een stokhinkte onverdroten hem na, een hond wildemet den zijne vechten, dat maakte hemwrevelig en kwaad. Hij verwenschte denoverheer van Pisa die hem hier had gezon-den, hij verwenschte Simon en osse diehem overreed hadden te gaan met wat zijzeiden over belooning en zotternij ; ookde geheime verwachting van hetgeen in

Page 49: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

42

vreemde oorden geschiedt was hij vergeten.Ten leste stond hij vermoeid in de

schemering bij het tinken der vespers vande Sint Jan. Twee bedelaars waren hemtot de herberg gevolgd, zich omkeerendzag hij ze voor zich staan. Een dienaarwachtte aan de deur met een boodschap.Tamalone gaf den bedelaars een penningen wees hun naar binnen to gaan; hij zelf,met een schouderophalen, liet zich weernaar het huis van Maluse varen, een deuntjesissend over het kanaal, turend naar hetlicht aan den steven.

Zij zaten bij het vlammend hout zwijgendnaast elkaar, zij en haar jongste zuster ;Verde onder de kaarsen aan den wandblies zonder aandacht een enkelen toonop een fluit. Maar toen hij binnentradrichtten zij zich blijde op, want zij haddengewacht. En Tamalone, bemerkende watgenoegen zijn aanwezigheid gaf, vond dievrouwen wel onnoozel, maar toch ookgoedertieren en lief, omdat hij een war-mende streeling voelde in de onmacht, deonbegrijpelijkheid van zijn hart. En hetduurde niet lang of door het beminnelijke

Page 50: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

43

van vrouwenoogen was de vermoeienisgevloden, door het onuitsprekelijke vanmenschenoogen werd hij tot zachtheid aan-gedaan. Bij haar gezeten in de weelde vanlicht en fijne gewaden, van haar luchtigheiden lachjes vooral, zong hij een lied die intijden niet gezongen had, en dan weereen lied, een tierige wijs. l n het eerst washet hem als een die den nar speelt, maareen jeugdige toon aan het einde Honk alseen zomersch geluid dat een ander zong-in vroegeren tijd ... En hij zong vooimet zijn oogen kleiner genepen naar Mal usegericht, zij sloeg de hare niet neder zoolang het lied duurde. Toen hij vertrokwaren zijn wangen rood, en die vrouwendachten to weten dat er siechts een redenwas waarom een man ontroerd kon zijn.

Page 51: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Het gebeurde dat hij een brief van Verdeontving waarin zij hem smeekte met spoedto komen. En Coen hij kwam zette zij zichschreiend bij hem neder en vertelde vanhaar zusters krankheid, van haar gemoeds-ontroering die hij immers kende, hoe zijeergister onverwachts de vreeselijke koortshad gekregen en ijkle en verbijsterd sprak,steeds vragend waar Tamalone was. Deartsen hadden haar een kruidendrank gege-yen en bevolen dat de gordijnen nietgeopend mochten worden , maar hij moestblijven tot zij ontwaakte, de jonkvrouwenwisten geen raad nu heer Lune naar Romewas.

Verde liet hem alleen, een knaap brachtden Cypruswijn. Hij zat verwonderd bij

44

Page 52: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

45

het vuur, bedrukt door het onheil in huis.Dien langen middag wachtte hij en staardenaar buiten waar de wind steeds harderwoei zoodat de gondels dansten, tot inden avond zat hij in den vlammenschijn,met een gedachte aan zijn gezellen van deherberg somwijlen, tot eindelijk de jongeVerde weer voor hem kwam staan en letsvroolijks zeide. De vertrouwelijkheid waarmede zij van zichzelf verhaalde, het ver-langen van haar hartje dat zij in teederedartelheid even liet zien, verdreef welden druk van zijn gemoed, zoodat hij uitzijn beker drinkend loos tot haar kniptemet zijn oog.

Doch toen hij eindelijk, al na middernacht,naar Maluses salet werd geroepen, voeldehij duidelijk de zware, duistere aanwezig-heid van ongeluk. Zij Jag zeer zwak enknikte toen zij hem zag. Nadat zij eenpons elkander hadden aangekeken bemerktehij in het donker der gordijnen dat haaroogen glinsterden, zij wendde haar hoofdof met een geluidje of het een snik wasof een zucht. ln zachtste vriendelijkheidmaande Tamalone haar om niet verdrietig

Page 53: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

46

te wezen en gaf haar een lieven naam, dandroogde zij haar wangen, nam zijn handen fluisterde jets dat hij niet verstond,maar hij wist wat zij bedoelde. En daarhij den ernst van haar blik vreesde ginghij door met praten om haar teederheidte keeren, met goede woorden en berichtendie hij verzon, terwijl zij zijn hand tus-schen de hare allebei met steeds innigerwarmte der vingers streelde. En Coen hijonrustig opstond om heen te gaan, weendezij zacht met haar gezicht in de peluw,en dat klonk erbarmelijk in het hoogesalet waar achter het bedgordijn een kaarsflikkerde of zij dooven zou. De al csentraden binnen en zagen fronsend toe.Tamalone ging weer naar beneden waarde wijnkan stond en hoorde soms hetweenen nog wanneer boven de deur open-ging.

Het werd een onbegrijpelijke nacht vandingen die van zelf gebeurden, benauwenddoor een diepe ontroering die niet ontlookeen nacht van zuchten en geluiden door't huis en wind daarbuiten, van verwardegepeinzen, en vrees en deernis. En over

Page 54: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

47

alle gevoelen drukte de zekerheid dat hijcen evenwicht had verloren, de somber-heid zou ongetwijfeld jets kwaads beduiden.Hij had door tranenrijke stilte bewogenhaar gekust en onvet wachts in zonderlingevreugde gezworen dat hij haar geluk zougeven. Mal use was toen ingesluimerd meteen aandoenlijken lach. En Tamalone in dekamer beneden wachtte tot het dagen zou.

Door de beslagen ruitjes zag hij dentalmenden wintermorgen over het waterHinken, de wind woei fel, er voer zeldeneen gondel voorbij. Hij volgde de onrustvan de zeevogels die er zwierden, het leekof hij zelf de koorts had gekregen, wantzijn aangezicht gioeide en het bloed kloptezwaar in zijn hoofd. Nooit was hij andersdan zedeloos geweest, maar een ding had hijimmer heilig gehouden, van zijne kindsheidmet haar vroegsten ernst toen hij zingenJeerde, van de ingetogenheid zijner jonge-lingsdroomen tot in het rijk gemijmerdaarna dat hij voorgoed voor de wereldhad weggesloten; heilig gehouden hetzuiverst verlangen dat een mensch bezittenkan, heiliger sedert hij wist dat wat eens

Page 55: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

48

wezenlijk bestond ook voor eeuwig bestaat.Wat had hij to doen met een vrouw diezijn heimelijke hoop kwam verstoren, dehoop die hij zelf niet begreep ? En lachendtegen de bewasemde ruitjes vioekte hijmet zijn vuist naar boven de dwaze zwak-heid van zijn aard.

Buiten ademde hij de koude met diepeteugen in. Hij liep krachtig tegen denwind, voorover of terzijde gebogen, doorstegen waar het gierde en suisde en de uit-hangteekens klepperden, de wind gaf koelgenot. Het was hem eender wat er gebeurde,wat ellende er komen mocht. Wie kon zijnwezen veranderen, wie meer doen dartbescheiden was, wie de zuivere innerlijk-heid verderven zoo het de goede Godniet ware? En die bekommerde zich immersom de zwervers niet. Hij zou zijn geloftehouden en trouwen in de fraaiste hozen,een zot met sieraad aangedaan, maar wiedaar binnen woonde zou naar de wolkenblijven zien, dien kon hij aan geen vreemdegeven. De ellendige gedachten, de zorgen,de benauwingen vlogen uit en zwierdenrond, gelijk de wintervogels over de kana-

Page 56: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

49

len, en gingen als onbekenden voorbij.En in de herberg schertste hij weer met

de bedelaars die zijn gasten waren.Er kwamen toen de winter het donkerst

werd allengs meer uit de andere wijkender stad, want zij hadden gehoord dat daareen heer vertoefde die milddadig was.Tamalone kon de gouden ponden welke hiivan den overste van Pisa ontving niet in zijnbuidel houden. En de nooddruftigen kwa-men de taveerne van het Sint Janspleinbinnen waar zij voor het vuur zaten datSeffe hoog voor hen opstookte. Eerst warener vier toegelaten, dan zes en ten laatstewel tien iederen dag, een bracht altooszijn zuigeling mee want zijn vrouw wasmet een ander gegaan. zij waren alienverminkt, gelijk ongelukkigen zijn, de eenhad geen neus, de ander geen ooren enmanken waren er ook. Bij de spijs lachtenzij aan de tafel en wreven zich de handen,zooals de rijken doen die 's winters altijdvuren hebben; de ambachtsmaats zonderverdienste zaten mede aan, maar zij gavenzich niet of met lieden zonder beroep,alleen Bentrame de groote hoorde hen

4

Page 57: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

SO

aan en lachte terug. De waard zag onte-vreden, maar Tamalone kon zoo vergoe-lijkend praten wanneer hij klaagde, enFolcore gaf hem immer gelijk. Bovendienzond hij voor donker wanneer de eerzamegezellen kwamen, zijn gasten naar hunbuurt achter het rietland waar zij behoor-den. Rosse vertelde dan hoevelen er diendag geweest waren, er werd met warmteover den vreemdeling gesproken, vooralFolcore die aan de toekomst dacht, preeszijn vriend in zwaar klinkende woorden.

En toen het avond werd zat Tamaloneweer bij de zusters en den gekruiden wijn.De artsen hadden gezegd dat Malusegenezen zoude zoo zij spoedig naar hetvasteland ging. Hij glimlachte als hij hethoorde en sprak den knecht al toe alsofhet zijn knecht was.

Des anderen daags vertrokken zij naarhet huis aan den weg naar Padua. Hijhad in den morgen zijn vriend Meroneoseph gezocht om met hem to spreken,

maar hem niet in de haven gevonden. Hetwas een zeilende bark waarin zij voeren, dekranke in het bont zat naast haar geliefde.

Page 58: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

5'

Het huis stond te midden van blader-loos geboomte. Den eersten ochtend inde vroegte liep Tamalone de landerijen inmet Seffe en den hond, die zich vermaaktenmet de ganzen der boeren op te jagen,zoodat hij dikwerf wachten moest om tezien waar zij waren. En als hij alleen stondvoelde hij lust om ook hard te loopen totwaar niemand hem vinden kon, het daar-ginder der heuveltjes onder de grauwelucht scheen zoo verlokkend zonder geluid.

Maar teruggekeerd vond hij het huisbedrijvig, want de bisschop was gekomenmet de drie monniken. En di en avondklonk het van genoeglijkheid in het hoogvertrek. ln de schouw brandde geurigeikenhout, knetterend in fel le vlammen, wi erschijnsel over den gladden vloer tot in deduisternis bewoog; de kandelaars rezenhoog boven de stoelen, 6en met dunnerekaarsjes verlichtte de tafel bovendien metde blinkende kannen en bekers. Heer Lunede bisschop zat strijkend over zijn baardter rechter van het vuur, het purper enwit gewaad lag in plooien aan zijn voeten;Mal use, naast hem, zag bleek, maar tevre-

Page 59: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

5 2

den. De zusters maakten muziek, de eenemet haar glimmend fluitje van elpenbeen,de blonde met haar groote viool. De oudstemonnik, hij was bedaagder dan zij alien,zat in afgetrokken gepeins tusschen haarbeiden en hoorde de gesprekken niet, eenpredikbroeder in zijn zwarte pij, de schrij-ver van den bisschop; de andere, de Bene-dictijner die huismeester was, at van al desuikerwerken en pastel en aan de tafel,smakkend met zijn lippen ; de derde wasbroeder Lorens, de schilder en verluchtervan schrifturen. lit het eerst stond Tama-lone achter een zetel to luisteren naar watde vrouwen en de klerken zeiden, en hijdacht verwonderd hoe zulk een aanzienlijkkerkheer zijn verwant kon worden. Dochlater, toen Verde een wijsje van den fran-schen huppeldans op haar fluitje had getie-relierd, toen de huismeester, met zijn mondvol zoete kruimels, een boerte had verteldz66 kwalijk riekend dat de vrouwen v66r

zich zagen, heer Lune zijn voorhoofdplooide en de oude predikbroeder doorde stilte uit zijn gepeins ontwaakte, toenvergat hij waarom hij zoo lang gezwegen

Page 60: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

53

had, hij sprak mede en verhaalde, en denacht werd laat met vermakelijkheden, hethaardvuur brandde warm en klaar.

En alien waren reeds te rust gegaan,maar hij zat nog tegenover broeder Lorens.Hij kende die pij zoo goed, de herinneringwas hem dierbaar. Lorens die een zachtestem had sprak nederig, beminnelijk vanzijn werk; hij noemde de beeltenissen welkehij van de Moeder en het Kind van Beth-lehem geschilderd had, hij noemde deboeken die hij had geschreven en gekleurd,en was verheugd wanneer Tamalone, voorzich ziende met half geloken oogen, kniktebij het hooren van de namen. Als zijopstonden bij de kaarsen schenen die tweeveel van elkander te weten, zij kendenbeiden lets fiefs uit jongen tijd dat anderenweer vergeten, maar de een was een geze-gend man. Tamalone waakte di en nachttot in den hof weer stappen kionken opden bevroren grond; in zijn gemoed wasstil geritsel, als van bladers in de koelte,als prevelen van lippen.

Die dagen dat de klerken in het landhuistoefden bleef hij ernstig in het gedenken

Page 61: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

54

der uren van eenvoudigheid die hij verlorenhad; die tijd had hem altoos kort, zonderzin geschenen, maar thans geloofde hij dathij de beste spanne van zijn Leven eenwaarlijk vroom man was geweest, in zijnproeftijd in het klooster had hij den vredegekend. Daarbuiten waar de boompjesonbewogen stonden in de koude, wan-delde hij op den weg met broeder Lorensen zeide weinig. De tuchteloosheid vanhet verlangen, de droomen hadden het zoogedaan : zonder die zou hij den hartstochtniet ontvangen hebben die zijn ziel ver-warmd en geopend had, hij zou de wereldmaagdelijk zijn uitgegaan, met een weinigvertrouwens, een weinig twijfelens zooalseen iegelijk nu eenmaal heeft, en met zeerveel nederigheid. De bespiegeling van demogelijkheden, dat onnoozel kinderspel,hield hem zoo bezig tot hij het verlangenen de zwakheid weer kende en weer Om-lachte over zich zelf. Broeder Lorensschreed stil naast hem en zag hem som-tijds aan, vermoedend dat de zwijger eengoede gedachte verzweeg, iets beters danhetgeen de menschen spreken.

Page 62: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

55

Vet& Kerstmis reden de geestelijken wegen Tamalone vergezelde hen, met menigengroet aan de kranke die bijna genezen was.Toen zij de stad binnen voeren, in de druktevan burgers en klokkegelui, berouwde hethem dat hij ni et in eenzaamheid was gebl even.

En hij zocht Meron oseph in zijnvaartuig. Die vermaakte zich in de kajuitmet twee krijschende papegaaien. Zoodrade vogels in een kist gesloten waren enzwegen, zaten de vrienden op een tapijtjenaast elkaar. Tamalone vertekle dat hijtrouwen zou, althans zoo hij geen ont-heffing van zijn woord kon krijgen. EnCoen de ander verbaasd vroeg of dit deeerste verbroken gelofte zou wezen, be--kende Tamalone glimlachend dat er mis-schien meer waren geweest. Maar thanshad hij zoo heilig gezworen, lasteren durfdehij niet meer. En oseph vroeg of hijimmer godvreezend was geweest ?

Na deze vraag zwegen zij langen tijd.Zij konden elkander niet duidelijk zien, wijihet licht dat uit twee gaatjes kwam to weinigwas. Het water spoelde tegen het roer,het ijzer piepte geregeld.

Page 63: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

56

Dan sprak Tamalone met soms fluis-terende woorden van zonden en zorge-loosheid zijn zwervend leven lang; vanlogen en onverschilligheid, hij klaagde deslechtheid van zijn wezen aan; van hetongeloof aan geluk ... En van liefde, eenpaar woorden maar, hij had daar nimmerover gesproken, met geen enkel mensch,hij wist er weinig van. En wat hij ver-wachtte — de vreugde die men in droomenziet. Maar hij zeide niets van de innigsteliefelijkheden, van het innigst verdriet enverlangen waar het hopen wisselend in gaat,omdat dat raadselen waren en omdat hijniet waarachtig alles uitspreken kon. Hijhad niet veel te zeggen. J oseph dacht enzocht naar raad, want hij wist wat zijnvriend verzweeg. Het water klotste daar-buiten, het schip schommelde zacht, dekajuit was zonder licht.

En nadat zij een lange poos stil ade-mend naast elkander hadden gezeten, ver-telde hij van het reizen op de zee, vanwat de wijzen van Cordova leerden, enhij vroeg Tamalone met zoo reine goedheidvan 't hart voortaan met hem mee te varen.

Page 64: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

57

Zij zouden de kusten zien waar de vreem-delingen wonen, de een zou niets doenen de ander het roer hanteeren, zij zoudensamen het zonlicht en de starren zien totzij ze niet meer zagen. Tamalone schuddezijn hoofd, J oseph bemerkte:dat niet omdathet donker was en sprak voort uit warmgemoed, zijn stem was vlot: van de men-schen, van het Teed dat zij onwillens doen,van hun schoonheid uit de verte — Tama-lone knikte ook soms —, van hun vragenwaar geen antwoord voor is, van hun tijdwanneer er geen spreken meer is, vanhun hopen dat ijdel is. Zij zagen weer stilin het wiegend schip. Tot Tamalone eensnik bedwong, opstond en met zijn hoofdin zijn armen heenging, sprakeloos.

ln ontroerde gedachten, vol ongeborentranen, liep hij langs de kaden en de win-keltjes rond, het zwarte dier volgde hem.De lucht was koud, de huisvrouwen, metde korven aan hun armen, hadden doekenom hun hoofden gedaan, hun adem waszichtbaar bij de toortsen.

Toen hij in de herberg van Rosse kwamvond hij de gezeilen bij hun kannen luis-

Page 65: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

58

terend naar den meester. Er ging weergeestdriftig roepen uit menige kloeke borst,de vlammetjes der kaarsen bewogen, debekers werden geheven. Dan kwamen demannen rondom hem staan, zij warenvroolijk over zijn terugkeer en hij moestmededrinken. H ij glimlachte daarbij.

Page 66: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Al de huizen waren getooid, de hoogeaan het kanaal met slingers fangs de ramen,de geringe aan de achtergrachten metboompjes voor de deuren; broeders vanverscheiden orden gingen overal door denauwe straten, zij bleven somtijds staanom een Kerstlied te zingen en knieldenaan de hoeken der bruggetjes voor denissen der heiligen die met offers prijkten.Aan de buitenste kaden vooral, waar dezeelieden woonden, was versiering vangroene takken dicht aan het water gemaakt,de vrouwen kwamen er te zamen elkandervragend over de geruchten van den zeeslag,of die gewonnen was of verloren. Op hetRein wachtte veel yolk en ook edelendrentelden daar bij het duisteren nog omhet bericht van de vloot te hooren. En

59

Page 67: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

6o

toen het uur sloeg en ginds de kleineRialtino bellen het einde van den arbeidJuidden, wisten de menschen dat de Kerst-nacht was gekomen, het zingen van debroeders klonk hooger en vierend Jangsde verlichte open winkels, jongeliedenmaakten welluidend vertier. Maar niemandwist of het overwinning was of rampwaarvan de hertog tijding had gekregen,het bleef stil langs de galerij van het paleis.

in haar kamer met de donker guldenwanden zat Maluse to wachten, zij hadtwee dagen lang haar geliefde laten zoeken,maar niemand had hem gezien. Overal inde stad ging het Kerstgelui zonder poozenvoort, zoodat de lucht dien ganschen langenavond vol gal men was, er sliep geen enkelmensch ; in de straat klonk het jolen vanknapen en meisjes, over het eenzaam zij-kanaal zongen de gondeliers de namenvan heiligen uit of riepen elkander zegen-wenschen toe, doch zij hielden hun stem-men in wanneer zij voorbij den Jichteningang der kerk aan de overzijde voeren,voorbij 't ontzaglijk gebeier boven in dendonkeren hemel.

Page 68: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

6 i

Zeer laat werd zij verrast door een bodevan den hertog die naar Tamal one vroeg.En weder alleen dacht zij in angstigerongeduld waarom hij niet kwam, waar hijkon wezen. Het geluid van menschen bui-ten verstierf in den laten nacht, maar devrome klokken dreunden en klepeldenstandvastig voort, nabij en in de verte.

En op een oogenblik — zij zat metonverwachte tranen bij het hooren van deschreden — werd een man met een langenbaard de kamer binnengeleid, bleek enschuw. Het was Folcore die zijn vriendkwam zoeken. In twee dagen was Tama-lone niet in de herberg geweest, maar di enzelfden avond had iemand hem gezien, ende meester wilde hem waarschuwen dater onraad dreigde voor hen alien. Hij konniets meer vertellen en vertrok in haast.Toen liep zij met gevouwen handen inhaar glanzende kamer heen en weder, vande ruiten naar de heldere schouw, vragendwaar hij toch kon wezen, zij knielde ophaar stoeltje neer en bad met vochtigeoogen.

Dan kwamen de zusters om haar voor

Page 69: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

62

de mis to halen en deden haar den mantelom. Dicht bij elkander voeren zij in dennacht naar het Plein waar de roode engroene lichten aan de bogen schenen, waardonkere drukte ging van velen die er fees-telijk met toortsen en lantaarns waren,weinig sprekend of met gedempt.e stem.

n de kerk brandden overal kaarsen,zoodat de muren en de ingelegde steentjesblonken, er scheen rustig licht waar demenschen zaten of knielden op den vloer,maar de vergulde geweiven boven glin-sterden in vage verborgenheden. De klok-ken zwegen, behalve de groote op hetPlein met haar onveranderlijken slag. Dochtoen ook deze stil werd fluisterde geenenkel wezen meer. Er zat daar menigeen,in den zoeten rook, die aan de vloot dacht,aan het bericht dat weldra bekend zouworden, er waren velen met onrust in hetgemoed, maar er werd geen lip geopend.Dan zong een priesterstem zacht smeekenddoor de ruimte, zij prevelde in zuchten,in smachten, in vreugde nauwlijks hoorbaar,een gouden belletje rinkelde, er voer eenruischen door de kerk als van honderd-

Page 70: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

63

duizend vederen. En plotseling galmdehet koor in jongen zuiveren hartstochthet klare roemlied uit, juichend van deMoeder en de zalige Geboorte, de trouweklok daarboven sloeg vlug en bevend alscen machtig hart, al de bellen van de stadbraken jubelend uit in snellen maatval vanverblijding, en de mannen die er waren,de vele, vele vrouwen lagen met natteoogen geknield, maar zij voelden de zorgenniet over de schepen op de zee, zij voel-den de zorgen niet over de liefsten vanhun gedachten.

En als zij buiten traden in den nachten hun lantaarns weer ontstaken, begonhet vroolijk roepen, de soldaten in degalerijen zongen uit, nieuwe gedaantenkwamen uit de straat aan en de zegen-wenschen klonken frisch. H et donkergewoel, met de flambouwen opgeheven,bewoog naar de haven, de kade werd volverwarring van ruchtige stedelingen: zijzagen in het oosten, prachtig in den nacht,van het eene einde tot het ander, de vurendie op de uiterste eilanden brandden bijde zee, ten teeken dat de blijmare ontvangen

Page 71: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

64

was in de stad van Sint Marcus waar deklokken luidden, en luidden met verruktenklank van welbehagen allerwegen. En aande kade ging het joelen voort, tot achteren boven den weerschijn van de vuren deijle ochtend wies.

Het waren vage gedaanten die in denschemer van het Plein bewogen, de wittebroeders liepen er ook. Er voer bedaringover het gewemel, de bode van den hertogstond met uitgestrekte hand aan den hoekder poort en sprak: de vloot met tweeduizend mannen van Venetie was verloren

kreten braken in den warrel uit, jam-.meren van vrouwenkeelen, vloeken en inge-houden machtige mannenwoede uit dedrommen voor het paleis, van de haventot voorbij de Jampjes aan de kerk, voort-druischend over het Plein. ln het grauweLicht krioelde 't van gebaren met geschreeuw.Er waren er die met opgeheven armenwegsnelden in' de straat, vrouwen druktende handen aan het hoofd, monniken kniel-den in 't gedrang en baden met luide stem,er waren mannen die elkaar omarmend tozamen weenden aan den muur. De roode

Page 72: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

6s

banieren van Sint Marcus wapperdenzachtkens in den morgenwind, de Kerstklokdreunde.

Dien ganschen dag bleef de menigte ophet Plein, de zeesoldaten stonden aange-treden. Al dichter en kalmer school de hetyolk to zamen, enkel mannen, handwerks-lieden in hun feestkleedij, maar niemandwist waarom zij daar verzameld waren,noch waarop zij wachtten.

Na de mis was Maluse naar het paleisvan heer Lune gevaren, maar voor hetdag werd ging zij weer heen naar deherberg bij de Sint Jan. Daar zat zij heelden ochtend met haar roode schoentjesvoor den haard, een paar mannen leundenop de eaten onder de beeltenissen.

Omtrent den middag trad Seffe binnen,de schelm was ietwat dronken. Hij hadzijn meester gezien, toen zij 't hoordelachte zij en hield zijn arm vast, zij vroegniets maar voerde hem mee door de straten.Voor een woning in de buurt der timmer-lieden wees de jongen dat zij er waren,er was een venster en de deur en hetschuine dak daarboven. Tamalone deed

5

Page 73: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

66

open, met verbaasd gezicht, vijf knapenachter hem keken naar buiten. En zij gingbinnen, zij kon niet spreken, zij lei haarvoorhoofd aan zijn schouder. Toen voeldehij aan de Borst die op en neer ging bijde zijne, dat zij waarlijk met liefde kwam,en als zij haar oogen opsloeg, blij en zacht,werd hij warm bewogen, hij streelde haaren sloot de deur. Maluse zag rond naar't ordeloos vertrek, de bedeesde kinderenen den pot die stond to koken ; dan deedzij vele vragen, en hij vertelde dat zijnvriend en anderen gevlucht waren, omdatzij gehoord hadden dat de geheime rechtershen gevangen zouden nemen, men sprakvan oproer en het brood zou nog duurderworden nu de vloot verslagen was. Hijantwoordde niet waar hij geweest was nochwaarom hij niet gekomen was, hij sprakvan de kinderen die aan zijn knieen stonden,en zij, met een blos, luisterdelachend toe.

Twee dienaars klopten toen aan envoerden hem mee naar het paleis. Voor depoort rustten krijgslieden in rangen, hetheele Plein stond vol. De hertog zat in de

Page 74: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

67

kleine zaal met de heeren, die hun mantelsom hadden, in de banken ter wederzijden.Tamalone kwam voor hen staan, een rechternevens hem bij de schrijvers ondervroeghem waar Folcore was en andere dingen --hij zeide niets te weten en de rechter drongtoornig aan, dreigend met de foltering.Doch heer Marin rees uit de bank ensprak met statigen 'of van Tamalone, hemeen heer van het bevriende Pisa noemend.De hertog knikte. Een ander raadsheer,in het rood en met een korten staf, hernamzeggend dat hij een brief had en liet denanderen een voor een het geschrift zien.Allen knikten. Dan zeide de hertog dathij een anderen dag gehoord zou worden,de raadsheeren beaamden en mompeldenweer met elkaar. En lachend of hij zichvermaakte verliet Tamalone de zaal.

Toen hij het alles aan Maluse verteldezeide zij, voor zich ziende in het spelender jongens met hun klepperende houtjes,dat hij nimmer hoefde te vreezen, wanthaar broeder die de zijne werd was hemwelgezind. Heel di en middag waren zijlyezig in het kamertje, hun handen raakten

Page 75: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

68

elkaar somwijlen, haar oogen en de zijne,opziende van het gedartel, ontmoettenelkander dikwerf in onbevangenheid. Haarstem was in al dat vertrouwelijk geruchtweek en vloeiend voor zijn ooren, de zijneklonk forsch in het geschater als hij dejongste, het kreupel kind, boven zijn hoofdhief tot aan den balk. Buiten in de straatgingen mannen voorbij, gedempt pratendmet Teresa de buurvrouw van daarover ;soms bleef er een gebogen voor de ruitjesstaan, keek binnen en verdween, fluitendof met groote oogen.

Na de spijs later zat hij neurieend bij devermoeide jonge stemmen, terwijl het duis-terde in 't vertrek, buiten het gekout van bu-ren klankvol en duidelijk werd, de gloeiendekool onder de asch verzonk. En toen dejongens in het bed waren toegedekt en depit was aangestoken, zaten zij bij elkaaraan den wand, hij met een wijsje nog inden mond, zij met de handen om de kniegevouwen, in lieve tevredenheid.

En di en avond liefkoosde hij haar. Haargebaren waren zedig, zij fluisterde in voiletonen. Maar onder het kussen en de zoete

Page 76: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

69

kleinigheden zat hij menigkeer sprakeloos,een korte wijl met neergeslagen oogen, totzij weer vleide en wilde dat hij jets zeggenzou, en hij, haar aan zijn schouder nemend,haar goed en onschuldig noemde, de ver-heugde hartelijkheid van haar oogen zag,en geloofde dat hij van haar houden kon.

Het lampje brandde lager, en toen hijzag dat de kinderen sliepen en alles veiligwas, opende hij behoedzaam de deur, dehond trippelde achter hen dicht langs delage huizen. H et was zeer stil in die geringebuurt; alleen de vrouwen waren thuis, zijzaten leunend of gebogen voor de Om-mende donkere ruiten. ln een woningzagen zij tusschen de Kersttakken een grijzevrouw met twee knapen voor een beeltenisen een kaars geknield. Door de gang naarhet Rialtopleintje liepen twee mannenvoorbij, de een bromde met zware stemjets over de soldaten en de ander vloekte.Op de verlaten Muntbrug gingen de wach-ters met hun lantaarns, een jongen riepeen spotnaam uit, een schelle kreet weer-klinkend over het kanaal.

Page 77: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Het waren vreemde dagen in de staddi en winter.

ln de wijk van de Rialto zaten de koop-lieden in hun kantoren bij de ijzeren pottenwaar de kool in gloeide, zij schenen hetniet druk te hebben want zij stondenmeermaals ijdel aan den deurpost om metelkaar te praten en rond te zien naar debalen en kisten voor andermans deur.

Voor het paleis stapten de piekeniersvan de wacht en de jonge heeren wan-delden daar in behaagzieken kout met devrouwen het groote Plein op en neder,beschut voor den noordenwind. Maar deoudere, de aanzienlijke, waren er niet, zijvergaderden dagelijks in den raad en zwegenwanneer zij naar hun gondels schreden die

70

Page 78: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

7'

heel den dag dicht bijeen gemeerd schom-melden aan de haven.

I n de mindere buurten, in de lichtloozestegen waar de ambachtslieden in hunwinkels werkten, was het stemmig over-dag; de bedelaars doolden bij tweeen endrieen mager en koftlijk in hun lompen,zij zochten hun gelijken die geen aalmoeskregen; er gingen ook zonderlinge perso-nen die men nawees als verklikkers vanhet gerecht. Des avonds, wanneer hetdoof-de-lichten van de torens was verkon-digd, hoorden de schouts, die zwijgendstapten, in duistere gangen en poortjes,op onverwachte plaatsen, mannenstemmenbrommen, en achter menige gesloten deurhet jammeren, het smeeken en snikken vanvrouwen die mishandeld werden, het krij-ten van wiegekindjes van pijn of slape-righeid. Het waren weken van onrust enverbijsterend gerucht, de stad was ernstigerdan anders, de tijd scheen vol to wezen.

Maar over het gekruifde water aan debuitenhaven, in de vrije winden voeren alsimmer de koopschepen diepgeladen, komenduit andere landen en vertrekkend naar den

Page 79: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

72

-vreemde, met het ratelen van kaapstanderen katrol aan boord en zangerig geroep,alsof de frisch-gemoede zeelieden niet vande nuoden van het stadsvolk wisten. Enachter de hooge muren der scheepswervenvan de republiek klonk het hameren enkloppen op de balken, het rammelen vande kettings, het gieren van de kabels, geraasmet regelmaat den lieven dag en nacht,het was zeldzaam, ontzaglijk om to hoorendat er geen rust kwam achter die muren,en geluid van stemmen was daar niet.

n de taveerne van Rosse spraken degezellen hun gedachten niet uit, zij noem-den den naam van Folcore noch die derandere vluchtelingen. De timmerliedenbleven wanneer zij van hun arbeid keerdeneven voor de woning van den meesterstaan, zeiden zachtjes iets en knikten. Ende buurvrouw in haar witten doek aan dedeur daarover knikte hun verscheidenkeeren na, met een lach en een wenk naarhet venster.

Tamalone was blozend van aangezicht.Hij droeg een gouden kettinkje dat deoverheer van Pisa hem geschonken had

Page 80: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

73

wegens de berichten welke hij somtijdsnamens den kleinen raad zond. Er warenvelen die hem groetten wanneer hij voorbijging, heer Tamalone met zijn scharlakenBuis en zijn verminkten knaap was zoowelbekend, een bedelaar hield hemstaande en op het Plein liepen admiraals,raadsheeren naast hem mee. Bij de waar-digsten in de stad kwam hij in hun paleizen,bij de heeren van den opperraad en deschatbewaarders. En ook bij heer Candianen heer Dandolo, de ontevreden edelen,die door hun tegenpartijders in den raadwerden beticht van oproerigheid en vantweedracht stoken onder het mindervolken deswegen met afkeer bejegend. Dochvan de kwaadsprekerijen trok Tamalonezich niemendal aan, hij kwam om de kos-telijke tafels en om de gouden munten bij't kaartspel.

I n het schip zat hij gaarne met J osephen luisterde naar vragen, naar raad en over-reding om mee to varen, hij luisterde dochzeide weinig.

En het liefst verwijide hij, wanneer hijden bisschop had bezocht, bij broeder

Page 81: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

74

Lorens in de werkplaats boven. De eenschilderde en de ander zat to kijken, beidenzwijgend tot het licht verging; dan zeidenzij jets tot elkander, het was niet veel,want Lorens sprak nimmer van de men-schen, van hun leven noch hun dood. Maarwel verhaalde hij soms een wonder, datgebeurd was met stervelingen lang geleden,en wanneer hij de engelen noemde maaktehij een groot gebaar, zoo dat Tamaloneeerbiedig rondzag waar aan de schemerigewanden de paneelen stonden met de hei-ligen er op. Hij toefde 't liefste bij denbroeder, lang nadat de starren uitgekomenwaren.

En menigmaal wanneer hij in 't schipgeweest was, of wanneer broeder Lorens,voor hem staande met schuldeloos gelaat,verteld had van Sint Franciscus den aller-liefste, van schoone zielen, van het.zoetstedat hij bij name niet kon noemen, en hijmet neergeslagen oogen zonder vraag ofwederwoord geluisterd had, waakte hij inhet bed vol rustige ademhaling laat instilte en donker, zich herinnerend wat zijnvrienden hadden gezegd. Hij dacht aan

Page 82: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

75

Maluse, die hell verwachtend de toebe-reidselen maakte van kleeding en nieuwhuisraad voor den zomer; aan de hulpe-loozen naast hem rechts en links; aan hunvader die op hem vertrouwde. Een vreemdeontroering wel de in zijn borst wanneerhij zich afvroeg waarom hij wakker lagen peinsde, de onverwachte tranen wischtehij aanstonds weg, en terwijl zijn hand eenkinderhand vasthi el d ging het vaag gemijmerin sluimering to loor.

En in de tuinen der eilanden rondomstonden eindelijk de boomen weer fijn enkleurig van de knoppen, over daken entorens dreven wolkjes zuiver wit. Aan hetgroot kanaal zagen die de gondels enbarken roei den 's morgens vroeg op debalcons en voor de ruiten de jongevrouwen, luisterend naar de wachtels wierkooien naar oud gebruik weer in rijenaan de huizen waren gehangen. En ervoer in den zonneschijn, in de zoeltewel een jong bootsman voorbij die 't niethouden kon, die staande op de plechtmet dwaas gebaar een dartelen roepuitgalmde, of baldadig, schallend op zijn

Page 83: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

76

vingers floot, het gekwinkel der vogelsoverstemmend zoodat de vrouwen naarhem keken, en lachend verder roeide.

Aan de treden van het bisschopshuisvond Tamalone op een namiddag, Coen ereen bloemige landwind waaide, de verguldebark met de drie bootslieden in zwart engeel, heer Lune kwam verblijd naar buitenzeggend dat hij gewacht had. De minder-broeder en de meisjes traden in de deur,Maluse was er vroolijk met Naar zusters.Zij voeren door de kanalen en over hetbuitenwater, wijd in kleurigen weerschijnvan de lucht en met vele trage visschers-sioepen naar Murano waar de boot vast-gemaakt werd order takken. Heer Luneplukte de eerste bloesemtwijgen en rookze, de vrouwen gingen met kreetjes doorhet groene kruid en door de prille heesters.Onder de ranken van de lustwarande stondde Benedictijner al van ver te wenken ;maar zij traden niet in, zij schertsten tezamen, neder buigend over de planten diein potten stonden, en dwaaiden twee bijtwee door de tuinen. De bisschop ginggearmd met Tamalone fangs een haag. Hij

Page 84: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

77

sprak op zeer goedmoedige wijs en zeidezoo wat hij gehoord had van een beer uitBologna: dat zijn vriend een ketterschemonnik was, van veel kwaads betichtTamalone kneep met een schelmsch lachjezijn oog toe, de bisschop gees hem deschoonheid van het jonge loof der boomenin den gel en avondhemel en sprak door,naar boven starend, zeggend dat hij har-telijk van hem hield, dat zijn lieve zusterzeer gelukkig was, het geluk klonk in zijneigen stem. Dan, met een blik naar hetoosten vol krullige wolkjes, zeide hij jetsover den oorlog, over ontevredenheid inde stad, en vroeg of Folcore, de meesterop de werf, spoedig weer zou komen, —wantrouwig, weifelend trok Tamalone zijnschouders op, hij had een lichtje van slim-heid in zijn oog, en de ander, met zijnvinger opgeheven manend tot voorzich-tigheid, bad hem toch goed to verstaanwat voor zijn best bedoeld werd, de ver-spieders wisten meer dan onnoozele liedenmeenden. Zij dachten beiden na, verdergaande langs bedden van versche aard enplantjes en langs prieelen waar geritsel

Page 85: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

78

was of onderdrukt gemurmel, en kwamenMal use tegen geheel alleen.

H et werd donkey in den schemer, dekoele wind bracht geluiden van de stad,zij stonden met hun tweeen. Met haargelaat dicht bij het zijne om hem aan tozien, vroeg zij wat Neer Lune gezegd had;dan hoorde zij ontsteld het antwoord aan :Juchtig vertelde hij van den weggeloopenmonnik die hij was, de gemeenste onderde gemeenen, door de groote heerenin Toscane en naderbij zelfs vervolgd,ofschoon hij nooit waarachtig kwaad hadbedreven. Hij sprak uitvoerig van omstan-cligheden, deels waar en deeis verzonnen,en zeide eindelijk aarzelend dat zij niet methem moest trouwen, — dit was een ver-lichting, dat hij de andere reden, de onver-schilligheid die hij niet gaarne bekende,verzwijgen kon en haar niet kwetsen hoefde.Maar toen hij van haar zelve en van schei-den sprak, vleide zij zich dringend aanzijn borst. Zij zou hem nooit verlaten, zijwilde niets ter wereld dan enkel bij hemblijven, zij zouden naar een ander oordgaan, de bisschop zou hen behoeden .. .

Page 86: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

79

hij voelde dat er jets smartelijks in haarschool en dat dit liefde was. Zij sprakhaar woorden innig maar niet duidelijk,zij kuste hem, haar Iippen waren warm,en zij streelde zijn wangen, haar vingersdrukten week en krachtig. De hond zatop de duistere aarde, in den teederenavoind klonk vroolijkheid van gondeliersaan den oever. Tamalone, weemoedig,bemerkte dat er vreugde was in den harts-tocht van een ander, en met haar Hem-mende handen om zijn hals dacht hij ofin de weegschaal van het lot haar liefdezwaarder woog dan al zijn hoop, zijnmijmerijen, of het geluk hem waarlijk ont-gaan zou ? En zij kuste en hij kuste defranke Iippen terug, hij voelde haar heerlijkvertrouwen huiverend in 't open vrou-wenhart, hij voelde de tintelende jeugd inzijn hoofd, en achtte het niet dwaas zijnleven to laten sturen zoo de liefde vaneen vrouw het wilde, al was zij hem eenvreemde, zij zou hem haar geluk wel leeren.En kussend gingen zij voort, borst aan borst.

Door de koelte in de duisternis voerde bark naar de stad weerom, de bisschop

Page 87: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

8o

scheen somber, de anderen dachten enzwegen. Het water spoelde fangs de boor-den in de schijnsels van de Jantaarn.

n de straat waar de kinderen woondenwas de teedere stilte van den voorjaars-avond gelijk een herinnering. Twee mannenkwamen arm in arm bij Tamalone aan dedeur staan, zij vroegen fluisterend naarden meester en vertel den met warmenadem van kameraden die dien dag gevangenwaren, van de ontrouwigheid van som-migen, van den raad dien heer Candiangegeven had om to wachten tot de nieuwevloot in zee was. Zij groetten en verdwenengeruischloos in donke y. Dan kwam vrouwTeresa bij hem praten over de kinderendie zij naar bed had gebracht, en klaagdenog een wiji, met gedempte stem omdatde deur openstond, over haar man in hetgasthuis, over de dure prijzen.

En weer alleen dacht hij aan het gevaarnu heer Lune zijn ketterijen wist, aanMal use, aan de vragen in haar oogen —hij schudde ongeduldig zijn hoofd. ln ver-bedding zag hij onverwachts het groeneland waar heuvels glooien en waar het na

Page 88: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

81

een wandeling zoet te slapen is in hetlommer van een boom ... de lucht en deeenzaamheid, met het zonlicht over hetgewas en een reiziger voorbijgaand langsden weg, gaven ongetwijfeld meer vrededan de stad, waar de menschen onwillensdaden doen, veel te denken hebben en jetsverbergen bovendien. Hij schreed langzaamdoor het straatje, mijmerend over eigenen anderer lot, maar zijn hart zwierf weermet het verlangen dat uit het onbekendesteeds versch ontluikt, — hij maakte eenhoofdgebaar, ietwat van deernis, in derichting waar hij zooeven Mal use gegroethad... Uit het zuiden, Hein en dwalend metde koelte, kwam het nijvere geruisch derwerven, daar werd ook 's nachts getimmerdaan de schepen, maar anders was het stilalsof de stedelingen vrede hadden.

En binnen zat hij in donke y en peinsdewat er toch te zoeken of te vinden was,bij menschen of in rustige landouwen,voor een die eertijds nimmer zocht.

6

Page 89: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Toen werd het de tijd van de feesten dieop Hemelvaartsdag beginnen. De vlootvan negen en veertig galleien en vier grooteschepen lag helder van de verf en al denieuwe touwen geankerd langs de kaden,waar het yolk met gerucht van geestdriften veel verwonderd wijzen met de handenzich verdrong om ze gade to slaan. Hetwaren warme lange dagen en overal zagende burgers het pralen van den zonnehemel,der zonnige kanalen en velerhande weelde;de zomerkleederen werden gedragen, vrou-wen en edelen pronkten met brocaat enzijde en glanzende koralen. Over het gladdebuitenwater werd klaroengeluid gehoordvan de eilanden condom, heel in de vroegteen na den arbeid weer, want daar oefenden

82

Page 90: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

83

de muziekgezelschappen der gilden. in destraatjes stond menig zorgeloos man weerte zingen of te fluiten bij het werk, opziendebij wijlen naar de smalle streep van water zichtbaar was der blauwe lucht; burenin groepen, met de kinderen er spelendam heen, praatten over de feesten welkeden admiraals ter eere gegeven zoudenworden, over de rijke vreemdelingen dievoor de markt waren aangekomen, overde belofte van den Raad om de graan-belasting of te schaffen. Zorgeloosheid wasin zachte of dartele kianken hoorbaar uitopen vensters, de grappige volksgezegdendie iedereen herhaalde, werden in gangenen hofies gehoord en langs de groenemuren der zijkanalen; de deugnieten enJuiaards, met bloemen aan hun mutsen inde kerkportieken uitgestrekt, riepen voor-bijgangers na, maakten genoegen onderelkaar.

Er waren wel ernstige lieden die desavonds in de herberg, gemelijk te zamenzittend, naar de anderen luisterden, weinigdronken en in de vroolijkheid soms bitterewoorden zeiden ; bij de twisten die zij

Page 91: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

84

dan maakten klonken in het geraas denamen der gevluchte kameraden, die vanFolcore met heftigst geluid. Maar de tijdenschenen beter, de zomer was er met warmteen vreugde, met feestelijkheden in vooruit-zicht. Die ontevredenbleven waren degenendie de overheid haatten, voorzeker niet wei-nigen onder de wevers en timmerliedenvooral ; maar de talrijke jonge gezellen, deverliefden en vreugde-begeerigen, moestentoch lachen als zij joligheid zagen, hunoogen glommen van de verwachtingen derjeugd. Bij hen werd Tamalone gezien,met een verhaal en een beker in de hand.

De stad was gereed voor de feesten,edelen en kooplieden uit andere oordenhadden overal jets merkwaardigs to zien.De gondels in lichte kieuren geverfd warenvol uitheemsche drachten, er voer ook eenoostersch prins in zijn bark getroond metvele slavers aan de riemen. De huizen deraanzienlijken prijkten met tapijten van debalcons en banieren staken uit de vensters.

Net huffs van Maluse van Lune wasbijzonder prachtig, omdat daar een huwelijkzou wezen. Er hingen twee luchters van

Page 92: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

85

kunstig zilver en veel gekleurde glaasjesdie flonkerden of 't trossen van juweelenwaren, men kon ze buiten zien. En daar,op het kanaal, hielden de gondels evenstil, want boven de vergulde deur was eengroot wapenschild van meitakken gemaakt,boompjes die louter roode bloesems warenstonden aan de treden, en van de balconswapperden zacht in de zon ook nog tapijtenzoo zeldzaam en zoo rijk, dat zelfs Byzan-tijnsche kooplieden in verbazing keken,dan tot elkander spraken terwijl zij voorbijvoeren en eerbiedig bogen voor Tamalone,die aan de deur staande terug wuifde,aangenaam en zwierig.

Maluse zat voor het open raam to middender koffertjes en kostbaarheden, en als zijopzag naar den koepel aan de overzij, inde gouden lucht, gleed in haar oogen diehalf toe bleven een glansje van verwon-dering, zij glimlachte, zachtkens ademend,en wist niet wat zij voelde. En wanneerzij een wijl zoo gestaard had bemerkte zijdat haar glimlach heen was, maar zij wistniet waarom, — daarbuiten gingen dezelfdegeluiden van plassend water en zangerig-

Page 93: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

86

held, zij hoorde Tamalones stem, en eenvage vrouwengedachte die haast droevigmaakte, een gedachte aan de jeugd mis-schien of aan een ongeluk dat soms gebeurtwanneer de menschen het gelukkigst zijn,verzwond nog eer zij duidelijk was gewor-den. Dan op 't balcon tredend, geleundover het oranje en zwart tapijt, zag zijrond in de zon en hoorde Tamalonesstem, en ademde weer zachtkens door eendi ep geluk.

En hij had een vroolijken zin in diedagen van weelde, hij wist niet meer dathij een zwerveling was. Zijn oude gedach-ten, wanneer zij bijgeval in zijn herinne-ring rezen, waren hem vreemd: hij liepdan wel met wenkbrauwen opgetrokkenzonder de menschen to zien, maar zijnhart was onbewogen, en een bekend geluidvan het stadsvertier, een bootsmansroepof een groet door mannen gewisseld,maakte dra dat zijn gelaat weer glom ofhij lachte. Het bandeloos dolen als eenvreemde onder vreemden, met enkel deaarde en den hemel tot zijn bezit, waseen tijd van voorheen. Soms in den nacht

Page 94: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

87

voelde hij wel onverwacht een dreigendevrees en in zijn gemoed beefde het ofdaar tranen waren, hij wist wat dat beduidde,maar in den ochtend kon hij 't weer ver-geten. l n die dagen voor het huwelijkgedroeg Tamalone zich of hij voorgoedeen eerzaam burger was geworden, eneen heer van onderscheiding was hij, wanthij geleidde overal de gezanten der Pisaan-sche republiek die gekomen waren wegenshet verbond.

Eindelijk waren er zooveel vreemdendat men geen plaats meer vond in destadsherbergen noch in die der gilden.De paus had een afgezant gezonden, diehield bij den bisschop verblijf; van denkeizer was er ook een, die vertoefde aangindsche zijde van de Muntbrug, en demoorsche prins had bij een groot heerzijn kwartier.

Om vier uur des morgens op Hemel-vaartsdag begon de muziek op het Plein,en bij een oud wijsje ontwaakte de hertogRiniero Zen voor het huwelijk met de zee.Er liepen al menschen fangs de vaantjesen getimmerten, hun geluid Honk aardig

Page 95: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

88

in de morgenlucht. Dan werd het druk vanheen en weder geloop, want een andermuziekgezelschap met wat yolk vooropkwam uit de marktstraat, gevolgd doormonniken met den bisschop en den kar-dinaal, en deze traden de kerk in waar de.drie schatbewaarders tusschen de zuiltjesvan 't voorportaal knielden. Een derdemuziektroep verscheen, dat der hozen-makers in zwarte livreien met zilver door-weven, zij droegen enkel strijkstokken envedels en tripten licht als lijsters in denjongen dag. Het duurde niet lang of hetPlein wemelde in welluidend gewoel vanal de muzikanten der gilden in hun eigenkleuren bij elkaar.

En toen sloeg de klok. De groot-kapiteinen zijn oversten, zoo blinkend geharnastdat iedereen opzag, stapten uit het paleisen plaatsten zich ter wederzijden van denrooden standaard zwaar van goud en ge-steenten, de leeuw die er op was lichttevan de karbonkels, de standaarddrager,slank in 't wit, liep geheel zonder smuk.De admiraals kwamen uit de poort, deoude en de jonge, en de hertog met zijn

Page 96: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

89

gouden mantel en zijn staf en zijn ketens,al de muziek werd stil in het Nei n. Deoude admiraal voor den standaard tredendriep met groot geluid dat men overalhooren kon over het stemgedruisch : DSanMarco ! San Marco ! San Marco !" —hoeden en sluiers en doeken zwaaidenover de hoofden, in duizende stemmenherhaald en weer herhaald galmde de naamvan Sint Marcus Evangelist, in zijstraten,over kanalen ging het voort, de heck stadriep San Marco! — de klok dreunde heerlijkdaarover in de hoogte van den stralendenhemel.

En een ander geruisch van blijde ver-rassing voer over het Mein : als uit eenbron vi el een zwerm van witte knapenuit het kerkportaal, wel twee honderd,alien met blinkende vaten waar de geuruit walmde, in rijen begonnen zij to loopenen hieven hun koorzang aan, hun stemmenklonken zoo feeder in het gedaver dermenigte. En zij liepen het paleis voorbijnaar de haven, waar het goud en blauwwas en wazig van morgenhitte en waar defijne zeiltjes haast niet bewogen. De bis-

Page 97: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

90

schop kwam bij den standerd staan, ookde gezanten en Tamalone met de Pisanen,ook de kanselier, de raadsheeren, de edelen;onder den Hokketoren bleven de winezusters met haar ruikers in dubbele rijen,de monniken en het yolk daarachter, ende galerij van het paleis werd vol rijkevrouwen met bloote halzen, die zacht kirdenen murmelden naast elkaar. Achter deknapen volgden de muzikanten met degilden.

Eerst de timmerlieden. Zij waren ern-stige mannen, bruin en sterk, en droegenroode buizen, de hozen waren rood enwit gestreept; er scheen geen eind to komenaan die gelederen van gestreepte beenen,van wiegende pluimen op de mutsen, Lochzag men gezellen zonder hun meesters enmeesters haast zonder knechts. Toen kwa-men als ridders verkleed de barbiers enheelmeesters, dat waren er niet zoo veel,maar er werd luider gejuicht, ook de edelenriepen en wuifden. De glasblazers volgdenin helder groen met schitterende knoopenvan glas, hun speelmannen bliezen op kortefluiten ; ieder droeg een vogelkooitje en

Page 98: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

91

telkens stonden er omtrent twintig voorden hertog stil, die deden hun kooitjesopen zoodat de vogeltjes er uit vlogennaar alle richtingen heen en alle menschenlachten, de gezichten in 't zonlicht gehevenom ze na to zien. Toen kwamen de slach-ters in purper met gouden slingers aanhun armen. Er was gedurig opgetogenheiden de groote klok sloeg geregeld. Toende Jastdragers in paarse zijde, zij lachtenonder hun baarden en hadden ruikers inde handen die zij naar den standaard wier-pen, maar ook vele er over heen voor deschoone vrouwen in de galerij. Toen inhet wit de wevers, maar zij waren opverre na niet voltallig, men zeide datmenigeen Been feestkleederen bezat, endie medededen zagen er niet proper uit;er werd ook weinig gejuicht, de raads-heeren schouwden zwijgend toe en zagenelkander ernstig aan of zij het zelfde meen-den. Dan volgden de smeden, ook in ge-streepte kleedij, twee aan twee met bloem-slingers aan elkaar gebonden en toeterendop hoorns. Dan de steenhouwers, de snij-ders, de bontwerkers, de Hokkenisten, de

Page 99: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

92

pasteibakkers die zoetigheid strooiden ende visschers met rinkelbommen. Maar ver-scheidene ambachten liepen niet in denoptocht mee, van de looiers was er geenenkel man. Voor de notarissen en de wis-selaars die het laatst voorbijgingen schit-terend van kostbaarheden werd nauwelijksmeer geroepen, zij waren heeren en groettenhun verwanten onder de edelen met dehand of een knik.

En alle Idokken speelden.Dan werd de standaard naar de haven

gedragen, de hertog en de bisschop schre-den er achter met de aanzienlijken en denstoet van vrouwen. Daar was het ruimewater blank als een hemelspiegel en machtigblauw condom, het straalde er overal, en

claar was het gouden schip van de republiekmet de twee karmijnroode zeilen, tien-tallen van roode roeiers zaten op hettusschendek aan de vergulde riemen, bloe-men bengelden van de wimpels naar densteven en van den steven langs de boordennaar den achtersteven. Zoo veel gejubei,zoo hoog en zoo gedurig steeg er aan dekade, dat er voorzeker geen enkel man

Page 100: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

93

kon zijn daar in de zon en in de vreugdeder duizenden, die niet mederiep, terwijide Bucintoor, het geliefde schip van hunaller lieve stad, met fonkelende slagen derriemen en zachtgezwollen zeilen, met alde witte knapen op den plecht en al denrijkdom der rijken, verdubbeld in het watervoorbij voer, gevolgd door de nieuweoorlogsgalleien de een na de ander, om-geven door tallooze scheepkens en gondelsalom, die vlug gleden of het roeien geenmoeite ware met hun vrachten van bloemenen bazuinen. Geen boot, geen bark ofgallei bleef aan den wal gemeerd, wantieder vaartuig hoe klein 't ook was voervol zingende stedelingen in den glans deswaters achter andere vaartuigen naar hetoosten heen waar het zeefeest bruiste

Dat was een wonder geluid daar achterde eilanden in het gulden verschiet, vansuizen en gonzen, zinkend en zwellend,waar lichte klanken, juichen misschien ofhoogste muziek, somwijlen uit stegen ofer schateren was uit duizende mondjes.

De versierde stad was verlaten, de plein-ties hadden enkel zon en schaduw, men-

Page 101: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

94

schen gingen er niet. Een oude zat welergens aan een hock waar de zoelte speeldemet gebogen hoofd te luisteren of te soezen,eenzame wachters stapten aandachtig naardeuren en vensters ziende, een zuster vanbarmhartigheid in wit gewaad schreedgeruischloos fangs het kanaaltje om haarplicht te gaan doen bij de zieken. Dewoningen der menschen en het zonlicht,en een ver geruisch, dat was al.

Maar op het Sint-Janspleintje voor deherberg klonken luide stemmen dwaas indie stilte, als van spelers op een tooneeldat te groot is: bedelaars en een paarstadswachts lachten er in een groep tezamen, Seffe in het buis van zijn meesterdat te wijd was, met een moorsch zeemanter eene en een lichtekooi ter andere zijdegearmd, sprong in het rond met schorgeschreeuw van tiera-dondijne en hei-heisa!zij waren alle drie dronken. Een zag zwij-gend toe, een man met een kind op zijnarm te midden der opgewondenen diejoelend om hen heen zwaaiden, en hetkind was bang. Maar een der wachts naarvoren tredend greep Seffe vast en onder-

Page 102: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

95

vroeg den man met het kind, die zeide dathij Tamalone zocht.

oo Tamalone? o, Neer Tamalone!" riepende bedelaars onder elkaar en bedachtenhardop waar hij kon wezen. Ten 'estezouden zij den vreemde het huis van Fol.-core wijzen opdat hij daar wachten kon,want de herberg was gesloten. Een stads-dienaar en de bedelaars liepen voorop,gevolgd door den man met het kind, ende drie brassers arm in arm zingend metheete gezichten, achteraan liep de hondPolein, hijgend omdat zij to zwaar gingvan dracht — het was een zonderlingetocht in de leege straatjes, maar het werdweer stil als het tiera-heisa van Seffe enzijn makkers in een andere steeg verstierf.

ln de lage buurten waren wel menschen,oude vrouwen of een moeder met haarzuigend wicht; die kwamen aan de deur,hun stemmen klonken gerust.. ln de woningvan Folcore trad de vreemdeling binnen,en zette het kind op den vloer tusschende jongens. Het was Tamalones oudstekameraad, Simon die lang op hem gewachthad en nu van Pisa kwam gereisd, omdat

Page 103: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

96

hij niet met zijn broeder to zamen konblijven, want J osse was opnieuw getrouwdmet een kijfzieke vrouw. Het kind vanMevena had hij meegebracht, het knaapjekon al loopen als men hem vasthield endroeg geen doeken sneer. De jongenszaten stil op den vloer met hun stuiters enhoutjes, maar zij speeIden niet; de oudstevertelde dat er niemand kwam behalveTamalone en Teresa, van vader en moederwisten zij weinig, zij haalden hun schoudersop. En Simon wachtte den heelen dag.

Aan de haven krioelde 't weer lustig.De hertog had met zijn ring de zeeen inbezit genomen, de bisschop had het gewijdewater over de baren gesprenkeld en hetyolk er a] de bloemen over gestrooid,maar het fraaiste en wildste der vroolijk-heid moest in de stad nog gebeuren. Degouden boeg van de Bucintoor, doorontelbare bootjes met muziek omringd,voer langzaam terug over het gekabbel,haar roode zeilen kaatsten den felstengloed toen zij schuin naar den wal dreef.En in een oogenblik wemelde het daarvan geroep en groote gebaren.

Page 104: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

97

De standaard, de hertog en al de grootenverschenen in de zon op het Rein, soldatenstonden fangs de getimmerten en demenigte drong er om heen. Daar werdende spelen vertoond, van ridders op paarden,van jongelieden die met de vuisten kamptenen veel verscheidens meer; de luidste bijvalklonk bij den nieuwen dans met de hoedendoor meistreelen uitgevoerd: twintig warenals vrouwen in het wit verkleed en deandere twintig, in het blauw, wierpen elkan-der hun hoeden over de vrouwen toe,alien met de zelfde bewegingen en tradendan in andere figuren, zoo onverwacht enzoo keurig dat het yolk aldoor er naarwees met kreten hi er en daar.

I n den namiddag toen de hemel malscherblonk verspreidden zich de duizenden doorde stad, toen werd het voor wie eenzaamging een wonderlijk leven, omdat het feestveranderde voor ieder mensch naar zijneigen aard. I n de herbergen was geraasvan voetgetrappel, op de pleintjes danstenvrouwen in kringen, mannen tokkelden opsnaren of er blies er wet een op eengroote bazuin, de anderen lachten en riepen

7

Page 105: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

98

en schonken den wijn uit ronde kruiken ;broeders liepen daar glunder door heenen namen ook een dronk, kooplieden metpasteien of oesters in gekleurde schelpenzongen terwijl zij verkochten. Wie gevoe-liger neigingen had dwaalde door donkere.gangen, over bruggetjes waar het gladdewater de festoenen weerspiegelde in denparelglans des hemels, en langs schemerigekaden, groepjes neurieende meisjes metjongens er achter, of minnaars met huntweeen alleen.

Aan het kanaal scheen Licht door alleruiten, het was in de paleizen schitterenden druk, en buiten dreven de gondels nogin den weerschijn der avondzon. Bij Mal use,waar de Pisaansche gezanten met edel-vrouwen to zamen waren, wend gedanstin de zaal ; twee minnezangers zongen eenfransch rondeel, Tamalone, met een blosvan de wijnen, begon het refrein want hijkende het lied, de gasten neurieden hetdansend mee, en Mal use, in haar gewaadvol glanzende figuren, zat rustig met eenlach om haar lippen.

Toen het laat was zagen de gasten bij

Page 106: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

99

hun vertrek aan de deur staande een grootemaan in warmen koperen schijn boven deschepen, dampen krulden over het waterlangs de huizen waarachter het geroeze-moes klonk, en rechts in de verse bij deBrug gingen toortsen heen en weer.

In de donkere woonkamer nam Tamaloneafscheid van Mal use met innigen kus engestreel, zij zouden morgen trouwen. Hijbegeleidde de gezanten naar hun verblijfen liep dan fluitend naar de herberg.

Het was daar een wild gewarrel op hetpleintje: flambouwen stonden overal ofzwaaiden door de dansende mannen rond,de schijnsels schoten hoog in de duisternisover het loof der twee cypresses, de blankemaan scheen aan den anderen kant naasthet torentje. Muzikanten zaten in deopen ramen, iedereen huppelde of zwenkteof sprong, de vrouwen met rokken opge-bonden. En als Tamalone de deur naderde,drong er plots een troep om hem heenmet de armen omhoog en jolige kreten,de jongens droegen nieuwe kannen, eenlied wend aangeheven maar niet geeindigd,omdat iedereen nu buigend en knikkend

Page 107: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

100

danste rondom Tamalone. De waard gafter eere van het huwelijk morgen eendubbel vat voor wie maar drinken wilde,ook de stadswachts hielden bekers bij hunpieken vast terwijl zij keken.

En in het geraas herinnerde Tamalonezich dat de knapen di en dag alleen geweestwaren: zijn hoofd was verhit en hij vergatweer snel, maar ongemerkt sloop hij uithet rumoer een zijstraat in en schreed doorgangen waar bij een hoek de maan stralendverscheen. Hij dacht vroolijk en door dengloed van den wijn soms zeer helder aanMaluses lippen, haar weeke borst, hij tongsoms plots hardop het referein van 't oudrondeel dat zijn stem tot verre weerklonken feestgangers die in de lichte schaduwhuiswaarts keerden hem toeriepen of ookto zingen begonnen.

n de straat van Folcore was het lich-ter van de maan, er lag een streep scha-duw fangs de huisjes. Hij schrok en zweeg,want ginds zag hij een man aan de deur,en dichter bij gekomen bleef hij staan.De man droeg iets in zijn arm, gewikkeldin een lichten doek die neerhing.

Page 108: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

101

En toen hij zijn naam hoorde in eenbekende stem, trad Tamalone enkele schre-den nader, de hemel boven hem was hoog,hij hoorde een ouden toon in zijn hartdien hij zich niet herinneren kon. Opeenszeide hij, eenvoudig vragend: DSimon?"— maar hij voelde zich zoo vreemd in defeestkleedij. En met den arm dien hij vrijhad omhelsde Simon hem, kuste zijn beidewangen en begon zacht to spreken. Toenvoelde Tamalone jets bewegen onder dendoek. Hij antwoordde niets. Zij gingenbinnen, bij de kaars toonde Simon hetgezicht van Martijntje en lei dan hetslapend kind in het bed bij de anderenneer. Naast elkaar gezeten aan den wand,met het licht in het midden, verteide hijfluisterend wat er al in Pisa gebeurd was,een uitvoerig verhaal want hij was hartelijkaangedaan, en vroeg ten leste hoe voorzijn vriend de tijd gegaan was. Tamalonezag hem aan, nam de kaars en stond ermee bij het bed gebogen een heelen tijd.Hij keek soms in de vlam en tuurde weernaar het knaapje, Simon fluisterde iets.

voor het venster hoorden zij geritsel en

Page 109: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

102

verwijderende schreden, daarna, even maar,muziek en jubelen in de stad. Toen werdhet stil, tot Simon weer zachtkens vragendeed, maar Tamalone antwoordde niet,hij wist niets, en stond of hij luisterde.

Page 110: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Over het vasteland ginas stond de maannog in haar glans, langs den ganschenoosterhemel blonken al wolkjes in de ont-bloeiende kleuren des dageraads, Coen hijvoorzichtig de deur achter zich toedoendeSimon en de slapende kinderen verliet.Hij liep alleen in het straatje, alleen opde noorderkade aan het buitenwater, erwas geen enkel wezen in den nieuwen dagdie over de wereld begon. En voortgaandezag Tamalone in beschroomde verwachtingnaar voren en rondom, en stond in eenenstil met zijn oogen toe, hij voelde klaaren zeker wat het was: hij werd gedurigaangezien door oogen die hij nooit ontmoethad en nochtans kende of 't zijn eigenwaren. Hij proefde de vochtige morgen-

103

Page 111: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

104

lucht die hij ademde, hij wist dat de wer-kelijkheid waar de menschen in leven ver-schilde van wat hij dien nacht ervaren had,en dat de ontroering van aangezien teworden door iemand die er niet was uitde droomen komt. Hij zag omhoog, west-waarts naar de gouden maan en naar denanderen kant waar de ochtend aanving testralen, de &or van zon en maan tezamen, vervloeiend in schaduwen van ietsdat vaag verstierf, de stilte van de wereld,van stad en water en hemel, deed hemdenken aan een nacht toen hij op een bergzat met een oostersch krijgsman en wat dieverhaalde van planeten en de men-schelijke ziel. Een poos stond hij zoo,onaangedaan in vluchtige herinnering, zin-nend hoe het geweest was in dien langgeleden tijd — zij was daar, een vrouw,en het bergland was onmetelijk, en eenSaraceen, een hoofdman die de starrenkende, sprak van een eeuwig geheim. ln zijnhart kwam veel duisternis, maar de gedach-ten ontwaakten en toen schreed hij voort,waar de menschen waren wilde hij niet zijn.

Hij ging de laatste woningen der ar-

Page 112: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

105

men voorbij, over vlonders en door eendampig weiland tot aan de houten herbergmet een steiger er langs waar de schippersvan het wasteland komen, de vogeltjestjilpten daar in het riet en het blauwewater was er al glanzend bewogen. Barkenlagen aan de paaltjes gebonden en in eener van ontwaarde hij, in elkanders armen,twee bleeke slapende mannen. De een waseen donkey zeeman en de ander Seffe diehet buis met de loovertjes aan had. Tama-lone glimlachte, keerde zijn gelaat naar destad onder de tintelende lucht en herin-nerde zich het huis waar het huwelijk zouzijn -- de glimlach bleef om zijn lippen,want hij voelde niet anders dan dat het inlang niet zoo stil was geweest.

Maar eensklaps sprong hij neder in deboot, zoo krachtig dat het water door deschommeling tegen de boorden plonsteen de twee slapers ontwakend recht opzaten met open monden. Toen lachte hijen beval hun hem naar 't land to varen.De zeeman knikte en Seffe keek gapendrond, en zittend op den plecht roeidenzij, traag en onhandig, want zij waren

Page 113: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

106

vermoeid van het brassen des vorigen daags.Tamalone sloeg hen gade zoo lang de vaartduurde, de zon werd allengs warm. Entoen zij de moerassen bereikten waar de bootin den drassigen oever stiet en de riemenbinnenhaalden, bromde de zeeman die rechtwakker werd en rond zag, in zijn eigentaal woorden van verbazing terwijl hij zichhet hoofd afveegde, en sprong aan landwaar hij zich op zijn armen neerlei omzijn roes uit te slapen. Maar Seffe zagloom zijn meester aan en eveneens aanwal stappend trad hij met dommelendhoofd naast hem mede in het zonlicht datoveral schitterend scheen over de vlaktevan plassen en bloeiende halmen van rusch.

Dien ganschen ochtend liepen zij zonderte spreken. Maar toen zij op de drogegronden gekomen een wijle rustten aaneen wilgeboom, vroeg eindelijk de jongendie aan de feesten dacht, aan het vermaakdat hij missen zou, waarheen zij gingenen of 't ver zou wezen. Tamalone ant-.woordde bondig dat hij morgen terug konkeeren, hij bleefvoor zich zien met gefronstewenkbrauwen en merkte de blikken van

Page 114: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

107

den jongen niet. Zij stonden op, het wasomtrent het laatste morgenuur, de warmelucht geurde van 't bloeiend kruid alom.

En zij vervolgden hun tocht weer zonderspreken, de een moeilijk, met neergeslagenoogen schuw en ontevreden, de anderstarend naar den gezichteinder in velerleigedachten verwonderd of verheugd, tot zijeindelijk in 't Padovaansch gebied eengehucht bereikten waar Tamalone iemandden weg vroeg. Zij moesten een smallenboomgaard door, de takken hingen nedervan de vruchten, en aan het einde stondeen landmanswoning met een populier ervoor. Het deurtje ging open, Folcore inzijn lederen buis kwam haastig over hetgras en greep Tamalones arm.

Dls er onheil ?" vroeg hij, zijn gelaat wasmager en donker van de zorg, zijn baardscheen ]anger dan voorheen.

Tamalone hief zijn hand om hem gerustte stellen, Seffe liet zich in de schaduwnedervallen, en de vrienden traden de kamerin. Daar waren de vier anderen die in denwinter met den meester vluchtten; een zatop den vloer een vogelnet te strikken,

Page 115: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

o8

drie hielden gereedschap in de handen, zijwaren bezig geweest. Het was er koel,voor het venster stonden in rijen de boom--pjes met hun schaduwen en Seffe sliep daar.

En nadat Tamalone gelaafd en gespijzigdwas en de mannen, met hun heldere oogen,zich tot luisteren hadden gezet, verhaaldehij in weemoedigen ernst al wat in winteren voorjaar gebeurd was: van de nooddruften wat er broeide, van de waakzaamheidder heeren en hun verspieders, — en dieluisterden deden dikwerf vragen —, vande ontspanning eindelijk, de vreugde ende feesten. Bij het bericht dat sommigender getrouwen meenden dat morden,zoodra de vloot in zee was, de volgersvan heer Candian in oproer zouden komen,vloekten en morden die vijf onder elkaar,want zij vertrouwden heer Candian niet,zij wisten dat hij niet voor het mindervolkzou strijden. Dan begonnen zij te wikkenen beraadslagen, voorzichtig met weinigwoorden, zooals broeders doen die elkanderal van der jonkheid kennen, en zij wistendra dat de tijd was gekomen om naar destad te gaan tot den strijd. Als Tamalone

Page 116: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 09

hun besluit vernam trad hij buiten ontSeffe te roepen, maar die was gevlucht.

D En waarom is de jongen mee gekomen ?"vroeg Folcore.

D 1 k Wilde hem een boodschap gevenvoor mijn vriend die bij de kinderen is,en voor Meron oseph, want ik ga naarToscane."

De mannen zagen hem aan.DBlijft ge niet bij ons ? gaat gij niet mee?"

vroeg er een.D 1 k ga naar Toscane," zeide hij weer.

Folcore komt terug, gij kunt nu buiten mij."Een ander man haalde de schouders op,

maar Tamaione voor hen staande bij deboompjes, vervolgde :

DZiet vrienden, ik heb niet goed gedaan,ik heb u bedrogen door u niet te zeggendat ik een oneerzaam man ben zonderberoep, zonder geloof of vaderland, gij ende anderen hebt mij dat doen vergetenvan den dag Coen ik kwam. Het is beterdat ik naar Toscane reis."

Hij had een blos, omdat hij bij hetspreken eerst duidelijk besefte dat hij naargeen ander oord dan Toscane verlangde

Page 117: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1 0

en omdat het hem zoo goed klonk tezeggen wat hij dacht. De mannen zagende een den ander aan, en het was de smidweer die vroeg:

»Wat hebt gij misdaan dat ge geenvaderland hebt ?"

Toen wist hij geen antwoord.»Misdaan ?" vroeg hij, en keek in 't

groene loover. En ofschoon hij een dingvoor zich zelf behouden moest, ofschoonhij niet vermoedde wat het wezen kon dathij zoo lang verzwegen had en toch zoogaarne zeggen zou, begon hij, na eenigaarzelen terwijl zij wachtten, openhartigte vertellen dat hij een ketter was, hoehij gelasterd had en zorgeloos geleefd, —hij zou de rechte woorden wel gevondenhebben, maar zij lachten en onderbrakenhem met spot, een sprak van donkeretijden, van onnoozelen die den ondergangder wereld vreesden, van domme klerken.

Dan sprak de meester. En zij hoordendat hij Tamalone hun aller trouwen vriendnoemde op wien zij zeker hadden ver-trouwd nu de strijd voor hen alien aanzou gaan, dien zij nochtans niet tegen

Page 118: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

11 1

mochten houden zoo hij voor zijn gewetenanders moest. Maar — de meester noemdehem ook zijn eigen besten vriend hijmeende dat Tamalone om een andere redende stad verlaten wilde, en toen hij, dichterbij hem staande, hem streng en dringendaankeek en hem vroeg tot zijn eigen bestvooral trouw aan zijn woord en aan zichzelf to zijn, toen voelde Tamalone, metrood gelaat, weer of 't lang geleden wasen zijn vader bij hem stond — het waseen oud, week gevoel van nietigheid enliefde beiden, zijn hart wend vol weemoedigblij begeeren zooals zij wel kennen die in,een groote stad geheel alleen zijn. En watFolcore verder zeide verstond hij niet, hijbegreep op eens dat hij onwillens, doorhet dwalen van zijn gedachten, iemand bijnaeen schrikkelijk kwaad had gedaan, eenvrouw die hem haar geluk had toever-trouwd. Hij vergat hoe de dag stiller wasgeweest dan hij in lang had beleefd, entoen de meester zweeg, vroeg hij metongeduldigen hoofdknik, zijn geluid Honkfrisch.

»Wanneer komt gij?"

Page 119: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1 2

DMorgen vroeg," zeide Folcore en lachte.Dan drentelden zij tevreden over het

gras heen en weder, pratend met goedehoop, tot de hemel verkleurde en Tamalonevertrok.

Hij liep makkelijk en opgeruimd overden weg en hij lachte soms in zich zelf,omdat hij zich, ondanks zijn zucht naarhet land waar Simon met het kind vandaanwas gekomen, moedig voelde, trouw aanzijn woord te zijn : een zwerver zondereer of vaderland, zelfs zonder God mis-schien, die voor 't eerst van zijn leveneen plicht ging vervullen jegens een mensch,een vrouw, niet omdat hij haar lief had,maar omdat hij geen kwaad wilde doen,zooals hij eertijds deed in 't vrije leven.En argeloos verzon hij wat hij haar zeggenzou om vergeving te vragen dat hij dienochtend niet gekomen was, zij zoudenmorgen trouwen, slechts een dag later.Dit waren zijn gedachten, doch wat inder-daad de vlugheid in zijn bleed bracht enhem fiksch deed stappen waren de gedach-ten noch het plichtsbesef, het was deluchtige eenzaamheid waarin hij eindelijk

Page 120: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1 3

weer het gemurmel hoorde van zijn hart,en het ruime land en de vrijheid van toloopen als weleer.

Maar Coen de schemer dichter wasgeworden en de blozende maan weer overhet duister der boomen Tees, herinnerdehij zich den ochtend en de verwonderingdie hem bevangen had; hij voelde de stilteweer waarmee de dag begonnen was, debron waar de ongeslaakte zuchten zijnwerd voller, de weemoed trilde, en metzijn ooren de tierigheid der zomerkrekelsin de velden hoorend en met zijn oogenden landweg en de heesters ziende, wijkendin den zilveren schemer, dacht hij of dewaarheid, de troost, het eenige waaromeen mensch kon schreien, hem niet naderdan ooit was geweest .. .

Maar de dag was voorbij, de tijd voorhopen al lang vergaan.

Hij liep voort in het duister uren ach-tereen, terug naar de stad en de menschen,naar eene die hij niet lief had.

En de vol gende dag werd een der zwaarstevan zijn leven.

8

Page 121: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

n den ochtendstond liepen al mannenen vrouwen met de kinderen aan de handlangs de haven waar zeelieden op de galleienblootsvoets bezig waren, sjorrend aan tou-wen met geroep overboord of groote tonnenwater dragend; het windje woei geurig vanhet pek, aan den wal begonnen de muzi-kanten al weer vroolijk met elkander muziekte maken. Het was daar een verward, maaringehouden vriendelijk gezwatel van men-.schen die lachten uit een overvol gemoed,en het scheen wel zoo in de heele stadte wezen, want die er aan kwamen op dekade brachten een eender geluid mee vangoedmoedigheid, en hoop, en broederschap.De hemel was licht verguld, de havenHonk in frissche pracht.

114

Page 122: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1 5

En heel in de vroegte had TamaloneMeron j oseph en broeder Lorens gevon-den, hij liep daar tusschen hen beidenmet drukke beweging en zeer veel woorden,herhaald en weer herhiald om duidelijkto verklaren waarom hij op den trouwdagniet gekomen was. oseph zag zwijgendrond met zijn baard recht vooruit, debroeder mompelde bij wijlen jets ten ant-woord, hoofdschuddend want hij was zeerontdaan, hij had leed gezien van schep-selen die hem dierbaar waren : heer Lunein vreeselijken toorn, daarna den ganschennacht in droef gebed, de zustertjes metbetraande oogen. Omtrent Mal use wisthij niets, hij schudde weer zijn hoofd enprevelde meewarig. En toen hij over haargesproken had liepen zij drieen zwijgendin het gewoel. Op den hoogen spiegelvan het admiraalsschip, rijk met zijn stand-aard in 't midden van de haven, speeldende hoboos en matrozen zongen een grappiglied. Eensklaps stilstaande zeide Tamaionewel beraden :

k moet haar zien. 't l s dwaasheid vanheer Lune."

Page 123: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1 6

J oseph knikte en de monnik, blijder kleu-rend, voerde hem dadelijk mee aan den arm.

De bisschop zat met gevouwen handenvoor een gebedenboek op een 1 ezenaar ensloeg toen Tamalone naderde zijn oogenrustig op. Er was niemand anders in dezaal, de vensters stonden open voor delauwe morgenzon. Tamalone zeide op luch-tigen, vergoelijkenden toon, soms vragen-derwijs herhalend, waarom hij op den dagvan 't huwelijk op reis was gegaan, maarde ware reden verzweeg hij en ook vanFolcore sprak hij niet ; hij wist niet wathij misdaan had en Mal use zou hem gewisvergeven. Hij vroeg waar zij was omdathij met haar spreken wilde en wachtte opantwoord. Maar heer Lune bleef hem metgevouwen handen aanzien.

En wachtend in de stilte der zilverenzaal, — er was buiten wat dartel roepenhoorbaar — beving hem onder den blikdier oogen de vrees die hij zoo vaak hadgevoeld voor groote heeren, het was deellendige gewaarwording die hij van dejeugd al kende, dat hij vervolgd werd zon-der jets misdaan to hebben.

Page 124: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 1 7

En in de flonkering der luchters enspiegels ontwaarde hij achter zich eendienaar gebogen staande, twee schouts vanhet gerecht traden met hun pieken eer-biedig in de deur. Hij keek naar heerLune en vroeg weer, maar de bisschopzag hem slechts aan. De schouts naar vorenkomende zeide jets dat hem betrof, heerLune knikte.

En hij liep mede met vragend gezicht,en zich omwendend bij de deur zag hijhoe de bisschop zijn oogen neersloeg omto lezen in het gebedenboek, aan het eindevan den marmeren hof onder de bladerenzat broeder Lorens over zijn bidsnoergebogen en bemerkte hem evenmin. Tama-lone begreep niets, de menschen lekenzinneloos.

Maar in de binnenplaats der gevangeniswaar hij tusschen donkere muren met hetblauw daarboven aan den ring gebondenstond, voelde hij zich weer de zwervervan vroeger tijden die listig moest zijn, enhij lachte even. Er was iets dat hem ver-licht deed ademen, hij had met de .stadgedaan. Al stond hij hier gebonden, er

Page 125: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

18

zou nu weer echte vrijheid zijn Tegen-over hem in de kille plaats loerden achtereen hek drie anderen met donkere oogen,hoog over de muren waar de hemel blonkging vaag geluid van burgers aan de haven,of er vroolijke lieden speel den, schalmeienklonken er ook en belletjes en een fluit.

En terwijl hij bedacht waarom hij tochgevangen mocht zijn, schrok hij en hoordeuit het zwarte poortje achter zich eenontzettenden kreet, dan kreunen, diep enlang, uit een warme mensthenborst; danweer een kreet, en kreunen langgerekt ofde dood er kwam — twee menschen inangst en pijn kermden om het leven. Dedrie achter het hek drukten hun wangentegen de spijlen met oogen opgesperd.Tamalone zag een verbeelding van watgeboomte in een landschap, maar het zon-derling beeld verzwond, omdat hij luisterenmoest naar het voortdurend erbarmelijkgesteun, en met zijn oogen zoo groot alsdie der gevangenen tegenover hem zonhij, wringend, trekkend aan zijn bandenhoe hij weg kon komen, de banden kneidenal to vast. In de blauwe Jucht gonsde zacht

Page 126: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 19

geruisch van stemmen. Maar toen eindelijkhet kermen verstierf vergat hij waar hijwas en wat hem dreigde, hij merkte dekoelte, zijn hoofd wend frisch zooals hetsoms vroeger was geweest. Hij luisterdenaar het geluid in de hoogte, het was ofhij zijn naam hoorde of misschien een zuchtdi chtbij.

Daarbuiten bij de schepen in blankenochtendglans wemelde het van vele men-schen, van vaders met hun kleinste kinde-ren op de schouders, van kameraden Juid-ruchtig te zamen in roode, gele, blauwekleederen van velerlei fatsoen, van vrouwenaan den hals van heur minnaars of zijalleen waren in die hartelijke drukte, enbanieren wapperden op het water datoveral rimpelde. Barken waaruit bijgevalreeds even een bazuin klonk dreven lang-zaam het vlaggeschip rond en zeer velebootjes voeren heen en weder. Waar zijaanlegden nabij het paleis stonden de so]-daten in rangen, de kardinaal moest daarkomen om de v]oot te zegenen, dan zoudende gilden beurt voor beurt hun schoonstelied nog blazen.

Page 127: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 20

Maar het wachten duurde den ganschennoen en bij enkele groepjes in de fellerezon werd het al minder druk; mannenstonden dicht bij elkaar en drentelden pra-tend heen, een hoek om in de schaduwder straat. Anderen die aankwamen liepenlangzaam met vragende gezichten en spra-ken bedaard. Er werd gezegd dat de vlooteerst morgen ging. En onverwachts ont-stond er verwarring op de kade, de krijgs-lieden traden in de richting van het Plein,het yolk drong er ook heen, met geroepen jolen achteraan.

Tamalone was niet lang in de gevangenisgebleven. De rechters in de zwarte zaalhadden hem toegesproken, zeggend dathij een verrader der stad was, maar dathij door de bede van den bisschop genadehad gekregen. En zij hadden bevolen dathij voor het vallen van den avond de stadmoest verlaten. Toen was hij, verwonderdtwat er gebeurd kon wezen, naar buitengel ei d.

Daar zag hij oseph wachten wien hijalles vertelde. En Coen zij de marktstraatin sloegen kwamen zij Seffe tegen, ellendig

Page 128: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 2 1

krank, met den arideren arm, den rechter,in een doek gewikkeld, er was Hoed opzijn ampele kleederen, zijn oogen glommenzoo alsof hij ziek was. Eerst kon hij nietspreken omdat hij zijn meester ziendeschreide met afgewend gelaat, twee vrou-wen stonden meewarig to kijken. Hijdroogde zijn wangen niet. Onduidelijk,door snikjes afgebroken, vertelde hij dathij van den vorigen avond toen hij terug-kwam in den kerker gefolterd was, omdatde rechters alles van hem wilden hooren,altemaal dingen die hij niet wist, omtrentFolcore en mannen die hij niet kende, —ook zijn rechterhand was hij nu kwijt, hijzag hulpeloos naar het windsel, en opden grond stampend schold en vloekte hijFolcore, zijn meester, iedereen, hij Wildegeen antwoord meer geven, maar liep driftigdoor de omstanders heen, vloekend metbetraand gelaat en jammerend: DMijnhand, hoe kan ik nu eten, ach mijn armehand!" Die hem nazagen fronsten de wenk-brauwen en vroegen Tamal one wat dejongen gedaan had, maar die wist het niet.En er ging veel vragen en gissen van den

Page 129: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

122

een tot den ander in het straatje, de naamvan Folcore wend genoemd, en mompelendliepen de menschen voort, de vrouwenhun kinderen dragend, de mannen er achter.

Op het Plein schalden de trompetten,daar scheen de zon. De muzikanten inverschillende troepen riepen hun vroo-lijkheid door de menigte en bliezen dan,omdat zij niet wachten konden tot denmorgen, de nieuwe wijzen die zij geleerdhadden, hun oogen glommen onder hetblazen en menig hupsch vrouwtje tripteer Licht over de steenen klaar voor eendans. Voor de paleispoort stonden aan-zienlijken in goudlaken en purper en zijde,Tamalone herkende er enkelen en zag ookden bisschop die er bij was met zijn baarden zijn gulden mijter. Maar het middaguurklonk van den toren, hij had Been tijd toverliezen en liep voort.

En nadat hij met Joseph had beraad-slaagd hoe zij wachten zouden tot Folcoreverscheen, en hoe zij wanneer er onraaddreigde met Simon in het schip zoudenvluchten, nam hij afscheid en ging naarhet huis aan het kanaal.

Page 130: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 23

Verde en Zilia de zusters stonden inhun Witte gewaden gearmd aan de deur.Zij schrikten, maar schenen verheugd; enhij groette en liep door en trad de woon-kamer in.

Daar zat Mal use in het licht van hetvenster, de bond lag er ook. Zij stondop en kwam dicht bij hem. Hij zag haaroogen bijzonder zacht van blijdschap enhaar aanziende wist hij niet wat hij tezeggen had. Maar hij nam haar hand enbegreep op eens hoe hij haar misleid haddoor haar te kussen en zijn lief te noemen,zijn gelaat werd rood van schaamte. Hijstond onbeweeglijk. Zoo bleven zij eenpoos hand in hand, zij tot hem opziendeterwijl haar lippen soms even trilden. Hijwist dat hij eerlijk moest spreken, maarhij durfde niet omdat hij zag wat zij hoopte.Toen weifelde hij of hij haar liever weerzou misleiden dan haar het groote leed aante doen. Maar — als zij zich eindelijk tothem overboog, wendde hij zijn hoofd ofnaar het zonlicht in het venster en zeidezacht dat zij niet trouwen moesten, dat hijslechts doen kon wat in zijn aard was.

Page 131: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 24

Toen naderde zij en snikte aan zijn borst.Dat duurde niet lang, het wend weer stilin de kamer. En terwijl hij zoo met droefgelaat naar buiten zag trok zij zelve haarhand uit de zijne terug en vouwde devingers te zamen. Zij zeide niets, zij stondzeer stil. Toen wist Tamalone dat dezevrouw die hem beminde zooals hem nooiteen bemind had, haar hoop had opgegeven.

DMaluse," zeide hij met innige bedoeling,en voelde zich een dwaas.

Hij was gekomen om zijn hart uit tespreken, om al zijn lang verzwegen ellendete vertellen aan haar die hem lief had, omvergiffenis te vragen vooral, en nu zag zijhem zoo zachtmoedig aan, zoo liefderijken zoo klaar, dat hij dit slechts voelde: alseen dwaas stond hij hier in de kleedij dievoor 't huwelijk was gemaakt, geen woordkon hij bedenken en wist niet wat te doen.Zij zeide iets dat als vaarwel Honk invloeiend geluid, maar hij verstond het niet,haar oogen had zij neergeslagen. Hijbegreep dat hij niet dralen mocht en gingheen, maar onder het gaan dacht hij dathij haar nochtans niet voor het laatst had

Page 132: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 2S

gezien. Toen hij weg was hi of Mal usehaar hoofd, staarde in den klaren dag enbedekte haar oogen met beide handen.

Overal in de straten was het woeligvan mannen to zamen geschoold, de vrou-wen bleven bij elkaar met de kinderen,ernstig en bedrukt zooals zij in tijden vanberoering of naderend onheil zijn. Op hetSint Janspleintje wend Tamalone luid-ruchtig omringd door lieden van de werf,zij ondervroegen hem, hun gezichten warendonkey van verborgen hartstocht. Daarstond Rosse ook bij en de breede Ben-.trame met zijn glimlach en de armengekruist, en heer Beconio, jong en geest-driftig, die het luidste riep. Uit alle venstersder woningen rondom Jeunden menschennaar beneden. En in het verward doorelkander roepen, het vragen en schreeuwen,waren er die voor zeker beweerden, datde lieden van heer Candian wachtten ophet woord, voor het oproer gewapend.Anderen zeiden dat in het zuiderkwartierde wevers en de looiers al vochten, maardat waren gewis de volgers van heer Can-dian niet, — het Plein heette vol krijgs-

Page 133: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 26

yolk te staan. En plots, zonderling snel,diep ontroerend voer als een schok vanmond tot mond het bericht dat Folcore enzijn vrienden er waren, Tamalone had hetgezegd. De stemmen klonken hooger, demannen zwaaiden hun gespierde handenen riepen Sinte Maria, uit de venstertjeswerd gegild. Van de Muntbrug, uit dezijstraten snelden anderen aan, in het ver-bijsterend geraas klonk o Folcore, Folcore !"bovenal. En steeds meer kwamen er, opge-wonden, bezweet van het loopen in dehitte des middags. En er werd geschreeuwddat Folcore gevangen was, Folcore gevan-gen door het verraad van Seffe den dief!Folcore gedood!

In de wilde verwarring stond een felgelaat boven de woedende mannenhoofdenverheven, een scharlaken figuur te middender uitgestrekte armen, Tamalone metgebalde vuist omhoog, — en ginder reesnog een man, en nog een met lichtendstaal, het pleintje weergalmde van woe-dende geestdrift, boven uit de vensters derhuisjes gilden de vrouwen.

Page 134: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

En dit was een der zwaarste dagen vanzijn I even.

Aan alle zijden raasde 't rumoer. Dooralle straten en stegen snelden mannen metgroote schreden in een zelfde richting,voortvarend of plotseling een fang ver-wacht sein was gehoord, de krachtige kretenklonken gelijk en diep van begeerte. Zooalswanneer de harten van het beste des men-schen vol zijn, de gloed van hart tot hartslaat, zoo was de gloed van man tot mangeslagen die langen tijd onbegrepen, rede-loos, zijn beste natuur had verborgen. Defeesten, de schoonheid des zomers warenvergeten, een naam had hen bezield, in hun sierige kleederen, ongewapend, dron-gen zij voort schouder aan schouder om

127

Page 135: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 28

daden van vrijheid te doen met hun kracht.En op het Plein werd het een schrik-

kelijke strijd. De volgers van Candian ende andere edelen, met de zwarte strikken,weerden zich tegen de soldaten rondomen zwaaiden hun bijlen. Aan de hoekender straatjes bliezen trompetters om hungildebroeders samen te roepen. Van denkant der haven drong de menigte onstui-mig aan op het paleis, de piekeniers ende stadswachts met hun blinkende helmenweken ruggelings achteruit, en toen opeenszware steenen omhoog werden geslingerdnaar het venster waar de hertog fluks ver-dween, haastten zij zich binnen de poortonder wilder geschreeuw.

Het werd een zware dag voor velen inde stad.

De noodklok in den toren Juidde, Juiddein wanhopige maat, de heerlijke zon scheenhoog uit den hemel over de pracht derkerk en haar stralende koepels, over decypressen daarginds, over het wijde Plein,en daar krioelden duizende mannen dichtte zamen in woedend geraas, — geraasals van een vervaarlijken brand, niets dan

Page 136: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 29

geraas, zoo ontzaggelijk, zoo dolzinnig datniemand meer dacht en niemand wist water gebeurde in 't heet gedrang waar iedereenvocht. En steeds meer kwamen uit destraten in 't licht. En in alle borsten klopteeen hevig hart.

Het worstel end, schreeuwend gewoelmet flitsen en lichten van staal overal stuwdegeweldig op tot de kerk, tot het paleis,en keerde door stekende, houwende sol-daten gedreven sneller terug naar den kantder boomen, en de lucht werd fel van dekreten al s van di eren in nood, van het hoonenen van den moordlust. De klok in den torenjammerde dol in al die jammerlijkheid.

En waar met woeste vuisten de mannenweer voorwaarts vochten in di en brandvan het beste der manlijkheid, daar vielende zwaarden geregeld en de weerloozenvielen in de benauwdheid neer.

Maar de middag verzwond, de hemelverbleekte.

En waar het Plein leeg werd vooreen wiji vloeide het lieve bloed in hetzonlicht op de steenen, de voetsporen,waren er rood. Mannen lagen op de borst,

9

Page 137: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 30

op den rug, met armen wijd uiteen, metmonden open van de laatste pijn.

Fen ramp, dat was een ramp. Z66 veleburgers stierven op het Plein van hunstad midden in den strijd hunner vrienden.Daar lag een jong edelman fijn en wit inden dood. De groote Bentrame lag daaren riep den heiligsten naam en lachte nogeven naar boven. Tamalone zat daar bijden hoek met bloedend gelaat en zag rondnaar de trappelende beenen. En hij voeldede liefde tot de menigte der menschen, enhij beefde in zijn hart en kon niet meerzien van de tranen.

Maar Coen de rappe zeesoldaten metkorte treffende slagen der zwaarden haddenaangevallen was het gedrang zonder ver-weer in de schaduw der straten verdwenen.De dooden lagen eenzaam. Voor de kerkwas het weer ruim en zoel van hetwindje, de koepels blonken, de toren reeshoog in den blanken hemel. Daar klonkeen klaroen van den trans, het lichaam vaneen edelman viel van boven naar benedengeslingerd to pletter op den grond — dekrijgslieden die er zaten schenen verbaasd,

Page 138: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 3 1

maar lachten weer en bekeken hun wonden.De noodklok sloeg niet meer. Voor deningang der marktstraat en nabij de havenhanteerden de soldaten den ganschen na-middag hun wapens nog in herhaald scher-mutselen ; maar edelen, raadsheeren, gees-telijken liepen in het late zonlicht weernaast elkaar, rondschouwend, bevelend metkalme gebaren. Op het Plein, bij het paleisen de kerk, was het veilig Coen de eersteavondkoelte van den zeekant gewaaid inde banieren van Sint Marcus speelde.

Doch elders in de stad, in de stegenen duistere hofjes, ging het geraas vanhartstochtelijke mannen dicht tusschen dehuizen voort. Dat klonk vreemd onderhet kleppen der avondklokjes. De spierenstonden hard, de vuisten waren klaar. I nden schemer waar men niet duidelijk zienkon — de kerspeldienaars ontstaken delampen in de nissen der heiligen nietwerd menige langgedragen wrok met mes-sen uitgevochten bij het gillen van wan-hopige vrouwen. Dan onverwachts drongeen woedende bende schreeuwend weernaar het Plein. En menig man die terug

Page 139: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

132

kwam geloopen van waar zooveel Hoedlag, waar zooveel slagen waren gevallen,die in de onzekerheid van den verviietendendag aan den hemel niet meer wist wat rechtof onrecht was, twistte met zijn bestenkameraad, worstelde en vi el, en voelde bloedaan zijn handen. Uit de huizen, uit poortjesen binnenplaatsen Honken kreten. Enkinderen jammerden, en menige vrouwwend met groote vuisten geslagen.

Dat was een zware dag.Maar van de torens der kerken tinkten

de klokjes in den lichtioozen hemel omdatde dag ten einde ging.

Tamalone dwaalde en wist niet waarhij liep.

In de woning van Folcore kwamen dekinderen met Simon verschrikt door hetbloed op zijn gelaat rondom hem staan,J oseph die gewacht had drukte hem inzijn armen. De oudste hielp om hem ofto wasschen, de buurvrouw trad luidruchtigbinnen, en boven den bak met het watervan zijn wangen vloeiend fluisterde hijhaar en zijn vrienden toe wat iedereenomtrent den meester zeide. Vrouw Teresa

Page 140: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

133

hield haar doek voor de oogen, de kleinenzagen toe hoe Tamalone bij de lamp ge-reinigd werd, zij zwegen ook omdat er inhun huis nooit zooveel menschen waren.En terwijl hij zich droogde sprak hij tothen alleen zijn stem klonk week enzwaar zeggend dat Teresa bij hen zoublijven omdat hun vader nog niet terugkwam, hij zelf moest met Simon en hetander kind di en avond weg in het schip.Aileen de gebrekkige, die de jongste was,begon te krijten met de armen naar hemuitgestrekt. Toen liep hij inderhaast dedeur uit, Joseph volgde hem.

Buiten waar de avond weer blank werdvan maanlicht gingen zij zonder te spreken.Net geluid der burgers klonk ruw enzwaar langs de huizen, van twisten envloeken, en klagend soms van pijn. Zijbleven niet staan en zeiden niets. Maarin het gedrang der drukkere buurten waarzij nauwelijks konden zien, zeide osephdat zij naar de haven moesten gaan. Tama-lone, zijn hoofd heffend, antwoordde dathij Polein zocht, de hond kon zich zelfniet redden omdat hij zoo zwaar was, hij

Page 141: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

134

zou vs56r middernacht wel in de galjootzijn. Zijn vriend sprak dringend woord enwederwoord, doch berustte en liep heenom Simon te halen.

Tamalone ging verder fangs twistendemannen, hij dacht aan zijn hond, en in zijngemoed lag somberheid. Daar klonk een.diepe toon dien hij zich herinnerde, daarwaarde de teedere toon van een vraag, hijwist dat dit tranen beduidde. Hij had algeweend dien dag. Zijn hoofd was gebogen.

Op een pleintje stond hij stil, daar hoordehij geen enkele stem. Er scheen een glansover de wolken. Hij zon waar hij Poleinhet Jaatst had gezien. Het pleintje was hemonbekend. Toen hij Licht in een kerkdeurbemerkte trad hij daarheen om te weten waarhij zich beyond, en hij trad ook binnen. Dekerk was verlaten, er Jag slechts 66n enkelevrouw, zeer stil met haar gelaat in de handen,voor een altaar met een kaars in den muur.Er was nog een ander altaar, blauw en goud,daar brandden er drie. Tamalone durfde devrouw niet storen in haar gebed, en wijl hijniemand anders zag om te vragen trad hijweer buiten, en liep voort op goed gel uk.

Page 142: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

'35

Hij begreep niet waar hij kon zijn. Hijdacht slechts aan den hond, maar de onrusttrilde in zijn hart. Toen herinnerde hij zichdat hij veel geloopen had, gister en van-daag. En in een ander straatje bleef hijstaan, het bleek toch niet zeer donker tozijn, want de maan scheen achter de wolkenen hij kon de huisjes duidelijk zien, hetdoof-de-1ichten moest al geluid zijn of-schoon hij 't niet gehoord had.

Maar vOOr hem in een nauw gangetjeontwaarde hij toch nog schijnsel van eenlamp. Het gangetje was zoo nauw dat hijde muren voelde en de deur waartegenhij sties zoo laag dat hij bukken moest.

Daar brandde een pit, en daar stondeen meisje. Zij lachte. En zij sloeg haaroogen op en lachte, maar zonder geluid. Ta-malone zag dat zij een wit hemd had en eenblauw rokje, haar beenen en haar voetenwaren slank. Hij zag ook dat zij met beidehanden haar borstjes vasthield. Hij keerdezich om uit het licht en liep weer doorde gang naar de straat.

Het was dom dat hij niet naar den weghad gevraagd. Hij dacht aan Seffe, aan

Page 143: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

136

den bisschop, aan den hond, en aan ietsvan vroeger maar dat kende hij niet. Denacht was Loch niet zoo donker en hij liepniet geheel alleen, want achter zich hoordehij lichte schreden, of Polein hem volgde,maar die maakte een ander geruisch.

Ern Idokslag Honk in de lucht en Tama-lone keek op, hij vond het zoo dwaas dat dedag steeds volgt op den nacht, en denacht weer op den dag. En Coen opendenzijn lippen en hoorde hij in den adem vanzijn eigen geluid: Ntevena ... Het was eenzucht in den nacht, het was ook een lach,het was ook een bede. Met armen uitge-strekt, met open mond ging hij voort. Ineen zijstraat vernam hij menschen, maardaar was het donker.

En Coen liep hij weer op dat pleintjeen trad de deur in waar het licht scheen.Hij kende de kerk.

Die vrouw lag nog geknield met haarhoofd diep gebogen, langs den muur inde schaduw ging een minderbroeder enook achter zich hoorde hij iemand. Hijnaderde dat altaar met de drie kaarsen, hijstond en zag op tot de Heilige met het

Page 144: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

137

Kind. Haar oogen waren bruin, en stil,en Haar. Hij zag Haar diep in die oogen,de heiligen die er om stonden keken naarhem.

En Tamalone glimlachte en hield zijnhanden op, en naderend knielde hij nedertot zijn hoofd op den steen lag.

De minderbroeder in de schaduw stondstil om to luisteren. Midden in de kerkknielde een meisje met een hand op deborst, zij bad niet maar zag naar den manin scharlaken voor het altaar. En de anderevrouw hief haar hoofd. Maar toen zij hetsnikken hoorde boog zij weer diep voor-over. Het meisje verborg haar gezicht inde handen. En de minderbroeder in deschaduw kniekle en bad voor een broeder.

Page 145: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Het werd weer stil, zeer stil, want inden nacht daarbuiten was het eenzaam endie in het schemerlicht der kaarsen lagenluisterden eerbiedig of de smart voor hetaltaar der Heilige Moeder inderdaad voorbijwas. En daar zij zelfs geen zucht meerhoorden, dachten zij alsof zij droomdenaan het binnenste hunner eigen zielen, ende vroomheid dier aandacht was een zeld-zame vrede.

Maar een groot geluid moest weerstaan in de stad, de tijd ging voort. Maluserees en schreed heen in 't geruisch vanhaar kleed, de tocht voer door de deur.

De minderbroeder kwam voorzichtigvoor de kaarsen staan waar Tamalone lag.Even aarzelde hij omdat hij niet durfde

J38

Page 146: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

139

storen, maar knielde dan naast hem neer,streelde zijn hoofd en fluisterde iets vandeernis. En als Tamalone tot hem opzagkreeg de broeder tranen in zijn oogen,en zij fluisterden te zamen met hun gezich-ten dicht bijeen tot de Heilige opgeheven.

Toen zij heengingen in elkanders armenbleef Tamalone staan bij het meisje datop den vagen vloer gebogen Jag, maarde monnik voerde hem mee in den nacht,en naar het klooster waar hij hem bij delantaarn die de poortier ophield op eenkribbe te slapen legde.

n den ochtend ontwaakte Tamalonemet een zucht en staarde in de zon diedoor het tralievenster scheen. Er kraaidenhanen, er tjilpten vogeltjes, in de eetzaalklonken al stemmen. Hij stond op, trokde pij aan die daar lag en knielde. Enhij bad met klaar gemoed, smeekend omtroost voor wie hij feed had aangedaan,om zegen voor wie hij niet helpen kon,om goedheid voor wie treurden in destad. En aan zich zelf denkend opendehij zijn oogen en mijmerde naar het hemel-blauw door de tralies; hij herinnerde zich

Page 147: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

140

het klooster in zijn geboortestad, telde dejaren van het verleden, voelde de grootheidvan het onverzadigd verlangen en zuchtte,tot hij zich bezon dat hij bidden moesten weer bad. Doch hij wist niet meerwaarvoor. Daarbuiten was de stad met alde drukte en al de muziek, in het huisklonk het wakker gerucht van broedersaan het vroegmaal, hij wist niet waar hijrust zou vinden voor zijn vermoeienis.Zoo kwam de gedachte aan het einde vanzijn 'even, gelijk een koele wind, en daar-mede een glimlach om zijn mond. Maardan bespeurde Tamalone allengs ook bit-terheid in zijn hart en besefte dat hijimmers nooit zeker had geweten of hijbidden mocht voor zich zelf. En dieneersten ochtend, in die diepe vroomheidna zooveel tijd herboren, in het verlangennaar God, weende hij. En die dagen werdhet weenen zijn vreugde.

De overste, een goedertieren man, zatdikwerf naast hem in de cel om liefderijkmet hem te spreken. Hij kreeg vergunningom niet naar de regelen te leven zoolanghij de gelofte niet had gedaan, hij mocht

Page 148: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

141

zich na de mis van de kloosterlingenafzonderen en behoefde niet samen methen te arbeiden. De minderbroeder, diehem iederen morgen bezocht, blozend vande buitenlucht, bracht pergament, inkt enkleuren en een schoon gebedenboek alsvoorbeeld, zoodat hij eenzaam werken kon.

De dagen duurden zoo lang, van demorgenbel tot de vesper. Gebogen zathij de heiligen te teekenen; soms in hoogerontroering herkende hij onder het penseeleen gelijkenis van jets dat hij voorheenhad gezien, soms keek hij op naar hetvenstertje en soms naar den muur waarde zon op scheen, maar hij dacht niet,zijn vingers werkten voort en hij hoordesteeds dezelfde onnoembare stem van smach-ten naar datgene waar Been einde aan is.

En de nachten, wanneer de wereldsliep, werden schrikkelijk groot, hij slootten leste zijn oogen voor de duister-nis om te rusten; doch de tranen vloei-den weer, hij kon niet denken en be-greep zijn ontroering niet. Dan bad hijtot hij insliep onder het bidden. Maarwanneer hij ontwaakte in de duisternis

Page 149: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

142

waren zijn oogen nog nat, dan richtte hijzich op en vie' weer neer op het bed,en wachtte met kloppend hart op het geluidvan de wereld.

Na een pons geviel het dat de poortierhem een brief gaf van Meron oseph. Hijschreef dat Tamalone het klooster nietmoest verlaten, de verspieders wisten waarhij zich verborgen hield. En dit lezendevoelde hij de reinheid van zijn wezenbesmet en werd zich bewust dat hij immersden menschen niet was ontvlucht.

Dien morgen werkte hij Juttel. Moorhet eerst trad hij weer buiten in de zonnigegaarde waar twee broeders bezig warende druiventrossen te binden. Het was eenJuwe dag. De wind speelde in het loof,de hemel straalde, er Honk een liedekenergens op het pad achter de doornenhaag.De minderbroeder die over het bruggetjeaan kwam loopen, glimlachte verblijd alshij zijn vriend in het zonlicht ontwaarde,hij meende dat hem de eerste vertroostingal geschonken was. Maar Tamalone bleefzoo te midden der bladeren in gedachtenstaan, dat Lorens na de groetenis zweeg

Page 150: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

'43

en voor zich zag en de glans van zijngelaat verdween. Zoo stonden zij eenalsof zij luisterden naar het gemompelder broeders die bukkend werkten, of naarde melodij die daarbuiten gezongen werd.Wel begon Tamalone eindelijk te spreken,over de kinderen van den timmermeester,(loch hij scheen zich plots te verwonderen,vervolgde niet wat hij te zeggen had engaf slechts met enkele woorden de vierringen van zijn hand om ze aan vrouwTeresa te brengen. Dan trad hij fangs dewijnstokken den hof door, zijn aangezichtnaar de doornenhaag gewend waarachterdie jeugdige stem het liedeken zong, boogzich neder over de welriekende kruidenen keerde in de koelte van zijn cel terugwaar hij zich aan den lezenaar zette.

Hij kon echter niet zeer ijverig werken,en bidden evenmin, want hij had de koes-tering van de zon gevoeld en de zomer-warmte scheen de eerste troost na dagenlangweenen te zijn. Vreemde gedachten, nieuwegezichten zijner verbeelding bekoordenhem menigwerf zoo, dat de kleuren droog-den aan het penseel omdat hij te lang

Page 151: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

144

door het tralievenster staande, waar buitende luwte in de bladeren ruischte, waareen klein belleken klonk of somwijlen hetbehagen van broeders, die na den arbeidin het lommer poosden, verneembaar was.Toen de hemel verschoot herkende hijenkele der stadsklokken weer aan maat enklank. En toen het donker was gewordenhieven in de kapel de monniken hun smeek-zangen tot de Koningin der maagden aan,hoog in den koden nacht, en staande, dearmen gekruist, zong Tamalone ze in zijneenzaamheid met schuchtere ontroeringmee, vers na vers, lof na lof, tot het amengalmend verstierf en hij huiverde, maarniet wist of het van de avondkoelte ofvan vrede was. En zijn oogen ontsluitendlei hij zich op zijn kribbe.

Maar dan werden de gepeinzen wakker,een voor een. En daar hij dien ochtendaan de kinderen van Folcore gedacht had,aan vele menschen, en daar hij in denzonneschijn gestaan had en achter de haagde stem had gehoord van iemand die hijniet zag, vroeg hij wat het mocht wezen,dat to eener tijd zijn verlangen naar de

Page 152: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

'45

hemelsche rust trok die ieder stervelingten leste zaligheid acht, en te ander naaral de heerlijkheden der aarde, die eengoed man ziet en hoort en liefheeft? Dehanden vouwend bad hij de barmhartigeMaria, de genadenrijke, om hulp in zijnwankelmoedigheid, want hij wist dat hijniet Leven kon gelijk de heiligen doen enhij vreesde de verzoeking der vrijheidwaarin geen zorgen bestaan, geen zondeof zondeloosheid. De vrees dreef hemvoort tot hij doolde gelijk een kind invragen en vragen, tot eindelijk als eenigantwoord de welkome tranen weer vloeidenen hij dit slechts wist, dat hij boordevolvan liefde was. En hij luisterde wat er tehooren mocht zijn van God in den hemelen van de nachtelijke wereld, de wereldwas stil en de stilte rood van verlangen.

Des ochtends na de mis voelde hij neigingom weder in de gaarde te gaan, om tehooren of er misschien gezongen wendachter de haag, maar hij bedwong zich,werkte gestadig en wilde niet denken.Zoo leefde hij enkele dagen in arbeid, ingebed en ingetogenheid. Maar op den

10

Page 153: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

146

eersten Zondag, nadat hij, de handen gevou-wen, uren naar het venstertje had gestaard,begreep hij dat hij niet gelukkig was.Het bloed klopte in zijn hoofd en zonderaarzelen liep hij toen door den ommegangnaar buiten in den lichten, heeten dag.

Vier jonge broeders, die daar zaten opde bank voor de vijgeboompjes, riepenhem tot zich. Zij bloosden van Iustigheid,hun oogen glansden. Tamalone, zich tus-schen hen nederzettend, beantwoorddehun vragen terwijl hij rondkeek naar depracht van den zomer. De poortier voegdezich bij hen en ook broeder Lorens, maardeze zeide niet veel, omdat hij liever metzijn vriend alleen Wilde zijn en omdat hijde uitbundigheid der jongeren niet ver-stond. En Tamalone, zonderling gewektuit de aandacht zijner zinnen die slechtsde warmte en het licht genoten en denwildzang in het groen, luisterde opeensnaar hetgeen gesproken wend. De poortiervertelde, dat iederen ochtend een zeer jongmeiske buiten op het pad kwam zitten,broeder Lorens scheen haar te kennenwant zij Tees altoos om hem te groeten

Page 154: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

147

en aan te spreken zoodra zij hem zag; ensoms gebeurde het dat zij heenging naarde stad met denzelfden man, die eenmaaleen brief voor broeder Tamalone gebrachthad. Terwij1 de monniken weer oolijkschertsten, zagen broeder Lorens en Tama-lone elkander toen aan, er ging genegenheiduit beider oogen, maar dan scheen de eersteietwat bedroefd te worden en de anderzocht weer in zijn eigen gedachten.

Toen Tamalone, voor hij zich te rustenJeide, de smeekzangen zong, zag hij in zijnverbeekling de Heilige Maagd met eenlach, er waarde in haar wezen herinneringdie hem diep ontroerde en in teederegeheimenis bloeide tot beelden, schitterenden toch schemerig in het vervluchten,verscheiden en toch eender, van oudsherbekend en toch nieuw verschenen. En demaat van zijn zang vloeide smachtend enhet amen versmolt in een zucht van geluk.De kiare hemel tintekle nog als de laatstebel klonk.

In die duistere uren voor het weerdaagde, ontwaakte zijn rede uit de bedwel-ming waarin zij zoo langen tijd sliep, en

Page 155: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

148

toen scheen het of er waarlijk een strijdvan vertwijfelen in hem zou beginnen.Nauwelijks echter zag hij dat hij niet denmenschen ontvlucht was, maar het vergetenen zijn eigen aard en de waarheid die dehartstocht in het verleden geleerd had,de waarheid dat sinds de liefde in hemontstoken was, hij ten einde moest brandentot hij als een licht vergaan zou, als eenstar verschietend in den hemel waarniemand van weer, dat de hartstocht zijneenige troost kon zijn, of de kalmte zijnerdroomenrijke jeugd keerde weer in 't ge-moed, lichter en koeler, zwevend in zuiververtrouwen. De gepeinzen daarna gingenonbewogen, en als de eerste haan kraaidehad Tamalone al lang de lucht door hetvenstertje gade geslagen, hoe zij verbleektemet de kleine starren, hoe de morgen zichopenend wonderlijk velerlei heimelijkhedenvan hoop verwekt.

ln den slaap droomde hij van een vrouwdie hij bemind had, zij boog en kustehem en haar wederkussend weende hijzachtjes, maar de vrouw was dezelfde nietmeer, want hij wandelde over een bloei-

Page 156: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

'49

enden berg met iemand dicht bij hem ener werd een lied gezongen. Toen hijontwaakte lachte hij en zag de zon opden muur van zijn cel.

Dien dag — hij was toen drie wekenin het klooster — werkte hij in een luchtigenzin, gedachteloos en zonder vermoeienis.Bij de zesde namiddagbel eerst rees hij,legde zijn penseelen voorzichtig nevenselkaar, en begaf zich naar de eetzaal waarhij zich bij de broeders zette. Maar hijsprak niet, en in den tuin later antwoorddehij de overste die heen en weder met hemging, kort, schoon met heldere stem. Delucht was welriekend, de krekeltjes zongenal, het stadsgerucht in de verse werdduidelijk zooals het in den schemertijd is.En reeds waren de broeders alien binnengegaan voor den avondzang, maar Tama-lone draalde nog, turend in de schaduwvan het geboomte, waarachter soms hetroepen van mannen over het water klonk.

in zijn cel, terwij1 hij luide vers na versaanhief, bedacht hij dat hij dien dag weige-moed was geweest ofschoon hij de oorzaakniet kende. En toen het eindelijk stil was

Page 157: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

ISO

geworden in het huis, leide hij zich nietneder, maar stond en vroeg zich zelvenof hij iets goeds kon doen. En hij bad.

Weder zag hij op naar den nachtblauwenhemel zichtbaar door het venster, zijnHoed ontroerde. Dan opende hij de deuren kwam in den voorhof waar hij stillekensde poort ontgrendelde. De frissche Juchtwoei binnen. De poortier trad slaperig uitzijn deur met de lantaarn en vroeg:

DWaar gaat gij been ?"DDat Meet ik niet," riep hij terug en

verdween in het duister.Tamalone liep over het bruggetje snel

het pad op, met zijn gelaat naar bovengewend, met zijn hand op de borst, op hetkloppend hart.

Page 158: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

Het was die zomer toen de vreeselijkepest in Venetie heerschte, gelijk in alleChristenlanden, en zoo veel burgers stiervendat die leefden hun goed geloof verlorenen aan het einde van de wereld dachten,door de predikers voorspeld. De menschenwerden anders, het leven brandde in ieder-een. De zwakken zaten eenzaam op dezonhige pleinen to wachten in starre vrees,de simpelen slopen argwanend rond, zin-nend op duistere daden, het schuwedievenvolk, driest en wreed geworden,bedreef schandelijkheden gruwbaar slechtin den lichten dag. Er waren wel liedendie den angst voor den dood niet meervoelend, doch slechts den eerbied voorzijn geheim, met de zusters van barmhar-

151

Page 159: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1 2

tigheid de woningen binnengingen om tezien of daar iemand gestorven was ; dantraden zij met donkere oogen aan de deuren an klepte zijn bel zoodat wie hethoorde een kruis kon slaan, en dan schredenzij zachtmoedig voort naar het volgendhuis. Maar dat waren weinigen en datwaren zij die hun geloof behielden, datwaren degenen die de arme dooden met zoolichte handen te ruste leiden als moedershun wichten doen, dat waren de oprechtekinderen van God die naamloos zijn. Demannen die hen met de baren volgdenmaakten geraas van dronkenschap, vanboertigheid en ruwe haast terwij1 zij delijken door de schaduw der straatjes droe-gen, en wie ze naderen zag bracht verschriktde hand aan den mond, sloot de deur enbad daarbinnen wanneer de tred derdragers met het rinkelen der munten inhun buidels in de stilte voorbij ging. Debedelaars vroegen geen aalmoezen, wantde rijkste heeren riepen hen in de paleizenom hun lets te vragen ; maar menigeendie hongerig, met misdadige begeerte kwam,vluchtte ijlings naar buiten in den zonne-

Page 160: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

153

schijn, snoof verbijsterd de zomerluchtin, en verkoos het gebrek van zijn buurtachter het rietland, boven de ellende diehij zoo pas aanschouwd had. Op deverlaten pleinen, op de bruggetjes en inde straten weken de burgers ver voorelkander uit, terwiji de een naar het gelaatvan den ander loerde of het zwarte kwaaddaar was of de wanhopige blik van wiezekerheid had. De jonge edelen en dejonge vrouwen, meenend dat de doodniet nadert waar de jonkheid vreugdeviert, voeren met snarenspel en verliefdheidin hun gondels over de kanalen en schonkenzingend de kannen vol, schaterend om denovervloed van wijn en zonlicht, hun tierig-heid geleek vaak de glansen van denwesterhemel en verborg in waarlijk prach-tigen schijn de kleinmoedigheid der jeugd,— daar voeren mannen met heete wangenen luide keel, wier kinderen di en daggestorven waren, daar voeren vrouwen inweekterigen tooi met open amen en denblik der vergetelheid, wier minnaars opde sponde lagen. l n alle kwartieren, desdaags en des nachts, klaagden de klokjes

Page 161: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

154

ter uitvaart van zielen, doch weinig Chris-.tenen baden bij de eentonige mare, deuitbundigheid van gezang en kreten schaldeverdwazend alom in de droevige stad.

n deze wereld keerde Tamalone desnachts uit zijn wanhoop terug.

Van de woning der kinderen, waar hijbehoedzaam, voor de schouts beducht,langen tijd aarzel end, 'zonder geluid tovernemen, bij de deur had gestaan, washij naar de haven geloopen, van daar naarhet groot kanaal, ter zijde van Maluseshuis, en van daar door donkere straatjes metzonderling gerucht van burgers die onzicht-baar nog waakten, naar de kerk van Si meMaria waar hij geweest was voor broe-der Lorens hem naar het klooster bracht.

De kerk was geheel verlaten. De Mei-lige Moeder met het Kind aan deborst tusschen de kaarsen op het altaar,staarde recht naar voren. Tamalone herin-nerde zich de pick op de steenen waareen meisje gebogen had gelegen, en hijontroerde tot die donkere rijke vervoeringwelke de hartstochtelijk dorstenden kennen,wanneer zij in de oogen van een mensch

Page 162: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

15S

een onpeilbare belofte hebben gezien. Hijdacht aan het meiske, waar zij kon wezen,wanneer hij Naar zijn liefde mocht geven.Hij wist dat er geen verandering meerin zijn wezen kon komen, hij had geenverleden en droefheid kon voortaan enkelin gepeinzen zijn. Die kerk van SinteMaria was de plaats van verblijding. Hijsmeekte met zijn armen omhoog, en biddendzag hij in het klaarder bewustzijn zijnervervoering dat het deugd was nimmer teweenen en immer zijn vreugde aan deliefste der menschen te geven. En hijweende en knielde voor de Moeder, ende nacht was geurig en frisch, en de klokjesin de hoogte kionken teeder en zuiverals het gemurmel van een kind in de wieg.

Dien ganschen heerlijken nacht zwierfhij rond en hoorde het klepelen alom,maar hij wist niet wat het beduidde.

En toen hij in den vroegen dageraadin de straat der noorderkade liep, zag hijde deur van het huisje opengaan, daartraden lieden buiten, mannen en orde-zusters. Hij herkende Simon en MeronJ oseph en naderde enkele schreden. Doch

Page 163: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

1$6

eensklaps stond hij weer stil, toeziendewat er gebeurde. De mannen kwamennaar hem toe, een baar dragend waaropvrouw Teresa lag, aan haar voeten lagendrie knaapjes, de kleinste in het middenmet zijn gelaat naar boven in het jongelicht. Ook de twee andere knapen ontwaardehij, die liepen ter wederzijde eener Clarissein de andere richting heen. Hij staardeen antwoordde niet toen Simon en Meronoseph, bleek doch glimlachend zijn armen

houdend, zacht klinkende woorden zeiden.De zon scheen al helder in de anderestraat. Tamalone tuurde daarheen, waarde mannen verdwenen in regelmatigen tred.Dan zag hij naar zijn vrienden naast hem,raakte hun handen aan en streelde hetkind Martijn op Simons arm. Een kortepons stonden zij zoo voor de woning vanden timmermeester die ledig was, en liepentoen verder arm in arm, zij wisten geenvan drieen iets to zeggen.

lit de haven, waar de hemel gloordevan wazig licht en het fonkelend waterglansde, voeren zij naar de galjoot methet vaantje rood en wit aan den mast. Er

Page 164: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

157

dreven slechts weinig bootjes, die er inzaten waren jonge lieden, zingend enjuichend van dwaasheid.

Meron J oseph leidde Tamalone de trapop naar den achtersteven. Daar stond datmeisje met haar open lachenden mond.Polein was er ook, springend en kwispelend.Tamalone nam haar hand in de zijne enstreelde den hond, zijn gemoed was zwaarvan den ernst, want de werkelijkheid werdzoo schoon als een droom.

Toen ook Simon aan boord was riepMeron J oseph zijn bevel en uit, de zeeliedendeden hun werk en het vaartuig bewoogvoort met het plassen der riemen beneden.Er voer geen ander koopschip.

En nabij het uiterste eiland aan de zeewendde Tamalone, die naar den roodentoren naast de koepels van Sint Marcusin de verte getuurd had waar de ochtendstraaide over de stad, rijk en rustig inhet water, met het vaag geluid van klokjesdie het sterven van menschen beduidden,zijn blik naar de golven vooruit, en naarzijn vrienden die, hem gadeslaande, rondomzaten op het dek der galjoot. Hij zette

Page 165: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.

58

zich naast het meisje Wier kleeren fladderdenin den wind, en staarde naar voren.

Langzaam en klaar verscheen toen deglimlach op zijn gelaat terwijl hij ter zijdeboog op haar zachten arm, zijn vriendenzagen elkander blijmoedig aan en hetmeisje lachte met groote oogen. En toenTamalone sliep klonken de bevelen vanMeron Joseph diep en weltevreden in 'tgebruis der baren.

Page 166: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 167: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 168: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 169: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.
Page 170: dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren · 2010. 1. 21. · Folcore werd begroet uit mond na mond. Zij zaten naast elkander en Rosse de waard tapte hun een kan wijn.