Dat is Oss
-
Upload
kim-van-der-steen -
Category
Documents
-
view
233 -
download
3
description
Transcript of Dat is Oss
OssDat is
voortrekkersrol op het gebied van culturele, sociale en econo-
mische zaken. Oss loopt voorop met duurzaamheid. Zo is het
gemeentehuis het meest duurzame verbouwde gemeentehuis
van Nederland. Oss is een van de milennium-gemeenten die
wereldproblemen als honger en armoede wil terugdringen. De
gemeente is actief in de transitie van de landbouw en agrofood.
Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat Oss al duizenden
jaren geleden een aantrekkelijke woonplaats was. Veel
eigenschappen die mensen in de prehistorie belangrijk vonden
voor een woonplek zijn nu nog steeds hoog gewaardeerd.
De inwoners weten al generaties wat het betekent hard te
werken, aan te pakken. Dat die aanpak ook in de vrije tijd geldt,
blijkt uit het rijke verenigingsleven, met 150 sportverenigingen
en zo’n 60 muziek- en zangverenigingen.
Wie voor het eerst kennis maakt met Oss ziet een moderne,
ruim opgezette stad. Een levendig centrum, woonwijken met
grote afwisseling in architectuur en talloze voorzieningen.
De stad is omringd met afwisselende landschappen, op de
rand van hogere, droge zandgronden en lagere vochtige
kleigrond, met 40 kilometer Maas als grensrivier. Twintig
dorpen en de twee vestingstadjes Megen en Ravenstein
maken de gemeente compleet.
Oss heeft gevarieerde bedrijvigheid. Zo’n 5500 bedrijven
zijn goed voor 39.500 banen in industrie, landbouw, zorg,
farmacie, logistiek en dienstverlening. Oss heeft uitstekende
wegverbindingen via de A50 en A59. Er zijn drie NS stations
en een goederenspoor. Oss heeft de grootste binnenhaven
van Nederland en is goed bereikbaar voor vrachtschepen.
Een krachtige stad, een ondernemende gemeente.
Oss telt 85.000 inwoners met 150 verschillende nationaliteiten.
Als centrumgemeente in Noordoost Brabant heeft Oss een
Oss
Oss heeft een lange en rijke historie. Uit opgravingen blijkt dat Oss al meer dan 2000 jaar voor Christus bewoond werd. Het Instituut voor Prehistorie van de Rijksuniversiteit van Leiden verricht sinds 1975 systematisch opgravingen in Oss. Opgravingen, die de wetenschappelijke wereld intussen beschouwt als een van de toonaangevende projecten van Nederland, en zelfs van Noordwest-Europa. Dankzij het omvangrijke onderzoek zijn archeologen er in geslaagd een duidelijk beeld te schetsen van de ontwikkelingen van de bewoning van Nederland langs het Maasdal in de Bronstijd, de IJzertijd en de Romeinse tijd.
Historie
stadsrechtenHertogin Johanna van Brabant schenkt Oss in 1399 stadsrechten.
De Middeleeuwen en de kort daarop volgende Tachtigjarige
Oorlog brengen de stad en de streek veel schade toe. Ook
stadsbranden teisteren Oss. Na de stadsbrand van 1751 wordt
Oss herbouwd. Alleen het patroon en de namen van straten
in het centrum herinneren aan de oude vesting met poorten,
wallen en grachten. Bij de aanleg van het Burchtplein (1995)
komt de fundering van een middeleeuws kasteeltje te
voorschijn. De contouren zijn in de bestrating gemarkeerd. Van
1859 dateert de neogotische Grote Kerk, in 1982 gerestaureerd,
die een bezoek waard is om zijn gebrandschilderde ramen
en beeldhouwwerken. Het is een rijksmonument, evenals de
molens Zeldenrust en Nieuw Leven.
De Maasstadjes Megen en Ravenstein zijn monumenten op
zich. Ze komen in deze brochure apart aan de orde. De stad Oss
loopt niet over van historische schoonheid. Er zijn geen wallen,
grachten en middeleeuwse panden meer. De stad krijgt van
haar inwoners waardering als een fijne woon- en leefstad,
met veel groen, parken en ruim opgezette wijken. Een van de
mooiste panden in de stad Oss is Villa Constance. In 1888 bouwt
margarine-fabrikant Arnold van den Bergh dit neo-
classicistische huis en noemt het naar zijn dochter. Van 1921 tot
1974 doet het dienst als gemeentehuis en nu is het bekend als
museum Jan Cunen, de naam van de eerste archivaris van Oss.
margarine Jurgens is in 1871 de grondlegger van de eerste margarine
fabriek ter wereld. Van den Bergh volgt een jaar later. Na jaren
van concurrentie vormen deze van oorsprong Osse bedrijven
samen de basis van het Unileverconcern. De laatste Osse
margarinefabrieken zijn in 1929 naar Rotterdam verplaatst.
Ook andere internationaal bekende bedrijven komen in de 19e
eeuw in Oss van de grond, zoals de vleeswarenfabrieken van
Zwan en Unox, in 1923 gevolgd door het farmaceutische bedrijf
Organon. Het maakt als eerste in Europa insuline in de strijd
tegen suikerziekte.
imagoOss heeft een veel besproken historie. In de jaren dertig van
de vorige eeuw dragen grote werkloosheid en uitzichtloze
armoede bij aan een golf van misdrijven in Oss en omgeving.
Het proefschrift ‘De criminaliteit van Oss’ uit 1949 van de Leidse
hoogleraar Willem Nagel, die aantoont dat Oss niet crimineler
was dan andere steden in Nederland, doet aan dit beeld weinig
af. Tot ver in de jaren tachtig van de vorige eeuw moet Oss
moeite doen het negatieve imago ‘van zich af te schudden’.
In 2012 zet de speelfilm ‘De bende van Oss’ deze episode in de
Osse geschiedenis opnieuw op de kaart.
Oss in de 21e eeuw
Oss in de 21e eeuw
Het parlement besluit om per 1 januari 1994 een geheel
nieuwe gemeente Oss te vormen, bestaande uit de vroegere
gemeenten Oss, Megen, Berghem, Haren en Macharen.
De nieuwe gemeente beslaat ruim 6000 hectare, en telt in
2001 bijna 67.000 inwoners.
Op 1 januari 2003 is het de gemeente Ravenstein met de 11
kerkdorpen Dennenburg, Demen, Deursen, Dieden, Herpen,
Huisseling, Keent, Koolwijk, Neerlangel, Neerloon, Overlangel
die aan de gemeente Oss wordt toegevoegd. Het inwonertal
komt daarmee op zo’n 76.000 inwoners en het totale oppervlak
van de gemeente op ruim 10.100 ha. Per 1 januari 2011 komt
de gemeente Lith daar nog eens bij (Lith, Lithoijen, Maren-Kessel,
Oijen, Teeffelen en Het Wild) en telt Oss zo’n 85.000 inwoners
en 15.993 ha.
feitenHet Oss van de 21e eeuw is een eigentijdse stad die zich in
veel opzichten met succes kan meten met andere middelgrote
steden. Op het gebied van verkeersveiligheid en criminaliteit-
bestrijding komt Oss zonder meer gunstig uit de bus.
Theater De Lievekamp heeft hoge cijfers voor zowel het aantal
voorstellingen als de zaalbezetting. De helft van alle inwoners
is actief in het verenigingsleven. In 2006 wint Oss vanwege
haar integratiebeleid de landelijke prijs Parel van Integratie.
De prijs voor Participatie en burgerschapszin ontvangt
de gemeente in 2008.
Al eeuwenlang is Oss een belangrijk handels-centrum. Oss biedt aan vele bedrijven een vruchtbare voedingsbodem. De stad neemt een belangrijke positie in op de terreinen medische technologie en productie, voedingsbranche en logistiek.
medisch-farmaceutische sectorMSD (voorheen: Organon) is nog steeds verreweg de grootste
werkgever in Oss. De medische en farmaceutische sector is
beeldbepalend en speerpunt in de economische ontwikkeling.
Zo ontwikkelen chemische en biologische laboratoria op het
Osse Pivot Park medicijnen voor opkomende markten als
India en China. Rond het Park bestaat een netwerk van
hoogwaardige toeleveringsbedrijven die uitstekend op elkaar
aansluiten en daarmee een gezond vestigingsklimaat scheppen
voor de werving van nieuwe ondernemingen. Naast Research &
Development en op medische producten afgestemde distributie,
zijn er diverse groothandels gespecialiseerd in medicijnen,
medische hulpmiddelen en operatie-instrumenten. In totaal
werken in deze sector bijna 5.000 mensen, verdeeld over zo’n
twintig bedrijven.
transport en logistiekOss ontwikkelt zich als een logistieke hotspot. Op vervoersgebied
doet Oss al lang tijd van zich spreken: zowel qua faciliteiten
als qua bedrijven. Het hoofdkantoor van Vos Logistics, een van
Europa’s grootste particulieren transporteurs, staat in Oss.
Bulk, stukgoed of computers, medicijnen, fijnmechanische
instrumenten of complete brugdelen, de plaatselijke vervoers-
sector kan letterlijk alles vervoeren. De sector maakt gebruik van
de modernste communicatiemiddelen en kan via de satelliet
wagens wereldwijd volgen. Op bedrijventerrein Elzenburg staat
een overslagterminal. Het is mogelijk goederen over weg, water
én spoor te vervoeren.
scala aan ondernemingenAan Oss zijn vaak al lang gevestigde, grote bedrijven verbonden.
Zo zijn de Unox- en Zwan-producten van de Osse Unilever-
vestiging al generaties lang vertrouwd in miljoenen huishoudens.
Desso maakt kunstgrasvelden waarop ook in woestijnlanden
professioneel wordt gesport. Behalve deze grote bedrijven,
heeft Oss een royaal ‘assortiment’ kleinere ondernemingen.
De gemeente telt circa 39.500 arbeidsplaatsen en speelt
internationaal mee als het gaat om bedrijven in de farmacie,
chemie, voedingsmiddelensector, metaal, installatietechniek,
grafische sector, logistiek, scheepsbouw en bouw. Dienstver-
lening neemt een steeds grotere plaats in met gerenommeerde
bedrijven op het gebied van drukwerk, verpakkingen, computer-
service, (micro)elektronica, technische advisering, bankwezen,
communicatie en administratie.
Ondernemen
bedrijvigheid in de kernenNaast de centrale stad, telt de gemeente Oss 22 kleinere kernen.
Ook de kernen kennen een veelzijdige bedrijvigheid. Op meerdere
plaatsen in geconcentreerde vorm, zoals op de bedrijventer-
reinen De Kolk, Langakker en De Bulk in Ravenstein, op Pieken-
hoef in Berghem, op Broekstraat in Herpen en op Wargaren in
Lith. Deze bedrijvenlocaties zijn bedoeld voor bedrijven uit die
kernen. Naast deze geconcentreerde bedrijvigheid is er in de
kernen ook de zogenaamde ‘verspreide bedrijvigheid’ in de vorm
van winkelvoorzieningen, dienstverlening, horeca en andere
basisvoorzieningen, die zorgt voor veel werkgelegenheid.
gunstige liggingOss is centrumgemeente in de regio Noordoost-Brabant. Maar
ook de situering ten opzichte van nationale en internationale
economische centra is uitstekend, dankzij de ligging aan zowel
de A59 (oost-west) als de A50 (noord-zuid). Belangrijke lucht-
havens als Schiphol, Eindhoven Airport, Airport Niederrhein
en Maastricht Aachen Airport, maar ook de zeehavens van
Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam, liggen op korte afstand.
uitstekende infrastructuurOss beschikt met de rijkswegen A50 en A59 over uitstekende
directe wegverbindingen. Ook over water en (goederen)spoor
is de stad goed bereikbaar. Rail, weg en binnenvaart maken
van Oss een trimodale vestigingsplaats. Bedrijvenpark
Vorstengrafdonk is optimaal gelegen aan het verkeersknoop-
punt A50/A59. De Bedrijvenparken Oss-Haven en Oss-Centrum
zijn via de N329 direct aangesloten op de A50 en A59. De N329
heet sinds de reconstructie en toevoeging van verschillende
duurzame, milieuvriendelijke, innovatieve en verkeersveilige
elementen in 2013 ‘de Weg van de Toekomst’. (www.n329weg-
vandetoekomst.nl).
Osse havenDe Osse haven is uitgerust met twee insteekhavens, geschikt
voor short-sea verbindingen en bevaarbaar voor binnenschepen
tot 6.000 ton en kustvaarders tot 2.000 ton. Rotterdam en
Antwerpen voeren frequente diensten uit op de
Containerterminal Oss. Met een vaarafstand van rond de
honderd kilometer ligt de Osse haven – grootste binnenhaven
van Nederland – centraal tussen Rijnmond, Scheldemond,
IJmond en het Ruhrgebied.
onderwijsVan het ‘gewone’ onderwijs zijn alle vormen in Oss aanwezig,
van peuterwerk tot middelbaar beroepsonderwijs. Oss biedt
onderwijs en vorming voor volwassenen, cultuur, jeugd- en
jongerenwerk, maatschappelijke dienstverlening, gezondheids-
zorg, opbouwwerk, sport en recreatie.
sport Op het gebied van sport en recreatie is het Golfbad een waar
‘subtropisch zwemparadijs’, met onder andere drie glijbanen,
‘n ‘kinderoase’ en een Turks stoombad. In het bad is ook plaats
voor wedstrijden, instructie- en verenigingsactiviteiten. Het
Golfbad heeft een apart 50-meter-wedstrijdbad. Oss heeft een
tiental sportparken met onder meer een kunststof atletiekbaan
en kunstgrasvelden. Overdekte sport en recreatie zijn mogelijk
in een 20-tal zalen en hallen, waaronder twee tennishallen.
Sauna Thermen Lucaya trekt bezoekers uit heel Nederland.
Door de ligging aan de Maas zijn er allerlei mogelijkheden
op het gebied van watersport. FC-Oss speelt voetbal in de
eerste divisie.
cultuurGrote zes op het gebied van cultuur zijn theater De Lievekamp,
de Muzelinck (centrum voor kunstzinnige vorming), de Volks-
universiteit, Openbare Bibliotheek, De Groene Engel en museum
Jan Cunen. Oss heeft daarnaast een bioscoop met vijf zalen en
digitaal geluid. Oss heeft een speeltuin: speeltuin Elckerlyck in
de wijk Ruwaard. Er naast ligt het in 2012 vernieuwde NME-
Wonen en welzijn
centrum met Kinderboerderij de Elzenhoek. Paradepaardje op
het gebied van kunst en cultuur is het museum Jan Cunen.
De schilderijenverzameling van het museum bevat werken
van Romantische schilders als Koekkoek en Bosboom en
Haagse en Amsterdamse Schoolmeesters als Maris, Israëls
en Breitner. Ook heeft het museum een collectie eigentijdse
kunst met werken van onder andere Visch, Gerritsen, Dieleman,
Benner en Roothaan. In de omvangrijke collectie grafiek
bevinden zich litho’s, etsen en zeefdrukken van onder meer
Corneille, Lucebert, Appel, Verweij, Bonnies en Van der Linden.
In de zomermaanden presenteert het museum werken uit
eigen bezit en de meest recente aanwinsten. De historische-
archeologische collectie geeft een beeld van de bewoning en
geschiedenis van het Maasland. Het Stadsarchief in de Peperstraat
in Oss maakt de regionale geschiedenis toegankelijk met
archiefbronnen, kleinschalige tentoonstellingen, activiteiten
en educatieve projecten. Diverse galerieën leveren een
bijdrage aan het kunstaanbod. In Ravenstein is het museum
voor vlakglas- en emaillekunst gevestigd.
evenementenOss is een gemeente met een zeer uitgebreid verenigingsleven.
Jaarlijks worden verschillende grotere publieksevenementen
gehouden: het sportgala (januari), de CROSS-taalwedstrijd (mei);
Fantastival (medio september), waar culturele verenigingen,
Osse (beroeps)kunstenaars en straattheater zich presenteren;
een Koninginnemarkt (30 april); Pinksterraces (motorsport);
Muze Misse (muziek- en cultuurfestival); Proeven in het Park
(andere naam) (eind augustus), een culinaire manifestatie;
Blues Touch (begin oktober); een grote zomerkermis (tweede
helft augustus); tweejaarlijks een musical met een professionele
uitstraling, in het andere jaar openlucht-promenadeconcerten;
de Maasdijkmarathon (mei); de lichtjesoptocht in Berghem
(tijdens Carnaval) en later de Halfvastenoptocht; Ravenstein bij
kaarslicht (december). De trots over Oss is terug te vinden op de
website datisoss.nl
In Oss is het goed wonen. Het is een gemeente waarin het huis met de tuin overheerst en de echte hoogbouw ontbreekt. Oude industriecomplexen hebben in het kader van stadsvernieuwing plaatsgemaakt voor moderne woonvormen, boerderijen hebben een woonfunctie in groenzones gekregen. Tot 2015 worden in Oss 800 nieuwe woningen gebouwd. Oude wijken krijgen bij toerbeurt een ‘verjongingskuur’, waarbij ook nieuwbouw een rol speelt.
natuurOss voert een op de toekomst gericht beleid voor natuur-
ontwikkeling. In nieuwe wijken worden hemel- en rioolwater
gescheiden en krijgen parken het karakter van natuurgebieden
met stekelbaars, kikker, hagedis en reiger als vanzelfsprekende
bewoners. Saaie naaldbossen worden omgevormd tot afwis-
selende loofbossen. Oude landschappen krijgen hun karakter
terug met houtwallen en de daarbij behorende flora en fauna.
De oeverzwaluw is terug in de Hertogswetering. In een voor-
malige voetgangerstunnel huizen vleermuizen.
omgevingOss ligt in een gebied met twee gezichten. Het ene (unieke)
gezicht is dat van de Maas met zijn oude Maasarmen (zoals de
Lithse Ham), watersport, kampeerboerderijen, natuurreservaten
en pontveren. Zo’n 40 km Osse rivierdijk verbindt dijkdorpen
en historische stadjes. Dijkdorpen als Lith, bekend van Antoon
Coolen’s verfilmde boek ‘Dorp aan de rivier’. Historische stadjes
als Megen en Ravenstein met gerestaureerde panden, kloosters
en kerkjes. De Maasmeanders bied de bezoeker alternatieve
recreatie.
Het andere gezicht is dat van De Maashorst, een 4.000 ha groot
natuurpark. Een gebied met bossen, heide, zandverstuivingen,
strandmeren, wandel-, fiets- en ruiterpaden, campings en
maneges. Met een bezoekerscentrum en met de, voor geologen
interessante, aan de oppervlakte zichtbare en daardoor unieke
‘Peelrandbreuk’ in de aardkorst.
Aan de westrand van Oss ligt het natuurgebied De Geffense
Bosjes met een strandmeer, aan de oostkant natuurgebied
Herperduin. Wie Oss binnenkomt vanaf de aansluiting Oss-oost
komt langs het regionale motorsportcircuit Nieuw Zevenbergen,
de crosswedstrijdbaan De Witte Ruijsheuvel en de kunstskiba-
nen. Er zijn natuurwandelingen uitgezet aan de rand van Oss,
zoals die bij het Osser Meer: een oude Maasarm met vogelreser-
vaat en bij Macharen en Haren. De VVV heeft diverse fietsroutes
in de omgeving waarvan meerdere Oss aandoen. Voor Oss,
Megen en Ravenstein zijn stadswandelingen beschikbaar.
winkelenHet winkelcentrum in het hart van de stad is goed bereikbaar
en vervult een regionale functie. In een straal van 300 meter
ligt een ruim aanbod aan winkels en landelijke grootwinkel-
bedrijven. Overdekte winkelpassages vormen de verbinding
tussen de verschillende pleinen. De wijken hebben hun eigen
winkelcentra, compleet met bankfilialen, postagentschappen
en horecabedrijven. Het grote winkelcentrum van de wijk
Ruwaard is geheel overdekt. Sinds 1399 heeft Oss op dinsdag-
morgen een warenmarkt. Ook op zaterdag is er een markt.
In Oss is het goed uitgaan: er is een keur aan horeca-
etablissementen en wie bijvoorbeeld op een mooie
zomeravond de Heuvel bezoekt - het centrumplein - ziet druk
bezette terrassen. Op culinair gebied treft u internationale
keukens aan, van Egyptenaar tot Mexicaan. Restaurant
Cordial, gehuisvest in hotel De Weverij, heeft de felbegeerde
Michelin-ster. Wie langer in Oss wil verblijven, kan terecht in
verschillende hotels: in het eerder genoemde hotel De Weverij,
maar ook in het City-hotel en in motel De Naaldhof. In de directe
omgeving van Oss liggen campings en bungalowparken.
Ook zijn er verschillende accommodaties die bed & breakfast
bieden, van slapen op een Maasboot tot een kamer in een
oude pastorie.
teeffelen, na 500 meter rechsHet dorpje Teeffelen, plaatselijk beter bekend als Teffelen en
naar eigen zeggen het oudste dorpje van Brabant, heeft een
opvallende structuur. Als een ring met daaraan een lang lint
geknoopt. Vanaf de Maasdijk loopt de Pastoor van Weerdtstraat
langs een paar fraaie woonboerderijen richting kern van
Teeffelen. Links staat het bescheiden Benedictuskerkje, met
zijn fraaie toren met het opvallend silhouet: kort en stomp
maar met een scherp spits torentje. Op de vier hoeken van de
toren staan elegante puntjes. De 17e eeuwse bouwmeester van
het kerkje wist hoe hij met beperkte middelen een fraai effect
kon bereiken. Dat was het lint. Dan volgt de ring, de Singel,
Kerkdorpen die werkelijk een bijna volmaakt rondje maakt om een kring
van ruime woningen en boerderijen. Teeffelen ligt op een
natuurlijke zanderige hoogte. Zoals vele dorpjes langs de Maas
al eeuwen ver voor de jaartelling bewoond. De import van het
dorp leeft meestal niet van het agrarisch bedrijf maar forenst
naar verder en woont hier plezierig (Teeffelen 150 inwoners,
76 mannen, 74 vrouwen).
Wil je weg uit het dorpje, dan wijst de oude ANWB-wegwijzer
op de T-splitsing van de Pastoor van Weerdtstraat-Singel op zijn
eigen charmante manier de weg: Oss na 500 m links, Lithoijen
na 500 m links, Oijen Megen na 500 m rechs.
De kwaliteiten van Oss komen sinds vele jaren uitgebreid aan de orde in ‘Oss, het magazine’, verkrijgbaar in Oss. Historicus Paul Spanjaard typeerde in diverse uitgaven een aantal kerkdorpen van Oss, die u hierna gebundeld aantreft.
berghem, hecht dorp met hechtingsdrang“Jaren geleden werd heel het Maasland één gemeente,
onder één burgemeester. Héél het Maasland? Nee, de kleine
nederzetting Berghem bleef moedig weerstand bieden en
hield dapper aan de eigen identiteit vast”.
Zo zou, met een knipoog naar het bekende stripverhaal over
het dorpje van Asterix en Obelix, heel goed een verhaal
geschreven kunnen worden over Berghem.
Berghem is een hecht dorp. De kernbewoners die er vaak al
generaties lang wonen, bekommeren zich sterk om elkaar.
In burenhulp, vrijwilligerswerk en verenigingsleven toont zich
de onderlinge betrokkenheid. Ook in de strijd om het behoud
van de zelfstandigheid en de dorpse identiteit toont zich dat.
En die strijd wordt al heel lang gevoerd, met Oss. Tot in de 13e
eeuw is Berghem zonder discussie deel van Oss, kerkelijk en
bestuurlijk. Maar met het groeien van het inwonertal neemt
de drang om de eigen zaken te willen regelen toe. Een eeuw
later heeft Berghem dat voor elkaar. Met eigen schepenen,
een soort wethouders, bestuurt het zichzelf. Op die heerlijke
zelfstandigheid heeft Oss bij tijd en wijle aanslagen gepleegd,
zoals tot in de jaren zestig van de vorige eeuw nog het geval was.
Er is toen alleen hier en daar grond ingeleverd door Berghem.
Maar in 1994 is het finito, schluss, over en uit. Berghem wordt
in Oss opgenomen. De eigen gemeenteraad verdwijnt, een
dorpsraad verschijnt. Aan de zuidkant is de Piekenhoef de grond
uitgevlogen, met zo’n 1100 woningen, waar vooral anderen dan
alleen Berghemmenaren gaan wonen. Onder aanvoering van
de Dorpsraad is een eigen inburgeringsprogramma ontwikkeld,
een eigen dorpsgids geproduceerd en worden nieuwe inwoners
dringend opgeroepen zich te melden op de website van
berghem.nl. Zo doet het oude Berghem er alles aan om de pas
gekomene te hechten in dit hechte dorp. Tis maor da’ge ’t wit.
dieden, dijk van een dorpDieden met zijn 207 inwoners zie je het mooist als je er met
Megen in de rug over de dijk naar toe gaat. Het kerkje tekent
als eerste af tegen de lucht, het staat met zijn schouder tegen
de dijk geleund, alsof het wil helpen bij het keren van de Maas.
Vaak tevergeefs, heel wat keren spoelt het rivierwater rond de
muren. Met name de overstromingen van 1820 en 1855 zijn
berucht door de grote schade die ze in Dieden aanrichten. Aan
de zware tufstenen blokken in het metselwerk van het kerkje
is te zien dat de oorsprong in de 12e eeuw ligt. In de 15e eeuw is
het kerkje vergroot, opgehoogd en van een torenspits voorzien.
Dieden of Dieten zoals vaak gezegd wordt, heeft een wel heel
toepasselijke naam. Het komt van ‘Diec’, dorpje aan de dijk.
Dieden hoort overigens nog niet zo heel lang bij Brabant. Het
is tot 1806 bezit van een Gelderse adellijke familie. Die is tot
het protestantse geloof overgegaan en heeft het kerkje van
Dieden in de 17e eeuw in een hervormde kerk omgezet.
Oorspronkelijk is het gewijd aan st. Laurentius, een heilige die
in de 3e eeuw leefde, toen de Romeinse keizers de christenen
nog zwaar vervolgden.
Dieden is een aanzienlijk dorpje in de middeleeuwen. Even
buiten Dieden, in een bocht van de dijk, zijn de laatste resten
van het kasteel van Dieden te zien. Dat wil zeggen, eigenlijk
alleen een stuk van de rechthoekige gracht. Van het kasteeltje
is niets over, alleen een 19e eeuws koetshuis, verbouwd tot boerderij.
Aan de gracht is ook nog een deel van het bruggehoofd te zien. Van
daaruit liep een weg richting Dieden, waar een opvallend hoog huis
staat. Dat is de rentmeesterswoning van het landgoed. Langs de laan
stonden ooit boomgaarden en fraaie bomen.
Dieden is een genoegen om te zien. Zowel van boven af langs de dijk
als beneden. Boerderijen, tuinen, fruitbomen, een restant van een
wiel. De molen Stella Polaris lokt aan de andere zijde van het dorp,
naar verdere bestemmingen langs de Maasdijk.
demen, dorp van cuypers Demen heeft een weg bovenop en een weg beneden langs de
Maasdijk. Volg allebei de wegen om de sfeer van dit dorpje te
ervaren. Rustig aan, want er is veel te genieten, zoals van de vele
monumentale boerderijen en de onderwijzerswoning (later
Rabobank), de kosterij en de pastorie, een oude loofgang in de
voormalige tuin van burgemeester Caners. Dichtbij de dijk valt de
Sint-Willibrorduskerk op. Bouwmeester Pierre Cuypers - ja, die later
het Rijksmuseum in Amsterdam tekent - heeft het middeleeuwse
kerkje in de periode 1857-1860 in neogotische stijl vergroot. De 15e
eeuwse toren is verwerkt in de nieuwe toren.
De Burg. Canersstraat loopt beneden langs de dijk. Links en rechts
trekken oude boerderijen in verschillende vormen de aandacht.
Er zijn kortgevelboerderijen bij en T-boerderijen, waarvan
het woonhuis breder is dan het schuurdeel. Een van de meest
opvallende boerderijen staat aan de Burg. Canersstraat num-
mer 2. Het grote langwerpige huis, gebouwd met kleine gele
baksteentjes, heeft puntgevels en oude ramen met bobbelige
ruitjes en ziet er nu nog net zo uit als in 1745. Iets verder valt een
achthoekige houten huisje bij de boerderij St. Wilbertstraat 3 op.
Dit is een karnhuisje uit 1825. In dit huisje liep een paard rondjes
om via tandraderen en stangen een karnton aan te drijven die in
de boerderij zelf staat.
Boven langs de dijk toont Demen zich weer anders, met uitzicht
over daken en tuinen. Een bronzen vrouwbeeld op de dijk trekt
de aandacht. Het kunstwerk “Vrouw turend naar het water”
(1999), naar ontwerp van Inez Hageman, is een herinnering aan
de hoge waterstanden van enkele jaren daarvoor.
Demen telt zo’n 180 inwoners en dankt zijn naam aan het
riviertje de Demen, dat in de Peel begon en op de Maas
afwaterde langs Zeeland, Herpen, Deursen en Dennenburg.
haren: high tech en oude meukHaren ligt op de rand van twee werelden. Eerst iets over de
letterlijke rand. Oostelijk van Haren vormt de Groenendijk de
oude rand, de grens met het Land van Ravenstein. Daar kwam
lang niet altijd alle goeds vandaan, wel vaak veel nattigheid.
Dat kwam weer van de Beers, als de Maas om was en tussen
Herpen en Ravenstein verder richting het lagere westen stroom-
de. Het water kwam dan al snel bij Haren. Het dorp ligt dan wel
op een natuurlijke hoogte (een ‘haar’) maar de overstromingen
veroorzaakten toch telkens veel schade aan de huizen, vee
verdronk, oogsten en voorraden gingen verloren. De natte
landerijen waren maandenlang onbegaanbaar en dat veroor-
zaakte grote armoe. Kortom, een belaagd dorpje dat zijn eigen
wereldje moest afschermen en in stand houden. En dat was hard
werken en aanpakken, daar kwamen geen grote woorden aan te
pas. Straten als de Grote en de Kleine Woordstraat lijken op het
tegendeel te wijzen. Het kan uitgelegd worden. Het is goed te
zien dat de boerderijen van Haren rondom de twee hogere essen
zijn gebouwd. Om deze hoogten nog veiliger voor het water te
maken, zijn ze door de bewoners opgehoogd tot een ‘woerd’.
Ze worden hier ‘woord’ genoemd. Nee, Haren is geen dorp van
grote woorden, gewoon een nuchter dorp waar hard gewerkt wordt.
Zo komen Harenaren over figuurlijke grenzen, zien ze waar kansen
liggen. Hier stond de wieg van een van de meest succesvolle onder-
nemers van de wijde omgeving. De smid die gereedschappen en
werktuigen maakte en zag dat er toekomst zat in nieuwigheden
als fietsen en kachels en high tech elektronica. Ook voor klooster
Bethlehem zag hij nieuwe mogelijkheden. In 1506 begonnen, maar in
1992 leeg gekomen na het vertrek van de laatste Zusters Penitenten.
En wat dan? De oplossing voor behoud van lag in de inrichting van
het klooster tot een congres- en partycentrum van allure. Ouderwets
vertrouwd is het sociale leven van Haren. Dat komt goed en sterk
over. Is dat de reden dat er vele jaren geleden de Emmauswinkel
is gekomen? Een winkel en sociale werkplaats, waar gebruikt goed
nieuwe eigenaren zoekt en waarvan de opbrengst naar ontwik-
kelingshulpprojecten in Afrika gaat? Waar het erf van Emmaus
een soort dorpsplein is geworden, waar elke zaterdagochtend
scharrelaar en snob elkaar treft, kunstenaar en klaploper?
En zo is de cirkel hier weer mooi rond, zo rond als het dorpje, waar
aan de ene kant verkocht wordt wat nieuw en modern is, wat na
jaren oude meuk lijkt maar toch van waarde is, voor hier en Afrika.
herpen: warm dorp Herpen, het dorp begint even plotseling als het eindigt. Volg
je de doorgaande weg en wil je het dorp leren kennen moet je
bewust stoppen. Het centrale Alard van Herpenplein, het groene
hart van Herpen, is daarvoor geschikt. En dan valt het vriendelijke
karakter van het plaatsje op, onderstreept door de kiosk die
uitnodigend klaar staat voor optredens. De grote horecagelegen-
heid ernaast had geen betere plek kunnen wensen. En er staat
de opmerkelijk fraaie, gotische St.Sebastianus-kerk, waar de
gewelven nog middeleeuwse schilderingen bevatten.
Dat herinnert er aan dat Herpen in de middeleeuwen een plaats
van behoorlijk belang is. Het mag zich zelfs een Heerlijkheid
noemen, dat wil zeggen dat het bestuurd wordt door een eigen
heer. De dorpen Schaijk, Huisseling, Koolwijk, Neerlangel en
Overlangel, Dennenburg en Deursen horen bij de heerlijkheid
Herpen. In 1196 is zelfs genoteerd dat er in Herpen een kasteel
staat. Maar in 1360 sloopt Herpens heer Walraven van
Valkenburg het kasteel en bouwt met de stenen een nieuwe
burcht aan de oever van de Maas, om daar tol te heffen van
passerende schepen. Daarmee legt hij de basis voor een nieuw
stadje: Ravenstein. Tegelijk betekent dit dat het belang van
Herpen afneemt. Het is sindsdien nooit meer helemaal goed
gekomen tussen de inwoners van Herpen en Ravenstein. In de
kern van Herpen verwijst dorpshuis ’t Slotje in zijn naam naar
de glorie van weleer. Herpen en Ravenstein leven lang langs
elkaar. Maar op 1 januari 1941 gaat Herpen op in Ravenstein.
De nieuwe raad krijgt 11 leden, waarvan er zes uit Ravenstein
komen en vijf uit Herpen. Dat klinkt redelijk maar Herpen heeft
niet veel in te brengen in de nieuwe gemeente. Omstreeks 1950
wordt het gemeentehuis en het er aan vastzittend schooltje
gesloopt waarmee de herinnering aan Herpens bestuurlijke
eigenheid verdwijnt.
Stimuleert de afkeer van Ravenstein de onderlinge band in
Herpen? Zoiets is niet rechtstreeks aantoonbaar. Maar het is
wel een dorp met een warm hart voor elkaar, zo zal iedere
Herpenaar zeggen. Het is een dorp met gemeenschapszin,
waar gemakkelijk samen actie wordt ondernomen om
dingen voor elkaar en voor het dorp te organiseren. Zo krijgt
de stichting Herpen in Woord en Beeld steun van alle kanten
om de dorpspomp en kiosk in het centrum te bouwen en de
kapelletjes bij de invalswegen terug te plaatsen. Ook gaan de
handen op elkaar voor de stichting als die met het plan komt
om kunstwerken te plaatsen die iets zeggen over de Herpense
samenleving. Dat levert kunstwerken als de ‘Upperman’ op,
de zwaan op de bal voor voetbalclub Herpinia en een bronzen
tableau voor de muziekvereniging St. Hubertus. Herpinia is
trouwens ook een fraaie afspiegeling van het dorp, ongeveer
alle jongens, veel meisjes en bijna alle mannen die een beetje
kunnen lopen zijn er lid van.
In Herpen zelf is niet zoveel werkgelegenheid. Herpen heeft
groen en ruimte, in het dorp en er om heen, met de prachtige
erfdijk aan de ene kant en Herperduin aan de andere.
huisseling, dorp met bedreigd hartHuisseling ligt zo dicht tegen het stadje Ravenstein aan dat
het er wel een buitenwijkje van lijkt. Dat is nu dan wel zo,
maar zoals de eigen naam al aan geeft, heeft het dorpje zich
zelfstandig ontwikkeld. De oudste vermelding stamt uit 783
en er zijn ongetwijfeld wortels die nog eeuwen verder in het
verleden reiken. Wie geboren en getogen is in Huisseling weet
haarscherp het verschil tussen wie van de nieuwbouw is en wie
van het dorp zelf. En een echte Huisselinger kan met autoriteit
het karakter van het dorp en zijn inwoners schetsen:
“Huisseling is van oorsprong natuurlijk een dorpje waar
iedereen van het boerenbedrijf leefde. Het was een in zichzelf
gekeerde gemeenschap, met grote gezinnen en de pastoor als
leidsman. Bereidwillig naar de buren toe maar binnen de familie
waren de vaders strenge gezinshoofden. Voor kinderen kwam
vrijheid van bewegen vaak pas na het verscheiden van vader.
Dan kon je soms ook pas het huis verlaten. Voor de oudste zoon
was het vanzelfsprekend om de boerderij over te nemen. De
andere kinderen moesten elders aan de slag. Voor de jongens
boden de vleesfabrieken in Oss mogelijkheden. Ook was er wel
werk te vinden in Ravenstein, bij de RAVO-schoenfabriek of
de meubelfabriek van Salet. Een opleiding lag meestal op het
niveau ambachtsschool. Wie beter kon leren, kon gespot worden
als potentieel talent voor het seminarie. Priesters kwamen
daarvoor langs op school. Voor de familie was het een grote eer
als een zoon naar het seminarie ging of een dochter naar de
nonnen. De student werd met net zo veel respect behandeld
als een ‘echte’ priester.
In een klein dorp was weinig vermaak maar wel rivaliteit. Er werd
regelmatig ‘geklopt’ met de jongens uit Ravenstein, het stadse
volk was anders dan van het dorp. Als je de leeftijd had om te
stappen, dan ging je naar Wijchen of Nijmegen. Daar werd ook
geklopt als je de stadsjongens tegenkwam. Toch kon je het stadje
niet negeren. Je was er op Ravenstein aangewezen voor de lagere
school of als je echt op voetbal wilde.
In de jaren zeventig veranderde Huisseling in snel tempo. Het
agrarisch bedrijf verdween, nieuwe wijkjes trokken import aan.
De oude zekerheden van de kerk smolten weg. En wat nu het
opmerkelijke is, de import spant zich juist sterk in om het eigene
van het dorp Huisseling te behoeden. De import stimuleerde de
heroprichting van het gilde, en organiseert activiteiten voor de
jeugd. Het lijkt wel alsof hier de oude instelling van Huisseling
nog in doorklinkt, waar de oorspronkelijke bewoners volgden
wat de autoriteiten, de pastoor bepaalden. Het eigene van de
Huisseling lijkt samengebald in de Lambertuskerk, als hart in
een gemeenschap van 322 mensen.”
keent, kern zonder kernKeent is de merkwaardigste kern van de kernen in de gemeente
Oss. De Keentse huizen en boerderijen staan aan een rondgaan-
de dijkweg en vormen zo een grote cirkel. Om een lege ruimte.
Keent is dus een kern zonder kern. Maar dat wil niet zeggen dat
Keent leeg aanvoelt. Integendeel. Keent en de kern van Keent
zijn gevuld met ruimte, uitzicht, groen, aarde, lucht. Dat maakt
de kern van Keent juist weer zo bijzonder waardevol.
Keent is nog niet zo lang gekend in het Brabantse. Het was
eeuwenlang een Gelders dorpje, totdat de Maas van de zuidkant
naar de noordkant van Keent is verlegd. Dat gebeurt tijdens
de grote Maaswerken in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Na talloze dijkdoorbraken en overstromingen. Hier en daar
liggen bij de dijk van Keent wielen als herinneringen aan het
losgebroken water. De overstromingen van 1925/1926 geven de
doorslag voor de kanalisatie van de Maas. De beroemde ir. Lely,
van de Afsluitdijk, werkt het plan uit voor een nieuwe bedding,
sluizen en stuwen. Onderdeel van het plan is het dichten van de
grote bocht onder Keent, met het zand van de nieuwe bedding
boven langs. In 1938 is dit voor elkaar. Vier jaar later zijn alle
Maaswerken gereed. Het oude veer over de Maas, herkenbaar
aan het wachthuis op de dijk onder Overlangel, schakel in de verbin-
ding van Reek naar Balgoij, heeft dan geen nut meer. Er is nog een
tijdje een nieuw veer gebruikt, over de nieuwe Maas, als vanouds
naar Balgoij. De nieuwe snelweg maakt dit veer al spoedig overbodig.
Lang is er getwijfeld of Keent nu Gelders was en moest blijven of
Brabants moest worden. Door de verlegging van de Maas is het
logischer om dat laatste te doen. Maar pas in 1957 komt de wet tot
stand waarin Keent naar Brabant overgaat. Verderop langs de Maas
gebeurt precies het omgekeerde. Daar gaat Alem door verlegging
van de Maas van Brabant naar Gelderland. Duurt het doorhakken
van de knoop zo lang omdat het zo moeilijk went om van de ene
provincie naar de andere te gaan? Het is wel bekend dat familie-
banden en vriendschappen hinder hebben van de nieuwe barrière.
Inzichten in het omgaan met de rivier veranderen. Inmiddels is
de oude Maasbedding rondom Keent weer voor het grootste deel
uitgegraven. En heeft Keent een brug, niet naar Gelderland, gewoon
naar Brabant. Want we zijn gehecht aan deze groene stille kern,
die houden we hier.
lith, de naam is klein, de weesjes zijn groots Lith is het dorp aan de rivier, maar geeft dat niet graag toe.
Tenminste, als je van Oss af over de dijk komt, dan maakt de
weg bij de toegang van Lith een geweldige zwieper naar links,
naar rechts en weer links en vervolgens sta je op het marktplein
naar een dorpspomp, gemeentehuis, wat huizen en een rijtje
cafés te kijken. Wat dorp aan de rivier? Geen rivier in de verre
verte te bekennen. Je moet terug, een smal steil weggetje
omhoog en dan kom je pas op de dijk terecht, met zicht op
de rivier. Van de andere kant af is het niet veel makkelijker.
De doorgaande weg blijft ver van de dijk. Smalle weggetjes
voeren er naar toe. Dat heeft wel weer tot voordeel dat vooral
fietsers en wandelaars – die mogen overal door - van een
tochtje over de dijk kunnen genieten. Zij ervaren het best de
fraaie variatie van oude en nieuwe huizen op en aan de dijk,
groots en klein en het oer-Hollands ontroerend zicht op het
pontje dat de stroom doorkruist.
Lang geleden, toen er nog geen dijken en stuwen waren en de
Maas dan weer veel, dan weer weinig water voerde, kon je van
Lith af naar de overkant waden. Tenminste, ‘overtocht’ schijnt
een oude betekenis van de naam Lith te zijn. De ontwikkeling
van Lith heeft zich vooral aan de Brabantse kant afgespeeld,
de overkant is tamelijk leeg. Ook wel logisch, Lith ligt op een
natuurlijke min of meer ronde hoogte, veilig voor het water.
Een wirwar van kleine paadjes (in Lith ‘weesjes’ genaamd)
verbindt de woningen en boerderijen die verspreid over de
Lithse heuvel staan. Ze lopen achter tuinen langs en tussen
de erven door en geven een onverwacht intieme inkijk in het
dorp. Die paadjes afstruinen is een van de leukste dingen die
je in Lith kunt doen. Dat Lith wel wat te bieden had was in de
middeleeuwen bekend. In 1024 kwam het dorp met de lande-
rijen van de heerlijkheid Heerewaarden in het bezit van het
Luikse domkapittel. De kathedraal van deze kerk had drie torens,
torens die een plaats kregen in het Lithse gemeentewapen.
Een deel van de opbrengsten van Lith hield het domkapittel op
de been. En een dijk hield het dorp zo vanaf 1250 droog. In 1359
kreeg Lith een eigen bestuursreglement. Een soort dorpsraad,
toen al! Langzamerhand werd Lith een geheel zelfstandig
sturend dorpje dat tot omstreeks 1950 niet veel meer dan zo’n
1000 tot 1300 inwoners telde. Dat Lithoijen, Oijen en Teeffelen
er in 1939 aan toegevoegd werden hielp ook niet echt. Daar
woonde ook maar een haffeltje mensen. En dat Maren-Kessel
en ’t Wild er in 1958 bij kwamen was leuk, maar bracht meer
koeien en varkens mee dan inwoners. Met z’n allen zing je
het dan wel een tijdje uit, maar de boel loopt op een gegeven
moment muurvast. En zo kwam op 1 januari 2011 een einde
aan de zelfstandigheid en ging Lith op in grote buur Oss.
koolwijk groot en klein, verenigd rondom de heilige annaKoolwijk is een van de kleinste kernen van de gemeente, het
telt 180 inwoners. De argeloze voorbijganger ziet het niet maar
het is toch nog wel zo groot dat de bewoners zelf onderscheid
maken tussen Groot- en Klein-Koolwijk. De Annakapel staat in
Groot-Koolwijk maar verenigt heel Koolwijk in betrokkenheid.
Het kapelbestuur bestaat op de pastoor na uit Koolwijkers.
Zij zijn vrijwilliger in het kapelletje, nemen onderhoudsklussen
op zich en een aantal van hen zijn bij toerbeurt koster.
Heel regelmatig zijn er huwelijksvoltrekkingen of een doop
waar deze kosters bij assisteren. De intieme sfeer van het
kapelleke leent zich goed voor deze familiebijeenkomsten.
Bij de Annafeesten helpen nog veel meer Koolwijkers mee met
alles wat er komt kijken om dat grote evenement goed te laten
verlopen. Jaarlijks komen op het St. Annafeest wel zo’n duizend
tot vijftienhonderd gelovigen bijeen. Die worden na de heilige
mis in de open lucht naast de kapel opgevangen in een grote
tent, aan lange tafels. Het Annafeest is een traditie die
teruggaat tot begin 1500, toen er al een klein kapelletje stond.
In de 17e eeuw viel Brabant onder het protestantse noorden,
maar het Land van Herpen niet, daar bleef het katholieke geloof
onbelemmerd doorgaan. Het kapelletje in de Koolwijk stond op
de grens, goed bereikbaar voor katholieken uit Oss en omgeving
die aan hun geloof wilden vasthouden. Anna is door de tijd
heen met name aangeroepen door vrouwen die moeite hebben
om zwanger te worden.
Leven deed Koolwijk eeuwenlang van de landbouw en veeteelt.
Dat is sterk veranderd. Er zijn nog maar een handvol echte
agrariërs. Nieuwe eigentijdse activiteiten zorgen voor bron-
nen van inkomsten. Een manege sluit nog naadloos aan bij
de traditie. Boerengolf is een sport met een knipoog naar de
‘moderne mens’ die het buitenleven op zoekt voor ontspanning
en vermaak. Die kan in Koolwijk ook mountainbikes huren en
aan outdooractiviteiten deelnemen. De bewoners van Koolwijk
overlopen elkaar niet maar zijn sterk betrokken bij hun gemeen-
schap. Iedereen neemt deel aan de buurtvereniging en helpt
bij de organisatie van goed bezochte fietstochten, bowlings en
speciale kinderactiviteiten. De betrokkenheid op de omgeving is
groot, het agrarisch landschap en Herperduin gaat aan het hart.
Ook de betrokkenheid op Herpen is groot. Dat geldt andersom
ook, heeft Koolwijk iets bijzonders dan is Herpen er bij. Het door
Koolwijker Geert Castenmiller ontworpen en gemaakte beeld
bij het Annafeest is daar een mooi voorbeeld van. Het beeld is
een samengebalde voorstelling van het eigene van Koolwijk:
een korenaar steekt er hoog uit, beelden van koeien zijn zicht-
baar, omringd door vele cirkels, zij stellen het gesloten dorp
voor maar de cirkels zijn tegelijk open, de Koolwijkers staan
open voor de wereld om hen heen, met het beeldje van
St.Anna als patrones in hun midden.
megen kei-verlegenOmringd door groen ligt Megen dromerig bij de Maas. De dijk
ligt beschermend om het stadje heen. Beschermend tegen
stijgend water maar ook tegen oprukkende stedelijke ontwik-
kelingen. Zo was er omstreeks 1970 serieus sprake van de aanleg
van een snelweg langs Megen, met een brug over de Maas.
Maar die plannen zijn tegengehouden. Veel bewoners van het
stadje zagen liever de rust bewaard, dan de komst van verkeer
en industrialisatie. Maar indommelen kunnen de Megenaren
niet. Jaarlijks passeren zo’n 400.000 automobilisten en 50.000
tweewielers het stadje voor een overtocht met de pont. Dat
klinkt veel maar dat is maar hoe je het ziet. Een drukke weg in
Oss haalt dat in 20 dagen. Maar het is voldoende om telkens
opnieuw plannen voor een snelweg en brug opnieuw tegen de
dijk te laten klotsen. Zeker in de aanloop naar de verbreding
van de N329 (‘de Weg van de Toekomst’, gereed in 2013), toen
kwamen die plannen weer op tafel. Maar verder niet. Op een
paar kilometer afstand van Megen stopt de verbreding, Megen
blijft aan de smalle uitloper liggen die gewoon bij het pontje
uit komt.
Veel kleine middenstanders hebben het niet gered in Megen.
Een enkel winkeltje levert nog wat kruidenierswaren. En in
gemeenschapshuis Acropolis is Bakkerij Antoon en Frans te
vinden, een nieuw initiatief waar mensen met een beperking
heerlijk brood leveren. Veel voormalige winkels en woningen
zijn ingenomen door inmiddels wel een tiental kunstenaars,
galeriehouders en bric-a-bracverkopers. Die voelen zich aan-
getrokken door de verstilde sfeer die er over de straatjes en
pleintjes ligt. Landelijk is het er, landerig, dromerig, ingetogen,
verlegen zelfs. Verlegen? Ja. Kei-verlegen komt Megen over.
Zelfs de kloosterordes van het stadje zijn van het ‘heel verlegen’
soort, Clarisser-slotzusters en Franciscaner broeders die contact
met de buitenwereld zoveel mogelijk mijden.
Het stadje heeft misschien teveel klappen gehad in de loop van
de tijden. Het moet ooit mooi begonnen zijn. Al in prehistorische
tijden ontdekten de mensen dat de ondiepten hier in de bocht
van de Maas de rivier gemakkelijk oversteekbaar maakten. De
natuurlijke hoogte waar de rivier om spoelde bood een veilige
woonplek. Zo groeide het strategisch gelegen nederzettinkje
langzaam uit tot een belangrijk oord dat al in 1357 stadsrechten
verkreeg en eigen – gouden - munten mocht slaan. Een groot
kasteel verleende extra cachet aan Megen.
Maar de strategische ligging bracht ook veel oorlogs-ellende.
In de middeleeuwen, in de Tachtigjarige oorlog en daarop
volgende oorlogen zaaiden troepen van vreemde en eigen
heersers dood en verderf en verwoesting. Dat wierp het stadje
telkens ver terug. De dynamiek van het moderne leven leek
vervolgens aan het stadje voorbij te gaan. Moedeloosheid
leek hier wel een plaats te vinden. Als het wat was, werd het
toch afgebroken. Bukken en dekking zoeken, keer in je zelf,
bescheidenheid en verlegenheid kwamen als een deken over
Megen te liggen. De vacature voor de post van brutale
Megenaar staat al heel lang open.
lithoijen, grootse dromen in een dromerig dorp Welke grootse droom over de toekomst van dit dorpje moet er
rond 1900 door de hoofden van bestuurders kerk en klooster
hebben gedwaald? Kan dat besmettelijk zijn geweest en ook de
burgerbestuurders van Lithoijen aangestoken hebben? Er moet
ruim een eeuw geleden een zindering van grote verwachtingen
in de lucht hebben gehangen in dit dorpje van toen, pak hem
beet 750 inwoners. Hoe is anders te verklaren dat het hart van
Lithoijen, het Prelaat van den Berghplein, afmetingen heeft waar
de Heuvel in Oss niet veel voor onder doet? Aan de zuidkant
vormt de gevel van het Norbertusklooster van de Zusters van
JMJ uit 1884 een fraai decor. De neogotische St. Remigiuskerk er
tegenover is opgetrokken in 1902 en geeft met zijn forse schip
het langwerpige plein een stevige wand aan de noordkant.
Was deze grootse bouw de inspiratie voor de burgemeester
en raad om een nieuw gemeentehuis te willen? Ze keken
misschien met enige afgunst naar de triomfantelijke religieuze
bouwdrift. Hoe dat ook zij, met pijn en moeite kon er in 1906
geld bijeengeschraapt worden voor de bouw van een nieuw
gemeentehuis. Het sluit het plein mooi af aan de kopse kant,
maar is wel aandoenlijk kleiner dan de gebouwen van de kerk.
Een warreling van straten en straatjes omgrenst het plein.
Meestal een stille plek, zo stil en rustig als de rest van Lithoijen.
Maar een weekeinde in juli davert er muziek over heen en
drijven wolken hamburger-lucht rond. Het Aktie-fix-festival is
dan gaande. Een geweldig evenement met optredens van lokale
en regionaal bekende bands, waarvan de opbrengst bestemd is
voor logeerweekeinden van gehandicapte jongeren. De stichting
doet dat al meer dan 40 jaar. En daar zit een kracht van Lithoijen
die zeker groots genoemd kan worden. De onderlinge band
in het dorp wordt alom geroemd. Buurtcentrum Avanti is al
vele jaren de kern waar actievelingen in het vrijwilligerswerk
elkaar vinden, waar de Lithoijense jongeren elkaar treffen en
waar ook cultuur geproduceerd wordt, met kleine c maar ook
vaak met grote C. Toneelvereniging Eendracht Maakt Macht
bestaat al sinds 1925. Toen heette het eigenlijk Oefening Kweekt
Kunst maar omdat de inwoners van Lith zo flauw waren daar
Toneelvereniging O Knor Knor van te maken is de naam na een
paar jaar aangepast in EMM. Het ging wel eens beter en minder
met EMM, maar dat is niet vreemd bij een vereniging die zo lang
bestaat. Het gaat ook al jaren heel goed, met toneelproducties
in Avanti maar ook regelmatig buiten, op locatie in het dorp.
Dat geeft een heel aparte sfeer, voor spelers en bezoekers.
Grootse dromen kunnen vorm krijgen in Lithoijen!
oijen, wachten op de landingOijen, dorp met een lieflijk aanzicht zoals het zich toont aan de
Maasdijk. Prachtige woningen, links en rechts op en onderaan
de dijk. Tussen de oude dijkwoningen staat verrassend een
gigantische villa uit het begin van de vorige eeuw. Moderne
woningen zijn geplaatst aan de binnenvoet van de dijk. Oude
woningen op de dijk, lang en smal, laten met een peilsteen in
de gevel zien hoe hoog ooit het water van de Maas kon komen.
Het kruisbeeld markeert de T-splitsing waar de Bernardweg
naar beneden aftakt. Oijen aan de dijk is mooi!
Maar dan, sla de brede Bernardweg in. De woningen staan ver
naar achter, een leeg gevoel ontstaat waar je een dorpshart zou
verwachten. De moderne Servaaskerk uit 1968 is een verrassing.
Er heeft hier vast een 19e eeuwse neogotische voorganger ge-
staan die niet meer voldeed. Deze Servaaskerk is dan wel recent
gebouwd maar heeft beslist stijl. Er naast gaapt een treurige
vlakte, waar enkele jaren geleden de slachterij van DUMECO te
vinden was. Een grote en markante fabrikantenvilla is het enige
dat overbleef van het bedrijf. De vlakte wacht op de landing
van een nieuwe woonwijk en multifunctionele accommodatie.
Die mfa is heel welkom in Oijen. Het dorp telt dan maar goed
750 inwoners, het aantal verenigingen is in verhouding enorm.
Paradepaardje DIOS Show- en Drumfanfare, een stuk of twintig
carnavalsgroepen, voetbalclub OVC ’63. Iedereen in Oijen moet
wel lid zijn van een paar clubs. De economische terugslag maakt
dat het invulplan voor Oijen bescheidener moet worden dan
eerst gedacht. En het zal langer duren met bouwen.
In dat dorpshart van Oijen zijn trouwens nog een paar opmerke-
lijke fenomenen te vinden. Snackbar Wimke in het witte keetje
is daarin wel een topper. Van de dijk af staat het keetje wat
lager aan een klein pleintje, zomers handig om even een ijsje
te halen als je langs fietst. Verder is Wimkes friet een begrip in
Oijen. Er dicht bij staat een somber ogend, fors gebouw. Hierin
is de Melting Pot te vinden, de Melting kortweg, een jongeren-
soos die niet alleen de jongeren uit Oijen trekt, maar jongeren
uit de wijde omgeving. Het bijzondere ervan is dat de Melting
door spontane actie van Piet Verhoeven uit Oijen is ontstaan,
al in 1974. Hij was lid van de KPJ maar vond dat die te elitaire
activiteiten organiseerde. Een jongerensoos met activiteiten van
en voor de jeugd van 14 tot 26 jaar, in Oijen zelf, dat leek hem
aansprekender. En gelijk had hij. Een stel handige jongens met
een pick-up, een paar boxen en een stapel platen verzorgden
met veel succes de eerste disco-avonden. Die werden allengs
professioneler. Naast de disco-avonden zijn de voetbalwed-
strijden tegen de teams van de jongerensosen van ’t Trepke uit
Megen, de Pub in Haren en de Vlaam uit Demen van die dingen
waar veel lol aan is beleefd.
Oijen hoopt dat de nieuwe woningen en nieuwe bewoners
zullen zorgen voor meer jeugd in het dorp. Van groot belang
om leven in de brouwerij te houden. Even buiten Oijen is
trouwens aan de dijk een echte brouwerij te vinden. En wie
niet van sterke drank houdt, kan in Oijen bij Tea-Time terecht
voor een kopje thee.
neerloon zorgt zelf voor de samenhang Haaks op de Maasdijk voert de Loonsestraat Neerloon in.
Het Heilig Hartbeeld, hoogstaand op de dijk, werpt een
zegenend gebaar over het dorp. Niet ver na de St. Victorkerk
waaiert Neerloon links en rechts uiteen. Naar links draait de
Grafstraat in een halve cirkel naar de dijk terug, een herinnering
aan de middeleeuwen waarin Neerloon als een eiland door de
Maas omspoeld werd? De Staaijstraat loopt rechtsaf, met de dijk
mee. Een straat met een bijzondere naam. Het verhaal gaat dat
‘staaij’ teruggaat naar de romeinse tijd en van het latijns ‘statio’
komt, een plaats bij de Maas gemakkelijk over te steken was.
Dat zou goed kunnen, de Maas was een grillige rivier, met veel
ondiepe plekken. Maar bij veel regen- of smeltwater of ijsgang
kon de Maas onheilspellend aanzwellen en kwam dan wel
door of over de dijk, met grote schade tot gevolg. Het kerkje
bijvoorbeeld raakte zwaar beschadigd bij de overstroming van
1820. Zo beschadigd dat herbouw nodig was. Alleen de onderste
helft van de toren kwam van pas in de nieuwe kerk, degelijk
gemaakt als het was van zware blokken middeleeuws tufsteen.
Een welluidend orgel van de Reekse orgelbouwer Smits vormde
een kroon op het werk.
Neerloon telt nu ongeveer 224 inwoners, het is altijd een kleine
gemeenschap geweest die leefde van de landbouw. Met de
moderne tijd is dat sterk veranderd, er zijn nog maar een stuk
of tien echte agrarische bedrijven actief. De meeste boerderijen
zijn woonhuizen geworden, de bewoners komen vaak van elders
en werken ergens anders. Een risico voor de samenhang in een
dorp, ook al omdat allerlei gemeenschappelijke voorzieningen
wegvallen omdat er te weinig draagkracht voor is. De eigen
lagere school is al jaren geleden gesloten en veranderd in een
paar prettige huizen. Winkels zijn er niet in Neerloon. Trefpunt
café De Eg naast de kerk is niet meer. Hoe vind je elkaar dan nog?
De kerk is eveneens van oudsher samenbindend maar de
kerkelijkheid is sterk afgenomen. Ondanks dat kan de kerk
op veel vrijwilligers rekenen die zorgen voor het bestuur, het
onderhoud, de avondwakes, het koor, misdienaars. En hier
valt in Neerloon iets op. Er zijn hier geen instituten nodig om
de betrokkenheid op elkaar, op het dorp overeind te houden.
De bewoners pakken dat zelf op, zonder elkaar te overlopen.
Er is een dorpsvereniging die voor allerlei leeftijden allerlei
soorten activiteiten organiseert, van jeu de bouleswedstrijden,
bingo- en kaartavonden, fietstochten, muziekfeestjes voor
jongeren, recreatieve volleybalwedstrijden, tot de kerstboom-
verbranding en nieuwjaarsborrel. En eens in de vijf jaar een echt
groot feest. Een grote tent in de wei als centrale ontmoetings-
plek, muziek met harmonie OBK en de eigen kapel KON (kapel
Overlangel-Neerloon), een gezamenlijk ontbijt, een mis, feest.
En zo houdt Neerloon op eigen initiatief de sfeer, de samenhang
en de leefbaarheid overeind.
ravenstein, verheven stadje Open deur: Ravenstein is een mooi stadje. Het centrum telt
vele monumentale panden, vaak voornaam groot, soms klein.
De straten met kinderkopjes. De barokke St.-Lucia-kerk. Het
hervormde kerkje, mooi van eenvoud. De grachten, omzoomd
door de groene bolwerken. De hoog oprijzende molen de
Nijverheid. Denk de auto’s weg uit het stadje en je waant je
een eeuw terug in de tijd. Ravenstein bij kaarslicht is nog
mooier. Dat is een feeëriek evenement in december waarbij in
het hele stadje het kunstlicht uit gaat en duizenden kaarsen in
huizen en tuinen aan. Kerstkoren en kerstmarkten verhogen
de sfeer. Ravenstein zou altijd bij kaarslicht te zien moeten zijn.
Naast de sfeer van het monumentale, lijkt in Ravenstein nog
iets anders in de lucht te hangen. Waar zit het bijzondere van
Ravenstein in? De stenen of de mensen?
Ravenstein is een van de drie echte steden in de gemeente Oss.
Echte steden zijn geen grote hoeveelheden huizen en fabrieken
bij elkaar. Echte steden kregen in de middeleeuwen stadsrechten.
Een bijzonder voorrecht voor de inwoners. Met voordelen in
handel en belastingen, recht op eigen rechtspraak en eigen
bestuur. Ravenstein kreeg die rechten in 1380, Megen in 1357
en Oss in 1399. Opvallend: Ravenstein is pas in 1360 ontstaan.
In maar twintig jaar tijd ontwikkelt het zich zo sterk dat het al
de verheven status van stad kan verwerven. Dat is bijzonder.
Megen en Oss slagen er pas na honderden jaren bestaan in
een officieel goedgekeurde echte stad te worden. Het meest
schrijnend is de opgang van Ravenstein misschien wel voor de
inwoners van Herpen. Want uit dit plaatsje is Ravenstein voort-
gekomen. Hier had heer Walraven van Valkenburg een kasteel
staan. Maar de toenemende handel over de Maas bracht hem
op het idee om vanaf 1355 tol te gaan heffen. De Maas stroomde
toen nog vlak langs de dijk, bracht de schepen onder zijn hand-
bereik. Misschien trokken niet alle schippers zich iets van hem
aan. Walraven brak zijn kasteel in Herpen af en bouwde met de
stenen een nieuw kasteel aan de Maas. Het stein van Walraven,
Ravenstein. Dat was een zichtbaar teken van macht. Niet te
passeren door de schippers. En Ravenstein bloeit op. De neder-
zetting bij het kasteel groeit mee, wordt stad. Herpen blijft dorp.
Het is nooit meer helemaal goed gekomen tussen de twee.
Het lijkt wel of deze middeleeuwse bijzondere prestatie van
de Ravensteiners iets te weeg heeft gebracht, een verheven
gevoel van eigenwaarde, dat de bewoners is blijven aankleven.
Eeuwenlang was Ravenstein zelfstandig gebied, Land of ook
wel Heerlijkheid van Ravenstein genoemd. Dat draagt ook vast
bij aan een positief zelfbeeld. In 1805 eindigt de zelfstandigheid.
Ravenstein komt binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Maar
niet van harte. Er moet een weerbarstige sfeer hebben gehangen.
In 1818 wordt het kasteel met de grond gelijk gemaakt, om
duidelijk te maken dat eigen macht en zelfstandigheid voorgoed
verleden tijd zijn. Stenen kunnen gebroken worden, de geesten
niet. Officiële bestuurders, van buitenaf benoemd, doen het
niet gauw goed. Ravensteiners bepalen liever zelf de richting
die ze moeten gaan. Tot op de dag van vandaag. Dan mogen
onwelgevallige burgemeesters gaan of legt een Dorpsraad er
het bijltje bij neer.
Maar ach, als je het stadje bezoekt, hindert dat allemaal niet.
Dan is het gewoon een prachtig stadje.
‘t kan niet wild genoeg…Heel de gemeente Lith kwam in 2011 over naar Oss, dat is het
bekende resultaat van het instorten van deze kleine bestuurlijke
eenheid. De meeste inwoners van Lith hebben zich ook wel met
de gedachte verzoend dat ze bij Oss horen. En de gemeente Oss
kon ook laten zien dat ze het goed meent met de kleine kernen
die ze bestuurt. Er is een dorpsraad ingesteld die serieus kan
meedenken over alles wat hun gebied aan gaat, er is meer
geld voor onderhoud van de wegen, het groen, de scholen.
De inwoners van de vroegere gemeenten Berghem, Megen
en Ravenstein zijn daarom best wel tevreden met het nieuwe
bestuur. Nou ja, in Berghem blijft het meer steken dan in de
andere gemeenten. Maar in Lith was een kern die hardnekkig
verzet bleef bieden aan de plannen voor de samenvoeging
met Oss en dat was ’t Wild. Bijna 85% van deze 300 inwoners
tellende gemeenschap meldde in een enquête liever bij
’s-Hertogenbosch te komen. Waar zou dat aan hebben gelegen?
De gemeente Oss had het toch goed voor met de kernen. Oss
koestert het dorpse karakter in toekomstplannen en maakt
zorgvuldige inbreidingsplannen, met woningen in maat en
omvang die passen bij de kern, als het kan ook nog met speciale
regelingen voor jonge starters. Wilden de inwoners van ’t Wild
dat allemaal niet? De bewoners hadden vast en zeker een sterke
band met nabije buur ‘s-Hertogenbosch omdat ze daar werken,
uitgaan, hun boodschappen doen of op school zijn geweest.
Het zal ook duidelijk geweest zijn dat een samenvoeging met
die buur het levensgrote risico met zich meebracht dat ‘t Wild
binnen de kortste keren een tweede ‘Empel’ kan worden. Aan
alle kanten ingebouwd met modernistische huizen, megagrote
doehetzelf-tuinzaken en wie weet wat voor kantoren van de
toekomst? Maar wacht eens, misschien is dat de verklaring?
Wilde ’t Wild eindelijk af van een eeuwenlang bestaan als
gehucht? Wilde ’t Wild zijn onopvallende verleden afschudden,
dat ooit rond 1300 begon als een ontginning van woeste ‘wilde’
gronden voor een handvol mensen, toen de eerste Maasdijk
dit uithoekje van het Brabantse land bewoonbaar maakte?
Het begon toen als een gehuchtje en dat bleef het ook. Na 500
jaar (in 1850) stonden er nog maar 10 woningen, weer een eeuw
later was dit aantal net verdubbeld. En toen kwam de Tweede
Wereldoorlog, die grote rampspoed voor ’t Wild meebracht. In
oktober 1944 trokken de geallieerde troepen op naar Den Bosch
en vormde de Maas tot aan het einde van de oorlog een frontlijn
tussen bevrijd en bezet Nederland. Op 3 oktober 1944 staken de
Duitsers op de terugtocht alle huizen in brand. Beschietingen
over en weer over de Maas verwoestten de laatste resten van
de woningen van ’t Wild, woningen die vooral aan de dijk
stonden. Na de oorlog is er een nieuw ’t Wild gebouwd voor de
bewoners, niet meer op de oude plekken aan de dijk. Er kwam
een nieuw dorpje, wat meer landinwaarts, modern voor die tijd.
Verwoesting en opbouw, ’t Wild weet wat dat is. Een toekomst
met een gemeente Oss die het gezapige dorpse karakter wil
handhaven was kennelijk niet wild genoeg, ’t Wild was toe aan
nieuwe, grootse ontwikkelingen!
Postadres gemeente Oss
Postbus 5
5340 BA OSS
f. [0412] 642 605
i. www.oss.nl
meer informatiewww.logistiekplatformoss.nl
www.krachtvanoss.nl
www.datisoss.nl
colofon
Uitgave: gemeente Oss
Ontwerp: Kristel Hendriks
afdeling Reprografie gemeente Oss
Tekst: afdeling Communicatie
en Paul Spanjaard
Foto’s: Chris Perreijn
Druk: afdeling Reprografie gemeente Oss
Derde geheel herziene druk, zomer 2013
Oplage 250 expl.
adressen
vvv noord-oost brabantkantoor Oss
Molenstraat 65, 5341 GC Oss
Telefoon [0412] 633 604
i. www.vvvnoordoostbrabant.nl
museum jan cunenMolenstraat 65, 5341 GC Oss
Telefoon [0412] 629 328
Geopend di t/m zo van 12.30 - 16.30 uur
i. www.museumjancunen.nl
stadsarchiefPeperstraat 12, 5341 CZ Oss
Telefoon [0412] 629101
Geopend di t/m do van 10.00 - 16.00 uur.
i. www.stadsarchiefoss.nl
gemeente oss: publieksvoorlichtingRaadhuislaan 2
Telefoon 14 0412
Geopend ma t/m vr 9.00 - 16.00 uur, do
9.00 - 19.00 uur
informatie over bedrijfsvestiging:Afdeling Ondernemerszaken
Telefoon 14 0412
Geopend ma t/m vr 8.30 – 17.00 uur
i. www.oss.nl/ondernemen