Gemaakt door: Veerle Tetteroo

dans

Hallo,

waarom heb ik het gekozen? Ik heb dit onderwerp gekozen om dat ik zelf op de ballet en dansschool Leidschendam zit. Ik zat op klassiek ballet en zit op streetdance. Verder wist eigenlijk nog niet zoveel van dans. Er zijn heel erg veel dansen, heel vroeger dansten ze ook al, bijvoorbeeld om hun goden te vereren. Nu dansen we nog steeds, dus dansen bestaat al heel erg lang. Ik hoop dat je door dit werkstuk meer te weten komt over de dans. Heel veel leesplezier!

Inhoud

1. Geschiedenis

2. Klassiek ballet

3. Streetdance

4. Flamenco

5. Tapdansen

6. Samenvatting van andere dansen

7. Bekende dansers en choreografen

8. Wat heb je nodig

Bronvermelding

Slotwoord

1. Geschiedenis

De oudste dans Men weet eigenlijk niet wat de oudste dans is. Al in de prehistorie danste men, bijvoorbeeld om hun goden te vereren, daar zijn we achtergekomen door muurtekeningen. Indianen dansten ook, om hun goden te veren, om de zieken beter te maken, ze deden een regendans of een krijgersdans. Dus eigenlijk: zolang de mensheid bestaat, bestaat er dansen. Middeleeuwen In de Middeleeuwen wilde de kerk niet meer dat er gedanst werd, de kerk vond dansen zondig. Maar tot aan de middeleeuwen was dansen in de kerk gewoon. Als er dan gedanst werd waren dat meestal rustige dansen ter ondersteuning van het gebed. Dit waren de cirkeldans, de processiedans n de labyrintdans. In de middeleeuwen zelf vonden ze de bijvoorbeeld de dodendans te uitbundig en met te veel gevoel. En dat was een van de redenen dat ze dachten dat die dans van de duivel kwam. En zo werden er meer dansen verboden en verbannen. Het volk en de adel bleven buiten de kerk doordansen. Het verschil in dansen tussen het gewone volk en de adel was, dat de adel de dansen verfijnden. Zo ontstond het hoofse dansen, de enige lichaamsdelen die elkaar dan raakten waren hooguit de vingertoppen. Door de vele kleding van de dames en de heren van adel konden de dansen ook niet zo wild zijn. Na 1450 werd het dansen eindelijk weer populair, ondanks het gemor van de kerk. Tegenwoordig zijn er heel erg veel dansstijlen en elke stijl heeft zijn eigen oorsprong en eigen geschiedenis. Verder zal ik in mijn werkstuk ingaan op een paar dansen waarbij de oorsprong en geschiedenis ook verteld wordt.

2. Klassiek ballet

Het woord ballet is ontstaan uit het Italiaanse woord ballare, dat betekent dansen.

Koning Lodewijk de Veertiende Wat wij nu ballet noemen was vroeger hofballet. In de 16

e eeuw was hofballet erg in,

vooral in Italië en Frankrijk. Koning Lodewijk de Veertiende (hij regeerde van 1643 tot 1715) hield heel erg van dansen. Hij hield ook van feesten geven. Hij gaf vaak hele grote feesten met muziek, dans en zang. Er werd veel gedronken en gegeten. De koning danste dan ook zelf mee. Dus door koning Lodewijk de Veertiende werd ballet heel erg populair. De koning richtte in 1661 de ‘Académie Royale de la Danse' op. Het was een groep van de allerbeste (beroeps) dansers. Zij moesten alles wat ze wisten aan andere dansers leren. Toen werden de technieken heel snel veel beter. Wat later gingen de Franse dansers ook ik andere landen lesgeven, daardoor zijn er veel Franse danstermen. Al was koning Lodewijk de Veertiende te oud voor dansen, hij hield er nog steeds van en ging dus vaak naar dansvoorstellingen. In die tijd danste iedereen nog heel stijfjes en precies. Lodewijk XIV

Alleen voor meisjes? Veel jongens nu vinden ballet maar meisjesachtig en stom, maar vroeger was dat heel anders! Toen mochten meisjes niet eens dansen. Alle rollen werden door mannen gepeeld. Zelf de rol van een vrouw werd door een man gespeeld. Pas later mochten er ook vrouwen het toneel op. Ballerina’s Later mochten er ook vrouwen op het toneel. De ballerina’s (balletdanseres) droegen hele lange rokken tot op hun enkels. Maar daar konden ze dus niet zo goed mee springen. Daar maakte Marie Camargo een einde aan. In 1721 knipte zij een stuk van haar rok af zodat ze ook mooie sprongen kon maken. Doordat ze dat deed zag je haar onderbenen en daar schrok de hele wereld van: je kon je onderbenen echt niet laten zien in die tijd! Dat was ongehoord. Net als iedereen danste Camargo heel technisch. Maar in 1830 vonden dichters, muziekanten etc. al dat gezeur over techniek maar vervelend. Zij wilden liever een soort fantasie wereld. Daardoor is een wat meer romantische balletstijl ontstaan. Het verhaal ging over fantasie en sprookjeswerelden met elfen en feeën. Ballerina’s droegen een lange soepele tutu (gemaakt van tule) met een erg strak bovenlijfje. Ook werd er bovenop het puntje van de tenen gedanst, zo leek het net of de dansers zweefden. Alles, in het hele ballet draaide om de ballerina. Het soort romantische balletten uit die tijd zijn: 'La Sylphide' (1832) en ‘Giselle’ (1841). Klassiek ballet Rusland was ook een belangrijk land in de balletwereld. Daar kreeg niet de ballerina maar juist de mannelijke danser een erg belangrijke rol in de stukken. De danstechnieken werden eind 19

e eeuw

een stuk ingewikkelder en moeilijker. Er zijn in de 19e eeuw veel beroemde stukken gemaakt zoals:

‘het Zwanenmeer’ (1877), ‘Doornroosje’ (1890) en ‘de Notenkraker’ (1892). De ballet vorm die ze in Rusland gebruikten kennen wij nu als klassiek ballet. In klassiek ballet wordt een verhaal verteld, meestal in vier of drie akten (delen, gedeeltes). Ballerina’s droegen korte wijde tutu’s. Ballet is van veel dansen de basis. Dus als je ballet kan, kan je ook snel andere dansen leren. In Nederland kenden we honderd jaar geleden nog geen ballet. Pas toen er een Russisch dansgezelschap naar Nederland kwam veranderde dat.

Houdingen en standen Er zijn veel Franse danstermen doordat er vroeger allemaal Franse dansleraren door Europa trokken.

Er zijn vijf basisposities met je armen en je benen. Hier zie wat je met je voeten moet doen: Positie 1. Met je hielen naast elkaar. Positie 2. Met je voeten naast elkaar met een voetlengte ertussen Positie 3. De voeten zo tegen elkaar dat de benen voor elkaar staan Positie 4. De voeten voor elkaar met een voetlengte ertussen. Positie 5. De voeten naast elkaar zodat een hiel tegen de tenen van de andere voet staat.

Hier zie je wat je moet doen met je armen (en voeten):

Positie 1. Armen voor Positie 2. Armen opzij Positie 3. Armen omhoog

Een paar andere standen zijn: Plié Stand met gebogen knieën. Het komt van het Franse woord plier. En dat betekent buigen. Er zijn demi (halve) pliés en grands (hele) pliés. Ofwel: kleine en grote kniebuigingen. Battement Dan moet je, je been uitstrekken. Als er naar battement tendu wordt gevraagd moet je, je been naar voren, naar achteren en opzij uitstrekken. Tot de punt van je tenen de vloer raakt. Bij grand battement moet je, je been zo hoog mogelijk uitstrekken. Arabesque Je moet op een been staan en je andere been naar achteren bewegen. Er bestaan veel arabesques, het is een hele belangrijke balletpositie.

Pirouette Een voet blijft op de grond staan en met de rest van je lichaam draai je rondjes. Een goede danser kan dit wel tien keer doen zonder dat hij opnieuw afzet. Er zijn verder nog veel meer standen! Maar als ik ze allemaal ga uitleggen dan kan ik er een heel werkstuk over maken!

3. Streetdance De naam Streetdance zegt het eigenlijk al: Streetdance is begonnen op straat. Streetdance begon op de straten in de steden in Amerika, later kwam het ook naar Europa.

Geschiedenis

Streetdance is in de jaren ’80 ontstaan in de achterbuurten in New York, daar werd veel gedanst. In Europa was Streetdance pas bekend in de jaren ’90. De dans is op straat ontstaan, vandaar de Streetdance (straatdans). Er waren drie dingen belangrijk voor het ontwikkelen voor van Streetdance zoals we dat nu kennen. Rappen, dat is een soort praat zingen op muziek. Acrobatic jazz, dat is een dansvorm, deze is later verwerkt in het Streetdance dat we nu kennen. Deze dansvorm is ook ontstaan in een van de achterbuurten in New York. En een Dj genaamd Koo Hurc bedacht scratchen, een ritmische beat zetten onder de muziek, om de muziek te ondersteunen. De Streetdance die we nu kennen heeft veel invloed gehad op mode, graffiti, Dj’s, etc. De dans Veel jongeren vinden Streetdance leuk. Het is een dansvorm die bestaat uit combinatie van jazzdance en aerobics. Sommige mensen zien Streetdance als een sport. Er zijn bepaalde bewegingen waar je steeds leniger van wordt. Er zijn in Nederland ook sportscholen waar ze Streetdance les geven. Dus niet allen in dansscholen wordt Streetdance gegeven. Je houding en conditie zijn heel erg belangrijk. Er wordt (meestal) op snelle en moderne muziek gedanst. Meestal op hiphop nummers. De bewegingen op snelle muziek zien er flitsend uit. Voor Streetdance moet je een heel goed ritme gevoel hebben, een goede techniek hebben en goed kunnen dansen! Concerten en videoclips Veel bekende popsterren gebruiken Streetdance in hun concerten of videoclips. Doordat Streetdance zo vaak wordt gebruikt in videoclips en concerten vinden steeds meer mensen het leuk en wordt het steeds populairder. Janet Jackson gebruikt veel Streetdance in haar videoclips en haar broer Michael Jackson gebruikte het ook vaak. Verder zie je het bij nog heel veel andere sterren. Veel Streetdance die je ziet is heel ingewikkeld maar op lessen gaat het gewoon van makkelijk naar moeilijk. Zoals altijd!

4. Flamenco baile De naam Flamenco is een Spaanse dans, maar toch is hij vernoemd naar de Vlamingen. In de 16

e eeuw was Karel de vijfde een heel machtige man. Hij

werd in 1500 geboren in Gent, in België. In 1516 werd hij koning van Spanje, dat was toen nog veel groter dan nu. In 1517 woonde hij ook in Spanje. Hij bracht enkele mensen uit zijn geboorte land mee. Dat waren dus Vlamingen, de Spanjaarden noemden ze Flamenco’s. Op een gegeven moment dachten de Spanjaarden dat de dans op muziek, met handgeklap, gitaren en castagnetten populair was geworden door de Vlamingen (Flamenco’s) die de koning had meegebracht. Daarom hadden ze de dans naar hen vernoemd. Er gaat ook een verhaal rond dat het door de zigeuners kwam. Die reisden en dansten en door dat reizen kwamen er verschillende dansen en liedjes bij elkaar met de Spaanse cultuur en zo ontstond de flamenco. En ze denken dat de naam kwam van het woord fellah mengu. Dat betekent vluchtende boer, dat zijn dus de zigeuners. De geschiedenis In de Flamenco vind je Spaanse, Byzantijnse, Sefardische (joodse) en Moorse invloeden terug. Later had Cuba ook invloed op de flamenco. De fandango (een dans van de flamenco) had op daar danspassen opgepikt die Europeanen erg ongepast vonden. Dansen als de fandango, de chacon en de zarabanda (allemaal dansen van de flamenco) werden toen verboden in Europa, dus ook in Spanje. Vanaf de 16

e eeuw kan je in de Spaanse literatuur en muziek de Gitano danser terugvinden.

Van1869 tot 1910 waren de gouden jaren van de flamenco, toen werd de dans heel populair. De dans ontwikkelde zich snel in de “cafés cantantes”, dat waren nieuwe openbare betalende optredens. Dansers werden grote publiekstrekkers, ook de gitaristen kregen een goede reputatie. Eigenlijk is voor de Flamenco de zang(cantate), de muziek(palos) en de dans(baile), alle drie de onderdelen erg belangrijk. De dans De dans is te herkennen aan de trotse, rechte houding van de dansers, de felle gevoelens, levendig gebruik van de armen, ritmisch handgeklap en stampen van de voeten. De originele Flamenco(puro) vind je nog bij de zigeuner huwelijken, in deze vorm wordt er meer geïmproviseerd. En de dans wordt ook min of meer solo gedanst. Bij de Flamenco classico die nu veel meer gedanst wordt is de houding nog steeds kaarsrecht, maar worden de heupen minder gebruikt en hebben de armen meer de posities als in ballet. Het is een zeer technische dans, de nadruk ligt op zeer snel voetenwerk die zeer precies moet worden uitgevoerd. De dansers kunnen voor de dans gebruik maken van sjaals, waaiers en castagnetten.

Tegenwoordig zie ook steeds meer de Flamenco nuevo, het verschil met de andere stijlen zit niet zo zeer in de dans, maar meer in het gebruik van de kleding en het niet gebruiken hulpmiddelen. Wat ook heel anders is dan bij andere dansen, is de leeftijd. Voor de Flamenco geldt juist dat hoe jonger je

bent, hoe minder geschikt je bent voor de dans. Om deze dans goed uit te kunnen voeren moet je ouder zijn. Men gaat er vanuit dat voldoende levenservaring moet hebben om de Flamenco goed te dansen. De beste Flamenco danser zijn dan ook tussen de 30 en 50 jaar oud, bij de andere dansvormen ben je dan allang met pensioen.

5. Tapdansen Tappen is Engels voor tikken. Je tikt met de metalen plaatjes onder je schoenen op de grond en dan krijg je een “tap” geluid. Geschiedenis Het tapdansen is ontstaan in Amerika, meer dan honderd jaar geleden. Het is ontstaan uit de dans van voormalige slaven. In die dans zie heel veel ritme en gestamp met je voeten. Die dans werd samengevoegd met de dans van Ierse immigranten, zij dansen met een rechte rug, ze tillen hun benen hoog op en tikken met hun voeten de ritmes. Maar niet alleen de Ierse dans werd in hun dans verwerkt. Ook nog meer Europese dansstijlen, zoals bijvoorbeeld het Engelse ballroomdancing. Dan hielden ze hun voeten dichter bij de grond en kreeg je kortere klanken en snellere ritmes. Door al die dansen samen te voegen is het tapdansen ontstaan. Een lange tijd was tapdansen heel populair maar toen de rock en roll populairder werd verdween tapdansen voor een tijdje, maar nu is tapdansen weer heel populair. De dans Met tapdansen kan je heel veel dingen doen. Als je boos bent kan je stampen, maar je kan ook lief, zachtjes tikken. Als basis heb je een paar dingen. Je kunt met je tenen tikken, met je hele voet stampen, met je hielen op de grond tikken, met je voorkant, op je hakken etc. maar dan heb je nog geen dans. Door verschillende basis pasjes met elkaar te combineren krijg je ritmes. Je kan ook bijvoorbeeld zeggen doe een shuffle (met de voorkant van je voet op de grond blijven terwijl je, je been heen en weer zwaait) op verschillende manieren. Dan doe je het zelfde pasje maar dan steeds verschillend met kleine pasjes erbij, maar de hoofdpas is dan de shuffle. Je hebt verschillende maten waarin je danst. Je kan rechte achtstes hebben (een en twee en drie en vier) of triolen (een en de twee en de drie en de vier en de) of in zestiende, dat is heel snel. Als je naar tapdansen kijkt lijkt het alsof de dansers maar zomaar iets doen, maar het klopt toch. Tapdansen lijkt ook heel makkelijk, een beetje met je voeten op de grond tikken, maar het is echt niet zo makkelijk. Het gaat heel snel en je moet goed in maat blijven dus het is niet alleen maar gestamp en getik. Soms houden tapdansers een battle. Dan laten ze elkaar zien wie er het beste kan tapdansen. Ze doen omstebeurt korte dansjes om te laten zien wat ze kunnen. Dan gaat de ander weer sneller en gebruikt de ander weer moeilijkere pasjes etc. Eigen stijl Iedereen wilde zijn eigen tapstijl ontwikkelen. Zo heeft Bill Bojangles Robinson de stairdance uitgevonden. Tapdansen op een trap. En weer andere dansers verwerkte heel mooie sprongen, spagaten en andere kunsten in hun dans. Voor inspiratie hielden tapdansers bijeenkomsten. Die bijeenkomsten werden “challenge” genoemd, dat betekent uitdaging. Ze lieten elkaar zien wat ze konden, met sprongen, snelle pasjes etc. Films In de jaren ’30 ’40 en ’50 waren er heel veel films over tap dance. De bazen in Hollywood wisten het zeker: het filmpubliek hield van tap dance. Heel erg beroemde tapdansende acteurs waren: Fred Astaire, Ginger Rogers en later ook Gene Kelly. Deze acteurs waren een soort supersterren! Ze konden heel goed tapdansen. Maar er waren nog meer acteurs en actrices die de sterren van de hemel tapten bijvoorbeeld: Shirley Temple, Eleanor Powell, Mickey Rooney en nog veel meer! Ook “normale” acteurs moesten leren tapdansen om nog geld te verdienen in Hollywood. Clark Gable en Joan Crawford waren van die “normale” acteurs. In de jaren ’60 vond men tap dance films niet meer leuk. We weten niet of het weer een rage gaat worden of dat het alleen blijft bij dansen in theaters. Maar tapdansen blijft altijd leuk om gewoon te doen.

6. Samenvatting van andere dansen

Volksdansen Een volksdans is heel feestelijk. Een volksdans hoort bij een land of cultuur, zoals we in Nederland bijvoorbeeld de klompendans hebben. Bij een volksdans draag je ook soms klederdracht. Je danst een volksdans bijna altijd in een groep. Hofdansen Vroeger vonden de mensen van adel volksdansen wel oké, maar ze wilden ze nog mooier hebben. De hofdansen heten zo omdat ze (soms) aan het hof werden gedanst. Hofdansen zijn eigenlijk een chique versie van volksdansen. Stijldansen Een stijldans is een dans met heel veel gevoel. Deze dans wordt bijna altijd gedanst met een partner. Bij stijldansen heb je twee categorieën: ballroomdansen en Latijns-Amerikaanse dansen. Onder ballroomdansen vallen: de Engelse wals, de tango, de quickstep, de slowfox en de Weense wals. Onder Latijns-Amerikaanse dansen vallen: de chachacha, de rumba, de samba, de doble en de jive. Jazzdans Bij jazzdans gebruik je, je benen heel veel. En je leert ook veel draai technieken. Bij jazzdans is alles heel gedetailleerd, het moet tot in de puntjes perfect. Moderne dans Bij moderne dans zijn improvisatie en gevoel net zo belangrijk als de danstechniek. Deze dans ontstond in de 20

e eeuw. Als reactie op het klassiek ballet. De moderne dans in gebaseerd op

emoties. En maakt gebruik van natuurlijke bewegingen van het lichaam (vallen, rennen, lopen, draaien hurken etc.). Deze manier van dansen is vrijer dan klassiek ballet. Hip hop Je hebt verschillende hip hop dansen, bijvoorbeeld breakdance. In breakdance zie je veel acrobatische dingen terug. Een andere hip hop dans is Streetdance. Hip hop wordt gedanst op moderne muziek. Je moet er heel soepel voor zijn.

Showdance Showdance is dansen voor een show. Het hoeft niet echt perfect en met een eigen stijl, het gaat erom dat het er leuk uitziet en dat het bijzonder en nieuw is. Tempeldansen Tempeldansen zijn religieuze dansen. Je kunt ze vergelijken met de kerkdansen voor de middeleeuwen in Europa. De tempeldansen bestaan nog steeds in heel veel landen, vooral oosterse landen. In India en Indonesië wordt de tempeldans nog volop beoefend.

7. Bekende dansers en choreografen Internationale bekende dansers en choreografen Isadora Duncan 1877-1927 danseres Anna Pavlova 1881-1931 danseres Vaslav Nijinsky 1890-1950 danser Martha Graham 1894-1991 danseres/choreografe Fred Astaire 1899-1987 danser/zanger/acteur Gene Kelly 1912-1996 danser/acteur/filmregisseur Margot Fonteyn 1919-1991 danseres Sammy Davis jr. 1925-1990 entertainer Rudolf Nureyev 1938-1993 danser/choreograaf Gregory Hines 1946-2003 tapdanser Mikhail Baryshnikov 1948 danser/choreograaf/acteur Patrick Swayze 1952-2009 danser/acteur Michael Jackson 1958-2009 popzanger/danser/componist Michael Flatley 1958 Ierse danser/choreograaf Gillian Murphy 1979 danseres Bekende Nederlandse dansers en choreografen Stanley Burleson 1966 – nu danser/choreograaf Rudi van Dantzig 1933 – 2012 danser/choreograaf Jaap Flier 1934 – nu danser/choreograaf Sonia Gaskell 1904 – 1974 danseres/lerares/choreograaf Penney de Jager 1948 – nu danseres/choreograaf Jiri Kyliás 1947 – danser/choreograaf Hans van Manen 1932 – nu danser/choreograaf Toer van Schayk 1936 – nu danser/choreograaf/beeldhouwer Barrie Stevens 1944 – nu choreograaf/regiseur Ed Wubbe 1957 – nu choreograaf Igone de Jong 1979 – nu danseres Alexandra Radius 1949 – nu danseres Olga de Haas 1948 – 1974 danseres

8. Wat heb je nodig Omgeving Je danst meestal in een dansstudio. De ruimte waarin je danst heeft meestal een houten vloer en spiegel wanden, zodat je jezelf kan zien. Bij ballet is en ook altijd een barre in de kamer. Daar kan je op steunen om oefeningen te doen. Als er een voorstelling aankomt oefen je soms op het podium. Deze heeft meestal ook een houten vloer. Kleding Bij ballet dragen de meisjes altijd een pakje dat een klein beetje strak zit. Daaronder dragen ze een rokje of een tutu. Ze dragen ook meestal een panty. De pakjes zijn meestal roze, wit of zwart. Jongens dragen bij ballet een shirt en een maillot. Bij Streetdance dragen jongens en meisjes ongeveer het zelfde. Ze dragen makkelijk zittende kleren wijde T-shirts, losse broek makkelijk vest, meestal met capuchon. Deze wijde losse kleren worden ook wel “baggy” genoemd. Bij flamenco dragen vrouwen een mooie lange jurk. De kleur van deze jurk is meestal rood en soms bij meisjes roze. De jurken bestaan uit verschillende lagen over elkaar heen. De mannen dragen meestal een zwarte broek met een blouse en een kort zwart jasje. Bij tapdansen draag je meestal zwarte kleren. Bij volksdansen draagt men meestal traditionele klederdracht. Schoenen Bij ballet draag je als je nog wat jonger bent of net begint een soort slappe schoentje die vast blijven zitten doormiddel van elastiek. Later als je ouder wordt draag je (als vrouw) spitzen. Spitzen zijn stevigere schoenen met in de voorkant een papier-maché en lagen stof dat precies om je tenen past. Daardoor kan je op de toppen van je tenen lopen. Als man blijf je (meestal) de slappe schoentjes (demipointe) dragen. Bij Streetdance dragen jongens en meisjes danssneakers. Dat meestal zwarte schoenen die aan de voorkant en achterkant stevig zijn, maar in het midden kan je ze buigen. Dat is handig je kunstjes wilt doen en je danst er soepeler mee. Bij de flamenco draagt de vrouw meestal hakken. De man draagt meestal schoenen met een klein (normaal voor mannen) hakje. De schoenen zijn meestal zwart. Bij tapdans heb je speciale schoenen. Aan de voorkant en op de hak zitten metalen plaatjes, zo kun je op de grond tikken. Vrouwen dragen meestal hakken. Het belangrijkste Het belangrijkste is natuurlijk jezelf! Het is ook heel belangrijk dat je gevoel en fantasie heb om in je dans te verwerken. Natuurlijk heb je ook gevoel voor ritme en techniek nodig. Heb je het allemaal? Dan kun je gaan dansen!

Bronvermelding Sites www.spreekbeurten.nu www.schoolbieb.nl www.toerismeinspanje.es www.flamenco.nl www.cultuurgids.avro.nl www.dansmaar.thinquest.nl www.kunst-en-cultuur.infonu.nl www.scholieren.com www.dance.about.com www.moderne-dans.info www.hetklokhuis.nl www.wikipedia.org. Boeken Conrad van de Weetering - Over ballet brieven aan de jonge ballerina Rudi van Dantzig – Noerejev het spoor van de komeet Ine Rietsap – Alexandra Radius een danscarrière Wim Daniëls – Van Dale junior woord geschiedenisboek

Slotwoord Dit was mijn werkstuk over dans. Wil je nu ook zelf op dansles? Je kunt naar allerlei dansscholen en als je heel goed wordt kun je misschien naar de Ballet academie. Ik hoop dat je in mijn werkstuk meer te weten bent gekomen over dans en dat je er van geleerd heb. Ik vond het een heel leuk werkstuk om te maken en ik ben zelf ook meer te weten gekomen over de dans.