Dankwoord...Er zijn heel wat vaardigheden die aan de basis ervan liggen. Alleen als kinderen...
Transcript of Dankwoord...Er zijn heel wat vaardigheden die aan de basis ervan liggen. Alleen als kinderen...
Auteurs: Ann De Wilde en Liesbeth Verhoeven
Illustraties: Vera Smeulders
Omslagontwerp: Sophie Loomans
Vormgeving: Sophie Loomans
1ste druk, 1ste oplage 2011
© Uitgeverij De Boeck nv, Berchem
Verantwoordelijk uitgever: Uitgeverij De Boeck nv, Belpairestraat 20, 2600 Berchem
Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze
uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-bestand of openbaar gemaakt,
op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
De uitgever en de auteurs streven permanent naar een volledige betrouwbaarheid van de gepubliceerde
informatie, zij kunnen voor die informatie en de toepassing ervan echter niet aansprakelijk gesteld worden.
De uitgever heeft geprobeerd de rechthebbenden te contacteren. Mogelijk is dat niet in alle gevallen gelukt.
Wie toch denkt rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Wettelijk depot: D/2011/9442/174
ISBN 978 90 455 3532 6
NUR 190
DankwoordDankzij de hulp van veel leerkrachten en lieve kleuters die talloze oefeningen en spelvormen voor
ons hebben uitgeprobeerd, is dit programma tot stand kunnen komen.
Een speciaal woordje van dank aan:
De dorpsschool van Vremde, in het bijzonder directeur Jef Schoofs, juf Vera De Ridder,
juf Hilde Van Echelpoel en meester Boudewijn De Mondt;
Turnjuf Karin Lemmens van Pullaar Lier;
Juf Liesbeth Geboers van Heilige Familie Lier;
Juf Els Peeters van Sint-Jozefschool Emblem.
Bedankt allemaal!
3
InhoudInleiding 7
Fijne motoriek 7Grove motoriek 7Lichaams-, tijds- en ruimteperceptie 8
Speelendoe! 10Speel en doe! driejarige kleuters 10
Achtenkruiper 10Achterwaartse salto 10Acrobaat 10Badspel 10Ballontennis 11Ballonvoetbal 11Bellenblazer 11Boomstam 11Buikligtijd 11Dekentje-trek 11Hoepelspel 11Hoofd, schouders, knie en teen 11Kindermassage 11Kruiper 11Lichaamswijzer 11Ober 11Prikkelmassage 12Rondzwieren 12Scheurkampioen 12Slang 12Soldaat 12Spaarpot 12Springmolen 12Stijldans 12Strandbalrol 12Trapkruipen 12Trapspringen 12Trommelaar 12Voetendans 13Was ophangen 13
Speel en doe! vierjarige kleuters 13Luchtfietser 13Kruiper 13Buiklezer 13Stoelspringer 13Knietje-tik 13Sterke tenen 13Rugvoeler 13Robot 13Kangoeroe 13Hinkelkampioen 13Rolbal 14Trekpop 14
4
Zingende flamingo 14Zitbasket 14Slak 14Helikopter 14Schaar 14Wandelend standbeeld 14Frommelaar 14Lichaamswijzer 14Pianospeler 14Gekke loper 14Slang 15Knijper 15Schilder 15Rollebollen 15Droogtrommel 15Dierentuin 15Bellenjager 15Luchtballon 15
Speel en doe! vijfjarige kleuters 15Proppenschieter 15Achtenmaker 15Balrace 15Balstopper 16Bodydrum 16Commando 16Duimtikker 16Grijpknikkers 16Handenshow 16Huppeldepup 16Kanarie 16Kietelbal 16Kleuterbasket 16Knikkeren 16Knopenrace 16Koorddanser 17Krab 17Kranteneiland 17Kruiper 17Springschaar 17Mikker 17Ooievaar 17Jongleur 17Piloot 17Potlooddraai 17Spiegelbeeld 17Kraan 17Veterknoop 18Voetenlijn 18Draaitol 18
Speel en doe! - Kijkwijzers 18
5
Kijkendoe!filmpjesvoordrie-envierjarigekleuters 19Kijk en doe! filmpjes driejarige kleuters 19
Alle eendjes zwemmen in het water 19Altijd is Kortjakje ziek 19Hoedje van papier 19Zwarte zwanen witte zwanen 19Iene miene mutte 19Ik zag twee beren 19Klap eens in je handjes 19Hansje pansje kevertje 19Naar bed naar bed … zei Duimelot 19Ikkeltje kramikkeltje 19Op een grote paddenstoel 19In een klein stationnetje 19Pagegaaitje leef je nog 19Twee emmertjes water halen 19Broeder Jacob 19Moriaantje 19Mieke hou u vast 19In het bos daar staat een huisje 20Schipper mag ik overvaren 20Twee handjes op de tafel 20
Kijk en doe! filmpjes vierjarige kleuters 20Lichaamsperceptie 20Lichaamsperceptie 20Lichaamsperceptie 20Lichaamsperceptie 20Ruimteperceptie 20Evenwicht 20Schouder- en ellebooggymnastiek 20Polsgymnastiek 20Stappen 20Springen 20Lichaamsperceptie 20Ruimteperceptie 20Polsgymnastiek 20Tijdsperceptie 20Ruimteperceptie 20Tijdsperceptie 20Evenwicht 20Evenwicht 20Tijdsperceptie 20Vingergymnastiek 20
Kijkendoe!boekjesvoorvijfjarigekleuters 20Kijk en doe! boekjes vijfjarige kleuters 21
Biba en de dobbelsteen 21Loeba en de wasknijpers 21Biba en de kaarten 21Loeba en het stokje 21Biba en de blokken 21Loeba en de evenwichtsbalk 22
6
Biba en de botsbal 22Loeba en de kralen 22Biba en de elastiek 22Loeba en de hoepel 22Biba en de pingpongbal 22Loeba en het pittenzakje 22Biba en de touwtjes 22Loeba en de tolletjes 22Biba en de evenwichtsplank 22Loeba en de viltjes 22Biba en de ballon 22Loeba en de stokken 22Biba en de doekjes 22Loeba en de jojo 22
Luisterendoe! 23Luister en doe! driejarige kleuters 23
Biba en Loeba en de grote trampoline 23Biba en Loeba zijn naar het circus geweest 23Biba en Loeba zijn piraat 23Biba en Loeba in het kabouterbos 23Biba en Loeba op de speelplaats 23
Luister en doe! vierjarige kleuters 24Biba en Loeba op de kinderboerderij 24Biba en Loeba spelen in de regen 24Biba en Loeba in sprookjesland 24Biba en Loeba doen raar 24Biba en Loeba volgen dansles 24
Luister en doe! vijfjarige kleuters 24Biba en Loeba aan zee 24Biba en Loeba en de krant 24Biba en Loeba naar de dierentuin 25Biba en Loeba op het sportfeest 25Biba en Loeba maken een herfstwandeling 25
Evaluatiefichesenstimulerendespelvormen 26Stimuleringsoefeningen fijne motoriek 41
Soepele schouders 41Soepele ellebogen 41Soepele polsen 41Soepele vingers 42
Stimuleringsoefeningen evenwicht 43Stimuleringsoefeningen coördinatie 46Oog-handcoördinatie / grove motoriek 49Stimuleringsoefeningen lichaamsperceptie 50Stimuleringsoefeningen ruimteperceptie 50Stimuleringsoefeningen tijdsperceptie 51
Referenties 52
7
InleidingDe kleuterleeftijd is een heel belangrijke periode in een mensenleven. Tijdens onze kleuterjaren
moeten we ons namelijk heel wat vaardigheden eigen maken, maar dat gaat zeker niet vanzelf.
Een stimulerende omgeving is daarvoor uiterst belangrijk.
Fit voor leren wil deze opbouw in vaardigheden mee ondersteunen en een houvast bieden om
mee te werken.
De rode draad in de ontwikkeling van kinderen – en dus ook in dit programma – is beweging. Via
beweging in alle mogelijke vormen kunnen kleuters een sterk referentiecentrum opbouwen dat nodig
is voor veel schoolse vaardigheden. Deze vaardigheden zijn ook gekoppeld aan de ontwikkelings-
doelen.
We onderscheiden drie belangrijke vaardigheidsgroepen:
a) Fijne motoriek
b) Grove motoriek
c) Lichaamsperceptie, tijdsperceptie en ruimteperceptie
Hieronder worden de verschillende groepen kort besproken.
Fijne motoriek
Om te weten of de kleuter al dan niet rijp is op dit domein, moet je je afvragen of het kind kleine en
precieze bewegingen kan uitvoeren zonder dat de rest van het lichaam (mond, armen, benen enz.)
wil meebewegen en zonder dat het een grote inspanning vraagt.
Dit domein omvat heel wat vaardigheden, zoals knippen, prikken, tekenen, knopen enz.
Ook de oog-handcoördinatie brengen we hier onder.
Schrijven is ook een vaardigheid, en vraagt een goede oog-handcoördinatie die geen inspanningen
eist van armen en hoofd. De pengreep en de schrijfhouding zijn complexe vaardigheden die verder
bouwen op eerder ontwikkelde vaardigheden, zoals het gecontroleerd grijpen en loslaten. Dat wordt
al op zeer jonge leeftijd geoefend, bijvoorbeeld wanneer het kind speelgoed laat vallen en hoopt dat
mama of papa het teruggeeft zodat het opnieuw kan grijpen en loslaten. Ook het kunnen stilzitten,
wat een bewijs is van een goed ontwikkeld evenwicht, en het focussen van de ogen zijn van groot
belang bij het leren schrijven.
Dit is ook zo voor de leesvaardigheid. Lezen is immers het kunnen focussen van de ogen op een
voorwerp en zo het bewegende voorwerp volgen zonder dat de ogen afdwalen. Deze vorm van
oogtraining gebeurt al tijdens het kruipen en het klimmen en klauteren.
Grove motoriek
Dit domein omvat veel vaardigheden die belangrijke voorwaarden zijn voor het schoolrijpheidsproces.
Hiertoe behoort het samenwerken van de beide hersenhelften. Ook dit traint het kind tijdens het
kruipen en later bij het klimmen en klauteren.
De oog-handcoördinatie hoort ook hier thuis. Als de kinderen veel spelen met een bal en vaak de
kans krijgen om de bal te vangen en gericht te werpen, trainen ze een belangrijke voorwaarde om
te kunnen schrijven en trainen ze dus ook hun schoolrijpheid.
8
Het evenwicht is een heel belangrijke vaardigheid die we niet genoeg kunnen oefenen. Het draagt
immers bij aan het gehele welzijn van het kind. Als de kleuter veel kansen krijgt om dit te oefenen
via tal van spel- en oefenvormen, zal dit leiden tot een toename van het zelfvertrouwen, een sterker
lichaamsbesef en gecontroleerde bewegingen.
Naast het op één been staan of het stappen op een bank, kan het kind het evenwicht ook stimuleren
door te schommelen, rond te draaien bij het dansen, zijwaarts te rollen enz.
Het is belangrijk dat kleine kleuters symmetrisch gestimuleerd worden: beide lichaamshelften
moeten evenveel kansen krijgen om te bewegen, zodat de kinderen zich evenwichtig ontwikkelen.
Lichaams-, tijds- en ruimteperceptieHet stimuleren van deze vaardigheden wordt vaak over het hoofd gezien, maar het ervaren van
een ruimte – door bijvoorbeeld aan te leren wat voor en achter is via spelen en bewegingskansen –
en de kans krijgen dit met het lichaam te oefenen, is van onschatbare waarde voor het kind.
Nog te vaak wordt te snel van kinderen verwacht dat ze op een blaadje papier opdrachten kunnen
uitvoeren die ze lichamelijk nog niet voldoende hebben ervaren.
Als een kleuter de opdracht krijgt een lijntje te tekenen tussen de boom en het huis dat op een papier
getekend staat, dan zal dat makkelijker gaan als de kleuter eerst veel keren over een krijtlijn tussen
twee stoelen heeft kunnen stappen. De kleuter heeft dan letterlijk ondervonden wat ‘tussen’ juist
is en heeft zo eerst zijn driedimensionale vaardigheden geoefend voordat er werd overgegaan op
tweedimensionale vaardigheden op papier.
De ontwikkeling van deze drie perceptievormen is erg belangrijk:
- lichaamsperceptie of het bewust zijn van ons lichaam met al zijn onderdelen, is een belangrijke
voorwaarde om bewust en gecontroleerd te kunnen bewegen. Dit is ook wat schrijven is,
een complexe vaardigheid die heel wat lichaamsbewustzijn verlangt.
- tijdsperceptie of het bewust zijn dat men tijd kan opsplitsen, vormt de basis van het latere
rekenen. Via tal van liedjes en ritmespelletjes wordt het kind er zich van bewust en wordt er
zo gewerkt aan de schoolrijpheid.
- ruimteperceptie of bewust weten wat de ruimtebegrippen (voor, achter, tussen, onder, op,
naast, links, rechts, schuin) inhouden, helpt het kind te weten hoe en in welke richting er
moet gelezen en geschreven worden. Door ze in veel spelvormen tegen te komen en ze te
leren benoemen terwijl er wordt gespeeld, worden deze begrippen spelenderwijs geleerd en
geautomatiseerd.
Ook lateralisatie hoort hier thuis. Het is van groot belang dat het kind een consequente voorkeurskant
ontwikkelt vooraleer het leert lezen en schrijven. Evenwichtstraining kan hierbij helpen. Hierdoor
train je immers de bewegingsintegratie of het samenwerken van de twee hersenhelften.
Samenvatting:
Kinderen worden niet vanzelf schoolrijp. Er zijn heel wat vaardigheden die aan de basis ervan liggen.
Alleen als kinderen voldoende kansen krijgen, kunnen ze deze basisvoorwaarden ontwikkelen.
Het is daarom erg belangrijk dat kinderen heel veel bewegingskansen en speelruimte krijgen.
Bewegen en spelen zijn immers toverwoorden voor de ontwikkeling van een kind en dus ook voor het
schoolrijpheidsproces.
9
Op vraag van heel wat kleuterleiders werd het Fit voor leren-programma uitgewerkt.
Er werd per kleuterklas een gevarieerd pakket aan bewegingskansen kant-en-klaar en op niveau
ontwikkeld.
Voor vier- en vijfjarige kleuters werd er een eenvoudig opvolgsysteem toegevoegd. Hiermee kan
de kleuterleider het kind op verschillende motorische domeinen begeleiden in het rijpingsproces.
Via eenvoudige observaties en bijbehorende spelletjes om het kind extra te prikkelen, worden ouders
actief hierbij betrokken.
Hetdoelisuiteraarddekleuterssterktestimulerenopeenspeelsemanierzodatzezichopeen
goedtempoblijvenontwikkelenenzouiteindelijkschoolrijpzullenzijn.
10
Speel en doe!De ontwikkelingsdoelen lichamelijke opvoeding voor de speel- en doekaarten algemeen:
1.2 / 1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.10 / 1.11 / 1.13 / 1.14 / 1.15 / 1.19 / 1.21 / 1.26 / 1.27 / 1.28 / 1.34 / 1.39
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4
3.2 / 3.7
De speel- en doekaarten hebben tot doel de motoriek van de kleuter en de zin om te bewegen te
stimuleren. Dertig verschillende kaarten per leeftijd dagen de kinderen uit om zo deze doelen te
bereiken.
Samen met de kleuterleider en de ouders, helpt dit programma de kleuter in zijn algemene
lichaamsontwikkeling.
Hoegajetewerk?
De kleuterleider introduceert wekelijks een nieuwe oefening (bv. tijdens de bewegingsles), legt
de nodige accenten en oefent samen met de kleuters de nieuwe oefening in.
De kinderen krijgen de speelkaart met de nieuwe oefening mee naar huis en kunnen daar samen
met mama of papa een week lang spelen. Dit herhaalt zich wekelijks.
Tips!
• Start met een nieuwe oefening op een vaste dag.
• Geef de speel- en doekaart mee op dezelfde dag. (Zo is er zowel voor de ouders als voor de
kinderen regelmaat.)
• Geef de ouders de tip mee om de kaarten te verzamelen in een kaftje. Zo leggen ze een
bewegingsboekje aan.
• Organiseer een beloningssysteem voor wie goed oefent (bv. wie veel oefent, mag een spel
kiezen om samen te spelen tijdens de bewegingsles).
Overzicht van de speel en doekaarten per leeftijdSpeelendoe!driejarigekleuters
Achtenkruiper
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Ruimteperceptie, evenwicht, coördinatie
Achterwaartsesalto
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lichaamsperceptie, ruimteperceptie
Acrobaat
Materiaal: Krijt of touw
Bewegingsdoelen: Evenwicht, oogmotoriek
Badspel
Materiaal: Twee bekers in bad
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, oogmotoriek, oog-handcoördinatie
11
Ballontennis
Materiaal: Ballonen, touw en twee vliegenmeppers
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, ruimteperceptie
Ballonvoetbal
Materiaal: Ballon
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, coördinatie
Bellenblazer
Materiaal: Bellenblazer
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, ruimteperceptie
Boomstam
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, oogmotoriek, symmetrie
Buikligtijd
Materiaal: Kijkboekje
Bewegingsdoelen: Evenwicht
Dekentje-trek
Materiaal: Deken of grote handdoek
Bewegingsdoelen: Evenwicht
Hoepelspel
Materiaal: Hoepel
Bewegingsdoelen: Ruimte
Hoofd,schouders,knieenteen
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Symmetrie, tijdsperceptie, lichaamsperceptie
Kindermassage
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, sensomotoriek, ontspanning
Kruiper
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, oog-handcoördinatie, oogmotoriek, lateralisatie
Lichaamswijzer
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, lateralisatie
Ober
Materiaal: Plastieken bord en lichte, ronde voorwerpen (balletjes of kralen)
Bewegingsdoelen: Evenwicht, oog-handcoördinatie
12
Prikkelmassage
Materiaal: Voorwerpen met verschillende texturen, bv. een watje, een washandje en
een oude tandenborstel
Bewegingsdoelen: Sensomotoriek
Rondzwieren
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lichaamsperceptie, ruimteperceptie
Scheurkampioen
Materiaal: Krant
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, oog-handcoördinatie
Slang
Materiaal: Springtouw
Bewegingsdoelen: Evenwicht, ruimteperceptie
Soldaat
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Tijdsperceptie, coördinatie
Spaarpot
Materiaal: Spaarpot of kartonnen doos met gleuf, centjes of speelkaarten
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, oogmotoriek, oog-handcoördinatie
Springmolen
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, symmetrie
Stijldans
Materiaal: MuziekBewegingsdoelen: Tijdsperceptie, evenwicht
Strandbalrol
Materiaal: Strandbal
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lichaamsperceptie, oogmotoriek
Trapkruipen
Materiaal: Trap
Bewegingsdoelen: Evenwicht, coördinatie, lichaamsperceptie, oogmotoriek
Trapspringen
Materiaal: Trap of verhoging
Bewegingsdoelen: Ruimteperceptie, evenwicht, oogmotoriek
Trommelaar
Materiaal: Twee houten lepels en muziek
Bewegingsdoelen: Symmetrie, tijdsperceptie, lichaamsperceptie
13
Voetendans
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht
Wasophangen
Materiaal: Wasknijpers en handdoeken
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, oog-handcoördinatie
Speelendoe!vierjarigekleuters
Luchtfietser
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, lateralisatie
Kruiper
Materiaal: Krant
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, lateralisatie, evenwicht
Buiklezer
Materiaal: Boekje
Bewegingsdoelen: Evenwicht
Stoelspringer
Materiaal: Stoel
Bewegingsdoelen: Evenwicht, symmetrie, ruimteperceptie, oogmotoriek
Knietje-tik
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Coördinatie, lateralisatie
Sterketenen
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lichaamsperceptie
Rugvoeler
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Sensomotoriek, ruimteperceptie
Robot
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie
Kangoeroe
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, symmetrie
Hinkelkampioen
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lateralisatie
14
Rolbal
Materiaal: Kleine bal
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, symmetrie
Trekpop
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Symmetrie, lichaamsperceptie, tijdsperceptie
Zingendeflamingo
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lateralisatie
Zitbasket
Materiaal: Mousse bal
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, symmetrie
Slak
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, evenwicht
Helikopter
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Symmetrie, lichaamsperceptie, ruimteperceptie.
Schaar
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, evenwicht, symmetrie
Wandelendstandbeeld
Materiaal: Washandje of pittenzakje
Bewegingsdoelen: Evenwicht, ruimteperceptie
Frommelaar
Materiaal: Papieren zakdoekje
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, lichaamsperceptie
Lichaamswijzer
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, lateralisatie
Pianospeler
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, tijdsperceptie
Gekkeloper
Materiaal: Touw of krijt
Bewegingsdoelen: Ruimteperceptie, lichaamsperceptie, oogmotoriek
15
Slang
Materiaal: Touw of krijt
Bewegingsdoelen: Evenwicht, oogmotoriek
Knijper
Materiaal: Mousse tennisballetje, stressballetje
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, sensomotoriek
Schilder
Materiaal: Mousse tennisbal
Bewegingsdoelen: Coördinatie, oogmotoriek, oog-handcoördinatie
Rollebollen
Materiaal: Mousse tennisbal
Bewegingsdoelen: Sensomotoriek, oogmotoriek, coördinatie
Droogtrommel
Materiaal: Lint of keukenhanddoek of sjaal
Bewegingsdoelen: Coördinatie, oog-handcoördinatie, lateralisatie, ruimteperceptie
Dierentuin
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Sensomotoriek, oogmotoriek, coördinatie
Bellenjager
Materiaal: Bellenblazer
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, symmetrie, ruimteperceptie, oogmotoriek
Luchtballon
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, ruimteperceptie
Speelendoe!vijfjarigekleuters
Propschieter
Materiaal: Papier
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, symmetrie, lateralisatie
Achtenmaker
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Coördinatie, ruimteperceptie, lateralisatie
Balrace
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, lichaamsperceptie, ruimteperceptie, tijdsperceptie
16
Balstopper
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Oogmotoriek, ruimteperceptie, tijdsperceptie
Bodydrum
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Tijdsperceptie, lichaamsperceptie
Commando
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Coördinatie, bewegingsgeheugen
Duimtikker
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lateralisatie, coördinatie, lichaamsperceptie, fijne motoriek
Grijpknikkers
Materiaal: Vijf knikkers
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lichaamsperceptie, coördinatie
Handenshow
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek
Huppeldepup
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Tijdsperceptie, lichaamsperceptie, evenwicht, coördinatie
Kanarie
Materiaal: Potlood
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie
Kietelbal
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Sensomotoriek, lichaamsperceptie, lateralisatie
Kleuterbasket
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, symmetrie.
Knikkeren
Materiaal: Knikkers
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, fijne motoriek
Knopenrace
Materiaal: Jas of hemd met knopen
Bewegingsdoelen: Coördinatie, oogmotoriek, fijne motoriek
17
Koorddanser
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, ruimteperceptie, lichaamsperceptie
Krab
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, symmetrie, ruimteperceptie
Kranteneiland
Materiaal: Krant
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lateralisatie, fijne motoriek
Kruiper
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Oogmotoriek, evenwicht
Springschaar
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, evenwicht
Mikker
Materiaal: Tennisbal en emmer
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, lateralisatie, ruimteperceptie
Ooievaar
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, evenwicht, coördinatie
Jongleur
Materiaal: Tennisbal
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, evenwicht
Piloot
Materiaal: Papier
Bewegingsdoelen: Oog-handcoördinatie, oogmotoriek, lateralisatie, ruimteperceptie
Potlooddraai
Materiaal: Potlood
Bewegingsdoelen: Coördinatie, oogmotoriek, fijne motoriek
Spiegelbeeld
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Lichaamsperceptie, lateralisatie
Kraan
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Sensomotoriek, lichaamsperceptie
18
Veterknoop
Materiaal: Veters of touw
Bewegingsdoelen: Fijne motoriek, coördinatie, oogmotoriek
Voetenlijn
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Evenwicht, lichaamsperceptie
Draaitol
Materiaal: Geen
Bewegingsdoelen: Oogmotoriek, evenwicht
Speel en doe! - KijkwijzersOm de oefening van de week mee tot leven te brengen in de klas, voorziet het programma ook
kijkwijzers. Dit zijn vergrote tekeningen van de speel- en doekaarten.
Als je ze op een duidelijk zichtbare plaats zet, zullen de kleuters spontaan de oefeningen tussendoor
uitvoeren.
Hoegajetewerk?
De tekeningen van de speel- en doekaarten komen in volgorde aan bod.
Plaats altijd de oefening van de week vooraan.
Zorg ervoor dat er altijd maar één afbeelding te zien is, zodat alle aandacht gaat naar die ene
afgebeelde beweging.
Tips!
• Laat de kleuters voor het aanleren zelf uitzoeken hoe deze oefening zou kunnen zijn aan de hand
van wat ze zien.
• Gebruik de zichtbare kijkwijzer bij het aanleren van een nieuwe oefening.
• Organiseer een bewegingshoek in de klas waar de kleuters de kijkwijzer duidelijk zien staan en
ruimte hebben om de beweging uit te voeren.
19
Kijk en doe! filmpjes voor drie- en vierjarige kleutersDe ontwikkelingsdoelen lichamelijke opvoeding voor de kijk en doe! filmpjes algemeen:
1.7 / 1.8 / 1.26 / 1.27 / 1.31 / 1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.35 / 1.39
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.7
3.1 / 3.2 / 3.7 / 3.9 / 3.10 / 3.11 / 3.12
In de klas zijn er allerlei soorten spelmateriaal waarmee de kinderen kunnen spelen en leren. Heel
wat speelplekken zijn hen ook al heel vertrouwd: de poppenhoek, de boekenhoek, de bouwhoek enz.
Dit programma draagt zijn steentje bij door het aanbieden van een bewegingshoek. Deze kun je
uitbouwen met de kijk en doe! filmpjes. Ook de kijkwijzers kunnen hier geplaatst worden.
Hoegajetewerk?
Er zijn per kleuterleeftijd twintig kijk en doe! filmpjes voorzien.
Plaats in de bewegingshoek een dvd-speler en laat op een vast moment van de dag (bv. in de
namiddag) gedurende een uurtje één bewegingsfilmpje afspelen.
Laat de kinderen in een beurtsysteem actief deelnemen door ze aan te moedigen de bewegingen
na te doen.
Voor de driejarige kleuters worden op kinderliedjes eenvoudige bewegingen uitgevoerd.
Voor de vierjarige kleuters worden altijd zes bewegingen getoond.
Tips!
• Door in het begin de filmpjes af te spelen op een groot scherm kun je de bewegingen klassikaal
oefenen en begeleiden. Zo zijn de kleuters ermee vertrouwd als ze er individueel mee aan de slag
gaan.
• Zorg ervoor dat alle kleuters zeer regelmatig aan de beurt komen.
Kijk en doe! filmpjes driejarige kleuters• Alle eendjes zwemmen in het water
• Altijd is Kortjakje ziek
• Hoedje van papier
• Zwarte zwanen witte zwanen
• Iene miene mutte
• Ik zag twee beren
• Klap eens in je handjes
• Hansje pansje kevertje
• Naar bed naar bed … zei Duimelot
• Ikkeltje kramikkeltje
• Op een grote paddenstoel
• In een klein stationnetje
• Pagegaaitje leef je nog
• Twee emmertjes water halen
• Broeder Jacob
• Moriaantje
• Mieke hou u vast
• In het bos daar staat een huisje
• Schipper mag ik overvaren
• Twee handjes op de tafel
20
Kijk en doe! filmpjes vierjarige kleutersDe titel van elk kijk en doe! filmpje geeft het bewegingsdoel ervan aan.
1 Lichaamsperceptie
2 Lichaamsperceptie
3 Lichaamsperceptie
4 Lichaamsperceptie
5 Ruimteperceptie
6 Evenwicht
7 Schouder- en ellebooggymnastiek
8 Polsgymnastiek
9 Stappen
10 Springen
11 Lichaamsperceptie
12 Ruimteperceptie
13 Polsgymnastiek
14 Tijdsperceptie
15 Ruimteperceptie
16 Tijdsperceptie
17 Evenwicht
18 Evenwicht
10 Tijdsperceptie
20 Vingergymnastiek
Kijk en doe! boekjes voor vijfjarige kleutersDe ontwikkelingsdoelen lichamelijke opvoeding voor de kijk- en doeboekjes algemeen:
1.7 / 1.8 / 1.26 / 1.27 / 1.31 / 1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.35 / 1.39
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.7
3.1 / 3.2 / 3.7 / 3.9 / 3.10 / 3.11 / 3.12
In de klas zijn er allerlei soorten spelmateriaal waarmee de kinderen kunnen spelen en leren. Heel
wat speelplekken zijn hen ook al heel vertrouwd: de poppenhoek, de boekenhoek, de bouwhoek enz.
Dit programma draagt zijn steentje bij door het aanbieden van een bewegingshoek.
Deze kun je uitbouwen met de kijk en doe! boekjes.
Ook de kijkwijzers kunnen hier geplaatst worden.
Hoegajetewerk?
Er zijn 20 kijk en doe! boekjes voorzien, elk met specifiek materiaal.
De boekjes zijn zodanig uitgewerkt dat de kleuter er zelfstandig mee aan de slag kan nadat de
leerkracht de manier van werken heeft toegelicht en de kleuter gedurende de eerste speelkansen
heeft begeleid.
Bij elk kijkboekje hoort specifiek materiaal, dat het best in één materiaalkoffer verzameld wordt.
21
Inhoudmateriaalkoffer:dobbelsteen, 6 wasknijpers, een stevig blad papier, 15 speelkaarten,
10 stokjes (grootte lucifer), 3 groene en 3 rode blokjes, evenwichtsbalk van 80 cm lang*,
botsballetje, 10 vierkanten kralen, pincet, elastieken, hoepel, pinpongballetje, pittenzakje,
5 touwtjes van 50 cm, tolletjes, evenwichtsplankje*, 20 bierviltjes, opgeblazen ballon, 2 stokjes van
30 cm, 4 vierkanten doekjes, jojo.
* Bijkomende info: maken van evenwichtsbalk
balk van 80 cm op 10 cm, met onder de twee uiteinden een dwars balkje
* Bijkomende info: maken van evenwichtsplank
plank van 40 cm op 30 cm met onderaan in het midden een balkje van 4 cm hoog
en een breedte die kan variëren van 8 cm tot 6 cm of 4 cm (hoe smaller, hoe moeilijker)
voorzie 3 plankjes met verschillende moeilijkheidsgraad (zo is er uitdaging voor de kleuters)
Tips!
• Als je de boekjes en het nodige materiaal samen zet, kunnen de kleuters zelfstandig aan het werk
gaan.
• Er wordt hiervoor altijd gewerkt met rode en groene elastiekjes die respectievelijk om de
rechter- en linkerhand gedragen worden: wie een rode en groene elastiek om zijn handen heeft,
kan bewegen in de bewegingshoek. Zo blijft de ruimte om te bewegen gegarandeerd!
(Als er een rode afdruk van een rechterhand en een groene afdruk van een linkerhand in de klas
hangen, zal het verband tussen de kleuren en de handen vlug gelegd worden.) Voorzie daarom nabij
de bewegingshoek een bakje waarin vier rode en vier groene haarrekkers liggen.
Kijk en doe! boekjes vijfjarige kleutersAlgemenebewegingsdoelendieaanbodkomen:
Lichaamsperceptie, fijne motoriek, coördinatie, evenwicht
• Biba en de dobbelsteen
Materiaal: dobbelsteen
Bijkomende info: voorzie een doosje of potje om de dobbelsteen in te werpen
• Loeba en de wasknijpers
Materiaal: 6 wasknijpers en een kartonnen kaartje om de wasknijpers op te steken
• Biba en de kaarten
Materiaal: 15 speelkaarten
• Loeba en het stokje
Materiaal: 10 stokjes
Bijkomende info: stokje = grootte van lucifer
• Biba en de blokjes
Materiaal: 6 blokjes
Bijkomende info: ofwel 6 blokjes in blank hout, ofwel 3 groene en 3 rode blokjes;
alle blokjes even groot; de rode hand bouwt de rode blokjes, de groene hand bouwt de groene
blokjes
22
• Loeba en de evenwichtsbalk
Materiaal: 3 evenwichtsbalkjes van 80 cm lang en een pittenzakje
• Biba en de botsbal
Materiaal: botsballetje
• Loeba en de kralen
Materiaal: 10 vierkanten kralen en een groot pincet
Bijkomende info: voorzie een pincet met ronde punten; het gebruik van vierkant kralen is
makkelijker
• Biba en de elastiek
Materiaal: elastiek
• Loeba en de hoepel
Materiaal: hoepel
• Biba en de pingpongbal
Materiaal: pingpongballetje
• Loeba en het pittenzakje
Materiaal: pittenzakje
• Biba en de touwtjes
Materiaal: 5 touwtjes van 50 cm
• Loeba en de tolletjes
Materiaal: 2 tolletjes
Bijkomende info: kies eenvoudige maar degelijke tolletjes
• Biba en de evenwichtsplank
Materiaal: evenwichtsplankje en pingpongballetjes
• Loeba en de viltjes
Materiaal: 20 bierviltjes
Bijkomende info: voorzie ronde viltjes
• Biba en de ballon
Materiaal: een ballon
• Loeba en de stokken
Materiaal: 2 stokken van 30 cm
Bijkomende info: zorg voor ronde stokken
• Biba en de doekjes
Materiaal: 4 vierkanten doekjes
Bijkomende info: kies doekjes van een zeer lichte stof (bv. voering)
• Loeba en de jojo
Materiaal: jojo
23
Luister en doe!De ontwikkelingsdoelen lichamelijke opvoeding:
Luister en doe! driejarige kleutersBiba en Loeba en de grote trampoline
1.3 / 1.4 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.16 / 1.18 / 1.19 / 1.26 / 1.27 / 1.33 / 1.34 / 1.36
2.1 / 2.3 / 2.4 / 2.7 / 2.9
3.2 / 3.3 / 3.6 / 3.7
Biba en Loeba zijn naar het circus geweest
1.2 / 1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.14 / 1.15 / 1.19 / 1.21 / 1.25 / 1.26 / 1.27 / 1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.36 / 1.37 /
1.38 / 1.40
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.2 / 3.3 / 3.5 / 3.6 / 3.7 / 3.8 / 3.9
Biba en Loeba zijn piraat
1.3 / 1.4 / 1.7 / 1.8 / 1.10 / 1.13 / 1.14 / 1.18 / 1.26 / 1.27 / 1.33 / 1.34 / 1.39 / 1.40
2.1 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.9
3.1 / 3.2 / 3.3 /3.7
Biba en Loeba in het kabouterbos
1.1 / 1.2 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.13 / 1.21 / 1.22 / 1.25 / 1.26 / 1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.40
2.1/ 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.1 / 3.2 / 3.3 / 3.5 / 3.6 / 3.7 / 3.9
Biba en Loeba op de speelplaats
1.2 / 1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.14 / 1.15 / 1.18 / 1.19 / 1.21 / 1.25 / 1.26 / 1.27 / 1.28 / 1.29 /
1.30 / 1.31 / 1.32 / 1.33 / 1.34
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.9
3.1 / 3.2 / 3.7 / 3.9 / 3.12
24
Luister en doe! vierjarige kleutersBiba en Loeba op de kinderboerderij
1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.10 / 1.14 / 1.15 / 1.18 / 1.19 / 1.20 / 1.26 / 1.27 / 1.32 / 1.33
2.1 / 2.3 / 2.5 / 2.6 / 2.7 / 2.8
3.1 / 3.2 / 3.3 / 3.5 / 3.6 /3.7
Biba en Loeba spelen in de regen
1.1 / 1.3 / 1.4 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.14 / 1.15 /1.16 / 1.18 / 1.19 / 1.21 / 1.22 / 1.24 / 1.26 / 1.27 /
1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.38
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.1 / 3.2 / 3.6 / 3.7 / 3.9
Biba en Loeba in sprookjesland
1.2 / 1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.14 / 1.15 / 1.17 / 1.18 / 1.19 / 1.21 / 1.22 / 1.25 / 1.26 / 1.27 /
1.31 / 1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.40
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.2 / 3.5 / 3.6 / 3.7 / 3.8 / 3.9
Biba en Loeba doen raar
1.3 / 1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.10 / 1.15 / 1.16 / 1.18 / 1.19 / 1.21 / 1.22 / 1.26 / 1.27 / 1.31 /
1.32 / 1.33 / 1.34 / 1.38 / 1.39 / 1.40
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.2 / 3.5 / 3.6 / 3.7 / 3.9
Biba en Loeba volgen dansles
1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.15 / 1.18 / 1.19 / 1.21 / 1.22 / 1.25 / 1.26 / 1.27 / 1.31 / 1.32 / 1.33 / 1.34 1.38 / 1.40 /
2.1 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 /
3.1 / 3.2 / 3.6 / 3.7 / 3.9 /
Luister en doe! vijfjarige kleutersBiba en Loeba aan zee
1.1 / 1.2 / 1.3 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.14 / 1.15 / 1.17 / 1.18 1.19/ 1.20 / 1.26 / 1.27 / 1.32 / 1.33 / 1.34
2.1 / 2.3 / 2.5 / 2.6 / 2.7 / 2.8
3.2 / 3.5 / 3.6 / 3.7 / 3.9
Biba en Loeba en de krant
1.1 / 1.2 / 1.3 / 1.4 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.11 / 1.13 / 1.16 / 1.18 / 1.19 / 1.22 / 1.27 / 1.28 / 1.29 / 1.31 / 1.32 / 1.34
/ 1.37 / 1.38 / 1.39
2.1 / 2.3 /2.4 / 2.8
3.2 / 3.7
25
Biba en Loeba naar de dierentuin
1.2 / 1.3 / 1.4 / 1.7 / 1.8 / 1.13 / 1.14 / 1.15 / 1.18 / 1.19 / 1.22 / 1.25 / 1.26 / 1.27 / 1.31 / 1.32 / 1.33
2.1 / 2.3 / 2.5 / 2.7 / 2.8
3.1 / 3.2 / 3.3 / 3.5 / 3.6 / 3.7 / 3.13
Biba en Loeba op het sportfeest
1.3 / 1.4 / 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.11 / 1.13 / 1.15 / 1.17 / 1.18 / 1.19 / 1.26 / 1.27 / 1.31 / 1.32/
1.33 / 1.34
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.1 / 3.2 / 3.7 / 3.9 / 3.11
Biba en Loeba maken een herfstwandeling
1.3/ 1.6 / 1.7 / 1.8 / 1.9 / 1.11 / 1.15 / 1.16 / 1.18 / 1.20 / 1.21 / 1.25 / 1.26 / 1.27 / 1.32 / 1.34 / 1.39
2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4 / 2.5 / 2.7 / 2.8 / 2.9
3.2 / 3.7 / 3.9
De kinderen worden actief bij de verhalen betrokken en worden voortdurend uitgenodigd om mee te
bewegen met Biba en Loeba.
Hoegajetewerk?
De kleuterleider leest het verhaal voor en de kleuters worden uitgenodigd de bewegingen mee uit te
voeren.
Het boek is opgedeeld in tekeningen aan de voorzijde van de pagina’s (voor de kinderen), en de
bijbehorende voorleestekst op de achterzijde (voor de kleuterleider).
Op de achterzijde van elke pagina vind je ook bewegingstips die de kinderen aanzetten de
bewegingen gevarieerd uit te voeren.
Tips!
• Leef mee met het verhaal en vertel het heel enthousiast zodat de kinderen spontaan zin krijgen
om mee te leven en mee te bewegen.
• Laat de kinderen de oefening eerst enkele keren uitvoeren zoals ze in het verhaal wordt
aangehaald.
• Bied variatie aan waardoor de kleuters gemotiveerd worden om meermaals te oefenen. Je vindt
suggesties bij de verhalen.
• Zorg altijd voor een correcte uitvoering van de bewegingen.
26
Evaluatiefiches en spelvormenEvaluatiefichesDe evaluatiefiches zijn opgedeeld in drie vaardigheidsgroepen:
• Grove motoriek
• Fijne motoriek en oog-handcoördinatie
• Lichaams-, tijds- en ruimteperceptie
Bij het afnemen van de evaluatieonderdelen is het belangrijk te weten dat het altijd momentopnames
zijn.
De betrouwbaarheid van de observaties kan alleen vergroot worden door de opdrachten herhaaldelijk
te laten uitvoeren, maar op verschillende momenten. Krijg je altijd hetzelfde resultaat, dan geeft dat
een duidelijk beeld van de motorische ontwikkeling van het kind.
Niet alle evaluatieonderdelen zijn wetenschappelijk gestandaardiseerd, maar zijn gebaseerd op
ervaringen van veel kleuterleiders en algemene kennis over motorische ontwikkeling.
Hoegajetewerk?
Elke ontwikkelingsgroep kan afzonderlijk geobserveerd worden aan de hand van de evaluatiefiches.
Die fiches hebben de vorm van kopieerbladen en kunnen dus per kind ingevuld worden. Je kunt de
fiches per kind eventueel bundelen in een mapje.
Nadat je een kleuter hebt geëvalueerd, krijg je een duidelijk overzicht van wat goed zit en welke
vaardigheden nog extra oefening vragen.
Deze evaluatie kan gebruikt worden om aan ouders uit te leggen welke extra oefening nodig is.
De spelvormen die per onderdeel staan opgesomd, kunnen ook gekopieerd en meegegeven worden
met de ouders zodat ze actief kunnen deelnemen aan het begeleidingsproces.
Tips!
• De spelvormen kunnen met de ouders meegegeven worden zodat ze thuis hun kind extra kunnen
stimuleren.
• Leg verbanden tussen de motorische ontwikkeling en leervaardigheden in een gesprek met de
ouders.
27
Evaluatiefiche 2de kleuterklas: grove motoriek - evenwicht
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Evenwicht
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
De kleuter gaat mooi recht staan met de voeten naast elkaar.
De kleuter kan stilstaan met de benen
mooi naast elkaar zonder al te veel te
trillen.
2De kleuter gaat mooi recht staan met de voeten naast elkaar en sluit de ogen.
De kleuter kan gedurende vijf seconden blijven stilstaan met de ogen dicht en de voeten naast elkaar.
3
De kleuter gaat op één been staan. Hij kiest zelf welk been. Bijbewegingen maken mag, de voet verplaatsen niet.
De kleuter kan gedurende vijf seconden op één been staan.
Aanvullingen:
28
Evaluatiefiche 2de kleuterklas: grove motoriek - coördinatie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Coördinatie
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
De kleuter kruipt over een afstand van tien meter.Hij verplaatst de handen en knieën kruislings: linkerhand naar voor + rechterknie naar voor, rechterhand naar voor + linkerknie naar voor.
De kleuter beheerst de kruipbeweging
goed.
2
De kleuter zit rechtop op een stoel aan een bank. Hij legt de armen evenwijdig naast elkaar op de bank, met dertig cm tussenruimte.De kleuter tikt nu met de rechterhand links van de linkerarm zonder dat de romp en andere lichaamsdelen mee bewegen.Hij doet daarna hetzelfde met de linkerhand over de rechterarm.
De kleuter kan de middellijn goed overkruisen.
3De kleuter tikt een ballon vijf keer na elkaar aan, zonder hem vast te nemen of op de grond te laten vallen.
Oog-handcoördinatie: de kleuter kan een ballon vijf keer aantikken voor hij de grond raakt.
Aanvullingen:
29
Evaluatiefiche 2de kleuterklas: grove motoriek - dominantie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Dominantie
Handvoorkeur
Metwelkehandvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Een fles met een dop openen en sluiten.
Een glas water inschenken.
Een glas water drinken.
Een klein voorwerp aannemen.
Het eigen haar kammen.
Een strookje papier afknippen.
Een kleine bal opnemen van de grond en wegrollen.
Oogvoorkeur
Metwelkoogvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Door een kokertje kijken.
Door de lens van een fototoestel kijken.
Door een sleutelgat kijken.
Oorvoorkeur
Metwelkoorvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Telefoneren
Met een oor tegen de muur een gesprek aan de andere kant van de muur
afluisteren.
Voetvoorkeur
Metwelkevoetvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Drie keer tegen een bal trappen die stil ligt.
Een trap of een verhoogje op stappen. Welke voet zet de kleuter eerst?
Opmerking
Om een juist dominantieprofiel te kunnen samenstellen, herhaal je de opdrachten het beste op verschillende momenten. Zo verhoog je de betrouwbaarheid van de resultaten.De opdrachten geven een indicatie van de dominanties maar kunnen niet voor 100% uitsluitsel geven.
Wanneer je na verschillende uitvoeringen merkt dat de resultaten sterk wisselen (bv. soms linker-
handvoorkeur of soms rechterhandvoorkeur) kunnen extra evenwichtsoefeningen een hulp zijn.
Aanvullingen:
30
Evaluatiefiche 2de kleuterklas: lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Lichaamsperceptie
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
De kleuter draait een arm naar voor. Hij doet dit met beide armen.
De kleuter beweegt de juiste arm
zonder bijbewegingen van andere
lichaamsdelen.
2De kleuter draait een arm naar achter. Hij doet dit met beide armen.
De kleuter beweegt de juiste arm zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
3De kleuter gaat op zijn rug liggen. Hij beweegt zijn linkerarm en linkerbeen tegelijk naar buiten.
De kleuter beweegt de juiste arm en het juiste been zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
4De kleuter gaat op zijn rug liggen. Hij beweegt zijn rechterarm en rechter-been tegelijk naar buiten.
De kleuter beweegt de juiste arm en het juiste been zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
5Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je neus aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
6Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je knie aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
7Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je oren aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
8Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je tenen aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
9Geef de kleuter de volgende opdracht:
‘Wijs je kin aan.’De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
10Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je schouders aan.
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
11Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je elleboog aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
12Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je duim aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
Aanvullingen:
31
Evaluatiefiche 2de kleuterklas: lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Ruimteperceptie
Geef de kleuter verschillende opdrachten waarin telkens een ander ruimtelijk begrip aan bod komt: voor, achter, onder, boven, naast, in, op, over …Gebruik voorwerpen zoals een hoepel, een stoel, een krijtlijn …
bv. Ga in de hoepel staan, spring over de krijtlijn …
Noteer de opdrachten die je de kleuter laat uitvoeren in het rooster hieronder.
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1De kleuter voert de opdracht correct
uit.
2De kleuter voert de opdracht correct
uit.
3De kleuter voert de opdracht correct
uit.
4De kleuter voert de opdracht correct
uit.
5De kleuter voert de opdracht correct
uit.
6De kleuter voert de opdracht correct
uit.
7De kleuter voert de opdracht correct
uit.
8De kleuter voert de opdracht correct
uit.
9De kleuter voert de opdracht correct
uit.
10De kleuter voert de opdracht correct
uit.
Aanvullingen:
32
Evaluatiefiche 2de kleuterklas: lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Tijdsperceptie
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
De kleuter probeert vlot tien keer na elkaar in de handen te klappen en telt ondertussen hardop mee.
De kleuter kan vlot tien keer na elkaar
in de handen klappen terwijl hij
hardop mee telt.
2
Klap een traag ritme. Klap daarna een snel ritme. Verbind een verschillende opdracht aan beide ritmes. Klap daarna afwisselend het trage en het snelle ritme. De kleuter voert de bijbehorende opdrachten uit.
De kleuter hoort het verschil tussen een traag en een snel ritme.
Aanvullingen:
33
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: fijne motoriek
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
De kleuter probeert een cirkel met een diameter van tien cm uit te knippen op een dikke randlijn van vijf mm.
De kleuter kan zonder veel
bijbewegingen een cirkel uitknippen.
2
De kleuter tikt met de duim elke vingertop van dezelfde hand aan.
Hij doet dat met elke hand.
De kleuter kan vlot opponeren met elke hand.
3Observeer de pengreep van de kleuter op verschillende momenten.
De kleuter heeft een stabiele pen-greep die makkelijk hanteerbaar en standvastig is.
4
Observeer het handgebruik in fijn- en grootmotorische opdrachten op verschillende momenten.Ontdek het dominantieprofiel bij grootmotorische opdrachten.
De kleuter heeft een consequente voorkeurhand.
R/L
5De kleuter vouwt een A4-blad in vier en gebruikt daarbij beide handen.
De kleuter kan vlot een papier in vier vouwen.
6Leg een jas met grote knopen voor de kleuter. De kleuter probeert de jas met de knopen open en dicht te doen.
De kleuter kan grote knopen vlot los en terug vast te maken.
7
De kleuter legt beide handen voor zich op tafel en sluit de ogen. Raak telkens een andere vinger van de kleuter aan. De kleuter raadt welke vinger je aanraakt.
De kleuter kan met de ogen dicht voelen welke vinger wordt aangeraakt.
Aanvullingen:
34
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: grove motoriek - evenwicht
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Evenwicht
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1De kleuter gaat mooi recht staan met de voeten naast elkaar.
De kleuter kan stilstaan met de benen mooi naast elkaar zonder al te veel te trillen.
2
De kleuter gaat mooi recht staan met de voeten naast elkaar en sluit de ogen.
De kleuter kan gedurende tien seconden blijven stilstaan met de ogen dicht en de voeten naast elkaar.
3De kleuter gaat op één been staan. Hij kiest zelf welk been. Bijbewegingen maken mag, de voet verplaatsen niet.
De kleuter kan gedurende tien seconden op één been staan.
4De kleuter springt ter plaatse op één been. Hij doet dit met elk been.
De kleuter kan drie keer na elkaar ter plaatse springen op elk been.
Aanvullingen:
35
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: grove motoriek - coördinatie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Coördinatie
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
De kleuter kruipt over een afstand van tien meter.Hij verplaatst de handen en knieën kruislings: linkerhand naar voor + rechterknie naar voor, rechterhand naar voor + linkerknie naar voor.
De kleuter beheerst de kruipbeweging goed.
2
De kleuter zit rechtop op een stoel aan een bank. Hij legt de armen even-wijdig naast elkaar op de bank, met dertig cm tussenruimte.De kleuter tikt nu met de rechterhand links van de linkerarm zonder dat de romp en andere lichaamsdelen mee bewegen.Hij doet daarna hetzelfde met de linkerhand over de rechterarm.
De kleuter kan de middellijn goed overkruisen.
3
De kleuter staat op twee meter afstand van de juf. De juf gooit de kleuter een plastic bal toe. De kleuter vangt de bal met de handen voor de borst.
De kleuter kan een plastic bal vangen, enkel met de handen, die hem van op een afstand van twee meter wordt toegeworpen.
4
De kleuter staat stil met een plastic bal in de handen. Hij laat de bal vallen, laat hem één keer botsen en vangt hem met de handen weer op.
De kleuter kan een bal één keer laten botsen en weer opvangen.
Aanvullingen:
36
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: grove motoriek - dominantie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Dominantie
Handvoorkeur
Metwelkehandvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Een fles met een dop openen en sluiten.
Een glas water inschenken.
Een glas water drinken.
Een klein voorwerp aannemen.
Het eigen haar kammen.
Een strookje papier afknippen.
Een kleine bal opnemen van de grond en wegrollen.
Oogvoorkeur
Metwelkoogvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Door een kokertje kijken.
Door de lens van een fototoestel kijken.
Door een sleutelgat kijken.
Oorvoorkeur
Metwelkoorvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Telefoneren
Met een oor tegen de muur een gesprek aan de andere kant van de muur
afluisteren.
Voetvoorkeur
Metwelkevoetvoertdekleuterdeactiviteituit? Rechts Links
Drie keer tegen een bal trappen die stil ligt.
Een trap of een verhoogje op stappen. Welke voet zet de kleuter eerst?
Opmerking
Om een juist dominantieprofiel te kunnen samenstellen, herhaal je de opdrachten het beste op verschillende momenten. Zo verhoog je de betrouwbaarheid van de resultaten.De opdrachten geven een indicatie van de dominanties maar kunnen niet voor 100% uitsluitsel geven.
Wanneer je na verschillende uitvoeringen merkt dat de resultaten sterk wisselen (bv. soms linker-handvoorkeur of soms rechterhandvoorkeur) kunnen extra evenwichtsoefeningen een hulp zijn.
Aanvullingen:
37
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Lichaamsperceptie
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1Met gesloten ogenDe kleuter draait een arm naar voor. Hij doet dit met beide armen.
De kleuter beweegt de juiste arm zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
2
Met gesloten ogenDe kleuter draait een arm naar achter. Hij doet dit met beide armen.
De kleuter beweegt de juiste arm zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
3
Met gesloten ogenDe kleuter gaat op zijn rug liggen. Hij beweegt zijn linkerarm en linkerbeen tegelijk naar buiten.
De kleuter beweegt de juiste arm en het juiste been zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
4
Met gesloten ogenDe kleuter gaat op zijn rug liggen. Hij beweegt zijn rechterarm en rechter-been tegelijk naar buiten.
De kleuter beweegt de juiste arm en het juiste been zonder bijbewegingen van andere lichaamsdelen.
5Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je oorlel aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
6Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je knieholte aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
7Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je oksel aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
8Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je middenvinger aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
9Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je enkel aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
10Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je kuit aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
11Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je achterhoofd aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
12Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Wijs je pols aan.’
De kleuter wijst het juiste lichaams-deel aan.
13
De kleuter springt ter plaatse op één been en hinkelt zo een rondje rond de verticale lichaamsas. Hij maakt daar-bij niet te veel bijbewegingen.
De kleuter heeft zijn bewegingen onder controle. Het gezicht, de armen en de handen vertonen weinig spanning.
14
De kleuter legt beide handen op tafel voor zich en sluit de ogen.De leerkracht streelt over één vinger. De kleuter opent de ogen en duidt aan welke vinger de leerkracht heeft aangeraakt.
De kleuter kan met de ogen dicht voelen welke vinger er wordt aangeraakt.
38
Aanvullingen:
39
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Ruimteperceptie
Geef de kleuter verschillende opdrachten waarin telkens een ander ruimtelijk begrip aan bod komt:
voor, achter, onder, boven, naast, in, op, over, tussen, links, rechts, zijwaarts, achterwaarts,
voorwaarts, schuin, rond … Gebruik voorwerpen zoals een hoepel, een stoel, een krijtlijn …
bv. Ga in de hoepel staan, spring over de krijtlijn, stap voorwaarts door de klas, stap zijwaarts over
de lijn …
Noteer de opdrachten die je de kleuter laat uitvoeren in het rooster hieronder.
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1De kleuter voert de opdracht correct uit.
2De kleuter voert de opdracht correct uit.
3De kleuter voert de opdracht correct uit.
4De kleuter voert de opdracht correct uit.
5De kleuter voert de opdracht correct uit.
6De kleuter voert de opdracht correct uit.
7
Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Tik op je linkerknie.’
De kleuter voert de opdracht correct uit en kent het verschil tussen links en rechts.
8
Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Tik op je rechteroor.’
De kleuter voert de opdracht correct uit en kent het verschil tussen links en rechts.
9
Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Tik met je rechterhand op je linker-voet.’
De kleuter voert de opdracht correct uit en kent het verschil tussen links en rechts.
10
Geef de kleuter de volgende opdracht:‘Tik met je rechterhand op je linker-schouder.’
De kleuter voert de opdracht correct uit en kent het verschil tussen links en rechts.
Aanvullingen:
40
Evaluatiefiche 3de kleuterklas: lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie
Naam: ...............................................................................
Geboortedatum: ...............................................................................
Observatiedatum: ...............................................................................
Tijdsperceptie
Test Uitvoering Evaluatie Ja Nee
1
Geef de kleuter een drievoudige op-dracht zonder herhaling.Bv. Hang je jas aan de kapstok, neem een puzzel en ga op je stoel zitten.
De kleuter kan drievoudige op-drachten onthouden en uitvoeren.
2
Klap een eenvoudige ritmische zin. De kleuter probeert de zin na te bootsen.Bv. lang-kort-kort-lang-kort-kort-lang-kort-kort-lang
De kleuter kan een eenvoudige rit-mische zin nabootsen.
Aanvullingen:
41
Stimulerende spelvormenDe stimuleringsspelen worden op dezelfde manier onderverdeeld als de evaluatieonderdelen
(fijne motoriek, grove motoriek, lichaamsperceptie, ruimteperceptie en tijdsperceptie). Zo is het
handig om direct de juiste oefeningen te kunnen doorgeven.
Stimuleringsoefeningenfijnemotoriek
Opbouw vanuit de schouders naar de vingers (proximaal naar distaal):
Soepeleschouders
• Werpspelen
Laat de kleuter kleine voorwerpen, zoals balletjes, wegwerpen vanuit de schouders.
Zorg ervoor dat de kleuter zowel links als rechts werpt.
• Hoofd, schouders, knie en teen
Laat de kleuter het liedje ‘hoofd, schouders, knie en teen’ zingen en de bewegingen uitvoeren.
• Linten
De kleuter krijgt in elke hand een lint.
Geef enkele opdrachten die de kleuter met de linten kan uitvoeren:
Beweeg de linten boven je hoofd.
Beweeg de linten tussen je benen.
Beweeg de linten naast je lichaam.
Beweeg de linten zigzag door elkaar.
Beweeg de linten van boven naar onder.
Soepeleellebogen
• Stop de bal
De kleuter zit aan een tafel en neemt in elke hand een kleine bal.
Hij steunt met de ellebogen op de tafel, laat de bal vallen en probeert die onmiddellijk terug
te vangen door de onderarm naar beneden te bewegen.
• Commandokruipen
De kleuter kruipt op de buik rond en gebruikt hierbij vooral de ellebogen om zich verder te
trekken.
Soepelepolsen
• Frisbee
De kleuter neemt met beide handen een frisbee vast, waarin een kleine bal ligt.
De kleuter beweegt de frisbee zodat de kleine bal mooie cirkels maakt in de frisbee.
• Vang de stok
De kleuter heeft een lange stok (horizontaal) vast met de handpalmen naar boven.
De kleuter gooit de stok even naar boven en vangt deze terug op met de handpalmen naar
onderen gericht.
42
• Bol wol opwinden
De kleuter heeft een lang touw en rolt het op tot een bolletje.
Laat de kleuter dit beurtelings door beide handen uitvoeren.
• Potlood slijpen
Door beide handen laten uitvoeren.
• Bikkelen
Soepelevingers
• Verven
Vingerverven
• Kleine voorwerpen sorteren
De kleuter sorteert verschillende kleine voorwerpen, zoals paperclips of elastiekjes in kleine
doosjes.
• Eenvoudige knopen maken
• Activiteiten met wasknijpers
De kleuter zet zo snel mogelijk verschillende wasknijpers rondom een schoenendoos
(meet de tijd).
Laat de wasknijpers om een doos zetten volgens een aangegeven patroon.
De kleuter gaat daarna na of de wasknijpers volgens het patroon zijn geplaatst.
• Kralen rijgen
De kleuter maakt armbanden van macaroni.
• Naaikaarten
Kaartjes, waarop figuren van gaatjes zijn gemaakt
• Oefenen met sluitingen, knopen, ritsen en veters
• Weven
De kleuter weeft met stroken papier.
• Spelen met constructiemateriaal
De kleuter speelt met LEGO, PlayMais, Clics, K’NEX, blokken.
• Vouwen
De kleuter vouwt een papieren waaier.
Laat hem allerlei vouwtechnieken gebruiken die vaak in eenvoudige werkboeken staan.
Bv. een stuk papier van 20 cm op 30 cm vouwen als een harmonica om een waaier
te maken.
• Lijnen trekken van stip naar stip
De kleuter trekt met een pen lijnen van stip naar stip.
43
• Overtrekken
De kleuter moet nu grote en kleinere tekeningen, vormen en letters overtrekken.
De kleuter doet dit eerst alleen met de vingers, daarna met overtrekpapier en potloden.
Om de oefening moeilijker te maken kan het kind op een ander stuk papier uit het hoofd de
tekening namaken, en daarna vergelijken met het voorbeeld. Dit traint het vormgeheugen.
Het is belangrijk dat de kleuter vloeiende lijnen tekent zonder voorbeeld.
• Veel knippen
Eerst knipt de kleuter willekeurige stroken van de krant, daarna volgt hij rechte lijnen op
papier.
Hierna kan de kleuter gebogen lijnen en dan een rondje proberen te knippen.
• Propjes rollen
• Stroken scheuren
Eerst scheurt de kleuter stroken, daarna figuren. Hierbij moet de kleuter proberen zo
precies mogelijk over lijnen (rechte, gebogen enz.) te scheuren.
• Boetseren
De kleuter boetseert naar eigen fantasie met klei of plasticine.
• Vlechten
De kleuter maakt mooie vlechten met drie stukken touw of Scoubidou-draden.
• Tolletjes
De kleuter laat de tol beurtelings met beide handen tollen.
Stimuleringsoefeningenevenwicht
• Waarbenik?
Materiaal: Sterk voorwerp waarop de kleuter kan staan, zoals een evenwichtsplank of
een omgekeerde lage emmer.
Spel: Plaats de kleuter op het voorwerp. Laat de kleuter nu draaien zodat hij altijd
met zijn aangezicht naar je toe is gericht: verplaats je rond de kleuter terwijl
hij je volgt door zich te draaien op het voorwerp zonder eraf te vallen.
Moeilijker: Laat de kleuter nu de ogen sluiten. Hij moet zich nu naar jou toedraaien door
zich te baseren op het geluid dat je maakt. Het is dus belangrijk dat je
voortdurend praat tegen de kleuter.
• Een,twee,driepiano!
Materiaal: Muur en klein voorwerp
Spel: Jij, de dirigent, staat tegen de muur. Je draait je met je gezicht naar de muur
en zegt luidop ‘een, twee, drie piano’. Je draait je hierna terug naar de kleuter
toe.
De kleuter probeert zo dicht mogelijk bij de muur te komen terwijl jij met
je gezicht naar de muur staat. Maar als jij je hebt omgedraaid, moet de kleuter
stilstaan met de voeten naast elkaar. Als de kleuter toch beweegt, moet hij
opnieuw beginnen achter de lijn. Dit blijft zich herhalen totdat de kleuter de
muur kan bereiken.
44
• Dans
Materiaal: Muziek
Spel: De kleuter danst in het rond op de muziek. Als de muziek stopt, moet hij zo
snel mogelijk stilstaan op twee voeten. Als de muziek opnieuw begint te spelen,
beweegt de kleuter opnieuw vrij rond. Dit wordt altijd herhaald.
Moeilijker: Als de kleuter stilstaat, moet hij de ogen sluiten. Hij mag de ogen opnieuw
openen als de muziek begint te spelen.
• Krantenloop
Materiaal: Kranten
Spel: De kleuter verplaatst zich van de ene kant van de ruimte naar de andere kant.
Hij heeft hiervoor twee kranten en mag alleen op die kranten staan. De kleuter
staat met beide voeten op één krant en neemt dan de andere krant vast. Hij
draait zich om en legt de krant voor zich om dan met beide voeten op deze
krant te gaan staan. Hij herhaalt deze beweging totdat hij aan de overkant is.
Moeilijker: Laat de kleuter de kranten kleiner maken, zodat het steunoppervlak kleiner
wordt.
• Springoverderivier
Materiaal: Touw
Spel: Leg het touw (de rivier) op de grond. De kleuter staat aan het touw met het
aangezicht gericht naar het einde van het touw. Hij gaat nu zijwaarts over
het touw springen, terwijl hij ook voorwaarts springt. Zo maakt hij schuine,
voorwaartse bewegingen.
Er zijn verschillende vormen mogelijk:
Met beide voeten springen en landen.
Met één voet springen en beide voeten landen.
Met beide voeten springen en op één voet landen.
Moeilijker: Achterwaarts springen.
Het touw in een golvende vorm leggen.
• Springerover
Materiaal: Touw en kleine bal
Spel: Knoop de bal vast aan het uiteinde van het touw. Plaats de kleuter op een
afstand die zo groot is als de lengte van het touw. Begin nu het touw zeer
traag rond te draaien in een cirkel met jezelf als middelpunt. Het is de
bedoeling dat de kleuter over de bal springt op het moment dat de bal hem
bijna gaat raken. Jij blijft voortdurend ronddraaien.
Moeilijker: Sneller draaien.
De kleuter meer naar het midden laten springen zodat hij hoger moeten
springen om over het touw te geraken.
• Evenwichtsbalk
Materiaal: Krijt
Spel: Laat de kleuter wandelen over krijtlijnen die op de grond zijn getekend.
45
• Trampoline
Materiaal: Trampoline
Spel: Laat de kleuter springen op een trampoline.
Je kunt de kleuter vrij laten springen of opdrachten geven:
Stoppen met springen op commando
Een rondje draaien tijdens het springen
Knieën heffen
Spreidsprong
Tijdens het springen in de handen klappen
• Waarnaartoe?
Materiaal: Krijt
Spel: Teken verschillende figuren op de grond.
Laat de kleuter van figuur naar figuur springen.
Geeft altijd een nieuwe figuur waarnaar de kleuter moet springen.
Zorg voor variatie in het springen (met één voet, met beide voeten, met
één voet springen maar met beide voeten landen enz.).
• Rollendmateriaal
Materiaal: Rollend materiaal (loopfiets, skateboard enz.)
Spel: Laat de kleuter ervaring opdoen met rollend materiaal.
Zorg ervoor dat de kleuter bescherming draagt.
• Dansen
Materiaal: Muziek
Spel: Laat de kleuter vrij dansen op muziek. Kies zeer vrolijke muziek, hierdoor
gaat de kleuter uitbundig bewegen en zal hij naar evenwicht moeten zoeken.
Moedig de kleuter aan vrije bewegingen te maken, zoals springen, draaien
of met de armen zwaaien.
Dans mee met de kleuter, dit is leuker en zal ook bewegingen uitlokken bij hem.
• Hinkelen Materiaal: Krijt
Spel: Teken een hinkelparcours op de grond.
Laat de kleuter hierop hinkelen.
• Evenwichtkunstenaars
Materiaal: Foto’s van evenwichtsposities
Spel: Laat de kleuter de houding aannemen die wordt getoond op de figuur.
De kleuter moet deze vijf tellen kunnen volhouden.
• Evenwichtstussendoortjes
Materiaal: Geen
Spel: Enkele kleine evenwichtsoefeningen:
Op één been staan (afwisselend op beide benen) gedurende vijf seconden.
Tanden poetsen op één been gedurende tien seconden, daarna op het andere
been.
Per twee elkaar aan een hand vasthouden en ronddraaien terwijl je elkaar
blijft vasthouden.
Zorg ervoor dat de kleuter zowel de linker- als rechterkant oefent.
46
• Spelvormenmetdeevenwichtsplank
Laat de kleuter met lichtgespreide voeten op de plank staan en proberen in evenwicht te
staan zonder dat de plank de vloer raakt.
Andere opdrachten:
- Tik vijf keer links en rechts de grond met de plank en sta dan tien seconden in evenwicht.
- Sta in evenwicht en probeer de plank aan te tikken zonder uit evenwicht te vallen.
- Sta in evenwicht en klap links en rechts naast je lichaam in je handen.
- Sta in evenwicht en probeer een bal zachtjes op te werpen en terug te vangen.
- Sta in evenwicht en probeer te zwaaien met beide handen boven het hoofd.
Stimuleringsoefeningencoördinatie
• Huppelen
Materiaal: Geen
Spel: Huppel rond met de kleuter.
Laat de kleuter daarna hand in hand huppelen of laat hem al huppelend
een liedje zingen.
Vertel de kleuter dat je huppelen altijd en overal kunt doen.
• Wieishetsnelst?
Materiaal: Twee dozen en verschillende voorwerpen
Spel: Verspreid voorwerpen over de ruimte. Als jij een signaal geeft, moet de kleuter
proberen zoveel mogelijk voorwerpen te halen. Hij moet het voorwerp in
de doos leggen voordat hij een ander voorwerp gaat halen. Wie kan de meeste
voorwerpen verzamelen?
Tips: Neem kleine voorwerpen die makkelijk kunnen worden meegenomen.
Plaats de twee dozen naast elkaar zodat je kunt controleren hoeveel
voorwerpen de kleuter al heeft verzameld.
• Kruipen
Materiaal: Prenten van dieren
Spel: Je toont de kleuter een prent waarop een dier staat afgebeeld. De kleuter
kruipt dan rond in de ruimte zoals dit dier het zou doen. Zo zal bv. een schilpad
erg traag kruipen.
Als er een nieuwe prent wordt getoond, verandert de kleuter zo snel mogelijk
van houding.
Tips: Je kunt de kleuter verbaal ondersteunen, door uit te leggen hoe het dier kruipt.
Bv. de leeuw: grote stappen en fier met het hoofd omhoog; de slang: laag tegen
de grond in zigzagbeweging; de kat: afwisselend snel en traag; het paard:
galopbeweging; de hamster: kleine stapjes.
• Klimmenenklauteren
Materiaal: Geen
Spel: Laat de kleuter op verschillende voorwerpen klimmen en klauteren,
zoals op klimrekken in de speeltuin of binnenspeeltuin, op de glijbaan,
47
op een stoel enz.
Tips: Begeleid de kleuter als hij bang is.
Zorg ervoor dat hij zich altijd veilig voelt en zich alleen moet concentreren
op het klimmen en klauteren.
• Haalhetvoorwerp
Materiaal: Rollend voorwerp
Spel: Laat een voorwerp wegrollen en geef de kleuter de opdracht dit al kruipend te
gaan halen. De kleuter doet dit op eigen tempo.
• Wiezoekt,dievindt
Materiaal: Verschillende voorwerpen
Spel: Verstop verschillende voorwerpen. Als ze allemaal zijn verstopt, moet de
kleuter ze al kruipend zoeken. Als hij een voorwerp vindt, moet hij het naar
het beginpunt brengen voordat hij een ander voorwerp gaat zoeken.
Tips: De nadruk moet liggen op het kruipen en niet op het zoeken. Zorg er dus voor
dat de voorwerpen makkelijk gevonden kunnen worden.
Kies ook geen te grote voorwerpen zodat de kleuter ze makkelijk kan
terugbrengen zonder dat hij hinder ondervindt tijdens het kruipen.
• Knikkersverplaatsen
Materiaal: Tafel, stoel, twee doosjes en knikkers
Spel: Plaats twee doosjes op tafel binnen het bereik van de kleuter. De kleuter moet
de knikkers van het ene potje naar het andere brengen: hij brengt de knikkers
van het linkerpotje naar het rechterpotje met de rechterhand, en van het
rechterpotje naar het linkerpotje met de linkerhand.
Zorg ervoor dat de potjes zo zijn geplaatst dat de kleuter de middellijn van het
lichaam moet overschrijden. Anders moet je de potjes verder uit elkaar zetten.
Tips: Laat je kleuter de voorwerpen ook hardop tellen.
• Autocircuit
Materiaal: Speelgoedauto, groot stuk papier en stift of krijt
Spel: Teken met de stift op het grote stuk papier een liggende 8. Je kunt dit ook met
krijt op de stenen buiten tekenen.
Zorg dat de kleuter met de handen aan beide uiteinden van de achtvorm kan.
De kleuter moet dan met de speelgoedauto over de 8 rijden. Hij mag onderweg
niet wisselen van hand of zich verplaatsen, maar wel de hand verplaatsen op
de auto.
Na een bepaalde tijd mag de kleuters de auto besturen met de andere hand.
Het is hierbij belangrijk dat de kleuter de middellijn van het lichaam kruist.
Maak de achtvorm groter als het nodig is.
48
• Krantlezen
Materiaal: Krant of groot boek
Spel: Plaats de kleuter voor de krant of het grote boek. De kleuter moet de pagina’s
omslaan met de hand.
Zorg ervoor dat de kleuter niet altijd dezelfde hand gebruikt maar zowel links
als rechts oefent.
• Kruislopen
Materiaal: Geen
Spel: Laat de kleuter marcheren als een ‘speciale’ soldaat: hij tikt afwisselend met de
rechterhand de linkerknie en met de linkerhand de rechterknie.
Om deze oefening vlotter te laten verlopen, kan de kleuter de knieën hoog
opheffen.
Tips: De kleuter die het moeilijk vindt de knieën omhoog te brengen, kun je eerst
laten stappen als een ‘gewone’ soldaat.
Breng de oefening van de ‘speciale’ soldaat dan aan in kleine stapjes: eerst
knieën heffen, dan afwisselend een knie en de tegenovergestelde arm omhoog
brengen (rechterknie + linkerarm en linkerknie + rechterarm).
• Tikhetjuiste
Materiaal: Krijt (twee kleuren) en washandjes (twee kleuren)
Spel: Teken op een bord een afbeelding van een kindje. De afbeelding moet ongeveer
50 cm groot zijn. Geef de linker- en rechterhelft van de tekening een andere
kleur.
Laat de kleuter met het aangezicht naar de tekening staan. Hij mag de voeten
niet meer bewegen en heeft aan elke hand een washandje.
Noem dan een kleur van een washandje en een lichaamsdeel van de tekening en
zeg wat hij moet doen. Bv.: tik met het groene washandje de rode hand van
het kindje.
Zorg dat de kleuter op verschillende hoogtes werkt zonder de voeten te
verplaatsen. Zorg er ook voor dat de kleuter vaak de middellijn van het lichaam
overschrijdt.
Tips: Je kunt dit spel combineren met het aanleren van links en rechts. Je noemt dan
geen kleur van het washandje, maar zegt linker- of rechterhand.
• Stapoverderivier
Materiaal: Touw
Spel: Leg een touw op de grond. Laat de kleuter beurtelings de voeten gekruist over
het touw plaatsen. Zo stapt de kleuter met kruispassen voorwaarts over het
touw.
49
Stimuleringsoefeningenoog-handcoördinatie/grovemotoriek
Het is belangrijk dat deze spelvormen worden uitgevoerd zoals hieronder wordt beschreven.
• Ballonkoning
Geef de kleuter een ballon.
Vraag hem de ballon drie keer aan te tikken zonder dat de ballon op de grond valt.
Breng variatie in de oefening door de handen te laten afwisselen en door afwisselend met
de handrug en –palm te laten tikken.
• Ballonnenvanger
Geef de kleuter een plastieken vliegenmepper. Hang een ballon aan een touwtje omhoog,
op slaghoogte van de kleuter.
Laat de kleuter met beide handen afwisselend tegen de ballon slaan.
• Strandbaltikker
Geef de kleuter een strandbal en een krantenstok (opgerolde krant).
Laat de kleuter de strandbal verder tikken met de krantenstok.
• Strandbalroller
Ga op twee meter afstand tegenover elkaar zitten, met de benen open.
Rol de strandbal met beide handen naar elkaar.
Als dit goed lukt, kun je op drie meter afstand gaan zitten.
• Strandbalvanger
Ga op twee meter afstand tegenover elkaar staan.
Gooi de strandbal met een lichte boog naar elkaar.
De kleuter probeert de strandbal met beide handen te vangen.
• Botsenvang
Neem een grote mousse bal en sta op twee meter afstand van elkaar.
Bots de bal naar elkaar.
• Werpenvang
Geef de grote mousse bal aan de kleuter en laat hem de bal zachtjes voor zichzelf opwerpen
en terug vangen.
• Rolenvang
De kleuter staat met de rug naar je toe, met de benen gespreid.
Rol de bal tussen de benen van de kleuter naar voren.
Zodra de kleuter de bal ziet verschijnen, loopt hij achter de bal en probeert hij de bal te
vangen met beide handen.
• Botskoning
Geef de kleuter een grote plastieken bal. De kleuter laat de bal botsen en probeert de bal
met beide handen terug te vangen.
• Ballenklapper
De kleuter werpt een plastieken bal zachtjes voor zich op en probeert dan eenmaal in de
handen te klappen vooraleer hij de bal terug probeert te vangen met beide handen.
50
Stimuleringsoefeningenlichaamsperceptie
• Lichaamswijzer
Je tikt een lichaamsdeel aan bij de kleuter, de kleuter benoemt wat je net hebt aangetikt.
Deze oefening kan zowel met de ogen open als met de ogen dicht.
• Omhoog
De kleuter ligt op de rug op de grond. Je tikt een been of arm aan, de kleuter beweegt
het aangetikte lichaamsdeel opwaarts.
Dit kan ook in buiklig gebeuren.
Na enige oefening, probeer je twee lichaamsdelen tegelijkertijd aan te tikken.
• Na-apen
Je tikt bij jezelf een lichaamsdeel aan, de kleuter tikt bij zichzelf hetzelfde lichaamsdeel aan.
• Poppenwijzer
Je legt een pop of een prent of van een kind voor de kleuter neer. Je duidt op de pop een
lichaamsdeel aan, de kleuter wijst datzelfde lichaamdeel op zijn eigen lichaam aan.
Voor vijfjarige kleuters moet je een duidelijk onderscheid maken tussen rechts en links.
Laat de kleuter altijd het lichaamsdeel hardop benoemen.
• Kindermassage
Masseer de handpalmen en vingers alsook de voeten en de tenen van de kleuter.
• Grootenklein
Geef verschillende opdrachten over groot en klein: maak je heel groot/heel klein, maak je
hand heel groot/heel klein, maar je voeten heel groot/heel klein, ...
Stimuleringsoefeningenruimteperceptie
• Lintenrace
Geef de kleuter een zakdoek en laat hem de zakdoek vasthouden aan een hoekje, zodat hij
ermee kan zwaaien.
Geef volgende opdrachten: zwaai naast je lichaam, zwaai boven je hoofd, zwaai tussen je
benen, zwaai achter je rug, zwaai voor je buik, zwaai onder een been.
• Touwenspel
Leg een springtouw op de grond. Geef volgende opdrachten aan de kleuter: loop op het
touw, spring over het touw, kruip onder het touw, loop met gespreide benen over het touw,
(zodat het touw tussen de benen ligt), loop zijwaarts op het touw, spring zijwaarts links en
rechts over het touw.
Laat de kleuter de bewegingen hardop verwoorden.
• Hoepelkamp
Leg een hoepel neer voor de kleuter. Geef volgende opdrachten aan de kleuter: spring in de
hoepel, spring uit de hoepel, stap op de rand van de hoepel, stap rond de hoepel, kruip door
de hoepel, spring voorwaarts in de hoepel en achterwaarts uit de hoepel, spring zijwaarts in
de hoepel en zijwaarts uit de hoepel.
51
• Knuffelspel
Neem enkele knuffels of andere voorwerpen en leg die voor de kleuter neer.
Geef volgende opdrachten: leg het beertje voor je neer, neem het konijntje en leg het achter
het beertje, neem de auto en leg hem naast het beertje enz.
• Werpspel
Zet vier emmers of dozen op twee meter afstand rond de kleuter. Deze emmers staan
verdeeld over de vier richtingen (voor / achter / links / rechts). De kleuter heeft een kleine
bal vast.
Geef volgende opdrachten: werp de bal in de emmer voor je, werp de bal in de emmer links
van je, werp de bal in de emmer rechts van je, werp de bal in de emmer achter je (de kleuter
mag zich hiervoor omdraaien).
• Mikken
Zet een emmer of doos op twee meter afstand van de kleuter. De kleuter heeft een kleine
bal vast en probeert te mikken in de emmer.
Na tien keer werpen, zet je de emmer dichter bij of verder van de kleuter, waarbij je
de verplaatsing duidelijk verwoordt.
• Figurendans
Knip enkele figuren uit papier: een cirkel, een driehoek, een vierkant,
een rechthoek, en een kruis.
Leg deze figuren op de grond en geef volgende opdrachten aan de kleuter: ga op de drie-
hoek staan, ga op het vierkant staan, leg de driehoek op het vierkant, leg de rechthoek
naast het kruis enz.
• Figurenloop
Knip enkele grote figuren uit een krant: een cirkel, een driehoek, een vierkant,
een rechthoek, en een kruis.
Geef volgende opdrachten aan de kleuter: stap op de rand van de driehoek, stap op
de rand van het vierkant enz.
Je kunt deze oefening ook achterwaarts laten uitvoeren.
• Zoektocht
Maak een eenvoudig plan van de ruimte waarin de kleuter speelt. Verstop een voorwerp
in deze ruimte en duid de locatie ervan aan met een kruisje op het plan.
Bespreek eerst samen wat er op het plan allemaal staat.
Geef het plan aan de kleuter en laat de kleuter het voorwerp zoeken aan de hand van dit
plan.
Stimuleringsoefeningentijdsperceptie
• Ritmischmeebewegen
Laat de kleuter ritmisch meebewegen op liedjes die hij zelf zingt en op liedjes die hij hoort.
• Meeklappenophetritmevanwoorden
Laat de kleuter meeklappen op het ritme van woorden. Bv. bo-ter-ham.
• Ritmischezinnenproberennatebootsen
Klap in je handen een ritme, bv. lang lang kort kort. De kleuter klapt dit na.
52
ReferentiesHannaford, C. (1997) The Dominance Factor. Arlington: Great Ocean Publishers.
Stutsman,R. (z.j) Instructies bij het intelligentieonderzoek van kinderen 2-6 jaar. Nijmegen: Berkhout.
Cox, R. Early Childhood & Early Primary: Get Ready for School [dvd]. Nieuw Zeeland: Get ready for
school.
Vallaey, M. en Vandroemme, G. (1997) Psychomotoriek bij kinderen. Leuven: Acco.