dadaisme

download dadaisme

of 11

Transcript of dadaisme

LES3

3. UITVOERINGSMODEL

Dit model gebruik je vooral om de organisatie en planning per les te bedenken.

BEGINSITUATIELes gaat over Dadasme. Vorige les hebben we het kort gehad over Marcel Duchamp en zijn readymades. Zoals de Fontein.

ACTIVITEITENwelke soorten activiteiten gaan in de les plaatsvinden?Ik wil de leerlingen een praktijkopdracht laten uitvoeren die gekenmerkt worden door de wetten van de toeval, montage en het experimenteren met automatisme (kenmerken dadasme). Dus de leerlingen moeten aan het begin van de les een collage maken, abstract schilderij of een gedicht die ontstaan is door toeval . Leerling 1 maakt een dadastisch gedicht door een kort krantenartikel uit te knippen. Elk woord wordt apart uitgeknipt en door midden geknipt daarna wordt het in een zakje gedaan. De leerling pakt zonder te kijken een woord uit de zak en plakt die op. Zo ontstaat er op een gegeven een gedicht die puur bestaat uit klanken en losse woorden zonder duidelijke inhoud of betekenis. Leerling 2 gaat een abstract 2d kunstwerk maken door vierkanten van verschillende groottes uit gekleurd papier te scheuren. Deze gescheurde vierkanten laat hij/zij op het papier vallen en plakt ze vast zoals de stukjes gevallen zijn. (andere optie: Een fotomontage maken van fotos uit een krant)Leerling 3 kiest een alledaags voorwerp (ready made). Zet deze in een bepaalde context (op een bepaalde plek) en bepaalde compositie van het voorwerp. Daarna gaat de leerling er een titel bij bedenken. Dit hoeft geen moeilijke titel te zijn, het kan ook bestaan uit maar 1 of 2 woorden. De leerling kan zijn keuze voor de titel verantwoorden. Leerling mag bepaalde ingrepen doen. Nadat de leerlingen hun werken af hebben gemaakt. Gaat de docent samen met de leerlingen de 3 verschillende werken bespreken. De docent legt aan de hand van de werken uit wat het dadasme inhoudt. Dit doet zij door bij de 3 verschillende werken, kunstwerken van dadastische kunstenaars erbij te pakken en de bedoeling van de kunstenaar, en de inhoud van het te bespreken kunstwerk uit te leggen. Dus de docent en de leerlingen leggen een link tussen de door de leerlingen geproduceerde werken en de dadastische kunstwerken.

TIMINGhoe ga ik deze activiteiten verdelen in de beschikbare tijd?

2 lesuren: 80 minuten planningactiviteitWIE DOET WAT ?

DocentLeerling / student

5 / 10 min.

20 /25 min.

Uitleg praktische opdrachten. (doelstelling, tijdsduur) Opdrachten verdelen.

Luisteren

Begeleid de leerlingen waar nodig. voeren de praktische opdrachten uit. Leerlingen mogen elkaar helpen.

Bespreken van de werken. Uitleggen wat het dadasme inhoudt. Bespreken van de werken.

MIDDELENComputer, usbstick met presentatie, beamer. Gekleurd papier, lijm, krantenartikelen, scharen. 3 verschillende alledaagse voorwerpen.

HUISWERK

ORGANISATIEKan voor meerdere lessen geldenLaatste 5 minuten opruimen.

EVALUATIELESDOELENDit hoeft niet elke lesHoe en wanneer stel jij en/of leerling /student vast dat een leerdoel is behaald?

DOELHOE evaluerenWANNEER evalueren

Leerlingen zelf laten experimenteren en onderzoeken. Waardoor ze door te ervaren hoe een dadastisch kunstwerk in elkaar zit zelf antwoorden vinden op wat dadasme nu eigenlijk inhoudt. En waarom dat het rond de WOI ontstond.Tijdens het bespreken van de werken. Door vragen te stellen en door te vragen. Hoe heb je deze les ervaren? Voelde je je meer betrokken bij de les? Heb je het gevoel dat je meer/net zoveel kennis hebt opgedaan in deze les als in de andere lessen?

Aan het eind van de les evalueren of de leerlingen snappen wat de stroming inhoudt. En hoe ze de werkvorm hebben ervaren.

Gebruik maken van activerende werkvorm Doorvragen, niet te snel tevreden zijn met een antwoord Mijn doel voorogen houden en daarnaar streven. Niet afdwalen als dat geen toevoeging heeft. Leerlingen meer zelf laten nadenken en experimenteren.

http://www.tussentaalenbeeld.nl/A28.htmhttp://www.nga.gov/exhibitions/2006/dadahttp://nl.wikipedia.org/wiki/Dada-tournee

Invloed van WOI op de kunstenaarswereld

De welvaart in Europa neemt af waardoor de uitbarsting van creatieve vernieuwingen in de kunst abrupt af werd gekapt. Kunstwerken die rond de jaren 20/30 werden gemaakt zijn minder gedurfd en minder vernieuwend. Een redelijk aantal kunstenaars moesten meevechten in de loopgravenoorlog waardoor sommige creatieve talenten overleden zijn of verwond zijn geraakt. Tussen WOI en WOII blijft Parijs het centrum van de westerse kunst. Het dadasme en surrealisme kenmerken de periode in de jaren van het interbellum.Verbannen revolutionaire vluchtten tijdens de periode van WOI naar landen die neutraal bleven zoals de Verenigde Staten en Zwitserland. Dit deden ze om de oorlog te ontlopen en te protesteren tegen een samenleving die ervoor gezorgd had dat er een oorlog is ontstaan. Componisten zoals Igor Stravinsky, politieke revolutionaire zoals Lenin en nog vele ander kunstenaars bevinden zich tijdens de oorlog in Zwitserland.

Het nationalisme kwam op

In Cafe Voltaire in Zrich (1916) is de dada-beweging ontstaan. In het caf organiseerde Hugo Ball, Hans Arp, Marcel Janco, Tristan Tzara, Dada activiteiten.(Cabaret Voltaire, een totaal kunstwerk, dans, poezie, muziek en beeldende kunst droeg zijn steentje bij aan de voorstelling) Het werd een broeiplek voor vrijdenkende kunstenaars en intellectuelen. Abstractie werd hun wapen, abstractie zagen ze als een instinctieve expressie van het onderbewuste. Het werd gezien als een pure en eerlijke uiting van gevoelens en gedachtes (intutie en instinct). De dadasten dreven de spot met gevestigde waarden, alle traditionele opvattingen van goede smaak in kunst en literatuur. Ze beschouwde het als culturele symbolen van een samenleving die beruste op hebzucht en materialisme. Dat op de rand van de dood stond.

Jean (Hans) Arp (Collage van vierkanten gerangschikt door de wet van Verandering)

Arp had de eerste ontwikkelingen van abstracte kunst meegemaakt doordat hij voordat hij naar Zurich ging, al in Parijs, Munich en Berlijn was geweest. In Zrich begon hij te experimenteren met abstractie. Hij bedacht een zeer radicale theorie die subjectieve artistieke keuzes aan de kant zette. Hij wilde tijdens het maken van een schilderij geen esthetische keuzes meer maken (voor-oorlogs). Hij ging de artistieke mogelijkheden van verandering onderzoeken. De willekeur van verandering inspireerde de dadasten omdat ze ervan overtuigd waren dat het rationalisme gefaald had om de oorlog te voorkomen. Meerdere malen heeft Jean Arp stukken papier verscheurd in vormen die hij op een groter vel papier liet vallen die op de grond lag. En hij plakte de stukken papier op het papier zoals ze gevallen waren. Hij zei: de wet van de toeval kan alleen ervaren worden als er totaal overgegeven wordt aan het onderbewuste. Maar Jean Arp heeft niet totaal zijn artistieke keuzes uit kunnen zetten want er zijn lijmresten op het kunstwerk gevonden die aantonen dat hij toch geschoven heeft met de vormen.

De dadasten van Cafe Voltaire werden ook genspireerd door het primitieve (kinderkunst, niet westerse kunst, pre-taalkundige klanken en het onderbewuste). De dadastische performances van het opdragen van een klank gedicht, gedichten zonder woorden in verschillende talen met drums en gezongen op een toon, hebben veel weg van Afrikaanse rituelen.

Hugo Ball Karawane

Karawane is een klankgedicht geschreven door Hugo Ball. Het gedicht speelde met klanken en het ontbrak aan enige betekenis. Het gedicht is niet geschreven op een bewuste manier, het lijkt ontstaan te zijn vanuit het onderbewust omdat de woorden die gebruikt worden niet bestaan. Het gedicht maakt taal belachelijk. Hiermee spot hij met hetgeen wat nu in de kranten wordt geschreven. Het is net zo zinloos en betekenisloos als zijn klankgedicht. Het was een protest tegen het intellectualisme dat gezorgd had voor het ontstaan van WOI. Hij had een speciaal pak gemaakt om te dragen tijdens het voordragen van zijn gedicht. Hij had zichzelf omgetoverd in een sjamaan waardoor de voordracht op een ritueel leek. http://www.youtube.com/watch?v=8o-tLrI2K6Y

Ursonate

Kurt Schwitters verzamelt woorden (net zoals Hugo Ball) die hij ontdoet van hun betekenis en op een bepaalde manier groepeert waardoor er alleen klanken ontstaan. Dit noemt hij zijn Lautgedichten. Ursonate is een Lautgedicht waar alleen lettercombinaties over zijn gebleven. In 1922 voert Schwitters het voor het eerst op. Daarna schaaft hij het gedicht constant bij (10 jaar lang!). Het gedicht is opgebouwd als een traditionele sonate. En sonate bestaat uit 3 a 4 delen. In het eerste deel zijn (muzikale) themas te horen. Deze themas worden in verdere delen verwerkt en uitgebouwd. Schwitters ordend zijn kapotgeslagen taal volgens de principes uit de muziekwereld. (Igor Stravinsky -> kleur, lijn en vlak aan muzikale regels onderwerpen)

http://www.youtube.com/watch?v=6X7E2i0KMqM

Kurt Schwitters, Merzbau

Kurt Schwitterswerd in 1887 in Hannover geboren en stierf in een onbeduidend plaatsje in het Engelse Lake District in 1948.Schwitters schilderde, beeldhouwde, dichtte, deed performances, schreef verhalen, ontwierp reclames, was uitgever van tijdschriften en boekjes, organisator en impresario. Al dit werk in al die verschillende disciplines werd gemaakt en verricht vanuit n vaste grondgedachte: vergeet alle geboden en verboden die er bestaan rondom kunst. Verwerp de grenzen tussen disciplines, tussen wat banaal is en van belang, tussen kunst en kitsch, zin en onzin.

Bij Schwitters betekende dit een volstrekte en weerbarstige eenheid tussen kunst en leven.'Want ik vind het van onvoorwaardelijk belang,' schreef hij in 1927 in een van de door hemzelf uitgegeven Merz-tijdschriften, 'dat aan het einde het gehele leven met alles wat er gewild is daar staat, dat niets verloren gaat, zelfs niet als iets op zeker moment vals of verkeerd bleek te zijn'.Die eenheid noemde hij 'Merz'. Kurt Schwitters was Merz. Zijn assemblages van gevonden voorwerpen die 'de wereld zelf waren en niet de afbeelding ervan" waren Merz. Zijn collages en klankgedichten waren Merz. Zijn huis was Merz. En wat hij deed, dacht en voelde was:merzen -hij bedacht er zelfs dit werkwoord voor.Merzenbetekende de scheiding opheffen tussen kunst en leven, tussen het kunstwerk en de wereld daaromheen.De letters Merz' kwamen in een collage voor als uitsnede van de gedrukte tekst Commerz und Privatbank'.

Kunst, zegt Schwitters, dient alleen zichzelf, niet de politiek, niet de communistische Internationale of de Kerk. Zijn werken zijn meestal niet veel groter dan twintig vierkante centimeter. En dat kan ook niet anders, want de meeste zijn 'kamerstukken', kunst voor intiem gebruik, voor vrienden onderling. Werkjes die Schwitters ruilde voor eigen werk en in zijn verzameling opnam.

Vanaf 1918 ontstaan deze eerstecollagesenassemblages. Schwitters sprak over Merzzeichnungen' (tekeningen en collages), Merzbilder' (assemblages, schilderijen en relifs) en Merzplastike' (sculpturen). Ook vervaardigde hij Merzbau', dat als een ruimtelijk kunstwerk opgevat kan worden.Ook schreef hij artistieke manifesten, produceerde hij typografische fabels en toneelstukken en hield hij zich bezig met experimentele pozie. In 1919 schreef hij het legendarische gedicht Anna Blume' en in de jaren twintig ontstond de Ursonate', een klankgedicht waar hij van 1926 tot 1932 aan schaafde.

kathedraal van erotische ellende

De Merzbau is een even verbeeldingsvol als geheimzinnig bouwwerk, waar hij in 1923 aan begon en dat vanaf 1933 die naam droeg. Schwitters werkte er aan in zijn eigen huis. Van gips maakte hij iets wat nog het best omschreven kan worden als het binnenste van een schots en scheef kaartenhuis: overal hoekige vormen, alles schuin en niet-functioneel. Hij maakte inhammen, vormde speciaal aan vrienden gewijde afgesloten 'grotten', modelleerde pilaren, vensters die op niets uitkeken. Deze ruimte, die Schwitters bedoelde als een levend organisme dat eeuwig zou doorgroeien, stond vol gevonden voorwerpen, precieus gerangschikt. Een hoefijzer hier, een dorre tak daar, een Merzbild, een madonna, werken van vrienden.

Deze 'kathedraal van erotische ellende', zoals Schwitters zijn Merzbau ook noemde, was in wezen een gigantische driedimensionaIe plastiek. Ze werd in 1943 vernietigd bij de bombardementen op Hannover. Schwitters had Duitsland in 1943 al lang verlaten. In 1937 vluchtte hij met zijn zoon Ernst naar Noorwegen. Toen de Duitsers daar in 1940 binnenvielen, vluchtte hij naar Engeland.Hoe belangrijk de Merzbau voor Schwitters is geweest, blijkt uit het feit dat hij in Noorwegen begon aan een tweede Merzbau. Zijn werk was al flink gevorderd toen hij opnieuw moest vluchten. In Engeland begon bij aan een derde Merzbau. Hij was toen al ernstig ziek, maar ging wanneer hij maar kon met de bus naar een vochtige schuur, ongeveer een uur rijden, waar hij eraan bouwde. Voordat de Merzbau afwas, stierf hij. Zijn tweedeMerzbauin Noorwegen ging verloren toen spelende kinderen de schuur in brand staken. De enige complete Merzbau die er nu nog is, is in Hannover (Sprengel Museum) te zien. Nagemaakt, op basis van foto's en beschrijvingen. Niet echt, maar wel indrukwekkend.

http://www.digischool.nl/ckv2/moderne/schwitters/kurt_schwitters.htm

Vanuit Hannover verzamelt Kurt Schwitters zoveel mogelijk afval. Buskaartjes, verpakkingsmateriaal, kippengaas en afvalhout verzamelt hij in een grote koffer die hij altijd met zich meeneemt. Op een stuk papier stond Deutsche Commerzbank, hij scheurde dit papier kapot en er ontstond een woord Merz. Hij besloot om zijn kunst Merz te noemen. Het sloeg op het principe dat je alles van materiaal kan gebruiken. In Hannover, Engeland en Noorwegen bedekt hij de muren en plafonds van zijn atelier met afvalhout. Hij noemt dit Merzbau.

Kurt Schwitters, Bild mit Raumgewachsen 1920-1939

Theaterkaartjes, een bestempelde envelop, kant, treinkaartjes en snoeppapiertjes heeft Schwitters gebruikt voor zijn assamblage Bild mit Raumgewachsen. Het kunstwerk is samengesteld uit bij elkaar verzamelde rotzooi uit het leven van een kunstenaar. Het is een chaotisch visueel dagboek van Kurt Schwitters. Hij heeft ongeveer 20 jaar aan dit kunstwerk gewerkt. Hij moest het zelfs mee naar Oslo nemen omdat hij in WOII daar in ballingschap leefde.

Readymades Marcel Duchamp en Man Ray

Dada doet elke theorie te niet. Het keert zich tegen de oorlog en het nationalisme wat mede tot de oorlog leidde. Alle bestaande ideologieeen zijn in hun ogen verdacht en ze weigeren daaraan een eigen ideologie tegenover te zetten. Ze willen voorkomen zelf een onderdeel te worden van de gevestigde orde.

Cadeau (1921) Man Ray

Is symbolisch voor Dada. Een strijkbout is bedoeld om alles glad te strijken maar door een rijkopspijkers toe te voegen maakt het alles kapot. Dada wil niks gladstrijken of goedmaken. Dada wil blijven provoceren zodat de creatieve geest wakker wordt gehouden. Het Cadeau van Man Ray is een navolging van de readymades van Duchamp.

Cadeau, 1921, editioned replica 1972, or Gift, is one of the famous icons of the surrealist movement. It consists of an everyday continental flat iron of the sort that had to be heated on a stove, transformed here into a non-functional, disturbing object by the addition of a single row of fourteen nails. The transformation of an item of ordinary domestic life into a strange, unnameable object with sadistic connotations exemplified the power of the object within dada and surrealism to escape the rule of logic and the conventional identification of words and objects. Man Ray once said, There are objects that need names.In his autobiography Man Ray recounted the story of the making of the originalCadeau.On the day of the opening of his first solo exhibition in Paris he had a drink with the composer Erik Satie and on leaving the caf saw a hardware store. There with Saties help Man Ray spoke only poor French at this point he bought the iron, some glue and some nails, and went to the gallery where he made the object on the spot. He intended his friends to draw lots for the work, called Cadeau, but the piece was stolen during the course of the afternoon.Arturo Schwarz, Man Rays dealer and author of a monograph on him, has written of this piece:Giftis a typical product of Man Rays double-edged humour. Its sadistic implications need not be stressed. Its erotic aspect is revealed by Man Rays remark: You can tear a dress to ribbons with it. I did it once, and asked a beautiful eighteen-year-old coloured girl to wear as it as she danced. Her body showed through as she moved around, it was like a bronze in movement. It was really beautiful.Man Rays intentions, which might be seen as merely to deride the irons functions are much more subtle. Man Ray never destroys, he always modifies and enriches. In this case, he provides the flatiron with a new role, a role that we dimly guess, and the probably accounts for the objects strange fascination. (Schwarz, p.208)This example is one of approximately five trial pieces made by Man Ray in preparation for the edition of eleven, published by the Galleria Il Fauno, Turin, in 1972. All five were made using different irons dating from the interwar period, and the edition itself comprised different types of irons, as it proved difficult to find sufficient numbers of identical irons dating from the 1920s and 1930s. Man Rays studio assistant, Lucien Treillard, has said that the reason for the existence for these five trial pieces (each inscribed essai and, in effect, unique pieces) was that it proved difficult to find an adhesive that held the nails: the five pieces were made as part of the process resolving this problem. The nails are made of copper and of the type used in making tapestries. The object has a layer of varnish, no doubt to protect the inscriptions in artists oil crayon. There was an earlier edition of 1963, published by the Galleria Il Fauno.Despite Man Rays status as one of the pioneering figures of interwar art, his objects are not particularly widely known. This is largely due to his greater fame as a photographer; but it is also in part due to the complex history of many of his objects. A number of the earliest works were lost or accidentally destroyed (the same is true of many of the early classic objects by his friend Marcel Duchamp). Others are known primarily as photographs reproduced in surrealist magazines and their status as objects has been obscured by the celebrity of the photographic images. In fact, Man Ray sometimes made objects in order to photograph them, and then discarded them, or reused them in other ways. He also remade some works, thereby creating new originals, and when, in the 1960s and 1970s, there was a greater commercial interest in the objects, he, like Duchamp, arranged for some of his objects to be produced in editions.In addition toCadeau, Tate owns a number of other objects by Man Ray. They areLEnigme dIsidore Ducasse,1920, remade 1972 (Tate T07957),New York, 1920, editioned replica 1973 (Tate T07882),Indestructible Object, 1922-3, remade 1933, editioned replica 1965 (Tate T07614),Emak Bakia, 1926, remade 1970 (Tate T07959),Ce qui manque nous tous, 1927, editioned replica 1962 (Tate T07960), andThe Lovers, 1933, editioned replica 1973 (Tate T07958).

http://www.tate.org.uk/art/artworks/man-ray-cadeau-t07883

Fontein, Marcel Duchamp, (1917)

Vanaf 1913 exposeert Duchamp kant en klare voorwerpen. Zijn beroemdste werk is de Fontein een pisbak op een sokkel. Het gaat niet om de esthetische waarde van het voorwerp. Hij maakte het voorwerp niet zelf, hij had het uitgekozen. Ambachtelijke kwaliteiten waren niet belangrijk. Iedereen kon het urinoir kopen dus het was een alledaags voorwerp. Maar doordat hij juist voor dat voorwerp koos en het in een andere context te plaatsen was het kunst. Hij stelde hierdoor de geldende definitie van kunst ter discussie. Het idee achter een kunstwerk is belangrijker dan de (esthetische) waarde van een kunstobject.

Duchamp was de eerste kunstenaar in de kunstgeschiedenis die alledaagse voorwerpen uit hun oorspronkelijke context haalde en het in een andere context zette, namelijk die van de kunst. Hij maakte kunstwerken waardoor de vraag wat is kunst ontstond. Kan men pas van kunst spreken als het esthetische waarde heeft. Of is iets kunst omdat het op een tentoonstelling getoond wordt. Of is iets kunst als het door iemand gemaakt is die zichzelf of door anderen benoemd is als kunstenaar. Op de vraag wat is kunst is vandaag de dag nog steeds geen antwoord gevonden en het is berhaupt de vraag of er in de toekomst een antwoord op zal komen. Maar dat neemt niet weg dat Duchamp een enorme verandering in gang zette door zijn readymades. De context waarin ideen, objecten en beelden geproduceerd en waargenomen worden definieert kunst.

L.H.O.O.Q. (1919) Marcel DucahmpDuchamp was niet alleen genteresseerd in visuele producten maar hij was ook vooral genteresseerd in ideen. Kunst staat niet alleen in dienst van het oog maar ook van de geest. Tekst en beeld verbond hij met elkaar om kunst ook zo onder discussie te brengen. Door een bepaalde titel aan een werk te geven, ga je in je hoofd een ander beeld vormen van het werk. Duchamp gebruikte daarom grappige woordspelingen. Een van zijn grappigste werken is een goedkope ansichtkaart van het schilderij Mona Lisa. Het kunstwerk dat nog steeds aanbeden wordt door mensen over de hele wereld door haar mysterieuze glimlach. Duchamp heeft haar gezicht beschilderd met een snor en een baard. Onderaan de kaart heeft hij de titel van het werk aangepast naar L.H.O.O.Q. Als je de letters in het Frans apart uitspreekt vormt het de zin Elle a chaud au cul dat Zij heeft een hete reet betekend. Door deze woordspeling valt hij de traditionele kunst en het iconische schilderij Mona Lisa van Leonardo Davinci aan. Deze aanval was logisch in die tijd omdat de moderne kunst wilde breken met alle artistieke academische tradities en regels zodat er een nieuwe kunst kon ontstaan. Die de mens moest bevrijden uit alle waanzin uit die tijd, dat veroorzaakt werd door de dreiging van de oorlog en de economische onzekerheid. Het is daarom ook niet zo gek dat L.H.O.O.Q. een icoon werd voor de internationale Dada beweging.

Fontein (1917) Marcel Duchamp Marcel Duchamp zette de kunstwereld op zijn kop door in 1917 onder de naam Richard Mutt een urinoir voor de tentoonstelling van Society of Independent Artists in te leveren als kunstwerk. Zelf was hij namelijk ook lid van deze commissie. Zijn kunstwerk gaf hij de titel Fontein. De porseleinen pisbak had hij gekocht in een sanitairwinkel en had het voorzien van de handtekening R. Mutt. Hoewel het op papier stond dat iedereen die een bijdrage wilde leveren welkom was, werd het urinoir afgewezen. Volgens de organisatoren kon dit geen kunst zijn want het was niet meer dan sanitair. Zij vonden het onfatsoenlijk en immoreel en weigerde het tentoon te stellen.

Flessenrek (1914) Marcel DuchampDuchamp was het hier niet mee eens en hij gaf zijn lidmaatschap van de vereniging op. Als reactie op de uitspraak van de commissie het is gewoon een stuk sanitair, liet hij een anoniem artikel in The Blind Man publiceren door zijn vriendin Beatrice Wood. In het artikel schreef hij: Het maakt niet uit of Mr. Mutt de Fontein met zijn eigen handen heeft gemaakt. Hij heeft het UITGEKOZEN. Hij heeft een normaal alledaags voorwerp gepakt en heeft het zo geplaatst dat het oorspronkelijke gebruik van het voorwerp verdween onder de nieuwe titel en de nieuwe context. Hij heeft een nieuwe betekenis gevonden voor dat object. Wat opvalt aan de readymades van Duchamp is de vormgeving. Het lijkt erop dat hij voorwerpen uitkiest die een zeer neutrale vormgeving hebben. Fontein als voorbeeld genomen is een Fiets Wiel (1915), Marcel Duchampwitte pisbak, zonder enige versiering, die op zijn kant is gezet. Het urinoir heeft door zijn neutrale vormgeving en simpele organische vorm overeenkomsten met abstracte beeldhouwwerken uit het modernisme. Alhoewel Duchamp altijd heeft beweerd dat hij zijn voorwerpen willekeurig uitkoos. Niet alleen Fontein bezit deze eigenschap maar ook het Flessenrek dat gemaakt is van metaal, heeft een constructie die veel overeenkomsten heeft met de beeldhouwwerken die moderne kunstenaars zoals Pablo Picasso, Brancusi of Vladimir Tatlin in die tijd maakte. Het flessenrek lijkt op een maquette van een toren die bestaat uit een constructie van smalle platen metaal waaruit pinnen steken die de mensen in het gebouw moeten beschermen tegen de buitenwereld. Hierdoor werd de scheidingslijn tussen wat is wel kunst en wat niet nog vager. Voordat Duchamp Fontein in 1917 aanbood als kunstwerk, had hij al andere readymades gemaakt. Fiets Wiel uit 1915 is een van zijn eerste readymades, het kunstwerk bestaat uit een witte kruk waarop een fietswiel is gemonteerd. Het lijkt op een nutteloze machine die niks in gang zet. Als je het wiel in beweging zet gebeurd er niks want de kruk blijft op zijn plaats en het wiel blijft eeuwig ronddraaien in de lucht. Hij breekt, door zijn readymades, met de 2 fundamentele waarden van traditionele kunst, namelijk schoonheid en ambacht. Want hij gebruikt voorwerpen die al geproduceerd zijn door een fabriek waardoor de hand van de kunstenaar in het proces van het maken van kunst niet aanwezig is. Tevens beweert hij dat hij de voorwerpen willekeurig uitkoos zonder te kijken naar de vormgeving van het voorwerp. Ook doet hij geen poging om de realiteit te imiteren. In tegendeel zelfs want hij zet vraagtekens bij de manier waarop je naar het kunstwerk kijkt en het opvat door middel van zijn woordspelingen. Zijn kunstwerken gaan hierdoor een bepaalde interactie aan met de beschouwer. Fiets Wiel gaat op een andere manier interactie aan met de beschouwer want het daagt je uit om het wiel een draai te geven. En wie wil er nou niet graag aan een kunstwerk in een museum zitten ook al is dat tegen de regels?

Montage

Montage is tijdens het interbellum een kenmerk voor de moderne kunst. Aan montage gaat altijd demontage vooraf. Freud ontleed de menselijke psyche en ontdekt een chaos. De wereld verliest elke vorm van samenhang. Montage maakt deze chaos zichtbaar. Losse fragmenten worden samengevoegd tot een nieuw geheel.De kubisten (1912) George Braque en Pablo Picasso introduceerde het gebruik van collagetechnieken. Synthetische kubisme probeerde de kubisten een stukje van de waarneembare alledaagse werkelijkheid terug te brengen in hun schilderijen. Ze plakte stukken krant, hout en tafelzeil op hun schilderijen om de textuur van het afgebeelde kubistische voorwerp te tonen.

Fruitschaal met karaf, Juan Gris, (1914)

Schaduwwerking en perspectief is volledig verdwenen in dit schilderij. Dit komt doordat echte geplakte onderdelen (stukje glas en gemarmerd behang) de manier van illusie van diepte ondermijnen. Er wordt geen rekening gehouden met de regels die gelden voor de schilderkunst zoals het perspectief.

Fotomontage

De Berlijnse dada groep heeft de fotomontage techniek grotendeels ontwikkeld. Er worden echte fotos uit de kranten gebruikt voor de collages. Het toe-eigenen van massamedia zorgde voor voer voor de kritische dadasten. Het medium was modern en het was een goede afspiegeling van de scheuren en de schokken die de moderne tijd met zich meebracht. Doordat ze lijm inruilde voor verf noemde zichzelf monteurs in plaats van kunstenaars. De hand van de kunstenaars is niet direct meer te zien. Het gaat in tegen de traditionele kunstprincipes.

Max ErnstGerman, 18911976Untitled, 1920photomontage, collage, and pencil on photographic reproduction mounted on board6.03 x 14.6 cm (2 3/8 x 5 3/4 inMax Ernst, zonder titel, 1920 Max Ernst geloofde dat dada onder zijn absurde uitingen toch een oprecht standpunt verborgen zat. Dit onderliggende standpunt komt terug in zijn collage uit 1920. Hij heeft op de vleugels van een vliegtuig 2 menselijke armen geplakt. Hiermee verbind hij het fysieke en het industrile met elkaar. In de rechterhoek demonstreren 3 burgers op wat voor manier een gewonde soldaat weggedragen wordt. De collage herinnerd men eraan dat de nieuwe technologie die gebruikt wordt in WOI een zeer destructief karakter had.

Theo van Doesburg

Kleine Dada SoireTheo van Doesburg (Christian Emil Marie Kpper)(Dutch, 18831931) withKurt Schwitters(German, 18871948)Theo van Doesburg was een Nederlandse dada kunstenaar. Hij organiseerde samen met Kurt Schwitters een tour door Nederland om het Dadasme te introduceren aan de lokale kunstenaars en aan het publiek. Tijdens De Kleine Dada Avond speelde Eric Satie zijn ragtime muziek, Kurt Schwitters droeg zijn abstracte gedichten voor en Doesburg zijn Dadasofie: (hij gaf een lezing over wat is Dada? Halverwege zijn lezing liep hij door het publiek en ging vreemde geluiden maken. Hij was helemaal zwart gekleed met een witte stropdas en witte sokken)De poster die van Doesburg heeft gemaakt voor de voorstelling staat vol met dadastische slogans: Dada is tegen de toekomst, Dada is dood, Dada is idioot, Lang leve Dada!)