CVOpen
-
Upload
anja-de-zeeuw -
Category
Documents
-
view
221 -
download
1
description
Transcript of CVOpen
Nummer 3 | Jaargang 12 | Juni 2012
PENTA-docenten aan de slag met digitale didactiek
Accent Delfshaven en Melanchthon promoten techniekonderwijs
Vier CVO-scholen starten met een vakantieschool
Stadssocioloog Iliass El Hadioui:
‘ Naar een match tussen school- en straatcultuur’
ColofonCVOpen is het huisorgaan van de Vereniging voor Christelijk
Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO).
Het verschijnt drie keer per jaar en wordt toegestuurd
aan ruim 2.300 medewerkers van CVO en aan relaties.
Uitgever
Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs
te Rotterdam en omgeving (CVO)
Henegouwerplein 14, 3021 PM Rotterdam
Postbus 2152, 3000 CD Rotterdam
Tel. (010) 217 13 99
Fax (010) 411 42 78
E-mail [email protected]
Internet www.cvo.nl
Redactie
Albert Bosma, Nicole Lobbe, Ramona Bouchée-Montfrooij,
Ron van Rossum, Arjen Toet, Nicolette van Velden en
Anja de Zeeuw
Redactieadres
Verenigingsbureau CVO
t.a.v. redactie CVOpen
Postbus 2152
3000 CD Rotterdam
E-mail [email protected]
Eindredactie
Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw, Gouda
Ontwerp
hAAi, Rotterdam
Beeld
Wiel Arets Architects, Rick Keus, Joop Reijngoud,
Kees Trappenburg e.a.
Coverfoto
Rick Keus
Druk
Quantes Artoos, Den Haag
Aan dit nummer werkten mee:
Korrie Louwes (Gemeente Rotterdam), Karin van Breugel
(tekst van breugel), De Nieuwe Lijn tekst & communicatie,
Anja de Zeeuw (Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw)
In dit nummer
Verder aandacht voor
5 Vakantiescholen en extra taallessen op CVO-scholen
6 Accent Onderwijsondersteuning over rekenbeleid
7 Campus Hoogvliet: eenvoudig en abstract
8 PENTA-docenten gaan digitaal
12 Nieuws van de scholen
16 ‘Techniek moet eerder op het netvlies’
19 In gesprek met Nicolette van Velden
20 Column door Dirk Oosthoek
20 Nieuws van de scholen
23 Personalia
24 De hobby van Lein van der Wulp
Naar een match tussen school- en straatcultuurStadssocioloog Iliass
El Hadioui over pedago-
gische meerstemmigheid
bij jongeren.
2
Gastbijdrage van wethouder Korrie Louwes Techniek is belangrijk
in de sport, de bouw,
de zorg en… de haven.
15
^^kopje misschien ietsje anders formuleren, zodat het iets beter past?
Littooij
Online Taalmodule Volgens sommigen is rendementsdenken een vloek die nu een aantal
jaren in het Nederlandse onderwijsland rondwaart. Dit denken in
rendement heeft niet alleen de Rotterdamse en landelijke onderwijs-
agenda drastisch gewijzigd: het is ook een visie die momenteel in grote
delen van de westerse wereld wordt nagestreefd. De gerenommeerde
Finse onderwijskundige Pasi Sahlberg stelt dat deze visie van politieke
leiders op onderwijs, de zogenoemde Global Educational Reform
Movement (GERM), ingegeven is door deze doelstellingen: onderwijs
voor iedereen, focus op leren en het stellen van hogere verwachtingen
of eisen aan opbrengsten. Een zakelijke benadering van onderwijs dus
die zeker een meerwaarde kan hebben, mits het meten van input en
outcome niet de enige graadmeter is voor de kwaliteit van onderwijs.
Volgens Sahlberg is de grootste uitdaging voor het onderwijsveld op
wereldniveau: een antwoord vinden op het omgaan met de risico’s van
GERM. Dat zijn: de focus op de (meetbare!) basisvaardigheden, te veel
werken volgens voorgeschreven methoden, gestandaardiseerd testen,
rekenschap afleggen over resultaten en bureaucratische controle.
« Ga uit van vertrouwen in plaats van controle. »
Sahlberg draagt als alternatieven aan: focus op het hele kind en maak
gepersonaliseerd leren mogelijk, ga uit van vertrouwen in plaats van
controle en verbeter assessmentmethodieken.
Een van de pijlers binnen GERM is de nadruk op taal en rekenen.
CVO heeft met twee andere besturen voor voortgezet onderwijs, LMC
en BOOR, hier vroeg op ingespeeld door het Rotterdams Taal Effect
en Reken Effect te ontwikkelen. Taal Effect is binnen de meeste
CVO-scholen in Rotterdam goed opgepakt. Veel medewerkers zijn
ervan overtuigd dat iedere docent in feite gedeeltelijk ook taaldocent
is. Om deze reden heeft CVO met de vier andere grote Rotterdamse
besturen (naast de genoemde besturen ook Albeda College en ROC
Zadkine) de Online Taalmodule voor het personeel beschikbaar
gesteld. De Online Taalmodule is een snelle, efficiënte en prettige
manier om uw kennis van de Nederlandse taal helemaal op te frissen.
Een online toets bepaalt uw huidige taalniveau en stelt heel
adaptief een individueel leerschema op. Deelname is facultatief.
Medio mei hebben alle medewerkers een mail ontvangen met een
persoonlijke inlogcode. Mocht u de toets nog niet gemaakt hebben,
dan nodig ik u graag uit dat alsnog te doen.
Wim P. LittooijVoorzitter van de Raad van Bestuur van
de Vereniging voor CVO te Rotterdam en omgeving
Meer informatie: www.pasisahlberg.com
Een kijkje op Calvijn MeerpaalEen kwart van de leerlingen
op deze vmbo/lwoo-school
heeft een rugzakje.
10
Master voor de klasAmbitieuze docenten kunnen
hoogwaardige opleidingen
volgen aan het NiME, dat
mede door CVO is opgericht.
22
C VOpen Juni 2012
Van de redactie
Welke school bezint zich niet op de digitalisering van het onderwijs?
Daar zijn verschillende invalshoeken voor: het lerarentekort,
leermiddelenbeleid, de populariteit van tablets of een nieuwbouw-
project. CVO-scholen zijn er ook volop mee bezig. Ze kiezen daarvoor
eigen routes. Zo is op PENTA college CSG digitale didactiek of
blended learning een hot item. De insteek is daar: niet kiezen voor
een bepaalde soort apparaat (hardware), maar een aanpak die per
vak kan verschillen. Het Farelcollege start daarentegen volgend
schooljaar met twee iPad-klassen. Ook voert het een nieuw vak
in op het tweetalig vwo: ‘Farelcollege Technology’, kortweg FTEC.
Ook bij andere projecten speelt ICT een rol, bijvoorbeeld bij het
rekenonderwijs. Ligt de aanschaf van nieuwe boeken voor de hand,
kiezen de scholen voor online methodes, of voor een combinatie?
Uitgevers zetten tijdens een presentatie van Rotterdams Reken
Effect hun beste beentje voor. In dit nummer staan ook artikelen
over het vergroten van de belangstelling voor techniekonderwijs.
Hierop komen we in de volgende
CVOpen terug, in verband met de
start van een VM2-traject rond
de haven op PENTA Hoogvliet.
Technologie en techniek hebben
toekomst in en om Rotterdam!
2 C VOpen Juni 2012
« Neem jezelf als
docent serieus. »Iliass El Hadioui, socioloog
Iliass El Hadioui is door sociologiestudenten uitgeroepen tot de beste docent van zijn vakgroep. Hij is volgens hen toegankelijk én houdt afstand.
3 C VOpen Juni 2012
Iliass El Hadioui studeerde inmiddels cum laude af aan de master-
opleiding sociologie. Hij is promovendus en wetenschappelijk
docent stadssociologie aan de EUR. Zijn promotieonderzoek
gaat over de relatie tussen ervaringen van sociale uitsluiting en
identificatie met de samenleving onder in Rotterdam studerende
jongeren. Daarop hoopt hij volgend jaar te promoveren.
Studenten riepen El Hadioui dit jaar uit tot de beste docent bij
de vakgroep sociologie. Ze waardeerden dat hij zowel openstaat
voor vragen van studenten, als voldoende professionele afstand
tot hen houdt. Een combinatie die hij trouwens actief promoot
in masterclasses voor docenten op veel ROC’s en middelbare
scholen, zoals onlangs op Calvijn Vreewijk.
‘Pedagogische meerstemmigheid’El Hadioui spreekt en publiceert regelmatig over de pedagogische
driehoek van de thuiscultuur, schoolcultuur en straatcultuur.
Zijn stelling is dat de thuiscultuur van stedelijke jongeren volks
of traditioneel is, de schoolcultuur feminien en de straatcultuur
masculien. Tussen de codes van die drie werelden is vaak sprake
van een mis-match. ‘Probeer daar als jongere maar chocola van
te maken.’
El Hadioui werd in 1983 in Maassluis geboren, als jongste zoon
in een gezin met zeven kinderen. Hij typeert zijn ouderlijk milieu
als ‘met veel discipline en uitnodigend om te studeren en ook
met een combinatie van striktheid en veel affectie’. In zijn vrije
tijd voetbalde hij graag, wat hem vrijwaarde van de straatcultuur.
Doordat hij een thuiscultuur had waarin het halen van een diploma
als iets positiefs werd gezien, wat parallel liep aan de norm
op school, ervoer hij geen mis-match tussen deze werelden.
Veel jongeren in grote steden hebben echter wel te maken met
een ‘pedagogische meerstemmigheid’, die volgens El Hadioui
bepalend is voor een kantelmoment bij de individuele leerling:
valt hij of zij uit, of gaat hij of zij naar havo/vwo?
‘Mensen helpen’, dat was de reden waarom
Iliass El Hadioui (28) tien jaar geleden psychologie
wilde gaan studeren. Toch koos hij na het vwo
voor de sociologiestudie aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. Het was een gevolg van
een grappig misverstand: El Hadioui belandde
in de verkeerde voorlichtingszaal. Wat hij daar
hoorde over sociologie vond hij zo interessant
dat hij besloot het te gaan studeren. ‘Ik wilde
proberen maatschappelijke dingen te begrijpen
en anderen daarover te vertellen.’
‘ Naar een match tussen school- en straatcultuur’
Interview met socioloog Iliass El Hadioui over de pedagogische driehoek
»
4 C VOpen Juni 2012
De drie werelden die El Hadioui onderscheidt, hebben allemaal
een statusladder. Opklimmen op bijvoorbeeld de ladder van
de straatcultuur (met waarden als macho, flitsend, dynamisch, eer
en respect) wordt afgestraft in de schoolcultuur waar de uitdaging
juist feminien van aard is: zelfreflectie, zelfexpressie, zelfevaluatie
en zelfontplooiing. Bepaalde jongeren worden creatief en switchen
moeiteloos tussen die codes en culturen. Maar voor veel andere
jongeren is dit een lijdensweg, weet El Hadioui.
Mentale en praktische switchHoe kun je dus in de schoolcultuur omgaan met de straatcodes
die binnenkomen, met leerlingen die te kampen hebben met
pedagogische meerstemmigheid?
El Hadioui: ‘Voor docenten heb je de mentale en de praktische
switch. De mentale switch kent twee stappen: het gezamenlijk
formuleren van de hogere doelstellingen van een team
– stap één – en het opstellen van een normatief kader, gebaseerd
op die hogere doelstellingen – stap twee. Het normatieve kader
bevat concrete afspraken over bijvoorbeeld de iPhone, Blackberry,
het petje, de boks en straattaal in de klas. Daar moeten docenten
zich aan houden. Het team moet namelijk helder hebben wat
de koers van het schip – de school – is.’
« Je moet hier creatiever, met "spelgevoel" naar kijken. »
De praktische switch heeft meer dimensies. ‘Ik noem er slechts
drie: het curriculum, de sociale interactie en de emotionele
bluetooth. Van elk geef ik een voorbeeld.
Een docent sport en beweging legde mij het probleem voor van
jongens die in het laatste lesuur gaan straatvoetballen. Daarbij
komen dingen mee zoals intimidatie, elkaar door de benen spelen
en de bal bij zich houden. De docent wilde dit niet, omdat hij als
hogere doelstellingen had: teamspirit, fair play en een aantal
technisch-sportieve kwaliteiten. Straatvoetbal ondermijnde dat.
Ik vroeg hem naar een alternatief. Ergens tussen hockey
(ver van hun bed) en straatvoetbal in zit futsal, zaalvoetbal,
wist hij, met regels als: geen fysiek contact, snel wisselen,
aannemen en meteen doortikken. Het gaat daarbij om het team,
niet om het individu. Wat de docent met futsal doet is het format
een beetje omdraaien. Hij blijft trouw aan de hogere doelstelling,
en heeft het gevoel: ik geef weer les. De leerling denkt: ik doe
iets anders dan in de buitenschoolse leefwereld, maar het heeft
er wel raakvlakken mee. Het is echt voetbal. Je moet hier dus
creatiever, met “spelgevoel”1 naar kijken: ik moet dit of dat doen
in het licht van mijn hogere doelstellingen.
Bij sociale interactie is de algemene stelregel: neem jezelf
als docent serieus, dan word je ook serieus genomen door
de leerlingen. Wees niet de vriend van de leerlingen, maar wees
de docent, die iets te bieden heeft, die professioneel en kundig,
authentiek, betrouwbaar en integer is. Niet de docent moet
naar beneden reiken, maar de leerling moet naar boven reiken.
Te platte, oppervlakkige, informele opmerkingen kunnen docenten
beter vermijden. We zijn niet op Facebook, maar in de klas.
Bij de emotionele bluetooth hoort bijvoorbeeld: je leerlingen
ontvangen bij de deur. Daarmee straal je uit: je bent welkom
in mijn koninkrijk. Daardoor word je als docent eigenaar van
het klaslokaal.’
Hervorming, geen aanpassingMet deze methodiek wil El Hadioui docenten uit de ervaren
spanning halen. Vraag niet: moet ik me aanpassen aan de straat-
codes?, maar: wat wil ik zelf weggeven? Het gaat volgens mij niet
om aanpassing, maar om hervorming. Dat is een groot verschil.
Het hervormingsperspectief kan leerlingen meer binden aan
de schoolcultuur. Het kan de docent weer het gevoel geven:
ik zie de twinkeling in de ogen van de leerlingen. Dan krijg je wat
terug. Je professionaliteit wordt vergroot, en je blijft trouw aan je
eigen hogere doelstelling. Zó werken leidt tot minder voortijdige
schooluitval, tot minder drop-outs. Veel jongeren vallen nu uit,
niet vanwege intelligentie, niet omdat ze het niet kunnen, maar
omdat ze tegen een bepaalde pedagogische muur botsen.
Daarom probeer ik van de huidige mis-match naar de match te
gaan. Besef wel dat we niet heel de wereld gaan veranderen.
Niet alle situaties tussen leerlingen en docenten zullen rozengeur
en maneschijn worden. Maar het zijn mensen, het is de wereld.
Er zijn fouten en tekortkomingen. Je begint en eindigt dus met
nederigheid.’
(Anja de Zeeuw)
Literatuur:
Iliass El Hadioui, ‘Hoe de straat de school binnendringt – denken vanuit
de pedagogische driehoek van de thuiscultuur, de schoolcultuur en de
straatcultuur’. Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 2011.
1 Een term van de Franse socioloog Bourdieu,
ook wel vertaald met ’intuïtie’ of ’sociaal instinct’
'De docent kan weer de twinkeling in de ogen van de leerlingen zien.'
‘Beter Presteren’ is het motto voor het hele
Rotterdamse onderwijs. Schoolbesturen en
gemeenten hebben daarvoor beleid geformu-
leerd tot 2014. Wethouder Hugo de Jonge
(Onderwijs) maakt in 2012 maar liefst
63,5 miljoen euro vrij voor dit gezamenlijke
beleid, in weerwil van alle bezuinigingen.
De scholen mochten daarvoor plannen
indienen, waarover de gemeentelijke dienst
Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS)
besluit. De plannen gaan enerzijds over
uitbreiding van de leertijd, en anderzijds
over het deelnemen aan een tweejarig traject
voor Intensieve Schoolontwikkeling (ISO,
een verbetertraject) of aan het Topklassen-
arrangement, een excellentieprogramma
dat ook twee jaar duurt. Alle plannen die CVO
heeft ingediend, zijn inmiddels goedgekeurd
door een beoordelingscommissie. Eind mei
neemt JOS besluiten over de toekenningen.
CVO publiceert de besluiten op www.cvo.nl
155 vakantiescholenVakantiescholen vallen onder uitbreiding
van de leertijd. Ze worden gehouden in de
zomer-, herfst-, voorjaars- en meivakantie.
Niet alleen leerlingen met achterstanden
5 C VOpen Juni 2012
Gemeente subsidieert projecten voor hogere onderwijsresultaten
Vakantiescholen en extra taallessen
Een vakantieschool voor drie vestigingen van Melanchthon
en Comenius Rotterdam. Extra leertijd Nederlandse taal op
alle Rotterdamse CVO-scholen. En een Topklassenarrangement
voor Melanchthon Mathenesse, een school die vorig jaar nog
als zwakke school gezien werd door de Onderwijsinspectie.
Dat is een greep uit de projecten waarvoor door de CVO-scholen
financiële steun is aangevraagd bij de gemeente Rotterdam,
om de onderwijsresultaten te verhogen.
zijn er welkom, maar ook leerlingen die iets
extra’s willen leren. De officiële doelen van de
vakantiescholen zijn: terugval bij leerlingen in
de vakantieperiode voorkomen, achterstanden
inhalen en de leerlingen sterker positioneren
bij de overgang naar een andere schoolsoort.
Dit schooljaar organiseren twaalf Rotterdamse
scholen een vakantieschool. Omdat de eerste
ervaringen positief zijn, komen er volgend
schooljaar méér, ook vier binnen CVO. Dat zal
zijn op Melanchthon Kralingen, Melanchthon
Mathenesse, Melanchthon Prinses Irene en
Comenius Rotterdam. In 2014 moeten het
er 155 zijn.
0,1 punt hogerCVO hoopt komend schooljaar ruim
3,1 miljoen euro te ontvangen voor alle
plannen die de beoordelingscommissie
als effectief heeft beoordeeld. Een meetbaar
resultaat van alle inspanningen moet zijn
dat het gemiddelde centraal examencijfer van
alle Rotterdamse middelbare scholen voor
Nederlands 0,1 punt omhoog gaat, naar 6,0 in
de periode 2010 tot 2014. Hetzelfde geldt voor
wiskunde: daar moet het gemiddelde cijfer
met 0,3 punt omhoog, naar 6,4.
Fluctuerend criterium‘Als dat lukt, lopen we in de pas met de
landelijke gemiddelde cijfers’, vertelt Caroline
Barnhard, senior beleidsadviseur bij CVO.
Caroline heeft namens CVO alle aanvragen
voor de projecten in het kader van Beter
Presteren ingediend. Ze is voorzitter van
de beoordelingscommissie, en zit dus dicht bij
het vuur. Caroline gaat verder: ‘Het criterium
waarvoor JOS heeft gekozen – het gemiddelde
landelijke examencijfer voor Nederlands en
wiskunde – is niet constant, het fluctueert
elk jaar. Dit jaar is het extra onzeker wat
de gemiddelde eindexamencijfers zullen zijn
doordat de exameneisen zijn veranderd.’
Meer toekenningen?Als dit blad verschijnt, zal duidelijk zijn of een
aantal CVO-scholen die vorig jaar tevergeefs
geld vroegen voor leertijduitbreiding, dit jaar
wel in de prijzen vallen. ‘De beslissing hangt
af van de hoogte van het beschikbare budget.
Per subsidieonderdeel mag het budget
niet overschreden worden. JOS neemt
het uiteindelijke besluit hierover.’
(Anja de Zeeuw)
? 5 +
3 :
2 x 4 - 7 =
6 C VOpen Juni 2012
Accent Onderwijsondersteuning kan scholen
helpen bij het vormgeven van hun rekenbeleid
en het signaleren van ernstige rekenproblemen
bij leerlingen. Komend schooljaar wordt
voor docenten van CVO-scholen het aanbod
ontwikkeld om hen op te leiden tot rekencoach.
De contactpersoon voor deze dienstverlening is
orthopedagoge Inge Griffioen. Zij coördineert
het aanbod rond rekenen en de dyscalculie-
onderzoeken door Accent Onderwijsonder-
steuning. Inge vertelt: ‘Scholen benaderen ons
vaak voor dyslexie-vragen, maar dyscalculie
is nog een onderbelicht onderwerp. En het is
tamelijk onbekend dat wij hierbij ondersteuning
kunnen bieden. Daarom hebben we een folder
gemaakt over ons aanbod, die op onze website
is te vinden. Komend schooljaar gaan we
via de menukaart van Koers VO, het samen-
werkingsverband van middelbare scholen
in Rotterdam, onze diensten verder bekend-
maken. Scholen kunnen de strippenkaart voor
diagnostisch onderzoek gebruiken om dit
bij ons in te kopen.’ Inge licht elk van de drie
aspecten van het aanbod van Accent kort toe.
Rekenbeleid‘We kunnen meedenken over het reken-
beleid van de scholen. Hoe kan de school
zo efficiënt mogelijk bereiken wat er van
haar wordt verwacht?’
Diagnose stellen‘Heeft een school een ernstig vermoeden
van rekenproblemen bij een leerling, dan
kunnen wij op een professionele manier
onderzoeken of er sprake is van dyscalculie.
Voor het signaleren van ernstige reken-
problemen zijn op school overigens al veel
middelen aanwezig, zoals het Onderwijskundig
rapport (OKR) van de basisschool of de Cito-
volgtoetsen in het voortgezet onderwijs.’
Opleiding tot rekencoach ‘Samen met de expertisecentra van de andere
besturen, Eenheid Zorg van LMC en BOOR-
expertise, ontwikkelen we een training voor
docenten die dyscalculie- of rekencoach willen
worden. Het is de bedoeling dat ze aan het eind
een certificaat krijgen. De rekencoach monitort
de rekenniveaus van leerlingen en ondersteunt
de dyscalculici gedurende hun schoolloopbaan.’
Opzien tegen een wiskundelesInge en een aantal van haar collega’s zijn
gespecialiseerd in leerproblemen met rekenen.
‘Net zoals je dyslexie hebt, dat te merken is aan
problemen met lezen en fouten bij spelling,
heb je bij dyscalculie problemen met rekenen.
Dat is overigens iets anders dan problemen
met wiskunde. Wel is het voor dyscalculici
een haast onmogelijke opgave om wiskunde
onder de knie te krijgen. Dyscalculie raakt ons
vakgebied heel erg. Leerlingen bij wie ernstige
rekenproblemen niet worden onderkend,
hebben daar vaak zoveel last van dat ze enorm
opzien tegen een les wiskunde, economie
of natuur-/scheikunde. Scholen willen
passend onderwijs bieden aan alle leerlingen
en voorkomen dat de slagingspercentages
gedrukt worden door de verplichte rekentoets.
Wij willen er graag zijn voor de leerling en
school om te helpen daar waar dat nodig is.’
van Accent Onderwijsondersteuning het expertisecentrum van CVO
Dyscalculieonderzoek Scholen kunnen individuele leerlingen
op dyscalculie laten onderzoeken door
psychologen of orthopedagogen van
Accent Onderwijsondersteuning.
Zij kunnen een dyscalculieverklaring
afgeven voor de leerling, waarin staat
welke hulpmiddelen hij of zij nodig heeft.
Ook geven ze handelingsadviezen aan
de school, voor het ondersteunen van
leerlingen met dyscalculie.
Meer informatie: www.cvoaccent.nl >
Accent Onderwijsondersteuning >
Productenoverzicht
Neem contact op met Inge Griffioen via
e-mail: [email protected] of telefoon:
010 - 209 99 26. Inge en haar collega’s kunnen
ook een presentatie houden voor een school-
team of op een ouderavond over ernstige
rekenproblemen/dyscalculie.
[Anja de Zeeuw]
Meer informatie over de referentieniveaus voor
rekenen: www.taalenrekenen.nl
Lees ook het eerdere artikel over het verschil
tussen rekenproblemen en dyscalculie in CVOpen
van maart 2011, pagina 15.
NieuwsSteun bij rekenbeleid en opleiding tot rekencoach
Laat leerlingen slagen voor de rekentoets Wat kunnen scholen doen als hun vmbo- of havo/vwo-leerlingen
dreigen geen 5,0 te halen voor de verplichte rekentoets in mei 2014?
Het antwoord is: tijdig naar Accent Onderwijsondersteuning bellen.
7 C VOpen Juni 2012
Leren, leven, werken en wonenBinnenaanzicht van PENTA Hoogvliet. Rechts het Campusplein bij nacht.
Campus Hoogvliet eenvoudig en abstract
De eerste paal voor Campus Hoogvliet is
vrijdag 17 februari geslagen. Een heuse mijlpaal,
nadat de gemeenteraad van Rotterdam na jaren
van overleg eind december 2011 besloot een
investeringskrediet van 63 miljoen te verlenen.
Campus Hoogvliet wordt een unieke plek waar onderwijs en vrije-
tijdsbesteding bij elkaar komen. Jongeren kunnen er straks op één
plek leren, leven, werken en wonen. Drie scholen werken ervoor
samen: PENTA college CSG, het Einstein Lyceum en ROC Zadkine.
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar zijn de belangrijkste gebruikers
van de Campus Hoogvliet, maar ook de buurtbewoners kunnen
straks profiteren van de ‘kroonjuwelen’ die worden gerealiseerd:
een art studio, wijkrestaurant, kookstudio, sportgebouw en
een science lab.
DoorgroeienDirecteur Gerrit Slingerland van PENTA Hoogvliet noemt het
‘een geweldige kans om het VM2-traject dat nu wordt aangeboden
in de afdelingen Zorg & Welzijn en Handel & Administratie, uit
te breiden naar alle afdelingen. Alle leerlingen van onze school
worden in staat gesteld om in samenwerking met Zadkine in vijf
jaar tijd hun mbo-2-diploma te behalen. Doordat de leerlingen in
hetzelfde gebouw blijven, zal er nauwelijks nog sprake zijn van
voortijdig schoolverlaten.’ PENTA Hoogvliet hoopt in het nieuwe
gebouw door te kunnen groeien naar zeshonderd leerlingen,
tachtig meer dan nu.
Voorkeur voor zwart en witDe Campus is ontworpen door architectenbureau Wiel Arets,
bekend om zijn eenvoudige en abstracte ontwerpen en een grote
voorkeur voor zwart en wit. Hij heeft een fraai gebouwencluster
ontworpen met ruimtes die flexibel in te richten zijn. De Campus
beslaat 30.000 m², verdeeld over zes gebouwen. Drie daarvan
zijn onderwijsgebouwen: voor PENTA Hoogvliet samen met ROC
Zadkine, het Einstein Lyceum, en de Veiligheidsacademie van
Zadkine. Ook het nieuwe sportcomplex heeft een onderwijsfunctie.
OmgevingCampus Hoogvliet verrijst in het gebied dat omsloten wordt door
de Aveling, de Lengweg en metrostation Zalmplaat, tegenover
de mavovestiging van PENTA Hoogvliet aan de Overwolde.
Nieuwe eengezinswoningen maken de wijk aantrekkelijk voor
jonge gezinnen en het terrein zelf krijgt nieuwe sociale huur-
woningen, bestemd voor jongeren. Metrostation Zalmplaat
ondergaat een flinke facelift. Leerlingen en medewerkers zullen
de gebouwen rond oktober 2013 in gebruik kunnen nemen.
[Ruud de Weger en Arjen Toet]
Meer informatie op www.campushoogvliet.nl
8 C VOpen Juni 2012
Ton Roelofs, onderwijsdirecteur van PENTA college CSG, vroeg
twee jaar geleden aan professor Wim Veen: ‘Welke apparaten
hebben we nodig om verder te komen met het moderner maken
van ons onderwijs?’ Deze – inmiddels emeritus – hoogleraar
educatie en technologie aan de TU Delft1 gaf een antwoord
waardoor de school niet met nieuwe hardware, maar met
een visie aan de gang ging: ‘Gaandeweg digitaliseren.’
Een jaar geleden is de school deze weg ingeslagen. Een belang-
rijke rol hierbij speelt Floris Leurink, afgestudeerd technisch
bestuurskundige van de TU Delft, en bij PENTA werkzaam als
freelancer vanuit zijn bedrijf Fsharp. Hij is adviseur van de school-
leiding, en procesbegeleider en ondersteuner voor de docenten.
Model ‘Vier in balans’Het model ‘Vier in balans’ van Kennisnet is voor PENTA het uit-
gangspunt, met vier voorwaarden om digitalisering te laten slagen:
visie, deskundigheid, digitale leermiddelen en ICT-infrastructuur.
Op bijna alle vestigingen draait inmiddels een wifi-netwerk met
voldoende capaciteit. Niet alleen daarin is geïnvesteerd, maar
ook in de ‘cloud’, het virtuele domein van de school. De focus kan
zodoende liggen op de ontwikkeling van de andere drie aspecten.
Op PENTA wordt ook wel de term blended learning gebruikt voor
de digitale vernieuwing. Ton: ‘Daarmee bedoelen we de combinatie
van didactiek door de docent en de techniek. Sommige zaken zullen
immers alleen face-to-face goed behandeld kunnen worden, andere
met behulp van de computer. We willen deze ontwikkeling bewust
niet “ICT in het onderwijs” noemen. Het gaat om de didactiek!
De computer en internet maken de docent niet overbodig, maar
dankzij deze middelen kunnen docenten doen waar ze goed in
zijn: goede leerroutes maken voor kinderen. Dat is hun beroep!’
1 Wim Veen is schrijver van ‘Homo zappiens – opgroeien,
leven en werken in een digitaal tijdperk’.
Evolutie, geen revolutie‘Door de docent zelf centraal te stellen en alleen een visie
met kaders te formuleren, omzeilt PENTA de gevaren van
een top down- of bottom up-benadering. De directie beantwoordt
de “wat”-vraag (wat moet er geleerd worden?); de docent
beantwoordt de “hoe”-vraag. Dit vergt een omslag in de houding
van de docenten: ze zijn echt zelf aan zet. Ze kunnen projecten
indienen voor hun vak. Als iets succesvol blijkt en veelbelovend
voor andere vakken, schalen we het op. Onze insteek is dus
evidence based en evolutionair, niet revolutionair. Bovendien
willen we niet meegaan met hypes. Maar wat hypes overleeft,
maakt een kans. Zo voorkomen we wildgroei en ongewenste
standaardisering – “allemaal een iPad”. De schoolleiding
bewaakt de onderwijskwaliteit en de beheersbaarheid.’
« Als iets succesvol blijkt en veelbelovend voor
andere vakken, schalen we het op. »
Floris noemt een paar van de gestelde kaders: ‘Maak zoveel
mogelijk gebruik van open standaarden.’ En: ‘Kies webbased
leermiddelen die onafhankelijk zijn van access devices (apparaten).
Anytime, anywhere is het devies. Daarom is Wordpress bijvoorbeeld
zo geschikt. Hiervoor hoeft geen app te worden gedownload, het is
makkelijk binnen te halen op een smartphone, tablet of computer.’
Vragen in Google DocsAardrijkskundedocent Peter Doeleman op de vestiging Jacob van
Liesveldt heeft de smaak al te pakken. Zijn leerlingen communiceren
met elkaar en met hem via een weblog, gemaakt in Wordpress
(www.bluetomatoes.nl).
PENTA-docenten gaan digitaal
Geen nieuwe hardware, maar een visie
PENTA college CSG zet over de hele linie in op digitale didactiek. Iedere docent
wordt door de schoolleiding uitgedaagd om haar of zijn vak te vernieuwen met
behulp van digitale media. Zo respecteert de school de professionele ruimte
van docenten, en hoeft de directie de wijsheid niet in pacht te hebben, stelt
onderwijsdirecteur Ton Roelofs.
9 C VOpen Juni 2012
Peter heeft het werkboek voor 4-atheneum aan de kant geschoven
en zet voortaan zijn vragen in Google Docs. De leerlingen werken in
groepjes samen aan de antwoorden, ze becommentariëren elkaars
werk, en gaan daardoor dieper op de stof in dan voorheen.
Activerende didactiek, met andere woorden. Omdat elke leerling
teksten produceert met een eigen kleur, kan de docent bovendien
zien wie wat doet. ‘Deze vernieuwing zit dus in de didactiek, en niet
in het apparaat’, zegt Ton. Een ander voorbeeld is docent Engels
Kevin Schuck, die een Wordpress-site opzette voor zijn tweetalige
vwo-leerlingen: www.digitalanguage.org (met één ‘l’).
« Leerlingen communiceren met elkaar
en met de docent via een weblog. »
Nog een voorbeeld: wiskundedocenten van verschillende
vestigingen ontwikkelden een rekenmodule in het software-
programma Moodle. Ze zetten toetsen en extra oefenmateriaal in
deze module waarmee PENTA-leerlingen hun rekenvaardigheid
testen en vergroten. De schoolleiding gaat dit rekenprogramma
verbreden naar alle vestigingen.
Yammer
Tijdens een proefseminar in april presenteerden zo’n twintig
docenten hun digitale project aan elkaar. Het is de bedoeling dat op
12 juni een soortgelijk seminar met een groep van vijftig docenten
plaatsvindt. Er is zeker sprake van een olievlekwerking dankzij
de PENTA Academie, het interne scholingsplatform. Daar kunnen
docenten een module digitale didactiek volgen, gegeven door Floris.
Hij laat de docenten kennismaken met de uitgangspunten voor
digitale didactiek, begeleidt hun onderzoek naar de mogelijkheden
voor hun eigen vak, leert hen werken met de templates in de
ontwikkelomgeving Xerte, en helpt hen oefenen met sociale media
als Facebook en Twitter. ‘De belangstelling voor deze module is
groot’, vertelt Ton, ‘ze telt telkens het grootste aantal deelnemers.’
Via een speciaal intern communicatieplatform, Yammer, overleggen
de PENTA-docenten over hun digitaliseringsproblemen en wisselen
ze kennis uit.
CultuuromslagDigitalisering van het onderwijs vergt andere competenties van
docenten, stellen Floris en Ton. ‘De docent moet een visie hebben
op leren, kennis van de mogelijkheden, ondernemingszin en
reflecterend vermogen.’ Liever dan in ‘oud papier’ (schoolboeken)
investeert PENTA in de deskundigheidsbevordering van de
docenten. Door bezig te zijn met de didactische vernieuwing van
hun vak worden deze professioneler, gemotiveerder en creatiever,
gelooft Ton. ‘We zijn dus niet alleen bezig met vakken digitaliseren,
maar met een cultuuromslag.’ Het overheidsbeleid en maat-
schappelijke trends stimuleren deze ontwikkelingen. Denk aan
de inrichting van Wikiwijs. Verder hebben grote organisaties
communicatieafdelingen die hun informatie geordend aanbieden.
Op de sites van het ministerie van Financiën en van kranten als
The Financial Times staat veel informatie die bij economielessen te
gebruiken is, weet Ton, zelf vroeger actief geweest als economie-
leraar. ‘Dankzij Twitter heb je deze bronnen onder je vingertoppen.’
Kritisch kijken naar VO Content‘Voorlopig zien we boeken als een belangrijke verschijningsvorm,
maar ze kosten veel geld. En vooral op werkboeken is didactisch
veel aan te merken: leerlingen ervaren invuloefeningen bijvoorbeeld
als saai. We merken dat uitgevers op zoek zijn naar nieuwe
verdienmodellen.’ Ook een digitale leermiddelenbank als VO Content
– een project van de VO-raad – beoordeelt PENTA kritisch op het
onderliggende didactische model. Is er niet te veel sprake van
geprogrammeerde instructie? Docenten van PENTA hebben een grote
stem in het beslissen of PENTA gaat deelnemen aan VO Content,
vertelt Ton.
Floris gaat verder: ‘Ook de elektronische leeromgeving wordt nu als
statisch ervaren, met de vaste indeling van mappen aan de linkerkant.
We onderzoeken wat we kunnen afdekken met behulp van web
2.0-toepassingen. Die hebben een modernere look and feel en zijn
interactiever, met hyperlinks en tags. Misschien stapt PENTA wel
over op een eigen elo.’
[Anja de Zeeuw]
Meer informatie over de projecten op PENTA: http://digitaal.penta.nl
Meer informatie over ‘Vier in balans’ op www.kennisnet.nl
E-learning consultant Floris Leurink geeft een workshop over digitale didactiek aan docenten.
Tablets voor leerlingen die meedoen in een pilot van aardrijkskunde -docent Peter Doeleman op de vestiging Jacob van Liesveldt.
10 C VOpen Juni 2012
Drie leerlingen van de leerlingenraad laten trots hun school zien:
Aschwin (13), Dennis (15) en Jeffrey (16). De school is grondig
verbouwd, passend bij de onderwijskundige visie. Muren zijn
gesloopt, glas kwam ervoor in de plaats. Op de tweede verdieping
is in het centrale gedeelte op de grote overloop een open computer-
centrum ingericht. Lage scheidingswanden zorgen voor een eigen
leergebied, terwijl er oogcontact mogelijk is met langslopende
leerlingen. In de drie technieklokalen kunnen leerlingen een leerplek
kiezen, waarbij leren net zo goed kan bestaan uit doen. De glazen
deuren tussen de lokalen staan open. Er zijn meer docenten
aanwezig die leerlingen bijstaan, of een lesje geven. De school heeft
een ruimte voor Dienstverlening en Commercie, een intersectoraal
programma waarin leerlingen voorbereid worden op het mbo in
de sectoren: consumptief, economie, en zorg en welzijn.
ConcentratieEn passant geven de jongens aan wat het bijzondere van
Calvijn Meerpaal is: ‘Je wordt als iemand met een naam
gekend, leraren zijn echt geïnteresseerd hoe het met jou gaat,
je bent hier niet alleen om te leren.’
« Je bent hier niet alleen om te leren. »
Aschwin: ‘Iederéén hier heeft problemen, thuis en op school,
daarom ben je hier geen probleem meer.’
Dennis: ‘Mijn concentratie is hier beter geworden, ik krijg nu geen
waarschuwingen meer en word ook niet meer de klas uitgestuurd.’
Jeffrey: ‘Ik haal straks mijn diploma en ga dan naar het Grafisch
Lyceum. Dat had ik een paar jaar geleden niet gedacht. Ze geven
hier goed uitleg over wat je verder kunt leren, ze laten veel zien,
en dan helpen ze, zodat je goed je keuzes kunt maken.’
En: ’Er zijn kleine klassen, er wordt goed op je gelet. Je wordt
de hele dag door de docenten achterna gezeten: steeds geven
ze je een seintje, zo vergeet je niet dat je bijvoorbeeld morgen
een stuk moet inleveren.’
Een kijkje opCalvijn Meerpaal Een vmbo-school (tl, kb en bb) met lwoo in Rotterdam-Oost
Niet alle vestigingen van CVO-scholen krijgen evenveel aandacht in CVOpen. Voor deze rubriek bezoekt oud-CVO-medewerker
Dideri Mattijsen een vestiging van een CVO-school, waar ze zich een dagdeel lang laat rondleiden en laat vertellen wat er uniek is
aan deze locatie. In het dagelijks leven is Dideri nog steeds betrokken bij het onderwijs. Ze woont in Rotterdam.
Het open computer-
centrum heeft lage
scheidingswanden,
er is oogcontact
mogelijk met langs-
lopende leerlingen.
“Ik wil leren vriendschappen aan te gaan” kan een leerdoel zijn.
Aschwin (midden), Dennis (links) en Jeffrey laten trots hun school zien.
11 C VOpen Juni 2012
Calvijn Meerpaal biedt leerwegondersteunend onderwijs
aan leerlingen met leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden.
De school telt 500 leerlingen en 70 medewerkers.
450 leerlingen hebben een lwoo-advies, 120 leerlingen
hebben een rugzakje, bijna een kwart van de school.
Het schoolgebouw van Calvijn Meerpaal telt drie verdiepingen
en ligt in Rotterdam-Alexander, aan de Kreeftstraat.
Bas van Hamburg, directeur, en Patricia Bender, docent en
zorgcoördinator, bevestigen wat de jongens zeggen.
Patricia: ‘In de eerste les vertelt iedereen waarom hij of zij
hier is. Je deelt wat je kwaliteit is en wat je in je rugzakje hebt.’
‘Gewoon is voor ons: doen wat het beste is voor de leerling’,
zegt Bas. ‘Everybody is an A-student. Iedereen heeft talent,
laat ze maar uitpakken. Kinderen kunnen met wat extra
aandacht zoveel groei doormaken!’
Veel ambulante begeleiders‘Wij doen veel in de basis’, vult Patricia aan. ‘De mentor is echt
de spil. De mentor geeft les, luncht met z’n leerlingen en houdt
aan het eind van de dag een mentoruur. Bij de intake stellen wij
een handelingsplan op en vragen wij de leerling eigen leerdoelen
op te stellen en daardoor meer verantwoordelijkheid te laten zien
voor het eigen leerproces. “Ik wil leren vriendschappen aan te gaan”
kan zo’n leerdoel zijn. In de lessen sociale vaardigheden (sova)
en drama wordt aan deze aspecten aandacht geschonken.’
Bas: ‘Het gemiddeld aantal leerlingen met een rugzakje is tien
per vo-school. Hier zijn er 120. Dat zorgde voor een groot aantal
ambulant begeleiders uit de verschillende clusters in de school.
Om dan efficiënt te werken viel niet mee. Ieder werkte gedreven,
maar wel vanuit een eigen visie. Patricia is in gesprek gegaan met
alle directeuren van de clusters: kunnen we het anders organiseren?
Onze aanpak is: de mentor doet al veel extra. Haal de ambulante
begeleider zoveel mogelijk aaneengesloten in de school.
We hebben ook afgesproken dat er gewerkt wordt met het beleid
dat Calvijn Meerpaal ontwikkelde. Dat heeft veel opgeleverd.
« Onze kinderen zijn bewonderenswaardig. »
Vanuit de visie op passend onderwijs staat de ambulante begeleider
(AB) nu naast de mentor in de klas als co-teacher. De AB kan
meer leerlingen tegelijk observeren en begeleiden. Individuele
begeleiding vindt plaats wanneer nodig. Deze aanpak vergroot
bovendien het pedagogisch en didactisch handelingsrepertoire
van de mentor en dat komt de hele klas ten goede.
Calvijn Meerpaal AcademyBinnen passend onderwijs is het ook nodig dat de docent in de klas
zijn competenties vergroot. Daartoe is dit cursusjaar gestart met
een eigen Calvijn Meerpaal Academy. Een tweejarig traject, waar
in zeven modules de visie en missie van de school, de organisatie
van de ondersteuning en de specifieke leerlingproblematieken
aandacht krijgen. Bas: ‘Onze kinderen zijn bewonderenswaardig.
Ze komen van ver en maken grote stappen in het wegwerken van
achterstanden. Veel leerlingen stromen van BB naar KB of van KB
naar TL. Onze leerlingen doen het goed in het mbo. Het is geweldig
om met deze doelgroep te werken.’
[Dideri Mattijsen]
Meer informatie: www.calvijn.nl > meerpaal
‘Individuele begeleiding vindt plaats wanneer nodig.’
Links zorgcoördinator Patricia Bender, rechts directeur Bas van Hamburg.
In de drie
technieklokalen
kan leren net zo
goed kan bestaan
uit ‘doen’.
‘De mentor is echt
de spil. De mentor
geeft les, luncht
met z’n leerlingen
en houdt aan
het eind van de dag
een mentoruur.’
12 C VOpen Juni 2012
Nieuws van de scholen
Accent Hoogvliet probeert verslaving te voorkomen
‘In de vroege puberteit kun je nog bij jongeren binnenkomen met informatie
over de risico’s van roken, alcohol en drugs. Als ze 15 of 16 zijn, weten ze
al wat ze zelf wel of niet willen. In ieder geval willen ze dan het liefst geen
bemoeienis van volwassenen.’ Dat zegt zorgcoördinator Ans van Liempd
van Accent Praktijkonderwijs Hoogvliet.
Ans coördineert een preventieproject op haar school voor leerlingen in leerjaar
1 en 2. Ze krijgen les over het effect van allerlei verslavingen, waaronder
ook het mobieltje en gamen. De lessen komen van het Trimbosinstituut.
Ze gaan vooral over: wat weet ik (kennis), wat vind ik (mening) en… wat doe ik
(keuzes maken)? Youz, de jeugdafdeling van Bouman GGZ, voert het project
uit. Youz heeft ook een jeugdpoli waar jongeren met risicogedrag dankzij
het project snel terecht kunnen voor een consult. De school zoekt nog met
Youz naar manieren om leerlingen in de bovenbouw eveneens handvatten
te geven. Voor ouders worden er voorlichtingsavonden georganiseerd.
‘Zij kunnen bijvoorbeeld een vrijblijvend, vertrouwelijk adviesgesprek
aanvragen, of een plan van aanpak.’ De deelgemeente Hoogvliet sponsort
het project. Daarom woonde portefeuillehoudster Welzijn Ingeborg Hoogveld
eerder dit jaar een les bij in een tweede klas.
Meer informatie: www.boumanggz.nl > Youz
Accent Capelle maakt kans op Gouden SchoolbankDe leerlingen hebben Accent Praktijk-
onderwijs Capelle voorgedragen als
een school die een bijzondere prestatie
heeft geleverd, en de Gouden Schoolbank
verdient.
De Gouden Schoolbank is een tweejaarlijkse
prijs voor een school uit het voortgezet
onderwijs, waarvoor leerlingen hun school
opgeven. Om de twee jaar is een andere
sector aan de beurt; in 2012 is dat
het praktijkonderwijs.
Van de 63 aangemelde scholen zijn er vijf
genomineerd, waaronder Accent Capelle.
Op 6 juni is door rapper Ali B bekend-
gemaakt wie de hoofdprijs heeft gewonnen:
een bronzen trofee en 5.000 euro (te besteden
in overleg met de leerlingen). De andere
vier scholen krijgen elk 1.000 euro.
Aan de wedstrijd is ook een talentenjacht
verbonden, met het doel te laten zien dat
leerlingen uit het praktijkonderwijs over vele
talenten beschikken, variërend van dans tot
waterpolo. Tien leerlingen zijn genomineerd,
onder wie twee leerlingen van Accent Capelle:
Dion Rikkert (drums) en Maryam Wijsman
(fotografie). De winnaar krijgt een trofee en
mag met tien mensen gratis naar een pretpark
naar keuze. De andere kandidaten kunnen
naar de film met vier andere personen.
De Gouden Schoolbank wordt georganiseerd
door het INOP.
Meer informatie op www.goudenschoolbank.nl
Jungle op de muur geschilderd
Een muurschildering van een jungle met dieren,
planten, een waterval en een vulkaan. Dat was het
resultaat van het werk van vier vwo-4-leerlingen
van PENTA Scala Rietvelden (voorheen Blaise
Pascal) in Careyn Zes Rozen, een wooncomplex
voor dementerende ouderen in Spijkenisse.
Sabine Hoek, Linda Meijer, Valentijn Broeke en
Michael Le schilderden hier urenlang aan op
vrijdag 16 maart, de landelijke vrijwilligersdag NL
DOET. Het kunstwerk is 2 bij 2 meter groot.
Tweede van rechts Ingeborg Hoogveld van de deelgemeente Hoogvliet, midden-achter Ans van Liempd, linksachter de docent sociale vaardigheden Ibtissam Bouzekri en linksvoor vestigingsdirecteur Yvonne Laging van Accent Hoogvliet.
Van links naar rechts: Valentijn Broeke, Michael Le, Linda Meijer en Sabine Hoek
13 C VOpen Juni 2012
Nieuws van de scholen
iPads voor leerlingen TTO op Farel
Leerlingen in de brugklas tweetalig
vwo mogen van docente Engels
Hannelore Vollering-de Klerk (35)
nu al op hun smartphone
‘The Oxford Dictionary’ raadplegen
tijdens de les. Vanaf augustus werken
de leerlingen in de eerste klassen
tweetalig vwo en mavo allemaal
met een iPad.
De school schaft de iPads aan.
Het gaat om een proef, die ertoe kan
leiden dat de hele school overstapt op iPads.
Hannelore: ‘De vakken aardrijkskunde, Engels, Nederlands
en wiskunde gaan werken met een combinatie van leerboek
(hard copy) en iPad (werkboeken).
De docenten bekijken tot aan de zomervakantie welke methode
daarvoor geschikt is. Docenten die meedoen aan de pilot krijgen
een iPad-training van drie middagen. Ze oefenen ook hoe ze
de tablet zinvol kunnen inzetten in de klas, want dit moet wel
iets toevoegen aan het onderwijs.
Wordt het niet te veel van het goede als leerlingen die thuis al
veel bezig zijn met social media en computer, ook op school vaak
met digitale media werken? ‘De samenleving wordt in rap tempo
meer ICT-gericht. Je moet meegaan met deze ontwikkeling,
anders maak je leerlingen niet wegwijs in de maatschappij
en bereid je hen niet goed voor op de arbeidsmarkt.’
Toch is Hannelore blij dat de iPad niet voor alles gebruikt wordt.
‘De leerboeken blijven hard copy. En er zal wel iets bedacht
worden waardoor leerlingen niet driekwart van de tijd gaan
Facebooken.’ Een voordeel is dat Hannelore kan inloggen
op de werkomgeving van haar leerlingen en zo bijvoorbeeld
hun fouten signaleren, of verrijkingsstof aanbieden.
De pilot gaat draaien in de tweetalige opleidingen, omdat er
al redelijk veel Engelstalige apps op de markt zijn.
Hannelore Vollering-de Klerk, docente Engels
Eerste lichting leerlingen slaagt voor
mode-examen op PENTA Hoogvliet
Op PENTA college CSG Hoogvliet zijn de eerste leerlingen van
de richting Uiterlijke Verzorging voor het nieuwe vak Mode
geslaagd. Mode is sinds twee jaar een extra vak binnen de richting
Uiterlijke Verzorging. Mode is een praktijkvak; het wordt daarom
eerder geëxamineerd dan de theoretische vakken.
De leerlingen kregen de opdracht om een model een modieuze
outfit aan te meten die was afgestemd op de mode van 2013.
De outfit moest ook voorzien worden van accessoires en
bijpassende schoenen. De fashionista’s van PENTA Hoogvliet
verzorgden ook zelf het haar en de make-up van het model.
Ivo Hofste, een bekende modefotograaf uit Berlijn, heeft de outfits
op de gevoelige plaat vastgelegd.
Nieuw vak: Farel Technology (FTEC)
'Leerlingen zullen
niet driekwart
van de tijd gaan
Facebooken'
Het Farelcollege start volgend schooljaar in de onderbouw van
het tweetalig vwo met het nieuwe vak ‘Farel Technology’, afgekort
FTEC. Het wordt een breed, praktisch en uitdagend vak met
een hoog abstractieniveau. Bij dit vak gaan leerlingen intensief
met ICT en techniek aan de slag. Het richt zich op leerlingen, die
graag willen weten hoe dingen werken en dit willen onderzoeken.
Leerlingen doen niet alleen kennis op, maar leren daarnaast allerlei
vaardigheden. Ze ontwikkelen creativiteit, want niet ieder probleem
heeft een eenvoudige oplossing, ze leren hoe ze theorie in de praktijk
kunnen gebruiken en ze werken samen met klasgenoten. FTEC is
een van de vakken waarbij leerlingen met boeken en hun
iPad zullen werken (zie het bericht hiernaast).
In het schooljaar 2013-2014 breidt het Farelcollege
de combinatie van science en technologie uit naar
de havo/vwo- en de mavo-opleiding. Met dit plan geeft
de school invulling aan de prikkel van de overheid aan
scholen om een ambitieuze leercultuur te creëren.
14 C VOpen Juni 2011
Nieuws van de scholen
Comeniusleerlingen
exposeren in Capels
gemeentehuis
De schilderijen die leerlingen
van Capelse vestigingen van het
Comenius College maakten voor
hun praktijkexamen tekenen, zijn
tentoongesteld in het gemeente
huis van Capelle. Voor de vmbo-
leerlingen is dit helemaal speciaal.
Hun schilderingen verraden veel
talent en zijn van hoog niveau.
‘Het was een boeiende examen-
opdracht’, vertelt Peter Felix,
docent ckv en beeldende vorming.
‘Het thema was “Groen”, in de zin
van paradijselijk, dus veel land-
schappen.’ Zijn klas T4a oefende
met opdrachten uit oude examens.
De leerlingen schilderden elke week
drie uur. ‘Het enthousiasme voor
dit vak is groot.’ De schilderingen
werden zowel op doek als op paneel
(hout) gemaakt. Felix stimuleerde
de leerlingen om een groot formaat
te gebruiken. ‘Het belangrijkste
waaraan ik gewerkt heb met deze
leerlingen in de afgelopen jaren,
dus ook dit jaar, is dat beeldende
vorming geen bijvak is, maar
een heel bijzondere investering in
jezelf, los van wat je wilt worden.’
‘Mamma Mia!’ met verve opgevoerd door leerlingen Comenius Een heuse musicalband van het Comenius College ondersteunde
live de vier uitvoeringen van ‘Mamma Mia!’ in Schiedam en
Capelle aan den IJssel. Dat was een van de redenen waarom
de school trots was op leerlingen, teamleden en vrijwilligers
die meewerkten aan deze musical.
In totaal kwamen er ruim tweeduizend mensen op de voorstellingen
af: bijna vijftienhonderd in het Isala Theater in Capelle, en nog
eens bijna zeshonderd in het Theater aan de Schie in Schiedam,
waar de try-out plaatsvond.
De hoofdrollen van Sophie en haar moeder Donna werden
overtuigend vertolkt door Frederique Speksnijder, derdejaars
leerling van de Comeniusvestiging Nieuwerkerk, en Astrid Rook,
vwo-6-leerlinge van de vestiging Lijstersingel. Ook de andere
hoofdrolspelers speelden de sterren van de hemel.
Met veel enthousiasme brachten de cast, het koor en de band
de tientallen hits van popgroep ABBA ten gehore en op de planken.
Deze liedjes vormden de ruggengraat van de populaire musical,
geschreven door Catherine Johnson. Bekende nummers waren
‘Mamma Mia!’, ‘Money Money’, ‘Super Trouper’, ‘Dancing Queen’,
‘Thank You for the Music’ en ‘The Winner Takes It All’.
Een groep van zo’n vijftien leerlingen verzorgde het technisch
gedeelte van het musicalproject, zoals film, geluid, licht en
de website. Het decor riep de sfeer op van een Grieks eiland
met witte stranden, een blauwe zee en een Griekse taveerne.
Oogverblindend waren net als in vorige musicals de kostuums,
zoals de lycra-outfits van de drie zangeressen die het nummer
‘Super Trouper’ zongen, uiteraard op hoge hakken en plateauzolen.
Meer informatie en foto’s op www.comeniusgoesmusical.nl
De kostuums in ‘Mamma Mia!’ waren weer oogverblindend.
Twintig vierdeklassers van
het Marnix Gymnasium zijn
van 8 tot en met 12 mei te
gast geweest bij Gymnasium
Kreuzgasse in Keulen.
Daarmee zet het Marnix
Gymnasium nu de stap
richting Duitsland.
Tijdens het bezoek werd een eerste aanzet gegeven tot het thema
‘Meine Stadt, deine Stadt’. Daarbij stonden naast het vak Duits, de gamma-
vakken geschiedenis, economie en aardrijkskunde centraal. De leerlingen
namen onder andere deel aan een speurtocht en een stadswandeling
door Keulen. Verder waren er workshops waarbij de overeenkomsten en
verschillen tussen Rotterdam en Keulen onder de loep werden genomen.
Gymnasium Kreuzgasse is Europaschule in de Duitse deelstaat Nordrhein-
Westfalen. In dit Europese perspectief was het zeker geen toeval dat naast
het Marnix Gymnasium ook een Spaanse en een Franse school te gast
waren bij de Kreuzgassers. Veel aandacht was er op woensdag 9 mei voor
de Europatag. Toen lieten de Marnixleerlingen zich ook op cultureel terrein
niet onbetuigd. Een aantal van hen bracht een moderne muzikale versie
van het Europese volkslied ten gehore. Na schooltijd waren de Duitse
leerlingen aan zet om de Marnixleerlingen te laten kennismaken met
hun privéleven. In september worden de leerlingen van het Gymnasium
Kreuzgasse voor een tegenbezoek in Rotterdam verwacht.
Uitwisseling Marnixleerlingen met Keuls gymnasium
15 C VOpen Juni 2012
Korrie Louwes is wethouder Arbeidsmarkt, Hoger Onderwijs,
Innovatie en Participatie van de gemeente Rotterdam
Techniek is leuk
Als we willen bereiken dat de jongeren
meer interesse krijgen in techniek, dan
moeten we één ding niet meer doen:
vertellen dat techniek moeilijk, stom en saai
is. Daarom zeg ik: techniek is niet alleen
leuk, maar ook hartstikke belangrijk.
Kijk maar naar voetbal of welke andere sport
dan ook. Conditie is nuttig, doorzettings-
vermogen belangrijk, maar een kampioen
word je alleen als je techniek in huis hebt.
En techniek krijg je door elke dag te oefenen.
Balletje hooghouden, passeerbewegingen
maken. Robin van Persie leerde het in
Rotterdam-Kralingen in de voetbalkooi aan
de Oudedijk. Toen elke dag aan het spelen,
nu de beste voetballer van Engeland.
Met de mooiste techniek.
We moeten ophouden met kinderen
wijsmaken dat techniek alleen iets is voor
jongens. Is voetbal alleen iets voor jongens?
Nee toch! Het Nederlandse meisjes- en
vrouwenvoetbal groeit en groeit. Over niet al
te lange tijd doen ook vrouwelijke voetballers
mee aan grote toernooien zoals het EK,
het WK en de Olympische Spelen.
Nederland heeft het beste voetbalelftal
van de wereld. Vind ik. Maar de komende WK
moeten we oppassen voor de Duitsers.
Waarom? Kijk maar in het vorig nummer
van CVOpen op pagina 11. Daar zegt leerling
Jonathan van PENTA Godfried Richter dat
hij graag meer techniek op het rooster
zou hebben: ‘Ik kom uit Duitsland en
daar hadden we elke dag les in techniek.
Dat mis ik hier.’ Ja, zo winnen we nooit!
Jonathan heeft gelijk, we moeten op
onze scholen veel meer doen aan techniek.
Zoals Accent Delfshaven dat doet. Daar zijn
ze gestart met verschillende projecten
en workshops, om leerlingen in een eerder
stadium warm te krijgen voor techniek.
Ze hebben bijvoorbeeld met een groep
leerlingen een skatebaan getimmerd.
Dat was een enorm succes.
« Jonathan heeft gelijk, we moeten veel meer doen aan techniek. »
Of zoals op Melanchthon Mathenesse.
Daar gaan ze de leerlingen vanaf het eerste
jaar onderdompelen in de praktijk, minstens
zeven uur per week. Ze bezoeken bedrijven,
gaan aan de slag met praktijkopdrachten
en nodigen mensen uit het bedrijfsleven uit.
Bijvoorbeeld Martine Beijer, directeur van
Aquarius Sanitair. Haar bedrijf verkoopt
keukens en badkamers. Haar medewerkers
zorgen voor het ontwerp en de uitvoering.
Van passen tot lassen, en daar komt vaak
een hoop techniek bij kijken. Jongens zijn
misschien sterker, maar meiden zijn vaak
secuurder en creatiever, zegt Martine.
« Vooral in de haven liggen de goede banen voor het oprapen. »
Lukt het je als docent niet om met deze
argumenten leerlingen over de streep te
trekken, vertel dan dat je met een techniek-
opleiding straks meer kans hebt op een
goede baan. In de bouw, maar ook in het
ziekenhuis of in de ICT. Techniek is overal.
Tegenwoordig verdien je een prima boterham
met een technisch beroep. En je kunt door-
groeien binnen de sector. Vooral in de haven
liggen de goede banen voor het oprapen.
En de haven… dat is pas echt stoer.
De (CVO)pen aan een gast
Korrie Louwes:
« Op de nieuwe vakscholen
techniek duiken jongeren
vanaf dag één de praktijk in. »Jaap Engel, directeur van Maritime Human Resources in Rotterdam
16 C VOpen Juni 2012
17 C VOpen Juni 2012
De belangstelling van jongeren voor een technische
opleiding is al jaren tanende. Bedrijven kampen
inmiddels met een groot gebrek aan goed opgeleid
personeel. Om dit nijpende tekort te tackelen,
en het niveau van het technisch onderwijs naar
een hoger plan te tillen, worden allerlei nieuwe
initiatieven genomen. Vakscholen techniek,
Bèta Excellent-programma’s, technasia en meer.
Ook CVO-scholen doen er volop aan mee.
‘Hoe zorgen we ervoor dat we in de toekomst kunnen beschikken
over voldoende opgeleid technisch personeel in onze regio? En op
welke wijze verleiden we jongeren om te kiezen voor een toekomst
in de techniek? Op die vragen hebben we samen met de onderwijs-
besturen, verenigd in het Rotterdams Offensief (CVO, BOOR, LMC
en de ROC’s Albeda en Zadkine), en de gemeente Rotterdam
een antwoord proberen te vinden. Dat is gelukt. De neuzen staan
nu eindelijk dezelfde kant op’, zegt Jaap Engel.
Engel is directeur van Maritime Human Resources in Rotterdam,
een bedrijf dat ondernemingen in de Rotterdamse haven helpt bij
het vinden van geschikt technisch personeel. Hij is tevens voorzitter
van de bedrijvengroep die enige tijd geleden bij scholen en gemeente
aandrong op een noodzakelijke doorbraak voor het technisch
onderwijs in Rotterdam. Na ruim een jaar overleg sloten de school-
besturen, gemeente en bedrijven vorig jaar juli een convenant
voor de oprichting van twee vakscholen techniek in Rotterdam.
Komend schooljaar 2012-2013 openen de nieuwe vakscholen hun
deuren. Daarmee wordt techniek voor jongeren al op jonge leeftijd
bereikbaar. ‘Wij zijn ontzettend blij met dit initiatief en verwachten
er veel van’, zegt Engel. Het convenant wordt ondersteund door de
brancheorganisaties FME-CWM, Koninklijke Metaalunie, Uneto-VNI,
Bouwend Rijnmond en Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam.
Op dit moment kunnen jongeren in het vmbo pas in het derde
leerjaar beginnen met technische vakken. Engel: ‘Dat is te laat
en volgens ons de belangrijkste oorzaak van de afgenomen
belangstelling van jongeren voor techniek. Je moet ze al veel
eerder prikkelen. Bij voorkeur al op de basisschool. Op de nieuwe
vakscholen duiken ze vanaf dag één de praktijk in.’
Proeven en ontdekken Melanchthon Mathenesse is een van de nieuwe Rotterdamse
vakscholen techniek. Samen met het Noordrand College bedient
de locatie in Spangen straks leerlingen in Rotterdam-Noord.
‘Straks gaan we leerlingen vanaf het eerste jaar onderdompelen in
de praktijk, minstens zeven uur per week’, belooft Erik van Ruijven,
directeur van Melanchthon Mathenesse. ‘We bezoeken uiteen-
lopende bedrijven, gaan aan de slag met praktijkopdrachten,
nodigen mensen uit het bedrijfsleven uit. We laten leerlingen
proeven en ontdekken. Ook zijn we druk met het aanhalen van
contacten met basisscholen in de buurt en met de mbo’s.’
Een goede voorlichting en pr gericht op basisscholen en een
soepele overgang van vmbo naar mbo zijn eveneens belangrijke
actiepunten uit het Rotterdamse convenant.
Techniek is een breed en boeiend vakgebied, maar veel jongeren
weten dat niet. Erik stelt vast dat een groot deel van zijn leerlingen
helemaal geen of geen goed beeld heeft van technische beroepen.
‘Ze komen naar onze school, omdat ze hebben gehoord dat
het een gezellige en goede school is’, vertelt hij. ‘Dat is hun
voornaamste drijfveer. Niet de sector waarvoor ze worden opgeleid.
Veel leerlingen zijn bijvoorbeeld ook nog nooit in
de Rotterdamse haven geweest. Ze kennen alleen de verhalen
van hun opa, vader of oom en associëren techniek met vieze
handen maken. Terwijl er bijvoorbeeld ook veel kansen voor hen
liggen in de ‘schone’ procestechniek of gezondheidstechniek.
Veel initiatieven, ook bij Melanchthon en Accent Praktijkonderwijs
‘ Techniek eerder op het netvlies’
»
18 C VOpen Juni 2012
In gesprek met…
Met onze vakschool hopen we leerlingen in een vroeg stadium
te motiveren voor een technisch vak. De vakscholen helpen ons
straks ook bij het binnenboord houden van leerlingen’, verwacht
Erik. ‘Sommigen haken nu af omdat ze het nut van de meeste
algemeen vormende vakken niet inzien. Wij gaan ervoor zorgen
dat zij techniek eerder op het netvlies krijgen.’
Bèta Excellent Ook docent techniek Kees Vermeer van Accent Praktijkonderwijs
Delfshaven heeft de interesse van leerlingen voor techniek
de afgelopen jaren ‘drastisch zien afnemen’. Om het tij te keren,
heeft de school zich in 2010 aangemeld voor het programma
Bèta Excellent van het ministerie van Onderwijs. Doel van
het programma is dat scholen goede plannen en praktijk-
ervaringen verder ontwikkelen en overdraagbaar maken naar
andere scholen.
« Een skatebaan timmeren met leerlingen was een succes. »
‘Het programma heeft voor ons geleid tot een nauwere samen-
werking met het Albeda College en de Schilderschool. We hebben
samen een nieuw lesprogramma ontwikkeld voor de Vooropleiding
Schilderen. Daarnaast zijn we ook in de onderbouw gestart
met verschillende projecten en workshops, om leerlingen in
een eerder stadium warm te krijgen voor techniek. We hebben
bijvoorbeeld met een groep leerlingen een skatebaan getimmerd.
Dat was een enorm succes. Verder zijn zeven leerlingen begonnen
aan een opleiding machinale houtbewerking, zes aan een las-
opleiding en vier aan een schildersopleiding. Voorgaande jaren
was er slechts een enkele leerling die doorging met techniek.’
‘Maar’, benadrukt Kees Vermeer, ‘al die nieuwe projecten zijn
mooi, maar vallen of staan met goedopgeleide en toegewijde
docenten. Zij kunnen het verschil maken. Hoe? Door een relatie
met leerlingen op te bouwen, kun je jongeren verleiden om te
kiezen voor een beroepsopleiding waarmee ze verder komen
in het leven.’
Technasium Bedrijven zitten niet alleen te springen om goed opgeleide
mbo’ers. Ook naar hoger opgeleid technisch personeel is veel
vraag. Om havo- en vwo-leerlingen op een eigentijdse en uitdagende
manier te interesseren voor bèta-onderwijs, kunnen scholen voor
voorgezet onderwijs zich aanmelden als ‘technasium’, bij de Stichting
Technasium in Groningen. Zeven jaar geleden is het initiatief
vanuit de Rijksuniversiteit Groningen ontstaan. Inmiddels zijn er
zeventig scholen in het land die het predikaat ‘technasium’ mogen
voeren, waaronder Calvijn Vreewijk, PENTA Scala en Melanchthon
Bergschenhoek. ‘Na een pilotfase zijn we dit schooljaar als
technasium gestart’, vertelt adjunct-directeur Gesinus Hospes
van Melanchthon Bergschenhoek. Het nieuwe examenvak
Onderzoek & Ontwerpen (O&O) staat centraal binnen de technasia.
Het vak wordt gegeven vanaf klas 1 tot en met het eindexamen.
Daarnaast volgen leerlingen gewoon alle theorievakken.
‘In het eerste jaar is Onderzoek & Ontwerpen voor al onze leerlingen
verplicht. Daarna mogen ze kiezen of ze ermee doorgaan. Eerstejaars
werken aan verschillende opdrachten. Zo hebben ze dit jaar onder
meer een plan en ontwerp gemaakt voor een woning voor drie
generaties. O&O betekent dus niet alleen denken, maar ook doen.
We werken samen aan echte opdrachten en met echte opdracht-
gevers. En binnen ons regionale netwerk hebben we contact met
diverse hogescholen en de TU Delft. Zeker de helft van de leerlingen
heeft nu al aangegeven dat ze in het tweede jaar door willen gaan
met Onderzoek & Ontwerpen. En minstens evenveel meisjes als
jongens. Dat vind ik bemoedigend. Maar ook het enthousiasme
van onze docenten droeg zeker bij aan dit eerste succes.’
[De Nieuwe Lijn]
Nog meer initiatieven- In augustus gaat het Comenius Vakcollege Techniek
van start aan de P.C. Boutenssingel in Capelle.
- PENTA De Oude Maas in Spijkenisse is in 2009-2010
begonnen met de Techno MAVO.
Links Kees Vermeer (Accent Delfshaven)
Links Erik van Ruijven (Melanchthon Mathenesse)
Rechts Gesinus Hospes (Melanchthon Bergschenhoek)
19 C VOpen Juni 2012
Nicolette van VeldenBeleidsmedewerker communicatie
bij stafbureau Melanchthon
Wat doe je als beleidsmedewerker communicatie?Ik ben verantwoordelijk voor het communicatiebeleid van
Melanchthon. Ik ontwikkel beleid en coördineer de uitvoering ervan.
In de uitvoering van de communicatie doen onze vestigingen veel
zelf. Als het om relatief belangrijke dingen gaat, ben ik daar natuurlijk
wel graag bij betrokken.
Voordat ik hier in 2007 kwam werken, waren het Christelijk College
Henegouwen en Melanchthon gefuseerd. Sindsdien is er één huisstijl
en wordt er als één organisatie naar buiten getreden. Alle vestigingen
hebben een eigen naam en een eigen huisstijlkleur, maar het is
duidelijk dat ze allemaal bij Melanchthon horen. Ik zorg ervoor dat
de huisstijl in alle communicatiemiddelen is verwerkt.
Eén organisatie, één beeld?Tot voor kort was dat zo. Maar inmiddels is er een nieuwe beweging
op gang gekomen: nu wil men juist de eigenheid van alle vestigingen
over het voetlicht brengen. Er is in de regio veel concurrentie, dus het
wordt steeds belangrijker om aan de buitenwereld duidelijk te maken
wat elke vestiging uniek maakt. Ouders en leerlingen moeten weten
dat er binnen Melanchthon volop keus is. Daarom zijn we nu onder
andere bezig om de websites van alle vestigingen te vernieuwen.
Elke vestiging kan – binnen een bepaald kader – haar eigen keuzes
maken, bijvoorbeeld qua indeling, vormgeving en inhoud. Ik zorg
ervoor dat het op al die verschillende websites voldoende duidelijk
blijft dat de vestigingen onderdeel zijn van Melanchthon.
Waarmee houd je je nog meer bezig?Bijvoorbeeld met leerlingenwerving en perscontacten. Ik zorg
ervoor dat ik de juiste media benader als er relevante informatie is.
Ook doe ik veel voor de jaarlijkse scholenmarkt waarop al onze
vestigingen aanwezig zijn. Ik zorg ervoor dat er presentatiepanelen
zijn, actuele wervingsfolders en andere externe communicatie-
middelen, zoals posters, flyers en leuke weggevertjes.
Werk je alleen voor Melanchthon?In principe wel, maar ik doe ook een aantal CVO-brede dingen.
Ik zit bijvoorbeeld in de redactie van dit blad, in de projectgroep
Arbeidsmarktcommunicatie en in een projectgroep van Fokor die
de Rotterdamse schoolkeuzegids maakt. Hierin behartig ik niet
alleen de belangen van Melanchthon, maar van alle CVO-scholen.
Het is leuk om op zo’n breed, Rotterdams niveau betrokken te zijn
bij communicatiekeuzes.
Waar ben je trots op?
De afgelopen jaren hebben we een enorme ontwikkeling door-
gemaakt op het gebied van huisstijl en communicatie. Er wordt
steeds vaker óók vanuit een communicatieachtergrond naar
zaken gekeken. We zijn nu een organisatie die haar marketing
en communicatie professioneel neerzet. Daar ben ik trots op.
Stapsgewijs hebben we dingen steeds kunnen verbeteren.
Je hebt geen communicatiecollega’s. Is dat lastig?Dat valt reuze mee! Ik heb gelukkig altijd leidinggevenden die
veel affiniteit hebben met communicatie. Zij betrekken mij altijd
in een heel vroeg stadium bij allerlei zaken. Als de directie van
Melanchthon minder oog zou hebben voor communicatie,
zou het lastiger voor me zijn om dingen voor elkaar te krijgen.
Is Melanchthon een leuke organisatie om voor te werken?Ik heb veel affiniteit met de doelgroep waarvoor wij werken:
de leerlingen. Dit is dus helemaal de goede branche voor mij.
Melanchthon is een warme organisatie, met betrokken en
bevlogen medewerkers. Velen kiezen er heel bewust voor om
bij Melanchthon te gaan werken. Dat merk je echt; er is hier
een heel fijne en bijzondere cultuur.
[Karin van Breugel]
In gesprek met…
‘Velen kiezen er heel bewust voor om bij Melanchthon te gaan werken.‘
NieuwsEen gewone leerling In de gangen op het Handelsgymnasium te Oslo hangen alle klassen-
foto’s uit de lange historie van de school. Ik liep daar wat rond na
het jureren van essays van leerlingen in het kader van de Internationale
Filosofie Olympiade, waar Nederland voor het eerst aan meedeed.
Op de bovenste galerij ontbrak een foto van klas 3 uit 1998. De collega
filosofie die op deze school werkt zei me: ‘Dat was de klas van Anders
Behring Breivik, en om emotionele redenen leek het de schoolleiding
beter om de foto te verwijderen.’
Na het bekend worden van de identiteit van de dader van de bom-
aanslag en massamoord op 22 juli, was hij direct nagegaan of hij
Breivik ooit in zijn klas had gehad. Dat was niet zo. Collega’s van hem
wel. Zij herinnerden zich hem als een gewone en onopvallende jongen.
Lopen door datzelfde schoolgebouw gaf daarna een beklemmend
gevoel. Hoe kon iemand die op school zeker ook kennisgenomen
heeft van waarden en normen zover komen?
Eén van de thema’s voor de filosofische essays was een citaat van
de politiek filosofe Hannah Arendt: ‘De droevige waarheid is dat het
meeste kwaad gedaan wordt door mensen die nooit de keuze hebben
gemaakt of ze goed of slecht willen zijn.’ Maar Breivik blijkt wél te
hebben nagedacht over deze keuze en had besloten ‘goed’ te zijn,
op zijn manier. Het kwaad dat hij met deze invulling van ‘goed’ heeft
aangericht is onvoorstelbaar. Dat roept de vraag op of we wel zelf
kunnen bepalen wat ‘goed’ is. Op z’n minst hebben we daar andere
mensen voor nodig, met wie we in openheid betekenisvolle relaties
aangaan, en met wie we onze ideeën bespreken, en die ons durven
corrigeren. Omdat het Breivik daaraan ontbrak in de periode vooraf-
gaand aan zijn misdaden, kon hij zich ontwikkelen tot een extreme
narcist met idiote ideeën over de islam en multiculturalisme.
De volgende dag liep ik samen met de deelnemers aan de Olympiade
mee in een parade dwars door de stad. Op 17 mei vieren de Noren
namelijk hun nationale onafhankelijkheid en het hebben van een
Grondwet. Een waar volksfeest, waarbij organisaties, scholen en
fanfares defileren langs het Koningsslot, waar koning Harald V hun
toezwaait vanaf het balkon. Uitbundig, gezellig en gedisciplineerd.
Maar er is wel wat gebeurd, sinds de aanslagen van 22 juli. Op een
herdenkingsplek vlak voor de Domkerk zijn in een bloemperk de foto’s
van de 77 slachtoffers geplaatst. Vooral scholieren in de leeftijd tussen
de 15 en 19 jaar. Hun leven is in de knop gebroken. Verbijsterend.
Tussen de foto’s is aan een stok een groot rood hart bevestigd.
Daarop staat de tekst: ‘… og størst av alt er kjaerligheten’, afkomstig
uit het Nieuwe Testament. Daaronder de vertaling in het Engels:
‘… greatest of all is love’.
Dirk OosthoekVoorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
van CVO, docent filosofie op Melanchthon Schiebroek en vakdidacticus
filosofie aan het ICLON (Universiteit Leiden)
20 C VOpen Juni 2012
Project Rotterdams Reken Effect
Column
Uitgeverijen presenteren methodes voor rekenenDrie uitgeverijen presenteerden in maart op CSG Calvijn hun reken-
producten voor rekencoördinatoren en directieleden van Rotterdamse
vo-scholen. Ze waren uitgenodigd door de projectgroep Rotterdams
Reken Effect, een samenwerkingsverband van CVO, BOOR en LMC,
de drie grote Rotterdamse schoolbesturen in het voortgezet onderwijs.
Projectleider Gerrit Elings doet verslag van de bijeenkomst op
18 maart, waarop zestig mensen afkwamen.
‘De projectgroep nodigde de Basisacademie, Noordhoff en Thieme-
Meulenhoff uit naar aanleiding van vragen van rekencoördinatoren en
directieleden over beschikbare methodes voor het nieuwe vak.
De Basisacademie, opgericht in 2009, richt zich vooral op het ontwikkelen
van e-learning omgevingen. Het product dat zij presenteerden heet
Score, het is een digitaal oefenprogramma voor zowel taal als rekenen.
Noordhoff was uitgenodigd omdat hun wiskundemethode ‘Getal & Ruimte’
de meest gebruikte is in Nederland. Daarnaast bewegen zij zich al enkele
jaren op de markt met het gratis e-mailprogramma beterrekenen.nl.
Ze kregen ook de kans om andere producten te laten zien die zij
ontwikkelen.
ThiemeMeulenhoff is al enige tijd bezig met het ontwikkelen van
een digitaal en adaptief rekenproduct genaamd ‘Got it?!’. Zij toonden
de vorderingen inclusief enkele filmpjes uit de praktijk, bijvoorbeeld
over iemand die aan het tanken is.
De bijeenkomst werd door de meeste bezoekers positief gewaardeerd.
Over de verschillende rekenproducten waren de meningen verdeeld.
Dat bleek ook uit een online enquête. Na de bijeenkomst zijn door scholen
van verschillende besturen afspraken gemaakt met de drie uitgeverijen.
Calvijn, de school waaraan ik als directeur onderwijs verbonden ben,
voert komend schooljaar pilots uit met Score en met ‘Got it?!’.
Beide programma’s bieden kansen om rekenonderwijs meer op maat
aan te bieden. Het traditionele klassenverband kan hiermee doorbroken
worden. Misschien dat het nieuwe vak rekenen een aanzet geeft om
anders te kijken naar de manier waarop we het onderwijs nu vaak
aanbieden. Het is de bedoeling eind schooljaar 2012-2013 een bijeenkomst
te organiseren waarin de ervaringen met verschillende rekenproducten
worden gedeeld. Zo ondersteunt de projectgroep Reken Effect alle
betrokkenen van de verschillende besturen bij het maken van de juiste
keuze voor de eigen school.’
Meer informatie: www.basisacademie.nl www.beterrekenen.nl www.noordhoffuitgevers.nl www.thiememeulenhoff.nl
Battlekampioen op PENTA De Oude Maas
PENTA-vestiging De Oude Maas deed dit voorjaar opnieuw mee aan
Mission Olympic, het grootste schoolsportevenement in Nederland.
Dertig leerlingen reisden op 5 april af naar het Olympisch Stadion
in Amsterdam. Ze waren ingedeeld in een van de drie zaalvoetbal-
teams of in het streetdanceteam van De Oude Maas.
Bij het zaalvoetballen bereikten het damesteam en het jongens-
bovenbouwteam de halve finale, maar daar verloren ze. Ze behaalden
zodoende geen podiumplaats. Het streetdanceteam wilde de derde
plaats van vorig jaar evenaren of overtreffen, maar het eindigde
uiteindelijk als zesde van de 21 deelnemende scholen.
Naast de groepsdans bestond de streetdance-competitie dit jaar ook
uit een individuele wedstrijd: de battle. Die hield in dat één danser van
elke groep tegen de andere dansers moest dansen. Bij dit onderdeel
kwam Arvian Bulan uit 3m-1b van De Oude Maas als winnaar uit
de bus. Hij mag zich officieel Nederlands battlekampioen noemen!
Het streetdanceteam van
De Oude Maas op Mission Olympic.
Arvian Bulan met de eerste prijs
voor het onderdeel battle.
Op het tweede Comenius Onderwijs Film Festival (COFF)
wordt een speciale buitenlandse gast verwacht: meester
Toshiro Kanamori (65) uit Japan, hoofdpersoon in de bekroonde
documentaire ‘Children full of life: learning to care’. Dit was
de openingsfilm van het eerste Comenius Onderwijs Film
Festival vorig jaar november.
COFF-2 vindt plaats op dinsdagmiddag 11 september op de
Comeniusvestiging aan de Lijstersingel. Het festival is opgedragen
aan meester Kanamori. Zijn credo is: ‘Kinderen leren om
samen gelukkig te worden; wanneer één iemand niet gelukkig is,
is niemand gelukkig.’
De beroemdste onderwijzer van Japan wordt door rector
Hans Neven na aankomst bij Comenius naar de brugklasvleugel
gebracht, voor een les aan de leerlingen van het tweetalig vwo en
hun docenten. Hij wordt daarna welkom geheten bij het COFF in
de aula. Marcel van Herpen, mede-oprichter en kerndocent van
het NIVOZ, zal vervolgens een lezing houden, verlicht met beelden
uit ‘Children full of life’. Na het referaat van meester Kanamori
kunnen de aanwezigen vragen stellen. Na een pauze opent
de internationale gast het filmfestival, waarna de liefhebbers
kunnen genieten van hun favoriete onderwijsfilm. De middag wordt
afgesloten met een buffet.
Het Comenius Onderwijs Film Festival wordt een traditie bij
Comenius. Rector Hans Neven wil graag alle onderwijsmensen
inspireren met dit festival en de vertoonde onderwijsfilms.
De genodigden ontvangen een schriftelijke uitnodiging.
Zij kunnen zich met een inlogcode aanmelden via de vernieuwde
website van Comenius, www.comenius.nl.
Meester Kanamori speciale gast op COFF-2
Links Toshiro Kanamori,
hoofdgast op het COFF-2,
rechts Ingrid Helsloot
van NIVOZ, die een
belangrijke rol speelde
om meester Kanamori
naar Nederland
te halen.
van de scholen
21 C VOpen Juni 2012
Team Scala Rietvelden scoort
in Wiskunde B-Olympiade
Een team van drie vwo-6-leerlingen van PENTA Scala Rietvelden
(voorheen: Blaise Pascal) behaalde de derde plaats tijdens de
Wiskunde B-Olympiade, georganiseerd door het Freudenthal Instituut
in Utrecht. Ze waren het beste team van Nederland, maar moesten
in de internationale wedstrijd een Belgisch en Duits team boven
zich dulden. Om te winnen losten
de leerlingen een opdracht over
een schaakspel op moderne manier
op. Wiskunde B-docent Dirk Husslage
is bijzonder trots op zijn leerlingen.
Van links naar rechts de teamleden
Laurens van Dam, Bauke Smits en
Robert Klavers tijdens de prijsuitreiking
op 16 maart.
22 C VOpen Juni 2012
Docenten moeten de ruimte krijgen om hun talenten optimaal te ontplooien. Zo blijven scholen
aantrekkelijk als werkgever en gaat de onderwijskwaliteit omhoog. Met die insteek richtten achttien
schoolbesturen (waaronder CVO) en de VO-raad in 2008 hun eigen opleidingsinstituut voor docenten
op: het Nederlands Instituut voor Masters in Educatie (NiME). ‘Jammer alleen dat nog geen enkele
docent van een CVO-school zich aanmeldde.’
Master voor de klas
Honger naar kennis, op zoek naar een intellectuele uitdaging,
carrière maken binnen de klas. Het zijn zo een paar redenen
die deelnemers noemen als je hen vraagt waarom ze zijn
begonnen aan een van de vier masteropleidingen van
het Nederlands Instituut voor Masters in Educatie. ‘Onze studies
zijn bedoeld voor ambitieuze docenten die nog professioneler
willen worden. Docenten die zich bezighouden met onderwijs-
vraagstukken waar je in de docentenkamer niet zo een-twee-drie
antwoord op krijgt’, zegt Sander Galjaard, projectleider NiME
bij de VO-raad.
Na een onderzoek naar de opleidingsbehoefte in het veld,
ontwikkelden vooraanstaande universiteiten op verzoek van
het NiME destijds verschillende masteropleidingen. Deelnemers
kunnen nu terecht bij de Universiteit van Amsterdam voor
de Master Academisch Meesterschap en de Master Professioneel
Meesterschap. En bij de Universiteit Maastricht voor Master
Evidence Based Innovation in Teaching. Galjaard: ‘Elke opleiding
duurt twee jaar en richt zich op onderzoek, onderwijsvernieuwing
en vakdidactische verdieping. Het zijn stuk voor stuk hoogwaardige
opleidingen.’
Directe relatie met onderwijspraktijkCVO was in 2008 een van de initiatiefnemers van het NiME.
Des te opmerkelijker dat zich al die jaren nog geen enkele docent
van een CVO-school heeft aangemeld voor een masteropleiding.
‘Echt ontzettend jammer, docenten laten kansen liggen’,
zegt Galjaard. Naar het waarom kan hij alleen maar gissen.
Aan de praktische toepasbaarheid hoeft het niet te liggen,
meent hij. ‘De titels suggereren misschien dat het om een
theoretische leerweg gaat. Maar de opleidingen staan juist
heel direct in relatie met de onderwijspraktijk. De opdrachten
worden binnen de eigen school uitgevoerd. En wat de deelnemers
leren, kunnen ze direct in de eigen lessen of in het eigen team
toepassen. Zo plukken leerlingen, collega’s en de hele school
er de vruchten van.’
'Wat de deelnemers leren', zegt Sander Galjaard, projectleider NiME bij de VO-raad, 'kunnen ze direct in de eigen lessen toepassen.'
Hoogwaardige opleidingen mogelijk via het NiME
Personalia
Galjaard geeft graag een paar voorbeelden. Een docent Nederlands
van CS De Hoven in Gorinchem heeft binnen haar onderzoeks-
opdracht bijvoorbeeld een leerplein Nederlands opgezet voor haar
vmbo-leerlingen. Een docent natuur- en scheikunde van het Calvijn
College in Goes deed op zijn school een onderzoek naar feedback
aan leerlingen. Zo bracht hij een grotere bewustwording onder zijn
collega’s op gang rond het geven van feedback, een sterk instrument
om het leren te bevorderen.
LerarenbeursMisschien kunnen schoolleiders moeilijk tijd of geld vrijmaken
om hun mensen een kans te bieden verder te studeren?
Galjaard: ‘Via de lerarenbeurs kan een groot deel van de studie
worden gesubsidieerd. Daarnaast moeten docenten wel vaak
minstens een dag per week worden uitgeroosterd. Maar daar staat
veel tegenover. Dat je goede docenten aan je organisatie weet te
binden. Ook kunnen scholen, voorafgaand aan de studie, samen met
de docent bepalen met welke onderzoeksvragen hij of zij aan de
opleiding begint. Het belang van de school wordt zo direct gediend.
Scholen huren nu vaak nog onderwijsconsultants in. Door docenten
te laten doorleren, heb je de kennis en het advies duurzaam in huis.’
« Via de lerarenbeurs kan een groot deel
van de studie worden gesubsidieerd. »
Het doen van onderzoek vormt een belangrijk deel van het curriculum
van de opleidingen. Daarom sluiten ze ook naadloos aan bij de
ontwikkeling van de Academische Opleidingsscholen. ‘Je ziet nu in
de praktijk dat afgestudeerde masters daar vaak een plek vinden’,
aldus de projectleider.
Over de streep Galjaard vertelt dat alle opleidingen op maat kunnen worden
gesneden, naar opleidingsbehoefte van betreffende docent.
Ook zijn er incompany-trainingen mogelijk. ‘Dat betekent dat
de opleiders bij voldoende aanmeldingen naar de scholen-
gemeenschappen toe kunnen komen. Wellicht dat we CVO-scholen
en -docenten daarmee over de streep kunnen trekken.’
Inmiddels zijn al zo’n 80 master-docenten afgestudeerd via een
opleiding van het NiME en volgen er momenteel 120 een opleiding.
De alumnivereniging is afgelopen maart opgericht.
(De Nieuwe Lijn)
Mail of bel voor meer informatie en advies op maat
met Sander Galjaard, [email protected] of (06) 11 60 13 66.
Meer informatie: www.mastersineducatie.nl
Klaas Alkema (58) is benoemd
tot directeur van PENTA-vestiging
Hoogvliet. Hij volgt Gerrit Slingerland
op, die per 1 augustus met FPU gaat.
Klaas Alkema komt van de PENTA-vestiging
Jacob van Liesveldt, waar hij conrector
onderwijs was.
Sebastiaan van Hofwegen (31),
coördinator onderbouw op PENTA
Hoogvliet, is vanaf 1 augustus de nieuwe
adjunct-directeur onderwijs daar.
Diane Reijnhout-van den Berg (56) is de nieuwe conrector bedrijfsvoering
op PENTA Scala Rietvelden (voorheen
Blaise Pascal). Zij was er al enkele jaren
afdelingshoofd en docent Engels.
Cees van Dijk (35) begint op 1 augustus
als conrector algemene dienst van PENTA
Scala, dat naast de vestiging Rietvelden ook
de vestiging Molenwatering omvat. Cees was
teamleider en docent maatschappijleer op
PENTA Scala Molenwatering (voorheen
Angelus Merula).
Henri Stiksma (50) is per 1 augustus
benoemd tot adjunct-directeur van de mavo
van Melanchthon Schiebroek. De afgelopen
jaren was Henri afdelingshoofd van het
brugklasgebouw van Melanchthon Schiebroek
en daarvoor decaan op de mavo-afdeling.
23 C VOpen Juni 2012
24 C VOpen Juni 2012
De hobby van... Docent Engels Comenius College
Lein van der Wulp Onlangs verscheen debuutroman ‘Kelderwesp’ van Lein van der Wulp,
een aangrijpende literaire thriller die laat zien dat achter de waar-
neembare werkelijkheid nog een heel andere kan schuilgaan.
‘Toen ik tijdens mijn studie in aanraking kwam met Engelse
literatuur, was dit een fascinerende ervaring. Er ging een wereld
voor mij open. Destijds had ik al de ambitie om een roman
te schrijven; ik wilde zelfs weten of het was toegestaan om
een scriptie over een zelfgeschreven roman te schrijven…
Rond mijn dertigste ging ik op het Comenius werken, waar ik
jarenlang de teksten voor de musical schreef en betrokken raakte
bij allerlei educatieve publicaties. Mijn wens om een roman te
schrijven blééf. Ik was een jaar of 35 toen ik de roman voltooide.
Mijn pogingen om een uitgever te vinden, mislukten echter.
Het manuscript lag jaren in de kast, totdat mijn partner het las en
erdoor geboeid raakte.
Op haar aanraden heb ik het herschreven, in een vlottere stijl en
met een betere plot. De eerste tien pagina’s zijn gepubliceerd op
TenPages.com: een website voor crowdfunding. Uiteindelijk hebben
ruim honderd bezoekers van deze site circa tweeduizend ‘aandelen’
gekocht; genoeg om een uitgever over de streep te trekken.
TenPages adviseerde me om het verhaal uit te breiden met
een verhaallijn die in het heden speelt. Het boek draaide aanvankelijk
om twee oudere heren die tijdens de Tweede Wereldoorlog verzets-
companen waren en in de jaren zeventig door een noodlottig incident
rivalen worden. Daaraan is een hedendaagse verhaallijn toegevoegd
over Mark, een weerbarstige en onwillige middelbare scholier.
Met al mijn onderwijservaring ging het creëren van dat personage
me natuurlijk vrij gemakkelijk af.
Ruim twee maanden geleden was de boekpresentatie en de eerste
signeersessie ligt achter me. Het is spannend om te horen wat lezers
ervan vinden. De eerste reacties zijn veelbelovend. Inmiddels werk ik
aan een tweede boek, dat een totaal ander karakter krijgt. Als ik met
“Kelderwesp” enig succes krijg, kost het me vast geen 25 jaar om er
een bereidwillige uitgever voor te vinden!’
[Karin van Breugel]
Lein van der Wulp, ‘Kelderwesp’.
Uitgeverij IJzer, Utrecht 2012.
ISBN 978 90 8684 082 3, € 18,50.
Meer informatie: www.uitgeverij-ijzer.nl > Lein van der Wulp
« Het manuscript lag jaren in de kast, totdat mijn partner het las en erdoor
geboeid raakte. »
CVOCVO omvat zeven scholen(groepen) voor voortgezet onderwijs:
CVO Accent, Comenius College, CSG Calvijn, Farelcollege, Marnix
Gymnasium, Melanchthon en PENTA college CSG. Deze scholen-
groepen hebben vestigingen op bijna 40 verschillende locaties,
met een sterke concentratie in Rotterdam. De meeste CVO-scholen
zijn brede scholengemeenschappen met meerdere vestigingen.
Ze verzorgen onderwijs op alle niveaus. Met zo’n 21.000 leerlingen
behoren we tot de grotere schoolbesturen van Nederland.
CVO is werkgever voor ongeveer 2.350 medewerkers. We bieden jonge
mensen stimulerend onderwijs en een brede vorming. Daarbij houden
we rekening met de individuele mogelijkheden van onze leerlingen:
iedere leerling krijgt de ruimte om zijn of haar talenten optimaal te
ontwikkelen. Het gaat om de vorming van ‘heel de mens’.
We handelen vanuit een christelijke inspiratie met oog en respect
voor haar vele verschijningsvormen. Vanuit een open houding werken
we samen met vele verschillende partners om ons onderwijs op
een zo hoog mogelijk niveau te brengen en te houden.
VerenigingsbureauCVO heeft een eigen verenigingsbureau waar 35 mensen werken.
De medewerkers ondersteunen het bestuur, het managementteam
en de scholen van CVO. Ze houden zich bezig met onderwijsbeleid,
personeelsbeleid, huisvestingsbeleid, communicatiebeleid, boek-
houding, personeels- en salarisadministratie en systeem beheer/ICT.
Missie
Wij, de scholen van CVO,
• verzorgenenverstrekkeninspirerendonderwijs
en brede vorming aan jonge mensen;
• dragenvanuiteenopenhoudingbijaanallevormen
van samenwerking die het onderwijs en het beleid
voor jonge mensen ten goede komen;
• presenterenenverantwoordenonshelder
aan (alle belanghebbenden in) de samenleving.
Wij doen dit vanuit de volgende grondhouding:
• staandmiddenindesamenleving,geworteldinhetEvangelie
en handelend vanuit een christelijke inspiratie;
• metoogenrespectvoordeveleverschijningsvormen
van deze inspiratie;
• rechtdoendaandeindividuelemogelijkhedenvanonzeleerlingen
en gericht op hun actieve deelname aan de gemeenschap.
Alle auteursrechten en andere rechten van intellectuele eigendom op alle artikelen, teksten, foto’s, afbeeldingen en materialen die zijn opgenomen in CVOpen zijn eigendom van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO) of zijn opgenomen met toestemming van de eigenaar, tenzij uitdrukkelijk een andere bron wordt vermeld. Geen enkel artikel, tekst, foto, afbeelding mag worden veranderd of worden opgenomen in enig ander werk of andere publicatie, behoudens voor zover de overname geschiedt ten behoeve van persoonlijke en niet-commerciële doeleinden met vermelding van de bron.
De CVO-scholen
Accent Praktijkonderwijs,
Onderwijsopvang,
Onderwijsondersteuning,
Avondschool
Weegschaalhof 33
Postbus 84017
3009 CA Rotterdam
Tel. (010) 209 99 26
Fax (010) 209 56 40
www.cvoaccent.nl
Christelijke Scholen gemeenschap
Calvijn
Roerdomplaan 42
Postbus 57613
3008 BP Rotterdam
Tel. (010) 493 33 66
Fax (010) 493 33 77
www.calvijn.nl
Comenius College
Lijstersingel 10
Postbus 797
2900 AT Capelle aan den IJssel
Tel. (010) 459 59 70
Fax (010) 451 62 74
www.comenius.nl
Farelcollege
Kastanjelaan 50
Postbus 163
2980 AD Ridderkerk
Tel. (0180) 411 777
Fax (0180) 418 904
www.farelcollege.nl
Marnix Gymnasium
Essenburgsingel 58
3022 EA Rotterdam
Tel. (010) 244 50 44
Fax (010) 478 08 46
www.marnixgymnasium.nl
Melanchthon
Schiekade 101
Postbus 28211
3003 KE Rotterdam
Tel. (010) 476 73 00
Fax (010) 477 26 09
www.melanchthon.nl
PENTA college CSG
J.A. Heijwegenlaan 4
Postbus 220
3200 AE Spijkenisse
Tel. (0181) 600 200
Fax (0181) 697 523
www.penta.nl
CVO
Henegouwerplein 14
3021 PM Rotterdam
Postbus 2152
3000 CD Rotterdam
T [010] 217 13 99
F [010] 411 42 78
www.cvo.nl
Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving
CVO. Meer dan het gewone.
‘ Kinderen kunnen met wat extra
aandacht zoveel groei doormaken!’
Bas van Hamburg, directeur van Calvijn Meerpaal, op pagina 11