CVOpen november 2013 Leerkrachten over passend onderwijs
-
Upload
anja-de-zeeuw -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
description
Transcript of CVOpen november 2013 Leerkrachten over passend onderwijs
6 C VOpen November 2013
‘Leraren niet klaar voor Passend onderwijs’, kopten regionale
dagbladen in april, op basis van een onderzoek door CNV Onder-
wijs. Dat lijkt niet te gelden voor docenten op CVO-scholen. Vier
docenten gingen geanimeerd met elkaar in gesprek over
de voorbereiding op de zorgplicht per augustus 2014.
‘We moeten kunnen waarmaken wat we zeggen, namelijk dat ieder
kind bij ons welkom is, welke onderwijsbehoefte het ook heeft’, vindt
Melanie de Rooij. ‘De invoering heeft veel haken en ogen, maar het
kan iets heel moois worden! Het dubbele vind ik dat er tegelijkertijd
bezuinigd wordt. We moeten meer doen, maar krijgen er minder
geld voor. Minder kinderen naar het speciaal onderwijs, prima, maar
bezuinig dan niet op onderwijsassistenten en remedial teaching in
het gewone onderwijs; dat werk is juist hard nodig.’
KlassenmanagementOp het Farelcollege is er op individueel gebied al veel gerealiseerd.
‘De leerlingbesprekingen zijn effectief, we werken met handelings-
plannen, we zitten er ook in het contact met de ouders bovenop.
Maar qua klassenmanagement moet er nog veel gebeuren’, vertelt
Melanie. ‘Ik probeer op school in mijn lessen Nederlands te differen-
tiëren, dus ieder kind op zijn of haar eigen niveau te laten werken:
goed, gemiddeld en zwak. Ik noem dat aanpak 1, 2 en 3.
Per vak kan het verschillen in welke aanpak een kind zit: voor
spelling een andere dan voor begrijpend lezen, bijvoorbeeld.
Je moet proberen om in de gemiddelde groep de leerlingen naar een
hogere aanpak te krijgen. Voor mij is dit vanuit het basisonderwijs’
– waar ze tot augustus 2013 werkte – ‘een bekende werkwijze.’
« Melanie: ‘We moeten meer doen,
maar krijgen er minder geld voor’ »
Melanie is vurig pleitbezorgster van het zogeheten directe instructie-
model voor alle lessen. Dit model houdt in dat aan het begin van de
les een lesdoel wordt benoemd, en dat er vaste vervolgstappen zijn,
waaronder voorkennis activeren en instructie geven. Aan het eind
checkt de leraar of het lesdoel is gehaald. Als alle leraren lesgeven
volgens dit model, is het rustiger voor de leerlingen, stelt Melanie.
Gedifferentieerde lessen zijn uitdagender, want goede leerlingen
hoeven niet te lang naar de uitleg te luisteren – ze kunnen bijvoor-
Docenten over de invoering van Passend onderwijs
‘ Welk stapje wil je zetten?’
Op het CVO-bureau zitten aan tafel: Melanie de Rooij, docente Nederlands bij de basis- en kaderopleiding van het Farelcollege,
Patricia Bender, sova-trainer, docente maatschappijleer en zorgcoördinator op Calvijn Meerpaal, Wendy Reurich, docente Duits
op PENTA college CSG De Oude Maas, en Edwin Beyers, docent Nederlands op het Comenius Vakcollege Techniek (P.C. Boutenssingel)
en het Comenius Beroepsonderwijs (Pelikaanweg) in Capelle aan den IJssel.
Wendy Reurich is docente Duits op PENTA college CSG De Oude Maas.
Melanie de Rooij is docente Nederlands op het Farelcollege. Ze werkte zeven jaar in het basisonderwijs.
7 C VOpen November 2013
beeld met verdiepingsstof aan de gang – en zwakke leerlingen
hoeven soms maar één moeilijke opdracht te maken, in plaats van
drie. ‘Het kost even moeite – zeker als je meer dan één vak geeft –,
maar daarna hebben leraren er veel gemak van.’
Effectieve leerlingbesprekingenOok Wendy Reurich merkt dat haar school, PENTA De Oude Maas,
zich voorbereidt op de nieuwe situatie. In de weekberichten
verschijnen berichten voor docenten, en er wordt extra scholing
aangeboden. De zorgcoördinator en orthopedagoge zijn er achter
de schermen druk mee. Leerlingbesprekingen moeten effectief
zijn, stelde zorgcoördinator Babette Welter bijvoorbeeld, gericht
op de hulpvragen, en met de nadruk op wat er wél mogelijk is.
« Wendy: ‘Binnen een kleinschalige afdeling merken
leerlingen dat ze gezien en gehoord worden’ »
‘Onlangs volgden we als docenten een cursus Regieversterkend
handelen, gegeven door orthopedagoge Elena Carmona. Nuttig voor
het gewone dagelijks handelen in de klas, maar ook voor Passend
onderwijs.’ Na haar lerarenopleiding Duits volgde Wendy de master
Special Educational Needs (SEN). Dankzij haar specialisatie kan
ze nu de zorgcoördinator assisteren, en helpt ze collega-mentoren
bij het maken van leerlingdossiers en ontwikkelingsplannen.
Project Docenten aan Zet Patricia Bender zit als een spin in het web van Passend onderwijs
op Calvijn Meerpaal. Ze is er al vier jaar mee bezig. ‘Bij ons zitten
met name lwoo-leerlingen. Daarnaast hebben 120 leerlingen een
rugzakje, een kwart. Zoals wij op Calvijn Meerpaal lwoo vormgeven
voldoen we in veel opzichten al aan Passend onderwijs. Er is dagelijks
contact met de mentor, want leerlingen lunchen met hem of haar
en sluiten de dag met hem of haar af tijdens het mentoruur.
De mentor is de spil voor de ondersteuning, begeleiding en het
welbevinden van de leerling. Er zijn regelmatig leerlingbesprekingen
en er is een goed werkende zorgstructuur. Docenten zijn toegerust
voor het omgaan met de diverse onderwijszorgvragen van leerlingen.
We besteden vaak aandacht aan differentiëren op studiedagen.’
« Patricia: ‘De labels vervallen, kinderen met
verschillende onderwijsbehoeften blijven’ »
Patricia informeert het team en stelde ook het schoolondersteu-
ningsprofiel (SOP) op (de opvolger van de Educatieve kaart). ‘Ik
bewaak de eigenheid van onze vestiging.’ Ook is Patricia betrokken
bij een project ‘Docenten aan Zet’ van Koers VO op haar vestiging,
waarbij twaalf docenten zich buigen over wat Passend onderwijs
voor hen gaat betekenen. ‘Docenten dóen in de praktijk al veel
binnen de lessituatie, maar moeten zich afvragen: Welk stapje wil ik
verder zetten? Passend onderwijs kan een kans zijn voor hen om
dingen zó aan te bieden aan leerlingen, dat die nog beter uit de verf
komen.’ Patricia zegt: ‘Door Passend onderwijs vervallen de labels
die nodig waren voor de rugzakjes, maar overeind blijft dat er
kinderen zijn met bepaalde onderwijsbehoeften. We moeten ons
op ieder kind richten, schoolnabij en thuisnabij.’ »
Wendy: 'In leerlingbesprekingen
moet de nadruk liggen op wat er
wél mogelijk is.'
Patricia Bender is sova-trainer,
docente maatschappijleer en zorg-
coördinator op Calvijn Meerpaal.
Patricia: 'Ons docenten-
team is een warm bad
voor leerlingen'
8 C VOpen November 2013
vervolg van pagina 7
Pilotproject met Jeugdzorg Edwin Beyers heeft als leerlingbegeleider van zijn school concreet
te maken met een pilotproject waarbij zijn school en STEK
Jeugdzorg in Capelle goed samenwerken. Twee leerlingen met
moeilijkheden op school werden door een thuiscoach begeleid
op school én thuis, die de ouders er ook bij betrok. ‘Hij kon goed
luisteren, en wist perfect te sturen.’ De ene leerling is niet langer
vaak absent, en de andere leerling kon een sector kiezen in
de bovenbouw. Edwin heeft er moeite mee als op deze broodnodige
ondersteuning wordt bezuinigd wanneer de Jeugdzorg naar
de gemeenten gaat. De thuiscoach zal dan afgeschaft worden,
terwijl zo iemand juist voor de thuiszitters het verschil kan
maken. Hij is overigens ook blij met de interne steun van de
schoolmaatschappelijk werker. Die is er elke dag, en kan indien
nodig nog dezelfde dag een afspraak maken met een leerling.
« Edwin: ‘Doe je je oordopjes uit?' in plaats van:
‘Geef je iPhone maar hier’ »
‘Eén groep binnen het team Comenius Beroepsonderwijs is
positief over Passend onderwijs’, vertelt Edwin, ‘de andere groep
is sceptisch: “eerst zien en dan geloven”. Maar het succes van
de thuiscoach met de twee probleemleerlingen heeft wel indruk
gemaakt.’
Als oud-leerkracht uit het basisonderwijs profiteert Edwin dagelijks
van zijn pedagogisch-didactische scholing. ‘Leraren moeten
meer proberen te achterhalen wat er met een kind aan de hand is.
Natuurlijk moeten er regels zijn, maar het maakt veel verschil of
je een leerling vraagt: ‘Doe je je oordopjes uit?’ in plaats van:
‘Geef je iPhone maar hier.’
Contact met leerlingen De andere drie brengen eveneens de kwaliteit van het contact
met leerlingen ter sprake. Patricia noemt het docententeam van
Calvijn Meerpaal een warm bad voor leerlingen. Maar het kan nog
beter. ‘We moeten daar echt de tijd voor nemen én krijgen in onze
taak als docent en mentor.’
Ook Melanie vindt het contact op Farel met mentorleerlingen
‘heel sterk’. Mentor en mentorklas zien elkaar vier uur per dag,
voor vaklessen en voor studie- en mentorlessen. En er zijn regel-
matig één-op-ééngesprekken met leerlingen. 'Overigens kennen
ook teamleiders de leerlingen; ook van hen krijgen ze aandacht.'
Praktisch helpt het dat het nieuwe schoolgebouw van PENTA
De Oude Maas ingedeeld is in kleinschalige eenheden met
maximaal tweehonderd leerlingen, legt Wendy uit. ‘Zo’n afdeling,
bijvoorbeeld voor Voertuigentechniek of de Techno MAVO, fungeert
als thuisbasis; er zit altijd wel een leraar in de teamkamer die een
leerling voorbij ziet lopen. Dan kan hij of zij nét even een gesprekje
voeren, waardoor leerlingen ervaren: iemand bekommert zich om
mij. Leerlingen merken dat ze gezien en gehoord worden.’
[Anja de Zeeuw]
Meer informatie: www.schoolprofielenvo.nl (lancering op 28 november)
Melanie: 'Gedifferentieerde lessen dagen leerlingen meer uit'
Edwin: 'Blij met de steun van de schoolmaatschappelijk werker'
Edwin Beyers is docent
Nederlands op het Comenius
Vakcollege Techniek en
Comenius Beroepsonderwijs