CVOpen mei 2013

28
Excellent Marnix en Calvijn Juliana doen boekje open Professionalisering op PENTA, Melanchthon en Calvijn Meerpaal Accent-directeur Arie Kooyman neemt afscheid Nummer 2 | Jaargang 13 | Mei 2013 Hoogleraar sociologie Sietske Waslander: ‘Docenten kunnen veel van elkaar leren’

description

themanummer van relatiemagazine CVO Rotterdam over professionalisering van docenten. Professionele leergemeenschappen, interview Sietske Waslander,

Transcript of CVOpen mei 2013

Page 1: CVOpen mei 2013

Excellent Marnix en Calvijn Juliana doen boekje open

Professionalisering op PENTA, Melanchthonen Calvijn Meerpaal

Accent-directeur Arie Kooymanneemt afscheid

Nummer 2 | Jaargang 13 | Mei 2013

Hoogleraar sociologie Sietske Waslander:

‘ Docenten kunnen veel van elkaar leren’

Page 2: CVOpen mei 2013

ColofonCVOpen is het huisorgaan van de Vereniging voor Christelijk

Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO).

Het verschijnt twee keer per jaar en wordt toegestuurd

aan ruim 2.300 medewerkers van CVO en aan relaties.

Uitgever

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs

te Rotterdam en omgeving (CVO)

Henegouwerplein 14, 3021 PM Rotterdam

Postbus 2152, 3000 CD Rotterdam

Tel. (010) 217 13 99

Fax (010) 411 42 78

E-mail [email protected]

Internet www.cvo.nl

Redactie

Albert Bosma, Nicole Lobbe, Ramona Bouchée-Montfrooij,

Ron van Rossum, Arjen Toet, Nicolette van Velden en

Anja de Zeeuw

Redactieadres

Verenigingsbureau CVO

t.a.v. redactie CVOpen

Postbus 2152

3000 CD Rotterdam

E-mail [email protected]

Eindredactie

Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw, Gouda

Ontwerp

hAAi, Rotterdam

Beeld

Reyer Boxem, Josje Deekens, Rick Keus,

Architectenbureau RAU e.a.

Coverfoto

Rick Keus

Druk

Quantes Artoos, Den Haag

Aan dit nummer werkten mee:

Geert ten Dam [Onderwijsraad], Karin van Breugel

(tekst van breugel), De Nieuwe Lijn tekst & communicatie,

Anja de Zeeuw (Communicatieadviesbureau Anja de Zeeuw)

In dit nummer

Verder aandacht voor

5 Actueel: ‘So You Think You Can Teach?’ op Farelcollege

6 Een boost voor het leren tussen docenten

8 Accent Onderwijsondersteuning over HGW

9 Campus Comenius

15 De (CVO)pen aan een gast: Geert ten Dam

16 ‘Ruimte voor een nieuwe stap’

18 Nieuw programma Platform Rijnmond

19 Column door Dirk Oosthoek

20 ‘De verbeelding aanspreken’

22 ‘Stroop werkt beter dan azijn’

23 Personalia

24 In gesprek met Ineke Zuidgeest

‘ De luiken moeten open’

Sociologieprofessor

Sietske Waslander pleit voor

samen professionaliseren

door docenten.

2

Excellente CVO-scholen, waarom? De kritische succes-

factoren op het Marnix,

Calvijn Juliana en

Melanchthon Kralingen.

12

Page 3: CVOpen mei 2013

^^kopje misschien ietsje anders formuleren, zodat het iets beter past?

Littooij

Professie De kwaliteit van de lessen wordt grotendeels bepaald door de docent

voor de klas. En de inspanningen van het onderwijsondersteunend

personeel werken als smeerolie voor de schoolorganisatie.

Recente onderzoeken tonen daarnaast aan dat het management

van een school bepalend is voor het functioneren van de hele

organisatie. Weten is één, maar wat doe je er vervolgens mee?

CVO heeft de afgelopen jaren veel tijd en aandacht besteed aan

de verdere professionalisering van zijn medewerkers. In feite gaat

het bij professionalisering bovenal om bewustwording van je eigen

handelen. Voor jezelf antwoord geven op de vraag: wat bereik ik

met mijn interventie? Om die bewustwording te versterken bieden

we naar volle tevredenheid de cursus Pedagogische Tact aan.

Ook hebben we ingestoken op een verdere professionalisering van

het personeelsbeleid. We hebben afspraken gemaakt met bijna alle

on(der)bevoegde docenten over de termijn waarop zij gekwalificeerd

raken. We hebben het Mobiliteits- en Kwaliteitsoverleg (MKO)

geoptimaliseerd, we hebben de GMR de notitie ‘Kwaliteit telt’

aangeboden (onder andere over de formulering en werking van

de CVO-werkgelegenheidsgarantie). We blijven investeren in

de collegiale visitaties van alle scholen van CVO en Lucas Onderwijs

en we participeren in de Opleidingsschool Rotterdam (OSR).

« Vraag je af: wat bereik ik met mijn interventie? »

Eind maart heeft CVO met de andere Rotterdamse schoolbesturen

bovendien een convenant professionele school gesloten met de

gemeente Rotterdam. Ook door zo’n externe prikkel kan de kwaliteit

van ons onderwijs verder toenemen.

Scholen kunnen op termijn alleen aan de kwaliteitseisen van hun

bestuur en de overheid blijven voldoen als zij voldoende, goed

gemotiveerd en kwalitatief hoog opgeleid personeel in dienst hebben.

Wanneer docenten niet mee-ontwikkelen met de kwaliteitseisen

die de overheid en samenleving aan het onderwijs stellen, is dat

slecht voor de leerlingen en de medewerker zelf. Ik verwacht dat

het onderwijsveld daar vaker consequenties aan verbindt. Ook CVO,

zij het beperkt en op zeer zorgvuldige wijze.

Ik zie dus voldoende mogelijkheden om het convenant uit te voeren.

En ik hoop dat iedere medewerker van CVO nut en noodzaak onderkent

van voortdurende verbetering van de eigen professionaliteit en die

van de school als geheel. Als innerlijke drive en roeping (professie1).

Wim P. LittooijVoorzitter van de Raad van Bestuur van

de Vereniging voor CVO te Rotterdam en omgeving

Meer informatie op www.rotterdam.nl/kwaliteitleerkrachtenrotterdamomhoog

1 aflegging van de kloostergelofte, ambt/beroep, belijdenis, roeping

Een kijkje op Accent CentrumDe praktijkschool in

Rotterdam-Centrum

hunkert al tien jaar naar

een verhuizing.

10

Arie Kooyman neemt afscheid van AccentNa twaalf jaar directeurschap

draagt Arie Kooyman per

1 augustus het stokje over.

16

C VOpen Mei 2013

Van de redactie

Dit halfjaarlijkse nummer van CVOpen staat in het teken van

professionalisering van docenten en schoolleiders. Beide zijn

nodig, vindt Sietske Waslander, hoogleraar sociologie en

Academic Director op TiasNimbas Business School in Tilburg.

Een aantal CVO-scholen – PENTA, Melanchthon en Calvijn

Meerpaal – heeft hiervoor eigen academies opgericht, om de

drempel te verlagen en maatwerk te kunnen bieden. Hoe docenten

hun eigen professionalisering ter hand nemen blijkt uit een artikel

over de uitdagende wedstrijd ‘So You Think You Can Teach?’

die onlangs op het Farelcollege plaatsvond. En CVO’ers die

de scholing Pedagogisch Leiderschap volgden vertellen over

hun leermomenten.

Waar professionalisering door docenten toe kan leiden, blijkt uit

de interviews met schoolleiders van het Marnix Gymnasium,

Calvijn Juliana en Melanchthon Kralingen. De eerste twee kregen

begin februari het predicaat Excellente School 2012 uitgereikt;

de laatste zag kans om het stempel ‘zwak’ in drie jaar tijd af te

schudden en ‘goed’ of ‘uitstekend’ te scoren. Reacties zijn welkom

op [email protected]

Het volgende nummer van CVOpen verschijnt in het najaar.

Suggesties voor een thema zijn ook welkom op [email protected]

Page 4: CVOpen mei 2013

2 C VOpen Mei 2013

« In professionele leergemeenschappen

kunnen leraren uitwisselen zonder

elkaar te beoordelen. »Sietske Waslander, hoogleraar sociologie

Sietske Waslander was de eerste uit haar familie die ging studeren. Ze zet zich nu graag in voor goed onderwijs en gelijke kansen voor iedereen.

Page 5: CVOpen mei 2013

3 C VOpen Mei 2013

‘Professionalisering van schoolleiders in het voortgezet

onderwijs – een gedeeld referentiekader voor dialoog en

verbetering’.’

En … wat is belangrijk daarbij?‘Vooral de samenhang van de zeven domeinen. Zo is het vormen

van een visie belangrijk, maar als het daarbij blijft, heeft het weinig

effect. Het is de kunst om de visie in alle andere aspecten handen

en voeten te geven en concreet te maken. Dan heb je het ook over

het werken van docenten, het stimuleren van effectieve onderwijs-

praktijken in school, en allerlei aspecten die te maken hebben

met de inrichting van de organisatie. Het gaat dus om de onder-

linge samenhang.’

Wat kunnen docenten aan jullie rapport hebben?‘Het klinkt heel populair als ik zeg: docenten zijn de spil van het

onderwijs. Professionele schoolleiders stimuleren en ondersteunen

het werk van docenten, zodat ze samen hun werk goed kunnen

doen. Ik heb mijn verhaal ook verteld aan groepen docenten.

Ook al gaat het over team- en schoolleiders, docenten herkennen

zich er sterk in. Het beschrijft de context waarin ze hun werk doen.

Een cruciaal punt is de professionalisering van docenten. Wil die

effectief zijn, dan is het erg belangrijk dat docenten binnen hun

eigen school gezamenlijk kijken naar: wie doet wat, hoe doen we

het, wat zijn de resultaten, wat gaat er goed, wat gaat er minder

goed en hoe kunnen we het verbeteren?

Het is belangrijk dat leerlingen onderwijs krijgen aangeboden dat

consistent is. Daarvoor is nodig dat docenten intensief overleggen,

ook over de inzet van didactische werkvormen. Stel dat een vak-

docent op een dag een goed idee heeft en een filmpje in de les

gebruikt, maar een andere docent heeft hetzelfde goede idee,

voor de les direct daarna. Dan wordt de variatie voor de leerlingen

kleiner, in plaats van groter. Dus laten docenten ook met elkaar

afstemmen hoe ze hun les opbouwen. Verder hebben we het steeds

meer over professionele leergemeenschappen. Daarin kunnen

leraren uitwisselen, zonder elkaar te beoordelen of af te rekenen

op resultaten.

Lange tijd gold Sietske Waslander als deskundige

op het gebied van innovatie in het voortgezet

onderwijs. Nu is ze pleitbezorger van professio-

nalisering van schoolleiders. Volgens haar

stimuleren goede schoolleiders op hun beurt

weer de professionalisering van docenten.

Zo is er sprake van ‘samen werken, samen leren

en samen professionaliseren door docenten’,

een must in deze tijd. Onlangs hield ze in het

kader van het aanbod ‘Pedagogisch Leiderschap’

van NIVOZ op Calvijn Vreewijk een lezing voor

CVO’ers.

Wat hebt u verteld bij CVO?‘Mijn verhaal ging over de zeven domeinen. Wat weten we

nu over professioneel leiderschap in het onderwijs, wat is

belangrijk daarbij en waar gaat het over? Er is namelijk al

langer ook vanuit de overheid een gedeelde, gevoelde noodzaak

om te werken aan professionalisering van schoolleiders.

Voor de VO-raad hebben collega’s van TiasNimbas en ik onder-

zoek gedaan naar wat schoolleiders effectief maakt in hun

werk. Ik heb zeven domeinen van schoolleiderschap geformuleerd

(zie kader), en voorgelegd aan schoolbesturen en school-

leiders, met de vraag: missen we nog iets? Vervolgens zijn

de domeinen met een enquête voorgelegd aan een grote groep

schoolleiders. Het resultaat is gepubliceerd onder de titel

‘ De luiken moeten open’

Interview met sociologiehoogleraar Sietske Waslander

»

Page 6: CVOpen mei 2013

4 C VOpen Mei 2013

vervolg van pagina 3

Ze kunnen bespreken wat de doelen van hun onderwijs zijn, en hoe

leerlingen het op die punten doen. Een vraag, puur uit noodzaak,

kan zijn: hoe kan het dat kinderen uitstekend leren differentiëren

in de wiskundeles bij docent A, maar dit bij docent B heel lastig

vinden. Deze docenten kunnen elkaar inzicht geven in hun manier

van uitleggen. De een kan dan van de ander oppikken hoe het

onderwijs effectiever te maken is.’

In welke mate voelen docenten zich volgens u eigenaar van het onderwijsleerproces?

‘Het beeld dat ik daarvan heb is heel wisselend. Ik kom regel-

matig op scholen en spreek ook regelmatig met docenten.

Er zijn fantastisch mooie voorbeelden van scholen in het voort-

gezet onderwijs waar het eigenaarschap in zeer hoge mate bij

de docenten ligt, en waar schoolleiders ook echt dienstbaar zijn

aan docenten. Daar gaat zo’n inspiratie en energie van uit!’

Waar komt uw eigen passie voor onderwijs vandaan? ‘Ik heb uit eigen ervaring gemerkt hoe belangrijk onderwijs is

om je te ontwikkelen en kansen te kunnen krijgen en daarvan te

kunnen genieten. Ik ben de eerste in de familie die ging studeren.

Dat zegt iets over mijn afkomst, en het pad dat ik zelf heb kunnen

en mogen afleggen. Dat stimuleert mij geweldig om bij te dragen

aan goed onderwijs voor iedereen en gelijke kansen voor iedereen.

En zeker voor kinderen uit kansarmere milieus.

Op enig moment ben ik geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland, en heb

daar een landelijk onderzoek op onderwijsterrein gecoördineerd.

Een van de interessante dingen daar vond ik dat onderzoek,

beleidsvorming en het onderwijsveld op een natuurlijke manier

verweven waren. Het beleid liet zich inspireren door onderzoek,

het onderzoek liet zich voeden door het veld, en er waren heel

directe verbindingen tussen beleid en veld. Terug in Nederland viel

mij op hoe het hier gescheiden van elkaar georganiseerd was.

Als de verbindingen tussen scholen, landelijke beleidsvorming

en wetenschappelijk onderzoek beter zijn, heeft iedereen daar

baat bij. Ik heb daar de afgelopen tien jaar vanuit verschillende

invalshoeken met overtuiging aan gewerkt.’

Hoeveel college geeft u zelf nog? ‘Ik geef veel college, in Tilburg en Utrecht. Daarnaast verzorg ik

regelmatig lezingen en masterclasses. Mijn studenten zijn vaak

volwassen mensen, fantastisch werk. Soms mis ik het contact met

jongere studenten. Het is een ander soort dynamiek die je dan hebt.

Misschien is het een bepaalde onbevangenheid van jongere

studenten die ik mis; ze kunnen vragen stellen waar ik nog

nooit aan heb gedacht.’

In een aankondiging van een studiedag staat dat u ‘harde noten’ gaat kraken waar het gaat om goede docenten. Welke?

‘Er is een grote mate van variëteit onder docenten, de zeer goede,

geïnspireerde, samenwerkende docenten niet te na gesproken.

Maar er zijn docenten die zich moeilijk laten aanspreken op

hun werk. Dat kan in deze tijd steeds minder. Onderwijs is steeds

meer een gezamenlijke endeavour van docenten geworden.

Samen werken, samen leren, samen professionaliseren is een

grote noodzaak voor docenten. Dat is anders dan de praktijk op

sommige scholen. Natuurlijk worden er in vaksecties dingen

uitgewisseld. Maar daarbij kan het niet blijven als je echt wilt

werken aan kwaliteitsverbetering. De luiken moeten open!

Dit heeft ook te maken met verantwoording willen afleggen over

de dingen die je doet. Het betekent ook kwetsbaarheid, dus ook

de dingen onder ogen willen zien die niet goed gaan. Je spiegelen,

ook accepteren dat iets wat je al jaren doet, bij nader inzien minder

effectief blijkt te zijn dan wat je dacht. Dat zijn geen makkelijke

dingen voor docenten, maar het is wel nodig voor leerlingen!’

[Anja de Zeeuw]

‘Het is goed als wetenschappelijk onderzoek, beleidsvorming en het onderwijsveld op een natuurlijke manier verweven zijn.’

CV Sietske Waslander

Prof.dr. Sietske Waslander (1966) is hoogleraar sociologie

aan de TiasNimbas Business School in Tilburg. Ze heeft er ook

de functie van Academic Director van de academische Master

of Management in Education (MME). In 1999 promoveerde ze op

het proefschrift ‘Koopmanschap en burgerschap – marktwerking

in het onderwijs’. Sinds 2012 is ze lid van de Onderwijsraad.

Verder is ze lid van de raad van toezicht van de openbare

scholen in de stad Groningen en bestuurslid van de stichting

Technasium. Ze was als onderzoekscoördinator betrokken bij

de Expeditie Durven – Delen – Doen, het innovatieproject van

de VO-raad. Ook heeft ze enkele onderzoeken gedaan naar

de positie van het gymnasium en de gymnasiumafdelingen op

scholengemeenschappen. Ze spreekt in het kader van haar

werk regelmatig met schoolleiders en docenten.

Zeven domeinen van schoolleiderschap 1. Visie en richting

2. Curriculum en instructie

3. Professionele ontwikkeling stimuleren

4. Coherente organisatie

5. Lerende organisatie

6. Strategisch omgaan met omgeving

7. Persoon van de leider

Bron: Professionalisering van schoolleiders in het voortgezet

onderwijs – Een gedeeld referentiekader voor dialoog en verbetering.

www.vo-raad.nl/dossiers/competentieprofiel

Page 7: CVOpen mei 2013

5 C VOpen Mei 2013

SYTYCT is een dag waarin docenten in tweetallen op een leuke

manier en in korte tijd via co-creatie een aantal lesactiviteiten

ontwerpen en testen. Het idee van deze activiteit is gebaseerd op

het tv-programma ‘So You Think You Can Dance?’. De deelnemers

ontwerpen een lesactiviteit aan de hand van twee variabelen

die uit een hoge hoed worden getoverd. Ze voeren de les in

de middag uit met (een groepje) leerlingen; dit is meteen een test

of de lesactiviteit ook echt werkt. De dag wordt afgesloten met

een ‘beoordeling’ (evaluatie) van de bedachte lessen. Met SYTYCT

laten docenten zien dat zij zelf de inhoud van hun lessen kunnen

bepalen. Peter-Bas Maaskant organiseerde de happening op

het Farelcollege. Op woensdag 27 maart deden er tien docenten

van zijn school aan mee, plus Marieke Simonis en Michel van Ast

uit The Crowd.

Metacognitieve vormgeversDe tien docenten van het Farelcollege kregen opdrachten in het

kader van metacognitieve vormgevers, waarbij leerlingen worden

ondersteund bij het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden.

Denk hierbij aan leerstrategieën als ‘bekend, benieuwd, bewaard’

en de ‘winkelhaak’, waarbij leerlingen op een visuele manier

het geleerde kunnen toepassen in hun eigen wereld. Maar ook

onderwerpen als ‘check in duo’s’ en ‘denken, delen, uitwisselen’

vanuit het samenwerkend leren en het activeren van voorkennis

konden uit de hoed getrokken worden.

Regie over eigen professionalisering is het motto van The Crowd,

‘een open, professionele leergemeenschap’ van docenten.

Een vernieuwende activiteit van dit flexibele netwerk was

‘So You Think You Can Teach?’ Een succes, volgens organisator

Peter-Bas Maaskant, docent biologie op het Farelcollege,

waar deze wedstrijd voor het eerst plaatsvond.

‘So You Think You Can Teach?’ op Farelcollege

Bij het voorbereiden van de lessen ’s morgens waren alle

mogelijke hulpmiddelen toegestaan. De docenten gebruikten

vooral boeken en internet.

Onderwijskundige trucsNa de lunch konden ze de lesjes in klas 1a van het tweetalig vwo

geven. Peter-Bas kan zich maar moeilijk voorstellen dat er ooit

eerder een groep is geweest, die in twee uur tijd zoveel onderwijs-

kundige trucs over zich heen heeft gekregen. ‘Onderwerpen als

fotosynthese, de ABC-formule, de wet van de communicerende

vaten en valsnelheid werden op de meest creatieve en stimule-

rende manier aan de man gebracht. De leerlingen konden

ook niets anders dan vol verbazing en enthousiasme de stof

tot zich nemen.’

Een jury, bestaande uit leerlingen en docenten, bepaalde later

dat de les over fotosynthese, gemaakt in het kader van ‘denken,

delen, uitwisselen’, de beste les was.

Peter-Bas concludeert na afloop: ‘Het was een uitnodigend

evenement, creatief en stimulerend! Een geslaagde dag met

veel stof tot discussie en nadenken. SYTYCT is een succes!’

[Peter-Bas Maaskant/Anja de Zeeuw]

Meer informatie op www.thecrowd.nl

Leerlingen zoeken een antwoord uit bij de opdracht ‘bekend, benieuwd, bewaard’.

Arthur Ruinard demonstreert peer instruction, waarbij leerlingen hun antwoord toelichten.

Thijs Bok (rechts) en Hans Visser (naast hem) wonnen SYTYCT met hun les over fotosynthese.

Actueel

Page 8: CVOpen mei 2013

6 C VOpen Mei 2013

Docenten op PENTA college CSG krijgen op verschillende manieren

scholing aangereikt: via het nascholingsinstituut van de leraren-

opleiding en via de samenwerkingsverbanden Zorg VPR en FOKOR.

Maar uniek is de scholing die ze kunnen volgen via het éigen

scholingsinstituut, de PENTA Academie. Die biedt cursussen en

trainingen aan waar ze zelf om hebben gevraagd via de vertegen-

woordiger van hun vestiging in de programmaraad.

‘Heel krachtig’ Regelmatig zijn het eigen collega’s die de training geven omdat ze

ergens expert in zijn. ‘We merken dat dat heel krachtig is’, vertelt

Ton Roelofs, directeur onderwijs van PENTA. ‘Bovendien biedt

onze Academie een toegevoegde waarde boven externe trainingen:

docenten van verschillende vestigingen komen elkaar tegen tijdens

de maaltijd en raken in gesprek. Dat heb je niet zo snel als iedereen

een eigen opleiding extern volgt.’

« De nascholing is op maandag en

donderdag tussen vier en acht uur. »

‘Scholingsinstituten hebben een aanbodgerichte aanpak, bij ons is

het vraaggericht. De Academie inventariseert de scholingsvragen,

de programmaraad brengt er prioriteit in aan, en organiseert de

scholing, die plaatsvindt op maandag en donderdag tussen vier uur

’s middags en acht uur ’s avonds. Er is geen aparte folder of apart

certificaat; de promotie en afronding verlopen via de Academie-

manager, een digitale tool waarop docenten kunnen zien voor

welke modules ze zich kunnen aanmelden.’

‘De nascholing moet ook gecertificeerd zijn, bijvoorbeeld door

CEDEO. Met CPS- en Inwijs-docenten die bij ons een training

geven, zit het op dat punt wel goed. Maar met eigen docenten

die een module verzorgen is dat anders. Hierover gaan we

spreken met de Onderwijscoöperatie (die het Lerarenregister

inricht op www.registerleraar.nl). We zijn benieuwd hoe die

daarover denkt.’

« Er komt ook een aanbod voor OOP'ers. »

De PENTA Academie is bijna twee jaar bezig. In totaal nemen zo’n 150

docenten – een derde van het totale docentencorps – deel aan modules.

De onderwerpen variëren van mentoraat tot rekenvaardigheid en

digitale didactiek. Ook voor teamleiders zijn er trainingen, bijvoorbeeld

voor de gesprekkencyclus, in het houden van beoordelingsgesprekken.

In de toekomst komt er ook een aanbod voor het onderwijsondersteu-

nend personeel, bijvoorbeeld over het omgaan met leerlingen.

Opereren in de driehoek Ook Melanchthon heeft voor zijn docenten en onderwijsondersteunend

personeel een Academie in het leven geroepen. Er wordt gebruik-

gemaakt van eenzelfde digitale Academiemanager voor het aanbieden

en plannen van cursussen en trainingen. Harry van Alphen, directeur

onderwijs van Melanchthon, vertelt: ‘Vorig jaar zijn we begonnen

met Melanchthon Academie, voortbouwend op de al bestaande

Interne Trainingen, waarbij eigen docenten andere docenten

schoolden. We plaatsen naast aanbod van eigen docenten ook extern

aanbod. We zoeken het vooral in vakvaardigheden, beroepsvaardig-

heden en de toepassing daarvan. We denken continu na of we in

die driehoek opereren.

'Aan de ene kant willen we wetenschappers in het aanbod hebben,

om het denken te verruimen, en aan de andere kant coaches en eigen

docenten om de intervisie te faciliteren, om te kunnen bespreken

hoe je bepaalde klassen aanpakt. Voor de externe deskundigen doen

we zaken met bijvoorbeeld de Universiteit Utrecht, maar ook met

partijen die je niet zo snel in het onderwijs vindt, bijvoorbeeld zzp‘ers

voor het onderwerp social media.’

Een boost voor het leren tussen docenten

Eigen Academies op PENTA, Melanchthon en Calvijn Meerpaal

Drie CVO-scholen bieden hun docenten met eigen Academies maatwerk bij

professionalisering: PENTA, Melanchthon en Calvijn Meerpaal. De onderwijs-

directeuren Ton Roelofs en Harry van Alphen en adjunct-directeur

Wicher Norder leggen uit hoe hun academies helpen bij het neerzetten

van een lerende cultuur.

Page 9: CVOpen mei 2013

7 C VOpen Mei 2013

Professionalisering voor directieleden‘Dit schooljaar zijn we vooral bezig om het personeel van Melanchthon

hiermee bekend te laten worden. Volgend jaar moet er meer vaart in

komen. Want de animo is groot, maar de deelname is vrijwillig en nog

onvoldoende ingebed in de gesprekscyclus. Mensen vinden ook dat zij

er te druk voor zijn. Maar ik hoop dat het over vier jaar zó ingeburgerd

is, dat medewerkers het normaal vinden om te zeggen: “Hé, die cursus

is interessant, daar teken ik op in.” Ik wil het leren op Melanchthon

tussen docenten een enorme boost geven. Ik vind dat een docent

niet kan lesgeven zonder zich blijvend te professionaliseren. Dat kan

een leraar niet alleen, dat moet in relatie met een ander. Docenten

moeten dit dichtbij zichzelf kunnen houden, bij hun vak, de sectie

of de school. En ze voelen zich met betrekking tot leren het meeste

thuis bij docenten van hun eigen vestigingen, bij hun eigen school.’

« Mensen vinden dat zij er te druk voor zijn. »

‘Waar we aan werken is dat een docent ook ”eigen scholing”

– bijvoorbeeld het bijhouden van vakliteratuur – in het systeem kan

aangeven. Overigens gaan ook de directieleden zich professionaliseren,

het voornemen is een training dit najaar bij Remco Claassen, trainer

op het terrein van leiderschap en effectiviteit.’

‘Meerpaal-fähig’ Een derde CVO-school met een eigen Academie is de vestiging

Meerpaal van Calvijn. Dit is een vmbo-school met vijfhonderd leer-

lingen, van wie bijna iedereen een indicatie voor leerwegondersteunend

onderwijs (lwoo) heeft, en ongeveer twintig procent een rugzakje

heeft. De meerderheid van de leerlingen is dyslectisch of heeft

grote taalachterstanden.

‘Onze leerlingen hebben baat bij structuur en voorspelbaarheid.

Om eenheid in de manier van werken met hen te bewerkstelligen en

een voldoende niveau van expertise te bereiken, is de Calvijn Meerpaal

Academy (CMA) opgestart’, vertelt adjunct-directeur Wicher Norder.

‘We willen onze visie zo goed mogelijk bij alle medewerkers onder

de aandacht brengen. Welke aanvullende competenties moet je

hebben als je op onze zorglocatie werkt? Er moet bij alle docenten

expertise zijn op het gebied van (ortho)didactiek, (ortho)pedagogiek,

het aanbieden van zorg, veiligheid en het juiste (ortho)pedagogisch

klimaat. We zeggen wel eens dat we onze eigen docenten Meerpaal-

fähig willen maken met de modules van onze Academy.’

Voor de Meerpaal Academy zijn zeven modules ontworpen, die

in een periode van twee jaar doorlopen worden. De modules vinden

plaats van vier uur ’s middags tot acht uur ’s avonds. De eerste

module wordt verzorgd door de vestigingsdirectie. Wicher: ‘In deze

module geven de directieleden aan wat ze verwachten van een docent

op Calvijn Meerpaal. Ook krijgen de docenten helder wat ze van

het management van de school mogen verwachten.’

« Onze leerlingen hebben baat bij structuur

en voorspelbaarheid. »

De overige modules gaan over klassenmanagement, omgaan met

verschillen, de zeven leerprincipes van een rijke leeromgeving, meer-

voudige intelligentie, zorg (hoe, wanneer, door wie?), orthopedagogiek,

en reken- en taalbeleid. De laatste module is de afsluiting van

het tweejarige traject, waarbij de cursisten een presentatie houden

over hun ontwikkeling na het volgen van twee jaar CMA.

‘We maken bij de modules grotendeels gebruik van de expertise

van onze eigen medewerkers. Daarnaast zetten we de expertise in

van externe partners: Ortho-Consult en KPC-groep.’

Andere CVO-scholenEen vraag die voor de hand ligt, is hoe andere CVO-scholen een graantje

kunnen meepikken van de Academies bij PENTA, Melanchthon en

Calvijn Meerpaal. Ton Roelofs zegt daarover: ‘Elke school zou

een Academie kunnen oprichten. Daarvoor hoef je niet groot te zijn.

Alleen is het aanbod dan wat beperkter. Marnix, Farel en Comenius

zouden het samen kunnen doen. Dan moeten de docenten wel af en

toe naar een ander gebouw, maar ook nu gaan de docenten van

deze scholen meestal naar buiten. Als je binnen CVO een netwerk van

trainers opzet, doet het er niet toe hoe groot een school is. Dan vindt

er prachtige kennisdeling plaats. En als de beroepsgroep zelf de

verantwoordelijkheid voor professionalisering voelt, draagt en waar-

maakt, doet een Academie er niet meer toe. Dan heeft een school

een lerende cultuur en worden ook moderne communicatiemiddelen

als Yammer, LinkedIn en de cloud gebruikt als gemeenschappelijke

overlegkantoortjes.’

[Anja de Zeeuw]

Meer informatie op www.academie.penta.nl en www.academie.melanchthon.nl

Links: de module digitale didactiek van de PENTA Academie. Rechts: deze docente kan voor professionalisering terecht op de Melanchthon Academie.

Page 10: CVOpen mei 2013

8 C VOpen Mei 2013

Dankzij een tip van Noëlle Pameijer1, school-,

GZ- en kinderpsycholoog en ‘uitvinder’ van

handelingsgericht werken en handelings-

gerichte diagnostiek, kreeg Accent Onderwijs-

ondersteuning de opdracht voor de training

in Heerenveen. Die werd ingekocht door de

Pompeblêd Academie, instituut van de gelijk-

namige scholengroep dat voor zeven grote

openbare of algemeen toegankelijke scholen-

gemeenschappen in Friesland scholing

inkoopt. Zo ook de training ‘Handelingsgericht

werken’ (HGW), met het oog op de invoering

van Passend onderwijs. Onder HGW wordt

verstaan: systematisch en transparant

werken volgens bepaalde principes (zie kader).

In totaal 25 psychologen en orthopedagogen,

35 zorgcoördinatoren en mentoren, en

15 directieleden kwamen op de drie trainings-

bijeenkomsten af.

FormulierenHeleen Driece en haar collega Hanneke Visser

lichtten de zeven principes van handelings-

gericht werken toe, en bespraken hoe de

Friese professionals daarmee in hun dage-

lijkse praktijk aan de slag konden. Ook gaven

ze een huiswerkopdracht mee: ‘Pak één punt

op uit wat er besproken is, en ga daarmee

aan de gang.’ De opdracht werd tijdens

de terugkommiddag eind maart behandeld.

1 Noëlle Pameijer is de schrijver van het boek

‘Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs’.

Toen bleek welke voortgang er is geboekt.

De gedragswetenschappers vragen zich

na de training bijvoorbeeld af of er altijd

onderzoeken bij leerlingen gedaan moeten

worden die tien uur duren. Misschien kan

een kortdurende interventie even goed, of

een observatie in de klas. Kortom, ze zoeken

creatieve manieren waarop kinderen

geholpen kunnen worden.

De zorgcoördinatoren hebben op hun aanmel-

dingsformulieren inmiddels vragen opgenomen

over wat er wél goed gaat bij leerlingen, en

wanneer. De formulieren dienen dus niet langer

alleen voor het rapporteren van problemen.

En de schoolleiders communiceren actiever

over visie, plannen en doelstellingen. Want zo

kunnen ze iedereen meekrijgen, de kant van

Passend onderwijs op. Over het algemeen

waardeerden de deelnemers de training

positief, vertelt Heleen Driece na afloop.

‘Je wordt de goede richting opgestuurd’ en

‘Het stemt tot nadenken’ stond onder andere

op de evaluatieformulieren.

‘Wat verbeteren?’Ook in hun reguliere werk op Rotterdamse

scholen zijn Heleen en Hanneke bezig om

handelingsgericht werken te promoten als

middel bij de invoering van Passend onderwijs.

‘Het is niet iets dat moet, maar scholen

kunnen ervoor kiezen. En het is niet iets

van Accent Onderwijsondersteuning, het expertisecentrum van CVO

De principes van HGW 1. Werk doelgericht: ambitieuze

doelen en effectieve feedback.

2. Afstemming en wisselwerking:

leerling én omgeving.

3. Kijk naar onderwijsbehoeften:

wat hebben leerlingen nodig om

zich optimaal te ontwikkelen?

4. Docenten doen ertoe en maken

het verschil.

5. Benut het positieve: kijk naar wat

er wél goed gaat.

6. Werk samen: met leerlingen,

ouders en andere betrokkenen.

7. Werk transparant en systematisch:

helder beleid, heldere afspraken.

Nieuws‘Alle neuzen staan nu in dezelfde richting.’ Dat is volgens

orthopedagoge Heleen Driece het resultaat van de training

‘handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs’ die

medewerkers van Accent Onderwijsondersteuning eind februari

gaven in Friesland. Gedragswetenschappers, zorgcoördinatoren en

mentoren evenals schoolleiders werden er op hun eigen niveau

aangesproken en gingen op hun school aan de slag.

heel nieuws; er wordt al veel mee gedaan,

maar mensen op scholen zijn zich dat niet

altijd bewust. Het gaat erom dat scholen

nagaan wat er nog ontwikkeld of verbeterd

kan worden.’

[Anja de Zeeuw]

Meer informatie: Accent Onderwijsondersteuning,

telefoon: (010) 209 99 26 of

e-mail: [email protected]; www.cvoaccent.nl,

www.wij-leren.nl/noelle-pameijer.php

Friese scholen aan de slag met HGW

Page 11: CVOpen mei 2013

9 C VOpen Mei 2013

Herkenbaar en duurzaam

Campus ComeniusAan de Lijstersingel in Capelle verrijst voor

de Comenius Mavo en het Comenius Beroeps-

onderwijs een nieuw schoolgebouw. Begin 2015

zal de nieuwbouw gereed zijn. Het in duurzaam-

heid gespecialiseerde architectenbureau RAU

uit Amsterdam ontwierp ‘Campus Comenius

College’.

In 2015 kunnen leerlingen aan de Lijstersingel op het Comenius

College Capelle kiezen uit drie ‘scholen’: het Comenius Lyceum

(tweetalig onderwijs, atheneum of havo), de Comenius Mavo

(mavo en pre-havo) en het Comenius Beroepsonderwijs

(Vakcollege Zorg, Vakcollege Techniek en de brede beroeps-

opleiding Veelzijdig Vakkundig, voor leerlingen die nog geen

sector willen kiezen).

Van de drie gebouwen die de Campus Comenius vormen

worden er twee nieuw gebouwd. Gekozen is voor een herkenbare

en robuuste vormgeving die rust en vertrouwen uitstraalt.

Op de begane grond loopt langs de hele gevel een betonnen

plint van 40 cm hoogte. Dit element beschermt niet alleen

de gevel, het wordt ook een zitelement waarop leerlingen

tijdens pauzes lekker kunnen zitten.

LeerbrugDe drie scholen krijgen elk hun eigen ingang, fietsenstalling,

receptie, kluisjes en lokalen. Tegelijk zijn ze met elkaar verbonden

door een transparante ‘leerbrug’ met fraaie trappenhuizen,

een lichtstraat en lokalen. RAU architecten: ‘Voor de ‘leerbrug’

is bewust afwijkend materiaal gekozen: helder glas, panelen

en aluminium. De brug verbindt letterlijk gebouwen aan

elkaar en symboliseert tegelijkertijd het vooruit kijken naar

de toekomst.’

TrappenhuizenDe centrale trappenhuizen zorgen voor dynamiek, licht en zicht

in het gebouw. Ze vormen de eerste ontmoeting met de school;

hier wordt geleefd, geleerd en samengewerkt! Het licht en zicht

via de raampartijen draagt bij aan een makkelijke oriëntatie

in het gebouw. Het versterkt ook het gevoel van veiligheid bij

de leerlingen binnen het gebouw. Op de begane grond liggen

de transparante praktijkruimtes met hun grote raamopeningen.

De aula ligt aan de zuidzijde.

Zon en schaduwDe pleinen van de drie scholen liggen aan de zonkant, de gebouwen

zelf staan juist in elkaars schaduw. Minder direct zonlicht verhoogt

het binnencomfort en komt de exploitatie aanzienlijk ten goede

vanwege een lagere warmtelast. In het gebouw wordt zowel

verwarming als koeling toegepast. De verlichting wordt geschakeld

met de intensiteit van het daglicht zodat alleen energie wordt

verbruikt als dit nodig is. De constructie van het gebouw is opgezet

met een ‘droog’ bouwsysteem. Daardoor is het in de toekomst

demontabel, met behoud van grondstoffen.

[Anja de Zeeuw]

Meer informatie op www.comenius.nl

De gebouwen staan in elkaars schaduw voor lager energieverbruik. Rechts de twee nieuw te bouwen scholen.

Page 12: CVOpen mei 2013

10 C VOpen Mei 2013

Accent Prakijkonderwijs Centrum is een school met 200 leerlingen,

45 medewerkers, 2 gebouwen in hartje stad, met elk heel veel

traptreden. Op de vraag: ‘Wat wens je deze school toe?’ antwoorden

leerlingen aan de Van Alkemadestraat: ‘Minder trappen en een

rookvrij schoolplein.’ ‘Ja’, zeggen leerlingen van de Vijverhofstraat,

‘en meer activiteiten als tekenen en schilderen.’

‘We wachten al tien jaar’Ook directeur Albert Bosma zit het hoog dat de school in twee zulke

oude gebouwen gehuisvest is. ‘Er is ernstig achterstallig onder-

houd in de Vijverhofstraat. We hebben de ramen vastgeschroefd,

anders vallen ze uit de sponningen. De ramen hebben enkel glas,

we verwarmen hier de buitenlucht, wat dat allemaal niet kost!

We willen graag met de hele school naar de Van Alkemadestraat,

daar hebben we ook al in geïnvesteerd. We wachten al tien jaar

op beweging in de carrousel van de drie scholen in dat gebouw.

Twee gebouwen, dat kost ons wel drie ton extra per jaar, en dan

heb ik het nog niet over de extra kosten voor de gemeente.’

‘Zelfstandig worden’Genoeg over wat de mensen hoog zit. Wat maakt de school

bijzonder? Albert Bosma: ‘Wij hebben leerlingen met de minste

cognitieve potentie, die willen wij het beste bieden. We gaan uit

van hun eigen ontwikkeling en proberen het beste in elk kind

naar boven te halen.

« Als ze hier weg gaan, kunnen ze goede keuzes maken. »

Ze ontwikkelen zich op hun eigen manier. Je moet niet puur

cijfermatig kijken. Wat heeft het voor zin als een kind op het niveau

van groep vijf binnenkomt en na drie jaar op niveau vijf en een half

zit? Dat is onzin. Onze leerlingen doen geen Cito-toetsen en ze

halen geen vo-diploma. Ze ontwikkelen zich, maar taal en rekenen

– dat zullen ze niet halen. Ze presteren binnen hun mogelijkheden.

We leren hen zelfstandig te worden. Als ze hier weg gaan, kunnen

ze goede keuzes maken, zich staande houden in de maatschappij.

Onze leerlingen gaan met plezier naar school en komen met goeie

verhalen thuis.’

Een kijkje opAccent Centrum Een school voor praktijkonderwijs in Rotterdam Centrum

Niet alle vestigingen van CVO-scholen krijgen evenveel aandacht in CVOpen. Voor deze rubriek bezoekt oud-CVO-medewerker

Dideri Mattijsen voor de laatste keer een vestiging van een CVO-school, waar ze zich een dagdeel lang laat rondleiden en laat vertellen

wat er uniek is aan deze locatie. In het dagelijks leven is Dideri nog steeds betrokken bij het onderwijs. Ze woont in Rotterdam.

Voorbeeld van

achterstallig

onderhoud,

om te voorkomen

dat ramen uit

de sponningen

vallen.

Conciërge Larbi zorgt onder andere voor veiligheid.

Directeur Albert Bosma: 'We proberen het beste uit elk kind naar boven te halen.'

'Onze leerlingen gaan met plezier naar school'.

Page 13: CVOpen mei 2013

11 C VOpen Mei 2013

Techniekdocent Maarten Verpoort: ‘Onze leerlingen willen heel

graag. Er zit veel in, maar zonder hulp komt het er niet uit. Ik eis

iets van ze, en we hebben elkaar heel hard nodig, en dan gebeuren

de mooiste dingen.’ Vandaag krijgen leerlingen les in verstekzagen.

‘We hebben al een kapstok gemaakt.’ Bij de kookles worden

vandaag gehaktballen gemaakt. De leerlingen genieten van de les.

Wat vinden jullie fijn aan deze school? ‘Dat de juffen en meesters

ons helpen’, zeggen de leerlingen van klas 1A.

‘Veel humor’ Krijn Tol, zorgcoördinator op de Vijverhofstraat, vindt de ouders erg

betrokken. ‘We steken er veel energie in, met een brief vooraf en

herinneringen en alle ouders nabellen, maar op een thema-avond

zijn de ouders er dan ook bijna allemaal. Sommige ouders durven

niet te komen, maar na een poosje gaan ze toch meedoen. Ik vind

het leuk om met deze doelgroep te werken, misschien herken ik er

wel wat van mezelf in! Het personeel is hier heel leuk, en er is veel

humor in het werk.’

‘Vertrouwen en ruimte’Ina Olthaar, zorgcoördinator aan de Van Alkemadestraat, zegt:

‘Het bijzondere aan deze school begint bij de directeur. Albert geeft

vertrouwen en geeft ruimte, hij faciliteert de mensen om autonoom

en authentiek te zijn. Mensen weten heel goed wat ze moeten

doen, dus faciliteer ze: de telefoon moet goed zijn, de computers

moeten werken.’

« Sommige dingen moeten à la minute opgelost worden. »

Kijkend naar de twee telefoons en de sleutelbos in haar handen:

‘Ik ben de 112 in de school. Als er iets is, pak ik de telefoon op

en ik ben er. Sommige dingen moeten à la minute opgelost

worden en dat doe ik, en dan kunnen de dingen doorgaan.’

Met Larbi, de conciërge die hier al ruim tien jaar werkt, vormt Ina

een ijzersterk duo. Samen zorgen zij voor veiligheid, communicatie,

een bak koffie.

‘Er wordt hier niet gepest’Dominique en Fidelia uit het vierde leerjaar hebben vandaag

receptiedienst. Daarnaast lopen zij ook stage bij Douglas en H&M.

‘Wij zijn de besten’, zegt Dominique, terwijl ze haar taalboek laat

zien. ‘Wij hebben een moeilijk boek, dat hebben de anderen niet.

Wij vinden het hier fijn, want dit is een veilige school. Op mijn

vorige school keken de docenten toe, als er ruzie was. Dat is hier

niet zo: de ruzie wordt meteen opgelost door de docenten.

Er wordt hier niet gepest, want dat mag niet. Hier hebben wij

veel vriendinnen.’

[Dideri Mattijsen]

Bij de kookles

worden gehaktballen

gemaakt.

Rechts zorgcoördinator

Ina Olthaar, 'de 112

in de school'.

Links zorgcoördinator

Margriet Valkenburg.

Techniekdocent Maarten Verpoort

geeft een les verstekzagen.

De ouders zijn erg betrokken, vindt zorgcoördinator Krijn Tol.

Directeur Albert Bosma: 'We proberen het beste uit elk kind naar boven te halen.'

Dominique (rechts) en Fidelia lopen ook stage bij Douglas en H M.

Page 14: CVOpen mei 2013

12 C VOpen Mei 2013

« We hebben veel

gedaan aan de scholing

van onze mensen. »Stytia de Leeuw, rector van het Marnix Gymnasium

Excellente scholen dagen andere scholen uit om de lat ook hoog te leggen.

Page 15: CVOpen mei 2013

13 C VOpen Mei 2013

Het Marnix Gymnasium en Calvijn Juliana

ontvingen in februari het predicaat Excellente

School 2012. Melanchthon Kralingen kreeg

lovende reacties tijdens het bezoek van de

Onderwijsinspectie afgelopen november. In drie

jaar tijd wist de school de eerdere beoordeling

‘zwak’ af te schudden en alle scores om te

buigen naar ‘goed’ of ‘uitstekend’. Drie scholen,

drie verhalen.

Bij de hoofdingang van het Marnix Gymnasium hangt naast

de deur een emaillen bordje met het vignet van de Excellente

School 2012. ‘Natuurlijk zijn wij trots op deze titel en iedereen

mag het weten’, zegt rector Stytia de Leeuw. ‘Onze school haalt

goede resultaten op de kernvakken. Daarnaast hebben we

de afgelopen jaren extra geïnvesteerd in het ondersteunen en

begeleiden van verschillende groepen leerlingen. Met succes.

Het is fijn als dat wordt gezien en gewaardeerd.’

Met het predicaat Excellente School wil het ministerie van Onder-

wijs zeer goed presterende scholen de maatschappelijke zicht-

baarheid en waardering geven die ze verdienen. Tegelijkertijd

dagen deze scholen andere scholen uit om de lat ook hoog te

leggen en het predicaat te bemachtigen. De uitreiking afgelopen

februari is de start van een jaarlijkse traditie. In totaal kregen

21 scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland de titel

toebedeeld. Van CVO vielen twee scholen in de prijzen. Daarnaast

kreeg PENTA-vestiging Jacob van Liesveldt uit Hellevoetsluis

een eervolle vermelding.

« We hebben veel

gedaan aan de scholing

van onze mensen. »Stytia de Leeuw, rector van het Marnix Gymnasium

‘ Natuurlijk zijn we trots’

CVO-scholen beloond voor hun prestaties

»

Omslag‘Onze leerlingen hebben met elkaar gemeen dat ze goed

kunnen leren en dat meestal ook graag doen,’ vertelt Stytia,

‘maar daarnaast zijn er veel onderlinge verschillen. Denk aan

hoogbegaafde kinderen, onderpresteerders, leerlingen met

autisme of daar dicht tegenaan. Ook hebben we kinderen van

uiteenlopende culturele achtergronden in huis. De verschillen

en de behoeften die daaruit voortkomen zijn de laatste jaren

alleen maar groter geworden. Die tendens signaleerden we al

in 2008. Toen besloten we dat het tijd werd meer rekening te

gaan houden met die diversiteit. De tussentijdse uitval groeide

en die ontwikkeling wilden we stoppen. We moesten toe naar

een omslag in ons onderwijs. Individuele vakdocenten moesten

meer oog leren krijgen voor de verschillende behoeften van

hun leerlingen.

« We besloten meer rekening te houden met diversiteit. »

Dat ging natuurlijk niet zomaar. We hebben veel gedaan aan de

scholing van onze mensen. Eén collega heeft de opleiding Special

Educational Needs (SEN) gevolgd. Zij is inmiddels dé begeleider

van hoogbegaafde leerlingen op onze school. Voor het hele team

hebben we verder themamiddagen, intervisie- en studiebijeen-

komsten gehouden om zo veel mogelijk expertise en kennis op

te doen. Van het omgaan met verschillende leerstijlen tot het

ondersteunen van leerlingen met faalangst of andere problemen

met leren. Ook hebben we een extra uur per week Nederlands

ingelast in het programma voor alle leerlingen. Er zijn zelfs acht

collega’s op reis naar Marokko gegaan, om meer inzicht te krijgen

in culturele verschillen.’

‘De omslag heeft veel gevraagd van het team’, beaamt de rector.

‘Maar het is ons wel gelukt. Vooral omdat onze mensen zich, naast

de liefde voor hun vak, sterk betrokken voelen bij het welbevinden

van hun leerlingen. Dat is wat ons hier bindt.’

Page 16: CVOpen mei 2013

14 C VOpen Mei 2013

Dennis Maharban trad in 2007 aan, toen het al een tijd niet goed

ging met Melanchthon Kralingen. ‘Tijdens één-op-één-gesprekken

hebben we docenten inzage gegeven in hun prestaties’, vertelt hij.

‘Op basis van deze gesprekken hebben we individuele afspraken

gemaakt en daarmee zijn de docenten keihard aan de slag gegaan.

Van enkele docenten die de mars niet konden of wilden meelopen,

hebben we afscheid moeten nemen. Jammer, maar onvermijdelijk.’

Buddysysteem voor docentenDe locatie in Kralingen deed nog veel meer om de kwaliteit van

het onderwijs te verbeteren. Naast het registratiesysteem dat

Melanchthon-breed gebruikt wordt, ontwikkelde de school aan-

vullende Excel-programma’s om examencijfers, klassengemiddelden

en individuele scores te monitoren. Ook voert de school nu na elk

cijferoverleg gesprekken met alle docenten over de resultaten.

Daarnaast stelde de school een buddysysteem in. Docenten werken

in koppels, kijken regelmatig over elkaars schouder mee en geven

elkaar feedback. De beslissing om met een 100-minutenrooster te

werken en in leergebieden les te geven, pakte eveneens goed uit.

Dennis pakte ook het aannamebeleid van de school aan. Melanchthon

Kralingen is van oorsprong een school voor vmbo-tl, maar nam ook

leerlingen aan voor wie dat niveau eigenlijk te hoog was. Zij zakten

vervolgens voor hun eindexamen. Daarom heeft de school voor deze

leerlingen de richtingen kbl en bbl ingevoerd. De leraren zijn daarvoor

bijgeschoold en er zijn leerling-profielen ontwikkeld. Die profielen

worden nu ingezet om meer les op maat te kunnen geven.

« We monitoren examencijfers, klassengemiddelden en individuele scores. »

Over de rol van de directie heeft Dennis een heldere mening.

‘Als directie moet je zichtbaar zijn in de school en weten wat er

speelt. Maar het onderwijs draait in feite om de relatie tussen

docent en leerling. Daar wordt nu elke dag hard aan gewerkt op

Melanchthon Kralingen. Docenten voelen zich verantwoordelijk

voor de resultaten van hun leerlingen. Ik ben ongelooflijk trots

op wat we hier samen hebben bereikt. Naast het basisarrangement

zijn we ook gecertificeerd als veilige school, en we hebben een

voldoende gekregen voor de naleving van de Leerplichtwet.’

[De Nieuwe Lijn]

Links: directeur Arie Boom van Calvijn Juliana.Rechts: Dennis Maharban van Melanchthon Kralingen.

vervolg van pagina 13

Vasthouden aan kernwaarden ‘Het recept voor ons succes? Rust, regelmaat en structuur’, lacht

Arie Boom, vestigingsdirecteur van Calvijn Juliana. ‘We houden al

decennialang vast aan deze kernwaarden en dat werkt voor onze

leerlingen. Gerrit Elings, directeur onderwijs van Calvijn, spoorde

ons vorig jaar aan Calvijn Juliana op te geven voor het predicaat

van de Excellente School 2012. Zo is het gekomen. Maar we deden

het gewoon altijd al goed.’

Calvijn Juliana ligt in de wijk Charlois en kent een voor vmbo tl/gl

lage CITO-instroomscore. Bijna alle leerlingen komen uit een

APC1-gebied en velen hebben een taal- en/of sociaal-emotionele

achterstand. Toch haalt Calvijn Juliana jaar op jaar goede

examenresultaten. Gemiddeld negentig procent van de leerlingen

slaagt voor het diploma. De tussentijdse uitstroom is eveneens

laag. Daarnaast staat de school bij de Inspectie op alle terreinen

al jaren in het groen.

« Het recept? Rust, regelmaat en structuur. »

‘We zijn ook een thuiswerkvrije school’, licht Arie toe. ‘Dat betekent

dat leerlingen hun huiswerk op school maken. Elke dag van

8.00 tot 9.00 uur werken ze onder begeleiding – meestal van hun

mentor – aan hun opdrachten. Daarnaast werken de leerlingen ook

nog een aantal uren aan het einde van de dag aan hun huiswerk.

Mentoren zien “hun” kinderen dus vaak en bouwen zo een goed

contact met hen op. In het eerste leerjaar leggen ze ook altijd nog

een huisbezoek af. Daarnaast hebben onze docenten een enorme

drive om alles uit deze kinderen te halen wat erin zit. Daar nemen

we ze op aan. Het is gewoon een heel consistent verhaal.’

Beroep op eigen verantwoordelijkheidEind november kreeg ook Melanchthon Kralingen lovende reacties

tijdens het bezoek van de Onderwijsinspectie. Een groot verschil

met 2009, toen de school nog het stempel ‘zwak’ kreeg. In drie jaar

tijd wist de school uit het dal te klimmen en scoort nu op alle

gebieden ‘goed’ of ‘uitstekend’. ‘Hoe ons dat lukte?’, vraagt

adjunct-directeur Dennis Maharban. ‘Door onze mensen te

confronteren met de slechte cijfers en de feiten, en een beroep

te doen op hun eigen verantwoordelijkheid. En er vervolgens

met elkaar de schouders onder te zetten.’

1 APC-gebied: armoedeprobleemcumulatiegebied

Page 17: CVOpen mei 2013

15 C VOpen Mei 2013

Prof.dr. Geert ten Dam is voorzitter van de Onderwijsraad

Spreken over persoonlijke professionaliteit

De afgelopen maanden heb ik het genoegen

gehad om met veel leraren over hun werk te

praten. Wat drijft hen, welke doelen streven

ze in hun onderwijs na, wat voor leraar willen

ze zijn? De gesprekken vonden plaats ter

voorbereiding op de verkenning ‘Leraar zijn.

Meer oog voor persoonlijke professionaliteit’

van de Onderwijsraad. Daarin beschrijven we

de uitdagende en soms complexe beroeps-

praktijk van leraren. Wat vraagt het tegen-

woordig nu precies van individuele leraren

om op een goede, professionele manier je

dagelijkse werk te doen?

Nog niet zo lang geleden hadden leraren een

vanzelfsprekend gezag. Dat werd gedragen

door de school, de ouders, de kerk of

andere maatschappelijke instituties. Ook het

waarden- en normenpatroon van waaruit

werd lesgegeven, was helder en eenduidig.

Dat is niet meer zo. Het gezag van de leraar is

niet langer vanzelfsprekend. Hij of zij moet

het steeds opnieuw verwerven. Een leraar

staat ook niet langer in een vastomlijnde

traditie. Zijn levensvisie kan verschillen

van die van de leerling of van de ouders.

« Dit beroep vraagt om idealen. »

Daar komt nog bij dat de buitenwereld snel

verandert. Voortdurend moeten leraren

hun onderwijs daarop aanpassen. Dit heeft

de beroepspraktijk van leraren ingewikkelder

gemaakt: vakinhouden veranderen snel,

de kennis over lesgeven breidt zich uit,

leraren hebben veel ‘sociaal werk’-taken,

de multiculturaliteit onder leerlingen groeit,

leerlingen met speciale onderwijsbehoeften

worden geïntegreerd in reguliere klassen

enzovoort. Terwijl routines dus steeds

minder houvast bieden, moeten leraren

snelle afwegingen kunnen maken en direct

kunnen handelen. De visie van waaruit

ze dat doen, bepaalt deels het onderwijs.

De eigen waarden en normen van leraren

zijn een belangrijk onderdeel van hun

professionaliteit. Tijdens de gesprekken die

we met leraren voerden kwam dat element

steeds naar voren. ‘Dit beroep vraagt om

idealen’, zo drukte een docent het kort

maar krachtig uit.

« Onze oproep: heb meer oog voor de professionele waardigheid van de leraar. »

Leraren maken of breken het onderwijs

(hetzelfde geldt overigens voor schoolleiders).

Meer dan voldoende grond voor een hoge

mate van beroepseer, zou je zeggen. Maar wat

ik hoorde in alle gesprekken met leraren, is

dat men zich ondergewaardeerd voelt en geen

eer meer stelt in het werk. De beroepseer

wordt geschonden door een gebrek aan

handelingsvrijheid, miskenning van vakkennis

en vakmanschap, en te veel regels, papier-

werk en protocollen. Een leerkracht van een

basisschool vertelde me dat ze iedere dag een

bepaald aantal ‘rekenminuten’ moest maken.

Maar het gaat er natuurlijk om dat ze haar

leerlingen leert rekenen. Ze moet daarvoor

Geert ten Dam: De (CVO)pen aan een gast

een manier kunnen zoeken die zinvol is.

Goede leraren creëren die ruimte. Ze wijken

af van de norm als de situatie daarom vraagt

en verantwoorden dat.

Naast vakbekwaamheid zijn de persoonlijke

motieven en drijfveren van leraren de kurk

waar het onderwijs op drijft. Daarover kan

en moet in de school gesproken worden.

Onderwijs wordt er beter van als er een

verbinding is tussen de doelen van de school

en de persoonlijke doelen van leraren.

Dat vraagt om een professionele dialoog.

De school heeft gedreven leraren nodig en

op hun beurt hebben leraren hun collega’s,

de school, de overheid en de ouders nodig,

om hun eigen doelen te verwezenlijken.

Het is een tweerichtingsverkeer. In de praktijk

vindt het gesprek daarover nog veel te weinig

plaats. Vandaar dat we in onze verkenning

de bewindslieden, maar ook leraren, leraren-

opleiders, schoolleiders en schoolbestuur-

ders, oproepen meer oog te hebben voor

de professionele waardigheid van de leraar

en deze aan te boren als bron om kwaliteit

van het onderwijs te verbeteren.

Tegelijk met de verkenning ‘Leraar zijn.

Meer oog voor persoonlijke professionaliteit’

publiceerde de Onderwijsraad ook zijn

Jaarboekje 2012 ‘Wat drijft de leraar?’ met

acht persoonlijke portretten van leraren.

Beide publicaties zijn te downloaden via

www.onderwijsraad.nl

Page 18: CVOpen mei 2013

16 C VOpen Mei 2013

Arie Kooyman was twaalf jaar directeur van CVO Accent. Per 1 augustus legt hij zijn functie neer,

omdat hij het tijd vindt voor een nieuwe fase in zijn leven. Met Arie blikken we terug op de afgelopen

periode, waarin hij CVO Accent uitbouwde tot een professioneel en gezaghebbend instituut dat werk

maakt van de zorg aan leerlingen.

Veel mensen waren verrast over je besluit. Waarom ga je weg? Laat ik vooropstellen dat ik dit werk met heel veel plezier doe.

Maar inmiddels ben ik 63 jaar, een leeftijd waarop je gaat nadenken

hoe je oud wil worden. Natuurlijk zou ik tot mijn 65ste of 67ste kunnen

doorwerken en dan van het ene op het andere moment stoppen.

Maar dan sta je opeens buitenspel en dat wil ik niet. Ik wil nog

jarenlang actief blijven en nieuwe dingen oppakken. Om dat voor

elkaar te krijgen, moet ik daar nu mee beginnen.

Daarnaast vind ik het ook prettig om wat meer tijd voor mijn vrouw,

kinderen, kleinkind en mezelf te hebben. Ik ben me er meer van

bewust dat er iets met mezelf of mijn dierbaren kan gebeuren;

niet iedereen wordt in goede gezondheid 90.

Het was geen makkelijk besluit, maar het voelt als de start van

een nieuwe ontwikkeling. Hiermee creëer ik ruimte om een nieuwe

stap te kunnen zetten. Er zijn nog genoeg zaken waar mijn hart

ligt, in het onderwijs en daarbuiten. Ik wil met name zoeken naar

projecten waarin ik nieuwe ontwikkelingen op gang kan helpen.

Dat kan ik goed, en daar beleef ik plezier aan en ik heb er nog

de energie voor.

Je werkt ruim tien jaar bij CVO Accent en hebt mooie dingen neergezet. Bijvoorbeeld de Avondschool.

Aanvankelijk waren er meerdere besturen in Rotterdam en omgeving

die avondonderwijs gaven aan mensen met een verstandelijke

beperking. Inmiddels zijn wij de enige aanbieder. Het avond-

onderwijs is in de loop van de jaren enorm geprofessionaliseerd.

Waar de aandacht eerst vooral was gericht op taal, lezen en

rekenen, zijn we nu veel breder bezig. We bieden allerlei creatieve

activiteiten aan en zaken die onze leerlingen nodig hebben om zich

Afscheidsinterview met Arie Kooyman, directeur van CVO Accent

‘ Ruimte voor een nieuwe stap’

Arie Kooyman: ‘Ik gun iedereen een mooi leven.’

Page 19: CVOpen mei 2013

17 C VOpen Mei 2013

staande te houden in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld budgetteren,

veilig internetten en persoonlijke verzorging. De afgelopen jaren

hadden we gemiddeld 350 leerlingen. Het avondonderwijs wordt

niet uit reguliere middelen bekostigd, dus we moeten keer op keer

soebatten voor ons geld. Steeds weer moeten we vertellen dat je

deze unieke vorm van onderwijs of vorming niet om zeep mag

helpen. Ik ben er trots op dat ons dit elke keer weer gelukt is.

De onderwijsopvangvoorziening viert dit jaar haar tienjarig bestaan. Een prestatie?

De opvangvoorziening, zoals we die nu kennen, is echt een heel

mooi staaltje samenwerking tussen schoolbesturen en Stek

Jeugdzorg! Vanaf het ontstaan in 2003 ben ik er nauw bij betrokken.

Ik vind het buitengewoon belangrijk dat we binnen CVO een

dergelijke hoogwaardige opvangvoorziening hebben. Hier vangen

we kinderen op die bijvoorbeeld bijzonder lastig gedrag vertonen

of bij wie er sprake is van een internaliserende problematiek.

« Inderdaad, ik bén bevlogen! »Denk aan kinderen die somber of depressief zijn. Het zijn eigenlijk

allemaal kinderen die een andere start in het leven hebben

gemaakt dan je zou willen. Hun verhalen zijn vaak behoorlijk heftig.

Het is belangrijk dat we ons om deze kinderen bekommeren, dat

we hen weer perspectief bieden en helpen. Per jaar vangen we

zo’n 300 kinderen op. Sommige voor enkele maanden, anderen

voor wel twee jaar.

Ook het praktijkonderwijs heeft onder jouw leiding een flinke ontwikkeling doorgemaakt.

Tien jaar geleden zijn we gestart met twee scholen: Accent

Centrum en Accent Delfshaven. Al vrij snel kwam daar een school

in Capelle bij en zo’n vijf jaar geleden zijn we gestart in Hoogvliet.

Daar was nog geen praktijkonderwijs. Die school hebben we vanaf

de basis opgebouwd en binnenkort wordt het nieuwe gebouw

geopend. Zo’n gebouw is natuurlijk hartstikke mooi, maar ik vind

het persoonlijk nog mooier dat we erin zijn geslaagd om van

Accent Praktijkonderwijs een heel mooi merk te maken, met

een herkenbare werkwijze.

Deze jonge mensen kunnen branchecertificaten en diploma's halen voor een plek op de arbeidsmarkt.

Tot een aantal jaren geleden kregen de leerlingen aan het eind

van het praktijkonderwijs een getuigschrift, dat eigenlijk nauwe-

lijks waarde had. Nu kunnen de leerlingen een brancheopleiding

volgen, bijvoorbeeld in de horeca, detailhandel of schoonmaak

en hiervoor een certificaat halen. Een deel van de leerlingen kan

ook nog het diploma ‘arbeidsmarktkwalificerend assistent’

behalen. Wij bieden deze opleiding in samenwerking met de ROC’s

Zadkine en Albeda aan. Die branchecertificaten en diploma’s

zijn belangrijk om een plek op de arbeidsmarkt te veroveren.

Op de huidige, geflexibiliseerde arbeidsmarkt is het voor hoger-

opgeleiden al behoorlijk lastig om zich staande te houden.

Voor de jongeren met wie wij werken is het ronduit een crime.

Het vraagt een enorme inspanning.

Welke rol speelt Accent Onderwijsondersteuning in de zorg aan leerlingen?

In 2002 zijn we gestart met Accent Onderwijsondersteuning.

Toen werkte er bij wijze van spreken een halve orthopedagoog.

Nu hebben we 33 specialisten die zich inzetten voor leerlingen,

docenten en management. Zij adviseren ook over de integratie

van Passend onderwijs binnen CVO. We zijn overigens niet

gegroeid omdat we zo graag groter wilden worden, maar

omdat we ervan overtuigd zijn dat je met meer mensen uit

verschillende disciplines meer kunt bereiken voor scholen.

Met elkaar kunnen we de zorg aan onze leerlingen verbeteren.

Daar gaat het om!

Je bent erg bevlogen over je werk en deelt dat graag met anderen. Hoe doe je dat?

Vroeger was ik me niet zo bewust van de bevlogenheid die ik

uitstraal. Tijdens een Rodin-reis ontmoette ik mensen die zeiden:

‘Weet jij wel wat er gebeurt als jij over je werk praat? Dan komt

er wel wat binnen!’ Voor mij was dat een eyeopener. En inderdaad:

ik bén bevlogen! Ik gun iedereen een mooi leven. Ook jongeren

die moeilijk kunnen leren, een bepaald syndroom hebben,

in een problematische thuissituatie opgroeien of op jonge leeftijd

zwanger raken. Je moet je tot het uiterste inspannen om hen

verder te brengen en een kans te bieden. Ik wil daar graag

een bijdrage aan leveren. Na afloop van die reis ben ik bewust

gelegenheden gaan creëren waarin mensen over hun bevlogen-

heid, drijfveren en inspiratie konden praten. Dit soort gesprekken

zijn waardevol. Ze zorgen ervoor dat mensen elkaar inspireren

en ze bevorderen samenwerking en persoonlijke ontwikkeling.

Wat wens je alle collega’s toe als je in augustus de deur achter je dichttrekt?

We zitten in een tijd waarin het vooral over geld gaat en over

het gebrek eraan. Geld lijkt wel het uitgangspunt voor alles wat

we doen. En natuurlijk moet je heel goed op het geld letten,

maar voorkom dat je alle ontwikkeling stopzet! Zorg dat het in

het onderwijs niet alleen over kosten gaat. Blijf investeren in

kwaliteitsontwikkeling. Sámen met andere partners, want in deze

complexe samenleving kan het onderwijs het niet meer alleen

en de ontwikkeling van jonge mensen is zoveel meer waard!

[Karin van Breugel]

Page 20: CVOpen mei 2013

18 C VOpen Mei 2013

Gezocht: leerkrachten en academici

Nieuw programma Platform Rijnmond

Alle CVO-scholen buiten Rotterdam doen mee

aan nieuwe projecten van het Platform Onderwijs-

arbeidsmarkt Rijnmond. Doel is tot 2016

de kwantitatieve en kwalitatieve lerarentekorten

in de regio te verkleinen.

Het Platform Rijnmond is opnieuw actief geworden, na een

subsidie van het ministerie van Onderwijs. Het had van 2008 tot

2012 gefunctioneerd, en nieuwe doelgroepen geïnteresseerd voor

een baan in het onderwijs, zoals eigen havo- en vwo-eindexamen-

kandidaten en bachelorstudenten aan de universiteiten in Delft

en Leiden. Op vrijdag 8 maart lieten vijftig vertegenwoordigers

van scholen in de regio Rijnmond zich op Het College VOS in

Vlaardingen informeren over de nieuwe projecten die op

stapel staan. Die willen bijvoorbeeld basisschoolleerkrachten

interesseren voor het vmbo en praktijkonderwijs. Ook proberen

ze academici te verleiden om op een school te gaan werken.

Verder focussen ze op het anders organiseren van leren door

digitalisering. CVO-scholen die buiten Rotterdam gevestigd zijn

woonden de startmiddag van Platform Rijnmond bij, en beslisten

aan welk gesubsidieerd project ze willen meedoen.

De keuze van de scholenHet Farelcollege en Melanchthon kozen voor het project ‘Versterken

vmbo en praktijkonderwijs’. Hiervoor zullen ervaren leerkrachten

uit het basisonderwijs doorstromen naar het voortgezet onderwijs

op basis van detachering. Aan pas afgestudeerden van de pabo zal

een leerwerkplek of vacature aangeboden worden in het praktijk-

onderwijs. CSG Calvijn, het Comenius College, Farelcollege,

PENTA college CSG en de Focus Beroepsacademie (waarin Calvijn

participeert) tekenden in op het project ‘Digitale didactiek’.

Dit stimuleert scholen om met inzet van ICT onderwijs slimmer

te organiseren, en de ICT-vaardigheden van medewerkers te

vergroten. Deze scholen kunnen een onderwijskundig ICT-innovator

of e-coach aanwijzen en digitale leerstijlroutes arrangeren.

Het Combitraject werd gekozen door Melanchthon en PENTA

college CSG. Dit wil het naderende tekort aan academisch

geschoolde eerstegraads docenten in de talen en bètavakken

verminderen. Masterstudenten in Delft en Leiden kunnen voor dit

traject een kleine aanstelling krijgen gedurende twee jaar, terwijl ze

naast hun vakmaster ook de educatieve master halen. De scholen

die deelnemen accepteren per jaar twee aspirant-leraren.

Deze projecten niet of andersHet project ‘Gepromoveerden voor de klas’ gaat bij gebrek aan

belangstelling niet door. Het minimum-aantal scholen bleef

onder de vijf.

Los van het programma van het Platform Rijnmond staat het

project ‘Hybride docent ‘van twee jonge leraren van ORS

Lek en Linge in Culemborg. Een hybride docent is iemand die

het leraarschap combineert met een baan buiten het onderwijs.

Bijvoorbeeld een medewerker van Shell die drie dagen per week

naar olie boort, en de andere twee dagen aardrijkskundeles

geeft. Over dit project werd op de startmiddag informatie gegeven,

maar de werving gebeurt buiten het Platform Rotterdam om.

Meer informatie op www.hybridedocent.com

De projectleiders zijn samen met de programmamanager

Liesbeth Bloeme en onder leiding van de regiegroep begonnen

met de uitvoering van hun project. Voor de zomervakantie moeten

de projecten op de rit staan.

(Anja de Zeeuw)

Meer informatie over de projecten is verkrijgbaar via

Marja Wierckx, managementassistente van Platform Rijnmond,

e-mail: [email protected]

Het project 'Digitale didactiek' helpt om het onderwijs slimmer te organiseren met ICT.

Page 21: CVOpen mei 2013

19 C VOpen Mei 2013

De mythische koning Oedipus heeft een diep tragisch

leven. Nadat hij de stad Thebe heeft bevrijd van

de raadselachtige en bloeddorstige sfinx, trouwt hij

met Iocaste, weduwe van de vermoorde koning Laius.

Oedipus verwekt bij haar vier kinderen. Door de blinde

ziener Tiresias komt Oidipus erachter dat hij, zonder

het te weten, verantwoordelijk is voor de dood van

koning Laius, die zijn eigen vader blijkt te zijn.

Dit betekent dat hij vier kinderen bij zijn eigen moeder

heeft verwekt. Oedipus neemt de schuld op zich en onder-

gaat de straf die hij zelf over de moordenaar heeft uit-

gesproken. Hij vertrekt als banneling uit Thebe, maar niet

dan nadat hij zichzelf ook nog de ogen heeft uitgestoken.

Jezelf als verantwoordelijk en schuldig beschouwen,

al is er geen duidelijke reden voor, is ook een lijn in het

Oude Testament. De Israëlieten ondergaan meerdere

malen rampspoed, zelfs als de wetten van Jahweh

worden geëerbiedigd. De profeten brengen dit lijden

– zonder dat er sprake is van schuld – op een hoger plan

door het volk op te roepen het te accepteren om

daarmee als voorbeeld voor andere volkeren te dienen.

Hoe anders wordt er in onze hedendaagse cultuur

met schuld en boete omgegaan. Van een collega uit

Amsterdam hoorde ik dat hij onlangs een leerling

van 14 jaar had opgepakt en op de gang had gezet.

De leerling had hem tot het uiterste getergd en weigerde

vervolgens om de klas te verlaten. Wat er daarna

gebeurde tart iedere beschrijving. De leerling wist op

de gang met zijn iPhone de politie te bereiken en kreeg

het voor elkaar dat die binnen tien minuten in het lokaal

stond. Een absurde situatie die werd gecompleteerd

toen ook de vader van de jongen ten tonele verscheen.

Van de agenten kreeg deze de vraag voorgelegd of hij

aangifte wilde doen vanwege mishandeling van zijn zoon.

Schuld en boete, toen en nu

Column

Toen hij vroeg wat daarvan de consequenties waren

– meegaan naar het bureau en een hele papierwinkel –

zag hij daar vanaf en kon escalatie worden voorkomen.

Op het nippertje verdween de collega niet achter de tralies.

Onze cultuur heeft onmiskenbare wortels in de Griekse

en Joods-christelijke cultuur, maar komt daar steeds

verder vanaf te staan. Want dit soort voorvallen zijn

niet incidenteel, maar structureel. Op scholen worden

docenten bijna dagelijks met de neus op de feiten

gedrukt als het gaat om het falen van de opvoeding thuis.

Het idiote is dat de politiek er een gewoonte van heeft

gemaakt om de gevolgen hiervan op het bordje van

de scholen neer te leggen. De grenzen van wat van een

professionele docent verwacht mag worden, worden

daarmee nog verder opgerekt.

Zo komt staatssecretaris Dekker pardoes met de

verplichting voor scholen om met een gecertificeerd

programma tegen pesten te gaan werken. Ook moeten

scholen een anti-pestcoördinator aanstellen en actief

in de gaten houden of er gepest wordt.

Symptoombestrijding. Nodig is een grondige analyse

van hoe het komt dat jongeren zo agressief ten opzichte

van elkaar kunnen zijn en hoe het komt dat gezag

van docenten niet meer voor vanzelfsprekend wordt

gehouden. Dan kom je zeker ook uit bij het gezin waar

ouders en kinderen met elkaar over deze zaken zouden

moeten spreken en ouders de hoge taak hebben om

het goede leven vóór te leven.

Maar het gezin is een lastige categorie om cultuurpolitiek

mee te bedrijven. Dan maar liever naar de scholen waar

je met gemak een horde inspecteurs op kunt afsturen

die met weer een nieuw item op hun checklist hun

schoolbezoekjes kunnen afleggen. Koning Oedipus en

de profeten uit het Oude Testament zouden ervan gruwen.

Dirk OosthoekVoorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

van CVO, docent filosofie op Melanchthon Schiebroek en

vakdidacticus filosofie aan het ICLON (Universiteit Leiden)

Page 22: CVOpen mei 2013

20 C VOpen Mei 2013

Er is de afgelopen jaren veel te doen geweest

over de klassieke talen binnen het gymnasium.

Slechte examenresultaten bij Latijn, motivatie-

problemen bij leerlingen en een oplopend

lerarentekort. Aad Schulte en Sylvia de Jong,

docenten van het Marnix Gymnasium, vertellen

hoe zij tegen de ontwikkelingen aankijken.

Ook al schelen ze meer dan een halve eeuw,

ze zijn eensgezind over het belang van hun vak.

‘Grieks en Latijn zijn hartstikke moeilijk en wat heb je er nu eigenlijk

aan? Die vraag krijg ik geregeld van mijn leerlingen’, zegt Sylvia

de Jong (21). ‘Dan leg ik uit dat de Grieken en Romeinen de basis

hebben gelegd voor de waarden, normen en gebruiken van onze

huidige samenleving. En dat je beter begrijpt hoe onze manier

van leven in elkaar steekt als je iets weet over de Griekse en

Latijnse geschiedenis en cultuur.’ Aad Schulte (75) valt haar bij:

‘Het hele idee van humanitas – dat gaat over wat de mens tot mens

maakt – vindt zijn oorsprong bij de Grieken en Romeinen. Ook als je

het hebt over Bijbelbegrip moet je terug naar de oude teksten.

En ja, het zijn ook moeilijke vakken. Griekse en Latijnse teksten

lees je niet zo makkelijk weg als de krant. Maar die intellectuele

uitdaging maakt deze vakken juist aantrekkelijk. Het vraagt om

een analytische blik en doorzettingsvermogen.’

Toenemend docententekort Het gymnasium is de plaats waar het onderwijs in de Griekse en

Latijnse taal en cultuur formeel gestalte krijgt. Daarmee onder-

scheidt het zich van het atheneum.

Sylvia en Aad geven beiden Grieks en Latijn op het Marnix Gymna-

sium. Tegelijkertijd zijn ze de jongste en oudste docent van de

school. ‘Bijzonder natuurlijk, en ook typerend voor de situatie

waarin ons vak verkeert’, zegt Sylvia, naast docent ook oud-leerling

van het Marnix. ‘Er bestaat een toenemend tekort aan docenten in

onze vakken’, zegt ze. ‘Ik ben vorig schooljaar – nog tijdens mijn

opleiding – door het Marnix binnengehaald. Ik heb mijn tweede-

graads bevoegdheid al op zak, maar moet nog afstuderen.’

‘Ik geef nog zes uur per week les, en dat doe ik tot genoegen van

mijzelf en van de leerlingen’, zegt Aad. ‘De omgang met jongeren

houdt me scherp. Zolang ze me hier nog willen en ik me fit voel,

doe ik het graag. Maar het is natuurlijk wel een beetje uitzonderlijk

op mijn leeftijd.’

Over de redenen voor het docententekort zegt Sylvia: ‘Er studeren

op de Vrije Universiteit waar ik les krijg jaarlijks zo’n zeven mensen

af in klassieke talen. Veel medestudenten zijn of worden ongetwij-

feld goed in hun vak, maar ik zie de meesten eerlijk gezegd niet

voor een klas met middelbare scholieren staan. Daar moet je toch

feeling voor hebben.’

Interview met docenten klassieke talen van het Marnix Gymnasium

‘ De verbeelding aanspreken’

Het Marnix Gymnasium heeft zijn eretitel Excellente School 2012

voor het grootste deel te danken aan de inzet van zijn docenten,

blijkt uit het verhaal van rector Stytia de Leeuw op pagina 13.

De Marnixdocenten blinken volgens haar uit in liefde voor hun

vak en betrokkenheid bij hun leerlingen. In dit artikel komen

de jongste en oudste docent aan het woord. Toevallig geven ze

allebei klassieke talen.

Page 23: CVOpen mei 2013

21 C VOpen Mei 2013

Vakinhoudelijke spanningenAl langere tijd kampen de klassieke talen met problemen.

De geringe motivatie van leerlingen voor de vakken en de magere

eindexamenresultaten bij Latijn vormden in 2009 de aanleiding voor

de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs Van Bijsterveldt om

een Verkenningscommissie in te stellen. Deze kreeg de opdracht de

feitelijke situatie in het onderwijs in de klassieke talen te analyseren.

De commissie presenteerde in 2010 haar bevindingen, inclusief

een serie aanbevelingen in het eindrapport ‘Het Geheim van

de blauwe broer’ (juli 2010). Over de inhoud van de vakken schrijft

de commissie: ‘Hoewel er heel veel tijd en moeite wordt gestoken

in het vervaardigen van leermiddelen en examenbundels, zijn

er in het gestalte geven aan de vakinhoud duidelijke spanningen.

Die hebben te maken met onheldere posities over de relatie tussen

het taal- en cultuuronderwijs (waarbij KCV zich in toenemende

mate inhoudelijk en organisatorisch lijkt te hebben losgezongen

van het taalonderwijs); de taalvaardigheid; het Bildungsideaal;

het doel van het vak en de vraag ‘wat is eigenlijk een gymnasium?’’

« Aad: ‘Het literaire Latijn en Grieks zijn zo mooi!’ »

Op basis van het rapport nam het ministerie van Onderwijs

de afgelopen jaren diverse besluiten. Zo zal Klassieke Culturele

Vorming vanaf volgend schooljaar (2014-2015) als apart vak

verdwijnen. De eindtermen van dit vak zijn ondergebracht in het

schoolexamenprogramma voor Grieks en Latijn. Daardoor zullen

twee nieuwe grote vakken ontstaan: Griekse taal en cultuur (GTC)

en Latijnse taal en cultuur (LTC).

Sylvia: ‘Ik kan me de voordelen van de integratie van taal en cultuur

voorstellen. Maar wat jammer is, is dat leerlingen die straks Griekse

taal en cultuur als examenvak kiezen het deel over de Latijnse

culturele vorming missen. De leerlingen die kiezen voor Latijnse taal

en cultuur moeten het stellen zonder de Griekse culturele vorming.’

Proefvertalingen niet geschrapt Het aanvankelijke voorstel van de Verkenningscommissie voor

het schrappen van de proefvertalingen uit het centraal eindexamen,

heeft de minister niet overgenomen. De proefvertalingen blijven

bestaan, omdat die volgens de minister een extra intellectuele

uitdaging zijn voor gymnasiumleerlingen. Tot opluchting van beide

docenten.

Aad: ‘Alleen de originele werken brengen je rechtstreeks in contact

met de auteur. Het literaire Latijn en het Grieks zijn zo mooi! Je mist

de belangrijke nuances als je alleen werkt met vertaalde teksten.’

Sylvia: ‘De woordkeus, de woordvolgorde, het metrum en de stijl-

figuren maken de oude talen bijzonder. Alleen de originele teksten

kunnen leerlingen laten zien hoe rijk deze talen zijn. Maar het is

wel waar dat leerlingen het vertaalwerk het moeilijkst vinden, en

er ook niet allemaal even goed in zijn. We moeten dus wel flink

veel oefenen.’

Het ministerie van Onderwijs heeft ook bepaald dat gymnasiasten

vanaf dit schooljaar geen onvoldoende meer mogen halen voor

de klassieke talen op hun eindexamen. Doen ze dat wel, dan zijn ze

Aad Schulte en Sylvia de Jong schelen meer dan een halve eeuw.

gezakt. Sylvia: ‘Dat werkt natuurlijk wel als een stok achter de deur

voor veel leerlingen. Maar als docent werk je niet aan zesjes.

Je probeert leerlingen vooral warm te krijgen voor je vak. De leer-

gang ‘Disco’ die we gebruiken helpt daarbij. Daarnaast probeer ik

de grammatica in stukjes aan te bieden en maak ik zelf schema’s

voor mijn leerlingen. En dan hebben we natuurlijk nog alle verhalen

waarmee je ze kunt prikkelen. Ons geheime wapen.’

« Sylvia: ‘We kunnen leerlingen prikkelen met verhalen, ons geheime wapen.’ »

Aad: ‘Met dit vak kun je de verbeelding van leerlingen aanspreken.

Er zijn zoveel fantastische mythes die het vertellen waard zijn.

Je moet alleen weten hoe; met een anekdote uit het heden kun je

leerlingen triggeren bijvoorbeeld. Door de jaren heen ontwikkel

je daarvoor zo je eigen trucjes.’

Sylvia: ‘En als leerlingen na je verhaal dan zeggen: “Ik snap het,

die Dido wordt hier gewoon flink gedist.” Of aan het eind van

het schooljaar: “Ik vind uw vak eigenlijk best leuk”, dan word ik blij.

Daar doe ik het voor.’

Op het predicaat Excellente School 2012 dat het Marnix in februari

ontving reageren beide docenten nuchter. Sylvia: ‘We hebben de hele

week taart gegeten, dat was lekker.’ Aad lacht: ‘We waren toch al

lang excellent?’

[De Nieuwe Lijn]

Page 24: CVOpen mei 2013

22 C VOpen Mei 2013

Alle schoolleiders van CVO hebben in 2011-2012 het traject Pedagogisch Leiderschap gevolgd.

Onder hen Jeroen Ringeling, afdelingshoofd van Melanchthon Berkroden, en Elionora Schravendeel,

onderwijsbegeleider van CVO. Wat hebben ze geleerd en wat doen ze om de interactie tussen

docenten en leerlingen te stimuleren?

‘ Stroop werkt beter dan azijn’

‘Ik begon wel een tikje sceptisch aan het traject Pedagogisch

Leiderschap’, bekent Jeroen Ringeling. ‘Ik loop al twaalf jaar mee in

het onderwijs en dacht dat ik inmiddels wel zo’n beetje begreep hoe

het werkte. Dat het belangrijk is dat docenten zich open opstellen

naar leerlingen – dat wist ik toch allang? Toch heb ik veel opgestoken

van het persoonlijke ontwikkeltraject. Het heeft me laten inzien hoe

belangrijk het is om mét kinderen te praten, in plaats van tegen ze.

Dat is een wezenlijk verschil en dat kwartje valt tijdens deze cursus.’

« Elionora: ‘Kijk zonder oordeel naar je leerlingen.’ »

Docenten die investeren in een goede relatie met hun klassen

bereiken betere resultaten met hun leerlingen. Die gedachte staat

centraal in de cursus Pedagogisch Leiderschap die door emeritus-

hoogleraar Orthopedagogiek Luc Stevens is ontwikkeld. Ook de

cursus Pedagogische Tact die alle docenten van CVO aansluitend

hebben gevolgd, gaat uit van die insteek. ‘Zonder relatie geen

prestatie’, vat Jeroen samen. ‘Aan ons als schoolleiders de taak

het goede voorbeeld te geven en de interactie tussen docenten en

leerlingen optimaal te begeleiden en bij te sturen.’

Echt luisteren Jeroen geeft een voorbeeld. ‘Een tijdje geleden kregen enkele

meisjes op onze school steeds opnieuw ruzie met elkaar’, vertelt hij.

‘Voorheen hadden we wellicht een paar keer gezegd dat ze moesten

ophouden met het gevit in de klas. In plaats daarvan heb ik aan de

collega’s voorgesteld ze allemaal uit te nodigen voor een individueel

gesprek. Daarin hebben we gevraagd wat er aan de hand was

en hoe we dit samen konden oplossen. Voor elk kind trokken we

een uur uit. Sindsdien gaat het een stuk beter.

“U bent de eerste die hier echt naar me luistert”, zei een van hen.

Kinderen willen worden gezien, gehoord en erkend. Ik probeer mijn

collega's dus door de ogen van het kind te laten kijken en hen zich

te laten verplaatsen in hem of haar. Als je nukkig tegen een kind

doet, zal hij echt niet harder gaan lopen. Voor volwassenen geldt dit

Een teamleider en een coach over cursus Pedagogisch Leiderschap

Onder (rechts): Elionora Schravendeel bespreekt vaker de interactie tussen docent en leerlingen.

Boven (midden): Jeroen Ringeling werkt bewuster aan een goede relatie met docenten.

Page 25: CVOpen mei 2013

natuurlijk ook. Na de cursus Pedagogisch Leiderschap werk ik

dus ook beter en bewuster aan een goede relatie met docenten.

Dus probeer ik collega’s zoveel mogelijk positieve feedback te

geven, ze te complimenteren voor dingen die ze goed doen.

We zijn zo gewend om alleen te letten op de zaken die niet gebeuren

of niet goed gaan. Dat is jammer. Stroop werkt beter dan azijn.’

Kijken zonder oordeel‘Probeer zonder oordeel naar je leerlingen te kijken en met ze te

communiceren. Dat is het belangrijkste advies dat ik heb opgepikt

tijdens het traject, en ook wat ik de docenten tijdens een coach-

traject meegeef’, zegt Elionora Schravendeel, onderwijscoach

bij CVO. ‘Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, want

er zitten heel wat weerbarstige types tussen. Toch werkt het.

Leraren moeten regelmatig dealen met lastig gedrag. Maar spreek

leerlingen daarop aan en speel niet op de man. Dat voorkomt

conflicten en een hoop gedoe.’

« Jeroen: ‘Tijdens functioneringsgesprekken komt de interactie met leerlingen uitgebreid aan bod.’ »

Elionora voorziet de docenten die zij coacht binnen CVO vooral

van praktische tips en trucs. ‘Wees een gastheer of gastvrouw,

ontvang je leerlingen bij binnenkomst in de klas, groet ze, maak

oogcontact. En leer ze kennen, vraag eens aan een leerling welke

sport hij beoefent en hoe zijn voetbalwedstrijd afgelopen weekend

is verlopen. En probeer uit te vinden hoe andere docenten omgaan

met een leerling met wie jij geen klik kunt maken, heb het er

samen over. Ook van elkaar kun je veel leren.’

VerbeterslagElionora en haar collega’s van Accent Onderwijsondersteuning

adviseren schoolleiders de interactie tussen docent en leerlingen

tot een vast gespreksonderwerp te maken bij de leerling-

besprekingen. ‘Ook bij het coachen van docenten bespreek ik

het onderwerp vaker dan voorheen’, zegt Elionora. ‘Toch denk ik

dat we binnen de scholen nog een verbeterslag kunnen maken.

Hoe? Door nog beter te kijken naar kinderen met problemen en

de oorzaken ervan te doorgronden. Dat lukt alleen maar als

docenten werkelijk dat contact met ze aangaan.’

Elionora zet momenteel een training op voor docenten. Die kan

dienen als vervolg op de docentencursus Pedagogische Tact.

Volgend schooljaar wordt de training aan docenten aangeboden.

Ook Jeroen draagt zijn enthousiasme graag over op zijn collega’s.

‘Tijdens de functioneringsgesprekken komt de interactie tussen

docent en leerlingen nu uitgebreid aan bod’, vertelt hij. ‘Daarnaast

hebben we het er geregeld informeel over in de docentenkamer.

Ik houd collega’s vaak voor dat ze betekenisvoller kunnen zijn voor

leerlingen dan ze denken.’

(De Nieuwe Lijn)

23 C VOpen Mei 2013

Personalia

Nieuwe collega’s De schoolmaatschappelijk werkers (smw’ers) die actief

zijn op de Rotterdamse vestigingen van CVO-scholen

traden op 1 januari in dienst bij CVO. Ze maken nu deel

uit van de schoolteams, en ze kunnen vaker aanwezig

zijn, ook bij teamvergaderingen en schoolbrede activitei-

ten. Een praktisch voordeel is dat ze met hetzelfde

leerlingadministratiesysteem werken, SOM; zo hoeven

ze geen dubbele registratie bij te houden.

In verband met Passend onderwijs zijn ze actief op

het gebied van schoolondersteuning. Dit houdt in dat

ze vakdocenten, mentoren en andere zorgteamleden

begeleiden bij het herkennen van en omgaan met

onderwijsbelemmerende factoren op sociaal-emotioneel

of psychosociaal vlak.

Dit zijn de smw’ers en de schoollocaties waar ze werken.

Marcella de Wit

Juliette van Gijn

Ruth Gambier

Romkje van den Bosch

Ineke Zuidgeest

Lizanne Kuipers

Conchita Oosterling

Serge Klaassen Marloes Poot

Calvijn

Juliana – Ineke Zuidgeest

Lombardijen – Ineke Zuidgeest

Maarten Luther – Marcella de Wit

Vreewijk – Dianita van Hulzen

(niet op de foto)

Comenius

Comenius College Rotterdam –

Lizanne Kuipers

Marnix Gymnasium

Juliette van Gijn

Melanchthon

Icarusstraat – Conchita Oosterling

Kralingen – Ruth Gambier

Mathenesse – Serge Klaassen

Prinses Irene – Serge Klaassen

en Marloes Poot

Schiebroek – Conchita Oosterling

Penta college CSG

Hoogvliet – Romkje van den Bosch

Page 26: CVOpen mei 2013

24 C VOpen Mei 2013

Ineke Zuidgeest Schoolmaatschappelijk werker

op Calvijn Juliana en Calvijn Lombardijen

Je werkt sinds 1 januari bij Calvijn. Wat is je eerste indruk?Ik heb op beide scholen een goede start gemaakt en ben bijzonder

prettig ontvangen. Elke dag ga ik met plezier naar mijn werk!

Voordat ik op deze twee scholen kwam, werkte ik trouwens al als

schoolmaatschappelijk werker (smw’er) op verschillende scholen,

in dienst van FlexusJeugdplein. Begin dit jaar ben ik, samen met

negen collega’s, overgenomen door CVO Accent (zie pagina 23).

Met z’n tienen ondersteunen we alle Rotterdamse CVO-vestigingen.

Als smw’er help je leerlingen. Hoe? Ik word doorgaans ingeschakeld als een leerling sociaal-emotionele

problemen heeft die een negatieve invloed hebben op het school-

functioneren. Meestal meldt de mentor (via de zorgcoördinator)

de leerling bij mij aan. Maar soms nemen de ouders contact op of

komt de leerling uit zichzelf naar mij toe. In alle gevallen vinden er

altijd eerst intakegesprekken plaats met alle betrokkenen, meestal

de leerling, ouders en mentor. In deze gesprekken bespreken we

of de leerling baat zou kunnen hebben bij mijn hulp.

En daarna? Soms blijkt dat er zwaardere, externe hulp nodig is. Dan leid ik

de leerlingen daarheen. Maar regelmatig kan ik zelf hulp bieden.

Per situatie schat ik in wat nodig is. Soms volstaan enkele

gesprekken, waarin de leerling gewoon eens zijn verhaal kan doen

en dingen op een rijtje gaat zetten. En soms is het beter dat ik een

gerichte training geef, bijvoorbeeld ‘Van agressief naar assertief

reageren’ of ‘Storende en helpende gedachten’. In alle gevallen gaat

het erom dat ik de leerling tools in handen geef om keuzes te maken

en iets in zijn leven te veranderen. Gedurende het hele traject blijft

ik continu in gesprek met alle betrokkenen. Ik stem voortdurend

af hoe we er met elkaar voor kunnen zorgen dat de leerling weer

goed op de rit komt.

Wat voor iemand wil je voor de leerlingen zijn?Iemand die ze op weg helpt en hun belang vooropstelt, dat is voor

mij het belangrijkste. Daarnaast probeer ik laagdrempelig en

toegankelijk te zijn. Maar begrijp me goed: ik ga niet zitten om

het zitten, niet praten om het praten. Ik maak leerlingen wel altijd

duidelijk dat we echt aan de slag gaan, dat we een doel hebben.

Je hebt ook een preventieve rol. In welk opzicht?Als smw’er ben ik ook betrokken bij algemenere zaken, bijvoorbeeld

het omgaan met pesten. Laatst heb ik, samen met een mentor,

gesprekken gevoerd met een klas waarin veel gepest werd.

Het is mooi om te zien hoe we elkaar daarin aanvulden.

Door Passend onderwijs komen er steeds meer leerlingen over

de vloer die extra zorg nodig hebben. Docenten moeten met al die

verschillen omgaan. Dat is nogal wat! Ik vind het belangrijk dat zij

zich realiseren dat ze er niet alleen voor staan. Ik help, ondersteun

en adviseer waar mogelijk.

Waar ben je trots op?

Ik ben er trots op dat we op ‘mijn’ scholen deze vorm van hulp-

verlening kunnen aanbieden. De kracht van deze hulpverlening is

dat we het sámen doen: de school, de ouders, de leerling, eventueel

externen en ikzelf als smw’er.

De samenwerking tussen school en smw kan nog verder ontwikkeld

worden, vooral ook in het kader van Passend onderwijs. Ik zie hierin

een grote uitdaging voor de scholen en het smw. Eén ding is voor

mij duidelijk: sámen kunnen we veel meer bereiken!

[Karin van Breugel]

In gesprek met…

‘Ik maak leerlingen duidelijk dat we een doel hebben.’

Page 27: CVOpen mei 2013

CVOCVO omvat zeven scholen(groepen) voor voortgezet onderwijs:

CVO Accent, Comenius College, CSG Calvijn, Farelcollege, Marnix

Gymnasium, Melanchthon en PENTA college CSG. Deze scholen-

groepen hebben vestigingen op bijna 40 verschillende locaties,

met een sterke concentratie in Rotterdam. De meeste CVO-scholen

zijn brede scholengemeenschappen met meerdere vestigingen.

Ze verzorgen onderwijs op alle niveaus. Met zo’n 21.000 leerlingen

behoren we tot de grotere schoolbesturen van Nederland.

CVO is werkgever voor ongeveer 2.350 medewerkers. We bieden jonge

mensen stimulerend onderwijs en een brede vorming. Daarbij houden

we rekening met de individuele mogelijkheden van onze leerlingen:

iedere leerling krijgt de ruimte om zijn of haar talenten optimaal te

ontwikkelen. Het gaat om de vorming van ‘heel de mens’.

We handelen vanuit een christelijke inspiratie met oog en respect

voor haar vele verschijningsvormen. Vanuit een open houding werken

we samen met vele verschillende partners om ons onderwijs op

een zo hoog mogelijk niveau te brengen en te houden.

VerenigingsbureauCVO heeft een eigen verenigingsbureau waar 35 mensen werken.

De medewerkers ondersteunen het bestuur, het managementteam

en de scholen van CVO. Ze houden zich bezig met onderwijsbeleid,

personeelsbeleid, huisvestingsbeleid, communicatiebeleid, boek-

houding, personeels- en salarisadministratie en systeem beheer/ICT.

Missie

Wij, de scholen van CVO,

• verzorgenenverstrekkeninspirerendonderwijs

en brede vorming aan jonge mensen;

• dragenvanuiteenopenhoudingbijaanallevormen

van samenwerking die het onderwijs en het beleid

voor jonge mensen ten goede komen;

• presenterenenverantwoordenonshelder

aan (alle belanghebbenden in) de samenleving.

Wij doen dit vanuit de volgende grondhouding:

• staandmiddenindesamenleving,geworteldinhetEvangelie

en handelend vanuit een christelijke inspiratie;

• metoogenrespectvoordeveleverschijningsvormen

van deze inspiratie;

• rechtdoendaandeindividuelemogelijkhedenvanonzeleerlingen

en gericht op hun actieve deelname aan de gemeenschap.

Alle auteursrechten en andere rechten van intellectuele eigendom op alle artikelen, teksten, foto’s, afbeeldingen en materialen die zijn opgenomen in CVOpen zijn eigendom van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving (CVO) of zijn opgenomen met toestemming van de eigenaar, tenzij uitdrukkelijk een andere bron wordt vermeld. Geen enkel artikel, tekst, foto, afbeelding mag worden veranderd of worden opgenomen in enig ander werk of andere publicatie, behoudens voor zover de overname geschiedt ten behoeve van persoonlijke en niet-commerciële doeleinden met vermelding van de bron.

De CVO-scholen

Accent Praktijkonderwijs,

Onderwijsopvang,

Onderwijsondersteuning,

Avondschool

Weegschaalhof 33

Postbus 84017

3009 CA Rotterdam

Tel. (010) 209 99 26

Fax (010) 209 56 40

[email protected]

www.cvoaccent.nl

Christelijke Scholen gemeenschap

Calvijn

Roerdomplaan 42

Postbus 57613

3008 BP Rotterdam

Tel. (010) 493 33 66

Fax (010) 493 33 77

[email protected]

www.calvijn.nl

Comenius College

P.C. Boutenssingel 15

Postbus 797

2900 AT Capelle aan den IJssel

Tel. (010) 450 18 66

[email protected]

www.comenius.nl

Farelcollege

Kastanjelaan 50

Postbus 163

2980 AD Ridderkerk

Tel. (0180) 411 777

Fax (0180) 418 904

[email protected]

www.farelcollege.nl

Marnix Gymnasium

Essenburgsingel 58

3022 EA Rotterdam

Tel. (010) 244 50 44

Fax (010) 478 08 46

[email protected]

www.marnixgymnasium.nl

Melanchthon

Schiekade 101

Postbus 28211

3003 KE Rotterdam

Tel. (010) 476 73 00

Fax (010) 477 26 09

[email protected]

www.melanchthon.nl

PENTA college CSG

J.A. Heijwegenlaan 4

Postbus 220

3200 AE Spijkenisse

Tel. (0181) 600 200

Fax (0181) 697 523

[email protected]

www.penta.nl

Page 28: CVOpen mei 2013

CVO

Henegouwerplein 14

3021 PM Rotterdam

Postbus 2152

3000 CD Rotterdam

T [010] 217 13 99

F [010] 411 42 78

www.cvo.nl

CVO. Meer dan het gewone.

‘ Zorg dat het in het onderwijs niet alleen over kosten gaat. De ontwikkeling van jonge mensen is zoveel meer waard!’

Arie Kooyman, vertrekkend directeur van Accent, op pagina 17

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving