Cursus werkbegeleiding

Naam: Joyce Stuijt Studentnr: 500635116 Klas: 3IKZ1 Opleiding: 3e jaar HBO-V Studiedeelnummer: 3512TRWBOP Studieonderdeel: Cursus werkbegeleiding Aantal woorden: 1800 Docent: Y. van Marle Datum: 27 juni 2014

1

Inhoudsopgave 1. Inleiding ..........................................................................................................................................2

2. Item verklaring/ Verantwoording leerdoelen...................................................................................2

3. Reflectie ..........................................................................................................................................3

2

1. Inleiding Tijdens de training werkbegeleiding heb ik drie soorten gespreksvormen geoefend namelijk introductie gesprek, tussenevaluatie en eindevaluatie. Dit hebben we in groepjes van vier geoefend. Daarnaast hebben we theorie gekregen over de verschillende vormen van werkbegeleiding geven. In overleg met de docent (Y. van Marle) hebben we de gespreksvormen in groepjes gehouden. Waardoor het niet mogelijk was voor de docent om iedereen te beoordelen tijdens een gesprek. Daarom heb ik geen feedback kunnen krijgen van de docent en heb ik totaal negen feedbackformulieren verzameld. In het verslag reflecteer ik over hoe ik aan de competentie werkbegeleiding heb gewerkt. Ik reflecteer over mijn persoonlijke leerdoelen, daarbij reflecteer ik op de verkregen feedback. Als laatst kijk ik in hoeverre ik de competentie heb ontwikkeld en behaald. Maar eerst de item verklaring.

2. Item verklaring/ verantwoording leerdoelen Leerdoel 1: Ik ben in staat aan het einde van deze training een nieuw student verpleegkunde in te

werken op de afdeling, waarbij ik een introductie gesprek doe waarbij je concrete informatie geeft

aangepast aan het jaar van de student.

Ik heb nog niet eerder werkbegeleiding gegeven. Daarom denk ik dat het belangrijk is om een goede

introductie te geven want dit is toch de eerst indruk die jij krijgt van de student verpleegkunde en

andersom. Zo weten we van elkaar wat we kunnen verwachten.

Leerdoel 2: Ik ben instaat aan het einde van deze training om de student uit te laten spreken

tijdens een gesprek en luister wat de verpleegkunde student te zeggen heeft.

Ik vind het moeilijk om iemand eerst zijn verhaal te laten doen en daarna te reageren. Daarom is het

goed dat ik eerst luister naar wat de student- verpleegkunde te zeggen heeft.

Leerdoel 3: Ik ben in staat aan het einde van deze training om ideeën, feiten en instructie op

heldere wijze te presenteren aan de student(en) hierbij maak ik gebruik van begeleidingsmiddelen

en instrumenten.

Dit is belangrijk om handelingen op de juiste manier aan te leren. Hierbij is het belangrijk hoe je deze

infomatie brengt. Ik denk dat ik daarbij vooral moet letten om het gestructureerd te brengen. Hierop

kan ik ook letten tijdens een gesprek, dat ik wel het gesprek gestructureerd houd met een inleiding,

middenstuk en slot.

Leerdoel 4: Ik ben in staat om aan het einde van deze training opdrachten te beoordelen en tot een beoordeling van de stage te komen. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de opdrachten die de student-verpleegkunde moet maken om tot een juiste beoordeling te komen voor de student-verpleegkunde. Leerdoel 5: Ik ben in staat aan het einde van deze training problemen te herkennen bij een leerstijl van de student- verpleegkunde. Hierbij moet ik bekend zijn van de verschillende leerstijlen en in het introdutie gesprek er achter komen welke leerstijl bij de student-verpleegkunde past. Zo kun je je begleiding daar op afstemmen. Waardoor je de student goed kunt begeleiden. Leerdoel 6: Ik ben in staat aan het einde van deze training feedback te geven aan de student- verpleegkunde en benoem daarbij gevolgen van het gedrag van de student. Ik moet vooral letten om ook positieve feedback geven. Omdat ik dit vaak moeilijker vind dan negatieve feedback geven. Voor de student is het namelijk ook fijn om te horen wat hij/zij goed doet.

3

Leerdoel 7: Ik kan aan het einde van deze training feedback ontvangen van de student verpleegkunde. Om aan mijn werkbegleiding te blijven werken. Vind ik dat ik ook open moet staan voor feedback om mijn werkbegeleiding zo goed mogelijk te kunnen geven aan de student-verpleegkunde. Daarbij moet je letten dat de drempel laag is om feedback te geven door een openhouding en gelijkwaardigheid te creeeren. Leerdoel 8: Ik ben instaat aan het einde van deze training informatie en gedrag, problemen te herkenen en te analyseren van de student- verpleegkunde. Door informatie en gedrag en problemen te herkenen en te analyseren wil ik de student- verpleegkunde motiveren om het leerredement zo hoog mogelijk te maken. Hierbij lijkt het mij moeilijk om een student aan te spreken op zijn gedrag.

3. Reflectie Ik heb nog niet eerder iemand begeleid. Ik vind van mezelf dat ik nog niet genoeg kennis heb op iemand goed te kunnen begeleiden. Ik vind dat je voldoende kennis moet hebben van over het geven van werkbegeleiding. Hierbij moet de werkbegeleiding goed kunnen communiceren. Daarnaast vind ik dat je zeker moet over komen en goed feedback kunnen geven aan de stagiaire. Daarom heb ik de volgende leerdoelen opgesteld om aan de competentie werkbegeleiding te werken. Ik heb per leerdoel gereflecteerd op de verkregen feedback tijdens de verschillende gesprekjes en op de items. Tot slot beschrijf ik in welke mate ik de competentie beheers en welke onderdelen ik meeneem naar aankomende stage in jaar vier. Leerdoel 1: Ik ben in staat aan het einde van deze training een nieuw student verpleegkunde in te werken op de afdeling, waarbij ik een introductie gesprek doe waarbij je concrete informatie geeft aangepast aan het jaar van de student. Ik heb goed aan dit leerdoel kunnen werken. Dit komt uit de feedback naar voren dat ik het doel van het gesprek benoem daarbij geef ik gelijk de beoordeling. Als puntje van feedback wat ik nog meer zou kunnen doen is tussendoor samenvatten tijdens het gesprek. Ik vroeg naar eerdere ervaringen tijdens het introductie gesprek dit was goed, want zo kon ik een goed beeld vormen van de student- verpleegkunde Leerdoel 2: Ik ben instaat aan het einde van deze training om de student uit te laten spreken tijdens een gesprek en luister wat de verpleegkunde student te zeggen heeft. Ik kwam tijdens de gesprekjes geïnteresseerd over en ik luisterde naar de student als die aan het woord was. Tijdens het eerste gesprek was ik veel zelf aan het woord. Dit ging bij het tussenevaluatie gesprek beter. Daarbij liet ik de student uitspreken en liet zo nodig stiltes vallen, dit zorgde er voor dat de student zich op zijn gemak voelde. Van te voren dacht ik dat ik met dit leerdoel moeite zou hebben, maar achter af viel dit erg mee. Ik moet er wel opletten dat ik niet te veel aan het woord ben en de student het gesprek laat leiden.

Leerdoel 3: Ik ben in staat om aan het einde van deze training ideeën, feiten en instructie op heldere wijze te presenteren aan de student(en) hierbij maak ik gebruik van begeleidingsmiddelen en instrumenten. Ik had tijdens de gesprekken een duidelijke stuctuur. Ik gaf de student ruimte om vragen te stellen. In het eerste gesprek kreeg ik als feedback dat het slot niet helemaal duidelijk was. Maar tijdens de andere gesprekken kreeg ik positieve feedback over de structuur van het gesprek.

4

Leerdoel 4: Ik ben in staat om aan het einde van deze training opdrachten te beoordelen en tot een beoordeling van de stage te komen. Tijdens de introductie sprak ik verwachtingen uit over het stagewerkplan. Ik kwam gelijk aan het begin van de gesprekken met de beoordeling. Hierbij lichtte ik toe hoe ik tot deze beoordeling was gekomen. Hierbij had ik bij de tussenbeoordeling een voorbeeld benoemd hoe ik tot deze beoordling was gekomen. Dat ik gelijk de beoordeling gaf was erg fijn voor de student- verpleegkunde. Hierbij was gelijk de spanning weg. Leerdoel 5: Ik ben in staat aan het einde van deze training problemen te herkennen bij een leerstijl van de student- verpleegkunde. Tijdens het gesprek dwaalde we even af, ik heb het gesprek herpakt. Daarnaast moet ik er op letten dat ik niet te snel met een oplossing kom tijdens het tussenevaluatiegesprek. Het is juist goed om de student zelf met een oplossing te laten komen in plaats van feedback te geven en te zeggen wat de student beter kan doen. Daarbij begon ik met de meeste gesprekken eerst met de positieve feedback en noemde daarna de aandachtspunten. Daarbij viel mij op dat ik ook positieve feedback goed kon benoemen. Terwijl ik van te voren dacht dat ik dit moeilijk zou vinden. Leerdoel 6: Ik ben in staat aan het einde van deze training feedback te geven aan de student- verpleegkunde en benoem daarbij gevolgen van het gedrag van de student. Ik spreek vanuit de ik-vorm. Daarbij geef ik positieve feedbac k en beargumenteerd dat. De negatieve feedback lichtte ik ook toe. De student vond het fijn dat ik ondanks de negatieve beoordeling van de tussenevaluatie ook positieve feedback gaf. Leerdoel 7: Ik kan aan het einde van deze training feedback ontvangen van de student verpleegkunde. Tijdens de gesprekken had ik een openhouding, ik keek de student aan en keek vriendelijk. Hierdoor dachten de beoordelaars dat de student zich op zijn gemak voelde. Ik had soms wel wat meer in kunnen gaan op emoties, daarbij had ik beter door kunnen vragen op gevoelens. Dit blijft tijdens de gesprekken een beetje oppervlakkig. Dit vind ik nog beste lastig bleek uit het oefenen van de gesprekken, omdat ik toch bang ben dat ik niet weet hoe ik moet regeageren om een bepaalde emotie van de student-vepleegkunde vraag ik maar niet te veel door. Maar dit moet ik juist wel doen, want dan komt er meer diepgang in het gesprek. Leerdoel 8: Ik ben instaat aan het einde van deze training informatie en gedrag, problemen te herkenen en te analyseren van de student- verpleegkunde Ik spreek mijn verwachtingen naar de student uit tijdens het introductiegesprek. Ik luister actief en heb een open houding tijdens de gesprekken. Daarbij had ik soms wat meer door kunnen vragen naar wat voor oplossingen voor de feedback die de student had gekregen of over gevoelens. Uit de verkregen feedback blijkt dat ik heb gewerkt aan de competentie werkbegeleiding. Waarbij ik heb geleerd tijdens deze training waar ik op moet letten als werkbegeleider. Dit heb ik geleerd door theorie en het oefenen van verschillende gesprekvormen. Op deze manier heb ik de competentie werkbegeleiding kunnen oefenen. Daarom neem ik dit leerdoel volgend jaar tijdens mijn stage mee, om het in de praktijk echt toe te passen. Met behulp van de volgende leerdoelen waar ik nog aan wil werken als ik werkbegeleiding tijdens de stageperiode. Als ik een introductie gesprek, een tussenevaluatie of eindevaluatie gesprek ga voeren wil ik goed samenvatten tussen door. Daarnaast wil ik goed doorvragen tijdens de gesprekken naar oplossingen van de student. Ik wil doorvragen naar gevoelsrefelecties als dit van toepassing is tijdens het gesprek. Als laatst wil ik er opletten dat ik de student zo veel mogelijk aan het woord laat en zelf laat refelcteren en oplossingen laat bedenken. Dit lijkt mij een leuke uitdaging voor volgend jaar stage.

5

Bijlagen In de bijlagen vind u de feedbackformulieren van introductiegesprek, tussen evaluatiegesprek en

eindevaluatie gesprek

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22