Curriculum Ballet

28
Curriculum Ballet BovenBouw – niveau 1

description

Hierin vindt u een curriculum die u kan gebruiken voor het geven van een ballet les

Transcript of Curriculum Ballet

Page 1: Curriculum Ballet

Curriculum Ballet BovenBouw – niveau 1

Page 2: Curriculum Ballet

INHOUDSOPGAVEHoofdstuk 1. Inleiding Blz. 1Hoofdstuk 2. Geschiedenis Blz. 2- 4Hoofdstuk 3. Doelstelling Blz. 5Hoofdstuk 4. Het niveau van de klas Blz. 6Hoofdstuk 5. Syllabus Blz. 7Hoofdstuk 6. Het leerplan Blz. 8

BeginsituatieTussendoelEinddoel

Blz. 8Blz. 8Blz. 9

Hoofdstuk 7. Het lesplan Blz. 10Periode APeriode BPeriode C/D

Blz. 11-12Blz. 13-15Blz. 16-18

Hoofdstuk 8. Kader Blz. 19Hoofdstuk 9. De uitgeschreven les Blz. 20-29

Page 3: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 1INLEIDING

Dit curriculum is geschreven voor de Balletles (PSMD) van de Oriëntatie BovenBouw (OBB) – niveau 1. De oriëntatielessen van Lucia Marthas staan voor een wekelijks lessenpakket van drie uur in Ballet, PSMD en Song&Dance. Aan het einde van het jaar worden deze lessen afgesloten door middel van de Eindpresentatie Oriëntatie / Recreatie. Verder is de Oriëntatie voor sommige leerlingen een fijne opstap om door te kunnen stromen naar de vooropleiding van Lucia Marthas.

De OBB-niveau 1 bestaat uit leerlingen die in klas 1 t/m 3 van de middelbare school zitten. De leeftijd varieert tussen de 11 en 14 jaar in deze groep. Een aantal van deze leerlingen komen nu in de puberteit. Het is daarom als docent belangrijk om bewust te zijn van de gevolgen die de puberteit met zich meedraagt. Enkele kenmerken die bij de puberteit horen zijn:

- onzekerheid- emotiewisselingen- drang naar zelfstandigheid - seksueel actief worden/zijn

De concentratie en discipline wisselt heel erg bij deze leeftijdsgroep. Een aantal leerlingen zijn heel fanatiek en een aantal veel minder en zien het als een plek waar ze hun vrienden zien. De Oriëntatie bied een leeromgeving aan waarin leerlingen met plezier zichzelf kunnen uiten in dans en in contact kunnen komen met leeftijdsgenoten. Het creëren van een fijne werksfeer, is dan ook van belang. Dit houdt respect naar docent en medeleerlingen in.

Dit curriculum bevat:* De geschiedenis over het vak Ballet * Doelstellingen die horen bij de BovenBouw – niveau 1* Uitleg over het niveau van de BovenBouw – niveau 1* Een syllabus * Een leerplan * Meerdere lesplannen voor verschillende periodes in het jaar* Een kader (benodigdheden om de Balletles te geven)* Ee uitgeschreven les

Het curriculum is bedoeld om ander (dans)docenten een inzicht te geven van de Balletles voor deze specifieke leeftijdsgroep. Het curriculum is gebaseerd op het lesgeven volgens het LMIPA systeem. Dit kan dus verschillen van curricula op andere dansscholen.

Page 4: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 2GESCHIEDENIS

Ballet is een manier om emoties of een verhaal uit te drukken op muziek, door middel van bewegingen die gebaseerd zijn op de klassieke ballettechniek . Deze techniek heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld. Heel vroeger danste men voornamelijk voor het eigen plezier, maar in de Renaissance (15' en 16' eeuw) werd een bepaalde dansvorm, die voornamelijk werd beoefend aan de hoven, tot kunstvorm verheven. Frankrijk liep in deze ontwikkeling voorop. Daar vinden we de eerste dansmeester en daar werd ook in 1661 de eerste balletschool. opgericht door de 'Zonnekoning" Lodewijk XIV . Het klassieke ballet is geworteld in een eeuwenoude cultuur en heeft zich zeer geleidelijk ontwikkeld tot de veelzijdige, verfijnde kunstvorm die het nu is. Alle bewegingen van het klassieke ballet bestaan in wezen uit (samengestelde) verbindingen tussen vaste posities, richtingen en lichaamsbewegingen. Ook de meest gecompliceerde bewegingen kunnen begrijpelijk worden, wanneer er zuiver inzicht bestaat in de elementen waaruit deze bewegingen zijn opgebouwd . Dit inzicht is zeer belangrijk voor het herleiden van bewegingen naar andere stijlen, zoals de show/musicaldans en de jazzdans . Aangezien er een vermenging van stijlen heeft plaatsgevonden, heeft de klassieke ballettechniek tegenwoordig een grote invloed op de basis van de andere danstechnieken . In de opleiding aan de Amsterdamse Balletakademie is klassiek ballet een belangrijk vak. Het dient als basis en ter ondersteuning van de show/musicaldans en jazzdanslessen. De studenten zullen naar fysieke mogelijkheden de klassieke techniek als zeer belangrijke ondergrond voor hun toekomstige werkveld leren beheersen. Binnen de ballettechniek hebben zich verschillende stijlen en leermethoden ontwikkeld, afhankelijk van lokale tradities en opgesteld door voortrekkers binnen het vak. Grondlegster van de door de Stichting Amsterdamse Balletakademie gehanteerde techniek is Agrippina Vaganova. De grondlegster van de Sovjet-danstechniek. Voor een nieuwe aanpak had het opkomende Sovjet-realisme in de dans een nieuw soort dansers nodig. Vooral bepaalde kenmerken van de traditionele Frans-Russische danstechniek, die met een zeer formeel karakter was ontwikkeld in de 19' eeuw, werden door hun stijfheid ervaren als belemmeringen voor de vrije uitdrukking van gevoelens. Vele Russische choreografen en pedagogen probeerden al vanaf het begin van de 20' eeuw de academische ballettechniek beter te maken, vooral door deze te combineren met mime en acrobatiek. De grote doorbraak kwam echter door het werk van de Lenm'gradse danskunstenares Agrippina Vaganova (1879-1951). Zij was als grondlegster van de modern Russische dansstijl, een van de grootste pedagogen in de dansgeschiedenis. Vaganova kan dan ook op een lijn worden gesteld met danstechnische vernieuwers zoals Beauchamp, , Blasis , Bournoville en Petipa . 

Page 5: Curriculum Ballet

Vooral aan Vaganova is het te danken dat de Russische dansstijl, na de bloei periode van Petipa's Frans-Russische stijl, opnieuw een van de toonaangevende stijlen van het academische ballet is geworden een dansstijl die ook, sinds de jaren zestig, veel invloed heeft in de westerse danswereld. Vaganova was geschoold in de tradities van het Marijinksi-Ballet in ST. Petersburg. Daar maakte zij in 1894 haar debuut als danseres en werd zij in 1915 tot ballerina bevorderd. Gezien haar prestaties in de jaren daarvoor kwam deze bevordering nogal laat, vermoedelijk omdat Vaganova niet over uiterlijke schoonheid beschikte ,noch over machtige beschermheren. Bijgenaamd 'de koningin van de variaties' was zij vooral gevierd om haar briljante spitzentechniek en dankzij een overtroffen ballon' en batterie' weergaloze sprongen. Op het hoogtepunt van haar danscarrière trok zij zich al in 1916 terug als danseres om enkele jaren later voor het eerst les te geven in Akim. Volijnski's privéschool. In zijn ‘school van het Russische Ballet’ experimenteerde Vaganova eerst met haar nieuwe methode (1919-1921) die zij vanaf 1922, toen zij werd aangesteld als docente, introduceerde in de school van het 'Kirov Ballet' en in de zogeheten perfectie klassen voor de solisten van de groep. Voor haar danstechnische methode baseerde Vaganova zich enerzijds op de Frans-Russische danstechniek waarin zijzelf was opgeleid. Anderzijds verwerkte zij de invloed van de Italiaanse techniek van Cecchetti (met zijn virtuoze springtechniek) wiens lessen evenals die van zijn leerlinge, Vaganova als toeschouwster bestudeerde. Zo ontwikkelde zij haar eigen methode, de Vaganova-techniek waar van het overheersende kenmerk wordt gevonden in grote, vloeiende dansbewegingen Deze bleken bij uitstek geschikt te zijn om uitdrukking te geven aan de emotionele bewogenheid van de nieuwe sovjetballetten die streefden naar psychologisch realisme. Het belangrijkste bewegingsprincipe van de Vaganova-techniek heeft te maken met de harmonische coördinatie van alle lichaamsdelen, terwijl in de klassieke Frans-Russische dansstijl alle nadruk ligt op de benen, is voor de Vaganova-techniek het bovenlichaam net zo belangrijk. Dit wordt benadrukt door veelvuldige vloeiende ports de bras en plastische lichaamshoudingen zoals effasé en croisé. Het meest opvallende aan de buitengewoon plastische Vaganova-techniek is echter het nadrukkelijk, soepele gebruik van de rug, waardoor men wel spreekt van de Vaganova-rug.Door het steeds weer voor of achter over buigen van het bovenlichaam wordt de torso de oorsprong van alle bewegingen. Hierdoor wordt het emotionele karakter van de dans versterkt, wat ook de bedoeling van Vaganova was. Technisch biedt deze oefening van de rug ook voordelen doordat evenwicht en springkracht worden bevorderd.

Vaganova liet zich ook inspireren door eigentijdse sovjet-choreografen, met name Lopoechov, met zijn acrobatische of gymnastische bewegingsthema's . Zij hield zich echter wel aan de principes van het academische ballet, zodat Vaganova onder meer de zuiver klassieke lijnen van de 19' eeuwse dansstijl heeft gehouden. Tegelijkertijd heeft zij de sovjet-dansstijl van de 20' eeuw gevarieerder in zijn bewegingen en expressiever in zijn uitdrukkingsvermogen gemaakt. Dit alles bereikte zij doordat de Vaganova-techniek de voordelen biedt van een meer energieke draaitechniek, een sprongtechniek met grotere zweefkracht meer vloeiende en expressieve ports des bras, en in het algemeen een grotere lichaamsbeheersing waarbij zelfs de rug en hoofd met precisie in steeds veranderde posities worden gebracht .

Page 6: Curriculum Ballet

 

De danstechnische principes van haar methode publiceert Vaganova in 1934 voor het eerst in haar standaardwerk 'Grandbeginselen van de klassieke dans (Osnovy Klassitsjeskogo tantsa). Dit is in vele talen vertaald o.a. in het Engels (1946) en Duits (1954). In de jaren 60 en 70 werd de Vaganova-techniek, die inmiddels ook weer is gemoderniseerd en allerlei versies kent, op grote schaal in het Westen verbreid . Verder werd de verbreiding van de Vaganoya-techniek bevorderd door het stimulerende dansvoorbeeld van de sterren uit het Kirov Ballet, die zijn uitgeweken naar het Westen, zoals Nureyev , Makarova en Barysbnikov

Ballet en LMIPA:LMIPA werd in 1983 door Lucia Marthas opgericht als een kleine particuliere balletschool met één studio in een voormalig woonhuis aan de Van Woustraat in Amsterdam. Vanaf het prille begin heeft LMIPA altijd een eigen koers gevaren. Het LMIPA is een instituut dat midden in het werkveld én de samenleving staat. Binnen het instituut vormt Ballet de basis van alle andere dansstijlen. De Vaganova-techniek, zoals hierboven beschreven, wordt gebruikt in de balletlessen van LMIPA

Page 7: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 3DOELSTELLING

InleidingDe doelstellingen voor deze groep zijn verschillend per leerling. Er is in deze groep een niveauverschil (zie hoofdstuk 4: het niveau van de klas). Dit komt omdat er gedurende het jaar nieuwe leerlingen bij zijn gekomen, die nauwelijks tot geen ervaring hebben met ballet. Dit verschilt met de leerlingen die al een aantal jaar leskrijgen in de oriëntatie. Hieronder vindt u een overzicht van de doelstellingen die horen bij deze groep. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene doelstellingen en specifieke doelstellingen. Bij de algemene doelstellingen horen de doelstellingen die bij elke les van invloed zijn (zowel, ballet, PSMD, als song&dance). Bij specifieke doelstellingen worden de doelstellingen beschreven die relevant zijn in de Balletles.

Algemene doelstellingenHoudingEen goede houding is in iedere les belangrijk. Dit zorgt ervoor dat er een veilige werksfeer is en zo iedereen met plezier zich kan uiten in de les. De punten hieronder zorgen ervoor dat deze werksfeer behouden kan worden:* De leerlingen zijn op tijd in de les* De leerlingen zijn stil als de docent praat* De leerlingen hebben een actieve houding (niet tegen de muur hangen, etc.)* De leerlingen hebben respect voor de docent en medeleerling

Twee doelstelling die hieruit voortkomen luiden als volgt:* De leerling durft te vragen aan medeleerling en docent als hij iets niet snapt* De leerling werkt samen op aanwijzing van de docent* De leerling heeft plezier in hetgeen wat hij of zij doet in de les

Specifieke doelstellingen* Elke leerling heeft aan het einde van het jaar de basishouding onder de knie* De leerling probeer uitstraling te geven tijdens de balletoefeningen en is minder

bezig met de passen* De onthoudt de oefeningen* De leerling kan aan het einde van periode D een pas de vals, pas chassé a terre en

temps lié sauté en retiré á la seconde uitvoeren. * De leerling kan een nette balans op relevé maken in 1e positie en twee tellen blijven

staan* De leerling komt in aanraking met nieuwe vocabulaire en onthoudt deze

Page 8: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 4HET NIVEAU VAN DE KLAS

Het niveau bij de leerlingen binnen de Oriëntatie BovenBouw – niveau 1 in ballet verschilt. Ongeveer de helft van de leerlingen heeft al één of meerdere jaren balletles gevolgd aan de oriëntatie van Lucia Marthas. Er zijn een paar leerlingen die bovengemiddeld presteren en talent hebben voor de vooropleiding, maar er zijn ook leerlingen die net nieuw zijn en nauwelijks tot geen ervaring hebben met ballet. De klas bestaat uit één jongen en tien meiden.

De leerlingen die al wat langer de balletlessen volgen van de oriëntatie hebben de basishouding goed onder de knie. De nieuwere leerlingen hebben hier af en toe nog moeite mee (holle rug, bekken gekanteld, knieën niet volledig doorstrekken tijdens de oefeningen). Bij deze leerlingen moet hier door de docent nog extra aandacht op gelegd worden. Bij de leerlingen waarbij de basishouding goed is, kan er gewerkt worden aan het verbeteren van de kwaliteit in de oefeningen.

De leerlingen zijn soms ‘lui’ in hun benen. Dit zie je aan het niet volledig doorstrekken van de voeten, of de oefening uitvoeren zonder energie. Het is een groep waar veel vrienden en vriendinnen bij elkaar zitten, dus het is van belang om een goede balans te vinden tussen werken en ‘praatpauze’. Hier moet je als docent consequent in zijn.

In de balletles wordt vooral aandacht besteed aan kracht, techniek en lenigheid. Uitstraling is ook van belang, maar je merkt dat de leerlingen de oefeningen soms nog niet onder de knie hebben en zich daardoor minder kunnen focussen op hun uitstraling.

Verder is het belangrijk om aandacht te leggen op het onthouden van de oefeningen. De leerlingen doen de oefeningen wel de docent het uitlegt, maar zijn het vaak de volgende week weer vergeten. Dit komt ook doordat de opkomst van leerlingen in bepaalde periodes minder is door bijvoorbeeld; toetsen, vakanties, etc.

Page 9: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 5SYLLABUS

InleidingIn deze syllabus worden de passen beschreven die gebruikt kunnen worden bij de OBB – niveau 1.

De barre:Demi- Plié 1e, 2e en 5e positie uitgedraaidPas chassé 1e positie uitgedraaid á la seconde / en avantBattem. Tendu 1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreBattem. tendu (in plié) 1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreBattem. tendu jeté 1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreBattem. tendu jeté (in plié)1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreElevé/Relevé 1e positie uitgedraaidBattement fondu 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreCou de Pied/Retiré 1e/ 5e positie uitgedraaid á la seconde op platte voetAttitude - uitgedraaid vanuit retiré voor aangelegdRond de jambe 1e positie uitgedraaid en dehors + en dedansGrand battement RDJ 1e positie uitgedraaid en dehors + en dedansGrand battement jeté 1e/ 5e positie uitgedraaid devant/ á la secondePas demi temps lié 1e / 5e positie uitgedraaid á la seconde

Fysiek:Kracht* buikspieren recht/schuin op en afrollen / langzame crunches* rugspieren recht langzaam

Stretch* Frog sit * Spagaat* 2e positie sit* Long sit

Au milieu:* pas chassé à terre en gesprongen de côté/ en avant* pas demi temps lié à terre de côté* pas de valse recht/ gedraaid* pas polonaise en avant* pas temps lié en retiré en avant

(á la seconde en devant aangelegd)* port de bras 1e , 2e , 3e

Sprongen* petite sauté 1e , 2e , 5e

* echappé 2e pos* petite assemblé (periode D) 5e pos* sisonne simple (periode D) 5e pos

Page 10: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 6LEERPLAN

InleidingHet leerplan kan gezien worden als een beknopt lesplan voor het hele jaar en wordt ingedeeld in drie periodes; De beginsituatie (september), het tussendoel (december/ tot kerstvakantie) en het einddoel (mei/tot meivakantie). Na de meivakantie wordt er door de oriëntatieklas gewerkt aan een eindvoorstelling, vandaar dat het streven voor het behalen van het einddoel voor de meivakantie ligt. Zie hieronder het leerplan 2015/2016 van de Oriëntatie Bovenbouw, niveau 1:

BeginsituatieDe Oriëntatie Bovenbouw - niveau 1 bestaat uit leerlingen uit klas 1, 2 en 3 van de middelbare school. De meerderheid van de leerlingen heeft al één of meerdere jaren les gevolgd op de oriëntatie van Lucia Marthas. De basis van Ballet is bekend bij alle leerlingen uit deze klas (dit is een verschil met de komende periodes, omdat er aan het begin nog weinig nieuwe leerlingen waren).

Het leer- en lesplan voor de PSMD les van de Oriëntatie Bovenbouw 1 is gericht om dans en expressieve kwaliteiten te koppelen en verbeteren. Daarnaast is ook het dansplezier van groot belang. De leerlingen zijn oud genoeg om zich gedurende het gehele lesuur te kunnen concentreren en de discipline is genoeg ontwikkeld om als docent bepaalde eisen te stellen.

De leerlingen meeste hebben een redelijke kennis over de basis van ballet, maar er zijn ook een paar nieuwe leerlingen die dit nauwelijks of niet hebben. Er wordt gewerkt aan de houding aan de barre en verschillende basispassen komen in de les aan de orde. De doelstelling voor deze periode is het leren van een pas de bourré en het aanleren van een pas chassé á terre. Verder wordt er veel aan balans gewerkt als voorbereiding op het draaien.Qua muziek worden er nummers gebruikt die een educatieve functie hebben, zoals nummers van een bepaalde componist die gecomponeerd heeft voor grote balletstukken (Tchaikovsky).

TussendoelHet tussendoel zijn de gesloten doelstellingen voor de kerstvakantie. Van de leerlingen wordt verwacht dat netjes klaarstaan aan de barre voordat de muziek begint en erna als de muziek is afgelopen. Dit zorgt voor een bepaalde discipline in de les. In deze periode wordt er aandacht gelegd op het springen en worden er nieuwe passen aangeleerd zoals de temps lié, de attitude en de temps levé en retiré. Verder wordt de pas de pas chassé á terre (aan de barre en au milieu) verder uitgewerkt. Ook wordt er aandacht gelegd op het onthouden van de oefeningen. Als de leerlingen de oefeningen weten kan er namelijk sneller door de stof heen worden gegaan. Er zijn een paar leerlingen die bovengemiddeld presteren en talent hebben voor de vooropleiding, maar er zijn ook leerlingen die net nieuw zijn en nauwelijks tot geen ervaring hebben met ballet (zie hoofdstuk 4).

Page 11: Curriculum Ballet

EinddoelAan het eind van het jaar wordt er verwacht dat de leerling netjes een pas chassé á terre, een pas de valse en een temps levé sauté en retiré (á la seconde) kunnen maken. Ook werd de pas polonaise aangeleerd in periode D. Verder kunnen de barre-oefeningen worden uitgebreid met een langzame fondu en zijn de oefeningen moeilijker door bijvoorbeeld het toevoegen van een plié bij de tendu en het tempo van de oefening versnellen. Als laatste is er een goede basis gelegd om te gaan draaien en kunnen er moeilijkere/langere sprongoefeningen worden gegeven.

Page 12: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 7LESPLANNEN

InleidingIn de hieronder weergegeven lesplannen worden de oefeningen, passen en bewegingen, die per periode aan bod komen, beknopt weergegeven. Ook de vorm waarin deze drie aspecten worden gebruikt wordt in het lesplan beschreven.

De lesplannen zijn onderverdeeld in vier periodes: A/B/C/D. Van periode A en B is een apart lesplan gemaakt en periode C en D zijn samengevoegd in één lesplan. Het lesplan van periode C/D is samengevoegd, omdat de leerlingen in deze periodes vijf weken inval docenten hebben gehad in de les. De doelen en oefeningen van periode C gelden daarom ook voor periode D. Ieder lesplan heeft zijn eigen thema. De bedoeling van het thema-gebruik is, dat het thema als één rode draad door de les heen loopt. De oefenstof is zoveel mogelijk in de stijl van het thema aangepast, net zoals de muzikale begeleiding.

Page 13: Curriculum Ballet

LESPLAN PERIODE AInleiding

De leerlingen van de Oriëntatie Bovenbouw – niveau 1 zitten in klas 1 t/m 3 van de middelbare school. De meerderheid van de leerlingen heeft al één of meerdere jaren les gevolgd op de oriëntatie van Lucia Marthas. Deze leerlingen weten wat de les ballet inhoudt. De leerlingen zijn oud genoeg om zich gedurende het gehele lesuur zich te kunnen concentreren en de discipline is genoeg ontwikkeld om als docent bepaalde eisen te stellen.Anders dan de vooropleiding zijn de leerlingen van de OBB niet zo gedisciplineerd in het onthouden van de oefeningen. Zij komen eens per week voor hun plezier deze les volgen en denken de rest van de week niet na over de oefeningen (uitzonderingen daargelaten).

Doelstelling:De doelstelling voor deze periode is het leren van een pas de bourré vanuit de eerste positie en het aanleren van een pas chassé. Verder wordt er veel aan balans gewerkt als voorbereiding op het draaien. Het enkelgewricht is nog niet heel sterk, daarom wordt hier extra aandacht aan besteed in de lessen. Verder zijn de meeste leerlingen niet bewust van hun lichaam. Deze periode wordt er ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van dit bewustzijn.

MUZIEKDeze periode is er gekozen voor het thema Tchaikovski. Deze Russische componist heeft veel betekent in het maken van balletmuziek. Met grote stukken als het zwanenmeer, de schone slaapster en de notenkraker is het belangrijk dat de leerlingen weten wie Tchaikovski was en een deel van zijn muziek meekrijgen.

BINNENKOMSTBij binnenkomst gaan de leerlingen op de bank zitten voor de spiegel. De docent/assistent leest de namen op. De docent tekent de lijst af en vraagt naar blessures. Hierna kan de les beginnen en gaan de leerlingen klaarstaan voor de warming-up.

WARMING-UPBij de warming-up is het van belang dat de leerlingen zich weer bewust worden van de basishouding. Verder worden de voeten en uitdraaispieren opgewarmd aan de hand van verschillende oefeningen. De oefeningen bestaan uit de volgende passen:- het pointen van de voeten- uitdraaien en terugdraaien naar parallel- elevé in uitgedraaide positie- footpush

TECHNIEKDe les bestaat uit een gewone barre, oefeningen au milieu en oefeningen over de diagonaal. Alle oefeningen worden uitgedraaid uitgevoerd tenzij anders wordt aangegeven.

De barre:Demi- Plié 1e, 2e positie uitgedraaidPas chassé 1e positie uitgedraaid á la secondeTendu 1e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreBattement tendu jeté 1e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreElevé/Relevé 1e positie uitgedraaidCou de Pied/Retiré 1e positie uitgedraaid á la seconde op platte voetRond de jambe 1e positie uitgedraaid en dehors + en dedansGrand battement jeté 1e positie uitgedraaid devant/ á la secondeDe oefeningen aan de barre worden met 2 handen aan de barre uitgevoerd tenzij anders beschreven.

Page 14: Curriculum Ballet

Au milieu:In het midden wordt er een combinatie gemaakt van een plié/tendu oefening, de balletloop, de pas de bourré en de port de bras. De pas de valse en de pas chassé worden uitgevoerd over de diagonaal. Verder wordt er gesprongen in 1e en 2e positie.

FYSIEKKracht:* buikspieren recht/schuin op en afrollen / langzame crunches* rugspieren recht langzaam

Stretch:* Frog sit * Spagaat* 2e positie sit*Long sit

PASSENTRAINING* De voorbereidende port de bras en port de bras 1 t/m 3* Pas de bourré vanuit de eerste positie* Balletloop* Pas chassé á terre* Pas de valse

EDUCATIEFDe leerling weet aan het einde van periode B de termen:* De voorbereidende port de bras en port de bras 1 t/m 3* Tchaikovsky* Balletloop* Pas de bourré* Pas chassé

HOUDINGDe leerlingen zitten nu op de middelbare school en je merkt dat dit terug te zien is aan de houding. Wat andere leerlingen van hen vinden is erg belangrijk voor deze leeftijdsgroep. Ze willen stoer/ leuk gevonden worden. Een reactie hierop is dat andere leerlingen naar beneden worden gehaald door opmerkingen / lichaamshouding. Dit wordt niet getolereerd in de les. Andere belangrijke punten zijn:* De leerlingen zijn op tijd in de les* De leerlingen zijn stil als de docent praat* De leerlingen hebben een actieve houding in de les (niet tegen de muur hangen, etc.)* De leerlingen respecteren elkaar

ARTISTIEKPresentatie:Er wordt verwacht dat de leerlingen actief in de les staan. Hiermee wordt bedoeld:- het netjes klaarstaan aan de barre aan het begin van de oefening en aan het einde- de leerlingen hebben een nette basishouding

MUZIKALE VORMINGDe muziek bestaat aan de barre bestaat alleen nog uit een 4/4 maat. Dit wordt gedaan om de aandacht van de leerlingen niet op de verandering van tellen te leggen, maar extra op de volgorde van de oefening. Voor de pas de valse wordt wel een 3/4 maat gebruikt, omdat dit het best werkt voor het uitvoeren van deze pas.De leerlingen komen voor hun plezier, maar hebben naast dansen ook nog veel andere dingen die ze leuk vinden. Dit is anders is vergelijking met de vooropleiding.

Page 15: Curriculum Ballet

LESPLAN PERIODE BInleiding

De leerlingen van de Oriëntatie Bovenbouw – niveau 1 zitten in klas 1 t/m 3 van de middelbare school. De meerderheid van de leerlingen heeft al één of meerdere jaren les gevolgd op de oriëntatie van Lucia Marthas. Deze leerlingen weten wat de les ballet inhoudt. De leerlingen zijn oud genoeg om zich gedurende het gehele lesuur zich te kunnen concentreren en de discipline is genoeg ontwikkeld om als docent bepaalde eisen te stellen.

Anders dan de vooropleiding zijn de leerlingen van de OBB niet zo gedisciplineerd in het onthouden van de oefeningen. Zij komen eens per week voor hun plezier deze les volgen en denken de rest van de week niet na over de oefeningen (uitzonderingen daargelaten).

Doelstelling:In deze periode wordt er aandacht gelegd op het springen en worden er nieuwe passen aangeleerd zoals de demi temps lié, de attitude en de temps levé sauté en retiré. Verder wordt de pas chassé a terre (aan de barre en au milieu) verder uitgewerkt. Ook wordt er aandacht gelegd op het onthouden van de oefeningen. Als de leerlingen de oefeningen weten kan er namelijk sneller door de stof heen worden gegaan.

MUZIEKDeze periode is er gekozen voor een Disney thema. De leerlingen herkennen de muziek en dit helpt om de passen te koppelen aan het nummer. Zo onthouden ze de oefeningen beter.

BINNENKOMSTBij binnenkomst gaan de leerlingen op de bank zitten voor de spiegel. De docent/assistent leest de namen op. De docent tekent de lijst af en vraagt naar blessures. Hierna kan de les beginnen en gaan de leerlingen klaarstaan voor de warming-up.

WARMING-UPBij de warming-up is het van belang dat de leerlingen zich weer bewust worden van de basishouding. Verder worden de voeten en uitdraaispieren opgewarmd aan de hand van verschillende oefeningen. De oefeningen bestaan uit de volgende passen:- het pointen van de voeten- uitdraaien en terugdraaien naar parallel- elevé in uitgedraaide positie

TECHNIEKDe les bestaat uit een gewone barre, oefeningen au milieu en oefeningen over de diagonaal. Alle oefeningen worden uitgedraaid uitgevoerd tenzij anders wordt aangegeven.

De barre:Demi- Plié 1e, 2e en 5e positie uitgedraaidPas chassé 1e positie uitgedraaid á la secondeTendu 1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreBattement tendu jeté 1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreElevé/Relevé 1e positie uitgedraaidCou de Pied/Retiré 1e/ 5e positie uitgedraaid á la seconde op platte voetAttitude - uitgedraaid vanuit retiré voor aangelegdRond de jambe 1e positie uitgedraaid en dehors + en dedansGrand battement jeté 1e/ 5e positie uitgedraaid devant/ á la secondePas demi temps lié 1e / 5e positie uitgedraaid á la secondeDe oefeningen aan de barre worden met 1 hand aan de barre uitgevoerd tenzij anders beschreven.

Page 16: Curriculum Ballet

Au milieu:In het midden wordt er een combinatie gemaakt van een plié/tendu oefening en de demi temps lié.Het lopen op elevé, de pas de valse, de pas chassé en de temps levé en retiré worden uitgevoerd over de diagonaal.Verder wordt er gesprongen in 1e, 2e en 5e positie.Het lopen op elevé is in deze periode toegevoegd omdat de leerlingen, na het doen van deze oefening, beter uitdraaien tijdens de pas de valse.

FYSIEKKracht:* kuitspieren elevé* buikspieren recht/schuin op en afrollen / langzame crunches* rugspieren recht langzaam

Stretch:* Frog sit * Spagaat* 2e positie sit*Long sit

PASSENTRAINING* De voorbereidende port de bras en port de bras 1 t/m 3* Demi temps lié* Balletloop* pas chassé á terre* pas de valse* temps levé en retiré* attitude devant (uitwerken tot een developpé)

EDUCATIEFDe leerling weet aan het einde van periode B de termen:* De voorbereidende port de bras en port de bras 1 t/m 3* Tchaikovsky* Demi temps lié* Balletloop* temps levé en retiré* pas chassé

HOUDINGDe leerlingen zitten nu op de middelbare school en je merkt dat dit terug te zien is aan de houding. Wat andere leerlingen van hen vinden is erg belangrijk voor deze leeftijdsgroep. Ze willen stoer/ leuk gevonden worden. Een reactie hierop is dat andere leerlingen naar beneden worden gehaald door opmerkingen / lichaamshouding. Dit wordt niet getolereerd in de les. Andere belangrijke punten zijn:* De leerlingen zijn op tijd in de les* De leerlingen zijn stil als de docent praat* De leerlingen hebben een actieve houding in de les (niet tegen de muur hangen, etc.)* De leerlingen respecteren elkaar

ARTISTIEKPresentatie:Er wordt verwacht dat de leerlingen actief in de les staan. Hiermee wordt bedoeld:- het netjes klaarstaan aan de barre aan het begin van de oefening en aan het einde- de leerlingen hebben een nette basishouding- de leerlingen doen de oefeningen met expressie in hun gezicht

Page 17: Curriculum Ballet

MUZIKALE VORMINGDe muziek bestaat uit vooral een 4/4 maat en af een toe een 3/4 maat. De leerlingen weten aan het einde van de periode de 4/4 maat en de 3/4 maat te kunnen onderscheiden. Er wordt nog niet gewerkt in andere maatsoorten, omdat het van belang is dat de leerlingen hun aandacht kunnen vestigen op de oefening.De leerlingen komen voor hun plezier, maar hebben naast dansen ook nog veel andere dingen die ze leuk vinden. Dit is anders is vergelijking met de vooropleiding.

Page 18: Curriculum Ballet

LESPLAN PERIODE C/DInleiding

De leerlingen van de Oriëntatie Bovenbouw – niveau 1 zitten in klas 1 t/m 3 van de middelbare school. De meerderheid van de leerlingen heeft al één of meerdere jaren les gevolgd op de oriëntatie van Lucia Marthas. Deze leerlingen weten wat de les ballet inhoudt. De leerlingen zijn oud genoeg om zich gedurende het gehele lesuur zich te kunnen concentreren en de discipline is genoeg ontwikkeld om als docent bepaalde eisen te stellen.

Anders dan de vooropleiding zijn de leerlingen van de OBB niet zo gedisciplineerd in het onthouden van de oefeningen. Zij komen eens per week voor hun plezier deze les volgen en denken de rest van de week niet na over de oefeningen (uitzonderingen daargelaten).

Doelstelling:In deze periode wordt er aandacht gelegd op het springen en worden er nieuwe passen aangeleerd zoals de pas polonaise. Verder wordt de pas chassé a terre (aan de barre en au milieu) en avant aangeleerd. Ook wordt er aandacht gelegd op het onthouden van de oefeningen. Als de leerlingen de oefeningen weten kan er namelijk sneller door de stof heen worden gegaan. Ook wordt er deze periode de battement fondu oefening toegevoegd.

MUZIEKDeze periode is er gekozen voor een balletmuziek met invloeden van andere muziekstijlen zoals: blues, jazz en ragtime. Ik vind het als docent belangrijk dat leerlingen leren dat muziekstijlen elkaar beïnvloeden en daaruit soms weer nieuwe muziekstijlen ontstaan.

BINNENKOMSTBij binnenkomst gaan de leerlingen op de bank zitten voor de spiegel. De docent/assistent leest de namen op. De docent tekent de lijst af en vraagt naar blessures. Hierna kan de les beginnen en gaan de leerlingen klaarstaan voor de warming-up.

WARMING-UPBij de warming-up is het van belang dat de leerlingen zich weer bewust worden van de basishouding. Verder worden de voeten en uitdraaispieren opgewarmd aan de hand van verschillende oefeningen. De oefeningen bestaan uit de volgende passen:- het pointen van de voeten- uitdraaien en terugdraaien naar parallel- elevé in uitgedraaide positie

TECHNIEKDe les bestaat uit een gewone barre, oefeningen au milieu en oefeningen over de diagonaal. Alle oefeningen worden uitgedraaid uitgevoerd tenzij anders wordt aangegeven.De barre:Demi- Plié 1e, 2e en 5e positie uitgedraaidPas chassé 1e positie uitgedraaid á la seconde / en avantBattem. tendu (in plié) 1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreBattem. tendu jeté (in plié)1e / 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreElevé/Relevé 1e positie uitgedraaidBattement fondu 5e positie uitgedraaid devant/ á la seconde/ derrièreCou de Pied/Retiré 1e/ 5e positie uitgedraaid á la seconde op platte voetAttitude - uitgedraaid vanuit retiré voor aangelegdRond de jambe 1e positie uitgedraaid en dehors + en dedansGrand battement RDJ 1e positie uitgedraaid en dehors + en dedansGrand battement jeté 1e/ 5e positie uitgedraaid devant/ á la secondePas demi temps lié 1e / 5e positie uitgedraaid á la seconde

Page 19: Curriculum Ballet

De oefeningen aan de barre worden met 1 hand aan de barre uitgevoerd tenzij anders beschreven.Au milieu:In het midden wordt er een combinatie gemaakt van een plié/battement tendu jeté oefening en de port de brasDe pas de valse, de pas chassé en de temps levé, retiré (devant aangelegd) en de pas polonaise worden uitgevoerd over de diagonaal.Verder wordt er gesprongen in 1e, 2e en 5e positie en echappé. Er kan deze periode bij een aantal leerlingen een begin gemaakt worden met sisonne simple en petite assemblé.

FYSIEKKracht:* kuitspieren elevé* buikspieren recht/schuin op en afrollen / langzame crunches* rugspieren recht langzaam

Stretch:* Frog sit * Spagaat* 2e positie sit*Long sit

PASSENTRAINING* De voorbereidende port de bras en port de bras 1 t/m 3* Demi temps lié* Balletloop* pas chassé á terre* pas de valse* temps levé en retiré* attitude devant (uitwerken tot een developpé)* pas polonaise

EDUCATIEFDe leerling weet aan het einde van periode C/D de termen:* Ragtime* Blues* Demi temps lié* Balletloop* temps levé en retiré* pas chassé* pas polonaise

HOUDINGDe leerlingen zitten nu op de middelbare school en je merkt dat dit terug te zien is aan de houding. Wat andere leerlingen van hen vinden is erg belangrijk voor deze leeftijdsgroep. Ze willen stoer/ leuk gevonden worden. Een reactie hierop is dat andere leerlingen naar beneden worden gehaald door opmerkingen / lichaamshouding. Dit wordt niet getolereerd in de les. Andere belangrijke punten zijn:* De leerlingen zijn op tijd in de les* De leerlingen zijn stil als de docent praat* De leerlingen hebben een actieve houding in de les (niet tegen de muur hangen, etc.)* De leerlingen respecteren elkaar

Page 20: Curriculum Ballet

ARTISTIEKPresentatie:Er wordt verwacht dat de leerlingen actief in de les staan. Hiermee wordt bedoeld:- het netjes klaarstaan aan de barre aan het begin van de oefening en aan het einde- de leerlingen hebben een nette basishouding- de leerlingen doen de oefeningen met expressie in hun gezicht

MUZIKALE VORMINGDe muziek bestaat uit vooral een 4/4 maat, af een toe een 3/4 maat en een enkele 2/4 maat. De leerlingen weten aan het einde van de periode de 4/4 maat, 3/4 maat en de 2/4 te kunnen onderscheiden. De 2/4 maat is gekozen bij de fondu oefening, om de leerlingen te laten wennen aan deze maatsoort.De leerlingen komen voor hun plezier, maar hebben naast dansen ook nog veel andere dingen die ze leuk vinden. Dit is anders is vergelijking met de vooropleiding.

Page 21: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 8KADER

InleidingIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke benodigdheden er nodig zijn om de Balletles uit te voeren.

Een (dans)studioOm de les uit te voeren zoals hij nu is uitgeschreven is er een ruimte nodig waar barres aanwezig zijn. Een ruimte met spiegels is fijn, maar spiegels zijn niet noodzakelijk. De spiegels zijn een hulpmiddel voor zowel de leerling als de docent. De docent kan via de spiegels de leerlingen tijdens het dansen observeren en de leerlingen zo ook de docent. Omdat een spiegel als hulpmiddel dient, kan de les ook in een andere ruimte worden gegeven als er een barre aanwezig is. Het ontbreken van spiegels kan soms goed zijn voor de bewustwording van het lichaam. De leerlingen kunnen dan niet kijken naar wat ze doen, maar moet voelen wat ze doen.

Een stereo-installatieEen stereo-installatie (of in andere ruimtes een gettoblaster) is noodzakelijk om de muziek of te spelen die je als docent nodig hebt om de les uit te voeren. Als je in een onbekende ruimte lesgeeft is het handig om te vragen of er een aansluiting aanwezig is voor het apparaat waar jij de muziek op hebt. Meestal is dit een kabeltje die in de hoofdtelefoon aansluiting kan van je laptop, telefoon, ipod. Is dit er niet, zorg dan dat de muziek op een CD wordt gezet.

MuziekZoals hierboven al wordt beschreven zijn er verschillende middelen om je muziek op te zetten. Dit kan zijn; een laptop, telefoon, CD of ipad/ipod. Kijk van tevoren of het apparaat goed is opgeladen en/of neem een adapter mee om het apparaat tijdens de les van voeding te voorzien.

Page 22: Curriculum Ballet

HOOFDSTUK 9UITGESCHREVEN LES

InleidingOp de volgende pagina’s ziet u een voorbeeld van een uitgeschreven les voor het vak Ballet aan de OBB – niveau 1. Het doel van een uitgeschreven les, is een handvat bieden voor bijvoorbeeld invaldocenten, waarin alles wat er in de les wordt gedaan gedetailleerd wordt beschreven.