curriculum

21
curricul curricul um um lineair concentris ch

description

lineair. curriculum. concentrisch. Onderwijstraditie 1 Lineair curriculum Opsplitsing in delen met een relatief vaste volgorde Cursorische vormgeving Gebruik van programma’s en methoden of leerlijnen Gericht op aanleren van vaardigheden en terugvraagbare kennis - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of curriculum

Page 1: curriculum

curriculumcurriculum

lineair

concentrisch

Page 2: curriculum

Onderwijstraditie 1

Lineair curriculum

Opsplitsing in delen met een relatief vaste volgorde

Cursorische vormgeving

Gebruik van programma’s en methoden of leerlijnen

Gericht op aanleren van vaardigheden en terugvraagbare kennis

Nadruk op instructie en oefenen

Leraar als uitvoerder

Behaviorisme

Page 3: curriculum

Onderwijstraditie 2

Concentrisch curriculum

Werken met en rond gehelen

Gebruik maken van verschillende bronnen

Gericht op kennisconstructie (begrip, samenhang)

Onderwijsvormen: ontdekkend leren en gesprek

Authentiek toetsen

Leraar als ontwerper en uitvoerder van onderwijs

Constructivisme

Page 4: curriculum

organisatieorganisatie

groepsgericht individu gericht

Page 5: curriculum

Onderwijstraditie 3

Groepsgericht

Klassikaal onderwijs

De klas of groep als eenheid

Onderwijs wordt voor een groep georganiseerd

Waarde van de groep als middel tot onderwijs en opvoeding

Organisatie: één leraar - één groep

Kind volgt onderwijs

Page 6: curriculum

Onderwijstraditie 4

Individu gericht

Individu uitgangspunt

Denken in individuele leerroutes en plannen

Onderwijs wordt rond individuen georganiseerd

Groepsactiviteiten als middel tot individueel leren

Onderwijs volgt kind

Page 7: curriculum

Groepsgewijs organiseren

Individugericht organiseren

Lineair curriculum

Concentrisch curriculum

B C

E D

Page 8: curriculum

Type B

Neo-klassikale school

Lineair curriculum / klas als uitgangspunt (leerstofjaarklas)

Werken met de methode

Convergente differentiatie

Differentiatie gericht op behalen van een periodedoel voor zoveel mogelijk leerlingen

Differentiatie:

Basisstof, extra stof, verdiepingsstof

Voor en na instructie

Gelaagde instructie

Begeleide verwerking

Page 9: curriculum

Type C

De geïndividualiseerde school

Lineair curriculum / individu als uitgangspunt

Onderwijs gericht op de door de leraar waargenomen onderwijsbehoeften van een kind

Werken in de zone van naaste ontwikkeling

Leerlijnen en doelen als ordeningsmiddel (i.p.v. Methode)

Organisatie middel: groepsplan

Organisatievorm: kleine instructie groepen en zelfstandige verwerkingsvormen.

Klassenmanagement: circuitmodel en dag- en weektaak

Page 10: curriculum

Type D

De ontwikkelingsschool

Concentrisch curriculum / individu als uitgangspunt

Accent op eigenaarschap van leren

Accent op balans betekenisvol en zinvol

Onderscheiden van leren en onderwijzen

Leerling heeft invloed op eigen activiteiten (keuze m.b.t. doelen, inhouden, werkvormen producten, samenwerking...)

Leerling werkt aan betekenisvolle gehelen

Accent op reflectie / gesprek met de leerling over het leren

Leraar als coach

Page 11: curriculum

Type E

De gemeenschapsschool

Concentrisch curriculum / klas als uitgangspunt

Onderwerp of concept staan centraal

Aandacht voor de balans betekenisvol / zinvol

Community of learners

Differentiatie door verschil in activiteiten en het niveau van de verwerking

Kringgesprek

Coöperatieve werkvormen

Leraar als meerwetende volwassene

Leraar creëert onderwijsleersituaties, met het oog op de inhoud en de onderwijsbehoeften van de groep en verschillende kinderen daarbinnen.

Page 12: curriculum

opvoedingopvoeding

conformisme

non- conformisme

Page 13: curriculum

Onderwijstraditie 5Conformisme

• Regels zijn belangrijk• Normen zijn nodig• Zo hoort het• Aanspreken op normoverschrijding• Straffen en belonen• Controle • Grootst gemene deler (common sense)• Duidelijkheid• Structuur = gedragsregels• Respect = overnemen van de norm en aanvaarden van de autoriteit

Page 14: curriculum

Onderwijstraditie 6Non- conformisme• Groei• Kiezen• Ruimte geven• vertrouwen• Verschillen zijn mooi• Gek, omdat hij anders is, nou en• Waarden georiënteerd• Gesprek (dialoog) als sturingsmiddel• Herstelrecht • Structuur = procedures duidelijk• Respect = aanvaarden van elkaars identiteit

Page 15: curriculum

Groepsgewijs organiseren

Individugericht organiseren

Lineair curriculum

Conformisme

Concentrisch curriculum

Non-conformisme

BNeo- klassikale school

CGeïndividualiseerde

school

Gemeenschaps-school

E

Ontwikkelings-school

D

Page 16: curriculum

BOnderwijsbehoefte:

Wat heeft dit kind nodig om profijt te hebben van het aanbod in de groep (methode).

•Instructie: voor, na, extra

•Oefening: vorm, hoeveelheid, tijd, mate van begeleiding

•Contact en samen werken

Welk alternatief bied ik dit kind voor het werk in de groep

Page 17: curriculum

C

Onderwijsbehoefte:

Wat is de leerstof / inhoud waar dit kind aan toe is?

Onder welke condities kan hij zich die het beste eigen maken. (instructie, oefenen, samenwerken, organisatie)

Page 18: curriculum

DOnderwijsbehoefte:

Wat heeft dit kind nodig om naar vermogen te leren?

•Voorbereide leeromgeving (aanpassing, toevoeging...)

•Gesprek (reflectie over...)

•Contact en samenwerken (stimuleren, afremmen, setting)

•Ordenen en structureren

•Instructie

Page 19: curriculum

EWat heeft dit kind nodig om voldoende profijt te hebben van de activiteiten in de groep

•Aanpassing van activiteiten

•Hulp bij activiteiten

•Instructie

•Contact en samenwerken

•Structuur

Page 20: curriculum

1 2 3 4 5 6 7 8

Aanv lezen

Tech lezen

Begr lezen

Spelling

Stellen

rekenen

schrijven

wo

kv

Typen matrix

Page 21: curriculum

1 2 3 4 5 6 7 8

Aanv en

techn lezenD/E D/E C C D D D D

Begr.lezen E E E E E E E E

Spelling C C C C C C

Stellen D D E E E E E E

rekenen D/E D/E B B B B B B

schrijven D D B B B/D D/C D D

wo E E E E E E E E

kv E E E E E E E E

Vakken/groepen matrix

Voorbeeld 2