Contuniteit in de hoornse handel en het verkeer

34
CONTUNITEIT IN DE HOORNSE HANDEL EN HET VERKEER Van 1500 - 2000

description

Contuniteit in de hoornse handel en het verkeer. Van 1500 - 2000. Inhoud:. 16 e eeuw ( 1500 – 1600 ) 17 e eeuw ( 1600 – 1700 ) 18 e eeuw ( 1700 – 1800 ) 19 e eeuw ( 1800 – 1900 ) 20 e eeuw ( 1900 – 2000 ). 16 e eeuw:. De hoofdtoren werd gebouwd - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Contuniteit in de hoornse handel en het verkeer

Page 1: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

CONTUNITEIT IN DE HOORNSE HANDEL EN HET

VERKEER

Van 1500 - 2000

Page 2: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

INHOUD:

16e eeuw ( 1500 – 1600 )

17e eeuw ( 1600 – 1700 )

18e eeuw ( 1700 – 1800 )

19e eeuw ( 1800 – 1900 )

20e eeuw ( 1900 – 2000 )

Page 3: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

16E EEUW:

De hoofdtoren werd gebouwd

We kregen een eigen munt

De trekschuit was uitgevonden

Page 4: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE HOOFDTOREN:

Page 5: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE HOOFDTOREN:

op de foto zie je de hoofdtoren, dit gebouw is gebouwd in 1532 . Het is een verdedigingstoren die hoorde bij de in 1508 begonnen omwalling van de stad. In 1614 nam de Hoornse kamer van de Noordsche Compagnie of Compagnie van Spitsbergen voor de walvisvangst zijn intrek in de Hoofdtoren. Vermoedelijk is dit gepaard gegaan met bouwkundige aanpassingen. In 1642 is deze compagnie weer opgeheven Door de natuurstenen zeezijde van het gebouw is het ver vanuit zee te zien. Vissers bleven vaak binnen zichtafstand van de toren en om die reden had de oude klok van de toren ook maar één wijzer (zodat je – ongeveer – kon zien hoe laat het was). Tegenwoordig is het een restaurant en heeft het geen echte functie meer. Deze bron past bij handel en verkeer omdat het gebruikt werd door vissers om de tijd te kunnen zien, en dus optimaal te kunnen vissen waardoor ze daarna konden handelen.

Page 6: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE WEST-FRIESE MUNT:

Page 7: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE WEST-FRIESE MUNT:

Toen op 1 april 1572 Den Briel door de Watergeuzen was ingenomen, probeerden veel Hollandse en Zeeuwse steden zich los te maken van het Spaanse bewind. Een eigen munt was niet alleen daarom noodzakelijk, maar was ook bevorderlijk voor de handel op de Oostzee en benadrukte de onafhankelijkheid ten opzichte van de Spaansgezinde stad Amsterdam. Het slaan van munten gebeurt tegenwoordig door de overheid, maar was vroeger een particulier bedrijf (onder toezicht van de overheid). Bij een sterk centraal bestuur bepaalde de koning, de keizer of een andere landsheer welke muntateliers munten mochten slaan.

De Westfriese Munt ontstond tijdens een periode waarin sterk centraal gezag ontbrak. Vanaf 1568 was de Opstand tegen het Spaanse gezag een feit. De Westfriese munt behoorde toe aan drie steden: Hoorn, Enkhuizen en Medemblik. De stadsbesturen van deze steden benoemden elk een gedeputeerde. Deze gedeputeerden benoemden de muntmeester, de waardijn en het andere personeel, en besloten welke munten geslagen mochten worden. deze bron past bij handel en verkeer omdat ze deze munt gebruikte om te handelen.

Page 8: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE TREKSCHUIT:

Page 9: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE TREKSCHUIT:En trekschuit is een soort openbaar vervoer uit de 16e eeuw. Het is een boot die in het water lag, waar een touw aan zit. Dat touw is dan weer aan een paard gebonden die op het land stond. Als het paard ging lopen trok hij de boot vooruit. Er werden voor de trekvaart speciale scheepstypen gebruikt. Deze moesten vrij licht zijn om zo toch enige snelheid te kunnen maken. Ze werden veelal getrokken door een paard in draf en haalden naar schatting een snelheid van zeven kilometer per uur. De trekschuit werd vooral gebruikt voor vervoer van passagiers. Het ontstaan van de trekschuit wordt in verband gebracht met de opening van het kanaal Willebroek - Brussel in 1561. Bekend is dat Willem van Oranje in 1577 met een trekschuit over dit kanaal reisde. Ook is bekend dat in 1582 bij Leiden ook reizigersvervoer per trekschuit plaats vond. De oudste bekend akte voor reizigersvervoer per trekschuit dateert uit 1618 van de route Brussel - Antwerpen. O.a. in het gewest Holland, werd na 1632 veel trekvaarten gegraven. In de 17e en 18e eeuw waren er in deze gewesten veel verbindingen die met c meest comfortabele en regelmatige wijze van transport tussen de steden en dorpen die met trekvaart waren verbonden. Hij is één van de voorlopers van modern openbaar vervoer geweest: de schuit voer volgens dienstregeling en nam iedereen mee die bereid was om het vastgelegde bedrag te betalen. Deze bron past bij handel en verkeer omdat het e

Page 10: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

17E EEUW:

Straatweg Enkhuizen-Hoorn

Bontekoe Journaal.

De VOC en Hoorn

Page 11: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

STRAATWEG ENKHUIZEN-HOORN

Page 12: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

STRAATWEG ENKHUIZEN-HOORN

De afbeelding is van de straatweg tussen Enkhuizen en Hoorn.

De dorpen die er tussen lagen zoals Westwoud en Grootebroek stemden voor om deze weg aan te leggen. Ze wilde zelfs investeren, maar in ruiln daarvoor wilden ze ook vrij gebruik maken van de weg. Deze weg is 18 kilometer lang en werd gebruikt voor wagenveer. 4 Keer per dag reed er een wagen langs deze weg diezowel vanuit Enkhuizen als Hoorn kwam. De reis van Enkhuizen naar Hoorn duurde zo’n 2 uur. 1 enkele reis koste 18 stuivers en jaarlijks maakten 18.000 reizigers gebruik van de wagendienst. In 1725 sloot Medemblik zich aan aan deze weg. En later in de 19e eeuw breidde het zich erg uit.

De speciale ritten met paard voor reizigers was al mogelijk vanaf 1621. Deze weg maakte het mogelijk reizigers te vervoeren van Enkhuizen naar Alkmaar, Hoorn en Medemblik. De postkoets was uitgevonden en werd vollop gebruikt. Dit is een stukje van de route. Deze weg heet de Zesstedenweg. Het afgebeelde stukje weg heet de Zesstedenweg en ligt in Grootebroek. Deze manier van reizen maakte het mogelijk gemakkelijker te reizen als je zelf geen paard enz. had. Een reden om van Enkhuizen naar Hoorn te reizen was de kaasmarkt en de handels producten.

Deze bron pas goed bij het thema Handel en Verkeer, omdat dit de 1e echte route was die openbaar vervoer mogelijk maakte van Enkhuizen naar Hoorn en andersom en ook naar de op liggende steden

Page 13: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

BONTEKOE JOURNAAL.

Page 14: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

BONTEKOE JOURNAALDit is een afbeelding van het ReisJournaal van schipper Willem IJsbrandszoon Bontekoe.

De heren zeventien (de directie van de VOC) eiste dat er nauwkeurig verslag werd gedaan over wat er op het schip, handelsposten enz. gebeurden tijdens de reis naar Indië. Zo gezegt zo gedaan. Alle schippers die naar Indië vaarden onder leiding van de VOC hadden verslag uitgebracht. Zo ontstonden de scheeps journalen.

De heren zeventien beschouwden deze verslagen dan ook als geheime informatie en vertrouwden het werk. Maar al snel bleek dat er in de verhalen ook fictie voor kwam. De schippers schreven avonturen die de mensen wilden horen, zo had je verhalen over stormen, ontmoetingen met vreemde dieren, ontdekken van verschillende eilanden, schipbreuken enzovoort.

Éen van de bekendste journalen die is afgedrukt en uitgegeven is het Journaal van schipper Willem IJsbrandszoon Bontekoe uit Hoorn. Dit Journaal is tot nu toe nog steeds erg populair.

Deze bron past goed bij het thema Handel en Verkeer, omdat het een verslag verhaal is over de Reis naar en van Indië toe, de plaats waar de VOC handelde. En aangezien de schipper Bontekoe die deze journaal heeft geschreven uit Hoorn is past het ook nog is bij Hoorn

Page 15: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE VOC EN HOORN

Page 16: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE VOC EN HOORNEen afbeelding van een VOC schip.

De VOC wat de afkorting is voor Verenigd Oost-Indische Compagnie bracht in Nederland en Hoorn veel groei. Deze compagnie werd opgericht in het begin van de 17e eeuw (1602) en had het alleenrecht om handel te drijven met Kaap de Goede Hoop en Kaap Hoorn.

Dankzij de VOC maakte Nederland kennis met stoffen en dergelijke als; zijde, specerijen, koffie, thee, tabak, tropisch hout, ijzer, koper, zilver, goud, porselein, verfstoffen, schelpen en nog veel meer!

De VOC gaf een grote bloei in economie aan heel Nederland en vooral aan Hoorn.

Wat de VOC met Hoorn te maken heeft. De linken met de VOC en Hoorn zijn meer en deels de pakhuizen (zie afbeelding), De Kamer van de VOC in Hoorn en bekende personen die veel voor de VOC betekende kwamen uit hoorn zoals Jan Pieterszoon Coen, Willem IJsbrandszoon Bontekoe en Willem Coneliszoon Schouten.

Deze bron past goed bij het thema Handel en Verkeer, omdat de VOC de enige compagnie was die overzeese route naar Kaap de Goede Hoop en Kaap Hoorn mocht reizen om handel te drijven. Ook past deze bron in de 17e eeuw, omdat begin 17e eeuw de oprichting van de VOC was en in deze eeuw een grote bloei maakte.

Page 17: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

18E EEUW

In de 18e eeuw ging de VOC failliet

De Hoornse haven leeg

Page 18: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE HOORNSE HAVEN

Page 19: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE HOORNSE HAVEN.

Hiervoor is afgebeeld de haven van Hoorn in de 18e eeuw getekend door van Blau. Te zien is 1 schip in de haven van Hoorn. Dit allemaal, omdat de VOC ter val ging.

In 1780 brak de 4e Engelse oorlog uit. Deze oorlog leidde tot de ondergang van de VOC. In 1783 stond de VOC er erg zwak voor. Engeland kreeg vrije vaart in de Oosterse zeeën, hierdoor verloor de VOC zijn monopolie op specerijen. Dit veroorzaakte angst. Angst dat de VOC ten onder zou gaan.

Om de VOC er weer boven op te helpen zou er een grondige reorganisatie moeten plaats vinden. Hiermee word bedoelt dat de bestuurders van de VOC niet meer over hun geld mogen beslissen, maar de Staten-Generaal dat zou moeten doen.

Veel had het alleen niet gedaan. Het einde kwam al inzicht. De Bataafse revolutie in 1795 maakte het definitief. In hetzelfde jaar op 24 december werd het ‘Decreet tot vernietiging van het tegenwoordig bewind der VOC’ aangenomen. De VOC is genationaliseerd. Na 2 eeuwen werd de VOC definitief geschiedenis.

Page 20: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

FAILLISSEMENT VOC

Page 21: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

FAILLISSEMENT VOCIn de bijna twee eeuwen van haar bestaan kende de VOC een wisselend succes. Hoewel de hele 18e eeuw niet geweldig was, ging het pas echt slecht in het laatste kwart van de 18e eeuw, ondanks leningen bij particulieren en de Staten. De grote organisatie was erg traag. Er zijn vier oorzaken aan te geven die tot het faillissement hebben geleidt.1. Doordat de winstmarge kleiner werd omdat de VOC meer en meer producten als koffie, thee en textiel ging verhandelen, een handel in producten waarbij zij veel concurrentie had, daalden de winsten. De intra-Aziatische handel nam af na 1760 en leverde weinig op.2. De kosten van de hele onderneming werden steeds hoger. Vooral de Engelse aanwezigheid vroeg om meer militairen en meer pratrouilles. Conflicten in Azië, zoals in de eerste helft van de 18e eeuw op Java, kostten de VOC veel geld.3. De particuliere handel, die altijd door bemanningen werd uitgevoerd hoewel het verboden was, nam soms zo'n grote omvang aan dat de Compagnie tonnen schade opliep.4. De Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) heeft de Nederlandse economie grote schade berokkend en uiteindelijk de VOC de genadeklap gegeven.

De Bataafse omwenteling van 1795 maakte het eenvoudig de VOC te ontbinden. Overzees bestuur, handel en scheepvaart werden van elkaar gescheiden. Op 17 maart 1798 werd de VOC formeel ontbonden; haar schulden en bezittingen werden overnomen door de Bataafse Republiek

Deze bron past bij handel en verkeer omdat de VOC een gigantische handelsonderneming was, die veel invloed had. Veel banen en handel. In de bron zie je een pakhuis, dat vroeger van de VOC was. Het is nu niet meer in gebruik omdat de VOC failliet gegaan is.

Page 22: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

19E EEUW

De kaasmarkt in Hoorn

Page 24: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE KAASMARKT IN HOORN

In de 19e eeuw was de Hoornse Kaasmarkt één van de grootste kaasmarkten van Noord-Holland. Hoorn lag op een kruispunt van landwegen en waterwegen en was daarom een perfect geschikte locatie om handel te drijven. Hoorn was daarmee ook een aantrekkelijke vestigingsplaats voor kooplieden waardoor de stad snel groeide. In die tijd was de kaasmarkt een van de belangrijkste van Noord-Holland, en kaas werd een belangrijk export middel.

De kaasmarkt vond plaats op het belangrijkste plein van de stad, tegenwoordig de Roodesteen genoemd. Vroeger werd dit plein de Kaasmarkt genoemd, naar de handel die hier gedreven werd.

De markt was onderverdeeld in 4 delen, kwartieren genaamd, en elk had een eigen kleur welke correspondeerde aan de strohoeden van de kaasdragers. Door de kopers werd de kaas op de markt gekocht, om vervolgens in de Waag te laten weten. Na het wegen werd de kaas in een tweewielige bakwagen geplaats voor vervoer naar de kaaspakhuizen waarvan er nog steeds verschillende staan.

In de beste periode werd er op de kaasmarkt ongeveer 3 miljoen kilo kaas verhandeld per jaar. Maar door opkomst van grote zuivelfabrieken in de 20ste eeuw kwam er een einde aan de kaasmarkt. Tegenwoordig voert men in samenwerking met Beemster Kaas in theater uitvoering deze kaasmarkt op. Veel toeristen komen hier kijken hoe men met een marktmeester, kaaszetter, kaasdrager, handelaren, kaasmeisjes, boeren en paard en wagen hier dit traditionele markt werken vertoont.

Page 25: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

20E EEUW

Zuivelfabriek Hoorn

De Stoomtram

Overgang van tram tot auto

Page 27: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

ZUIVELFABRIEK HOORN

In 1888 werden in Friesland maar liefst tien coöperatieve zuivelfabrieken opgericht. De statuten van de "Coöperatieve Kaas- en Roomboter fabriek te Irnsum" waren goedgekeurd op 7 juni. Het leggen van de eerste steen vond reeds plaats op 2 augustus van datzelfde jaar.

Vooraanzicht van de Irnsumer zuivelfabriek, gezien vanaf de straatzijde.

Links de directeurswoning, rechts de fabriek.

Geheel rechts is nog net de oude schoorsteen zichtbaar. Deze werd later verhoogd. 

Begin jaren '80 viel het doek definitief. Het hele fabriekscomplex werd afgebroken en er verrezen nieuwe huizen aan de oever van de Boorn. De "eerste steen", met de namen van de oprichters, kreeg een plekje in de bank bij het kleine haventje tussen de nieuwe huizen.

In 1959 draaiden er nog 72 van de oorspronkelijke 114 Friese coöperatieve zuivelfabrieken. (Daarnaast waren er enkele particuliere, ook wel genoemd speculatieve, zuivelfabrieken) De fabriek van Warga werd in 1995 gesloten.

Page 28: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE STOOMTRAM

Page 29: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

DE STOOMTRAM

In 1881 was er in de streek groot verzet tegen het aanleggen van de Westfrieze Stoomtram tussen Hoorn en Enkhuizen. Veel mensen vreesden dat de locomotief te hard zou rijden, en te veel stoom zou uitstoten waarvan het Vee bang zou worden. Ook was er natuurlijk brandgevaar voor alle boederijen met rieten daken.

Uiteindelijk kwam de trambaan enkel in de gemeentes die niet moeilijk deden. Blokker, Westwoud en Hoogkarspel kregen geen aansluiting tot de trambaan.

In 1885 ging de tram maatschapij failiet. Daarnaa heeft van 1887 tot 1917 een paardentram tussen Hoorn en Enkhuizen gelopen. Later kwam de stoomtram weer terug welke toen liep via Schellinkhout, Wijdenes , Venhuizen en Bovenkarspel.

Page 30: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

OVERGANG VAN TRAM TOT AUTO

Page 31: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

OVERGANG VAN TRAM TOT AUTO

In de eerste helft van de twintigste eeuw vervingen de auto’s de koetsen. Fietsen en motorfietsen maakte de wandelaar mobieler. Autobussen namen de plaatsen van trams in en vrachtwagens maakte de schippers overbodig.

In 1915 telde Nederland al 4729 auto’s. Notaris J. P. Backx uit Wieringerwaard was in 1896 met zijn Daimler de eerste particuliere auto bezitter in Noord-Holland en misschien wel van heel Nederland. Naast auto bezitter was hij ook medebelanghebbende bij de spoor- en tram- maatschappij. De eerste autobussen waren vrachtwagens met een eenvoudige houten bak. Als zitting diende hierin twee houten banken.

Een retour Hoorn – Enkhuizen op een onverwarmde bus koste dertig cent. Dat was minder dan de treinreis koste. In die tijd waren er nog geen haltes, en particulieren die met de bus wilden konden een ijzeren vlag krijgen. Waar de vlag uithing stopte de chauffeur.

Page 32: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

CONTINUIETEIT:

In de VOC

In het vervoer

Page 33: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

CONTINUÏTEIT IN DE VOC

Je ziet dat in de 17e eeuw de VOC heel welvarend is, maar dat in de 18e eeuw het uiteindelijk failliet gaat.

Page 34: Contuniteit  in de  hoornse  handel en het verkeer

CONTINUÏTEIT IN HET VERVOER

In de 16e eeuw werd de trekschuit uitgevonden, dus toen was er vooral vervoer op het water. Daarna was de grote doorbraak de motor. Eerst een stoommotor voor de tram en daarna voor de auto. De auto was voor particulieren, wat daarvoor niet zo was omdat er alleen openbaar vervoer was met de trekschuit of stoomtram