Contractmanagementnorm: Het prijskaartje van contractmanagement · 2019. 8. 16. ·...
Transcript of Contractmanagementnorm: Het prijskaartje van contractmanagement · 2019. 8. 16. ·...
Pagina 1 van 21
Contractmanagementnorm:
Het prijskaartje van
contractmanagement
Studie van adviesbureau Aeves
naar contractmanagement in de publieke sector
Bussum, juni 2014
Wim Nieland MSc MBA
Niels Alting
Susan Schutjes MA
Pagina 2 van 21
Contractmanagementnorm: het prijskaartje van contractmanagement
Contractmanagement is een belangrijk thema in de publieke inkoopsector. Steeds meer
overheidsorganisaties pakken het dan ook professioneel aan. Slim, want uit alle
onderzoeken van de laatste jaren blijkt dat goed contractmanagement een positieve
business case heeft. Wel lopen ze dan wel tegen de verantwoording van de benodigde
contractmanagementcapaciteit aan. Immers, ook hier gaat de kost voor de baat uit. Wat is
hiervoor een verantwoorde investering? Hoeveel extra FTE heeft een organisatie nodig,
om meer te kunnen besparen of andere ambities te behalen? Dit onderzoeksartikel geeft
meer inzicht in dit kip-en-ei probleem.
Met honderdvijftig ingevulde vragenlijsten en veertien diepte-interviews achterhaalde Aeves de
manier waarop de publieke sector momenteel met contractmanagement omgaat. De organisatie
en uitvoering van contractmanagement kwamen aan de orde, evenals de registratie en indeling
van de contracten. Vervolgens keken de onderzoekers naar overeenkomsten en verschillen in
de werkwijzen tussen organisaties. Het onderzoek ging verder in op hoeveel werk
contractmanagement vergt, en wat het in de praktijk oplevert. Op basis van de antwoorden op al
deze onderdelen destilleerde Aeves een algemene capaciteitsnorm.
‘Het is verwonderlijk dat iedereen contractbeheer en -management op een eigen manier
uitvoert terwijl dezelfde generieke producten en diensten worden uitgeleverd. Dit zegt iets over
de volwassenheid binnen de overheid en inkoopafdelingen.’ - Provincie
Terminologie
Contractmanagement is in dit onderzoek gedefinieerd als “Het proces waarbij - op basis van
verkregen input - afgesloten contracten en wijzigingen hierop eenduidig worden vastgelegd,
beheerd en bewaakt”. Het doel van contractmanagement is de volledige benutting van
contracten te faciliteren.
Naast contractmanagement spreekt het onderzoek ook over contractbeheer en
leveranciersmanagement. Contractbeheer is “het verzamelen van alle contracten om deze te
verwerken in een databestand en is gericht op het bewaren, fysiek en administratief beheren en
mutaties bijhouden.” Leveranciersmanagement is “het monitoren van de performance en het
versterken van de relatie met de leverancier.”
Uit het onderzoek blijkt overigens dat binnen overheidsorganisaties verschillende definities leven
van contractmanagement, contractbeheer en leveranciersmanagement. Zo spreken inkopers
vaak van leveranciersmanagement waar zij contractmanagement bedoelen: wat verwachten we
van de leverancier, op basis van het contract? En als inkopers de term contractmanagement
gebruiken, hebben ze het eerder over contractbeheer: de administratieve handelingen.
Contractmanagement is echter veel breder dan dat: ook risicobeperking is er bijvoorbeeld
onderdeel van. Semantiek is dus belangrijk in dit thema.
Pagina 3 van 21
Organisatie
Inkoop, contractbeheer en contractmanagement in de publieke sector zijn op een van de
volgende manieren georganiseerd: centraal, decentraal of gecoördineerd. Bij een centrale
organisatie van inkoop bijvoorbeeld, verzorgt een afdeling de inkoop voor de hele organisatie. In
een decentrale organisatie van inkoop voeren meerdere organisatieonderdelen zelf hun inkoop
uit, ieder voor hun eigen onderdeel. Bij de gecoördineerde organisatievorm van inkoop wordt
inkoop deels centraal en deels decentraal uitgevoerd.
Inkoop heeft de afgelopen jaren een verschuiving van een decentrale naar een gecoördineerde
organisatievorm doorgemaakt (zie Figuur 1). Inmiddels is de inkoopafdeling bij 52% van de
respondenten op een gecoördineerde manier georganiseerd. Bij 16% is de organisatie volledig
decentraal; bij 32% centraal.
Contractbeheer is - als het al geregeld is - voornamelijk in centraal georganiseerde organisaties
belegd (46%). De decentrale (26%) en gecoördineerde (22%) organisatievorm scoren veel lager
op contractbeheer. De diepte-interviews bevestigen deze uitkomst. Hoewel de afdeling Inkoop
steeds meer gecoördineerd wordt georganiseerd, blijkt dat centraal contractbeheer voor de
geïnterviewden de basis is voor contractmanagement.
Contractmanagement zelf is in de publieke sector vooral gecoördineerd of decentraal
georganiseerd; 34% van de respondenten geeft decentraal aan. Verder is het bij 30%
gecoördineerd georganiseerd, bij 23% centraal en geeft 14% aan (nog) niet met
contractmanagement te werken (zie Figuur 1).
Figuur 1: De organisatie van Inkoop, Contractbeheer en Contractmanagement in de publieke
sector
Pagina 4 van 21
De reden voor het (nog) niet werken met contractmanagement is met name de onduidelijkheid
van de uitvoering ervan. Wat is een professionele uitvoering van contractmanagement? Welke
taken en verantwoordelijkheden horen daarbij? Hoe kan de vereiste capaciteit worden
verantwoord op de begroting?
Categorieën en contracten in beeld
Van de respondenten deelt 90% de contracten in op basis van inkooppakketten. Volgens de
enquête bestaan er bij de overheid globaal gezien vijf generieke inkooppakketten. Dit zijn:
Facilitaire dienstverlening, ICT, HRM, GWW (Grond, Weg en Waterbouw) en Sociaal domein. De
benaming verschilt per organisatie, maar de inhoud komt steeds op dezelfde productgroepen
neer. Naast deze generieke inkooppakketten beschikken overheidsorganisaties over
specialistische pakketten, die per organisatie verschillen.
Uit de antwoorden blijkt verder dat gemiddeld 75% van de actieve contracten geregistreerd wordt
(zie Figuur 2). De oorzaak van dit percentage is de versnippering van de contracten. Deze
versnippering ontstaat omdat inkoopafdelingen en/of contractmanagers alleen ingeschakeld
worden als er ingekocht wordt boven de aanbestedingsdrempel. Hierin is overigens een
kentering gekomen met de nieuwe aanbestedingswet in 2013. Afdelingen erkennen nu meer de
expertise van contractmanagers waardoor die sneller bij het inkoopproces betrokken worden.
Dat komt de registratie van contracten ten goede.
Figuur 2: Het percentage actieve geregistreerde contracten per categorie
Pagina 5 van 21
“Dé contractmanager” bestaat niet
Uit de wetenschappelijke literatuur komt een helder beeld van de taken die onder
contractmanagement vallen (Knoester, 2009). Dit zijn met name:
• Ontwikkelen en onderhouden van leveranciersrelatie;
• Beïnvloeden van contractrisico’s;
• Evalueren en managen van claims en performance;
• Beoordelen van contracten op onredelijke bedingen en valkuilen;
• Beoordelen van contracten op doelmatig- en rechtmatigheid;
• Opstellen van en onderhandelen over contracten;
• Maken van make-or-buy-beslissingen;
• Bewaken van de contractperformance;
• Produceren van managementrapportages;
• Optreden als intermediair tussen de organisatie en leverancier;
• Begeleiden van uitbestedingstrajecten.
Contractmanagement als geheel is een functie (waarin de contractmanager benoemd wordt),
een rol (een verzameling taken) of een taak (een activiteit). In de publieke sector voeren
verschillende functionarissen contractmanagement uit.
Bij 56% is de contractmanager de uitvoerende functionaris, met op de tweede plaats ex aequo
de budgethouder en contractbeheerder (zie Figuur 3). De antwoorden in de diepte-interviews
laten zien dat de uitvoerende functionaris verschilt, afhankelijk van hoe contractmanagement
binnen de organisatie is georganiseerd.
Figuur 3: De uitvoerende functionaris van contractmanagement in de publieke sector
Het komt dus voor dat iemand de rol en taak van contractmanagement heeft, terwijl hij de functie
van budgethouder bekleedt. De functie van contractmanager is momenteel veelal een
‘gecoördineerde’ functie. De rol en taken zijn – omdat contractmanagement nog niet formeel
belegd is bij een persoon - nog verspreid over diversen lagen van de overheidsorganisaties.
Pagina 6 van 21
In de diepte-interviews benadrukken de respondenten aan de ene kant dat contractmanagement
een uniek vakgebied is. Aan de andere kant wordt het nu vooral uitgevoerd als taak. ‘Het er even
bij doen’ is een veelgehoorde opmerking. De competenties van ‘de contractmanager’ zijn dan
ook niet formeel gedefinieerd en verschillen daarmee per uitvoerende functionaris. De oorzaak
hiervan ligt in de huidige organisatie van de overheidsorganisaties. In veel organisaties voeren
verschillende afdelingen hun inkoop zelfstandig uit. Iedere verantwoordelijke heeft iets met de
contracten te maken. In de huidige situatie is ‘de contractmanager’ binnen de overheid dus niet
overal aanwezig.
Wel hebben de respondenten een idee van de competenties waar de “ideale” contractmanager
in de toekomst aan moet voldoen. De contractmanager moet resultaatgericht, integer, betrokken,
overtuigend, klantgerichtheid, analytisch vaardig, omgevingsbewust, flexibel, en besluitvaardig
zijn.
‘Als je een spaceshuttle aan het bouwen bent heb je een ander type contractmanager nodig
dan bij de aanschaf van een generiek product of dienst.’ – Nutsbedrijf
Capaciteit en baten
Aan welk soort contracten is de contractmanager de meeste tijd kwijt? De enquête geeft inzicht
in de top drie contractvormen met de hoogste benodigde contract-managementcapaciteit.
Volgens de respondenten staan dienstencontracten op nummer één, Service Level Agreements
op nummer twee en Huur-lease contracten op nummer drie. Dienstencontracten zijn veelal grote
raamovereenkomsten met verschillende partijen. De communicatie met deze partijen vergt meer
tijd dan bij contractvormen met slecht één opdrachtnemer. Uit de interviews blijkt ook dat hoe
complexer een contract is, hoe meer capaciteit men hieraan besteedt. Tabel 1 geeft de uitkomst
van de top 3 weer.
Top 3 Contractvorm
1e plaats Dienstencontracten (59%)
Resultaatcontracten (41%)
Afnamecontracten (33%)
2e plaats Service level agreements (55%)
Licenties (43%)
Onderhoudscontracten (41%)
3e plaats Huur-Leasecontracten (62%)
Inspanningscontracten (46%)
Licenties (43%)
Tabel 1: De top 3 van contractvormen die de meeste contractmanagementcapaciteit vergen
Het is niet mogelijk om de baten van contractmanagement zeer nauwkeurig te bepalen. Uit de
enquête blijkt dat de respondenten de toegevoegde waarde van contractmanagement met name
zien in het beperken van contractrisico’s (74%) en kwaliteitsbevordering (68%). De effecten van
een contractmanager binnen de publieke sector zijn daarmee niet altijd direct in euro’s te
kwantificeren. Hij draagt echter wel bij aan de doelstellingen van de organisatie. Dit blijkt uit de
reacties op een aantal stellingen dat hierover is opgenomen in de vragenlijst. De respondenten
Pagina 7 van 21
zetten vooral meer FTE in op contractmanagement om het politieke risico, het toeleveringsrisico
en de impact op bedrijfsvoering te beheersen.
‘Een klein financieel risico kan een grote politieke consequentie hebben.’ – Gemeente
Voor de financiële impact en prijsfluctuaties is men minder snel geneigd extra FTE in te zetten.
Het volgende staafdiagram (zie Figuur 4) brengt deze resultaten in beeld.
Figuur 4: Inzet contractmanagement voor beheersing van risico’s
Contractmanagementnorm
Zoals hiervoor blijkt, vond Aeves in het onderzoek naar contractmanagement diverse
overeenkomsten in werkwijze en taakverdeling tussen verschillende overheidsorganisaties. De
verschillende aspecten van die werkwijze beïnvloeden ook hoeveel mensen er aan
contractmanagement werken in de betrokken organisaties. Uit het onderzoek komen vijf
variabelen naar voren, die hierop de meeste invloed hebben:
- Hoe contractmanagement en contractbeheer georganiseerd zijn;
- Hoeveel contracten geregistreerd staan;
- Het soort overheidsorganisatie;
- Wie contractmanagement uitvoert;
- Waarom men contractmanagement waardevol vindt.
Omdat de deelnemers indicaties gaven van de (gewenste) FTE inzet voor contractmanagement,
heeft Aeves berekend wat de invloed is van de verschillende variabelen op de FTE inzet voor
contractmanagement. De combinatie van deze cijfers zorgt er bovendien voor dat er een
gemiddelde contractmanagementcapaciteitsnorm is berekend.
Pagina 8 van 21
De volgende basisnorm is het resultaat van die berekening:
Eén FTE contractmanager voor honderdtwintig beheerde contracten.
Deze norm is een eenheid die organisaties ondersteunt bij de verantwoording van de benodigde
contractmanagementcapaciteit, in relatie tot het actieve contractenbestand.
Is de vereiste capaciteit nu gelijk voor iedere organisatie? Nee, het is een basis, die per
organisatie aangepast wordt. De verschillende variabelen uit dit artikel zorgen ervoor dat de
basisnorm ofwel naar boven, ofwel naar beneden wordt aangepast.
Met de beslisboom in Bijlage 1, kunt u zelf de positieve of negatieve invloeden van uw variabelen
bepalen. Daarmee komt u tot een norm op maat. Met die norm kunt u in uw overheidsorganisatie
de benodigde contractmanagementcapaciteit onderbouwen.
‘De contractmanagementnorm biedt een basis voor de verantwoording van de
contractmanagementcapaciteit.’ - Niels Alting en Wim Nieland
Invloedrijke variabelen
Uit het onderzoek van Aeves blijkt duidelijk dat de hoeveelheid benodigde capaciteit voor
contractmanagement dus afhangt van een aantal variabelen. Hieronder staan per belangrijkste
variabele de invloed op de norm.
De volgende vijf variabelen hebben veel invloed op de norm:
1. De organisatie van contractmanagement en contractbeheer: als contractmanagement of
contractbeheer nog niet aanwezig is, kan 1 FTE contractmanagement gemiddeld 14
contracten minder managen. Een decentrale organisatie zorgt juist voor beter
contractmanagement en dus meer contracten (gemiddeld 4).
2. Het aantal geregistreerde contracten: het valt op, dat de invloed van het aantal
contracten niet positief lineair is. Het is dus niet zo, dat meer registratie leidt tot een
hogere norm. Als 20% van de contracten geregistreerd staat, kunnen er liefst 17
contracten meer dan de norm gemanaged worden door 1 FTE. Bij 60% registratie is dit
juist 10 contracten minder dan de norm.
3. Het type overheidsorganisatie: bij een nutsbedrijf is de norm gemiddeld 7 punten lager
dan gemiddeld; bij een academisch ziekenhuis meer dan 8 punten hoger. Deelname
aan een gemeenschappelijke regeling heeft de meeste invloed op de norm: er kunnen
gemiddeld 10,5 contracten per FTE minder dan de norm gemanaged worden.
4. De uitvoerende functionaris: als een senior inkoper, inkoopbeleidsmaker,
contractbeheerder of contractmanager zich momenteel met contractmanagement bezig
houdt, heeft dit een positieve invloed op het aantal contracten per FTE (tussen 9 en 16
contracten extra).
Als een jurist zich bemoeit met contractmanagement, betekent dit dat er bijna 10
contracten per FTE gemiddeld minder gemanaged kunnen worden.
Pagina 9 van 21
5. De toegevoegde waarde van contractmanagement: vooral als contractmanagement
gezien wordt ter bevordering van rechtmatigheid en de financiële resultaten, kan men
meer contracten door 1 FTE laten managen. Als het doel duurzaamheidsbevordering is,
neemt de norm af met gemiddeld bijna 4 contracten per FTE.
De grootste impact op de norm hebben de organisatie van contractmanagement en
contractbeheer (vooral het ontbreken ervan) en de uitvoerende functionaris.
Over de auteurs Niels Alting is op dit onderzoek naar de contractmanagementnorm afgestudeerd aan de Haagse
Hogeschool. Wim Nieland MSc MBA is directeur en Susan Schutjes MA is projectmedewerker bij
adviesbureau Aeves. Aeves adviseert, levert interim oplossingen en voert executive search
diensten uit voor alle commerciële functies (inkoop, sales en marketing).
Over Aeves Aeves adviseert sinds 2011 opdrachtgevers uit de overheid, industrie, commerciële
dienstverlening en zorg. Aeves verbetert uw (commerciële) bedrijfsprocessen (inkoop, sales en
marketing) door procesoptimalisatie, herinrichting, betere inzet van mensen, middelen en een
optimale afstemming tussen interne en externe partijen (leveranciers en klanten). Samen met u
identificeren en implementeren wij structureel verbeterende maatregelen. Aeves maakt niet
alleen plannen, maar helpt daadwerkelijk bij de volledige uitvoering en blijft tot de maatregelen
aantoonbaar resultaat opleveren. Aeves is opgericht door zeer ervaren consultants uit
commerciële vakgebieden met een enorm netwerk die allen hun sporen verdiend hebben.
Contactgegevens Aeves Brinklaan 34, Bussum
Postbus 1195, 1400 BD Bussum
Telefoon: 035-8874788
Informatie: [email protected]
Website: www.aeves.com
Pagina 10 van 21
Bijlage 1: Beslisboom Op basis van het onderzoek naar Contractmanagement in de publieke sector, komt Aeves tot
een gemiddelde contractmanagementnorm van honderdtwintig beheerde contracten per FTE
contractmanagement. Via onderstaande beslisboom kan iedere overheidsorganisatie de invloed
van verschillende variabelen berekenen. Het resultaat is een contractmanagementnorm voor de
eigen organisatie.
Werkwijze
De werkwijze is als volgt: ga uit van de basisnorm van 120 beheerde contracten per FTE
contractmanagement. Zoek vervolgens in de onderstaande tabel (Tabel 2) per variabele, de
juiste optie erbij. Per optie staat de impact op de norm aangegeven. Tel deze op of breng hem in
mindering bij de norm. Als alle variabelen zijn meegenomen, komt hier een totale norm uit, die
op uw organisatie van toepassing is. Onder de tabel staat een rekenvoorbeeld.
Normbepaling
Gebruik onderstaande tabel voor het bepalen van de contractmanagementnorm.
Onderdeel Optie Impact
Basis Norm 120,0
Organisatie
Type overheidsorganisatie Rijksoverheidsorganisatie +0,2
Provincie -3,3
Gemeente -3,7
Waterschappen +0,2
ZBO +1,3
Nutsbedrijf -7,0
Onderwijsorganisatie +1,3
Academisch ziekenhuis +8,4
Gemeenschappelijke regeling -10,5
De organisatie van de inkoopafdeling Centraal -2,7
Decentraal +2,3
Gecoördineerd +1,1
De organisatie van contractbeheer Centraal +0,2
Decentraal -4,0
Gecoördineerd +0,7
Niet
-13,8
De organisatie van contractmanagement
Centraal +0,2
Decentraal -4,0
Gecoördineerd +0,7
Niet -13,8
Pagina 11 van 21
Onderdeel Optie Impact
Inkoopniveau Operationeel niveau -1,5
Tactisch niveau +0,7
Strategisch niveau +3,5
Beheer
% van geregistreerde actieve contracten 0% -20,2
10% -6
20% +17,2
30% +5,7
40% +0,4
50% +7,6
60% -10,8
70% -3,9
80% +1
90% +1,6
100% +1,6
Gebruik van contractmanagement-
ondersteunende tool
Ja +1,9
Nee -2,1
Functionaris
Uitvoerende functionaris Inkoopmanager/teamleider inkoop +2,8
Senior inkoper +10,5
Inkoopbeleidsmaker +11,3
Contractbeheerder +9,7
Categoriemanager +8,9
Budgethouder -0,1
Operationeel inkoper +3,5
Contractmanager +15,6
Jurist -9,6
Toegevoegde waarde van
contractmanagement
Het beperken van contractrisico’s -0,6
Innovatie bevordering -1,7
Financiële resultaten +2,2
Kwaliteitsbevordering -1,7
Rechtmatigheidsbevordering
+3,4
Duurzaamheidsbevordering
-3,9
Contract
Productcategorieën van contract-bestand Facilitaire dienstverlening -0,3
ICT -0,3
HRM +0,8
GWW -0,5
Sociaal domein +0,2
Pagina 12 van 21
Onderdeel Optie Impact
Contractvormen van contract-bestand Dienstencontracten +0,1
Onderhoudscontracten +0,3
Inspanningscontracten -1,3
Licenties -1,1
Service level agreements (SLA) +0,1
Afnamecontracten -1,4
Huur-leasecontracten -0,6
Resultaatcontract -0,1
Contractrisico's m.b.t. organisatie-doelstelling Financieel +0,4
Toeleveringsrisico -0,2
Politiek/imago +0,3
Bedrijfsvoering -0,1
Tabel 2: De impact van verschillende variabelen op de contractmanagementnorm
Rekenvoorbeeld
Stel, u werkt bij een gemeente, met de volgende kenmerken:
1. Inkoop is in uw gemeente centraal georganiseerd, contractbeheer centraal en
contractmanagement gecoördineerd.
2. Inkoop vindt plaats op tactisch niveau.
3. Naar schatting 70% van alle 650 actieve contracten is geregistreerd.
4. Er is geen contractmanagement-ondersteunende tool beschikbaar.
5. De inkoopmanager voert contractmanagement uit.
6. Contractmanagement is in uw organisatie het meest belangrijk om contractrisico’s te
beperken.
7. De gemeente heeft met name GWW-contracten.
8. De meeste contracten zijn onderhoudscontracten.
9. Het belangrijkste risico dat u loopt, is het toeleveringsrisico.
Pagina 13 van 21
Met deze informatie loopt u door Tabel 2 heen. De berekening van uw norm ziet er nu als volgt
uit:
Onderdeel Optie Impact
Basis Norm 120,0
Type overheidsorganisatie Gemeente -3,7
De organisatie van de inkoopafdeling Centraal -2,7
De organisatie van contractbeheer Centraal +0,2
De organisatie van contractmanagement Gecoördineerd +0,7
Inkoopniveau Tactisch niveau +0,7
% van geregistreerde actieve contracten 70% -3,9
Gebruik van contractmanagement-ondersteunende tool Nee -2,1
Uitvoerende functionaris Inkoopmanager +2,8
Toegevoegde waarde van contractmanagement Het beperken van
contractrisico’s
-0,6
Productcategorieën van contractbestand GWW -0,5
Contractvormen van contractbestand Onderhoudscontracten +0,3
Contractrisico's m.b.t. organisatiedoelstelling Toeleveringsrisico -0,2
Totaaltelling 111,0
Tabel 3: De berekening van de contractmanagementnorm voor het rekenvoorbeeld
Op basis van de verschillende variabelen, komt u uit op 111 contracten per FTE. Omdat uw
organisatie 650 contracten actief heeft geregistreerd, heeft u 5,9 (650 contracten / 111
contracten per FTE) FTE aan contractmanagement nodig, om uw contracten succesvol te
managen.
Pagina 14 van 21
Bijlage 2: Onderzoeksverantwoording
Doelstelling
In februari 2014 voerde Niels Alting in het kader van zijn afstudeeronderzoek in opdracht van
Aeves een onderzoek uit naar de huidige manier van werken met contractmanagement in de
publieke sector.
Het doel van het onderzoek was het achterhalen van gelijkenissen in werken, het bepalen van
de cohesie is binnen de publieke sector op het gebied van contractmanagement en of hier een
algemeen geaccepteerde norm uit te halen zou zijn.
Vormgeving en verspreiding
De eenentwintig vragen waren vooral in multiple choice-vorm, met daarin een aantal
voorgestelde antwoorden. De hele vragenlijst is in bijlage 3 weergegeven.
Via diverse online mediakanalen als LinkedIn, Facebook en Twitter heeft Aeves inkopers
uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. De vragenlijst is ook via NEVI, PIANOo, Inkopers-café,
gemeente.nu en Facto Magazine bij hen onder de aandacht gebracht.
Respondenten
Honderdvijftig overheidsrespondenten deden mee aan een uitgebreide enquête. Daarnaast
voerden Alting en Nieland veertien diepte-interviews met publieke inkoopfunctionarissen die
direct te maken hebben met contractmanagement.
In het onderzoek zijn zoveel mogelijk verschillende typen overheidsorganisaties benaderd om
een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van contractmanagement in de publieke sector. Bij de
benadering is geen onderscheid gemaakt in grootte of inkoopvolume van de
overheidsorganisatie. Vanwege de representativiteit is er voor gekozen om alle sectoren in de
centrale en decentrale overheid mee te nemen.
In Figuur 5 staat de verdeling van de honderdvijftig respondenten over de verschillende
organisaties weergegeven. De top drie van de deelnemende overheidscategorieën is: 37%
gemeente, 19% rijksoverheid en 13% onderwijsinstellingen.
Pagina 15 van 21
Figuur 5: Verdeling van respondenten over verschillende organisaties
De vragenlijst heeft bovendien een diverse doelgroep bereikt (zie Figuur 6): 21% is zelf
Contractmanager, 18% is Inkoopmanager/teamleider inkoop, 16% Senior inkoper en 10%
Contractbeheerder.
Figuur 6: Verdeling van respondenten over verschillende functiegroepen
Pagina 16 van 21
Analyse
Uit de interviews en de cijfermatige analyse blijkt dat het aantal FTE voor contractmanagement
niet direct kan worden gekoppeld aan financiële prestaties van de organisatie. Daarom kiest
Aeves ervoor, om de norm te baseren op de hoeveelheid beheerde contracten.
De FTE inzet per variabele vormt de basis voor de norm. In Figuur 7 staat bijvoorbeeld het
aantal FTE per categorie. Dit aantal is afgezet tegen het aantal contracten van de organisatie.
Vervolgens is het aantal FTE teruggerekend naar FTE per 100 contracten. Het aantal FTE per
variabele is vervolgens gemiddeld. Door de gemiddelde FTE inzet per variabele om te zetten
naar 1 volledige FTE, komt Aeves uit op 120 contracten.
Figuur 7: Verdeling van respondenten over verschillende functiegroepen
Status van de norm
In het onderzoek wordt als definitie van “norm” die van NEN gehanteerd: een norm is een
specificatie met erkende algemeen geaccepteerde criteria. Normen zijn geen wetten, maar ’best
practices’. Iedereen kan - op vrijwillige basis - hier zijn voordeel mee doen.
Pagina 17 van 21
Bijlage 3: Vragenlijst
Voordat u start met de enquête, vindt u hieronder de definities van contract-management,
contractbeheer en leveranciersmanagement:
'Contractbeheer is het verzamelen van alle contracten om deze te verwerken in een databestand
en is gericht op het bewaren, fysiek en administratief beheren’
‘Contractmanagement is het proces waarbij contracten en contractwijzigingen op een eenduidige
manier worden bewaakt en verbeterd. Het doel is gericht op het bewaken en verbeteren van
contractbenutting, opzegtermijnen, indexeringen, looptijd en nieuwe tenders.’
‘Leveranciersmanagement is het monitoren van de performance en het versterken van de relatie
met de leverancier.’
1. Tot welke overheidscategorie behoort de organisatie waar u werkzaam bent?
• Rijksoverheidsorganisatie
• Provincie
• Gemeente
• Waterschappen
• ZBO
• Nutsbedrijf
• Onderwijsinstelling
• Academisch ziekenhuis
• Anders, namelijk
2. Wat is uw functie binnen de afdeling waar u werkzaam bent?
• Inkoopmanager / Teamleider inkoop
• Senior inkoper
• Inkoopbeleidsmaker
• Contractbeheerder
• Contractmanager
• Operationeel inkoper
• Categoriemanager
• Jurist
• Anders, namelijk
Pagina 18 van 21
3. Hoe groot is het jaarlijkse inkoopvolume van de gehele organisatie?
• < € 2 miljoen
• € 2 miljoen – € 5 miljoen
• € 5 miljoen – € 10 miljoen
• € 10 miljoen – € 20 miljoen
• € 20 miljoen – € 50 miljoen
• € 50 miljoen – € 100 miljoen
• € 100 miljoen – € 200 miljoen
• € 200 miljoen – € 300 miljoen
• > € 300 miljoen
4. Hoe groot is het jaarlijkse inkoopvolume van de afdeling waar u werkzaam bent?
• < € 2 miljoen
• € 2 miljoen – € 5 miljoen
• € 5 miljoen – € 10 miljoen
• € 10 miljoen – € 20 miljoen
• € 20 miljoen – € 50 miljoen
• € 50 miljoen – € 100 miljoen
• € 100 miljoen – € 200 miljoen
• € 200 miljoen – € 300 miljoen
• > € 300 miljoen
5. Vul aan, binnen mijn organisatie zit inkoop op
• operationeel niveau (de daadwerkelijke bestelfunctie, planning en voorraadbeheer van
producten en/of diensten)
• tactisch niveau (het scheppen van de voorwaarden voor een goede uitvoering van
inkoopactiviteiten)
• strategisch niveau (het maken van inkoopbeleid en strategie)
6. Op welke wijze draagt inkoop bij aan het behalen van de organisatiedoelstellingen?
• Effectiviteitsbevordering
• Rechtmatigheidsbevordering
• Risicobeperking
• Interne klanttevredenheidsbevordering
• Duurzaamheid
• Doelmatigheidsbevordering
• Ontwikkeling en innovatie
• Anders, namelijk
Pagina 19 van 21
7. Hoe is inkoop in uw organisatie georganiseerd?
• Centraal (1 plek)
• Decentraal (meerdere plekken)
• Gecoördineerd (combinatie van bovenstaand)
8. Hoe is contractbeheer binnen uw organisatie georganiseerd?
• Centraal (1 plek)
• Decentraal (meerdere plekken)
• Gecoördineerd (combinatie bovenstaand)
• Niet, er wordt geen contractbeheer gevoerd
9. Hoe is contractmanagement binnen uw organisatie georganiseerd?
• Centraal (1 plek)
• Decentraal (meerdere plekken)
• Gecoördineerd (combinatie bovenstaand)
• Niet, er wordt geen contractmanagement gevoerd
10. Welke functionaris voert bij uw organisatie contractmanagement uit?
• Inkoopmanager / Teamleider inkoop
• Senior inkoper
• Inkoopbeleidsmaker
• Contractbeheerder
• Contractmanager
• Budgethouder
• Operationeel inkoper
• Categoriemanager
• Jurist
• Anders, namelijk
11. Vul in, de toegevoegde waarde van contractmanagement wordt uitgedrukt in
• het beperken van contractrisico's
• innovatie bevordering
• financiële resultaten (besparingen)
• kwaliteitsbevordering
• rechtmatigheidsbevordering
• duurzaamheidsbevordering
12. Hoeveel actieve contracten heeft uw organisatie? (open)
13. Hoeveel procent hiervan is er geregistreerd?
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Pagina 20 van 21
14. Geef per categorie een procentuele schatting van de hoeveelheid geregistreerde
contracten.
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
15. Geef per categorie een procentuele schatting van de hoeveelheid gemanagede
contracten.
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Facilitaire dienstverlening
• ICT
• HRM
• Grond, wegen, waterbouw (GWW)
• Sociaal domein
• Overige categorie, namelijk
• Anders, namelijk
16. Hoeveel FTE houdt zich per categorie met contractmanagement bezig? (rond af op 1
decimaal achter de komma)
• Facilitaire dienstverlening
• ICT
• HRM
• Grond, wegen, waterbouw (GWW)
• Sociaal domein
• Overige categorie, namelijk
• De totale inzet binnen de organisatie is
• Dit is niet per categorie geregeld, de totale contractmanagement inzet is
• Anders, namelijk
17. In welke mate bent u het (on)eens met de volgende stellingen betrekking op het
aantal FTE contractmanagers?
Volledig mee oneens Oneens Neutraal Eens Volledig mee eens
• Hoe groter de financiële impact een contract heeft, hoe meer FTE inzet.
• Hoe groter het toeleveringsrisico een contract heeft, hoe meer FTE inzet.
• Hoe groter het politiek risico/ imagoschade een contract heeft, hoe meer FTE inzet.
• Hoe groter de impact op bedrijfsvoering een contract heeft, hoe meer FTE inzet.
• Hoe groter de prijsfluctuaties een contract heeft, hoe meer FTE inzet.
Pagina 21 van 21
18. Wat is uw top 3 van contractvormen die de meeste contractmanagementcapaciteit bezitten?
• Onderhoudscontracten
• Inspanningscontracten
• Dienstencontracten
• Licenties
• Service level agreements
• Afnamecontracten
• Huurleasecontracten
• Resultaatcontracten
19. Maakt u gebruik van een gespecialiseerde tool om het contractmanagementproces te
ondersteunen?
• Ja
• Nee
20. Hanteert u een formule voor de inzet van contractmanagementproces?
(bijvoorbeeld 1 contractmanager ten opzichte x hoeveelheid spend, aantal contracten
of % besparing)
• Ja
• Nee
21. Zo ja, wat is de gehanteerde contractmanagementformule?
22. Hartelijk dank voor het beantwoorden van de enquête, wilt u de onderzoeksresultaten direct
ontvangen? Vul uw naam en contactgegevens in en ik zal u zo snel mogelijk contacten!