Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de...

16
Jaargang 24, nr. 2 december 2015 De Vliegenmepper Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging

Transcript of Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de...

Page 1: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Jaargang 24, nr. 2 december 2015

De Vliegenmepper

Contactorgaan van de Sectie Diptera van de

Nederlandse Entomologische Vereniging

Page 2: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

De Vliegenmepper is het contactblad van de Sectie Dipteravan de Nederlandse Entomologische Vereniging enverschijnt twee keer per jaar.Sectie DipteraDe sectie heeft als doel het bevorderen van de studie vande Diptera in het Nederlandse taalgebied. Hierin vervultDe Vliegenmepper een belangrijke functie.Het bestuurVoorzitter en bijeenkomsten: Aat Barendregt Paulus Potterstraat 27,3781 EP VOORT-HUIZEN, +31(0) 6 17058740 [email protected]: André van Eck, Korte Hoefstraat 30, 5046 DB TILBURG, tel: +31 (0) 6 41014259, email: [email protected]: Ruud van der Weele, Vliegerweg 11, 4101JK, CULEM-BORG; [email protected]: €7,50 per jaar over te maken op:ING bankrekening/bankaccount 754847187 t.n.v./of:Ruud vd Weele, Culemborg onder vermelding van:'contributie Sectie Diptera 2013'. ING-Bank, Culem-borg IBAN: NL94INGB0754847187. BIC: INGBNL2ADipteraweekeinden: Gerard Pennards, tel. +31 (0) 33- 8886999, Email: [email protected],LidmaatschapIedereen, ook niet-NEV-leden, kan lid worden van de Sec-tie Diptera, opgave bij de secretaris. Alle leden van desectie krijgen automatisch de Vliegenmepper toegestuurd.Redactie VliegenmepperLaurens van der Leij, Gestelseweg 6 5296 KP ESCH , tel:+31 (0) 6 51048179, email: [email protected] van der Linden, W. Alexanderplein 18, 5271 AR SINTMICHIELSGESTEL, tel: +31 (0) 73 5516335, email:[email protected]: zie Laurens van der Leij.Aanwijzingen voor de auteursKopij indien digitaal aangeleverd bij voorkeur als plattetekst of niet opgemaakt Worddocument. Eventueel kaneen document met de gewenste opmaak toegevoegd wor-den. Eventuele afbeeldingen graag als separaat bestandaanleveren in drukkwaliteit (minimaal 300 dpi).De Vliegenmepper wordt internationaal gelezen. Indieneen auteur een Engelstalige samenvatting bij het artikelwenst dient hij/zij deze zelf aan te leveren. De redactiekan hierbij ondersteuning bieden.Deze aflevering kan ook gedownload worden via:http://www.nev.nl/pages/secties/vliegen_muggen/Foto's en afbeeldingen zijn dan in kleur te zien en af tedrukken.Op dit adres zijn ook alle oude nummers tedownloaden.Foto voorplaat: Ilione albiseta (Blauwe Kamer 2013,foto Dick Belgers)

InhoudsopgaveColofonDe Vliegenmepper, jaargang 24 nr. 2ISSN-nummer:1338-3178

Agenda:

30 januari 2016: Dipteradag in Natura-lis. Zie aankondiging op pagina 16

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 2

3 Nederlandse verspreiding en ecologievan het genus Ilione (Sciomyzidae)

8

14

Verslag Dipteraweekend 2015 Grens-park Kempen-Broek (Weert, Limburg)

Rariteitjes

16 Vooraankondiging en oproep Diptera-dag 2016

Adres- en e-mailwijzingen:Niet alleen doorgeven aan de secre-taris van de NEV (indien NEV-lid)maar ook aan de secretaris van desectie.

Contributie:

De penningmeester zou graag decontributie voor 2016 van u ont-vangen. Voor gegevens zie decolofon.

Page 3: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Nederlandse verspreiding en ecologie van hetgenus Ilione (Sciomyzidae)

Aat Barendregt

InleidingUit het genus Ilione (vroeger: Knutsonia)komen in Nederland twee soorten voor(Beuk & Van der Goot, 2002): I. albiseta(Scopoli, 1763) en I. lineata (Fallén, 1820).De laatste soort is na het jaar 2000 nietmeer gevonden, daarover later uitleg. Gedu-rende de laatste twee jaar heb ik Ilione albi-seta (fig. 1) o.a. gevonden bij droogvallendeplasjes in een uiterwaard van de IJssel (Ra-venswaard), op de slikvlaktes van Tienge-meten, in de duinen van het Zwanenwater,maar ook bij vennetjes in natte heide in deGelderse Vallei (Erica en Deuverden). Nietbepaald één gemeenschappelijk ecosys-teem. Misschien nog treffender is waar indezelfde tijd deze soort niet aangetroffenwerd: Vechtstreek, Wieden, Weerribben,vele poldergebieden met sloten en in nattebeekdalen zoals de Drentse Aa en Leuve-numse Beek. De ecologie van I. albisetamoet iets speciaals hebben en dit artikeltoont de zoektocht naar een verklaring.

HerkenningBinnen de Nederlandse slakkendoders metwit behaarde sprietborstel en in de vleugeleen karakteristieke S-vormig gebogen grotedwarsader zijn de genera Ilione en Elgiva teonderscheiden door de aanwezigheid van

vleugelrichel-borstels bij Ilione en het ont-breken hiervan bij Elgiva. Bovendien is debocht in de dwarsader bij Elgiva bijna eenhaakse bocht, maar bij Ilione stomp. Hetderde genus met vergelijkbaar patroon in devleugels is Hydromya, dat echter een afge-rond derde sprietlid heeft en waarbij (bijverse exemplaren) de twee dwarsstrepen opde ogen ontbreken. Het is een groepje soor-ten waarbij je altijd goed moet kijken naarde verschillen, zeker omdat ze op elkaar lij-ken en het genus Elgiva algemeen te vindenis.

Het genus Ilione is in Nederland vertegen-woordigd met twee soorten die eenvoudig teonderscheiden zijn (Revier & Van der Goot,1989). Ilione albiseta heeft op de kruisingtussen de lengteader en de grote dwarsadereen donkere vlek; deze vlek ontbreekt bijnabij I. lineata. Bij twijfel is er het kenmerkvan de aanwezigheid van haren op het pros-ternum (Rozkosny, 1984), de borstplaten dietussen het eerste heuppaar te vinden zijn(ook bijv. een herkennings-kenmerk van dealgemene slakkendoder Tetanocera robustaLoew). Dit prosternum is kaal bij I. albisetaen behaard bij I. lineata. In collecties valt opdat I. albiseta met ca. 11 mm groter is danI. lineata met ca. 8 mm: een grootteverschil

Figuur 1 – Ilione albiseta (Blauwe Kamer 2013, foto Dick Belgers)

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 3

Page 4: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

als tussen Pherbina coryleti (Scop.) en Elgi-va solicita (Harris). In Zuid-Europa zijn en-kele andere soorten uit het genus vertegen-woordigd, waarvan de verspreiding van I.trifaria (Loew) in zuidelijk Frankrijk hetdichtst ons land benadert (Vala, 1989).

VerspreidingZover mogelijk heb ik getracht alle Neder-landse waarnemingen uit de literatuur (in-clusief die uit waarneming.nl) en collectie-exemplaren te verenigen in een bestand (ziedankzegging). Uiteindelijk zijn d.d. 18-10-2015 van I. albiseta 271 exemplaren uit 121records beschikbaar. Voor I. lineata zijn dat34 exemplaren uit 11 records, met hierbijde aantekening dat er op 25 juni 1916 doorDe Meijere liefst 21 exemplaren in Ommenverzameld zijn. Een ‘record’ is het aantref-fen van een soort op een dag in een km-hok, ongeacht aantallen of geslacht. Detwee Ilione soorten komen in alle landenvan West-Europa voor (De Jong et al.,2013).

De ruimtelijke spreiding van I. albiseta (fig.2) geeft aan dat de soort recent wijdver-spreid in Nederland te vinden is: relatiefveel op de Waddeneilanden en het Deltage-bied, tevens langs rivieren en allerlei plaat-sen in het binnenland, maar nauwelijks inhet Groene Hart of de laagveengebieden. Denoordelijke provincies zijn relatief slecht on-derzocht, ter verklaring van de weinigevondsten. Deze soort lijkt een hekel te heb-ben aan polders met hun geregelde water-peil. De ontwikkeling in de tijd (tabel 1)geeft aan dat I. albiseta vanaf het oudst be-kende collectie-exemplaar uit 1890 regelma-tig gevonden wordt; recent zijn zelfs relatiefveel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeelsvan de tweede helft mei tot begin oktobergevonden wordt.

De ruimtelijke spreiding van I. lineata (fig.3) is door het beperkte aantal waarnemin-gen nauwelijks te interpreteren maar lijktdeels vergelijkbaar met I. albiseta. Ze ont-breekt echter in het (zilte) Deltagebied. Wel

Figuur 2 – Verspreiding van Ilione albiseta over Nederland,met open vierkant voor 1950, open cirkel tussen 1950 en2000 en gesloten cirkel vanaf 2000.

Figuur 3 – Verspreiding van Ilione lineata over Nederland, uit-leg in fig. 2.

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 4

Page 5: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

is de soort in 1969 en 1992 in het laagveenvan de Vechtstreek aangetroffen. Op de dagdat De Meijere de grote serie uit Ommenverzamelde werd tevens I. albiseta gevan-gen, een indicatie dat de soorten samenvoor kunnen komen. De vindplaats “Vlie-land” uit Revier & Van der Goot (1989), nietgenoemd in Revier (1982), heb ik voorlopigweggelaten, omdat het exemplaar niet terugte vinden is, maar wel exemplaren I. albise-ta van die datum in de collecties te vindenzijn. De opgave van Kotten in Revier & Vander Goot (1989) is een exemplaar met “Cot-ten” op het handgeschreven etiket (leg. VanAartsen), dat “Cottessen” geweest moet zijnaangezien op diezelfde dag door Bob anderesoorten in Zuid-Limburg (o.a. Nuth) gevan-gen zijn. Het aantal vangsten is beperktmaar in vergelijking met I. albiseta is I. line-ata vroeger relatief meer gevangen (tabel1). De laatste decennia is de soort nauwe-lijks meer gevangen; de meest recentevangst is in 2000 door Van Aartsen in Elsloo.De gehele serie waarnemingen komen uit deperiode begin juni - begin september.

LarvenVan de larven van I. albiseta is bekend datze leven in tijdelijke wateren (Knutson &Berg, 1967). Een uitvoerig overzicht van deleefwijze gebaseerd op veldwaarnemingenen laboratoriumproeven wordt gegeven doorLindsay et al. (2009), waaruit nu geciteerdwordt. De vliegen (imago’s) worden aange-troffen van mei tot oktober, ze leven gemid-deld 110 dagen en hebben slechts één ge-neratie per jaar (univoltien). De vrouwtjeszetten in juli-september eieren af, in totaalenkele honderden en meestal individueel ofin tweetallen afgezet. De locatie is vooral op(dode) stengels van grassen en kruiden, ophet droge. Aan het eind van de zomer komt

dit dode materiaal op de grond te liggen ende eieren komen alleen onder water uit: hetbeste is dus een overspoeling. De eieren ko-men na ongeveer twee maanden in de nazo-mer uit en de larven eten gedurende de driestadia diverse slakken op: vooral de Lever-botslak (Galba truncatula) is favoriet. Opval-lend is dat de larven lang onder water kun-nen blijven (>10 dagen). Het larvenstadiumoverwintert en ze gaan zelfs onder het ijsdoor met het eten van slakken. Het derdelarvenstadium gaat na een rustperiode inhet vroege voorjaar verpoppen; het popsta-dium duurt gemiddeld 50 dagen. De poppenzelf drijven op het water in de periode april-juni, waarna de volgende generatie vliegenuitkomt. Juist door de lange levenswijze ende invloed van temperatuur op de ontwikke-ling kan er bij het uitsluipen een grote sprei-ding in de tijd ontstaan, vergelijk met fig. 4.Volledig vergelijkbaar met de vorige soortworden de eieren van I. lineata op het drogeafgezet en komen pas uit na onderdompe-ling in water (Knutson & Berg, 1967). Hetgrote verschil met I. albiseta is dat de lar-ven erwtenmosseltjes (Sphaeriidae) alsprooi hebben; het eerste larvestadium alsparasiet en de volgende twee stadia als pre-dator (Rozkosny, 1984). Eveneens kunnendeze larven zeer lang onder water blijven.De larvenstadia duren 5-7 weken (maarwaarschijnlijk langer wegens overwinte-ring?); ook bij deze soort overwintert de lar-ve en drijft de pop in het voorjaar aan hetwateroppervlak. Eveneens zou deze soortslechts één generatie per jaar hebben (Valaet al., 2012).

DiscussieDe combinatie van de eisen van de larvenvan I. albiseta en het aantreffen in Neder-land blijkt dus goed overeen te komen: eengroot aantal vindplaatsen zijn overstro-mingsvlakten die in de zomer droog staanen vervolgens in het najaar onder waterverdwijnen. Deze plekken hebben een na-tuurlijke wisseling in waterstand, dus natteplekken in duinen met wisselend peil (vooralWaddeneilanden), uiterwaarden en allerleivennetjes en lage stukken langs beken. Dathet milieu varieert van echt basisch tot vrijzuur maakt dus niet uit: duinvalleien, poel-tjes in uiterwaarden, beekdalen en heide-vennen voldoen allemaal. Natuurlijke wa-terhuishouding is dus het kenmerk dat zorgtdat I. albiseta kan voortbestaan, waarmeemijn beginvraag minstens deels beantwoordwordt. De soort wordt zo weinig in polders

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 5

records

Periode

I. albiseta

<19501950-1999

2642

exemplaren

>2000totaal

53121

<19501950-1999

3181

I. lineata

731

11294

Tabel 1 – Aantal records en exemplarenin NL van het genus Ilione.

>2000totaal

159271

134

Page 6: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Figuur 4 – Aantal Nederlandse records Ilione albiseta per halve maand.

aangetroffen omdat jaarlijkse overspoelingdaar niet meer mogelijk is, i.t.t. de eerstehelft van de 20e eeuw met slechte ontwate-ring zoals zichtbaar wordt met de waarne-mingen voor 1950 in fig. 2. Zelfs de Hol-landse duinen met drinkwaterproductie endus gereguleerde hydrologie blijken geenrecente vondsten meer op te leveren, an-ders dan in het hydrologisch ‘vrije’ Wadden-district met ’s winters overspoelde duinval-leien.

De ecologie van I. lineata lijkt vergelijkbaarmet de vorige soort, maar wel met het es-sentiële verschil dat het voedsel van de lar-ven niet uit slakken maar uit erwtenmossel-tjes bestaat. Voor Revier & Van der Goot(1989) was dit een argument waarmee eenandere genusindeling mogelijk zou worden;de nomenclatuur is wel correct (Steyskal etal., 2003). De afhankelijkheid van (bereik-bare) erwtenmosseltjes is mogelijk wel eenverklaring voor de achteruitgang van desoort gedurende de laatste eeuw. Hoewel demosseltjes nog steeds frequent in ons landgevonden worden zijn semi-permanenteplaatsen met ondiep water (waarin o.a. erw-tenmosseltjes leven en zelfs droge periodenkunnen overleven) door de drooglegging enregulering na de 2e Wereldoorlog in vele Ne-derlandse gebieden een stuk minder voorko-mend. Dit ondiepe contactvlak tussen land(ei-afzet) en water (prooi) is waarschijnlijk

nodig in de levenscyclus. Laagvenen metverlanding blijken ook te voldoen, dus NWOverijssel wordt mogelijk een potentiëlevindplaats. De oude vindplaatsen langs ri-viertjes zoals bij Ommen (Vecht), Doetin-chem (Oude IJssel), Oisterwijk (AchtersteStroom?) en De Logt (Beerze) staan bekendom veranderingen met kanalisatie en voort-gaande successie in dode armen. Een bij-zonder milieu gekenmerkt door de aanwe-zigheid van erwtenmosseltjes in met namede overstromingsvlakten langs onze bekenen rivieren is nog zeldzamer geworden. Hetwordt nu spannend of restauratieprojectenzoals in 2000 bij De Logt nieuwe vondstenkunnen opleveren.

DankzeggingOverzichten zoals deze zijn niet mogelijkzonder de medewerking bij de collecties Na-turalis (vroeger: Amsterdam, Leiden, Wage-ningen), Alterra Wageningen, NBNM Tilburgen privé collecties/waarnemingen van deheren Belgers, Prijs, Van Eck, Van der Lin-den en Velterop. Dick Belgers, dank voor hetverstrekken van de foto, André van Eck voorhet maken van de kaarten en de redactievoor de opbouwende kritiek.

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 6

Page 7: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

AbstractThe two Dutch species in the genus Ilioneare reviewed. Ilione albiseta is found rathercommon in the country, although recentlymostly missing in many wet areas in thewestern parts of the country. The egg-deposition should be in dry locations,whereas the larvae develop in water. Theseconditions need flooding in the winter,nowadays not available in the polder-areasin the western parts where hydrology is fullyorganized. Comparing the frequency duringlast century, this species did not change.However, the second species Ilione lineatawas already infrequent long time ago andseems to become more rare in presenttimes. Regulation of rivers and successionmight explain this change.

Literatuur• Beuk, P.L.Th. & V.S. van der Goot

(2002). Family Sciomyzidae. In:Beuk, P.L.Th., Checklist of the Dipteraof the Netherlands. KNNV Uitgeverij,Utrecht: 251-254.

• De Jong, Y.S.D.M. (ed.) (2013). Fau-na Europaea version 2.6. Web Ser-vice available online at http://www.faunaeur.org

• Knutson, L. V. & C. O. Berg (1967).Biology and immature stages ofmalacophagous Diptera of the genusKnutsonia Verbeke (Sciomyzidae).Bull. Inst. r. Sci. nat. Belg. 43 (7): 1-60

• Lindsay, W. M., R. J. Mc Donnell, C.D. Williams, L. Knutson & M. J. Gor-mally (2011). Biology of the snail-kil-ling fly Ilione albiseta (Scopoli, 1763)(Diptera: Sciomyzidae). Studia dipte-rol. 16 (1/2): 245-307

• Revier, H. (1982). Slakkendodendevliegen (Diptera Sciomyzidae) in Ne-derland; een eerste inventarisatie.Verslagen en Technische gegevens No35. Instituut voor Taxonomische Zoö-logie (Zoölogisch Museum) Universi-teit Amsterdam.

• Revier, J.M. & V.S. van der Goot(1989). Slakkendodende vliegen (Sci-omyzidae) van noordwest-Europa.Wetenschappelijke Mededeling KNNVnr. 191.

• Rozkosny, R. (1984). The Sciomyzi-dae (Diptera) of Fennoscandia andDenmark. Fauna Entomologica Scan-dinavica Volume 14. Leiden-Copen-hagen.

• Steyskal, G.C., F.C. Thompson, W. N.Mathis & L. Knutson (2003). The typespecies of Ilione (Diptera: Sciomyzi-dae). Studia Dipterologica 10: 559-564.

• Vala, J-C (1989). Diptères Sciomyzi-dae Euro-Méditerranées. Fauna deFrance 72: 1-300

• Vala, J-C., W.L. Murphy, L. Knutson &R. Rozkošný (2012). A cornucopia forSciomyzidae (Diptera). Studia Dipte-rologica 19: 67-137.

Aat BarendregtPaulus Potterstraat 273781 EP [email protected]

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 7

Page 8: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Verslag Dipteraweekend 2015 Grenspark Kempen-Broek (Weert, Limburg)

Wil van den Hoven

Van 14 t/m 17 mei werd het jaarlijkse Dip-teraweekend gehouden in Weert. Hiertoehadden de deelnemers de beschikking overhet clubgebouw van scouting St. Maarten.Deze ruim uitgevallen “blokhut” was van allegemakken voorzien om te eten (uitstekendgekookt door Laurens), te slapen en om er ‘savonds vliegen te prepareren onder het ge-not van een drankje. De locatie was gekozenom zijn ligging in het Grenspark Kempen-Broek waar een groot aantal mooie engrensoverschrijdende gebieden (in totaal25.000 hectare!) bezocht konden worden.

Dankzij Natuurmonumenten was er vooreen aantal gebieden zoals Wijffelterbroek ende Laurabossen een vergunning aanwezig. Intotaal waren er 17 deelnemers die een ofmeerdere dagen aan het weekend hebbendeelgenomen. Door het overwegend goedeweer (alleen zaterdag viel er regen), de ver-scheidenheid aan biotopen en het enthou-siasme van de deelnemers was het week-end wederom een succes. Dit verslag bevatde resultaten van inventarisaties in gebie-den behorend tot het Kempen-Broek. Daar-naast zijn ook locaties bezocht buiten hetGrenspark (o.a. Heijkersbroek, Leudal). Dezewaarnemingen zijn niet in dit verslag meege-nomen.

Gedurende vier dagen zijn vliegen verzameldin negen terreinen door een of meerderedeelnemers. In tabel 1 is een overzicht ge-geven van de km-hokken (Amersfoort Coör-dinaten) en de bezoekdagen. De aangegeventerreincode wordt gebruikt om de vind-plaatsen aan te geven in de bijgevoegdewaarnemingslijst.

De waarnemingen en de bijbehorende deter-minaties zijn afkomstig van Wim Gerritsen,Aat Barendregt, Jan Wind, Mariette Geluk,Wil van den Hoven, Joop Prijs, Laurens vande Leij, Leendert-Jan vd Ent, Wouter vanSteenis, Menno Reemer, Wim Maassen,Marjolein Oosthoek en André van Eck. Eenoverzicht van het aantal exemplaren, ge-slacht en specifieke informatie over de bio-toop van de locaties is weggelaten. Uiteraardkunnen deze gegevens aan geïnteresseer-den toegestuurd worden.

Het centrale deel van Kempen-Broek bestaatuit een noord-zuid lopende keten van na-tuurgebieden in het grensgebied van Neder-lands en Belgisch Limburg en Brabant. Hoogop de agenda staat de verwerving van delaatste paar honderd hectare om een doorlo-pende natuurverbinding te laten ontstaan.Zoals de naam al zegt is het Kempen-Broekvan oorsprong een nat gebied; een laagte,waarin grote en kleinere beekjes vanuit uit-gestrekte moerassen hun weg naar de Maaszochten. In de afgelopen eeuwen zijn echterveel beken gekanaliseerd en water aan hetgebied onttrokken voor de landbouw. Veelinspanningen vinden nu plaats om het watervast te houden en de waterkwaliteit te ver-hogen waardoor de biodiversiteit nog verderzal toenemen.

De meeste deelnemers bezochten op don-derdag en vrijdag de dicht bij elkaar gelegenWijfelterbroek (broekbos, beekoever), Ket-tingdijk (moerasbos, hooiland) en Laurabos-sen. De eerst genoemde terreinen leverdenveel leuke Syrphidae soorten op zoals Pyrop-haena rosarum en Eristalis picea die je in dit

CodeWijf

TerreinWijffelterbroek

LocatieWeert

Km-Hok172-357

Data Bezoek15 en 16 mei

KetLau

MoesTung

KettingdijkLaurabossen

WeertWeert

MoeselpeelTungelerwallen

WeertStramproy

170-357172-359

14-16 mei15-17 mei

179-361177-358

16 en 17 mei17 mei

De HoLozerStramWeer

De HoortLozerbroekbeek

Budel-DorpspleinLozen (Belgie)

StramprooierbroekWeerterbosch

Molenbeersel (Belgie)Nederweert

Tabel 1: Overzicht vanggebieden

168-359169-357

17 mei14 mei

175-354176-368

15 mei14 mei

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 8

Page 9: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

habitat kan verwachten. Daarnaast meerde-re saprophage soorten uit het genus Xylota,Criorhina en flinke aantallen Chrysotoxumcautum, Sericomyia silensis en Temnostomavespiforme. Bijzondere waarnemingen wer-den gedaan door Leendert-Jan in de hooi-landen van de Kettingdijk. Meerder exem-plaren van de zeldzame Hybomitra micans(Tabanidae) werden hier waargenomen. Ditis een geheel zwarte daas die sterk is afge-nomen met nog vindplaatsen in de Achter-hoek en Twente. Ook enkele exemplarenvan Tabanus maculicornis als vertegenwoor-diger van de meer natte gebieden (weiland,poelen), werden hier gezien. Dit veenweide-gebiedje met moeraskartelblad en de aan-grenzende oevervegetatie van een plasjemet lisdodde en riet bleek rijk aan soortente zijn. Zo vond Jan Wind opvallend veelsoorten Hydrellia en Notiphila (Ephydridae).De complete determinatie van de soortenuit laatstgenoemde genus is nog gaande.Joop ging flink achter de Muscoidea aan enhad zelfs gedurende 3 dagen malaisevallenopgezet (Kettingdijk, Laurabossen). Hoeweler best wat soorten Phaonia’s en Fannia’swerden gevonden zaten er geen bijzonder-heden tussen.

In tegenstelling tot bovengenoemde terrei-nen zijn de Laurabossen droog met brem,struweel, heide, dennen en loofbomen. Bij-zonder was dat heel lokaal op de grens vanheide en bos flinke aantallen van de schaarsvoorkomende Conops vescicularis (Conopi-dae) werden gezien. Aat richtte zijn aan-dacht op de Sciomyzidae en vond naast al-gemene twee minder voorkomende soortent.w. Psacadina zernyi en Sciomyza simplex.Eerstgenoemde komt vooral voor in laagve-nen en duinen, maar ook wel in het binnen-land. Sciomyza simplex komt verspreid inlage aantallen voor in Nederland. Een leukeSyrphidae waarneming werd door Mennogedaan met een Triglypus primus op eenbloeiende lijsterbes. Deze soort wordt overhet algemeen gevonden in de meer droge,ruderale biotopen maar ook wel in parken.Leendert-Jan had een zelfde waarneming(ook op bloeiende lijsterbes) bij de Ketting-dijk. Langs een zandpad had Menno nog eenfraaie Ceriana conopsoides (Syrphidae), ookeen vertegenwoordiger van meer open endroge gebieden.

Op de regenachtige zaterdag en de gelukkigweer droge zondagochtend werd de Moe-selpeel bezocht. Dit bijna ongerepte drassigmoerasbos (peelven) is onder beheer vanStaatsbosbeheer en het Limburgs Land-

schap. Het hoogtepunt van de zaterdag waseen uitbrekende koe (geschrokken doorzwaaiende witte netjes). Dit veroorzaakteenig oponthoud maar de kwestie werd keu-rig door André met de gealarmeerde boeropgelost.

De droge zondag bood nieuwe kansen. Inhet moerasbos vonden we typische verte-genwoordigers uit de Syrphidae zoalsNeoascia meticulosa, Sphegina elegans enParhelophilus frutetorum. Zeker te vermel-den zijn de waarnemingen van meerdereexemplaren van Orthonevra brevicornis ineen bloeiende vogelkers. André bezocht diedag De Hoort bij Budel-Dorpsplein en hadnaast twee vrij zeldzame Criorhina soorten(flocossa, pachymera) ook twee fraaie ver-tegenwoordigers uit de Lepidoptera: Carto-cephalus palaemon (Bont Dikkopje) en Papi-lio machon (Koninginnepage). Nu we hettoch over niet twee-vleugelige beestjes heb-ben, sommige van de deelnemers hadden ‘savonds een Martes foina (Steenmarter)rondom het scoutinggebouw in Weert zienrondscharrelen. Ondergetekende heeft indi-rect dezelfde waarneming gedaan. Op de te-rugweg stond hij stil met afgeknaagde bou-giekabels op een naargeestig industrieter-rein bij Nederweert. Leve de Wegenwacht!

Tot slot – het weekend bood een mooiekans om kennis te maken met een zich ont-wikkelend Kempen-Broek waarbij vooral denatte gebieden als broekbossen, moeras-bossen en hooilanden indruk maakten. Erwerden een kleine 200 soorten vliegen ge-zien verdeeld over 26 families. Met name deSyrphidae met wel 92 soorten waren goedvertegenwoordigd. De natuurontwikkelings-gebieden lieten dus flink wat soorten zienmaar voor meer bijzondere soorten zullenze zich nog verder moeten ontwikkelen. Hetlijkt daarom zeker de moeite waard dat weover een jaartje of 10 nog eens terug gaan.

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 9

Page 10: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Terreincode Wijf Ket Lau Moes Tung De Ho Lozer Stram Weer

Agromyzidae

AsilidaeLiriomyza flaveola X

Dioctria oelandica X

Bibionidae

Laphria flavaLasiopogon cinctus

Dilophus febrilis XChloropidae

Conopidae

Calamoncosis aprica XChlorops rossicus X

XX

X X

Diastatidae

Conops vesicularisSicus ferrugineus

Diastata costataDolichopodidae

Argyra diaphana XCampsicnemus scambusChrysotus suavis

XX

XX

Dolichopus lepidusDolichopus nigricornis

XX

Dolichopus plumipes Dolichopus signatus

XX

Gymnopternus angustifronsGymnopternus cupreus

XX

Gymnopternus metallicusSympycnus pulicarius

XX

EmpididaeEmpis stercorea XEmpis tessellataHilara interstincta

XX

EphydridaeHilara maura X

Hydrellia fulvicepsHydrellia griseola

XX

X X

Hydrellia mauraHydrellia obscura

XX

Hydrellia thoracicaParydra coarctata

XX

Fanniidae

Scatella paludumScatella stagnali

XX

X

Lauxaniidae

Fannia armataFannia serenaFannia sociella

LimoniidaeMinettia longipennis X

Dicranomia modestaHelius longirostris

XX

XX

XX

MicropezidaeOrmosia hederae X

Neria ephippium X

X

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 10

Page 11: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Terreincode Wijf

MuscidaeCoenosia tigrinaDexiopsis ruficornis X

Ket Lau Moes Tung

X

De Ho Lozer Stram Weer

Eudasyphora cyanicolorHebecnema umbraticaHebecnema vespertinaHelina impuncta

X

Helina reversioHydrotaea dentipes XHydrotaea diabolusHydrotaea meteorica

XX

X X

XXXX

XX

X X

X

XX

Mesembrina meridianaMorellia simplexMusca autumnalisMuscina levida

XX

Mydaea aniculaMydaea nebulosa XMydaea urbanaMyospila meditabunda

X

XXXX

XX

XXX

X

X

XX

Neomya cornicinaPhaonia erransPhaonia falleniPhaonia halterata XPhaonia palpataPhaonia rufiventris

X

Phaonia subventaPhaonia tuguriorum

X

XXXX

X X

XX

X X

Platypezidae

Polietes lardariusSchoenomyza litorella X

Agathomyia antennata X

Rhagionidae

Sarcophagidae

Agathomyia viduella X

Rhagio scolopaceus

X

X X

X

X

Scathophagidae

Chaetosa punctipesNana fasciata

XX

Scatophaga stercoraria XSciomyzidae

Elgiva cuculariaElgiva solicitaPherbina coryleti

X

X

X

XXX

Psacadina zernyiSciomyza simplexSepedon sphegeaSepedon spinipes XTetanocera arrogansTetanocera ferruginea

XX

Tetanocera hyalipennisTetanocera robusta

XXXXX

XX

XX

XX

XTetanocera silvatica X X

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 11

Page 12: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Terreincode

Sepsidae

Wijf

Nemopoda nitidulaSepsis fulgens

XX

Themira minorThemira superba

XX

Ket Lau Moes Tung

SphaeroceridaePseudocollinella humida XRachispoda limosaRachispoda lutosoides

XX

StratiomyidaeBeris chalybataBeris vallataMicrochrysa cyaneiventris

X

X

De Ho Lozer Stram Weer

X

Syrphidae

Microchrysa politaOdontomyia tigrina

Anasimyia interpuncta XAnasimyia lineataBaccha elongata

XX

Brachyopa bicolor Brachyopa pilosa

XX

X XX X

X

Brachypalpoides lentusBrachypalpus laphriformis

X

Ceriana conopsoidesChalcosyrphus nemorum XCheilosia albitarsisCheilosia bergenstammi

XX

Cheilosia paganaCheilosia variabilis X

X

XX

XX X

X

X

XX

X

XX

XX X X

XX X X

XX

Chrysogaster hirtellaChrysogaster solstitialis

X

Chrysogaster virescensChrysotoxum cautum

XX

Chrysotoxum festivumChrysotoxum vernale

Geen gebied doorgegeven

Criorhina asilicaCriorhina berberina

XX

X

XXX

XXX

X

Criorhina floccosaCriorhina pachymeraDasysyrphus albostriatusDasysyrphus hilarisDasysyrphus tricinctusDasysyrphus venustus XDidea fasciataEpistrophe eligans X

XXXX

XX

XX X

XXX

X

X

XX

XXX

X

X

XEpistrophe nitidicollisEpisyrphus balteatus

XX

Eristalinus sepulchralisEristalis arbustorumEristalis horticolaEristalis intricaria

X

Eristalis nemorumEristalis pertinax

XX

XXX

X X

XX XXX

X X

XX

XX

X

XX X

Eristalis piceaEristalis tenax

XX

Eupeodes corrolaeEupeodes luniger XHelophilus hybridusHelophilus pendulus

XX

Helophilus trivittatusLejogaster metallina

X

XX

XX

XX X

XX

XX

XX

XX

X

XXX

X XX

XX

X

XXXXX

X

X XX

XXX

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 12

Page 13: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Terreincode

Syrphidae (vervolg)

Wijf

Melanogaster hirtella XMelanostoma mellinumMelanostoma scalare

XX

Myatropa floreaNeoascia aenea

XX

Ket Lau

X X

Moes Tung

XXX XXX

X

XXX

Neoascia podagricaNeoascia meticulosa XNeoascia tenurOrthonevra brevicornis

X

Orthonevra geniculataParasyrphus punctulatusParhelophilus frutetorumParhelophilus versicolor

XX

X X

X X

XXXX

XX

X XXX

De Ho Lozer

X X

Stram Weer

X

X X

XXX

X

XPipiza luteitarsisPipiza noctiluca XPipizella viduataPlatycheirus albimanus XPlatycheirus angustatusPlatycheirus clypeatus

XX

Platycheirus europaeusPlatycheirus fulviventris X

X

X

X

X

XX

XPlatycheirus peltatusPlatycheirus scambus XPsilota anthracinaPyrophaena granditarsaPyrophaena rosarumRhingia campestris

XX

Scaeva seleniticaScaeva pyrastri X

X

XX

XX

XXX X

XX

X

X X XXX

X

XX

XX

X

X

Sericomyia silentisSphaeophoria batava

X

Sphaerophoria scriptaSphaerophoria taeniata

X

Sphegina elegansSyritta pipiensSyrphus ribesiiSyrphus torvus

X

X XX

X XX

X X

XX

X

X XX X

X

XX

Syrphus vitripennisTemnostoma bombylans

XX

Temnostoma vespiformeTriglyphus primus

X

Tropidia scitaVolucella bombylans

XX

Xylota abiensXylota segnis

XX

X

XX

XX

X

X XX

X

X

XX

X

X

X XX

X

X

X

X X

X

XX

X

TabanidaeXylota sylvarum X

Heptatoma pelluscensHybomitra bimaculata

X

Tachinidae

Hybomitra micansTabanus maculicornis

Dufouria chalybeata X

X

XXX

TherevidaeCliorismia ardeaDialineura analis X

X

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 13

Page 14: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Rariteitjes

Ragas unica van Texel Ik geloof dat het de bedoeling is voor de zo-genaamde ‘rariteitjes' opvallende waarne-mingen van vliegen te vermelden. Welnu, ikverzamel niet zo heel veel zelf. Mijn diptero-logische activiteiten beperken zich veelal tothet determineren van materiaal, dat doorderden verzameld is. Dat geeft mij buitenge-woon veel plezier, maar ik weet dat voor ve-len het grootste genot schuilt is het struinendoor de natuur met de net in de hand. Ikgeniet bijna evenveel achter mijn binoculair.Bijkomend probleem voor De Vliegenmep-per, echter, is dat ik vooral veel materiaalvan buiten Nederland krijg. De laatstemaanden ben ik vooral bezig met dansvlie-gen uit Slowakije, Oekraïne en zelfs Arme-nië. Maar omdat ik af en toe toch ook welmateriaal uit Nederland krijg, zit er mis-schien toch wel wat aardigs tussen voor deVliegenmepper.

Via Cees Gielis kreeg ik Malaisevalmateriaalvan Erik van der Spek van Texel. In hetmateriaal, dat verzameld was in mei van ditjaar, 2015 dus, zaten twee Empididae, dieheel oppervlakkig wel iets weg hadden vaneen Hilara, maar het zeker niet waren. Hetwaren twee mannetjes Ragas unica. Hetkomt echt niet zo vaak voor dat ik beestenonder de microscoop krijg die behoren toteen genus dat ik nooit eerder zo bekekenheb, maar nu was er toch zo’n moment! Het is zeker geen soortenrijk geslacht meteen holarctische verspreiding. Er zijn 6 soor-ten beschreven. De meeste soorten zijn be-kend van slechts een klein aantal exempla-ren. Van R. unica zijn wel wat meer speci-mens bekend. Omdat mijn eerste gedach-ten waren ‘wat een rare Hilara’ is het aardigte weten dat Zetterstedt het 1842 beschre-ven heeft als Hilara minuta! In 1837 heeftWalker de soort echter al beschreven alsRagas unica. Je zou kunnen denken dat hetsoort typisch zou kunnen zijn voor de kust,omdat deze exemplaren dus gevangen zijnop Texel, maar dat is niet het geval. Er zijnook exemplaren verzameld in het Europesebinnenland.

Literatuur: Bradley J. Sinclair and Toyoehi Saigusa,2002: Revision of the World Species of Ra-gas Walker (Diptera: Empidoidea). Entomo-logical Science 4(4):507-522

Ruud van der Weele

Het Mallotige zweefvliegenseizoenvan 2015Het was me weer een seizoen, 2015! Volspectaculaire vangsten en wederom kaneen nieuwe soort voor de Nederlandse Fau-na worden opgetekend. De spitsige spitsbekPsilota exilistyla! (Smit et.al. 2015) Maarook Wouter van Steenis had een nieuwesoort voor Nederland bij de kraag gevat.Een publicatie volgt ongetwijfeld. Hier mijnbeleving van het jaar.

Het begon dit jaar al heel erg vroeg met deeerste Melangyna’s. Jonas Mortelmans vingeind januari al een mannetje Melangynaquadrimaculata in het Belgische deel van deKalmthoutse heide. En daar in het zuidenging het maar door. Melangyna luciferawerd gevonden nabij Brussel door BastiaanWakkie. Het derde exemplaar in de Bene-lux. Ondanks naarstig zoeken in Nederlandblijft het bij het ene exemplaar nabij Arn-hem (De Bree 2014). De nieuwkomer Me-langyna pavlovskyi duikt echter overal opna de eerste vondst in 2014 (Smit & DeBree 2014). Zo ook in België met een aan-tal exemplaren in de achtertuin van Frankvan de Meutter in Vlaanderen. Een excursieop 10 april naar de Hoge Venen levert eenaantal vrouwtjes op. Deze locatie is jaarlijksbemonsterd sinds 2013 en hier is nooit Me-langyna pavlovskyi gevonden. Het laat goedzien dat de soort in staat is zich razendsneluit te breidden. Ook in Nederland duikt desoort op vele plekken op. Op 12 april tij-dens een bezoek aan de Planken Wambuisvang ik 7 vrouwtjes en 1 mannetje. Gaat desoort blijven of gaat ze Dasysyrphus frulien-sis achterna?

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 14

Page 15: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Het gaat dan snel met het vroege voorjaarwant het aantal waarnemingen van Melan-gyna’s keldert. Sander Bot brengt een be-zoek aan de Planken Wambuis in de dagenerna en vangt een enkel vrouwtje M. pav-lovskyi. Heel spectaculair weet hij meerdereMallota fuciformis te vangen. Als ik op 18april een kijkje neem weet ik maar liefst 13exemplaren te strikken. Ook op andereplaatsen duikt de soort op waaronder velenieuwe locaties. Deze dag vang ik ook eenCriorhina ranunculi man. Dat is de eerstevangst van de soort ten noorden van de Rijnen ten westen van de IJssel. Leendert-Janvan der Ent nam de soort al eerder waar na-bij De Steeg op 29 maart 2014.(waarneming.nl)

Het Mallota-verhaal gaat nog weken door. Ikvind zelfs een aantal exemplaren in mijnachtertuin, waaronder een copula die ikgade kan slaan met mijn verrekijker vanuitde keuken. Ook tijdens werk in Wageningenwordt er meerdere malen, door collega’s,een exemplaar waargenomen in de haag dielangs een weide staat. Zelfs tijdens een pau-ze bij Renkum kan ik een aantal exemplarenvangen. Ongelofelijk. De soort lijkt helemaalterug van weggeweest en bezig zich uit tebreiden.

Als de veldesdoorn (vroeger Spaanse aakgeheten) aan de rand van de Veluwezoomstaat te bloeien breekt er in het laatsteweekeinde van april de tijd voor Psilota aan.Leendert-Jan van der Ent vangt er een aan-tal mannetjes. Van Frank hoor ik dat hij de-zelfde dag in zijn achtertuin twee mannen P.exilistyla vangt. Geinspireerd ga ik naar deVeluwezoom om Psilota’s te vangen. Naasteen man P. anthracina vang ik een mannetjePocota personata! Wat een fantastischbeest! Hij landde veel te hoog in de boom.Maar door op een tuinhekje te klimmen endaarna omhoog te springen weet ik hetexemplaar toch te vangen. Het spectaculair-ste zijn echter de twee Psilota's die Leen-dert-Jan weet te vangen. Het blijken beidePsilota exilistyla te zijn. Het artikel dat desoort meldt voor Nederland is te lezen in denieuwste Nederlandse Faunistische Medede-lingen (Smit et al., 2015).

Het blijft Mallota’s vangen. Op 10 mei vangik er nog maar eentje in Nationaal Park Ve-luwezoom. Beetje afgevlogen beestje en lijktaan te tonen dat de soort naar het einde vanzijn vliegtijd gaat. Daarnaast vliegen er ook

meerdere Psilota’s het net in. Ook John Smitbezoekt deze plek en vangt tientallen Psilo-ta’s. Op 17-5 bezoek ik samen met GerardPennards deze plek. Op een paar uur van-gen we tussen ons beiden zo’n vijftig Psilo-ta's. Ongelofelijk! En als klapper vangt Ge-rard nog een kersverse Mallota fuciformis!Zo’n puntgaaf beest dat net is uitgekomenlijkt aan te geven dat de soort nog wel evendoorvliegt. Maar Gerard zijn exemplaar blijktde laatste van het seizoen.

Zwermen Psilota’s, Mallota’s en Melangyna’s.Een fantastisch seizoen, maar er zijn ookeen aantal opmerkelijke afwezigen. Melan-gyna lucifera blijft weer afwezig dit jaar inNederland. Het beestje uit 2013 blijft de eni-ge Nederlandse waarneming. Ondanks actiefvangen in goede biotopen door vele Syrphy-dologen blijven waarnemingen achterwege.Ook Cheilosia morio wordt dit jaar niet ge-vangen. De locatie waar het Sparrengitje tevinden was is niet meer. De wilgen hebbenplaatsgemaakt voor een waterwinningster-rein. Ook deze soort laat zich niet zien bui-ten het enige atlashok waar de soort is ge-vonden.

Tijdens de zomer slaag ik er niet in om totzweefvliegen vangen toe te komen. De laat-se leuke vliegen die ik vang zijn twee Gas-terophilus intestinalis op de Koniks in hetMeinerswijk nabij Arnhem.

LiteratuurBree, E. de, F. van de Meutter & J. Mortel-mans 2014. Het zilveren elfje Melangyna lu-cifera nieuw voor Nederland en België (Dip-tera: Syrphidae)

Smit, J.T. & E. de Bree 2014. Het Sachalin-elfje Melangyna pavlovskyi nieuw voor Ne-derland (Diptera: Syrphidae)

Smit, J.T., E. de Bree, J. van Steenis & L-J.van der Ent 2015. De spichtige spitsbek Psi-lota exilistyla, een derde soort Psilota in Ne-derland (Diptera: Syrphidae)

Elias de Bree

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 15

Page 16: Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse ...veel vondsten. De spreiding over de maan-den (fig. 4) toont dat de soort grotendeels van de tweede helft mei tot begin oktober

Vooraankondiging en oproep Dipteradag 2016

Zaterdag 30 januari 2016, van 10 – 16.00 u te Naturalis Leiden, in 'LifeScience'.Darwinweg 4 - 2333 CR Leiden

We zitten dit jaar weer in een andere ruimte, genaamd 'LifeScience'. Dit is een ruimte metvergader- en presentatiemogelijkheden, maar wel toegankelijk voor museumbezoekers.

Het thema voor de praatjes dit jaar staat nog open, zoals ook de praatjes die gehouden zullenworden. Hierbij dan ook een OPROEP aan ieder die graag een voordracht, presentatie, praatje of an-derszins voornemens is, dit bij mij te melden zodat ik een mooi programma op kan stellenvoor deze dag. Dit programma krijgen jullie in januari toegestuurd.

Groetjes en tot ziens!André van Ecksecretaris Sectie [email protected] / 06-41014259

De Vliegenmepper (2015, nummer 2) 16