CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

76
1 CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West – 18 juni

Transcript of CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Page 1: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

1

CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West – 18 juni

Page 2: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

2

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Page 3: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

3

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

BERICHT RAAD VAN TOEZICHT

Bevolkingsonderzoek Zuid-West kan terugkijken op een goed 2014. Een jaar dat in het teken stond van de

invoering van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Samen met andere screeningsorganisaties en

ketenpartners is hard gewerkt aan een landelijke, eenduidige aanpak en uitvoering van de screening naar

darmkanker. De cijfers van het eerste half jaar darmkankerscreening laten uitstekende resultaten zien wat

betreft de opkomst die boven verwachting hoog is (meer dan 60 procent) en de hoge opbrengsten in

termen van opgespoorde hooggradige adenomen en darmkanker. Deze resultaten zijn veelbelovend voor

de toekomst en geven veel vertrouwen in de opzet van dit nieuwe screeningsprogramma, dat op basis

hiervan goed geslaagd blijkt te zijn.

In gevolg op het besluit van de Minister van VWS eind 2013 om het bevolkingsonderzoek naar

baarmoederhalskanker te vernieuwen is in 2014 de voorbereiding op de implementatie hiervan onder

leiding van het RIVM voortvarend ter hand genomen. De feitelijke invoering van het vernieuwde

baarmoederhalskankerscreening zal in 2016 plaatsvinden.

Begin 2014 werd het langverwachte evaluatierapport ‘Bevolkingsonderzoek naar borstkanker:

verwachtingen en ontwikkelingen’ van de Gezondheidsraad gepubliceerd. Dit rapport bevestigde op basis

van tal van wetenschappelijke studies de toegevoegde waarde van bevolkingsonderzoek naar

borstkanker. Het belangrijkste advies van de Gezondheidsraad was het continueren van het landelijke

programma borstkankerscreening. Tevens bevat dit rapport een aantal adviezen om dit

screeningsprogramma verder te optimaliseren.

Ondertussen is door de medewerkers van Bevolkingsonderzoek Zuid-West met veel inzet aan alle

lopende bevolkingsonderzoeken gewerkt en met goed resultaat. De doelstellingen met betrekking tot de te

screenen cliënten binnen de intervaltermijnen zijn ruimschoots behaald. Ook het financiële resultaat van

de organisatie is positief. Door dit positieve resultaat kon de reserve tot het maximaal toegestane niveau

worden aangevuld, waarmee de balanspositie verder werd versterkt.

Vermeldenswaard is de toetreding van mevrouw drs. P.H.M. van den Broek MMC als voorzitter van de

Raad van Bestuur, op 1 september. Samen met de heer drs. W.W.J. Spijker vormt zij het collegiale

bestuur van de organisatie.

De organisatie kan trots zijn op de wijze waarop de dienstverlening aan de cliënten wordt uitgevoerd. De

positieve uitkomst van de audit eind 2014 ten behoeve van het kwaliteitscertificaat voor alle drie

bevolkingsonderzoeken, inclusief het nieuwe bevolkingsonderzoek naar darmkanker, wordt gezien als een

kroon op het werk.

Verder is naar aanleiding van de resultaten van het medewerkersonderzoek in het laatste kwartaal van

2014 aandacht geschonken aan de uitkomsten daarvan. Daarbij is in kaart gebracht wat goed gaat in de

organisatie en waar ruimte is voor verbetering. De inbreng van medewerkers hierbij speelt een belangrijke

rol. Resultaten hiervan vormen belangrijke input voor verdere organisatieontwikkeling, die gericht is op

onderlinge verbinding en meer eigen verantwoordelijkheid.

In september is een auditcommissie Kwaliteit en Veiligheid in werking getreden. De Raad van Toezicht wil

hiermee samen met de Raad van Bestuur invulling geven aan een hedendaags kwaliteits- en

veiligheidsbeleid. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht geparticipeerd in een bijeenkomst in oktober over

strategieontwikkeling tezamen met de Raad van Bestuur en het managementteam. Hierin is de eerste

aanzet gegeven tot de strategische doelstellingen voor de aankomende beleidsperiode 2016-2020. Tot

Page 4: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

4

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

slot zij vermeld dat de Raad van Toezicht aan het einde van het jaar zichzelf en de auditcommissie

Financiën heeft geëvalueerd.

De Raad van Toezicht is trots op de resultaten die zijn gerealiseerd. De Raad van Toezicht is het bestuur,

het management, de medewerkers en ketenpartners dankbaar voor de uitstekende wijze waarop de

dienstverlening aan de cliënten van bevolkingsonderzoek is uitgevoerd.

Namens de Raad van Toezicht,

Mevrouw mr. A.E. de Groot, Voorzitter

Page 5: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

5

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

INHOUD

1 BEVOLKINGSONDERZOEK ZUID-WEST

1.1 Organisatie en beleid 7

1.2 Algemene ontwikkelingen 7

1.3 Ontwikkelingen screening borstkanker 10

1.4 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker 14

1.5 Ontwikkelingen screening darmkanker 19

1.6 Raad van Toezicht 23

1.7 Raad van Bestuur 24

2 RESULTATEN 2014

2.1 Resultaten screening borstkanker 25

2.2 Resultaten screening baarmoederhalskanker 30

2.3 Resultaten proef-bevolkingsonderzoek darmkanker 42

2.4 Resultaten screening darmkanker 43

2.5 Reacties van cliënten 46

3 BEDRIJFSVOERING

3.1 ICT 51

3.2 Communicatie 52

3.3 Kwaliteit 54

3.4 HRM 56

3.5 Financiële- en salarisadministratie 60

4 FINANCIEEL VERSLAG

4.1 Toelichting financieel jaarverslag 61

4.2 Balans per 31 december 2014 63

4.3 Staat van baten en lasten 64

4.4 Kasstroomoverzicht 65

BIJLAGE 1 | Samenstelling Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en Ondernemingsraad

BIJLAGE 2 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente

BIJLAGE 3 | Opkomst en passieve participatie baarmoederhalskanker per gemeente

BIJLAGE 4 | Begrippen en afkortingen

Page 6: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

6

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Page 7: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

7

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

1. ORGANISATIE BEVOLKINGSONDERZOEK ZUID-WEST

1.1 Organisatie en beleid

Bevolkingsonderzoek Zuid-West voert het bevolkingsonderzoek borstkanker, baarmoederhalskanker en

darmkanker uit in de provincies Zuid-Holland en Zeeland. De stichting heeft een vergunning in het kader

van de Wet op Bevolkingsonderzoeken en ontving in dit kader in 2014 subsidie van het RIVM.

Het bevolkingsonderzoek darmkanker werd in 2014 landelijk ingevoerd, nadat in de periode september tot

en met december 2013 door Bevolkingsonderzoek Zuid-West hiervoor de pilot was uitgevoerd.. Na twee

jaren van intensieve voorbereiding stond deze invoering binnen de organisatie dan ook in het teken van

feitelijke implementatie en een geleidelijke overgang van de projectorganisatie naar de lijnorganisatie.

Eind 2013 heeft de minister besloten tot herziening van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.

Het RIVM heeft de opdracht gekregen om de wijzigingen in het bevolkingsonderzoek voor te bereiden en

na twee jaar in te voeren. Dit betekent dat het bevolkingsonderzoek nieuwe stijl in 2016 zal beginnen. De

voorbereidingen hiervan zijn begin 2014 gestart.

Binnen de borstkankerscreening hebben diverse pilots en projecten plaatsgevonden. In paragraaf 1.3

wordt hier uitgebreider op ingegaan.

Bevolkingsonderzoek Zuid-West is als volgt georganiseerd (fig. 1.1).

Figuur 1.1 | Organogram Bevolkingsonderzoek Zuid-West

1.2 Algemene ontwikkelingen

Kwaliteit

In oktober 2014 is Bevolkingsonderzoek Zuid-West gevisiteerd door de certificerende instelling DVN-GL.

Dit heeft geleid tot een positief resultaat. Voor zowel de borstkanker-, baarmoederhalskanker-, als voor de

nieuw ingevoerde werkprocessen in de darmkankerscreening is het ISO-certificaat voor de NEN-EN

15224-norm verkregen.

Raad van Bestuur

Manager Screening

Manager Screening

Manager

Administratieve Organisatie

(Opleidings- /

Regiocoördinator)

1 SE

(Regio-

Coördinator)

2 SE’s

(Regio-

Coördinator)

3 SE’s

(Coördinator)

Planning

(Coördinator)

Medisch

Secretariaat & IMS

(Coördinator)

Administratie

BMHK & DK

(Coördinator)

Informatielijn

Manager

Bedrijfsvoering

Controlling

ICT

Service Center

HRM & Arbo

Financiële- en

salarisadministratie

Kwaliteitszorg

Communicatie

Secretariaat Raad

van Bestuur

Strategie & Beleid

(Regio-

Coördinator)

2 SE’s

(Regio-

Coördinator)

2 SE’s

(Regio-

Coördinator)

2 SE’s

(Regio-

Coördinator)

2 SE’s

Klachten-

behandeling

Raad van Toezicht

Screenings-

radiologen

Ondernemingsraad

Regionaal

Coördinerend

Pathologen (RCP)

Stichting Bevolkingsonderzoek Zuid-West

RCMDL/

TCMDL

(Coördinator)

Facilitaire Dienst

Page 8: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

8

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Medewerkersonderzoek Effectory

In maart heeft Effectory een medewerkersonderzoek uitgevoerd. De respons was 64,4 procent. Hoewel

iets lager dan bij de vorige meting, is deze respons goed te noemen. Het gemiddelde in de

gezondheidszorg is 58,0 procent. De scores op bevlogenheid en betrokkenheid laten zien dat ongeveer

een derde van de medewerkers aangeeft bevlogen én betrokken te zijn bij het werk. “Jullie hebben meer

mensen vóór de kar dan erachter.” Efficiëntie van de unit/team scoort goed met een 7,4. Ook de

bekendheid met de ontwikkelingen binnen de organisatie is goed. Het cijfer hiervoor is 7,2. Medewerkers

zijn kritisch over de communicatie en de mate van inspraak”. De score voor communicatie (4,3) gaf een

duidelijk signaal voor verbetering.

Gemiddeld gaven de medewerkers voor ‘tevredenheid’ een 7. Gemiddeld scoorden de

kantoormedewerkers iets hoger dan de medewerkers op de units, die een 6,9 gaven. Effectory heeft een

aantal aanbevelingen gedaan. In het najaar heeft de raad van bestuur besloten hieraan vervolg te geven.

Alle medewerkers zijn uitgenodigd om in workshops onder begeleiding van Effectory aan te geven wat de

positieve punten en verbeterpunten waren. Dit heeft geresulteerd in energieke sessies die een grote

hoeveelheid concrete suggesties hebben opgeleverd. Aan sommige van deze suggesties kon nog in 2014

gehoor worden gegeven. Andere worden mogelijk in de loop 2015 opgevolgd.

Beleidsdag 2014

In maart vond de jaarlijkse beleidsdag plaats. Dit keer op een bijzondere locatie: het voormalig stoomschip

(ss) Rotterdam, in Rotterdam.

Het ochtendgedeelte stond zoals gebruikelijk in het teken van deskundigheidsbevordering. Zo gingen de

medewerkers van de informatielijn aan de slag met de ‘Kick-off professionalisering’ – de aftrap van een

reeks trainingen met als doel de samenwerking binnen het team en de professionalisering een oppepper

te geven. De MBB’ers kregen in de ochtend voordrachten van onder andere fysiotherapeuten, radioloog

Remmert Storm en het opleidingsteam.

In de middag kwamen de rest van de collega’s aan boord voor een heerlijke lunch, waarna het plenaire

gedeelte van start ging. Wolfert Spijker blikte terug op 2013 en toonde de koers van het

bevolkingsonderzoek darmkanker. Achtereenvolgens spraken prof. dr. Ard den Heeten (LRCB) en dr.

Nynke van der Veen (RIVM). Zij lieten hun licht schijnen over resp. de bevolkingsonderzoeken borstkanker

en baarmoederhalskanker. Prof. dr. Bas Haring, bekend van tv, sloot het plenaire gedeelte op filosofische

maar luchtige wijze af met zijn kijk op zaken als cultuur, kanker, preventie en acceptatie.

Afgaande op het vele positieve reacties van medewerkers uit alle geledingen van de organisatie, kan de

beleidsdag 2014 als geslaagd de boeken ingaan.

Evaluatie borstkankerscreening door LETB

In augustus 2014 verscheen het rapport ‘Landelijke evaluatie van bevolkingsonderzoek borstkanker in

Nederland 1990-2011/2012’, uitgevoerd door het Landelijk Evaluatie Team Borstkanker (LETB) in

opdracht van het RIVM. Het LETB concludeert dat het screeningsprogramma voor borstkanker, zoals dit in

Nederland is opgezet en is georganiseerd, effectief is. Bovendien is aangetoond dat, zoals de Minister van

VWS ook per Kamerbrief aangaf: “Het Nederlandse bevolkingsonderzoek naar borstkanker uitmunt door

zijn hoge deelnamegraad, lage verwijscijfer en hoge positief voorspellende waarde.”

In een goed bezochte bijeenkomst voor alle bij het borstkankerscreeningsprogramma betrokken

medewerkers en samenwerkingspartners, zoals screeningsradiologen, werden de resultaten

Page 9: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

9

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

gepresenteerd en toegelicht door de onderzoekers prof. dr. H. de Koning en dr. J. Fracheboud (beide

Erasmus MC/LETB) en dr. ir. N. de Jong (RIVM).

Positief advies Gezondheidsraad over bevolkingsonderzoek borstkanker

In januari 2014 heeft de Gezondheidsraad in haar adviesrapport ‘Bevolkingsonderzoek borstkanker:

verwachtingen en ontwikkelingen’ de Minister van VWS geadviseerd. De Gezondheidsraad constateert in

haar rapport dat het bevolkingsonderzoek borstkanker loont en beveelt aan het bevolkingsonderzoek te

continueren. Door het bevolkingsonderzoek overlijden jaarlijks 775 vrouwen minder aan borstkanker.

Vrouwen die herhaaldelijk meedoen aan het bevolkingsonderzoek hebben 50 procent minder kans om te

overlijden dan vrouwen die niet meedoen. Daarnaast heeft de Gezondheidsraad diverse aanbevelingen

gedaan om het bevolkingsonderzoek verder te optimaliseren:.

- Alternatieve verwijsstrategie voor vrouwen met een BIRADS 0- uitslag. 60 procent van deze vrouwen

kunnen met een snel vervolgonderzoek terugverwezen worden naar het bevolkingsonderzoek. Op dit

moment gaat deze groep over het algemeen direct naar de Mammapoli.

- Betere begeleiding van vrouwen die na een fout-positieve uitslag onder poliklinische controle blijven

zonder aanwijsbare reden. Het is de Gezondheidsraad niet duidelijk waarom bijna 30 procent van de

vrouwen met een fout-positieve uitslag nog onder poliklinische controle blijven. Nader onderzoek en

betere begeleiding zou dit moeten verbeteren.

- De Gezondheidsraad signaleert veelbelovende ontwikkelingen op het gebied van pijnreductie bij de

mammografie die op relatief korte termijn zouden kunnen worden ingevoerd

- Op langere termijn ziet de Gezondheidsraad kansen in tomosynthese en gerichter screenen op basis

van risicostratificatie

Eerste ervaringen met darmkankerscreening

Nadat in september de pilot in regio Zuid-West succesvol was doorlopen is het bevolkingsonderzoek

darmkanker in januari 2014 landelijk gestart. In de eerste periode is, zoals aanbevolen in de pilotevaluatie,

nog in ‘laag volume’ uitgenodigd. Toen bleek dat alles naar tevredenheid verliep zijn de aantallen

opgehoogd tot het gewenste niveau. Al snel bleek echter dat vanwege het hogere verwijspercentage (ca.

12 procent) dan verwacht in combinatie met de hoge opkomst (ca. 68 procent) het aantal doorverwijzingen

de capaciteit in de coloscopiecentra veruit te overschrijven. Hierdoor liepen de wachttijden op en moest

snel het besluit worden genomen het aantal uitnodigingen te verminderen. Het bleek dat - vanwege het

ontbreken van ervaring - lastig om het effect van het terugdraaien van de uitnodigingen in te schatten. Na

enige weken bleek dit resulteerde weliswaar in kortere wachttijden, maar ook in een onwenselijke

hoeveelheid lege plekken in de coloscopiecentra. Dit laatste is snel weer hersteld maar het duurde nog

enkele weken totdat uitnodigingen en verwijzingen goed in balans waren.

Door het noodgedwongen terugdraaien van het aantal uitnodigingen, dreigde een groot deel van de

populatie niet te kunnen worden uitgenodigd in 2014. Het ministerie van VWS heeft daarom besloten om

de afkapwaarde vanaf juli 2014 te verhogen en meer in lijn te brengen met de karakteristieken zoals uit de

proefbevolkingsonderzoeken bekend (verwijspercentage ca. 6,5 procent en opkomst 60 procent). Deze

wijziging had het gewenste effect, maar omdat deze pas in de tweede helft werd doorgevoerd kon de

opgelopen achterstand in 2014 niet meer worden goedgemaakt. Daarom is besloten om een deel van de

populatie van 2014 in 2015 uit te nodigen.

Los van bovengenoemde ontwikkelingen heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West in 2014 het definitieve

pilot-evaluatieverslag uitgebracht. In de voorlopige rapportage uit december 2013 ontbraken nog de cijfers

en de evaluatie van het laatste deel van de pilot. In de definitieve versie zijn deze gegevens opgenomen

en daarmee kon de pilot ook formeel worden afgerond en gerapporteerd aan het RIVM.

Page 10: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

10

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Opkomstbevordering

Het opkomstpercentage voor het bevolkingsonderzoek borstkanker daalt de laatste jaren. Bovendien

behoort de opkomst in Rotterdam tot de laagste in Nederland. Een ongewenste ontwikkeling.

Project ‘Sarah’

De bevolkingsopbouw in de grote steden speelt bij de opkomstdaling een rol. Laaggeletterdheid, culturele

aspecten en onbekendheid met het bevolkingsonderzoek zijn hierop van invloed.

Bevolkingsonderzoek Zuid-West besloot in 2014 aan te sluiten bij ‘Project Sarah’, een initiatief van

oncologisch chirurg Jet van Dam (Havenziekenhuis). Project Sarah wil de kennis over

borstkanker(screening) verbeteren door een wijkgerichte aanpak met behulp van (allochtone)

gezondheidsvoorlichters en informatiebijeenkomsten. Het betreft een pilot van twee jaar in de regio

Rotterdam en Capelle aan de IJssel.

Andere samenwerkingspartners zijn: Erasmus MC, Stichting Voorlichters Gezondheid en Stichting

Mammarosa. De daadwerkelijke activiteiten starten in 2015 in Rotterdamse wijken met de laagste

opkomst. In het project komen alle kennis en expertise die over dit onderwerp bestaat samen, en kunnen

activiteiten worden opgezet die nauw aansluiten op de kennis en cultuur van deze groepen vrouwen.

1.3 Ontwikkelingen screening borstkanker

Productie

Het jaar 2014 is een goed productiejaar geweest voor het borstkankeronderzoek. In de loop van het jaar

kwam de formatie van de MBB’ers op het gewenste niveau, wat uiteindelijk resulteerde in een prachtig

eindresultaat van 225.506 onderzoeken. In SP-Expert zijn de ‘registratieshiften’ aangepast, waardoor een

betere productiegerichte aansturing te kan worden bewerkstelligd.

Intervalperiode gewaarborgd

In 2014 een wijziging plaatsgevonden in het uitnodigingsbeleid voor de gemeente Zuidland. De interval

van de cliënten uit deze gemeente dreigde boven de 26 maanden uit te komen. Daarom is besloten om

hen bij een ander mobiel onderzoekscentrum (SE) te onderzoeken (de SE54). Deze mammografieën van

deze cliënten worden wel nog beoordeeld door de beoordelingseenheid (BE) Goes.

Harmonisatie voorscreenen

In 2013 is er een start gemaakt met het harmoniseren van een aantal complexere procedures. Voor de

harmonisatie van het voorscreenen/signaleren door MBB’ers is een werkgroep opgericht. Gedurende zes

maanden hebben twee van de vier beoordelingseenheden (BE) ervaring opgedaan met de zogenoemde

ABCD-codering in plaats van de SLS-methode die zij gewoonlijk gebruiken. Dit jaar zijn de resultaten van

deze proef aan de bestuurder van Bevolkingsonderzoek Zuid-West aangeboden. Naar aanleiding hiervan

is besloten de SLS per 1 januari 2015 binnen de gehele organisatie te implementeren.

Harmonisatie fotobesprekingen

In 2013 heeft een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van beide voormalige locaties, de

harmonisatie van de ‘Procedure fotobespreking’ voorbereid. In 2014 heeft de werkgroep deze procedure

ter besluitvorming aan de regiocoördinatoren en radiologen aangeboden. Deze procedure is goedgekeurd

en doorgevoerd.

Page 11: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

11

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Visitaties beoordelingseenheden

Op 3 april 2014 heeft de visitatie van het LRCB betreffende de BE Goes plaatsgevonden. De conclusie

van deze visitatie is dat de kwaliteit van de insteltechniek niet het gewenste voldoende resultaat had. Naar

aanleiding hiervan is op 15 april 2014 het project ‘Verbetertraject insteltechniek regio 7’ van start gegaan.

Hoofddoelstelling van het project is om de insteltechniek op 31 december 2014 op het gewenste niveau te

hebben. Binnen het project is er veel aandacht voor bijscholing, op insteltechnisch en ergonomisch vlak en

op het gebied van coaching. Het project wordt afgerond op 1 juni 2015.

Op 16 december 2014 heeft de visitatie van het LRCB betreffende de BE Den Haag plaatsgevonden. Het

resultaat van deze visitatie was zeer positief.

Pilot Functiedifferentiatie – fase II

De landelijke Stuurgroep van de pilot Functiedifferentiatie heeft in 2013 het besluit genomen om het

onderzoek naar inzet van mbo-opgeleide ‘Screeningsassistenten MB’er’ binnen het bevolkingsonderzoek

borstkanker uit te breiden. Enerzijds betreft het een verschuiving van taken naar een MBO’er, anderzijds

een verschuiving naar HBO+. Het doel hiervan is het arbeidstekort dat voor deze beroepsgroep dreigt, op

termijn op te lossen. De kosten van de pilot worden grotendeels door de gezamenlijke

screeningsorganisaties gedragen.

Binnen de eerste pilot (die in maart 2012 was gestart) was al bewezen dat het mogelijk is om mbo’ers op

te leiden tot het uitvoeren van een mammografie volgens de criteria van het LRCB. De basis waarop dit

resultaat was gebaseerd werd echter als te smal beoordeeld. Er is meer ‘massa’ nodig om overtuigend

aan te tonen dat dit concept werkt. Daarom heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West met de collega’s van

Oost en Midden-West de handen ineen geslagen en een vervolgtraject gestart. Aan dit vervolgtraject

namen vijf kandidaten mee, waarvan twee van Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Drie kandidaten hebben

de opleiding helaas moeten staken en zijn niet gestart met het werkervaringsjaar. Voorafgaand is naar

aanleiding van fase I de selectieprocedure aangescherpt. Er is strenger geselecteerd op

rekenvaardigheden. Ook is er nog beter gekeken of iemand geschikt is voor de screeningspraktijk.

De doelstelling om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor uitbreiding met HBO+-taken binnen

de pilot is afgerond. Er zijn verschillende mogelijkheden onderzocht, maar deze pasten ofwel in logistieke

zin niet in de opzet van het bevolkingsonderzoek, ofwel waren niet te realiseren. Desondanks hopen we

hier op termijn een antwoord op te vinden.

Onderhoud mobiele onderzoekscentra en apparatuur

Vanwege het aflopen van het onderhoudscontract voor de mobiele units was het noodzakelijk om een

Europese aanbesteding voor de nieuwe onderhoudsperiode voor te bereiden. Deze aanbesteding is in

2014 van start gegaan en zal in 2015 afgerond worden.

Afspraak via internet (AVI)

In 2014 is het voor cliënten mogelijk geworden om hun afspraak voor het borstonderzoek via internet (AVI)

te maken of verzetten. Het effect op de opkomst is tweeërlei: de ene cliënt zal zich eerder afmelden, terwijl

de andere cliënt juist eerder een afspraak zal maken of verzetten. Het effect van AVI zal worden gevolgd.

Afdeling Opleiding

De afdeling Opleiding bestaat uit een coördinator opleiding, twee stagebegeleiders en vier instructie-

MBB’ers, van wie twee ook de opleiding tot stagebegeleider hebben gevolgd. De afdeling streeft ernaar

om de kwaliteit van het onderzoek hoog te houden. Daartoe organiseert zij:

Page 12: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

12

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

team-, duo- en individuele toetsingen;

fotobesprekingen;

bijscholingen insteltechniek;

insteltechnische ergonomische adviezen;

opleidingen tot MBB’er in de screening;

de driejaarlijkse theoretische LRCB-bijscholingen: de verplichte SLS-training en de fysisch-

technische trainingen;

insteltechnische verbeterplannen.

De afdeling Opleiding regelt ook de deelname van de MBB’ers aan symposia en congressen.

Overleg

Het Opleidingsteam overlegt elke week kort, tijdens de lunch, over de stand van zaken. Regelmatig wordt

dit moment ook gebruikt voor intervisie. Halverwege 2014 bleek dat deze overleggen weinig structureel

waren. Daarom is besloten om acht keer per jaar een intervisiebijeenkomst van twee uur en een wekelijks

overleg van een uur in te plannen. De deelnemers worden dan uitgepland voor screenings-

werkzaamheden. Voor het wekelijks overleg wordt een agenda en een bijbehorend verslag gemaakt.

Intervisie

In 2014 is een wisseling van een intervisielaborant geweest. Daarnaast hebben twee opleiders de extra

taak van intervisielaborant op zich genomen. In 2014 is er eenmaal gezamenlijk overleg geweest en

tweemaal een intervisieoverleg met alleen de intervisielaboranten van subregio West. Aan het eind van

het jaar is met de intervisielaborant en de coördinator Opleiding de (door de intervisielaborant) uitgevoerde

intercollegiale toetsingen besproken. De coördinator Opleiding heeft het resultaat van de toetsingen van

de MBB’ers met de desbetreffende regiocoördinatoren besproken.

Voor het intervisieoverleg worden alle intervisielaboranten uitgenodigd. Voor 2015 wordt een jaarplanning

gemaakt, zodat de intervisielaboranten van subregio West hier rekening mee kunnen houden. Van hen

wordt namelijk verwacht dat zij aan minimaal vijf van de acht intervisieoverleggen deelnemen.

Toetsingen

Het ‘Instrument kwaliteit mammografieën’ is vanaf september 2013 ingevoerd. In dit document staan de

verschillende vormen van intercollegiale toetsingen beschreven. Elk jaar dient een van de

toetsingsvormen uitgevoerd te worden. De individuele- en duotoetsingen worden voor de units van

subregio West uitgevoerd door drie intervisielaboranten en voor de units van subregio Zuid door de

stagebegeleiders en/of instructielaboranten. De teamtoetsingen worden uitgevoerd door de coördinator

Opleiding. De teamtoetsingen worden geregistreerd met een toetsingsformulier en een verslagformulier. In

2014 hebben 29 individuele en 41 duotoetsingen plaatsgevonden. Daarnaast zijn ook de team-,

individuele- en duotoetsingen uitgevoerd in het kader van het ‘Verbetertraject insteltechniek regio 7’

uitgevoerd.

Fotobesprekingen

Net zoals voorgaand jaar is voor elke unit vier keer per jaar een fotobespreking gepland. 114 MBB’ers

hebben deelgenomen aan de fotobespreking. Aan de hand van de deelnemerslijst zorgt het Medisch

secretariaat dat de benodigde dossiers aanwezig zijn voor de fotobesprekingen. De onderzoeken werden

in 2014 op de verschillende BE-stations in Den Haag getoond en later op een beamer in de

kwaliteitsruimte op het hoofdkantoor, toen deze klaar was. Vanaf dat moment zij alle fotobesprekingen hier

gehouden. De radioloog bespreekt de borstfoto’s met de desbetreffende MBB’ers. De coördinator

Opleiding maakt de kwartaalplanning voor subregio West, in overleg met de regiocoördinatoren en de

coördinerend radioloog.

Page 13: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

13

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Voor de fotobesprekingen van subregio Zuid is een jaarplanning gemaakt. Wanneer de MBB’er niet bij de

bespreking van haar/zijn eigen unit aanwezig kan zijn, dient de MBB’er bij een andere bespreking van

dezelfde BE aan te sluiten.

Theoretische bijscholingen

SLS-training en fysische bijscholing

Geen enkele MBB’er kwam in aanmerking voor deelname aan de SLS-training. Eén MBB’er heeft de

fysische technische bijscholing in oktober, tijdens de Theorieweek, ingehaald.

Theorieweek LRCB

In april hebben vier MBB’ers aan de theorieweek van het LRCB deelgenomen. Twee MBB’ers hebben de

theorieweek in oktober gevolgd. Na de theorieweek hebben zij het certificaat ‘MBB’er in de screening’

ontvangen.

Insteltechnische bijscholing

De verplichte driejaarlijkse bijscholing Insteltechniek wordt door het Opleidingsteam uitgevoerd. Voor deze

bijscholing is een plan van aanpak geschreven. De afdeling Opleiding heeft in 2013 een inhaalslag

uitgevoerd op de driejaarlijkse insteltechnische bijscholing. Daarom waren in 2014 geen MBB’ers die in

aanmerking kwamen voor deze bijscholing. Wél zijn de opleiders bij enkele onderzoekscentra op locatie

geweest om persoonlijke tips te geven over de insteltechniek. Deze tips worden vermeld op een

persoonlijk formulier van de MBB’er; een kopie gaat naar de coördinator Opleiding. Bij 54 MBB’ers is deze

PIT (Persoonlijke Instructie Tip) uitgevoerd.

Opleiding

Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft de beschikking over een opleidingsplaats; de opleiding tot MBB’er

in de screening duurt zes weken en bestaat uit drie weken instructie, gevolgd door drie weken stage. De

opleidingsunit heeft de capaciteit om elke drie weken een opleiding te beginnen. Dit jaar is pas in week 20

begonnen met het opleiden van MBB’ers, in verband met de deelname aan Pilot Functiedifferentiatie fase

II. De praktijkopleiding van MBO’ers vond plaats binnen onze eigen organisatie. De opleiding van de

MBB’ers vond plaats in Rotterdam, op de opleidingsunit.

Dit jaar zijn zes MBB’ers opgeleid. Twee daarvan hebben de opleiding vroegtijdig afgebroken. Eén MBB’er

heeft een verlengde instructie gehad. Twee screeningsassistenten MB’ers hebben deelgenomen aan de

MBO-opleiding. Helaas heeft één screeningsassistent de praktijkopleiding moeten afbreken vanwege

fysieke klachten.

Symposia en presentaties

In totaal hebben 129 MBB’ers een symposium bezocht, hetgeen een mooi resultaat is. Het symposium

van Marc Logtenberg (Mammodag) op 13 mei werd door 91 MBB’ers het meest bezocht. Het symposium

van het NVMBR (Mammacare) op 5 november werd door 38 MBB’ers bezocht. Het opleidingsteam heeft

op de beleidsdag op 18 maart voor de MBB’ers een presentatie gehouden waarin onder andere

bejegening, grote mammae, een terugblik laborantendagen aan bod kwamen. Dit werd als zeer positief

ervaren.

Dense-trial

Bevolkingsonderzoek Zuid-West verleent sinds december 2013 medewerking aan de landelijke medisch-

wetenschappelijke Dense-studie. In deze studie worden vrouwen met zeer dicht borstweefsel uitgenodigd

om - aanvullend op het borstonderzoek zoals wij dat uitvoeren - een MRI-onderzoek in een ziekenhuis te

Page 14: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

14

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

laten doen. Doel van de studie is na te gaan of met een MRI meer borstkanker in een vroeg stadium kan

worden opgespoord. Deze studie wordt gecoördineerd door onderzoekers van het Universitair Medisch

Centrum Utrecht. Er zullen ongeveer 5.000 vrouwen worden geïncludeerd. Cliënten van

bevolkingsonderzoek Zuid-West worden sinds december 2013 benaderd om mee te doen met de Dense-

studie. De organisatie vindt het belangrijk om hieraan mee te werken omdat met de uitkomsten mogelijk

het huidige screeningsprogramma kan worden verbeterd.

Tomosynthese

Binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker vinden ontwikkelingen plaats die tot optimalisatie van de

onderzoeksmethode kunnen leiden. Tomosynthese voorziet in de mogelijkheden tot het inzetten van

reguliere 2D-mammogrammen in combinatie met Digital Breast Tomosynthesis. Verschillende studies

hebben uitgewezen dat toepassing van Tomosynthese leidt tot een significant betere detectie van

borstkanker en een vermindering van de noodzaak van aanvullende opnamen (BIRAD 0).

Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft geparticipeerd in de oriëntatie naar mogelijkheden tot vervanging

van de huidige mammografieapparatuur door mammografen die geschikt zijn voor de uitvoering van

Tomosynthese. De managers screening hebben hiervoor het congres van de European Congress of

Radiology in Wenen en de door het LRCB georganiseerde bijeenkomsten bezocht. De vijf

screeningsorganisaties trekken hierin gezamenlijk op.

1.4 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker

Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Minister Schippers van VWS besloot in oktober 2013 het bestaande bevolkingsonderzoek

baarmoederhalskanker te vernieuwen. Dit besluit heeft de minister genomen op basis van het advies van

de Gezondheidsraad en de uitvoeringstoets uitgevoerd door het RIVM.

De belangrijkste veranderingen zijn:

1. Vanaf de invoering wordt het uitstrijkje primair gescreend op aanwezigheid van hrHPV (high risk

humaan papillomavirus), en niet meer primair op cytologie zoals in het huidige bevolkingsonderzoek

baarmoederhalskanker (fig. 1.2). Pas als het virus aanwezig is, wordt het uitstrijkje cytologisch

beoordeeld. Is het afgenomen materiaal hrHPV-positief maar het celbeeld normaal, dan krijgt de

vrouw een uitnodiging om na zes maanden weer een uitstrijkje te laten maken. Is het hrHPV aanwezig

én het celbeeld afwijkend, dan krijgt de vrouw een doorverwijzing naar de gynaecoloog waar

vervolgonderzoek zal plaatsvinden.

2. Nieuw is de rol van de screeningsorganisatie bij het uitnodigen van de vrouwen voor een

vervolgonderzoek na een half jaar. We hebben het hier over de vrouwen die hrHPV-positief zijn, maar

geen afwijkende cytologie hebben. Deze vrouwen worden door de screeningsorganisatie na zes

3. maanden weer uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken, waarbij er nogmaals een cytologische

beoordeling plaatsvindt. Hiermee gaat dit onderzoek deel uitmaken van het bevolkingsonderzoek.

4. Ook het uitnodigingsschema verandert. Zo verandert de interval tussen de uitnodiging voor de 40- en

50-jarige vrouwen. De hrHPV-negatieve vrouwen uit deze cohorten ontvangen pas na tien jaar weer

een uitnodiging. Daarmee zal, in tegenstelling tot de zeven uitnodigingen die vrouwen in de leeftijd

van 30 t/m 60 jaar nu met een interval van vijf jaar nog ontvangen, het aantal uitnodigingen teruggaan

naar vijf. Te weten op 30-, 35-, 40-, 50- en 60-jarige leeftijd. Is er echter wèl een hrHPV-besmetting

geconstateerd, dan volgt er ook op 45- of 55- of 65-jarige leeftijd een uitnodiging. Daarmee is nieuw

binnen het bevolkingsonderzoek dat een 65-jarige vrouw na een vijf jaar eerder geconstateerde

hrHPV-besmetting nog een keer wordt uitgenodigd.

5. Een belangrijke verandering is de invoering van de zelfafnameset (ZAS). Vrouwen wordt in de

herinneringsbrief de mogelijkheid geboden een ZAS aan te vragen. Deze ZAS wordt gescreend op de

Page 15: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

15

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

aanwezigheid van het hrHPV. Is deze positief, dan zal de vrouw uitgenodigd worden om alsnog een

uitstrijkje te laten maken, zodat een cytologische beoordeling kan volgen.

6. De rol van de huisartsenpraktijk verandert. Alleen de screeningsorganisaties versturen de uitnodiging

voor het uitstrijkje; daarmee verdwijnt de rol van zelf uitnodigende huisarts (ZUHA).

Figuur 1.2 | Het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in schema

De regie voor dit bevolkingsonderzoek en de vernieuwing ervan ligt bij het Rijkinstituut voor

Volksgezondheid en Milieu, bij het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (RIVM-CvB).

Doel

Door op deze wijze het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker te voeren, wordt er gekeken naar

vrouwen die een verhoogd risico op het krijgen van baarmoederhalskanker hebben door de aanwezigheid

van het hrHPV, in plaats van naar vrouwen die al een afwijkende cytologie hebben zoals in het huidige

bevolkingsonderzoek. Hiermee worden jaarlijks 75 extra vrouwen opgespoord met (een voorstadium van)

baarmoederhalskanker en worden 18 extra sterfgevallen voorkomen. De invoering van het vernieuwde

bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker zal in 2016 zijn.

Inrichting van projectorganisatie en eerste ontwikkelingen

Het project Vernieuwing baarmoederhalskankerscreening is ingekaderd op landelijk niveau, vanuit het

RIVM (met andere ketenpartners) en vanuit de screeningsorganisaties. Het RIVM, de gezamenlijke

screeningsorganisaties en Bevolkingsonderzoek Zuid-West specifiek hebben in 2014 een

projectorganisatie opgezet.

RIVM

Het RIVM heeft onder de programmacommissie bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker drie

werkgroepen geïnstalleerd (fig. 1.3). Deze drie werkgroepen adviseren de programmacommissie en het

RIVM-CvB op onderdelen van de implementatie. Daarnaast houden twee stuurgroepen zich bezig met

onder andere de voorbereidingen van de aanbestedingen en de tariefstelling voor de

screeningsorganisaties en huisartsenvoorzieningen.

Page 16: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

16

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Figuur 1.3 | Projectorganisatie Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Het RIVM heeft eveneens een programmamanager Vernieuwing baarmoederhalskankerscreening

aangesteld. Deelnemers aan de programmacommissie zijn vertegenwoordigers van alle stakeholders van

het proces van baarmoederhalskankerscreening. Vanuit de screeningsorganisaties heeft een afvaardiging

zitting in deze programmacommissie.

Onder de programmacommissie functioneren drie werkgroepen, te weten de werkgroep Organisatie,

voorbereiding en invoering (OVI), de werkgroep Proces/Organisatie/Kwaliteit/Monitoring/Evaluatie en

Informatiehuishouding (POKMEI) en de werkgroep Communicatie en Deskundigheidsbevordering. Ook

hierin zijn de deelnemers vertegenwoordigers van de stakeholders waaronder een afvaardiging vanuit de

screeningsorganisaties, namelijk van de landelijk projectleider en vijf regionaal projectleiders.

In april heeft een startbijeenkomst plaatsgevonden waarbij het RIVM-CvB alle personen heeft uitgenodigd

die een rol hebben in de commissie, werk- of stuurgroep.

Ontwikkelingen

Expertmeeting bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

In de voorbereiding van de invoering van het vernieuwde bevolkingsonderzoek wordt een aantal

aanbestedingen uitgevoerd. Het gaat daarbij om onder meer de hrHPV-test, de dunnelaagcytologie en

de zelfafnameset. Een belangrijk onderdeel van een aanbesteding is het opstellen van kwaliteitseisen

voor het programma van eisen.

(Gepubliceerde) studies zijn belangrijk om deze kwaliteitseisen te formuleren en mogelijke

afhankelijkheden tussen de aanbestedingen te signaleren. Om dit goed in beeld te krijgen, heeft het

RIVM-CvB woensdag 18 juni 2014 een expertmeeting georganiseerd. Voor deze bijeenkomst waren

deskundigen uitgenodigd die de laatste jaren relevant onderzoek hebben gedaan en daarover hebben

gepubliceerd. Tijdens de bijeenkomst hebben zij hun bevindingen toegelicht en vragen beantwoord. De

expertmeeting was zeer constructief mede door de hoge opkomst en de goede discussies die zijn gevoerd.

Informatiebehoefteonderzoek voor bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

TNS NIPO heeft onderzoek gedaan daar de informatiebehoefte van vrouwen op het moment van

uitnodigen. Uit dit onderzoek blijkt dat de kennis onder vrouwen over hrHPV laag is. Ook de relatie

tussen hrHPV en baarmoederhalskanker is niet altijd duidelijk. Daarnaast hebben vrouwen veel vragen

over de praktische uitvoering van het uitstrijkje. De informatie uit dit onderzoek wordt gebruikt voor de

ontwikkeling van communicatiemiddelen. Begin november is het resultaat gepresenteerd in de

werkgroep Communicatie & Deskundigheidsbevordering.

Besluit RIVM vijf screeningslaboratoria voor vernieuwd bevolkingsonderzoek

De programmacommissie heeft in oktober een positief advies afgegeven om de beoordelingen van het

Page 17: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

17

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

nieuwe bevolkingsonderzoek plaats te laten vinden in vijf screeningslaboratoria. Hiermee is een einde

gekomen aan de discussie of dit drie of vijf screeningslaboratoria moeten zijn.

Aanbesteding hrHPV-test voor bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Het RIVM-CvB is de aanbestedende partij voor de hrHPV-test en de eventuele dunnelaagcytologie. De

werkzaamheden die behoren tot de voorbereidingsfase, selectie-, offerte- en gunningfase van de

aanbestedingen worden in gezamenlijkheid en binnen het kernteam uitgevoerd. Besluitvorming vindt

plaats in het kernteam waaraan zowel bestuurders van de screeningsorganisaties als de projectleider

van de vernieuwing aan deelnemen.

Begin november 2014 is de Europese aanbesteding van de hrHPV-test voor de vernieuwing van het

bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gepubliceerd. Het betreft een aanbesteding voor de

levering van geautomatiseerde en klinische gevalideerde systemen voor het aantonen van DNA van

hoog-risico genotypen van het Humaan Papillomavirus (hrHPV) op klinisch en zelf afgenomen

materiaal. Bij deze Europese aanbesteding is gekozen voor een openbare procedure zodat iedere

belangstellende aanbieder een inschrijving kan indienen.

Gezamenlijke screeningsorganisaties

De vijf screeningsorganisaties hebben een landelijke projectgroep ‘Vernieuwd BMHK’ ingesteld. De

projectgroep bestaat uit de landelijk projectleider, vijf regionaal projectleiders en een projectleider voor het

ICT-gedeelte (ScreenIT) (fig. 1.4). De landelijk projectleider houdt de bestuurders via het FSB-BMHK

geïnformeerd; de (eerste) portefeuillehouder BMHK namens de bestuurders is zijn directe aanspreekpunt.

Door elke screeningsorganisatie zijn één of meerdere medewerkers ingezet voor inhoudelijk

ondersteuning van de regionale projectleiders.

Figuur 1.4 | Landelijke organisatie Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Ontwikkelingen

ScreenIT van start

In juli hebben de screeningsorganisaties een start gemaakt met ScreenIT: het ICT-systeem ten

behoeve van het primaire proces en de kwaliteitsborging voor bevolkingsonderzoek

baarmoederhalskanker en borstkanker. Dit systeem bouwt voort op het al ontwikkelde systeem bij

Page 18: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

18

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

bevolkingsonderzoek darmkanker. Beleidsmatige vragen die nodig zijn voor de ontwikkeling van

ScreenIT worden zoveel mogelijk gevoerd in de werkgroep POKMEI en de subwerkgroepen.

Aanbestedingen

De screeningsorganisaties besteden de zelfafnameset en de screeningslaboratoria aan. De

werkzaamheden die behoren tot de voorbereidingsfase, selectie-, offerte- en gunningfase van de

aanbestedingen worden in gezamenlijkheid en binnen het kernteam uitgevoerd. Besluitvorming vindt

plaats in het kernteam waaraan zowel bestuurders van de screeningsorganisaties als de projectleider

van de vernieuwing aan deelnemen.

Anticiperen mogelijke knelpunten in capaciteit

In 2014 is een landelijke werkgroep met de voorbereidingen gestart om mogelijke

capaciteitsproblemen bij cytologische analisten voor en tijdens de overgang naar het vernieuwde

bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker op te vangen. Er is een aantal maatregelen geformuleerd

die, afhankelijk van de situatie, kunnen worden ingezet om het risico van te lange doorlooptijden en

kwaliteit te kunnen beheersen, teneinde te blijven voldoen aan de subsidievoorwaarden.

Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft een projectstructuur opgezet waarbij de regionaal projectleider

zitting heeft in de landelijke en regionale projectgroep. Daarnaast is er een intern projectleider aangesteld.

Zij is voorzitter van de regionale projectgroep Vernieuwing BMHK en daarmee het aanspreekpunt voor alle

interne zaken. De projectgroep is samengesteld uit leden vanuit verschillende vakgebieden binnen de

organisatie. In september 2014 heeft regionaal de kick-off plaatsgevonden, waarmee de start van de

regionale voorbereidingen op de invoer van het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

is ingeluid.

Ontwikkelingen

Projectplan

Eind 2014 heeft de projectgroep een concept ‘Projectplan vernieuwing bevolkingsonderzoek

baarmoederhalskanker 2014-2016’ voor vaststelling ingediend bij het MT.

Interne informatievoorziening

Om alle medewerkers van Bevolkingsonderzoek Zuid-West op de hoogte te brengen van de

vernieuwing en hen op de hoogte te houden van de voortgang, heeft de projectroep een start gemaakt

met het delen van informatie via de projectpagina op Sharepoint (vanaf september 2014) en via een

interne nieuwsbrief vernieuwing (oktober 2014).

IMPROVE-studie

Sinds 2013 wordt gesproken over een vervolgonderzoek naar het gebruik van een zelfafnameset voor het

bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, als vervolg op o.a. de PROHTECT-studie. Hierin werd

aangetoond dat de zelfafnameset goed ingezet kan worden als herinneringsmiddel onder non-

respondenten. Belangrijkste vraag voor dit vervolgonderzoek is of de zelfafnameset ook ingezet kan

worden als primair screeningsmiddel, dus in plaats van het uitstrijkje. Deze ‘IMPROVE-studie’ is

geïnitieerd door het VuMC, RadboudUMC en Erasmus MC. Sinds begin 2014 heeft Bevolkingsonderzoek

Zuid-West gefungeerd als aanspreekpunt voor de onderzoekers. Gedurende 2014 zijn de contouren van

de studie duidelijker geworden en hebben Bevolkingsonderzoek Zuid-West, Midden-West en Oost hun

medewerking aan de studie toegezegd. In juli 2014 hebben de onderzoekers een WBO-vergunning voor

Page 19: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

19

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

de studie aangevraagd. In december 2014 heeft de Gezondheidsraad hierover een (positief) advies aan

de minister uitgebracht.

In de opzet waarvoor de vergunning is aangevraagd, krijgen 36.000 vrouwen uit de regio’s Zuid-West,

Midden-West en Oost bij hun uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker informatie

over IMPROVE. Ze kunnen een toestemmingsverklaring invullen, waarmee ze de onderzoekers

toestemming geven om hen te benaderen voor IMPROVE. In 2015 is dit proces verder uitgewerkt en zijn

overeenkomsten tussen de screeningsorganisaties en universiteiten gesloten.

Basisscholing Cervixscreening

Ook in 2014 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West de basisscholing Cervixscreening aan

doktersassistenten, praktijkondersteuners en -verpleegkundigen aangeboden. Tijdens deze scholingen

kwam de theorie van het uitstrijken, alsook de logistiek van het bevolkginsonderzoek

baarmoederhalskanker aan bod. De cursisten hebben eerst een e-learning doorlopen, waarna de eerste

bijeenkomst volgde. Deze werd afgesloten met de praktijkopdracht om aan de hand van een vijf-

stappenplan in de eigen praktijk onder leiding van de huisarts het uitstrijken te leren. Na ongeveer acht

weken volgde de tweede bijeenkomst. De cursisten ontvingen een certificaat en - als zij in het

kwaliteitsregister KABIZ geregistreerd zijn - de accreditatiepunten.

De basisscholing Cervixscreening is in 2014 op zes verschillende locaties aangeboden. Vijf van de

scholingen vonden plaats in laboratoria in de regio. Deze vijf laboratoria hebben de cursisten rondgeleid

en inhoudelijk kennis laten maken met de cytologische beoordeling van de uitstrijken. De zesde scholing

heeft incompany bij een gezondheidscentrum in Rotterdam plaatsgevonden. Met de scholingen zijn 93

doktersassistenten, praktijkondersteuners en -verpleegkundigen getraind. De cursisten kwamen uit zestig

verschillende praktijken.

Via de online uitgezette evaluatie gaven de cursisten de nieuw opgedane theoretische en praktische

kennis een 8,4 en de bijeenkomsten werden gewaardeerd met een 8,5. Verder werd de e-learning in hoge

mate gewaardeerd door onder andere de overzichtelijke opzet en de volledigheid in de aangeboden stof.

Reeds tijdens de bijeenkomsten uitten de cursisten regelmatig hun waardering voor de docent en

praktijkondersteuner van Bevolkingsonderzoek Zuid-West. Zij hebben aan het lesprogramma een

beeldend rollenspel (‘vrouw komt voor uitstrijkje bij huisarts’) toegevoegd dat zij ook zelf opvoeren.

Daardoor ontstaat een ontspannen en open sfeer, met veel ruimte voor het uitwisselen van persoonlijke

praktijkervaringen.

Met het doorlopen van de e-learning modules en de toets ondervonden enkele cursisten problemen. Door

enkele technische wijzigingen in de programmatuur zal dit begin 2015 verholpen zijn.

Onder de assistenten die meer ervaren zijn in het maken van uitstrijkjes, is inmiddels de vraag ontstaan

naar een vervolg op de basisscholing. Daarom heeft Bevolkginsonderzoek Zuid-West, samen met de

andere screeningsorganisaties - een eerste opzet gemaakt voor een vervolgscholing. Dit zal in 2015

verder gestalte krijgen.

1.5 Ontwikkelingen screening darmkanker

Start januari 2014

De minister van VWS heeft in 2011 besloten tot de landelijke invoering van darmkankerscreening (fig. 1.5).

In september 2011 is het startsein gegeven voor het voorbereidingstraject. Na twee jaar voorbereiding en

Page 20: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

20

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

uitvoering van de pilot bij Bevolkingsonderzoek Zuid-West, is op 13 januari het bevolkingsonderzoek naar

darmkanker landelijk gestart.

Figuur 1.5 | Primair proces bevolkingsonderzoek darmkanker, inclusief de aansluitende zorg

Doelgroep en capaciteit

Bij de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker was al op voorhand bekend dat de totale

capaciteit in Nederland voor het uitvoeren van coloscopieën na een aantal jaar voldoende zou zijn.

Daarom is gekozen voor een stapsgewijze invoering. In 2014 hebben alle mannen en vrouwen die

geboren zijn in 1938, 1939, 1947, 1949, en 1951 een uitnodiging ontvangen. In totaal zouden 875.000

mensen uitgenodigd worden. De praktijk bleek weerbarstiger.

Het lukte niet om de hele voor 2014 geplande doelgroep uit te nodigen, omdat:

- De opkomst was ingeschat op 60 procent, terwijl dit in de praktijk tegen de 70 procent bleek te liggen;

- Het percentage ongunstige uitslagen in de eerste half jaar niet de verwachte 6,5 procent, maar 12

procent was;

- Bij de leeftijdscategorie die als eerste een uitnodiging heeft ontvangen, er vaker bloed in de

ontlasting voorkomt - en ook vaker darmkanker;

- De test gevoeliger meet. Dat geldt niet alleen voor de in het bevolkingsonderzoek gebruikte test,

maar ook voor tests die in andere landen worden gebruikt;

- Het bevolkingsonderzoek eind januari 2014 startte; en de eerste coloscopieën pas in de tweede helft

van februari werden uitgevoerd.

- Nog niet alle ziekenhuizen die deelnamen al direct over de benodigde coloscopiecapaciteit beschikten;

- De beschikbare capaciteit ontoereikend was of er juist overcapaciteit ontstond bij een aantal

coloscopiecentra in een bepaald gebied.

Bovenstaand heeft er in juni 2014 tot het besluit geleid om tijdelijk minder mensen uit te nodigen. Daarmee

werden wachttijden voor het vervolgonderzoek (een coloscopie) voorkomen. Ook werd de afkapwaarde

van de test verhoogd. Eind 2014 bleek echter dat in bepaalde regio’s toch de gehele doelgroep al was

uitgenodigd, om ondercapaciteit van de coloscopiecentra te voorkomen. Daarop heeft het RIVM besloten

om het geboortejaar 1954 - dat in 2015 gepland stond - al in 2014 uit te nodigen. Dit was ook in onze regio

het geval.

Verhogen afkapwaarde

Het RIVM heeft in juni 2014 besloten om de afkapwaarde te verhogen met als doel het verwijspercentage

te verlagen. Bij dit besluit was de ‘nut-risicoverhouding’ de belangrijkste overweging, daarbij rekening

houdend met een beperkte coloscopiecapaciteit. De nut-risicoverhouding geeft weer hoe zo veel mogelijk

mensen kunnen deelnemen en zo min mogelijk mensen onterecht worden doorverwezen, waarbij

gestreefd wordt naar een zo maximaal mogelijke opbrengst bij de coloscopie voor de gehele groep.

Page 21: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

21

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Door de afkapwaarde van de test te verhogen van 88 ng/ml naar 275 ng/ml komt het verwijspercentage in

de tweede helft 2014 naar verwachting rond de 6 procent. Met dit percentage is de verwachte opbrengst

van de coloscopie in relatie tot het aantal gescreenden (en daarmee de nut-risicoverhouding van de

ontlastingstest) meer in lijn met de verwachtingen gebaseerd op de proefbevolkingsonderzoeken. Op

basis daarvan adviseerde de Gezondheidsraad in 2009 het bevolkingsonderzoek darmkanker in te voeren.

Het aantal onterecht doorverwezen personen als gevolg van de gevoeligere test zal hiermee afnemen. Dit

betekent dat er minder mensen onnodig een vervolgonderzoek hoeven te ondergaan.

Van project naar lijn

In juli 2014 is het ‘project darmkankerscreening’ overgaan naar ‘de lijnorganisatie’ van de

screeningsorganisaties. Er is een landelijk ‘Overleg Managers Darmkanker’ (OMD) opgezet waarin alle vijf

de screeningsorganisaties vertegenwoordigd zijn. Ook zijn er landelijke portefeuilles verdeeld over de vijf

regio’s. De regio Zuid-West is verantwoordelijk voor de portefeuille ‘Leveranciers’.

Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft besloten het bevolkingsonderzoek darmkanker langer in een

projectstructuur te houden. Er is een projectmanager aangewezen die de taken van de OMD en de

landelijke portefeuille uitvoert.

De interne projectgroep darmkanker is gecontinueerd. Deze projectgroep wordt voorgezeten door de

coördinator darmkankerscreening; de projectgroepleden zijn:

de applicatiebeheerder ScreenIT

de medewerker Kwaliteit & Capaciteit

de projectmanager darmkankerscreening

de coördinator Informatielijn

de coördinator Facilitaire dienst

een communicatieadviseur

de manager Administratieve organisatie

en, op afroep:

de medewerker kwaliteitszorg

de administratief medewerker darmkankerscreening.

De projectgroep heeft maandelijkse werkoverleg, waarin interne afstemming plaatsvindt en informatie

wordt uitgewisseld tussen ‘het landelijke’ en ‘het regionale’. Ook worden praktische zaken rondom

capaciteit besproken en vragen van cliënten en coloscopiecentra.

Daarnaast vindt maandelijks overleg plaats tussen:

de twee regionaal coördinerend MDL-artsen

de medewerker Kwaliteit & Capaciteit

de manager Administratieve organisatie

de projectmanager darmkankerscreening

de coördinator darmkankerscreening

en, op afroep:

de regionaal coördinerend patholoog (RCP)

In dit overleg worden zaken omtrent de coloscopiecentra en de uitgevoerde kwaliteitsaudits besproken,

alsook capaciteitsvraagstukken en eventuele casuïstiek.

Gecontracteerd

In de regio Zuid-West:

zijn 26 coloscopiecentra gecontacteerd om coloscopieën uit te voeren voor het bevolkingsonderzoek

darmkanker;

Page 22: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

22

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

hebben 78 endoscopisten het volledige toelatingstrajecten doorlopen;

zijn 12 pathologielaboratoria gecontacteerd;

zijn 65 pathologen gecertificeerd.

Audits coloscopiecentra en pathologielaboratoria

In oktober 2014 is gestart met de periodieke audits voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Na de

toelatingsaudits in 2013 en begin 2014 is gekozen om jaarlijks een audit uit te voeren; één keer een

volledige audit, daaropvolgend twee periodieke audits en dan (dus drie jaar na de toelatingsaudit) een her-

audit. Deze zullen plaatsvinden in de eerst helft van 2017.

De periodieke audits van de MDL-centra lopen tot april 2015. Vanaf 2016 wordt de auditcyclus aangepast

en wordt er vanaf het eerste kwartaal gestart met de periodieke en her-audits, die doorlopen tot in het

tweede kwartaal.

In het laatste kwartaal van 2014 zijn 12 MDL-centra bezocht door de RCMDL-artsen (regionaal

coördinerend maag-darm-leverarts) en de medewerker Kwaliteit & Capaciteit. Belangrijke onderwerpen

van deze audits waren uniformiteit van de definities van kwaliteitsindicatoren, de ervaringen met (de

invoering van) het bevolkingsonderzoek darmkanker en de beschikbare data van de uitgevoerde

endoscopieën.

De invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker in de deelnemende MDL-centra is van grote

invloed geweest op de bedrijfsvoering van veel centra, zowel op de planning en uitvoering als in technisch

opzicht (de koppeling met ScreenIT). De meeste MDL-centra voldoen aan de gestelde auditeisen, zoals

genoemd in het ‘Protocol toelating en auditing van coloscopiecentra en endoscopisten’. Een aantal keer

heeft de auditcommissie aanbevelingen gedaan, waarvoor de MDL-centra een verbeterplan hebben

opgesteld. Daarmee zijn zij goed voorbereid op de her-audit in 2017.

De elf periodieke audits van de pathologielaboratoria hebben plaatsgevonden in november 2014. Deze

zijn uitgevoerd door de regionaal coördinerend patholoog en de medewerker Kwaliteit & Capaciteit. Voor

deze audits waren specifieke aandachtsgebieden vastgesteld, namelijk de ervaringen van de

pathologielaboratoria met (de invoering van) het bevolkingsonderzoek darmkanker en incident- en

klachtafhandeling. De invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker in de pathologielaboratoria

heeft tot niet tot noemenswaardige bijzonderheden geleid en alle laboratoria voldoen aan de gestelde

eisen, zoals vastgelegd in het Protocol toelating en auditing pathologielaboratoria.

Vragenlijst coloscopiecentra en vragenlijst pathologielaboratoria

Voorafgaand aan de start van de periodieke audits in het najaar wilden de screeningsorganisaties een

beeld krijgen van wat er leeft in de coloscopiecentra en de pathologielaboratoria. Daartoe werd een

vragenlijst verstuurd.

Van de 21 aangeschreven coloscopiecentra hebben 11 de vragenlijst ingevuld. Een greep uit de in het oog

springende opmerkingen:

- goede informatievoorziening voorafgaand van de start van het bevolkingsonderzoek

- goede bereikbaarheid voor vragen op ICT-gebied en auditzaken

- koppeling ziekenhuissysteem en ColonIS werkt goed

- het invoegen van de screeningscoloscopieën in het normale programma is met enkele problemen

verlopen

- het merendeel van de centra heeft de vooraf aangeboden intakeslots ook daadwerkelijk kunnen

aanbieden

Page 23: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

23

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

- huisartsen zijn slecht op de hoogte

- huisartsen moeten gestimuleerd blijven worden om bij een positieve iFOBT contact op te nemen met

de deelnemers en relevante medische gegevens mee te geven naar de intake

- geen uniformiteit in definities bij invoeren in ScreenIT

Van de 12 pathologielaboratoria hebben vier de vragenlijst ingevuld. Een greep uit de in het oog

springende opmerkingen:

- goede informatievoorziening voorafgaand van de start van het bevolkingsonderzoek

- goede bereikbaarheid voor vragen

- de e-learning functioneerde niet naar behoren

- starheid van registratie in ScreenIT

De uitkomsten van de vragenlijst zijn gebruikt bij de regionale bijeenkomst voor coloscopiecentra en

pathologielaboratoria, in oktober 2014 en besproken in het landelijke RCMDL- en landelijke RCP-overleg.

Regionale bijeenkomst darmkankerscreening

Op 29 oktober organiseerde Bevolkingsonderzoek Zuid-West voor de endoscopisten, pathologen en

verpleegkundigen in onze regio een bijeenkomst over darmkankerscreening. Aanleiding hiervoor waren de

eerste resultaten van dit nieuwe bevolkingsonderzoek. Sprekers die avond waren dr. Manon Spaander

(regionaal coördinerend MDL-arts), dr. Corine Penning (onderzoeker Erasmus MC) en dr. Mike Kliffen

(patholoog). Na de presentatie van resultaten eerste half jaar darmkankerscreening gingen de aanwezigen

in twee groepen uiteen. In de parallelsessies spraken zij verder over diverse aangelegenheden in relatie

tot het bevolkingsonderzoek, zoals de invoer van de endoscopieverslagen en tips & tricks rondom

ColonIS. Ook werd vooruitgeblikt op de toekomstige audits en werd ingegaan op het capaciteitsvraagstuk.

Er waren ruim 60 gasten aanwezig waaronder vrijwel alle betrokken ziekenhuizen en laboratoria. De

avond heeft goed inzicht verschaft in wat er speelt bij de ketenpartners. Bovenal was er ook een gevoel

van trots bij alle aanwezigen dat we met elkaar een mooi screeningsprogramma voor darmkanker hebben

neergezet. E.e.a. is in het landelijke RCMDL-overleg besproken. In 2015 zullen verbeteringen worden

aangepakt.

Resultaten eerste helft 2014

Het Erasmus MC (de afdelingen Maatschappelijke Gezondheidszorg, Maag-, Darm- en Leverziekten,

Pathologie, Radiologie) en het NKI/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis voeren de jaarlijkse landelijke

monitoring van het bevolkingsonderzoek darmkanker in opdracht van het RIVM uit.

In het eerste half jaar hebben bijna 130.000 mensen deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek (68

procent). Bij 12 procent van hen bleek er aanleiding te zijn voor vervolgonderzoek, dat bestaat uit een

intakegesprek en een coloscopie. Van de 11.430 mensen bij wie een coloscopie is gedaan, is bij 763 (7

procent) mensen darmkanker gevonden en bij 3.832 mensen (34 procent) gevorderde poliepen. Sommige

poliepen kunnen uitgroeien tot darmkanker. Door poliepen te verwijderen, kan darmkanker worden

voorkomen. De cijfers komen grotendeels overeen met de prognoses op basis van eerdere onderzoeken.

1.6 Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht is in totaal vijf maal bijeengeweest. Vier maal in een reguliere vergadering en

eenmaal bij een speciale themadag, tezamen met de Raad van Bestuur en het Managementteam. Deze

themadag was gericht op de strategie richting 2020.

Page 24: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

24

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

In het voorjaar heeft de Remuneratiecommissie de werving en selectie van de nieuwe voorzitter van de

Raad van Bestuur ter hand genomen. Dit heeft geresulteerd in de benoeming van mevrouw drs. P.H.M.

van den Broek MMC.

In september is een auditcommissie Kwaliteit en Veiligheid in werking getreden. De Raad van Toezicht wil

hiermee samen met de Raad van Bestuur invulling geven aan een hedendaags kwaliteits- en

veiligheidsbeleid. Tot slot zij vermeld dat de Raad van Toezicht aan het einde van het jaar zichzelf en de

auditcommissie Financiën heeft geëvalueerd.

Verder is in 2014 aandacht besteed aan de ICT-ontwikkelingen en de activiteiten van de gezamenlijke

coöperatie Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken (FSB). De financiële ontwikkelingen evenals

de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker en de voorbereiding van het vernieuwde

bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vormden terugkerende punten op de agenda. Daarnaast

kwam een aantal specifieke onderwerpen aan de orde, zoals het medewerkersonderzoek en de

kwaliteitsaudit NEN-EN 15224.

1.7 Raad van Bestuur

Op 1 september verwelkomde de organisatie haar nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur, mevrouw

drs. P.H.M. van den Broek MMC. Zij vormt sindsdien samen met de heer drs. W.W.J. Spijker de Raad van

Bestuur.

Page 25: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

25

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

2. RESULTATEN 2014

2.1 Resultaten screening borstkanker

Uitnodigingen

In 2014 bedroeg het totaal aantal vrouwen in de leeftijd 49 tot en met 75 jaar (de doelgroep van dit

screeningsprogramma) in de regio Zuid-West 620.320 vrouwen. De doelgroep wordt elke twee jaar

uitgenodigd om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. Om die reden vergelijken wij de resultaten van

het verslagjaar met die van 2012. Een klein deel van de doelgroep sturen wij – op hun eigen verzoek –

geen uitnodiging meer.

We streven ernaar alle cliënten in de volgende screeningsronde binnen twee jaar (met een marge van

twee maanden) opnieuw uit te nodigen. In 2014 is deze intervalperiode niet overschreden.

In 2014 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West 299.086 uitnodigingen verstuurd (tabel 2.1). In vergelijking

met 2012 een groei van 2.234 vrouwen. De doelgroep zal de komende jaren blijven groeien. Dit betekent

dat we de komende jaren ook meer vrouwen zullen uitnodigen.

Tabel 2.1 | Aantal uitnodigingen bevolkingsonderzoek borstkanker in 2011- 2014

2011 2012 2013 2014

Aantal uitnodigingen 318.071 296.855 299.277 299.086

Gezien de demografische ontwikkelingen, zal het aantal vrouwen in de leeftijd 50-75 jaar, stijgen. De

oorzaak van het hogere aantal in 2011 uitnodigingen ligt in het feit dat het werkgebied van Westelijk

Noord-Brabant tot en met 2011 nog tot de Zuid-West regio behoorde en daarna aan regio Zuid is

overgedragen.

Aantal uitgenodigde vrouwen per leeftijd

In figuur 2.1 zijn de pieken van de naoorlogse geboortegolf (1946-1955) goed zichtbaar.

Figuur 2.1 | Aantal uitnodigingen bevolkingsonderzoek borstkanker per leeftijd in 2012 en 2014

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

18.000

20.000

<5

0

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71

72

73

74

>7

4

2014

2012

Page 26: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

26

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Onderzoeken

Tussen 1 januari en 31 december 2014 hebben onze MBB’ers 225.506 onderzoeken uitgevoerd (tabel

2.2). In 2012 zijn er in diezelfde periode 225.692 onderzoeken uitgevoerd. Een kleine daling van 186

onderzoeken. Procentueel gezien is dat een daling van 0,08 procent.

De target voor het aantal uit te voeren onderzoeken in 2014 was 226.935. Hier zijn we net onder gebleven:

het verschil met de target is 1.429 onderzoeken. In 2014 kampte de organisatie met een langdurig

ziekteverzuim onder de MBB’ers. Daarnaast deden zich in het laatste kwartaal een aantal technische

storingen aan de mammografen voor.

Tabel 2.2 | Aantal borstonderzoeken en aantal uitnodigingen 2011- 2014

2011 2012 2013 2014

Aantal borstonderzoeken 250.250 225.692 230.510 225.506

Onze doelgroep neemt deel aan het onderzoek op basis van een uitnodiging. Zoals reeds vermeld zijn er

in 2014 299.086 uitnodigingen verstuurd. Op basis van die verstuurde uitnodigingen zijn 225.214

onderzoeken uitgevoerd.

Het verschil tussen aantal uitgevoerde onderzoeken, ongeacht de datum uitnodiging, en het aantal

onderzoeken gebaseerd op een uitnodiging voor 2014 is zeer klein: 292 onderzoeken. Naar aanleiding

van de verstuurde uitnodigingen (299.086) hebben 225.506 cliënten een borstonderzoek gehad. Dat het

uiteindelijke aantal onderzoeken lager is (225.214), komt doordat de organisatie geen strikte kalenderjaren

hanteert bij het versturen van de uitnodigingen. Het verschil van 292 onderzoeken komt doordat een

aantal cliënten dat in 2013 was uitgenodigd, pas in 2014 naar het onderzoekscentrum is gekomen. Het

opkomstpercentage berekenen we door het aantal verstuurde uitnodigingen van het verslagjaar 2014 te

delen door het aantal cliënten dat in kalenderjaar 2014 naar aanleiding van de uitnodiging mammografieën

heeft laten maken.

Opkomst

Het opkomstpercentage in 2014 is 75,3 procent (tabel 2.3). In 2012 was de opkomst 76,1 procent. De

opkomst is dus, in lijn met de trend van afgelopen jaren, opnieuw gedaald. Het opkomstpercentage in de

leeftijd 50-54 jaar is 71,4 procent – 3,9 procent onder de gemiddelde opkomst.

Tabel 2.3 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker 2014*, naar leeftijd

Leeftijd Uitgenodigd Onderzoeken Opkomst

Eerste ronde <50-51 32.131 22.191 69,1%

Vervolgronde 52-54 42.016 30.944 73,7%

55-59 63.335 48.392 76,4%

60-64 57.275 44.472 77,6%

65-69 56.549 44.055 77,9%

70-74 39.829 29.636 74,3%

>74 7.951 5.524 71,4%

Totaal 299.086 225.214 75,3%

* Peildatum 1 mei 2014

Page 27: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

27

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Als cliënten geen gehoor geven aan de eerste uitnodiging ,wordt een herinneringsuitnodiging verstuurd. In

tabel 2.4 is te zien dat er met name bij de eerste ronde cliënten nog een behoorlijke groep gehoor geeft

aan deze herinnering (33 procent).

In totaal wordt met de herinneringsuitnodiging een extra opkomst van ruim 3 procent gerealiseerd (tabel

2.5).

Tabel 2.4 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker 2014*, naar eerste uitnodigings-/herinneringsuitnodiging

Eerste uitnodiging Waarvan aantal herinneringen

Leeftijd Uitgenodigd Onderzocht Opkomst

%

Uitgenodigd Onderzocht Opkomst

%

Eerste

ronde

<50-51 32.131 18.112 56,6% 12.081 4.079 33,3%

Vervolg-

ronde

52-54 42.016 29.493 70,2% 9.319 1.451 15,5%

55-59 63.335 46.717 73,8% 11.821 1.675 14,1%

60-64 57.275 43.188 75,4% 9.426 1.284 13,6%

65-69 56.549 43.054 76,1% 8.452 1.001 11,9%

70-74 39.829 29.019 72,7% 6.406 617 9,6%

>74 7.951 5.409 69,6% 1.477 115 9,8%

Totaal 299.086 214.992 71,9% 58.982 10.222 17,3%

* Peildatum 1 mei 2014

Tabel 2.5 | Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker na eerste uitnodiging 2012-2014

Aantal

uitnodigingen

Onderzoek na 1e

uitnodiging

Opkomst-

percentage

Totaal

onderzoeken

Opkomst-

percentage

2012 296.852 216.248 72,8% 226.005 76,1%

2014 299.086 214.992 71,8% 225.214 75,3%

* Peildatum 1 mei 2014

In de stedelijke gebieden zien we nog steeds een achterblijvend opkomstpercentage in vergelijking met de

periferie (fig. 2.2, op de volgende pagina). De gemeenten in de witte gedeelten worden volgend jaar weer

uitgenodigd.

Het opkomstpercentage van Rotterdam en Den Haag ligt gemiddeld tussen 65-70 procent; echter

stadsdelen met een lage sociaaleconomische status laten een opkomst tussen 55-65 procent zien.

Eveneens is opvallend dat de opkomst van de gemeente Sluis achterblijft met die van de gemeenten

Terneuzen en Hulst (Zeeuws-Vlaanderen). Het is aannemelijk dat de cliënten in Sluis het borstonderzoek

door een privékliniek in België laten verrichten.

Page 28: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

28

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Figuur 2.2 | Opkomstpercentage Zuid-West Nederland 2014

Screeningsresultaten

Het totaal aantal onderzochte vrouwen in 2014 is 225.214 (tabel 2.6 op de volgende pagina). Van hen zijn

5.325 vrouwen verwezen voor nadere diagnostiek. Daarmee is het verwijzingspercentage 2,4 procent. In

2012 was dit 2,5 procent.

Page 29: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

29

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Tabel 2.6 | Verwijzingspercentage en detectiecijfer bevolkingsonderzoek borstkanker

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de detectie van het aantal in situ carcinomen in de eerste ronde

toeneemt. Dit geldt ook voor de tumoren kleiner dan 2 centimeter en zonder uitzaaiingen. Het aantal

carcinomen in een vergevorderd stadium, neemt af met 10,3 procent. Dat is een gunstige ontwikkeling,

aangezien het doel van het bevolkingsonderzoek is om de tumoren in een zo vroeg mogelijk stadium te

ontdekken. De stadiumverdeling voor wat betreft de vervolgronden is nagenoeg ongewijzigd t.o.v. vorige

jaren en conform de landelijke gemiddelden.

In vergelijking met 2012 zijn in 2014 minder vrouwen verwezen en juist meer borstcarcinomen gevonden –

een verbetering van de detectie. Dit is een gunstige ontwikkeling. Hierdoor stijgt de positief voorspellende

waarde en daalt dus het aantal fout-positieven (cliënten die na onderzoek in het ziekenhuis geen

borstkanker bleken te hebben).

Figuur 2.3 | Aantal verwijzingen per leeftijd 2014

Het gemiddeld verwijspercentage is 2,4 procent. In figuur 2.3 is te zien dat het overgrote deel van de

vrouwen die voor het eerst meedoen, namelijk in de leeftijdsgroep 50-54 jarigen zit. Het verwijspercentage

621

1.452

817 830

947

662

26

<50 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 >74

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

Aantal verwijsadviezen

Eerste ronde Vervolgronde Totaal

2014 2012 2014 2012 2014

Aantal onderzoeken 25.948 24.792 199.558 200.900 225.506

Verwezen 1.412 1.612 3.943 4.135 5.355

Verwijzingspercentage 5,4% 6,5% 2,0% 2,1% 2,4%

Diagnose borstkanker* 180 179 1.302 1.249 1.482

Detectiecijfer* 6,9 7,2 6,5 6,2 6,6

Stadiumverdeling gevonden borstkankers**

In situ carcinoom 30,3% 25,7% 20,0% 20,0% 21,1%

Tumor <2 cm én lymfklieren schoon 34,8% 29,1% 51,4% 50,5% 49,5%

Overige stadia 34,8% 45,1% 28,7% 29,4% 29,4%

* Peildatum 31 mei 2015; gebaseerd op 98,5% follow-up

** Gegevens van 2014 gebaseerd op 93,3% follow-up waarvan stadium bekend

Page 30: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

30

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

van deze groep is 6,5 procent. Bij de opkomst zien we dat juist die leeftijdscategorie een laag

opkomstpercentage heeft. Dit wordt grotendeels verklaard door het zogeheten ‘eerste ronde-effect’ dat bij

alle screeningsprogramma’s zichtbaar is omdat deze groep nog niet eerder is onderzocht. Hier is dus nog

meer gezondheidswinst te behalen.

2.2 Resultaten screening baarmoederhalskanker

Uitnodigingen

Ieder jaar ontvangen alle vrouwen die in dat jaar de leeftijd van 30, 35, 40, 45, 50, 55 of 60 bereiken een

uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De uitnodigingen worden verstuurd

door bevolkingsonderzoek Zuid-West of door de huisarts van de vrouw.

Opkomst

Tabel 2.7 geeft een overzicht van de opkomstcijfers (deelnamepercentage) per geboortejaar. Ten opzichte

van 2013 is het totaal aantal uitnodigingen iets toegenomen, van 180.312 naar 183.411. De vrouwen die

zich definitief hebben afgemeld voor het bevolkingsonderzoek worden niet meer uitgenodigd. In

onderstaande tabel is te zien dat de opkomst onder jonge vrouwen het laagst is. In tabel 2.8 en figuur 2.4

worden de opkomstcijfers gepresenteerd per geboortejaar en uitnodigende instantie. De hoogste opkomst

is te zien bij vrouwen die door de huisarts werden uitgenodigd (67 procent). Het overall gemiddelde is 59,8

procent.

Tabel 2.7 | Opkomst 2014*, naar geboortejaar

Geboortejaar Uitnodigingen Uitstrijkjes Opkomst %

1954 21.953 13.558 61,8

1959 25.610 16.438 64,2

1964 28.981 19.233 66,4

1969 30.266 19.143 63,2

1974 25.551 14.882 58,2

1979 24.791 13.518 54,5

1984 26.259 12.891 49,1

Totaal 183.411 109.663 59,8

* Peildatum 21 april 2015

Tabel 2.8 | Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2014*, per geboortejaar en uitnodigende instantie

Huisarts Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Geboortejaar

Aantal

uitnodigingen Uitslag Opkomst %

Aantal

uitnodigingen Uitslag Opkomst %

1954 9.531 6.402 67,2 12.422 7.156 57,6

1959 10.988 7.622 69,4 14.622 8.816 60,3

1964 12.426 8.951 72,0 16.555 10.282 62,1

1969 12.585 8.840 70,2 17.681 10.303 58,3

1974 10.383 6.783 65,3 15.168 8.099 53,4

1979 9.657 5.989 62,0 15.134 7.529 49,7

1984 9.624 5.569 57,9 16.635 7.322 44,0

Totaal 75.194 50.156 66,7 108.217 59.507 55,0

* Peildatum 21 april 2015

Page 31: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

31

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Figuur 2.4 | Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per geboortejaar en uitnodigende instantie

Uitstrijkjes van de 2014-cohorten die na 1 april 2015 werden ingezonden, zijn niet meer in dit jaarverslag

verwerkt. De opkomst loopt overigens nog verder door in de jaren volgend op het feitelijke

uitnodigingsjaar. Door dit na-ijleffect van 2013 zal de uiteindelijke deelname aan het bevolkingsonderzoek

hoger zijn. Het na-ijleffect van 2013 is in tabel 2.9 verwerkt. Het grootste na-ijleffect is te zien bij de jongste

doelgroepen, 30- en 35-jarigen.

Tabel 2.9 | Definitieve opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2013 en 2012*

2013

2012

Geboortejaar Voorlopige

opkomst

Definitieve

opkomst

Geboortejaar Definitieve

opkomst

1953 64,3% 66,5% 1952 66,7%

1958 65,1% 68,1% 1957 68,2%

1963 65,0% 67,8% 1962 68,4%

1968 65,2% 67,7% 1967 67,6%

1973 61,9% 64,9% 1972 65,1%

1978 57,2% 62,1% 1977 62,0%

1983 50,3% 55,8% 1982 56,8%

Totaal 61,3% 64,8% Totaal 65,0%

* Peildatum: uitnodigingsjaar + 15 maanden

Voor de jongste cohorten kan zwangerschap een reden zijn om later deel te nemen (tabel 2.10, tabel 2.11

en fig. 2.5). Opvallend is dat het percentage afmeldingen in 2014 met afmeldreden baarmoeder

verwijderd is afgenomen t.o.v. 2013 (8,1 procent t.o.v. 10,6 procent). Met name de geboortejaren 1954

en 1964 laten een sterke daling zien. Verder wordt het relatief hoge aantal afmeldingen i.v.m.

zwangerschap in de geboortecohorten 1954 en 1959 waarschijnlijk veroorzaakt door het foutief invullen

van het afmeldformulier.

1954 1959 1964 1969 1974 1979 1984

Huisarts 67,2 69,4 72,0 70,2 65,3 62,0 57,9

BVO Zuid-West 57,6 60,3 62,1 58,3 53,4 49,7 44,0

Totaal 61,8 64,2 66,4 63,2 58,2 54,5 49,1

40,0

45,0

50,0

55,0

60,0

65,0

70,0

75,0

Op

ko

mstp

erc

en

tag

e

Page 32: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

32

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

11%

29%

26%

7%

27%

baarmoederverwijdering

zwangerschap

recente uitstrijk

nooit meer uitnodigen

overig

Tabel 2.10 | Afmeldreden* ‘zwangerschap’ en ‘baarmoederverwijdering’ naar geboortejaar

Antwoordredenen

Geboortejaar Totaal Zwanger %

Baarmoeder-

verwijdering %

1954 2.063 3 0,1 193 9,4

1959 1.979 4 0,2 405 20,5

1964 2.042 1 0,0 193 9,5

1969 1.674 27 1,6 358 21,4

1974 1.608 372 23,1 126 7,8

1979 2.814 1.705 60,6 37 1,3

1984 4.077 2.650 65,0 10 0,2

Totaal 16.257 4.762 29,3 1.322 8,1

* Zoals gemeld door de cliënt

Tabel 2.11 | Afmeldredenen* passieve participatie

Aantal

% t.o.v.

antwoord

redenen

% t.o.v.

uitgenodigde

vrouwen

Baarmoederverwijdering 1.722 10,6 0,9

Zwangerschap 4.762 29,3 2,6

Recente uitstrijk (< 1 jaar) 4.222 26,0 2,3

Definitieve afmelding 1.096 6,7 0,6

Overig 4.455 27,4 2,4

Totaal 16.257 100,0 8,9

* Zoals gemeld door de cliënt

Figuur 2.5 | Passieve participatie: antwoordredenen 2014

Page 33: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

33

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

2009 2010 2011 2012 2013 2014

Pe

rce

nta

ge

Uitnodigingsjaar

Opkomst uitnodigingsjaar + 3 maanden

Opkomst uitnodigingsjaar + 15 maanden Verwachte opkomst t/m maart 2016

Zoals in de lijn van de verwachtingen ligt, geven vooral jonge vrouwen aan niet aan het

bevolkingsonderzoek deel te nemen wegens zwangerschap, en oudere vrouwen omdat zij een

baarmoederverwijdering hebben ondergaan (tabel 2.10). Wanneer een vrouw aangeeft dat haar

baarmoederhals is verwijderd, betreft het een ‘definitieve afmelding’. Dit wil zeggen dat bij de volgende

ronde geen uitnodiging meer wordt verzonden. In het geval van zwangerschap wordt zes maanden na de

vermoedelijke bevallingsdatum opnieuw een uitnodiging verstuurd en is, bij deelname, in feite sprake van

uitgestelde participatie. Bijna alle andere afmeldredenen vallen in de categorie ‘tijdelijk’. Dit betekent dat

de afmelding geldt voor één ronde. Bij een volgende ronde wordt wederom een uitnodiging verstuurd. In

de evaluatie telt de vrouw één keer - dit wil zeggen dat als een uitgestelde uitnodiging tot participatie

leidde, de vrouw werd meegeteld bij de ‘participatie’ en niet bij de ‘passieve participatie’. Wanneer een

vrouw niet deelneemt, maar wel de antwoordkaart terugstuurt, wordt gesproken van ‘passieve participatie’.

In tabel 2.11 worden deze percentages weergegeven ten opzichte van de uitgenodigde vrouwen.

Figuur 2.6 geeft het verloop weer van de actieve participatie over de jaren 2009 t/m 2014. Na een aantal

jaren van dalende opkomstcijfers was in 2013 de opkomst gestegen, bijna tot het niveau van 2009. In

2014 zien we dat de opkomst weer afneemt. De waarschijnlijk belangrijkste reden hiervoor is het hanteren

van een landelijk vastgesteld uitnodigingsschema. In dit schema werden de uitnodigingen over het gehele

jaar verspreid. De afgelopen jaren hebben we duidelijk kunnen zien dat er nog een aanzienlijke toename

in de opkomst is naarmate de peildatum verder in de toekomst ligt. Het uitnodigingsschema kwam redelijk

overeen met het uitnodigingsschema van 2012. Hierdoor verwachten we dat de uiteindelijke opkomst

‘uitnodigingsjaar + 15 maanden’ rond de 65 procent zal uitkomen. Dit is conform de opkomst van de

afgelopen jaren.

Figuur 2.6 | Verloop van de opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2009-2014

Page 34: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

34

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Figuur 2.7 | Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2014 in regio Zuid-West

In figuur 2.7 is de opkomst weergegeven per gemeente. Duidelijk is te zien dat in de sterk stedelijke

gebieden de opkomst het laagst is.

Screeningsresultaten

Het doel van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is uiteraard het vroegtijdig ontdekken van

afwijkingen van de baarmoederhals. Het gemaakte uitstrijkje wordt beoordeeld in een laboratorium. De

resultaten hiervan worden onder andere geregistreerd in het CIS. In figuur 2.8 worden de percentages

gegeven van de adviezen die op basis van de resultaten zijn gegeven.

Page 35: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

35

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Figuur 2.8 | Resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2014

Cytoscores

Bevolkingsonderzoek Zuid-West beschikt voor dit jaarverslag over 109.663 cytologische uitslagen van de

geboortejaarcohorten 1954, 1959, 1964, 1969, 1974, 1979 en 1984. Van deze uitstrijkjes zijn zowel Pap-

klassen als KOPAC-codes bekend. In dit verslag worden de cytologische resultaten in beide

coderingsvormen getoond. In tabel 2.12 is de vertaling van de Pap-classificatie naar de KOPAC-codering

weergegeven. Aangezien het grootste deel van de afwijkingen in de KOPAC in de P- en de C-kolom

vallen, concentreert de analyse zich geheel op de P en de C en worden de K, de O en de A hier buiten

beschouwing gelaten.

In dit hoofdstuk wordt gesproken van cytoscores; daarbij worden negatieve, grijze en positieve cytoscores

onderscheiden. De afgrenzing van deze drie gebieden is ook in tabel 2.12 gepresenteerd. In de

voorgaande verslagen werden de cytoscores altijd uitgedrukt in Pap-klassen en daarom wordt in de

figuren het verloop van de cytoscores in deze classificatie getoond.

Tabel 2.12 | Vertaling van Pap-classificering naar KOPAC-codering en afgrenzing cytoscores

Pap-klasse KOPAC, P en C Cytoscore

Pap 0 P0, C0

Pap 1 P1, C1

Pap 2 P2, P3, C3 Negatieve cytoscore Cytologisch negatief (inclusief P2, P3 en C3)

Pap 3A P4, P5, C4, C5 Grijze cytoscore

KOPAC-code P4 en P5

(= lichte en matige dysplasie)

Pap 3B P6, C6

Positieve cytoscore KOPAC-code > P6 (> sterke dysplasie) Pap 4 P7, C7

Pap 5 P8, P9, C9

Onbeoordeelbare uitstrijkjes Pap 0

Soms kan geen cytologische diagnose op het uitstrijkje worden gegeven; dit zijn de Pap 0-uitslagen. Een

van de redenen hiervoor kan zijn dat er geen of te weinig endocervicale cilindercellen aanwezig zijn in de

uitstrijk. Als in dat geval op het laboratoriumformulier bij ‘Aspect cervix’ wordt aangegeven, ‘Aspect niet

gezien’, ‘abnormale portio’ of niets, dan moet het uitstrijkje opnieuw worden afgenomen. In figuur 2.9 zijn

de Pap 0-scores gestratificeerd naar geboortecohort weergegeven. Na een daling van de afgelopen twee

Page 36: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

36

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

24

26

1954 1959 1964 1969 1974 1979 1984

pro

mil

lag

e t

.o.v

. h

et

aa

nta

l u

its

lag

en

geboortejaar Pap 3A

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

1954 1959 1964 1969 1974 1979 1984

pro

mil

lag

es

geboortejaar Pap 0

jaar is in 2014 een stabilisatie te zien van het aantal PAP 0-scores. In 2012 was de score 12,7‰ en in

2013 gedaald naar 11,3‰. In 2014 zien we een score van 11,2‰.

Figuur 2.9 | Cytoscores van Pap 0-klasse gestratificeerd naar geboortejaar

Figuur 2.10 | Cytoscores 2014 gestratificeerd naar geboortejaar

Natraject: de histoscores 2013

Vanwege de doorlooptijd van het verkrijgen van de follow-upgegevens en de doorlooptijd van het

behandel-/surveillancetraject, zijn de follow-upgegevens van het jaar 2014 nog niet volledig. Daarom

richten we ons voor het natraject op het voorgaande jaar: 2013. Vrouwen kunnen in het natraject

terechtkomen wanneer het advies luidt: ‘verwijzen naar de gynaecoloog’. Wanneer de gynaecoloog, op

geleide van een colposcopisch onderzoek, besluit een biopt te nemen, volgt een uitslag van een

histologisch onderzoek.

Page 37: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

37

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Histoscores: definities

De histoscores (positieve histologische bevindingen) worden, analoog aan de cytoscores, berekend over

1.000 onderzochte vrouwen, het zijn dus promillages. De histologische onderzoeken worden ingedeeld in

een terminologie waarin zowel de plaveiselcelafwijkingen (in de CIN-terminologie) als de afwijkingen van

het cylinderepitheel van de endocervix (de adeno’s) worden uitgedrukt. Incidenteel kan er een

adenocarcinoom van het endometrium worden vastgesteld. In totaal zijn er zes verschillende histologische

diagnoses van (pre)carcinoom (tabel 2.13 en 2.14).

Tabel 2.13 | Definities (pre)carcinoom van de cervix

Plaveisel

Cylinder

(endocervix)

CIN I

(lichte dysplasie)

CIN II

(matige dysplasie)

CIN III

(ernstige dysplasie)

adenocarcinoma

in situ

(Micro)invasief

plaveiselcarcinoom adenocarcinoma

Tabel 2.14 | Afgrenzing van de histoscores

Histoscore Afgrenzing

Negatieve histoscore histologisch negatief

Grijze histoscore CIN I en CIN II

Positieve histoscore > CIN III

Histologische follow-up van de direct naar de gynaecoloog verwezen vrouwen

Dit verslag concentreert zich in de eerste plaats op die vrouwen die op basis van een uitstrijkje in het kader

van het bevolkingsonderzoek met een cytologische diagnose KOPAC > P5 en > C5 direct naar de

gynaecoloog werden verwezen (Pap 3B of hoger). In het ziekenhuis wordt een vervolgdiagnose gesteld door

de patholoog die het biopt beoordeelt dat door de gynaecoloog is afgenomen op geleide van de

colposcopie. In tabel 2.15 zijn de histologische uitslagen van de verwezen vrouwen per laboratorium

uitgesplitst. De kleinere laboratoria zijn onder het hoofdje ‘overig’ samengebracht.

Tabel 2.15 | Histologische diagnoses 2013, vrouwen die naar ziekenhuis zijn verwezen wegens een cytologische

diagnose > P5 en > C5 (> matige dysplasie), uitgesplitst naar laboratorium

Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Lab8 Overig Totaal

Geen follow-up bekend 1 6 1 0 2 1 4 3 0 18

Cytologie negatief 1 4 0 1 0 1 2 1 0 10

Histologie negatief 3 22 3 1 3 3 3 3 1 52

Cytologie positief 2 18 3 0 3 2 1 2 1 32

CIN I 8 20 3 0 6 2 9 4 0 85

CIN II 10 33 5 1 16 6 5 7 2 201

> CIN III 58 128 77 25 91 30 44 17 3 473

CIN III 53 118 72 23 84 29 43 16 3 441

Adeno-c.i.s. 2 3 3 1 0 0 0 0 0 9

(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 1 4 2 1 3 1 1 1 0 14

Endocervixcarcinoom

Endometriumcarcinoom 1 3 0 0 4 0 0 0 0 8

Totaal uitslag > P5 en > C5 96 258 125 38 162 61 78 47 6 871

Page 38: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

38

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

In totaal zijn 871 vrouwen doorgestuurd naar de gynaecoloog, vanwege een KOPAC > P5 en/of > C5. Van

18 van de 871 direct verwezen vrouwen was geen follow-up bekend (2,1 procent). Dit kan verschillende

oorzaken hebben, zoals verhuizing buiten de regio of Nederland, comorbiditeit (aanwezigheid van een

andere - ernstige - ziekte) of overlijden. In een aantal gevallen is het echter niet duidelijk waarom follow-

upgegevens ontbreken.

Van 853 direct verwezen vrouwen was vervolgdiagnose wel bekend. Bij 473 van de verwezen vrouwen werd

bij het vervolgonderzoek een afwijking van CIN III of hoger (carcinoom) gevonden, hetgeen in principe een

vervolgbehandeling noodzakelijk maakt. In 286 gevallen werd na vervolgonderzoek een lichtere afwijking

(CIN I/II) geconstateerd. Bij de overige vrouwen gaf de histologie geen afwijking te zien of was er helemaal

geen histologie bekend.

De histoscore > CIN III was 3,7 in 2013 (tabel 2.16). Dit is iets lager van in 2012 (4,2). De histoscore voor

endocervixcarcinoom is 0,062. Dit promillage is bijna verviervoudigd ten opzichte van 2012. Hierbij moet wel

worden opgemerkt dat het om zeer kleine aantallen gaat (2 in 2012 en 8 in 2013). De adenocarcinoma in

situ (0,070) is vrijwel gelijk gebleven aan 2012.

Tabel 2.16 | Histoscores 2013, vrouwen die naar ziekenhuis zijn verwezen wegens een cytologische diagnose

> P5 en > C5 (> matige dysplasie) per 1.000, uitgesplitst naar laboratorium

Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Lab8 Overig Totaal

Geen follow-up bekend 0,072 0,175 0,054 0,000 0,075 0,117 0,347 0,643 0,000 0,140

Cytologie negatief 0,072 0,117 0,000 0,155 0,000 0,117 0,173 0,214 0,000 0,078

Histologie negatief 0,572 0,584 0,162 0,000 0,224 0,234 0,780 0,857 0,000 0,405

Cytologie positief 0,143 0,526 0,162 0,000 0,112 0,234 0,087 0,429 0,273 0,249

CIN I 0,715 0,964 0,270 0,155 0,596 0,702 0,433 1,501 0,547 0,662

CIN II 1,144 1,431 1,944 1,703 1,640 2,222 1,126 2,787 0,000 1,565

> CIN III 4,149 3,739 4,159 3,869 3,392 3,509 3,812 3,644 0,820 3,683

CIN III 3,791 3,447 3,889 3,560 3,131 3,392 3,726 3,430 0,820 3,434

Adeno-c.i.s. 0,143 0,088 0,162 0,155 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,070

(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0,072 0,117 0,108 0,155 0,112 0,117 0,087 0,214 0,000 0,109

Endocervixcarcinoom 0,072 0,088 0,000 0,000 0,149 0,000 0,000 0,000 0,000 0,062

Endometriumcarcinoom 0,072 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,008

Totaal cytoscore > P5 en > C5 6,867 7,537 6,751 5,881 6,038 7,135 6,758 10,075 1,640 6,782

Verdeling van de histoscores van de direct verwezen vrouwen

Van de vrouwen met een cytologische diagnose KOPAC > P5 en > C5, die daarmee direct naar de

gynaecoloog zijn verwezen, kunnen de histologische diagnoses worden verdeeld in cytologie negatief,

cytologie positief, CIN I, CIN II, en > CIN III. Uit deze gegevens is figuur 2.11 gegenereerd. Er is duidelijke

een toename te zien van het percentage CIN III (71 procent in 2013 t.o.v. 57 procent in 2012). Daarnaast

zien we wel een afname van CIN I, CIN II en is een percentage follow-up onbekend. Het percentage follow-

up dat niet bekend is, is 2,7 procent in 2013 t.o.v. 5,0 procent in 2012.

Page 39: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

39

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Figuur 2.11 | Verdeling histoscores 2012 en 2013, van vrouwen met ≥ P5 en ≥ C5

2012 2013

Histoscores van de indirect verwezen vrouwen

Vrouwen met een P4-uitslag (lichte dysplasie, Pap 3A) worden doorverwezen naar de gynaecoloog wanneer

de diagnose van de herhalingsuitstrijk wederom P4 is. Dit is dus via een indirecte route. Niet alle vrouwen

met een P4 worden doorgestuurd: wanneer de herhalingsuitstrijk geen afwijkingen meer vertoont, hoeven

deze vrouwen niet nader te worden onderzocht.

In 2013 werden 922 vrouwen, via de indirecte route doorverwezen naar de gynaecoloog (tabel 2.17). Van 73

vrouwen (7,9 procent) is geen follow-up bekend. Bij 544 vrouwen werd in de tweede lijn geen biopt

genomen, maar werd alleen een vervolguitstrijk gemaakt. Hieruit kwamen 268 met negatieve bevindingen

en 276 met afwijkende cytologie. Van de overige vrouwen heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West de

beschikking over de histologische diagnose: er werd bij 40 vrouwen een CIN III gevonden en bij 1 vrouw een

carcinoom. De histoscores worden vermeld in tabel 2.18.

Tabel 2.17 | Histologische diagnoses 2013, vrouwen met een cytologische diagnose P4 (lichte dysplasie), die na

een herhalingsuitstrijk naar het ziekenhuis verwezen zijn

Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Lab8 Overig Totaal

Geen follow-up bekend 16 23 13 4 6 2 2 7 0 73

Cytologie negatief 23 147 23 6 34 8 16 9 2 268

Histologie negatief 12 15 3 2 8 1 14 8 1 64

Cytologie positief 22 167 32 5 22 9 6 12 1 276

CIN I 25 25 11 6 24 9 21 7 0 128

CIN II 9 7 7 7 15 8 12 6 1 72

> CIN III 8 1 6 5 10 3 5 3 0 41

CIN III 8 1 6 4 10 3 5 3 0 40

Adeno-c.i.s. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Endocervixcarcinoom 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1

Endometriumcarcinoom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Totaal uitslag P4 115 385 95 35 119 40 76 52 5 922

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

70,0%

80,0%

Page 40: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

40

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Tabel 2.18| Histoscores 2013, vrouwen die naar het ziekenhuis verwezen zijn wegens een cytologische diagnose

P4 (lichte dysplasie) per 1.000

Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Lab8 Overig Totaal

Geen follow-up bekend 1,144 0,672 0,702 0,619 0,224 0,234 0,173 1,501 0,000 0,568

Cytologie negatief 1,645 4,294 1,242 0,929 1,267 0,936 1,386 1,929 0,547 2,087

Histologie negatief 0,858 0,438 0,162 0,310 0,298 0,117 1,213 1,715 0,273 0,498

Cytologie positief 1,574 4,879 1,728 0,774 0,820 1,053 0,520 2,572 0,273 2,149

CIN I 1,788 0,730 0,594 0,929 0,895 1,053 1,819 1,501 0,000 0,997

CIN II 0,644 0,204 0,378 1,083 0,559 0,936 1,040 1,286 0,273 0,561

> CIN III 0,572 0,029 0,324 0,774 0,373 0,351 0,433 0,643 0,000 0,319

CIN III 0,572 0,029 0,324 0,619 0,373 0,351 0,433 0,643 0,000 0,311

Adeno-c.i.s. 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000

(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000

Endocervixcarcinoom 0,000 0,000 0,000 0,155 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,008

Endometriumcarcinoom 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000

Cytoscore P4 8,226 11,247 5,131 5,417 4,436 4,679 6,585 11,147 1,367 7,179

Tenslotte worden de histoscores van de vrouwen met een cytologische diagnose P2-3, A3 en C3 (Pap 2)

gepresenteerd (tabel 2.19). Niet alle vrouwen worden doorgestuurd: wanneer de herhalingsuitstrijk geen

afwijkingen vertoont, hoeven deze vrouwen niet nader te worden onderzocht. In 2013 is 3.799 vrouwen

geadviseerd een herhalingsuitstrijk te laten verrichten naar aanleiding van een Pap 2-uitslag - 457 vrouwen

hebben hieraan geen gehoor gegeven en 3.342 vrouwen hebben wel een herhalingsuitstrijkje gehad. Van

deze groep vrouwen ontvingen 705 een positieve cytologische uitslag. 254 vrouwen hebben daarna een

colposcopisch biopt laten verrichten. Van hen bleken uiteindelijk 5 vrouwen een carcinoom te hebben. Tabel

2.20 geeft deze histoscores weer.

Tabel 2.19 | Histologische diagnoses 2013, vrouwen met een cytologische diagnose P2-3, A3 en C3 (Pap 2), die na

een herhalingsuitstrijk naar het ziekenhuis verwezen zijn

Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Lab8 Overig Totaal

Geen follow-up bekend 115 129 62 7 76 11 27 28 2 457

Cytologie negatief 141 955 286 78 360 56 257 105 10 2248

Histologie negatief 21 8 18 4 34 2 30 13 0 130

Cytologie positief 60 289 113 28 109 29 53 18 6 705

CIN I 19 7 17 6 45 17 26 13 0 150

CIN II 10 0 8 1 29 4 9 2 0 63

> CIN III 11 2 7 2 13 1 9 1 0 46

CIN III 10 1 7 2 12 1 7 1 0 41

Adeno-c.i.s. 0 1 0 0 0 0 2 0 0 3

(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1

Endocervixcarcinoom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Endometriumcarcinoom 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1

Totaal Pap 2 (uitslag P2-3, A3 en C3) 377 1.390 511 126 666 120 411 180 18 3.799

Page 41: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

41

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

In tabel 2.20 zien we een promillage van 29,6 bij het aantal cliënten dat verwezen is na een

herhalingsuitstrijk. Dit is meer dan in 2012 (27,4). In 2013 zien we een daling ten opzichte van 2012 in de

groep ‘follow-up onbekend’ (12,0 procent vs. 19,4 procent). Hieruit is af te leiden dat bij een Pap 2-uitslag de

compliance om gehoor te geven aan het vervolgonderzoek duidelijk hoger is. Het aantal gevonden carci-

nomen is gedaald; in 2013 zijn er 5 gevonden in 2012 is dit aantal 8. We zien wel een grote toename in het

aantal CIN I, CIN II en CIN III, waarbij de CIN I de grootste stijging laat zien, 1,17 in 2013 t.o.v. 0,69 in 2012.

Tabel 2.20 | Histoscores 2013, vrouwen die naar het ziekenhuis verwezen zijn wegens een cytologische diagnose

P2-3, A3 en C3 (Pap 2) per 1.000

Lab1 Lab2 Lab3 Lab4 Lab5 Lab6 Lab7 Lab8 Overig Totaal

Geen follow-up bekend 8,226 3,769 3,348 1,083 2,833 1,287 2,339 6,002 0,547 3,558

Cytologie negatief 10,086 27,900 15,446 12,072 13,419 6,550 22,267 22,508 2,734 17,504

Histologie negatief 1,502 0,234 0,972 0,619 1,267 0,234 2,599 2,787 0,000 1,012

Cytologie positief 4,292 8,443 6,103 4,334 4,063 3,392 4,592 3,859 1,640 5,489

CIN I 1,359 0,204 0,918 0,929 1,677 1,989 2,253 2,787 0,000 1,168

CIN II 0,715 0,000 0,432 0,155 1,081 0,468 0,780 0,429 0,000 0,491

> CIN III 0,787 0,058 0,378 0,310 0,485 0,117 0,780 0,214 0,000 0,358

CIN III 0,715 0,029 0,378 0,310 0,447 0,117 0,606 0,214 0,000 0,319

Adeno-c.i.s. 0,000 0,029 0,000 0,000 0,000 0,000 0,173 0,000 0,000 0,023

(Micro)invasief plaveiselcarcinoom 0,000 0,000 0,000 0,000 0,037 0,000 0,000 0,000 0,000 0,008

Endocervixcarcinoom 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000

Endometriumcarcinoom 0,072 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,008

Cytoscore (P2-3, A3 en C3) 26,967 40,608 27,598 19,502 24,825 14,037 35,609 38,585 4,921 29,581

Uiteindelijke histoscores

De ‘uiteindelijke histoscores’ zijn te berekenen uit de som van de scores die resulteren uit de direct

verwezen vrouwen en die van de indirecte route. In figuur 2.12 zijn de histoscores van respectievelijk CIN I,

CIN II en CIN III weergegeven. De histoscore voor CIN III is 4,064. Dit figuur laat ook weer duidelijk zien dat

er een sterke toename is in het aantal CIN I-uitslagen via de indirecte route. Duidelijk te zien is dat de

bijdrage van de indirecte route op de uiteindelijke histoscore sterk afhankelijk is van de ernst van de

afwijking: groot voor CIN I, klein voor CIN III.

Figuur 2.12 | Indirecte (KOPAC P4) en directe (KOPAC 5) route naar CIN I, CIN II en CIN III in 2013

Page 42: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

42

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

2.3 Resultaten proef-bevolkingsonderzoek darmkanker

In 2006 is het proef-bevolkingsonderzoek darmkanker in de regio Groot Rijnmond van start gegaan onder

mannen en vrouwen van 50-74 jaar. Dit had als doel gegevens te verzamelen voor de eventuele

implementatie van een landelijk bevolkingsonderzoek naar darmkanker.

In 2008 is op basis van de voorlopige resultaten besloten een vervolg te geven aan het onderzoek. Voor

deze tweede screeningsronde werd hetzelfde cohort aangeschreven. Inmiddels is ook de derde ronde

afgerond, waarbij het cohort is aangevuld met mensen in de leeftijd van 50 tot 51 jaar. Ten tijde van de

afronding van de derde ronde is gestart met de implementatie van een landelijk bevolkingsonderzoek naar

darmkanker in Nederland.

Vierde ronde

In het belang van het landelijke bevolkingsonderzoek, en de waardevolle gegevens die het

proefbevolkingsonderzoek daaraan levert, heeft minister Schippers in november 2013 toestemming gegeven

voor een vierde ronde van het proef-bevolkingsonderzoek. Om het aantal deelnemers te kunnen vergroten,

is deze vierde ronde een samenwerkingsverband gelegd tussen het Erasmus MC, het Academisch Medisch

Centrum (AMC) te Amsterdam, Bevolkingsonderzoek Midden-West en Bevolkingsonderzoek Zuid-West.

In eerdere rondes van het proef-bevolkingsonderzoek is gebruik gemaakt van een immunochemische

fecale occult bloedtest (iFOBT, i.e. FIT), respectievelijk de OC-sensor (Eiken, Japan). In het landelijk

bevolkingsonderzoek wordt gebruikgemaakt van een andere FIT, te weten de FOBT-Gold (Sentinel, Italy).

Om deze reden worden beide testen in het proef-bevolkingsonderzoek vergeleken. Uitgenodigden zijn

gerandomiseerd tussen de OC-sensor en de FOB-Gold en hebben de test per post thuis ontvangen.

Cliënten uit eenzelfde huishouden hebben hierbij hetzelfde merk test ontvangen.

Belangrijke vragen in deze vierde ronde van het proef-bevolkingsonderzoek zijn:

- Wat zijn de verschillen in testkarakteristieken en opbrengst van de OC-sensor en de FOB-Gold?

- Wat is de opbrengst van een vierde screeningsronde middels FIT?

- Wat zijn de trends in participatie van uitgenodigden?

- Welke inschattingen kunnen we maken betreffende colonoscopiecapaciteit, uitgaande van de resultaten

van de vierde ronde?

Eind april 2015 is de dataverzameling compleet van het gecombineerde cohort van de regio Groot-Rijnmond

en de regio Amsterdam. De resultaten zijn gepresenteerd op de Digestive Disease Week in Washington

D.C. in de Verenigde Staten en zullen volgens plan ook in een wetenschappelijk tijdschrift worden

gepubliceerd.

Tabel 2.21 | Resultaten: overzicht testkarakteristieken en opbrengst van de OC-sensor en FOB-Gold, 2014

Totaal OC-sensor FOB-Gold p-waarde

Aantal genodigden 19.290 9.669 9.621 -

Opkomst 62,4% 62,4% 62,5% n.s.

Aantal niet te analyseren tests 1,3% 0,70% 1,9% < 0.001

Positiviteitspercentage 7,2% 7,9% 6,5% 0.002

Aantal coloscopieën 90,3% 90,6% 89,9% n.s.

Detectiecijfer voor advanced neoplasie 2,1% 2,2% 1,9% n.s.

Positief voorspellende waarde 31,6% 31,2% 32,1% n.s.

Page 43: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

43

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

In totaal zijn 10.000 mensen uitgenodigd voor een vierde ronde FIT-screening. De totale opkomst was 62

procent, waarbij opvallend was dat de opkomst in de regio Groot-Rijnmond hoger was (64 procent) dan in de

regio Amsterdam (58 procent). De OC-sensor resulteerde in een significant hoger positiviteitspercentage

dan de FOB-Gold en de positief voorspellende waarde voor advanced neoplasie was statistisch gezien

vergelijkbaar, respectievelijk 31 procent en 32 procent, maar geen significant verschil (tabel 2.21 op vorige

pagina).

Publicaties

Attendance and yield over three rounds of population-based fecal immunochemical test screening. Kapidzic,

A, Grobbee, EJ, Hol, L, Van Roon, AHC, Van Vuuren, AJ, Spijker, W, Izelaar, K, Van Ballegooijen, M,

Kuipers, EJ, Van Leerdam, ME. American Journal of Gastroenterology, 109(8):1257-64.

Combining risk factors with faecal immunochemical test outcome for selecting CRC screenees for

colonoscopy. Stegeman I, de Wijkerslooth TR, Stoop EM, van Leerdam ME, Dekker E, van Ballegooijen M,

Kuipers EJ, Fockens P, Kraaijenhagen RA, Bossuyt PM. Gut, 63(3):466-71.

Prevalence of serrated polyps and association with synchronous advanced neoplasia in screening

colonoscopy. Hazewinkel Y, De Wijkerslooth TR, Stoop EM, Bossuyt PM, Biermann K, Van De Vijver MJ,

Fockens P, Van Leerdam ME, Kuipers EJ, Dekker E. Endoscopy, 46(3):219-224.

2.4 Resultaten bevolkingsonderzoek darmkanker

Doelgroep 2014

In 2014 zijn de leeftijdscohorten 1938, 1939, 1947, 1949 en 1951 uitgenodigd voor deelname aan het

bevolkingsonderzoek darmkanker. De cijfers van de pilot die in september 2013 van start ging, zijn

meegenomen in de jaarcijfers van 2014. De totale doelgroep voor de regio Zuid-West in 2014 bestaat uit

1.99261 cliënten, waarvan 97.197 mannen en 102.064 vrouwen (tabel 2.22).

N.B. De cijfers m.b.t. de doelgroep 2014 zijn gegeneerd op peildatum 29-04-2015. Het is van belang dit te

vermelden, omdat de database dynamisch is en de gegevens continu aangevuld worden. De cijfers kunnen

om deze reden en vanwege eventuele definitieverschillen mogelijk enigszins afwijken van de landelijke

monitor bevolkingsonderzoek darmkanker (uitgevoerd door het Erasmus MC).

Tabel 2.22 | Doelgroep darmkankerscreening 2014, naar geboortejaar

Geboortejaar Mannen Vrouwen Totaal

1938 12.707 14.570 27.277

1939 13.357 15.207 28.564

1947 25.043 25.861 50.904

1949 23.174 23.338 46.512

1951 22.916 23.088 46.004

Totaal 97.197 102.064 199.261

Uitnodigingen 2014

Het is niet gelukt om de hele voor 2014 geplande doelgroep uit te nodigen. Aan het einde van 2014 bleek

echter ook dat voor bepaalde gebieden de gehele doelgroep wél al was uitgenodigd. Om leegstand van de

coloscopiecentra in die gebieden te voorkomen, heeft het RIVM besloten één geboortejaar (1954) dat in

2015 uitgenodigd zou worden, al in 2014 uit te nodigen. In totaal zijn er 190.253 cliënten uitgenodigd,

Page 44: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

44

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

waarvan 16.624 cliënten van geboortejaar 1954 (tabel 2.23). Van de doelgroep die in 2014 gepland was om

uit te nodigen, is uiteindelijk 87 procent uitgenodigd. 13 procent is dus doorgeschoven naar 2015.

Tabel 2.23 | Uitnodigingen 2014, naar geboortejaar

Geboortejaar Mannen Vrouwen Totaal

1938 12.342 14.235 26.577

1939 12.618 14.410 27.028

1947 22.511 23.243 45.754

1949 19.687 19.509 39.196

1951 17.783 17.291 35.074

1954 8.306 8.318 16.624

Totaal 93.247 97.006 190.253

Opkomst

Van de 190.253 uitgenodigde cliënten hebben 129.041 (67,8 procent) deelgenomen aan het

bevolkingsonderzoek; zij stuurden een beoordeelbare iFOBT-buis met het bijbehorende formulier terug.

iFOBT-uitslagen

In de laboratoria zijn van 129.041 cliënten (minimaal) één iFOBT-buis ontvangen. Sommige cliënten hebben

meerdere buizen retour gezonden naar de laboratoria (bijvoorbeeld in het geval van een onbetrouwbare

eerste buis of niet goed ingevulde antwoordformulier). Uiteindelijk hadden 119.293 (92,4 procent) cliënten

een gunstige uitslag en 9.748 cliënten een ongunstige uitslag. Hiermee komt het verwijspercentage op 7,6

procent te liggen. In tabel 2.24 geeft de opkomst, iFOBT-uitslag en het verwijspercentage naar geboortejaar

weer. Te zien is dat het verwijspercentage van de iFOBT hoger is bij hogere leeftijd.

Tabel 2.24 | Uitslag iFOBT en verwijscijfer iFOBT naar geboortejaar, 2014

Uitgenodigd

Opkomst

beoordeelbare

iFOBT

Gunstige

iFOBT

Ongunstige

iFOBT

Verwijs-

cijfer

Geboortejaar Aantal Aantal % Aantal % %

1938 26.577 16.262 61,2% 14.283 87,8% 1.979 12,2%

1939 27.028 17.340 64,2% 15.605 90,0% 1.735 10,0%

1947 45.751 32.485 71,0% 30.276 93,2% 2.209 6,8%

1949 39.196 27.642 70,5% 25.653 92,8% 1.989 7,2%

1951 35.074 24.430 69,7% 23.128 94,7% 1.302 5,3%

1954 16.624 10.882 65,5% 10.348 95,1% 534 4,9%

Totaal 190.253 129.041 67,8% 119.293 92,4% 9.748 7,6%

Intakegesprekken

Van de 9.748 cliënten met een ongunstige uitslag kwamen 8.511 (87,31 procent) cliënten voor de intake-

afspraak. In tabel 2.25 is de verdeling per geboortejaar te zien.

Page 45: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

45

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Tabel 2.25 | Intakegesprekken per geboortejaar

Geboortejaar Aantal

1938 1.714

1939 1.500

1947 1.958

1949 1.774

1951 1.116

1954 449

Totaal 8.511

Conclusies intakegesprekken

In totaal is 90,6 procent van de cliënten met een intakeafspraak doorverwezen voor een coloscopie. Bij 2,4

procent werd de coloscopie uitgesteld en 0,6 procent kreeg een afspraak voor een CT-colografie. In totaal is

3,8 procent geëxcludeerd. Een overzicht van de conclusies van de intakegesprekken is weergegeven is

tabel 2.26.

Tabel 2.26 | Conclusie intakegesprek, 2014

Conclusie intakegesprek Aantal cliënten (%)

Cliënt wenst andere intakelocatie 0,5%

Coloscopie 90,6%

CT-colografie 0,6%

Definitieve exclusive 3,8%

No-show 2,1%

Uitstel coloscopie 2,4%

Totaal 100%

Coloscopieën

In totaal hebben 7.147 cliënten een coloscopie ondergaan hetgeen 73,3 procent is van de oorspronkelijk

verwezen cliënten. Dit percentage is relatief lag ten opzichte van de resultaten die bekend waren uit de

proef-bevolkingsonderzoeken. In tabel 2.27 een overzicht van de uitgevoerde coloscopieën per

geboortejaar.

Tabel 2.27 | Uitgevoerde coloscopieën 2014, per geboortejaar

Geboortejaar Aantal cliënten

1938 1.481

1939 1.268

1947 1.658

1949 1.517

1951 921

1954 302

Totaal 7.147

Page 46: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

46

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Opbrengst coloscopie

Van de 7.147 cliënten waarbij een coloscopie is uitgevoerd, is bij 7,4 procent darmkanker geconstateerd en

bij 33,5 procent gevorderde adenomen. Bij 33,5 procent zijn kleine poliepen gevonden en bij 15,7 procent

helemaal geen afwijkingen (tabel 2.28).

Tabel 2.28 | Opbrengst coloscopie, 2014

Opbrengst coloscopie %

Advanced adenoom (AAD) 33,5%

Colorectaal carcinoom (CRC) 7,4%

Geen afwijkingen 15,7%

Non-advanced adenoom 33,5%

Serrated poliepen 4,4%

Overige 4,8%

Geen eindconclusie 0,7%

Totaal 100,0%

2.5 Reacties van cliënten

Cliënten van Bevolkingsonderzoek Zuid-West kunnen hun ervaringen bij de organisatie bekend maken. Dit

kan telefonisch, per e-mail (rechtstreeks en via het contactformulier op de website), met het reactieformulier

‘Uw mening telt’, via het afmeldformulier en (anderszins) schriftelijk. Het reactieformulier is in elk

borstonderzoekscentrum beschikbaar en ook telefonisch op te vragen.

Veel telefonische vragen en reacties via de website kunnen beantwoord worden door de medewerkers van

de Informatielijn en de administratieve afdelingen van de verschillende bevolkingsonderzoeken. In

zwaarwegende gevallen wordt de reactie doorgegeven aan de klachtenfunctionaris. De reacties die via het

reactieformulier en per e-mail rechtstreeks bij de klachtenfunctionaris binnenkomen, worden door de

klachtenfunctionaris behandeld. Alle reacties die binnenkomen bij de klachtenfunctionaris worden ingevoerd

in een landelijk klachtenregistratiesysteem.

Reacties 2014

In 2014 kwamen in totaal 968 reacties binnen (tabel 2.29).

Tabel 2.29 | Wijze van ontvangst van de reactie, 2014

1

e kwartaal 2

e kwartaal 3

e kwartaal 4

e kwartaal Totaal Percentage

van totaal Afmeldformulier 23 23 5 6 57 5,9%

Brief 15 6 18 11 50 5,2%

Contactformulier

website

8 19 1 0 28 2,9%

E-mail 66 66 62 77 271 28,0%

Via medewerker 13 10 4 12 39 4,0%

Reactieformulier 74 76 119 155 424 43,8%

Telefoon 28 27 26 18 99 10,2%

Totaal 227 227 235 279 968 100 %

Page 47: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

47

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Tabel 2.30 | Reacties per kwartaal, 2014

1e kwartaal 2

e kwartaal 3

e kwartaal 4

e kwartaal Totaal

Aantal reacties 227 227 235 279 968

Aantal cliënten 152 159 156 182 649

Een aantal cliënten reageerde over verschillende onderwerpen. Dat verklaart het verschil in aantal reacties

en het aantal cliënten. De verdeling van de binnengekomen reacties over de drie bevolkingsonderzoeken

levert het volgende beeld op (tabel 2.31).

Tabel 2.31 | Reacties per bevolkingsonderzoek, 2014

1e

kwartaal

2e

kwartaal

3e

kwartaal

4e

kwartaal Totaal

Percentage

van totaal

Borstkankerscreening 206 206 197 225 834 86,2%

Baarmoederhalskankerscreening 8 2 11 10 31 3,2%

Darmkankerscreening 13 19 27 44 103 10,6%

Totaal 227 227 235 279 968 100%

In januari 2014 is het bevolkingsonderzoek darmkanker formeel van start gegaan. Met 86,2 procent betreft

het overgrote deel van de reacties het bevolkingsonderzoek borstkanker. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt

door het feit dat het borstonderzoek door de organisatie zelf wordt uitgevoerd, waar de uitvoering van het

onderzoek bij het bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en darmkanker extern is belegd. De

reacties zijn onderverdeeld in complimenten, klachten, vragen en suggesties (tabel 2.32).

Tabel 2.32 | Soort reactie per bevolkingsonderzoek, 2014

1e

kwartaal

2e

kwartaal

3e

kwartaal

4e

kwartaal Totaal

Percentage

van totaal

Compliment

Borstkankerscreening

Baarmoederhalskankerscreening

Darmkankerscreening

52

52

0

0

49

47

2

0

81

78

0

3

102

95

3

4

284

29,3%

Klacht

Borstkankerscreening

Baarmoederhalskankerscreening

Darmkankerscreening

133

120

2

11

135

120

2

13

111

91

6

14

141

106

4

31

520

53,7%

Suggestie

Borstkankerscreening

Baarmoederhalskankerscreening

Darmkankerscreening

14

12

1

1

12

9

0

3

14

6

1

7

12

7

1

4

52

5,4%

Vraag

Borstkankerscreening

Baarmoederhalskankerscreening

Darmkankerscreening

28

22

5

1

31

30

0

1

29

22

4

3

24

17

2

5

112

11,6%

Totaal 227 227 235 279 968 100 %

Page 48: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

48

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Landelijk zijn de volgende categorieën vastgesteld.

Tabel 2.33 | Reacties per categorie en soort reactie, 2014

1e

kwartaal

2e

kwartaal

3e

kwartaal

4e

kwartaal Totaal

Percentage

van totaal

Bejegening

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

53

37

16

0

0

48

35

12

1

0

63

49

14

0

0

87

73

14

0

0

251

194

56

1

0

26%

Leeftijdsgrenzen

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

3

0

0

0

3

3

0

0

0

3

1

0

0

0

1

2

0

0

0

2

9

0

0

0

9

1%

Medisch

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

10

0

8

0

2

10

3

4

0

3

9

0

6

1

2

8

0

6

0

2

37

3

24

1

9

4%

Organisatie afspraak

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

18

3

13

0

2

17

3

11

1

2

9

1

6

0

2

4

0

3

1

0

48

7

33

2

6

5%

Organisatie buisje (DK)

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

3

0

3

0

0

4

0

3

1

0

0

0

0

0

0

1

0

1

0

0

8

0

7

1

0

1%

Organisatie kosten bij

doorverwijzen

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

4

0

3

0

1

0

0

0

0

0

1

0

1

0

0

5

0

4

0

1

10

0

8

0

2

1%

Organisatie openingstijden

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

1

0

0

0

1

1

0

0

0

0%

Organisatie standplaats –

bereikbaarheid

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

2

0

0

1

1

14

1

10

1

2

5

3

1

0

1

10

2

8

0

0

31

6

19

2

4

3%

Organisatie standplaats –

faciliteiten

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

13

2

8

3

0

17

2

9

3

3

7

0

5

2

0

11

3

6

2

0

48

7

28

10

3

5%

Page 49: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

49

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

1e

kwartaal

2e

kwartaal

3e

kwartaal

4e

kwartaal Totaal

Percentage van

totaal

Organisatie uitnodiging

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

9

0

4

3

2

18

0

15

2

1

23

1

18

2

2

27

0

20

1

6

77

1

57

8

11

8%

Organisatie uitslag

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

13

3

8

0

2

7

1

4

0

2

9

1

6

1

1

13

0

10

0

3

42

5

28

1

8

4%

Organisatie voorlichting

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

2

0

1

1

0

0

0

0

0

0

4

0

1

2

1

6

0

1

5

0

12

0

3

8

1

1%

Organisatie wachttijd

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

0

0

0

0

0

1

1

0

0

0

0

0

0

0

0

2

0

2

0

0

3

1

2

0

0

0%

Pijn

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

29

0

21

2

6

17

0

13

0

4

18

0

12

0

6

29

0

22

1

6

93

0

68

3

22

10%

Pijn en positieve bejegening

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

9

0

9

0

0

0

0

0

0

0

9

0

9

0

0

8

0

8

0

0

26

0

26

0

0

3%

Pijn en negatieve bejegening

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

7

0

7

0

0

19

0

19

0

0

4

0

4

0

0

5

0

5

0

0

35

0

35

0

0

4%

Verwonding

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

16

0

16

0

0

13

0

13

0

0

11

0

10

0

1

10

0

10

0

0

50

0

49

0

1

5%

Overig

Compliment

Klacht

Suggestie

Vraag

36

7

16

4

9

39

3

22

3

11

62

26

18

6

12

50

23

21

2

4

187

59

77

15

36

19%

De meeste reacties hebben betrekking op de bejegening. Deze categorie is onderverdeeld in positieve

bejegening (compliment) en negatieve bejegening (klacht). Het aantal complimenten is bijna viermaal zoveel

als de klachten.

Bij de categorie ‘Pijn’ is ook een onderverdeeld in ‘positieve bejegening’ en ‘negatieve bejegening’. Een

Page 50: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

50

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

pijnklacht hoeft namelijk niet altijd te betekenen dat de bejegening tijdens het onderzoek de directe reden

voor de pijnklacht was.

Opvallend is verder dat het percentage reacties op het buisje van de darmkankerscreening (1 procent) veel

kleiner was dan was verwacht.

Landelijke klachtencommissie

Ook dit jaar heeft de landelijke klachtencommissie geen klachten van Zuid-West behandeld. Alle klachten

konden door de eigen organisatie worden afgehandeld.

Landelijke Werkgroep Klachtenfunctionarissen (LWKL)

De klachtenfunctionarissen van de vijf screeningsregio’s waren in 2014 nog verenigd in de Landelijke

Werkgroep Klachtenfunctionarissen (LWKL). Na dit jaar houden werkgroepen op te bestaan en wordt er

projectmatig overlegd.

De werkgroep heeft in 2014 nog een aantal keren vergaderd, veelal via VTC. De werkgroep heeft

verkennend voorwerk gedaan voor de aanschaf/ontwikkeling van een cliëntreactieregistratie en -

rapportagesysteem. Hierover werden twee presentaties gegeven. De verdere uitvoer voor de daadwerkelijke

aanschaf gaat in projectvorm uitgevoerd worden.

Page 51: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

51

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

3. BEDRIJFSVOERING

De afdeling Bedrijfsvoering bestaat uit de onderdelen: ICT Service Center, Controlling, Financiële en

Salarisadministratie, HRM & Arbo, Communicatie, Kwaliteitszorg en Klachtenbehandeling.

3.1 ICT

Topdesk

Ter vervanging van de incidentregistratie en de ICT-helpdesk, is halverwege 2014 de applicatie Topdesk in

gebruik genomen. Hierdoor beschikt de gehele organisatie nu over één systeem waar alle problemen en

vragen in kunnen worden geregistreerd en oplossingen in kunnen worden vastgelegd. De afdeling ISC

stapte als eerste over op Topdesk. Topdesk biedt meer mogelijkheden om te communiceren tussen de

gebruikers en de ICT’ers. Tevens kan de aanmelder, indien gewenst, in het systeem volgen welke

tussenstappen zijn genomen om het probleem op te lossen. Topdesk heeft eveneens als voordeel dat vaker

voorkomende problemen beter gesignaleerd worden, zodat er ook standaardoplossingen aan gekoppeld

kunnen worden. De incidentregistratie die in Excel werd gedaan, is na de zomer overgegaan naar Topdesk.

Doordat men al gewend was aan Topdesk verliep dit soepel. Eind 2014 is Topdesk ook in gebruik genomen

als ‘helpdesksysteem’ voor de darmkankerscreening. Vragen of problemen die binnenkomen bij de

informatielijn kunnen zo doorgezet worden naar de afdeling Darmkankerscreening of naar de beheerder(s)

van Colonis. De informatiestroom is helder en de rapportage maakt inzichtelijk welke maatregelen er

genomen kunnen worden om de processen te verbeteren.

Sharepoint - intranet

In 2014 is gestart met de concretisering van de plannen voor een nieuw intranet (Sharepoint). De afdeling

ISC heeft het nieuwe intranet ‘gebouwd’ en - samen met andere organisatieonderdelen - ingericht. Op dit

moment is het intranet operationeel. In 2015 zal het intranet worden uitgebreid met de mogelijkheid om ook

de ‘afdelingsschijven’ te ontsluiten, teneinde digitale informatieoverdracht en centraal beheer van bestanden

te bevorderen.

IBOB/IMS - borstkankerscreening

In 2014 is het besluit genomen om in 2015 de landelijke Citrix-omgeving en de Oracle-database van IBOB te

updaten. Dit was nodig vanwege het aflopen van de licentie en om op technisch gebied bij te blijven. Dit

besluit is landelijke genomen in samenspraak met de regionale beheerders, LBO-FSB en Philips.

In 2015 zal deze update worden doorgevoerd. Om deze reden is in de update van 2014 van Citrix en Oracle

slechts summiere functionele en technische aanpassingen aangebracht.

AVI (Afspraak via Internet) vroeg in 2014 veel aandacht. Dit heeft ertoe geleid dat er een nieuwe versie van

AVI ontwikkeld zal worden. De verwachting is dat deze omstreeks de zomer van 2015 zal worden

opgeleverd.

Mede vanwege het privacybeleid van onze medewerkers is er in 2014 voor iedere MBB’er een mailaccount

gerealiseerd. Zodoende beschikken nu alle medewerkers over een eigen, zakelijk e-mailadres.

CIS - baarmoederhalskankerscreening

In 2014 is voor het CIS een nieuwe release uitgekomen (versie 5.7). Hierin zijn onder andere aanpassingen

gemaakt om te zorgen dat uitnodigingen uit vorige onderzoeksronden van het bevolkingsonderzoek

baarmoederhalskanker niet meer kunnen worden afgedrukt. Verder is een aantal herstelwerkzaamheden in

de databases van CIS aangebracht, als gevolg van de samenvoeging van de vijf screeningorganisaties in

2010. Deze werkzaamheden zijn bijvoorbeeld het herstellen van de ingevoerde antwoordredenen en het

Page 52: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

52

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

herstellen van onverwerkte laboratoriumuitslagen. In 2014 heeft het RIVM een aantal tariefwijzigingen van

betalingen aan de laboratoria doorgevoerd. Als gevolg daarvan zijn de betalingen aan de laboratoria in de

database aangepast en het verschil aan de betreffende laboratoria uitbetaald.

Colonis - darmkankerscreening

Nadat in september 2013 de pilot darmkankerscreening al in onze regio was begonnen, ging in januari 2014

het landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker van start. Daarmee is ook de gebruikersapplicatie Colonis

landelijk in gebruik genomen. Sindsdien is de verdere ontwikkeling van de werkprocessen volop in beweging

geweest. Dit is duidelijk te merken aan de toename van het aantal gebruikersvragen over het

applicatiegebruik, zowel van interne als externe kant. Door de ingebruikname van Topdesk in 2014, kunnen

deze vragen overzichtelijker en structureler afgehandeld worden.

In de verschillende reguliere landelijke overleggen over de darmkankerscreening worden alle wensen en

aanpassingen ter verbetering van Colonis besproken. Dit zal uiteindelijk resulteren in een nieuwe release.

Voor Colonis is er elke twee à drie maanden een update uitgerold waarin de diverse verbeteringen en

gebruikerswensen zijn doorgevoerd.

Vanaf 2015 worden ook de aanpassingen voor het in de toekomst toe te voegen borstkanker- en

baarmoederhalskankeronderzoek in de release meegenomen, en is de naam van de applicatie gewijzigd

van Colonis in ScreenIT.

Tot slot is er veel afstemming gezocht met de ziekenhuizen, om de resultaten van de intakegesprekken en

coloscopie-onderzoeken zo snel mogelijk in Colonis door te voeren, teneinde deze gegevens zo compleet

mogelijk te krijgen. Dit komt de evaluatie van deze gegevens ten goede.

3.2 Communicatie

Vast pandoer

Zoals elk jaar stond ook het eerste half jaar van 2014 voor de afdeling Communicatie in het teken van de

actualisatie van de voorlichtingsmaterialen voor de primaire processen (brieven en folders) en de productie

van het jaarverslag en het jaarbericht.

Ook de andere, steeds terugkerende communicatiewerkzaamheden werden volgens planning uitgevoerd:

het versturen van zo’n 60 persberichten over de verplaatsingen van mobiele borstonderzoekscentra;

het samenstellen/schrijven van de maandelijkse interne nieuwsbrief ‘Zuid-West Nieuws’;

het uitgeven van de Leven & Lijf, het jaarlijkse magazine waarmee 30-jarige vrouwen kennismaken

met de baarmoederhalskankerscreening;

het organiseren van de beleidsdag;

het organiseren van de VIP-dag (dit keer op zaterdag 4 oktober), waarop een aantal MBB’ers op een

zaterdag cliënten screenen, daarbij moreel en praktisch ondersteund door kantoormedewerkers;

het begeleiden/ontwikkelen van divers drukwerk, het opstellen van uitnodigingen;

het organiseren van de Beleidsdag (die dit jaar op 18 maart plaatsvond).

Nieuwe werkzaamheden

In 2014 werd eveneens een aantal nieuwe werkzaamheden ter hand genomen.

Ontwikkeling nieuw intranet

Eind 2014 was het zover: het nieuwe intranet (‘Sharepoint’) was zo goed als klaar. De projectgroep,

bestaande uit de manager, applicatiebeheerder, de communicatieadviseurs en de leverancier van de

Page 53: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

53

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

software, hebben de intranetomgeving ingericht en deels gevuld met relevante informatie. Ook werden

voorbereidingen getroffen voor een succesvolle introductie bij alle medewerkers.

Ontwikkeling Brievenboek

Binnen de organisatie bestond er geen centrale plek waar de brieven werden beheerd die voor het primaire

proces van de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker worden verstuurd. Deze

onwenselijke situatie is in 2014 projectmatig aangepakt. Resultaat: eind 2014 was op het nieuwe intranet

een geautomatiseerd ‘Brievenboek’ gerealiseerd, waarin de recentste versie van alle in gebruik zijnde

brieven opgenomen zijn. Ook zijn alle brieven voorzien van een aantal kenmerken, waardoor direct

zichtbaar is voor wie de brief is bedoeld en wat met de brief beoogd wordt. Voor het beheer van dit

Brievenboek is een werkproces opgesteld, in samenwerking met de kwaliteitsmedewerker.

Relatiebeheersysteem

Het nieuwe intranet bleek ook een geschikte plek om een nieuw te ontwikkelen relatiebeheersysteem onder

te brengen. Bevolkingsonderzoek Zuid-West had namelijk nog geen centraal, geautomatiseerd bestand

waarin de contactgegevens van en contactmomenten met onder andere onze ketenpartners en leveranciers

worden opgeslagen en bijgehouden. De afdeling Communicatie heeft samen met de applicatiebeheerder

een hiertoe een systeem ingericht, en met de tijdelijke hulp van een vakantiekracht werden hierin de eerste

honderden organisaties en contactpersonen ingevoerd. Een voorstel voor de implementatie en het beheer

van het relatiebeheersysteem is begin 2015 door het MT goedgekeurd.

Huisartsadresbestand

Een belangrijke en zeer omvangrijke groep ketenpartners vormen de huisartsen. De afdeling Communicatie

beschikte niet over een actueel en compleet bestand. De huisartsgegevens die op andere afdelingen in

gebruik waren, waren niet bruikbaar voor communicatiedoeleinden en/of niet actueel. Bovendien waren de

e-mailadressen van de huisartsen nog niet bekend. Medio 2014 begon de afdeling Communicatie aan het

arbeidsintensieve karwei – meer dan 1.500 huisartsen werden per brief of telefonisch benaderd met het

verzoek hun contactgegevens te controleren en aan te vullen met het mailadres. Hiervoor kon de werkkracht

van een tijdelijke medewerker worden ingeroepen. Zij houdt vooralsnog alle gegevens in een Excel-bestand

bij; in 2015 zullen de huisartsgegevens worden geïmporteerd in het relatiebeheersysteem.

Social media

In 2014 ontstond meer duidelijkheid over de (beperkte) manier waarop Bevolkingsonderzoek Zuid-West de

social media in de communicatiemix wil inzetten. In 2015 zal dit ten uitvoer worden gebracht.

Communicatieplannen

In 2014 stelde de afdeling Communicatie drie beknopte communicatieplannen op voor de bekendmaking van:

de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur, intern, regionaal en landelijk;

het behalen van de kwaliteitscertificaat NEN-EN 15224;

de succesvolle introductie van project MammoXL (op verzoek van de Landelijke Werkgroep

Communicatie).

Om de plannen goed te kunnen uitvoeren, werd een perslijst aangelegd van uitgaven voor het grote publiek

en vakpers.

LETB-bijeenkomst

Op 21 november 2014 vond in het kantoor aan de Maasstadweg de bijeenkomst ‘Regionale resultaten

borstkankerscreening’ plaats. Het ging hier om een initiatief van het RIVM en het LETB, die de resultaten

graag eens dichter bij de screeningsorganisatie wilden brengen. Voor de bijeenkomst waren de collega’s

Page 54: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

54

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

uitgenodigd die in hun dagelijks werk inhoudelijk veel met borstkankerscreening te maken hebben. Er waren

zo’n 50 medewerkers en 12 radiologen op de bijeenkomst aanwezig.

Sprekers waren dr. ir. Nynke de Jong (RIVM), prof. dr. Harry de Koning en Jacques Fracheboud MD (beide

Erasmus MC). Rode lijn van de presentaties van deze drie experts was: het screeningsprogramma voor

borstkanker zoals dit in Nederland is opgezet en georganiseerd, is effectief. Tijdens de discussie gaven de

radiologen desgevraagd aan dat zij graag de reden van de verwijzing (zoals microkalk of

architectuurverstoring) zouden willen terug horen van het LETB.

Deskundigheidsbevordering

In november begonnen twee Communicatieadviseurs aan een training ‘InDesign/Photoshop/Illustrator’. De

training duurde zes dagen en had als doel om zelf correcties te kunnen aanbrengen in professionele

drukwerkbestanden. Ook werd met de training meer inzicht verkregen in de (on)mogelijkheden van software

waarmee grafisch vormgevers werken.

Trainingstraject Professionele communicatie voor medewerkers Informatielijn

In maart 2014 zijn de medewerkers van de Informatielijn begonnen aan de training ‘Professionele

communicatie’. De training bestaat uit zeven bijeenkomsten, verzorgd door Communicatiebureau Bliksem.

De rol en de verantwoordelijkheid van de medewerkers in de dagelijkse werkpraktijk stonden centraal in de

trainingsdagen. De belangrijkste doelen van het leertraject waren bewustwording van professionaliteit en

werkafspraken en, van het effect van gedrag en handelen op anderen.

Met het gezamenlijk uitwerken van een aantal procedures en regels heeft de eigen professionaliteit heeft

meer inhoud gekregen. Daarnaast hebben de teamleden meer inzicht gekregen in hun cirkel van invloed en

betrokkenheid. Ze hebben geleerd memo’s op te stellen, waarin werkafspraken zijn gemaakt.

Het team heeft met teamontwikkelingsoefeningen gewerkt aan de verbetering van het teamgevoel. Er zijn

oefeningen gedaan om anders naar elkaar te luisteren en te kijken. De medewerkers hebben daardoor meer

inzicht verkregen in de overeenkomsten en verschillen tussen de teamrollen.

Aan het begin van de trainingenreeks gaven de medewerkers gemiddeld een 6,2 voor de samenwerking

binnen het team; bij de afronding was het gemiddelde cijfer een 7,2 en zijn er geen onvoldoendes gegeven.

Er zal een- of tweemaal per jaar een opfrisdag voor de medewerkers van de Informatielijn worden

georganiseerd.

3.3 Kwaliteit

Voorbereiding NEN-EN 15224-norm

Om in 2014 op te gaan voor de NEN-EN 15224 (ISO voor de Zorg en Welzijn) moest risicomanagement

meer structuur krijgen binnen de organisatie. Hiertoe heeft de afdeling Kwaliteitszorg een risicoanalyse op

de primaire processen uitgevoerd. Hieruit is een aantal actiepunten voortgekomen. Ook worden de risico’s

en beheersmaatregelen geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Verder zijn er 11 kwaliteitskenmerken

beschreven in de NEN-EN 15224-norm die geborgd moesten worden in de organisatie.

Incidentenregistratie

In 2015 is de incidentenregistratie opgezet in Topdesk; dit zal in 2015 verder uitgewerkt worden.

Page 55: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

55

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Externe audit

Van 27, 28 en 29 oktober vond de externe audit door DNV plaats. Dit betrof een initiële audit voor een

nieuwe norm voor alledrie de bevolkingsonderzoeken: de NEN-EN 15224. Op 27 en 29 oktober werd het

managementteam en de kantoorafdelingen geaudit. Op de tweede dag werden de onderzoekscentra SE51,

SE54 en SE68 bezocht. De audit is goed verlopen en er heerste een goede sfeer op het kantoor en de units.

Uit de externe audit volgden twee observaties, deze zullen tijdens de externe audit van 2015 opnieuw

worden bekeken. Daarnaast zijn drie ‘categorie 2-afwijkingen’ (minors) geconstateerd. Hiervoor is binnen de

deadline van drie maanden een plan van aanpak opgesteld.

Interne audits

Op basis van de meerjarenplanning is de interne auditplanning voor 2014 opgesteld. Alle interne audits zijn

volgens planning uitgevoerd. De uitkomsten van de interne audits betreffen vaak verbeteracties op het

aanpassen of ontwikkelen van procesbeschrijvingen en werkinstructies; dit wordt dan meteen aangepast. De

overige verbeterpunten worden overgenomen op de verbeterlijst. De verslagen van de interne audits zijn te

vinden in het Kwaliteitshandboek.

Prestatie-indicatoren

In het kader van de HKZ- en ISO-certificering is de organisatie verplicht een aantal prestatie-indicatoren te

monitoren. Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker is gemeten of er voldaan wordt aan de normen voor

de volgende prestatie-indicatoren:

1. Uitlopen wachttijd op de screeningsunit: voldaan aan de norm

2. Uitnodigingen op tijd verstuurd: voldaan aan de norm

3. Tijdig herinneren: voldaan aan de norm

4. Uitslag op tijd naar de cliënt en de huisarts: voldaan aan de norm

De overige indicatoren voor het bevolkingsonderzoek borstkanker worden in de kwartaalrapportage

gemonitord.

Voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is per kwartaal gemeten of voldaan wordt aan de

norm voor de prestatie-indicatoren uit de landelijke indicatorenset. De senior-applicatiebeheerder levert

hiervoor de cijfers aan.

1 Juiste selectie vrouwen voldaan aan de norm

2 Juist uitgenodigde vrouwen is geborgd in een procedure en niet meetbaar met

cijfers uit CIS

3 Verzenden juiste informatie bij (her)uitnodiging is geborgd in een procedure en niet meetbaar met

cijfers uit CIS

4 Tijdig herinneren niet voldaan aan norm; zie toelichting

5 Tijdig versturen nieuwe uitnodiging na bevalling voldaan aan norm

6 Bereikbaarheid voldaan aan norm

7 Aanbieden alternatieven uitstrijklocaties voldaan aan norm

8 Goede kwaliteit uitstrijkjes Pap 0 en B2j niet meetbaar; zie toelichting

9 Laboratorium voldoet aan de gestelde eisen wordt gemonitord tijdens de labvisitatie

10 Tijdig versturen uitslagbrief door

screeningsorganisatie

voldaan aan norm

11 Opkomst staat in de kwartaalrapportages

ad 4. Tijdig herinneren

In het eerste kwartaal lijkt niet voldaan aan de norm; in dat kwartaal hoefden namelijk geen

herinneringsuitnodigingen te worden verstuurd, omdat er in het laatste kwartaal van 2013 geen nieuwe

Page 56: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

56

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

uitnodigingen zijn verstuurd (de laatste uitnodigingen zijn in september 2013 uitgenodigd en in december

2013 nog herinnerd). In het tweede kwartaal ligt het percentage iets onder de norm. Een deel van de

cliënten die in augustus 2013 (jaartal 1958) waren uitgenodigd, hadden geen herinnering ontvangen; dit is in

het tweede kwartaal van 2014 alsnog gedaan. Hierdoor is het totaal aantal vrouwen dat een herinnering

heeft gekregen groter, maar het streefcijfer wordt gedrukt doordat in de teller ook die groep uit 1958 is

meegenomen. In het derde en vierde kwartaal ligt het percentage boven de norm. Voor het gehele jaar ligt

het percentage echter onder de norm. Dit komt doordat het achterblijvende percentage van het tweede

kwartaal drukt op het percentage over het gehele jaar.

ad 8. Goede kwaliteit uitstrijkjes Pap 0 en B2j

Deze indicator is door ons niet meetbaar. Dit wordt veroorzaakt door de wijze van berekenen die hierbij

wordt gehanteerd: ons systeem (CIS) kan de gegevens voor deze berekening niet genereren. Besloten is

om deze indicator in 2014 alleen nog bij de labvisitatie te monitoren.

Ketenpartneronderzoek

De ketenpartneronderzoeken zijn volgens de meerjarenplanning uitgevoerd. Hieronder staat per

ketenpartneronderzoek beschreven wat de stand van zaken is, wat eventuele uitkomsten waren en of er

verbeterpunten opgesteld zijn.

Besloten is om het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) niet langer als ketenpartner te onderzoeken,

omdat onze organisatie slechts gegevens uitwisselt met het IKNL.

Ketenpartneronderzoek pathologielaboratoria baarmoederhals- en darmkankerscreening

Tijdens de visitatie aan de laboratoria wordt gevraagd naar de samenwerking met Bevolkingsonderzoek

Zuid-West. Daarnaast komen mogelijke verbeterpunten voor de planning en het verwerken van de uitslagen

aan de orde. Visitaties worden volgens planning uitgevoerd. Verbeteracties worden overgenomen op de

verbeterlijst. De verbeteracties worden per kwartaal besproken het overleg me de Regionaal Coördinerend

Patholoog (RCP). De visitatieverslagen zijn te vinden in het Kwaliteitshandboek.

Ketenpartneronderzoek tehuizen borstkankerscreening

De tehuizen in subregio Zuid worden sinds het najaar van 2013 op dezelfde wijze uitgenodigd als die in

subregio West. Hierdoor was het niet zinvol om in 2014 dit ketenpartneronderzoek uit te voeren, omdat nog

niet alle tehuizen in de subregio Zuid uitgenodigd waren volgens de nieuwe procedure. In overleg met de

manager Screening is besloten om dit onderzoek tot najaar 2015 uit te stellen.

3.4 HRM

In memoriam Alma Remmerswaal

Begin juli kwam het droevige bericht dat Alma Remmerswaal na een lange periode ziek te zijn geweest, was

overleden. Alma was sinds 1994 in onze organisatie werkzaam als MBB’er in de screening,

intervisielaborant en coördinerend laborant.

Alma was een bevlogen collega met hart voor haar werk. Pas anderhalve week voor haar overlijden bracht

zij ons op ervan de hoogte dat ze vanwege haar gezondheid het werk op de SE68 moest neerleggen. Dit

was tekenend voor haar gedrevenheid voor haar vak en haar betrokkenheid bij haar cliënten en collega’s.

Bij Alma’s afscheid memoreerde Marja Hurxkens, manager Screening, hoe vasthoudend Alma was en hoe

zeer Alma altijd het belang van de cliënt voorop stelde. Daarmee werd verwoord wat veel collega’s voelden.

Alma’s sterke geest en kracht zullen ons bijblijven. We danken Alma voor haar betrokkenheid,

deskundigheid en bevlogenheid.

Page 57: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

57

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Samenstelling personeel

Het personeelsbestand zag er ultimo 2014als volgt uit (tabellen 3.1 en 3.2).

Tabel 3.1 | Samenstelling personeel

Kengetallen Totaal

Aantal werknemers (31-12-2014) 203

Fte 133,96

Man / vrouw 16/187

Gemiddelde leeftijd 49,81

Gemiddeld aantal dienstjaren 9,96

Ziekteverzuim 7,48

Aantal nieuwe werknemers 13

Aantal werknemers uit dienst 17

Aantal uitzendkrachten 16

Tabel 3.2 | Leeftijdsopbouw d.d. 31 december 2014

Leeftijdscategorie Aantal Man Vrouw

tot 24 jaar 7 1 6

25-29 jaar 6 2 4

30-34 jaar 10 1 9

35-39 jaar 15 3 12

40-44 jaar 15 2 13

45-49 jaar 30 2 28

50-54 jaar 30 1 29

55-59 jaar 43 2 41

60-64 jaar 45 1 44

65-69 jaar 1 0 1

vanaf 70 jaar 1 1 0

Werving en selectie

In 2014 heeft Bevolkingsonderzoek Zuid-West 32 vacatures vervuld. Hiervan zijn zeven ingevuld door

interne kandidaten. In het verslagjaar is met diverse nieuwe uitzendbureaus de samenwerking aangegaan;

hier bureaus hebben 10 vacatures vervuld. Gedurende het jaar 2014 is 11 keer gebruikgemaakt van

payroll-services, waarbij de werving en selectie in eigen beheer is gebleven.

Automatisering HRM

De afdeling heeft een begin gemaakt het digitaal werken met HR-processen. Zo is de livegang en

ingebruikname van HR Self Service Youforce van Raet voorbereid. In 2015 zullen de digitale

personeelsdossiers zijn ingericht. Hiermee krijgen alle medewerkers continue toegang tot het eigen

personeelsdossier.

Cao en bedrijfsregelingen

Op 30 april 2014 liep de cao Ziekenhuizen af. Ondanks diverse onderhandelingsrondes is het de

onderhandelaars niet gelukt om tot een cao-akkoord te komen. Momenteel worden de geactualiseerde

bedrijfsregelingen door de ondernemingsraad ter instemming behandeld. Deze bedrijfsregelingen zijn

aanvullend op de cao Ziekenhuizen.

Ontwikkeling medewerkers

Bevolkingsonderzoek Zuid-West heeft personeelsontwikkeling hoog in het vaandel staan. Eind 2014

is een begin gemaakt met het opstellen van een nieuw opleidingsbeleid.

In het verslagjaar hebben de medewerkers het volgende aan bij- en nascholing, coaching en

trainingen gevolgd.

Congres- en symposiumbezoeken

Symposium ‘Mammodag van Marc’

Education Congress

Symposium ‘Elseviers Beste Ziekenhuizen’

RSNA's 100th Scientific Assembly and Annual Meeting

Page 58: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

58

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Symposium ‘Mammacare 2014’ (NVMBR)

Congres ‘Kwaliteitsregistratie start bij de bron

Congres ‘MDL 2.0’

Beurs 'Infosecurity 2014’

Beurs ‘Zorg & ICT’

Congres ‘Microsoft TechDays’

Coaching, ontwikkeling persoonlijke kwaliteiten, teambuilding

Media- en presentatiecoaching

Coaching Verandervermogen

Cursus Verzorgd Nederlands

Cursus Timemanagement

Individuele coachingstrajecten

Cursus/verkorte opleiding Doktersassistente

Cursus ‘New Life’ - NLP-Practitioner

Trainingsdag Intern auditen

Training ‘Ik werk aan werkplezier’

Training leidinggevenden ‘Ik werk met zero ziekteverzuim’

Verandertraject MBB’ers regio X

Vakinhoudelijke bij- en nascholing

Workshop Governance

Cursus Medische terminologie

Cursus Registratie uitwisseling IHE XDS

Pr seminar Jaarrekeningactualiteiten

Cursus MBO Professional Desktop Publisher (DTP)

Cursus Global Knowledge VOF, VSFT +VSEXP

Training ‘PRINCE2 Foundation’

Professionaliseringstraject Informatielijn

Opfriscursus Stralingsdeskundige, NVMBR

Trainingen softwarepakketten

Cursus ‘Insite procesbeheer’ (AFAS)

Cursus ‘Report Designer HR Core Online’ (RAET)

Cursus ‘HR Beaufort online ad hoc rapportage’

Cursus HR Self Service Applicatiebeheer en Formulieren HR Beaufort

Basistraining Mailplus

Bedrijfshulpverlening en Arbo

Herhalingscursussen BHV

Training ‘Evac chair’

De scholingen die de MBB’ers volgen, staan in paragraaf 1.3.

Arbodienst

Op 31 december 2014 liep de samenwerkingsovereenkomst met ArboNed af. In overleg is besloten om de

samenwerking voort te zetten. Met de bedrijfsarts vindt er periodiek SMT (sociaal medisch team) plaats

om het verzuim en de samenwerking tussentijds te evalueren.

Page 59: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

59

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Landelijke werkgroep HRM

De landelijke werkgroep HRM is in 2014 opgeheven, in verband met de overgang naar een landelijke

projectstructuur. In 2015 zullen de medewerkers worden getraind in projectmatig werken om vervolgens

een gedegen bijdrage te kunnen leveren aan landelijke projecten.

Medewerkersonderzoek

In samenwerking met Effectory is in 2014 het driejaarlijks medewerkersonderzoek uitgevoerd. De

resultaten van het medewerkersonderzoek geven inzicht in de werkbeleving en motivatie van de

medewerkers, en geven de organisatie handvaten tot verbetering. Na het onderzoek zijn diverse

workshops georganiseerd, waaraan alle medewerkers hebben deelgenomen. Tijdens de workshops

hebben de deelnemers suggesties voor verbeteringen geformuleerd. Ook is stilgestaan bij de aspecten

van het werk waar de medewerkers trots op zijn.

Arbeidsmarktontwikkeling laboranten

Het landelijke projectplan ‘Arbeidsmarktontwikkeling laboranten’ (AMOL) is opgesteld om de inzetbaarheid

van laboranten op langere termijn te vergroten. In het plan is veel aandacht voor de rol die het vakgebied

van arbeidsmarktcommunicatie hierin kan spelen. In 2014 is een landelijke website in gebruik genomen:

www.werkenbijbevolkingsonderzoek.nl. Via deze website kunnen geïnteresseerden zien welke vacatures

er bij de screeningsorganisaties zijn uitgezet en presenteren de verschillende screeningsorganisaties zich

als aantrekkelijke werkgever voor alle disciplines.

Leerbedrijf

Bevolkingsonderzoek Zuid-West is sinds 2013 een erkend leerbedrijf. In 2014 hebben twee stagiairs leer-

/werkervaring opgedaan.

Arbo

In 2014 stonden onder andere de volgende onderwerpen op de agenda van de Arbocommissie:

Arbobeleid

BHV-organisatie

Reanimatie en ontruimingsoefeningen op de onderzoekscentra

risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E)

In 2014 is door ArboNed het plan van aanpak van de risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E) getoetst

en goedgekeurd.

Fysiotherapeuten bezochten de onderzoekscentra om voorlichting en advies te geven over de

werkhouding. Daarnaast hebben zij een aantal medewerkers op kantoor tips en adviezen gegeven.

In 2014 hebben medewerkers gebruik kunnen maken van de Fitregeling. Van de vergoedingsregeling

voor een beeldschermbril maakten zeven medewerkers gebruik.

Omdat in de praktijk is gebleken dat ons huidige legionellabeheersplan niet voldoende werkt, werd in

mei 2014 - in samenwerking met Lamboo en Aquador - een pilot gestart op het mobiele

onderzoekscentrum 53. Hier werd een Ultrafilter geplaatst. In december werd het mobiele

onderzoekscentrum 69 als test een Keramiekfilter geplaatst. Na een jaar zal het effect van beide filters

met elkaar worden vergeleken en een beslissing worden genomen over de te gebruiken

zuiveringsfilter.

De arbeidsomstandigheden, veiligheid en het ‘Wat te doen bij calamiteiten’ staat beschreven in BHV-

plannen. Deze liggen ter inzage op alle locaties. In 2014 zijn deze plannen geactualiseerd. De nieuwe

en huidige BHV-medewerkers van de organisatie zijn bijgeschoold/opgeleid. In 2014 is er op het

hoofdkantoor een ontruimingsoefening gehouden.

Page 60: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

60

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

3.5 Financiële- en salarisadministratie

In 2014 is begonnen met de invoering van de digitalisering van de inkoopfacturen in het financiële

systeem, waardoor in 2015 de verwerking van de digitale facturen daadwerkelijk is gerealiseerd. De

budgetverantwoordelijke ontvangt digitaal de factuur ter accordering; deze ziet de factuur en de

boekingsregels.

Ook is in 2014 een start gemaakt met het digitaliseren van de contracten met leveranciers. Door de

contracten in het geautomatiseerde financiële systeem op te nemen, wordt de budgetverantwoordelijke

ruimschoots voor de afloop van het contract hierop geattendeerd. De budgetverantwoordelijke kan ook de

contracten en andere correspondentie in het systeem raadplegen.

De afdeling Salarisadministratie is verdergegaan met het invoeren van het HR-systeem en het inrichten

van de rapportagemodule. Zo is ‘Beaufort online’ en de selfservice-module voor de managers in gebruik

genomen. De managers dienen nu digitaal personeelsmutaties in, waarna deze door de

salarisadministratie eveneens digitaal kunnen worden gefiatteerd. In 2015 zal de selfservice-module voor

de medewerkers worden gerealiseerd.

Het salarissysteem is ingericht voor de werkkostenregeling die in 2015 verplicht is.

De kwartaalrapportage aan het Managementteam en de Raad van Toezicht is uitgebreid met prestatie-

indicatoren over onder andere intervalcarcinomen, klachten en gevoerde jaargesprekken. De belangrijkste

cijfers worden met toelichting gepresenteerd.

De tariefherijking voor de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker is afgerond in

2014. Met de andere vier screeningsorganisaties is afgesproken om de grootboekrekeningen te

harmoniseren . Hiervoor is een voorzet gedaan op basis van het Prismant-grootboekrekeningschema.

Eind 2014 is dit in het financiële en salarissysteem doorgevoerd. Alle screeningsorganisaties werken

derhalve vanaf 2015 met dezelfde grootboekrekeningen. Vanaf 2015 kan ook een benchmark worden

uitgevoerd.

Landelijke Werkgroep Financiën

De landelijke werkgroep financiën (LWF) is in 2014 11 keer bijeen gekomen; een aantal keer via VTC en

een aantal keer in persoon. De LWF bespreekt landelijke zaken die alle screeningsorganisaties aangaan,

zoals de opslag van de digitale foto’s, de tariefherijking van het bevolkingsonderzoeken borst- en

baarmoederhalskanker, de vernieuwing van de baarmoederhalskankerscreening, de kasschuif

darmkankerscreening, het harmoniseren van het grootboekrekeningschema en de projectfinanciering voor

de landelijke projecten.

Page 61: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

61

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

4. FINANCIEEL VERSLAG

4.1 Toelichting financieel jaarverslag

Het totale resultaat van het jaar 2014 komt uit op € 556.295 positief. Van dit resultaat is € 266.548

toegevoegd aan de egalisatiereserve en € 289.747 aan de bestemmingsreserve ICT-upgrade. De

bestemmingsreserve is gevormd om de toekomstige ICT-kosten van de drie bevolkingsonderzoeken te

kunnen financieren. De berekening van de bestemmingsreserve ICT-upgrade is gebaseerd op de

verlaging van de afschrijvingskosten van de mammografen. Het totale eigen vermogen komt hiermee

ultimo 2013 uit op € 2.510.299 en bedraagt 10,22 procent van de verleende subsidie van € 24.559.657 en

overschrijdt hierdoor onder de maximaal toegestane grens van 10 procent met een bedrag van € 54.333.

Aan de subsidiegever RIVM is een verzoek ingediend om deze overschrijding te mogen reserveren voor

de toekomstige ICT-kosten.

Baten

De baten komen totaal uit op € 24.365.620 en bestaan voor € 24.209.029 uit subsidie baten en voor

€ 156.591 aan overige inkomsten. Hieronder volgt een toelichting op de baten per bevolkingsonderzoek.

Productie en baten borstkankerscreening

De productie in 2014 is uitgekomen op 225.506 onderzoeken; dat zijn er 1.429 minder dan begroot

(226.935). Het tarief per onderzoek is uitgekomen op € 62,99 en dat is een daling van € 0,03 ten opzichte

van het begrote tarief van € 63,02. De subsidiebaten zijn totaal € 14.204.623 en zijn € 96.866 lager dan

begroot. De overige inkomsten van € 111.49 betreffen een vergoeding voor de kosten van de pilot

Functiedifferentiatie vanuit een landelijk gevormde bestemmingsreserve.

Productie en baten baarmoederhalskankerscreening

De productie in 2014 is uitgekomen op 114.494 onderzoeken. Dit zijn 7.006 minder dan begroot

(121.500). De subsidiebaten zijn totaal € 7.343.271 en zijn ondanks minder onderzoeken toch voor een

bedrag van € 527.616 fors hoger uitgevallen dan begroot. Dit is voornamelijk veroorzaakt door de stijging

van het tarief van laboratoria van € 25,49 in 2013 naar € 33,61 in 2014. Het RIVM heeft deze tariefstijging

die door de NZA is vastgesteld gecompenseerd in het tarief per onderzoek dan van € 56,25 in 2013 is

gestegen naar € 65,29 in 2014. De overige inkomsten van € 45.092 betreffen een vergoeding voor de

inzet van medewerkers binnen het project Vernieuwing Baarmoederhalskankerscreening en zijn

eveneens uit een landelijke bestemmingsreserve vergoed.

Productie en baten darmkankerscreening

De totale productie is in 2014 uitgekomen op 126.057 onderzoeken; 4.377 onderzoeken meer dan

begroot (121.680) De subsidiebaten voor het reguliere bevolkingsonderzoek zijn in 2014 uitgekomen op

€ 2.499.671 en zijn nog steeds gebaseerd op kostendekking. De subsidiebaten voor het proef-

bevolkingsonderzoek darmkanker zijn in 2014 uitgekomen op € 153.491. Tevens is in 2014 door RIVM

een projectsubsidie verleend ter grootte van € 375.000 in het kader van het vergelijkend onderzoek

buisjes darmkanker. Dit onderzoek loopt van 1 december 2014 tot en met 31 december 2015. In 2014 zijn

er € 7.793 aan kosten ten laste van deze subsidie gebracht.

Lasten

De lasten komen totaal uit op € 23.809.325 en zijn lager dan begroot. Hieronder volgt een toelichting op

de kosten per rubriek.

Page 62: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

62

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Personeelskosten

De totale personeelskosten zijn lager dan begroot. De post salarissen is lager uitgevallen doordat er

minder medewerkers in loondienst waren in 2014 De sociale lasten zijn hoger uitgevallen dan begroot, als

gevolg van het verhogen van de voorzieningen Persoonlijk Levensfase Beleid en overgangsrecht PLB

200 uur. De post personeel niet in loondienst is gestegen door enerzijds de stijging van de tarieven van

de huisartsen en de laboratoria, en anderzijds veel inzet van uitzendkrachten. De overige personele

kosten zijn in lijn met de begroting.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten lager door de lagere afschrijvingskosten van de mammografen die vanaf 1 januari

2014 in 10 jaar worden afgeschreven in plaats van zeven jaar. Met deze vrijval van afschrijvingskosten ter

grootte van € 289.747 is een bestemmingsreserve ICT-upgrade gevormd.

Overige lasten

De lagere uitvoeringskosten screening worden veroorzaakt door met name lagere uitnodigingskosten,

waaronder drukwerk en portikosten. De huisvestingslasten en de organisatiekosten zijn binnen begroting

gebleven.

Overige baten/lasten

De overige baten/lasten bestaan voornamelijk uit meevallers in afrekeningen van servicekosten van de

huidige kantoorlocatie in Rotterdam als de oude kantoorlocaties in Leiden. Ook is er een meevaller van

geleaste scanapparatuur van Philips, alsmede zilveropbrengst van de oude analoge foto’s.

Financiële baten en lasten

Deze zijn iets lager uitgevallen dan begroot door lagere bankkosten.

Een verdere specificatie van de cijfers en toelichtingen staan in de Jaarrekening 2014.

Page 63: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

63

CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West – 18 juni

4.2 Balans per 31 december (na resultaatbestemming 2014)

2014 €

2013 €

ACTIVA

A. VASTE ACTIVA

II. Materiële vaste activa

1. Verbouwingen 658.213 634.436

2. Vaste units 718.698 792.065

3. Mobiele units 2.448.041 2.783.378

4. Medische inventaris 998.181 1.223.359

5. Computerapparatuur 120.568 190.980

6. Overige inventaris 248.197 284.526

Totaal Materiële vaste activa 5.191.898 5.908.744

III. Financiële vaste activa 121.299 121.299

Totaal Vaste activa 5.313.197 6.030.043

B. VLOTTENDE ACTIVA

I. Voorraden 659 1.362

II. Vorderingen 240.158 1.150.898

III. Overlopende activa 806.242 781.158

IV. Liquide middelen 8.464.783 4.770.227

Totaal Vlottende activa 9.511.842 6.703.645

Totaal Activa 14.825.039 12.733.688

PASSIVA

C. EIGEN VERMOGEN

V. Egalisatiereserve 2.220.552 1.954.004

Bestemmingsreserve ICT upgrade 289.747 0

Totaal Eigen vermogen 2.510.299 1.954.004

B. VOORZIENINGEN

I. Voorziening dienstjubilea 59.582 61.242

II. Voorziening Persoonlijk Levensfase Beleid 626.077 626.078

III. Voorziening overgangsrecht PLB 200 uur 43.578 0

IV. Voorziening groot onderhoud units 516.379 516.379

V. Voorziening onderhoud mammografen 173.455 222.460

VI. Voorziening opslagkosten analoge foto’s 400.000 440.000

VII. Voorziening opslagkosten digitale foto’s 3.291.260 3.223.810

VIII. Voorziening cao verhoging 31.490 0

Totaal Voorzieningen 5.481.037 5.089.969

E. LANGLOPENDE SCHULDEN

I. Ministerie van Financiën 1.881.680 2.417.914

F. KORTLOPENDE SCHULDEN

I. Crediteuren 340.140 244.424

II. Belastingen, premies sociale verzekeringen en

pensioenen 543.046 433.858

V. Overlopende passiva 4.068.837 2.593.520

Totaal Kortlopende schulden 4.952.023 3.271.802

Totaal Passiva

14.825.039 12.733.688

Page 64: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

64

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

4.3 Staat van baten en lasten

Realisatie Begroting Realisatie

2014 €

2014 €

2013 €

A. BATEN

I. RIVM Borstkankerscreening 14.204.623 14.301.489 14.326.756

I. RIVM Baarmoederhalskankerscreening 7.343.271 6.815.655 7.118.986

I. RIVM Darmkankerscreening 2.499.671 2.797.190 1.291.280

I. RIVM proef-BVO Darmkankerscreening 153.491 170.605 20.448

I. RIVM vergelijkend onderzoek 7.973 0 0

II. Overige inkomsten 156.591 63.170 0

Totaal Baten 24.365.620 24.148.109 22.757.470

B. LASTEN

I. Personeelskosten

Salarissen incl. vakantietoeslag 5.984.978 6.475.942 5.874.916

Sociale lasten 1.647.244 1.415.669 1.399.382

Personeel niet in loondienst 7.666.642 6.927.011 6.868.827

Overige personele kosten 872.677 865.800 785.566

Totaal Personeelskosten 14.700.821 15.684.422 14.928.691

II. Afschrijvingen Vaste activa 897.904 1.117.010 1.113.906

III. Overige lasten

Uitvoeringskosten screening 5.402.992 5.863.456 5.060.417

Huisvestingslasten 412.259 439.882 429.512

Organisatiekosten 874.318 945.106 660.028

Totaal Overige lasten 6.689.569 7.248.444 6.149.957

Overige baten / lasten -46.478 0 -30.300

Totaal Bedrijfslasten 23.712.536 24.049.876 22.162.254

Resultaat voor financiële baten en lasten 653.084 98.233 595.216

C. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

I. Rentebaten -5.156 -5.000 -5.917

II. Rentelasten incl. bankkosten 101.945 103.233 120.452

Totaal Financiële baten en lasten 96.789 98.233 114.535

Totaal Lasten 23.809.325 24.148.109 22.276.789

Resultaat na financiële baten en lasten 556.295 0 480.681

Bestemming resultaat

Toevoeging egalisatiereserve 266.548 480.681

Toevoeging bestemmingsreserve ICT upgrade 289.747 0

Totaal 556.295 480.681

Page 65: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

65

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

4.4 Kasstroomoverzicht (volgens indirecte methode)

2014 €

2013 €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Resultaat voor financiële baten en lasten 653.084 595.216

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 897.904 1.113.905

Mutaties voorzieningen 391.068 816.841

Totaal 1.546.043 2.525.962

Veranderingen in het werkkapitaal

Voorraden 703 -784

Vorderingen 910.740 -1.127.565

Overlopende activa -25.084 -7.661

Kortlopende schulden (exclusief aflossingsverplichting) 1.680.222 -1.005.986

Totaal 2.566.581 -2.141.996

Kasstroom uit operationele activiteiten 4.508.637 383.966

Investeringen

Investeringen in materiële vaste activa -182.048 -78.945

Desinvesteringen 990 0

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -181.058 -78.945

Financieringen

Leningen 0 0

Aflossing leningen -536.234 -536.234

Financiële baten en lasten -96.789 -114.535

Kasstroom uit financieringsactiviteiten -633.023 -650.769

Mutatie geldmiddelen 3.694.556 -345.748

Aansluiting met de balans:

Liquide middelen per 31-12-2013 en per 31-12-2013 4.770.227 5.115.975

Liquide middelen per 31-12-2014 en per 31-12-2013 8.464.783 4.770.227

Mutatie liquide middelen 3.694.556 -345.748

Page 66: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

66

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Page 67: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West – 18 juni 2015

BIJLAGE 1

Samenstelling Raad van Toezicht en Ondernemingsraad

Raad van Toezicht per 31 december 2014

Mevrouw mr. A.E. de Groot, voorzitter Raad van Toezicht

Managing Partner Laergo B.V., Den Haag

- Lid Raad van Commissarissen Vestia Groep, Rotterdam

- Vice-voorzitter Woonzorg Unie Veluwe, Elburg

- Lid Raad van Toezicht Middin, Rijswijk

- Adviseur Nationaal Register, Den Haag

Mevrouw S. Doornweerd, arts, lid Raad van Toezicht

Medisch Adviseur, De Friesland Zorgverzekeraar, Leeuwarden

De heer F.L. Haverkamp, lid Raad van Toezicht

Gepensioneerd CIO Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Amsterdam

- Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest (tot 1 augustus

2014)

- Bureau Gateway, review overheidsprogramma’s, Ministerie Binnenlandse Zaken, Den Haag

- NVWA, Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, lid Advisory Board (vanaf 1 juli 2014)

Drs. J.G. van der Molen, lid Raad van Toezicht

- Lid Raad van Toezicht Amerpoort, Baarn

- Lid Raad van Toezicht KMN Kind&Co, Nieuwegein

- Voorzitter Slow Food Nederland (tot 1 mei 2014)

- Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Stichting Woningbeheer Betuwe

Mevrouw drs. M.E.C. de Ruyter de Wildt, lid Raad van Toezicht

Oprichter en eigenaar van Buro Yousten

- Lid Raad van Toezicht Hersenstichting Nederland, Den Haag

- Lid Raad van Advies Stichting Michiel de Ruyter, Den Haag

Raad van Bestuur

Mevrouw drs. P.H.M. van den Broek MMC, voorzitter Raad van Bestuur

Drs. W.W.J. Spijker, lid Raad van Bestuur

- Lid Raad van Toezicht Stichting voor Protestants Christelijk onderwijs Spectrum, Lansingerland

Ondernemingsraad per 31 december 2014

Hermien Loos, voorzitter

regiocoördinator

Eric Deegenaars, vicevoorzitter

senior applicatiebeheerder

Saadet Dagyaran, lid Dagelijks Bestuur

salarisadministrateur

Jolanda van Leeuwen, lid

MBB’er in de screening

Marianne de Mol, lid

MBB’er in de screening

Mia Molenaar, lid

MBB’er in de screening

Linda Obertop, lid

MBB’er in de screening

Harry Verschuur, lid

applicatiebeheerder

Lenie Weitering, lid

medewerker IMS

Ilona Verheul, ambtelijk secretaris

Page 68: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Page 69: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

BIJLAGE 2 Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente

(peildatum 1 mei 2015)

Gemeente-

code Gemeente Uitnod. Onderz.

Opkomst

2014 (%)

Opkomst

2012 (%)

Opkomst

2010 (%)

484 Alphen aan den Rijn (alleen Boskoop) 2.332 1.979 84,9 84,8 88,7

502 Capelle aan den IJssel 11.381 7.971 70,0 71,5 72,6

503 Delft 12.962 9.621 74,2 74,9 76,1

505 Dordrecht 18.234 13.408 73,5 73,5 75,2

512 Gorinchem 5.158 3.944 76,5 76,0 76,9

518 's-Gravenhage 40.214 25.904 64,4 65,3 68,2

530 Hellevoetsluis 6.981 5.482 78,5 78,5 79,8

531 Hendrik-Ido-Ambacht 4.087 3.321 81,3 83,2 81,8

542 Krimpen aan den IJssel 4.774 3.802 79,6 80,1 81,7

546 Leiden 16.213 11.808 72,8 74,6 77,1

547 Leiderdorp 4.562 3.640 79,8 81,1 83,6

556 Maassluis 5.357 4.288 80,0 80,8 80,8

568 Bernisse (per 1-1-2015 gemeente Nissewaard) 2.220 1.822 82,1 83,8 84,2

569 Nieuwkoop 4.519 3.844 85,1 86,2 87,2

575 Noordwijk 4.432 3.518 79,4 81,1 83,5

576 Noordwijkerhout 2.651 2.186 82,5 81,4 84,2

579 Oegstgeest 3.814 3.116 81,7 82,8 84,3

585 Binnenmaas 5.134 4.114 80,1 81,4 84,4

590 Papendrecht 5.204 4.235 81,4 81,9 84,8

597 Ridderkerk 8.011 6.213 77,6 77,9 80,1

599 Rotterdam 27.874 18.590 66,7 67,6 69,7

606 Schiedam 11.059 7.811 70,6 70,3 72,8

610 Sliedrecht 3.541 2.822 79,7 80,1 82,7

611 Cromstrijen 2.305 1.945 84,4 84,6 86,9

613 Albrandswaard 3.838 2.883 75,1 77,1 80,3

617 Strijen 1.500 1.273 84,9 84,3 87,5

627 Waddinxveen 4.089 3.416 83,5 85,1 87,7

629 Wassenaar 4.621 3.403 73,6 76,2 76,9

638 Zoeterwoude 1.428 1.172 82,1 82,5 84,9

654 Borsele 3.535 2.792 79,0 80,3 80,1

677 Hulst 4.706 3.530 75,0 74,8 76,0

715 Terneuzen 9.405 7.159 76,1 76,8 78,0

716 Tholen 3.708 3.006 81,1 82,5 81,5

1525 Teylingen 5.567 4.661 83,7 85,8 86,0

1621 Lansingerland 7.602 6.243 82,1 82,5 84,5

1676 Schouwen-Duiveland 6.130 4.878 79,6 80,6 80,8

1695 Noord-Beveland 1.347 1.037 77,0 82,1 79,5

1714 Sluis 4.492 3.282 73,1 74,8 76,9

Page 70: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Gemeente-

code Gemeente Uitnod. Onderz.

Opkomst

2014 (%)

Opkomst

2012 (%)

Opkomst

2010 (%)

1842 Midden-Delfland 2.818 2.357 83,6 84,8 87,4

1884 Kaag en Braassem (alleen Jacobswoude) 1.882 1.570 83,4 85,8 86,2

1892 Zuidplas (alleen Zevenhuizen-Moerkapelle) 1.663 1.406 84,6 84,3 86,2

1901 Bodegraven-Reeuwijk 5.200 4.371 84,1 85,2 86,9

1916 Leidschendam-Voorburg (alleen Leidschendam) 5.978 4.676 78,2 78,1 80,6

Page 71: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

BIJLAGE 3 Opkomst en passieve participatie baarmoederhalskanker

per gemeente in 2014

Gemeente Opkomst Antwoordkaart Non-respons*

2014 2013 2012 2011 2014 2014

Uitgen. Aantal

% % % % Aantal % Aantal %

Alblasserdam 758 472 62,3 64,0 57,9 62,4 78 10,3 208 27,4

Albrandswaard 1.263 819 64,8 65,4 61,7 63,5 131 10,4 313 24,8

Alphen aan den Rijn 4.968 3.534 71,1 70,5 73,3 72,7 539 10,8 895 18,0

Barendrecht 2.240 1.436 64,1 65,2 62,1 64,5 175 7,8 629 28,1

Bergambacht 446 306 68,6 75,8 74,3 74,5 59 13,2 81 18,2

Bernisse 527 371 70,4 71,5 69,0 68,6 49 9,3 107 20,3

Binnenmaas 1.247 858 68,8 69,3 68,9 66,4 105 8,4 284 22,8

Bodegraven-Reeuwijk 1.452 1.011 69,6 72,7 75,4 73,8 159 11,0 282 19,4

Borsele 997 636 63,8 67,2 65,2 68,3 95 9,5 266 26,7

Brielle 750 483 64,4 69,2 64,8 65,6 79 10,5 188 25,1

Capelle aan den IJssel 3.197 1.830 57,2 57,8 55,1 54,9 291 9,1 1.076 33,7

Cromstrijen 582 393 67,5 67,7 71,7 67,0 61 10,5 128 22,0

Delft 4.175 2.391 57,3 62,2 62,0 61,6 470 11,3 1.314 31,5

Den Haag 25.218 12.461 49,4 50,1 48,5 49,1 2.096 8,3 10.661 42,3

Dordrecht 5.372 3.022 56,3 59,0 55,9 58,1 453 8,4 1897 35,3

Giessenlanden 674 493 73,1 72,5 70,2 74,2 45 6,7 136 20,2

Goeree-Overflakkee 2.096 1.356 64,7 64,1 62,9 66,1 266 12,7 474 22,6

Goes 1.608 1.075 66,9 71,6 66,0 63,6 140 8,7 393 24,4

Gorinchem 1.649 1.009 61,2 63,0 58,6 61,3 173 10,5 467 28,3

Gouda 3.300 2.194 66,5 69,4 70,7 70,3 335 10,2 771 23,4

Hardinxveld-Giessendam 713 466 65,4 70,7 63,9 68,6 77 10,8 170 23,8

Hellevoetsluis 1.757 1.184 67,4 63,9 66,3 65,8 172 9,8 401 22,8

Hendrik-Ido-Ambacht 1.279 834 65,2 64,6 63,7 57,6 114 8,9 331 25,9

Hillegom 950 640 67,4 69,3 62,1 62,7 93 9,8 217 22,8

Hulst 1.268 755 59,5 62,7 58,5 58,6 146 11,5 367 28,9

Kaag & Braassem 1.203 868 72,2 74,5 74,2 75,6 128 10,6 207 17,2

Kapelle 625 439 70,2 70,4 68,9 68,7 59 9,4 127 20,3

Katwijk 2.855 2.017 70,6 70,0 71,0 68,1 296 10,4 542 19,0

Korendijk 454 285 62,8 64,4 67,5 68,3 54 11,9 115 25,3

Krimpen a/d IJssel 1.236 874 70,7 73,9 69,0 73,6 112 9,1 250 20,2

Lansingerland 2.782 1.913 68,8 70,3 67,9 68,2 243 8,7 626 22,5

Leerdam 882 517 58,6 63,7 62,3 62,0 78 8,8 287 32,5

Leiden 5.691 3.442 60,5 60,8 59,3 58,8 468 8,2 1.781 31,3

Leiderdorp 1.277 852 66,7 66,4 68,9 70,0 94 7,4 331 25,9

Leidschendam-Voorburg 3.407 1.986 58,3 59,5 55,5 57,1 362 10,6 1.059 31,1

Lisse 1.054 791 75,0 74,0 72,9 76,2 86 8,2 177 16,8

Maassluis 1.448 1.001 69,1 68,9 73,2 72,5 98 6,8 349 24,1

Middelburg 2.144 1.271 59,3 62,9 59,0 59,7 186 8,7 687 32,0

Midden-Delfland 804 608 75,6 74,5 74,0 74,8 67 8,3 129 16,0

Page 72: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Gemeente Opkomst Antwoordkaart Non-respons*

Molenwaard 1.165 722 62,0 64,9 60,3 64,2 113 9,7 330 28,3

Nederlek 634 445 70,2 69,1 72,5 75,2 45 7,1 144 22,7

Nieuwkoop 1.198 880 73,5 72,8 68,9 72,1 119 9,9 199 16,6

Noord-Beveland 312 167 53,5 64,8 57,2 60,5 31 9,9 114 36,5

Noordwijk 1.196 843 70,5 70,8 72,2 74,1 103 8,6 250 20,9

Noordwijkerhout 727 495 68,1 72,4 65,1 64,0 69 9,5 163 22,4

Oegstgeest 1.070 736 68,8 69,1 70,5 71,8 89 8,3 245 22,9

Oud-Beijerland 1.018 666 65,4 66,9 65,8 68,4 90 8,8 262 25,7

Ouderkerk 343 223 65,0 71,9 66,9 74,9 44 12,8 76 22,2

Papendrecht 1.404 887 63,2 61,1 60,8 62,4 133 9,5 384 27,4

Pijnacker-Nootdorp 2.473 1.721 69,6 73,3 72,7 72,6 207 8,4 545 22,0

Reimerswaal 916 548 59,8 60,9 59,0 62,5 94 10,3 274 29,9

Ridderkerk 2.042 1.256 61,5 64,3 61,4 61,8 186 9,1 600 29,4

Rijswijk 2.268 1.291 56,9 59,6 54,9 54,5 232 10,2 745 32,8

Rotterdam 29.528 15.053 51,0 52,3 49,2 49,8 2.092 7,1 12.383 41,9

Schiedam 3.688 1.999 54,2 58,6 54,8 57,2 320 8,7 1.369 37,1

Schoonhoven 562 390 69,4 68,1 70,2 70,2 57 10,1 115 20,5

Schouwen-Duiveland 1.525 931 61,0 60,7 58,0 58,7 108 7,1 486 31,9

Sliedrecht 1.006 612 60,8 61,2 56,8 61,4 118 11,7 276 27,4

Sluis 1.025 544 53,1 52,2 53,3 52,0 112 10,9 369 36,0

Spijkenisse 3.604 2.206 61,2 63,9 60,5 60,9 272 7,5 1.126 31,2

Strijen 424 300 70,8 65,9 66,2 66,6 31 7,3 93 21,9

Terneuzen 2.376 1.405 59,1 62,6 57,7 58,0 236 9,9 735 30,9

Teylingen 1.705 1.244 73,0 74,7 77,6 76,7 171 10,0 290 17,0

Tholen 1.122 679 60,5 63,0 63,8 66,1 101 9,0 342 30,5

Veere 935 616 65,9 65,1 62,8 62,6 66 7,1 253 27,1

Vlaardingen 3.152 1.944 61,7 65,1 61,2 64,1 249 7,9 959 30,4

Vlissingen 1.934 1.109 57,3 58,3 56,9 58,1 129 6,7 696 36,0

Vlist 422 305 72,3 67,0 77,8 77,3 31 7,3 86 20,4

Voorschoten 1.137 754 66,3 68,1 70,3 66,6 103 9,1 280 24,6

Waddinxveen 1.122 748 66,7 72,1 71,3 72,1 142 12,7 232 20,7

Wassenaar 1.150 601 52,3 53,5 47,1 48,2 138 12,0 411 35,7

Westland 4.537 3.394 74,8 75,2 74,8 76,1 412 9,1 731 16,1

Westvoorne 664 448 67,5 71,2 67,5 74,4 50 7,5 166 25,0

Zederik 586 371 63,3 68,4 65,8 68,2 57 9,7 158 27,0

Zoetermeer 5.872 3.495 59,5 62,5 59,1 59,7 559 9,5 1.818 31,0

Zoeterwoude 343 232 67,6 73,6 73,0 73,3 35 10,2 76 22,2

Zuidplas 1.904 1.350 70,9 71,7 70,4 67,6 184 9,7 370 19,4

Zwijndrecht 1.974 1.160 58,8 60,2 57,1 57,3 197 10,0 617 31,3

Overige gemeenten 0 0 0 0,0 33,3 25,0 0 0 0 0

Totaal 183.411 109.663 59,8 61,3 59,3 60,1 16.257 8,9 57.491 31,3

* Het non-respondentenpercentage is iets hoger dan in deze tabel weergegeven. Dit komt doordat cliënten die zich

tijdelijk afmelden met als (meest genoemde) reden zwangerschap in het lopende jaar weer deelnemen aan het

bevolkingsonderzoek.

Page 73: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

BIJLAGE 4

Begrippen en afkortingen

AED Automatische Externe Defibrillator

AMC Amsterdams Medisch Centrum

AMOL Arbeidsmarktontwikkeling laboranten

AO Administratieve organisatie

AVI Afspraak via internet

BE Beoordelingseenheid

Benchmark Vergelijking van kwaliteit en prestaties van een organisatie met die van vergelijkbare

andere organisaties

BHV Bedrijfshulpverlening

BIRADS Breast Imaging-Reporting and Data System

BIRADS 0 Hierbij gaat het vaak om cysten en asymmetrisch klierweefsel

BK Borstkanker

BMHK Baarmoederhalskanker

BOS Bestuurdersoverleg screeningsorganisaties

BVO Bevolkingsonderzoek(en)

CBS Centraal Bureau voor de Statistiek

CIN Cervicale Intra-epithale Neoplasie

CIS Cervix Informatie Systeem

CORERO Colorectaal Carcinoom Rotterdam

crc colorectaal carcinoom

DCR Diagnostisch Centrum Rotterdam

DICA Dutch Institute for Clinical Auditing

DK Darmkanker

DNV Det Norske Veritas, onafhankelijke stichting op het gebied van het beheersen van

risico's

ECABO Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de economisch/administratieve,

ICT- en veiligheidsberoepen

EDI Electronic Data Interchange (digitaal geautomatiseerd gestandaardiseerde berichten

uitwisselen tussen computersystemen)

FSB Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken

gFOBT Guaiac fecaal occult bloedtest

HKZ Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector

hrHPV high risk humaan papillomavirus

HRM Human Resources Management

IBOB Landelijk informatiesysteem borstkanker

IKC Integraal Kankercentrum

IKNL Integraal Kankercentrum Nederland

iFOBT Immunologische faeces occult bloedtest

iMGZ Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC

IMS Image Management Systeem

ISO Internationale Organisatie voor Standaardisatie

ISC ICT Service Center

KOPAC Codering voor beoordeling van uitstrijkje: Kwaliteit (of Kompositie), Ontsteking,

Plaveiselcelepitheel, Andere afwijkingen en endocervicale afwijkingen van het

Cilinderepitheel

LCIBD Landelijke Commissie Invoering Bevolkingsonderzoek Darmkanker

Page 74: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

LETB Landelijk Evaluatie Team Borstkanker

LRCB Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek

LWC Landelijke Werkgroep Communicatie

LWKL Landelijke Werkgroep Klachtenfunctionarissen

MASS Modified Assessment of Referred Women in Service Screening

MBB’er Medisch Beeldvormend- en Bestralingsdeskundige

MBO Middelbaar beroepsonderwijs

MDL Maag Lever Darm

MT Managementteam

NEN-EN 15224 Kwaliteitskeurmerk voor de zorg

NVKC Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde

NVMBR Nederlandse Vereniging Medische Beeldvorming en Radiotherapie

NVMDL Nederlandse Vereniging van Maag-darm-leverartsen

NVVP Nederlandse Vereniging voor Pathologie

NvVR Nederlandse Vereniging voor Radiologie

OCAI Organizational Culture Assessment Instrument

OMB/C/D Overleg Managers Borstkanker- / Cervix- / Darmkankerscreening

OR Ondernemingsraad

RCMDL Regionaal coördinerend MDL-arts

RCP Regionaal Coördinerend Patholoog

RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie

RIVM/CvB Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu / Centrum voor Bevolkingsonderzoeken

ROS Regionale Ondersteuning Structuren eerstelijnszorg

RvT Raad van Toezicht

ScreenIT Elektronische gegevensuitwisseling binnen de bevolkingsonderzoeken

SE Screeningseenheid (screeningsunit)

SES Sociaaleconomische status

SLS Score Laboranten Screening

SMT Sociaal Medisch Team

SPX SP-Expert, software voor personeelsplanning en tijdsbeheer

TCMDL Toetsingscoördinator MDL-arts

VIKS Versterking Infrastructuur Kankerscreening

VTC Video-teleconferencing

VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WBO Wet op het Bevolkingsonderzoek

WAI WerkAbilityIndex

WVM WerkVermogensMonitor

ZAS Zelfafnameset

ZUHA Zelfuitnodigende huisarts; huisarts die zelf de uitnodiging voor het

bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker verstuurt

Page 75: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Page 76: CONCEPT Jaarverslag 2014 – Bevolkingsonderzoek Zuid-West ...

Bevolkingsonderzoek Zuid-West

Maasstadweg 124 | 3079 DZ Rotterdam

Postbus 91163 | 3007 MD Rotterdam

t 088 248 21 00

[email protected] | www.bevolkingsonderzoekzuid-west.nl

juni 2015