Competenties voor medewerkers niveau 2 4 in de ... · - Samenwerken in het team (tenzij het team...
Transcript of Competenties voor medewerkers niveau 2 4 in de ... · - Samenwerken in het team (tenzij het team...
Van zorgen voor naar zorgen dat…
Competenties voor medewerkers niveau 2 – 4
in de wijkverpleegkundige zorg thuis
Branchevereniging BTN
De Molen 89
3995 AW HOUTEN
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 1 van 36
Inhoudsopgave
1. Voorwoord ......................................................................................................................................... 3
2 Samenvatting ..................................................................................................................................... 4
3. Inleiding .............................................................................................................................................. 5
Transities ........................................................................................................................................... 6
Curriculum als fundament voor de nieuwe tijdgeest ................................................................... 6
4. De bril waardoor we (gaan) kijken ................................................................................................. 7
Horizon en ambitie ........................................................................................................................... 7
Bruggen bouwen .............................................................................................................................. 7
5. Het curriculum ................................................................................................................................... 8
5.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 8
5.2. Basis voor de transitie .............................................................................................................. 8
5.3 Competenties en modules ........................................................................................................ 9
Module 1 Wet en regelgeving ............................................................................................................. 9
Inleiding voor de deelnemer ........................................................................................................... 9
Voorbereiding door de deelnemer voor start E-learning .......................................................... 10
Cursusmateriaal voor teambespreking over wet- en regelgeving .......................................... 11
Module 2 Samenwerken in het sociaal netwerk en met vrijwilligers ........................................... 13
Inleiding voor de deelnemer ......................................................................................................... 13
Voorbereiding door de deelnemer ............................................................................................... 14
Cursusmateriaal voor de docent bij Module 2. .......................................................................... 14
Module 3. Samenwerken met naasten / mantelzorgers ............................................................... 16
Inleiding voor de deelnemer: ........................................................................................................ 16
Voorbereiding door de deelnemer ............................................................................................... 17
Cursusmateriaal voor de docent bij module 3 ........................................................................... 18
Module 4. Zelfmanagement en eigen regie .................................................................................... 20
Inleiding voor de deelnemer ......................................................................................................... 20
Voorbereiding door de deelnemer ............................................................................................... 21
Cursusmateriaal voor de docent bij module 4. .......................................................................... 21
Module 5. Omgaan met mensen met dementie ............................................................................. 23
Inleiding voor de deelnemer ......................................................................................................... 23
Voorbereiding door de deelnemer ............................................................................................... 23
Cursusmateriaal voor de docent bij module 5 ........................................................................... 24
Module 6. Professionele verantwoordelijkheid nemen ................................................................. 25
Inleiding voor de deelnemer ......................................................................................................... 25
Voorbereiding door de deelnemer ............................................................................................... 26
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 2 van 36
Cursusmateriaal voor de docent bij module 6 ........................................................................... 26
Module 7. Samenwerken in het team .............................................................................................. 28
Inleiding voor de deelnemer ......................................................................................................... 28
Voorbereiding door de deelnemer ............................................................................................... 29
Cursusmateriaal voor de docent bij module 7 ........................................................................... 29
5.4 Didactische uitgangspunten ................................................................................................... 31
Aansluiten ........................................................................................................................................ 31
Blended learning ............................................................................................................................. 31
Feedbackloop en mindtriggers ..................................................................................................... 31
Performance support ..................................................................................................................... 32
De kracht van herhaling ................................................................................................................ 32
Borgen .............................................................................................................................................. 32
6. Waarmee gaan we het verschil maken? .................................................................................... 33
Burgerkracht .................................................................................................................................... 33
Verbinding ....................................................................................................................................... 33
Bewustwording ............................................................................................................................... 33
Bijlagen ................................................................................................................................................. 34
Colofon ................................................................................................................................................. 35
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 3 van 36
1. Voorwoord
Er zijn grote veranderingen aan de orde binnen de zorg. Sommige inhoud gedreven, sommige vooral
gedreven door bezuinigingen. Beide komen terug in de beweging richting meer integrale functies.
Binnen de zorg is veel onzeker geworden terwijl de vraag naar zorg blijvend is. Uiteindelijk gaat het
over de vraag hoe we de zorg organiseren. BTN is niet alleen een brancheorganisatie van
zorgaanbieders, maar richt zich ook op de vraag hoe de zorg op verantwoorde wijze – ook financieel -
georganiseerd kan worden.
Onze opvattingen over wat goede zorg is en wat noodzakelijke handelingen binnen de zorg zijn
veranderen. Het denken daarover heeft de laatste paar jaar enkele keuzerichtingen bepaald: centrale
lijn is niet meer zorgen voor, maar zorgen dat. Dit stelt eisen aan de verzorgende en stelt nieuwe
vragen aan de cliënt zelf en zijn omgeving. De cliënt en omgeving krijgen een grotere rol toebedeeld
in de organisatie van de zorg. Dit meer dan ooit in samenwerking met, en in aanvulling op, de
professionele (betaalde) zorgverlener. De professionele zorgverlener moet binnen dat nieuwe
krachtenveld een positie innemen.
Voor BTN is het van belang om haar leden te ondersteunen in het positioneren van hun medewerkers
in dit nieuwe krachtenveld. De zorgprofessional zal zich moeten bekwamen om het werk anders in te
richten en daarbij vanuit haar professionele houding een zorgomgeving te organiseren rondom de
cliënt en zijn of haar naasten. Veel aandacht gaat hierbij uit naar de wijkverpleegkundige. Echter, ook
verzorgenden dienen nieuwe vaardigheden en competenties te ontwikkelen om mee te kunnen in
deze transitie. Daarnaast is het van belang een zorgorganisatie te realiseren die duurzaam en
financieel beter aansluit op de huidige vraag.
Dit vraagt om een integrale benadering en resulteert in de optiek van BTN dat we toe moeten naar
integrale functies die een centrale verantwoordelijkheid hebben in het realiseren van zorg die zowel
effectief als efficiënt is; sterk gericht op preventie en zorglast reductie, maar vooral op
zelfredzaamheid en langdurig zelfstandig kunnen wonen.
BTN levert met dit rapport een volgende bijdrage aan de gewenste veranderingen in de zorg. Het heft
de oude scheidslijnen binnen de zorg gedeeltelijk op en legt de omschrijving van een nieuwe
uitdagende functie neer. De beschreven vaardigheden en competenties maken de weg naar
daadwerkelijk integrale functies vrij. Dit zal niet alleen bijdragen aan de herwaardering van de
verzorgende in de thuiszorg, maar ook de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg vergroten.
Daarnaast moet het mogelijk maken dat zorgprofessionals en zorgaanbieders, aan de hand van deze
rapportage, een toekomstbestendige positie innemen in het zorgstelsel van de toekomst.
Hans Buijing
Bestuurder BTN
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 4 van 36
2 Samenvatting
Het sociaal domein is volop in beweging. Voor de thuiszorg leidt dit tot een andere manier van kijken
en tot een nieuwe werkwijze. Van zorgen voor naar zorgen dat. De wijkverpleegkundige pakt haar rol
op, nu zijn de overige medewerkers van de thuiszorgwijkteams aan zet. BTN ziet als stip op de
horizon integrale functies in de thuiszorgteams -en breder in het sociaal domein- en resultaatgericht
werken.
De insteek is steeds: wat zijn de vragen van cliënten en hun mantelzorg en hoe kunnen we die
integraal als team oppakken. Vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid wil BTN zorgen dat de
zorgteams zo zijn samengesteld, dat voorkomen wordt dat de zorgvraag onnodig hoger wordt. Voor
alle zorgverleners is van belang dat zij weten waar hun mogelijkheden, maar ook beperkingen liggen.
Kortom, we willen voorkomen dat medewerkers onbewust onbekwaam zijn en blijven. Medewerkers
op alle niveaus gaan mee in de verandering.
De basisfilosofie is dat zorgverleners
- Aansluiten bij de cliënt in zijn verleden, heden en toekomst.
- Een vraaggerichte attitude hebben.
- Zien dat de cliënt het uitgangspunt is, en dienovereenkomstig handelen.
- Altijd samenwerking zoeken met de mantelzorg.
- Hun acties altijd afstemmen op het zorgplan en op eventuele specifieke afspraken binnen de
organisatie en het team.
- Zorgen voor in plaats van zorgen dat.
- De mogelijkheden van de cliënt en diens systeem optimaal stimuleren, ontwikkelen en
benutten.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 5 van 36
3. Inleiding
Er is veel beweging in het sociaal domein. De opbouw
van de participatiesamenleving staat in de steigers.
Met ingang van 2015 zijn de extramurale verpleging en
persoonlijke verzorging opgenomen in het basispakket
van de Zorgverzekeringswet (Zvw), vallend onder de
nieuwe aanspraak Wijkverpleging. De wijkverpleegkundige heeft binnen de Zvw een grotere rol
gekregen: zij is zelf verantwoordelijk voor het stellen van de verpleegkundige indicatie en de
zorgtoewijzing. Vanuit de oorspronkelijke AWBZ bestond recht op zorg (indicatiestelling op
zorghandelingen). We zitten nu in de transitie naar het aanspreken van de cliënt / burger op eigen
mogelijkheden, eigen kracht en zelfredzaamheid. Relevante vragen zijn: wat kan de cliënt (nog) zelf,
wat kunnen de mantelzorgers en/of vrijwilligers, thuiszorg of andere zorgverleners. Van zorgen voor
naar zorgen dat. Dit vraagt niet alleen een verandering van de wijkverpleegkundige, maar van het
hele wijkteam1. De insteek en inzet van zorg is nadrukkelijk anders dan voorheen. Voor de
wijkverpleegkundige is in deze transitie al veel (bij)scholing en ondersteuning gerealiseerd. Het is tijd
voor de volgende stap.
BTN vindt het noodzakelijk om ook de andere VVT-medewerkers (niveau 2-4) in het
Thuiszorgwijkteam te ondersteunen in hun nieuwe rol. Deze rol vereist andere kwaliteiten en
competenties van hen. Zij moeten daarnaast ook hun plek in het wijkteam gaan kennen en een goede
aansluiting vinden bij wijkverpleegkundige en andere professionals.
Om dit te realiseren is in nauwe samenwerking met leden van BTN het project ‘Integrale functies in de
Zvw’ gestart. Een belangrijke doelstelling van dit project is de ontwikkeling van generieke en
specialistische competenties.
1 Waar we in dit rapport spreken over wijkteam bedoelen we de wijkverpleegkundige zorg thuis niveau 2 – 5.
Naar een nieuwe rol in het
wijkteam
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 6 van 36
Transities
Eigen kracht en burgerinitiatief kenmerken de nieuwe tijdgeest. Dit is niet zomaar een loze kreet, maar
een werkelijke transitie waar vanuit een ander paradigma gekeken wordt naar hulpvragen. Niet de
vraag ‘wat kan ik voor u doen’, maar ‘wat kunt u nog zelf’ staat centraal. Een andere transitie is die
van denken in niveaus naar integraal denken.
Curriculum als fundament voor de nieuwe tijdgeest
BTN wil een nieuw, op maat gesneden curriculum (leerplan)
als fundament voor de VVT-medewerkers in de wijkteams.
Naast de generalistische functies ziet BTN in de toekomst
hier ook noodzaak tot meer specialistische functies.
Bijvoorbeeld die van functionaris Individuele Ondersteuning en Begeleiding in de WMO. In deze fase
richten we ons op de generalistische functie van medewerkers in het wijkteam niveau 2-4.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 7 van 36
4. De bril waardoor we (gaan) kijken
De zorgverlener is onderdeel geworden van een bredere
maatschappelijke context, het sociaal domein. Steeds vaker
zullen medewerkers in netwerken (hubs) rondom de cliënt
hun werk doen. Met als paradigmashift ‘wat kan de persoon
die ik voor me heb nog zelf’ in plaats van ‘ik regel het wel
voor u’. De bril waardoor we gaan kijken verandert. Om die
andere bril op te kunnen zetten is bewustwording nodig.
Bewustwording van het huidige referentiekader (wij weten wat goed voor u is, wij helpen u door het
voor u te doen) én bewustwording van de nieuwe tijd en de veranderingen die dat met zich
meebrengt.
Horizon en ambitie
BTN verwacht in de toekomst een kanteling van de oude indeling van Thuiszorgfuncties in vijf niveaus
naar drie integrale functies: de basisondersteuner, de integraal ondersteuner en de coördinator. De
thuiszorg van de toekomst is niet meer output gericht (twee uur hulp bij persoonlijke verzorging
leveren) maar focust op outcome. De cliënt wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, uitgaande
van de levensstijl die bij hem of haar past. BTN wil deze kanteling mede beïnvloeden door er
vroegtijdig op te anticiperen. Daarnaast is er de ambitie om met haar visie op de toekomst en
proactieve houding stakeholders te prikkelen. Tevens is er het idee dat ook medewerkers van een
sociaal wijkteam in de toekomst het basiscurriculum kunnen volgen en dat er een extra module
‘medewerker sociaal domein’ komt.
Bruggen bouwen
Het curriculum voor de generalist in de wijkteams is de eerste stap. Met behulp van dit leerplan slaan
we een brug naar de nieuwe tijd, de nieuwe wereld waarbij de focus ligt op de professionals die in het
Thuiszorgwijkteams werkzaam zijn met de huidige niveaus 2-4.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 8 van 36
5. Het curriculum
5.1 Inleiding
Dit curriculum beschrijft de competenties waarover medewerkers in de zorg thuis anno 2016 zouden
moeten beschikken. De competenties zijn opgebouwd uit een algemene omschrijving en vervolgens
uitgewerkt op kennis en gedrag (eindtermen). Ze vormen het uitgangspunt voor de inrichting van de
modules. Iedere module start met een inleiding voor de deelnemer en een voorbereidende vraag of
opdracht. De modules zijn ontwikkeld op basis van een mix van blended learning2. Waar mogelijk is
gebruik gemaakt van bestaande E-learning programma’s. De competenties en de modules, inclusief
het lesmateriaal voor de docent, staan beschreven in paragraaf 5.3. In paragraaf 5.4 staan de
didactische uitgangspunten.
5.2. Basis voor de transitie
Gelet op de veranderingen in het sociaal domein, de in gang gezette transitie en de consequenties
daarvan voor de zorg thuis, is BTN van mening dat onderstaande modules de kern vormen van de
transitie en om die reden door alle medewerkers in de zorg thuis gevolgd zouden moeten worden:
- Wet- en regelgeving (Module 1)
- Samenwerken in het sociaal netwerk met vrijwilligers (Module 2)
- Samenwerken met naasten en mantelzorgers (Module 3)
- Zelfmanagement en eigen regie (Module 4)
- Professionele verantwoordelijkheid nemen (tenzij medewerkers hier in een eerder stadium al
in geschoold zijn) (Module 5)
- Samenwerken in het team (tenzij het team hierin al eerder geschoold is). Als advies geven wij
om dagdeel 3 van deze module (het team in beeld en teamontwikkeling) minimaal eenmaal
per jaar terug te laten komen (Module 6)
2 Blended learning is een mix van online leren, face to face leren en leren op de werkplek middels reflectie en opdrachten.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 9 van 36
5.3 Competenties en modules
Module 1 Wet en regelgeving
E-learning en vervolg in teambespreking
Competentie: Basiskennis hebben van relevante wet- en regelgeving.
Inleiding voor de deelnemer
In Module 1 behandelen we de belangrijkste wet- en regelgeving voor de zorg thuis.
Achtereenvolgens behandelen we de Wet op de Langdurige Zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet
(Zvw) en de Wet op de Maatschappelijke Ontwikkeling (Wmo).
Na het doorlopen van deze module is de medewerker zorg thuis bekend met de belangrijkste wet en
regelgeving voor de zorg thuis en in staat om vragen van de cliënt of diens naasten adequaat te
beantwoorden en / of door te verwijzen.
Zij beschikt over de volgende kennis en vaardigheden:
o Kennis
- Weet de verschillen tussen Wlz, Zvw en Wmo als wettelijke voorzieningen en aanspraken in de zorg.
- Weet de belangrijkste verschillen tussen deze voorzieningen.
- Weet dat verschillende zorgverzekeraars, met eigen eisen / afspraken bij de zorg betrokken kunnen zijn.
- Weet waar informatie of kennis binnen de eigen organisatie of lokaal te halen is. o Vaardigheden en attitude
- Kan aan een cliënt / naaste informeren welke zorg ( in grote lijnen) valt onder de Zvw, Wlz en Wmo.
- Kan de cliënt en zijn naasten vertellen hoe aanvragen voor deze zorgvoorzieningen verlopen of kan gericht doorverwijzen.
- Kan gerichte vragen van cliënten en naasten m.b.t. onbeantwoorde of mogelijk onderliggende vragen signaleren en, volgens afspraken in team of organisatie, actie ondernemen
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 10 van 36
Voorbereiding door de deelnemer voor start E-learning
- Beschrijf kort een vraag van een cliënt over mogelijkheden van zorg / voorzieningen die je niet
kon beantwoorden.
- Welke zorgverzekeraar is in jouw regio het meest actief?
E-learning nieuwe wet en regelgeving (moet nog ontwikkeld worden)
In de e-learning worden de Wlz, Zvw en de Wmo in het kort uitgelegd en naast elkaar gezet. Verder is
in de e-learning een zoekopdracht opgenomen naar de afspraken in de Wmo van de ‘eigen’
gemeente(n).
Om de kennis uit de E-learning goed te borgen in de eigen werksituatie is een vervolg in het eigen
team essentieel. Hierbij is het wel van belang dat alle teamleden de E-learning hebben afgerond.
Gezien de deskundigheid en taken van de wijkverpleegkundige zou zij dit teamoverleg goed kunnen
leiden.
Aan de orde moet komen:
- Kunnen alle vragen die de medewerkers voorafgaand aan de e-learning hebben
opgeschreven nu worden beantwoord?
- Is de kennis toe te passen in de eigen werksituatie.
- Bij wie of waar kun je terecht als je vragen hebt over het geven van zorg en de wet-en
regelgeving.
Op de volgende pagina een aantal werkvormen uitgewerkt dat hierbij gebruikt kan worden.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 11 van 36
Cursusmateriaal voor teambespreking over wet- en regelgeving
Thema: wet- en regelgeving.
CM 1. Casus ‘Het echtpaar Jansen’ en/of eigen casuïstiek van E-learning blok
Meneer Jansen is 83 jaar oud en mevrouw is 78 jaar. Ze wonen in een kleine eengezinswoning.
De heer heeft longproblemen en is zeer kortademig, hij kan slechts hele korte stukjes lopen.
Traplopen kost steeds meer moeite en tijd. Zijn vrouw helpt hem het laatste jaar steeds meer o.a. met
douchen en aankleden. Tot enkele jaren geleden deed het echtpaar samen het huishouden, maar
door de kortademigheid van meneer heeft mevrouw steeds meer overgenomen. Eigenlijk doet ze
alles, behalve de grote boodschappen. Deze neemt hun schoonzoon wekelijks voor hen mee. Kleine
boodschappen doet ze nog op de fiets. Mevrouw is diabeet en heeft hier tabletten voor en daarnaast
medicatie voor haar hart. Mevrouw is de laatste weken niet lekker; lusteloos, moe en soms duizelig. Zij
is naar de huisarts geweest en blijkt afgevallen te zijn en flink ontregelde suiker te hebben. Ze gaat
starten met insuline.
Vraag: vanuit welke zorgvoorziening(en) zou het echtpaar zorg kunnen krijgen?
Hoe moeten ze dit regelen?
CM 2. Vragenspel
‘Waar / niet waar’
1. De wijkverpleegkundige indiceert voor
o Zvw
o Wmo
o Wlz
2. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van
o Zvw
o Wmo
o Wlz
3. De huisarts moet een verwijsbrief geven voor de aanvraag van de
o Zvw
o Wmo
o Wlz
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 12 van 36
CM 3. Bespreken afspraken team en organisatie m.b.t.
- Indicatiestelling Zvw:
o Procedure
o Evaluatie
o Bijstellen indicatie
- Wmo aanvraag
- Wlz aanvraag
- Rol van de wijkverpleegkundige of andere interne mensen voor doorverwijzen of vraagbaak.
CM 4. Literatuur
- A4 hoofdlijnen Zvw, Wmo en Wlz
- Achtergrond informatie
- Op hoofdlijnen kennis nemen van beleidsregels CIZ.
- https://www.ciz.nl/voor-professionals/beleidsregels-Wlz/Paginas/default.aspx
- http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/hervorming-zorg-misverstanden-Wet-langdurige-
zorg.html
CM. 5. 2 Teasers via SMS
- Welke afspraken leg je ook al weer vast in het cliëntdossier als het gaat om wet- en
regelgeving?
- Voor welke wet mag de wijkverpleegkundige indiceren?
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 13 van 36
Module 2 Samenwerken in het sociaal netwerk en met vrijwilligers
E-learning en twee dagdelen met een docent, waarvan één tevens met een trainingsacteur.
Competenties:
Kennis hebben van en benutten sociaal netwerk en sociale kaart en samenwerken met
het sociale netwerk en met vrijwilligers
Inleiding voor de deelnemer
In deze module behandelen we het sociaal netwerk en de sociale kaart van de eigen organisatie /
regio. Na afloop van deze module kent de medewerker zorg thuis het belang van sociale netwerken.
Zij kan cliënt of naaste adequaat antwoord geven op vragen of gericht doorverwijzen. De medewerker
zorg thuis kan het sociale netwerk en vrijwilligers volgens afspraak betrekken in de zorgverlening. Zij
kent de signalen van een ontoereikend sociaal netwerk en neemt volgens afspraak actie.
De medewerker zorg thuis beschikt na afloop van de module over de volgende kennis en
vaardigheden:
o Kennis
- Kan benoemen wat het belang voor de cliënt/ naasten en de zorgorganisatie is van sociale
netwerken.
- Kan de belangrijkste signalen van een niet toereikend netwerk benoemen.
- Weet van de vier meest voorkomende organisaties in de wijk wat ze doen, welke zorg / hulp
zij kunnen geven en onder welke voorwaarden.
- Weet waar of bij wie meer informatie is te vinden over het sociale netwerk van de organisatie
en de sociale kaart3.
- Kent het belang van goede samenwerking met het sociale netwerk en vrijwilligers in een cliënt
situatie.
- Kent de eigen beroepsverantwoordelijkheden en kan benoemen wat dit betekent in de
samenwerking met het sociale netwerk van een cliënt en vrijwilligers.
o Vaardigheden en attitude
- Kan een inschatting maken over het sociale netwerk van cliënt.
- Herkent de signalen voor een ontoereikend sociaal netwerk en neemt passende actie(s).
3 De sociale kaart is hier niet bedoeld als een statisch instrument, maar is opgenomen om besef en inzicht te creëren dat het belangrijk is te weten dat er meerdere voorzieningen zijn in de wijk / regio.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 14 van 36
- Kan vragen van cliënt en naasten beantwoorden over mogelijkheden van ondersteuning in de
wijk of stad /dorp of kan gericht doorverwijzen.
- Zoekt indien nodig actief verbinding met teamleden of de wijkverpleegkundigen om de
mogelijkheden met betrekking tot inzetten van een sociaal netwerk te vergroten of op gang te
krijgen.
- Zoekt indien nodig actief verbinding met andere hulpverleners uit het sociaal netwerk en gaat
de samenwerking aan.
- Beschikt over sociale vaardigheden om samen te werken met sociale netwerk en vrijwilligers
in een cliënt situatie.
- Kent de belangrijkste signalen van spanningen in samenwerking
Voorbereiding door de deelnemer
- Hoe ziet de gezinssamenstelling van je meeste cliënten er uit? Wat valt je daar in op?
- Met welke organisaties werk jij of werken je collega’s het meeste samen?
Cursusmateriaal voor de docent bij Module 24.
CM 1. E-learning.
Thema: Sociale kaart en sociaal netwerk
- Wat is een sociaal netwerk (algemeen, van de klant en van de organisatie)
- De regionale sociale kaart
- Welke mensen wonen er in jouw wijk / regio
- Welke voorzieningen zijn er in jouw wijk
CM. 2. Opdracht ter voorbereiding op dagdeel 2:
Beschrijf een cliëntsituatie met een ontoereikend netwerk.
Cursusmateriaal dagdeel 1.
Thema: Samenwerken in het sociaal netwerk van de cliënt en met vrijwilligers
CM. 1. Kort opfrissen dagdeel 1.
Met welke organisaties heb je in de afgelopen periode contact gehad. Wat was de reden?
CM. 2. Casus:
‘Goede samenwerking vind ik in deze situatie …’
4 Module 2 dient voorafgegaan te worden door de E-learning module 1 Wet- en regelgeving.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 15 van 36
CM. 3. Discussie in de groep.
a. Wie bepaalt wat goede samenwerking is.
b. Privacy en beroepscode bij inzet en samenwerking vrijwilligers / sociale netwerk.
c. Beïnvloedende factoren voor goede samenwerking ( ‘gewoontes’ en overtuigingen: van jezelf,
cliënt, vrijwilliger, sociale netwerk, cultuur).
d. Signalen voor spanning in samenwerking.
CM 4. Teaser via e-mail
Wat zijn signalen voor spanning in de samenwerking?
Cursusmateriaal dagdeel 2.
Thema: Communicatie
CM. 1. Oefenen / opfrissen van communicatie basisvaardigheden
Het oefenen (met behulp van een trainingsacteur) kan in de vorm van;
- Deelnemer(s) oefenen zelf met acteur moeilijke situaties, of
- Regiespel: trainer en acteur spelen een lastige situatie en krijgen ‘regie’ aanwijzingen van de
deelnemers.
CM. 2. NIVEA, OMA
Zie bijlage 1 & 2
CM 3. Oefenen met een acteur
Kijken, Luisteren, Samenvatten, Open vragen stellen
CM. 4. Teaser
Weet je nog: NIVEA en OMA?
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 16 van 36
Module 3. Samenwerken met naasten / mantelzorgers
Voor alle medewerkers: E-learning en een dagdeel met docent. Voor verpleegkundigen niveau 4 een
verdieping van twee dagdelen met een docent
Indien de Module Samenwerken met mantelzorgers en naasten losstaand of vóór Module 2 wordt
gegeven moeten alle deelnemers het dagdeel communicatie met docent en trainingsacteur volgen,
zoals beschreven in Module 2, dagdeel 2.
Competentie:
De medewerker zorg thuis werkt samen met naasten / mantelzorger(s) en kan tijdig
(mogelijke) overbelasting signaleren en gepaste actie ondernemen.
Inleiding voor de deelnemer:
In deze module behandelen we de samenwerking met de naasten en mantelzorgers van de cliënt. Na
afloop van de module is de medewerker zorg thuis in staat op een adequate manier samen te werken
met mantelzorgers en naasten van de cliënt. Zij signaleert signalen van mogelijke overbelasting en
neemt gepaste actie.
Van verpleegkundigen (niveau 4) mag verwacht worden dat zij naast signaleren en samenwerken, ook
in dialoog kunnen gaan met de mantelzorgers en hen gerichte ondersteuning kunnen bieden bij (
dreigende) overbelasting. Deze verdieping komt aan de orde in de twee extra dagdelen.
De medewerker zorg thuis beschikt na afloop van de module over onderstaande kennis en
vaardigheden:
o Kennis
- Heeft kennis over de rollen van de mantelzorger en het belang van voorkomen van
overbelasting.
- Kent de belangrijkste signalen van (over)belasting.
- Kent het belang van samenwerken met de mantelzorger
o Vaardigheden en attitude
- Heeft oprechte aandacht voor de naaste / mantelzorger.
- Stemt af en betrekt de mantelzorger volgens afspraak bij de zorgverlening.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 17 van 36
- Kan, indien van toepassing, de mantelzorger advies en instructie geven over de zorg voor zijn
naaste (kennisoverdracht).
- Herkent signalen van (over) belasting.
- Neemt actie volgens afspraken in team / organisatie of verwijst naar de wijkverpleegkundige.
Voorbereiding door de deelnemer
- Bespreek in je team: zijn er afspraken gemaakt ‘wat te doen bij signalen van (mogelijke)
overbelasting’? Zo ja, wat zijn dan deze afspraken?
- Is er een recente sociale kaart van activiteiten en organisaties op vlak van ondersteuning voor
cliënten en mantelzorgers?
- Onderzoek of er binnen je organisatie een web-mogelijkheid is voor het delen van informatie /
contacten met naaste(n).
E-learning.
CM 1. E-learning modules Mantelzorg in beeld en Mantelzorg in contact. IKNL.
http://www.deprofessionelemens.nl/diensten/iknl/
CM 2. Voorbereiden door deelnemers voor dagdeel 1.
Bedenk twee cliënten waar je regelmatig komt. Stem met je collega(s) af dat je niet dezelfde cliënt
neemt. Stel daarbij aan jezelf de volgende vragen:
- Weet ik wie de mantelzorger is van deze cliënt
- Hoe vind ik de samenwerking met deze cliënt gaan. Wat loopt soepele / prettig en waarom en
wat loopt er niet prettig en waarom?
- Schrijf je ideeën en ervaringen kort op en neem mee naar de volgende bijeenkomst.
- Zoek uit: zijn er in jouw team afspraken gemaakt ‘wat te doen bij signalen van (mogelijke)
overbelasting’? Zo ja, wat zijn dan deze afspraken?
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 18 van 36
Cursusmateriaal voor de docent bij module 3
Cursusmateriaal dagdeel 1. Verbinden praktijk en theorie
CM. 1. Reflectiegesprekje in tweetallen.
Kort terugkomen op de E-learning module, bespreken eigen ervaring met mantelzorg.
CM. 2 Introductie gesprekskaarten
- Contact opbouwen
- Samenwerken
- Ervaringsdeskundigheid
(zie bijlage 3 - Vilans gesprekskaarten)
CM. 3. Bespreken eigen casuïstiek
Zie voorbereidingsopdracht
CM. 4. Discussie aan de hand van themakaarten
- Draagkracht / draaglast
- Vraagverlegenheid
- Verwijzen
- Observeren versus interpreteren
- Draagkracht, vraagverlegenheid, verwijzen en gezamenlijke afspraken maken.
(Zie bijlage 4 - Toolkit voor thuiszorgmedewerkers van V&VN en Expertisecentrum Mantelzorg)
CM. 5. Opdracht
Ga met de aanwezige mantelzorger in gesprek en probeer door middel van het stellen van open
vragen te weten te komen:
- Hoe vindt de cliënt dat de samenwerking met het zorgteam verlopen?
- Wat vindt de mantelzorger goed / prettig lopen, wat betekent dit voor hem / haar.
- Wat zou deze mantelzorger graag anders zien?
CM. 6. Teaser
Inhoud thema vraagverlegenheid.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 19 van 36
Cursusmateriaal dagdeel 2 (verpleegkundigen niveau 4)
Thema: Werken met model voor mantelzorgondersteuning
CM. 1. College
- Model mantelzorgondersteuning of mantelzorgscan.
(zie bijlage 5 - IKNL, Expertisecentrum mantelzorg, Vilans, BRIZ)
Advies: ontwikkelen E-learning module
CM. 2. Voorbereiding dagdeel 4
Oefenen met ofwel
- Model mantelzorgondersteuning IKNL
- Mantelzorgscan afnemen
(zie bijlage 5)
CM. 3. Teaser
Inhoud themakaart Contact opbouwen
Cursusmateriaal dagdeel 3 (verpleegkundigen niveau 4)
Thema: Verdieping in werken met mantelzorgers
CM. 1. Onderwijsleergesprek
- Ervaring uitwisselen naar aanleiding van opdracht. Wat te doen bij dreigende overbelasting?
CM. 2. Dialoog
- In gesprek met een mantelzorger (in vivo)
- Toolkit samenwerken met mantelzorg
- http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/em/instrument-toolkit-samenwerken-met-mantelzorgers-thuiszorg.html
- www.desprekendemantelzorger.nl
CM. 3. Teaser
Inhoud gesprekskaart samenwerken
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 20 van 36
Module 4. Zelfmanagement en eigen regie
E-learning en één dagdeel.
Competenties:
De medewerker zorg thuis weet wat zelfmanagement en eigen regie betekenen en weet
hoe deze passen binnen de nieuwe wijze van werken in de thuiszorg.
De medewerker kan de cliënt en zijn mantelzorger(s) volgens afspraken in het
zorgplan ondersteunen in zelfmanagement en het nemen van eigen regie.
Inleiding voor de deelnemer
In de nieuwe werkwijze voor de thuiszorggaan we van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Deze manier
van werken past binnen de filosofie van ‘eigen kracht’ en burgerparticipatie. In deze module
behandelen we verschillende aspecten van zelfmanagement en eigen regie van de cliënt en / of
mantelzorger. Essentieel bij deze competentie is het belang van de professionele bewegingsvrijheid
binnen kaders. Hier ligt een opdracht voor de organisatie. Kaders moeten worden vastgesteld waarna
met de professionals het gesprek gevoerd wordt wat de professionele bewegingsvrijheid inhoudt.
Daarnaast moet de deskundigheid op orde zijn, pas dan kunnen medewerkers creatief zijn, een
voorwaarde om de individuele cliënt goed te kunnen bedienen.
De medewerker zorg thuis beschikt na afloop van de module over onderstaande kennis en
vaardigheden:
o Kennis
- Kan de begrippen zelfmanagement en eigen regie benoemen en aangeven wat dit voor een
bepaalde zorgsituatie betekent.
- Kent mogelijkheden om zelfmanagement en eigen regie te ondersteunen in een bepaalde
zorgsituatie.
o Vaardigheden en attitude
- Kan zich verplaatsen in het leven van de cliënt.
- Kan zich inleven in wat passend is voor deze cliënt in deze situatie.
- Kan een cliënt en zijn mantelzorger(s) gericht ondersteunen en stimuleren om
zelfmanagement en eigen regie te nemen en te behouden.
- Herkent signalen van (dreigend) uit balans raken van de cliënt en/of mantelzorger(s).
- Weet wanneer door te verwijzen en/of af te stemmen met de EVV-er of wijkverpleegkundige.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 21 van 36
E-learning (nog te ontwikkelen)
Thema: zelfmanagement en eigen regie
Inhoud E-learning:
http://www.zelfmanagement.com/patienten/patientenfilm/
http://www.opeigenbenen.nu/files/nieuws/zorgmodule-zelfmanagement-10.pdf
www.goedgebruik.nl
- Zelfredzaamheidsradar (Zorg voor Beter, Goed gebruik)
- Literatuur Signaleren van (dreigend) uit balans raken.
- Eigen grenzen stellen en afspraken maken in het team.
- Filmpje Ray Charles.
Voorbereiding door de deelnemer
Beschrijf twee cliënt situaties waarin je bezig bent met zelfmanagement en eigen regie: een waarin je
vind dat het goed loopt en een waarin het moeizaam verloopt
Cursusmateriaal voor de docent bij module 4.
Cursusmateriaal dagdeel 1.
Thema: Werken met zelfmanagement en eigen regie in de praktijk
CM. 1. Werken met eigen casus
- Goed voorbeeld en waarom
- Moeizaam voorbeeld en waarom
CM. 2. Gesprekskaarten maken
- Deelnemers maken met elkaar gesprekskaarten. Hierop komen vragen te staan die het
werken aan zelfredzaamheid en eigen regie ondersteunen
CM. 3. Dialoog in drietallen op basis van
- Filmpje Ray Charles
- Definities van Vilans
CM. 4. Onderwijsleergesprek
- Wat is het belang van zelfmanagement en eigen regie.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 22 van 36
CM. 5 Stellingenspel
- 5 stellingen
CM. 6. Teaser
Wat werkte goed in je casus over zelfredzaamheid?
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 23 van 36
Module 5. Omgaan met mensen met dementie
Een dagdeel en een E-learning
Competentie:
De medewerkers zorg thuis kan aansluiten bij cliënten met dementie en hun naasten.
Kan passende zorg verlenen, ook bij moeilijk of oninvoelbaar gedrag van de cliënt.
Inleiding voor de deelnemer
Gelet op de bevolkingsontwikkeling en het beleid van de overheid zullen steeds meer mensen met
dementie in de thuissituatie verblijven. In deze module besteden we aandacht aan verschillende
aspecten in het omgaan met mensen met dementie.
De medewerker zorg thuis beschikt na afronding van deze module over onderstaande kennis en
vaardigheden:
o Kennis
- Heeft kennis over verschillende soorten dementie en over wat dat betekent voor het
functioneren in het dagelijks leven.
- Heeft (basis)kennis over de achtergrond van veelvoorkomend gedrag bij mensen met
dementie.
- Heeft (basis)kennis over invloed van omgeving op het gedrag van iemand met dementie.
- Weet wie de casemanager dementie is en wat haar rol en taken zijn.
o Vaardigheden en attitude
- Zoekt aansluiting bij de belevingswereld van de cliënt en kan hierbij verschillende
benaderingswijzen gebruiken.
- Kan mantelzorger(s) helpen om omgeving en omgang met de naaste met dementie zo goed
mogelijk in balans te houden.
- Signaleert veranderingen in gedrag van cliënt en / of naaste en neemt doelgericht actie.
Voorbereiding door de deelnemer
- Bereid een casus voor van een van je cliënten met een dementieel beeld
- Wat gaat er goed
- Waar heb je vragen over
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 24 van 36
E-learning (te ontwikkelen)
Thema: Kennis over dementie
- Wat is dementie
- Hoofdgroepen dementie en hun specifieke gedragskenmerken
- Signaleren van (mogelijk) dementie
- Specifieke gedragskenmerken
- Theorie over basisomgang met cliënten met dementie en hun naasten
Voorbereiding dagdeel 1
Uitwerken van een cliëntsituatie waar je het moeilijk vond om met gedrag van cliënt en /of
mantelzorger om te gaan.
- beschrijf kort leeftijd, woonsituatie, mantelzorgers en waarvoor je bij deze cliënt komt.
- beschrijf kort de situatie waarin de cliënt en / of de mantelzorger voor jou als uitdagend of
moeilijk werden ervaren.
- Beschrijf kort wat je hebt gedaan en wat het resultaat was van je actie / reactie op de situatie.
- casus opsturen naar trainer / docent
Cursusmateriaal voor de docent bij module 5
Cursusmateriaal dagdeel 1.
Thema: omgaan met cliënten met dementie en hun naasten
CM. 1. Casus
- Bespreken van eigen casus in drietallen: is situatie van je collega herkenbaar, wat zou jij
doen, weke alternatieven kunnen jullie bedenken ( denk hierbij ook aan de theorie)
CM. 2. Verbinden van theorie en praktijk
Onderwijs leergesprek over
signaleren en dan, eigen casuïstiek en mogelijkheden vanuit zowel theorie als situatie
CM. 3 Oefenen van moeilijke situaties met trainingsacteur
CM. 4. Teaser
Hoe heb je deze week een cliënt met dementie kunnen ‘verleiden’ om samen te werken?
BTN scholing in toolbox
- Signaleringskaart
- Tips voor goede dementie zorg
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 25 van 36
Module 6. Professionele verantwoordelijkheid nemen
(facultatief, mits al gerealiseerd in de eigen organisatie)
Twee dagdelen
Competentie:
De zorgmedewerker neemt zelf verantwoordelijkheid om haar professionele kennis en
kunde op peil de houden
Inleiding voor de deelnemer
Medewerkers in de zorg thuis zijn zelf verantwoordelijk voor het op peil houden van hun professionele
kennis en kunde. In deze module reiken we de nieuwste ontwikkelingen in de zorg aan en bespreken
we wat dit betekent voor het vak.
Na het doorlopen van deze module beschikt de medewerker zorg thuis over onderstaande kennis en
vaardigheden:
o Kennis
- Is op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen in de zorg en wat dit voor haar
werkzaamheden en professie/ vak betekent.
- Weet waar haar mogelijkheden, maar ook haar professionele grenzen liggen
- Kent minimaal 2 interne bronnen en 2 externe bronnen waar ze zorginhoudelijke kennis kan
halen / vragen.
o Vaardigheden en attitude
- Kan zowel bij de cliënt als binnen het team haar professionele grenzen aangeven en doet dit
ook.
- Kent tenminste 2 interne en 2 externe bronnen, waar ze terecht kan voor zorginhoudelijke
vragen.
- Neemt bij eigen inzicht of feedback op tekortkomingen in haar functioneren zelf initiatief om
scholing of deskundigheid te krijgen.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 26 van 36
Voorbereiding door de deelnemer
- Welke vragen heb je zelf ten aanzien van je professioneel functioneren.
- Vraag feedback aan een collega of leidinggevende. Zien zij ontwikkelpunten in je functioneren
of in het teamfunctioneren?
- Lezen: beroepscode
- Dagdeel 2: uitwerken leerplan voor eigen professionele ontwikkeling
Cursusmateriaal voor de docent bij module 6
Cursusmateriaal dagdeel 1.
Thema: Beroepscode en professioneel handelen
CM. 1. Waar / niet waar
- 15 waar / niet waar kaarten met betrekking tot de beroepscode en professioneel handelen
CM. 2. Lagerhuisopstelling
5 stellingen met betrekking tot
- De eigen rol
- De rol van de organisatie
- Wettelijke verantwoordelijkheden
CM. 3. Bijspijkeren in tweetallen
- Deelnemers verzamelen bijspijker-punten voor het eigen professioneel handelen
CM. 4. Teaser
Twee kaarten van de serie waar / niet waar in professioneel handelen
Cursusmateriaal dagdeel 2
Thema: verdieping professionele verantwoordelijkheid nemen.
CM. 1. Casus
- In tweetallen beantwoorden van vragen met betrekking tot advisering, verwijzing en grenzen
bepalen aan professioneel handelen
CM. 2. Onderwijsleergesprek
- Waarom maak je bepaalde keuzes
- Wat zijn achterliggende professionele en persoonlijke waarden en normen
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 27 van 36
CM. 3. Kennisdeling
- Delen van kennis op de werkvloer. Hoe doe je dat?
- Ervaringen, tips en trucs
CM. 4. Teaser
De cliënt vraagt, wij draaien?
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 28 van 36
Module 7. Samenwerken in het team
(facultatief, mits al gerealiseerd in de eigen organisatie. Advies is om dagdeel 3 jaarlijks de revue te
laten passeren)
Vier dagdelen
Competentie:
De medewerker zorg thuis draagt op een opbouwende wijze bij aan de samenwerking
en het lerend vermogen van het team.
Inleiding voor de deelnemer
In deze module gaat het om samenwerken in het team en de rol en verantwoordelijkheid daarin van
alle medewerkers zorg thuis. Een goede samenwerking is nodig om kwaliteit en continuïteit van zorg
te bieden. Leren en verbeteren van de samenwerking zijn continue processen. De individuele
teamleden zijn zich hiervan bewust en dragen hun steentje aan bij aan het geheel.
Na afloop van deze module beschikt de medewerker zorg thuis over onderstaande kennis en
vaardigheden:
o Kennis
- Kent de principes van een lerend team
- Kent de basisprincipes van samenwerken, feedbackgeven en feedback ontvangen.
- Is bekend met verschillende teamrollen en basisprincipes van communicatie in groepen
- Kent hulpbronnen in de organisatie en daarbuiten die beschikbaar zijn ter ondersteuning bij
problemen.
o Vaardigheden en attitude
- Gaat respectvol met collega’s om
- Luistert, geeft feedback en kan feedback ontvangen
- Deelt kennis en ervaring met alle leden van het team
- Is bereidt om samen met collega’s in het team te zoeken naar de goede balans tussen geven
en ontvangen in het team.
- Neemt passende acties om escalaties te voorkomen
- Zet op tijd passende hulpbronnen in.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 29 van 36
Voorbereiding door de deelnemer
- Welke vragen heb je ten aanzien van het functioneren van het team waarin je werkt?
- Wat gaat goed en waar ben je tevreden over?
- Lezen: Aspecten van samenwerken in een team
Cursusmateriaal voor de docent bij module 7 Cursusmateriaal dagdeel 1.
Thema: Samenwerken, effectiviteit en teamrollen in het team (deel 1)
CM. 1. Teamdiagnose instrument
- Invuloefening bouwstenen voor teams
- Teamdiagnose instrument
CM. 2. Dialoog op basis van uitkomsten
- Hoe ziet het team eruit?
CM. 3.Filmpje over teamrollen Belbin
- https://www.youtube.com/watch?v=Bvrv56UVrtA
CM. 4. Verdieping in tweetallen
- Welke teamrollen van Belbin passen jou het beste?
- Verdeling teamrollen in het team en wat betekent dat.
Cursusmateriaal dagdeel 2
Thema: Communicatie5
CM. 1. Feedback
- Basisregels goede feedback geven
- Basisregels goed feedback ontvangen
CM. 2. Oefenen met trainingsacteur
- Feedback geven en ontvangen
- Oefenen met feedforward (hoe zou je het graag willen)
5 Verdieping op basiscommunicatie in Module 2
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 30 van 36
CM. 3. Opdracht tussen dagdeel 2 en 3
- Opdracht oefenen in eigen team: 1 x een compliment, 2 x een wens en 1 x spiegelen met
een collega
- Schrijf daarna kort op ( maximaal 1/2 A4)
o wat was aanleiding voor jou om …
o wat vond je goed gaan, wat minder goed en heb je idee waardoor dit kwam (zowel goed
gaan als minder goed)
o wat was het resultaat.
o wat neem je mee voor volgende keer.
Cursusmateriaal dagdeel 3.
Thema: Samenwerken in het team (deel 2) & Teamevaluatie
CM. 1. Het team in beeld
- Teamleden geven hun mening over het functioneren van het team (op basis van model van
Lencioni)
CM. 2. Visualiseren teamontwikkeling
- Waar wil je heen als team, het komende jaar?
- Wat heb jij nodig om daar te komen
- Waar liggen hulpbronnen
Cursusmateriaal dagdeel 4.
Thema: Communicatie (verdieping deel 2)
CM. 1. Opfrissen theorie feedback
CM. 2. Onderwijsleergesprek
- Welke successen zijn geboekt
- Welke knelpunten kwam, je tegen
- Wat zijn hulpbronnen
CM. 3. Oefenen met trainingsacteur
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 31 van 36
5.4 Didactische uitgangspunten
Aansluiten
We steken praktisch in en brengen de verandering en het leren dichtbij ervaringen van veranderingen
uit het eigen leven: daar waar mensen zich handelingsbekwaam voelen en adequaat handelen. Van
daaruit prikkelen we om de veranderingen die zich in het sociaal domein aandienen te gaan
ontdekken en ervaren.
Blended learning
Feedbackloop en mindtriggers
- De feedbackloop. We sluiten nieuwe lesstof af met vragen, reflectie of een kleine opdracht.
De deelnemers gaan er ter plekke mee aan de slag en ontvangen direct feedback.
Hierdoor beklijft wat geleerd is.
- Mindtriggers: verbinden theorie en praktijk en
houden de deelnemers letterlijk en figuurlijk ‘bij de les’.
Een mindtrigger komt onaangekondigd in de vorm van een sms met een vraag of tip. Of als e-
mail met korte aanvullende lesstof. Soms is de mindtrigger een ‘weetje’ dat verschijnt als het
intranet geopend wordt, soms is het een linkje naar een interessant filmpje.
Leren op de werkvloer Al doende leren
Korte modules,
intervisie, e-learning
Theorie & praktijk
Opdrachten, mindtriggers,
vragenReflecteren
Use it or lose it
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 32 van 36
Performance support
We ondersteunen het leren in de praktijk. Docenten zijn beschikbaar voor online coaching en
beantwoording van vragen. Alle deelnemers krijgen een face-to-face coachgesprek. Voorts is er bij
iedere bijeenkomst een terugkoppeling op opdrachten en/of reflecties.
De kracht van herhaling
Volgens dit principe ontvangen de deelnemers in hoge frequentie kleine brokjes informatie, vragen en
mindtriggers.
Borgen
De mindtriggers stoppen niet wanneer het gezamenlijke traject is afgesloten maar gaan - in
afnemende frequentie - nog door.
Neem een cliënt in gedachten
waar je vandaag of morgen heen
gaat. Wat is de belangrijkste
vraag van deze klant Wat kan deze cliënt volgens jou nog
zelf? Hoe zien de cliënt en de mensen
om hem of haar heen dat?
LSD: Luisteren, Samenvatten
en Doorvragen.
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 33 van 36
6. Waarmee gaan we het verschil maken?
We realiseren de ambities op drie aspecten: burgerkracht, verbinding en bewustwording. Samen
vormen ze de drie lenzen waarmee we de nieuwe bril scherp stellen. Deze drie aspecten vormen de
rode draad van het curriculum.
Burgerkracht
Stimuleren van eigen kracht in het microsysteem van de cliënt en mantelzorger. Luisteren, echt
contact aan te durven gaan. Leren helpen met de handen op de rug. Horen, zien en voelen, ook wat
er niet gezegd wordt door de cliënt, de mantelzorger en anderen. Kennis hebben van relevante
burgerinitiatieven.
Verbinding
Professionals zoeken de verbinding met de nulde- en eerstelijn en met burgerschap (sociaal domein).
Breed kijken en handelen rondom de cliënt. Verbinding zoekend met (potentiele) mantelzorgers, met
andere professionals in het sociaal domein en andere zorgorganisaties. Alert zijn op wat er zich in de
buurt of wijk afspeelt. Werken in steeds wisselende netwerken.
Bewustwording
Hoe ziet de medewerker de eigen rol. Reflectie op overtuigingen en eigen gedrag. Waarom doen we
wat we doen? Hoe kan het anders?
Burgerkracht
BewustwordingVerbinding
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 34 van 36
Bijlagen
1. Gesprekskaart SmeerNIVEA
2. Gesprekskaart LaatOMAthuis
3a. Gesprekskaart GeefLSD
3b. Gesprekskaart MaakjenietDIK
3c. Gesprekskaart Ikzeggeennee
3d. Gesprekskaart NeemANNAmee
3e. Gesprekskaart WeeseenOEN
4. Toolkit voor Thuiszorgmedewerkers (V&VN, Expertisecentrum Mantelzorg)
5a. Formulier Mantelzorg (IKNL, Expertisecentrum Mantelzorg, BRIZ en Vilans)
5b. Instructie bij Formulier Mantelzorg (IKNL, Expertisecentrum Mantelzorg, BRIZ en Vilans)
Van zorgen voor naar zorgen dat… Pagina 35 van 36
Colofon
Opdrachtgever
Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN)
Contactgegevens
BTN
De Molen 89
3995 AW Houten
088 – 46 00 300
Uitvoering
Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN)
B.P.E. (Diana) van Langerak
P. (Petra) Boogaard
L.J. (Lindy) Hilgerdenaar
Organisatie 21
C.J.Th. (Carla) Raben
J. (Jopke) Kruyt
BTN leden
Interzorg Oss Thuiszorg b.v.
Sanitas Thuiszorg b.v.
DeMensZo