Column Cobouw oktober

1
13 OPINIE Donderdag 13 oktober 2011 Cobouw 184 Woningmarkt komt niet vanzelf in orde We vergrijzen, het aantal huishoudens groeit nog altijd en een flinke groep mensen heeft de afgelopen jaren haar verhuiswens uitgesteld. Volgens Pieter van der Zwet kan het niet anders of er groeit een stuwmeer aan mensen dat de woningmarkt wil betre- den of hierop wil bewegen. Maar het is probleem is fundamenteler. In diverse prognoses voor de ontwikkelingen op de woning- markt wordt een herstel in 2012 voorzien. Maar vormen deze indicaties daadwerkelijk voldoende garantie voor het aantrekken van de woningmarkt? Naar mijn inschatting klopt het idee van een groeiend potentieel aan mensen dat graag iets anders wil op de woningmarkt. Maar een groeiende behoefte alleen, vormt nog geen garantie voor betere tijden. Het is veelbetekenend dat het verlagen van de overdrachtsbelasting niet de zo gehoopte positieve impuls is geweest. Kennelijk is het probleem fundamenteler. Versoepeling Twijfel over baanzekerheid, de hoogte van het besteedbaar inkomen, hypotheekrenteaftrek en de effecten van de schuldencrisis maken dat de grootste aankoop van je leven, wat het kopen van een huis voor velen is, nog even wordt uitgesteld. Ook de zo gewenste versoepeling van de regels omtrent kredietverstrekking kan daar niet tegen op. Er mogen dan misschien hypotheekverzoeken zijn afgewe- zen. Feit is dat het aantal aanvragen voor hypotheken eveneens is gedaald. Kortom: ook al groeit de verhuiswens, zolang er wel vrees maar geen geld is, blijven huishou- dens zitten of kruipen ze bij elkaar. Daarbij is ook denkbaar dat het tijdelijke karakter van de verlaging van de overdrachtsbelasting, het komend jaar nadelig uitpakt voor de sector. Verhuizen wordt dan plots weer duurder. Met nog meer druk op de woningprijzen tot gevolg. In breder verband wordt duidelijk zichtbaar dat de economie in Europa enkele zeer zware jaren tegemoet gaat. Diverse landen hebben hun begroting niet op orde en moeten worden bijgestaan. Politici zullen het niet snel hardop zeggen maar veel van het geld dat nu aan garanties voor banken en landen moet worden verstrekt komt in dezelfde omvang niet meer terug. En juist omdat veel verantwoordelijke politici dit wel denken, maar gegijzeld door populisme niet kunnen zeggen, blijft daadkrachtig optreden uit. Elke poging om de markt een positieve impuls te geven verdient alle aandacht en moet van harte worden toegejuicht. Maar het heeft geen zin om tegen beter weten in te hopen op snel terugkerende betere tijden. Het lijkt wijzer om op zijn minst ook rekening te houden met een negatiever scenario. Hierbij is het zaak om te kiezen en trouw te blijven aan de eigen kracht. Nieuwbouw, onderhoud en renova- tie zijn echt verschillende takken van sport. Degene die alles denkt en zegt te kunnen legt het in een zeer competitieve markt af tegen specialisten. Meer synergie Nu de markt niet vanzelf bijdraait is het zaak de eigen organisatie bij te sturen. Bij veel bouwbedrijven is nog veel verbetering in de bedrijfs- voering mogelijk en zijn er flinke kostenbesparingen te realiseren. Bijvoorbeeld door het realiseren van meer synergie tussen bedrijfsonder- delen, betere ondersteuning van het primaire proces en een beter beheer van kosten en werkkapitaal. Daarnaast ligt er nog volop ruimte om slordigheden (meer dan alleen faalkosten) uit de uitvoering te halen. Degene die snel en goed zijn organisatie weet aan te passen aan deze niet al te optimistische nieuwe realiteit komt, misschien in afgeslankte vorm, als winnaar boven. Pieter van der Zwet Segmentleider Building & Construction KPMG Groeiende behoefte nog geen garantie voor betere tijden WETENSCHAP Poldersteden maken De polder is een belangrijk deel van het Nederlandse landschap met name in het Westen waar zich ook de oude grote steden bevinden. In en om de steden in de polder is het regionale watersysteem van grond-, regen- en oppervlaktewater van cruciaal belang gebleken voor het proces van ontginning en verstedelijking. Al sinds de middeleeuwen heeft de waterhuishouding altijd een belangrijke rol gespeeld bij land- schapsontwikkeling en de vorming van poldersteden. Maar hoe, dat blijkt steeds weer verschillend. Er kan ingedeeld worden in drie categorieën: context, discipline en ruimtelijke ingrepen. De context of de omgeving speelt sinds de Industriële Revolutie toen alles technisch mogelijk werd geen conditionele rol meer in de ruimte- lijke ontwikkeling. Er werd sinds- dien volgens plan gehandeld, technologie werd steeds beter en men kon steeds meer aan waardoor continue schaalvergroting optrad van de waterhuishouding en verstedelijking. De disciplinaire lijn laat door de geschiedenis een continue groei zien van de organisa- tie, specialisatie, professionalisering van de civiel ingenieur en sinds de twintigste eeuw ook van de stede- bouwer. De geschiedenis laat zien hoe het maken van de stad ver- schuift van functioneel naar esthetisch, van tactisch naar strategisch, en van kleine naar grote schaal. De efficiëntie van het ruimtelijk en technisch maken van steden is ook sterk toegenomen. Dit heeft direct gevolgen gehad voor de ruimtelijke ingrepen in de water- huishouding, bouwrijp maken en het daadwerkelijk maken van steden. Grofweg zie je de volgende principes elkaar afwisselen door de geschiedenis: het boezemprincipe (gesloten grondbalans en “natuur- lijke” afwatering), het polder- principe (aanleggen van singels in combinatie met grondwater verlaging en pompen), het maak- baarheidsprincipe (een zandlaag aanbrengen met een drainage- systeem en pompen) en het partiële principe (ophogen van gebouwen en straten en de originele structuur behouden). Bij elkaar kan gesteld worden dat de maakbaarheid van steden is toegenomen door de tijd heen. Dat zie je zeker de laatste jaren weer opkomen met de zorg om duurzaamheid, klimaat en water- problematiek. De vraag om klimaat- bestendige, duurzame steden biedt gezamenlijke kansen voor de disciplines civiele techniek en stedebouw om tot samenhangende oplossingen te komen voor de steden van nu. Ruben Vrijhoef Onderzoeker TU Delft COLUMN/ SCHOUTEREN Reageer op deze column via mail, twitter of www.cobouw.nl/#cobouw CARTOON / WIEGEL Bespreking van proefschrift: De traditie van het maken: poldersteden Auteur: Fransje Hooimeijer, Technische Universiteit Delft Met ingang van deze week staat een aantal nieuwe columnisten op deze pagina. Martin W. Smit (architect) en Bart Hendriks (directeur Hendriks Coppelmans) afwisselend op dinsdag, Sjaak Schouteren (voorzitter de Nieuwbouw) tweewekelijks op donderdag en Angela van de Loo (directeur TargetPoint) een keer per twee weken op zaterdag. De nieuwe columnisten komen in de plaats van Nathalie de Vries, Johannes Hoogstraten en Peter Reijers. Piet Oskam gaat maandelijks een lang opinieartikel schrijven. N aar aanleiding van een uitnodiging voor de taskgroup branding van Vernieuwing Bouw vroeg ik mij af hoe de bouwbranche zich presenteert aan de buitenwacht. Als relatieve buitenstaander valt het mij op dat ik bijna geen positieve verhalen lees over de bouw. Dan bedoel ik natuurlijk niet in de vakbladen, want preken voor eigen parochie kunnen we allemaal. Neem de Noord- Zuidlijn. Dat is als je de mainstream media leest een megalomaan project dat uit de bocht vliegt door technische en financiële tegenvallers. Discussies in de politiek en in de kroeg gaan eerder over wat fout gaat dan wat het oplevert. Bijkomend nadeel is dat het in Nederland nu al zover gaat, dat datgene wat in de kroeg wordt besproken van invloed is op de politiek en al lang niet meer andersom. Met een andere bril op zou je de Noord-Zuidlijn ook kunnen presenteren als de nieuwe deltawerken. Een groots, ongeëve- naard, innovatief project en de Nederlandse bouwbranche nemen weer eens het voortouw! Kijk, dat klinkt opeens heel anders. Wil je als branche passie en trots uitstralen, ik neem aan dat we dat willen (ook al om de gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan), kun je met een bak geld een mooie campagne lanceren. Op zich makkelijk te realiseren maar zoals men in Amerika zegt: You can talk the talk, but can you walk the walk? Verkondigen dat we allemaal zo goed bezig zijn, werkt niet. Daar weten de Europese ministers van Financiën alles van. Als je wilt uitstralen dat je als bouwbran- che wat te bieden hebt aan de samenleving en aan potentiële werknemers, dan zal je je daar ook altijd en in alle geledin- gen naar dienen te gedragen. De eerste stap is oprechte trots en passie tonen voor waar je voor staat. Stap dus af van de calvinis- tische, bijna onderdanige manier van denken, en toon die trots en passie! Op de werkvloer, bij klanten, aan opdrachtgevers en aan je kinderen. Je kunt niet verwachten dat men graag deel uit wil maken van je familie als je zelf niet uitstraalt dat deze familie de moeite waard is om er deel van uit te maken. Zoals Michael Jackson al zong: I am starting with the man in the mirror…. And no message could have been any clearer. Sjaak Schouteren Marketing- en communicatieadvi- seur Cunningham Lindsey Voorzitter De NieuwBouw en oprichter Young InSurance [email protected] Trots en passie

description

Passie en Torts

Transcript of Column Cobouw oktober

Page 1: Column Cobouw oktober

13OP IN I EDonderdag 13 oktober 2011 Cobouw 184

Woningmarkt komt niet vanzelf in ordeWe vergrijzen, het aantal huishoudens groeit nog altijd en een flinke groep mensen heeft de afgelopen jaren haar verhuiswens uitgesteld. Volgens Pieter van der Zwet kan het niet anders of er groeit een stuwmeer aan mensen dat de woningmarkt wil betre-den of hierop wil bewegen.Maar het is probleem is fundamenteler.

In diverse prognoses voor de ontwikkelingen op de woning-markt wordt een herstel in 2012 voorzien. Maar vormen deze indicaties daadwerkelijk voldoende garantie voor het aantrekken van de woningmarkt? Naar mijn inschatting klopt het idee van een groeiend potentieel aan mensen dat graag iets anders wil op de woningmarkt. Maar een groeiende behoefte alleen, vormt nog geen garantie voor betere tijden. Het is veelbetekenend dat het verlagen van de overdrachtsbelasting niet de zo gehoopte positieve impuls is geweest. Kennelijk is het probleem fundamenteler.

VersoepelingTwijfel over baanzekerheid, de hoogte van het besteedbaar inkomen, hypotheekrenteaftrek en de effecten van de schuldencrisis maken dat de grootste aankoop van je leven, wat het kopen van een huis voor velen is, nog even wordt

uitgesteld. Ook de zo gewenste versoepeling van de regels omtrent kredietverstrekking kan daar niet tegen op. Er mogen dan misschien hypotheekverzoeken zijn afgewe-zen. Feit is dat het aantal aanvragen voor hypotheken eveneens is gedaald. Kortom: ook al groeit de verhuiswens, zolang er wel vrees maar geen geld is, blijven huishou-dens zitten of kruipen ze bij elkaar. Daarbij is ook denkbaar dat het tijdelijke karakter van de verlaging

van de overdrachtsbelasting, het komend jaar nadelig uitpakt voor de sector. Verhuizen wordt dan plots weer duurder. Met nog meer druk op de woningprijzen tot gevolg. In breder verband wordt duidelijk zichtbaar dat de economie in Europa enkele zeer zware jaren tegemoet gaat. Diverse landen hebben hun begroting niet op orde en moeten worden bijgestaan. Politici zullen het niet snel hardop zeggen maar veel van het geld dat nu aan garanties voor banken en landen moet worden verstrekt komt in dezelfde omvang niet meer terug. En juist omdat veel verantwoordelijke politici dit wel denken, maar gegijzeld door populisme niet

kunnen zeggen, blijft daadkrachtig optreden uit. Elke poging om de markt een positieve impuls te geven verdient alle aandacht en moet van harte worden toegejuicht. Maar het heeft geen zin om tegen beter weten in te hopen op snel terugkerende betere tijden. Het lijkt wijzer om op zijn minst ook rekening te houden met een negatiever scenario. Hierbij is het zaak om te kiezen en trouw te blijven aan de eigen kracht. Nieuwbouw, onderhoud en renova-tie zijn echt verschillende takken van sport. Degene die alles denkt en zegt te kunnen legt het in een zeer competitieve markt af tegen specialisten.

Meer synergieNu de markt niet vanzelf bijdraait is het zaak de eigen organisatie bij te sturen. Bij veel bouwbedrijven is nog veel verbetering in de bedrijfs-voering mogelijk en zijn er flinke kostenbesparingen te realiseren. Bijvoorbeeld door het realiseren van meer synergie tussen bedrijfsonder-delen, betere ondersteuning van het primaire proces en een beter beheer van kosten en werkkapitaal. Daarnaast ligt er nog volop ruimte om slordigheden (meer dan alleen faalkosten) uit de uitvoering te halen. Degene die snel en goed zijn organisatie weet aan te passen aan deze niet al te optimistische nieuwe realiteit komt, misschien in afgeslankte vorm, als winnaar boven.

Pieter van der Zwet Segmentleider Building & Construction KPMG

““Groeiende behoefte nog geen garantie voor

betere tijden

WETENSCHAP Poldersteden maken

De polder is een belangrijk deel van het Nederlandse landschap met name in het Westen waar zich ook de oude grote steden bevinden. In en om de steden in de polder is het regionale watersysteem van grond-, regen- en oppervlaktewater van cruciaal belang gebleken voor het proces van ontginning en verstedelijking.

Al sinds de middeleeuwen heeft de waterhuishouding altijd een belangrijke rol gespeeld bij land-schapsontwikkeling en de vorming van poldersteden. Maar hoe, dat blijkt steeds weer verschillend. Er kan ingedeeld worden in drie categorieën: context, discipline en ruimtelijke ingrepen. De context of de omgeving speelt sinds de Industriële Revolutie toen alles technisch mogelijk werd geen conditionele rol meer in de ruimte-lijke ontwikkeling. Er werd sinds-dien volgens plan gehandeld, technologie werd steeds beter en men kon steeds meer aan waardoor continue schaalvergroting optrad van de waterhuishouding en verstedelijking. De disciplinaire lijn laat door de geschiedenis een continue groei zien van de organisa-tie, specialisatie, professionalisering van de civiel ingenieur en sinds de twintigste eeuw ook van de stede-bouwer. De geschiedenis laat zien hoe het maken van de stad ver-schuift van functioneel naar

esthetisch, van tactisch naar strategisch, en van kleine naar grote schaal. De efficiëntie van het ruimtelijk en technisch maken van steden is ook sterk toegenomen. Dit heeft direct gevolgen gehad voor de ruimtelijke ingrepen in de water-huishouding, bouwrijp maken en het daadwerkelijk maken van steden. Grofweg zie je de volgende principes elkaar afwisselen door de geschiedenis: het boezemprincipe (gesloten grondbalans en “natuur-lijke” afwatering), het polder- principe (aanleggen van singels in combinatie met grondwater verlaging en pompen), het maak-baarheidsprincipe (een zandlaag aanbrengen met een drainage- systeem en pompen) en het partiële principe (ophogen van gebouwen en straten en de originele structuur behouden). Bij elkaar kan gesteld worden dat de maakbaarheid van steden is toegenomen door de tijd heen. Dat zie je zeker de laatste jaren weer opkomen met de zorg om duurzaamheid, klimaat en water-problematiek. De vraag om klimaat-bestendige, duurzame steden biedt gezamenlijke kansen voor de disciplines civiele techniek en stedebouw om tot samenhangende oplossingen te komen voor de steden van nu.

Ruben VrijhoefOnderzoeker TU Delft

COLUMN/ SCHOUTEREN

Reageer op deze column via mail, twitter of www.cobouw.nl/#cobouw

CARTOON / WIEGELBespreking van proefschrift: De traditie van het maken: poldersteden

Auteur: Fransje Hooimeijer, Technische Universiteit Delft

Met ingang van deze week staat een aantal nieuwe columnisten op deze pagina. Martin W. Smit (architect) en Bart Hendriks (directeur Hendriks Coppelmans) afwisselend op dinsdag, Sjaak

Schouteren (voorzitter de Nieuwbouw) tweewekelijks op donderdag en Angela van de Loo (directeur TargetPoint) een keer per twee weken op zaterdag. De nieuwe columnisten komen in de plaats van Nathalie de Vries, Johannes

Hoogstraten en Peter Reijers. Piet Oskam gaat maandelijks een lang opinieartikel schrijven.

N aar aanleiding van een uitnodiging voor de taskgroup branding van

Vernieuwing Bouw vroeg ik mij af hoe de bouwbranche zich presenteert aan de buitenwacht.Als relatieve buitenstaander valt het mij op dat ik bijna geen positieve verhalen lees over de bouw. Dan bedoel ik natuurlijk niet in de vakbladen, want preken voor eigen parochie kunnen we allemaal.Neem de Noord-Zuidlijn. Dat is als je de mainstream media leest een megalomaan project dat uit de bocht vliegt door technische en financiële tegenvallers. Discussies in de politiek en in de kroeg gaan eerder over wat fout gaat dan wat het oplevert. Bijkomend nadeel is dat het in Nederland nu al zover gaat, dat datgene wat in de kroeg wordt besproken van invloed is op de politiek en al lang niet meer andersom. Met een andere bril op zou je de Noord-Zuidlijn ook kunnen presenteren als de nieuwe deltawerken. Een groots, ongeëve-naard, innovatief project en de Nederlandse bouwbranche nemen weer eens het voortouw!Kijk, dat klinkt opeens heel anders. Wil je als branche passie en trots uitstralen, ik neem aan dat we dat willen (ook al om de gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan), kun

je met een bak geld een mooie campagne lanceren. Op zich makkelijk te realiseren maar zoals men in Amerika zegt: You can talk the talk, but can you walk the walk? Verkondigen dat we allemaal zo goed bezig zijn, werkt niet. Daar weten de Europese ministers van Financiën alles van. Als je wilt

uitstralen dat je als bouwbran-che wat te bieden hebt aan de

samenleving en aan potentiële werknemers, dan zal je je daar ook

altijd en in alle geledin-gen naar dienen te gedragen. De eerste stap is oprechte trots

en passie tonen voor waar je voor staat. Stap dus af van de calvinis-tische, bijna onderdanige manier van denken, en

toon die trots en passie! Op de werkvloer, bij klanten, aan opdrachtgevers en aan je kinderen. Je kunt niet verwachten dat men graag deel uit wil maken van je familie als je zelf niet uitstraalt dat deze familie de moeite waard is om er deel van uit te

maken.Zoals Michael Jackson al zong: I am starting with the man in the mirror…. And no message could have been any clearer.

Sjaak SchouterenMarketing- en communicatieadvi-seur Cunningham LindseyVoorzitter De NieuwBouw en oprichter Young [email protected]

Trots en passie