Co-creatie is van iedereen - manoeuvre.org · Op de voorbije Werelddag van de stedenbouw trachtte...

2
ERNST MARÉCHAL [ ALGEMENE EN ARTISTIEKE LEIDING BIJ KUNSTENPLEK MANOEUVRE ] Participatie, verloren tussen droom en daad? Co-creatie A ls alle politieke, ideologische en academische stro- mingen aan participatie een eigen betekenis gaan toedichten wordt het op den duur een semantisch zootje. We gebruiken dezelfde woorden maar we bedoelen andere dingen en gebruiken ‘participatie’ vanuit andere contexten. Onze diverse participatieve strategieën dienen andere overtuigingen, andere bestuurspraktijken. Met Manoeuvre hebben wij ervoor gepleit om binnen het nieuwe kunstendecreet, dat kunstdisciplines inruilde voor functies (productie, participatie, ontwikkeling, …), onze oude sociaal- artistieke praktijk onder de functie participatie als co-creatie te gaan omschrijven. We evolueerden naar een kunstenplek voor co-creatie, ambacht en diversiteit. Voor ons gaat co-creatie over een artistiek proces tussen kunstenaar en participanten, al laten we onze methodieken soms ook los op ruimtelijke participatieve processen. Meestal omschrijven we die dan als ontwerptrajecten in het publieke domein. De laatste tijd krijgen we opvallend meer vragen vanuit het mid- denveld of vanuit diverse administraties om ‘iets’ rond co-creatie te doen op hun reflectiedagen. Co-creatie is nu overal inzetbaar geworden, het wordt zelfs gerecupereerd om processen van politieke besluitvorming die te veel ‘top-down’ verlopen bij te sturen of te verbloemen. Terwijl co-creatie misschien liever een verzamelnaam wil zijn voor diverse ‘bottom-up’ manieren om met diverse actoren een besluit te nemen. Doordat het begrip wordt uitgehold zou je graag een onbezoe- deld woord willen uitvinden om te kunnen pleiten voor meer samenwerking in alle mogelijke maatschappelijke domeinen. Laat ik maar bij het voornemen blijven en verder schrijven want dat nieuwe woord zal nog niet voor morgen zijn. De beweegredenen en obstakels voor co-creatie De meeste kunstenaars die het openbare domein opzoeken doen dat niet alleen vanuit een maatschappelijk engagement maar ook omwille van artistieke beweegredenen en bij wijze van ex- periment. De kunstenaar wil uit de kunsten breken door bij te dragen aan de specifieke ‘maatschappelijke’ dimensie van het project, maar tegelijk wil hij het project ook voorzien van een ‘artistiek’ gehalte. Deze dubbele doelstelling vraagt om nieuwe (of hernieuwde) referentiekaders over zowel ‘participatie’ in het proces van creatie als over de ‘autonomie’ van de kunstenaar. Er is daarvoor duidelijk nood aan een radicaal nieuw ‘zelfbeeld’ voor kunstenaars. Bij Manoeuvre Kunstenplek denken we dat die ‘zelfverwezen- lijking’, waar kunstenaars naar op zoek gaan, door participatief / co-creatief te werken kan worden bevorderd. Net zoals je je ‘identiteit’ opbouwt in relatie met je omgeving, kan participatie ook voor kunstenaars richtinggevend zijn. De aanvankelijke schrik om bij co-creatie te ‘verliezen’ (of uit handen te geven) blijkt veelal ongegrond omdat de kunstenaar in een participatief proces alleen maar kan ‘winnen’ als hij het proces deelt. Door die samenwerking in het co-creatieproces te verwezenlijken wint ook de kunstenaar binnen het proces aan slagkracht. Ook de ruimtelijke planner of stadsarchitect wil graag de ivoren toren van de klassieke besluitvorming tussen lokale overheid en projectontwikkelaars verlaten om op zoek te gaan naar een bre- dere basis van inspraak of betrokkenheid bij de burger. Er wordt dan ook volop met beleidsparticipatie geëxperimenteerd. Al valt het daarbij op dat de meeste overheden en hun administraties geen vragen stellen over het functioneren van de representa- tieve democratie. Terwijl net meer directe democratie of actieve burgerparticipatie een antwoord zou kunnen zijn op de huidige democratische crisis waarin vele burgers zich niet meer verte- genwoordigd voelen. Vrezen de verkozenen des volks een verlies aan politieke autonomie? Aan macht? Ook voor politici zou meer samenwerking of co-creatie in de besluitvorming bijdragen aan de slagkracht en het draagvlak van beleid in het algemeen. Zowel kunstenaars als ruimtelijke planners (en enkele politici) zoeken via ‘participatie’ nieuwe manieren om in het ontwerpen van werk of stedelijke ruimte anderen een aandeel te geven, met als voornaamste beweegreden om meer maatschappelijk draag- vlak te vertegenwoordigen. Het grootste obstakel in dit proces is dat de verantwoording enkel dient afgelegd te worden aan de opdrachtgever. Co-creatie kan alléén maar onafhankelijk zijn omdat het afhankelijk is van zijn participanten. Toen ik vijf jaar geleden coördinator werd van het toenmalige Rocsa 1 lagen de contouren voor een tijdelijke invulling in de Gentse wijk Muide-Meulestede en de bijhorende portefeuille al op tafel. Het voormalige terrein van loods 21, eigendom van de stad, lag er te wachten op stedelijke herbestemming die er in essentie maar niet wou komen omwille van een juridisch kluwen tussen een projectontwikkelaar en de stad Gent. Het zat vast en wat wij er samen met de buurtbewoners zouden opstarten zou in 1 Sociaalartistieke werkplaats actief in de Gentse wijken Rabot, Muide – Meulesteede en Afrikalaan. Voorloper van Manoeuvre. Op de voorbije Werelddag van de stedenbouw trachtte de Gentse kunstenplek Manoeuvre een tussenstand-van-zaken op te maken over de rol en betekenis van co-creatie, zowel in de kunstenwereld als in ruimtelijke ordening. Vandaar ook hun aanwezigheid in dit themadossier. Auteur Ernst Maréchal verheugt zich in de groeiende belangstelling voor dit soort sociaalartistieke praktijken, maar stelt zich tegelijk ook een paar vragen ‘ten gronde’ rond deze hype-term. (KR) is van iedereen VORMFRAKKEN _ co-creatieproject met Kristof Van Gestel PARTICIPATIE > CO-CREATIE 42 | | 43

Transcript of Co-creatie is van iedereen - manoeuvre.org · Op de voorbije Werelddag van de stedenbouw trachtte...

Page 1: Co-creatie is van iedereen - manoeuvre.org · Op de voorbije Werelddag van de stedenbouw trachtte de Gentse kunstenplek Manoeuvre een tussenstand-van-zaken op te maken over de rol

E R N S T M A R É C H A L [ A LG E M E N E E N A R T I S T I E K E L E I D I N G B I J K U N S T E N P L E K M A N O E U V R E ]

Participatie, verloren tussen droom en daad?

Co-creatieAls alle politieke, ideologische en academische stro-

mingen aan participatie een eigen betekenis gaan toedichten wordt het op den duur een semantisch

zootje. We gebruiken dezelfde woorden maar we bedoelen andere dingen en gebruiken ‘participatie’ vanuit andere contexten. Onze diverse participatieve strategieën dienen andere overtuigingen, andere bestuurspraktijken. Met Manoeuvre hebben wij ervoor gepleit om binnen het nieuwe kunstendecreet, dat kunstdisciplines inruilde voor functies (productie, participatie, ontwikkeling, …), onze oude sociaal-artistieke praktijk onder de functie participatie als co-creatie te gaan omschrijven. We evolueerden naar een kunstenplek voor co-creatie, ambacht en diversiteit. Voor ons gaat co-creatie over een artistiek proces tussen kunstenaar en participanten, al laten we onze methodieken soms ook los op ruimtelijke participatieve processen. Meestal omschrijven we die dan als ontwerptrajecten in het publieke domein.De laatste tijd krijgen we opvallend meer vragen vanuit het mid-denveld of vanuit diverse administraties om ‘iets’ rond co-creatie te doen op hun reflectiedagen. Co-creatie is nu overal inzetbaar geworden, het wordt zelfs gerecupereerd om processen van politieke besluitvorming die te veel ‘top-down’ verlopen bij te sturen of te verbloemen. Terwijl co-creatie misschien liever een verzamelnaam wil zijn voor diverse ‘bottom-up’ manieren om met diverse actoren een besluit te nemen. Doordat het begrip wordt uitgehold zou je graag een onbezoe-deld woord willen uitvinden om te kunnen pleiten voor meer samenwerking in alle mogelijke maatschappelijke domeinen. Laat ik maar bij het voornemen blijven en verder schrijven want dat nieuwe woord zal nog niet voor morgen zijn.

De beweegredenen en obstakels voor co-creatieDe meeste kunstenaars die het openbare domein opzoeken doen dat niet alleen vanuit een maatschappelijk engagement maar ook omwille van artistieke beweegredenen en bij wijze van ex-periment. De kunstenaar wil uit de kunsten breken door bij te dragen aan de specifieke ‘maatschappelijke’ dimensie van het project, maar tegelijk wil hij het project ook voorzien van een ‘artistiek’ gehalte. Deze dubbele doelstelling vraagt om nieuwe (of hernieuwde) referentiekaders over zowel ‘participatie’ in het proces van creatie als over de ‘autonomie’ van de kunstenaar.

Er is daarvoor duidelijk nood aan een radicaal nieuw ‘zelfbeeld’ voor kunstenaars. Bij Manoeuvre Kunstenplek denken we dat die ‘zelfverwezen-lijking’, waar kunstenaars naar op zoek gaan, door participatief / co-creatief te werken kan worden bevorderd. Net zoals je je ‘identiteit’ opbouwt in relatie met je omgeving, kan participatie ook voor kunstenaars richtinggevend zijn. De aanvankelijke schrik om bij co-creatie te ‘verliezen’ (of uit handen te geven) blijkt veelal ongegrond omdat de kunstenaar in een participatief proces alleen maar kan ‘winnen’ als hij het proces deelt. Door die samenwerking in het co-creatieproces te verwezenlijken wint ook de kunstenaar binnen het proces aan slagkracht. Ook de ruimtelijke planner of stadsarchitect wil graag de ivoren toren van de klassieke besluitvorming tussen lokale overheid en projectontwikkelaars verlaten om op zoek te gaan naar een bre-dere basis van inspraak of betrokkenheid bij de burger. Er wordt dan ook volop met beleidsparticipatie geëxperimenteerd. Al valt het daarbij op dat de meeste overheden en hun administraties geen vragen stellen over het functioneren van de representa-tieve democratie. Terwijl net meer directe democratie of actieve burgerparticipatie een antwoord zou kunnen zijn op de huidige democratische crisis waarin vele burgers zich niet meer verte-genwoordigd voelen. Vrezen de verkozenen des volks een verlies aan politieke autonomie? Aan macht? Ook voor politici zou meer samenwerking of co-creatie in de besluitvorming bijdragen aan de slagkracht en het draagvlak van beleid in het algemeen.Zowel kunstenaars als ruimtelijke planners (en enkele politici) zoeken via ‘participatie’ nieuwe manieren om in het ontwerpen van werk of stedelijke ruimte anderen een aandeel te geven, met als voornaamste beweegreden om meer maatschappelijk draag-vlak te vertegenwoordigen. Het grootste obstakel in dit proces is dat de verantwoording enkel dient afgelegd te worden aan de opdrachtgever. Co-creatie kan alléén maar onafhankelijk zijn omdat het afhankelijk is van zijn participanten.Toen ik vijf jaar geleden coördinator werd van het toenmalige Rocsa1 lagen de contouren voor een tijdelijke invulling in de Gentse wijk Muide-Meulestede en de bijhorende portefeuille al op tafel. Het voormalige terrein van loods 21, eigendom van de stad, lag er te wachten op stedelijke herbestemming die er in essentie maar niet wou komen omwille van een juridisch kluwen tussen een projectontwikkelaar en de stad Gent. Het zat vast en wat wij er samen met de buurtbewoners zouden opstarten zou in

1 Sociaalartistieke werkplaats actief in de Gentse wijken Rabot, Muide – Meulesteede en Afrikalaan. Voorloper van Manoeuvre.

Op de voorbije Werelddag van de stedenbouw trachtte de Gentse kunstenplek Manoeuvre een tussenstand-van-zaken op te maken over de rol en betekenis van co-creatie, zowel in de kunstenwereld als in ruimtelijke ordening. Vandaar ook hun aanwezigheid in dit themadossier. Auteur Ernst Maréchal verheugt zich in de groeiende belangstelling voor dit soort sociaalartistieke praktijken, maar stelt zich tegelijk ook een paar vragen ‘ten gronde’ rond deze hype-term. (KR)

is van iedereen

VORMFRAKKEN _ co-creatieproject met Kristof Van Gestel

P A R T I C I P A T I E > C O - C R E A T I E

42 | | 43

Page 2: Co-creatie is van iedereen - manoeuvre.org · Op de voorbije Werelddag van de stedenbouw trachtte de Gentse kunstenplek Manoeuvre een tussenstand-van-zaken op te maken over de rol

Hoe komen we tot meer co-creatie met actoren of stakeholders uit de lokale onderbouw van een gemeenschap? Hoe laten we hen deelnemen aan de besluitvorming? Door participatieve processen op te starten die alle actoren met elkaar in gesprek brengen en waar de politiek de rol van moderator op zich neemt? Het is vandaag toch ondenkbaar om tot een compromis rond Oosterweel en de Antwerpse ring te komen zonder de actieve betrokkenheid van de actiegroepen, met een afsluitend referen-dum als kers op de taart van een open besluitvorming. Diverse besturen van diverse kleuren op diverse niveaus hebben dit misschien wel al begrepen, maar een wettelijk kader voor parti-cipatieve besluitvorming is zelfs op lokaal niveau nog lang niet in zicht. Dat zou in dit specifieke geval niet alleen goed zijn voor ons milieu maar ook voor onze democratie. Maar wat zijn nu de stapstenen van een co-creatieproces? Hoe kan het bijdragen tot een meer gelijkwaardige open besluitvorming? Ik kan alleen maar getuigen vanuit onze artistieke praktijk en weet niet of het zomaar overdraagbaar is, maar voor ons suggereert het woord participatie dat ‘iets’ wordt voorzien door iemand anders. De andere neemt daaraan deel en zijn deelname wordt een onderdeel van een wederkerig proces. Er ontstaat een twee-richtingsverkeer waarbinnen zowel kunstenaar als deelnemer ‘iets’ voorzien. Dit zien we als het voortschrijdend proces dat door alle betrokkenen ‘wederkerig’ wordt gevoed, waarbinnen het concept verder kan worden afgebakend en er naar een resultaat toe kan worden gewerkt. Iedereen neemt vanuit zijn hoedanigheid deel aan het proces. Beweegredenen verschillen. Al gaan we uit van een hypothese van gelijkheid: we zijn gelijk in onze handelings-capaciteiten en in intelligentie. Het co-creatieproces is daar de toetssteen van. De emancipatie ligt in het handelen van zowel kunstenaar als deelnemers die vanuit het ‘niet’ weten (waardoor het handelen wordt geactiveerd en iedereen zijn mogelijkheden kan ontplooien) het co-creatieproces afronden met een artistiek

resultaat waarbinnen die gelijkheid zich objectief kan manifes-teren. Belangrijk is dat het project bij aanvang open genoeg is. Dat voedt de wederzijdse honger en nieuwsgierigheid, alsook de creatieve ruimte. Wanneer het project al te veel is ingevuld, is gelijkwaardigheid binnen het proces minder vanzelfsprekend. Het is belangrijk voor kunstenaars (of voor kunstenorganisa-ties waarmee we samenwerken) om de ‘twijfel’ toe te laten, om te durven het ‘risico’ aan te gaan. Ook dat is toepasbaar op beleidsmakers. We zouden met een minder electoraal gerichte particratie (met een politieke verte-genwoordiging die haar macht niet wil consolideren en het risico durft aan te gaan) al een pak verder staan in het co-creëren van onze sociale, politieke en ecologische omgeving. Het lijkt alsof de authentieke ‘betekenis’, of misschien juister ‘potentie’, van co-creatie geen opgang heeft mogen maken en we de taalstrijd over het begrip hebben verloren. Alleen al daarom mogen we het niet opgeven. Maar ook omdat we weten dat waar de oude structuren het laten afweten co-creatie erin slaagt om doelgroepen die anders nooit worden gehoord aan het woord te laten. Het is duidelijk dat strategieën voor verandering, veelal vanuit de politieke onderbouw van de maatschappij, als ‘transitie’, ‘deeleco-nomie’, ‘commons’, … alleen maar zullen slagen als we, vanuit de politieke en economische bovenbouw, de toenemende armoede en ongelijkheid veroorzaakt door de liberale globalisering kun-nen wegwerken. En dat zal alléén maar gebeuren als we, ver weg van de bestaande totalitaire ideologieën, onze welvaartsstaat vernieuwen en onze democratie heruitvinden vanuit een direct en permanent overleg of co-creatie model. www.manoeuvre.org

afwachting van een ‘oplossing’ een welgekomen bliksemafleider zijn. Het was natuurlijk niet onze taak om te gaan bemiddelen, maar wel om het terrein in relatie met de omgeving tijdelijk te gaan valoriseren. Het gaf ons een signaalfunctie over de toekom-stige mogelijkheden voor de herbestemming. Pas door andere middelen (eerst met een projectsubsidie Thuis in de stad, later in 2013 door terug aansluiting te vinden met het kunstendecreet) te koppelen aan projecten in dezelfde wijk Muide-Meulestede konden we onze artistieke positie (of doelstelling) heroveren en zelf het artistieke en sociale karakter van onze projecten bepalen. Al sierden bepaalde afbeeldingen van onze publieke objecten toch iets te veelvuldig de stedelijke communicatie. Als organisatie ga je dan je autonomie zoeken tussen de verschil-lende criteria van je subsidiënten. Je vrijheid ligt dan ergens in het midden. Publieke middelen, subsidies, blijven primordiaal om onafhankelijke processen in het publieke domein te kunnen voeren. Wij zijn duidelijk geen voorstanders van de publiek-private trend, die zich niet alleen articuleert in de autonome stadsbedrijven, maar samen met de heftige besparingen in het ganse middenveld de voorbode is van een verdere privatisering van de taken van de overheid en van meer vermarkting in het algemeen. Kunstenaars en organisaties worden met hun werk al te vaak geïnstrumentaliseerd en geprojecteerd op de toekom-stige (creatieve) industrie waar ‘alles’ verkoopbaar moet zijn. In die vermarkting zal niet de markt maar de belastingbetaler het risico van schulden op zich nemen. Evolueren we naar een par-ticipatiemaatschappij waarbij we de welvaartsstaat rustig verder kunnen uithollen omdat we vanuit een of ander vaag filantropisch zorgperspectief de zorgen van ieder moeten kunnen opvangen? Is zelfredzaamheid de nieuwe vorm van maatschappelijk parti-ciperen aan het worden?

Meer co-creatie als burgerparticipatie?Participatie in de kunsten is al net zo’n containerbegrip als partici-patie in ruimtelijke processen of in openbare besluitvorming. Een veelgehoorde kritiek op het Gentse mobiliteitsplan is bijvoorbeeld dat het consulteren of informeren van de bevolking niet gelijk is

aan participatie waarbij de burgers mee actief het plan kunnen vormgeven. Participatie dekt dus vele ladingen. Dat is ook zo in de kunsten. Grofweg zouden we kunnen spreken over impliciete versus expliciete participatie. Bij expliciete participatie of co-creatie werkt de kunstenaar samen met de participanten aan het project, van ontwerp tot en met de uitvoeringsfase. Bij impliciete participatie is dat enkel in het ontwerpen of in het uitvoeren. Of de kunstenaar laat zich sociaal inspireren. Of de meer relationele projecten (veelal plaatsgebonden objecten of kunstintegratie) waarbij het werk van de kunstenaar in een publieke context tot sociale en gedeelde handelingen moet leiden. Kunstinterventies zijn altijd relationeel in hun presentatie - en handelingspraktijk, maar niet altijd in de totstandkoming ervan. Bij kunstenplek Manoeuvre staan wij open voor alle vormen van participatie in het produceren van werk. Al kiezen we het vaakst voor co-creatie, participatie kan ook gaan over nieuwe dimensies in de relaties tussen publiek, werk en kunstenaar. Participatie in de kunsten gaat dus zowel over deelhebben als over deelnemen. Participatie in stedelijke of lokale besluitvorming is meestal consulterend, soms richtinggevend en in een enkel geval beslis-send. We zouden dus kunnen stellen dat de meeste ruimtelijke processen vormen van impliciete participatie beoefenen. Terwijl het model van co-creatie als een expliciet participatieve methodiek allicht meer in staat moet zijn om een herverdeling van macht of besluitvorming te bewerkstelligen en zodoende meer demo-cratisch gehalte in de samenleving te generen. Is het nu niet te veel het ‘old boys network’ tussen de politiek en het bedrijfsleven dat de besluitvorming in een welbepaalde richting duwt?

1 Land in zicht _ Installatie door manoeuvre kunstenplek i.s.m. stadscollectief GURBS 2 Reuze Meccano _ ontwerptraject Houtdokpark door manoeuvre kunstenplek 3 Piramuide Landschap _ tijdelijke invulling op het voormalige terrein van loods 21

4 Uit de zon _ co-creatieproject met Laura Caroen 5 Het Ei, speel-TUIGroute _ plaatsgebonden project door manoeuvre kunstenplek en de kinderen van de Muide 6 Publieke Spanning _ installatie door manoeuvre kunstenplek voor Sorry, Not Sorry festival 7 Hybrid Heads _ co-creatieproject met Daniela Dossit 7 Valse Kalligrafie _ co-creatieproject met Ada Van Hoorebeke en Maartje Fliervoet

21

4

67

5

3

P A R T I C I P A T I E > C O - C R E A T I E

44 | | 45