cevennen

2
> hoogtemeters begint. Het is de trap naar het balkon met uitzichten over het Lac de Villefort en de verre horizon daarachter. In l’Habitarelle passeren we een kerkje waar een kleine menigte zich onder galmende klokken verzamelt rondom trotse ouders met een baby, gelegen op een wit kussen met sluier. De doopdienst begint. We voelen ons vreemde snuiters als we langs de zondags geklede kerkgangers rijden. In Bergognon vragen we ons af waar al die huizen zijn die wel op de kaart staan ingetekend. We dachten een bakkie te doen voordat we onze tanden in de klim naar het granieten massief Mont Lozère moeten zetten. Maar alleen l’eau is onbeperkt potable. Na een half uur stoempen, horen we de klokken van l’Habitarelle ver beneden ons. De dienst is afgelopen. We rijden er hemelsbreed twee kilometer vandaan. Zwembroek Ondertussen maalt Jan Willem door. Vermoeidheid komt in zijn woordenboek niet voor. In die van mij staat honger nu hoog genoteerd. Maar we willen eerst die boomgrens voorbij. Ongeduldig op zoek naar de bevestiging van het juiste pad. Bocht na bocht en duizend hoogtemeters later doemt de hoogvlakte voor ons op. Een hongerklopje begint al te tikken. Chalet de L’Aigle klinkt uitnodigend, maar blijkt slechts een schuilhut te zijn zonder voorzieningen. Geen terras, maar een tapijt van hei. Geen dubbele espresso, maar sportdrank. We kronkelen over Mont Lozère langs ruige vergezichten, tussen heidevelden en over smeltende sneeuwvelden. Vrij uniek voor de tweede helft van mei. Over enkele weken zindert de zon. Op de top scoren we eindelijk ons verlangde terras. De espresso slaan we over, we gaan direct voor een koel glas bier. De volgende dag rijden we in veertig minuten met de trein naar het noordelijker gelegen Langogne op ruim 1000 meter. Tijdens een 60 kilometer lange tocht zakken we terug naar Villefort via de chemin de Stevenson en chemin de Régordane, twee populaire Grand Randonnées. Vriendelijk knikkend passeren we geregeld wandelaars. Zien we niet af en toe een kleine jaloerse blik als wij op onze comfortabele fully’s voorbij rollen? Het landschap is opvallend mild. Brede, niet te steile paden. Door de weilanden en de vele dorpjes die we doorkruisen, voelen we ons soms in Limburg en dan weer in het Sauerland. Hommels, holle wegen, graanvelden en kastanjeboomgaarden. Le Bastide-Puylaurent is een middeleeuws stadje waar de Gorges du Chassezac begint, een canyon die zich diep in het massief heeft gefreesd. Vanaf hier wordt de route beduidend technischer. Niet meer keuvelend naast elkaar, maar ouderwets vechtend om elke meter. Naar beneden rijden we drie keer lek. Met meer bar in de banden wordt het laatste stuk naar Lac de Villefort lastig. Toch maar overgaan naar tubeless? Want ondanks de 120 millimeter veerweg hebben we het gevoel of onze ingewanden allemaal op een andere plek zitten. Het zegt veel over het formaat keien en rotsen. Hoe deden we dit pakweg 15 jaar geleden ook alweer op onze ongeveerde stalen rossen met cantilever remmen? We zijn gewoon verwend. Bij Pied de Borne willen we proberen in de Gorges af te zakken. Op de samenvloeiing van l’Altier en de Chassezas moeten we onze zwembroek toch uit de Camelbak kunnen halen. Na de klim achter Villefort is de kilometerslange singletrack met losliggende leistenen zeker geen kabinet van verveling. In de afdaling op een doodstil achteraf weggetje komt plots een gele postauto de hoek omscheuren. Het gaat net goed. Wat als we iets op de andere weghelft hadden gereden? Ik schrik er ’s nachts wakker van. De weerbarstige stippellijntjes van de Cévennen Met de kaart in de Camelbak reden Karst Zijlstra en Jan Willem Nelck op de mountainbike door de noordelijke Cévennen. Op zoek naar verborgen stippellijntjes langs gorges, over eenzame hoogvlaktes en onontdekte trails. Tekst: Karst Zijlstra / Foto’s: Jan Willem Nelck, Karst Zijlstra Chalet de l’Aigle klinkt uitnodigend, maar blijkt slechts een schuilhut te zijn zonder voorzieningen D e gastvrouw van bezoekerscentrum Parc National des Cévennes zwaait elegant met haar pen over de hele kaart. “Partout”, antwoordt ze op mijn vraag waar je mag mountainbiken. Zo’n reactie maakt haar nog lieftalliger. Vanochtend zijn Jan Willem en ik uit Villefort vertrokken. Een verscho- len dorp op 600 meter hoogte op de grens van de Cévennen en de Ardèche. In deze streek zijn geen mountainbikeroutes uitgezet. Wel een keur aan wandelroutes. En die zijn in dit middelgebergte goed te doen. Althans, daar gaan we vanuit na nauwkeurige bestudering van de hoogte- en stippellijntjes op de kaart. Vanuit Villefort volgen we de Grand Randonnée 44, die direct met een steile klim over honderd Ruïne van het kasteel van Luc op de route Langogne-Villefort Pont du Tarn www.fiets.nl / september 2009 62 www.fiets.nl / september 2009 63 Reisverhaal Overal biken

description

 

Transcript of cevennen

Page 1: cevennen

>

hoogtemeters begint. Het is de trap naar het balkon met uitzichten over het Lac de Villefort en de verre horizon daarachter. In l’Habitarelle passeren we een kerkje waar een kleine menigte zich onder galmende klokken verzamelt rondom trotse ouders met een baby, gelegen op een wit kussen met sluier. De doopdienst begint. We voelen ons vreemde snuiters als we langs de zondags geklede kerkgangers rijden.In Bergognon vragen we ons af waar al die huizen zijn die wel op de kaart staan ingetekend. We dachten een bakkie te doen voordat we onze tanden in de klim naar het granieten massief Mont Lozère moeten zetten. Maar alleen l’eau is onbeperkt potable. Na een half uur stoempen, horen we de klokken van l’Habitarelle ver beneden ons. De dienst is afgelopen. We rijden er hemelsbreed twee kilometer vandaan.

ZwembroekOndertussen maalt Jan Willem door. Vermoeidheid komt in zijn woordenboek niet voor. In die van mij staat honger nu hoog genoteerd. Maar we willen eerst die boomgrens voorbij. Ongeduldig op zoek naar de bevestiging van het juiste pad. Bocht na bocht en duizend hoogtemeters later doemt de hoogvlakte voor ons op. Een hongerklopje begint al te tikken.Chalet de L’Aigle klinkt uitnodigend, maar blijkt slechts een schuilhut te zijn zonder voorzieningen. Geen terras, maar een tapijt van hei. Geen dubbele espresso, maar sportdrank. We kronkelen over Mont Lozère langs ruige vergezichten, tussen heidevelden en over smeltende sneeuwvelden. Vrij uniek voor de tweede helft van mei. Over enkele weken zindert de zon. Op de top scoren we eindelijk ons verlangde terras. De espresso slaan we over, we gaan direct voor een koel glas bier.De volgende dag rijden we in veertig minuten met de trein naar het noordelijker gelegen Langogne op ruim 1000 meter. Tijdens een 60 kilometer lange tocht zakken we terug naar Villefort via de chemin de Stevenson en chemin de Régordane, twee populaire Grand Randonnées. Vriendelijk knikkend passeren

we geregeld wandelaars. Zien we niet af en toe een kleine jaloerse blik als wij op onze comfortabele fully’s voorbij rollen? Het landschap is opvallend mild. Brede, niet te steile paden. Door de weilanden en de vele dorpjes die we doorkruisen, voelen we ons soms in Limburg en dan weer in het Sauerland.

Hommels, holle wegen, graanvelden en kastanjeboomgaarden.Le Bastide-Puylaurent is een middeleeuws stadje waar de Gorges du Chassezac begint, een canyon die zich diep in het massief heeft gefreesd. Vanaf hier wordt de route beduidend technischer. Niet meer keuvelend naast elkaar, maar ouderwets vechtend om elke meter. Naar beneden rijden we drie keer lek. Met meer bar in de banden wordt het laatste stuk naar Lac de Villefort lastig. Toch maar overgaan naar tubeless? Want ondanks de 120 millimeter veerweg hebben we het gevoel of onze ingewanden allemaal op een andere plek zitten. Het zegt veel over het formaat keien en rotsen. Hoe deden we dit pakweg 15 jaar geleden ook alweer op onze ongeveerde stalen rossen met cantilever remmen? We zijn gewoon verwend.Bij Pied de Borne willen we proberen in de Gorges af te zakken. Op de samenvloeiing van l’Altier en de Chassezas moeten we onze zwembroek toch uit de Camelbak kunnen halen. Na de klim achter Villefort is de kilometerslange singletrack met losliggende leistenen zeker geen kabinet van verveling. In de afdaling op een doodstil achteraf weggetje komt plots een gele postauto de hoek omscheuren. Het gaat net goed. Wat als we iets op de andere weghelft hadden gereden? Ik schrik er ’s nachts wakker van.

De weerbarstige stippellijntjes van de Cévennen

Met de kaart in de Camelbak reden

Karst Zijlstra en Jan Willem Nelck op

de mountainbike door de noordelijke

Cévennen. Op zoek naar verborgen

stippellijntjes langs gorges, over

eenzame hoogvlaktes en onontdekte

trails.

Tekst: Karst Zijlstra / Foto’s: Jan Willem Nelck, Karst Zijlstra

Chalet de l’Aigle klinkt uitnodigend, maar blijkt slechts een schuilhut te zijn zonder voorzieningenDe gastvrouw van bezoekerscentrum Parc National des Cévennes

zwaait elegant met haar pen over de hele kaart. “Partout”, antwoordt ze op mijn vraag waar je mag mountainbiken. Zo’n

reactie maakt haar nog lieftalliger.Vanochtend zijn Jan Willem en ik uit Villefort vertrokken. Een verscho-len dorp op 600 meter hoogte op de grens van de Cévennen en de Ardèche. In deze streek zijn geen mountainbikeroutes uitgezet. Wel een keur aan wandelroutes. En die zijn in dit middelgebergte goed te doen. Althans, daar gaan we vanuit na nauwkeurige bestudering van de hoogte- en stippellijntjes op de kaart. Vanuit Villefort volgen we de Grand Randonnée 44, die direct met een steile klim over honderd Ruïne van het kasteel van Luc op de route Langogne-Villefort

Pont du Tarn

www.fiets.nl / september 200962 www.fiets.nl / september 2009 63

Reisverhaal

Overal biken

Page 2: cevennen

<

plaats van weerbarstig. Ofwel: te doen. Worteltje hier, keienstrook daar. Een nog steiler stuk. Een kleine krachtterm als een rotsblok geen begrip toont. Na een half uurtje knokken zijn we weer terug op de hoogvlakte en rijden we langs de Tarn om van daaruit over de GR 72 de weg terug naar Villefort te volgen. Op de Col de Rabusat zakken we af, waden door een riviertje naar de D66, een onvervalste asfaltweg. Nog even een achteraf lusje. We kunnen het niet laten alle paadjes rondom onze stand-plaats af te stropen.De zwoele lucht schemert als we Villefort binnenvallen. Na 80 harde kilometers, voelen we ons als uitgedroogde en stoffige martelaren en vallen op een welverdiend terrasje ‘glorieusement’ neer. Alwaar de wijn de zware arbeid al spoedig omsmelt in een luchtig vakantietripje.

Villefort. Tip: stippellijntjes zijn alleen te doen als deze gelijk aan en niet dwars op een hoogtelijn liggen.

Neem anders altijd de dubbele stippellijn.Het ‘partout’ van onze lieftallige ontvangst-

juffrouw is vandaag aan de beurt. Op naar Le Mas de la Marque, het outdoor-centrum van de streek. De parkeerplaats

is vol, evenals het café. De paden zijn verlaten. Voor ons glooit een kaal en ruig landschap. Mijn hoofd is nog niet wakker en heeft nauwelijks weet dat mijn benen alweer als zuigertjes op en neer gaan.

We kronkelen tot de bron van de Tarn. Een onschuldig vlak stroompje, dat zich 100

kilometer verder ontwikkelt tot een beroemd toevluchtsoord voor talloze vakantievierende Nederlanders.Van 1320 meter dalen we in 8 kilometer geleidelijk naar 1100 meter via een indrukwekkend en moeilijk pad. In het dal bepalen weilanden en gehuchten weer

het landschap. Aan de heiige westelijke horizon dreigen donkere luchten, maar dat is al twee dagen zo zonder dichterbij te komen.Een ijverige boer zet zijn maaimachine stil om ons uit te leggen dat vanaf hier, terug naar Mont Lozère, het pad een hoog ‘pousser-gehalte’ in zich bergt. We lussen daarom verder naar le Merlet. Ook deze klim staat op de kaart met de inmiddels beruchte stippellijn aangegeven, maar nu liggen de hoogtelijn-tjes net iets verder uit elkaar. Die beklimming wordt door ons ingeschaald in de categorie uitdagend in

monniken gingen ervoor. ‘Les Balmelles’, staat met grote letters op de kaart. In werkelijkheid een boerderij met twee schuren. En een manshoog kruis. Dat dan weer wel.Fietsen, eten en slapen is een niet te stuiten ritme in mountainbikeweken als deze. Kaartlezen is de vierde dimensie. ’s Avonds uren turen. Wikken en wegen. Hoogtelijntjes bestuderen. Enkele of dubbele stippellijntjes. Het lijkt niet iets om je druk om te maken, maar in het veld kan het om hiken of biken gaan, een verschil van uren.Zo ook de tocht over de GR 68. Doorrijden naar Géholhac of het stippellijntje naar Valinière. We schatten het laatste als te doen. Dankzij een mix van vaardigheid, lef en geluk blijven we op de mountain-bike. Denkend aan de stippellijnen op de kaart dringt een uitspraak van Cruijff zich op: ‘je gaat het pas zien als je het door hebt’.Onderaan pakken we een PR, petit randonnée, een lokale wandelroute. Alleen zonder wandelaars. Binnendoor kruipen en sluipen we naar St. André Capcèze om via een langzaam oplopend moeilijk te berijden pad langs een riviertje terug te keren naar

Tot aan de spectaculaire hangbrug richting Beyssac kunnen we langs de rivier de Chassezac het pad volgen. Daarna wijkt het spoor naar boven om via S-bochtjes terug te keren naar Pied de Borne. Enkele kilometers in de klim terug zoeken we het pad van de Tour du Chassezac. Maar er is geen enkele ballisage die ons ergens naar verwijst. Met de kaart in de hand gokken we uiteindelijk goed en rijden boven de rivier l’Altier over een eeuwenoud pad. Wie heeft de loodzware keien ooit zo mooi neergelegd? Soms zelfs opgesierd met verticale markeringen. De

Enkele of dubbele stippellijntjes kunnen het verschil uitmaken tussen hiken of biken

Langs de Gorges du Chassezac

Hoog boven de rivier l’AltierRondom Lac de Villefort

Route tour de

Chassezac

www.fiets.nl / september 200964

Reisverhaal

www.fiets.nl / september 2009 65

Reisverhaal

Wereldwijd werken miljoenen mensen onder zware omstandigheden, zonder contract. Hun rechten worden met voeten getreden. Fiets op 9 oktober 2009 voor hun arbeidsrechten! Kijk op www.cnvteamtour.nl

Powered by CNV Internationaal

CNVI-09-fiets.indd 1 03-08-2009 10:27:38

Reisinfo:www.mtbclinic-reizen.nlwww.villefort-cevennes.comwww.meteofrance.comkaarten: IGN 2738E, 2838OT, 2739OT, 2838OT

Overal biken