CD-politiek bestaat niet Commentaar

2
8 CDA-politiek bestaat niet Amper had Wilders zijn hielen gelicht, of daar verschenen ze weer op het scherm en in de kranten, de politieke masto- donten van het CDA die zich anderhalf jaar eerder vergeefs hadden verzet tegen deelname van hun partij aan een gedoogcoalitie met de PVV. Opmerkelijk was vooral het optreden van oud-minis- ter Ab Klink. In het tv-programma Nieuwsuur vertolkte hij niet alleen het immense gevoel van opluchting dat zijn partij zich bevrijd heeft uit de gijzeling door de PVV maar gaf hij ook een geheel eigen draai aan het feit dat vijf partijen van liberale en confessionele snit het in no time eens werden over een bezui- nigingspakket. Hij meende daarin een overwinning van “het radicale midden” te bespeuren. Laat dat radicale midden nu precies de slogan zijn waarmee het CDA zich sinds enkele maanden tracht te onderscheiden van andere partijen. De suggestie van Klink is duidelijk: het CDA is ondanks de belabberde uitkomsten van de politieke barometer (13 zetels nu) nog niet voorgoed verloren. De redenering van Klink lijkt me een typisch geval van de wens die de vader van de gedachte is. De vijf partijen die in twee dagen tijd een europroof bezuini- gingsakkoord sloten, hebben daar onge- twijfeld ieder hun eigen motieven voor. Maar sterker is hun gemeenschappelijke motief: ze leggen de grondslag van het nieuwe kabinet dat na de verkiezingen op 12 september zal aantreden. Ze wilden hun verantwoordelijkheid nemen, zeiden ze. Een handige manier om de partijen die het bezuinigingsak- koord niet zien zitten, neer te zetten als onverantwoordelijk. De Kunduz-coalitie hoopt dat de kiezers PvdA en SP daar- voor zullen afstraffen. Wat belet het CDA om blijvend samen te gaan met de VVD? De liberale protestant Mark Rutte is het met zo’n fusie eens CDA-politici spreken van ‘een keuze voor het radicale midden’ . Zou hun analyse kloppen, dan betekent ‘radicaal’ in het Nederlands kennelijk hetzelfde als ‘libe- raal’ en ‘anti-links’ . Weinig onderscheidend Ab Klink pleitte er in Nieuwsuur voor dat het CDA de verkiezingen zou ingaan met een (liefst jongere) lijsttrekker die niet bezoedeld is door het avontuur met de PVV. Een verstandig pleidooi dat echter niet bewaarheid zal worden. Zes kandi- daat-lijsttrekkers hebben zich intussen voor het lijstrekkerschap aangemeld. Degenen die de meeste kans maken - Sybrand van Haersma Buma, minister Liesbeth Spies en staatsecretaris Henk Bleker - waren alle drie voorstander van de gedoogcoalitie; nieuw politiek elan is van hen niet te verwachten. Dat het CDA onder leiding van een van hen een ver- kiezingsoverwinning gaat behalen, lijkt uitgesloten. Maar afgezien daarvan, het probleem waarmee de partij te kampen heeft, is niet alleen en ook niet op de eer- ste plaats het gebrek aan aansprekende leidslieden. De belangrijkste uitdaging waar de christendemocratie reeds vanaf haar ontstaan al meer dan een eeuw lang voor staat, is hoe zij haar eigenheid kan profileren in een steeds meer secularise- rende samenleving. Het CDA zou ervoor kunnen kiezen om, in navolging van ChristenUnie en SGP, een sterkere nadruk te leggen op het christelijk geloof. Daarmee zou de partij zich echter tot een marginaal bestaan veroordelen. Liever poneert ze dat het ei- gene van de christendemocratie gelegen is in de keuze voor een middenweg tus- sen het individualisme van de liberalen en het collectivisme van links. Een the- oretisch juiste positie die in de praktijk voor de kiezers te weinig onderscheidend is. Voor elke partij geldt immers dat het beleid dat zij voorstaat een mengsel is van markt en overheid. Pretenties In zijn recente boek Hoe God verdween uit de Tweede Kamer (uitgeverij Balans) schetst de remonstrantse theoloog Eginhard Meijering de ondergang van de christelijke politiek. Wanneer in 1901 voor het eerst een confessioneel kabinet aantreedt, verdedigt minister-president Abraham Kuyper het christelijk karakter daarvan onder meer met een verwijzing naar het eerste van de Tien Geboden: ‘Gij zult liefhebben den Heer, uwen God, met al uw verstand, met al uw krachten’ . “Welnu, bij het aanhoren van die woor- den buigt elk lid van de rechterzijde (= de confessionelen, JvH), en ik voeg erbij: elk lid van het Kabinet, zich diep eerbiedig neder” , aldus de antirevolutionaire staats- man. Waarna zich een heftig theologisch debat ontspint, waarin ook niet-con- fessionele politici duchtig meespreken. De confessionelen stellen het voor alsof VolZin | 11 mei 2012

description

Weinig onderscheidend Ab Klink pleitte er in Nieuwsuur voor dat het CDA de verkiezingen zou ingaan met een (liefst jongere) lijsttrekker die niet bezoedeld is door het avontuur met de PVV. Een verstandig pleidooi dat echter niet bewaarheid zal worden. Zes kandi- daat-lijsttrekkers hebben zich intussen voor het lijstrekkerschap aangemeld. Pretenties VolZin | 11 mei 2012 8

Transcript of CD-politiek bestaat niet Commentaar

8

CDA-politiek bestaat niet

Amper had Wilders zijn hielen gelicht, of daar verschenen ze weer op het scherm en in de kranten, de politieke masto-donten van het CDA die zich anderhalf jaar eerder vergeefs hadden verzet tegen deelname van hun partij aan een gedoogcoalitie met de PVV. Opmerkelijk was vooral het optreden van oud-minis-ter Ab Klink. In het tv-programma Nieuwsuur vertolkte hij niet alleen het immense gevoel van opluchting dat zijn partij zich bevrijd heeft uit de gijzeling door de PVV maar gaf hij ook een geheel eigen draai aan het feit dat vijf partijen van liberale en confessionele snit het in no time eens werden over een bezui-nigingspakket. Hij meende daarin een overwinning van “het radicale midden” te bespeuren. Laat dat radicale midden nu precies de slogan zijn waarmee het CDA zich sinds enkele maanden tracht te onderscheiden van andere partijen. De suggestie van Klink is duidelijk: het CDA is ondanks de belabberde uitkomsten van de politieke barometer (13 zetels nu) nog niet voorgoed verloren. De redenering van Klink lijkt me een typisch geval van de wens die de vader van de gedachte is. De vijf partijen die in twee dagen tijd een europroof bezuini-gingsakkoord sloten, hebben daar onge-twijfeld ieder hun eigen motieven voor. Maar sterker is hun gemeenschappelijke motief: ze leggen de grondslag van het nieuwe kabinet dat na de verkiezingen op 12 september zal aantreden.Ze wilden hun verantwoordelijkheid nemen, zeiden ze. Een handige manier om de partijen die het bezuinigingsak-koord niet zien zitten, neer te zetten als onverantwoordelijk. De Kunduz-coalitie hoopt dat de kiezers PvdA en SP daar-voor zullen afstraffen.

Wat belet het CDA om blijvend samen te

gaan met de VVD? De liberale protestant Mark Rutte is het met

zo’n fusie eens

CDA-politici spreken van ‘een keuze voor het radicale midden’. Zou hun analyse kloppen, dan betekent ‘radicaal’ in het Nederlands kennelijk hetzelfde als ‘libe-raal’ en ‘anti-links’.

Weinig onderscheidendAb Klink pleitte er in Nieuwsuur voor dat het CDA de verkiezingen zou ingaan met een (liefst jongere) lijsttrekker die niet bezoedeld is door het avontuur met de PVV. Een verstandig pleidooi dat echter niet bewaarheid zal worden. Zes kandi-daat-lijsttrekkers hebben zich intussen voor het lijstrekkerschap aangemeld.

Degenen die de meeste kans maken - Sybrand van Haersma Buma, minister Liesbeth Spies en staatsecretaris Henk Bleker - waren alle drie voorstander van de gedoogcoalitie; nieuw politiek elan is van hen niet te verwachten. Dat het CDA onder leiding van een van hen een ver-kiezingsoverwinning gaat behalen, lijkt uitgesloten. Maar afgezien daarvan, het probleem waarmee de partij te kampen heeft, is niet alleen en ook niet op de eer-ste plaats het gebrek aan aansprekende leidslieden. De belangrijkste uitdaging

waar de christendemocratie reeds vanaf haar ontstaan al meer dan een eeuw lang voor staat, is hoe zij haar eigenheid kan profileren in een steeds meer secularise-rende samenleving. Het CDA zou ervoor kunnen kiezen om, in navolging van ChristenUnie en SGP, een sterkere nadruk te leggen op het christelijk geloof. Daarmee zou de partij zich echter tot een marginaal bestaan veroordelen. Liever poneert ze dat het ei-gene van de christendemocratie gelegen is in de keuze voor een middenweg tus-sen het individualisme van de liberalen en het collectivisme van links. Een the-oretisch juiste positie die in de praktijk voor de kiezers te weinig onderscheidend is. Voor elke partij geldt immers dat het beleid dat zij voorstaat een mengsel is van markt en overheid.

PretentiesIn zijn recente boek Hoe God verdween uit de Tweede Kamer (uitgeverij Balans) schetst de remonstrantse theoloog Eginhard Meijering de ondergang van de christelijke politiek. Wanneer in 1901 voor het eerst een confessioneel kabinet aantreedt, verdedigt minister-president Abraham Kuyper het christelijk karakter daarvan onder meer met een verwijzing naar het eerste van de Tien Geboden: ‘Gij zult liefhebben den Heer, uwen God, met al uw verstand, met al uw krachten’. “Welnu, bij het aanhoren van die woor-den buigt elk lid van de rechterzijde (= de confessionelen, JvH), en ik voeg erbij: elk lid van het Kabinet, zich diep eerbiedig neder”, aldus de antirevolutionaire staats-man. Waarna zich een heftig theologisch debat ontspint, waarin ook niet-con-fessionele politici duchtig meespreken. De confessionelen stellen het voor alsof

VolZin | 11 mei 2012

411949.indd 2 7-5-2012 13:46:46

COMMENTAAR JAN VAN HOOYDONK

11 mei 2012 | VolZin

de verkiezingsstrijd gaat tussen geloof en ongeloof, ze lezen de Bijbel op een willekeurige manier (over de Bergrede en de profeet Amos hoor je hen niet), en bovendien, hoe kunnen protestanten en roomsen elkaar als ketters beschou-wen en tegelijkertijd pretenderen dat ze dezelfde ‘christelijke politiek’ voorstaan? Liberalisme en vrijzinnig-protestantisme vallen in die tijd nog samen. Het zijn dan ook met name liberale afgevaardigden die de pretenties van de orthodoxe con-fessionelen doorprikken. Een politiek op basis van de Bijbel en de christelijke dogma’s is volgens hen onmogelijk. Wat in hun ogen in de politiek wel mogelijk is, is een ‘zedenkundig christendom’, niet gebaseerd op leerstellingen, maar op het algemeen erkende christelijke beginsel van de naastenliefde.Het beginselprogramma van het CDA uit 1980 opent met de zin: “Het CDA aan-vaardt het bijbels getuigenis aangaande Gods beloften, daden en geboden als van beslissende betekenis voor mens, maatschappij en overheid. Het CDA richt zich naar dat getuigenis met de intentie steeds te zoeken naar de beteke-nis van het Evangelie voor het politieke handelen”. Ironisch laat Meijering op dit citaat volgen: “Dit was toch iets anders dan de ‘gehoorzaamheid aan Gods Woord’.” De auteur toont met zijn histori-sche exposé aan, wat mij betreft overtui-gend, dat het christendom waarop het CDA zich zegt te baseren, in feite niet anders is dan het ethische christendom dat vanouds door de liberalen werd be-pleit. Ik kan dan ook moeilijk anders dan zijn conclusie bijvallen: “Wat dat betreft zou een blijvend samengaan van CDA en VVD tot de mogelijkheden behoren.”Terzijde: onze liberale premier blijkt er

ook zo over te denken. Twee maanden geleden gaf hij acte de présence op de SGP-jongerendag. Tegenover de jonge calvinisten bekende de protestant Mark Rutte dat het christelijke geloof “een van mijn drijfveren” is. Hij heeft voor de VVD gekozen “omdat het liberalisme wortelt in de joods-christelijke traditie”.

CompassiePeriodiek worden door het CDA pogin-gen gedaan om de beginselen maar weer eens te herbronnen. Begin dit jaar pro-beerde een commissie onder leiding van theologe Jacobine Geel om “de CDA-be-ginselen verstaanbaar te maken voor de samenleving van nu”. Volgens Geel zijn CDA’ers politiek actief vanuit compassie met de medemens. “Dat is het gouden kapitaal van het CDA.”

Heel mooi natuurlijk, die compassie. Spreekt mij reuze aan. Spreekt Emile Roemer en Diederik Samsom vast ook aan en, ik sluit het niet uit, Mark Rutte niet minder. “Men hoort politici van het CDA niet over Gods daden en beloften, waarvan het Evangelie getuigt, spreken”, merkt Eginhard Meijering op. Hij laat in het midden of hij dat betreurt of niet. Maar belangrijker lijkt me de constatering – die de auteur trouwens in zijn boek niet wil of durft te trekken – dat de geschie-denis van ruim een eeuw christelijke politiek aantoont dat een dergelijke politiek juist in haar diepste ideologische motivering een onmogelijkheid is. Het-geen het CDA er overigens niet van mag weerhouden om wat meer compassie in zijn verkiezingsprogramma te stoppen.

CDA-congres 2012: in het teken van ‘compassie’ en ‘het radicale midden’. Midden voor: voor-

zitter Ruth Peetoom. (foto Dirk Hol)

411949.indd 3 7-5-2012 13:46:50