Catshuis aan het Lange Voorhout

36

description

Onderzoeksrapport naar een nieuwe ambtswoning voor de minister-president

Transcript of Catshuis aan het Lange Voorhout

Page 1: Catshuis aan het Lange Voorhout
Page 2: Catshuis aan het Lange Voorhout

24/7 Catshuis aan Het Lange Voorhout.

B.R. Lewerissa Studienummer: 1317415 NL-House: BK6100A^d Studio Docenten: Max Cohen de Lara, David Mulder 29 juni 2009

Page 3: Catshuis aan het Lange Voorhout

2

1. Voorwoord. De ontwerpopgave van NL-House betreft een conceptuele opgave. Hierin worden analyse, motivatie en uitwerking (in ieder geval voor mij) anders behandeld en beoordeeld dan tot nu toe in de bachelor gebruikelijk is. Omdat zowel analyse en motivatie van de ontwerpoplossingen sterk benadrukt zijn vanuit een theoretisch kader, zullen deze ook in het eindwerkstuk nadrukkelijke worden behandeld. Aan de hand van de ontwerpopgave zal het ontwerp besproken worden. De criteria zullen worden benoemd waaraan het ontwerp zal worden getoetst. Ten slotte zal op B.is van literatuuronderzoek op een aantal ontwerpoplossingen kritisch worden gereflecteerd. Criteria als bouwkosten, bouwtijd, levensduur en energieverbruik speelden geen directe rol, in zowel de ontwerpopgave, als in het door mij gehanteerde concept. Deze zullen dan ook niet getoetst worden. Voor de strategie van het ontwerpproces is gebruik gemaakt van de handvatten, die door de vorm van de ontwerpopdracht en door de ontwerpdocenten gestelde opdrachten zijn aangereikt. Daarnaast vormde het leerplan een eerste opzet voor zowel het ontwerpproces als voor dit eindwerkstuk. De strategie van het ontwerpproces en de daarbij gehanteerde ontwerpmethoden en technieken zullen worden beschreven. Hierna zal het ontwerpproces aan de hand van een aantal waarden worden getoetst. Tenslotte zal op dit ditzelfde proces aan de hand van literatuur worden gereflecteerd. Leiden, 29 juni 2009.

Page 4: Catshuis aan het Lange Voorhout

3

Inhoudsopgave. 1. Voorwoord 2. 2. Beschrijving van de ontwerpopgave 4.

2.1 Algemeen 4. 2.2 Programma van eisen 4. 2.3 Precedentenanalyse 5. 2.4 Randvoorwaarden 8. 2.5 Uitgangspunten n.a.v. analyse politieke rol van de premier in Nederland 10.

3. Beschrijving ontwerpproduct 14. 3.1 Algemeen 14. 3.2 Concept 14. 3.3 Ruimtelijke indeling 15. 3.4 Gevelprincipe 16.

3.5 Constructieprincipe 17. 4. Verantwoording en evaluatie ontwerpproduct 18.

4.1 Ontwerpoplossingen 18. 4.2 Evaluatie van de ontwerpoplossingen 19.

5. Beschrijving en reflectie: markante, generieke deeloplossingen 22. 5.1 Het beweegbare videoscherm 22. 5.2 De hellingbaan 23.

6. Beschrijving ontwerpproces: strategie en keuzen 25. 6.1. Ontwerpstrategie 25. 6.2. Gehanteerde ontwerpmethoden bij context gerelateerd onderzoek 25. 6.3. Implementatie van het leerplan 25. 6.4. De drie concepten en het uitwerken van één concept 26.

7. Verantwoording en evaluatie ontwerpproces 27. 8. Reflectie op het ontwerpproces 30. 8.1 Typologisch onderzoek 30. 8.2 Het wetenschappelijke gehalte van het ontwerpproces 30. 9. Samenvatting en conclusies 32. 10. Bronvermelding en Literatuurlijst 33. 10.1 Bronnen 33. 10.2 Literatuurlijst 34.

Page 5: Catshuis aan het Lange Voorhout

4

2. Beschrijving van de ontwerpopgave.

§2.1 Algemeen. In de ontwerpopgave van NL-House moet een nieuwe ambtswoning worden ontworpen voor de Minister President van Nederland. Het nieuwe Catshuis dient, uitgebreid met een aantal nieuwe functies, te worden gesitueerd op een nieuwe locatie in het centrum van Den Haag aan het Lange Voorhout (op de plaats van de huidige amB.sade van de Verenigde Staten).

Aan de opgave voor het ontwerp van het nieuwe Catshuis ligt de rol van de minister president in zowel de Nederlandse samenleving als de (internationale) politiek ten grondslag. De officiële status van de minister president tot op heden is die van primus inter pares in het kabinet, voorkomende uit het voorzitterschap van de ministerraad. Is de rol van de minister president in de Nederlandse politiek en samenleving nu aan verandering onderhevig? Wordt de minister president steeds duidelijker het gezicht van het Nederlandse kabinet? In §2.5 zullen deze vragen nader worden onderzocht en worden vertaald in door de ontwerper belangrijk geachte ontwerpeisen in hoofdstuk 3.

De locatie van het huidige Catshuis in een bosrijke omgeving (als woning van een voormalige buitenplaats), is afgelegen van het bestuurlijke en politieke centrum en vrijwel ontoegankelijk voor zowel de burger als de media. De nieuwe locatie is op een prominente en centrale plaats op loopafstand van het bestuurlijk centrum van Nederland, middenin de publieke ruimte van de stad Den Haag.

Op welke wijze kan de ontwerper nu, indien er sprake is van een verandering in de rol van de minister president in de Nederlandse politiek en samenleving, dit tot uitdrukking brengen in een ontwerp voor een nieuw Catshuis op de locatie van de huidige amB.sade van Amerika? De ontwerpopgave voor het nieuwe Catshuis dient vanuit het ontwikkelen van een concept te worden benaderd. Dit concept dient vervolgens consistent te worden uitgewerkt. Om te komen tot een sterk concept dienen eerst de eisen en randvoorwaarden van de ontwerpopgave te worden gedefinieerd. Herzberger formuleert dit als volgt: ‘To concentrate the essence into a concept means summarising in elementary form all the conditions of a particular task on a particular site as assessed and formulated by the architect’ (Herzberger, 2002: 405)

Het concept dient vervolgens als onderlegger en toetssteen of filter voor de verdere uitwerking van het ontwerp. Hierbij dient het als leidraad voor verdere uitdagingen en problemen in de opgave. Het consequent blijven redeneren vanuit het concept kan met behulp van creatief en logisch nadenken de opgave van eerste ontwerp tot detail structureren. Het concept functioneert als ordenend principe en generator van ideeën.

§2.2 Programma van eisen. Het programma van eisen voor het nieuw te ontwerpen Catshuis is vastgelegd in de ontwerpopgave. Er is sprake van een driedeling in functies: 1) algemeen deel voor ontvangst, werk en ontspanning voor zowel bewoners en gasten, 2) het verblijf van de bewoner, 3) de gastenverblijven. De eerste functie kent een hybride karakter, in tegenstelling tot de andere twee, die voornamelijk georiënteerd zijn op een woon- en verblijfsfunctie. Hierin zijn zowel openbare-, service- als privéruimten opgenomen.

Page 6: Catshuis aan het Lange Voorhout

5

Op B.is hiervan kan het volgende overzicht worden gemaakt:

Figuur 1: Programma van eisen (Cohen de Lara, Mulder, 2009; 7) Deze indeling is vrij strikt gehandhaafd. Alleen de programmaonderdelen die betrekking hebben op de ontvangst zijn uit elkaar getrokken en uitvergroot (§3.3).

Figuur 2: Programma van eisen. Bron: B. Lewerissa.

§2.3 Precedentenanalyse.

Een precedentenanalyse stelt de ontwerper in staat om de essentie met betrekking de ontwerpopgave te destilleren uit voorgaande soortgelijke ontwerpopgaven. In het NL-house is door alle dertien studenten van de ontwerpgroep een ambtswoning met een soortgelijke functie als het Catshuis op B.is van gelijke parameters geanalyseerd. Op deze wijze zijn de uitkomsten goed vergelijkbaar. Het gaat hierbij dus om typologisch onderzoek. De Jong en Van Duin omschrijven dit als: ‘The type is then context independent. This does not mean that the context is of no importance for typology, The

Page 7: Catshuis aan het Lange Voorhout

6

context is the variable and this variability, is therefore the object of typological research: object (context)’ (De Jong & Van Duin, 2002: 90).

Een aantal facetten uit de precedentenanalyse zullen hierna worden uitgelicht. Het gaat hierbij om de routing (in aanvulling op de standaard analyse wordt ook gekeken naar die van de dienstauto’s van de gasten).

Page 8: Catshuis aan het Lange Voorhout

7

figuur 3: Analyse huidige Catshuis. Bron: B. Lewerissa Conclusie ten aanzien van het Catshuis in Nederland. De huidige verbouwing van het Catshuis had als uitgangspunten; een representatief interieur te vormen voor de komen de 50 jaar en het gebouw te restaureren naar het oorspronkelijke ontwerp. De routing binnen het oorspronkelijke gebouw geB.eerd op ruimten die enfilade geschakeld zijn en een lange verbindende entree, zorgt nog steeds voor een ruimtelijke kwaliteit. Echter het beperkte oppervlak van de woning en de eerder genoemde eisen van restauratie leidden er toe, dat het service gedeelte en de persruimte buiten het zicht van de bezoeker in respectievelijk, een nieuw gebouwde kelder en het koetshuis moesten worden ondergebracht. Observaties ten aanzien van de overige precedenten (Projectgroep NL-House: BK6100A^d Studio: 2009): - Finse amB.sade Tokyo; binnen de stedelijke context is een oplossing gevonden voor de auto’s. Er is een ‘routing’ en parkeerplaats in het gebouw gecreëerd. - Het Élysée (Fr.); alle huidige eisen en functies (de grootte van de kavel maakt een parkeerplaats mogelijk binnen de muren van het gebouw) zijn opgenomen in het oorspronkelijke gebouw van 1722. Zo is de oorspronkelijke muur om het hotel d'Évreux, waarachter zich de court bevindt gehandhaafd en dient tevens als beveiligingszone. Dit in tegenstelling tot 10 Downing street waarbij de straat is afgesloten (persmonent wekt de schijn dat dit in de openbare ruimte plaats vindt). - Dubbele rol ambtswoningen, waarbij de president of premier naast de politieke leider ook de rol van staatshoofd vervult. Het tonen van het menselijke gezicht (het bespelen van de media); o.a. Witte Huis (V.S.) en de Villa Torlonia (It., gebruikt door Mussolini). - In vrijwel alle ambtswoningen is er een duidelijke scheiding tussen de openbare ruimte, de service ruimte en de privé ruimte (bewoner en gasten) in zowel de plattegrond als de doorsnede. In een aantal woningen, dat oorspronkelijk niet als ambtswoning is ontworpen (Catshuis, Élysée, 10 Downing street, Villa Madama) en vaak van oudere datum zijn is wel duidelijk dat het soms moeilijk is om deze scheiding consequent door te voeren. Hieraan ligt ruimtegebrek (Catshuis) of samenvoeging van woningen (10 Downing street) aan ten grondslag.

Page 9: Catshuis aan het Lange Voorhout

8

Figuur 4: Vergelijking programma van verschillende ambtswoningen. Bron: NL-House projectgroep voorjaar 2009. Conclusies. - Representatieve functie wordt soms ontleend aan status en schaal (Witte Huis, Bundeskanzleramt, Élysée), soms aan het heersende beeld in de media (‘de deur’ van 10 Downingstreet). - Precedentenanalyse toont aan dat sommige ontwerpen (Élysée, Finse amB.sade Tokyo) alle noodzakelijke functies in het eigen gebouw kunnen incorporeren, meestal is er echter een (veiligheids)zone om het gebouw heen noodzakelijk (bijvoorbeeld Catshuis, 10 Downing street). - Scheiding van dienende en bediende ruimte evenals openbaar, service en privé ruimte vormt een belangrijk thema in de woningen.

§2.4 Randvoorwaarden. De Randvoorwaarden van de ontwerpgave hebben vooral betrekking op de nieuw gekozen locatie. Uit de precedenten analyse is gebleken dat dergelijke representatieve bouwwerken vaak op een vrij kavel gesitueerd zijn. Hoewel het programma van eisen van het Catshuis (735m2 in totaal exclusief verkeersruimte) gemakkelijk in één enkele bouwlaag binnen de locatie past, is in de locatie sprake van een duidelijk stedelijke context. De locatie vormt een hoekpunt tussen Het Lange Voorhout – Het Korte Voorhout en Smidsplein. De huidige amB.sade van Amerika vormt weliswaar geen stijleenheid met de naastgelegen bebouwing, het volgt wel de rooilijnen van de drie eerder genoemde straten en pleinen.

Page 10: Catshuis aan het Lange Voorhout

9

PVE (735m2) in de nieuwe locatie.

Figuur 5: Prominente gebouwen in de directe omgeving van de locatie. Bron: Google Ear th en B. Lewerissa. Het Lange Voorhout is één van de meest prestigieuze locaties van de stad Den Haag met prominente gebouwen als het Pagehuis (nr.6), het gebouw van de Hoge Raad (nr. 34), Hotel des Indes (nr. 54) en het Paleis aan het Lange Voorhout (nr. 74). Het gebied heeft een belangrijke historische en culturele waarde. De Koninklijke Schouwburg bevindt zich aan de overzijde van het Korte Voorhout. Het Lange Voorhout ondergaat thans een gedeeltelijke herinrichting, waarbij o.a. het plaveisel weer terug gebracht wordt naar het oorspronkelijke schelpenpad en het wandelpad wordt verbreed. Daarnaast is het Korte Voorhout een drukke route binnen het openbaarvervoersysteem van Den Haag en vormt het een doorgaande route tussen de wijk Benoordenhout/Malieveld en het centrum. Tevens is het Lange Voorhout de locatie voor verschillende culturele manifestaties (o.a. de Haagse Schouwburg ligt er tegenover) en activiteiten (City Pier City halve marathon) binnen de gemeente Den Haag.

Figuur 6: HTM-lijnennetkaart (HTM, 2009)

Page 11: Catshuis aan het Lange Voorhout

10

§2.5 Uitgangspunten n.a.v. analyse politieke rol van de premier in Nederland. In hoofdstuk 2 (de ontwerpopgave), is aangegeven dat er mogelijk sprake is van een veranderende rol van de premier. Mede op B.is van het college van Prof. Dr. A.B. Ringeling (hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam) is een korte vergelijking gemaakt van de belangrijkste ons land omringende democratieën, die ook aan de orde zijn gekomen in de precedentenanalyse.

Figuur 7: Staatsrechtelijke kenmerken van de diverse staten en uitstraling via de media. Bron: B. Lewerissa. Formeel is de rol van de premier die van primus inter pares (voorzitter van de ministerraad). Hij is echter ook het gezicht van de Nederlandse politiek in het buitenland. De premier legt voor zijn optreden aan de Europese Raad verantwoording af aan het parlement (Europese Raad, 2008). Dit komt mede door een veranderende en steeds prominentere rol van de media en een verschuiving van het politieke speelveld dat een verregaand internationaal karakter krijgt. Ministers zijn weliswaar individueel aanspreekbaar, van de premier wordt steeds vaker een regie functie verwacht in situaties van nationaal belang, zoals rampen en crisissen (Rob, 2008: 5). Maar ook bij aangelegenheden die door velen van nationaal belang worden geacht, zoals bij de bestrijding van de kredietcrisis en de verkoop van ABN-AMRO (Dagblad De Limburger: 2008). Vooral door de polarisering van de politieke verhoudingen bestaat er bij een steeds groter deel van de samenleving behoefte aan een duidelijke rol en zichtbaar leiderschap van de premier. ‘Het huidige staatsbestel staat dit echter slechts beperkt toe. De eerst verantwoordelijke is de vakminister, de minister wiens portefeuille het raak. Deze dient als eerst in actie te komen’, aldus staatsrechtgeleerde Jan Vis (Dagblad De Limburger: 2008). De rol die de politiek ten aanzien van de burgers heeft, is een dubbelzinnige. Enerzijds wordt er door de burgers van politici verwacht dat er sprake is van goed rentmeesterschap, het resultaat staat hierbij voorop. De gekozen politici als bewakers van datgene wat er in de afgelopen eeuwen is verworven. Dit wordt omschreven als legaal–rationeel leiderschap (Weber, 1972: 125). Anderzijds wordt er van de huidige politici steeds meer verantwoording verwacht. Niet alleen in de Staten Generaal, maar ook steeds meer publiekelijk in de media. Hierbij is behoefte aan charismatisch-leiderschap (Weber, 1972: 140). De media geven een rechtstreeks verslag van de zichtbare politiek. De media proberen het politieke proces bloot te leggen (soms omschreven als het snel willen scoren, anderzijds wordt ook getracht achterliggende processen te herkennen en te duiden). De politiek wordt gefileerd door de media, maar maakt anderzijds zelf ook gebruik van de

Page 12: Catshuis aan het Lange Voorhout

11

media. De optredens van politici in de media gaan steeds verder en blijven niet beperkt tot het wekelijkse vrijdagmiddag praatje met de minister president. Zo verschijnen ministers regelmatig in programma’s als Pauw en Witteman, NOVA en is minister van financiën Wouter Bos sinds januari van dit jaar wekelijks zichtbaar op de zender RTL-Z. Dit wordt omschreven als een interactionistische kwaliteit van bestuur genoemd; ‘hier gaat het om de kwaliteit van de wisselwerking in de publieke arena en de beleidsvorming, om de kwaliteit van het procesniveau’ (Van de Donk e.a., z.j.: 8).

Figuur 8: De formele en informele openbare Figuur 9: Formele en informele architectuur naast elkaar. ruimte lopen door elkaar heen. Bron: B. Lewerissa Bron: B. Lewerissa Zoals eerder aangegeven is de staatsrechtelijke rol van de premier in de Nederlandse politiek voor het publiek onduidelijk. Terwijl het beeld in de media van de Nederlandse politiek wordt gedomineerd door de zaal van de Tweede kamer, is de architectuur die met de premier en het kabinet wordt vereenzelvigd onduidelijk. Enerzijds is er het ‘torentje’. Het ‘torentje’ staat echter meer voor overleg en achterkamertjes politiek dan voor transparantie en openheid. Anderzijds beschikt premier Balkenende nog over zijn eigen ministerie (weggedrukt in het Binnenhof ), het perscentrum Nieuwspoort (aan de Lange Poten) en een ambtswoning in de vorm van het Catshuis. Opvallend is dat tot voor kort persconferenties gehouden werden in Nieuwspoort (in een voor het publiek niet nader herkenbare ruimte, tegen een blauwe achtergrond), terwijl een zeer belangrijke persconferentie op 25 maart 2009 betreffende de kredietcrises voor de trappen in het ministerie van Algemene Zaken werd gehouden. Architectuur als formeel kader van de macht.

Figuur 10: Nieuwspoor t; een onherkenbare architectonische ruimte (Elsevier 2009)

Figuur 11: Persconferentie op 25 maar t 2009. Belang situatie vraagt om specifieke formele kadering. (Rozenburg, 2009)

Daarnaast is de premier ook in beeld op het moment dat buitenlandse gasten voor werkbezoek komen (de beperkte prominente rol van premier Balkenende wordt mede bepaald door het feit dat de koningin als Staatshoofd deze hoofdrol bij staatbezoeken op eist). Officiële ontvangsten vinden plaats op het Catshuis. Zelfs na een grondige verbouwing is de rol en het beeld van het Catshuis voor het grote publiek nog niet erg herkenbaar. Hier reikt het beeld in de media letterlijk en figuurlijk niet veel verder dan het bordes of zelfs het hekwerk. Het huidige Catshuis ondersteunt de rol van de premier

Page 13: Catshuis aan het Lange Voorhout

12

als belangrijkste vertegenwoordiger van onze democratie hierbij niet. Daarnaast wordt het publiek buiten de deur gehouden en de media krijgt slechts toegang tot het persgedeelte in het voormalige koetshuis.

Figuur 12: Catshuis in de media: onherkenbaar, onbereikbaar en ontoegankelijk. 12a. (Minaz, 2009), 12b. (Beekman, 2008), 12c. (WFA 2009). Er is dus sprake van een zeer hybride karakter van architectonische settings op verschillende locaties. Dit verheldert de rol en het beeld van de premier in de media niet . Op de nieuwe locatie, die prominent gelegen is in het stadshart van Den Haag, kan het Catshuis gezien de beperkte ruimte niet meer worden weggestopt tussen de bomen. Daarnaast is de fysieke afstand tot het ministerie van algemene zaken en de tweede kamer teruggebracht tot loopafstand (±400m). De intentie van de verbouwing van het Catshuis in 2002 was om een stijlvast interieur te scheppen voor 50 jaar (Huisman, 2004: 26). Bij de nieuwbouw van het Catshuis zou juist gekeken kunnen worden, hoe een prominentere rol van de premier tot uiting kan komen in een meer expliciet gebouw. In tegenstelling tot de architectuur waar de premier nu door wordt omringd zou een gebouw kunnen worden ontworpen, dat een heldere publieke uitstraling heeft, herkenbaar is in de media en bij belangrijke mediamomenten representatief kan zijn. Om deze uitstraling te bewerkstelligen kan er teruggegrepen worden op methoden uit het verleden, waarbij de architectuur een ondersteuning vormde voor de zeggingskracht van het gewenste politieke beeld. Hiervan zijn duidelijke voorbeelden uit vooral de dictatoriale regimes, waarin specifieke architectuur met een specifieke politiek kon worden geïdentificeerd. In deze situaties is de rol van de media (in deze gevallen de staatspropaganda) bij uitstek geschikt om het gewenste beeld te ondersteunen.

Figuur 13:Voorbeeld waarbij architectuur functioneert als stage setting (podium voor NSDAP in Nürnberg). (Hitler, 2009).

Figuur 14: Spreekgestoelte voor Lenin ontwerp 1920-1924(El Lissistsky 1920-24).

Het nieuwe Catshuis is een poging om binnen een democratische context een wisselwerking te laten plaatsvinden tussen de politiek en burger. De politiek maakt binnen een architectonisch kader gebruik van media-uitingen in de openbare ruimte en de burger wordt d.m.v. overheidsinformatie en onafhankelijke nieuwsuitingen geïnformeerd. De architectuur vormt dan het kader voor de eerder genoemde interactionalitische kwaliteit van bestuur. Het Catshuis als architectonische spreekbuis van haar bewoner. Het motto van het huidige kabinet Balkenende IV is: ‘samen werken, samen leven’ (Ministerie van algemene zaken, 2007: 4). Dit impliceert een participerende

Page 14: Catshuis aan het Lange Voorhout

13

vorm van burgerschap. Er kunnen de volgende vier vormen van burgerschap worden onderscheiden (Hendriks, 2003: 117).

Participatief/strijdbaar Passief/berustend

Vertrouwend/gehecht participatief- vertrouwend

volgzaam- vertrouwend

Wantrouwend/onthecht strijdbaar- wantrouwend

passief- wantrouwend

Figuur 15: Burgerschapsculturen (Hendriks,2003). Hendriks geeft de volgende uiteenzetting. ‘Er kan een algemene richting van ontwikkeling worden aangegeven van lower-trust, higher-blame culture - kortom: een cultuur van minder vertrouwen en meer verwijten. Daarbij schetst een algemeen veranderingsproces waarbij traditioneel vertrouwen, gecombineerd met gehoorzaamheid en respect voor autoriteiten, plaats maakt voor een kritische, op zelfontplooiing gerichte cultuur waarin autoriteit hardop wordt bevraagd, dan wel betwijfeld. Ontwikkelingen als de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, daden van zinloos geweld en rampen zoals Volendam en Enschede, waarbij de politiek onvoldoende oog zou hebben voor vragen die leven in de samenleving. De consequentie hiervan is dat er een steeds grotere groep binnen de bevolking omschreven kan worden als ‘passief-wantrouwend’ (Hendriks, 2003: 118). Het nieuwe Catshuis gaat nu een actieve rol spelen om de burger te informeren, maar kan ook een plaats zijn, waar kritiek door derden (de media, kunstenaars) kan worden geleverd. Op deze wijze kan het Catshuis een herkenbaar, toegankelijk en aanvaardbaar beeld van de politiek (en vooral de premier) worden voor het publiek. In tegenstelling tot de voorbeelden van de totalitaire regimes waarin de architectuur één dimensionaal ten behoeve van het regime werd ingezet vindt er nu een wisselwerking plaats tussen politiek en publiek. Uiteindelijk gaat het in het ontwerp om een representatieve en maatschappelijke waarde van het gebouw.

Page 15: Catshuis aan het Lange Voorhout

14

3. Beschrijving ontwerpproduct.

§3.1. Algemeen Het nieuwe Catshuis is gesitueerd op de hoek van het Korte en het Lange Voorhout, op de kavel van de huidige amB.sade van de Verenigde Staten. De kavel wordt gevormd door de rooilijnen van het Lange Voorhout, het Korte Voorhout en het Smidswater. Het heeft de gezamenlijke diepte van de kavels aan het Lange Voorhout en het Smidswater. Het totale programma van eisen behelst 765m2 op een kavelgrootte van 2013m2. Dit leidt bij een gebouw met 1 bouwlaag tot de volgende footprint / oppervlakte site verhouding: 765/2013 = 0,38. De verhouding van het huidige Catshuis wat betreft footprint 735m2 / oppervlakte site 35700m2 = 0,021

Figuur 16: Nieuwe footprint/site verhouding (765/2013).Bro: B. Lewerissa.

Figuur 17: Huidige footprint/site verhouding (735/35700. Bron: B. Lewerissa.

Figuur 18: Locatie van de kavel. Bron: Google Ear th en B. Lewerissa. Het Catshuis bestaat uit vier boven elkaar gelegen verdiepingen op pilotis van 60,3m lengte en 5,3m breedte parallel aan het Korte Voorhout, waarbij de vloer van de laagst gesitueerde verdieping op 9,94 m boven het maaiveld ligt. De verdiepingen liggen 4m boven elkaar met een vrije verdiepingshoogte van 3,0m (0,3m dikke kanaalplaatvloeren en 0,7m hoge leidingruimte).

§3.2 Concept. Om het programma van eisen, de randvoorwaarden en huidige rol van de minister-president vorm te geven in het nieuwe Catshuis is er in het ontwerp gekozen voor de realisatie van een groot billboard langs het Korte Voorhout. Dit billboard bestaat over het gehele geveloppervlak aan de binnenzijde uit verschuifbare panelen. Om het ambigue

Page 16: Catshuis aan het Lange Voorhout

15

karakter hiervan te benadrukken wordt het Catshuis letterlijk ontworpen als een billboard (LED-scherm), dat gebruikt kan worden ter ondersteuning van de door de premier gewenste beeldvorming. Tevens zijn er ongecensureerde mediakanalen (televisiezenders of internetsites) en overheidscampagnes om publieke aandacht te genereren. Daarnaast kan de politiek op dezelfde manier gebruik kunnen maken van kunstuitingen. Het budget dat volgens de percentageregeling voor beeldende kunst bij Rijksgebouwen beschikbaar is, staat ten dienst van een gevelkunstwerk (Van der Kamp 2004: 6). Vorm en inhoud hiervan zal in §5.1 nader worden besproken.

Figuur 19: Diagram: verbeelding van het concept Catshuis 24/7. Bron: B. Lewerissa.

§3.3 Ruimtelijke indeling. Het Catshuis kent een formele entree van het terrein d.m.v. een oprit aan de zijde van het Smidswater parallel aan het Korte Voorhout. Via een slingerende hellingbaan bereikt de bezoeker een hoger gelegen platform of bordes. Hier kan de bezoeker uitstappen en is er parkeergelegenheid voor vier auto’s. Vervolgt men de hellingbaan dan maakt men een cirkelvormige beweging en verlaat men het terrein via de uitgang aan het Lange Voorhout. De hellingbaan is de plaats voor de officiële begroeting en ontvangst van de gasten door de gastheer en/of gastvrouw. Tevens is hier de gelegenheid tot een persmoment (persfoto of persconferentie) onder een stalen vakwerk luifel. Vanaf dit punt is er een formele voetgangersroute via een teruglopende slingerende hellingbaan naar het eigenlijke gebouw, of bestaat er de mogelijkheid om vanaf het platform het gebouw door middel van een lift te betreden. Beiden leiden naar de er boven gelegen entree ruimte op de eerste verdieping. Aan weerszijden van de entree ruimte bevinden zich enfilade geschakelde vleugels. De westvleugel geeft langs de garderobe en toiletruimte toegang tot de vergaderruimte, terwijl in de oostvleugel een aantal werkruimten voor zowel de gasten als voor het personeel is onder gebracht. Tegenover de ingang vanaf de hellingbaan kan de bezoeker d.m.v. een roltrap de erboven gelegen verdiepingen bereiken. De roltrap kent een gebogen verloop om de liftkoker en loopt grotendeels parallel aan de achterzijde van de entree. Ook de andere verdiepingen bezitten een west- en een oostvleugel. Op de tweede verdieping zijn dit respectievelijk de zitkamer en eetkamer met de erachter gelegen keuken en cateringruimte. Via een barokke trap van natuursteen komt men op de derde verdieping, al waar in beide vleugels de gastenverblijven zijn gelegen. Op de vierde verdieping bevinden zich het appartement van de minister president en aan de overzijde van de hal een beschutte buitenruimte. Op alle verdiepingen zijn de ruimten enfilade geschakeld. Op de verdiepingen van de gastenverblijven en de woning van de premier zijn de verbindingen tussen de verschillende ruimten verschillend (deur, schuifdeur, panelen), waardoor de mogelijkheid bestaat om sommige ruimten aaneen te schakelen. Op de andere verdiepingen is gezien

Page 17: Catshuis aan het Lange Voorhout

16

de diversiteit van de verschillende functies (werkruimten, administratie, keuken en opslagruimte) sprake van een hardere scheiding tussen de ruimten. Hier zijn de deuropeningen per vleugel wel constant hetzelfde gehouden (of openslaande deuren of schuifdeuren).

§3.4 Gevelprincipe. Het systeem dat voor de gevel wordt gebruikt, is een in meerdere richtingen verschuifbaar panelensysteem, zoals dat onder andere door Flexirol op de markt wordt gebracht. De panelen aan de zuidzijde vormen losstaande of geschakelde LED-schermen en wel zodanig dat deze full-screen (d.w.z. de volledige zuidgevel), multi-screen (losse onafhankelijke schermen), random screen (afhankelijk van de gebruiker) of off-screen (bijvoorbeeld ’s nachts) gebruikt kunnen worden voor zowel media-uitingen, overheidsvoorlichting of kunstuitingen.

Figuur 20: De vier opties in het gebruik van de Zuidgevel als LED-scherm. Bron: B. Lewerissa. De kavel wordt verder ingeruimd voor woningbouw, die qua rooilijn en bouwenveloppe aan sluit op de bestaande bebouwing van Het Lange Voorhout en het Smidswater. De blinde muur die daarbij ontstaat wordt aangewend voor kunstuitingen die eens per half jaar wisselen. Hiervoor kan een curatorschap worden ingesteld, dat enerzijds de continuïteit waarborgt en anderzijds de onafhankelijkheid van de kunstuitingen garandeert.

Page 18: Catshuis aan het Lange Voorhout

17

Figuur 21: Twee mogelijke opties van kunstuitingen van het achterliggende scherm. Politiek commentaar of een ruimtelijke werking. Bron: B. Lewerissa.

§3.5 Constructieprincipe. Omdat het gebouw in de onderste zone ter hoogte van de hellingbaan niet geschoord kon worden is het gebouw opgebouwd uit zeven momentvaste portalen, die zowel de horizontale krachten in langs- als in dwarsrichting afvoeren. De langsportalen bestaan uit gevelkolommen en raatliggers. Als referentie hiervoor diende het voormalige hoofdkantoor van Nissan (thans Mexx) uit 1991 in Amsterdam (Kamerling, 2004: 230-232). Op deze wijze kan er een volledig vrije plattegrond worden verkregen. De hellingbaan zorgt, in combinatie met de liggers tussen de kolommen samen met de liftschacht voor extra stabiliteit.

Figuur 22: Constructieprincipe voor 24/7 op B.is van portalen. Bron: B. Leweriss. Mexx (voormalig Nissan) hoofdkantoor ( Kamerling, 2004).

Page 19: Catshuis aan het Lange Voorhout

18

4. Verantwoording en evaluatie ontwerpproduct. In dit hoofdstuk zal eerst het programma van eisen worden toegelicht en de precedentenanalyse worden besproken. Daarna wordt aan de hand van de randvoorwaarden en een analyse van de politieke en maatschappelijke rol van de premier, de context verwoord. Het context gerelateerde onderzoek kent dus een duidelijke afbakening wat betreft schaal en onderwerp (De Jong, Rosemann 2002: 36).

Figuur 23: Het context gerelateerde onderzoek (groen) naar onderwerp en schaal ( De Jong, Rosemann 2002, 36). Zoals in de beschrijving van de opgave aangegeven, speelt de politieke en maatschappelijke rol van de minister president een belangrijke rol. De technische uitwerking (constructie en installaties) en detaillering zijn in de ontwerpopgave van minder prominent belang. Zo was de formele eis ten aanzien van plattegronden en doorsnede een schaal van 1:100. Hierop zal dan ook in beperkte mate op worden gereflecteerd. Ook criteria als bouwkosten, bouwtijd, levensduur en energieverbruik speelden geen directe rol in zowel de ontwerpopgave als in het door mij gehanteerde concept. Deze zullen dan ook niet getoetst worden.

§4.1 Ontwerpoplossingen. Het grote multimediale billboard is de ontwerpoplossing voor de in het programma van eisen, de randvoorwaarden en de uitgangspunten gestelde problematiek. Hiermee kan het gebouw 24 uur per dag 7 dagen in de week als media- of kunstuiting fungeren. Andere technieken om van het gebouw een prominent beeld te maken, die de bijbehorende politieke actie ondersteunt, zijn de hellingbaan voor de auto’s en de luifel bestaande uit een vakwerk. Door de hellingbaan ontstaat op de kavel een duidelijke route voor de auto, volgens het: ‘rij op rij af ’ principe bij een veerboot, met de mogelijkheid om de auto’s ook op deze prominente plaats te parkeren. De luifel functioneert primair als decorstuk ter versterking van het dramatische moment van de ontvangst van gasten of de persconferentie. Daarnaast is het ook spaceframe dat dient ter bevestiging de belichting door middel van spots.

Page 20: Catshuis aan het Lange Voorhout

19

§4.2 Evaluatie van de ontwerpoplossingen. Het programma van eisen. Het programma van eisen is vrijwel integraal overgenomen in de ontwerpoplossing. Alle ruimten zijn qua oppervlakte verdisconteerd naar een standaard breedte van 5m. Alleen de garderobe en de algemene toiletten zijn door hun kleine oppervlakte samengevoegd, waardoor deze gemakkelijker in de standaard breedte konden worden opgenomen. Daarnaast is het programma voor de ontvangst (auto+voet) enorm opgeblazen om meer uiting te geven aan een prominente ontvangst ruimte en het ‘mediamoment’. Tevens is de totale buitenruimte aanmerkelijk groter dan in het programma van eisen was gesteld (± 175m2 t.o.v. 80m2). Dit heeft te maken met de keuze om het gebouw over de totale breedte van de beschikbare kavel te bouwen, in combinatie met de wens om de functies eenvoudig conform het programma van eisen in te delen. De randvoorwaarden. Het hybride karakter van de locatie zoals in §2.4 besproken, rechtvaardigt een architectonische vorm met een geheel eigen karakter. Het Korte Voorhout als brede doorgaande route geeft de mogelijkheid tot het realiseren van een uitgesproken gevel die gezien haar afmetingen (60m x 16m) alleen vanaf de overzijde volledig te bevatten is. Dit laatste is zeker het geval wanneer de gevel gebruikt wordt als full-screen.

Figuur 24: Het Catshuis in de locatie, gezien vanaf het ministerie van financiën. Bron: B. Lewerissa De rol van de premier en politiek verbeeld. In hoeverre ondersteunt het gebouw de gewenste interactionistische kwaliteit van bestuur? Het gebouw staat een duidelijke communicatie voor tussen de gebruiker (premier) en de toeschouwer (burger), hetgeen zoals eerder aangegeven mede door onafhankelijke media en kunstenaars wordt vormgegeven. Het gebouw is, doordat het hoog boven het maaiveld wordt getild ruimtelijk gezien in zekere zin beperkt toegankelijk voor de burger. Venturi rechtvaardigt dit echter als hij schrijft: ,This architecture of styles and signs is antispatial; it is architecture of communication over space; communication dominates space as an element in the architecture and in the landscape (Venturi, 1977: 8). Met de introductie van het LED-scherm op het gebouw is een ‘popular’ commerciële architectuur in het gebouw geïntroduceerd, waarin directe en indirecte communicatie het leitmotiv is. In dit opzicht kan het gebouw anti-modernistisch worden genoemd. ‘Modern architecture has …… rejected the combination of fine art and crude art’ (Venturi, 1977: 6). Ook Hans Hollein benadrukt de waarde van architectuur als communicatiemiddel. ‘Architectuur is een communicatiemiddel. …. Architectuur is een ritueel, een monument, symbool, teken, expressie. …. Een gebouw kan veranderen in pure informatie en zijn boodschap kan evengoed alleen via de media (pers, televisie, enzovoort) worden beleefd. Het lijkt inderdaad bijna van ondergeschikt belang of de Acropolis of de piramides in

Page 21: Catshuis aan het Lange Voorhout

20

werkelijkheid bestaan. Het merendeel van de mensen heeft ze immers toch niet met eigen ogen gezien, maar kent ze alleen via de media. Men kan dus zelfs zeggen dat de betekenis van deze bouwwerken juist op dit informatie-effect berust (Hollein 2004: 413-414). Dit gold al in 1968 het jaar van publicatie van het geschrift van Hollein, maar met de huidige beschikking over internet (google afbeeldingen en google earth) is de kennis van gebouwen vrijwel volledig virtueel ontsloten. 24/7 kan gereduceerd worden tot symbool. Door metamorfose en transformatie van de buitengevel kan het symbool worden voor iedere gebruiker, iedere bewoner of politicus. In plaats van een tijdloos en politiek neutraal gebouw is het ontwerp juist een communicatiemiddel ten dienste van de gebruiker. Daarnaast is het bedoeld als symbool, metafoor en icoon voor de Nederlandse samenleving in een internationaal karakter. Op deze wijze wordt aan het gebouw een virtuele identiteit gegeven. Het gebouw is weliswaar herkenbaar in de tastbare omgeving, maar voornamelijk kenbaar via de moderne communicatiemiddelen, waarvan het zelf deel uit maakt. Dus waar Norberg-Schultz het nog heeft over de betekenis van identificatie: ‘….. het “bevriend” raken met een bepaalde omgeving’ en dat voor deze identificatie concrete omgevingskenmerken nodig zijn (Norberg-Schultz, 2004: 532), laat Hollein ons zien dat identificatie d.m.v. moderne communicatie de tastbare wereld al overstegen is. Of zoals Koolhaas beschouwd: ‘De generische stad, is de stad die bevrijd is van identiteit, plaats en geschiedenis. Ze bevindt zich overal en nergens, maar kan wel heel precies beschreven worden’ (Koolhaas, 2004: 765). Dit betekent volgens Heynen dat, ‘plaatsen achterhaald zijn en dat plaatsloosheid het onontkoombare lot van de stedelijke conditie is’ (Heynen, e.a. (2005, 765). De vraag die hierbij gesteld kan worden, is of architectuur in deze tijd van internet en individuele communicatie, waarbij deze virtuele wereld een steeds belangrijkere rol speelt, niet een te statische en achterhaalde (kunst)vorm is om uitdrukking te geven aan een dergelijke eisen. Het succes en de continuïteit van publieke gebieden als Times Square (al sinds de jaren 80 van de 19e eeuw gedomineerd door billboards) en Piccadilly Circus (neon verlichting begon rond 1900), rechtvaardigen het idee dat ook in de huidige moderne tijd, dergelijke communicatiemiddelen werkzaam zijn op plaatsen waar het publiek zich fysiek in de openbare ruimte wil begeven. Locatie en sfeer van Het Nieuwe Catshuis zijn echter wel verschillend van bovengenoemde locaties, die in Den Haag eerder met het Plein en Lange Poten (shop- en winkel- en uitgaanscultuur) worden geïdentificeerd. De complexiteit van het stedelijk krachtenveld op de locatie kan echter leiden tot een beeld waarin een set van zeer diverse oplossingen (beeldscherm, hellingbaan), zoals in 24/7 kan leiden tot een onoverzichtelijk geheel. Het door Ben van Berkel in 1996 vormgegeven ‘Kolk complex’ in Amsterdam kan hiermee vergeleken worden. ‘In de wilde, morsige collage van materialen valt geen enkele orde te ontdekken’, luidde één van de kritieken (Van Rooy, 1996: 4). Hoewel deze kritiek destijds niet door iedereen werd gedeeld (Melis 1996: 58), ontbreekt in het ‘Kolk complex’ een sterk eigen karakter. In een poging om binnen een heterogene stedelijke context, een bindend element te worden verliest het complex iedere herkenbaarheid en leesbaarheid. De zwakte van het ontwerp verwoord zich het beste in het feit dat al in 2000 er voorstellen zijn gedaan voor renovatie en sloop van het complex.

Page 22: Catshuis aan het Lange Voorhout

21

Figuur 25: ‘De Kolk’ Ben van Berkel 1996 ( Vereniging vrienden van de Amsterdamse binnenstad, 1996). Het ontwerp voor het Catshuis heeft echter een aantal sterke herkenbare elementen en doordat het los staat van de directe omgeving lijkt het niet ten prooi te vallen aan bovenstaande kritiek. Tevens voorkomt de gelaagdheid van het LED-scherm (verschillende vormen van communicatie en gebruikers) het risico, dat de metafoor van het billboard te letterlijk wordt genomen. ‘….. for instance the hamburger joint in the shape of a hamburger. ….. While designing on the B.is of metaphor the difficulty is to maintain a sufficient level of distance from the literal interpretation (Leupen, 2002: 109). Doordat vorm noch materialisatie van de ruimte onder het gebouw bepaald is in het uiteindelijke ontwerp, is het beeld hiervan niet helder, waardoor dit een onduidelijk element is geworden in het ontwerp. De bedoeling was om deze ruimte ter invulling over te laten aan de gebruiker en deze slechts zeer beperkt (d.m.v. de materialisering van het plaveisel) zich te laten onderscheiden van de omringende openbare omgeving.

Page 23: Catshuis aan het Lange Voorhout

22

5. Beschrijving en reflectie: markante, generieke deeloplossingen. In dit hoofdstuk zullen de volgende twee generieke deeloplossingen worden behandeld: de functie en het gebruik van het beweegbare videoscherm en de functie en het gebruik van de hellingbaan.

§5.1 Het beweegbare videoscherm. Het gebruik van videoscreens in architectuur vormt feitelijk een onderdeel van de geschiedenis van het billboard. Al in de 19e eeuw werden billboards gebruikt voor reclame uitingen en rond de eeuwwisseling worden de eerste neon-signs geïntroduceerd. Technologische ontwikkelingen gaan hand in hand met artistieke vrijheid bekend van bijvoorbeeld de firma Artkraft Strauss, die verantwoordelijk is geweest voor vele neonreclames op Times-square (Artkraft, 2009). Vanaf de jaren 60 ontstaan met de ontwikkeling van de LED-technologie steeds meer van dergelijke schermen. Aanvankelijke worden ze gebruikt als roadsigns voor reclame doeleinden. Wanneer in combinatie met geavanceerde computertechnologie de mogelijkheid ontstaat voor het live projecteren van videobeelden, worden de toepassingen meer divers: -sport, entertainment (concerten), massabijeenkomsten (Paus etc.). Het in 24/7 toegepaste scherm kent eigenlijk een combinatie van 3 technische toepassingen:

- LED-videoscherm - Bewegende, verschuivende panelen - Computer generated art.

Voor LED-schermen bestaan er allerlei commerciële toepassingen, waarbij individuele schermen op B.is van een modulair systeem aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Deze schermen worden vaak voor evenementen aangeboden. Wat betreft het gebruik van bewegende en verschuivende panelen, golden er een aantal criteria: - de panelen moesten, vlak achter de glasgevel een gesloten gevelwand kunnen vormen. - de panelen moesten wanneer de wand niet volledig gesloten zou zijn nog steeds bruikbaar zijn als LED-scherm en dus parallel aan de gevel kunnen schuiven .

Figuur 26: Het gebruik van schuifpanelen. Bron: B. Lewerissa Bovenstaande figuur laat zien dat configuratie A in combinatie met B2 aan beide eisen voldoet. Een dergelijk systeem is op de markt gebracht door Flexirol.

Page 24: Catshuis aan het Lange Voorhout

23

Figuur 27: Het Flexirol mujltidirectional system (Henderson, 2009). De gezochte computer generated art, kent al sinds eind jaren ’90 toepassingen (op kleiner formaat) in het werk van de computerkunstenaar Peter Struycken. Voor het screensaver project van de bank Mees Pierson is m.b.v. het door de TU-Delft en cThrough ontwikkelde programma MODULES de mogelijkheid gecreëerd om een beeldgenerator te ontwikkelen, waarbij de gebruikersinterface bepaald wordt door muis, vensters, knoppen en schuiven. In de toepassing voor 24/7 zou dit bepaald worden door de configuratie van de panelen, die daarmee als parameters functioneren. In de uitvoer produceert MODULES realtime beelden, waardoor vloeiende animaties mogelijk zijn die tijdstip onafhankelijk zijn en in principe eeuwig kunnen doorspelen zonder ooit hetzelfde beeld te vertonen (Blotkamp e.a. 2007: 10). Struycken zelf noemt dit ‘manipulated coincidence’. (Van Koningsveld, 2007) Op deze wijze ontstaat er feitelijk in 24/7 op elk (door de gebruiker) gewenst moment een uniek (straat)beeld. De combinatie van deze drie elementen zijn mijns inziens zeer specifiek voor het gebouw en de vraag rijst of dit een succesvolle toepassing kan vinden in een ander gebouw, zonder dat het zijn bijzondere kwaliteiten verliest. Mogelijke toepassingen zouden kunnen liggen op het gebied van kantoorgebouwen die gelegen zijn op een locatie met een centrumfunctie, zoals een winkel- of uitgaansgelegenheid.

§5.2 De hellingbaan. Het (functionele) doel van een hellingbaan is om een hoogteverschil te overbruggen (Van der Horst z.d.). In deze zin is de ontworpen hellingbaan in 24/7 volstrekt zinloos, immers door de onderste verdieping 5 meter lager te leggen was de hellingbaan niet nodig geweest. Het doel van deze hellingbaan is echter om het moment van aankomst in het gebouw en de gang naar de entree uit te stellen en daarmee te dramatiseren. In de eerste fase is dit gedaan voor de aankomst per auto en in de tweede fase na het uitstappen en de eventuele presentatie van de gasten aan het publiek voor de toegang van het gebouw te voet. Hier is sprake van een ‘route architecturale’ of promenade architecturale. Bij Le Corbusier, waar de hellingbanen door het gebouw lopen, is het voornamelijk bedoeld om een steeds veranderende architectonische ruimte te ervaren en een middel om de composite van de ruimte te organiseren (Leupen, 2005: 56). Een voorbeeld dat directere toepassing kent is het Museum of Contemporary Art in Niteroi, Brazil (Oscar Niemeyer 1996). De hellingbaan functioneert hier als mogelijkheid voor de bezoeker om het gehele dramatische landschap 360º te overzien.

Page 25: Catshuis aan het Lange Voorhout

24

Figuur 28: Museum of Contemporary Art in Niteroi, Brazil van Oscar Niemeyer 1996 (Flickr, 2009). Ook in 24/7 is de door de bezoeker ervaren omgeving een constante, die hij geheel kan overzien, echter hier is de hellingbaan ook bedoeld om juist het publiek op de straat een langer, beter en 360º beeld van de premier en zijn gasten te geven. De hellingbaan functioneert hiermee als een ultra korte route voor een voor iedereen aanschouwelijke rijtour en wandeling door de stad. Op deze wijze is getracht optimaal gebruik te maken van de beperkte ruimte in het stedelijke gebied voor een zo dramatisch mogelijk effect. Uit de introductie van de hellingbaan vloeide voort dat het gebouw op een bepaalde manier boven het maaiveld moest komen te liggen. Hiervoor zijn de pilotis geïntroduceerd, waardoor het gebouw los komt van de stedelijke omgeving. Niet alleen om zoals bij Le Corbusier een vrije plattegrond te bewerkstelligen en om het gebouw fysiek los te maken van zijn ondergrond (Le Corbusier, Jeanneret, 2004: 163-164), maar ook om juist gevoelsmatig een zekere distantie te creëren met de omgeving. In technisch opzicht zijn de pilotis echter HD-profielen, die vanwege de brandwerendheid een betonnen omhulsel hebben. Het gebruik van de hellingbaan is op het eerste gezicht niet een architectonisch middel dat gemakkelijke navolging zal vinden. Het is sterk verbonden met een representatief gebouw, anderzijds is het wel een aanzet voor een oplossing voor het gebruik van de auto binnen de stedelijke context.

Page 26: Catshuis aan het Lange Voorhout

25

6. Beschrijving ontwerpproces; strategie en keuzen.

§6.1. Ontwerpstrategie. De ontwerpopgave van NL-house maakt feitelijk al duidelijk dat het ontwikkelen van een concept centraal staat in het ontwerpproces. De strategie die hierbij gehanteerd is, is om d.m.v. een zo goed mogelijk en helder concept het ontwerpproces vorm te geven. Getracht is om het concept periodiek te verwoorden en te verbeelden aan de hand van tussentijdse presentaties. Deze presentaties kunnen als observaties van het ontwerpproces worden beschouwd. De ontwerpstrategie die hiervoor gehanteerd is, is die van: typological research. De reden hiervoor is dat we te maken hebben met een zeer specifieke niet alledaagse typologie van de ambtswoning en een (politieke) context die aan verandering onderhevig is. ‘This research is highly concept defining for the design practice and the communication between designers, as much in the naming of the type as the context’ (De Jong, Van der Duin, 2002: 90). Dit onderzoek heft geleid tot een groot aantal ideeën. Deze zijn vervolgens verwoord in o.a. het leerplan en in de tussentijdse presentaties verbeeld. De kern van het proces is om al deze ideeën, gedachtegangen en beelden vervolgens om te zetten in een helder concept.

§6.2. Gehanteerde ontwerpmethoden bij context gerelateerd onderzoek. Deze context is onderzocht door de ontwerpopgave in een breder theoretisch kader te plaatsen. Hiervoor zijn een aantal methoden gehanteerd. Door middel van uitwisseling van uniform typologisch onderzoek van ambtswoningen (precedentenanalyse) door de studenten kon in een kort tijdsbestek een zekere grip gekregen worden op het historische kader van deze typologie. Daarnaast vond eenzelfde uitwisseling van ideeën plaats aan de hand van 10 parameters betreffende het dominante beeld van de politiek in Nederland. Voor een bredere beeldvorming heeft er een college plaatsgevonden door Prof. Dr. A.B. Ringeling (hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam) betreffende een vergelijking van de belangrijkste ons omringende democratieën. Aansluitend is er literatuur bestudeerd m.b.t. dit onderwerp (zie §2.5). Tevens zijn door de ontwerpdocenten twee sessies verzorgd m.b.t. conceptueel ontwerpen. Het betrof hier niet alleen specifiek architectonische concepten, maar ook concepten op andere gebieden van design. Ter verduidelijking zijn ook juist een aantal radicaal andere ontwerpmethoden belicht.

§6.3. implementatie van het leerplan. Het opstellen van het leerplan is onderdeel geweest van het beheersbaar maken van het ontwerpproces. Zoals in het leerplan beschreven, vormden de bij aanvang van de ontwerpopgave bekende deelopdrachten van de docenten een eerste leidraad voor de opzet van het ontwerpproces. In onderstaand schema zijn deze weergegeven waarbij de markeringen in rood een deadline verbeelden.

Page 27: Catshuis aan het Lange Voorhout

26

Figuur 29: Planning ontwerpopgave (Cohen de Lara, Mulder, 2009; 10-11). Daarnaast zijn er grote onderdelen uit het leerplan niet over genomen. Zo zijn er in het leerplan ook drie concepten geformuleerd, waarop ook de kritiek tijdens de tutorials was, dat er meer sprake was van analyse en idee, dan van een ordenend principe. Dit was aanvankelijk ook nog het probleem in de daarop volgende periode.

§6.4. De drie concepten en het uitwerken van één concept. Na deze inbedding van de ontwerpopgave zijn drie mogelijke concepten als uitgangspunt geformuleerd. Deze concepten zijn in groepsverband besproken en geanalyseerd. De drie concepten waren slechts beperkt bruikbaar. Wel zijn uit de drie concepten een aantal ideeën gedestilleerd (keuzes gemaakt), die verder konden bijdragen aan een nieuw concept.

- de schakeling van de ruimten d.m.v. een enfilade (concept 1 en 2). Een consequente toepassing kan leiden tot een smal en hoog gebouw.

- het prominente belang van de ontvangst per auto en het onderbrengen van de route daarvoor binnen of buiten het gebouw (concept 2).

De keuze voor schakeling van de ruimten enfilade en het daarmee gelijktijdig vastleggen van de breedte van alle ruimten (5m), kwam mede voort uit de behoefte om grip te krijgen op een relatief klein programma binnen een grote locatie. De strategie hierbij was om op deze wijze één parameter vast te leggen. Hiermee lagen de plattegronden feitelijk voor een groot gedeelte vast terwijl het concept nog niet helemaal helder was. Met de introductie van het idee van het billboard is typologisch onderzoek gedaan naar het gebruik er van in de media, sport (o.a. de inzending van Venturi, Scott Brown and Asociates Inc. voor The national football hall of fame 1967), entertainment en ideologie. Dit typologische onderzoek was tweeledig: onderzoek naar het visuele beeld van een billboard, maar ook m.b.v literatuur onderzoek naar van de werking van een billboard als communicatiemiddel. Dit heeft geresulteerd in de presentatie van het concept tijdens de tussenpresentatie. Dit concept hinkte nog duidelijk op twee gedachten. Enerzijds had het gebouw doordat het op pilotis was gezet, zeer slank (5m diepte) hoog en breed was geworden de uiterlijke kenmerken van een billboard, maar in de communicatie naar de beschouwer toe bleef het onduidelijk. Het was geen billboard maar een gedeelte van het gebouw functioneerde als billboard. Naar aanleiding hiervan is opnieuw op B.is van typologisch onderzoek en een variantenstudie onderzoek gedaan naar de functie en het gebruik van de hellingbaan. Dit leverde onvoldoende resultaat op, waardoor er is teruggegrepen op het eerdere ontwerp waarbij radicaal is ingezet in het veel krachtiger gebruik van het videoscherm d.m.v. schuivende panelen over de gehele zuidgevel. De schuivende panelen dienden wel een reële toepassing te kennen. Hiervoor is een technische literatuurstudie gedaan (zie §5.1). Hetzelfde gold voor de constructie. Naar de eindpresentatie toe zijn hier geen verdere grote veranderingen in gekomen maar zijn een aantal onderdelen nader uitgewerkt en aangescherpt.

Page 28: Catshuis aan het Lange Voorhout

27

§7. Verantwoording en evaluatie ontwerpproces. Om een goede verantwoording en evaluatie van het ontwerpproces te kunnen maken is het noodzakelijk om eerst een vergelijking te maken tussen de oorspronkelijke planning (uit het leerplan) en de uiteindelijke uitvoering. Het is zinvol om hierbij aan te tekenen, dat weliswaar ten tijde van het leerplan een strategie is uitgezet, maar dat op dat moment de complexiteit van de opgave nog niet volledig helder was.

Figuur 30: Vergelijking in tijdslijn tussen de planning en uiteindelijke uitvoering. Bron: B. Lewerissa. Het onderdeel dat betrekking had op de uitwerking van het concept is i.t.t. de uitvoering in het leerplan niet verder uitgesplitst. De reden hiervoor is dat bij de opstelling van het leerplan dit nog onvoldoende in beeld was. Wel is naderhand per week een ‘to do’ lijst opgesteld, maar niet zozeer vanuit een beredeneerde ontwerpstrategie, als wel vanuit een praktische productie achtergrond (wat uiteindelijk ook een strategie is). Uit bovenstaande figuur wordt duidelijk dat in grote lijnen de planning uit het leerplan is aangehouden. Een heel duidelijke rol hierin heeft de gefaseerde opzet door de ontwerpdocenten gespeeld, waarbij d.m.v. power point presentaties steeds tussentijdse evaluaties (aanvankelijk gepresenteerd in groepsverband, later in de vorm van individuele tutorials) dienden te worden gemaakt. De bij de student beperkte beheersing van een aantal presentatietechnieken (photoshop en illustrator), heeft aanvankelijk de effectiviteit hiervan beheerst. De verhouding in tijd die werd besteed aan werkelijk ontwerpen en verzamelen/presenteren, sloeg op dat moment nog te veel door naar het laatste. Een aspect wat pas laat tot stand is gekomen is de exacte verwoording en verbeelding van de context. Hierdoor heeft de realisatie van het uiteindelijke concept ook lange tijd op zich laten wachten. Parallel hieraan liep de uitwerking van de gevel, aangezien deze grotendeels de verbeelding van het concept in hield. Anderzijds zijn wel delen van het gebouw eerder formeel vastgelegd (plattegronden).

Page 29: Catshuis aan het Lange Voorhout

28

Figuur 32: De twee voornaamste onderdelen in het ontwerpproces: programma en representatie. Bron: B. Lewerissa. Achteraf was het vanuit efficiency overwegingen beter geweest als de context eerder en beter zou zijn gedefinieerd. Het betrof hier een maatschappelijke en politieke context, die zich (ondanks de benoemde hulpmiddelen) niet zo gemakkelijk liet vastleggen (dit was mede de uitdaging van het ontwerpproject). Het goed en helder formuleren van de context draagt er toe bij dat er gemakkelijker een goed concept kan worden ontwikkeld wat uiteindelijk tot een beter ontwerp kan leiden. Zoals in §6.4 aangegeven was de ervaring van de ontwerpopgave, nadat het concept helder was geworden een soort van invuloefening. Zoals Leupen aan geeft: ‘The concept expresses the B.ic thought behind the design, it gives direction to design choises and, at the same time excludes alternatives: in a way it organises the design choises’ (Leupen, 2002: 109). Het concept is dus in zekere mate sturend en richtinggevend. Daarnaast heeft er onderzoek plaatsgevonden en zijn er ontwerpstudies geweest die in een bepaalde richting opliep zonder het specifiek gewenste resultaat (behalve dan dat het niet de juiste richting was). Voorbeelden zijn onderdelen van de drie concepten en de poging om van het gehele gebouw een hellingbaan te maken. Daarmee is dit ontwerpproces een voorbeeld van: ‘…. een iteratief proces dat deels cyclisch, deels in diverse richtingen wordt doorlopen, waarbij het zich telkens weer verdiept.’ (Leupen, 2005: 18). Een laatste constatering is dat het geplande idee om wekelijks één dag aan het eindwerkstuk te besteden niet gehaald is. Aangezien het ontwerpproces feitelijk goed was vastgelegd in de tussentijdse presentaties had dat geen consequenties.

Figuur 33: Verbeelding van het ontwerpproces. Bron: B. Lewerissa

Page 30: Catshuis aan het Lange Voorhout

29

Samenvattend komt het er op neer dat er in de definiëring van de context een cyclisch proces van formuleren en herformuleren heeft plaatsgevonden, waarbij steeds bijbehorend voornamelijk typologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Op het moment dat de context goed geformuleerd werd (pas rond week 8), werd hiermee gelijktijdig het concept helder en is het proces verder in zekere mate een invuloefening geweest. Het formuleren van het concept resulteert in conceptueel model. Klaasen noemt dit: ‘… a mental construction (theory, or sketch) referring to the (past, present, future) reality. A conceptual model is composed of conceptual identities’ (Klaasen, 2002: 183). Dit conceptuele model werd steeds verbeeld aan de hand van concrete modellen: 3d-massamodellen, 3d-computermodellen en maquettes.

Page 31: Catshuis aan het Lange Voorhout

30

8. Reflectie op het ontwerpproces.

§8.1 Typologisch onderzoek. Het context gerelateerde onderzoek, wat bij aanvang van de ontwerpopgave heeft plaatsgevonden, is op kleine schaal en in kort tijdsbestek een analogie van de werkwijze van de Franse architect Jean Nouvel: ‘Before the First line is drawn on paper, extensive dicussions are organised between designers and specialists on sub-areas. Drawing is only allowed top commence when a description of a project – a concept – is clear tot the mind’s eye’ (Leupen 2002, p. 109). Achteraf bezien zou het beter zijn geweest, wanneer deze analyse had geleid tot een beknopte omschrijving van de essentie van de opdracht (in het leerplan is dit nog onvoldoende verwoord). Jean Nouvel verwoordt dit als volgt: ‘I’m always able to describe with enormous precision any of my five projects in five written pages. It simply happens like that, and it is essential.’ (Leupen, 2002: 108). Het typologisch onderzoek heeft in korte termijn bijgedragen aan een B.aal inzicht in het functioneren van verschillende ambtswoningen. We zouden dit kunnen research kunnen noemen immers: Research deals with analysis; ….. Analysis severs a phenomenon from circumstance (context, set of conditions) and components (reduction) that are different elsewhere, in order to retain what may be made comparable fit for study (operational)’ (De Jong, Van der Voordt, 2002: 25). Doel is om de verschillen te benoemen om vervolgens het gemeenschappelijke te onderzoeken. Het doet echter ook een kritische vraag rijzen. Er is immers sprake van een groot aantal gebouwen dat oorspronkelijk niet als ambtswoning is ontworpen, maar met een totaal andere achtergrond (o.a. Het Catshuis, 10 Downingstreet, het Élyséé, Villa Madama, etc.). Tevens speelde bij een aantal van deze gebouwen (van voor de 19e eeuw) het ontwikkelen van een concept nog nauwelijks een rol. Alles draaide toen min of meer om stijl. Zoals de kunsthistoricus Emil Kaufmann aangaf is er een onderliggend ‘architectural system’ betreffende de ruimtelijke indeling en compositie van gebouwen, die tot dan toe gedomineerd werden door het heersende architectonische systeem. (Leupen, 2002: 108). De in deze ontwerpopgave zo essentiële context speelde hierbij nog geen rol.

§8.2. Het wetenschappelijke gehalte van het ontwerpproces. Dat een heldere ontwerpstructuur of ontwerpproces ontbrak, heeft duidelijk te maken met het ontberen van de noodzakelijke grip op de ontwerpopdracht. Een rationeel ontwerpproces is echter ook geen doel, maar hoogstens een streven om maximaal resultaat te verkrijgen. Veeleer is sprake geweest van een ‘synthetische’ in plaats van een ‘analytische’ werkmethode. Door Heynen e.a. (2002: 773) wordt dit gedachtegoed van Cross (1982) verder omschreven als: ‘het in een relatief korte tijd zoeken naar een bevredigende oplossing van een ontwerpprobleem dat een “wicked problem” genoemd kan worden’. Is het hier gehanteerde ontwerpproces nu wetenschappelijk te noemen? De Werkgroep beoordelingscriteria Ontwerpdisciplines (december 1999) heeft hiervoor de volgende omschrijving gegeven: ‘als een ontwerp in aanmerking komt als resultaat van wetenschappelijk activiteiten, dan zou het moeten voldoen aan de algemene criteria voor wetenschappelijke benadering, d.w.z. inter-subjectiviteit, betrouwbaarheid en empirisch verifieerbaar. Ook omschreven als: het onderzochte wordt door verschillende mensen op dezelfde manier begrepen’ (De Jong, Van der Voordt, 2002: 25). Wetenschappelijk onderzoek is dus een empirisch proces. Primus (2002; 250) refereert hier aan de indeling van De Groot (1961) die dit onderverdeeld in 5 fasen: - Observatie: het verzamelen en groeperen van empirisch materiaal en de vorming van een hypothese; - Inductie: het formuleren van een hypothese;

Page 32: Catshuis aan het Lange Voorhout

31

- Deductie: het afleiden van bepaalde consequenties uit de hypothese in de vorm van verifieerbare voorspellingen; - Testen; van de hypothese, geB.eerd op de mogelijkheden van de voorspellingen in nieuw empirisch materiaal. - Evaluatie; van het testen van de hypothese in relatie tot bestaande theorie(n) en eventueel nieuw onderzoek. Fase 1 en 2 zijn duidelijk herkenbaar in het ontwerproces van het nieuwe Catshuis. In fase 1 speelt een rol dat de onderzoeker (ontwerper) al een bepaald standpunt heeft en van hieruit materiaal onderzoekt (Primus, 2002: 250). In het geval van het nieuwe Catshuis is dit de kijk op de Nederlandse samenleving en politiek en de ontwerphouding of visie. Fase 2; het opstellen van een hypothese zou vergeleken kunnen worden met het concept of het ontwerp. Deze zijn ook herkenbaar in het ontwerp voor het Nieuwe Catshuis. Fase 3; het verifiëren van de hypothese zou dan kunnen door het testen van het gebouw in de praktijk (Post Occupancy Evaluation), of het ontwerp toetsen aan criteria en gegevens die in de toekomst kenbaar zijn. Dit gebeurt dan aan de hand van statische gegevens van bijvoorbeeld het CBS of het CPB (Primus, 2002: 250). Duidelijk is dat het ontwerpproces van het nieuwe Catshuis nauwelijks raakvlakken kent met de fasen 3, 4 en 5. Wat betreft deze fasen; het gebouw is niet gerealiseerd het kan dus niet in de praktijk worden getest. Tevens is er geen computermodel gemaakt om het gebouw te testen. Daar ontbrak de tijd voor en dit lag ook niet direct besloten in de ontwerpopdracht. Echter wanneer we de criteria hanteren die te maken hebben met ontwerpgerelateerde studie (ex post) voor een technische universiteit, zoals geformuleerd door De jong en Van der Voordt (2002; 27-28), dan blijkt dat het ontwerp voor het nieuwe Catshuis, achteraf wel te onderwerpen is aan empirisch onderzoek.

- Het ontwerp moet begrijpelijk zijn voor anderen binnen de eigen cultuur, zodat het beoordeeld, bekritiseerd en verworpen kan worden, op B.is van door de ontwerper gemaakt verbeelding en documentatie. Dit is in het ontwerp voor het Catshuis het ontwerp zelf, in samenhang met de documentatie (presentatie) en argumentatie verwoord o.a. in dit eindwerkstuk.

- Het ontwerp moet in zekere zin nieuwe mogelijkheden aan het licht brengen (‘invention’). Dit zijn de schuivende LED-panelen in het nieuwe Catshuis.

- Het ontwerp moet met de huidige stand van techniek technisch realiseerbaar zijn. In het nieuwe Catshuis zijn dit het gevelprincipe en het constructieprincipe.

- Het ontwerp moet een effect analyse (rapportage) bezitten. Deze analyse zou minimaal uit een fysieke (ruimtelijk, ecologisch en technisch) en sociale (economisch, cultureel en politiek) analyse moeten bestaan. In het ontwerp van het nieuwe Catshuis zijn met uitzondering van het ecologische en het economische aspect alle aspecten aanwezig.

Daarnaast hebben er bepaalde deelonderzoeken plaatsgevonden op B.is van het door Lans en van der Voordt (2002; 58) aan Hamel (1990) toegeschreven principe van TOTE: Test Operate Test Exit. Zoals in §6.4 aangegeven, kwam de keuze voor het enfilade schakelen van de ruimten mede voort uit de behoefte om grip te krijgen op het relatief klein programma binnen een grote locatie. Deze deeloplossing kwam voorafgaande aan het vastleggen van het uiteindelijke concept en is een poging geweest om de ontwerpopdracht in te kaderen. Na het testen van dit onderdeel is deze parameter vastgelegd voor de verdere duur van het ontwerp.

Page 33: Catshuis aan het Lange Voorhout

32

9. Samenvatting en conclusies.

24/7: het ontwerp voor het nieuwe Catshuis is het resultaat van een ontwerpopgave waarin het concept centraal stond. Het concept heeft een aantal sterke punten opgeleverd zoals het LED-scherm en de hellingbaan. Nochtans is dit op moeizame wijze tot stand gekomen. De ‘tools’ zijn aangereikt en zonder deze zou het eindresultaat ongetwijfeld van mindere kwaliteit zijn geweest. Niettemin is er nog steeds sprake van een ambivalente ruimte rondom het gebouw wat uiteindelijk niet goed is uitgewerkt (het concept had wel de potentie om hier een goede invulling aan te geven).

Het leerplan geeft een wat tweeslachtig beeld. Enerzijds zijn onderdelen niet uit de verf gekomen, vooral in de verwoording van het concept, anderzijds was het belangrijk (in combinatie met de precedentenanalyse en de het college betreffende de staatsinrichting) om een bepaalde gedachtegang en redeneringen op papier te zetten en te verwoorden. Waarschijnlijk zou nog concreter (literatuur)onderzoek en het maken van een essay (de eerder genoemde vijf pagina’s van Jean Nouvel) hier voor mij nog krachtiger hebben kunnen werken. Dit zou waarschijnlijk meer sturing aan het proces hebben kunnen geven, doordat er sneller en helderder een concept zou zijn geformuleerd. Dit had vervolgens weer kunnen leiden tot een betere uitwerking van het ontwerp. De reflectie op kennisgenerieke deeloplossingen maar ook de reflectie op het ontwerpproces is een moeilijk onderdeel voor de ontwerper zelf. Het voldoende afstand houden tot het eigen ontwerp wordt lastig, juist door de hoeveelheid aan kennis en de intensiteit waarmee de afgelopen periode aan het ontwerp is gewerkt. Het heeft ook iets van de slager die zijn eigen vlees keurt. Misschien dat de student juist een dergelijk onderzoek moet doen naar het ontwerp van één van de andere ontwerpen binnen de ontwerpstudio. Op deze wijze vindt er werkelijk een ‘peer-review’ plaats.

Page 34: Catshuis aan het Lange Voorhout

33

10. Bronvermelding en Literatuurlijst.

§10.1 Bronnen. ArtkraftStrauss (2009) Archive. [online]. Beschikbaar via: http://www.artkraft.com/photvid.html [bezocht op 29-6-2009]. Beekman, Roel (2008) [online]. Beschikbaar via: http://www.volkskrant.nl/multimedia/archive/00147/Catshuis_147387c.jpg [bezocht 1-6-2009]. Celant, Germano, Koolhaas, Rem (2008) Unveiling the Prada foundation. Milaan: Progetto Prada Arte. Cohen de Lara, Max, Mulder, David (2009) Semesterboek NL-House BK6100^d STUDIO. Architecture and Modernity/Public Building. Figuur 1: bewerking B. Lewerissa. De Europese Raad (z.a.) (2008) [online] via: http://www.europa-nu.nl/9353000/1/j9vvh6nf08temv0/vh8lnhrogvvn#p2 [bezocht op 23-6-2009]. El Lisstsky (1920-24) Lenin Tribune [online]. Beschikbaar via: http://static.newworldencyclopedia.org/thumb/1/10/El_lissitzky_lenin_tribune.jpg/160px-El_lissitzky_lenin_tribune.jpg [bezocht op 29-6-2009]. Bewerking B. Lewerissa. Elsevier (2009) [online]. Beschikbaar via: http://www.elsevier.nl/upload/6a6773f3-c6de-4f75-a6eb-57b7af658e2c_balkenende_nieuwspoort.jpg [bezocht op 29-6-2009]. Flickr (2009) [online] beschikbaar via: http://farm3.static.flickr.com/2363/2065972683_58899f1007.jpg [bezocht op 29-6-2009]. Henderson, P.C. (2009) [online]. Beschikbaar via: http://www.hangingdoorhardware.com/pocketdoors/flexirol_door_hardware.htm [bezocht op 27-5-2009]. Hendriks, F. (2003) [online]. Beschikbaar via: http://www.bestuurskunde.nl/bestuurskunde/jg12/nr3/2003,5,12,3,2.php [bezocht op 15-6-2009]. Hitler (z.d., z.a.)[online]. Beschikbaar via: http://gadabyte.com/ww-ii/images/europe/non-combat/hitler_speech.jpg [bezocht op 29-6-2009]. Bewerking B. Lewerissa Horst, B. van der (z.d.) Hellingbaan [online] via: http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/archipedia.asp?ID=7575 [bezocht op 22-06-2009]. HTM (2009) [online]. Beschikbaar via http://www.htm.nl/Pages/DEF/169.a2FhcnQ9MSZrYWFydHR5cGU9MQ.html [bezocht op 29-6-2009]. Jong, Taeke de, Rosemann, Jürgen (2002) Naming components and concepts. In: Jong, T.M. de, Voordt, D.J.M. van der (red.) (2002) Ways to study and research urban, architectural and technological design, Delft: DUP Science. Kamerling, M.W. (2004) Jellema. Hogere Bouwkunst Dl. 9. Bouwmethoden; utiliteitsbouw. Utrecht: Thieme Meuelenhoff.

Page 35: Catshuis aan het Lange Voorhout

34

Kamp, Bob van der (2004) Percentageregeling beeldende kunst bij rijksgebouwen. Beschrijving van de regeling en de procedure voor de realisatie van beeldende kunst bij rijksgebouwen. Koningsveld, Mare van (2007) Struycken weer thuis in Groningen [online] beschikbaar via http://www.8weekly.nl/artikel/5814/peter-struycken-het-digitale-paradijs.html [bezocht op 20-6-2009]. Ministerie van algemene zaken (2007) Samen werken, samen leven. Beleidsprogramma Kabinet Balkenende IV 2007-2011. (Koninklijk De Swart, Den Haag 2007). Ministerie van algemene zaken (2009) [online]. Beschikbaar via http://www.minaz.nl/dsc?s=obj&c=getobject&objectid=93806 [bezocht op 22-5-2009]. Bewerking B. Lewerissa. Minister-president. Internationale rol. (z.a.,z.j.) [online]. Beschikbaar via: http://nl.wikipedia.org/wiki/Minister-president_van_Nederland [Bezocht op 15 juni 2009]. Projectgroep NL-House BK6100A^d Studio (2009) Precedentenanalyse Ambtswoningen. Rozenburg, Roel (2009) [online]. Beschikbaar via: http://www.nrc.nl/nieuwsthema/haagsecrisisaanpak/article2193872.ece/Crisis_maakt_oude_recepten_onbruikbaar [bezocht op 15 mei 2009]. Bewerking B. Lewerissa. Vereniging vrienden van de Amsterdamse binnenstad (1996) [online]. Beschikbaar via: http://www.amsterdamsebinnenstad.nl/binnenstad/158/nzkolk.jpg [bezocht op 29-6-2009]. WFA (2009) ) [online]. Beschikbaar via: http://www.nrc.nl/binnenland/article2189762.ece/Coalitie_voor_laatste_fase_bijeen_in_Catshuis [bezocht op 15-5-2009]. Bewerking B. Lewerissa. §10.2. Literatuurlijst. Blotkamp, Carel, Dekkers, Daniel, Jobse, Jonneke, Schenk Ruud, Struycken, Peter (2007) Peter Stryucken. Rotterdam: NAi Uitgevers. Dagblad De Limburger (2008) Bos neemt voortouw, premier onzichtbaar. Dagblad De Limburger. Sittard 29-10-2008. Groot, A.D. de (1961) Methodologie: gondslagen van onderzoek en denken in gedragswetenschappen. Den Haag: Mouton & Co. Hamel, R. (1990) Over het denken van de architect: een cognitief psychologische beschrijving van het ontwerpproces bij architecten. Amsterdam: AHA Books. Hendriks, F. (2003) Vertrouwen op niveau. [online]. Beschikbaar via: http://www.bestuurskunde.nl/bestuurskunde/jg12/nr3/2003,5,12,3,2.php [bezocht op 15-6-2009]. Herzberger, Herman (2002) Perceiving and conceiving. In: Jong, T.M. de, Voordt, D.J.M. van der (red.) (2002) Ways to study and research urban, architectural and technological design, Delft: DUP Science. Heyen, Hilde, Loeckx, André, De Cauter, Lieven, Van Herck, K. (red.) (2001). Dat is architectuur. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: 010.

Page 36: Catshuis aan het Lange Voorhout

35

Hollein Hans (2004) Alles is architectuur. In: Heyen, Hilde, Loeckx, André, De Cauter, Lieven, Van Herck, K. (red.) (2001). Dat is architectuur. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: 010. Huisman, Jaap (2004) Smaakvast of stijlloos: discussies over het Catshuis. Plattegrond en uitstraling waren heilig bij renovatie. In: Smaak (15): 26-27. Jong, Taeke de & Duin, Leen (2002) Design research. In: Jong, T.M. de, Voordt, D.J.M. van der (red.) (2002) Ways to study and research urban, architectural and technological design, Delft: DUP Science. Jong, Taeke de, Rosemann, Jürgen (2002) Naming components and concepts. In: Jong, T.M. de, Voordt, D.J.M. van der (red.) (2002) Ways to study and research urban, architectural and technological design, Delft: DUP Science. Kamerling, M.W. (2004) Jellema. Hogere Bouwkunst Dl. 9. Bouwmethoden; utiliteitsbouw. Utrecht: Thieme Meuelenhoff. Lans, Wendelien, Voordt, Theo van der (2002) Descriptive research. In: Jong, T.M. de, Voordt, D.J.M. van der (red.) (2002) Ways to study and research urban, architectural and technological design, Delft: DUP Science. Le Corbusier, Jeanneret, Pierre (2004) De vijf punten voor een nieuwe architectuur. In: Heyen, Hilde, Loeckx, André, De Cauter, Lieven, Van Herck, K. (red.) (2001). Dat is architectuur. Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: 010. Leupen, Bernard (2002) Concept and type. In: Ways to study and research urban, architectural and technical design, ed. T.M. de Jong en D.J.M. van der Voordt, Delft: DUP Science. Leupen, Bernard (2005) Ontwerp en analyse. Rotterdam: Uitgeverij 010. Melis, Liesbeth (1996) Ontwerpmethodiek leidt tot open structuur; Van Berkel & Bos weeft grootstedelijk complex rondom Nieuwezijds Kolk in Amsterdam. In: De architect (10), 56-63. Primus, Hugo (2002) The emperical cycle In: Ways to study and research urban, architectural and technical design, ed. T.M. de Jong en D.J.M. van der Voordt, Delft: DUP Science. Rob (2008) Beter besturen bij rampen. Een passende verantwoordelijkheidsverdeling bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Den Haag. Rooy, Max van (1996) Een kraakpand ontwerpen; Het schots en scheve oeuvre van Ben van Berkel. In: NRC-Handelsblad 23-8-1996. Weber, Max (1972), Wirtschaft und Gesellschaft. Grundriss der Verstehende Soziologie. Tübingen: Mohr.