Campusplan en businesscase smart services campus heerlen

provincie limburg

2014/52169

GRIF

Provinciale Staten

24-9-2014

11-12-2014

Provincie Limburg PS

DOCnr.

Ingek. 2 h SEP. 201̂

CASnr.

ID.

Cluster Faxnummer Ons kenmerk Bijlage(n)

Onderwerp Campusplan en Businesscase Smart Services Campus Heerlen

ONT (043) 389 70 13 2014/51145 diversen

Behandeld Doorklesnummer Uw kenmerk Maastricht

F. van Lissum (043) 389 74 37

23 september 2014

VERZONDEN 21 SEP. ZOU

Geachte Staten,

Hierbij bieden wij u het Statenvoorstel "Campusplan en Businesscase Smart Services Campus Heerlen" aan.

Er is naast de bijbehorende begrotingswijziging en kredietbesluit een groot aantal bijlages opgenomen. De bijlage getiteld "Businessplan Smart Services Campus" geeft een uitgebreide toelichting op de plannen evenals een samenvatting van de businesscases en financieringsvoorstel. De onderliggende businesscases liggen - i.v.m. concurrentiegevoelige informatie - vertrouwelijk ter inzage voor uw Staten bij de griffie. In het Statenvoorstel zijn de bijbehorende bijlagen opgesomd.

Gedeputeerde Staten van Limburg

voorzi

2014/51142

Bezoekadres: Limburglaan 10 NL-6229GA Maastricht

Postbus 5700 NL-6202 MA Maastricht [email protected]

Tel + 31 (0)43 389 99 99 IBAN-nummer; Bereikbaar via: Fax + 31 (0)43 361 80 99 NL08RABO0132575728 Lijn 1 (richting De Heeg) vww/.limburg.nl BIC-code: RAB0NL2U

provincie limburg

Statenvoorstel - 1 minuut versie No: G-14-020

1 Onderwerp Campusplan en Businesscase Smart Services Campus Heerlen.

2 Inleiding/aanleiding inclusief beoogd resultaat Op 1 juli 2014 hebben APG, de Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg een letter of intent getekend waarin is afgesproken om de haalbaarheid van het realiseren van een campus in Heerlen op het gebied van smart services te onderzoeken. Thans ligt er een door deze 'founding fathers' gedragen businessplan voor waarin de samenwerking tussen deze drie partijen aan uw Staten wordt voorgelegd.

Met dit plan wordt een forse impuls aan de werkgelegenheid gegeven in de regio en bovendien een substantiële bijdrage aan de economische structuur van Limburg. Bovendien wordt een topinstituut op het gebied van smart services & business intelligence opgericht dat nieuwe opleidingen gaat verzorgen en waar fundamenteel en toegepast onderzoek en onderwijs plaatsvindt. In het campusconcept wordt uitgegaan van een open innovatie- en ecosysteem waarbij ook acquisitie en business development een belangrijke plaats innemen. De campusontwikkeling zal ais fysieke locatie het GKII-kantoor kennen waarmee tevens vanuit een centrale en goed bereikbare ligging, campusdeelnemers gehuisvest kunnen worden.

Gelet op de "sense of urgency" (potentiële huurders willen dit jaar duidelijkheid of de ontwikkeling er komt of niet) is nu het moment om naast inhoudelijk ook financieel commitment uit te spreken. Het gaat hier om een totaalinvestehng voor de komende tien jaar van rond de 100 min. euro waarbij APG en UM (en Zuyd Hogeschool en Open Universiteit als het gaat om het instituut) ook een stevige bijdrage doen. De businesscases hebben als uitgangspunt dat de campus na tien jaar op eigen benen moet kunnen staan. Daar liggen ook verdienmodellen onder die gevalideerd zijn en waarbij gebruik is gemaakt van ervaringen elders in Limburg en Nederland.

In het Businessplan Smart Services Campus (bijlage) vindt u een uitgebreide inhoudelijke beschrijving van het campusplan.

3 Bevoegdheid Het kaderstellend budgetrecht van Provinciale Staten is neergelegd in de Provinciewet. De wettelijke grondslag is gelegen in de Algemene Subsidieverordening van de Provincie Limburg.

4 Voorstel aan Provinciale Staten Zie uitgebreide ontwerpbesluit aan het einde van dit statenvoorstel.

5 Argumenten / toets duurzaamheidparagraaf Via het onderhavige PS-voorstel worden afspraken gemaakt omtrent de inhoud en de financiële bijdragen van de partijen en de haalbaarheid in de vorm van een businessplan voor het totale campusconcept.

2014/51142

De campus heeft als fysieke locatie GKII-kantoor te Heerlen en zal uitgebreid worden in de directe omgeving daarvan al naar gelang de vraag naar huisvesting vanuit de Campus. Het businessplan (campusprogramma) omvat drie samenhangende onderdelen met onderliggende businesscases:

a. Businesscase Expertise- en Innovatiecentrum Business Intelligence & Smart Services (kortweg BISS), is gericht op de opzet van een expertise- en innovatiecentrum door UM, Zuyd en OU inzake technologische, business en sociale innovatie rondom smart services.

b. Businesscase Huisvesting Campus is gericht op het creëren van een inspirerende fysieke locatie voor de campus, het GKll gebouw (eigendom van ABP). Hiervoor zal een renovatie en nieuw huisvestingsconcept worden ontwikkeld voor de organisatie, deelnemers aan de campus, het instituut BISS en nieuwe start-ups.

c. Businesscase Campus Management & Development is gericht op de invulling van campusmanagement, community building, acquisitie en commerciële exploitatie innovatieve ideeën.

De hoofdlijnen van deze businesscases zijn samengevat in de bijlage Businessplan Smart Services Campus. De uitgebreide onderliggende businesscases liggen vertrouwelijk voor uw Staten ter inzage bij de griffie. Dit in verband met concurrentiegevoelige detailinformatie in de businesscases.

Risico's De belangrijkste risico's die geïdentificeerd worden hebben betrekking op het onderzoeksinstituut BISS dat na tien jaar niet op eigen benen kan staan, tegenvallende huuropbrengsten en het niet leveren van de verwachte innovaties. Deze risico's en beheersmaatregelen zijn op hoofdlijnen in het Statenvoorstel beschreven en uitgebreider in de onderliggende drie businessplannen uitgewerkt

2014/51142

provincie limburg

Statenvoorstel No: G-14-020

1 Onderwerp

Campusplan en Businesscase Smart Services Campus Heerlen.

2 Inleiding/aanleiding inclusief beoogd resultaat

Smart services & business intelligence

Niet alleen ons dagelijks leven, maar ook de levens(cyclus) van bedrijven, organisaties en overheden verandert door de enorme toename van data en informatie over de wereld. Nooit eerder was er zoveel nieuws wereldwijd beschikbaar voor iedereen en toch heeft de krantenwereld moeite om te overleven. Nooit eerder waren er zoveel foto's, boeken en films beschikbaar en toch dreigen de Kodaks, de Blockbusters, de FreeRecordShops en de grote boekhandels van deze wereld in faillissement ten onder te gaan. Nieuwe businessmodellen van Amazon, Netflix, Facebook, iTunes en Flickr halen nieuwe toegevoegde waarde en verdiencapaciteit uit sociale netwerken en databestanden van (nieuwe) klanten en gebruikers. Overheden kunnen het zich niet meer veroorloven om burgers meerdere malen om dezelfde gegevens te vragen. Middels DiglD inlog kunnen steeds meer diensten (paspoorten, vergunningen, advies, financiële overzichten) op maat aangeboden worden. Universiteiten en ziekenhuizen ontwikkelen nieuwe analysetools om meer informatie en kennis te halen uit grote databestanden, denk bijvoorbeeld aan patiënten data en patroonherkenning om in de preventieve sfeer ingrijpende behandelingen te voorkomen. De analyse van ons menselijk DNA en eiwitstructuren vergen niet alleen veel rekencapaciteit maar misschien belangrijker nog slimme manieren en modellen om deze databestanden überhaupt te kunnen analyseren. Maar niet alleen analyseren, het gaat vooral om de geschikte toepassingen te ontwikkelen die bepalend zijn voor het succes of falen van de concurrentiekracht.

Deze nieuwe, innovatieve en informatie-gedreven toepassingen noemen we 'smart services'. Het betreft hier slimme producten diensteninnovaties die als gevolg van het effectief en innovatief gebruik van informatie en data een bron zijn van economische meerwaarde voor organisaties en hun klanten. De kernvraag bij 'smart services' verschuift daarmee van 'welke informatie heb ik nodig en hoe sla ik die op?' naar 'hoe organiseer ik de informatieproductie en hoe maak ik optimaal gebruik van de gegenereerde informatie om op een innovatieve wijze toegevoegde waarde te creëren?' Kort gezegd: het effectief en innovatief omgaan met data. Dit wordt ook wel 'business intelligence' genoemd.

Misschien nog meer dan in welke andere sector ook is de financieel, administratieve en informatieve dienstverleningssector bij uitstek geschikt om hierin voorop te lopen en nieuwe kennis, toepassingen en daarmee nieuwe toegevoegde waarde te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat in tegenstelling tot de internationale financiële hot spots (London, Frankfurt, New York, Amsterdam) juist regionale financiële centra (zogeheten second tier centers') een krachtig potentieel vormen op het gebied van smart services. Deze regionale clusters zijn namelijk sterk verbonden met de regionale economie en genereren daarmee relatief grotere toegevoegde waarde (Larreina, 2008).

2014/51142

De innovaties van deze regionale financiële centra zijn daarnaast ook voor andere economische sectoren relevant omdat veel business intelligence' en innovatieve diensten breder toepasbaar zijn.

Smart Services Campus in Heerlen Limburg en in het bijzonder de regio Heerlen heeft dan ook een uitstekende uitgangspositie met een van oudsher sterk ontwikkelde financieel, administratief en informatie verwerkend cluster van bedrijven en organisaties. Zij kent een grote concentratie van grote en kleine dienstverleners zoals APG, ABP, AZL, CBS, Belastingdienst, PNA group, Obvion, Loyalis, en financiële advieskantoren. Maar denk ook aan de backoffices en distributiecentra van DHV, Medtronic, Boston Scientific en DocMorris. Daarnaast is er een intensieve samenwerking ontstaan tussen overheden onderling, zoals het Shared Service Center Zuid-Limburg en de Gemeenschappelijke Belasting- en Registratiedienst (GBRD) in Parkstad. Ook bij de kennisinstellingen zit veel data, kennis en expertise op het gebied van pensioenen, business intelligence, shared services, diensteninnovatie en ICT. De afgelopen twee jaar is er belangrijk pionierswerk verricht in het samenwerkingsverband van de Smart Services Hub wat in maart 2014 heeft geresulteerd in een Masterplan Smart Services Hub (SSH, 2014). Daarmee werd de noodzaak van versnelling en versterking expliciet.

In het voorjaar van 2014 hebben APG, Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg de ambitie op zich genomen om in een joint venture een campus van internationale allure te realiseren op het gebied van smart services. Op 1 juli 2014 hebben partijen daarvoor een intentieverklaring getekend die met dit campus businessplan nader wordt geconcretiseerd, uitgewerkt en haar financiële en organisatorische vertaling vindt. Dit consortium legt daarmee de lat hoog. Ze hebben de ambitie om in de komende tien jaar het innovatief vermogen van de regio en Limburg te versterken, talent te binden en nieuwe bedrijvigheid aan te trekken en de regionale werkgelegenheid van het financiële, administratieve en informatieve cluster een forse impuls te geven.

De 'founding fathers' (APG, Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg) willen met de creatie van de Smart Services Campus inspelen op bovengenoemde ontwikkelingen. Binnen de interactie van de hoofdthema's technologische innovatie, business innovatie en sociale innovatie zal de campus zich richten op enerzijds innovatievermogen & entrepreneurship en anderzijds talentontwikkeling & emplovability op het gebied van smart services ten behoeve van de financieel-administratieve en informatie-verwerkende sector.

Ter illustratie een semi fictief voorbeeld van een smart services die op de Campus van idee tot uitgevoerd project ontwikkeld wordt.

Een grote administratieve dienstverlener (Company X) maakt gebruik van beslissingsondersteuningssystemen bij vragen van klanten over hun pensioenen. Om de tevredenheid en loyaliteit van haar klanten te verhogen is Company X op zoek naar een product (systeem) dat sneller en adequater antwoord geeft op de vragen van haar klanten.

2014/51142

Via een netwerkbijeenkomst is een medewerker van Company X in contact gekomen met een Business Developer van de Smart Services Campus. De business developer van de Smart Services Campus heeft de vraag van de administratieve dienstverlener voorgelegd aan de Manager Interactie van het expertise- en innovatie centrum BISS van de Smart Services Campus.

Uit het kennismakingsgesprek tussen de medewerker van Company X en de Manager Interactie van het BISS blijkt dat de administratieve dienstverlener Company X beschikt over grote hoeveelheden cliënten informatie (big data). Echter Company X beschikt niet over voldoende expertise om het potentieel van deze bron aan data te benutten. Om op basis van de beschikbare data voorspellende gedrags- en besluitvormingsmodellen te kunnen bouwen dienen de gegevens immers op adequate wijze bewaard, verwerkt en geanalyseerd te worden.

In overleg met de Wetenschappelijk Directeur van het BISS wordt er rond de vraagstelling van Company X een expertise team gevormd. Het expertise team bestaat uit een hoogleraar, enkele onderzoekers, studenten en enkele bedrijven. Via de business developers van de Smart Services Campus is de Manager Interactie van het BISS in contact gekomen met organisaties in de gezondheidszorg en logistiek die ervaring hebben met beslissingsondersteunende systemen. Deze organisaties hebben ook medewerkers afgevaardigd om deel te nemen aan het expertiseteam.

Samen met deze partijen worden in het expertiseteam onderzoeksvragen t.b.v. fundamenteel onderzoek geformuleerd en onderzocht (bijv. welke economische factoren en persoonskenmerken beïnvloeden het besluitvormingsproces m.b.t. pensioenen van klanten). Tevens wordt een toegepaste onderzoeksvraag geformuleerd (bijv. ontwikkel een model (bijvoorbeeld software) waardoor 90% van de klantgesprekken met de helft van de tijd afneemt en de loyaliteit van klanten verhoogd wordt). De business developers van SSC betrekken in overleg met de onderzoekers een bedrijf (zoals een MKB'er of starter) dat goed is in het ontwikkelen van zo'n prototype. Ook wordt gekeken welke andere bedrijven mee kunnen doen zoals de toekomstige gebruikers. Zodra de prototyping (een softwarepakket dat beslissingen ondersteunt) werkt zullen nieuwe partijen gezocht worden om het product door te ontwikkelen voor de markt. De Campusorganisatie helpt ook bij het vinden van venturekapitaal en de marktintroductie.

Zij kent immers ook de markt zoals in dit voorbeeld de grote administratieve dienstverlener die op haar beurt ook samenwerkt met marktpartijen zoals ICT-bedrijven. De Campusorganisatie kan dan via licenties/IP of aandelen meeprofiteren van een succesvolle valorisatie.

2014/51142

Ambitie en doelstellingen Als ambitie stellen de founding fathers dat de campus in de periode tot 2025 moet uitgroeien tot:

Een ecosysteem op Europees niveau met een hoog innovatief vermogen en ondernemerschap op het gebied van smart services met internationale allure. Bedrijven die belang hebben bij smart service innovaties voelen zich aangetrokken om zich op de campus te vestigen en getalenteerde mensen studeren er graag, lopen stages en vinden er een uitdagende en inspirerende carrière.

Innovatief vermogen, ondernemerschap en het aantrekken, behouden en ontwikkelen van talent zijn de sleutelwoorden binnen de campus. Daarbij horen ook ambitieuze doelstellingen die in de onderliggende documenten ook nader onderbouwd, gevalideerd en uitgewerkt zijn. De belangrijkste doelen en resultaten voor de komende tien jaar (2025) zijn:

V

1. 2.000 a 2.500 fte nieuwe werkgelegenheid bij de campusdeelnemers:

2. 100 acquisities en start ups van nieuwe partijen waarvan 14 campusbewoners. 35

campusleden en 15 start ups per 3 jaar vanuit incubator:

3 1.000 fte worden om- en/of bijgeschoold gedurende 10 jaar:

4. 1.000 fte worden begeleid van werk-naar-werk over de looptijd van 10 jaar:

5 800 studenten vanuit 4 nieuwe opleidingen (3 masters. 1 bachelor) en nog eens 800

studenten uit 3 bestaande opleidingen die speciaal geticbt worden op smart services:

6. 24 PhD-ondenoeken:

7. Minimaal €10 min. aan binnengehaald contractonderzoel< en contractondenvijs

(derdengeldstroom)

8. Substantieel aantal stage- en traineeplekken binnen de deelnemende organisaties van

campus:

9. 200 a 300 succesvolle oplossingen en/of toepassingen voor innovatie-cases vanuit

expertiseteams: en

10. realisatie van 2 doortapende leertijnen f/WSO-HSO/WO en voortgezet onderwijs-HBO/WO)

Daarbij wordt ook nog eens opgemerkt dat deze doelstellingen van een vliegende start voorzien kunnen worden omdat op dit moment al onderhandelingen gevoerd worden met een aantal strategische partners en toekomstige campusdeelnemers die zich hier willen vestigen. Het kloppend hart van de campus zal gevormd worden door het markante GKII-gebouw te Heerlen (naast het APG hoofdkantoor) wat relatief op korte termijn een 'state of the art' top zichtlocatie kan zijn voor de campus. De hierboven genoemde resultaten zullen worden vastgelegd en gemonitord.

2014/51142

3 Bevoegdheid . Het kaderstellend budgetrecht van Provinciale Staten is neergelegd in de Provinciewet. De

wettelijke grondslag is gelegen in de Algemene Subsidieverordening van de Provincie Limburg.

4 Voorstel aan Provinciale Staten . Zie uitgebreide ontwerpbesluit aan het einde van dit statenvoorstel.

5 Toelichting / kernargumenten/onderbouwing

5.1 Aanleiding In het begrotingsdebat in november 2012 is de motie "analyse slagvaardigheid structuurversterkende projecten" aangenomen. Het resultaat van de gevraagde analyse is door Provinciale Staten vastgesteld bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2013. De projecten dienen te passen in de volgende 3 lijnen: • Economisch profiel en menselijk kapitaal, betrekking hebbend op de in het

coalitieakkoord onderscheiden accenten ondersteuning arbeidsmarkt, concurrentiekrachtfonds en innovatiefonds MKB.

• Kwaliteit van Wonen en Leven, betrekking hebbend op de flankerende investeringen, in het coalitieakkoord onderscheiden naar wonen, monumenten, cultuur, natuur, landschap, stedelijk groen, leefbaarheid en sport, zorg en jeugdzorg.

• Werklocaties en verbindingen, betrekking hebbend op de flankerende investeringen in het coalitieakkoord onderscheiden naar railinfra, infra en fietspaden.

In de Voorjaarsnota 2014 is het project Smart Services Campus opgenomen als uitwerking van motie 284. Daarbij is tevens het Statenvoorstel Selectie- en Evaluatiekader Structuurversterking vastgesteld. De beoogde doelstellingen van de Smart Services Campus leveren daarmee een substantiële bijdrage aan de regionale concurrentiekracht, de arbeidsmarkt en innovatiepotentieel (zie hieronder).

5.2 Het Smart Services campusconcept De Smart Services Campus kent zeven functies die in drie samenhangende businessplannen zijn uitgewerkt. Hieronder worden de zeven functies van de campus kort uitgewerkt (zie bijlage Businessplan Smart Services Campus met daarin een samenvatting van drie businesscases).

Functie 1: Ondernemerschap Het incubator-programma biedt kennisintensieve, innovatieve starters met groeiambities in het domein van smart services een inspirerend ondernemend ecosysteem dat het bedrijf daadwerkelijk ondersteunt in het succesvol realiseren van haar ambities. Door een totaalpakket van coaching, community building (toegang bieden tot relevante netwerken), opleiding en faciliteiten (huisvesting en shared services) te bieden, levert dit cluster een bijdrage aan het succes en de versnelling van de groei van het (nieuwe) bedrijf. Business developers brengen ideeën voor nieuwe business en IP's op de plank in contact met investeerders en bedrijven. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de student venture lab en open innovatie labs van het instituut BISS.

2014/51142

Functie 2: Innovatiefondsen In het verlengde van de activiteiten die plaatsvinden in de lijn ondernemerschap is er daarnaast ook startkapitaal nodig. Er zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de reeds bestaande fondsen. Onlangs heeft de Provincie Limburg besloten om een Limburg Business Development Fund op te richten (bijna €30 min.), een innovatiefonds voor het MKB dat voor een belangrijk deel aan de behoefte kan voldoen. Dit fonds zal beheerd worden door het LIOF. Daarnaast zijn er diverse nieuwe initiatieven zoals de 'vroege fase financiering' van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de pre-seed en proof of concept financieringen van het Valorisatieprogramma Zuid-Limburg. Deze regelingen zorgen ervoor dat er inmiddels voldoende (pre)seedkapitaal beschikbaar is. Wel is er behoefte aan ondersteuning bij de toegang tot die financiering. Denk daarbij aan advies welke financieringsbron in de gegeven situatie het meest passend is of de ondersteuning bij het schrijven van een succesvolle aanvraag.

Functie 3: Talent Development & Emplovability Activiteiten op het gebied van talent development & employability leveren een bijdrage aan het behouden en opbouwen van een passend aanbod van medewerkers voor de campusdeelnemers. Binnen het instituut BISS wordt relevante kennis ontwikkeld. Deze kennis wordt op zo efficiënt en effectief mogelijke wijze overgedragen aan de medewerkers van Campuspartners. Dit wordt gedaan door opleidings- en trainingsaanbod zoveel mogelijk op maat aan te bieden voor de verschillende deelnemers. Via small scale premium onderwijs, her- en omscholingstrajecten, leven lang leren of via postgraduate & executive education wordt hier een passend aanbod vormgegeven met betrokken partijen.

Functie 4: Community building Er zullen voor zowel de interne als externe community activiteiten ontplooid worden met gerichte communicatie. De organisatie van events draagt bij aan het uitwisselen van kennis, plannen en concepten die de groei van nieuwe bedrijvigheid kunnen versnellen. Het gaat daarbij om communicatie-activiteiten als nieuwsbrieven , persberichten, merkreputatie en marketing e.d. alsmede om evenementen van elke omvang. Kleine evenementen voor de bewoners van de campus en grote evenementen voor een gevarieerder publiek (Campus bewoners en de deelnemende bedrijven & instellingen buiten de Campus). Gemeenschappelijk kenmerk is de binding met de smart services. Dit resulteert ook in potentiële nieuwe community members. Daarbij zullen de activiteiten van het samenwerkingsverband van de Smart Services Hub geïntegreerd worden met de campusontwikkeling. Dit wordt nog nader uitgewerkt waarin de gemeente Heerlen het voortouw neemt.

Functie 5: Campus management Het team Campus Management & Business Development is de aanjager van het ecosysteem. Ze is de kwaliteitsbewaarder van het concept en draagt zorg voor een soepele operatie. Ze biedt een aansprekende campusfaciliteit voor de diverse deelnemers in Campus. Tevens draagt het team zorg voor een uitstekende uitputting van het potentieel dat schuilt in de samenkomst van grote wereldmerken, start-ups, kennisinstellingen, studenten, midden- klein bedrijf en aansprekende klanten van de organisaties die actief zijn binnen Campus. Hiervoor ontplooit zij business development- en acquisitieactiviteiten.

2014/51142

Functie 6: Onderwijs en onderzoek (instituut BISS) Het nieuw op te zetten internationaal georiënteerde instituut Business Intelligence & Smart Services (BISS) draagt middels excellent onderzoek en onderwijs en de intensieve wisselwerking van deze twee componenten met het bedrijfsleven bij aan het ecosysteem van de campus en de toekomst van de financiële, administratieve en informatieve dienstverlening. Voor de ontwikkeling en groei van de smart services campus is de link met onderzoek en kennis van het BISS cruciaal. Het instituut is een unieke samenwerking tussen de kennisinstellingen Universiteit Maastricht, Zuyd Hogeschool en de Open Universiteit.

Het hart van BISS wordt gevormd door het expertisecentrum waarin voor het merendeel toegepast onderzoek wordt gedaan. Aan de hand van interdisciplinaire expertiseteams waarin naast academici (hoogleraren, lectoren, docenten, PhD's, studenten), ook marktpartijen, overheden en andere partners kunnen participeren wordt onderzoek gedaan in co-creatie met de markt. Ondersteund met de faciliteiten van een datacenter, een datavisualisatielab en innovatieve student venture & open innovatie labs. Daarnaast zal er fors geïnvesteerd worden in vier nieuwe opleidingen per 1-9-2016 (MSc Business Informaties, MSc Business Intelligence/ Analytics, MSc Shared Services en een doorlopende leerlijn Associate Degree Smart Services) en meer richtingen van drie bestaande opleidingen (Bachelor ICT, MSc Business Process Management/ IT, MSc Software Engineering) op het gebied van smart services.

Naast dit reguliere onderwijs zal er ook een deel niet-regulier onderwijs verzorgd worden door BISS (post graduate onderwijs, small scale premium onderwijs, leven lang leren, her- bij- en omscholing).

Functie 7: Huisvesting en faciliteiten Het markante GKII-kantoor (eigendom van ABP) te Heerlen wordt de fysieke locatie voor de campus. De nog op te richten campus-entiteit zal een langjarig huurcontract afsluiten met de eigenaar. Op de community floor zal van een passende en uitnodigende uitstraling een community center worden ingericht dat tevens als ontmoetingsplek en ruimte voor events fungeert. Daarnaast zal, onder aansturing van het team campus management, een facilitair bedrijf zorgen voor de operationele zaken (schoonmaak, bewaking, restaurant, verbruiksmiddelen sanitaire groepen, technisch gebouwbeheer, etc).

5.3 Uitvoeringstermijn Het businessplan Smart Services Campus kent een looptijd van tien jaar met start aanvang in 2015. Het project is dus direct uitvoerbaar. Gedurende deze periode neemt de inzet van de provinciale middelen verhoudingsgewijs af en wordt deze door de andere financieringsbronnen overgenomen, zodat de Smart Services Campus op zichzelf kan staan (op basis van de businessplannen na tien jaar of zoveel eerder als mogelijk.

2014/51142

Om het gecreëerde momentum binnen APG (direct nu binden van strategische partners) is het van groot belang dat er nu een definitief go gegeven kan worden. Nu is ook het moment dat nog invloed uitgeoefend kan worden op bepaalde onderdelen van het EU R&D programma Horizon 2020, zodat hier straks t.b.v. BISS optimaal geprofiteerd kan worden.

5.4 Partners en provinciale rol Zoals uit de Letter of Intent (LOI) van 1 juli 2014 is vastgelegd (zie bijlage) constateren de partijen dat zij allen de ambitie hebben om het innovatief vermogen in de regio Zuid-Limburg te laten groeien, respectievelijk de aantrekkelijkheid voor talent verder te laten stijgen, met name in de financieel-administratieve en informatie-verwerkende sectoren. leder vanuit haar eigen verantwoordelijkheid, rol en perspectief. APG vanuit haar lange termijn behoefte ter ondersteuning van haar eigen bedrijfsvoering in het bijzonder en die van het bedrijfsleven in bredere zin. De UM vanuit haar internationale academische ambitie en haar "science for society" beleid. De provincie vanuit haar lange termijn verantwoordelijkheden ten aanzien van een excellent vestigingsklimaat en de vitaliteit van de provincie. Het is daarom, dat de partijen met elkaar in Triple Helix verband in dit consortium gaan samenwerken.

Waarom provinciale betrokkenheid? Het kader Sturing in samenwerking kent vijf afweegmomenten om als provincie te participeren in

initiatieven.

Stap 1: Vaststellen van het publiek belang De eerste afweging betreft het vaststellen van het publieke belang. Hiervoor is een vijftal

argumenten te noemen: a. Sfart van de campusontwikkeling b. Versterking van het vestigingsklimaat c. Strategische binding partijen d. Sturing en invloed e. Verdienmodel van de campus

Ad a. Start van de campusontwikkeling Met het oprichten van het samenwerkingsverband Smart Services Hub in 2012 is een basis gelegd om partijen uit de triple helix te laten samenwerken rondom het thema 'smart services'. In maart 2014 is daar een masterplan voor opgesteld. Daarmee werd de noodzaak van versnelling en stevige verankering van deze ontwikkeling expliciet. APG, Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg hebben de verantwoordelijkheid op zich genomen om deze verankering verder vorm te geven met de oprichting van een campus. De ontwikkeling van een Smart Services Campus zorgt voor een duurzame ontwikkeling die bovendien leidt tot een versnelling en versterking van de regionale economische structuur.

Ad b. Versterking van het vestigingsklimaat

Ingedeeld naar de criteria voor structuurversterking zoals gepresenteerd in het door de Staten vastgestelde selectie- en evaluatiekader levert de campus een aanzienlijke bijdrage aan het economische profiel en menselijke kapitaal in de regio:

2014/51142 10

Criteria selectie- en evaluatiekader

structuurversteriüng

'Resultaten van de Smart Services Campus (2015-2025'

Toename aandeel vestigingen, weri^gelegenheid,

investeringen en toegevoegde waarde in

Limburgse topsectoren

Twee nieuwe grote intemationate-feedrijven voor Heerlen, in 10

jaar tijd 2,000 a 2.500 fte nieuwe weri^gelegenheid, ongeveer

100 min, investering.

Toename kennisintensieve bedrijvigheid, met

aandacht voor spin off voor het MKB

50 start ups. drie categorieën aan deelnemers ( aan campus

waarbij met name ook MKB-deelname aandacht krijgt.

Toename uitgaven private en publieke R&D Forse investeringen in zowel private als publieke R&D waarbij

ook mogelijke IP/licenties-revenuen ontstaan ten behoeve van

de campus. BISS zal voor overgrote deel bestaan uit nieuw te

werven personeel wereldwijd.

Toename aandeel van Limburg in binnen- en

buitenlandse investeringsprojecten in Nederland

qua aantal projecten en investeringsvolume.

Per 2015 twee grote internationale spelers. In 10 jaar tijd 100

acquisities / spin offs waarvan 85 op de campus en 15 in de

regio.

Vergroting van de economische schaalvoordelen

en clustervomiing door ruimtelijke samenhang

(bijv, campus en betrekken MKB)

Campus zal uitgaan van open innovatie concept op het gebied

van smart services en via diverse deelnemers-mogelijkheden

zal ook regionale MKB hier gehuisvest kunnen worden.

Versteri<ing keten van fundamenteel, toegepast

onderzoek naar training, educatie en innovatie;

O.a. BISS instituut verzorgt een aanbod van MBO-HBO-

universltair op zowel onderwijs - fundamenteel onderzoek -

toegepast onderzoek op het thema 'smart services'. 800

studenten uit nieuwe opleidingen, een vergelijkbaar aantal uit

andere 3 bestaande opleidingen. Daarnaast 24 PhD-studenten

in de looptijd van 10 jaar

Betere match ondenwijs en arbeidsmarict Op maat toegesneden nieuw onderwijscurriculum (4 nieuwe

opleidingen op basis van nïari^tvraag). 1000 personen om- en

bijscholing van werknemers, 1000 personen van werk-naar-

werk begeleiden

Toename opleidingsniveau beroepsbevolking in

relatie tot de behoeften vanuit de markt

Zie vorige.

Toename arbeidsparticipatie Zie vorige.

Toename aantal starters Ongeveer 50 start ups in periode van 10 jaar

Toename aantal artoeidsplaatsen bij

onderzoeksinstellingen waarbij de focus ligt op

valorisatie van kennis

Het instituut BISS zal een uiteindelijke bezetting krijgen van

28,3 fte en zal zich naast ondenwijs dat is afgestemd op de

mari^tbehoefle ook vooral richten op toegepast onderzoek,

contractresearch en contractondenAfijs,

Toename van het aantal organisaties die

aantoonbaar weri^ maken van maatschappelijk

verantwoord ondememen volgens de MVO-

prestatieladder

APG hanteert bij haar asset management beleid een

maatschappelijk verantwoord ondernemen policy. Veel

beleggingsprojecten hebben een duurzaam karakter. Daarnaast

brengt APG een partner (via acquisitie) in die wereldwijd eri^end

is als een van de meest duurzame ondernemingen binnen hun

sector.

Afname aantal hectares verouderde bedrijven

terreinen & kwaliteits- vert>etering, reductie

leegstand.

Leegstaande GKII-kantoor (eigendom van ABP) wordt centrale

campuslocatie. Bij groei van de campus zal ook nadrukkelijk in

de directe omgeving van GKll gekeken worden voor geschikte

huisvesting van nieuwe bedrijvigheid.

Rechtstreeks gevolg van het vorenstaande is, dat uiteindelijk de campus en tevens de regio een aantrekkelijke woon- en werklocatie wordt met een internationale uitstraling, die de hele provincie/euregio kenmerkt. Dat verhoogt de aantrekkelijkheid ook voor andere studenten/ onderzoekers en bedrijven die zich dan hier zullen willen vestigen.

2014/51142 11

Ook de verbinding met de overige campussen is cruciaal om een uniek ecosyteem te creëren en daarmee het vestigingsklimaat verder te versterken. De verbinding kan op inhoudelijke grond, zoals Services Valley in Venio, maar ook via Shared Service Centre Zuid-Limburg (samenwerking overheden), onderwijs en financieringen bedrijvigheid.

Ad c. Strategische binding partijen De inspanning van APG is van groot belang. Zij breng naast fysieke infrastructuur en financiële middelen ook haar netwerken in. Het is dankzij APG dat een unieke kans ontstaat om direct vanaf de start een kritisch massa (ca, 400Fte) te genereren met keyspelers uit de markt. Deze partijen zijn ook gericht op de lange termijn en geven de UM toegang tot innovatie centrum over de hele wereld.

Een andere belangrijke strategische binding is dat via deze campusontwikkeling de UM samenwerkt met Zuyd Hogeschool en OU. Hiermee wordt de verbinding met het MKB (met name Zuyd Hogeschool) en verankeren van OU aan de regio versterkt. Via de starters en financieringsfaciliteiten van de Campusmanagement development en de rol van het LIOF (LDBF) wordt eveneens het MKB verbonden.

Doordat de drie founding fathers voor minimaal tien jaar een commitment aangaan wordt ook de binding van APG met de regio versterkt. Niet in de laatste plaats omdat de campusontwikkeling bijdraagt aan het binden van het broodnodige talent. APG staat in Heerlen immers aan de vooravond van significante uitstroom van medewerkers (demografie) en zet in op een transformatie waarbij innovaties belangrijk zijn.

Ad d. Sturing en invloed Doordat we van af het begin (als founding father) betrokken zijn geweest bij de concept ontwikkelingen en de businesscases hebben we al mede sturing kunnen geven aan de ontwikkeling van de campus (co-creatie). Dit geldt voor zowel het aandeel dat we nemen in de huisvesting en daarmee mede kunnen bepalen welke nieuwe partijen huren, alsook het aandeel in de campus management organisatie voor de bewaking en borging van het concept, focus op innovatie en community building etc). Ook aan onze bijdrage van het instituut BISS zullen resultaatafspraken vastgelegd worden en zal er jaarlijks gemonitord worden op het gewenste doelbereik en afgesproken uitgangspunten in de businesscase. Het licht voor de hand dat representatie in de uitwerking van de structuren verder uitgewerkt wordt.

Ad e. Verdienmodel van de campus In de beginperiode zal de overheid de meeste inbreng hebben die in de loop van de periode afneemt en overgenomen wordt door de markt en kennisinstellingen. Dit is niet ongebruikelijk; deze methode is ook gevolgd bij al meer gewortelde campussen als Campus Leuven en Sofia Antipolis (omgeving Nice). Op basis van de businessplannen zal in jaar tien na start een campus ontstaan die zelfverdienend dient te zijn. De founding fathers hebben bij ABP (als eigenaar van het gebouw GK2) bedongen dat een optie voor nog een tien jaar mogelijk is onder dezelfde huidige condities. Op basis van de huidige businessplannen ontstaat dan de mogelijkheid voor de founding fathers waarmee financieel rendement kan worden gerealiseerd (financial engineering).

2014/51142 12

Stap 2: Rolbepalinq en rolkeuze De Provincie kiest met de oprichting van een Smart Services Campus heel expliciet voor een triple helix aanpak waarin naast de overheid vooral het bedrijfsleven (APG en haar bedrijfsmatige netwerk) en de kennisinstellingen (UM en de partners Zuyd en Open Universiteit) samen optrekken. Het partnerschap is voor de lange termijn (tien jaar en mogelijk langer) op basis van zoveel mogelijk gelijkwaardige inbreng. Dat betekent ook dat alle drie de partners bereid zijn om risicodragend te participeren op de onderdelen die in het direct belang zijn voor hen. Om een betrouwbaar partner als overheid te kunnen zijn is een commitment van de Provincie voor de lange termijn (tien jaar) cruciaal. Niet alleen voor APG en de UM, maar ook voor toekomstige partners en deelnemers in de campus. Dat betekent ook een actieve en creërende rol aan de voorkant, maar zeker ook in de fase van nadere uitwerking, verdieping en beheer. Dit is niet alleen een zakelijk-financieel belang en transparante en verantwoorde inzet van middelen, maar net zozeer ook vanuit maatschappelijk oogpunt in het bereiken van de gestelde ambitieuze doelstellingen voor 2025.

Vertrekpunt bij de financiering van de Smart Services Campusontwikkeling is dat partijen zoveel mogelijk paritair investeren. Het is immers een gedeelde belang en het straalt vertrouwen in het concept uit. Hierbij is wel rekening gehouden met de sterke wens van de UM om niet in vastgoed betrokken te zijn, anders dan als huurder van het gebouw. Dit impliceert dan dat de UM meer haar verantwoordelijkheid neemt m.b.t. funding van BISS. Dit uit zich in het risico voor de UM zodra de 2"^ tranche BISS niet door gaat, Voor APG speelt een rol dat zij "in kind" ook zaken inbrengt als GK2 en de nieuwe huurders. De waarde van deze inbreng is op € 3 min. gewaardeerd.

Stap 3: De gewenste wijze van sturing Ter waarborging van de publieke belangen dient er stunng te zijn op cruciale onderdelen. Deze sturing kan het best bereikt worden via aandeelhouderschap. De specifieke uitwerking van de governance-structuur voor de campus en haar onderdelen zal nog nadere verdieping krijgen in de vervolgfase. Voor dit moment moge het echter duidelijk zijn dat de Provincie haar belangen op een gepaste manier geborgd wil zien in het inhoudelijk en financieel commitment dat zij met dit statenvoorstel uitspreek.

Ten aanzien van het huisvestingsplan alsook het campus management & development plan zullen afspraken gemaakt worden over de wijze van vertegenwoordiging, risicodeling en eigenaarschap. In de financiële vertaling van de ambities is daar al een eerste indicatie voor gegeven. Als het gaat om het eigenaarschap van de op te richten Campus Management entiteit is er sprake van een gelijkwaardig partnerschap tussen UM-APG-Provincie van 1/3 - 1/3 - 1/3. Ook de financiering van het instituut BISS trekken de founding fathers van de campus gelijk op wat zich ook vertaald in een gelijke bijdrage. Daarbij zullen de prestatie-indicatoren en de maatschappelijke doelen ook als harde target worden meegeven en ook frequent gemonitord worden.

Mede op basis van enerzijds de ervaringen met campussen en instituten elders en anderzijds een zakelijke benadering in het proces tot nu toe, is er een uitgebreide risicoanalyse gemaakt van de campus en de dhe onderliggende businesscases. Daarbij zijn ook mitigerende maatregelen geïdentificeerd en zijn onzekerheden die aan de voorkant weggenomen konden worden ook geadresseerd, beschreven en waar mogelijk voorkomen.

2014/51142 13

Kortom, de gewenste wijze van sturing zal zeker niet reactief zijn, maar vanuit een zakelijkheid aan de voorkant die vervolgens in de uitwerking ook vertaald zal worden in een zakelijkheid in de beheersfase. Dat vergt een gepaste governance-structuur waarin de provinciale belangen - zoals elders geformuleerd in dit voorstel - ook op een geëigende manier worden geborgd. Of dat via een cv, bv structuur of stichting of anders geregeld gaat worden zal in overleg met onze partners de komende maanden duidelijk worden. T.z.L zullen we daar uw Staten ook nader over informeren. Stap 4: Financiële toets in relatie met maatschappeliik rendement In de voorbereiding van dit statenvoorstel is er zeer gedegen naar de businesscases gekeken en daarbij ook expliciet aandacht besteed aan de uitgangspunten en gewenste indicatoren en parameters (bijv. kengetallen, variaties in scenario's en externe validatie). Een van de belangrijkste uitgangspunten voor alle drie de businesscases en daarmee ook voor de campus als totaalconcept is dat de campus na tien jaar op eigen benen moet kunnen staan met sluitende businesscases. Dat betekent dat er verdienmodellen ingebouwd moeten worden met externe geldstromen die na tien jaar (of eerder) de te maken kosten kunnen opvangen. Voor de huisvestingscase is er in het gehanteerde midden-scenario sprake van een financieel rendement aan het einde van de periode en met de optie van de partners om de huurovereenkomst met ABP te verlengen met tien jaar, daarmee ook sprake van een mogelijk aanzienlijke revolverendheid van de geïnvesteerde middelen. Dat geldt ook de andere twee businesscases waarbij hetzelfde uitgangspunt geldt. Op deze manier zet de Provincie haar middelen zorgvuldig en toekomstbestendig in. Uiteraard onder de aannames van de businesscases en de gehanteerde verwachte scenario's. Dat betekent ook tijdens de looptijd van het project een stevig portfoliomanagement en risicobeheersingsstrategie, horend bij een actieve en mede-initiërende provinciale rol.

Afgezet tegen de gevraagde provinciale bijdrage voor de totaal periode (ongeveer 15 min. met deels subsidie, deels aandelen, deels leningen) is de maatschappelijke opbrengst groot. Op basis van de criteria zoals benoemd in het selectie- en evaluatiekader structuurversterking gaat het hier om een forse bijdrage aan de economische structuur in de regio. Met 2.000 ö 2.500 fte directe nieuwe werkgelegenheid, tientallen spin offs en start ups, de uitstroom van 1.600 studenten van nieuwe en (op aangepaste) bestaande opleidingen voor de regio en na die periode structureel 225-250 per jaar en een stevig employability programma, is het maatschappelijk rendement aanzienlijk. Afgezet tegen het totale investeringsvolume van bijna 100 min. euro en inbreng van APG en UM voor tien jaar lijkt de provinciale bijdrage gerechtvaardigd.

Stap 5: De in te zetten instrumenten Zoals gezegd wordt de governance-structuur nog nader uitgewerkt. Op dit moment wordt qua instrumenten gedacht aan een combinatie van subsidie, financiering (lening) en deelneming (aandelenkapitaal) met daaronder heldere afspraken en prestatiecontracten. Daarbij zal ook nog nader gekeken moeten worden naar de BTW-problematiek wat nog enige tijd zal vergen. Vanuit het hierboven geschetste publieke belang en de gewenst vorm van sturing is deze mix van instrumenten ook begrijpelijk. De specifieke vertaling hiervan in de organisatiestructuur, governance en invloedsrelaties zal nog nader worden uitgewerkt.

2014/51142 14

6 Afweging alternatieven en motivering gemaakte keuze / toets duurzaamheidparagraaf Zie de hierboven dooriopen vijf stappen en gemaakte afwegingen volgens het Uitvoeringskader Sturing in Samenwerking.

Risico's en beheersmaatregelen In onderstaande tabel worden de risico's en beheersmaatregelen aangegeven.

Onderzoeks-instituut

is niet selfsupporting

na 10 jaar

Oorzaak

(nieuwe en

bestaande)

opleidingen -gericht

op smart services-

worden niet

gerealiseerd

Geprognosticeerde

externe financiering

(onderzoek/derden

geldstroom) wordt

niet gerealiseerd

Gevolg

Resultaten niet

behaald

Onvoldoende

middelen beschikbaar

voor terugbetaling

provinciale bijdrage

Maatregel

benoemen van heldere

tussentijdse resultaten

en evaluatiemoment

(fasering)

fasering van de ter

beschikking stelling

van middelen

benoemen in

beschikking van (niet

voldoen aan)

voorwaarden

Initiatief wordt niet

(binnen looptijd)

gerealiseerd

Onvoldoende

samenwerking

partners

Geprognosticeerde

externe financiering

(onderzoek/derden

geldstroom) wordt

niet gerealiseerd

Initiatief stopt

Desinvestering

Onvoldoende

middelen

beschikbaar voor

terugbetaling

provinciale bijdrage

Contracten,

resultaten en

afspraken zijn -

meerjarig-

vastgelegd

Fasering in ter

beschikking stelling

van middelen

Tegenvallende

verhuur- opbrengsten

Onvoldoende

huurders

Leegstand

Desinvestering

Opnieuw verzoek

financiering door

Provincie

geen revolverendheid

provinciale middelen

Externe validatie van

financiële modellen

scenario's

benoemen van

heldere tussentijdse

resultaten en

evaluatiemoment

Project levert niet de

verwachte innovaties

Onvoldoende

samenwerking

partners

Onvoldoende

huurders

Resultaten,

voorwaarden zoals

door provincie

gesteld, worden niet

gehaald

Benoemen in

toekenning van

voorwaarden en

consequenties indien

niet wordt voldaan

aan voorwaarden

Als het gaat om de huisvesting zal het project alleen starten bij een bezetting van 47% en brengt APG zowel een financiële als immateriële inbreng in binnen deze businesscase. Het leegstandsrisico wordt daarmee al voor een belangrijk deel kleiner gemaakt en wat Provincie en APG samen delen.

2014/51142 15

In de onderiiggende businesscases zijn uitgebreidere risicoanalyses opgenomen en de bijbehorende mitigerende maatregelen. Hierboven zijn de belangrijkste genoemd.

Bij beschikbaar stellen van de middelen zoals in paragraaf 4 benoemd verbinden wij ten minste de volgende voorwaarden: • Jaariijks zal aan de hand van enkele toetsstenen beoordeeld worden of ontwikkelingen zijn

zoals verwacht en daarop zal de provinciale inbreng getemporiseerd dan wel versneld kunnen worden. Gedacht wordt de resultaten zoals benoemd in paragraaf 2;

• Een eventueel financieel rendement uit valorisatie dan wel uit een toekomstige exit komt (in een nader af te spreken verhouding) rechtstreeks naar de Provincie terug. Voorzichtigheidshalve zijn hiervoor geen baten geraamd;

• De 'in kind' bijdragen voor BISS moeten daadwerkelijk geleverd worden. Bijvoorbeeld zou de systematiek gehanteerd kunnen worden dat de in kind-bijdrage van partners eerst als cash ingebracht wordt en deze via ingezette uren terugverdiend kan worden. De Provincie veriangt dan dus aan de voorkant, dat de overige partijen hun financiële bijdragen daadwerkelijk inbrengen met een mogelijke latere verrekening van 'in kind'. Dit voorkomt dat alleriei inspanningsverplichtingen overeengekomen moeten worden, die moeilijk zijn te borgen en te controleren. Bijkomend voordeel is, dat de onderneming de beschikking krijgt over een hoger werkkapitaal in de beginjaren. Andere opties met hetzelfde effect zijn evenwel ook mogelijk;

• Kenniswerkers worden gehuisvest op de Smart Services Campus te Heerien; • De monitoringsresultaten zullen jaariijks aan uw Staten worden gerapporteerd. Indien niet aan

de voorwaarden wordt voldaan ontstaat een nieuwe situatie die aan uw Staten wordt voorgelegd. De inzet van de resterende € 2 miljoen zal afhankelijk zijn of aan de voorwaarden zoals in deze paragraaf genoemd is voldaan;

• De partners die ingebracht zijn door APG zullen daadwerkelijk een huurovereenkomst met de campusorganisatie voor minimaal tien jaar aangaan;

• Bij het beschikbaar stellen van de provinciale bijdrage voor BISS zal een bestedingsvoorstel worden opgesteld waar bij het college van GS de bevoegdheid heeft om periodiek (bij vijf tranches van twee jaar) de middelen afhankelijk van de vooraf vastgelegde resultaten betaalbaar te stellen. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de sturing op resultaten.

Relatie met Programmabegroting - financiële aspecten De businessplannen zijn opgesteld door APG, Provincie Limburg en Universiteit Maastricht. Voor BISS hebben een tweetal inhoudelijke validatiesessies plaatsgevonden m.b.t. de marktrelevantie van de aandachtsgebieden door marktpartijen gerenommeerde experts. Voor de businesscase Campus Management & Development heeft een aantal expertmeetings plaatsgevonden met Kennnispark Twente, de High Tech Campus Eindhoven en de Chemelot Campus.

Op basis van de geconsolideerde businessplannen bestaat er een totale financieringsbehoefte van in totaal 36,4 min. euro waarbij uitgegaan wordt van de volgende verdeling tussen de founding fathers:

2014/51142 16

Csrrpus Mansgemeftt & Developrnent Expertbe- Innovatiecentnim BISS Huisvesting Campus

Bedrag

r z m l n . 9(1*1.

33,6 mbi.* U ,4mln .

27,8 min. 9 min.

93,4 min. 36,4 min.

Vorm

t l«teding

Icrtrg immaterieel**

12 min. (+3 min.)

Bijdrage Prnvincie Bedrag Vorm Bedrag

1 min. Aandefen 6 min. Subsidie 4 min. Aande^OT 2 min. Lening

mbreng UM-Z_

Exclusief de kosten/opbrengsten van (nteuw) regulier or>derwt|S. Deze Icosten worden volledig gedekt door njksfcHldrage en collegegelden (tinanciering van 10«8 De bijdrage van de UM is irKlustef de bijdragen van Zuyd Hogeschool (1.38 min.) en Open üniversitett {1,2 rrti.) Immarenete ftnarage van APG middets mbreng van acquismes die zorgen voor een gezonde be;etTingsgraad bij de start

De totale kosten van het project zijn geraamd op ruim € 94 min. (CMD € 32 min.. Huisvesting € 28 min. en BISS €34 min.) waarbij is uitgegaan van een provinciale bijdrage van € 15 min. via verschillende instrumenten (CMD 3 min., Huisvesting 6 min. en BISS 6 min.). In bijgevoegd kredietbesluit en begrotingswijziging treft u de financiële doorvertaling van bovenstaande aan.

Voor financiering van BISS is uitgegaan van een fasering waarbij op basis van een evaluatie na vijfjaar bezien een PS-besluit genomen wordt over de tweede fase van vijfjaar. Voor campusmanagement en huisvesting is vooralsnog uitgegaan van besluitvorming voor een periode van tien jaar. Voor de financiering van de Huisvesting wordt € 4 min. in de vorm van aandelen (revolverend, doch verwacht rendement) en € 2 min. in de vorm van marktconform leningen begroot. De Campus Management & Development kosten bedragen voor de provincie € 3 min.

Resumerend ziet de financiële vertaling en besluitvorming er als volgt uit:

Businesscase Besluitvorming

PS nu

Besluitvoimlng PS

latere fase

Revolverend Verwerking

MJR 2014-19

Verwerking

MJR 2020 e.v.

B.C. Campus

Management &

Development

3 min

(niet revolverend)

3 min.

B.C.

Huisvesting

4 min (onrendabel

revolverend);

2 min lening

(revolverend)

2 min,

revolverend

6 min.

B.C.

Instituut BISS

6 min.

(niet revolverend)

PS besluit 2 tranche

2 min in 2019.

4 mm

Totaal 15 min

We hebben van de gemeente Heerien een e-mail ontvangen waarin duidelijk hun commitment staat ten aanzien van de plannen over de Smart Service Campus Ontwikkeling. Wij richten ons er nu op om dit commitment vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst inclusief kwantificering.

2014/51142 17

8 Juridische aspecten - deregulering Het project is getoetst aan het door PS vastgestelde kader "Sturing in Samenwerking". Verdere uitwerking van de juridische aspecten inrichting van de governance vindt thans plaats. Wij zullen uw Staten daarover nader informeren. Aspecten als staatsteun en aanbestedingszaken hebben een eerste ambtelijke toetsing gehad en zullen nader (eventueel met extern advies) worden uitgewerkt.

9 Verbindingslijnen en andere visies Het onderhavige voorsteel draagt bij aan versterking en versnelling van de Limburgse economische structuur en menselijk kapitaal, de Kennis-As Limburg en de campusontwikkelingen in de provincie. Daarmee wordt een belangrijke extra impuls gegeven aan een verbetering van het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid voor binnen- en buitenlandse kenniswerkers, studenten en ook investeerders.

Bovendien liggen er relaties met de andere campussen (governances, branding en potentiële crossovers). Services Valley in VenIo, Grensinstituut, Human Capital Agenda, MKB fonds (LBDF) en potentieel zou er Shared Service Centre Zuid-Limburg kunnen samenwerken met de campus. De projecten sluiten allen aan bij een of meerdere van de kadernota's die in deze coalitieperiode aan uw Staten zijn voorgelegd, zoals de Strategische Kadernotitie Economie & Concurrentiekracht (2012).

10 Verdere planning, procedure en uitvoering Het project heeft een primaire looptijd van tien jaar (2015-2025). In het vijfde jaar vindt een midtermreview plaats. Verdere mijlpalen zijn:

Ondertekening samenwerkingsovereenkomst APG - UM - Provincie, januari 2015 Aanstelling Wetenschappelijk Directeur BISS, januari 2015 Oprichting campus entiteiten, maart 2015 Aanstelling CEO Campus, maart 2015 Bezetting door eerste campusdeelnemers, april 2015

11 Periodieke informatie. Bovenstaande benadering vraagt dan ook om strak portfoliomanagement. Wij zullen periodiek via de reguliere P&C-cyclus over het verloop van de vermogenspositie in tranches, in resultaat en rendementen in tijd rapporteren. Uiteraard geldt dat de er, indien tussentijds noodzakelijk, ook via de schriftelijke mededelingen door de portefeuillehouder over relevante ontwikkelingen van desbetreffende projecten aan uw Staten kan worden gerapporteerd. Zoals eerder aangegeven zullen wij elk jaar bij de voorjaarsnota per structuurversterkend project aangeven of de uitvoering nog steeds plaatsvindt binnen de criteria en randvoorwaarden als door PS vastgesteld.

2014/51142 18

Via Jaarstukken en Begroting • Paragraaf Projecten • Paragraaf Financieringen • Paragraaf Verbonden Partijen • Paragraaf Bedrijfsvoering • Programmaverantwoording

• Voortgangsrapportages Regeling grote Projecten

12 Evaluatie In het strategische portfoliomanagement wordt expliciet aandacht besteed en gerapporteerd op de behaalde maatschappelijke resultaten per project.

In dat kader wordt ook gerapporteerd over het behaalde maatschappelijk rendement, bijvoorbeeld in termen van gerealiseerde werkgelegenheid en start-ups/spin-offs. Met betrekking tot het onderdeel BISS is een evaluatiemoment opgenomen in 2018. Afhankelijk van de resultaten m.b.L de doelbereiking wordt de 2"^ tranche beschikbaar gesteld. Met betrekking tot de totale campusontwikkeling is er een midterm review gepland uiteriijk 1-7-2019.

13 Communicatie De ontwikkeling van sterke campussen, versterkt door een Limburg brede kennis as in een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat profileert de sterke positie van de provincie binnen Brainport 2020 en de internationale omgeving. Bright Lands is op 15 september 2014 gelanceerd en inmiddels omarmd door onder andere Chemelot Campus en de Maastricht Health Campus. We gaan de komende maanden kijken op welke manier het recent gepresenteerde Bright Lands concept ook versterkende waarde kan hebben voor de Smart Services Campus in de gemeente Heerlen. Eerst ligt de focus op de inhoud en de inrichting van de organisatie alvorens het communicatieve en brand gekozen kunnen worden.

14. Meegezonden bijlagen

De volgende bijlagen zijn OPENBAAR: Bijlage 1: Begrotingswijziging Bijlage 2: Kredietbesluit Bijlage 3: Businessplan Smart Services Campus, september 2014 Bijlage 4: Letter of Intent inzake Smart Services Campus, 1 juli 2014 Bijlage 8: Brief College van Bestuur Universiteit Maastricht, 8 september 2014

2014/51142 19

De volgende bijlagen zijn VERTROUWELIJK en liggen ter inzage bij de griffie Bijlage 5a: Businesscase Campus Management & Development, september 2014 Bijlage 5b: Spreadheets behorend bij Businesscase Campus Management & Development Bijlage 6a: Businesscase Expertise- en innovatiecentrum BISS, september 2014 Bijlage 6b: Spreadsheets behorend bij Businesscase Expertise- en innovatiecentrum BISS Bijlage 6c: Toelichting bij Businesscase Expertise- en innovatiecentrum BISS Bijlage 7a: Businesscase Huivesting Campus, september 2014 Bijlage 7b: Spreadsheets behorend bij Businesscase Huivesting Campus

N.b. Deze bijlagen zijn vertrouwelijk in verband met concurrentiegevoelige informatie.

2014/51142 20

provincie limburg

ONTWERPBESLUIT PROVINCIALE STATEN VAN LIMBURG

No: G-14-020

Onderwerp: Campusplan en Businesscase Smart Services Campus Heerien

Provinciale Staten van Limburg;

gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten van Limburg van 23 september 2014;

besluiten:

1. Inhoudelijk in te stemmen met het Businessplan Smart Services Campus en de drie (vertrouwelijk ter inzage) onderiiggende businesscases.

2. Gedeputeerde Staten op te dragen om de juridische structuren, governance alsmede de specifieke inzet van middelen verder uit te laten werken, rekening houdend met de geuite wensen en bedenkingen, het Uitvoeringskader "Sturing in Samenwerking", de elders in dit statenvoorstel genoemde voorwaarden, en uw Staten te informeren over de definitieve uitwerking.

3. Rapportage aan uw Staten jaariijks te laten veriopen via de reguliere P&C-cyclus. Bij afwijkingen van de kaders uw Staten een nieuw voorstel voor te leggen.

4. Gedeputeerde Staten op te dragen om naast de jaariijkse rapportage via reguliere P&C-cyclus Provinciale Staten voor 1-7-2019 te informeren over de koers, bereikte resultaten en voortgang aan de hand van een midterm review.

Specifiek onderdeel "Expertise- & innovatiecentrum BISS" - besluitvormingscategorie 3 5. In te stemmen met de oprichting van het Expertise- en innovatiecentrum Business Intelligence &

Smart Services (BISS) met een looptijd van tien jaar en een provinciale bijdrage van maximaal € 4 min. voor de 1* tranche voor de periode van 2015-2019 (niet revolverend) toe te kennen, onder de voorwaarden als genoemd in het voorstel. De 2* tranche (periode 2020-2024) is maximaal € 2 min. en zal indien voldaan wordt aan de voorwaarden, genoemd in het voorstel, voor de periode 2020-2024 met goedkeuring van Provinciale Staten beschikbaar gesteld worden. De provinciale bijdrage wordt in de jaren 2015 t/m 2019 voor € 0,8 min. per jaar ten laste van de immunisatiereserve gebracht, zoals venwerkt in bijgevoegde 10* begrotingswijziging 2014.

2014/51142 21

6. Gedeputeerde Staten op te dragen op basis van een evaluatie (2018) een voorstel aan Provinciale Staten voor te leggen voor een financiële bijdrage voor de tweede fase.

Specifiek onderdeel "Huisvestingsplan Campus" - besluitvormingscategorie 1 7. In te stemmen met het Huisvestingsplan Campus en een provinciale bijdrage van € 4,0 min. toe

te kennen voor de periode van tien jaar (2015-2024), (onrendabel revolverend tussen 0% en rendement obligatieportefeuille i.r.t. actuele marktrente). De onrendabele revolverende bijdrage ad € 4 min., wordt verstrekt via het inbrengen van kapitaal in een nader uit te werken huisvestingsentiteit en is verwerkt in bijgevoegd kredietbesluit.

8. In te stemmen met het verstrekken van een marktconforme lening van € 2 min. (rendabel revolverend) aan de nog op te richten huisvestingsentiteit.

9. Conform artikel 158 lid 2 van de Provinciewet wensen en bedenkingen te uiten ten aanzien van de participatie (deelneming) in de huisvestingsentiteit in een nog nader uit te werken juridische structuur.

Specifiek onderdeel "Campus Management & Development"- besluitvormingscategorie 1 10. In te stemmen met het Businessplan Campus Management & Development en een provinciale

bijdrage van € 3 min. (niet revolverend) toe te kennen voor de periode van tien jaar (2015-2024). De bijdrage ad € 3 min. wordt verstrekt via het inbrengen van kapitaal in een nader uit te werken campus management & development entiteit en is verwerkt in bijgevoegd kredietbesluit. De jaariijkse afwaardering van deze kapitaalinbreng van € 0,3 min. komt ten laste van de immunisatiereserve en is verwerkt in bijgevoegde 10* begrotingswijziging 2014.

11. Conform artikel 158 lid 2 van de Provinciewet wensen en bedenkingen te uiten ten aanzien van de participatie (deelneming) in de campus management & development entiteit in een nog nader uit te werken juridische structuur.

Aldus vastgesteld door de Provinciale Staten van Limburg in hun vergadering van

voorzitter

griffier

2014/51142 22

Bijlage 1 van

Provinciale Staten van Limburg; besluiten: de lasten en baten van de begroting 2014 en bijhorende meerjarenraming 2015-2017 als volgt te wijzigen:

Provincie: Limburg Dienstjaar: 2014 Nummer begrotingswijziging: 10

Businessplan Smart Services Campus Heerlen

ProfjramiTMilIjn Code|Omschriiving

Investedngs- en exporlbevorderlnQ Innovatiekracht en topsectoren Limburg een sterk merk Onderwijs en arbeldsmarkl

Begroting 2014 tasten

Begroting 2015 lasten baten



Begroting 201B baten

Begroting 2019 Totaal 2014 t/rn 2019 baten

Totaal programma 1

Fysiek beleid en mobiliteit

201 202 203 204 205 206 207 208 209

Regionaal openbaar vervoer Limburgse woningmarkt Ruimtelijke dynamiek en kwaliteit Bereikbaameld en mobiliteit Hoogwaterbescherming langs de Maas Water Energie an duurzaamheid Natuur en landschap Platteland

Totaal programma 2

Cultuur, Leefbaameld en Zorg

301 302 303 304 305

Leerbaarheid Gezondheid en Zorg Jeugdzorg Sport Cultuur

Totaal programma 3

Bestuur en Financiën

401 402 403

Bestuur Financiën Bedrijfsvoering Provinciale Staten en Griffie

gBl I lWWWWMWI^rbeatérnmlhg ' ; Totaal programma 4

1.100 O : O

Mutatie reservea Immunisatiereserve Saldo mutaties reserves > 1.100

•1.100

Aldus vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg in de vergadering van 31 oktober 2014

1

Griffier, mevr. drs. J.J. Braam Voorzitter, drs. Th.J.F.M. Bovens

Bijlage 2 van ( 3 * | L| ' - Q 2

Provinciale Staten van Limburg;

besluiten:

onderstaande investeringskredieten voor tiet jaar 2014 beschikbaar te stellen

Doel

1.2 Innovatiekracht en topsectoren

volg-nr.

92 93

Omschrijving investering

Deelneming businesscase Huisvestingsplan Campus (2015-2024) Deelneming businesscase Campus Management & Development (2015-2024)

totaal

afschr. termijn

bedrag

4.000.000 3.000.000

7.000.000

Aldus besloten in de vergadering van Provinciale Staten van 31 oktober 2014.

Griffier, mevr. drs. J.J. Braam Voorzitter, drs. Th.J.F.M. Bovens

Businessplan Smart Services Campus

Definitieve versie 19 september 2014

Maastricht < University

provincie ^ limburg

Businessplan Smart Services Campus'

I. Inleiding: de wereld van 'smart services'

Onze digitale voetafdruk neemt elke dag wereldwijd exponentieel toe. Op dit moment is 90% van alle

data in de wereld pas de afgelopen 2 jaar gecreëerd. Via sociale netwerken, mail, mobiele telefoons,

grote administratie- en datacenters, sensoren, satellietuitwisselingen etc. delen we dagelijks ongeveer

2,5 biljoen databytes (IBM, 2014). Deze enorme hoeveelheden data hebben bewust en onbewust

grote invloed op ons dagelijks leven. Zij beïnvloeden in toenemende mate de keuzes die wij maken of

dat nou gaat om de selectie van een verzekering, een boek, film of festival, de vakantiebestemming,

de toekomstige werkgever of de opzet van het nieuwe eigen bedrijf. Daarmee creëren we ook nieuwe

standaarden en kwaliteitseisen voor 'klantvriendelijkheid'. Er ontstaan nieuwe verdienmodellen. Als

burger en consument eisen we inzicht in het gebruik van 'onze' data en willen we betrokken

('involvement') en serieus genomen worden door organisaties. Privacy-discussies komen in een

nieuw daglicht te staan.

Smart services & business intelligence

Niet alleen ons dagelijks leven, maar ook de levens(cyclus) van bedrijven, organisaties en overheden

verandert door de enorme toename van data en informatie over de wereld. Nooit eerder was er zoveel

nieuws wereldwijd voorhanden voor iedereen en toch heeft de krantenwereld moeite om te overleven.

Nooit eerder waren er zoveel foto's, boeken en films beschikbaar en toch dreigen de Kodaks, de

Blockbusters, de FreeRecordShops en de grote boekhandels van deze wereld in faillissement ten

onder te gaan. Nieuwe businessmodellen van Amazon, Netflix, Facebook, iTunes en Flickr halen

nieuwe toegevoegde waarde en verdiencapaciteit uit sociale netwerken en databestanden van

(nieuwe) klanten en gebruikers. Overheden kunnen het zich niet meer veroorloven om burgers

meerdere malen om dezelfde gegevens te vragen. Middels DiglD inlog kunnen steeds meer diensten

(paspoorten, vergunningen, advies, financiële overzichten) op maat aangeboden worden.

Universiteiten en ziekenhuizen ontwikkelen nieuwe analysetools om meer informatie en kennis te

halen uit grote databestanden, denk bijvoorbeeld aan patiëntendata en patroonherkenning om in de

preventieve sfeer ingrijpende behandelingen te voorkomen. De analyse van ons menselijk DNA en

eiwitstructuren vergen niet alleen veel rekencapaciteit maar misschien belangrijker nog slimme

manieren en modellen om deze databestanden überhaupt te kunnen analyseren. Maar niet alleen

analyseren, het gaat vooral om de geschikte toepassingen te ontwikkelen die bepalend zijn voor het

succes of falen van de concurrentiekracht.

Deze nieuwe, innovatieve en infomriatie-gedreven toepassingen noemen we 'smart services'. Als definitie hanteren we:

'Smart services' zijn slimme producten diensteninnovaties d

effectief en innovatief gebruik van informatie en data een bron

meerwaarde voor organisaties en hun klanten.

; die als gevolg van het

on zijn van economische

De naam 'Smart Services Campus' is een voorlopige werktitel.

pagina 2

De kernvraag bij 'smart services' verschuift daarmee van 'welke informatie heb ik nodig en hoe sla ik die op?' naar 'hoe organiseer ik de informatieproductie en hoe maak ik optimaal gebruik van de gegenereerde informatie om op een innovatieve wijze toegevoegde waarde te creëren?' (Vergauwen, 2013). Kort gezegd: het effectief en innovatief omgaan met data. Dit wordt ook wel 'business intelligence' genoemd.

IBM's Smarter CWes program

IBM heeft inmiddels meer dan 100 steden in de wereld geadviseerd en instrumenten ontvnkkeld om steden veiliger

te maken, energiebesparingen te realiseren, filedmk verminderd en geavanceerde systemen ontwikkeld voor eariy

warning systems bij klimaat- en weersveranderingen, samenwerking tussen verschillende hulpdiensten, en overige

publieke dienstverlening. Ze maken daarbij gebruik van 'cloud services', 'big data analytics' en sociale netwerken.

Als deze infomiatie, gecombineerd met de t)estaande databestanden van lokale overlieden, worden in de

zogeheten Intelligent Operations Centers (IOC's) in steden geanalyseerd en gevisualiseerd. IBM werkt daarin ook

samen met 9 universiteiten over de hele wereld op het gebied van big data en analytics en verzorgt trainingen voor

studenten. Zie bijvoorbeeld het IOC van Rio de Janeiro:

http://www.voutube.com/watch7v-IHVPo5CCGGc of

http://www.ibm.com/smarterplanet/alobal/files/us en us cities FS IBM Award Report.pdf

Self-Service Passport Control op Schiphol

In maart 2012 heeft Schiphol Group samen met het Ministerie van Immigratie & Integratie en de Koninklijke

Marechaussee een geautomatiseerde paspoortcontrole geïntroduceerd. De paspoortcontrole werkt op basis van

gezichtsherkenning en een scan van het nieuwe paspoort met daarop de digitale foto. De nieuwe technologie dient

meerdere doelen. Voor reizigers biedt het een snellere doorstroming naar en van de gates en speelt in op de

groeiende behoefte van passagiers om snel zelf in te checken zonder inmenging van autoriteiten. Voor de

marechaussee is er meer tijd voor observatie op afstand. Tegelijkertijd wordt hiermee een snellere

veiligheidsanalyse uitgevoerd door paspoorten nog sneller te matchen met internationale zwarte lijsten en

veiligheidsprotocollen. Zie voor meer informatie http://www.voutube.com/watch?v=h0uFeWOXv6E

Smart Services Campus in Heerlen Misschien nog meer dan in welke andere sector ook is de financieel, administratieve en informatieve dienstverleningssector bij uitstek geschikt om hierin voorop te lopen en nieuwe kennis, toepassingen met nieuwe toegevoegde waarde te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat in tegenstelling tot de Internationale financiële hotspots (London, Frankfurt, New York, Amsterdam) juist regionale financiële centra (zogeheten 'second tier centers') een krachtig potentieel vormen op het gebied van smart services. Deze regionale clusters zijn namelijk sterk verbonden met de regionale economie en genereren daarmee grotere toegevoegde waarde (Larreina, 2008). De innovaties van deze regionale financiële centra zijn daarnaast ook voor andere economische sectoren relevant omdat veel 'business intelligence' en innovatieve diensten breder toepasbaar zijn.

Limburg en in het bijzonder de regio Heerlen heeft dan ook een uitstekende uitgangspositie met een van oudsher sterk ontwikkeld financieel, administratief en informatieven/\/erkend cluster van bedrijven en organisaties. Dat blijkt ook uit een recente studie vanuit de Europese Commissie waarin Limburg een van de 6 modelregio's is op het gebied van diensteninnovatie die sterk venweven is met andere economische structuren en die grote toegevoegde waarde levert voor de regionale economie (ESIC, 2014). Zij kent een grote concentratie van grote en kleine dienstverleners zoals APG, ABP, AZL, CBS, Belastingdienst, PNA group, Obvion, Loyalis en financiële advieskantoren. Maar denk ook aan de

pagina 3

backoffices en distributiecentra van DHV, Medtronic, Boston Scientific en DocMorris. Daarnaast is er

een intensieve samenwerking ontstaan tussen overheden onderling zoals het Shared Service Center

Zuid-Limburg en de Gemeenschappelijke Belasting- en Registratiedienst (GBRD) in Parkstad. Ook bij

de kennisinstellingen zit veel data, kennis en expertise op het gebied van pensioenen, business

intelligence, shared services, diensteninnovatie en ICT. De afgelopen twee jaar is er belangrijk

pionierswerk verricht in het samenwerkingsverband van de Smart Services Hub wat in maart 2014

heeft geresulteerd in een Masterplan Smart Services Hub (SSH, 2014). Daarmee werd de noodzaak

van versnelling en versterking expliciet.

Dit voorjaar hebben APG Groep N.V., Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg de ambitie

uitgesproken om in een joint venture een campus met internationale allure te realiseren op het gebied

van smart services. Op 1 juli 2014 hebben partijen daarvoor een intentieverklaring getekend die met

dit campus businessplan nader wordt geconcretiseerd, uitgewerkt en van een financiële en

organisatorische vertaling voorzien wordt. Dit consortium legt daarmee de lat hoog. Ze hebben de

ambitie om in de komende 10 jaar het innovatief vermogen van Limburg en de regio te versterken,

talent te binden en nieuwe bedrijvigheid aan te trekken en de regionale werkgelegenheid van het

financiële, administratieve en informatieve cluster een forse impuls te geven.

pagina 4

II. De campus propositie

APG Groep N.V., Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg willen, met de creatie van een Smart Services Campus, inspelen op bovengenoemde ontwikkelingen en het aanwezige potentieel door het meest innovatieve smart services ecosysteem van Europa te realiseren. Op basis van een globale mari<tverkenning, validatie met key-stakeholders en andere campussen in Nederiandi is er een unieke en ambitieuze campuspropositie gedefinieerd.

De markt De markt voor 'smart services' is gebaseerd op de bestaande, maar vooral ook toekomstige marktvraag. Voor veel organisaties wordt "the time to market" steeds korter. Innovaties moeten snel geïmplementeerd worden omdat de concurrentie hevig is. Tegelijkertijd is de tijd dat een bedrijf of organisatie dat helemaal alleen kan voorbij. Samenwerking met strategische partners, herijking van netwerken van distributie, toeleveranciers en klanten, en het delen en co-creëren van IP's, innovaties en nieuwe diensten is derhalve cruciaal.

Customer Experience (new clients & relationships)

Asset Utilization (cost reductions)

Employee Productivity (increased etticiency)

Supply ct i i in K logistics (reduced cost& quality loss)

(accelerated time to market)

IMr fM BaiwknSO* Benelux STrii < M | U . ( W p A

$3.7 €11.4 €2.3

$2.5 €7.7 €1.5

$2.5 €7.7 €1.5

$2.7 €8.3 €1.7

$3.0 €9.2 €1.8

Totaal $14.7 €44.3 €8.8

Figuur 1 : Markt voor sniart services per kansf{et>led Qn 2022)

Bron: Gartner, t O C f m n ^ ferojtSJ

Wanneer men naar de 'kansgebieden' binnen het mari<tpotentieel van smart services kijkt gaat het wereldwijd al om een markt van $14,7 triljoen de komende 8 jaar. Inzoomend specifiek op big data technologie en diensten zal de markt in 2015 groeien naar 16,9 miljard dollar wat een groeipercentage betekent van 40% (Europese Commissie, 2014). Ter vergelijking: 16,9 miljard omzet is zeven keer de huidige mari<t voor ICT.

Met andere woorden, het gaat hier om enorm marktpotentieel. Rekenend vanuit een bescheiden mari<taandeel van 1 tot 4% op het schaalniveau van de Benelux, zou de campus een jaaromzet van tussen de € 88 - € 350 min. omzet per jaar kunnen genereren. Dit laat zich vertalen in 700 a 2.500 fte's aan potentiële nieuwe werkgelegenheid in de regio. Voor een individueel bedrijf zou alleen al de innovatie op het gebied van 'business analytics' bijna 12% aan nieuwe toegevoegde waarde kunnen genereren binnen een jaar. De winstmogelijkheden liggen gemiddeld op 8,4% en een kostendaling

' Het campusconcept is in augustus 2014 gevalideerd met gesprekspartners van de High Tech Campus Eindhoven, Kennispark

Twente en de Chemelot Campus te Geleen (interviews en werkbezoeken).

pagina 5

van 8 ,1% (Cognizant, 2013). Maar niet alleen vanuit de markt ontstaan nieuwe vragen en behoeftes,

ook bij de kennisinstellingen wereldwijd wordt met het relatief nieuwe vakgebied van business

intelligence & analytics nieuw terrein ontgonnen (Chen et.al 2012). Daarbij is steeds meer het concept

van 'learning by doing' in de curricula en de samenwerking met bedrijfsleven een belangrijk

onderdeel.

Recent onderzoek van De Nederiandsche Bank (DNB, 2014) laat tevens zien dat het aandeel

diensten in de toegevoegde waarde van de Nederiandse export bijna 50% is. Uitgevoerde goederen

bestaan indirect uit veel diensten. DNB concludeert dat de Nederiandse industrie intensief gebruik

maakt van Nederiandse diensten in haar productieproces. Voor het vestigingsklimaat is het daarom

belangrijk dat hoogwaardige en efficiënte diensten aan het productieproces geleverd kunnen worden.

Wanneer men specifiek inzoomt op de Nederiandse financiële sector is ondanks het feit dat de

werkgelegenheid de afgelopen jaren is gekrompen (afname van 7% in de periode 2005-2013), de

productiviteit en de bruto toegevoegde waarde gegroeid van 6 naar 8% van BBP (ECABO & UWV,

2014). Deze groei is onder andere te verklaren door de technologische ontwikkelingen, automatisering

en digitalisering. Denk bijvoorbeeld aan geautomatiseerde en gepersonaliseerde online

helpfaciliteiten. Dat heeft ook consequenties voor de aard van het werk en daarmee de veranderende

arbeidsmarkt.

Gezien vanuit de huidige arbeidsmarkt zijn er echter ook belangrijke uitdagingen. In Limburg werkten

in 2013 ongeveer 65.000 mensen in de zakelijke en financiële dienstveriening (12,5% van de

Limburgse beroepsbevolking) en ongeveer 1 op de 3 Limburgers heeft een economisch-administratief

beroep (RAIL, 2014). De komende jaren zal er echter een sterke vervangingsvraag optreden in de

sector wat voor grote nieuwe uitdagingen zorgt. Daarnaast zal het arbeidsaanbod in Limburg krapper

worden door afnemende beroepsbevolking. De uitstroom van studenten naar de Limburgse

arbeidsmari<t zal deze vraag slechts in beperkte mate kunnen opvangen. Talent behouden en

binnenhalen evenals een fors programma voor employability van mensen voor binnen en buiten de

sector is nodig. Daarnaast zal ook nieuw ondernemerschap in de regio nodig zijn om nieuwe markten

te verkennen en innovaties mogelijk te maken. De nationale en internationale ontwikkelingen op het

gebied van digitalisering bieden dan ook tegelijkertijd kansen voor nieuwe werkgelegenheid. Dit zijn

niet alleen banen voor hoger opgeleiden, maar ook op MBO niveau. Denk aan het analyseren van

klantwensen en klantgedrag waarbij functieomschrijvingen als 'datalezers' en 'data-analyseerders'

steeds meer opduiken (ECABO & UWV, 2014). Ook de financial control en security wordensteeds

belangrijkere functies.. Geschat wordt dat er de komende jaren een bijscholingsbehoefte is van 40 tot

60.000 personen voor de vakbekwaamheidseisen van de Wet Financieel Toezicht. Maar niet alleen

de aard van het werk veranderd, ook de gevraagde competenties. Klantgerichtheid en sociale

vaardigheden zijn cruciaal constateert ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM, 2014).

Met andere woorden, de markt van 'smart services' richt zich dan ook niet enkel op technologische

innovatie, maar tevens op processen van business innovatie en sociale innovatie. Samenwerking

tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden is daarbij van groot belang.

De visie en de focus

De founding fathers (APG Groep NV, Universiteit Maastricht, Provincie Limburg) willen met de creatie

van de Smart Services Campus inspelen op bovengenoemde ontwikkelingen. Binnen de interactie van

de hoofdthema's technologische innovatie, business innovatie en sociale innovatie zal de campus zich

richten op enerzijds innovatievermogen & entrepreneurship en anderzijds talentontwikkeling &

emplovabilitv op het gebied van smart services ten behoeve van de financieel-administratieve en

pagina 6

informatie verwerkende sector. Daarbij zijn 7 functionaliteiten te onderscheiden die gezamenlijk het

campusconcept vormen en die nader uitgewerkt zijn in 3 samenhangede businesscases:

Campus Management & Business Development

Talent development & Empbyability

Entrepreneufship development

Figuur 2: Functional'tteiten in de Smart Services Campus

lus in « n u M C v p u s B u l i n a s c w E]fpirt i i*. |n Innovni rarcn jm MS

In de context van een financieel-administratief en informatie gebaseerd cluster hebben smart services

betrekking op een drietal belangrijke drivers: het verwerken van ruwe gegevens (big data), het

verwerken van informatie middels innovatieve processen in de vorm van business intelligence en

uiteindelijk resulterend in betere en op maat gerichte klanttevredenheid. De focusgebieden van de

campus zijn daarmee benoemd:

- Smart data

- Smart operations

- Smart dient contacts

In de nadere uitwerking van het campusplan kunnen deze focusgebieden nog verdiept en eventueel aangevuld worden.

De ambitie en doelstellingen

Als ambitie stellen de founding fathers dat de campus in de periode tot 2025 moet uitgroeien tot:

Een ecosysteem op Europees niveau met een hoog innovatief vermogen en

ondernemerschap op het gebied van smart services met internationale allure. Bedrijven

die belang hebben bij smart service innovaties voelen zich aangetrokken om zich op de

campus te vestigen en getalenteerde mensen studeren er graag, lopen stages en vinden

er een uitdagende en inspirerende carrière.

Innovatief vermogen, ondernemerschap en het aantrekken, behouden en ontwikkelen van talent zijn

de sleutelwoorden binnen de campus. Daarbij horen ook ambitieuze doelstellingen die in de

pagina 7

onderiiggende documenten ook nader onderbouwd, gevalideerd en uitgewerkt zijn. De belangrijkste

doelen en resultaten voor de komende 10 jaar (2025) zijn:

De 10 resultaatdoelstellingen voor 2025:

1. 2.000 a 2.500 fte nieuwe werkgelegenheid bij de campusdeelnemers

2. 100 acquisities en start ups van nieuwe partijen waarvan 14 campusbewoners, 35

campusleden en 15 start ups per 3 jaar vanuit incubator

3. 1.000 fte worden om- en/of bijgeschoold gedurende 10 jaar

4. 1.000 fte worden begeleid van werk-naar-werk over de looptijd van 10 jaar

5. 800 studenten vanuit 4 nieuwe opleidingen (3 masters. 1 bachelor) en nog eens 800

studenten uit 3 bestaande opleidingen die speciaal gericht worden op smart sen/ices

6. 24 PhD-onderzoeken

7. tvlinimaal €10 min. aan binnengehaald contractonderzoek en contractonderwijs

(derdengeldstroom)

8. Substantieel aantal stage- en traineeplekken binnen de deelnemende organisaties van

campus

9. 200 a 300 succesvolle oplossingen en/of toepassingen voor innovatie-cases vanuit

expertiseteams

10. realisatie van 2 doorlopende leertijnen (MBO-IHBOA/VO en voortgezet onderwijs-

HBO/WO)

Daarbij wordt ook nog eens opgemerkt dat deze doelstellingen van een vliegende start voorzien

kunnen worden, omdat op dit moment al onderhandelingen gevoerd worden met een aantal

strategische partners en toekomstige campusdeelnemers die zich hier willen vestigen. Het kloppend

hart van de campus zal gevormd worden door het mart<ante GKII-gebouw te Heerien (naast het APG

hoofdkantoor) wat relatief op korte termijn een 'state of the art' top zichtlocatie kan zijn voor de

campus.

Impuls voor de regio en betrokkenheid MKB

De ontwikkeling van de campus betekent een substantiële impuls voor de regionale economische

structuur. Met de resultaatdoelen zoals hierboven beschreven wordt nieuw werk gecreëerd, kan jong

talent gebonden worden aan de regio en krijgt ondernemerschap een stevige impuls. De

betrokkenheid van het regionale MKB is een belangrijk onderdeel om de campus ook succesvol te

laten zijn. Nieuwe spin offs. start ups creëren natuuriijk het MKB van de toekomst, maar daarnaast is

er ook volop aandacht voor samenwerking met het reeds aanwezige (innovatieve) MKB. In Limburg

en specifiek in de regio Heerien zitten een veelheid van innovatieve ondernemers of dat nou gaat op

ICT-gebied zoals automatisering, cloud computing, online dienstverieners, backoffices, datacentra en

shared services, financiële en fiscale adviseurs, inkomensbeheer, verzekeraars,

administratiekantoren. Daarnaast is er sprake van een aanzienlijke indirecte werkqelegenheidsimpuls^

die door de ontwikkeling van de campus in de directe omgeving van de campus neerslaat.

2 studies uit het buitenland wijzen op 1 tot 2 indirecte banen bij elke nieuwe directe baan binnen de financiële sector.

pagina 8

Als het gaat om het ondersteunen van nieuwe innovatieve ideeën door ondernemers zal de campus zich ook hard maken om de reeds bestaande fondsen te benutten (zoals het in oprichting zijnde Limburg Business Development Fund voor MKB'ers en andere innovatiefondsen).

Vanuit het Expertise- en Innovatiecentrum BISS zullen met het Open Innovatie lab ondersteunende faciliteiten aangeboden worden o.a. voor MKB-bedrijven via een laagdrempelige toegang tot hoogwaardige expertise. Het Small Scale Premium onderwijsconcept leent zich daarnaast om real-life cases van MKB'ers in te brengen. Zo komen bedrijfsleven en academici samen tot innovatieve oplossingen. Dit onderwijsconcept is bij uitstek geschikt voor vraagstukken van het MKB.

pagina 9

III. De functies binnen campus

De campus kent zoals hierboven is aangegeven 7 functies die onderiing nauw verbonden zijn.

Alvorens deze functies nader te beschrijven is het van belang om stil te staan bij het totaalconcept. In

vergelijking tot andere campus- en clusterinitiatieven is hier vanaf het begin gewerkt aan een

totaalprogramma van nieuwe opleidingen, business development (incubator), employability, acquisitie,

community building en het vormen van een topinstituut voor fundamenteel en toegepast onderzoek en

onderwijs. Zeker als het gaat om de forse impulsen in nieuw onderwijs en de ambities op employability

onderscheidt deze campus zich van anderen. Wanneer men kijkt naar de campus-definitie zoals die

door Buck Consultants International (BCI, 2012) is ontwikkeld en door het Ministerie van

Economische Zaken wordt gehanteerd, geeft dat een mooie uitgangspositie:

GKiMocMIe: Smart Services Incubator Community centre Instituut BISS Datacenter Visualisatielab

r

Fysiek

hoogwaard ige

locat ie

Focus o p R&D

of kenn is in tens ie f

K2B&B2B: R&O programs Expertiseteams PhD-onderzoek

Student venturing lab Innovation lab

CAMPUS

Deelnemers: UM-Zuyd-OU Bedrijven Stan ups Spinoffs/spinouts) Academici

Man i fes te

kennisdragers

Act ieve o p e n

i nnova t i e Open ecosysteem:

Community building Events, trainingen

Coaching & begeleiding Brand & Marketing

Communicatie

f

Figuur 3: Smart Services Campus ingedeeld naar de criteria van Buck Consultants International.

Hieronder worden de 7 functies van de campus kort nagelopen. In de bijlagen zijn deze uitgebreider beschreven.

Functie 1: Ondernemerschap

Het incubator-programma biedt kennisintensieve, innovatieve starters met groeiambities in het domein

van smart services een inspirerend ondernemend ecosysteem dat het bedrijf daadwerkelijk

ondersteunt in het succesvol realiseren van haar ambities. Door een totaalpakket van coaching,

community building (toegang bieden tot relevante netwerken), opleiding en faciliteiten (huisvesting en

shared services) te bieden, levert dit cluster een bijdrage aan het succes en de versnelling van de

groei van het (nieuwe) bedrijf. Business developers brengen ideeën voor nieuwe business en IP's op

de plank in contact met investeerders en bedrijven. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de

student venture lab en open innovatie labs van het instituut BISS.

pagina 10

Functie 2: Innovatiefondsen In het veriengde van de activiteiten die plaatsvinden in de lijn ondernemerschap is er daamaast ook startkapitaal nodig. Er zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de reeds bestaande fondsen. Onlangs heeft de Provincie Limburg het Limburg Business Development Fund opgericht (bijna €30 min.), een innovatiefonds voor het MKB dat voor een belangrijk deel aan de behoefte kan voldoen. Dit fonds zal beheerd worden door het LIOF. Daarnaast zijn er diverse nieuwe initiatieven zoals de 'vroege fase financiering' van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederiand, de pre-seed en proof of concept financieringen van het Valorisatieprogramma Zuid-Limburg. Deze regelingen zorgen ervoor dat er inmiddels voldoende (pre)seedkapitaal beschikbaar is. Wel is er behoefte aan ondersteuning bij de toegang tot die financiering. Denk daarbij aan advies welke financieringsbron in de gegeven situatie het meest passend is of de ondersteuning bij het schrijven van een succesvolle aanvraag.

Functie 3: Talent Development & Employability Activiteiten op het gebied van talent development & employability leveren een bijdrage aan het behouden en opbouwen van een passend aanbod van medewerkers voor de campusdeelnemers. Binnen het instituut BISS wordt relevante kennis ontwikkeld. Deze kennis wordt op zo efficiënt en effectief mogelijke wijze overgedragen aan de medewerkers van Campuspartners. Dit wordt gedaan door opleidings- en trainingsaanbod zoveel mogelijk op maat aan te bieden voor de verschillende deelnemers. Via small scale premium ondenwijs, her- en omscholingstrajecten, leven lang leren of via postgraduate & executive education wordt hier een passend aanbod vormgegeven met betrokken partijen.

Functie 4: Community building Er zullen voor zowel de interne als externe community activiteiten ontplooid worden met gerichte communicatie. De organisatie van events draagt bij aan het uitwisselen van kennis, plannen en concepten die de groei van nieuwe bedrijvigheid kunnen versnellen. Het gaat daarbij om communicatie-activiteiten als nieuwsbrieven , persberichten, meri<reputatie en marketing e.d. alsmede om evenementen van elke omvang. Kleine evenementen voor de bewoners van de campus en grote evenementen voor een gevarieerder publiek (Campus bewoners en de deelnemende bedrijven & instellingen buiten de Campus). Gemeenschappelijk kenmerk is de binding met de smart services. Dit resulteert ook in potentiële nieuwe community members. Daarbij zullen de activiteiten van het samenwerkingsverband van de Smart Services Hub geïntegreerd worden met de campusontwikkeling. Dit wordt nog nader uitgewerkt waarin de gemeente Heerien het voortouw neemt.

Functie 5: Campus management Het team Campus Management & Business Development is de aanjager van het ecosysteem. Ze is de kwaliteitsbewaarder van het concept en draagt zorg voor een soepele operatie. Ze biedt een aansprekende campusfaciliteit voor de diverse deelnemers in Campus. Tevens draagt het team zorg voor een uitstekende uitputting van het potentieel dat schuilt in de samenkomst van grote wereldmeri<en, start-ups, kennisinstellingen, studenten, midden- klein bedrijf en aansprekende klanten van de organisaties dieactief zijn binnen Campus. Hiervoor ontplooit zij business development- en acquisitieactiviteiten.

Functie 6: Onderwijs en onderzoek (BISS institute) Het nieuw op te zetten internationaal georiënteerde instituut Business Intelligence & Smart Services (BISS) draagt middels excellent onderzoek en onderwijs en de intensieve wisselwerking van deze twee componenten met het bedrijfsleven bij aan het ecosysteem van de campus en de toekomst van de financiële, administratieve en informatieve dienstveriening. Voor de ontwikkeling en groei van de

pagina 11

smart services campus is de link met onderzoek en kennis van het BISS cruciaal. Het instituut is een

unieke samenwerking tussen de kennisinstellingen Universiteit Maastricht, Zuyd Hogeschool en de

Open Universiteit.

Het hart van BISS wordt gevormd door het expertisecentrum waarin voor het merendeel toegepast

onderzoek wordt gedaan. Aan de hand van interdisciplinaire expertiseteams waarin naast academici

(hoogleraren, lectoren, docenten, PhD's, studenten), ook martttpartijen, overheden en andere partners

kunnen participeren wordt onderzoek gedaan in co-creatie met de mari<t. Ondersteund met de

faciliteiten van een datacenter, een datavisualisatielab en innovatieve student venture & open

innovatie labs. Daarnaast zal er fors geïnvesteerd worden in 4 nieuwe opleidingen per 1-9-2016 (MSc

Business Infonnatics, MSc Business Intelligence/Analytics, MSc Shared Services en een

dooriopende leeriijn Associate Degree Smart Services) en meer richtingen van 3 bestaande

opleidingen (Bachelor ICT, MSc Business Process Management/IT, MSc Software Engineering) op

smart services.

Naast dit reguliere onderwijs zal er ook een deel niet-regulier onderwijs verzorgd worden door BISS

(post graduate onderwijs, small scale premium onderwijs, leven lang leren, her- bij- en omscholing).

Functie 7: Huisvesting en faciliteiten

Het markante GKII-kantoor (eigendom van ABP) te Heerien wordt de fysieke locatie voor de campus.

De nog op te richten campus-entiteit zal een langjarig huurcontract afsluiten met de eigenaar. Op de

community floor zal van een passende en uitnodigende uitstraling een community center worden

ingericht dat tevens als ontmoetingsplek en ruimte voor events fungeert. Daarnaast zal, onder

aansturing van het team campus management, een facilitair bedrijf zorgen voor de operationele

zaken (schoonmaak, bewaking, restaurant, verbruiksmiddelen sanitaire groepen, technisch

gebouwbeheer, etc.)

De campus is opgebouwd uit drie businesscases

De hierboven genoemde functionaliteiten zijn nader uitgewerkt in een drietal businesscases:

Businesscase Campus Management & Development (functies 1 t/m i

Businesscase Expertise- en Innovatiecentrum Business Intelligence

Services (BISS) (functie 6)

Businesscase Huisvesting Campus (functie 7)

i & Smart

In de volgende paragraaf wordt de samenvatting van elke businesscase weergeven. De

achteriiggende documenten zijn vertrouwelijk en bevatten concurrentiegevoelige informatie. In alle

drie de businesscases is het uitgangspunt gehanteerd dat na 10 jaar (of eerder) de entiteiten - en

daarmee de campus - 'op eigen benen' moet kunnen staan.

pagina 12

V. Samenvatting businesscases

Businesscase 1: Campus Management & Development

De Smart Services Campus wordt vooral gevormd door de deelnemers. Deze deelnemers hebben de

ambitie om de Campus door een actieve bijdrage gezamenlijk tot een succes te maken. Deelnemers

zijn allemaal actief op het gebied van Smart Services, maar de wijze waarop, de omvang van het

bedrijf en de mate van volwassenheid kunnen sterk verschillen. Het deelnemersveld wordt ingedeeld

naar:

• Bewoners: deelnemers die zijn gevestigd in GKll waaronder een aantal partners

• Leden: deelnemers die onderdeel uitmaken van de community maar niet zijn gevestigd in GKll

• Start-ups: startende, innovatieve bedrijven gevestigd in GKll.

Iedere deelnemer draagt naar vermogen bij aan de Campus Community en werkt zo mee aan een de

ontwikkeling en brede inzetbaarheid van kennis en talent en meer innovatie.

Om de doelstellingen van de Smart Services Campus te realiseren, worden kennis en kunde

samengebracht binnen het team van Campus Management & Development (CM&D). Dit team heeft

de volmacht van de aandeelhouders, bestaat bij de start uit 7,5 fte ervaren professionals die het

aanspreekpunt en de aanjager zijn op de Campus. Het team van CM&D groeit in 10 jaar uit naar 9,0

fte. De diensten die door (en via) dit team worden aangeboden, staan in dienst van Campus en haar

deelnemers. Zo hebben de medewerkers van deelnemers onder andere toegang tot aansprekende

events, een persoonlijke gids op het gebied van opleidingsmogelijkheden en mobiliteit, een

professional die start-ups ondersteunt met coaching en kan bijdragen aan een efficiënte ontwikkeling

van de innovatie. Daarnaast hebben de deelnemers toegang tot de community vloer, waar naast de

kantoren van CM&D een forum, vergaderruimtes een open interactieruimte en een restaurant zijn

gevestigd. Alle functies zijn hiermee gericht op het stimuleren van interactie en het vergroten van

kennis, kunde, innovatie en oplossend vermogen. De echte toegevoegde waarde zijn dus de

deelnemers zelf.

De financiering van deze diensten wordt grotendeels betaald uit jaariijkse community fees van de

deelnemers. Daarnaast kan gekozen worden om extra diensten af te nemen die CM&D - op verzoek -

voor haar deelnemers inhuurt bij derden. De kosten van deze diensten worden direct doorberekend

aan de afnemers van deze diensten. Door de exploitatie van de community vloer (m.n. de verhuur van

zalen) worden extra inkomsten gegenereerd die de kosten van Campus helpen te dekken.

In de opstartfase is voor CM&D sprake van investeringen, vooral voor de inrichting van de Campus

community vloer. Vanwege de groei van het aantal deelnemers, het aantal evenementen en

afgenomen diensten, is het resultaat van CM&D in jaar 10 positief. In de businesscase zijn

mitigerende maatregelen opgenomen voor het risico van een laag aantal deelnemers.

Businesscase 2: Expertise- en Innovatiecentrum BISS

Deze business case richt zich het Expertise- en innovatiecentrum Business Intelligence and Smart

Services, kortweg BISS. Om een bijdrage te kunnen leveren aan de ambities van de campus is het

BISS opgebouwd uit de volgende componenten.

Het BISS draagt middels excellent onderzoek in de relevante expertisegebieden en ondenwijs bij aan

het realiseren van de ambities van het ecosysteem van de campus. Voor de ontwikkeling en groei van

de smart services campus is de link met onderzoek en kennis van het BISS en de intensieve

wisselwerking met het bedrijfsleven cruciaal. Bedrijven zijn immers op zoek naar een dynamische,

pagina 13

inspirerende omgeving waar alle kennis, expertise, faciliteiten en talent dat ze als bedrijf nodig hebben op het gebied van Business Intelligence en Smart Services op één locatie aanwezig is. Aan het BISS zijn academici verbonden die samen met verschillende campusdeelnemers onderzoek uitvoeren teneinde nieuwe smart services te ontwikkelen en te implementeren.

Gebaseerd op de nieuwste inzichten uit fundamenteel en toegepaste onderzoek worden in het BISS 4 nieuwe reguliere onderwijsprogramma's (MBO+ t/m WO) in samenspraak met het bedrijfsleven ontwikkeld. Tevens worden er 3 reeds bestaande opleidingen hervormd om beter aan te sluiten bij de groeiende specifieke behoefte aan instroom van talent in deze sector. Ter bevordering van de doorstroom van potentieel talent tussen de diverse opleidingsniveaus worden er tenminste twee dooriopende leeriijnen vanuit het voortgezet onderwijs en het voorbereidend en middelbaar beroepsondenwijs ontwikkeld.

Voor de ontwikkeling van het talent en het vergroten van de employability van medeweri<ers van de campusdeelnemers worden in het BISS diverse niet-reguliere onderwiisprogramma's op maat ontwikkeld. Een uniek nieuw ondenwijsconcept dat binnen BISS gestalte zal krijgen, is het Small Scale Premium. Kenmerkend voor dit concept zijn de real-life cases die door het bedrijfsleven ingebracht worden en waar studenten samenwerken met medewerkers uit het bedrijfsleven en academici om tot innovatieve oplossingen te komen. Dit onderwijsconcept is ook uitermate geschikt voor vraagstukken van het MKB.

Diverse campusdeelnemers staan voor de grote uitdaging om hun werknemers een leerrijke werkomgeving te bieden zodat ze over de benodigde competenties in deze snel veranderende markt beschikken. Ter bevordering van de concurrentiekracht van organisaties en om de duurzame inzetbaarheid van de medewerkers te waarborgen, worden verschillende her-, bil-, en omscholingstrajecten gecreëerd. Een commerciële variant van permanente educatie is Leven Lang Leren. Tevens wordt middels postgraduate en executive education, diverse opleidingen en leergangen gericht op management & leiderschapsontwikkeling, een bijdrage geleverd aan het innovatief vermogen van organisaties.

Ter ondersteuning van de onderzoeks- en ondenwijsactiviteiten worden er specifieke state-of the art datacenter en labfaciliteiten zoals een datavisualisatie, student venture en open innovatie lab ingericht. Het BISS wordt aangestuurd door een integraal verantwoordelijke wetenschappelijke directeur. Deze directeur wordt ondersteund door een manager interactie en business relations en een kleine administratieve staf. Gedacht wordt aan een Adviesraad die zwaarwegend advies zal geven over de strategie en jaarplannen van het BISS aan de wetenschappelijk directeur geven. Ter borging van de kwaliteit, klanttevredenheid en outside-in perspectief wordt een Klantenpanel geraadpleegd. De governance van BISS wordt door de founding fathers nog nader uitgeweri<t waarbij is afgesproken dat deze voor 7 november 2014 naar tevredenheid van eenieder afgerond moet zijn.

Businesscase 3: Huisvesting Campus De keuze voor de huisvesting van het fysieke hart van de Smart Sen/ices Campus in Heerien is cruciaal voor het succes van de Campus.

Een fvsieke locatie met hoogwaardige vestiqinqsmogeliikheden is een randvoorwaardelijk voor een succesvolle Campus. Het gebouw Groot Kantoor II (GKll) in Heerien biedt een unieke combinatie van voordelen voor de Campus:

• in en rondom Heerien zijn grote spelers in de financieel administratieve dienstveriening gevestigd;

pagina 14

• het gebouw is gelegen in de directe nabijheid van Founding Father APG, in de nabijheid van kennisinstellingen en jong talent;

• het gebouw kan in directe samenspraak met de eigenaar volledige tailor-made worden gerenoveerd voor de Campus en zal na renovatie ruimte bieden aan minimaal 1.200 campus werkplekken en de Campus community zodat de Campus kan groeien;

• door de goede relatie tussen gebouweigenaar ABP en Founding Father APG kunnen de investeringen en kosten tot een minimum worden beperi<t;

Een tweede randvoorwaarde voor een succesvolle Campus is de aanwezigheid van manifeste kennisdragers. Daarom zullen vanaf de startdatum van de Campus meerdere gevestigde bedrijven en het kennis & onderzoeksinstituut BISS zich voor 10 jaar vestigen op deze locatie. Bijkomend voordeel is dat hiermee het leegstandsrisico van de huisvesting ingeperkt wordt. Een derde randvoorwaarde van een succesvolle campus is een gerichte focus (thematische keuze) op R&D en kennisintensieve activiteiten. Om dit te borgen zal de Campus Management & Development organisatie (CM&D) ook gevestigd zijn in het fysieke hart van de Campus. CM&D zal de nieuwe Campus deelnemers acquireren (groei) en balloteren (juiste focus) die zich deels op de locatie zullen vestigen en deels virtueel zullen verbinden met de Campus. Bovendien zal CM&D start-ups en spin-offs faciliteren in de daarvoor in het gebouw in te richten ruimten.

Ten slotte is een laatste randvoorwaarde voor een succesvolle campus het stimuleren van actieve open samenwerking en open innovatie. Fysieke nabijheid en informele contacten zijn hiervoor cruciaal. Daarom wordt er een gemeenschappelijke ruimte ingericht in GKll, de zgn. 'community vloer', met meerdere functies die open samenwerking en open innovatie in de hand werken en ruimte om tal van evenementen te organiseren. CM&D zal deze vloer tot het bruisend hart van de Campus maken.

Kenmerken gebouw en afspraken met ABP Het Grootkantoor II (GKll) dient gerenoveerd te worden voordat het kan dienen als fysiek hart van de Campus. Daarbij wordt uitgegaan van een casco-renovatie op een basis kantoorniveau. Na de renovatie van het casco zal GKll circa 21.000 m2 aan bruikbare ruimte bieden verdeeld over 7 vloeren van ongeveer gelijke omvang waar de Campus in kan groeien. De Campus bewoners kunnen bij aanvang van de huur van m2 in het gebouw kiezen om de inbouw (tussenwanden ed.) & inrichting (tafels en stoelen) zelf te verzorgen of om de gebouweigenaar / campusorganisatie opdracht te geven om dit te verzorgen. Op de begane grond zal in opdracht van Campus Management & Development (CM&D) een community vloer worden inricht. Uitgaande van een basis kantoorinrichting bieden deze vloeren ruimte aan minimaal ca. 200 werkplekken per vloer, in totaal minimaal 1.200 werkplekken.

Onder het gebouw is een meeriaags parkeergarage gelegen waar de Campus bewoners naar behoefte parkeerruimten kunnen huren. Hiertoe dienen nog nadere afspraken te worden gemaakt met de gebouweigenaar.

Gebouweigenaar ABP stelt het huidige casco van gebouw GK II (op de ABP terrein Heerlen) voor een periode van 10 jaar (met een optie voor nog eens 10 jaar) beschikbaar aan Campus. Hierover zullen nog nadere afspraken gemaakt worden. De gebouweigenaar zal alleen nieuw te maken investeringen en werkelijke kosten in rekening brengen bij de Campus. De Campus Founding Fathers richten een huisvestingsentiteit op die het gebouw GKll tegen gunstige tarieven huurt voor 10 jaar met een optie tot 10 jaar verlengen.

pagina 15

VI. Consortium en organisatie

De Founding Fathers APG Groep N.V, de Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg zijn 'founding fathers' van de campus. Zij onderkennen het gedeelde belang om zowel het innovatief vermogen, ondernemerschap en het aantrekken, behouden en ontwikkelen van talent, leder vanuit haar eigen verantwoordelijkheid, rol en perspectief. APG vanuit haar lange termijn behoefte ter ondersteuning van haar eigen bedrijfsvoering in het bijzonder en die van het bedrijfsleven in bredere zin. De Universiteit Maastricht vanuit haar internationale academische ambities en haar "science for society" beleid. De Provincie Limburg vanuit haar lange termijn verantwoordelijkheden ten aanzien van een excellent vestigingsklimaat en de vitaliteit van de provincie. Het is daarom, dat zij gezamenlijk(in triple helix verband) in dit consortium samenwerken.

Beschrijving van de campusorganisatie De campus bestaat uit drie entiteiten waarvan de nadere structuur en bijbehorende juridische en organisatorische consequenties nog uitgewerkt moeten worden.

Als het gaat om de inspraak en financieel commitment voor de businesscase Campus Management & Development wordt uitgegaan van een verdeling van 1/3 APG - 1/3 UM - 1/3 Provincie. Voor de bunsinesscase Huisvesting & Facilities is dat 50% APG - 50% Provincie. De specifieke vorm en juridische entiteit bij de businesscase BISS worden ook nog nader uitgewerkt waarbij het financiële commitment bestaat uit 1/3 APG (via besteding) - 1/3 UM (+Zuyd en OU) - 1/3 Provincie.

Op hoofdlijnen ziet de campusorganisatie er als volgt uit:

• Sniff Opentions '^•SamrtamtConlKt

Type campusdeelnemers Er zijn binnen de campus drie verschillende soorten deelnemers:

• Bewoners: deelnemers die zijn gevestigd in GKll waaronder een aantal partners • Leden: deelnemers die onderdeel uitmaken van de community maar niet zijn gevestigd in GKll • Start-UDs: startende, innovatieve bedrijven gevestigd in GKll.

pagina 16

Iedere deelnemer draag een deelnemers-fee af gedifferentieerd naar type en omvang van de deelnemer. Daarmee dragen deelnemers tevens bij aan de Campus Community en werken zij aan de ontwikkeling en brede inzetbaarheid van kennis, talent en meer innovatie. Op basis van een nog nader uit te werken ballotage-systeem kunnen deze deelnemers in meer of minder mate gebruiken van de faciliteiten, het netwerken en het aanbod van de campus.

pagina 17

VII. De geconsolideerde businesscase De totale investeringskosten voor de campus bedragen over een periode van 10 jaar bijna 100 min. euro (94,5 min. euro). Voor de drie businesscases is een

aantal uitgangspunten vooraf geformuleerd. De belangrijkste uitgangspunten zijn:

• voor elke businesscase is als uitgangspunt gehanteerd dat deze na 10 jaar (of eerder) financieel self supporting moet zijn:

• voorwaarde is dat er bij de start van de campus uitgegaan wordt van een minimale bezettingsgraad van 50%:

• er voor hel expertise- en innovatiecentrum BISS een ingroeiperlode van 3 jaar gehanteerd wordt alvorens volledige bezetting te realiseren,

• de gebouweigenaar ABP zal alleen nieuw te maken investenngen en werkelijke kosten in rekening brengen bij de Campus:

• aannames en kengetallen zijn zoveel als mogelijk was gevalideerd met vergelijkbare initiatieven en marktconforme waarderingen:

Campus management en development

laar

TOTAAL OPBRENGSTEN

TOTAAL KOSTEN

TOTAAL RESULTAAT

Cumulatief

ILIQUIDITEITSSEHOEFTE (CUMULATIEF) 4.679 5.872 6.362 6.686 7.3461 7.454 7.346 7.108 6.828

Expertisecentrum BISS

Jaar

TOTAAL OPBRENGSTEN

TOTAAL KOSTEN

TOTAAL RESULTAAT

(0,5) 1 jmulatief

Huisvesting

Jaar

UQUIDITEITSBEHOEFTE (CUMULATiEF) i.565 8.831 9.098 9.1051 9.106 8.679 8.241 7.792

pagina 18

VIII. Financiering

Op basis van de hierboven gepresenteerde geconsolideerde businesscase bestaat er een financieringsbehoefte van in totaal 36,4 min. euro.

Businesscase

Campus Management & Developm

Totaal Tekort Bijdrage APG

Bedrag Vorm

Bijdrage Provincie

Bedrag Vorm

Bijdrage UM

Bedrag

aandelen 3 min. Aandelen 3 min.

Vorm

aandelen

eng UM-Zuyd-OU

93,4 min. 36,4 min. 12 min. (+3 min. 15 min. 9,4 min.

Exclusief de kosten/opbrengsten van (nieuw) regulier onderwijs. Deze kosten worden volledig gedekt door rijksbijdrage en collegegelden (financiering van 10,8 min.

De bijdrage van de UM is inclusief de bijdragen van Zuyd Hogeschool (1,38 min.) en Open Universiteit (1,2 ml.)

Immateriële bijdrage van APG middels inbreng van acquisities die zorgen voor een gezonde bezettingsgraad bij de start

pagina 19

IX. Implementatie en verdere uitwerking

Indien de verschillende besluitvormingstrajecten bij de founding fathers een positieve uitkomst kennen, dient zich een nieuwe fase voor de campusontwikkeling aan. Een fase van kwartiermakerschap waarbij inhoudelijke, organisatorische, juridische, huisvestings- en personele aspecten geregeld moeten gaan worden. De afspraken en uitwerkingen zullen uiteindelijk vastgelegd worden in een samenwerkingsovereenkomst tussen de drie founding fathers voor het eind van 2014.

Als volgende mijlpalen zijn de komende maanden te benoemen:

• Ondertekening samenwerkingsovereenkomst APG - UM - Provincie 1 januari 2015

• Aanstelling Wetenschappelijk Directeur BISS 1 januari 2015

• Oprichting campus entiteiten 1 maart 2015

• Aanstelling CEO Campus 1 maart 2015

• Bezetting door eerste campusdeelnemers 1 april 2015

pagina 20

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Autoriteit Financiële Markten (2014). De belofte om het klantbelang voorop te stellen. De tussenstand, juni 2014.

Online available: http://www.afm.nI/~/media/Files/thema/kbc/2014/belofte-klant-centraal-stellen.ashx

Buck Consultants International (2012). Actueel beeld campussen in Nedertand, november 2012. Online available:

http://www.bciglobal.com/data/file/Actueel%20beeld%20campussen%20in%20Nederiand(1).pdf

Chen, H., Chiang, R.H.L. & Storey, V.C. (2012). 'Business Intelligence and Analytics: From big data to big impact' in MIS Quarterly Vo\.36 No.4 pp.1165-1188, december 2012.

Cognizant (2013). The Value of Signal (and the Cost of Noise). The New Economics of meaning-making, oktober 2013.

Online available: http://www.cognizant.com/lnsightsWhitepapers/The-Value-of-Signal-and-the-Cost-of-Noise-The-New-Economics-of-Meaning-Making.pdf

De Nederiandsche Bank (2014). De dienstensector als exportmotor van Nederland, 10 juli 2014.

Online available:http://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2014/dnb309403.isp#

ECABO & UWV (2014). Financiële dienstverlening. Sectorbeschrijving, 30 juli 2014.

Online available:

httD://www.uwv.nl/overuwv/lmaqes/Sectorbeschriiving Financiële dienstverlening.pdf

European Service Innovation Centre (ESIC) (2014). Po//cy brief for the Province of Limburg, 25 maart 2014. Online available:

http://ec.europa.eu/enterprise/initiatives/esic/materials/policv-brief/esic policy brief limburg.pdf

Europese Commissie (2014). Naar een bloeiende data-economie. Mededeling van de Commissie

aan het Europees Pariement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité

van de Regio's. 2 juli 2014, Brussel.

Online available: http://ec.europa.eu/transparencv/reqdoc/rep/1/2014/NL/1-2014-442-NL-F1-1.Pdf

IBM (2014). Big data and the speed of business. 'What is big data?'

Online available: http://www-01.ibm.com/software/data/bigdata/what-is-big-data.html

Larreina, M. (2008). "Financial centres in peripheral regions: the effect of the financial services

industry on regional economy. The case of the Scottish financial cluster" in Universidad

Comercial de Duesto, 2008. Online available: http://crieff.files.wordpress.com/2012/08/dp0805.pdf

RAIL (2014). Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg 2014-2018.

Online available: http://www.railsite.nl/include/RAIL%202014A.pdf

pagina 21

Letter of Intent ("LOI") betreffende de ontwikkeling van de

"Smart Services Campus" ("Campus") in Heerlen

I. Ondergetekenden

APG Groep NV, gevestigd te Heerlen, ten dezen vertegenwoordigd door de heer M. Boerekamp, Lid van de Raad van Bestuur / Chief Operations Officer, hierna te noemen: "APG";

Universiteit Maastricht, gevestigd te Maastricht, ten dezen vertegenwoordigd door de heer M. Paul, voorzitter van het College van Bestuur, hierna te noemen: "UM";

Provincie Limburg, gevestigd te Maastricht, ten dezen vertegenwoordigd door de heer A.M.G. Beurskens, gedeputeerde, hierna te noemen: "De Provincie".

Deze drie partijen (hierna ook wel: Partijen) vormen gezamenlijk het Consortium "Smart Services Campus".

II. Overwegingen

Partijen constateren dat: Zij allen de ambitie hebben om het innovatief vermogen in de regio Zuid-Limburg te laten groeien, respectievelijk de aantrekkelijkheid voor talent verder te laten stijgen, met name in de financieel-administratieve en informatie-verwerkende sectoren. Deze ambities aansluiten bij het economisch beleid van de Provincie Limburg en andere regionale spelers zoals bijvoorbeeld in het Topsectoren- en Campusbeleid alsmede in de KennisAs visie. Diverse partijen in de Triple Helix elkaar de afgelopen periode opgezocht hebben en ook versnelling en versterking aangebracht willen hebben in het realiseren van deze ambities. Hier belangrijk pionierswerk verricht is door (de partners in) het samenwerkingsverband "Smart Services Hub" waarvoor grote waardering bestaat. Partijen voornemens zijn om bovengenoemde ambities vorm te geven middels het realiseren van een Campus als hierna verder omschreven. In de afgelopen maanden een eerste verkenning naar de kansen voor de realisatie van de Campus is verricht door Partijen, waartsij nu gebleken is dat er voldoende complementariteit en onderiinge toegevoegde waarde tussen Partijen bestaat. Partijen thans de in deze LOI omschreven uitgangspunten willen vastleggen met het oog op de nadere besprekingen en onderhandelingen om te komen tot de definitieve samenwerkingsovereenkomst. Hierbij realiseren Partijen zich dat:

O zij overeenkomende visies hebben op de hoofdlijnen (zoals in deze LOI gefomiuleerd) ten aanzien van het doel en de diverse functionaliteiten binnen de Campus

Letter of Intent "Campus" Heerlen, 1 juli 2014 (versie 20140630)

-1-

vanaf heden nog een aantal fases te onderscheiden zal zijn waarin o.a. de financiële haalbaarheid, diverse besluitvormingstrajecten, inrichtings- en ontwerpvraagstukken (inclusief governance vraagstukken) alsmede de oprichting van de Campus functionaliteiten aan de orde zullen zijn.

lil. Campus: ambitie, focus en filosofie

a. Ambitie Het is de ambitie van Partijen om met Campus een open ecosysteem van intemationale allure en top

reputatie te ontwikkelen o.a. door: • de ontwikkeling van een fysieke campus met hoogwaardige vestigingsmogelijkheden en

faciliteiten • grote aandacht te hebben voor R&D en kennisintensieve activiteiten • participatie en aanwezigheid van kennis- en opleidingsinstituten • een cultuur van actieve open innovatie te creëren in de regio.

b. Focus Binnen de driehoek Business Innovatie, Sociale Innovatie en Technologische Innovatie zal de Campus zich richten op enerzijds Innovatie en anderzijds Talentontwikkeling & Emplovabilitv met betrekking tot "Smart Services", primair ten behoeve van de financieel-administratieve en informatie-venwerkende sector.

Bij Innovatie gaat het daarbij om slimme producten diensteninnovaties rondom het effectief en innovatief gebruik van informatie/data in de dienstverlening alsmede om slimme procesinnovaties en -optimalisaties in de dienstveriening. Partijen zullen voor 1 september 2014 de belangrijkste concrete speerpunten hierbinnen gedefinieerd dienen te hebben.

Bij Talentontwikkeling & Employability gaat het om het vergroten van het aantal mensen, dat de juiste competenties heeft in de Smart Services; het verhogen van de competenties van de mensen, die hier nu al in weri^en en het vergroten van de flexibiliteit en het aanpassingsvennogen van arbeidspotentieel en organisaties in de Smart Services in de regio.

c. Filosofie op hoofdlijnen Ten aanzien van de door Partijen beoogde en in een samenweri<ingsovereenkomst (en uitvoeringshandelingen van die samenwerkingsovereenkomst) vast te leggen samenwerking hanteren Partijen de volgende uitgangspunten op hoofdlijnen:

1. Ambitie De ontwikkeling van de Campus als locatie met internationale allure voor Onderwijs, Onderzoek, Kennistransfer, Interactie tussen kennisinstituten enerzijds en bedrijfsleven anderzijds (via ondenwijsconcept & -ontwikkeling, onderzoek, stages, talentafname) alsmede door bedrijfsleven onderling mede onder invloed van de Business Development functie binnen Campus. De fysieke Campus start op de langdurig te huren locatie GKll te Heerien en zal uitgebreid worden in de directe omgeving daarvan al

Letter of Intent "Campus" Heerien, 1 juli 2014 (versie 20140630)

naar gelang de hoeveelheid en het type van de vraag naar huisvesting vanuit de Campus deelnemers;

2. Open samenwerking Bedrijven en kennisinstellingen zullen op een open wijze onderiing en met elkaar samenwerken; er is sprake van open toegang, co-creatie en open innovatie. Halen én brengen is vereist, waarbij 'free riding' niet gewenst is. Daarvoor zal een vorm van ballotage ontwikkeld worden.

3. Deelnemers Er zal een verschil zijn tussen deelnemers en niet-deelnemers in het Campus concept:

• Campus Deelnemer A: Alle deelnemers vestigen zich in beginsel op het Campus terrein. Deze deelnemers kunnen gebruik maken van de (onder IV in hoofdlijnen beschreven) functionaliteiten tegen premium voorwaarden. Dit is de Campus Deelnemer A.

• Campus Deelnemer B: Partijen, die niet gevestigd zijn op het fysieke Campus tenein, maar wel deel uitmaken van de Campus community, kunnen uiteraard onder standaard voorwaarden gebruik maken van de Campus functionaliteiten. Dit is Campus Deelnemer B.

• Over partijen: Overige partijen kunnen tegen - door Partijen nader uit te werken en door de Campus te stellen - afwijkende voorwaarden in de gelegenheid gesteld worden om gebruik te maken van één of meer Campus functionaliteiten. Dit is de z.g.n. Niet-Deelnemer.

Campus Deelnemers A en B committeren zich voor een periode van minimaal 10 jaar. Een "Programma van Deelname", waarin benefits en verplichtingen voor Deelnemers beschreven zijn, zal door de Partijen - op hoofdlijnen - ontwikkeld worden voor 1 september 2014.

4. Sturing Partijen nemen in Triple Helix-verband gezamenlijk de lange termijn verantwoordelijkheid (minimaal 10 jaar) om op duurzame wijze sturing en inhoud te blijven geven aan de Campus als totaliteit. Zij doen dit in beginsel als gelijkwaardige partners, elk vanuit de eigen specifieke expertise, bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Leidend bij de bepaling van de financiële bijdrage en invloed is de door Partijen uit te werken verhoudingen binnen de diverse onderscheidende functionaliteiten. De samenwerking tussen Partijen in de diverse functionaliteiten zal worden vonngegeven conform de daarbij best passende juridische en governance structuur, waarbij rekening zal worden gehouden met de individuele belangen van Partijen. Uitgangspunten hierbij zijn in ieder geval de provinciale kademota "Sturing in Samenwerking" en de aandachtspunten geformuleerd door Beerenschot, nl. Visie, Rentmeesterschap, Transparantie, Risicotieheersing en Toekomstbestendigheid.

I Visie Voor iedere investeringsbeslissing moet helder zijn hoe door de provincie gestuurd kan worden op

inhoudelijke en financiële doelen.

II Rentmeesterschap Onder rentmeesterschap wordt hier verstaan dat de door de provincie verstrekte middelen financieel

en/of maatschappelijk renderend worden ingezet

Letter of Intent "Campus" Heerlen, 1 juli 2014 (versie 20140630)

III Transparantie Transparantie houdt in dat er sprake is van een eenvoudige en heldere verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over stakeholders. Vooraf moet duidelijk zijn vanuit welke rol de provincie opereert.

IV Risicobeheersing De governance structuur draagt er toe bij dat risico's (financiële, technologische, organisatorische en mari<trisico's) in beeld gebracht worden en tegen elkaar afwogen worden (checks and balances).

IV. Gedeelde en individueel versterkende belangen van Partijen

a. Gedeeld belang Partijen onderkennen het gedeelde belang om zowel het innovatief vermogen als de aantrekkelijkheid voor talent te verhogen, leder vanuit haar eigen verantwoordelijkheid, rol en perspectief APG vanuit haar lange temnijn behoefte ter ondersteuning van haar eigen bedrijfsvoering in het bijzonder en die van het bedrijfsleven in bredere zin. De UM vanuit haar internationale academische ambities en haar "science for society" beleid. De Provincie vanuit haar lange termijn verantwoordelijkheden ten aanzien van een excellent vestigingsklimaat en de vitaliteit van de provincie. Het is daarom, dat Partijen met elkaar in Triple Helix verband in dit consortium samenwerken.

ib. Individueel versterkende belangen van de partijen Het belang van APG ligt in (a) de behoefte aan instroom van talent voor de functies die nu en in de toekomst in haar locatie Heerlen aanwezig (zullen) zijn en in (b) de noodzaak van instroom van c.q. toegang tot innovaties in haar bedrijfsvoering die van APG de pensioenuitvoerder van de toekomst maken. APG kiest daarin voor een strategische focus op extra waarde creatie voor haar klanten, deelnemers en prospects.

Het belang van de UM ligt in het creëren van (a) meer 'Science for Society' via onder andere groei van haar reputatie, kennisaanbod en studentenaantallen, via nieuwe verdienmodellen en via betere aansluiting van studenten bij de behoefte in de post-student periode (wetenschapsgebieden/bedrijven), (b) het verbreden van onderzoek & onderzoeksgebieden alsmede in Onderwijs met betrekking tot Innovatie & Talentontwikkeling (c) het invulling geven aan haar ipternationaliserings-strategie (met regionale verankering)

Het belang van de provincie ligt in (a) het structureel stimuleren van een hoogwaardige kenniseconomie voor de provincie Limburg als onderdeel van een excellent vestigingsklimaat, het daardoor (b) creëren van hoogwaardige werkgelegenheid en het ontwikkelen en behouden van innovatieve bedrijven, waarbij Smart Sen/ices wordt gepositioneerd als economische groeimotor. De provincie wil haar middelen zo veel mogelijk revolverend/rendabel inzetten.

Partijen onderkennen en onderschrijven de verschillende belangen van de andere partijen en beseffen dat door samenwerking in een steri< consortium ieders belangen optimaal behartigd kunnen worden.


-4-

V. Inrichting en governance

a. 7 functionaliteiten binnen Campus Er zijn binnen het concept van de Campus 7 functionaliteiten (ook wel functies, te clusteren in diverse functionele onderdelen) te onderscheiden:

1. Campus Management & Business Development (ontwikkeling, groei, besturen en bewaking van het Campus totaalconcept inclusief acquisitie van Campus Deelnemers);

2. Onderwijs & Onderzoek (in co-creatie & open innovatie tussen bedrijven en kennisinstituten: "BISS");

3. Talent Development & Employability; 4. Marketing & Community Building; 5. Entrepreneurship development (inclusief start-ups & incubating); 6. Funding ter stimulering van New Business & Onderzoek; 7. Huisvesting & Facilities (gehele fysieke infrastaictuur);

b. Uitgangspunten governance Partijen zijn gezamenlijk, in beginsel in gelijke verhoudingen, eigenaar en geven gezamenlijk inhoud aan de governance van het totale Campus Concept en haar onderdelen. Dit commitment wordt aangegaan voor minimaal 10 jaar.

De onderiinge verhoudingen van Partijen binnen de onderscheidende functionele onderdelen kunnen variëren als gevolg van wet- en regelgeving, mate van kennis en ervaring en aansluiting bij kernactiviteiten en de afspraken die Partijen daarover met elkaar maken. Als gevolg - van deze afspraken per functioneel onderdeel - kan de verhouding van de Partijen in de Campus als geheel wijzigen. De samenwerking tussen Partijen in de diverse functionaliteiten zal vormgegeven worden confomn de daarbij best passende juridische en governance structuur, waarbij, rekening zal worden gehouden met de individuele belangen van Partijen enerzijds en gezamenlijke Campus belang anderzijds.

Per functioneel onderdeel zullen ook relevante andere stakeholders (waaronder bijvoorbeeld: LIOF, Zuyd Hogeschool, Open Universiteit, deelnemende partijen binnen het SSH) adequaat betrokken worden. De wijze waarop de governance in meer detail vorm zal krijgen zal beschreven worden in de uit te werken Business Cases per onderdeel. Deze zullen de basis vormen van de opdracht aan het/de op te richten samenwerkingsverband(en) in nader te bepalen juridische vorm(en) voor de Campus en haar onderdelen. Het is het streven van Partijen om deze per uiteriijk 1 januari 2015 opgericht te hebben.

c. Business Cases De 7 functionaliteiten zullen worden vertaald naar 3 afzonderiijke, maar met elkaar verband houdende Business Cases. Gezamenlijk vormen deze 3 Business Cases de "Business Case Campus":

1. Business case 'Campus Management & Developmenf (functies 1 en 3 t/m 6) 2. Business case "BISS" (functie 2) 3. Business case "Huisvesting & Facilities" (functie 7)

De Business Cases zelf, hun onderiinge samenhang, alsmede de relatie tot Partijen worden nader gedefinieerd voor 1 september 2014 en zullen bestaan uit een Business Plan inclusief een onderbouwing.


In de beoogde - voor einde 2014 te sluiten - samenwerkingsovereenkomst zullen definitieve afspraken worden gemaakt omtrent de exacte financiële bijdragen van ieder der Partijen.

Ten aanzien van de Business Case "Huisvesting & Facilities" (inclusief de huisvesting van "BISS") hanteren partijen de volgende uitgangspunten:

• Geaccrediteerde onderwijsactiviteiten die erkend onderdeel zijn van de campusactiviteiten vinden in beginsel plaats in geaccrediteerde omgevingen binnen de kennisinstellingen.

• Reeds bestaande activiteiten die gerekend kunnen worden tot de werkingssfeer van BISS en op enig moment daarvan onderdeel worden, kunnen blijven plaatsvinden op hun huidige locatie(s) als onderdeel van de groter campusomgeving, tenzij de betrokken kennisinstelling resp. kennisinstellingen ervoor kiezen die activiteiten onder te brengen in het hart van de Campus, i.e. GKll.

• Het is de visie van BISS dat zij thuishoort in het centrale punt van de Campus ontwikkeling resp. Campus netweric. In principe huisvest BISS zich dertialve in GKll met al haar activiteiten.

• Bovendien is het de visie van BISS dat zij een geografisch en relationeel netwerk opbouwt c.q. ontwikkelt waardoor activiteiten ook elders dan op Campus en/of GKll ontwikkeld kunnen worden, wanneer dat vanwege de aard van de activiteit, met goede redenen omkleed, elders effectiever en/of efficiënter zal zijn. Daarbij realiseert BISS zich dat er een voldoende kritische massa aan kennis gerelateerde activiteiten in het centrum van de Campus (GKll) zal moeten plaatsvinden voor ontwikkeling en instandhouding van de gezochte kennis innovatieve omgeving.

In beginsel zal GKll lange termijn gehuurd worden door de Campus functionaliteit "Huisvesting & Facilities".

VI. Doelen en resultaten

In relatie tot de hierboven benoemde functionele onderdelen, ondergebracht in de 3 Business Cases, spreken partijen onderstaande te behalen doelen en resultaten - op hoofdlijnen - af. Het gaat daarbij om het totaal over een periode van 10 jaar. Het is mogelijk dat in de individuele Business Cases nog in meer detail doelen, targets en resultaten worden gedefinieerd.

a. Business Case "Campus Management & Development" I Campus Management & Development

• Groei wert<gelegenheid, voor de regio Zuid-Limburg, met nieuwe werkgelegenheid bij Campus deelnemers. Target: 2.500 fte.

• Acquisities. Het nieuw aan te trekken aantal bedrijven (ex start ups) c.q. vestigingen als deelnemer van het Campus concept enerzijds en idem als nieuwe vestiger in de regio anderzijds. Target: minimaal 20 deelnemers Campus concept en minimaal 15 nieuwe vestigers in de regio.

• De inschatting van de indirecte weri<gelegenheid zal op uiteriijk 1 september gemaakt zijn.

Talent Development & Employability • Target: 1000 FTE's om- en bijgeschoold gedurende de looptijd van 10 jaar. • Target: 1000 FTE's gematched (van werk naar weri<) over de looptijd van 10 jaar.

Letter of Intent "Campus' Heerien, 1 juli 2014 (versie 20140630)

-6-

Mari<eting & Community Building • Targets op de gebieden van: naamsbekendheid, houding en gedrag t.o.v. Campus en onderiing

Campus community gevoel zullen voor 1 september 2014 gedefinieerd worden als onderdeel van het Business Plan.

Entrepreneurship Development (inclusief start-ups & incubating) • Start ups. Het aantal nieuw opgerichte bedrijven door Campus deelnemers. Target: 5 per jaar

(evt. meer nauwkeuring definiëren per uiteriijk 1 september 2014). • Spin offs. Het aantal nieuw te ontwikkelen producten/diensten - binnen bestaande bedrijven of

samenwerkingsverbanden - resulterend in een nieuw business model, als gevolg van het beroep doen. op de Campus organisatie met haar functionaliteiten. Target: 30 per jaar. Nader te concretiseren in de Business Cases per 1 september 2014.

Funding ter stimulering van New Business & Onderzoek • Target aantrekken en uitzetten middelen voor opstart New Business: € 20 miljoen over looptijd

van 10 jaar. • Target aantrekken en uitzetten middelen voor Onderzoek (te besteden in BISS): € 10 miljoen

over de looptijd van 10 jaar.

b. Business Case "BISS" Onderwijs & opleidingen:

• Aantal te ontwikkelen dooriopende leertijnen op gebied van Smart Sen/ices (VO-WO). Target: minimaal 1.

• Aantal nieuwe opleidingen op Associate degree, HBO en op WO niveau BSc en MSc. Deze zullen voor minimaal uit 35% nieuwe vakken bestaan in geval van nieuw gemodificeerde opleidingen resp. 50% in geval van een geheel nieuw curriculum. Target: minimaal 1 van alle niveaus.

• Aantal op te leveren/uitstromende gediplomeerde studenten per jaar in de nieuwe studierichtingen in steady state. Target: minimaal 50 per jaar per opleiding.

• Binnen alle nieuw te ontwikkelen opleidingen (zie boven) gaat iedere student minimaal gedurende 1 blokperiode (ca. 6 tot 8 weken) deelnemen aan een kleinschalig onderwijsconcept fysiek op de Campus.

• Leven lang leren doelstelling t.b.v. medewerkers van de Campus deelnemers. Target: per uiteriijk 1 september 2014 te definiëren. Het aaptal her- en/of omgeschoolde aantal medewerkers van de Campus deelnemers middels scholing in BISS. Target: per uiteriijk 1 september 2014 te definiëren.

• Start eerste nieuwe opleiding. Target: streven 1 september 2016. Ter beschikking stellen respectievelijk vraag formuleren vanuit het bedrijfsleven naar internships en trainee programma's. Target: per uiteriijk 1 september 2014 te definiëren.

Onderzoek: • Aantal programmalijnen te ontwikkelen en onderzoeksprojecten te venwerven bij deelnemers en

derden. Target La.v. het minimaal aantal wetenschappers op per vakgebied per uiteriijk 1 september te definiëren (PhD-ers, UD's, UHD's, HGL's).


-7-

• Aan te dragen / te verzoeken onderzoeks- en innovatievragen vanuit de deelnemers aan Campus/BISS, inclusief participatie in de onderzoekstrajecten (middels mensen & middelen). Target: per uiteriijk 1 september 2014 te definiëren.

Valorisatie • Ontwikkeling van Intellectual Property (octrooien, patenten, licenties). Target: te definiëren per

uiteriijk 1 september 2014.

c. Business Case "Huisvesting & Facilities" Bezettingsgraad Huisvesting

• De haalbaar geachte bezettingsgraad gedurende de periode bedraagt: Voor het huur-exploitatierisico zullen in de Business Case Huisvesting & Facilities specifieke beheersmaatregelen worden getroffen.

VII. Activiteiten en op te leveren producten

a. Activiteiten Partijen spreken af:

• Om voor 1 september 2014 nader uit te weri<en, in welke vorm en onder welke voorwaarden de Campus gerealiseerd kan worden met, indien mogelijk en opportuun, als eindproduct een geïntegreerd Businessplan Campus - op basis van de 3 eerder genoemde Business Cases - dat met het oog op de besluitvorming, ook als haalbaarheidsonderzoek kan dienen.

• Hiertoe te blijven samenweri<ing binnen de huidige gekozen vorm d.w.z. middels de zogeheten "3x3 Founding Father werkgroep" waarin de Provincie, UM en APG deelnemen op voet van gelijkwaardigheid. Hierbij kan de "3x3 Founding Father werkgroep" deelwerkgroepen instellen en - op eigen verzoek van de werkgroep - specialisten laten participeren.

• Dat het opstellen van het Businessplan Campus wordt begeleid door een Stuurgroep bestaande uit de ondertekenaars van deze LOI.

• Dat deze stuurgroep uiteriijk per 1 september 2014 een besluit zal nemen om het Businessplan Campus voor te leggen aan de bevoegde organen van de deelnemende partijen

Dat definitieve goedkeuring door de uiteindelijk bevoegde instanties binnen ieder der Partijen zal plaatsvinden voor 1 oktober 2014. Dit met het oog op de besluitvoming in Provinciale Staten.

b. Business Plan Campus In het businessplan Campus zullen de volgende zaken (niet limitatief) nog nader uitgewerkt en geconcretiseerd dienen te worden:

• De juridische vorm van het samenweri<ingsveri3and en hiermee samenhangende juridische en fiscale aspecten.

• De voorgestane activiteiten van de Partijen de komende 10 jaar op de Campus op het gebied van de eerder genoemde 7 functionaliteiten.

• De wet- en regelgeving, kaders en uitgangspunten voor ieder der Partijen. • Validatie van de onderiiggende 3 Business Cases door daarvoor - door Partijen gezamenlijk te

selecteren - exteme onafhankelijken. Risicoanalyse, scenarioanalyse (best-worst-base case) en veiligheidsanalyse.

• Mogelijke exit-strategieën van Partijen.


-8-

• Communicafie/lobbyplan van het totale Businessplan Campus binnen "Campus Management &

Development".

• Plan, planning en mijlpalen t.b.v. periodieke evaluaties en verantwoording door de Campus

entiteit. • Financiële uitwerking van alle relevante bovengenoemde items. • De concept-samenwerkingsovereenkomst.

c. Goedkeuring Op het moment dat de bevoegde organen van de Partijen hun definitieve goedkeuring aan het business plan verienen - al dan niet onder voonwaarden - zullen partijen zo spoedig de tot het Businessplan Campus behorende concept-samenweri^ingsovereenkomst vormgeven. Waar nodig met aanpassingen voortvloeiend uit de door de beoogde organen aan hun goedkeuring verbonden voorwaarden.

d. Verplichting Partijen benadaikken in verband met dit lid d, dat de omstandigheid dat hun bevoegde organen - al dan niet onder voonwaarden - goedkeuring verieenden aan het businessplan hen rechtens nog tot niets verplicht, ook niet tot (voort)onderhandelen met het doel definitieve overeenstemming te bereiken. Tussen hen is eerst sprake van rechtens bindende afspraken en uitlatingen indien zij de beoogde samenwerkingsovereenkomst rechtsgeldig hebben ondertekend. Tot die ondertekening geldt tussen hen dienaangaande het bepaalde hieronder in hoofdstuk VII, artikel b.

VIII. Overige onderwerpen

a. Kosten van verkenning Uitgangspunt is dat de Partijen hun eigen kosten dragen tot het moment van tekenen van de samenwerkingsovereenkomst waarin nieuwe afspraken gemaakt zullen worden.

De partijen stellen voor de uitvoering van deze intentieveritlaring de noodzakelijke mensen en middelen

ter beschikking.

Daamaast wordt door iedere partij € 50.000,- (incl. relevant percentage btw voor die partijen die niet of gedeeltelijk btw plichtig/vooraftrek genieten; excl. btw voor die partijen die btw wel kunnen ven-ekenen; zodat partijen cash-out dezelfde lasten dragen) gereserveerd, waarmee alleen noodzakelijke gezamenlijk te maken kosten voldaan zullen worden. De afspraken ten aanzien o.a. goedkeuring, betaling en onderlinge vemekening van deze "Veri<enningsreservering" van in totaal € 150.000,- zullen separaat worden vastgelegd.

Indien besloten zou worden om de samenwerking te beëindigen voor of tijdens het moment van tekenen

van de samenwerkingsovereenkomst, dragen Partijen hun eigen kosten en zal slechts venekening

plaatsvinden: - binnen de "Veri<enningsresen/ering', confonn de vastgelegde afspraken hiervoor.

Indien daarover expliciet vastgelegde en bevoegde geaccordeerde afspraken zijn gemaakt.


-9-

b. Rechtsgeldigheid van de afspraken; tussentijdse beëindiging 1. Met uitzondering van de hierna in lid 4 uitdaikkelijk genoemde uitzonderingen zijn de afspraken

van deze intentieveri^laring niet in rechte afdwingbaar en kunnen op generiei vinjze leiden tot verplichtingen, ook niet tot een verplichting tot verder onderhandelen dan wel het aangaan van een samenweri<ingsovereenkomst. De afspraken van deze intentieveri<laring kunnen voorts niet worden ingeroepen als rechtens afdwingbare toezeggingen of als rechtens relevant opgewekt vertrouwen.

2. Het is Partijen uitdnjkkelijk bekend dat deze LOI getekend wordt onder voortjehoud van o.a. op te leveren Business Cases voor de functionaliteiten inclusief financiële impact en afspraken alsmede onder vooriaehoud van goedkeuring door de daartoe uiteindelijk finaal bevoegde goedkeurende instantie binnen ieder der Partijen.

3. Geen enkele bepaling uit deze lntentieveri<laring mag zo begrepen of uitgelegd ("construed")

worden dat het in lid 1 bepaalde wordt ontkracht.

4. leder der partijen is steeds bevoegd deze Intentieverklaring te beëindigen door deze Intentieverttlaring schriftelijk en gemotiveerd op te zeggen. Ingeval van een dergelijke voortijdige beëindiging van de samenwerking kan geen der partijen aanspraken op de anderen doen gelden, met dien verstande dat partijen er over en weer wel toe gehouden zijn de in artikel a. bedoelde daadweri<elijk gemaakte kosten gelijkelijk te dragen.

De uit deze Intentieverklaring voor partijen voortvloeiende verplichtingen die rechtens wel

afdwingbaar zijn, zijn de volgende: a. die voortvloeiend uit artikel a. (kosten van verkenning) b. die voortvloeiend uit artikel b.1 (status Consortium)

b. 1 Status Consortium Smart Sen/ices Campus 1. Partijen weri<en in het kader van deze Letter of Intent samen als het Consortium Smart Services

Campus. Het Consortium Smart Sen/ices Campus heeft geen rechtspersoonlijkheid, is geen personenvennootschap, heeft geen eigen vemnogen en kan geen verplichtingen met derden aangaan. Partijen mogen dan ook niet namens often name van het Consortium Smart Services Campus, noch namens often name van andere Partijen, verplichtingen aangaan dan wel aan het rechtsverkeer deelnemen.

2. De partij, die in strijd met deze rechtsplicht, in naam van het Consortium Smart Sen/ices Campus en/of in naam van een of meerdere andere Partijen verplichtingen aangaat of verplichtingen over (de deelnemers aan) het Consortium Smart Sen/ices Campus afroept, aanvaardt deze ten volle als haar eigen verplichtingen en staat jegens de (andere) partijen in voor de nakoming van die verplichtingen en vrijwaart de andere Partijen jegens claims van derden ter zake.

3. Tenzij uitdnjkkelijk anders in deze lntentieveri<laring is geregeld, beslissen partijen bij wege van

unanimiteit.

Letter of intent "Campus" Heerien, 1 juli 2014 (versie 20140630)

-10-

c. Toepasselijk recht en geschillenregeling Op de ondertiavige intentieveri<laring is Nederiands recht van toepassing. Partijen veriainden zich om in goed onderiing overieg al dan niet met behulp van exteme adviseurs een oplossing te vinden voor eventuele geschillen die zouden kunnen voortvloeien uit deze intentieveri<laring.

d. Communicatie Partijen spreken af een afgestemde en gemeenschappelijke communicatie/lobby te voeren. Exteme communicatie vindt plaats uitsluitend in en na onderiinge afstemming tussen partijen. Partijen maken hierover separaat nadere operationele afspraken.

IX. Ondertekening

Aldus overeengekomen en ondertekend in drievoud d.d. 1 juli 2014

APG Groep NV Universiteit Maastricht Provincie Limbun

De heer M. Boerekamp De heer M. Paul


-11-

^ Maastricht University

8

Provincie Limburg t.a.v. College van Gedeputeerde Staten Postbus 5700 6202 MA Maastricht

College van Bestuur

uw kenmerk ons kenmerk doorklesnummer Maastricht

2014.10.1415-JH +31 43 38883101 8 september 2014

Betreft: steun voorstel Smart Services Campus en bijbehorende Businesscases

Geacht College,

Op 1 juli j l . ondertekenden wij, als een van de drie founding fathers, een Letter of Intent voor de Smart Services Campus. In deze LOI spraken wij de ambitie uit om de haalbaarheid van een Smart Services Campus in Heerien te onderzoeken. Het resultaat van deze zoektocht is dat er nu drie businesscases op hoofdlijnen gereed zijn. Die Businesscases geven voldoende vertrouwen om deze nu voor te leggen aan uw College.

De ontwikkeling van een Smart Services Campus past binnen de Kennis-As waarin campussen een centrale rol spelen. Daarnaast past het bij onze ambitie om actief bij te dragen aan de regionale agenda. De ontwikkeling van de Smart: Services Campus In Heerien biedt goede kansen voor de regio. Het innovatie- en expertisecentrum BISS, dat een van de centrale onderdelen van de campus zal worden, is een samenwerking tussen drie Kennisinstellingen in Limburg, Zuyd Hogeschool, de Open Universiteit en de Universiteit Maastricht. Dit innovatie- en expertisecentrum bouwt voort op de reputatie van betrokken kennisinstellingen en zal bijdragen aan het bereiken van de groeiambities, onder andere door nieuwe opleidingen te ontwikkelen en het niet-regullere onderwijsaanbod uit te breiden.

De Universiteit Maastricht steunt, als een van de drie founding fathers, de plannen voor de smart services campus in Heerien, in het vertrouwen dat er in goed overieg overeenstemming wordt bereikt over de verdere uitwerking van de drie Businesscases. Op moment van schrijven van deze brief is er nog geen govemancemodel ontworpen voor de campus organisatie als geheel en de verschillende onderdelen. De UM hecht eraan dat er duidelijkheid en overeenstemming is tussen de drie founding fathers en de tietrokken kennisinstellingen over een govemancemodel. Deze overeenstemming is tezamen met explicatie van de financiële verplichtingen voorwaardelijk voor het commitment van de UM voor de plannen van de Smart Services Campus.

Bezoekadres r-t-31 (0)43 388 22 22 w¥»w.maastrichtunlversity.nl MlndertN-oedersberg 4-6 6211 LK Maastricht ^ ,

Rekeningnr.: 065.76.18.705 KvK nr.: 50169181 Postadres IBAN: NU)5 INGB 0657 6187 05 Posttxjs 616 BIC: INGBNL2A 6200 MD Maastricht BTW IdentUfcatle EU Nederland NL0034.75.268.B01

^ Maastricht University

De UM is overtuigd van de meerwaarde van Smart Services Campus voor alle betrokken partijen en vertrouwt erop dat dit voorstel aansluit bij de ambities van de Provincie Limburg.

Hoogachtend, namens het College van Bestuur van de Universiteit Maastricht,

Prof.dr. M. Paul

Voorzitter

cc Mark Boerekamp - COO APG

Campusplan en businesscase smart services campus heerlen

Design

Transcript of Campusplan en businesscase smart services campus heerlen