Calandlyceum 2015-2016

Een jaar geleden stond hij hier ook op de open dag.

Net als jij nu. Met zo’n zelfde boekje in zijn handen.

Brugklasser Tico Ligthart heeft in die periode wel de open dagen van

zes, zeven middelbare scholen bezocht. Maar het kunnen er ook acht

geweest zijn. ‘Het Spinoza leek me leuk, en het Caland. Hier hadden

ze ook een kunstklas, dat gaf voor mij de doorslag.

Die leek me gezellig. Toen ik aan de masterclass had

meegedaan, wist ik zeker dat ik voor het Caland zou kiezen.’

Nu hij er zelf een paar maanden rondloopt, is Tico blij met zijn keuze.

‘Ik voelde me snel thuis. En gelukkig zitten er ook andere

jongens in de kunstklas, die is er echt niet alleen voor meiden.’

CALANDLYCEUM

InhoudsopgaveWaar of niet waar pagina 4

Kunstklas pagina 6

Sportklas pagina 8

Technasium pagina 10

Gymnasium pagina 12

Topsport Talentschool pagina 14

Stroomschema pagina 16

Ontdek wat jij kunt bereiken pagina 18

Caland Jeugd Basketball pagina 20

De actieve school pagina 22

Caland helpt pagina 24

Hoogbegaafdheid pagina 26

Leuk dat je er bent! pagina 28

De leraren zijn er voor jóu pagina 30

Grote zus pagina 32

Informatie over de aanmelding pagina 34

Welkomop hetCalandlyceum!

(Noot. Deze brochure is vooral geschreven voor leerlingen in

groep 8, maar uiteraard ook voor hun ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers verwijzen we in het bijzonder ook graag naar de

pagina’s 34/35.)

TIPS VAN TICO Waar moet je nou op letten, op zo’n open dag?

1. SCHRIK NIET VAN DE DRUKTE‘Het is op een open dag best druk. Daar moet je in het begin even aan wennen, maar je moet er niet van schrikken. Ik vond het eigenlijk wel gezellig.’

2. KIJK GOED OM JE HEEN‘Je doet veel indrukken op. Maak desnoods een paar aantekeningen. Dat kan handig zijn als je na alle open dagen scholen gaat afstrepen.’

3. STEL VOORAL VRAGEN‘Ik heb op de open dag zelf met twee juffen gesproken. Verder heb ik vragen gesteld aan leerlingen die hier al op school zaten. Ze waren heel eerlijk, vond ik.’

Op de omslag: Rachel Nirsoe

& Lisanne Smit (2HVQ)

2 3CALANDLYCEUMCALANDLYCEUM2015-20162015-2016

WAAR ? NIET WAAR?Bij je mentor kun je altijd terecht:

WAAR – NIET WAAR ‘Als er iets goed of slecht gaat, bespreek je dat met je mentor. We hebben elke week een mentoruur. Maar je kunt ook tussendoor vragen stellen. Ik ben op gegeven moment maar eens aan mijn mentor gaan vragen waar het echte huiswerk bleef, want in het begin kregen we maar een heel klein beetje. Dat verbaasde me een beetje. Maar de hoeveelheid huiswerk bouwen ze langzaam op, je krijgt in het begin tijd om aan de school te wennen.’ Huiswerk is leuk:

WAAR – NIET WAAR ‘Maar het is wel nodig, natuurlijk. Op een gegeven moment werd het best veel, maar daar hebben we het in de klas over gehad en nu heb ik er een oplossing voor. Ik maak in het weekend mijn huiswerk voor maandag

tot en met woensdag, soms oefen ik nog wat extra als ik een toets heb. En op woensdag doe ik mijn huiswerk tot en met vrijdag. Vrijdag zelf heb ik maar vijf uur les, dat is mijn chill-dag, dan maak ik ook geen huiswerk. Je went er dus aan. Bovendien kun je soms ook in de klas al huiswerk maken.’ Op het brugklaskamp heb ik pas echt leren koken:

WAAR – NIET WAAR ‘De eerste dag moesten we zelf koken, maar dat mislukte, we wisten niet hoe je vlees goed moest bakken. Toen hebben we nog geprobeerd om een pak spinazie klaar te maken, maar dat mislukte ook. Maar die hebben we toch opgegeten, hahaha. Het brugklaskamp was heel goed voor de klas, een mooie kennismaking. Ik zag er een beetje tegenop, maar het was hartstikke leuk. Veel gelachen.’

Best eng, die overstap naar de middelbare school:

WAAR – NIET WAAR‘De eerste week was iedereen heel stil in de klas. Alleen de meisjes hadden heel snel groepjes gevormd. En ik wist niet goed wat ik van mijn twee mentoren moest denken. Maar de ene mentor bleek, net als ik, erg van gamen te houden. En die andere mentor is gewoon erg grappig. Dus het duurt misschien twee weken, maar in de derde week voel je je wel thuis, hoor. Dan ben je de basisschool vergeten.’

Een rugzak is zwaar: WAAR – NIET WAAR

‘Maar ik heb liever een zware rugzak dan een kluisje, ik heb gewoon liefst alles steeds bij me. Voor het slapengaan leg ik al mijn boeken voor de volgende dag klaar, dan heb ik wat extra tijd om te slapen, haha.

Emre & Jorike

NieuwevriendschappenStagiaire Jorike van der Werf – ze geeft Engels – was mee naar het brugklaskamp. Van haar is deze mini-fotoreportage. Ze vond het kamp in Duinrell geweldig om mee te maken: ‘Ik vond het van tevoren bijna net zo spannend als de kinderen. Maar het was geweldig. Je doet alles samen, in die paar dagen: eten koken, schoonmaken. Als klas groei je echt naar elkaar toe. Er ontstaan nieuwe vriendschappen en kinderen hebben na het kamp meer voor elkaar over.’ Belangrijk is ook, vindt ze, dat leerlingen hun leraren op kamp ànders leren kennen. ‘Ze zien de mens àchter de leraar, en dat is veel waard.’

KOM JE ETEN??Ik controleer ze nog wel even, ’s morgens. Je hebt natuurlijk niet steeds al je boeken nodig, dat verschilt per dag.’ Het Calandlyceum is streng:

WAAR – NIET WAAR ‘Een leraar op de basisschool zei: wacht maar, het wordt op de middelbare school allemaal veel strenger. Maar de juffen en meesters zijn hartstikke leuk, vind ik. Er waren er ook leraren mee op brugklaskamp, ik heb nog staan dansen met de wiskundelerares, mevrouw Benschop. Die kan echt dansen, hoor! En meester Mica was discjockey op de discoavond, dj Mica. We mochten van tevoren verzoeknummers opschrijven. Ik had ‘Happy’ gekozen, van Pharrell, en die heeft hij heel vaak gedraaid. Ik blééf maar dansen!’

Naar de grote school. Een hele

stap. Moet je je daar druk om

maken? Een paar stellingen

voor Emre Muhlandiz (1H1).


De kunstklas is er voor leerlingen

die zich van hun creatieve kant

willen laten zien.

In de kunstklas leer je vooral jezelf kennen en ontwikkelen. Je krijgt er meer uren expressie dan in een gewone klas. Dat betekent dus dat je extra tekenen, handvaardigheid, drama, dans en muziek op je rooster hebt. Verder heb je ook CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming).

Moet je nu al een volleerd acteur of schilder zijn om de kunstklas te overwegen? Tuurlijk niet. Belangrijker is het dat je vooral veel plezier hebt in (extra) expressievakken en dat je creatief durft te zijn. Je zult merken dat dat steeds makkelijker gaat.

De kunstklas is een veilige omgeving, waarin leerlingen zichzelf mogen en kunnen uiten zoals ze dat willen. Niemand vindt dat vreemd. Daardoor groeit je zelfvertrouwen, want in die sfeer durf en kun je op den duur steeds meer. Aan het eind van elk schooljaar laten de kunstklasleerlingen in een presentatie aan ouders en belangstellenden zien wat ze aan creatiefs geleerd en gemaakt hebben.

De kunstklas is er in de eerste drie schooljaren. Je maakt in die periode (extra) culturele uitstapjes. Je gaat in de brugklas bijvoorbeeld naar theatervoorstellingen, de IDFA (een filmfestival met documentaires), de klankspeeltuin van het Muziekgebouw aan het IJ en het Rembrandthuis.

Masterclass kunstklassen:woensdagmiddag11 februari 2015.

Meld je aan viawww.calandlyceum.nl.

Kunst en cultuurzitten Caland

in het bloed

Sojourne Chan 2HVQ ‘Je kan in de kunstklas van alles doen. Je probeert van alles, dan ontdek je vanzelf wat je persoonlijk leuk vindt en waar je goed in bent. Persoonlijk vind ik muziek bijvoorbeeld wat moeilijker, noten lezen is soms lastig, maar in dansen, acteren en tekenen kan ik alles kwijt. Van drama wist ik niet veel, maar dat bevalt me erg goed – je bent je erg bewust van wat je doet. En voor de gedichtenwedstrijd moesten we ook een speeldoosje maken, daar had ik een prijs mee gewonnen– dat was wel een kick.’

TobiasRoest 2HVQ ‘Ik ben na het eerste jaar van een ‘gewone’ klas naar de kunstklas overgestapt. Eerst dacht ik: saai, kunstklas, echt iets voor meisjes. Maar ik kwam erachter hoe leuk deze vakken zijn. Je doet méér aan creatieve dingen dan een gewone klas: je hebt extra activiteiten en uitjes, en je gaat af en toe naar voorstellingen. Zelf hou ik vooral van drama, het feit dat je iemand anders kunt spelen vind ik erg leuk. Ik denk dat ik later wel acteur zou willen worden.’

Nieuwe mediaKom je in de kunstklas, dan krijg je in het tweede en derde jaar het vak Nieuwe Media aangeboden. Dat vak daagt je uit om samen – ook kritisch – naar de nieuwe media te kijken. Wat kun je er allemaal mee? Daar kom je natuurlijk ook achter door in actie te komen: je maakt foto’s en filmpjes, gaat aan de slag met verschillende apps en beeldbewerkingsprogramma’s.


Dol op sport en lichamelijke

opvoeding? Dan is dit

dé klas voor jou!

Zit je in de sportklas, dan krijg je geen drie, maar wel vijf uur gym per week. Bijna twee keer zoveel sport als in een gewone klas, dus. Daarvoor ruil je lestijd muziek, tekenen en handvaardigheid in.

In de sportklas ben je samen bewust met allerlei vormen van sport en bewegen bezig. Je krijgt speciale sportclinics en je gaat ook op sportkamp: in de eerste naar Zeeland,in de tweede naar de Ardennen. Zo leer je elkaar èn de leraren beter kennen. En natuurlijk doe je daar extra veel sport-activiteiten.

De sportklassen ‘wonen’ in de Calandhal, die naast het Calandlyceum staat. Maar als het half kan, sport je in de buitenlucht– bijvoorbeeld op sportpark Ookmeer. Je maakt bovendien kennis met sporten als squashen en klimmen. Verder kun je je uitleven bij Bounz, de spring- en stuiterhal in de oude ALO.

De sportklas duurt twee jaar. Daarna kun je toch extra sporturen blijven volgen, bijvoorbeeld als je later gymleraar of trainer wilt worden. Je krijgt dan de vakken LO2 (voor vmbo-t) of Bewegen, Sport & Maatschappij (voor havo/vwo) op je rooster.

Voor leerlingendie van sport

geen genoeg krijgen

‘Wat ik heel leuk vind aan de sportklas, is dat je eigenlijk samen een beetje een team bent. Je doet alles samen, en ik hou juist van teamsport. Ik zat vorig jaar nog in een andere klas, maar ik heb hier al heel snel nieuwe vrienden gemaakt. Ik vind het leuk om vrienden te maken. Daarnaast blijf je natuurlijk lekker fit in de sportklas, je houdt je conditie op peil. En ik heb leren hockeyen, dat had ik vorig jaar ook niet gedacht.’

Morgan Kembel

2THS

‘Ik heb zelf altijd veel gesport, ik voetbal nog bij Pancratius. En mijn broer, die nu in de zesde zit, heeft op het Caland in de sportklas gezeten. Dus ik wist wel een beetje wat ik kon verwachten. Maar de sportklas is nog leuker dan ik dacht, heel gezellig ook. Er zitten ook best veel meiden tussen, je bent niet bezig met het verschil tussen jongens en meiden. Je kunt gewoon jezelf zijn. En je leert dingen die je niet had gedacht, zoals een salto op de trampoline. Dat vond ik eng, maar ik heb ‘m nu wèl gedaan!’

AbuKhwery

2THS

SporttestWil je toegelaten worden tot de sportklas, dan krijg je een uitnodiging voor een sporttest. Bij die test wordt bekeken hoe je beweegt, hoe je coördinatie is, en hoe je je in een groep gedraagt – de sportklas is ook een kwestie van samenwerken.

Masterclass sportklassen:woensdagmiddag11 februari 2015.

Meld je aan viawww.calandlyceum.nl.


Het Calandlyceum is apetrots

op zijn technasium, het enige

van Amsterdam. Dé plek voor

vwo-leerlingen die van

Onderzoek & Ontwerpen houden.

Op het technasium krijg je zes uur per week het vak Onderzoek & Ontwerpen. Daarin werk je aan projecten die door het echte bedrijfsleven worden aangedragen. Nog ‘echter’ kan dus niet!

Denk niet, dat je op het technasium aan brommers sleutelt. Het gaat (ook) wel over techniek, maar dan hele moderne: je zoekt online naar informatie en oplossingen, leert in 3D-programma SketchUp om een model op de Mac te maken en sluit je project af met een coole Prezi.

Je werkt in groepjes van 4 aan een project. Opdrachtgevers komen zelf luisteren naar de oplossingen die je voor hun vraagstuk hebt bedacht. Regelmatig komen ook ouders naar de presentaties kijken en luisteren. Twee keer per jaar is er een Technasiumparade, waarbij alle jaarlagen laten zien waar ze aan gewerkt hebben.

Het technasium is er alleen op vwo-niveau. Dat betekent dat je in het zesde jaar een masterproef doet, een soort profielwerkstuk, waarmee je je periode op het Technasium afsluit. Tegen die tijd hebben onze 3D-printer en lasercutter al lang geen geheimen meer voor je...

AmberSijmons 2VZ1

‘Ik wilde graag iets extra’s doen, en dat heb ik gevonden bij het technasium. Het technasium draait vooral om creatief denken. In de tussentijd leer je allerlei vaardigheden, die ook handig kunnen zijn voor later: werken met SketchUp, solderen, een elevator pitch houden, presenteren... En ieder project is weer anders, je moet steeds maar weer zien hoe je het aanpakt en wat er uitkomt. In dat opzicht denk ik dat het technasium vooral ook een kwestie van ‘willen’ is.’

Ammaar Landbrug 2VZ1

‘Ik heb getwijfeld tussen gymnasium en technasium. Bij het technasium kon je voor m’n gevoel toch iets meer aan verschillende vaardigheden werken. En ik vond technologie toch wel erg leuk, daar ben ik op tijd achter gekomen. En nu raak je gewend dingen te doen, waarvan je niet had gedacht dat je ze ooit zou doen. Bovendien werk je altijd in teams en kun je een groot gedeelte van wat je doet, zelf invullen. Omdat je per project in een ander team werkt, leer je ook makkelijker met anderen omgaan.’

Geef je geestvrij baan

op het Technasium

OudersVeel ouders zijn (erg) enthousiast over het

technasium. Daarom is intussen het initiatief genomen om de ouders bij elkaar te brengen.

Ze hebben nu een LinkedIn groep: Ouderplein Technasium

Calandlyceum.


Het gymnasium is er voor

fijnproevers. Vwo-leerlingen die

dol zijn op verhalen uit de Romeinse

tijd en de Griekse mythen.

Grieks en Latijn zijn talen waarvan je de sporen ook anno 2015 nog steeds tegenkomt. Denk bijvoorbeeld maar aan ‘auto’ of ‘televisie’. Als je Grieks en Latijn leert, ben je dus op een hele actieve manier aan het spelen met taal.

Dat je met de klassieke talen ook de moderne taal beter begrijpt, is iets waar je later veel plezier aan gaat beleven. Op de universiteit is een goed taalbegrip een belangrijke bouwsteen. Uiteraard hebben de leraren op het gymnasium zelf ook op een universiteit gezeten.

Het gymnasium van het Calandlyceum is niet zo groot. Dat betekent dat je ook veel persoonlijke aandacht krijgt. Met die persoonlijke aandacht stijgen uiteraard je kansen op een goed examenresultaat.

Op het gymnasium onderneem je extra activiteiten en bezoek je bijvoorbeeld extra tentoonstellingen, die samenhangen met de oudheid.

Het gymnasium brengt het

verleden terug

Fong Wong Ip 2VG

‘Ik wilde eerst de kunstklas gaan doen, maar Grieks en Latijn leken me toch interessant. Ik vind de oude verhalen erg leuk, dus ik dacht: het gymnasium – waarom niet, eigenlijk? Het Latijn helpt me ook bij andere talen, vooral bij Engels. Ik vind het ook wel uitdagend: als je bij de verschillende naamvallen verkeerd vertaalt, heb je ook alles fout. Andersom: doe je het goed, is er niets aan de hand, natuurlijk.’

Tweedejaars leerlingen van het gymnasium maakten in het najaar filmpjes over Griekse mythen. Die filmpjes produceerden ze van het begin tot het eind: ze schreven een kort script, acteerden zelf en monteerden zelf. Met die filmpjes gingen ze terug naar de groep 8 van hun oude basisschool. ‘Ze vonden het daar hartstikke leuk’, vertelt Julius, die met zijn groepje de mythe van Deukalion en Pyrrha had verfilmd. ‘Op die manier gaan die oude Griekse verhalen toch iets meer voor ze leven.’

De mythe van Deukalion en Pyrrha geldt als een van de bekendste zondvloedverhalen uit de Griekse oudheid. Om de mensen te straffen zond Zeus een zondvloed uit over de wereld. Alleen Deukalion (zoon van Prometheus) en Pyrrha (dochter van Epimetheus) bleven in leven. Het orakel van Themis vertelde ze hoe ze de aarde opnieuw moesten bevolken: ze moesten dat doen door ‘de botten van de grote moeder’ te gooien. De stenen die Deukalion wierp veranderden in mannen, die door Pyrrha waren geworpen in vrouwen.

Julius Tempelaars 2VG

‘Ik wilde eerst gewoon atheneum gaan doen, maar de school kwam met het idee van het gymnasium. Ik hàd altijd al wat met de oudheid: in groep 8 gingen mijn spreekbeurten en werkstukken altijd al over de Griekse goden en de mythologie. En ik las graag de boeken van Percy Jackson. Ik denk dat Latijn later vooral heel handig kan zijn als je iets wilt in de medische wereld. En het gymnasium staat goed op je CV. Je moet er wèl leergierig voor zijn.’


CALANDLYCEUM2014/2015

LOOT, hoe zit dat?De topsportbrugklas heet ook wel: LOOT-brugklas. LOOT staat voor: Landelijk Overleg Onderwijs & Topsport. Als je sportbond vindt dat je een echt toptalent bent, krijg je de officiële LOOT-status. Die heb je nodig om voor een Topsport Talentschool in aanmerking te komen. Je krijgt dan verschillende vrijstellingen: je kunt bijvoorbeeld toetsen maken op afwijkende momenten en je mag gespreid examen doen. De topsportbrugklas heeft een eigen klaslokaal. Voor jonge topsporters van tweede klas of hoger die in alle rust willen leren en studeren is er een aparte studieruimte.

Heb je een LOOT-status, zit je nog op een andere school – misschien in een hogere klas – en wil je volgend jaar op het Calandlyceum instromen, dan kun je een afspraak maken om je persoonlijke mogelijkheden te bespreken. Het Calandlyceum begeleidt topsporttalenten in vmbo-t, havo en vwo, van de jaren 1 tot en met 6. Mail voor meer informatie of een afspraak naar [email protected] of [email protected].

Nieuw: de Wall of FameIn de hal van het Calandlyceum hangt de Wall of Fame, een muur met foto’s van oud-topsportleerlingen van school. Wanneer kom je op die fotomuur? Als je Nederland op het hoogste niveau (senioren) hebt vertegenwoordigd in jouw tak van sport.

Als je een mobieltje of tablet hebt, kun je via de QR-code op de foto meer over de sporters op de Wall of Fame te weten komen. Tussen de sporters die je op de Wall of Fame tegenkomt, zitten bekende voetballers als Nigel de Jong, Gregory van der Wiel, Urby Emanuelson en Jeremain Lens, maar ook tennisser Martin Verkerk (finale Roland Garros), tienkampster Jolanda Keizer en honkballer Sydney de Jong (wereldkampioen honkbal).

Het Calandlyceum is de enige

middelbare school in Nederland

met een aparte brugklas

voor jonge topsporters.

Of je nu vmbo-t, havo of vwo volgt, als jonge topsporter wil je in jouw tak van sport de top halen. Daarvoor moet je (extra) veel trainen. In de LOOT-brugklas kan dat: je hebt samen les van 10.30 tot 14.15 uur, daarbuiten kun je tijd aan je sport besteden. Als je niet hoeft te trainen, heb je verplichte studieuren.

In de topsportbrugklas probeer je je huiswerk zoveel mogelijk vast op school te maken. Verder werken de jonge topsporters met Gepersonaliseerd Digitaal Leren: leren op maat. Je hebt ook geen zware boekentas meer, maar een iPad of een laptop waar al je lesmethoden op staan. De topsportbrug-klas werkt met een club vaste leraren, die allemaal naar het topsportlokaal komen.

De leerlingen in de LOOT-klas (zie kader) krijgen het Athletic Skills Model aangeboden. Dat programma probeert sportieve jeugd zo breed mogelijk op te leiden. Je wilt topsporter worden, wat komt daar dan allemaal bij kijken? Hoe gedraag je jezelf, wat is een topsporthouding, en wat voor voedingspatroon hoort daarbij? Daarover gaat het dus óók, bijvoorbeeld in je mentorles.

Twee uur per week krijg je LO-lessen die onder leiding staan van een lerares (zelf oud-topsporter) die ook sportpsychologe is. Je bent dan niet alleen bezig met lenigheid en motoriek, maar ook met zaken als sociaal gedrag, teambelang en leiderschap. Als je het zo bekijkt, is het ook logisch dat de topsportbrugklas ook een uur expressie per week krijgt: in je sport moet je toch ook creatief kunnen zijn?

De brugklasvan de Topsport

Talentschool

Tyrese SimonsSport: voetbal FC Volendam, D1. Aantal trainingsuren per week: 6.‘Het helpt wel degelijk, dat ik in de LOOT-klas zit. Ik heb ook reistijd naar Volendam, dus het rooster van de topsportbrugklas is erg prettig.’

Jesse de Hartog Sport: tennisAmstelpark Tennis Academy. Aantal trainingsuren per week: 16.‘Ik ben blij dat ik in de LOOT-klas zit. We doen zoveel mogelijk huiswerk in de klas. Had ik niet in de LOOT-klas gezeten, dan had ik dus thuis meer huiswerk gehad – en minder tijd voor tennis.’

Madelief Teeken Sport: turnen TurnZ Amsterdam. Aantal trainingsuren per week: 25. ‘We zijn bij turnen best veel tijd kwijt aan trainingen. Dus alles wat we op school kunnen doen, is meegenomen. Verder is het prettig dat we ’s morgens later beginnen, dat betekent dat we ’s ochtends vroeg ook kunnen trainen.’

14 15CALANDLYCEUM2015-2016

1 vmbo-t 1 havo

2 havo2 vmbo-t 2 vwo


hbombo universiteit


5 havo 5 vwo

6 vwo

1 vwogymnasium technasium

1 vmbo-thavo

1 vwohavo

Je kunt op het Calandlyceum alle kanten op. Er zijn

kunstklassen en sportklassen, we hebben een technasium en

er is een gymnasium. Daarnaast zijn er ook ‘gewone’ klassen,

zonder apart profiel.

Het Calandlyceum is een scholengemeenschap met vmbo-t, havo en vwo. De school is niet klein, maar wel kleinschalig georganiseerd. Er zijn aparte afdelingsleiders en decanen/zorgcoördinatoren voor onder- en bovenbouw. Je ziet in elke afdeling ook steeds dezelfde leraren terug. Kies je niet voor kunstklas, sportklas, technasium of gymnasium, dan begin je in een ‘gewone’ brugklas. Maar voor ‘gewone’ brugklassen wordt er ook van alles georganiseerd, kijk maar eens op de pagina’s 22 & 23. Het Calandlyceum heeft – naast de profielklassen – brugklassen vmbo-t (mavo), havo/vmbo-t, vwo/havo en vwo. Voor vwo-leerlingen die ook Grieks en Latijn willen volgen is er een aparte brugklas gymnasium. Voor jonge topsporters bestaat er een aparte vmbo-t/havo/vwo-brugklas. Hiervoor is de LOOT-status vereist.

Het Calandlyceum heeft volgend

schooljaar (2015-2016) plaats voor

de volgende brugklassen:

• Vmbo-t: 2 klassen (waarvan 1 sportklas) (26 leerlingen)

• Vmbo-t/havo: 3 klassen (waarvan 1 sportklas en 1 kunstklas) (27 leerlingen)

• Vmbo-t/havo/vwo: 1 klas (LOOT) (24 leerlingen) • Havo: 1 klas (28 leerlingen) • Havo/atheneum: 2 (1 sportklas en 1 kunstklas)

(28 leerlingen) • Vwo: 4 klassen (waarvan 1 atheneum,

2 technasium en 1 gymnasium) (28 leerlingen)

Stroomschemavoor alle niveausWat zijn je mogelijkheden op het Calandlyceum? Bekijk daarvoor op het gemak eens dit stroomschema.

• Met een vmbo-t diploma kun je naar het middelbaar beroepsonderwijs of de havo, met een havo-diploma komt het vwo of het hoger beroepsonderwijs binnen bereik. Wil je naar de universiteit, dan heb je daar een vwo-diploma voor nodig.

• De kunstklas duurt drie jaar.• De sportklas duurt twee jaar. Daarna kun

je nog extra sporturen volgen via de vakken LO2 (vmbo-t) of Bewegen, Sport & Maatschappij (havo, vwo). Je kunt voor LO2 en BSM examen doen.

• Het technasium (vwo) loopt in de vorm van het vak Onderzoek & Ontwerpen zes jaar door.

• De LOOT-brugklas voor topsporttalenten, die dit jaar van start is gegaan, is de enige met een combinatie vmbo-t/havo/vwo.

Op weg naar de universiteit Na de middelbare school ben je nog niet klaar. Misschien weet je nu al dat je tegen die tijd heel graag naar de universiteit zou willen. Dan kun je op het Calandlyceum in ieder geval vast je vwo-diploma halen, want dat heb je dan nodig. Maar bij ons krijgen vwo-leerlingen nog iets méér. Om te beginnen doe je een uur filosofie per week. Zo leer je goed en vrij te denken. Daarnaast is er wekelijks een apart uur ‘wetenschapsoriëntatie’. Het Calandlyceum is de enige WON-Akademie in Amsterdam. De letters WON staan voor: Wetenschaps Oriëntatie Nederland. In dat wekelijkse uurtje probeer je als vwo-leerling al een beetje om als onderzoeker te denken, als wetenschapper. Want wetenschappers doen nu eenmaal veel onderzoek. WON leert je waar je dan allemaal rekening mee moet houden. De goede vragen verzinnen, bijvoorbeeld. De juiste conclusies trekken. Een prima samenvatting maken, en die dan vlot kunnen presenteren. Wel zo handig als je daar dan op het Calandlyceum vast een beetje in ‘getraind’ bent. Eigenlijjk ben je als vwo-leerling dus al vanaf de brugklas dus met wetenschap bezig.

Veel om uit te kiezen


HELEMAAL ALLEENIk zie een plekEen grote oppervlakte, helemaal voor mijzelfHet is er heel stil, muisstilSoms licht, soms donkerIk ruik het zoute langstromende waterDe rivier die twee wegen opgaat,een rustige en een wildeIk voel de steentjes onder mijn voeten,de grijze ruwe steentjesZe voelen hard, ruw en kilDe grote bergen omringen mijHet is stil, zo stil dat ik bijna zeker weetdat ik hier de enige benHelemaal alleen

Lamyae Aoulad Aakki

Iedereen wastrots op meZe had nog nooit een gedicht geschreven. Maar na

een paar tips rolden er prachtige regels uit de pen van

Lamyae. En op de PoëzieRevue, voor een volle zaal,

las ze het vloeiend voor – zónder stotteren.

Een gedicht? Hoe pak je zoiets aan? Lamyae Aoulad Aakki uit kunstklas 2THQ had veel aan de tips van de mevrouw van de School der Poëzie. ‘Zie in gedachten een plek voor je, zei ze, en bedenk wat daar zou kunnen gebeuren. Ik moest aan een leeg gebied denken, met rotsen en rivieren. Ik dacht: stel dat ik daar alleen zou zijn, en niemand die je ziet.’

Niet op de computer, maar met pen en papier (‘dan krijg je meer dat dichtersgevoel’) schreef ze vervolgens ‘Helemaal alleen’. Dat ging best snel. Maar aan de eerste versie heeft ze daarna geen letter meer veranderd. De juf van Nederlands, mevrouw Moolhuijsen, vond het ‘echt heel mooi’. En toen die vervolgens alle gedichten – anoniem – had voorgedragen, koos de hele klas ‘Helemaal alleen’ als mooiste gedicht van 2THQ.

Dat betekende dat Lamyae het zelf voor moest dragen in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, voor een volle zaal. Lamyae: ‘Ik dacht: de hele klas weet al dat ik stotter, ik ga het gewoon dóen. En weet je? Het ging helemaal vloeiend! Zonder stotteren! Ik was best wel trots op mezelf.’

En ze was niet de enige. De hele klas, de juf, de mevrouw van de School der Poëzie, haar moeder – ‘iederéén was trots op me’. Ze won uiteindelijk niet de eerste prijs van de PoëzieRevue, maar dat vond ze niet erg: ‘Ik had tóch een beetje gewonnen.’

Ouasim, man van de wereldOpeens was hij even terug op school. Zo maar, omdat hij het altijd zo naar zijn zin had op het Caland. Op een vrije dag kwam hij even aanwaaien, helemaal uit Griekenland: Ouasim Bouy, al jaren een van de grootste voetbaltalenten van Nederland.

Hij speelde bij Ajax en is nu eigendom van Juventus. De Italianen hebben hem dit seizoen uitgeleend aan Panathinaikos, waarmee hij dit jaar Europa League speelde (onder andere tegen PSV). Juventus heeft zijn contract met twee jaar verlengd, dus dat duidt op vertrouwen.

Op zijn 21ste heeft hij al gespeeld voor Ajax, Juventus, Brescia, HSV en Panathinaikos. In dat opzicht heeft hij ook al behoorlijk ontdekt wat hij kan bereiken: ‘Mooi lijstje, toch?’

Ouasim kwam zijn oude LOOT-begeleiders Mark Hilberts en Kees van Nuland even vertellen dat het goed met hem gaat, en dat het leven in Griekenland mooi is. ‘Uitzicht op zee, zwembad, lekker eten – je moet er ook een beetje van genieten!’

Dankbaar is hij nog steeds. ‘Het was destijds een goede beslissing van mijn moeder om voor het Calandlyceum als Topsport Talentschool te kiezen. Het was wel heel wat reizen, vanuit de Zaanstreek, maar zonder het Caland had ik school nooit kunnen combineren met mijn trainingen bij Ajax.’

Ontdekwat jij kuntbereiken


To CJB or not to CJBWanneer kom je voor Caland Jeugd Basketball in aanmerking? Je kunt je aanmelden voor een selectietraining. Daar wordt besloten of je wordt toegelaten. Als dat zo is, krijg je (in de meeste gevallen) ook een topsportstatus. Op het Calandlyceum word je daarmee geplaatst in de topsportbrugklas. Aan de LOOT-brugklas is een bijdrage van € 150 verbonden, voor Caland Jeugd Basketball betaal je circa € 100.

Voor meer informatie: www.sojb.nl, of mail naar Brord Brugman: [email protected]. In overleg kun je altijd een keertje meetrainen.

Caland Jeugd Basketball

Een leerlingin BadalonaDit is een foto uit een Spaanse basketballwedstrijd. En die jongen rechts, die zit op het Calandlyceum. Raar verhaal, hè? Matt Haarms, 6VWO, werd vorig jaar door de bekende basketballclub Badalona ontdekt tijdens een trip die Caland Jeugd Basketball maakte naar Spanje. De Spanjaarden waren zó onder de indruk van Matt, dat ze hem graag wilden ‘houden’.

Maar ja, hoe doe je dat? Wonen en spelen in Spanje (Badalona ligt vlak bij Barcelona), maar ook je school niet vergeten? Matt schreef zich in bij het Calandlyceum, waar er veel ervaring is met jonge topsporters - ook als ze niet altijd op school (kunnen) zijn. En zo heeft Matt vanuit Badalona nu per Skype, mail en WhatsApp contact met zijn leraren in Amsterdam. Voor de toetsweek kwam hij even naar Nederland. Daarna gauw weer terug naar Spanje, naar de beste basketballopleiding van Europa.

CJB helptLawrence Slim zit al vijf jaar in het CJB-programma. Hij speelt bij Harlemlakers, maar traint dus ook elke dag via school: ‘Drie uur per week twee uur ‘s ochtends, en twee keer per week een uur krachttraining. Daarnaast train ik tien uur per week bij de club.’

Hij heeft de afgelopen vijf jaar bij CJB vooral kunnen trainen op zijn individuele kwaliteiten. ‘Dat was wel heel prettig. ‘s Avonds, bij de club, train je toch vooral in teamverband. Als ik niet bij CJB had gezeten, had ik mijn persoonlijke skills ergens anders moeten ontwikkelen.

Passen, dribbelen, schieten: het zijn de basics, die moet je wèl onderhouden. Als je wat wilt bereiken in basketball, moet je uren maken. CJB biedt die kans.’

Stuiterendnaar de top

Bonk, bonk, bonk, bonk. Wie ’s morgens de Caland-

sporthal nadert, hoort al van ver het ritmische

geluid van stuiterende basketballen. Hier trainen

de talenten van Caland Jeugd Basketball.

De CJB-basketballschool is een initiatief van de stichting Ontwikkeling Jeugd Basketball Amsterdam en het Calandlyceum. De talenten zitten bij het Calandlyceum op school en spelen bij clubs in Amsterdam of daarbuiten. Daar trainen ze, meestal ’s middags, al zo’n drie tot vier keer per week. Via Caland Jeugd Basketball krijgen ze de kans om – met name in de ochtenduurtjes – onder schooltijd extra trainingsuren te maken. Ze werken vooral aan hun individuele basketballvaardigheden.

Intussen hebben zich zo’n 40 basketballtalenten aangesloten bij CJB, onder wie een vijftal meiden. Ze zitten in alle klassen, van de eerste tot en met de zesde. Sommige spelers en speelsters zijn intussen doorgedrongen tot nationale jeugdselecties.De CJB’ers komen in veel gevallen ook van buiten Amsterdam.

Via CJB kun je als Caland-leerling zo’n tien uur extra basketball-training per week krijgen, nààst de trainingen die je op je eigen club volgt. Er wordt vooral op techniek geoefend. In de eerste of tweede klas wordt er een stage gelopen in dé basketballstad van Europa: Badalona, Spanje.


De actieve school

PodiumtalentHet Calandlyceum zet de spotlights graag aan voor al het talent dat op school rondloopt. De een danst geweldig, iemand anders speelt prachtig viool – en het is gewoon leuk om daar af en toe samen naar te kijken.

Dus organiseren we bijvoorbeeld Music 4 You (een muzikale showcase) en So You Think You Can Dance (een dansbattle). Speciaal voor brugklassers is er het brugklastoneel, uiteraard in onze eigen theaterzaal. Bovenbouwleerlingen zetten dit jaar – samen met Toneelgroep Amsterdam – een eigen toneelversie van Hamlet’s ‘Lear’ op het podium.

Calandloop & Van GilsloopHou je van hardlopen? Dan zit je goed wanneer in april de Calandloop worden gehouden. De eerste- en tweedeklassers doen (verplicht) mee – je rent dan een rondje om de Sloterplas. Voorafgaand ga je natuurlijk wel met je gymleraar in training.

Leerlingen uit de bovenbouw rennen vervolgens hetzelfde rondje tijdens de Van Gilsloop, vernoemd naar de oud-directeur van het Calandlyceum, mevrouw Liesbeth van Gils.

PAL-wekenDe letters PAL staan voor Projecten, Activiteiten & Lessen. Drie keer per jaar is er een PAL-week, waarin het gewone lesrooster wordt vervangen door een stapel leerzame of ontspannende activiteiten. Vaak spelen die zich ook buiten de school af, bijvoorbeeld in een museum. In de onderbouw ga je op kamp (zie pagina’s 4/5), in de bovenbouw ga je op werkweek naar het buitenland. Op de foto een activiteit uit een eerdere PAL-week: snijpracticum in het biologielokaal.

Weg Met BiologieOngeveer eens in de drie, vier weken trekken biologieleraren er op uit om de natuur te verkennen. Biologie buiten het klaslokaal, dus! Leerlingen die dat leuk vinden, kunnen dan mee. Je gaat bijvoorbeeld naar het strand, naar de herten in het bos, of je ontdekt wat er aan de slootkant leeft. Deelname aan het populaire excursieprogramma Weg Met Biologie is gratis. Regelmatig sluiten ook geïnteresseerde vaders en moeders aan.

Het Calandlyceum

organiseert allerlei

extra activiteiten, binnen

en buiten school. Wat

valt er zoal te doen?

22 23CALANDLYCEUM2015-20162015-2016

CALANDLYCEUM

Caland helptHuiswerkklas Vier middagen per week (van maandag tot en met donderdag) heeft het Calandlyceum een huiswerkklas voor eerste- en tweede-klassers. Je kunt daar dan – onder begeleiding – in alle rust je huiswerk maken. Wel zo prettig voor de concentratie!

Je kunt zelf voor de huiswerkklas kiezen, maar soms schuiven leerlingen ook aan op advies van leraar, mentor of ouders. De huiswerkjuf kan je ook helpen bij het plannen van je huiswerk.

De huiswerkklas is onderdeel van het Studiecentrum op de vierde verdieping. Daar zit ook de Mediatheek. Leerlingen uit de bovenbouw hebben daar aan het eind van de middag ook de mogelijkheid om – samen of alleen – rustig te studeren.

Elke dag zijn er wel een paar leraren aanwezig om vragen te beantwoorden of iets uit te leggen.

Lees- en rekenproblemenLezen is voor sommige kinderen een worsteling met letters. Het kan zijn dat je dan last hebt van dyslexie. Je bent dan niet minder slim, je hebt alleen wat meer tijd nodig voor lezen en spellen.

Het Calandlyceum heeft een eigen remedial teacher die leerlingen met leesproblemen helpt. Alle nieuwe brugklassers doen aan het begin van hun eerste schooljaar twee toetsen: een dictee en een stilleestoets. Als daaruit blijkt dat je misschien dyslectisch bent, krijg je aanvullende testen. Soms is op de basisschool al duidelijk dat je lees-problemen hebt. Misschien heb je zelfs al een dyslexieverklaring.

Op het Calandlyceum hebben we een cursus van tien lessen om je te helpen. Je krijgt dan in kleine groepjes tips en trucs die het lezen wat makkelijker kunnen maken. Dyslexie valt niet op te lossen, maar er is best wat aan te doen! Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen een dyslexiepas. Daarmee mag je meer tijd gebruiken voor toetsen of boekverslagen.

Alle brugklassers krijgen wekelijks een extra lesuur Taal, waarin aandacht wordt besteed aan tekstbegrip en woordenschat.

Dyslexie-met-cijfers wordt dyscalculie genoemd. De cijfers dansen dan voor je ogen. Loop je daardoor een rekenachterstand op, dan is er op dat vlak ook hulp beschikbaar – bijvoorbeeld in de vorm van bijlessen Rekenen.

Lessen In OrdeLessen In Orde (LIO) – het klinkt heel vanzelfsprekend. Maar op het Calandlyceum staat LIO ook echt ergens voor. Het betekent namelijk dat – zeker in de onderbouw – alle lessen op dezelfde manier zijn opgebouwd.

De leraar geeft aan het begin van de les namelijk duidelijk aan wat je als klas gaat doen.

In elke les is er tijd om voor jezelf- maar ook om samen te werken. Op dat moment kun je natuurlijk ook met je vragen bij juf of meester aankloppen.

Tegen pestenPlagen, pesten – leuk is anders. Het Calandlyceum heeft een hekel aan pestgedrag en doet daarom veel tegen pesten. Je nieuwe brugklasmentor zal al snel met je bespreken hoe we op school met elkaar omgaan. Daarin is natuurlijk geen plaats voor pesten. Samen bespreek je wat je doet op het moment dat iemand in de klas er toch mee te maken krijgt.

Als er in een klas toch een geval van pesten aan het licht komt, doen de betrokken leerlingen (eerst apart van elkaar) bij mentor en zorgcoordinator hun verhaal. Hierna volgt een ‘herstelgesprek’, waarbij de pestende- en de gepeste leerling samen aan tafel zitten. Ieder maakt duidelijk wat het pestgedrag met ze heeft gedaan. Ook wordt afgesproken hoe de partijen met elkaar verder gaan. Ook de ouders worden daarbij betrokken.

Mocht het nodig zijn, dan volgt er nog een herstelgesprek met de hele klas.

Caland AlumniCaland Alumni is de naam van een groep oud-leerlingen, die graag iets voor hun oude school willen betekenen. Ze doen dat bijvoorbeeld door mentorprojecten: leerlingen (meestal uit de bovenbouw) worden dan met oud-leerlingen in contact gebracht. Vervolgens worden ze een tijdje door deze mentoren begeleid. Ze kunnen vragen stellen – en handige tips krijgen – over zaken als studiekeuze en solliciteren.

Soms nemen mentoren leerlingen mee op bedrijfsbezoek, soms is het gewoon prettig om te kunnen ‘sparren’ met iemand die de overstap van school naar maatschappij zelf al heeft gemaakt.

ExamentrainingExamens? Daar wil je nu misschien nog even niet aan denken. Maar over een paar jaar staan ze voor de deur en dan is het zaak om goed voorbereid te zijn.

Met dat idee gingen leraren en leerlingen uit de examenklassen afgelopen schooljaar voor het eerst samen ‘op trainingskamp’. In de rust van Friese dorpjes als Pingjum en Elahuizen werd er van ’s morgens vroeg tot in de avond een paar dagen in kleine groepjes hard geoefend voor de examens. Dat hielp! De leerlingen voelden zich beter voorbereid voor het examen. Dat was ook goed voor het zelfvertrouwen. En natuurlijk bleef er ook nog tijd over voor gezelligheid, een spelletje, een beetje chillen en samen eten maken.


Nina heeft een IQ van 140,

maar ze vond de basisschool

niet leuk meer. Aan het

Technasium beleeft ze meer

plezier. Een opdracht krijgen en

die dan zelf oplossen, dat vindt

ze leuk.

Nina Vens zit nu in de tweede klas van het Technasium. Ze volgt vijf uur per week Onderzoek & Ontwerp, en daarnaast krijgt ze – samen met andere hoogbegaafde leerlingen – extra uitdagingen aangeboden. ‘We doen bijvoorbeeld in plaats van gewoon biologie proefjes, die zowel met biologie als scheikunde te maken hebben. Theorie met opdrachten, dat vind ik leuk.’

Maar school was niet altijd leuk voor Nina. Als de dingen wel erg makkelijk gaan, beleef je daar weinig plezier aan.

‘Dan heb je iets snel af en raak je verveeld’, zegt ze. In groep 7/8 had ze een juf die zich geen raad wist met haar hoogbegaafde leerling. Nina werd boos en chagrijnig, vertelt haar moeder Ruth. ‘Ze wilde niet meer naar school. Hoogbegaafdheid wil niet zeggen dat alles makkelijk voor je is, het is vooral een kwestie van: wat heeft ze nódig? Van ons hoefde ze niet eens naar het vwo, we wilden gewoon het bèste voor haar. We hoopten dat ze weer plezier in school zou krijgen.’

Het Calandlyceum probeert hoogbegaafde kinderen zoveel mogelijk ‘op maat’ te helpen (zie kader). Het Technasium blijkt daarbij vaak een mooi begin. Nina: ‘Dat leek me wel leuk, dat biedt iets extra’s. Je moet zelf aan de slag, dingen oplossen. We zijn voor de Technasium Top Award bijvoorbeeld een gebouw aan het bedenken dat energie kan leveren. Dat spreekt me aan, want

daar zitten biologie èn scheikunde aan vast. En het helpt de natuur ook nog.’

In het eerste jaar op het Caland nam Nina deel aan extra activiteiten voor hoog-begaafden. Ze volgden workshops over onderwerpen als het sterrenstelsel en stamcellen, of bouwden een Arduino-computertje of een weerstation. Daarnaast kregen ze tips over ‘leren-leren’: hoe leer je het best? Daar zou Nina graag nog meer mee willen: ‘Verschillende manieren om te leren. Een mindmap maken, OK, maar hoe pas je die toe?’

En af en toe vakken of uren inruilen voor iets uitdagenders, dat zou mooi zijn, denkt ze. Latijn aanbieden als extraatje is leuk, maar ze zag er het nut niet zo van in: ‘Ik hoef geen dokter te worden, ik denk eerder dat ik later iets met computers ga doen. Het kan nog alle kanten op.’

Calandlyceum leert omgaan met hoogbegaafdenElke leerling is anders. Maar hoogbegaafde leerlingen zijn een categorie op zich. Het Calandlyceum doet steeds meer ervaring met ze op en heeft een aparte begeleider voor ze, Wim van Heusden. Een groep leraren wordt speciaal opgeleid om de hoogbegaafden steeds beter te kunnen bedienen. Ze leren ‘ruimte’ te maken in hun lessen, speciaal voor hoogbegaafden. Wim van Heusden: ‘Er zijn kinderen bij die na één, twee jaar eigenlijk al in sommige vakken examen zouden kunnen doen. In de toekomst gaat die mogelijkheid ook ontstaan. Dus we moeten leren om ze de kans op versnelling te geven, dat motiveert vaak nog meer dan verbreden en verdiepen. Als ze iets sneller af hebben, kunnen ze hun tijd weer aan andere dingen besteden.’

Wat doet het Calandlyceum? Hoogbegaafde leerlingen volgen

extra colleges/workshops, bijvoorbeeld over celbiologie of elementaire deeltjes. Binnen het rooster wordt naar mogelijkheden gekeken om extra uitdagingen aan te bieden.

Er bestaan goede banden met HB020, Leonardoscholen en Day A Week-initiatieven. Sommige basisscholen sturen hun ‘plus-leerlingen’ al met enige regelmaat naar het Calandlyceum om mee te draaien in een extra programma.

Hoogbegaafden krijgen in een plus-klas les in ‘leren leren’: effectief met lesstof omgaan. Ook is er studiebegeleiding.

Er is een aparte begeleider voor hoogbegaafde leerlingen. Omdat ‘hoogbegaafdheid’ maatwerk vraagt, bestaan er korte lijnen met de ouders – ook vanuit de afdelingsleiding.

Een aparte activiteit voor hoogbegaafden is het project ‘ICT in de wolken’. Ze werken hier dan met Arduino-computertjes, leren programmeren in Python, of bouwen zelf apps en games.

Er zijn verschillende manieren waarop het IQ van mensen berekend en gewaardeerd wordt. Er zijn ook verschillende ‘soorten’ van intelligentie: algemeen, verbaal, numeriek, ruimtelijk-inzichtelijk, sociaal en emotioneel. Iemand met een IQ van boven de 130 wordt als ‘hoogbegaafd’ beschouwd.

Volgens Wikipedia kan hoogbegaafdheid omschreven worden als een combinatie van uitzonderlijke intelligentie, creativiteit en doorzettingsvermogen.

In Amsterdam hebben de ouders van hoogbegaafde kinderen zich verzameld in het platform HB020.

Op zoek naariets extra’s Wim van Heusden


Leuk dat je er bent!‘Een béétje afstand met de leraar mag er natuurlijk altijd wel zijn, maar met een handdruk doorbreek je een grens. Je geeft het signaal: je mag altijd bij me komen.’

Dat doen ze dan ook. Als hij toevallig een keer niet bij de deur staat om handen te schudden, komen de leerlingen vanzelf wel naar zijn bureau om toch even contact te maken. En als hij een hand krijgt van een leerling die hem niet aankijkt, zal hij er altijd iets van zeggen: ‘Halló, kijken we elkaar niet meer aan?’ ‘Handen geven, oogcontact

– dat geeft vertrouwen. Dan behandel je iemand met respect, en dat vind ik heel belangrijk.’

Het is zijn laatste jaar op het Calandlyceum. In de zomer gaat de leraar aardrijkskunde met pensioen. Het onderwijs helemaal loslaten zal hij niet doen, vermoedelijk gaat hij nog als inval-leraar op scholen verder. Want hij kan de jeugd nog niet echt missen: ‘Kinderen gaan vóór, ik hecht aan kinderen. Ik heb liever dat leerlingen in een pauze in mijn lokaal komen om iets te bespreken dan

dat ik in de lerarenkamer zit. Je helpt ze verder op de ladder, ze moeten met een goede stap de maatschappij in – dàn heb je iets bereikt. Kansen bieden. En ik weet dat het Caland kansen heeft geboden aan leerlingen die ze elders niet gekregen zouden hebben.

Dat betekent niet dat ze het makkelijk hadden, maar er is weinig mooiers dan kinderen die boven zichzelf uitstijgen – iets presteren wat ze zelf misschien niet voor mogelijk hadden gehouden.’

Kinderen gaan vóórDie handdruk aan het begin van de les? Die heeft Nico van Yperen ooit op het Calandly-ceum (toen nog: OSG, Osdorper Scholen Gemeenschap) geïntroduceerd. Het zal ’n jaar of twaalf, dertien geleden zijn geweest, hij kwam toen van Makeblijde College in Rijswijk. ‘Daar was het heel gewoon.’

Op het Caland keken ze er eerst een beetje raar tegenaan, weet hij nog.

‘Maar op Dalton- en Montesso-ri-scholen doen ze het ook, hoor. Ik vind het persoonlijk heel belangrijk, dat leerling en leraar elkaar even de hand schudden. Je maakt zo de afstand korter.’

Een jonge juf‘Juf’ Winter is afgestudeerd in wiskunde. Ze maakt de lerarenopleiding af naast het lesgeven, ze leert dus vooral veel in de praktijk.

Misschien gaat ze ooit nog het bedrijfsleven in, dat weet ze nog niet. Voorlopig vindt ze het lesgeven juist erg leuk: ‘Ik heb in een tussenjaar lesgegeven op een basisschool in Afrika. Toen ontdekte ik hoe leuk het was om kinderen rekenen en wiskunde te leren.’

Voor een ‘juf’ is Rosa Winter misschien nog erg jong, 26 pas. Vinden leerlingen het niet raar, zo’n jeugdige leraar voor de klas? ‘Nee hoor, dat kan juist ook een voordeel zijn. Je zit dicht bij hun eigen ‘wereld’. En je bouwt krediet op door ze te helpen ingewikkelde sommen op te lossen.’

'Het viel me meteen op hoe leerlingen en leraren

hier contact maken'

Een nieuwe school, vol nieuwe gezichten. Hoe gaan die

met elkaar om? Dat moest Rosa Winter, een nieuwe lerares

wiskunde, dit jaar zelf ook even uitvinden.

Een hand geven‘Het viel me meteen op hoe leerlingen en leraren hier contact maken. Vooral dat handen geven bij de deur van het lokaal. Ha, welkom. Leuk dat je er bent. Een soort erkenning van elkaar. Soms zijn ze na een les al weg en komen ze toch nog even langs om je dat handje te geven. Dat is leuk.’

Contact maken‘Eigenlijk gebruikt iedere leerling hier de benamingen ‘juf’ en ‘meester’. Het is op een bepaalde manier ook wel heel lief, vind ik. De docenten geven om de leerlingen, die band is best persoonlijk. Ze weten ook best veel van ze.’

Mensen zoeken‘Het is best een groot gebouw, met veel leerlingen. Maar leerlingen zijn wereldwijs – die vinden hun weg wel. Het viel me op dat ze heel goed weten waar en bij wie ze moeten zijn. Je weet precies wie je nodig hebt. Mentoren, leraren, afdelingsleider en zorgcoördinator: die weten ze goed te vinden, hoor.’


De leraren zijn er voor jóuHet Calandlyceum is best een grote school.

Maar we doen er alles aan om de school zo

kleinschalig mogelijk te houden. Bijvoorbeeld

door vaste teams van leraren in te zetten voor

vmbo-t, havo of vwo. Zo zie je altijd dezelfde

gezichten voor de klas.

Dit zijn ze. De leraren van dit jaar, aangevuld met adminis-tratief personeel, conciërges, afdelingsleiders, decanen, noem maar op. Een kleine 200 zijn het er, gefotografeerd op de eerste dag van het schooljaar 2014-2015. Misschien zitten jouw toekomstige leraren er ook wel tussen?!

De leraren doen natuurlijk hun best om je vooruit te helpen, een beetje alsof ze je coach zijn. Ze stimuleren je als leerling op hún eigen manier zodat je zelf ook steeds beter op je eigen manier en in je eigen tempo kunt leren. Op een manier die bij je past. Als dat goed gaat, zal je zelfvertrouwen groeien. En dan kun je steeds meer aan, ook op eigen kracht.

Ergens op deze foto staat de Sinterklaas van

het Calandlyceum. Wie denk je dat het is? Kijk voor

het antwoord op de volgende pagina!

?

???

?

In opleidingHet Calandlyceum heeft heel veel leraren. In de praktijk zie je vaste gezichten voor de klas. Het Calandlyceum is echter ook opleidingsschool. Dat betekent dat ook leraren in opleiding op het Caland ervaring komen opdoen, als stagiair. Soms hebben ze eerst een studie afgerond en besluiten ze daarna om in dat vak les te gaan geven, soms willen ze gewoon van baan switchen en vinden ze het onderwijs leuk. Af en toe hebben nieuwe leraren zelfs een eigen bedrijf gehad. Een nieuwe stagiair(e) hoeft dus niet altijd jong te zijn, soms zijn het ook mensen met juist heel veel levenservaring.

Het Calandlyceum is een van de drie cultuurprofielscholen in Amsterdam. Met kunst en cultuur – een belangrijke pijler in ons onderwijs – probeert de school verbindingen te leggen tussen leerlingen, leraren en omgeving.

Cultuur geeft leerlingen de kans om te ontdekken wie zij zijn, wat zij kunnen en wat zij willen. Leerlingen krijgen de mogelijkheid hun eigen creatieve talenten te ontwikkelen. Dat doen we door:

• (Podium)evenementen en talenturen Verspreid over het schooljaar zijn er

schoolbrede podiumevenementen waar leerlingen en docenten aan mee kunnen doen of die ze kunnen bezoeken. Ook kunnen leerlingen meedoen aan talenturen voor beeldend, muziek, dans en brugklas- en schoolbreedtoneel. Het Schoolbreed Toneel werkt samen met Toneelgroep Amsterdam, mede mogelijk gemaakt door Rabobank Amsterdam.

Cultuurprofielschool • Kunst- en cultuurklassen In leerjaar 1, 2 en 3 zijn er speciale

kunst- en cultuurklassen met een programma waarin extra beeldend, muziek en drama gegeven wordt. Bovendien krijgen deze klassen dans, filosofie en CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming).

• Culturele projecten/activiteiten In alle leerjaren worden culturele en

kunstzinnige activiteiten (of projecten) georganiseerd. Uitgangspunten hiervoor zijn: kennismaking met diverse kunstvormen, ontwikkeling van vaardigheden ten gunste van de persoonlijkheidsontwikkeling van leerlingen en aanbieden van vakoverstijgende projecten.

• CKV en de expressievakken In leerjaar 1, 2 en 3 krijgen de leerlingen

tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Tekenen en Handvaardigheid zijn bovendien examenvak op alle niveaus. In de bovenbouw volgen alle leerlingen het vak CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming).


Amerikaans complimentHet Technasium krijgt regelmatig bezoek. In oktober kwam een groep van 40 Amerikanen op bezoek, allemaal mensen uit het onderwijs. Ze spraken met tweedejaars leerlingen over hun projecten en gingen met veel aantekeningen en foto’s weer naar huis. Een paar weken later stuurden we een mailtje, om te vragen of de Amerikanen nog wel eens aan het Technasium moesten terugdenken. ‘Jazeker wel!’, schreef mevrouw Rita M. Mattus, die een selectie- en wervingsbureau heeft in de staat New York. Op de foto krijgt ze uitleg van tweedejaars Chiméne Baardemans (1VZ2). ‘We vonden het heel inspirerend, want dit soort projectonderwijs kom je in Amerika niet veel tegen... Een van de leukste schoolbezoeken die ik in 34 jaar onderwijs heb meegemaakt!’

Links: de Sint van het Calandlyceum. Rechts: Linsey de Bruin, leerlingmentor. Leerlingmentoren zijn leerlingen uit de bovenbouw die als ‘grote broer’ of ‘grote zus’ bij een brugklas horen. In het geval van Linsey, die zelf in 4H zit, is dat klas 1TH1.

Een goede leerlingmentor kan bijdragen aan een goede sfeer in een brugklas. ‘Gewoon, door met ze te praten’, zegt Linsey, die in pauzes wel in de brugklasaula gaat kijken en wekelijks aanschuift bij het mentoruur van ‘haar’ klas. ‘Soms is er wel eens onenigheid in de klas, dan is het prettig als je als leerlingmentor de boel een beetje kunt sussen. Dan hoeven ze ook niet met alles naar hun mentor toe.’

Leerlingmentoren krijgen aan het begin van het schooljaar een korte training. Daarna zijn ze er ook meestal bij als er iets bijzonders te doen is: brugklaskamp, Sinterklaas, schoolfeesten, etcetera. Zo weet een leerlingmentor ook goed wat er speelt. Dat is sowieso geen probleem voor Linsey: ‘We hebben ook uitgebreid contact via Facebook en WhatsApp.’

Sean Howell, zelf leraar Techniek en mentor van 1TH1, is maar wat blij met zijn leerlingmentor: ‘Linsey is een topper.’

Lesgeven met een vliegtuig boven je hoofd

Bij wie kom je in de klas? Dat hangt natuurlijk samen met je schooladvies (vmbo-t, havo of vwo) en de vraag of je bijvoorbeeld sportklas, kunstklas, technasium of gymnasium gaat doen. Maar als het kan, plaatst het Calandlyceum leerlingen van dezelfde basisschool weer bij elkaar in de brugklas. Wel zo vertrouwd. Als je dat niet wilt, kunnen je ouders dat aangeven bij de inschrijving.

Alles went. Zelfs lesgeven met een vliegtuig boven je hoofd. Toen een collega vertelde dat hij een historisch modelvliegtuig had gevonden in de kringloopwinkel, hoefde geschiedenisleraar Danny Mica er niet lang over na te denken: ‘Hang maar op, boven mijn bureau! Dat hoort toch in een geschiedenislokaal?’ En zo zit hij tijdens al zijn lessen in lokaal 234 nu pal onder dat toestel. Een oorlogsvliegtuig is het,

een Spitfire uit de Tweede Wereldoorlog. Bijna anderhalve meter lang. Vooral nieuwe brugklassers vinden het best cool, zo’n gevechtstoestel in de klas. Ouders die het lokaal binnenlopen, zijn vaak verrast: ‘Het lijkt wel een museum!’

Meestgestelde vraag: ‘Kan hij nog vliegen?’ Antwoord: Nee. Of nou: Misschien. De motor zit er nog wel in, maar de

‘afstandsbediening’ ontbreekt. Bovendien heb je voor dat radiografische vliegen tegenwoordig ook een speciale vergunning nodig. Lesgeven met een vliegtuig boven je hoofd is echter geen probleem. Je moet het alleen maar durven. Kris Sturkenboom en Salah-Eddine Oujjit (1VZ2) mogen voor een keer op het bureau klimmen om de Spitfire van dichtbij te bekijken. ‘Vet, meester! Maar hij mag wel een keertje afgestoft worden…’

Grote Sint, grote zus


Noot: Op deze pagina’s staat een beknopte weergave van de kernprocedure. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Voor de volledige kernprocedure verwijzen wij naar de Keuzegids van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, die de gemeente Amsterdam in december 2014 heeft verspreid onder ouders/verzorgers leerlingen groep 8. Zie ook: www.amsterdam.nl/onderwijs en http://www.nieuweregelgevingovergangpo-vo.nl.

• Uiterlijk in januari 2015 geeft de basisschool elke leerling groep 8 een advies. Dat advies is vanaf nu ook een besluit: een leerling met, bijvoorbeeld, een havo-advies kan zichzelf niet bij een middelbare school aanmelden voor het vwo.

• Open dagen Calandlyceum op dinsdag 2 en woensdag 3 februari.• Masterclasses kunstklas en sportklas op woensdagmiddag 11 februari. Aansluitend op

de masterclass sportklas is er voor basketballtalenten een masterclass Caland Jeugd Basketball.

• Laatste open dag Calandlyceum op woensdag 4 maart.• Wil uw kind het liefst naar het Calandlyceum, dan kunt u de school bovenaan het

‘verlanglijstje’ zetten. Een formulier voor dit lijstje krijgt u van de basisschool. Dit formulier kunt u – samen met het aanmeldingsformulier van het Calandlyceum – van maandag 16 maart tot en met donderdag 2 april 2015 tijdens schooluren (08.30-16.30 uur) inleveren bij de Administratie van het Calandlyceum. Alleen op woensdag 25 maart is de Administratie speciaal voor de inschrijving ook tot 19:30 uur geopend. Het aanmeldingsformulier wordt uitgereikt tijdens de open dagen. Het valt ook te downloaden op www.calandlyceum.nl.

• Leerlingen uit de naaste omgeving van Amsterdam moeten kiezen voor aanmelding in Amsterdam of een VO-school in bijvoorbeeld Amstelveen of Hoofddorp. Het is niet toegestaan om een leerling voor twee verschillende procedures tegelijk aan te melden.

• De middelbare scholen in Amsterdam bekijken hoe de aanmeldingen zijn verdeeld en of er mogelijk nog extra plekken gecreëerd kunnen worden. Op vrijdag 24 april weet een VO-school in principe of een leerling toelaatbaar is met zijn advies, aan de hand van de voorkeurslijsten en het aantal beschikbare plaatsen.

• In de week van 20-24 april wordt de nieuwe eindtoets CITO afgenomen.

• Uitslag CITO-toets wordt bekend in de week van 11 mei. Als een leerling hoger blijkt te scoren dan het advies/besluit van de basisschool, is het toegestaan om de leerling opnieuw bij een (eventueel andere) VO-school aan te melden.

• De scholen gaan definitief matchen met behulp van een centrale computer. Leerlingen krijgen een lotingnummer voor elke school in het VO in Amsterdam. De leerling wordt tijdelijk geplaatst op de school die het hoogst op zijn of haar voorkeurslijstje staat. Elke school kijkt of er genoeg plek is voor alle leerlingen die tijdelijk al geplaatst zijn. Is dat het geval, dan houdt de school al deze leerlingen vast. Is dat niet het geval, dan houdt de school de leerlingen vast die voorrang (zie kader) hebben. Daarna bepaalt een computer aan de hand van de lotingnummers welke leerlingen op de betreffende school geplaatst kunnen worden.

• Wordt een leerling niet op de school van zijn eerste voorkeur geplaatst, dan dingt hij of zij mee naar een plaats op de nummer 2 van zijn lijstje. Voor die school krijgt de leerling opnieuw een nummer toegewezen, dat de computer gebruikt bij de matching in het geval zich ook daar teveel leerlingen zouden aanmelden. Deze stappen herhalen zich totdat alle leerlingen een plek hebben gekregen.

• Een leerling kan zich maar één keer voor een school opgeven. Wie zich bijvoorbeeld aan zou melden voor 1. sportklas Calandlyceum, 2. technasium Calandlyceum, 3. kunstklas Calandlyceum, 4. regulier vwo Calandlyceum, krijgt in het nieuwe matchingsysteem voor het Calandlyceum toch maar één nummer toegewezen.

• In de eerste week van juni krijgen leerlingen groep 8 bericht over de definitieve plaatsing.• Scholen nodigen toegelaten leerlingen zo snel mogelijk uit voor een nadere kennismaking.

Januari 2015

Februari 2015

Maart 2015

April 2015

Mei 2015

Juni 2015

Hoe meld ik mijn kind aan?

Nieuw systeem in AmsterdamDe aanmelding van leerlingen groep 8 voor het voortgezet onderwijs gaat voor het schooljaar 2015-2016 anders dan in het verleden. Leerlingen groep 8 mogen nu een verlanglijstje van middelbare scholen inleveren. Het streven is om een leerling geplaatst te krijgen op een school die zo hoog mogelijk op dat lijstje staat. Met dit matchingsysteem willen de gemeente Amsterdam en de scholen in de stad voorkomen dat leerlingen (noodgedwongen) terechtkomen op een school waar ze niet zelf voor (zouden) hebben gekozen. Dat kon in het verleden gebeuren als een leerling werd uitgeloot voor een populaire school. In Amsterdam werden jaarlijks zo’n 500 leerlingen uitgeloot. Het streven/uitgangspunt van het nieuwe systeem is, dat een leerling in principe altijd bij een van zijn/haar (zelfgekozen) top 3-scholen geplaatst zal worden.

ToelatingLeerlingen met de volgende adviezen kunnen worden toegelaten tot het Calandlyceum:• vmbo-theoretisch• vmbo-theoretisch/havo• havo• havo/vwo• vwo (voor atheneum, gymnasium

en technasium)Het advies wordt door de basisschool in de vorm van een besluit vastgelegd.

InschrijvingInschrijving kan van maandag 16 maart tot en met donderdag 2 april bij de administratie van het Calandlyceum, tijdens schooluren: 08.30-16.30 uur. Ouders/verzorgers moeten dan het aanmeldingsformulier van het Calandlyceum en het ‘verlanglijstje’ meenemen. Bent u niet in de gelegenheid om tijdens die uren langs te komen, dan kunt u ook bij ons terecht op:• woensdag 25 maart, tot 19.30 uur

VoorrangTopsportleerlingen met een LOOT-status en kinderen van personeel hebben voorrang bij de aanmelding op het Calandlyceum.

Belangrijke informatie voor ouders/verzorgers

Wil uw zoon of dochter graag naar het Calandlyceum?

Dan bevatten deze pagina’s nuttige en belangrijke informatie

over de aanmelding.


Nader kennismaken?

Kom dan naar de masterclassesLijkt het Calandlyceum je leuk? Dan is er op woensdag 11 februari nog gelegenheid om nader kennis te maken met de sportklas en de kunstklas.

Woensdag 11 februari 2015 13.15 uur: masterclasses sportklassen

(in sporthal Caland, naast de school)

13.15 uur: masterclasses kunstklassen

Voor beide masterclasses moet je je online aanmelden. Dat kan via www.calandlyceum.nl.

Wil je meer weten?Kijk dan op www.calandlyceum.nl.

Heb je nog vragen?Stel ons je vraag via [email protected]. We proberen zo snel mogelijk (bij voorkeur binnen 24 uur) te antwoorden. Je bent uiteraard ook van harte welkom om op woensdag 4 maart 2015 nog eens terug te komen, op onze laatste open dag.

ColofonRedactie & teksten: Ton de JongFotografie: Marcel Rob, Ton de Jong, S-Cool PicturesVormgeving: Abovo MediaDruk: SDA Print + Media

Een middelbare school uitzoeken, daar wil je – met je ouders samen – goed over nadenken. Er zijn veel websites die je daar een handje bij kunnen helpen. Op www.calandlyceum.nl hebben we (onder: informatie/links) vast een aantal van die websites verzameld.

Handige links

Pieter Calandlaan 182, 1068 NT Amsterdam | Telefoon 020 6675353

Calandlyceum 2015-2016

Documents

Transcript of Calandlyceum 2015-2016