Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

87
Studie Gid s St udy Guide 2015-2016 Royal Conservatoire Koninklijk Conservatorium

description

Practical information about the Royal Conservatoire / Praktische informatie over het Koninklijk Conservatorium

Transcript of Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

Page 1: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

StudieGids

StudyGuide

2015-2016

Royal Conservatoire

Koninklijk Conservatorium

Page 2: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium
Page 3: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium
Page 4: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

1

Inhoudsopgave

A. Over deze Studiegids 3

B. Studeren aan het Koninklijk Conservatorium 5

C. Organisatie 9

D. Praktische informatie 23

E. De opleidingen van het Koninklijk Conservatorium 43

F. De bacheloropleidingen Muziek en Docent Muziek 49

I. Inleiding 49II. Structuur bachelor muziekcurriculum 49III. Toetsing bachelorcurriculum 67

G. De bacheloropleiding Dans 73

H. Masteropleidingen 75I. Inleiding 75II. Structuur master muziekcurriculum 75III. Toelating, presentaties en toetsing 83

I. Doctoraatsopleidingen 85

J. Onderzoek op het Koninklijk Conservatorium 87

K. Specifieke informatie per afdeling 89

I. De afdeling Klassieke Muziek 89II. De afdeling Zang 93III. De afdeling Directie 95IV. De afdeling Oude Muziek en Historische

Uitvoeringspraktijken 101V. De afdeling Jazz 103VI. de afdeling Theorie der Muziek 105VII. De afdeling Compositie 105VIII. Het Instituut voor Sonologie 11IX. Interfaculty ArtScience 114X. De afdeling Art of Sound 119XI. De afdeling Muziekeducatie 125

L. Onderwijs- en Examenregeling (OER) 133

Colofon 160

ContentsA. About this Study guide 2

B. Studying at the Royal Conservatoire 4

C. Organisation 9

D. Practical information 23

E. The study programmes at the Royal Conservatoire 43

F. The Bachelor of Music and Bachelor of Music Education programmes 48

I. Introduction 48II. The structure of the Bachelor of Music

curriculum 48III. Assessment in the bachelor’s curriculum 66

G. The Bachelor of Dance programme 72

H. The master’s programmes 74I. Introduction 74II. The structure of the Master of Music

Curriculum 74III. Admission, presentations and

assessment 82

I. Doctoral programmes 85

J. Research at the Royal Conservatoire 86

K. Specific information about each department 88

I. The Classical Music department 88II. The Vocal Studies department 92III. The Conducting department 94IV. The Early Music and Historical

Performance department 100V. The Jazz department 102VI. The Theory of Music department 104VII. The Composition department 104VIII. The Institute of Sonology 110IX. Interfaculty ArtScience 114X. The Art of Sound department 118XI. The Music Education department 124

L. Education and Examination Regulations (OER) 132

Colophon 160

Page 5: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

2 3

consult both the study guide and the programme of events. The study guide is updated every year. It is com-piled by the Study Editors, which would warmly welcome any suggestions for improvements in the content and/or layout. As in previous years, the Editorial Board has decided, at the request of the Exam Commit-tee, to include the Education and Examination Regulations (OER) in full.

Study Editors:Marleen Leroy, head of communication and PRMartin Prchal, vice-principal, Royal Conservatoire

* The University of the Arts, The Hague (HdK) is the umbrella organisa-tion which encompasses the Royal Academy of Art (KABK) and the Royal Conservatoire (KC).

A. About this Study Guide

This study guide contains information for cur-rent and future students, teachers, staff mem-bers and anyone else who may be interested in learning more about the Royal Conservatoire and its educational programmes. The guide is divided into four sections:

• Information about the organisational struc-ture of the Royal Conservatoire and the University of the Arts, The Hague, which also includes the Royal Academy of Art *.

• Practical information for students and teach-ers.

• Information about the bachelor’s and mas-ter’s programmes.

• Practical information about the departments and their courses.

Given the diversity of the courses taught at the Royal Conservatoire and the volume of relevant information about them, it has been decided to publish part of the information in this guide and part on the conservatoire’s website and its intranet. Accordingly, in this guide you will find frequent references to other sources of information on the website or the intranet. For example, this guide does not include the full curricula or descriptions of the subjects taught in each course, but provides a general description of the programmes, with references to the sources where the curricula and course descriptions can be found. This means that changes in the curricula and course descrip-tions can be updated centrally and can be consulted at any time. The conservatoire also plays an important role as a cultural centre with a local, regional and national profile. The Royal Conservatoire is the only conservatoire in the Netherlands with a concert hall and a professional theatre. Throughout the year the conservatoire offers an impressive programme of festivals, workshops, dance performances, orchestral concerts, opera productions and presentations. The pro-gramme of events is described in the brochure for the coming season that is published at the beginning of each academic year. To fully appreciate the dynamics of the Royal Conserva-toire as an institute of education, research and production, it is highly recommended that you

Net zoals vorig jaar, heeft de Redactie studie-gids besloten om, op verzoek van de Examen-commissie, de Onderwijs en Examenregeling (OER) in zijn geheel in de studiegids op te nemen.

Redactie studiegids:Marleen Leroy, hoofd communicatie en PRMartin Prchal, adjunct-directeur Koninklijk Conservatorium

*De Hogeschool der Kunsten Den Haag (HdK) is de overkoepelende organisatie van de Koninkijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) en het Koninklijk Conservatorium (KC)

A. Over deze Studiegids

Deze studiegids verschaft (toekomstige) studenten, docenten, medewerkers en andere geïnteresseerden informatie over het Koninklijk Conservatorium (KC) en het onderwijsaanbod. De studiegids bestaat uit 4 onderdelen:

• Informatie over de organisatiestructuur van het KC en de Hogeschool der Kunsten Den Haag.*

• Praktische informatie voor studenten en docenten.

• Informatie over de bachelor- en masterstu-denten opleidingen.

• Praktische en inhoudelijke informatie over de afdelingen.

Gezien de diversiteit van het onderwijsaanbod van het KC en de daarmee verbonden grote hoe-veelheid informatie, is gekozen om de informatie te verdelen over deze studiegids, de website en het intranet van het conservatorium. In de stu-diegids wordt daarom veelvuldig verwezen naar nadere informatie op de website of het intranet. Zo bevat de studiegids geen curriculumoverzich-ten en vakkenbeschrijvingen per opleiding, maar wordt een globale beschrijving gegeven met verwijzingen naar overzichten en beschrijvingen online. Zo kunnen aanpassingen in overzichten en beschrijvingen centraal worden geactualiseerd. Het conservatorium heeft tevens de belangrijke rol van cultureel centrum met lokale, regionale en nationale uitstraling. Het beschikt als enige in Nederland over een concertzaal en een theaterzaal. Gedurende het hele jaar wordt een indrukwekkend programma met festivals, work-shops, dansvoorstellingen, operavoorstellingen, orkestconcerten en presentaties aangeboden. Deze staan beschreven in de Seizoensbrochure, die aan het begin van ieder studiejaar wordt ge-publiceerd. Om een volledig beeld te krijgen van het KC als dynamisch instituut voor onderwijs, onderzoek en productie bevelen wij van harte aan om zowel de studiegids als de Seizoens-brochure te raadplegen.

De studiegids wordt jaarlijks geactualiseerd. De Redactiegroep Studiegids, verantwoordelijk voor de samenstelling van de gids, stelt ieder advies voor de verbetering van de inhoud en/of lay-out zeer op prijs.

Page 6: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

4 5

and then complete their master’s course by organising a tour or a series of concerts under the supervision of a career development coach (CDO). This is just one of the ways in which the Conservatoire is endeavouring to respond to the growing demand from students to receive better preparation for professional practice.

The student satisfaction survey also revealed that students are critical of the system of tests and assessments. Some time ago, the con-servatoire launched a major operation designed to improve the descriptions of the content, learning objectives and assessment procedure for every module. New assessment criteria have been formulated and a number of interest-ing experiments have been conducted with methods of assessing and providing feedback to students in the Classical Music and Vocal Studies departments.

The conservatoire has also taken active steps to promote the expertise of its teachers. For the first time, the conservatoire organised an ICONgo seminar, at which teachers explored ways of improving various aspects of their teaching skills under the guidance of an inter-national team of experts. Last June, a group of teachers successfully completed a master’s programme before an external committee of international experts and almost 20 more teachers will commence a master’s programme in the coming academic year. After the sum-mer, the conservatoire will introduce its own progamme for teachers with an opening confer-ence on the subject of Teaching & Learning. Sharing knowledge and developing expertise are also the key elements of a great many major European projects: the conservatoire will be participating in the EU Baroque Orchestra’s Eu-ropean Mobile Baroque Academy project and in ERASMUS+ projects devoted to chamber music (in association with the the European Chamber Music Academy – ECMA) and improvisation. All of these activities ensue from the realisation that if we wish to improve the quality of educa-tion at the conservatoire, we must be willing to invest in the expertise of our teachers. In that context, the conservatoire would welcome any suggestions from the students and teachers.

Martin Prchal, Vice-principal Education

B. Studying at the Royal Conservatoire

The Royal Conservatoire is still one of the few conservatories in the world to offer such a wide range of courses for its pupils and students. The diversity arises mainly from the range of levels of education - from Pi to PhD - but also from the variety of musical styles and genres (from Gregorian to the most contemporary forms of music) that are taught. The conservatoire re-gards this diversity as an important pillar of its profile, always bearing in mind its responsibility to constantly improve the content, quality and organisation of its curriculum.

For example, a number of important changes that were announced in the previous issue of the study guide were implemented during the last academic year. Asimut, a new computer program for planning and producing timetables for teaching, allocating rooms for teaching and study, and booking the concert halls and studios, was introduced. With the new software it is far easier for students and teachers to reserve rooms and consult their timetables. A survey carried out by the Quality Assurance Of-fice in the spring revealed that the satisfaction among students with the timetabling and the availability and accessibility of classrooms has increased.

There have also been a number of major in-novations in the area of teaching. The theory curriculum for the Classical Music, Early Music and Vocal Studies departments has been thor-oughly revised and now contains elements that will align the teaching of theory more closely with the practical component of the curriculum. The Art of Sound department has launched an entirely new bachelor’s curriculum that con-tains a number of major improvements in terms of the course’s content, structure and study load, while there are serious plans to establish a master’s programme in Art of Sound. Another interesting innovation is the introduction of a new curriculum for the master’s programme in Jazz, known as JAM: Jazz – Audience – Media. In this course, jazz students will participate in a number of modules offered by the Music Mas-ter for New Audiences and Innovative Practice

deze opleiding zullen jazzstudenten deelnemen aan een aantal modules die worden aangebo-den door de Music Master for New Audiences and Innovative Practice en vervolgens onder begeleiding van een career development coach (CDO) zullen werken aan de organisatie van een eigen tournee of concertserie ter afsluiting van hun masterstudie. Dit is een van de elementen die het conservatorium wil inzetten als ant-woord op de steeds luider wordende vraag van studenten naar een betere voorbereiding op de beroepspraktijk.

Uit het studententevredenheidsonderzoek blijkt ook dat studenten kritisch zijn ten opzichte van toetsing en beoordeling. Al enige tijd geleden is het conservatorium gestart met een groot-scheepse operatie om alle modules beter te be-schrijven met betrekking tot inhoud, leerdoelen en toetsing. Ook zijn er nieuwe beoordelings-criteria geformuleerd en zijn er in de afdelingen Klassieke Muziek en Zang een aantal interes-sante experimenten uitgevoerd over toetsing en het geven van feedback aan studenten.

Het conservatorium heeft tevens actief ingezet op de deskundigheidsbevordering van haar docenten. Voor het eerst heeft het conserva-torium een ICONgo seminar georganiseerd, waarin docenten onder leiding van een interna-tionaal team van experts hebben gewerkt aan verschillende aspecten van het docentschap. Afgelopen juni heeft een groep docenten voor een internationale externe commissie met veel succes een masteropleiding afgerond en ook komend studiejaar zullen bijna 20 docenten aan een masteropleiding beginnen. Na de zomer zal het conservatorium een eigen opleiding voor docenten starten met een startconferentie over ‘Teaching & Learning’. Het uitwisselen en ontwikkelen van expertise staat ook centraal in een aantal grote Europese projecten: het con-servatorium zal gaan deelnemen in het project European Mobile Baroque Academy van het EU Baroque Orchestra en in ERASMUS+ projecten over kamermuziek (in samenwerking met de European Chamber Music Academy – ECMA) en improvisatie. Dit alles komt voort uit het besef dat als we het onderwijs op het conservatorium willen ver-beteren, we ook bereid moeten zijn om in de deskundigheid van onze docenten te investeren. Het conservatorium staat hierbij open voor iedere suggestie van studenten of docenten. Martin Prchal, adjunct-directeur onderwijs

B. Studeren aan het Koninklijk Conservatorium

Het Koninklijk Conservatorium is nog steeds een van de weinige conservatoria ter wereld met zo’n breed scala aan mogelijkheden voor haar leerlingen en studenten. Deze mogelijk-heden hebben met name te maken met het aanbod van verschillende onderwijsniveaus (“van Pi tot PhD”), maar ook van zoveel diverse muzikale stijlen en genres (van het Gregoriaans tot de meest eigentijdse vormen van heden-daagse muziek). Het conservatorium ziet deze situatie als een belangrijk uitgangspunt voor haar profiel, waarbij het zich bewust is van de verantwoordelijkheid om voortdurend te blijven werken aan de verbetering van de inhoud, kwa-liteit en organisatie van het onderwijs.

Zo zijn er, zoals aangekondigd in de vorige studiegids, gedurende het vorige studiejaar een aantal belangrijke veranderingen doorge-voerd. Het nieuwe planningsprogramma Asimut is ingevoerd dat veel inzicht geeft over de roostering van het onderwijs, de indeling van de les- en studieruimtes, en de reservering van de concertzalen en studio’s. Het is nu voor stu-denten en docenten veel eenvoudiger ruimtes te reserveren en roosters in te zien. Uit het stu-dententevredenheidsonderzoek dat het Bureau Kwaliteitszorg in het voorjaar heeft uitgevoerd blijkt dat de tevredenheid onder studenten over de roostering en de beschikbaarheid en toegan-kelijkheid van leskamers is toegenomen.

Ook op het gebied van het onderwijs zijn een aantal grote vernieuwingen ingezet. Het theoriecurriculum voor de afdelingen Klassieke Muziek, Oude Muziek en Zang is grondig gewij-zigd en bevat nu elementen die het theorieon-derwijs dichterbij het praktische gedeelte in het curriculum zullen brengen. De afdeling Art of Sound is een volledig nieuw bachelorcurriculum gestart met een aantal grote verbeteringen met betrekking tot de inhoud, structuur en studielast van de opleiding, terwijl er over de ontwikkeling van een masteropleiding Art of Sound volop wordt nagedacht. Een andere in-teressante vernieuwing is de invoering van een nieuw curriculum voor de masteropleiding Jazz, ‘JAM: Jazz – Audience – Media’ genaamd. In

Page 7: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

6 7

Page 8: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

8 9

C. OrganisationBoardPrincipal: Henk van der [email protected] Education: Martin [email protected] Educational Support & Business: Karin van der [email protected]

Board secretariatAnnelique [email protected] [email protected]

StaffPrincipal School for Young Talent: Jan van [email protected] Assistant Director: Catharina [email protected] Secretary to consultative bodies: Mirjam van den [email protected]: Marleen [email protected] Assurance: Janneke [email protected]

Heads of departments Classical Music department: Wim [email protected] Studies department: Monica [email protected] department: Anthony [email protected] Music department: Johannes [email protected] department: Wouter [email protected] Theory department: Suzanne [email protected] department: Martijn [email protected] of Sonology: Kees [email protected] of Sound department: Paul [email protected] Education department: Aad de [email protected]

C. OrganisatieDirectieDirecteur: Henk van der [email protected] directeur Onderwijs: Martin [email protected] directeur Onderwijsondersteuning enBedrijfsvoering: Karin van der [email protected]

DirectiesecretariaatAnnelique [email protected] [email protected]

StafDirecteur School voor Jong Talent: Jan van [email protected] directeur Dansvakopleiding: Catharina [email protected] overlegorganen:Mirjam van den [email protected]: Marleen [email protected]: Janneke [email protected]

AfdelingshoofdenAfdeling Klassieke Muziek: Wim [email protected] Afdeling Zang: Monica [email protected] Directie: Anthony [email protected] Oude Muziek: Johannes [email protected] Jazz: Wouter [email protected] Theorie: Suzanne [email protected] Compositie: Martijn [email protected] voor Sonologie: Kees [email protected] Art of Sound: Paul [email protected] Muziekeducatie: Aad de [email protected]

Page 9: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

10 11

MasterspecialisatiesDutch National Opera [email protected] ArtScience: Edwin van der Heiden en Taconis [email protected] en [email protected] Master New Audiences and Innovative Practice: Renee [email protected] Master Artistic Research: Lucy [email protected] Muziektheater T.I.M.E.: Ines van der [email protected] Orkest Master: Wim [email protected] Master Kamermuziek: Wim [email protected] Ensemble Slagwerk: Wim [email protected] Nationale Master Orkestdirectie: Wim [email protected] Instruments & Interfaces STEIM: Kees [email protected] Master Muziekeducatie: Adri de [email protected] Educatie volgens het Kodály Concept: Suzanne [email protected]

Academie der Kunsten Universiteit LeidenDirecteur: Prof. Frans de RuiterCoördinatie: Rogier Schneemann en Gabriel [email protected] Coördinatie Practicum Musicae: Annemarie Kosten-Dü[email protected]

Interfaculteit School voor Jong TalentDirecteur: Jan van [email protected] Directeur Dansvakopleiding: Jan [email protected] directeur: Catharina [email protected]ördinator Jong KC: Anthony [email protected] Coördinator Beeldende Kunst en Vormgeving: Zanne [email protected]

Facilities ManagementCoordinator Facilities Management: Marise [email protected] Coordinator Facilities Management: Detlev [email protected] Head of theatre engineering: Joep de [email protected] of Electronic Workshop: Lex van den [email protected]

The University of the Arts, The HagueThe University of the Arts, The Hague was formed by the merger of the Royal Academy of Art and the Royal Conservatoire. Each faculty has its own director. The two directors are members of the Board of Governors. There are also two interfaculty programmes: ArtScience and the School for Young Talent. The universi-ty’s mission is expressed in terms of four broad objectives:1. to offer higher professional education and

preparatory vocational education at the high-est possible international level in preparation for the creation, performance, teaching, study and/or recording of the arts, covering the domains of the visual arts, design, music and dance;

2. to conduct research;3. to contribute to the development of the

students;4. to contribute to the development and prac-

tice of the arts.

The university carries out its mission through a wide range of educational and artistic activi-ties. It provides education, organises projects, performances and exhibitions, is active in inter-national collaborative projects and exchanges, promotes interdisciplinary education and has made research a core activity. Specific distin-guishing features of the university within the wider higher education system are:• the pursuit of a high level of technical and

artistic standards in an international context,• innovation based on tradition, and the inte-

gration of education, research and produc-tion.

In association with Leiden University, the university runs the Academy of Creative and Performing Arts, in which the universities provide education and post-graduate research. The director of the Academy of Creative and Performing Arts is appointed by the Board of

Master specialisationDutch National Opera [email protected] Master: Edwin van der Heiden and Taconis [email protected] and [email protected] New Audiences and Innovative Practice: Renee [email protected] Research Master: Lucy [email protected] Theatre Master, T.I.M.E.: Ines van der [email protected] Master: Wim [email protected] Music Master: Wim [email protected] Percussion Master: Wim [email protected] Master Orchestra Conducting: Wim [email protected] & Interfaces STEIM: Kees [email protected] Music Education: Adri de [email protected] Education According to the Kodály Concept: Suzanne [email protected]

Academy for Creative and Performing Arts Leiden UniversityDirector: Prof. Frans de RuiterCoordination: Rogier Schneemann and Gabriel [email protected] Practicum Musicae: Annemarie Kosten-Dü[email protected]

Interfaculty School for Young TalentDirector: Jan van [email protected] Dance department: Jan [email protected] Assistant Director: Catharina [email protected] Coordinator Jong KC: Anthony [email protected] Fine Arts and Design: Zanne [email protected]

Facilitaire dienstCoördinator Facilitaire Zaken: Marise [email protected] Plv. Coördinator Facilitaire Zaken: Detlev [email protected] Hoofd theatertechniek: Joep de [email protected] Hoofd Elektronische Werkplaats: Lex van den [email protected]

De Hogeschool der Kunsten Den HaagDe Hogeschool der Kunsten Den Haag (HdK) is de overkoepelende organisatie van de Konink-lijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) en het Koninklijk Conservatorium (KC). De twee faculteiten hebben een eigen directeur. De directeuren zijn lid van het College van Bestuur. Daarnaast zijn er twee interfaculteiten: ArtScience en de School voor Jong Talent. De Hogeschool heeft haar missie verwoord in vier algemene doelstellingen:1. het aanbieden van een hogere beroepsoplei-

ding en voorbereidende beroepsopleiding op een zo hoog mogelijk internationaal georiën-teerd niveau ter voorbereiding op het schep-pend, uitvoerend, docerend, bestuderend en/of registrerend beoefenen der kunsten; het betreft de domeinen beeldende kunsten, vormgeving, muziek en dans;

2. het doen van onderzoek;3. het bijdragen aan de ontwikkeling van de

studenten;4. het bijdragen aan de ontwikkeling en beoefe-

ning der kunsten.

De Hogeschool geeft haar missie vorm in een breed scala van educatieve en artistieke activiteiten. Ze verzorgt onderwijs, organiseert projecten, uitvoeringen en exposities, is actief in internationale samenwerking en uitwisseling, brengt interdisciplinair onderwijs van de grond en heeft onderzoek tot kernactiviteit gemaakt. Specifieke kenmerken waarmee de Hogeschool zich onderscheidt binnen het hoger onderwijs zijn:• het streven naar een hoog technisch en artis-

tiek niveau, gerelateerd aan internationale maatstaven,

• vernieuwing vanuit traditie en het samengaan van onderwijs, onderzoek en productie.

Via een gemeenschappelijke regeling met de Universiteit Leiden geeft de Hogeschool vorm aan de Academie der Kunsten, waarin de Hoge-school en Universiteit wederzijds onderwijs en

Page 10: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

12 13

Nadere informatie over de Acade-mie der Kunsten, de onderwijspro-gramma’s en andere activiteiten zijn te vinden op www.hum.leiden.edu/creative-performing-arts. Informatie voor studenten van het Koninklijk Conservatorium die keuzevakken wil-len volgen op de Universiteit Leiden is tevens te vinden in hoofdstuk E van deze studiegids.

Interfaculteit School voor Jong TalentDe School voor Jong Talent biedt aanstormend kunstzinnig jong talent de mogelijkheid om een klassieke dansopleiding of een voorbereidende vakopleiding in muziek of beeldende kunst en vormgeving – op een zeer hoog niveau en naar internationale standaard – binnen één school te combineren met regulier basis- en voortgezet onderwijs. Zo verschillend als al die talenten zijn, zo veel overeenkomsten tonen leerlingen die over een bijzondere artistieke aanleg beschikken. Ze delen het plezier en de passie om hun crea-tieve grenzen te verkennen en te verleggen. En ze ontwikkelen ieder voor zich ook het ‘gereed-schap’ om hun specifieke talent verder inhoud en vleugels te geven: vakmanschap, discipline, toe-wijding en, niet in de laatste plaats, het vermogen om dat talent met anderen te delen.

Nadere informatie over de School voor Jong Talent is te vinden op www.svjt.nl

Examencommissie Koninklijk ConservatoriumHet College van Bestuur heeft een Examencom-missie ingesteld die tot taak heeft toe te zien op de organisatie en het verloop van tentamens, presentaties en eindpresentaties. De Examen-commissie is onder andere verantwoordelijk voor het benoemen van de Commissies van Examinatoren, het verlenen van vrijstellingen en voor de correcte toepassing van de Onder-wijs- en Examenregeling (OER). Voor het goed functioneren van de Examencommissie is er een Huishoudelijk Reglement Examencom- missie KC opgesteld, zie intranet.koncon.nl/ advisorybodies/examcommittee. De Examen-commissie formuleert de richtlijnen voor de tentamens, presentaties en eindpresentaties. Studenten die vrijstelling wensen voor een in het curriculum opgenomen vak op basis van eerdere studie of eerder verworven competen-ties, kunnen vrijstelling aanvragen. De vrijstel-lingsprocedure is opgenomen in de OER. Zie hoofdstuk L, of ga naar intranet.koncon.nl/stip.

(promotie)onderzoek ontwikkelen. De directeur van de Academie der Kunsten is door het Be-stuur van de Faculteit der Geesteswetenschap-pen van de Universiteit benoemd op voordracht van het College van Bestuur van de Hogeschool.Het College van Bestuur bestaat uit:•HenkvanderMeulen,voorzitter•MariekeSchoenmakers,vicevoorzitter

Het College is belast met het besturen van de Hogeschool, hetgeen onder meer inhoudt dat het verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de Hogeschool, de strategie, de financiering en het beleid. Hierover legt het College van Bestuur verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De hoofdzaken van de acti-viteiten vermeldt het College in het Bestuurlijk Jaarverslag.

Nadere informatie over de Hogeschool der Kunsten Den Haag kan worden gevonden opwww.hogeschoolderkunsten.nl

De Academie der KunstenDe Academie der Kunsten is een samenwer-kingsverband tussen de Universiteit Leiden en de Hogeschool der Kunsten Den Haag. De Academie werkt aan het samengaan van kunsten en wetenschappen. Dit biedt aller-lei interessante perspectieven voor Leidse en Haagse studenten, docenten en andere onderzoekers die op zoek zijn naar de grenzen van hun kunnen en kennen. In de Academie der Kunsten komen kunst en wetenschap samen. Het kunstonderwijs wordt voornamelijk in Den Haag aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conser-vatorium gegeven en het universitair onderwijs wordt aan de Universiteit Leiden gegeven. Zo bestaat de mogelijkheid voor Leidse studenten om instrumentale en vocale lessen bij Haagse hoofdvakdocenten te volgen via het ‘Practicum Musicae’ programma; voor geïnteresseerden in Beeldende Kunst en Vormgeving is er het ‘Practicum Artium’ programma. Aan de Univer-siteit Leiden studeren ruim 16.000 studenten en werken ruim 1.500 hoogleraren en academische stafleden. De opleidingen van de Universiteit Leiden zijn gegroepeerd in zes faculteiten: Archeologie, Geesteswetenschappen, Genees-kunde, Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschap-pen, en Wiskunde en Natuurwetenschappen; De Academie maakt deel uit van de faculteit der Geesteswetenschappen.

Interfaculty School for Young TalentThe School for Young Talent prepares students for a future in the world of dance, music or art and design, in combination with a regular primary or secondary education. The programme repre-sents a unique opportunity for up and coming artistic talent to combine regular schooling with classical dance training or a preparatory course in music or fine arts and design at a very high level and to an international standard, within a single institute. For that reason, the school is only open to students who meet our stringent admis-sion requirements. As different as these talented students are, they also have a great deal in com-mon. They share a pleasure and passion in ex-ploring and expanding their creative boundaries. They also develop the personal ‘tools’ to deepen and enhance their particular talent: craftsman-ship, discipline, dedication and, last but not least, the capacity to share that talent with others.

Further information about the School for Young Talent can be found at www.svjt.nl/en

Royal Conservatoire’s Exam CommitteeThe Board has appointed an Exam Committee with the task of ensuring that exams, presenta-tions and final presentations are organised and conducted properly. Its other responsibilities in-clude appointing the Committees of Examiners, granting exemptions and supervising compli-ance with the Education and Examination Regu-lations, see intranet.koncon.nl/advisorybodies/examcommittee. The Exam Committee pre-scribes the guidelines for exams, presentations and final presentations. Students may apply for exemption from a subject in the curriculum on the basis of a previous study or previously ac-quired competences. The procedure for granting an exemption is laid down in the Education and Examination Regulations. See chapter L, or go to intranet.koncon.nl/stip.

The members of the Exam Committee are:• Wouter Turkenburg, Jazz department, chair-

man• Enno Voorhorst, Classical Music department,

vice-chairman• Mirjam van den Broek, secretary• Maria Acda, Vocal Studies department• Ludmilla Molenaar, Dance department• Johan van Kreij, Institute of Sonology• Aad de Been, Music Education department• Arie Boers, Music Theory department• Javier Lopez Piñón, DNOA department• Ernst Bergmans, KABK

Governors of the Faculty of Humanities of Leiden University on the nomination of the Board of Governors of the University of the Arts. The members of the Board of Governors are:• Henk van der Meulen, chairman• Marieke Schoenmakers, deputy chairman

The Board of Governors is responsible for achieving the university’s objectives and for its strategy, funding and policy. The Board of Governors is accountable to the Supervisory Board. Board of Governors reports on its princi-pal activities in the Annual Report.

Further information about the Uni-versity of the Arts, The Hague can be found at www.hogeschoolderkunsten.nl

The Academy of Creative and Performing ArtsThe Academy of Creative and Performing Arts is a partnership between Leiden University and the University of the Arts, The Hague. The academy brings together the arts and academic disciplines, providing interesting perspectives for students, teachers and other researchers in Leiden and The Hague who wish to explore the limits of what they know and can do. Education on art is given primarily at the Royal Academy of Art and the Royal Conservatoire, while aca-demic education is offered at the Leiden Uni-versity. This structure allows students in Leiden to follow instrumental and vocal courses with teachers in The Hague through the ‘Practicum Musicae’ programme, as well as Fine Arts and Design classes in the ‘Practicum Artium’ pro-gramme. There are more than 16.000 studentsand more than 1.500 professors and other aca-demic staff working at Leiden University. The university’s courses are grouped into six facul-ties: Archaeology, Humanities, Medicine, Law, Social Studies and Physics and Mathematics; the Academy is part of the Humanities faculty.

Further information about the Acad-emy of Creative and Performing Arts, the curricula and other activities can be found at www.hum.leiden.edu/creative-performing-arts.Information for students of the Royal Conservatoire who wish to follow elective courses at Leiden University can be found in chapter E of this study guide.

Page 11: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

14 15

De Opleidingscommissie heeft een eigen pagina op het intranet van het conservatorium, waar de agenda’s en verslagen van de bijeenkomsten kunnen worden bekeken. Zie intranet.koncon.nl/advisorybodies/educationcommittee

De Opleidingscommissie kan worden bereikt via [email protected]

Deelmedezeggenschapsraad Koninklijk ConservatoriumDe Hogeschool heeft twee deelmedezeggen-schapsraden, één voor de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, de DMR-KABK, en één voor het Koninklijk Conservatorium, de DMR-KC. De deelraden bestaan uit vertegenwoordigers van personeel en studenten. Uit beide deelra-den wordt de Centrale Medezeggenschapsraad gekozen. De regelgeving rondom de medezeg-genschap is vastgelegd in het Reglement Mede-zeggenschap van de Hogeschool der Kunsten Den Haag, zie www.hogeschoolderkunsten.nl. Het reglement fungeert als kader voor de com-municatie tussen het College van Bestuur en de Centrale Medezeggenschapsraad en tussen de faculteitsdirecties en de respectievelijke deelraden. De Deelmedezeggenschapsraad KC kent de volgende leden:• Peter Csuka, voorzitter (ST)• Detlev Boenders, vicevoorzitter (NOP)• Frederico Forla, secretaris (ST)• Anja Bakker (NOP)• Vincent Martig (ST)• Wouter Verschuren (OP)• Ruben Castillo del Pozo (ST)• Eric Ineke (OP)

De Centrale Medezeggenschapsraad kent de volgende leden:• Stefan Bandalac, voorzitter (ST)• Detlev Boenders, KC, vicevoorzitter (NOP)• Vincent Martig, KC, secretaris (ST)• Aparajita Dutta, KABK (NOP)• Eden Latham KABK (ST)• Eric Ineke, KC (OP)• Kolja Meeuwsen, School voor Jong Talent (OP)• Marijke Appelman, KABK (OP)• Rubén Castillo del Pozo, KC (ST)• Vasiliki Giakoumi, KABK (ST)

ST = studentNOP = niet-onderwijzend personeelOP = onderwijzend personeel

De DMR-KC heeft een eigen pagina op het intranet, waar allerlei informatie, nieuws en de

De Examencommissie kent de volgende leden:• Wouter Turkenburg, afdeling Jazz, voorzitter• Enno Voorhorst, afdeling Klassieke Muziek,

vicevoorzitter• Mirjam van den Broek, ambtelijk secretaris• Maria Acda, afdeling Zang• Ludmilla Molenaar, afdeling Dans• Johan van Kreij, Instituut voor Sonologie• Aad de Been, afdeling Muziekeducatie• Arie Broers, afdeling Theorie• Javier López Piñón, afdeling DNOA• Ernst Bergmans, KABK

De bijeenkomsten van de Examencommissie zijn openbaar en vinden over het algemeen één keer per maand plaats. De Examencommissie heeft een eigen pagina op het intranet van het conservatorium, waar de agenda’s en verslagen van de bijeenkomsten kunnen worden bekeken. Zie intranet.koncon.nl/advisorybodies/ examcommittee

De Examencommissie kan worden bereikt via: [email protected]

Opleidingscommissie Koninklijk ConservatoriumDe Opleidingscommissie brengt advies uit over de Onderwijs- en Examenregeling en kan gevraagd en ongevraagd adviseren over alle andere zaken betreffende het onderwijs. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel en de studenten. In het Statuut Opleidingscommissies HdK, zie www.hogeschoolderkunsten.nl, worden de wettelijke taken van de Opleidingscommissie beschreven alsmede het reglement rondom de samenstelling en werkwijze van de Opleidings-commissie.

De Opleidingscommissie kent de volgende leden:•SophieGraven,voorzitter•MirjamvandenBroek,secretaris•CaspervanBeusekom(student)•AnnemiekDirkzwager(student)•JannumKruidhof(student)•Jan-PeterdeGraaff(student)•YvonneSmeets(OP)•RogerRegter(OP)•PeteSaunders(OP)•BennoTorrenga(OP)

De bijeenkomsten van de Opleidingscommis-sie zijn openbaar en vinden over het algemeen plaats op de tweede donderdag van de maand.

dents. The members of the two boards elect the members of the Central Representative Advisory Board. The rules concerning participation by staff and students in the formulation of the uni-versity’s policy are laid down in the Regulations on Participation of the University of the Arts, The Hague, see www.hogeschoolderkunsten.nl. The regulations provide a framework for com-munication between the Board of Governors and the Central Representative Advisory Board and between the faculty directors and their respective advisory boards.

The members of the KC Representative Advi-sory Board are:• Peter Csuka, chairman (ST)• Detlev Boenders, vice chairman (NTS)• Frederico Forla, secretary (ST)• Anja Bakker (NTS)• Vincent Martig (ST)• Wouter Verschuren (TS)• Ruben Castillo del Pozo (ST)• Eric Ineke (TS)

The members of the Central Representative Advisory Board are:• Stefan Bandalac, chairman (ST)• Detlev Boenders, vice chairman, Royal Con-

servatoire (NTS)• Vincent Martig, secretaries, Royal Conserva-

toire (ST)• Aparajita Dutta, Royal Academy of Art (NTS)• Eden Latham, Royal Academy of Art (ST)• Eric Ineke, Royal Conservatoire, (TS)• Kolja Meeuwsen, School for Jong Talent (TS)• Marijke Appelman, Royal Academy of Art (TS)• Rubén Castillo del Pozo, Royal Conservatoire

(ST)• Vasiliki Giakoumi, Royal Academy of Art (ST)

ST = StudentTS = Teaching StaffNTS = Non-teaching staff

The Royal Conservatoire’s Representative Advisory Board has its own page on the con-servatoire’s intranet where general information, news items and the agendas and reports of meetings are published: intranet.koncon.nl/advisorybodies.

The Royal Conservatoire’s Representa-tive Advisory Board can be contacted via [email protected]

Research GroupAt the Royal Conservatoire the research group ‘Research in the Arts’, with professor (‘lector’)

Meetings of the Exam Committee are open to the public and are generally held once a month. The Exam Committee has its own page on the conservatoire’s intranet, where you will find the agendas and reports of the meetings. See intranet.koncon.nl/advisorybodies/ examcommittee.

The Exam Committee can be contacted via [email protected]

Royal Conservatoire’s Education CommitteeThe Education Committee provides advice about the Education and Examination Regula-tions and can provide solicited and unsolicited advice about any other matters relating to education. The committee’s members include representatives of the teaching staff and students. The Education committee’s statutory tasks and the rules governing the composition and procedures of the education committee are laid down in the Charter of the Education Com-mittees of the University of the Arts, seewww.hogeschoolderkunsten.nl

The members of the Education Committee are:• Sophie Graven, chairman• Mirjam van den Broek, secretary• Jannum Kruidhof (student)• Casper van Beusekom (student)• Annemiek Dirkzwager (student)• Jan-Peter de Graaff (student)• Yvonne Smeets (TS)• Roger Regter (TS)• Pete Saunders (TS)• Benno Torrenga (TS)

The meetings of the Education Committee are open to the public and are generally held on the second Thursday of the month. The Education Committee has its own page on the conserva-toire’s intranet, where you will find the agendas and reports of the meetings. See intranet.kon-con.nl/advisorybodies/educationcommittee

The Education Committee can be contacted via [email protected]

Royal Conservatoire’s Representative Advisory BoardThe University of the Arts has two Representa-tive Advisory Boards, one for the Royal Academy of Art and one for the Royal Conservatoire. Both boards include representatives of staff and stu-

Page 12: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

16 17

en zet hij zich in als redacteur voor het Journal for Artistic Research. Borgdorff is lid van de Be-stuurscommissie Onderzoek van de Vereniging Hogescholen. Hij is betrokken bij het onderwijs in de master van het KC en geeft incidenteel se-minars aan de doctoraatsopleidingen docARTES en PhDArts en in de Master Artistic Research.

KwaliteitszorgHet versterken van de positie van het Koninklijk Conservatorium als kwaliteitsinstituut in een internationale context is de uitdaging voor de komende jaren. In het verlengde van de curricu-lumvernieuwing besteedt het conservatorium op systematische en structurele wijze aandacht aan de diverse aspecten van kwaliteit waar het voor staat. Daarbij worden naar vermogen de conservatoriumgemeenschap en zoveel moge-lijk partners van buiten het instituut betrokken.

Op basis van deze doelstellingen, ervaringen met accreditaties en de rapportages die hieruit voortkwamen, is een kwaliteitszorgplan gede-finieerd dat periodiek wordt geactualiseerd en daarmee een kader biedt voor alle activiteiten op dit terrein. Hierin is onder meer een planning opgenomen van alle structurele kwaliteitson-derzoeken in de komende jaren. Daarnaast wordt jaarlijks een verbeterprogramma vastge-steld op basis van ontwikkelingen in beleid en visie op de kwaliteit van het onderwijs, de resul-taten van diverse kwaliteitsonderzoeken en de hieruit voortkomende doelstellingen.

Er is pas echt sprake van kwaliteitszorg als alle belanghebbenden hierbij betrokken zijn: mede-werkers, studenten, alumni en het werkveld. Door structureel onderzoek te doen onder aldeze belanghebbenden ontstaat een indruk van de kwaliteit van het onderwijs en mogelijkeverbeterpunten.

In de onderstaande opsomming wordt een korte indruk weergegeven van deze onderzoeken:• Studenten algemeen, in de vorm van het Stu-

denttevredenheidsonderzoek (STO) (jaarlijks)• Studenten specifiek, door middel van vak-

evaluaties (dit is een continu proces)• Alumni (jaarlijks)• Studiestakers (jaarlijks)• Medewerkers, middels Medewerkerstevre-

denheidsonderzoek (MTO) (iedere twee jaar)• Bezoekers en toekomstige studenten • Diverse (aanvullende) onderzoeken• Beroepenveld, werkveldoverleg op afdelings-

niveau, maar ook het bevragen van externe examinatoren

agenda’s en verslagen van de bijeenkomsten wordt gepubliceerd: intranet.koncon.nl/advisorybodies

De Deelmedezeggenschapsraad KC kan worden bereikt via [email protected]

LectoraatOp het Koninklijk Conservatorium is het lecto-raat ‘Onderzoek in de Kunsten’ van lector Henk Borgdorff actief. Het lectoraat is een schakel tussen bachelor-, master- en PhD-niveau, en vervult daarmee bij het onderzoek op al deze niveaus op discipline-eigen wijze, structureel of incidenteel, een initiërende, faciliterende en sti-mulerende rol. Docenten doen in het kader van het lectoraat onderzoek en dragen zo bij aan de onderzoekscultuur van het conservatorium, waardoor ook studenten gestimuleerd worden tot een onderzoekende houding. Docenten le-ren het onderzoek van studenten te begeleiden en in sommige gevallen beginnen zij zelf aan een promotietraject.

Tevens zorgt het lectoraat voor de kenniscircu-latie van de onderzoeksresultaten. Extern door middel van lezingen, presentaties, publicaties en het organiseren van seminars, en intern door deel te nemen aan en een rol te spelen in voor onderzoek relevante bijeenkomsten. De resul-taten van het onderzoek worden via de website van het KC publiek gemaakt.

Henk Borgdorff is vanaf 1 september 2010 lector Onderzoek in de Kunsten aan de Hogeschool. Borgdorff legt zich in het eigen onderzoek toe op de politieke en theoretische rationale van artistiek onderzoek. Bij deze vorm van onderzoek staat het maken van kunst (creëren, ontwerpen, componeren, uitvoeren) centraal in het onderzoeksproces en zijn de kunstwerken en -praktijken (beelden, compo-sities, installaties, uitvoeringen e.d.) ook deels het resultaat van het onderzoek.

In Den Haag heeft Borgdorff mede leiding ge-geven aan de totstandkoming van de ‘Research Catalogue’, een internationale online multimedi-ale database en werkomgeving voor de archive-ring en expositie van artistiek onderzoek. Deze Research Catalogue wordt door het KC gebruikt als platform voor de samenwerking tussen masterstudenten en hun research coaches en voor de publicatie van de onderzoekresultaten van studenten en docenten. Namens Den Haag steunt Borgdorff de in maart 2010 mede door hem opgerichte Society for Artistic Research

tion as a top-class institute in an international context. In addition to revising the curriculum, the conservatoire intends to devote systematic and constant attention to the various aspects of quality for which it stands. Wherever possible, the conservatoire’s own community and part-ners from outside the institute will be involved in that process.

Taking these objectives and the experiences and findings from earlier accreditations as a starting point, the conservatoire has drawn up a quality assurance plan, which will be regularly updated and thus provide a framework for all of the activities in this area. It includes a timetable for regular quality surveys in the coming years. In addition, a programme of improvements is drawn up every year in response to develop-ments in policy and views concerning the quality of the education, the results of various quality surveys and the objectives arising from them.

Quality can only be assured by involving every-one concerned, employees, students, alumni and the professional field. The Quality Assur-ance department regularly conduct surveys of all these stakeholders to gain an impression of the quality of the education and to enquire where improvements could be made.

The following is a short list of the surveys con-ducted by the Quality Assurance department:• A general survey of students, in the form of

the Student Satisfaction Survey (every year)• A survey of students on specific issues by

means of curriculum evaluations (this is a continuous process)

• Alumni (annual)• Dropouts (annual)• Employees, by means of an Employee Satis-

faction Survey (every two years)• Visitors and future students• Other surveys• The professional field, consultation with the

professional field at department level, but also through feedback from external examiners.

Results of all surveys are published on the Quality Assurance department’s intranet page, intranet.koncon.nl/qualityassurance and on a regular basis in the internal newsletter.

Further information about the Quality Assurance department is available from: Janneke Ravenhorst and Frederique Luijten [email protected] Tuinkamer 2 (T002)

Henk Borgdorff, constitutes a link between the bachelor’s, master’s and PhD levels. Borgdorff therefore initiates, facilitates and promotes permanent or ad hoc research at each of these levels tailored to the specific discipline. By conducting research within the framework of the research group, teachers contribute to the research culture at the conservatoire, which also stimulates students to acquire an inquisitive attitude. Teachers learn to supervise research by students, and some decide to study for a PhD.

The research group also arranges for the results of research to be circulated, externally by giving lectures and presentations, through publica-tions and by organising seminars, and internally by actively participating at relevant meetings. The results of its research are disseminated to the wider public via the website of the Royal Conservatoire.

Henk Borgdorff has been professor of Research in the Arts at the conservatoire since Septem-ber 2010. The focus of Borgdorff’s own research is on the political and theoretical rationale of artistic research. This is research where the making of art (creating, designing, composing, performing) is central to the research process, and the outcomes of the research are also art-works and art practices (images, compositions, installations, performances).

In The Hague Borgdorff co-founded the ‘Research Catalogue’, an international online multi-media database and workspace for the archiving and exposition of artistic research. The Research Catalogue is employed by the conservatoire as a platform for collaboration be-tween master’s students and their supervisors and for the publication and dissemination of the research outcomes of students and faculty.

Borgdorff represents The Hague in the Society for Artistic Research, which he co-founded in March 2010, and serves as an editor of the Journal for Artistic Research. Borgdorff is a member of the Committee for Research of the ‘Vereniging Hogescholen’, the Netherlands Association of Universities of Applied Sciences. He is involved in education at master’s level and occasionally gives seminars for the doctoral programmes docARTES and PhDArts and for the Master Artistic Research.

Quality assuranceThe challenge for the coming years will be to strengthen the Royal Conservatoire’s posi-

Page 13: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

18 19

ander tot de normale, goede omgangsvormen en wordt ongewenst gedrag vermeden. Ongewenst gedrag behoort altijd aan de orde te worden ge-steld, hetzij door betrokkenen rechtstreeks aan te spreken, hetzij door derden in te schakelen.

De uitgangspunten en verwachtingen met betrekking tot de omgangsvormen binnen de Hogeschool worden door middel van deze gedragscode expliciet onder de aandacht ge-bracht van alle medewerkers en studenten. De gedragscode omgangsvormen is onderdeel van het beleid van de Hogeschool op het gebied van een stimulerende, veilige en discriminatievrije studie- en werkomgeving. Andere onderdelen van dit beleid zijn de klachtenregeling Ongewenst Gedrag en het Protocol Vertrouwenspersoon.

Nadere informatie over de Integriteit-code is te vinden op www.hogeschoolderkunsten.nl

Klachtenregeling Ongewenst Gedrag en Protocol VertrouwenspersonenKlachtencommissie Ongewenst Gedrag:• Suzanne Konings, hoofd afdeling Theorie, KC• Elleke Bijsterveld, docent School voor Jong

Talent• Eric Hirdes, docent Grafisch Ontwerpen Beel-

dende Kunst Textiel & Mode, KABK

Plaatsvervangende leden:• Julia Stegeman, docent afdeling Muziekedu-

catie, KC• Johan van Oord, hoofd opleiding Beeldende

Kunst, KABK• Peter de Graaf, docent School voor Jong Talent

De vertrouwenspersonen van de Hogeschool zijn:• Paul Deneer, studentendecaan, KC en KABK• Pauline Schep, coördinator Grafisch

Ontwerpen, KABK• Gerda van Zelm, docent Zang, KC

Studentenstatuut Hogeschool der Kunsten Den HaagDe Hogeschool der Kunsten Den Haag bezit een Studentenstatuut, waarin de rechten en de plichten van de studenten staan beschreven. Het Studentenstatuut bevat informatie over inschrij-ving, onderwijs en onderzoek, tentamens en examens, studentenvoorzieningen, huisregels en rechtsbescherming. Het Studentenstatuut is re-centelijk grondig herzien; de vernieuwde versie is gepubliceerd op de website van de hogeschool, www.hogeschoolderkunsten.nl

De resultaten van alle onderzoeken worden gepu-bliceerd op de intranetpagina van kwaliteitszorg, intranet.koncon.nl/qualityassurance en regelmatig besproken in de interne nieuwsbrief van het KC

Nadere informatie kan worden verkregen bij Bureau Kwaliteitszorg door: Janneke Ravenhorst en Frederique [email protected] Tuinkamer 2 (T002)

StudentendecaanStudenten komen met uiteenlopende onderwer-pen naar de decaan: praktische zaken, zoals stu-diefinanciering en mogelijkheden voor financiële ondersteuning via fondsen, maar ook persoonlijke zaken. Studenten kunnen op eigen initiatief contact opnemen met de studentendecaan. Daarnaast is er nauw contact tussen de decaan en respectievelijk tutor, coördinator en hoofdvak-docent. De laatstgenoemden zijn het eerste aan-spreekpunt bij studie-gerelateerde problemen. Indien het om student-gerelateerde problemen gaat, wijzen zij op de mogelijkheid om de decaan te consulteren. Natuurlijk ligt in alle gevallen de beslissing bij de student. De gesprekken die de studenten met de decaan voeren zijn vertrouwe-lijk. Als het om praktische zaken gaat, zijn deze meestal in een of twee ontmoetingen te bespre-ken. Bij persoonlijke kwesties vindt er een aantal gesprekken plaats van een uur (meestal tussen twee en acht gesprekken). In een aantal gevallen vindt er langere tijd coaching plaats, als er sprake is van bijvoorbeeld ADHD, Asperger, dyslexie, etc.. Studenten kunnen door de Wet Gelijke Behande-ling een beroep doen op extra begeleiding. Het advies van de decaan kan overigens ook bestaan uit het samen met de student bekijken welke hulp buiten school adequaat kan zijn.

Nadere informatie kan worden verkregen bij decaan Paul Deneer [email protected] Tuinkamer 3 (T003)open spreekuur op maandag en woensdag van 12.00 – 12.45 uur

Integriteitscode Hogeschool der KunstenIn deze gedragscode worden de uitgangspunten vastgelegd die gelden voor de wijze waarop me-dewerkers en studenten binnen de Hogeschool der Kunsten Den Haag met elkaar omgaan. De gedragscode is bedoeld als kader voor een stimulerend en veilig studie- en werkklimaat bin-nen de Hogeschool. In een stimulerend en veilig studie en werkklimaat behoren aandacht voor de

Behaviour Complaints Procedure and the Proto-col for the Confidential Contact Persons.

Further information about the Code of Ethics can be found at www.hoge-schoolderkunsten.nl

Inappropriate Behaviour Complaints Procedure and the Protocol for the Confidential Contact PersonsInappropriate Behaviour Complaints Commit-tee:• Suzanne Konings, head of Music Theory,

Royal Conservatoire• Elleke Bijsterveld, teacher School for Young

Talent• Eric Hirdes, lecturer Graphic Design, Fine Art,

Textiles & Fashion, Royal Academy of Art

Deputy members:• Julia Stegeman, teacher Music Education

department, Royal Conservatoire• Johan van Oord, head of the Fine Arts course,

Royal Academy of Art• Peter de Graaf, teacher School for Young

Talent

The university’s Confidential Contact Persons are:• Paul Deneer, student counsellor, Royal Con-

servatoire and Royal Academy of Art• Pauline Schep, coordinator Graphic Design,

Royal Academy of Art• Gerda van Zelm, teacher Vocal Studies de-

partment, Royal Conservatoire

Student Charter of the University of the Arts, The HagueThe University of the Arts, The Hague has a Student Charter setting out the rights and obligations of the students. The Student Charter contains information about enrolment, educa-tion and research, exams, student facilities, house rules and legal protection. The Student Charter is thoroughly reviewed and a new, updated version is published on the university’s website, www.hogeschoolderkunsten.nl

Student CounsellorStudents can contact the counsellor on a range of issues. These can be practical problems relating to matters such as study financing and the possibilities of applying for grants, but also personal matters. Students can approach the student counsellor themselves. The counsellor also maintains close contact with the tutors, departmental coordinators and main subject teachers. The latter are the first point of con-tact for study-related problems. In the event of personal problems, students are referred to the counsellor. Naturally, the final decision on this always lies with the student. Interviews between the students and the counsellor are confidential. Practical issues can generally be resolved with one or two meetings. For personal issues, a number of one-hour con-sultations (usually between two and eight) are arranged. Sometimes a longer period of coach-ing is prescribed for students with, for example, ADHD, Asperger syndrome, dyslexia, etc., who are entitled to additional help under the Equal Treatment Act. The counsellor’s recommen-dation can also take the form of finding out, together with the student, what help outside of school might be of use.

Further information is available from the counsellor: Paul Deneer [email protected] Tuinkamer 3 (T003)Open office hours on Monday and Wednesday from 12.00 pm. to 12.45 pm.

University of the Arts’ Code of EthicsThis code of conduct lays down the basic rules on how staff and students of the University of the Arts should treat one another. It provides a framework designed to create a safe and stimulating environment in which to work and study. In such an environment, proper behav-iour requires courtesy towards and respect for others and inappropriate behaviour should be avoided. Inappropriate behaviour should always be addressed, either by directly confronting the individuals concerned or by bringing their conduct to the attention of others. All employ-ees and students are explicitly informed of the basic rules and expectations with regard to how people should treat each other within the uni-versity through this code of conduct. The code of conduct is part of the university’s policy to create a stimulating, safe and discrimination free environment in which to work and study. Other elements of this policy are the Inappropriate

Page 14: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

20 21

Page 15: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

22 23

D. Praktische informatie

Studenten Informatie Punt (STIP)Het STIP is het loket waar studenten met vragen over de administratieve kant van hun studie terecht kunnen en is tevens het voorportaal van de studentenadministratie. Aan het begin van het studiejaar worden door het STIP de volgende documenten in het postvak van de student gelegd:• Verklaring betaald collegegeld (Indien het col-

legegeld is betaald) Het aanvragen van een Verklaring betaald collegegeld kan bij de balie van het STIP

• Koninklijk Conservatorium inlog account voor email, intranet, Asimut etc. (alleen eerstejaars)

• Vakantierooster• Studiegids• Seizoensbrochure

Iedere student heeft een eigen postvakje beneden in de hal bij de kantine. Indien er een postvak ontbreekt, ga naar het STIP. Voor on-derwijsinhoudelijke vragen is het hoofd van de desbetreffende afdeling de contactpersoon.

AdresgegevensAlle ingeschreven studenten moeten op een geldig GBA-adres geregistreerd zijn. Dit adres moet hetzelfde adres zijn waaronder de student bij de DUO in Groningen bekend is.

GBA-registratieNieuwe studenten dienen zich voor het aca-demisch jaar 2015-2016 vóór 1 oktober in te schrijven bij de gemeente Den Haag. Nieuwe internationale studenten die in Den Haag gaan wonen kunnen, op voorwaarde dat zij bijtijds de benodigde documenten bij het Koninklijk Conservatorium hebben ingeleverd, deelnemen aan een speciale gemeentelijke inschrijvingsdag op donderdag 17 september op het Koninklijk Conservatorium zelf. Nieuwe internationale stu-denten zullen van het hoofd van de studenten-administratie tijdig een uitnodiging per e-mail ontvangen.

StudielinkStudielink is het online aanmeld- en inschrijfsys-teem voor het hoger onderwijs in Nederland.

D. Practical information

Student Information Point (STIP)The STIP is the office that students can go to with questions about administrative aspects of their study and to make an appointment with the Student Administration Office. The following documents will be deposited by the STIP in the post boxes of students at the beginning of the academic year:• A statement that the fees have been paid (if

the fees have been paid). A Declaration of Pay-ment of Fees can be applied for from the STIP

• A personal login account of the conservatoire to use for e-mail, intranet, Asimut etc.

• A list of holidays• A study guide• A brochure on the season’s events

Every student has a personal post box in the hall, downstairs near the canteen. If there is no post box for you, report this to the Student Information Point (STIP). The contact person for questions about educational matters is the head of the relevant department.

Address detailsEvery enrolled student must be registered at a valid address in the municipal personal records database (GBA). The address must be the same as the one used for the student by the educa-tion service DUO in Groningen.

GBA registrationNew students must register with the local authority of The Hague for the 2015-2016 aca-demic year before 1 October. New international students who are going to be living in The Hague may take part in a special local author-ity registration day on Thursday 17 September 2015 at the conservatoire, provided that they have handed in the requisite documents to the Royal Conservatoire in good time. New interna-tional students will receive an invitation by e-mail in good time from the head of the student administration office.

StudielinkStudielink is the online registration and enrolment system for higher education in the

Page 16: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

24 25

Via de website van Studielink, www.studielink.nl, regel je als (aankomende) student zelf je (her-) inschrijving bij een Nederlandse hogeschool of universiteit en kan je je studentengegevens beheren. Als student schrijf je je slechts op één plek in of uit voor een studie of geef je een adreswijziging door. Je kunt ingevoerde informatie altijd controleren en steeds opnieuw oproepen, gebruiken en wijzigen. Dat wordt automatisch doorgegeven aan de onderwijsin-stelling en aan de Dienst Uitvoering Onderwijs(DUO), de uitvoeringsorganisatie van de over-heid voor het onderwijs. Studielink is dus de centrale plek waar studenten de administratie rondom de studie regelen.

OSIRIS - studievolgsysteemStudenten kunnen via OSIRIS hun eigen studiere-sultaten bekijken door in te loggen op de eigen OSIRIS-pagina. Op deze pagina staan onder de verschillende tabjes persoonlijke gegevens, infor-matie over de bereikbaarheid van het hoofd van de afdeling en de tutor, en alle studieresultaten.

Hoe werkt het:• Ga naar het intranet van het Koninklijk Con-

servatorium: intranet.koncon.nl. Log in met het persoonlijke koncon account (student-nummer en wachtwoord).

• Op de homepagina van het intranet staat rechts de link OSIRIS Student, klik hierop en log wederom in met het koncon account.

• De persoonlijke OSIRIS-pagina opent zich.• Een handleiding is te vinden op de intranet-

site van het STIP in het mapje OSIRIS Student.

Studentenpas/collegekaartIeder studiejaar krijgen studenten een nieuwe studentenpas. Alleen nieuwe studenten moeten hiervoor een pasfoto inleveren. Deze pas moet persoonlijk worden afgehaald bij de informatie-balie van de studentenadministratie, STIP. Vanaf het nieuwe schooljaar liggen de passen klaar. De studentenpas is nodig om gebruik te maken van de volgende faciliteiten:• het reserveren van studiekamers• het ontvangen van kamersleutels• het in bruikleen nemen van apparatuur• boeken/muziek lenen in de bibliotheek• printen of kopiëren• reductie bij aanschaf van muziek, vaklitera-

tuur en toegangsbewijzen voor concerten en musea

Bij verlies van de studentenpas wordt voor de afgifte van een nieuw exemplaar €11,- in

Netherlands. Students can enrol or re-enrol at a hogeschool (university of applied sciences) or university and manage their own student data through the Studielink website, www.studielink.nl. Students can use the system to enrol (for one place of study only), to deregister or to change an address and can always check, update or delete any informa-tion that they themselves have entered in the system. These changes are automatically passed on to the education institution and to DUO, the government implementation organi-sation for education. Studielink is therefore the central spot where students can arrange all the administrative matters to do with their study.

OSIRIS – study tracking systemStudents can look at their own study results by logging on to their own OSIRIS page. Under different tabs the page contains personal data, information about the accessibility of the coor-dinator and tutor and all study results.

How does it work?• Go to the Royal Conservatoire intranet:

intranet.koncon.nl. Log in with your personal koncon account number and password.

• The link OSIRIS Student is on the right-hand side of the home page. Click on the OSIRIS button and log in again with the koncon ac-count number.

• Your personal OSIRIS page opens.• You can find a manual on the intranet site of

the STIP in the OSIRIS Student file.

Student CardStudents receive a new student card every year. Only new students have to submit a passport photograph for the card. The student card must be collected in person at the information desk of Student Administration (STIP). The passes will be available from the start of the school year. The student card is needed for use of the following facilities:• to reserve study rooms• to receive keys for study rooms• to borrow equipment• to borrow books/music in the library• use of the photocopy machines• for discounts on the price of music, profes-

sional literature and tickets for concerts and museums.

If the student card is lost, a replacement card will cost €11,-. The STIP will issue a new

student card on production of a receipt from the accounts department.

If student cards are left at the reception desk after use of a study room they will be taken to the STIP, and can only be collected, the next day, when the STIP opens at 10.00. Please note: the STIP is closed at weekends.

Student accommodationStudents are expected to arrange their own ac-commodation. You are advised to start looking for accommodation in June or July if possible. DUWO House of Music with 43 well insulated residential studios for both international and Dutch students has been in use since February 2011.

Students who are looking for accommodation in The Hague can contact the DUWO student housing section. Students are required to regis-ter with DUWO in person:

The contact details of the DUWO foundation are:Stichting DUWOStamkartplein 982521 ER The Hague+31 70 - 30 51 [email protected]

Other housing corporations for students and youth accommodation in The Hague are: Staedion, www.staedion.nl/huuraanbod Wooninvest, www.wooninvest.nl/ woningzoekende/StudentenwoningenVesteda, www.vesteda.nl Van ‘t Hof Rijnland Vastgoed Management, www.hofrijnland-verhuur.nl

Another possibility is to find temporary housing via Ad Hoc (www.adhocbeheer.nl), also knownas ‘anti-squat’ housing. These are usually empty buildings awaiting demolition.

For residence from 1 day to 10 months in a fully furnished studio: The Student Hotel, The Hague:www.thestudenthotel.com/thehague

STIP – Student Administration OfficeKarel TrelingFrancis JosephLisette de LignieAngelique LoeveKenrick [email protected]

rekening gebracht. Een nieuwe studentenpas is bij het STIP te verkrijgen op vertoon van een betalingsbewijs van de boekhouding.

Indien er studentenpassen bij de receptie blijven liggen nadat er gebruik is gemaakt van een studiekamer, worden deze passen naar het STIP gebracht. De passen kunnen dan weer opgehaald worden als het STIP de volgende dag om 10.00 uur open gaat. Let op in het weekend is het STIP gesloten.

StudentenhuisvestingStudenten worden geacht zelf zorg te dragen voor hun huisvesting. Het wordt aangera-den om, indien mogelijk, al in juni of juli naar huisvesting te gaan zoeken. Sinds februari 2011 is het DUWO House of Music, een huis met 43 goed geïsoleerde woonstudio’s voor studenten uit binnen- en buitenland, in gebruik.

Studenten die op zoek zijn naar een kamer in Den Haag, kunnen contact opnemen met stu-dentenhuisvester DUWO. Studenten dienen zich bij de DUWO persoonlijk aan te melden.

Contactgegevens Stichting DUWO:Stamkartplein 982521 ER Den Haag+31 70 - 30 51 [email protected] www.duwo.nl

Andere woningcorporaties die studenten- en jongerenwoningen beheren in Den Haag, zijn:Staedion, www.staedion.nl/huuraanbod Wooninvest, www.wooninvest.nl/ woningzoekende/studentenwoningen

Andere grote verhuurders van studio’s en appartementen zijn:Vesteda, www.vesteda.nl Van ’t Hof Rijnland Vastgoed Management, www.hofrijnland-verhuur.nl

Een andere mogelijkheid is een tijdelijke woning te betrekken via Ad Hoc (www.adhocbeheer.nl),ook wel bekend als ‘anti-kraak’ wonen. Meestal gaat het om leegstaande panden waarvan de sloop nog even op zich laat wachten.

Voor een verblijf van 1 dag tot en met 10 maan-den in een volledig gemeubileerde studio: Het Studentenhotel Den Haag, www.thestudenthotel.com/thehague

Page 17: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

26 27

STIP - StudentenadministratieKarel TrelingFrancis JosephLisette de LignieAngelique LoeveKenrick [email protected]@koncon.nl +31 70 - 31 51 530kamer: M101 (eerste verdieping)De openingstijden van het STIP worden op het beeldscherm in het voorportaal vermeld.

Afdeling PlanningDe afdeling Planning houdt het overzicht over de bezetting van de les- en studeerkamers, zalen en studio’s en plant de roosters, examens en kamerreserveringen voor docenten. Het KC gebruikt voor het reserveren van kamers en het roosteren het rooster- en planningsprogramma, Asimut. Dit programma is geïntegreerd in het intranet en is op alle laptops of desktop compu-ters toegankelijk.

StudentenStudenten kunnen via het intranet direct hun eigen rooster bekijken en zelf studiekamers boeken. Dat kan op twee manieren:• Een studiekamer kan steeds twee dagen (48

uur) vooruit geboekt worden via het intranet. Log in en rechts op het scherm staat room-booking.

• Ieder moment kan een last minute boeking worden gedaan via het intranet of de kiosken bij de studentenpostvakken of in de boven-foyer. Daarop is te zien of er kamers vrij zijn (gekomen).

Studiekamers kunnen voor maximaal 1,5 uur per keer geboekt worden met een minimale tijd van vijftien minuten. Nadat de boeking is afge-lopen, kan er na drie kwartier opnieuw geboekt worden voor de komende twee dagen.

Studenten die een zaal of studio willen re-serveren voor een speciale activiteit of om te repeteren voor een (eind)presentatie, kunnen dit via de afdeling planning regelen.

Studenten die een pianostemming of barok-instrument willen aanvragen voor hun examen, dienen een digitaal formulier in te vullen via intranet.koncon.nl/presentations. Met dit formulier wordt de hele logistiek rondom het examen georganiseerd en vastgelegd.

[email protected] +31 70 - 31 51 530room: M101 (first floor)The STIP’s opening hours are displayed on the screen in the entrance.

Planning departmentThe Planning department organises the use of classrooms and study rooms, concert halls and studios and plans the timetables, exam schedules and reservations of rooms for teach-ers. The Royal Conservatoire uses the software program Asimut to manage the timetables and reservations for rooms. This program is avail-able on the intranet and can be accessed from any laptop or desktop computer.

StudentsThere are two ways in which students can see their own timetable and reserve a room directly via the intranet:• A room to study can always be booked two

days (48 hours) in advance on the intranet. Log in and click on the heading ‘room book-ing’ on the right of the screen.

• A last-minute reservation can be made at any time via the intranet or at the kiosks at the student post boxes or in the upper foyer, where you will be able to see whether any rooms are free.

Study rooms can be booked for up to 1½ hours at a time, with a minimum period of 15 minutes. When the booking period has expired, after 45 minutes a new reservation can be made for the next two days.

Students who wish to reserve a concert hall or a studio for a special event or to rehearse for a (final) presentation can do so through the planning department.

Students who wish to have a piano or a baroque instrument tuned for an exam have to complete an online form at intranet.koncon.nl/presenta-tions. The entire logistics process for the exam is arranged and documented with this form.

For more information about the rules for students wishing to book a room, see intranet.koncon.nl/asimut

TeachersThe timetables for the group lessons and the regular room reservations are produced with

the planning software during the summer months. Teachers can also request rooms:• For the following week: by sending an e-mail

to the Planning department before 11.00 a.m. on Friday

• Nine days in advance: by reserving a room online after 6.00 p.m. on Friday.

Teachers can request a concert hall or a studio for recitals using a concert form, which can be found at intranet.koncon.nl/staff/bookings. We ask teachers to select the most suitable time via Asimut. Reservations can be made in the planning program up to two months in advance.

Teachers can check for themselves whether a concert hall or studio is free for a special activ-ity at the time they require. To book a concert hall or studio that is available, an online form which can be found at intranet.koncon.nl/staff/bookings has to be completed. The teacher can mention any specific wishes or requirements for the relevant hall in the form.

For more information about the rules for teachers wishing to book a room and the forms to use, see intranet.koncon.nl/asimut

PlanningDiana JasperseSaskia van DaalhoffMarieke de RidderErnst [email protected] +31 70 - 31 51 545Room: M105 (first floor)Office hours for students: Monday toFriday from 10.00 a.m. to 12.30 p.m.

Financial administrationThe Financial administration office is the place to:• pay fees: in cash or with a bank card (PIN

payments can only be made with a debit card with a Maestro logo (not a credit card);

• submit a direct debit form (which can be downloaded from the website www.koncon.nl/en/studyfees) for the pay-ment of the fees in instalments. A direct debit is only possible from a Dutch bank account;

• make enquiries about the status of the pay-ment of fees;

• claim travel expenses: by submitting an expenses claim form (available from project managers), signed by the coordinator and

Voor meer informatie over de boeking-regels voor studenten, zie intranet.koncon.nl/asimut

DocentenTijdens de zomermaanden roostert de planning de groepslessen en de reguliere kamerreser-veringen. Daarnaast kunnen docenten andere kamerverzoeken indienen:• Voor de week daarop: vrijdag voor 11.00 uur

per mail naar de afdeling planning. • Negen dagen vooruit: vrijdag na 18.00 uur

zelf online een kamer reserveren.

Aanvragen voor voorspeelavonden in een zaal of studio kan een docent via een concertfor-mulier indienen. Deze is te vinden op intranet.koncon.nl/staff/bookings. We vragen docenten zelf het meest geschikte moment te zoeken via Asimut. De planning houdt voor het reserveren van deze voorspeelavonden een termijn aan van twee maanden.

De docent kan zelf kijken of de zalen en studio’s voor een speciale activiteit vrij zijn op het gewenste tijdstip. Voor het boeken van beschikbare zalen en studio’s dienen digitale formulieren te worden ingevuld, die te vinden zijn op intranet.koncon.nl/staff/bookings. Via het formulier voor de betreffende zaal kan de docent zijn wensen kenbaar maken.

Voor meer informatie over de boekingregels voor docenten en de formulieren, zie intranet.koncon.nl/asimut

Afdeling PlanningDiana JasperseSaskia van DaalhoffMarieke de RidderErnst [email protected] +31 70 - 31 51 545kamer: M105 (eerste verdieping)Spreekuur voor studenten maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 12.30 uur

Financiële administratieBij de financiële administratie kan je terechtvoor:• de betaling van het collegegeld, contant of

met pinpas (pinbetalingen kunnen alleen met een debetcard waarop het maestro logo staat (geen creditcard) vanaf een Nederlandse bankrekening);

Page 18: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

28 29

accompanied by the original tickets or a print-out of the use of your student travel card.

More information about the rules on travel expenses for students can be found at intranet.koncon.nl/stip.

For more information about fees, see www.koncon.nl/en/studyfees

Financial administrationAccounts payableAnja Bakker+31 70 - 31 51 583Other financial affairs Madeleine [email protected]+31 70 - 31 51 581Room: M107 (first floor)The Financial administration’s opening hours (for expenses claims and pay-ments): from 10.30 a.m. to 12.30 p.m.

International students and studying abroadThe Royal Conservatoire has its own Internation-al Students Adviser who can provide answers to any questions international students have about international study programmes, scholarships, etc. Students with questions about residence permits they can go to the STIP.

Residence permitInternational students are strongly advised to read the online Information for International Students as soon as they receive confirmation that they have been admitted: www.koncon.nl/en/internationalstudents

All the students from a non-EU/EEA country must have a valid residence permit (VVR during their studies. To start the application proce-dure, they will have to contact the STIP. Practi-cal guidelines on the procedures to be followed by new international students (EU/ EEA and non-EU/EEA) in the Netherlands are available in printed form from room M112 (mail boxes in the corridor) and in electronic form on the intranet, intranet.koncon.nl/international. For more information regarding address registration, see page 23.

Modern Migration Law (MoMi)Starting from 1 June 2013, a new Modern Migra-tion Law (MoMi) is effective in the Netherlands.

• het inleveren van het machtigingsformu-lier (te downloaden van de website www.koncon.nl/collegegeld) voor de automatische incasso in termijnen van het collegegeld, automatische incasso kan alleen vanaf een Nederlandse bankrekening;

• het doen van navraag over de stand van de betalingen van het collegegeld;

• het declareren van reiskosten door middel van een declaratieformulier (te verkrijgen via de projectleiders), ondertekend door de coör-dinator, voorzien van de originele vervoersbe-wijzen of een print van je OV-chipcard. Voor meer informatie over de reiskostenregeling voor studenten ga naar intranet.koncon.nl/stip.

Kijk voor meer informatie over het collegegeld op www.koncon.nl/collegegeld

BoekhoudingCrediteurenadministratieAnja Bakker+31 70 - 31 51 583Overige financiële zakenMadeleine Belinfante+31 70 - 31 51 [email protected] kamer: M107 (eerste verdieping)De openingstijden van de kas (voordeclaraties en betalingen): van 10.30 uurtot 12.30 uur

Internationale studenten en studie in het buitenlandHet Koninklijk Conservatorium heeft een eigen International Students Adviser bij wie studenten terecht kunnen met vragen over internatio-nale studieprogramma’s, beurzen, etc. Voor verblijfsvergunningen kunnen studenten bij het STIP terecht.

Verblijfsvergunning (VVR)Internationale studenten wordt dringend aan-geraden om, na ontvangst van hun toelatings-bevestiging, de online informatie: Information for International Students goed te lezen: www.koncon.nl/internationalestudenten

Alle niet-EU/EER studenten hebben tijdens hun studie een geldige verblijfsvergunning (VVR) nodig. Om de aanvraagprocedure te starten, moeten zij contact opnemen met het STIP. Praktische richtlijnen m.b.t. de te volgen procedures in Nederland voor nieuwe inter-nationale studenten (EU/EER en niet-EU/ EER)

Since then, only higher education institutions can apply for MVV/VVR for their students, including renewals and changes. When ap-plying for MVV, the following VVR application is included. In principle, students get a study residence permit for the total duration of their study programme: one for bachelor (4 years), one for a preparatory year + bachelor (1+4=5 years), another one for master (2 years) or onefor the Sonology course (1 year). It means that yearly renewals within the same study programme won’t be necessary. However, if students intend to continue their studies from, for instance, bachelor to master, the higher education institution will have to apply for renewal of their study residence permit.

Some relevant consequences of the new Mod-ern Migration Law are:• Higher education institutions have to monitor

that students make sufficient study progress during their studies: at least 50% of the required ECTS amount per study year. If not and if without excusable reason, the higher education institution will have to report this to the IND and as a consequence, The IND may cancel the study residence permit.

• By the end of every study year, higher educa-tion institutions have to check whether stu-dents still have sufficient financial means for at least one year of study. For this purpose, students will have to complete a standard statement and submit to their higher educa-tion institution. In case of serious doubt, the higher education institution may ask the stu-dent to present proof. If a student does not have sufficient financial means for at least one year of study, higher education institu-tions will have to report this to the IND and as a consequence, the IND can cancel the study residence permit.

International exchanges (ERASMUS+)The ERASMUS+ is an European Commission programme intended mainly to promote co-operation between the participating countries in the field of education. The programme en-compasses the full spectrum of education, from primary and secondary to higher education. The participating countries are the 28 EU member states, as well as Iceland, Liechtenstein, Norway, Turkey, Switzerland and Croatia.

Participating universities and universities of applied sciences can make agreements on student exchanges under the option Student Mobility for Studies/ SMS. There are scholar-

zijn in afgedrukte vorm verkrijgbaar bij kamer M112 (postbakjes in de gang) en in digitale vorm via het intranet. Voor meer informatie over de verplichte adresregistratie, zie pagina 23.

De wet Modern Migratiebeleid (MoMi)Sinds de invoering van de wet Modern Migratie-beleid (MoMi) op 01 juni 2013, is het o.a. zo dat niet-EU/EER studenten met een verblijfsvergun-ning t.b.v. studie in Nederland (zoals aange-vraagd door hun HO-instelling), deze toegekend krijgen voor de volledige studieduur. Dit bete-kent dat deze verblijfsvergunning tussentijds niet meer jaarlijks verlengd hoeft te worden.

Hieraan zijn echter wel de volgende voorwaar-den verbonden:• De HO-instelling moet de studievoortgang

van deze studenten jaarlijks volgen (‘monito-ren’). Als studenten niet minimaal 50% van de vereiste ECTS per studiejaar behalen en hiervoor geen verschoonbare reden hebben (volgens de WHW), moet de HO-instelling dit aan de IND melden.

• De HO-instelling moet de studenten jaarlijks een standaard schriftelijke verklaring laten af-leggen, waarin zij bevestigen nog steeds over voldoende financiële middelen te beschikken voor het daaropvolgende studiejaar. Voor financiële middelen t.b.v. studie geldt een minimum normbedrag; momenteel €833,22 per maand: www.ind.nl/zakelijk/onderwijsin-stelling/kosten-inkomenseisen/Paginas/de-fault.aspx. Bij twijfel, kan de HO-instelling de studenten verzoeken om als bewijs financiële documentatie over te leggen, net zoals bij de eerste aanvraag van de verblijfsvergun-ning. Als studenten niet meer over voldoende financiële middelen beschikken, moet de HO-instelling dit aan de IND melden.

• Als de student niet meer aan de HO-instellin-gen studeert, moet de HO-instelling dit bin-nen vier weken na constateren melden bij de IND. In de praktijk zal het hier veelal gaan om studenten die worden uitgeschreven door de HO-instelling, bv. na afronden van de studie. N.B. Deze maatregel bestond al voordat de wet MoMi inging.

Internationale uitwisselingen (ERASMUS+)Het ERASMUS+ is een programma van de Europese Commissie met als hoofddoel het bevorderen van samenwerking tussen de deelnemende landen op onderwijsgebied. Het programma omvat het hele onderwijs, dus zowel basis-, voortgezet als hoger onderwijs.

Page 19: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

30 31

ships available under this scheme for students who want to spend some time studying abroad. The ERASMUS+ programme also provides sup-port for students who want to follow a trainee-ship (Student Mobility for Placements/SMP), for teachers who want to teach (Staff Mobility Teaching Assignment/STA) or receive training abroad (Staff Mobility for Training/STT) and for institutions wishing to participate in jointprojects (Strategic Partnerships).

The Royal Conservatoire has concluded bilateral contracts under ERASMUS+ with institutes for higher education in music in Belgium, Denmark, Germany, Estonia, Finland, France, Greece, Hungary, Italy, Iceland, Latvia, Lithonia, Norway, Austria, Poland, Portugal, Romania, Spain, Czech Republic, Turkey, the United Kingdom, Sweden and Switzerland.

The Study Mobility for Studies (SMS) option al-lows students to spend a substantial period of their study at one of the participating institutes in Europe with an ERASMUS+ scholarship. These study periods are mainly intended for advanced students. The period for which a student can study abroad differs from one institute to another and can vary from three months to a full academic year. The period spent studying abroad is fully recognised as part of the study at the home institution. The precise amount of an ERASMUS+ scholarship depends on the length of the period of study abroad and also of the cost of living in the country of the host institution: €150,-, €200,- or €250 per month. Students who receive a student grant in the Netherlands also retain it during the period of study abroad.

An ERASMUS+ exchange offers students the following benefits:• A place at one of the participating music

institutes, without payment of additional fees; students only pay fees at their home institution.

• Full recognition of the period spent studying abroad as an integral part of their course. The host institution provides a Transcript of Records (a list of the subjects taken) confirm-ing the student’s attendance on completion of the period of study.

• An ERASMUS+ scholarship towards the additional costs of studying abroad, such as travel costs and the higher cost of living in the host country.

• Assistance in enrolling and securing a place at the institution abroad.

• The host institution will usually provide help in finding a place to stay.

Deelnemende landen zijn alle 28 EU-lidstaten, plus IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Turkije, Zwitserland en Kroatië.

Deelnemende universiteiten en hogescholen kunnen in het kader van de optie Student Mobi-lity for Studies/SMS onderling afspraken maken over de uitwisseling van studenten. Voor dat doel zijn er beurzen beschikbaar voor studenten die tijdelijk in het buitenland gaan studeren. In het kader van ERASMUS+ zijn er voor studenten ook mogelijkheden voor stage (Student Mobility for Placements/SMP), voor docentenmobiliteit (Staff Mobility-Teaching Assignments/STA), staftraining (Staff Mobility for Training/STT) en deelname aan gezamenlijke projecten (Strategic Partnerships).

Het Koninklijk Conservatorium heeft in het kader van ERASMUS+ bilaterale contracten afgesloten met diverse instituten voor hoger muziekonderwijs in België, Denemarken, Duits-land, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, IJsland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roe-menië, Spanje, Tsjechië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland.

Met de actielijn KA1: Individuele mobiliteit (Lear-ning Mobility for Individuals) hebben studenten de mogelijkheid om met een ERASMUS+ beurs een substantiële studieperiode door te brengen aan een van de deelnemende instituten in Europa. Deze studieperiodes zijn voornamelijk bedoeld voor gevorderde studenten. De lengte van een studieperiode in het buitenland verschilt per insti-tuut: deze kan variëren van drie maanden tot een volledig academisch jaar. De studieperiode in het buitenland wordt volledig erkend als onderdeel van de studie aan de thuisinstelling. De exacte hoogte van een ERASMUS+ beurs is afhankelijk van de lengte van de buitenlandse studieperiode en ook van de kosten van het levensonderhoud in het land van de gastinstelling: €150, €200 of €250 per maand. Studenten die Nederlandse studiefinanciering ontvangen, behouden deze ook gedurende de buitenlandse studieperiode.

Een ERASMUS+ uitwisselingsperiode biedt de student de volgende voordelen:• Een studieplaats aan een van de deelne-

mende muziekinstituten, zonder betaling van extra collegegeld; de studenten betalen alleen collegegeld aan de thuisinstelling.

• Volledige erkenning van de studieperiode in het buitenland, als integraal onderdeel van de studie. De gastinstelling geeft als bevestiging daarvan een Transcript of Records (overzicht

Scholarships and fundsThe most relevant scholarship programmes for studying abroad are:• ERASMUS+ (see above for further informa-

tion).• The VSB Fund: a scholarship programme

for motivated Dutch students who want to complete their study abroad.

• Holland Scholarship, KC offers a limited num-ber of scholarships for students interested in a short study in a country outside the EU.

General information about scholarships can also be found on the website of the Netherlands organisation for international cooperation in higher education, Nuffic: www.wilweg.nl/financiering/beursopener click on English.

Students at the Royal Conservatoire can also apply for grants from various funds in the Neth-erlands. Further information is available from Paul Deneer, student counsellor ([email protected]).

International Students AdviserEugène [email protected] +31 70 - 31 51 407Room: M112 (first floor)Appointments can be made from Mon-day, Tuesday, Thursday and Friday be-tween 2.00 p.m. and 5.00 p.m. The office is open on Monday, Tuesday, Thursday and Friday from 10.00 a.m. to 5.00 p.m. and on Wednesday from 10.00 a.m. to 1.00 p.m.

LibraryThe Royal Conservatoire has a library with a large collection of sheet music, books, refer-ence works, magazines and audiovisual media. The conservatoire also subscribes to a number of databases (JSTOR, RILM, RISM), which can be consulted via the library’s website on the intranet. A large part of the collection can be found in the library’s online catalogue at www.koncon.nl/en/facilities. For accurate details of the entire collection it is necessary to visit the library and consult the card catalogue. Only students, alumni and staff of the Royal Conservatoire can borrow works.

LibraryHanne SonsNetty BaarslagThijs van Kempen

van de gevolgde vakken) af aan de student zodra de studieperiode is afgerond.

• Een ERASMUS+ beurs, als tegemoetkoming in de extra kosten die de buitenlandse studiepe-riode met zich meebrengt, zoals reiskosten en hogere kosten van levensonderhoud in het gastland.

• Ondersteuning bij de aanmelding en plaatsing bij de instelling in het buitenland.

• In de meeste gevallen, ondersteuning van de gastinstelling bij het zoeken naar huisvesting.

Beurzen en fondsenDe meest relevante beursprogramma’s voor studie in het buitenland zijn:• ERASMUS+ (zie boven voor meer informatie).• Het VSB-fonds: een beursprogramma voor

maatschappelijk betrokken Nederlandse studenten die hun studie in het buitenland willen afronden.

• Holland Scholarship, het KC biedt een beperkt aantal beurzen voor studenten die geïnteres-seerd zijn in een korte studieperiode in een land buiten de EER.

Algemene informatie over beurzen kan ook worden gevonden op de website van de Nuffic: www.wilweg.nl/financiering/beursopener

Verder bestaat voor studenten van het KC de mogelijkheid een financieel beroep te doen op diverse fondsen in Nederland. Meer informatie hierover kan worden verkregen bij Paul Deneer, studentendecaan ([email protected]).

International Students AdviserEugène [email protected] +31 70 - 31 51 407kamer: M112 (eerste verdieping)Spreekuren zijn op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, van 14.00 tot 17.00 uur. Werktijden: maandag, dinsdag, don-derdag en vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur en woensdag van 10.00 tot 13.00 uur

BibliotheekHet Koninklijk Conservatorium beschikt over een bibliotheek met een grote collectie blad-muziek, boeken, naslagwerken, tijdschriften, en audiovisuele media. Daarnaast heeft het conservatorium een aantal abonnementen op databanken (JSTOR, RILM, RISM), die via de bibliotheeksite op intranet te raadplegen zijn. Een groot deel van de collectie is te vinden op de online catalogus van de bibliotheek,

Page 20: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

32 33

Gregor [email protected] +31 70 - 31 51 572(second floor M-corridor)The library is open from Monday to Thursday from 11.00 a.m. to 6.00 p.m. and on Friday from 11.00 a.m. to 4.00 p.m. During holidays, if the library is not closed the opening hours are from2.00 to 4.00 p.m. www.koncon.nl/en/facilities

Electronics WorkshopThe Royal Conservatoire’s Electronics Work-shop is the electronic heart of the school. Its most important task is to provide techni-cal support for students, teachers and other staff members. In the Electronics Workshop broken equipment is repaired, old equipment is restored and new electronic equipment is designed for a wide variety of study projects. The Electronics Workshop naturally provides assistance for every department in the con-servatoire, but particularly for the Institute of Sonology, Composition, Art of Sound and ArtScience. There are three technicians work-ing in the workshop every day, each with their own area of specialisation.

Electronics WorkshopLex van den BroekMarko UzunovskiPaul [email protected] +31 70 - 31 51 594(downstairs to the left of the reception)The Electronics Workshop is open from 1.00 to 5.00 p.m. on Monday and from 10.00 a.m. to 5.00 p.m. on Tuesday to Friday.http://ewp.koncon.nl

IT/System AdministrationThe System Administration department provides support for students, teachers and other staff members of the conservatoire. The department tries to simplify the use of ICT for everyone and constantly strives to improve the support in consultation with the users. The System Administration department also main-tains the conservatoire’s entire IT infrastructure and helps departments to design their own ICT systems. The audiovisual services encom-pass use of software for photography. Anyone wishing to use the services must have a Royal

www.koncon.nl/faciliteiten. Om een juist overzicht van de hele collectie te krijgen is een bezoek aan de bibliotheek, waar de kaartca-talogus staat, noodzakelijk. Alleen studenten, alumni en medewerkers van het Koninklijk Conservatorium kunnen werken lenen.

BibliotheekHanne SonsNetty BaarslagThijs van KempenGregor [email protected] +31 70 - 31 51 572(tweede verdieping M-gangen)De bibliotheek is geopend van maandag t/m donderdag van 11.00 tot 18.00 uur en op vrijdag van 11.00 tot 16.00 uur. Tijdens vakanties (indien niet gesloten) open van 14.00 tot 16.00 uur.www.koncon.nl/faciliteiten

Elektronische WerkPlaats (EWP)De EWP van het Koninklijk Conservatorium is het elektronische hart van de school, met als belangrijkste taak het geven van technische en audiovisuele ondersteuning aan de studenten, docenten en medewerkers. De EWP is een werkplaats waar defecte apparatuur wordt gerepareerd, oude apparatuur wordt geres-taureerd en nieuwe elektronische apparatuur wordt ontworpen ten behoeve van de meest uiteenlopende studieprojecten. De EWP biedt ondersteuning aan alle afdelingen, maar bedient met name de afdelingen Sonologie, Compositie, Art of Sound en ArtScience. In de EWP werken dagelijks drie vaste technici, ieder met hun eigen specialisme.

Elektronische WerkPlaatsLex van den BroekPaul SchenkelsMarko [email protected] +31 70 - 31 51 594(bij receptie links naar beneden)De EWP is geopend op maandag van 13.00 tot 17.00 uur en dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur http://ewp.koncon.nl

IT/SysteembeheerDe afdeling ICT biedt op ICT-gebied ondersteu-ning aan studenten, docenten en medewerkers op het conservatorium. De afdeling tracht het werken met ICT voor iedereen zo eenvoudig

Conservatoire user account, which is issued to every new student at the beginning of the academic year.

E-mail accountEvery student is given an e-mail address at the Royal Conservatoire with a personal account. General information and messages about progress with the studies, lessons or projects are sent only to this e-mail address. Students are strongly advised to read messages sent to this e-mail address on a regular basis. Students are only issued with the e-mail account (in a letter deposited in their mail box) when all their payments have been made. Students who have not paid their fees before 15 July 2015 will be denied access to intranet, e-mails, comput-ers, printers, etc. For questions about e-mail and the e-mail account and WiFi, contact the System Administration department.

Sending your koncon email to your private email address for students and teachersIt is possible for students to automatically forward emails that are sent to their koncon mailbox to their private e-mail address (Gmail, Hotmail, Yahoo etc.). A connection is required for this between the conservatoire’s webmail and the private mail address.Go to intranet.koncon.nl/services/it to down-load the manual. As soon as the connection has been made between the conservatoire’s webmail and the private mail no more emails will arrive in the student’s koncon mailbox. A new link has to be made between the conserva-toire’s webmail and the private email address should the latter be changed.

Teachers who wish to forward their koncon mail can apply to System Administration.

System AdministrationMarcel Beijer [email protected] +31 70 - 31 51 582Room:M108 (first floor)Sander BeenenBas [email protected]+31 70 - 31 51 587Room: M106 (first floor)

mogelijk te maken en de ondersteuning con-tinu te verbeteren in samenwerking met de gebruikers. Verder onderhoudt Systeembeheer de algehele IT infrastructuur en ondersteunt zij afdelingen bij het opzetten van hun eigen ICT diensten. De audiovisuele diensten omvatten het gebruik van software voor fotografie. Om van de diensten gebruik te kunnen maken, dient men een KC gebruikersaccount te hebben; deze wordt aan alle nieuwe studenten aan het begin van het studiejaar gegeven.

E-mailaccountIedere student krijgt een e-mailadres van het KC. Alle communicatie over lessen, projec-ten, studievoortgang en algemene informatie wordt uitsluitend naar het koncon e-mailadres gestuurd. Studenten wordt met klem aangera-den de berichten die naar dit e-mailadres zijn verzonden regelmatig te lezen. Deze account-gegevens ontvangen studenten (per brief in hun postvak) zodra aan de betalingsverplichting is voldaan. Als de betaling niet voor 15 juli 2015 is geregeld dan is toegang tot intranet, e-mails, computers en printers op school etc. niet mo-gelijk. Bij vragen over e-mail account en WiFi, neem contact op met de afdeling Systeem-beheer.

Doorsturen van koncon e-mail naar privé e-mailadres voor studenten en docentenHet is voor studenten mogelijk de e-mails die naar het koncon e-mailadres worden gestuurd, automatisch door te sturen naar de privé mail (Gmail, Hotmail, Yahoo etc.). Er moet dan een verbinding worden gemaakt tussen de webmail van het conservatorium en de privé mail. Ga naar intranet.koncon.nl/services/it om de handleiding te downloaden. Zodra de verbinding is gelegd tussen de webmail van het conservatorium en de privé mail komt er geen e-mail meer in de koncon mailbox van de student. Mocht het privé e-mailadres wij-zigingen is het belangrijk dat er opnieuw een verbinding wordt gemaakt tussen de webmail van het conservatorium en het aangepaste privé e-mailadres.

Docenten die hun koncon e-mail willen doorstu-ren kunnen hiervoor naar Systeembeheer gaan.

Page 21: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

34 35

Production OfficeIn addition to the individual and group lessons, students also participate in projects, includ-ing orchestra projects, ensembles, chamber music, master classes, etc. The head of the department first makes a schedule for the year and students are then assigned to projects in consultation with the teachers. The manager of a project coordinates the production process, including drawing up and distributing rehearsal schedules, ordering and copying sheet music, collecting and communicating concert details, etc. Students organising their own projects are also strongly advised to refer to the production office for advice. The department is located in the glass office beside the Kees van Baaren Hall on the first floor.

Production office(first floor foyer)

Coordinator EducationElse van [email protected]+31 70 - 31 51 523Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday and Friday

Project Manager ClassicalTo be announced in the fall 2015

Coordinator education and Project Manager Early Music Brigitte [email protected] +31 70 - 31 51 521Monday and Tuesday from 9.00 a.m. to 4.30 p.m., Thursday and Friday from 9.00 a.m. to 2.30 p.m.

Coordinator education and Project Manager CompositionErika [email protected] +31 70 - 31 51 520Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday

Project Manager Jazz and Classical and external hireMarloes [email protected] +31 70 - 31 51 495Monday, Tuesday, Thursday and Friday morning

SysteembeheerMarcel Beijer [email protected] +31 70 - 31 51 582kamer:M108 (eerste verdiepingSander BeenenBas [email protected] +31 70 - 31 51 587kamer: M106 (eerste verdieping)

ProductiebureauNaast de individuele lessen en groepslessen krijgen studenten ook met projecten te maken, zoals orkestprojecten, ensembles, kamermu-ziek, masterclasses, etc. Het hoofd van de afdeling maakt eerst een jaarplanning en in overleg met docenten worden studenten bij de projecten ingedeeld. De aan het project verbon-den projectleider coördineert vervolgens het productieproces, zoals het maken en versturen van de repetitieschema’s, bestellen en kopiëren van bladmuziek, verzamelen en communiceren van concertgegevens, etc. Ook voor het opzet-ten van eigen projecten is het productiebureau de plek om advies in te winnen. Het bureau is te vinden in het glazen kantoor op de eerste verdieping naast de Kees van Baarenzaal.

Productiebureau(eerste verdieping foyer)

Coördinator EducatieElse van [email protected] +31 70 - 31 51 523Maandag, dinsdag, woensdag,donderdag en vrijdag

Projectleider Klassieke MuziekWordt in de herfst bekend gemaakt

Coördinator onderwijs en projectleider Oude MuziekBrigitte [email protected] +31 70 - 31 51 521Maandag, dinsdag van 9.00 tot 16.30 uur, donderdag en vrijdag van 9.00 tot 14.30 uur

Coördinator onderwijs en projectleider CompositieErika [email protected] +31 70 - 31 51 520Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag

Project Manager Jong KCAnnick van [email protected]+31 70 - 31 51 527Tuesday, Thursday morning, Friday and Saturday morning

Production Office AssistantMiranda Lodewijk-van [email protected] +31 70 - 31 51 522Monday, Tuesday, Wednesday morning, Thursday and Friday

Communication/PR/Fundraising and account managementThe principal objectives of the Communication department are to actively promote the con-servatoire to outsiders and to optimise the in-ternal flow of information. The communication department serves several purposes: to attract new students, to maintain a positive image of the Royal Conservatoire, to generate larger audiences for concerts and performances and to maintain and strengthen contacts with the cultural community, the municipality, partners and other interested parties in The Hague and elsewhere. Activities of the communication de-partment follow the lines of: project communi-cations and publicity, internal and external com-munications, digital communications, corporate communications, PR & press and fundraising.

Photography and filmingPhotographs and films commissioned by the Royal Conservatoire are used solely for its own promotional purposes. Any student, teacher or staff member who does not wish to be filmed or photographed should inform the Communi-cation department.

Visitors and those involved with the Royal Conservatoire are not permitted to make re-cordings of photos of concerts, performances, lessons, master classes or other activities in the halls, studios, teaching or study rooms with-out the permission of the students, teachers or employees.

Press requestsAny students, teachers and/or other staff mem-bers who are going to be interviewed, filmed or photographed by journalists, camera teams and/or photographers in the school must notify the Communication department. The press can only be

Projectleider Jazz en Klassiek, externe verhuurMarloes [email protected] +31 70 - 31 51 495Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag

Projectleider Jong KCAnnick van [email protected] +31 70 - 31 51 527Dinsdag, donderdagochtend, vrijdag en zaterdagochtend

Assistent productiekantoorMiranda Lodewijk-van [email protected] +31 70 - 31 51 522Maandag, dinsdag, woensdagochtend, donderdag en vrijdag

Communicatie/PR/Fondsenwerving en relatiebeheerDe afdeling communicatie streeft de volgende belangrijke doelen na: het actief onder de aan-dacht brengen van het KC buiten de muren van de instelling en het optimaliseren van de interne informatievoorziening. Het belang hiervan is meervoudig; het aantrekken van nieuwe studen-ten, een positief imago van het KC behouden, het verhogen van publieksaantallen voor de concer-ten en voorstellingen, en samenwerkingsverban-den onderhouden en uitbreiden met de culturele-, gemeentelijke instellingen, partners en geïnteres-seerden in en buiten Den Haag. Werkzaamheden van de afdeling communicatie vallen binnen de volgende richtingen: projectcommunicatie en publiciteit, interne-, en externe communicatie, digitale communicatie, corporate communicatie, PR & pers en fondsenwerving.

Foto’s en filmopnamesAlle foto’s en filmopnames die in opdracht van het Koninklijk Conservatorium worden gemaakt, worden uitsluitend gebruikt voor eigen promo-tionele doeleinden. Indien een student, docent of medewerker niet gefilmd of gefotografeerd wil worden, dient hij dat aan de afdeling communicatie door te geven. Bezoekers en betrokkenen van het KC mogen niet in de zalen, studio’s, leskamers of studiekamers opnames of foto’s maken van concerten, voorstellingen, lessen, master classes of andere activiteiten zonder de toestemming van de studenten, docenten of medewerkers.

Page 22: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

36 37

admitted to the Conservatoire with the consent of the Communication department. The member of the press must then wait at the reception until he or she is collected by the person with whom the appoint-ment has been made. Information about the con-servatoire’s policy on media coverage and filming can be found at intranet.koncon.nl/communication

Communication/PR/Fund-raisingMarleen Leroy (head of communication)[email protected] +31 70 - 31 51 528Room: M110 (first floor)Hanneke Faber (communication about projects, online media, alumni and recruitment)+31 70 - 31 51 [email protected] Room: in the production office (first floor)Angela Visser (fundraising and customer relations management)[email protected] +31 70 - 31 51 528440Room: M110 (first floor)

Instrument FundUnder certain circumstances, students of the Royal Conservatoire can receive an interest free loan to buy an instrument. The maximum amount of the loan is €5,500,-. The loan must be repaid during the study period. The conditions and the procedure can be found at intranet.koncon.nl/stip

For more information, go to www.koncon.nl/instrumentenfondsFor the conditions and procedures, go to intranet.koncon.nl/stip

Loan of InstrumentsStudents can borrow instruments from the con-servatoire for projects, for a brief period or for the entire academic year. Students wishing to borrow an instrument should apply to Else van Ommen or Brigitte Rebel at the production office.

Facility ServiceThe Royal Conservatoires’ Facility Service con-sists of the reception desk, ticket shop/telephone switchboard, reprography and technical service.

ReceptionThe staff at the reception desk are the first point of contact for everyone who enters the Royal Conservatoire. It is also the place where

PersaanvragenIndien studenten, docenten en/of medewerkers door journalisten, cameraploegen en/of fotograven in de school geïnterviewd, gefilmd of gefotogra-feerd worden, dient dit te worden gemeld bij de afdeling Communicatie. Na toestemming van de af-deling Communicatie wordt de pers toegelaten tot het conservatorium. Voorwaarde is dat de pers bij de receptie wacht tot degene waarmee de afspraak is gemaakt hem/haar komt ophalen. Informatie over het persbeleid en het maken van filmopnames ga naar intranet.koncon.nl/communication

Communicatie/PR/FondsenwervingMarleen Leroy (hoofd communicatie)[email protected] +31 70 - 31 51 528M110 (eerste verdieping)Hanneke Faber (communicatie projecten, digitaal, alumni en werving)+31 70 - 31 51 [email protected] Kamer: in het productiekantoor (eerste verdieping)Angela Visser (fondsenwerving en rela-tiebeheer)[email protected] +31 70 - 31 51 440Kamer: M110 (eerste verdieping)

InstrumentenfondsStudenten van het Koninklijk Conservatorium kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een renteloze lening uitsluitend ten behoeve van de aanschaf van een muziekinstrument. Het maximumbedrag is €5.500,-. De lening dient bin-nen de studietijd te worden terugbetaald.

Voor meer informatie ga naar www.koncon.nl/instrumentenfondsGa voor de voorwaarden en procedures naar intranet.koncon.nl/stip

Uitleen instrumentenStudenten kunnen via het conservatorium instru-menten lenen voor projectmatige activiteiten, een korte periode of een heel schooljaar. Om een instrument te lenen moeten studenten zich wenden tot het productiekantoor en vragen naar Else van Ommen of Brigitte Rebel.

Facilitaire DienstDe Facilitaire Dienst van het KC bestaat uit de receptie, ticketshop/telefooncentrale, reprogra-fie en technische dienst.

students and teachers collect the key for their reserved study or teaching rooms. Students will be given their key on presentation of their student pass. It is possible to see when rooms will become available on the information screens or the kiosk monitors.

[email protected] +31 70 - 31 51 506The opening times of the conservatoire can be found on the website www.koncon.nl/en/openingtimes

Employees of Facility ServicesMarise NagtegaalDetlev Boenders

Peter BergmanFrancisca DropBram van HeijningenRobert van HeijningenSusanne van IngenBelinda LangelaanLizet KrabbenborgMax van MaarschalkerweerdBob van PamelenElisha van PeerwijkAnchela Moennasing-RajbalsingIlze de RidderNouschka SalomeNeeltje SchoenmakerJoyce TaalIgnace Verschoor

Ticket shopThe Ticket shop next to the reception is the spot where tickets for concerts, performances etc. can be booked, bought and picked up. Credit for the copying machine can also be pur-chased at the Ticket shop. Cash can be paid but the use of debit cards with a PIN is preferable.

[email protected] +31 70 - 31 51 510Monday to Friday from 11.00 p.m. to 5.00 p.m.

Reprography and photocopyingStudents can use their student pass to pay for copying and printing, but the card will first need to be registered (the manual for this can be found on intranet.koncon.nl/stip). The photo-copy machines are located in the foyer opposite the reception desk and in the library. Credit for copying can be uploaded onto the card at

ReceptieDe receptiemedewerkers zijn het eerste aanspreekpunt voor iedereen die het Koninklijk Conservatorium binnenkomt. Het is tevens de plek voor studenten en docenten om de sleutel voor hun gereserveerde les- en studiekamers af te halen. De student levert, in ruil voor de sleu-tel, zijn studentenpas in. Op de infoscreens of via de kioskschermen kan men kijken wanneer de ruimte beschikbaar is.

[email protected] +31 70 - 31 51 506Openingstijden van het conservatorium zijn te vinden op de websitewww.koncon.nl/openingstijden

Medewerkers Facilitaire DienstMarise NagtegaalDetlev Boenders

Peter BergmanFrancisca DropBram van HeijningenRobert van HeijningenSusanne van IngenBelinda LangelaanLizet KrabbenborgMax van MaarschalkerweerdBob van PamelenElisha PeerwijkAnchela Moennasing-RajbalsingIlze de RidderNouschka SalomeNeeltje SchoenmakerJoyce TaalIgnace Verschoor

TicketshopDe Ticketshop, naast de receptie, is de plek waar toegangskaartjes voor onder andere concerten en voorstellingen kunnen worden gereserveerd, gekocht en afgehaald. Ook kan er kopieertegoed worden aangeschaft. Er kan eventueel cash worden betaald, maar pinnen heeft de voorkeur.

[email protected] +31 70 - 31 51 510Maandag tot en met vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur

Reprografie en betaald kopiërenStudenten kunnen met hun studentenpas be-taald kopiëren, hiervoor moet de kaart wel zijn

Page 23: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

38 39

the Ticket shop in the hall. Students can only have printing, copying and binding done in the Reprography department for specific requests and only on payment in cash (the copy cardcannot be used).

[email protected] +31 70 - 31 51 551Entrance inside the bicycle areaMonday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday from 9.00 a.m. to 3.30 p.m.

In-house emergency service and first aidThe conservatoire has an in-house emergency service. In the event of an emergency, the public address system instructs everyone to leave the building. Anyone who is in the building at the time (students, teachers and staff mem-bers) must then follow the instructions of the members of the emergency service team who can be recognised by their special vests. The following employees of the Royal Conservatoire have received training in providing first aid in the event of accidents:• Netty Baarslag (library)• Peter Bergman (reception)• Paul Schenkels (Electronic Workshop)

Safety regulationsSafety floor plans have been mounted through-out the building showing the closest emergency exit routes and aids. The most important safety regulations are also given on these notices. In the case of evacuation:• An alarm is sounded in the form of a slow

whoop or through the public address system.• Leave the space you are in and shut the door

(do not lock it).• Take your personal belongings with you un-

less this would cause a delay.• Leave the building immediately by means of

the (emergency) exits.• Follow the evacuation instructions given

by the emergency services officer on duty (BHV).

• Use the stairs, never use the lifts.• Report to the assembly point and wait there

for further instructions.

Be familiar with:• The number of the general telephone

switchboard of the Royal Conservatoire, (070 3151)515 and the emergency number 500 (only through internal telephones).

• The evacuation plan of the building with the instructions “What to do in the event of …”

aangemeld (handleiding is te vinden op intranet.koncon.nl/stip). De daarvoor bestemde kopieer-apparaten staan tegenover de receptie in de hal en in de Bibliotheek. Bij de Ticketshop in de hal kan kopieer- en printtegoed worden aange-schaft. In de Reprografie kunnen studenten al-leen met specifieke vragen/opdrachten terecht en alleen tegen betaling (geen kopieerpas) hun werk laten inbinden, snijden etc..

[email protected] +31 70 - 31 51 551Ingang in het fietsenhokMaandag, dinsdag, woensdag, donder-dag en vrijdag van 09.00 tot 15.30 uur

Bedrijfshulpverlening (BHV) en EHBOHet conservatorium kent een BHV (bedrijfshulp-verlening) organisatie. In geval van calamiteiten wordt via het omroepsysteem opgedragen het pand te ontruimen. Alle aanwezigen in het pand (studenten, docenten en medewerkers) dienen daarbij de aanwijzingen van de BHV-medewer-kers (te herkennen aan hun BHV-hesje) op te volgen. Tevens zijn op het Koninklijk Conser-vatorium een aantal medewerkers werkzaam die zijn getraind om eerste hulp te verlenen bij ongevallen:• Netty Baarslag (bibliotheek)• Peter Bergman (receptie)• Paul Schenkels (EWP)

VeiligheidsregelsIn het hele gebouw hangen ontruimingsplatte-gronden die de dichtstbijzijnde vluchtwegen en hulpmiddelen aangeven. Tevens staan daar de belangrijkste veiligheidsregels op vermeld: In geval van ontruiming:• Je wordt gealarmeerd door de slow whoop of

via de omroepinstallatie.• Verlaat de ruimte en doe de deur dicht (niet

op slot).• Neem, indien dat geen vertraging geeft,

persoonlijke eigendommen mee.• Verlaat het gebouw onmiddellijk via de

(nood)uitgangen.• Volg de ontruimingsinstructies op van de

dienstdoende BHV’er.• Gebruik de trappen, gebruik nooit de liften. • Meld je bij het verzamelpunt en wacht daar

op verdere instructies.

Word vertrouwd met:• Het nummer van de algemene telefooncen-

trale van het KC, (070 3151)515 en het alarm-nummer 500 (alleen via de interne telefoons).

• The location of the extinguishers and hand fire alarms.

• Escape routes and emergency exits. In the case of an emergency:

• Situations (accidents, fire etc.) where as-sistance is presumably needed, report immediately to the reception or phone the number (070 3151)515 or the internal alarm number 500.

• Give the name and the location where the emergency situation is occurring and if need be any particulars about the nature of the situation. It is explicitly not the intention to phone 112 yourself.

• If there is a victim remain with the victim until help arrives.

Leaflets with the safety rules are available at the reception desk.

Take care of your hearing, you will enjoy the benefits for a lifetime!Hearing and its protection is one of the most important topics for a musician. For profes-sional musicians, proper hearing is vital for a lasting career while at the same time they face above average risks to proper hearing. It is therefore important for musicians to know how the ear works, what the risks of damage to their hearing are and how those risk can be avoided. The Royal Conservatoire is happy to provide information and advice about hearing and its protection.

For further information, go to intranet.koncon.nl/stip

MensendieckMarjon Kuijers has been practicing Mensendieck remedial therapy since 1996. She treats clients with a range of complaints, includ-ing back and neck problems and complaints arising from MS, stress, arthrosis, etc. Marjon is herself a musician (violinist) and treats many musicians. Posture and movement are impor-tant factors when playing an instrument.

Mensendieck remedial therapyMarjon Kuijerswww.lijfenmuziek.nl and www.musici-oefentherapie.nl By appointment only

• De ontruimingsplattegronden van het pand met de instructies “Wat te doen bij…”

• De plaatsen waar de brandblusmiddelen en handbrandmelders zich bevinden.

• De vluchtroutes en nooduitgangen. In geval van een noodsituatie:

• Situaties (ongevallen, brand etc.) waarbij vermoedelijk hulp nodig is, direct melden bij de receptie, of bel het nummer (070 3151)515 of het interne alarmnummer 500. Vermeld naam en de plaats waar de noodsituatie zich voordoet, en geef eventueel bijzonderheden over de aard van de situatie.

• Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling zelf 1-1-2 te bellen.

• Indien er een slachtoffer is, blijf bij het slacht-offer tot er hulp komt.

Bij de receptie liggen flyers met de veiligheids-regels er op.

Zorg goed voor je gehoor, dan heb je er je leven lang plezier van!Gehoor en gehoorbescherming zijn één van de belangrijkste onderwerpen voor een musicus. Een goed functionerend gehoor is van het al-lergrootste belang om in het muziekvakgebied actief te kunnen zijn en niet in de laatste plaats ook te blijven. Tegelijkertijd brengt het vak bo-vengemiddelde risico’s voor het goed functione-ren van het gehoor met zich mee. Kennis van de werking van het oor, de risico’s van gehoor-schade en de preventieve mogelijkheden om dit te voorkomen zijn dan ook heel belangrijk. Het Koninklijk Conservatorium geeft hierover graag voorlichting en advies.

Nadere informatie hierover is te vinden op intranet.koncon.nl/stip

MensendieckMarjon Kuijers (violiste) heeft sinds 1986 haar eigen praktijk Oefentherapeut Mensendieck. Zij behandelt cliënten met uiteenlopende klachten: rugklachten, nekklachten en klachten als gevolg van ms, stress, artrose etc. Veel musici vinden de weg naar haar praktijk. Tijdens het spelen van een instrument komt de houding en de manier van bewegen uitgebreid aan bod.

Oefentherapie MensendieckMarjon Kuijerswww.lijfenmuziek.nl en www.musici-oefentherapie.nl Behandeling op afspraak

Page 24: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

40 41

Vakantierooster 2014-2015Herfstvakantie 2015maandag 19 – vrijdag 23 oktober

Kerstvakantie 2015maandag 21 december – vrijdag 1 januari 2016

Voorjaarsvakantie 2016maandag 22 – vrijdag 26 februari

Paasweekeinde 2016vrijdag 25 – maandag 28 maart

Koningsdag 2016woensdag 27 april

Bevrijdingsdag 2016donderdag 5 mei

Meivakantie 2016(Alleen School voor Jong Talent)woensdag 27 april – vrijdag 6 mei

Hemelvaart 2016donderdag 5 mei

Tweede pinksterdag 2016maandag 16 mei

Zomervakantie 2016maandag 11 juli – vrijdag 19 augustus (School voor Jong Talent)maandag 11 juli – vrijdag 2 september (bachelor en master)

Start School voor Jong Talent 2016-2017maandag 22 augustus

Start academisch jaar 2016-2017maandag 5 september

Holidays in 2015-2016Autumn holiday 2015Monday 19 – Friday 23 October

Christmas holiday 2015-2016Monday 21 December 2015 – Friday 1 January 2016

Spring holiday 2016Monday 22 – Friday 26 February

Easter 2016Friday 25 – Monday 28 March

King’s Day 2016Wednesday 27 April

Liberation Day 2016Thursday 5 May

May holiday 2016(only School for Young Talent)Wednesday 27 April – Friday 6 May

Ascension 2016Thursday 5 May

Whit 2016Monday 16 May

Summer holiday 2016Monday 11 July – Friday 19 August (School for Young Talent)Monday 11 July – Friday 2 September (bachelor and master)

Start of School for Young Talent 2016-2017Monday 22 August

Start of academic year 2016-2017Monday 5 September

Page 25: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

42 43

E. The study programmes at the Royal Conservatoire

The Royal Conservatoire offers a Bachelor of Music and Bachelor of Music Education, which are listed separately in the Central Register of Higher Education Programmes (CROHO). The Bachelor of Music programme has three gradu-ation profiles: the profile musician, the profile creation, research and development, and the profile sound reinforcement, sound production and sound recording. The Bachelor of Music Education programme has only one graduation profile: music education. Each of these profiles encompasses a number of disciplines, with vari-ous specialisations in each discipline.

As well as the Bachelor of Music and Bachelor of Music Education programmes, the Royal Conservatoire offers a bachelor’s degree course in Dance, which is also registered with the CROHO. The Dance programme is integrated in the curriculum of the School for Young Talent, with most students starting in the next to last year of primary school and, after completing their second-ary education (securing a VMBO, HAVO or VWO diploma), continuing for two years for a bachelor’s degree at higher professional education level. The Dance programme works closely with the Ned-erlands Dans Theater and Dutch National Ballet and has exchange programmes for teachers and students with courses in other countries.

At master’s level, the Royal Conservatoire offers the Master of Music, the Master of Opera (the Dutch National Opera Academy) and the Master of Sonology (including the Instruments & Inter-faces STEIM Master), which are also separately registered with the CROHO. The Master of Music programme also embraces various spe-cialisations, such as the Orchestra Master, the Master Chamber Music, the Master Ensemble Percussion, the Music Master New Audiences and Innovative Practice, the ArtScience Master, the Master Artistic Research (MAR), the Music Master Education (including the specialisation Music Education according to the Kodály Con-cept), the Music Theatre Master T.I.M.E. and the National Master for Orchestra Conducting

E. De opleidingen van het Koninklijk Conservatorium

Het Koninklijk Conservatorium biedt de opleidin-gen Bachelor Muziek en Bachelor Docent Muziek aan, die afzonderlijk bij het Centrale Registratie Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) zijn gere-gistreerd. De bacheloropleiding Muziek kent een drietal uitstroomprofielen: het profiel musicus, het profiel scheppen, onderzoeken en ontwik-kelen, en het profiel klankregie en opnamelei-ding. De bacheloropleiding Docent Muziek kent uitsluitend het profiel docent muziek. Binnen deze profielen zijn weer diverse studierichtingen mogelijk en een studierichting biedt op zijn beurt weer opening naar diverse specialisaties.

Naast de opleidingen Bachelor Muziek en Bachelor Docent Muziek, biedt het Koninklijk Conservatorium tevens een Bacheloropleiding Dans, die ook bij het CROHO is geregistreerd. De opleiding Dans is geïntegreerd met het on-derwijsaanbod van de School voor Jong Talent: de meeste leerlingen starten in groep 7 van het basisonderwijs en na het behalen van het vmbo, havo of vwo-diploma volgen er nog twee praktijkjaren in het hoger beroepsonderwijs voor het bachelordiploma. Hiernaast werkt de Dansvakopleiding nauw samen met Nederlands Dans Theater en Het Nationale Ballet, en bestaan er uitwisselingsprogramma’s voor docenten en studenten met opleidingen in het buitenland.

Op masterniveau biedt het Koninklijk Con-servatorium de Masteropleiding Muziek, de Masteropleiding Dutch National Opera Academy en de masteropleiding Sonologie (inclusief de specialisatie Master Instruments & Interfaces STEIM) aan, die eveneens afzonderlijk bij het CROHO zijn geregistreerd. De Masteropleiding Muziek kent weer diverse specialisaties, zoals de Orkest Master, Master Kamermuziek, Master Ensemble slagwerk, de Master New Audiences and Innovative Practice, de Master ArtScience, the Master Artistic Research, de Master Muzie-keducatie, (inclusief de specialisatie Master Mu-ziekeducatie volgens het Kodály Concept), de Master Muziektheater T.I.M.E. en de Nationale Master Orkestdirectie.

Page 26: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

44 45

Studenten die geïnteresseerde zijn in deze mo-gelijkheid, kunnen dat per e-mail laten weten aan het hoofd van de desbetreffende afdeling. Deze zal de student in contact brengen met een docent die vervolgens in een proefles beoordeelt of de student geschikt is. Als dat het geval is, kan de student met het hoofd van de afdeling een contract sluiten voor een door hem te bepalen aantal lessen. Informatie over cursusgelden zijn te vinden op de website van het Koninklijk Conservatorium in het gedeelte over ‘Aanmelden en toelating’ www.koncon.nl/nl/aanmeldenentoelating, waarbij voor reeds ingeschreven studenten en alumni afwijkende interne tarieven gelden.

ment. The head of the department will refer the student to a teacher for a trial lesson to decide whether the student is suitable for the course. If this is the case, the student can draw up a contract with the head for the number of lessons he wishes to have. Information about course fees can be found on the Royal Conservatoire’s website in the section ‘Application and enrolment’, www.koncon.nl/en/applicationandenrolment. There are different fees for students who are already enrolled and for alumni.

A complete list of all the courses can be found in the Education and Examination Regulations, chapter L.

Artist DiplomaThe Royal Conservatoire offers students with a master’s degree the possibility to follow a one-year study programme during which they can deepen their artistic and professional skills, focus on specific repertoire or broaden their knowledge in a special area of expertise. Study programmes can be tailored-made to the needs of the student. The programme leads to an Artist Diploma that students will obtain after having successfully passed a public final recital or presentation, which will be assessed by an committee of examiners. Further information about this programme can be provided by the head of each department.

Foundation courseStudents who cannot be admitted to the bachelor’s or master’s programmes because they do not meet the admission criteria or for any other reason can follow a Foundation course, which generally lasts a year. During the Foundation course the student can follow a tailored curriculum compiled in consulta-tion with the head of the relevant depart-ment. The curriculum will usually consist of a number of lessons in the principal subject and a number of lessons in music theory. In exceptional cases, the student will be allowed to participate in the conservatoire’s projects. Students interested in taking a Foundation course should contact the head of the relevant department. Information about course fees can be found on the conservatoire’s website in the section ‘Application and enrolment’, www.koncon.nl/en/applicationandenrolment

Contract educationInstead of enrolling for a full-time degree pro-gramme, students can follow education at the Royal Conservatoire based on a personalized contract. In that case they can receive a limited number of lessons of their choice at the same level of the programme but without receiving a qualification. Alumni and students enrolled at the Royal Conservatoire who wish to follow subjects that are not part of their regular cur-riculum can also sign up for additional subjects at a special rate.

If a student is interested in this option, send an e-mail to the head of the relevant depart-

Een compleet overzicht van alle opleidingen is te vinden in het Onderwijs- en Examenregeling, hoofdstuk L.

Artist DiplomaHet Koninklijk Conservatorium biedt studenten met een masterdiploma de mogelijkheid om een eenjarig studieprogramma te volgen waarin ze hun artistieke en professionele vaardigheden kunnen verdiepen, zich kunnen concentreren op specifiek repertoire of hun kennis verbre-den over een specifiek onderwerp. Studiepro-gramma’s kunnen op maat gemaakt worden afhankelijk van de behoeften van de student. Het programma leidt tot een Artist Diploma dat studenten krijgen nadat ze met succes zijn geslaagd voor een openbaar slotrecital of pre-sentatie, die zal worden beoordeeld door een commissie der examinatoren. Verdere informa-tie over dit programma kan worden verstrekt door het hoofd van de afdeling.

VooropleidingVoor studenten die niet aan de geldende toela-tingscriteria voldoen of om andere redenen nog niet kunnen worden toegelaten tot de bachelor- of masteropleidingen, bestaat de mogelijkheid van het volgen van een Vooropleiding, die doorgaans een jaar duurt. Tijdens deze Voorop-leiding kan een op maat gemaakt studiepakket worden gevolgd, dat is samengesteld in overleg met het hoofd van de desbetreffende afdeling. Meestal zal het studiepakket bestaan uit een aantal lessen in het hoofdvak en een aantal theorielessen; in uitzonderlijke gevallen kunnen studenten deelnemen aan de projecten van het conservatorium. Studenten met interesse voor de vooropleiding dienen contact op te nemen met het hoofd van de afdeling; informatie over cursusgelden is te vinden op de website van het KC in het gedeelte over ‘Aanmelden en toelating’, www.koncon.nl/nl/aanmeldenentoelating

ContractonderwijsNaast het volgen van volledige opleidingen, is het mogelijk om aan het Koninklijk Conservato-rium contractonderwijs te volgen. Het gaat dan om incidentele lessen op het niveau van een muziekvakopleiding, maar er is geen diploma aan verbonden. Ook alumni en studenten die ingeschreven zijn op het Koninklijk Conserva-torium en bepaalde vakken willen volgen die niet onderdeel zijn van hun vaste curriculum, kunnen additionele vakken volgen voor een intern tarief.

Page 27: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

46 47

Page 28: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

48 49

F. The Bachelor of Music and Bachelor of Music Education programmes

I. IntroductionThe Bachelor of Music and Bachelor of Music Education programmes are four-year courses leading to a bachelor’s qualification as musician and/or music teacher. The bachelor’s curricu-lum offers students plenty of opportunities to fully develop their personal strengths on the basis of traditional qualities such as craftsman-ship, artistic vision and knowledge of the rep-ertoire. In addition to focusing on the practical and theoretical aspects and the new elective subjects, from the second year the curriculum is expanded with a range of elective subjects to allow students to develop additional qualities and explore new areas in the course of the programme.

Bachelor’s students have to earn 60 ECTS cred-its each year (ECTS = European Credit Transfer and Accumulation System) and 240 credits for the entire programme. One credit (1 ECTS) corresponds with a course load of 28 hours of study. The annual course load is therefore 60 x 28 = 1680 hours, divided between contact hours (individually/or in a group) and self-study.

The academic year is divided into two semes-ters: September to January and February to June. The academic year comprises 34 weeks of individual lessons in the principal study and 36 weeks of group lessons.

F. De bachelor-opleidingen Muziek en Docent Muziek

I. InleidingDe bacheloropleidingen Muziek en Docent Muziek kennen een opleidingstraject met een periode van vier jaar, uitmondend in een bachelorkwalificatie als musicus en/of docent muziek. Aan studenten wordt binnen het bachelorcurriculum volop kansen geboden om eigen kwaliteiten tot ontwikkeling te brengen. Traditionele waarden als ambachtelijkheid, ar-tistieke visie en repertoirekennis vormen daarin de basis. Naast een focus op het praktische en theoretische gedeelte en de nieuwe keuzevak-ken, worden gedurende de studie meer en meer aangrenzende kwaliteiten ontgonnen en nieuwe gebieden verkend. Daartoe is het curri-culum vanaf het tweede bachelorjaar uitgebreid met een aanbod aan keuzevakken.

De indeling van het bachelorcurriculum is geba-seerd op het behalen van 60 ECTS studiepunten per studiejaar (ECTS = European Credit Transfer and Accumulation System) en van 240 ECTS voor de gehele opleiding. Een studiepunt (1 ECTS) komt overeen met een studielast van 28 klokuren. De studielast op jaarbasis bedraagt daarom 60 x 28 = 1680 studie-uren, te verdelen over contacturen (individueel en/of in groeps-verband) en uren voor zelfstudie.

Elk studiejaar wordt verdeeld in twee semes-ters: september t/m januari en februari t/m juni. Het studiejaar omvat 34 lesweken voor de individuele hoofdvaklessen en 36 lesweken voor de groepslessen.

II. The structure of the Bachelor of Music curriculum

The Bachelor of Music is divided into two phases, the propaedeutic (first year) and the post-propaedeutic (years II, III and IV) phase.

The subjects are divided into five categories:1. The practical component – this category

covers all the lessons and subjects directly related to musicianship: the lessons in the principal study, the lessons in various en-sembles, group lessons, orchestral classes, performance evenings, the historical devel-opment of the principal instrument, etc.

2. The theoretical component – this part of the curriculum covers subjects such as Aural Skills & Analysis, Aural Skills & Improvisation, Keyboard Skills & Harmony, Rhythm Class, Music History and Classical Music studies.

3. Personal professional preparation – this category encompasses the subjects on music education in the second and third year of the course, the student’s own projects and the activities organised in collaboration with the Career Development Office (CDO), attendance at workshops during the First Year Festival and the subject Personal Professional Prepara-tion in the fourth year.

4. Tutoring and the portfolio.5. Electives and the minors – students can

choose from an extensive list of elective subjects during the second and third year for 6 ECTS per year. Students also have the option of following a minor programme for three years.

II. Structuur bachelor muziekcurriculum

De bacheloropleiding Muziek kent een verdeling in twee fasen: de propedeuse (jaar I) en de postpropedeutische fase (jaren II, III, IV).

Het aanbod van vakken is ondergebracht in vijf categorieën:1. Het praktische gedeelte – binnen deze cate-

gorie vallen alle lessen en vakken die direct te maken hebben met het musiceren en componeren zelf: de hoofdvakles, de diverse ensemblelessen, groepslessen, orkestklas-sen, voorspeelavonden, historische ontwik-keling van het hoofdvak, etc.

2. Het theoretische gedeelte – dit omvat bij-voorbeeld de vakken Aural Skills & Analysis, Aural Skills & Improvisation, Keyboard Skills & Harmony, Rhythm Class, Music History en Classical Music studies.

3. Persoonlijke beroepsvoorbereiding – tot deze categorie behoren de educatieve vakken in het tweede en derde studiejaar, de eigen projecten en de activiteiten in samenwerking met het Career Development Office (CDO), specifieke workshops in het kader van het First Year Festival (FYF) en het vak Persoon-lijke Beroepsvoorbereiding in het vierde studiejaar.

4. Het tutoraat en portfolio.5. De vrije keuzeruimte en de minoren – vanaf

het tweede studiejaar bestaat er een uit-gebreid menu van keuzevakken, die tijdens het tweede en derde jaar kunnen worden gevolgd voor 6 ECTS per jaar. Tevens wordt studenten de kans geboden een minor te volgen gedurende een periode van drie studiejaren.

Page 29: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

50 51

the department, the theory teachers and the main subject teachers. Since the one objective may be more relevant than the other depend-ing on the department, the compulsory theory subjects may differ in terms of their content and organisational aspects but there may also be subjects common to all departments.

The teaching of theory focuses on develop-ing practical and cognitive skills, sometimes referred to as musicianship skills, which are im-portant for the professional musician and music teacher. Improvisation is here a vital method and objective.

Students who have been awarded a Bachelor of Music degree elsewhere or who have studied music elsewhere for one or more years will be tested to verify whether the level of their knowledge of the theory is sufficient for them to be granted exemptions from music theory classes.

The curricula for the bachelor’s programmes in Music Education, Composition, Sonology and Art of Sound are different and the programmes have separate study guides – for further information, see the sections devoted to these departments in chapter K.

The study of theory in the Bachelor of Music curriculum The study of theory in the Bachelor of Music curriculum comprises the following:• A compulsory programme is offered in the

first to the third year inclusive.• In the third year students have the option

of taking an elective theory class to deepen their knowledge and skills in a particular subject.

• Jazz students complete the music theory course in the fourth year with the subject Arranging.

The theory programme for each department is decided in consultation between the head of

Aangezien per afdeling de ene doelstelling meer relevant kan zijn dan de andere, kunnen de verplichte theorievakken inhoudelijk en organisatorisch verschillen, maar er kunnen ook gezamenlijke vakken voorkomen.

Het theorieonderwijs concentreert zich op de ontwikkeling van praktische en cognitieve vaardigheden, ook wel genoemd musicianship skills, die van belang zijn voor de professionele musicus en muziekdocent. Improvisatie vormt daarin een belangrijk middel en doel.

Indien een student elders een diploma Bachelor Muziek heeft behaald, of elders al gedurende een of meerdere jaren een muziekopleiding heeft gevolgd, wordt door middel van een ‘niveautest theorie’ gekeken in hoeverre voor muziektheoretische vakken vrijstellingen ver-leend kunnen worden.

Voor de bacheloropleidingen Docent Muziek, Compositie, Sonologie en Art of Sound bestaan afwijkende curricula en aparte studiegidsen – zie voor verder informatie de afdelingsspeci-fieke informatie in hoofdstuk K.

De theoriestudie in het bachelor muziekcurriculumHet theorieonderdeel in het bachelorcurriculum is als volgt samengesteld:• In het eerste tot en met het derde studiejaar

wordt een verplicht programma aangeboden.• In het derde studiejaar is er ruimte voor een

theoriekeuzevak waarin de student zijn ken-nis en vaardigheden in een bepaalde richting kan verdiepen.

• Jazzstudenten sluiten de muziektheorievak-ken in het vierde studiejaar af met het vak arrangeren.

Het theorieprogramma per afdeling wordt door het hoofd van de afdeling, theoriedocenten en hoofdvakdocenten in overleg ontwikkeld.

De onderstaande tabel geeft het algemene curriculum van de bachelor weer. Curriculum Koninklijk Conservatorium 2015-2016

Hoofdstudie klassiek, jazz & oude muziek - 34 Theorie - 20 Koor 2

FYF 2

PF 2

Hoofdstudie compositie (verplicht & keuze) - 40 Theorie - 14 Koor 2

FYF 2

PF 2

Hoofdstudie klassiek, jazz & oude muziek - 30 Edu - 4 Theorie - 18 Minor of keuze 6

PF 2

Hoofdstudie compositie (verplicht & keuze) - 38 Edu - 2 Theorie - 14 Minor of keuze 6

PF 2

Hoofdstudie klassiek, directie & oude muziek - 32 Edu - 4 Theorie - 16 Minor of keuze 6

PF 2

Hoofdstudie jazz - 34 Edu - 4 Theorie - 14 Minor of keuze 6

PF 2

Hoofdstudie compositie (verplicht & keuze) - 47 Edu - 2 Theorie - 3 Minor of keuze 6

PF 2

Hoofdstudie klassiek, directie & oude muziek - 51 Eigen project of Minor - 6

PBV 3

Hoofdstudie jazz - 49 Theorie - 2 Project/Minor - 6 PBV 3

Hoofdstudie compositie (verplicht & keuze) - 49 Theory - 3 Project/Minor - 6 PF 2

I

III

IV

II

I

III

IV

II

The diagram below shows the general curriculum of the bachelor’s programme. Curriculum of the Royal Conservatoire 2015-2016

Main subjects classical music, jazz & early music - 34 Theory - 20 Choir 2

FYF 2

PF 2

Main subject composition (obligatory & electives) - 40 Theory - 14 Choir 2

FYF 2

PF 2

Main subjects classical music, jazz & early music - 30 Edu - 4 Theory - 18 Minor or Electives 6

PF 2

Main subject composition (obligatory & electives) - 38 Edu - 2 Theory - 14 Minor or Electives 6

PF 2

Main subjects classical, conducting and early music - 32 Edu - 4 Theory - 16 Minor or Electives 6

PF 2

Main subject jazz - 34 Edu - 4 Theory - 14 Minor or Electives 6

PF 2

Main subject composition (obligatory & electives) - 47 Edu - 2 Theory - 3 Minor or Electives 6

PF 2

Main subject classical, conducting and early music - 51 Personal project or Minor - 6

PBV 3

Main subject jazz - 49 Theory - 2 Project/Minor - 6 PBV 3

Main subject composition - 49 Theory - 3 Project/Minor - 6 PF 2

Page 30: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

52 53

in a professional, independent and critical manner.

• The student has demonstrated this in the portfolio.

Students who earn a pass mark for their portfo-lios are awarded 2 ECTS

The personal portfolioStudents are required to keep a personal record of their study progress from the first year until the end of the programme. This portfolio helps students to steer their personal development. The portfolio contains materials relating to the students’ various activities and any items they produce during the programme, which can range from a recording of a performance or an analysis, to a report for an elective subject or a personal evaluation of how their study is pro-gressing. It is important for students to choose a form that suits them so that the portfolio is something that they can be proud of and arehappy to work on. In other words, the portfolio should not be regarded as an extra burden but as a study aid that could eventually serve as a professional calling card. The tutor, who helps the students to reflect on their progress with the study during the first three years of the course, can also provide advice on how to build the portfolio.

The portfolio can serve two purposes:1. The portfolio as an instrument that enables

the student to monitor his or her progress by keeping a record of and reflecting on reports of individual and group lessons, passed exams, and recitals.

2. The portfolio as an instrument for giving a presentation, with information about personal recordings, programmes and audio or visual documentation of performance evenings, concerts, projects under the auspices of the Career Development Office, participation in master classes and special projects, attend-ance at concerts and theatre productions, vis-its to museums and personal documentation in the form of videos, photos or other digital media. This part of the portfolio could be used to create a personal website.

These functions of the portfolio also lay the groundwork for Personal Professional Prepara-tion, a subject in the fourth year, when students will be required to produce a Personal Activities Plan. The Personal Activities Plan must include a well-written curriculum vitae, a personal website and a personal strengths/weaknesses

Progress with study and reflection: tutors and the portfolioDuring the course various methods are used to help students gain more independence and to counsel them when they face important choices or need to reflect.

Personal contact between student and teacherA characteristic feature of music education is the one-to-one lesson: education in the form of the personal transfer of knowledge from the teacher to the student. Very often, a student will consciously choose a particular teacher for the principal study. The personal contact also guarantees that the student receives personal supervision.

TutorsFirst-year students are assigned a tutor when they enter the Conservatoire. Students remain with a tutor for the first three years of the bachelor’s course. The tutors’ role is to help the students to reflect on their study and to monitor their progress. This is accomplished in two ways:• By conducting consultations with students

individually or in small groups. During these meetings the tutor can help solve problems relating to the study by getting students to clarify the considerations to be taken into account, the options and any dilemmas they face, and encouraging them to take appropriate action themselves. Students can approach the tutor themselves, but twice a year – in November/December and in March/April – the tutor will personally arrange meet-ings with them to discuss their progress on the basis of their portfolios. Students can find their tutor’s name and e-mail address in their lecture timetables, together with details of when and where the tutor is available to meet them. At the beginning of the academic year (during the First Year Festival), a number of group sessions are arranged in order to allow the tutors and the students assigned to them to get to know one another. Consulta-tions with the tutor are confidential.

• By providing advice on how to put together a personal portfolio.

Every year the tutor will assess the progress of the assigned students on the basis of the fol-lowing criteria:• Evidence that the student has monitored

and improved his/her personal development

standige en kritische manier de eigen ontwik-keling gevolgd en verder vormgegeven.

• De student heeft dit inzichtelijk gemaakt in een portfolio.

Als de deelname aan tutoraat en de ontwik-keling van het portfolio als voldoende is beoordeeld worden hiervoor jaarlijks 2 ECTS toegekend.

Het persoonlijke PortfolioVanaf het eerste studiejaar wordt de student gevraagd om een persoonlijke verslaglegging te maken van de voortgang van de studie. Het portfolio helpt studenten de regisseur te worden van hun eigen ontwikkeling. Studenten verzamelen materiaal van de diverse activitei-ten en producten tijdens hun opleiding. Het kan hierbij gaan om een opname van een uitvoering tot een analyse voor theorie, een verslag voor een keuzevak of een persoonlijke evaluatie van de studievoortgang. Belangrijk is dat studenten kiezen voor een vorm die bij hen past, zodat het portfolio iets is waar zij trots op kunnen zijn en waar ze graag aan werken; dus geen extra belasting, maar een hulpmiddel voor de studiedat mogelijk later als visitekaartje kan worden ingezet. Studenten doen dit in overleg met de tutor, die de studenten de eerste drie jaar van hun opleiding begeleidt bij het reflecteren op hun studievoortgang en dus ook bij het ontwik-kelen van het portfolio.

Het portfolio kan een tweetal functies dienen:1. Het portfolio als instrument voor reflectie

over de studievoortgang van de student door het bijhouden van en reflecteren op verslagen van individuele en groepslessen, en van de behaalde tentamens, recitals en examens.

2. Het portfolio als instrument voor presen-tatie met informatie over eigen opnames, programma’s en (geluids)documentatie van voorspeelavonden, concerten, projecten onder auspiciën van het Career Development Office, de deelname aan masterclasses en bijzondere projecten, het bijwonen van con-certen en theaterproducties, museumbezoek en persoonlijke documentatie middels video, foto of andere digitale media. Dit gedeelte van het portfolio zou kunnen uitmonden in een persoonlijke website.

De eerder genoemde functies van het portfolio dienen tevens als een voorbereiding op het vak Persoonlijke Beroepsvoorbereiding (PBV) in het vierde studiejaar, wanneer studenten worden verzocht om een Persoonlijk Activiteiten Plan

Studievoortgang en reflectie: tutoren en portfolioTijdens de opleiding worden diverse middelen ingezet om de student te ondersteunen op de weg naar zelfstandigheid en te begeleiden op belangrijke momenten van keuze en reflectie.

Het persoonlijk contact student – docentKenmerkend voor het muziekvakonderwijs is de individuele les als onderwijsvorm in de kennis-overdracht van docent naar student. De keuze voor een bepaalde hoofdvakdocent is vaak een heel bewuste keuze. Door dit persoonlijke contact is ook de persoonlijke begeleiding van de student gewaarborgd.

TutorenOp het moment dat studenten als eerstejaars binnenkomen krijgen zij een tutor toegewezen. Studenten blijven verbonden aan een tutor gedurende de eerste drie jaar van de bachelor-studie. De tutor heeft tot taak de student te ondersteunen bij de reflectie over de eigen studie en studievoortgang. Dit gebeurt op twee manieren:• Door gesprekken met studenten te voeren,

zowel in kleine groepen als tijdens individu-ele ontmoetingen. In deze gesprekken kan de tutor hulp bieden bij studiegerelateerde vraagstukken, waarbij hij/zij studenten zal stimuleren overwegingen, keuzemogelijk-heden en eventuele dilemma’s helder te krijgen, zodat de student daarna zelf actie kan ondernemen. Studenten kunnen zelf contact opnemen met hun tutor, maar twee keer per jaar – in november/december en in maart/april – neemt de tutor zelf het initiatief en nodigt studenten uit voor een gesprek waarin hij/zij de student uitnodigen te reflecteren op de studievoortgang aan de hand van het port-folio. De naam en e-mailadres van de tutor is te vinden op de lesroosters van de studenten, alsmede informatie over waar en wanneer hij/zij voor de studenten beschikbaar is. Aan het begin van het schooljaar (tijdens het FYF) zijn er een aan aantal groepsbijeenkomsten gepland waarbij tutor en de groep aan hem toegewezen studenten elkaar kunnen leren kennen. De gesprekken met de tutor zijn vertrouwelijk.

• De begeleiding van het ontwikkelen van een persoonlijk portfolio.

Deelname aan het tutoraat wordt elk jaar door de tutor beoordeeld op de volgende criteria:• De student heeft op een professionele, zelf-

Page 31: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

54 55

the mailbox at the conservatoire, explaining how they can register for the workshops and the closing date for registration. In 2015, the First Year Festival will be held from 31 August to 4 September.

In the first year students are also required to sing in the First Year Choir. The timetables of all first-year students will contain the times and the classrooms for the rehearsals of the First Year Choir.

Further information about the First Year Festival and the First Year Choir can be found on intranet.koncon.nl/firstyears.

The elective subjects in the second and third yearThere are several fundamental changes in the curriculum for students in the second year. Once they have passed the propaedeutic exam, students are asked to help determine the con-tent of the course, depending on their own in-terests and potential for personal development. Whereas the principal study in the first year consists entirely of a core element (determined by the institute), from the second year there is also an elective element (to be determined by the students themselves). Whereas the coreof the principal study guarantees the student’s artistic and professional development to a high professional standard, the elective part of the curriculum embodies the student’s personaldevelopment route.

The elective part of the curriculum consists of a list of subjects and a number of minors. Students are asked to choose from a range of subjects in consultation with the teacher of their principal study and the tutor. The number of subjects chosen must be at least sufficient to secure the required number of credits, which is 12 ECTS in the second and third year (6 ECTS per year), although this may vary depending on the department. Students who opt for a minor will continue to study that subject until the fourth year (see below for more information about the minors).

All of the elective subjects are described in course descriptions. Some subjects are offered at two levels, such as Alexander Technique I and II. Accordingly, students can choose to start at the entry level in the second year and take the advanced level in the following year; it is NOT possible, however, to choose a subject

analysis as an aid to plan a future professional career. The Personal Activities Plan could also serve as a master plan, provided it meets the guidelines, which students wishing to con-tinue studying in the master’s programme are required to write. The student can work on all these aspects of the portfolio under the super-vision of the tutor in the first three years of the bachelor’s programme.

The role of the tutor and the portfolio in the cur-riculum for the course as a whole is illustrated in the following diagram:

Further guidelines for the compilation of the portfolio will be provided by the tutors at the beginning of the academic year.

Further information is available from Paul Deneer, tutoring coordinator: [email protected].

The first year: the First Year Festival and the First Year ChoirThe First Year Festival is held in the first year of the course. This event provides students with a broad introduction to the conservatoire as an educational institution and to art and society in general. The aim of the First Year Festival is to give new students an early introduction to the inspiring environment of the conservatoire and to show them what the institute has to offer them. The five-day event includes a large number of workshops and an open stage where students can display their musical talent and provides students with an opportunity to meet teachers, their fellow students and other staff members. The event also marks the first step in the student’s preparation for a future profes-sional career.

There are no regular group lessons during the Festival, but it is part of the regular first-year curriculum, so attendance is compulsory. Students whose participation is satisfactory are awarded a fixed number of credit points. Participation in the Festival is free of charge.

First-year students will receive further details of the First Year Festival by e-mail, intranet and

aantal studiepunten krijgen toegekend. Er zijn geen kosten verbonden aan de deelname aan het FYF.

Verdere informatie over het FYF wordt ver-spreid aan eerstejaarsstudenten per e-mail, via het intranet en in de postvakjes van het conservatorium. In deze informatie staat ook hoe studenten zich kunnen opgeven voor de workshops en voor welke datum dat moet gebeuren. In 2015 vindt het FYF plaats van 31 augustus t/m 4 september.

Gedurende het eerste jaar is ook het zingen in het Eerstejaarskoor verplicht. De tijden en lo-kalen van de repetities van het Eerstejaarskoor zijn te vinden op de roosters van alle eerste-jaarsstudenten.

Nadere informatie over het First Year Festival en het Eerstejaarskoor is te vinden op intranet.koncon.nl/firstyears

De keuzevakken in het tweede en derde studiejaarIn het tweede studiejaar kent het curriculum enkele fundamentele veranderingen voor de student. Na het behalen van het propedeutisch examen wordt de student gevraagd om mede te bepalen wat de inhoud van de studie zal worden, afgestemd op eigen belangstelling en persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden. Terwijl de hoofdstudie in het eerste studiejaar dus geheel bestaat uit een kerndeel (inhoudelijk door het instituut vastgelegd), is er vanaf het tweede studiejaar naast het kerndeel ook een keuzedeel (inhoudelijk door de student zelf vast te stellen). Waar het kerndeel van het hoofdvak borg staat voor de artistieke en ambachtelijke ontwikkeling op hoog professioneel niveau, ligt in het keuzedeel van het curriculum de per-soonlijke ontwikkelingsroute van de studentverankerd.

Het keuzegedeelte van het curriculum bestaat uit een menu van keuzevakken en een aantal minoren. De student wordt gevraagd om in samenspraak met de hoofdvakdocent en de tutor een keuze te maken uit een aantal vakken. Het totaal van de gemaakte keuzes dient ten-minste te voldoen aan het aangegeven aantal studiepunten: in het tweede en derde jaar is dit een totaal aantal van 12 ECTS (6 ECTS per jaar), maar dit aantal kan per afdeling verschil-len. Voor studenten die voor een minor hebben gekozen, loopt de minor tot in het vierde jaar

(PAP) te maken. Onderdelen van het PAP zijn bijvoorbeeld een goed geformuleerd curriculum vitae, een eigen website en een persoonlijke sterkte/zwakte analyse met het oog op het ma-ken van plannen voor de toekomstige beroeps-beoefening. Het PAP kan ook dienen als een masterplan voor het vervolgen van de studie in het masterprogramma, mits aan de richtlijnen van het masterplan wordt voldaan. Aan deze onderdelen kan al door middel van het portfolio in de eerste drie jaar van het bachelorcurri-culum onder begeleiding van de tutor worden gewerkt.

Schematisch gezien ziet de rol van de tutor en het portfolio binnen het curriculum van de gehele opleiding er dus als volgt uit:

Nadere richtlijnen met betrekking tot het port-folio zullen door de tutoren worden verschaft aan het begin van het studiejaar.

Nadere informatie kan worden verkregen bij Paul Deneer, coördinator tutoren: [email protected]

Het eerste studiejaar: het First Year Festival en het EerstejaarskoorTijdens het eerste jaar vindt het First Year Festival (FYF) plaats, dat een brede oriëntatie aanbiedt op het conservatorium als opleidings-instituut, en op kunst en maatschappij in het algemeen. Het doel van het FYF is om nieuwe studenten zo snel mogelijk kennis te laten maken met de inspirerende omgeving van het conservatorium en hen te laten zien wat het instituut hen te bieden heeft. Gedurende vijfdagen zijn er vele workshops te volgen, is er een open podium waar studenten zich muzikaal kunnen voorstellen en kunnen studenten kennis maken met docenten, collega-studenten en medewerkers. Daarnaast vindt een eerste aan-zet plaats tot voorbereiding op de toekomstige beroepsuitoefening door de student.

Tijdens het FYF vervallen de reguliere groeps-lessen. Omdat het FYF onderdeel uitmaakt van het vaste eerstejaarscurriculum, is het festival een verplicht studieonderdeel waarvoor studenten bij voldoende deelname een vast

Individual research coaching in the master’s programme

PAP/master’s plan (fourth year)

Tutoring/portfolio (first, second and third years)Individuele research coaching in de masteropleiding

PAP/masterplan (vierde jaar)

Tutoraat/portfolio (eerste, tweede en derde jaar)

Page 32: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

56 57

Further information about the minors Voice Ba-sic, Sonology, Voice, Voice Early Music, T.I.M.E, Composition and Conducting can be found in the sections on the elective subjects in the second and third years. Information about the Minor Education, Minor Same Instrument and Minor Related Instrument is given below.

The Minor in EducationStudents who successfully complete the Minor in Education receive a certificate. The minor is included in the curriculum from the second year and continues in the following years of the course. The aim of the programme is to train students to teach independently in a private practice or at a music school, a cultural institu-tion or elsewhere. The subjects covered relate to the actual practice of teaching.

The subjects are:• Methodology of the principal instrument• Teaching skills 2 and 3• An internship• Project management and design• Designing and executing an educational

project

Further information about the Minor in Education can be found at intranet.koncon.nl/students/ education/electives

Same Instrument and Related Instrument minorsFurthermore, there are the following types of minor study: students can opt for a Same Instrument minor and a Related Instrument minor.

• With a Same instrument minor, the student chooses the same instrument for the minor as for the principal study but selects a dif-ferent style as specialisation: for example, classical piano is combined with a minor in jazz piano, or classical violin with a minor in baroque violin. The contact time for the minor subject is deducted from the contact time for the principal study, the rule being that the contact time for lessons is 50 min-utes each week for the principal instrument plus contact time of 50 minutes every two weeks for the minor.

• With a Related instrument minor the instru-ment chosen for the minor is related to the main instrument taught as a principal study in the same department: for example, the

at entry level twice in successive years. Stu-dents that have already completed bachelor’s courses elsewhere may request exemptions from the electives. More information about how to obtain an exemption can be found at the end of this chapter.

Since the 2014-2015 academic year, students at the Royal Conservatoire have also been able to follow elective subjects (minors) at Codarts in Rotterdam. Further information about these mi-nors and how to register for them can be found in the annual guide to elective subjects.

The overview of the elective subjects during the 2015-2016 academic year can be found at intranet.koncon.nl/students/education/electives

The minor as part of the elective options A minor is a separate programme that is chosen alongside the principal study. The course takes three years and the total course load of the minor (contact time and self-study) is 18 ECTS (6 ECTS per year). Students who follow a minor in the fourth year may be granted exemption from the obligatory course element, personal project/ CDO for 6 ECTS.

The course load of the Minor in Education is 26 ECTS, consisting of 18 ECTS together with a number of subjects that have been mandatory for all students. Students who follow the Minor in Education receive a separate certificate.

The following minors will be offered in the 2015-2016 academic year:• Minor Education• Minor Same Instrument (mandatory entrance

exam)• Minor Related Instrument (mandatory en-

trance exam)• Minor Voice Basic• Minor Sonology• Minor Voice (mandatory entrance exam –

further infomation from the head of the Vocal Studies department)

• Minor Voice Early Music• Minor Conducting (mandatory entrance exam

– further information from the head of the Conducting department)

• Minor Composition (mandatory entrance exam – further information from the head of the Composition department)

• Minor T.I.M.E (Musical theatre)

• Minor Zang Basis (Voice Basic)• Minor Sonologie• Minor Zang (Voice)(toelatingsexamen ver-

plicht – meer informatie via het hoofd van de afdeling Zang)

• Minor Zang Oude Muziek (Voice Early Music)• Minor Directie (toelatingsexamen verplicht –

meer informatie via het hoofd van de Afdeling Directie)

• Minor Compositie (toelatingsexamen ver-plicht – meer informatie via het hoofd van de afdeling Compositie)

• Minor T.I.M.E (Muziektheater)

Verdere informatie over de minoren Zang Basis, Sonologie, Zang, Zang Oude Muziek, T.I.M.E, Compositie en Directie kan gevonden worden bij de informatie over de keuzevakken van het tweede en derde jaar. Over de Minor Educatie en de Gelijknamige en Domeingebonden Mino-ren volgt hieronder informatie.

De Minor EducatieHet met goed gevolg afsluiten van de Minor Educatie leidt tot een certificaat. Dit pro-gramma is geïntegreerd in het curriculum vanaf het tweede studiejaar met een doorloop in de volgende studiejaren. Het minor programma heeft tot doel de student in staat te stellen zelfstandig les te geven in een eigen praktijk of aan een muziekschool, culturele instelling of in andersoortige omstandigheden. De vakken die worden gedoceerd richten zich op de concrete lespraktijk.

De vakken binnen de Minor Educatie zijn:• Methodiek van het hoofdvak• Educatieve vaardigheden 2 en 3• Stage• Projectmanagement en ontwerp• Ontwerpen en uitvoeren van educatief

project

Nadere informatie over de Minor Edu-catie is te vinden op intranet.koncon.nl/students/education/electives

De Gelijknamige Minor en de Domeingebonden MinorEen minor studie kent verder nog twee volgende vormen: men kan kiezen voor een Gelijknamige minor of voor een Domeingebon-den minor.

• Bij een Gelijknamige Minor is het gekozen minorinstrument hetzelfde als het hoofdvak-

door (zie hieronder meer informatie over de minoren).

Alle keuzevakken zijn beschreven in vak-kenbeschrijvingen. Sommige vakken worden aangeboden op twee niveaus, zoals bijvoor-beeld Alexandertechniek I en II. Men kan dus naar keuze in het tweede studiejaar met het instapniveau beginnen en het studiejaar daarna kiezen voor het vervolgvak; het is echter NIET mogelijk een instapniveau twee maal in twee aansluitende jaren te kiezen. Studenten die al een bacheloropleiding (gedeeltelijk) hebben gevolgd, kunnen een vrijstelling aanvragen voorde keuzevakken. Meer informatie over het verkrijgen van vrijstellingen is te vinden aan het eind van dit hoofdstuk.

Vanaf het studiejaar 2014-2015 kunnen studenten van het Koninklijk Conservatorium ook keuzevak-ken (‘minoren’) volgen de Hogeschool Codarts in Rotterdam. Nadere informatie over deze keuze-vakken en de aanmelding voor deze vakken is te vinden in de jaarlijkse keuzevakkengids.

De keuzevakkengids voor het studie-jaar 2015-2016 is te vinden op intranet.koncon.nl/students/ education/electives

De minor als onderdeel van de keuzeruimteEen minor is een apart studieprogramma en wordt gekozen naast de hoofdstudie. De totale studielast van de minor (contacttijd en zelfstu-die) bedraagt 18 ECTS (6 ECTS per jaar) en duurt drie studiejaren. Indien de student naast de hoofdstudie ook een minor behaalt, wordt dit in het diploma-addendum vermeld. Studenten die een minor volgen in het vierde jaar kunnen een vrijstelling krijgen voor het verplichte onderdeel eigen project/CDO voor 6 ECTS.

Voor de Minor Educatie geldt een totale studielast van 26 ECTS, bestaande uit 18 ECTS gecombi-neerd met een aantal educatieve vakken die in de verplichte studieruimte aan alle studenten worden aangeboden. Voor het volgen van de Minor Educa-tie ontvangt de student een apart certificaat.

De volgende minoren worden in het studiejaar 2015-2016 aangeboden:• Minor Educatie• Minor Gelijknamig (toelatingsexamen ver-

plicht)• Minor Domeingebonden (toelatingsexamen

verplicht)

Page 33: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

58 59

of the Royal Conservatoire who want to follow these elective courses should register with the coordinator of the Academy of Creative and Performing Arts.

Academy of Creative and Performing ArtsRogier Schneemann [email protected]+ 31 71 - 52 72 999/1806

The educational subjects in the second and third yearThe educational subjects are intended to give students a basic introduction to educational aspects that they could be confronted with in their future professional career.

The educational package is offered in the second and third years and consists of the fol-lowing elements:• Educational skills and introduction to profes-

sional practice in education (4 ECTS in the second year).

• Conducting ensembles (2 ECTS in the third year).

• Music theory in the education profession (2 ECTS in the third year).

The allocation of ECTS and the educational subjects taught in each year are different in the Sonology and Composition departments.

After completing the mandatory subjects in the second year, students who are interested in further developing their teaching skills can con-tinue in the Minor Education. In this way they can take the entire Minor in Education, since it consists of a combination of the above subjects in the mandatory part of the curriculum for 8 ECTS and the other elements of the minor for 18 ECTS. Only students who have completed this combination and earned 26 ECTS are enti-tled to a certificate for the Minor in Education, alongside their bachelor’s degree.

Career Development Office (CDO) and personal projectsThe Career Development Office (CDO) is a central location in the Royal Conservatoire for students who want to participate in concerts and other extra-curricular activities. Students can earn credits in the bachelor’s programme for outside activities (such as participating in master classes or ensemble projects, perform-ing as freelancers in orchestras, organising

choice of a minor in fortepiano where the harpsichord is the instrument for the princi-pal study, or a minor in viola da gamba, with baroque cello as the principal instrument. Here too, the contact time for the minor is deducted from the contact time for the principal study.

Students interested in following a Same instru-ment minor or a Related instrument minor must consult the head of their department in good time. In many cases, admission to these minors will depend on an entrance exam.

The range of elective subjects at Leiden UniversityStudents of the Royal Conservatoire can also study at Leiden University. They can choose from the range of subjects offered by Leiden University’s Academy of Creative and Perform-ing Arts or by other faculties. To take an elec-tive subject you must have either completed the propaedeutic phase or have a secondary school (VWO) diploma.

The elective subjects at the Academy of Creative and Performing Arts The Academy of Creative and Performing Arts is a partnership between Leiden University and the University of the Arts, The Hague and is part of Leiden University’s Humanities faculty. Through the Academy of Creative and Per-forming Arts, students of the University of the Arts, The Hague can follow elective subjects at Leiden University and vice versa. The Academy of Creative and Performing Arts has developed a number of elective subjects that are taught in Leiden specifically for students in Leiden and The Hague.

The elective subjects offered by the Academy for Creative and Performing Arts are included in the full list of elective subjects for second and third-year students. Students of the Royal Conservatoire who want to follow these elec-tive subjects can register and enrol through the Academy of Creative and Performing Arts.

Other elective courses at Leiden UniversityStudents of the University of the Arts, The Hague can also follow elective courses offered by other faculties of Leiden University. A list of all the elective subjects can be found on the website: studiegids.leidenuniv.nl/en. Students

Studenten van het Koninklijk Conservatorium die deze keuzevakken willen volgen kunnen zich inschrijven en aanmelden via de Academie der Kunsten.

Andere keuzevakken van de Universiteit LeidenStudenten van de Hogeschool der Kunsten Den Haag kunnen ook andere keuzevakken volgen aan de diverse faculteiten van de Universiteit Leiden. Een overzicht van alle keuzevakken is te vinden op de website: studiegids.leidenuniv.nl. Studenten van het Koninklijk Conservatorium die deze keuze-vakken willen volgen, kunnen zich aanmelden bij de coördinator van de Academie der Kunsten.

Academie der KunstenRogier Schneemann [email protected] + 31 71 - 52 72 999/1806

De educatieve vakken in het tweede en derde studiejaarHet doel van de educatieve vakken is om stu-denten een eerste introductie te geven tot edu-catieve aspecten waarmee zij in de toekomstige beroepspraktijk te maken kunnen gaan krijgen.

Het educatieve pakket wordt aangeboden in het tweede en derde studiejaar en bestaat uit de volgende onderdelen:• Educatieve vaardigheden en introductie tot

de educatieve beroepspraktijk (4 ECTS in het tweede studiejaar).

• Ensembleleiding (2 ECTS in het derde studie-jaar).

• Muziektheorie in de educatieve beroepsprak-tijk (2 ECTS in het derde studiejaar).

Voor de afdelingen Sonologie en Compositie geldt een andere verdeling van de educatieve vakken qua studiepunten en studiejaar.

Studenten die geïnteresseerd zijn in het zich verder bekwamen in educatieve vaardigheden, kunnen na de verplichte vakken in het tweede studiejaar alsnog instromen in de Minor Educa-tie. Op deze manier kunnen zij de gehele Minor Educatie volgen, aangezien deze bestaat uit een combinatie van de bovengenoemde vakken in het vaste deel van het curriculum voor 8 ECTS en het minor gedeelte voor 18 ECTS. Alleen de studenten die deze combinatie voor 26 ECTS hebben afgerond hebben recht op een certifi-caat voor de Minor Educatie in combinatie met hun bachelordiploma.

instrument, maar stilistisch verschilt de hier-aan gekoppelde specialisatie: bijvoorbeeld klassiek piano wordt gecombineerd met een minor jazzpiano, of klassiek viool met een minor barokviool. De minor contacttijd wordt in mindering gebracht op de contacttijd van de hoofdvakles, waarbij de volgende regel geldt: hoofdvakles contacttijd wekelijks 50 minuten plus minor contacttijd tweewekelijks 50 minuten.

• Bij een Domeingebonden Minor relateert het gekozen minor instrument aan het hoofd-vakinstrument binnen dezelfde afdeling: bijvoorbeeld de keuze voor minor fortepiano bij hoofdvak klavecimbel of minor viola da gamba bij hoofdvak barokcello. De minor con-tacttijd wordt ook hier in mindering gebracht op de contacttijd van de hoofdvakles.

Studenten met interesse voor het volgen van een Gelijknamige of Domeingebonden Minor dienen tijdig contact op te nemen met het hoofd van hun afdeling. In veel gevallen zal toelating tot deze minoren afhangen van een toelatingsexamen.

Het aanbod van keuzevakken op de Universiteit LeidenStudenten van het Koninklijk Conservatorium hebben ook toegang tot het onderwijsaanbod van de Universiteit Leiden. Er kan een keuze wor-den gemaakt uit de vakken aangeboden door de Academie der Kunsten van de Universiteit Leiden of uit vakken die bij andere faculteiten van de uni-versiteit worden aangeboden. Om deel te nemen aan een keuzevak moet je in het bezit zijn van een afgeronde propedeuse of een vwo-diploma.

De keuzevakken aan de Academie der KunstenDe Academie der Kunsten is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden en de Hogeschool der Kunsten Den Haag en is onderdeel van de Faculteit der Geesteswe-tenschappen. Voor studenten van de Hoge-school der Kunsten Den Haag en studenten van de Universiteit Leiden is het mogelijk om, via de Academie der Kunsten, over en weer keuzevak-ken te volgen. De Academie der Kunsten heeft speciaal voor Leidse en Haagse studenten een aantal keuzevakken ontwikkeld die in Leiden worden gegeven.

De door de Academie der Kunsten aangeboden keuzevakken staan vermeld in de lijst van alle keu-zevakken voor het tweede en derde studiejaar.

Page 34: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

60 61

practice by writing a Personal Activities Plan and following the Personal Professional Preparation activities. Further information is provided below.

• Students are also obliged to write detailed programme notes for the final bachelor’s presentation. Further information is provided below.

There are different requirements for the fourth year of the bachelor’s programme in Music Education, Composition, Sonology and Art of Sound.

For further information, see the over-views of the curricula on the website, www.koncon.nl/en/curricula

Personal Professional Preparation in the fourth year of the bachelor’s programmeIn the ‘Personal Professional Preparation’ mod-ule fourth-year students have an opportunity to develop the creativity, flexibility, entrepreneur-ial spirit and personal initiative required of a professional musician. In the graduation phase the students write a Personal Activities Plan (PAP) (the guidelines for writing the plan can be found at intranet.koncon.nl/stip), in which they outline their plans for the period immediately after they complete the course. The core of the plan is a description of personal goals and how they will be achieved. The master’s study plan is also part of the PAP for students who are enrolling in a master’s programme. The student earns a fixed amount of ECTS for this part of the course. The structure of the Personal Profes-sional Preparation element of the course differs greatly from one department to another. The departments themselves will provide further information about the precise details of this module at the beginning of the academic year.

Extensive programme notes for the final bachelor’s presentationTo incorporate a research component in the bachelor’s programme and to prepare students better for the research element of the master’s programme, every student is required to carry out a small research project. This research project consists of writing detailed programme notes for the final bachelor’s presentation. Students can earn a fixed number of credits for this part of the course, which will be assessed during the bach-elor’s final presentation. Further information is available in the subject descriptions which can be found on the website www.koncon.nl/curricula.

concerts, concert series or festivals, recording their own CD etc.). In the bachelor’s programme credits can be earned for such activities in the second and third year, and is mandatory in the fourth year. The CDO keeps records of the credits that are earned and the activities for which they were earned.

The CDO also handles various assignments received from outside the institute and can help students to find jobs or internships or venues for concerts outside the Royal Conservatoire.

Students who want to request credits from the CDO for activities outside the conservatoire can do so by completing a form which is available from the CDO. The completed form should be returned to the CDO for approval by the CDO and the head of the relevant department when the activity has ended. The head of the depart-ment will evaluate the activity and the relevant number of credits will be awarded for the assignment, indicating which year of the course the credits will count towards. The CDO will then ensure that the credits are entered into the student information system OSIRIS.

Career Development Office (CDO)Dominy [email protected]+ 31 70 - 31 51 525Inside the Production Office(foyer on the first floor)

The fourth yearThe fourth and final year of the bachelor’s pro-gramme consists of the following elements:• The student prepares for the final presenta-

tion. Depending on the programme, this exam takes the form of a public concert or a presentation of the graduation project. Fur-ther information can be found in the descrip-tion of the relevant subject on the website www.koncon.nl.

• Students must also, if necessary with the help of the CDO, gain professional work ex-perience by participating in external projects. Students should earn 6 ECTS for this part of the fourth year curriculum. Further informa-tion about this element of the course can be found in the section on the CDO.

• Students who are taking a minor must com-plete it in the fourth year for 6 ECTS. These students then do not have to take the CDO/ personal project component of the course for 6 ECTS.

• Students also prepare for professional

een presentatie van het afstudeerproject, afhankelijk van de studierichting. Nadere informatie is te vinden in de desbetreffende vak beschrijvingen op de website www.koncon.nl.

• Tevens doen studenten, al dan niet met behulp van het CDO, door de deelname in externe projecten professionele werkervaring op. Voor dit onderdeel in het vierde studiejaar behaalt de student 6 ECTS. Nadere informatie over dit studieonderdeel kan worden gevon-den in de hierboven vermelde paragraaf over het CDO.

• De studenten die een minor volgen, ronden deze in het vierde jaar af voor 6 ECTS. Deze studenten hoeven dan het onderdeel CDO/ eigen project voor 6 ECTS niet te volgen.

• Hiernaast bereidt de student zich voor op de beroepspraktijk: dit wordt ondersteund door het formuleren van een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP) en het volgen van het vak persoonlijke Beroepsvoorbereiding (PBV). Nadere informatie is te vinden in de tekst hieronder.

• Studenten zijn tevens verplicht een uitgebrei-de programmatoelichting te maken voor de eindpresentatie bachelor. Nadere informatie is te vinden in de tekst hieronder.

Voor de bacheloropleidingen Docent Muziek, Compositie, Sonologie en Art of Sound bestaan afwijkende vereisten voor het vierde studiejaar.

Zie voor verdere informatie de curricu-lumoverzichten op de websitewww.koncon.nl/curricula

Persoonlijke Beroepsvoorbereiding (PBV) in het vierde bachelorjaarHet studieonderdeel ‘Persoonlijke Beroepsvoor-bereiding’ (PVB) geeft de vierdejaarsstudent de mogelijkheid zich de creativiteit, flexibiliteit, ondernemerszin en persoonlijk initiatief eigen te maken die voor een professioneel musicus noodzakelijk zijn. In de afstudeerfase schrijft de student een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP), de richtlijnen hiervoor zijn te vinden op intranet.koncon.nl/stip. Hierin schetst de student een toekomstplan voor de periode direct aansluitend op de opleiding. Persoonlijke doelstellingen en het aangeven van de wijze waarop aan het verwezenlijken van de gestelde doelen wordt gewerkt staan centraal. Voor de studenten die zich aanmelden voor de master, maakt het masterstudieplan ook onderdeel uit van het PAP. Voor dit onderdeel behaalt de student een vast aantal ECTS. De opzet van

Het Career Development Office (CDO) en eigen projectenHet Career Development Office (CDO) is een centrale plek in het Koninklijk Conservatorium waar studenten terecht kunnen voor (concert) activiteiten buiten het conservatorium. Zo kunnen studenten voor activiteiten buiten het conservatorium (bijvoorbeeld deelname aan masterclasses of ensembleprojecten, het rem-placeren in orkesten, het organiseren van eigen concerten, concertreeksen of festivals, het opnemen van een eigen CD, etc..) studiepunten ontvangen binnen het bachelorcurriculum. De mogelijkheid tot het ontvangen van studie-punten in het bachelorcurriculum bestaat als onderdeel van de vrije ruimte in het tweede en derde studiejaar, en als een verplicht onderdeel van het curriculum in het vierde jaar. Het CDO heeft als taak deze studiepunten inhoudelijk en administratief te verwerken.

Tevens worden bij het CDO allerlei opdrach-ten van buiten het instituut in behandeling genomen en kunnen studenten assistentie krijgen in het vinden van (stage)werkzaamhe-den, concertlocaties e.d. buiten het Koninklijk Conservatorium.

Studenten die CDO studiepunten willen aan-vragen voor activiteiten buiten het conserva-torium kunnen dit doen via een formulier. Dit is verkrijgbaar via het CDO. Het volledig ingevulde formulier dient dan na het beëindigen van de activiteit bij het CDO te worden ingeleverd ter goedkeuring van het CDO en het hoofd van de desbetreffende afdeling. Na evaluatie door het hoofd wordt het relevante aantal studiepunten toegekend aan de opdracht en wordt er aan-gegeven voor welk studiejaar de studiepunten bestemd zijn. Hierna worden door het CDO het relevante aantal studiepunten geregistreerd in het studievolgsysteem OSIRIS.

Career Development Office (CDO)Dominy [email protected]+ 31 70 - 31 51 525In het Productiebureau(eerste verdieping, foyer)

Het vierde studiejaarHet vierde en afsluitende studiejaar van de bachelorstudie bestaat uit de volgende onder-delen:• De student bereidt zich voor op de eind-

presentatie bachelor. Deze eindpresentatie heeft de vorm van een openbaar concert of

Page 35: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

62 63

het studieonderdeel PBV verschilt sterk per afdeling. Nadere informatie over de precieze invulling van dit studieonderdeel wordt aan het begin van het studiejaar door de afdelingen zelf bekend gemaakt.

De uitgebreide programmatoelichting voor de eindpresentatie bachelorOm ook een onderzoekscomponent in de bacheloropleiding aan bod te laten komen en (indien relevant) het onderzoek gedeelte in de masterstudie beter voor te kunnen bereiden, wordt van alle studenten gevraagd een kleine onderzoeksopdracht te doen. Deze onder-zoeksopdracht bestaat uit het vervaardigen van een uitgebreide programmatoelichting voor de eindpresentatie bachelor. Voor dit onderdeel, dat integraal wordt beoordeeld tijdens de eind-presentatie bachelor, kan de student een vast aantal studiepunten behalen. Nadere informatie is te vinden in de vakkenbeschrijvingen die te vinden zijn op de website www.koncon.nl/curricula.

VrijstellingenStudenten die al (gedeeltelijk) een bachelor-opleiding elders hebben gevolgd kunnen na overleg met het hoofd van hun afdeling een vrijstelling aanvragen voor de elders afgesloten vakken. De vrijstellingen moeten worden goed-gekeurd door de Examencommissie. Studenten dienen voor vrijstellingen een verzoek in te die-nen bij de Examencommissie via een formulier dat te vinden is op intranet.koncon.nl/stip

ExemptionsStudents that have already (partly) finished a bachelor’s programme in another institution can request (in consultation with the head of the relevant department) exemptions for those subjects finished elsewhere. An exemption has to be approved by the Exam Committee. Students are expected to file a request for an exemption with the Exam Committee with a special form that can be found atintranet.koncon.nl/stip.

Page 36: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

64 65

Page 37: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

66 67

III. Toetsing bachelorcurriculum

Aan het eind van elk semester kunnen toetsen en voortgangsrapportages plaatsvinden. Ter afsluiting van de hoofdfase vindt bij de opleidingen Klassieke Muziek, Oude Muziek en Jazz aan het eind van het derde studiejaar een (openbare) presentatie plaats, aan het eind van het vierde jaar volgt dan de eindpresentatie bachelor. De opleidingen Docent Muziek, Com-positie, Sonologie en Art of Sound hebben eigen vormen van afsluiting van de hoofdfase.

De Onderwijs- en Examenregeling Koninklijk ConservatoriumAlle regels met betrekking tot de examens zijn vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Koninklijk Conservatorium. De OER wordt jaarlijks grondig herzien in samenspraak met de Opleidingscommissie, de Examencommissie en de afdelingen.

De volledige tekst van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van het Ko-ninklijk Conservatorium is te vinden in deze studiegids, hoofdstuk L of ga naar intranet.koncon.nl/stip

De hieronder vermelde tekst is slechts een kor-te samenvatting van de belangrijkste regels met betrekking tot tentamens en examens. Nadere informatie is te vinden in de OER, zie hoofdstuk K en de relevante pagina’s over toelating op de website van het Koninklijk Conservatorium.

De toelatingsprocedureOm toegelaten te kunnen worden tot het Koninklijk Conservatorium moet de student met goed gevolg een toelatingsexamen hebben afgelegd en daarnaast in het bezit zijn van een diploma havo, vwo, mbo (minimaal 3-jarige cur-susduur) of een getuigschrift van gelijkwaardig of hoger niveau.

De toetsingscriteria bij het toelatingsexamen bestaan tenminste uit vier onderdelen:• Muzikale bekwaamheid en aanleg.• Kennis van elementaire muziekleer en vaar-

digheid van het gehoor.• Motivatie/attitude en ontwikkelings-

potentieel.• Taalvaardigheid.

III. Assessment in the bachelor’s curriculum

At the end of each semester students may be tested or assessed in progress reports. In the Classical Music, Early Music and Jazz programmes the main phase concludes with a (public) presentation at the end of the third year. The final bachelor’s presentation then comes at the end of the fourth year. The Music Education, Composition, Sonology and Art of Sound programmes have their own methods ofconcluding the main phase.

The Education and Examination Regulations of the Royal Conservatoire The rules for exams are laid down in the Educa-tion and Examination Regulations of the Royal Conservatoire. The Regulations are revised every year in consultation with the Education Committee, the Exam Committee and the departments.

The complete text of the Education and Examination Regulations of the Royal Conservatoire can be found in chapter L of this Study Guide or at intranet.koncon.nl/stip.

The following section briefly summarises the main rules relating to exams. Further informa-tion can be found in the Education and Exami-nation Regulations, see chapter K and the pages devoted to the admissions procedure on the Royal Conservatoire’s website.

The admissions procedureTo be admitted to the Royal Conservatoire students must pass the entrance examination and must have completed secondary school (havo or vwo) or a mbo course (of at least three years) or possess a diploma of at least an equivalent level.

Candidates are examined on at least four as-pects during the entrance exam:• Musical ability and aptitude.• Knowledge of elementary music theory and

aural skills.• Motivation/attitude and development poten-

tial.• Linguistic skills.

De toelatingscriteria verschillen in detail en per uitstroomprofiel, afgestemd op de specifieke hoofdstudie.

Nadere informatie over toelatingspro-cedures en criteria kan gevonden wor-den op de relevante pagina’s van de website van het Koninklijk Conservato-rium via www.koncon.nl/aanmelden

Het propedeuse-examenDe propedeutische fase wordt afgesloten met het propedeuse-examen. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) bepaalt dat de propedeuse behaald moet zijn voordat de student kan worden toegelaten tot de postpropedeutische fase, dat bestaat uit het tweede, derde en vierde studiejaar. Het propedeuse-examen heeft niet alleen betrekking op het hoofdvak, maar ook op de muziektheoretische vakken, bijvak piano, het portfolio, het Eerstejaarskoor, het First Year Festival en eventuele andere eerstejaarsvakken.

De uitslag van het examen kan luiden:• geslaagd voor de propedeuse: directe toe-

gang tot de postpropedeutische fase;• nog niet geslaagd: in dit geval wordt het

tweede inschrijvingsjaar van de student een verlengde propedeuse van een jaar, hetzij voor het hoofdvak, hetzij voor theorie of – in uitzon-derlijke gevallen – voor beide. De plaatsing in de verlengde propedeuse betekent geen au-tomatische studieverlenging: aan het eind van de tweede studiejaar dient de student zowel het propedeuse-examen als de vakken voor het tweede studiejaar te hebben behaald;

• geslaagd voor de verlengde propedeuse: als-nog toegang tot de postpropedeutische fase, maar zonder verlenging van het curriculum met een vijfde jaar;

• afgewezen aan het eind van het eerste studiejaar;

• afgewezen aan het eind van de verlengde propedeuse.

Op basis van de uitslag van het Propedeuse-examen ontvangen studenten aan het einde van de propedeutische fase een positief of ne-gatief bindend studieadvies. Voor het bepalen van deze uitslag zijn regels (waaronder een mi-nimum aantal te behalen studiepunten aan het eind van het eerste studiejaar) geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van het Koninklijk Conservatorium, dat te vinden is in deze studiegids, hoofdstuk L of ga naar intranet.koncon.nl/stip

The criteria for admission differ in the details and according to the graduation profile, de-pending on the specific principal study.

Further information about admission procedures and criteria can be found on the relevant pages of the Royal Conservatoire’s website at www.kon con.nl/en/applicationandenrollement

The propaedeutic examThe propaedeutic phase concludes with the propaedeutic exam. The Act on Higher Educa-tion and Scientific Research provides that students must have passed the propaedeutic exam before they can be admitted to the post-propaedeutic phase. The propaedeutic exam covers not only the principal study, but also the music theory subjects, the subsidiary course in piano, the portfolio, participation in the First Year Choir and the First Year Festival as well as any other first-year subjects.

The possible outcomes of the exam are:• pass for the propaedeutic exam: direct

admission to the post-propaedeutic phase of the study;

• not yet passed: in this case the student’s propaedeutic phase will be extended for a second year, either for the principal subject or for theory or – in exceptional cases – for both. Assignment to the extended propae-deutic phase does not mean the course will automatically be extended; by the end of the second year the student must have passed both the propaedeutic exam and the subjects in the second year.

• pass for the extended propaedeutic phase: admission to the post-propaedeutic phase, but with no extension of the course by a fifth year;

• rejected at the end of the first year;• rejected at the end of the extended propae-

deutic phase.

Depending on the results of their exams, stu-dents will receive a positive or negative binding study advice at the end of the propaedeutic phase. To determine this study advice, specific regulations have to be formulated, including a minimum number of credit points to be obtained by the end of the first year. These regulations are laid down in the Royal Conservatoire’s Education and Examination Regulations (see chapter L) or can be found at intranet.koncon.nl/stip.

Page 38: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

68 69

De openbare presentatie in het derde studiejaarAan het einde van het derde studiejaar, ter voorbereiding van het eindpresentatie bachelor, geven studenten in de afdelingen Klassieke Mu-ziek, Oude Muziek, Jazz, Zang en Directie een openbare presentatie. Nadere informatie over de vereisten voor deze presentatie is te vinden in de vakkenbeschrijving van het hoofdvak, die te vinden is in de curriculumoverzichten op www.koncon.nl/curricula.

De bachelor eindpresentatieAlgemene voorwaarde voor participatie aan de bachelor eindpresentatie is dat alle theorie-, educatieve en PBV-vakken met voldoende resul-taat zijn afgesloten alvorens de eindpresentatie kan plaatsvinden. Indien de student naast het hoofdvak ook een hoofdvak gerelateerde minor heeft gevolgd, kan de afsluiting van hoofdvak en minor eventueel in een ‘dubbel’-programma plaatsvinden; dit programma dient dan wel door het hoofd van de afdeling van te voren te wor-den goedgekeurd. Nadere informatie over de vereisten voor de eindpresentatie is te vinden in de vakkenbeschrijving van het hoofdvak, die te vinden is in de curriculumoverzichten op www.koncon.nl/curricula.

Indien de student overweegt om, aansluitend aan de bacheloropleiding, een masteropleiding te volgen, moet hij of zij in het vierde studiejaar, voor de eindpresentatie bachelor, een studie-plan master indienen, en de eindpresentatie bachelor met minimaal het eindcijfer 8 of het predicaat ‘goed’ afleggen.

Tentamens, presentaties en herkansingenArtikel 23.6 van de OER legt het maximaal aantal herkansingen vast. Het is voor studen-ten en docenten belangrijk te weten dat voor ieder tentamen of presentatie de student recht heeft op twee momenten van beoordeling: het tentamen of presentatie zelf en één herkansing per studiejaar. Zolang de student deze beoorde-lingen niet met succes heeft afgelegd, heeft de student het minimum aantal studiepunten niet behaald en zal hij/zij niet het bachelor- of mas-terdiploma in ontvangst kunnen nemen. Deze regel geldt voor alle vakken die in het desbetref-fende curriculum staan vermeld. Tevens is het bij een aantal vakken belangrijk op de hoogte te zijn van de voor sommige vakken geldende toegangseisen. Zo kunnen in sommige studie-jaren bepaalde vakken niet worden gevolgd als vakken in het jaar daarvoor niet zijn behaald.

The public presentation in the third yearAt the end of the third year, students in the Classical Music, Early Music, Jazz, Vocal Stud-ies and Conducting departments have to give a public presentation in preparation for the bachelor’s exam. Further information about the requirements for the final presentation is provided in the description of the main subject which can be found in the overview of curricula at www.konncon.nl/curricula.

The bachelor’s final presentationA general condition is that students are only allowed to sit the bachelor’s final presentation if they have successfully completed the courses in theory, educational subjects and Personal Professional Preparation. Students who have followed a minor related to their principal study in addition to their principal study may be al-lowed to complete their principal study and the minor with a single ‘dual programme’; the pro-gramme has to be approved in advance by the head of the department. Further information about the requirements for the final presenta-tion is available in the subject description of the main subject which can be found in the over-view of curricula at www.konncon.nl/curricula.

Students who are considering studying for a master immediately after completing the bach-elor’s programme must submit a master’s study plan in the fourth year, before the bachelor’s final presentation, and earn a grade of at least 8 (or ‘good’) for the final exam.

Exams, presentations and re-sitsArticle 23.6 of the Education and Examination Regulations sets the maximum number of re-sits. It is important for students and teachers to know that for every exam or presentation the student has the right to two moments of assessment: the exam or presentation itself, and one re-sit in each year. Any student who fails both assessments will not have attained the required minimum number of credits and will not be awarded their bachelor’s or master’s degree. This rule applies for all subjects that are listed in the relevant curriculum. For a number of subjects, it is also important to keep abreast of the current entrance requirements. In some years, for example, students cannot follow certain subjects if they did not pass in those subjects in the previous year.

Page 39: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

70 71

Page 40: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

72 73

Receptie DansvakopleidingEgbert van Faassen; Kees Koomen; Hugo [email protected]+31 70 - 31 51 505

OnderwijstaalDe Engelse taal is de voertaal binnen het HBO. Beheersing hiervan is een vereiste.

Toetsing• De toetsing bestaat uit twee jaarlijkse beoor-

delingen. Een van de twee beoordelingen is het examen in april van het studiejaar. Bij dit examen beoordelen het docententeam en een externe commissie de techniek, de coör-dinatie, het gevoel voor dans, muzikaliteit en interpretatie.

• Gedurende het schooljaar wordt Neder-lands Dans Theater (NDT) repertoire door de artistieke staf, de docent van NDT en ook de Dansvakopleiding beoordeeld.

• Naast permanente evaluatie van fysiek, technische en artistieke kwaliteiten maken aanwezigheid, inzet en creativiteit en respect voor het werkproces ook deel uit van de beoordelingen.

• De student maakt een verslag van de uitge-voerde opdrachten die deel uitmaken van het studieplan en een stageverslag.

Meer informatie over de Dansvak- opleiding is beschikbaar in de Studiegids Dans die te vinden is op www.koncon.nl/dansvakopleiding

G. De bachelor- opleiding Dans

Dans is een kunstvorm die in Nederland op hoogstaand niveau wordt beoefend. Om aan-sluiting te vinden bij deze internationale stan-daard en om onze studenten een goede kans te laten maken bij de internationale danswereld legt de Dansvakopleiding de lat hoog. Wij leiden op voor uitvoerend danser en dat vergt een pittige voorbereiding; fysiek, het leren beheersen van de academische danstechniek, en daarbij mentaal, het goed voorbereid zijn op de eisen zoals gesteld in de professionele danswereld. Daarbij wordt ook vereist dat de student een goed begrip van esthetiek en van muzikaliteit heeft, alsmede een verdiepte kennis van diverse dansgenres en opvattingen, zowel in theorie als in de praktijk.

Onze Dansvakopleiding is met vijf studio’s en een professionele theaterzaal goed toegerust tot het concretiseren van bovenstaande eisen. Een keur aan gespecialiseerde dansdocenten coachen onze studenten. Een uitgebreide ge-specialiseerde medische staf begeleidt het op-leidingstraject. De studenten trainen dagelijks fulltime in verschillende vakken zoals klassiek ballet, repertoire en moderne dans waarmee zij allround toegerust worden tot professioneel danser. Van belang is voorts dat zij stijlen en visies van belangrijke choreografen goed kun-nen doorgronden (repertoire kennis), dat zij actief leren samenwerken met choreografen en dat zij zich zelfstandig gaan voorbereiden op het auditeren.

De Dansvakopleiding heeft gedurende een halve eeuw veel expertise opgebouwd in het opleiden van academische dansers alsmede in het scouten van jong talent. Natuurlijk groeit de opleiding in haar beleid ook mee met de veran-derende denkbeelden in het professionele veld. Behalve een degelijke en adequate opleiding op hoog niveau biedt de Dansvakopleiding aan de studenten een op maat toegesneden leerschool in een bijzonder inspirerende omgeving.

Ter bevordering van de professionele ontwik-keling van de dansers in opleiding, werkt de Dansvakopleiding samen met Nederlands Dans Theater.

G. The Bachelor of Dance programme

Dance is an art form that is practised at a high level of excellence in the Netherlands. To enable our students to attain this interna-tional standard and offer them the prospect of succeeding in the international dance world, the Dance programme is very demanding. We train students for a career as a dancer and that demands intensive preparation; both physical, learning to master academic dance techniques, and mental, being properly prepared for the demands imposed by the professional dance world. Another requirement is that the student has a good understanding of aesthetics and of musicality, as well as a thorough knowledge of various dance genres and interpretations, both in theory and in practice.

With five studios and a professional theatre, our Dance programme is well equipped to meet those demands. There is a large team of spe-cialised dance teachers to coach our students, as well as an extensive specialist medical staff to supervise the programme. The students train full-time in various subjects including classical ballet, repertoire and modern dance in order to equip them to become all-round professional dancers. Another important feature of the programme is that it gives students a thor-ough understanding of the styles and visions of important choreographers (knowledge of repertoire) and an opportunity to learn how to collaborate with choreographers and to prepare independently for auditions.

Over half a century, the Dance programme has built up considerable experience in training aca-demic dancers and in scouting talented young dancers. Naturally, the policy of the programme adapts to changes in perceptions in the profes-sional field. In addition to a sound and thorough training to a high standard, the Dance pro-gramme offers the students a tailored training ground in an extremely inspiring environment.

To help the future dancers in their professional development, the Dance programme works closely with the Nederlands Dans Theater.

ReceptionEgbert van Faassen; Kees Koomen; Hugo [email protected]+31 70 - 31 51 505

Language of tuitionThe course is given in English and students must be able to speak it.

Assessment• There are two annual assessments. One of

them is the exam in April of each year of the programme. At this exam, the teachers and an external committee assess the student’s technique, coordination, feel for dance, musi-cality and interpretation.

• During the year, the repertoire of the Neder-lands Dans Theater (NDT) is assessed by the artistic staff and by the teachers from the NDT and the Dance programme.

• In addition to continuous evaluation of the students’ physical, technical and artistic qualities, they are also assessed in terms of their attendance, effort, creativity and respect for the work process.

• Students have to write a report of the assign-ments they carry out as part of their study plan and a report of their internship.

Further information about the Dance programme is available in the Dance Study Guide which can be found at www.koncon.nl/dansvakopleiding

Page 41: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

74 75

H. The master’s programmesDetails of the Master of Music are pro-vided in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’, which can be found at intranet.koncon.nl/masters.

Contact persons and office hours of the Master Research TeamHead of Master Research Kathryn Cok, [email protected] +31 70 - 31 51 401 Room: M203 Office hours:Monday and Tuesday 10.00 a.m. – 1.00 p.m. By appointment on Wedensday and Friday. Master Research CoordinatorKlarijn Verkaart(Hanneke Verkaart: 1 July 2015 – 1 January 2016)[email protected]+31 70 - 31 51 401Room: M203Office hours:Tuesday and Friday 10.00 a.m. – 1.00 p.m.

I. IntroductionThe Royal Conservatoire has the aim to train Masters of Music who can assume a promi-nent role in the profession, nationally and in-ternationally. In the Master of Music, students’progress to the highest level, participate in practical projects (productions), conduct research (each according to their personal pro-file) and share information about the progress of their research and their findings with col-leagues and other interested professionals.

The three master’s courses at the Royal Con-servatoire (Master of Music, Master in Sonologyand the Master in Opera – Dutch National Opera Academy) reflect a wealth of music practiceand embrace various graduation profiles: musi-cian, creation, research and development, andmusic education (see the overview in section E). The Master of Music also offers a range ofspecialisations:• Orchestra Master• Master Chamber Music

keur aan specialisaties:• Orkest Master• Master Kamermuziek• Master Ensembleslagwerk• Master for New Audiences and Innovative

Practice• Muziektheater T.I.M.E• Master Artistic Research• Master ArtScience• Master Muziekeducatie, inclusief de Master

Muziekeducatie volgens het Kodály Concept• Nationale Master Orkestdirectie• Theorie der Muziek• Instruments & Interfaces (onderdeel van de

Master Sonologie)

Meer informatie over deze master-specialisaties is te vinden op www.koncon.nl/masterspecialisaties

II. Structuur master muziekcurriculumDeze informatie refereert primair aan de masteropleiding muziek. Gezien het eigen karakter van de opleiding Master Sonologie en van de speciali-saties ArtScience, T.I.M.E. Muziekthe-ater, Muziekeducatie, Master for New Audiences and Innovative Practice en Master in Artistic Research binnen de Master Muziek, is informatie over deze opleidingen te vinden via www.koncon.nl/masterspecialisaties

Een masteropleiding aan het Koninklijk Con-servatorium duurt twee studiejaren (studie-last 2 x 60 ECTS = 120 ECTS in totaal) en is een gespecialiseerde vervolgopleiding na het behalen van het bachelordiploma met ‘goed’ of zeer goed’ resultaat. In het programma wordt een groot beroep gedaan op de persoonlijke, muzikale visie en ambitie van de student, op het ‘ondernemend’ musicus zijn, en op het vermo-gen tot artistieke bewustwording, reflectie en communicatie. Naast de verdere ontwikkeling van de hoofdstudie (individueel en in groepsver-band), bevat het programma diverse structurele programma-elementen gericht op onderzoek (zowel individueel en in groepsverband) ende mogelijkheid tot het participeren in externe activiteiten, producties van het conservatorium en het doen van eigen projecten.

Het algemene programma en hierbinnen het persoonlijk curriculum van de student zijn

H. Master-opleidingenUitgebreide informatie over de Master Muziek is te vinden in het ‘Handbookfor Students and Teachers in the Master of Music Programme’. Dit document is te vinden opintranet.koncon.nl/masters

Contact en kantooruren Master Research TeamHoofd Master Research Kathryn Cok, [email protected] +31 70 - 31 51 401 Kamer: M203 Kantooruren:Maandag en dinsdag 10.00 – 13.00 uur Woensdag en vrijdag op afspraak. Master Research CoördinatorKlarijn Verkaart(Hanneke Verkaart: 1 juli 2015 – 1 januari 2016)[email protected]+31 70 - 31 51 401Kamer: M203KantoorurenDinsdag en vrijdag 10.00 – 13.00 uur.

I. InleidingHet Koninklijk Conservatorium heeft als uit-gangspunt Masters of Music op te leiden die een toonaangevende rol kunnen vervullen in de (inter)nationale beroepsuitoefening. In de Master Muziek ontwikkelt de student zich op het hoogste niveau, werkt mee in praktijkpro-jecten (producties), doet (naar eigen maat en identiteit) onderzoek en weet over de voort-gang en de uitkomsten van dit onderzoek met vakgenoten en belangstellenden inhoudelijk op beroepsniveau te communiceren.

De drie masteropleidingen aan het Koninklijk Conservatorium (Master Muziek, Master So-nologie en de Master Opleiding Opera – Dutch National Opera Academy) hebben een rijkeafspiegeling van de muziekpraktijk in huis met diverse uitstroomprofielen: musicus, schep-pen, onderzoeken en ontwikkelen en muzie-keducatie (zie het overzicht in hoofdstuk E). Bovendien kent de Master Muziek nog een

• Master Ensemble Percussion• Master for New Audiences and Innovative

Practice• Music Theatre Master T.I.M.E • Artistic Research Master• ArtScience Master• Master Music Education, including the Master

Music Education according to the Kodály concept

• National Master Orchestra Conducting• Music Theory• Instruments & Interfaces (part of the Master

in Sonology)

Further information about these mas-ter’s specialisations can be found atwww.koncon.nl/en/masterspecialisa-tions

II. The structure of the Master of Music CurriculumThe information here relates primar-ily to the Master of Music. Given the unique character of the Master in Sonology and of the specialisations ArtScience, Music Theatre T.I.M.E., Music Education, New Audiences and Innovative Practice and Artistic Research within the Master of Music, further information about these programmes can be found at www.koncon.nl/en/masterspecialisations

The master’s programme at the Royal Conserv-atoire is a two-year programme (course load 2 x 60 ECTS = 120 ECTS in total) and is a specialist follow-up programme for students who have earned a bachelor’s degree with a grade ‘good’ or ‘very good’. The programme places consider-able demands on the student’s personal musi-cal vision and ambition, entrepreneurial spirit as a musician and capacity for artistic awareness, reflection and communication. In addition to advancing further in the principal study (indi-vidually and in groups), many elements of the programme involve research (both individualand in groups), the possibility to participate in external activities and productions of the con-servatoire, and to organise personal projects.

The general programme, and within it the student’s personal curriculum, is based on the following educational principles:

Page 42: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

76 77

applicable) group lessons or combo lessons, ensemble classes, orchestra projects, big band projects or composition projects initi-ated by the department.

3. Personal projects/CDO refers to projects where the student is invited to perform in professional situations, for example as a (stand-in) member of an ensemble or an employee at a festival or for a multimedia production, but also productions initiated by the students themselves. Naturally, the number of ‘practical hours’ will differ per week and per student. This professional experience and participation, the creation of a network of contacts in the professional world, make an important contribution to the student’s professional development. Further information about earning credits for external activities, initiated by the CDO or otherwise, can be found in the relevant section of the chapter on the bachelor’s curriculum.

In consultation with the head of the department and teachers, throughout the master’s course, students must be aware of the obligations imposed by the course and must be present at all times when that can reasonably be expected or demanded by the course.

Research in the Master of MusicBecause of European developments in the field of higher education following the Bologna Declaration (1999), but also because of the Royal Conservatoire’s ambition to train students as professionals who are capable of reflecting on their actions, research, reflection and the presentation of the results of the student’s own research are a prominent and integral part of the curriculum and embedded in the examina-tion requirements.

The elements of the research component of the master’s programmeGenerally speaking, there are three stages to the research element of the Master of Music: 1. Becoming aware of the question to be ad-

dressed and being able to clearly formulate the research question.

2. The question logically leads to the research programme, the selection of the research method and the making of personal choices (what information is useful for me?).

3. The presentation of the results of the re-search to an interested audience (what is a suitable form of presentation and documen-tation?).

• guaranteeing the student’s artistic develop-ment and the development of the student’s professional skills at the master’s level;

• demonstrably maintaining sufficient relations with various aspects of professional practice throughout the course;

• revealing development in the student’s re-search skills and knowledge and demonstrat-ing it in a final public presentation;

• relating the outcomes of research and knowledge development to the student’s principal study.

Students must hand in a master’s study plan at the time of the entrance exam. This plan needs to contain the following: their motivation for fol-lowing the master’s study, the specific principal study they wish to follow and the goals they wish to accomplish, the research programme and its relationship to the principal subject and any other personal wishes for the study. For more information see www.koncon.nl/en/master.

The master’s curriculum contains the following elements:• the principal study• research• personal projects/activities Career Develop-

ment Office

The total course load in each year is 60 ECTS, but may also be more depending on the stu-dent’s personal choices or as a result of partici-pation in projects or personal productions.

The principal study in the Master of MusicThe principal study in the Master of Music con-tains three elements:1. Every master’s student is in principle given a

maximum number of contact minutes which they can use as they see fit – and in consulta-tion with the head of the department – within the domain of the principal study. The allot-ted number of contact minutes (which differs from one department to another; further information can be found in the section on the specific department in this Study Guide) can be divided among one or more teachers of the student’s choice. Students who choose to take lessons with more than one teacher are not awarded additional contact time; the allotted time is just used differently.

2. For a few departments there is 35 minutes a week for work with a repetitor or (optionally) ensemble coaching. Other compulsory ele-ments of the curriculum may include (where

meerdere docenten naar keuze. Een keuze voor meerdere docenten betekent niet een toekenning van extra contacttijd, maar het anders inzetten van beschikbare contacttijd.

2. Voor begeleiding middels correpetitie of (naar keuze) ensemblecoaching is binnen een beperkt aantal afdelingen 35 minuten per week beschikbaar. Ook groepslessen of door de afdeling geïnitieerde combolessen, ensembleklassen, orkestprojecten, Big Band projecten of compositieprojecten (indien van toepassing) kunnen tot de verplichte elemen-ten van het curriculum behoren.

3. Met eigen projecten/CDO worden projecten bedoeld, waarbij de student wordt uitgeno-digd om in beroepssituaties te functioneren, bijvoorbeeld als (remplacerend) lid van een ensemble of medewerker aan een festival of multimediaproductie; of producties waarbij de student zelf de initiator is. Uiteraard zal dit aantal ‘praktijkuren’ per week en per student verschillen. Deze beroepservaring en participatie, de opbouw van contacten in de beroepswereld dragen in belangrijke mate bij aan de professiegerichte ontwikke-ling van de student. Nadere informatie over het verkrijgen van studiepunten voor externe activiteiten, al dan niet geïnitieerd door het CDO, kan worden gevonden in de paragraaf in het hoofdstuk over het bachelorcurriculum.

In goed overleg met het hoofd van de afdeling en docenten dient de student gedurende het gehele mastertraject zich bewust te zijn van zijn interne curriculumverplichtingen en aanwezig-heid op alle momenten waarop dit redelijker-wijze door de opleiding verwacht en gevraagd mag worden.

Onderzoek in de masteropleiding muziekDoor Europese ontwikkelingen op het gebied van het hoger onderwijs in het kader van de Bo-logna Declaratie (1999), maar zeker ook wegens de ambitie van het Koninklijk Conservatorium om studenten tot professionals op te leiden die kunnen reflecteren op hun eigen handelen, heb-ben binnen de opleiding onderzoek, reflectie en de presentatie van eigen onderzoeksresultaten een duidelijke en geïntegreerde plaats in het onderwijsprogramma gekregen en zijn deze verankerd in de exameneisen.

De onderdelen van het onderzoeksgedeelte in de masteropleidingHet onderzoeksgedeelte in de masteropleiding muziek kent in zijn algemeenheid drie stadia:

gebaseerd op de volgende onderwijskundige uitgangspunten:• de artistieke ontwikkeling en de ontwikkeling

van de beroepsvaardigheden van de student dienen op masterniveau te worden gewaar-borgd;

• het programma dient aantoonbare en in voldoende mate relaties te onderhouden met diverse aspecten van beroepsuitoefening gedurende het gehele traject;

• het programma maakt duidelijk dat er ont-wikkeling plaatsvindt van onderzoeksvaar-digheden en kennis bij de student en maakt deze zichtbaar in een openbare eindpresen-tatie;

• het programma relateert de uitkomsten van onderzoek en kennisontwikkeling aan de hoofdvakstudie van de student.

De motivatie voor de masterstudie, de speci-fieke en gewenste richting van de hoofdvakstu-die, het onderzoekstraject en de relatie tot het hoofdvak en aanvullende persoonlijke wensen van de studie dienen door de student te worden beschreven in het studieplan, dat reeds bij het toelatingsexamen dient te zijn ingeleverd. Voor meer informatie over het masterplan, ga naar www.koncon.nl/master

Het mastercurriculum bestaat uit de volgende onderdelen:• de hoofdvakstudie• het onderzoeksgedeelte• eigen projecten/activiteiten Career Develop-

ment Office

De totale studiebelasting per studiejaar be-draagt 60 ECTS, maar kan door persoonlijke keuzes van de student en door deelname aan projecten of eigen producties ook meer zijn dan 60 ECTS.

Het hoofdvakgedeelte in de masteropleiding muziekHet hoofdvakgedeelte van de masteropleiding muziek bestaat uit drie onderdelen:1. Iedere masterstudent heeft in principe

een rugzak met een maximum aantal aan inzetbare contactminuten ter beschikking, die naar eigen inzicht – en in goed overleg met het hoofd van de afdeling – binnen het hoofdvakdomein kunnen worden ingezet en waarvan de verdeling ook kan fluctueren. De beschikbare contacttijd (deze verschilt per afdeling: nadere informatie is te vinden in de afdelingsspecifieke informatie in deze studiegids) kan worden ingezet over een of

Page 43: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

78 79

Music Education. From the academic year 2013-2014, students also have the possibility to attend master’s electives at the Conserva-tory of Amsterdam and Codarts Rotterdam.

Further information about the lecture series that will be given during the 2015-2016 academic year can be found in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ on the intranet at intranet.koncon.nl/masters.

The personal research projectThe curriculum provides that every student will have a personal research supervisor from the beginning of their studies in the first year. An average of 15 minutes a week (one hour a month) is available for personal coaching. Stu-dents may suggest who they would like as their research supervisor or they can choose from a team of teachers whose duties also include coaching. In the second year, the students increasingly rely on their own research skills and attention shifts to completing their own research project.

Master CircleThe Master Circle meets once a month. Chaired by the head of the department, a deputy or a specifically invited chairman, a ‘circle’ consist-ing of students from the first and second year hold a meeting every month. In the Master Circle the master’s plans submitted by the first-year students are discussed and refined into effective research programmes, while the second-year students report on their experi-ences with their own research projects and describe problems they have encounteredand the solutions they found. Guest lecturers, speakers from the professional field and/or alumni (internal or external) can also be invited and interviewed and there is room for criticism and confrontation.

Further information about the Master Circles can be found in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ and on the intranet at intranet.koncon.nl/masters.

The Online Research CatalogueEvery master’s student must use the online KC Research portal for the development and formulation of their research proposal, for their

Students formulate their research proposal as soon as possible in the first semester of the first year of the Master course. In consulta-tion with the teacher of their principal subject and their study supervisors (Head of Research Kathryn Cok, the leader of the Master Circle and the individual’s research supervisor), the students then select the most appropri-ate research method. Each of these research methods is evaluated and concludes in its own particular way, but the results of the research must always be measurable in some way and the content and level of the research must be capable of assessment.

The options for concluding the research and presenting the results can be found in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ on the intranet at intranet.koncon.nl/masters.

General research and theory lecturesTo lay the basis for making a proper choice, the first year student must follow the general research and theory lecture series that are offered.

The following modules are offered:• Introductory lectures Research in the Arts

during the first semester During the first semester of the first year a series of lectures will be given on research in the arts. The series is compiled by Henk Borgdorff, lector in Research in the Arts, and Kathryn Cok, Head of Master Research. The lectures will cover various types of research so that students can learn which type of re-search is most suitable for them. Attendance at the introductory lectures, which will be given twice, is mandatory. Further informa-tion about the subjects, times and venues of the lectures can be found in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’.

• The master’s electives during the first year This is a series of working lectures aimed at confronting the student with the practice of adopting an inquisitive attitude towards familiar literature relating to the principal subject and the use of various research methods. This will help students to find leads in existing publications and research for their own research project. Students can also attend lectures for the various master’s specialisations, such as the Master New Au-diences and Innovative Practice and Master

‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’.

• De masterkeuzevakken gedurende het 1ste studiejaar Dit is een aanbod van een aantal series werkcolleges met als doel de student te con-fronteren met de praktijk van de onderzoe-kende houding ten aanzien van vertrouwde hoofdvakliteratuur en het gebruik van verschillende onderzoeksmethodes. Hierdoor kan de student in bestaande publicaties en onderzoek aanzetten vinden voor het daarna (of reeds begonnen) eigen onderzoekspro-ject. Studenten krijgen ook de gelegenheid colleges te volgen bij de diverse masterspeci-alisaties, zoals de Master New Audiences and Innovative Practice en de Master Muziekedu-catie. Vanaf het schooljaar 2013-2014 is het voor studenten mogelijk om masterkeuzevak-ken te volgen aan het Conservatorium van Amsterdam en Codarts Rotterdam.

Nadere informatie over de college-reeksen die gedurende het academi-sche jaar 2015-2016 worden aange- boden, is te vinden in het ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ op intranet.koncon.nl/masters

Het eigen researchprojectVanaf het begin van de studie voorziet het cur-riculum in een persoonlijke research supervisor voor alle studenten in het eerste jaar. Voor persoonlijke coaching is gemiddeld 15 minuten per week (een uur per maand) beschikbaar. Studenten kunnen suggesties doen voor het aanwijzen van de research supervisor. Ook kan gekozen worden uit een team van docenten, die coaching in hun takenpakket hebben opgeno-men. Gedurende het tweede studiejaar komt het accent steeds meer op de eigen onder-zoeksvaardigheden van de student te liggen en op de voortgang van het eigen researchproject.

Master CircleDe Master Circle komt een keer per maand bijeen. Onder leiding van het hoofd van de afde-ling of een vervangend of specifiek uitgenodig-de voorzitter vinden maandelijkse bijeenkom-sten plaats in een ‘kring’ die uit studenten kan bestaan uit het eerste en tweede jaar tezamen. In de Master Circle worden de ingediende masterplannen van de eerstejaarsstudenten besproken en omgesmeed tot studeerbare on-derzoekprogramma’s, en rapporteren de twee-

1. Het bewust worden van de eigen vraagstel-ling en het duidelijk kunnen formuleren van de onderzoeksvraag.

2. De eigen vraagstelling mondt logischerwijze uit in het onderzoekstraject, het kiezen van een onderzoeksmethode en het proces van persoonlijke keuzes (wat zijn voor mij per-soonlijk bruikbare gegevens?).

3. De presentatie van het onderzoeksresultaat ten overstaan van een groep geïnteresseerde luisteraars (wat is een passende vorm van presentatie en documentatie?).

In het eerste semester van het eerste master-jaar formuleert de student zo spoedig mogelijk het eigen onderzoeksvoorstel. De student kiest in goed overleg met de hoofdvakdocent en de studiebegeleiders (Head of Research Kathryn Cok, de leider van de Master Circle en de individuele research supervisor) welke wijze van onderzoek het beste gekozen kan worden. Daarbij kent ook ieder van deze trajecten van onderzoek een eigen vorm van beoordeling en afsluiting, waarbij de onderzoeksresultaten meetbaar, en inhoudelijk en qua niveau goed te beoordelen zijn.

De mogelijkheden van afsluiting en presentatie van de uitkomsten zijn te vinden in het ‘Hand-book for Students and Teachers in the Master of Music’, ga hiervoor naar intranet.koncon.nl/masters

Algemene onderzoeks- en theoriecollegesOm een verantwoorde keuze te kunnen maken dient de eerstejaarsstudent als basis de aan-geboden algemene onderzoeks- en theoriecol-leges te volgen.

Hiertoe worden de volgende modules aange-boden:• Introductiecolleges ‘Onderzoek in de Kun-

sten’ gedurende het eerste semester Gedurende het eerste semester van het eer-ste studiejaar wordt een reeks colleges aan-geboden over onderzoek in de kunsten. Deze collegereeks wordt samengesteld door Henk Borgdorff, lector ‘Onderzoek in de Kunsten’ en Kathryn Cok, Head of Master Research. In deze collegereeks zullen verschillende soorten onderzoek aan bod komen, zodat studenten zich kunnen informeren over welk soort onderzoek voor hen het meest geschikt is. De deelname aan de introductiecolleges, die twee keer zullen worden aangeboden, is verplicht. Nadere informatie over inhoud, tijd en plaats van de colleges is te vinden in het

Page 44: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

80 81

work-in-progress, for the communication with their coach, and for the final documentation of the research project. This portal makes use of the Research Catalogue, an international data-base for the documentation of artistic research (see: www.researchcatalogue.net). With the Research Catalogue platform, students are able to combine different materials and media formats (audio files, images, videos, texts, slideshows, pdf’s) in a presentation of their research. Students will be informed about the use of this platform during the “Introduction to Research in the Arts” course.

Cooperation with the Academy of Creative and Performing Arts and Leiden UniversityStudents doing a master’s degree at the Royal Conservatoire have the unique opportunity to combine the arts and academic study at a high level. Since September 2001 Leiden University’s Academy of the Creative and Performing Arts (part of the Humanities faculty) and the Univer-sity of the Arts, The Hague have been collabo-rating intensively in a programme designed to integrate the arts and academic study and to develop a new course that combines artistic input and research. Consequently, in this phase of the course many subjects taught at Leiden University are open to the master’s students. More information about the range of courses can be found in the relevant sections of chapter F about the bachelor’s curriculum.

dejaarsstudenten hun ervaringen, problemen en oplossingen ten aanzien van de voortgang van hun eigen researchproject. Ook kunnen gastdocenten, sprekers uit het professionele werkveld en/of alumni (intern of extern) worden uitgenodigd en geïnterviewd en er is ruimte voor opbouwende kritiek en confrontatie.

Nadere informatie over de Master Cir-cles is te vinden in het ‘Handbook or Students and Teachers in the Master of Music’ op het intranet, intranet.koncon.nl/masters

De Online Research CatalogueAlle masterstudenten dienen de online KC Research portal te gebruiken voor de ontwikke-ling en formulering van het onderzoeksvoorstel, voor het werkproces, voor de communicatie met de coach en voor de finale documentatie van het onderzoeksproject. Deze portal maakt gebruik van de Research Catalogue, een internationale database voor de documentatie van artistiek onderzoek zie: www.researchcatalogue.net. De Research Catalogue maakt het mogelijk om verschillende materialen en media (audiobestan-den, afbeeldingen, video’s, teksten, diashows, pdf’s etc. te combineren in een onderzoek pre-sentatie). Studenten worden hierover geïnfor-meerd binnen het vak “Introduction to Research in the Arts”.

Samenwerking met de Academie der Kunsten en de Universiteit LeidenStudenten in de masteropleiding aan het Koninklijk Conservatorium krijgen de unieke mogelijkheid aangeboden kunst en wetenschap op hoog niveau te combineren. In de Academie der Kunsten (onderdeel van de Faculteit der Geesteswetenschappen) zijn de Universiteit Leiden en de Hogeschool der Kunsten Den Haag sinds september 2001 een intensieve samen-werking aangegaan, met als doelstelling kunst en wetenschap te integreren en deze integratie uit te werken in een nieuw studieprogramma, waarin zowel artistieke inbreng als onderzoek samengaan. Hierdoor staan in deze fase van de studie veel van de vakken die aan de Universi-teit Leiden worden gedoceerd, open voor demasterstudent. Meer informatie over dit studie-aanbod is te vinden in de relevante paragrafen van Hoofdstuk F over het bachelorcurriculum.

Page 45: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

82 83

the Master Circle. All students are expected to have given at least one trial presentation in the Master Circle before the final public presentation of the research.

Final presentations The Master of Music course concludes with:• a final test for orchestra parts (only for or-

chestral instruments);• a presentation of the research results;• a public concert or presentation.

The final presentation of the research resultsThe final presentation of the research conduct-ed during the master’s course is given in public and can take the form of one of the types of re-search described in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’.

Further information about the assess-ment criteria for the research presen-tations can be found in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ on the intranet, intranet.koncon.nl/masters.

The final presentation for the principal subjectBefore the final presentation can be given, the student must have successfully presented the results of his or her research. The final presen-tation (for the principal vocal study or instru-ment) must consist of a public presentation or a public concert. Presentations can be held in traditional fashion at the end of the academic year and in one of the studios or halls of the Royal Conservatoire, but can also be given at a different location outside the university as part of a larger production or as a presentation orconcert related to their own research, project or composition, provided the Committee of Examiners is able to attend.

Further information about the length and content of the final presentations can be found in the descriptions of the main subjects at www.koncon.nl/curricula.

III. Admission, presentations and assessment

The admissions procedureStudents must pass an entrance exam before they can commence the master’s programme. The exam comprises the following elements:• A grade of ‘good’ (= at least a grade of 8)

for the artistic and playing aspect or the compositional aspect attained in the bach-elor’s exam or, for students from outside the Conservatoire, in a separate entrance exam for the master’s study.

• A realistic study plan, the so-called master’s plan (see the guidelines for the master’s plan in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’).

• Students from outside the Royal Conserva-toire must also give a convincing perfor-mance during an intake interview, demon-strating their insight and motivation for the chosen study and associated elements of the curriculum and making it clear that they are aware of the course load in the next two years and their willingness to devote suf-ficient time to their studies.

Further details about the master’s study plan and the entrance exams for the master’s programme can be found in the ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ on the intranet at intranet.koncon.nl/masters.

Interim presentationsEvery master’s student must give the following presentations in the course of their studies:• In most departments, students must give

at least one public presentation or public recital designed to show their progress with the study in the specialisation, before a final presentation or the final exam concert can be given. This rule does not apply for students in the Composition department.

• Students with an orchestral instrument as their main subject must also take an interim test for orchestra parts.

• Interim presentations of the research: during the master’s programme, students will in turn be evaluated and give presentations (and discuss them) during the meetings of

wordt van alle studenten verwacht tenminste eenmaal een proefpresentatie in de Master Circle te hebben verzorgd, voordat de open-bare eindpresentatie van het onderzoek kan plaatsvinden.

EindpresentatiesDe Masteropleiding Muziek wordt afgesloten met:• een afsluitende toets orkestpartijen (alleen

orkestinstrumenten);• een eindpresentatie van de onderzoeksre-

sultaten;• een openbaar eindconcert of presentatie.

De eindpresentatie van de onderzoeksresultatenDe eindpresentaties van het onderzoeksgedeel-te in de Master vinden plaats in de vorm van een openbaar examen en kunnen plaatsvinden analoog aan de keuze voor een bepaalde onder-zoeksvorm, zoals beschreven in ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’.

Nadere specificaties over de beoorde-ling van het onderzoeksgedeelte is te vinden in het ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ op intranet.koncon.nl/masters

De eindpresentatie hoofdvakgedeelteVoordat de eindpresentatie kan worden ge-daan, dient de student de presentatie van de onderzoeksresultaten met succes te hebben behaald. De eindpresentatie (voor de studie van een vocaal/instrumentaal hoofdvak) dient te bestaan uit een openbare presentatie of een openbaar eindconcert. Presentaties kunnen op traditionele wijze plaatsvinden aan het eind van het lopende studiejaar en in een van de studio’s of zalen in het Koninklijk Conservatorium, maar kunnen ook op een andere, buitenschoolse locatie worden geprogrammeerd, als onderdeel van een grotere productie of als presentatie of concert gerelateerd aan een eigen onderzoek, project of compositie, mits de Commissie der Examinatoren hierbij aanwezig kan zijn.

Nadere informatie over de duur en inhoud van de eindpresentaties zijn te vinden in de vakkenbeschrijving van het hoofdvak, die te vinden zijn op www.koncon.nl/curricula.

III. Toelating, presentaties en toetsing

De toelatingsprocedureVoordat de student aan de masterstudie kan beginnen dient het toelatingsexamen te zijn be-haald, bestaande uit de volgende deelgebieden:• Het predicaat ‘goed’ (= tenminste cijfer 8)

voor het artistiek en speeltechnisch aspect of voor het compositorisch aspect behaald op het afsluitend bachelorexamen of behaald tijdens een apart toelatingsexamen tot de masterstudie in het geval van een student van buiten het conservatorium.

• Een op realiteitszin gebaseerd studieplan, het zogeheten masterplan (zie de richtlijnen voor het masterplan in het ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’).

• Voor studenten van buiten het Koninklijk Conservatorium geldt tevens dat zij een overtuigend intakegesprek dienen te voeren, waaruit inzicht en motivatie rondom de geko-zen studie en bijbehorende curriculumonder-delen blijkt en waarbij ook duidelijk wordt dat de toekomstige student zich bewust is van de studielast gedurende de komende twee jaren en zich bereid verklaart om voldoende tijd in de studie te investeren.

Nadere specificaties over het master-plan en het toelatingsexamen tot de master is te vinden in het ‘Handbook for Students and Teachers in the Master of Music’ op het intranet, intranet.koncon.nl/masters

Tussentijdse presentatiesDe volgende tussentijdse presentaties zijn vast onderdeel van het mastercurriculum:• In de meeste afdelingen verzorgt de master-

student tenminste een openbare presentatie of openbaar toegankelijk recital, gericht op de presentatie van de studievoortgang in zijn/haar specialisatie, alvorens een eindpre-sentatie mag plaats vinden. Voor de afdeling Compositie geldt deze regel niet.

• Studenten met een orkestinstrument als hoofdvak dienen tevens een tussentijdse toets af te leggen voor orkestpartijen.

• Tussentijdse presentaties van het onder-zoeksgedeelte: gedurende de masterstudie zullen bij toerbeurt tussentijdse evaluaties, deelpresentaties (en discussies) plaats vinden in de diverse Master Circles. Het

Page 46: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

84 85

I. Doctoral programmes

After completing a master’s course, students who have given an outstanding presentation of their artistic research may continue with study for a PhD, possibly in association with Leiden University’s Academy of Creative and Perform-ing Arts in the Humanities faculty. The Academy of Creative and Performing Arts is a partnership between Leiden University and the University of the Arts, The Hague. The Academy brings together arts and academic study, which offers unique perspectives for students, teachers and others researchers in Leiden and The Hague who wish to explore the boundaries of whatthey know and can do.

The doctoral programme in the arts is coordi-nated by the Orpheus Institute in Ghent as part of the docARTES curriculum. docARTES is a consortium formed by the Universities of Leiden and Louvain (as the institutes which award the doctorates), the conservatories of The Hague, Amsterdam and Antwerp, the Lemmens Institute in Louvain and the Orpheus Institute in Ghent.

docARTES is a doctoral programme for practice-driven research in music, designed for musicians and composers. docARTES starts with a two-year doctoral curriculum, which ena-bles the students to develop their artistic and research skills, broaden their academic knowl-edge and refine their methodological skills. The doctoral students then continue their research individually for several Year. From the beginning of the doctoral programme the students are assisted by a supervising team. docARTES aims to create an ideal, discipline-specific research environment.

Further information about docARTES can be found at www.docartes.be

I. Doctoraats-opleidingen

Na afronding van de masterstudie is in sommige gevallen, waarbij de eindpresentatie van het artistieke onderzoek van de student een mar-kante plaats inneemt, een PhD vervolgtraject mogelijk in samenwerking met de Universiteit Leiden (Academie der Kunsten binnen de Facul-teit der Geesteswetenschappen). De Academie der Kunsten is het samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden en de Hogeschool der Kunsten Den Haag. De Academie werkt aan het samengaan van kunsten en wetenschappen. Dit biedt unieke perspectieven aan Leidse en Haagse studenten, docenten en andere onder-zoekers die op zoek zijn naar de grenzen van hun kunnen en kennen.

Het doctoraal programma in de kunsten wordt gecoördineerd vanuit het Orpheus Instituut in Gent binnen het docARTES curriculum. docARTES is een samenwerkingsverband van de Universiteiten van Leiden en Leuven (als de instituten waarbij men kan promoveren), de conservatoria van Den Haag, Amsterdam en Antwerpen, het Lemmensinstituut in Leuven en het Orpheus Instituut in Gent.

docARTES is een doctoraatsprogramma voor praktijk georiënteerd onderzoek in de muziek, ontworpen voor musici en componisten. docARTES start met een tweejarige doctoraats-opleiding, die de promovendi toelaat artistieke en onderzoeksvaardigheden, academische kennis en methodes verder te ontwikkelen en aan te scherpen. Daarna zetten de promovendi hun onderzoek nog enkele jaren op individuele basis verder. Vanaf de start en voor de volledige duur van het doctoraatsprogramma worden de promovendi hierin bijgestaan door een supervi-sing team. Zo creëert docARTES een adequate, discipline-eigen onderzoeksomgeving.

Meer informatie over docARTES kan worden gevonden op www.docartes.be

Page 47: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

86 87

inherent aspect of their leading position in the music profession. Teachers are offered the pos-sibility of further developing and propagating this research within the Conservatoire. Detailed information about the results of the research projects of teachers can be found on the pages of the Royal Conservatoire’s website devoted to research in the section entitled ‘Royal Conserva-toire Investigations’. The results of these research activities are relevant for musical practice and contribute to strengthening the curriculum of the Royal Conservatoire.

Research at the Conservatoire is supported by the lectorate Research in the Art’s headed by lector Henk Borgdorff. Further information about the lectorate can be found in chapter C of this study guide.

J. Research at the Royal Conservatoire

Alongside education and production, research is one of the pillars of the Royal Conserva-toire. The research within the educational programmes is focused on the artistic-musical and intellectual development of the students. For bachelor’s students, this involves learning the basic research skills which musicians will require in their later career in music. These skills relate to their ability to reflect articulately on their own specialist field. Research in the master’s programme is devoted more specifically to carrying out a research project in the student’s specialist field. The type of research in the master’s programme can vary greatly and can, for instance, range from making instruments, experimentation, historical interpretation (e.g. involvement in performance practice), composing, creating, creative (artis-tic) research, cultural/critical reflection and/or research in the field of didactics or pedagogy. The topics are usually directly related to the student’s main subject and are relevant for both his or her artistic and intellectual development and the development of the field of study. The results of selected research projects carried out by master’s students can be found on the Conservatoire’s website (see www.koncon.nl/en/research). After the master’s course, students can apply to join the doctoral programme for musicians and composers which is facilitated by the Acad-emy of Creative and Performing Arts at Leiden University and the docARTES programme, as described in chapter I of this study guide. As in the master’s programme, the student’s own artistic practice is the central element in the PhD course. Research is not only one of the foundations of a musician’s training, a growing number of teach-ers are actively engaged in research as part of their work at the Conservatoire. In this way, the nexus of research and education is further strengthened. Musicians, composers and so-nologists who teach at the Royal Conservatoire have traditionally engaged in research as an

positie in de muziekpraktijk. Docenten wordt de mogelijkheid geboden onderzoek binnen het conservatorium verder uit te bouwen en uit te dragen. Uitgebreide informatie over de resulta-ten van de onderzoeksprojecten van docenten zijn te vinden op de website van het KC onder het gedeelte ‘Royal Conservatoire Investigati-ons’ op de webpagina’s over onderzoek. Uiteindelijk zijn alle resultaten die uit onderzoek voortkomen van belang voor de muziekpraktijk en dragen ze bij aan de versterking van het onderwijs aan het Koninklijk Conservatorium.

Het onderzoek op het Koninklijk Conservato-rium wordt ondersteund door het lectoraat ‘Onderzoek in de Kunsten’ van lector Henk Borgdorff. Nadere informatie over het lectoraat is te vinden in hoofdstuk C van deze studiegids.

J. Onderzoek op het Koninklijk Conservatorium

Onderzoek is, naast onderwijs en productie, een van de pijlers van het Koninklijk Conser-vatorium en richt zich binnen de onderwijs-programma’s op de artistieke en intellectuele ontwikkeling van de student. In de bachelor gaat het daarbij om het leren van elementaire onderzoeksvaardigheden die de musicus in de latere muziekpraktijk nodig heeft. Deze hebben betrekking op het gearticuleerd kunnen reflec-teren op het eigen vak. Onderzoek in de master is meer specifiek gericht op het uitvoeren van een onderzoeks-project, waarmee de student zich in het eigen veld specialiseert. Het soort onderzoek kan uiteenlopen van ontwerpen (bijvoorbeeld het maken van instrumenten), experimenteren, historisch interpreteren (bijvoorbeeld betrok-ken op de uitvoeringspraktijk), componeren, improviseren, cultuurkritisch reflecteren en/of onderzoek op het gebied van de didactiek of pedagogiek. De onderwerpen hebben in de regel direct betrekking op het hoofdvak en zijn zowel van belang voor de eigen artistiek-intellectuele ontwikkeling als voor de ontwikkeling van het vak. De resultaten van de best beoordeelde onderzoeksprojecten van masterstudenten zijn te vinden op de website van het conservatorium (zie www.koncon.nl/nl/Onderzoek).

Na de Masterstudie kan men zich aanmelden voor deelname aan het doctoraatsprogramma voor musici en componisten via de Academie der Kunsten aan de Universiteit Leiden en het docARTES programma, zoals nader toegelicht in hoofdstuk I. Net als in de masteropleiding staat in het doctoraatstraject de eigen artistieke praktijk centraal. Onderzoek is niet alleen een van de fundamen-ten van de opleiding tot musicus, ook docenten in hun aanstelling aan het conservatorium zijn hierin actief. Hierdoor wordt de verwevenheid van onderzoek en onderwijs verder versterkt. Van oudsher zijn de musici, componisten en so-nologen die als docenten aan het Koninklijk Conservatorium zijn verbonden ook onderzoe-kers. Dit is inherent aan hun vooraanstaande

Page 48: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

88 89

willing to and interested in creating audi-ences and occasions for audiences to get to know and love music, and they should also develop ways to communicate about music. Musicians are inventive and entre-preneurial, and they will be able to keep developing their instrumental skills aswell as their interaction with our cultural and social environment.

Common elements in the curriculum and the activitiesThe Classical Music department offers profes-sional music education at the highest inter-national level. There is a principal study for all instruments in the traditional symphony orches-tra (strings, wind, percussion and harp) as well as for piano, accordion and classical guitar. Most of the teachers in the department not only have extensive teaching experience but also have international careers as performing musi-cians and/or members of orchestras and are therefore at the heart of internationalprofessional practice. The course is a care-fully considered balance between theory and practice, between private lessons and working in groups and playing in ensembles and in orchestras. The department has a substantial number of international students.

The core of the course is the study of the main instrument. Every student is entitled to 75 min-utes of tuition (for percussion 120 minutes) in their principal instrument each week. Students are also encouraged to take an active part in the institute’s musical community by joining ensembles, chamber music and orchestral projects, and by developing their own projects. There is frequent interaction with other depart-ments (Composition, Early Music). There are also classes and workshops in improvisation as part of the theoretical and practical education.

The department has a number of permanent guest lecturers, including Philippe Graffin, Harro Ruijsenaars, Colin Currie, Ab Koster, Marinus Komst, Emily Beynon, Gustvao Nunez and Catrin Finch. Other musicians who gave master classes include Dmitri Bashkirov, Friedrich Lips, Stephan Picard, Karl Leister, Sergio Azzolini and Lawrence Power.

Specific aspects of the course• Coach pianist (not for piano, harp, percus-

sion, guitar and accordion): every student is entitled to work with a pianist for 25 minutes

K. Specific information about each department

I. The Classical Music department Further information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Classical Music department can be found at www.koncon.nl/en/classical

Head of departmentWim [email protected]+31 70 - 31 51 448Room: M104

Education coordinatorElse van [email protected]+ 31 70 – 31 51 523

Project managerTo be named

Characteristics of the performing musicianOn the basis of national and international standards, together with years of experience and insight in the field of music education, the professional profile of a classical musician is defined as follows:

Musicians through their playing are active members of society. They contribute to cultural life through their artistic and mu-sical professionalism. Classical musicians are able to reproduction of composedmusic with excellent professional skills and knowledge, in an optimum informed way. Also they have a shared responsibil-ity in presenting the music to an audi-ence. Musicians should therefore be

te creëren voor het publiek om de musici te leren kennen en een band met ze op te bouwen. Het ontwikkelen van een eigen manier om over de muziek te communi-ceren, is daarbij van belang. De musicus is inventief en ondernemend, en zal naast de ontwikkeling van de instrumentale vaardigheden ook de interactie behouden met onze culturele en sociale omgeving.

Gemeenschappelijke elementen in het curriculum en de activiteitenDe afdeling Klassieke Muziek biedt een profes-sionele muziekopleiding aan op een hoog inter-nationaal niveau. Er is een hoofdvakstudie voor alle orkestinstrumenten in het traditionele sym-fonieorkest (strijkers, blazers, slagwerk en harp) alsmede voor piano, accordeon en klassiek gitaar. De docenten verbonden aan de afdeling hebben naast hun ruime les- en praktijkervaring veelal een internationale carrière als uitvoerend musicus en/of als orkestmusicus en staan dus midden in de internationale beroepsuitoefening. Het curriculum is een afgewogen balans tus-sen theoretische en praktische benaderingen, tussen privélessen en het werken in groepen en het spelen in ensembles en orkesten. Een aanzienlijk deel van de studenten is afkomstig uit het buitenland.

Centraal in het curriculum staat het kerndeel uit het hoofdvakdomein: de instrumentale hoofdvakles. Iedere student heeft recht op 75 minuten hoofdvakles (slagwerk 120 minuten) per week. Studenten nemen actief deel aan de muzikale gemeenschap van het instituut door deelname aan ensembles, kamermuziek- en or-kestprojecten, en ook door het ontplooien van eigen initiatieven. Samenwerking met andere afdelingen (Compositie, Oude Muziek) vindt veelvuldig plaats. Tevens speelt improvisatieeen rol in klassen en workshops als onderdeel van het theoretische en praktische onderwijs.

De afdeling heeft een aantal vaste gastdocen-ten, zoals Philippe Graffin, Harro Ruijsenaars, Colin Currie, Ab Koster, Marinus Komst, Emily Beynon, Gustvao Nunez en Catrin Finch. Bo-vendien zijn er masterclasses met o.a. Dmitri Bashkirov, Friedrich Lips, Stephan Picard, Karl Leister, Sergio Azzolini en Lawrence Power.

Specifiek aanbod binnen de afdeling• Coach pianist (niet voor piano, harp, slag-

werk, gitaar en accordeon): iedere student heeft recht op 25 minuten per

K. Specifieke informatie per afdeling

I. De afdeling Klassieke MuziekMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Klassiek Muziek kan gevonden worden op www.koncon.nl/klassiekemuziek

Hoofd afdelingWim [email protected]+31 70 - 31 51 448Kamer: M104

Coördinator onderwijsElse van [email protected]+31 70 - 31 51 523

ProjectleiderNader te benoemen

Karakteristiek van de uitvoerend musicusOp basis van (inter)nationaal geldende normen en aangevuld met een jarenlange ervaring en visie op het gebied van muziekonderwijs, is het beroepsprofiel van de klassieke musicus als volgt gedefinieerd:

De musicus is door middel van zijn musiceren actief in de samenleving. Door zijn artistiek muzikale professionaliteit levert hij een bijdrage aan de muziekcul-tuur. Klassiek opgeleide musici kunnen gecomponeerde muziek met excellente professionele vaardigheden en kennis op de meest optimale manier vertolken. Daarnaast hebben ze een verantwoorde-lijkheid in het presenteren van de muziek aan een publiek. Musici moeten bereid en geïnteresseerd zijn om niet alleen publiek te generen, maar ook om gelegenheden

Page 49: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

90 91

in the first three years of the bachelor’s pro-gramme. Students of accordion are expected to follow classes in a duo with a vocalist in all years, while harp and guitar students follow vocal duo classes in groups in the fourth year.

• Repertoire class (piano): piano students are obliged to follow classes devoted to the 20th century and contemporary repertoire in the third and fourth year.

• BASSbook: double bass teachers in the Classical Music, Early Music and Jazz depart-ments have taken steps to intensify the collaboration between the departments. Further information can be found at www.bassbook.nl.

• Brass class: every week there is a brass class at which all of the students and teachers of the brass section practice repertoire and ensemble playing. Historical development, collaboration with the Jazz and Early Music departments and brass projects can also be organised during these periods.

• Historical development: in the second and third year of the bachelor’s programme all students study the historical development of their own instrument. This course is intended to increase their technical knowledge of the instrument, but also help them to understand different styles and place repertoire in an historical context. This subject is taught in groups, with students from different depart-ments and instrument groups.

• Projects: the Classical Music department organizes various projects each year. These projects are an important part of the curricu-lum and students assigned to projects are obliged to participate. Students are advised to check the intranet and the Production Office’s bulletin board regularly for the latest information.

It is important to note that participation and attendance is obligatory for all subjects in the curriculum as well as the activities organized by the department, such as performance evenings, master classes and ensemble projects. Stu-dents who wish to take part in activities outside the conservatoire (professional or otherwise) must consult the head of the department. An effort is generally made to organise activities relating to projects in the afternoon so that they do not clash with theory lessons in the morning. If the activities do coincide, it is the responsibil-ity of the students themselves to contact the theory teacher and the head of the department to find a solution. Project activities must never take up so much time as to endanger the re-quirement to attend 80% of the theory lessons.

each week for training in ensemble playing and the development of repertoire. Students in the fourth year and master’s students are entitled to 37.5 minutes a week. See also the ‘Protocol coach pianist’ at intranet.koncon.nl/classical.

• Chamber music: chamber music is part of the regular curriculum in the second and third year of the Bachelor programme. Students are expected to form a chamber music ensemble with other students and select repertoire. The head of the department and chamber music teachers must approve the repertoire and they decide when the chamber music lessons will be given. Each ensemble has 5-10 lessons, usually with two instrumental teachers and one theory teacher. The schedule for ensembles is co-ordinated by Paul Scheepers ([email protected]). The chamber music exams will be held during the Chamber Music Festival, during which students will be permitted to perform provided they have worked well dur-ing the school year. More information can be found on the Classical Music department’s page on intranet.

• Subsidiary subject piano: a new protocol has been drawn up, which can be found at intranet.koncon.nl/classical.

• Orchestral parts and audition training (or-chestral instruments including saxophone): lessons in orchestral parts are given in the third and fourth year of the bachelor’s course; these lessons last 25 minutes a week and are given both individually and in groups. Audition training is provided by means of mock auditions. Lessons in orchestral parts and mock auditions are also given in the master.

• Orchestra: besides the lessons in orchestral parts and incidental orchestral projects, the department also organises orchestra projects, in which the orchestra rehearses important works from the repertoire under professional conductors. The orchestra gives regular performances in concert halls in The Hague, Rotterdam and Amsterdam, and has a series at some Thursday afternoons in the Arnold Schönberg hall. Every bachelor’s and master’s student whose principal instrument is a string instrument is required to attend the orchestra projects. Other instrumental-ists also regularly join the orchestra projects. The protocol for orchestra attendance is to be found on the intranet.

• Duo class (for piano, accordion, harp and guitar): piano students are expected to work with vocalists and instrumentalists in duos

gitaar): pianostudenten worden geacht in duovorm samen te werken met vocalis-ten en instrumentalisten in de eerste drie studiejaren van de bachelor. Van studenten accordeon wordt verwacht dat zij in alle studiejaren een vocale duoklas volgen, terwijl harp- en gitaarstudenten in groepen een vocale duoklas volgen, meestal in het vierde studiejaar.

• Repertoireklas (piano): pianostudenten zijn verplicht een repertoireklas te volgen om zich te verdiepen in 20ste eeuws en eigentijds repertoire in het derde en vierde studiejaar.

• BASSbook: contrabasdocenten in de afdelin-gen Klassieke Muziek, Oude Muziek en Jazz hebben een gezamenlijk initiatief opgezet om elkaar regelmatig te ontmoeten en nauw sa-men te werken. Meer informatie is te vinden op www.bassbook.nl.

• Koperklas: wekelijks werken alle studenten en docenten van de kopersectie samen in de koperklas aan repertoire en ensemble spel. Ook historische ontwikkeling, samenwer-king met afdelingen Jazz en Oude Muziek en koperprojecten kunnen in deze tijd georgani-seerd worden.

• Historische ontwikkeling: in het tweede en derde studiejaar van de bachelor volgen alle studenten het vak historische ontwik-keling van hun instrument. Het doel van dit vak is niet alleen de technische kennis over het instrument te vergroten, maar ook de ontwikkeling van stijlgevoel, het plaatsen van repertoire in een historische context. Dit vak wordt gegeven als groepsonderwijs, waarin studenten van verschillende afdelingen en instrumentgroepen bijeenkomen.

• Projecten: de afdeling Klassieke Muziek organiseert verschillende projecten per jaar. Deze projecten zijn een belangrijk onderdeel van het curriculum en als studenten voor pro-jecten zijn ingedeeld, is deelname verplicht. Studenten wordt aangeraden om het intranet en het informatiebord van het productie-bureau goed in de gaten te houden voor de meest actuele informatie.

Het is belangrijk om te vermelden dat deel-name en aanwezigheid in alle in het curriculum genoemde vakken verplicht is, alsook in de activiteiten die door de afdeling worden geor-ganiseerd, zoals voorspeelavonden, master-classes en ensembleprojecten. Als studenten aan (professionele) activiteiten buiten het conservatorium deel willen nemen, dienen zij dit met het hoofd van de afdeling te overleg-gen. Over het algemeen wordt getracht om projectmatige activiteiten gedurende de middag

week werken met een pianist voor het trai-nen van samenspel en het ontwikkelen van repertoire. In het vierde jaar en de master hebben studenten recht op 37.5 minuten per week. Zie ook ‘Protocol coach pianist’ op, intranet.koncon.nl/classical.

• Kamermuziek: in het tweede en derde stu-diejaar van de bachelor is kamermuziek on-derdeel van het vaste curriculum. Studenten worden geacht met andere studenten een kamermuziekensemble samen te stellen en repertoire te kiezen. Het hoofd van de afde-ling en de kamermuziekdocenten moeten het gekozen repertoire wel goedkeuren en een besluit nemen over de kamermuzieklessen: ieder ensemble heeft 5-10 lessen, normaal gesproken met twee instrumentale docen-ten en één theoriedocent (voor harmonie en analyse). De indeling van ensembles wordt gecoördineerd door Paul Scheepers ([email protected]). De kamermuziek-tentamens vinden plaats tijdens het Kamer-muziekfestival: studenten mogen spelen in het festival indien ze goed gewerkt hebben gedurende het schooljaar. Meer informatie is te vinden op de pagina van de afdeling Klas-sieke Muziek op het intranet.

• Bijvak piano: hiervoor is een nieuw protocol opgesteld, dat te vinden is op intranet.koncon.nl/classical.

• Orkestpartijen en auditietraining (orkestin-strumenten inclusief saxofoon): in het derde en vierde studiejaar van de bachelor worden lessen voor orkestpartijen aangeboden; deze lessen duren 25 minuten per week en worden zowel individueel als in groepen ge-geven. Tevens vindt er auditietraining plaats door middel van proefaudities. In de master vinden de lessen voor orkestpartijen en de proefaudities eveneens plaats.

• Orkest: naast de lessen orkestpartijen en incidentele orkestprojecten, organiseert de afdeling ook orkestprojecten. Tijdens deze projecten repeteert het orkest belangrijk orkestrepertoire onder leiding van professio-nele dirigenten. Het orkest geeft regelmatig concerten in de concertzalen van Den Haag en Amsterdam. Op een aantal donderdag-middagen heeft het de eigen serie die in de Arnold Schönbergzaal plaatsvindt. Voor alle studenten met een strijkinstrument als hoofdvak in de bachelor en de masterspeci-alisatie Orkest Master, is deelname aan de orkestprojecten verplicht. Andere instrumen-talisten nemen eveneens geregeld deel aan de orkestprojecten. Het protocol om deel te nemen aan het orkest staat op intranet.

• Duoklas (voor piano, accordeon, harp en

Page 50: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

92 93

II. The Vocal Studies departmentFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Vocal Studies department can be found atwww.koncon.nl/en/vocal

Head of departmentMonica [email protected]+31 70 - 31 51 446Room: M104An appointment can be made by e-mail.

General informationThe course prepares young singers for the most diverse challenges in the professional world according to their ambitions and potential. Graduates of the course go on to perform in opera, chamber music ensembles, oratorios, experimental theatre and in professional choirs and ensembles in the Netherlands and abroad, and work as teachers.

Students are encouraged from the outset to develop their professionalism in every respect, not only by making full use of what the course has to offer but also by participating in projects within the institute and elsewhere. The depart-ment maintains a wide network of contacts in the music profession, which gives the students the chance to explore the world of music prac-tice, while gaining experience and performing themselves. Students are involved in chamber music, orchestral and choral projects, for exam-ple in productions with the Hague Philharmonic (Residentie Orkest), the Dutch Radio Choir and the Netherlands Chamber Choir. Students also take part in projects of the Dutch NationalOpera Academy, organise joint projects with the Composition department and gain experi-ence with organisations such as The Nether-lands Bach Society, Cappella Amsterdam, the Nederlands Vocaal Laboratorium and at events like the annual Young Composers Meeting in Apeldoorn, the Opera Days Rotterdam, etc.

The Vocal Studies course at the conservatoire is renowned for its open teaching environment, which allows students to work with more than one teacher at a time and so profit from the different qualities of various teachers. Through

For more information, see the ‘Protocol on orchestra projects’ on the intranet at intranet.koncon.nl/classical.

List of principal subjectsThe following instruments are taught as a prin-cipal subject in the Classical Music department:• violin• viola• cello• double bass• flute/piccolo• oboe/english horn• clarinet/bass clarinet• bassoon/double bassoon• saxophone• horn/natural horn• trumpet• trombone• bass trombone• tuba• percussion• harp• guitar• piano• accordion

II. De afdeling ZangMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingenen examenroosters van de afdelingZang kan gevonden worden opwww.koncon.nl/zang

Hoofd afdelingMonica [email protected]+31 70 - 31 51 446Kamer: M104Een afspraak kan worden gemaakt per e-mail.

Algemene informatieDe opleiding bereidt jonge zanger(essen) voor op de meest uiteenlopende uitdagingen in de beroepspraktijk, afhankelijk van de eigen ambities en mogelijkheden. Afgestudeerden vinden hun weg in binnen- en buitenland naar het operatoneel, de kamermuziekpraktijk, het oratorium, het experimentele (muziek)theater, de pedagogische praktijk, de professionele koren en ensembles, etc.

Vanaf het begin van de studie wordt de student gestimuleerd diens professionaliteit in de volle breedte te ontwikkelen, niet alleen door goed gebruik te maken van het aangeboden program-ma, maar ook door middel van deelname aan projecten binnen en buiten de school. Vanuit de opleiding wordt een breed netwerk van contac-ten in het werkveld onderhouden waardoor de student kansen krijgt zich in de muziekpraktijk te oriënteren, ervaring op te doen en zich op per-soonlijke wijze te manifesteren. Studenten komen in aanraking met kamermuziekprojecten, orkest- en koorprojecten, bijvoorbeeld in producties met het Residentie Orkest, het Groot Omroep Koor en het Nederlands Kamerkoor. Ook nemen stu-denten deel aan projecten van de Dutch National Opera Academy, samenwerkingsprojecten met de afdeling Compositie of doen ervaring op bij onder meer de Nederlandse Bachvereniging, Cappella Amsterdam, het Nederlands Vocaal Laborato-rium, de jaarlijkse Young Composers Meeting te Apeldoorn, de Rotterdamse Operadagen e.a.

De Zangopleiding van het Koninklijk Conservato-rium, staat bekend om haar open onderwijsom-geving, waarbinnen studenten kunnen werken met meerdere zangdocenten tegelijkertijd en zo profiteren van de kwaliteiten van meer dan één docent.

te organiseren, zodat deze niet samenvallen met de theorievakken in de ochtend. Mochten activiteiten toch samenvallen, dan is het de verantwoordelijkheid van de studenten zelf om contact te zoeken met zowel de theorie-docent als het hoofd van de afdeling om een oplossing te zoeken. Projectactiviteiten zullen nooit zoveel tijd in beslag nemen dat de 80% aanwezigheidsplicht bij theorielessen in gevaar komt. Voor meer informatie, zie het ‘Protocol orkestprojecten’ op intranet, intranet.koncon.nl/classical.

Overzicht hoofdvakkenBinnen de afdeling Klassieke Muziek bestaan de volgende hoofdvakken:• viool• altviool• cello• contrabas• fluit/piccolo• hobo/althobo• klarinet/basklarinet• fagot/contrafagot• saxofoon• hoorn/natuurhoorn• trompet• trombone• bastrombone• tuba• slagwerk• harp• gitaar• piano• accordeon

Page 51: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

94 95

III. The Conducting departmentFurther information about the teachers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Conducting department can be found at www.koncon.nl/en/conducting

Head of department Choir and wood, wind and brass bands Anthony [email protected]+31 70 - 31 51 402Room: M208An appointment must be made by e-mail.

Head of National Master Orchestra ConductingWim Vos w.vos@koncon,nlRoom: M104

General informationWhen starting the Conducting course the stu-dents must already have completed a vocal or instrumental principal study or possess equiva-lent musical experience. Conducting covers three disciplines: conducting choirs, conducting orchestras or conducting wood, wind and brass bands. The bachelor’s course focuses mainly on conducting amateur choirs, orchestras and en-sembles, while in the master’s phase students are trained to conduct professional orchestras and choirs.

In the first year the programme concentrates on baton technique, ear training, playing from scores and acquiring knowledge of the reper-toire. Baton technique is taught in groups, with all the students working with the teacher. Dur-ing the propaedeutic phase the objective is that the students will master the basic baton tech-nique. Ear training is taught in groups of four students and is intended to enable students to faultlessly identify individual lines in a multi-part composition (choir, string, woodwind and brass). This assumes that the students meet the regular requirements for solfège when they start the course. Playing from a score is taught individually. There are two objectives: one is to be able to play a four-part score without trans-posing instruments (choir), and on the other to

projects and master classes students in the Classical Music and Early Music departments with an excellent vocal technique find jobs in ensembles such as the Nederlandse Bach- vereniging, Les Arts Florissants, the Dutch Radio Choir, Cappella Amsterdam, the Amsterdam Baroque Choir and with renowned musicians including Christina Pluhar, Patrick Ayrton, Barthold Kuijken, Ton Koopman, Jaap ter Linden, Kenneth Montgomery and Reinbert de Leeuw.

Specific aspects of the course• Lessons in the principal subject: every

student is entitled to 75 minutes of classes in the principal subject each week. After com-pleting the first year, students of Classical Music Vocal Studies can choose to work with two teachers and divide the weekly time al-lotted to the principal subject between them. Students of Early Music Vocal Studies have weekly lessons with the teacher of their prin-cipal study as well as a number of sessions with Early Music specialists, Jill Feldman, Michael Chance and Peter Kooij.

• Coach pianist: every student is entitled to 25 minutes with a coach pianist each week for training in ensemble playing and the develop-ment of repertoire. Fourth-year and master’s students are entitled to 37.5 minutes a week.

• Basic opera class: during their fourth year students can take the Basic opera class. Auditions for the class are held in April/May in the third year. Students who take the Basic opera class earn 6 ECTS and do not have to do a CDO project (also worth 6 ECTS). Students who fail the audition for the class can still take part in the movement and drama classes of the Basic opera class. They earn 4 ECTS.

• DNOA: the dates of auditions for the Dutch National Opera Academy (DNOA) are an-nounced at the beginning of the academic year.

• Ensembles, projects, evenings of song, master classes and workshops: further information about activities organized for the students of the Vocal Studies department will be published on the relevant pages of the intranet.

III. De afdeling DirectieMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Directie kan gevonden worden op www.koncon.nl/directie

Hoofd afdeling Koor- en HafabradirectieAnthony [email protected]+31 70 - 31 51 402Kamer: M208Een afspraak dient te worden gemaakt per e-mail.

Hoofd Nationale Master OrkestdirectieWim [email protected]: M104

Algemene informatieBij aanvang van de studie Directie heeft de student idealiter reeds een vocale of hoofdvak-studie afgerond of een vergelijkbare muzikale ontwikkeling doorgemaakt. De studie Directie kent de richtingen Koor, Orkest en HaFaBra (Harmonie, Fanfare en Brassband). De bachelor-fase richt zich vooral op het leiden van koren, orkesten en ensembles van amateurs, terwijl de masterfase zich richt op het professionele muziekleven.

In het eerste jaar concentreert het programma zich op slagtechniek, gehoortraining, parti-tuurspel en ontwikkeling van repertoirekennis. Slagtechniek wordt gedoceerd in groepslessen, waar de studenten beurtelings aan het werk zijn met de docent. Het doel van de propedeuse is dat de basisslagtechniek wordt beheerst. Gehoortraining wordt gedoceerd in groepen van vier studenten. Doel van deze training is het feilloos waarnemen van individuele lijnen in een meerstemmige compositie (koor, strijkers, hout-blazers, koperblazers). Dit veronderstelt dat de student bij aanvang van de studie voldoet aan de afsluitende eisen t.a.v. solfège. Partituurspel wordt individueel gedoceerd. Doelstellingis tweeledig: enerzijds het spelen van een vierstemmige partituur zonder transponerende instrumenten (koor), anderzijds het spelen van klavieruittreksels van klassieke composities (Mozarts Requiem, Haydns Die Schöpfung).

Met als basis een uitstekende vocale techniek vinden studenten van de afdelingen Klassieke en Oude Muziek middels projecten en/of mas-terclasses werk in ensembles zoals de Neder-landse Bachvereniging, Les Arts Florissants, het Groot Omroep Koor, Cappella Amsterdam, het Amsterdam Baroque Choir en bij gerenommeer-de musici zoals Christina Pluhar, Patrick Ayrton, Barthold Kuijken, Ton Koopman, Jaap ter Linden, Kenneth Montgomery en Reinbert de Leeuw.

Specifiek aanbod binnen de afdeling• Hoofdvakles: iedere student heeft recht op

75 minuten hoofdvakles per week. Studenten Klassieke Muziek Zang kunnen er voor kiezen om, na het eerste jaar te hebben afgesloten, met twee docenten te werken door hun we-kelijkse tijd voor het hoofdvak in tweeën te splitsen. Studenten Oude Muziek Zang volgen wekelijkse lessen bij een hoofdvakdocent met daarnaast een aantal sessies met Oude Muziek specialisten, Jill Feldman, Michael Chance en Peter Kooij.

• Correpetitie/Coach pianist: iedere student heeft recht op 25 minuten correpetitie per week voor het trainen van samenspel en het ontwikkelen van repertoire. In het vierde jaar en de master hebben studenten recht op 37.5 minuten per week.

• Opera basisklas: studenten kunnen tijdens het vierde studiejaar deelnemen aan de opera basisklas. Audities voor de opera basisklas vinden plaats in april/mei tijdens het derde studiejaar. Studenten behalen voor hun deelname aan de opera basisklas 6 ECTS; deze studenten hoeven geen CDO (6 ECTS) te doen. Studenten die niet slagen voor de audities voor de opera basisklas kunnen toch meedoen aan de bewegings- en dramalessen van de opera basisklas. Zij krijgen hiervoor 4 ECTS.

• DNOA: de auditiedata voor de Dutch National Opera Academy (DNOA) worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt.

• Ensembles, projecten, zangavonden, mas-terclasses en workshops: nadere informa-tie over activiteiten georganiseerd oor de studenten van de afdeling Zang zal bekend worden gemaakt op de relevante pagina’s op het intranet.

Page 52: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

96 97

instructed by Jac van Steen, Ed Spanjaard and Kenneth Montgomery. During rehearsals with these orchestras, students will be coached by the scheduled conductor, usually the principal conductor of the orchestra. Small-scale projects in the field of musical theatre (opera conduc-ting) and the conducting of demanding works take place in one or other of the institutes. The artistic directors of professional orchestras give guest lectures, recommend literature and arrange the programmes.

play piano extracts from classical compositions (Mozart’s Requiem, Haydn’s Die Schöpfung).

Besides baton technique, solfège and playing from a score, the principal study also includes lessons on the repertoire. The students discuss a specific list of items from the repertoire to gain an insight into the cultural and historical context that influences interpretation, stylistic principles, views on sound quality, etc. As far as possible the lessons are linked the student’s practical work with his or her choir or orches-tra. One or more conducting projects are also organised within the conservatoire. Thecourse on orchestra conducting also covers the subject of programming: the study of repertoire provides a deep insight into the scores and the context, which allows students to compose a well balanced concert programmes.

Attention is also devoted to methods of rehears-ing with amateur ensembles, choral conductors receive singing lessons, orchestral conductors and conductors of wind and brass bands are required to study an orchestral instrument. All students of conducting follow three years of piano lessons. Gregorian chant is taught in the second year as a subsidiary. All of the conduc-tors take part in the projects of colleagues in other disciplines so that the study time and avail-ability of teachers is used to the full.

Contract study in conductingStudents who have already completed a bach-elor’s degree can join the course on a contract basis. Specific agreements on this can be made with the head of the department.

National Master Orchestra ConductingThe Conservatorium van Amsterdam and the Royal Conservatoire The Hague offer a two-year joint national master’s programme in orches-tral conducting in cooperation with profes-sional Dutch orchestras. In this select master’s programme you will develop skills and gain the experience necessary for conducting a profes-sional symphony orchestra with fully rounded artistic competence and effectiveness. The mas-ter’s programme builds a bridge between your study and the professional practice, and offers you the opportunity to expand your profes-sional network. It also enriches the educational programmes of the orchestras involved. On offer is a two-year programme with instruction in both Amsterdam and The Hague. Students will work with professional Dutch orchestras and will be

Ed Spanjaard en Kenneth Montgomery werken de studenten samen met de professionele Ne-derlandse orkesten. De studenten krijgen de ge-legenheid met de partnerorkesten te repeteren en worden daarbij gecoacht door de ‘dirigent van dienst’, meestal de chef-dirigent van het or-kest. Kleinschalige projecten op het gebied van muziektheater (operaregie) en het dirigeren van veeleisende recitatieven vinden binnen één van beide instituten plaats. Gastcolleges, literatuur en programmeren worden verzorgd door artis-tiek directeuren van de professionele orkesten.

Naast slagtechniek, gehoortraining en partituur-spel komt in de hoofdvakles het repertoire aan de orde. Aan de hand van een concrete reper-toirelijst wordt gesproken over het verwerven van inzicht in de cultuurhistorische context dat de interpretatie beïnvloedt, stilistische uit-gangspunten, opvattingen over klank e.d. De hoofdvakles wordt zoveel mogelijk gekop-peld aan het praktisch werken van de student met zijn koor of orkest. Daarnaast worden binnen het conservatorium één of meer directieprojecten georganiseerd. De studie Orkestdirectie kent tevens het vak programme-ren: repertoirestudie leidt tot diepgaand inzicht met betrekking tot de partituren en context. Hierdoor kunnen de studenten adequaat en goed uitgebalanceerde concertprogramma’s samenstellen.

Voorts wordt aandacht besteed aan repetitie-methodiek met amateurensembles, koordi-rigenten krijgen zangles, orkestdirigenten en dirigenten HaFaBra volgen verplicht bijvak orkestinstrument. Alle dirigenten volgen drie jaar pianoles. Het bijvak Gregoriaans wordt in het tweede studiejaar gegeven. Alle dirigenten nemen zoveel mogelijk deel aan de projecten van de collega’s in de andere disciplines, zodat de studietijd en de beschikbaarheid van docen-ten optimaal worden benut.

Contractstudie directieStudenten die al een bacheloropleiding hebben afgerond kunnen in de vorm van een contract-studie deelnemen in het curriculum. Hiertoe kunnen met het hoofd van de afdeling concrete afspraken worden gemaakt.

Nationale Master OrkestdirectieDe opleiding Nationale Master Orkestdirectie (NMO) heeft tot doel om orkestdirigenten met een voltooide bachelor op te leiden tot het hoge niveau dat vereist is om een professioneel sym-fonieorkest adequaat en artistiek verantwoord te kunnen leiden. Bovendien beoogt dit initiatief een brug te slaan tussen de opleiding en het werkveld, ook met het oog op de verdere op-bouw van het eigen professionele netwerk van de op te leiden dirigenten. Tenslotte leidt het tot een verrijking van het educatieve aanbod van de betrokken orkesten.

De master omvat een studie van twee jaar aan de twee conservatoria, Koninklijk Conser- vatorium Den Haag en Conservatorium van Amsterdam. Onder leiding van Jac van Steen,

Page 53: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium
Page 54: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

100 101

IV. The Early Music and Historical Performance departmentFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the depart-ment of Early Music and Historical Performance can be found at www.koncon.nl/en/earlymusic

Head of departmentJohannes [email protected]+31 70 - 31 51 408Room: M104An appointment must be made by e-mail.

Coordinator education and Project ManagerBrigitte [email protected]+31 70 - 31 51 521Room: Production office (first floor foyer)

General informationFor decades the Early Music department has enjoyed a worldwide reputation as one of the largest, and most important educational institutions of its kind. Vocal and instrumental music from the Middle Ages and Renaissance up to and including the Early Romantic period is taught in a specialist historical manner by a team of musicians who are all international authorities in their discipline. Every lessonfocuses on research into and application of the-ory and historical performance practice. During the bachelor’s phase students are encouraged to conduct their own research.

As well as lessons in the principal subject and ensemble playing from their own teachers, students spend a large part of their time on practical learning in the form of projects, rang-ing from chamber music to opera, symphonies and oratorios. These projects are directed by teachers from the department with consider-able experience in the relevant repertoire or by prominent guest conductors. Students also have plenty of opportunity to initiate their own

IV. De afdeling Oude Muziek en Historische UitvoeringspraktijkenMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Oude Muziek en Historische Uitvoe-ringspraktijk kan gevonden worden op www.koncon.nl/oudemuziek

Hoofd afdelingJohannes [email protected]+31 70 - 31 51 408Kamer: M104Een afspraak dient te worden gemaakt per e-mail.

Coördinator educatie en projectleiderBrigitte [email protected]+31 70 - 31 51 521Kamer: Productiebureau (eerste etage foyer)

Algemene informatieDe afdeling Oude Muziek staat al enkele decennia wereldwijd bekend als één van de grootste en belangrijkste opleidingsinstituten in zijn soort. Muziek vanaf de Middeleeuwen en Renaissance tot en met de Vroeg-Romantiek wordt vocaal en instrumentaal op historisch gespecialiseerde wijze onderwezen door musici die ieder voor zich internationaal als autoriteit op hun vakgebied worden beschouwd. Onder-zoek en toepassing van theorie en historische uitvoeringspraktijk staan in alle lessen centraal. In de loop van de bachelorfase wordt het zelf-standig uitvoeren van onderzoek gestimuleerd.

Naast de hoofdvak- en ensemblelessen door de eigen docent, bestaat een groot deel van het onderwijs uit een praktijkgerichte benadering in de vorm van projecten, die variëren van ka-mermuziek tot opera, symfonieën en oratoria. Deze projecten worden geleid door docenten uit de afdeling die veel ervaring hebben met het betreffende repertoire of door gastdirigenten van naam en faam. Ook is er ruimte voor vele door studenten zelf geïnitieerde projecten die soms uitmonden in een langdurige samenwer-king tussen een aantal van hen. Vrijwel alle pro-

projects, some of which lead to lasting collabo-rations between students. Almost every project ends with one or more concerts held at various locations outside the institute in association with concert organisers.

At the beginning of the programme the empha-sis in the curriculum is on basso continuo and polyphony to ensure that the pillars of baroque music become a generally understood language in their historical context, both in theoretical and practical terms. Later in the programme there is scope to widen the perspective with subjects such as rhetoric, ornamentation, dimi-nution, style-related improvisation and baroque dance.

Because of the size of the department and the enormous range of nationalities represented in the student body, there is close contact with developments in the field of Early Music elsewhere in the world, which allows the department to keep to date with the very latest trends. Through its close collaborations with other departments, such as Composition and Jazz, the department of Early Music in The Hague is also noted for its creativity. Further information about the Early Music Vocal Studiescourse can be found in the chapter on the Vocal Studies department.

List of principal subjectsThe following instruments are taught as a prin-cipal subject in the Early Music department:• vocals• violin• viola• violoncello• viola da gamba• violone• recorder• traverso• oboe• historical clarinet• bassoon• natural horn• trumpet/natural trumpet• baroque trombone• percussion• historical harp• cembalo• fortepiano• lute, theorbe and baroque guitar• organ• church music

jecten eindigen met één of meerdere concerten op diverse locaties buiten de school, welke in samenwerking met concertorganisatoren tot stand komen.

Het bachelorcurriculum legt aan het begin van de studie een accent op basso continuo en po-lyfonie om de pijlers van de barokmuziek zowel theoretisch als praktisch tot een algemeen en in historische context begrepen taal te maken. In een latere fase van de studie is er ruimte voor een uitbreiding invalshoeken door vakken als retorica, ornamentatie, diminutie en stijl gebonden improvisatie en barokdans.

Door de grootte van de afdeling en de enorme diversiteit aan nationaliteiten is er een sterk contact met de ontwikkelingen in de Oude Muziek wereldwijd, wat de afdeling een hoog actualiteitsgehalte verleent. Door intensieve contacten met andere afdelingen, zoals Com-positie of Jazz heeft de afdeling Oude Muziek in Den Haag bovendien een sterk creatieve signatuur. Nadere informatie over de opleiding Oude Muziek Zang kan worden gevonden in het hoofdstuk over de afdeling Zang.

Overzicht hoofdvakkenBinnen de afdeling Oude Muziek bestaan de volgende hoofdvakken:• zang• viool• altviool• cello• viola da gamba• violone• blokfluit• traverso• hobo• historische klarinet• fagot• natuurhoorn• trompet/natuurtrompet• baroktrombone• slagwerk• historische harp• klavecimbel• fortepiano• luit, theorbe en barokgitaar• orgel• kerkmuziek

Page 55: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

102 103

V. De afdeling JazzMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Jazz kan gevonden worden op www.koncon.nl/jazz

Hoofd afdelingWouter [email protected]+31 70 - 31 51 400Kamer: M114Aanwezig: dinsdag-, woensdag- en vrijdagmid-dag van 14.00 – 16.00 uur, Maandag en donder-dagmiddag meestal van 14.00 – 16.00 uur. Een persoonlijke afspraak kan worden gemaakt per e-mail.

ProjectleiderMarloes [email protected]+31 70 - 31 51 495Kamer: Productiebureau (eerste etage foyer)

Algemene informatieJazz is een levende kunstvorm die zich in de 20ste eeuw wereldwijd heeft ontwikkeld. De afdeling Jazz van het Koninklijk Conservatorium leidt de student op tot een professioneel musi-cus die op een hoog niveau in de internationale jazzwereld kan functioneren. Afgestudeerden vinden naast werk als jazzmusicus ook werk in vele andere muzikale en kunstzinnige genres. Alle docenten zijn uitvoerende musici die mid-den in de internationale beroepsuitoefening staan. Het grootste deel van de studenten komt uit het buitenland, uit alle delen van Europa, maar ook uit Amerika en het verre Oosten. Devoertaal binnen de afdeling is Nederlands. Alle groepslessen worden in het Engels gegeven.

Behalve door de vaste docenten worden ook lessen en workshops gegeven door regelma-tig terugkerende gastdocenten zoals Gerard Presencer en David Liebman. Grootheden zoals Pat Metheny, Michael Brecker, Maria Schneider, Dizzy Gillespie en Branford Marsalis zijn gastdo-cent geweest.

Uitwisselingen met andere topinstituten in het buitenland vinden met regelmaat plaats. De vele combo’s en ensembles van de afdeling Jazz spelen met zeer grote regelmaat op de Neder-

The bachelor’s programme in jazz covers four domains. The principal subject domain cov-ers the lessons and subjects directly related to musicianship: the lessons in the principal instrument and classes in classical music, the Big Band, the combo, the rhythm section and the jazz choir. The theory subjects are music theory, harmony at the piano, solfège, rhythm, jazz history, the relationship between classical music and jazz, and arranging. In the profes-sional preparation domain students are taught specific aspects that will help them later as professional jazz musicians. Students can fol-low the mandatory educational subjects and the subjects in the education minor to earn a certificate of teaching competence.

An interesting innovation is the introduction of a new curriculum for the master’s programme in Jazz, known as JAM: Jazz – Audience – Media. In this course, jazz students will participate in a number of modules offered by the Music Master for New Audiences and Innovative Practice and then complete their master’s course by organis-ing a tour or a series of concerts under the super-vision of a career development coach (CDO).

List of principal subjectsThe following instruments are taught as a prin-cipal subject in the jazz department:• vocals• trumpet• trombone• saxophone• flute• clarinet• vibraphone• guitar• bass guitar• piano• double bass• drums• additional: accordion, violin etc.

V. The Jazz departmentFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Jazz department can be found at www.koncon.nl/en/jazz

Head of departmentWouter [email protected]+31 70 - 31 51 400Room: M114Visiting hours: Tuesday, Wednesday, Friday from 2 p.m. to 4 p.m.Monday and Thursday, usually from 2 p.m. to 4 p.m. A personal appointment can be made by e-mail.

Project managerMarloes [email protected]+31 70 - 31 51 495Room: Production Office (first floor foyer)

General informationJazz is a living art form that has evolved world-wide in the 20th century. The Jazz department of the Royal Conservatoire trains students to become professional musicians in the highest ranks of the international jazz world. Besides working as jazz musicians, graduates also work in many other musical and artistic genres. All of the teachers of the Jazz department perform regularly in the international jazz world. The majority of the students are from abroad, including every corner of Europe, America and the Far East. All lessons are in English.

Besides the permanent teachers, lessons and workshops are also given by regular guest lec-turers such as David Liebman. Jazz giants like Pat Metheny, Michael Brecker, Maria Schneider, Dizzy Gillespie and Branford Marsalis have been guest lecturers in the past.

Regular exchanges take place with other leading institutes abroad. Many of the combos and en-sembles formed in the Jazz department perform very regularly at Dutch venues. The Royal Con-servatoire’s Big Band has appeared many times at the North Sea Jazz Festival and abroad. Students from the department are frequent prize winners at national and international competitions.

landse podia. De Big Band van het Koninklijk Conservatorium heeft al vele keren tijdens het North Sea Jazz Festival en in het buitenland opgetreden. De studenten die aan binnen- en buitenlandse concoursen deelnemen behoren vaak tot de prijswinnaars.

De opleiding Jazz bestaat in de bachelor uit een viertal domeinen. Binnen het domein hoofdvak vallen de lessen en vakken die direct te maken hebben met het musiceren: de hoofdvakles, het bijvak klassiek, de Big Band, het combo, de ritmesectieklassen en het jazzkoor. Het domein theorie omvat onder andere de vakken muziektheorie, harmonie aan de piano, solfège-practicum, ritmepracticum, jazzgeschiedenis, de relatie klassieke muziek met jazz, en arran-geren. In het domein beroepsvoorbereiding zijn de vakken ondergebracht die de student onder andere op de specifieke aspecten van de be-roepsuitoefening als jazzmusicus voorbereiden. Door het volgen van de verplichte educatieve vakken en de vakken in de Minor Educatie kun-nen studenten een certificaat behalen.

Een interessante vernieuwing is de invoering van een nieuw curriculum voor de masterop-leiding Jazz, ‘JAM: Jazz – Audience – Media’ ge-naamd. In deze opleiding zullen jazzstudenten deelnemen aan een aantal modules die worden aangeboden door de Music Master for New Au-diences and Innovative Practice en vervolgens onder begeleiding van een ‘career development coach’ (CDO) zullen werken aan de organisatie van een eigen tournee of concertserie ter afslui-ting van hun masterstudie.

Overzicht hoofdvakkenBinnen de afdeling Jazz bestaan de volgende hoofdvakken:• zang• trompet• trombone• saxofoon• fluit• klarinet• vibrafoon• gitaar• basgitaar• piano• contrabas• drums• overig: accordeon, viool etc.

Page 56: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

104 105

VI. De afdeling Theorie der MuziekMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Theorie der Muziek kan gevonden worden op www.koncon.nl/theorie

Hoofd afdelingSuzanne [email protected]+31 70 - 31 51 480Kamer: M114Een afspraak dient te worden gemaakt per e-mail.

Algemene informatieDe muziektheoretische vakken dragen bij aan de ontwikkeling tot professioneel musicus door de intensieve training van muzikale vaardigheden, ook wel genoemd ‘musicianship skills’.

De studie in muziektheorie is er op verschil-lende niveaus:• als onderdeel van de hoofdvakstudie voor

alle studierichtingen, ook in de School voor Jong Talent en voor de Practicum Musicae studenten;

• als hoofdvak: de studie Theorie der Muziek.

Muziektheoretische vakken zijn een onderdeel van elke studierichting in de eerste drie jaar van de bacheloropleiding. Per studierichting kan de inhoud van de lessen verschillen. Voor de richting Klassiek Zang, Jazz, Compositie, Docent Muziek, Oude Muziek, Sonologie, Art of Sound en de School voor Jong Talent zijn er vakgerichte theorieprogramma’s.

Studie Theorie der MuziekDe studie Theorie der Muziek (bachelor + master) leidt op voor het beroep van docent theoretische vakken aan een instelling voor muziekvakonderwijs of een universiteit. De studie omvat onder meer de vakken contrapunt, analyse, harmonie, homofone zetting, solfège, partituurspel, geschiedenis van de muziektheorie. De nadruk ligt op het analyseren van werken uit alle stijlperioden, het verwerven van een grondige vaardigheid in solfège en ge-hoortraining, in het schrijven van modaal en tonaal contrapunt, en het ontwikkelen van een diepgaand inzicht in harmonie, zowel door oefening in schrif-telijke opgaven als door harmonie aan de piano.

VII. The Composition departmentFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Compo-sition department can be found at www.koncon.nl/en/composition

Head of departmentMartijn [email protected] appointment must be made by e-mail.

Coordinator of education and project managerErika [email protected]+31 70 - 31 51 520Room: Production Office (first floor foyer)

General informationThe Composition department of the Royal Conservatoire is a lively department in which the emphasis is on the practice of composing and everything associated with it. Considerable emphasis is given to working with performing musicians and performance of the students’ work.

Students of the Composition department do not learn to compose in a particular style. It is an open department in which the teachers respond to the individual qualities of the stu-dent. The Composition programme is aimed at developing compositional creativity, versatility and research and helping the student to find a personal identity as a composer. Besides learn-ing and developing practical skills in notation, composition techniques, conceptual thinking, and how to sketch, flesh out and complete mu-sical ideas, students also learn instrumentation for every conceivable vocal and instrumentalsetting, large or small, and how to produce pro-fessional scores (and any accompanying parts) in different formats.

The core of the programme consists of indi-vidual lessons in composition study. Students always work with two principal study lecturers (team teaching). During the study students can also work with other teachers to broaden their horizons.

VI. The Theory of Music departmentFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Theory of Music department can be found at www.koncon.nl/en/theory

Head of departmentSuzanne [email protected]+31 70 - 31 51 480Room: M114An appointment must be made by e-mail.

General informationThe subjects taught in music theory contribute to a student’s development as a professional musician through the intensive training of musi-cianship skills.

Courses in music theory are given at different levels:• as part of the principal study for all courses,

as well as in the School for Young Talent and for the Practicum Musicae students;

• as a principal study: the Music Theory pro-gramme.

Music theory is studied in the first three years of every programme of all bachelor’s pro-grammes. The subjects taught differ somewhat for each programme. The Classical Music, Vocal Studies, Jazz, Composition, Music Education, Early Music, Sonology, Art of Sound and the School for Young Talent all have tailored pro-grammes.

Theory of Music programmeThe Theory of Music programme (bachelor + master) trains students for the profession of teacher of theory at an institution for music education or a university. The subjects taught include counterpoint, analysis, harmony, homo-phonic setting, solfège, playing from scores and history of music theory. The emphasis is on analysing works from all stylistic periods, acquiring a thorough grounding in solfège and in writing modal and tonal counterpoint, and de-veloping a deep insight into harmony, throughwritten assignments and by practising harmony at the piano.

VII. De afdeling CompositieMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Compositie kan gevonden worden op www.koncon.nl/compositie

Hoofd afdelingMartijn [email protected] afspraak dient te worden gemaakt per e-mail.

Coördinator onderwijs en projectleiderErika [email protected]+31 70 - 31 51 520Kamer: Productiebureau (eerste etage foyer)

Algemene informatieDe afdeling Compositie van het Koninklijk Con-servatorium is een levendige afdeling, waarin de nadruk ligt op de praktijk van het compo-neren en alles wat daarmee te maken heeft. Tevens wordt er veel aandacht besteed aan de samenwerking met uitvoerende musici en de uitvoering van eigen werk.

Op de afdeling Compositie leer je niet com-poneren in een bepaalde stijl. Het is een open afdeling waarbij de docenten uitgaan van de individuele kwaliteiten van de student. De op-leiding Compositie is gericht op de ontwikkeling van compositorische creativiteit, veelzijdigheid, research en het vinden van een eigen identiteit als componist. Naast het aanleren en ontwik-kelen van praktische vaardigheden in notatie, compositietechnieken, conceptueel denken, het schetsen, uitwerken en afronden van muzikale ideeën, gaat het verder om het leren instru-menteren voor alle denkbare grote en kleinere vocale en instrumentale bezettingen en het kunnen vervaardigen van professionele partitu-ren in (met eventueel bijbehorende partijen) in diverse verschijningsvormen.

De kern van het onderwijs bestaat uit individu-ele compositielessen. De student werkt steeds met twee hoofdvakdocenten (team teaching). Gedurende de opleiding is het overigens moge-lijk om met meerdere docenten te werken om de horizon te verbreden.

Page 57: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

106 107

Messiaen, Steve Reich, György Ligeti, György Kurtág, Heiner Goebbels and Kaija Saariaho have been guests in The Hague. The depart-ment also organises its own smaller festivals and workshops with featured guest composers/ musicians, who then spend a few days working with the students. They have included Sylvano Busotti, Frederic Rzewski, Robert Ashley, Ari Shapira, Alvin Curran, Butch Morris, RichardRijnvos and Christian Wolff.

The Composition department has an outstand-ing electronic studio (the Karlheinz Stockhausen studio) in which, in addition to rare analogue equipment, there is also digital equipment with the latest software.

The contact between teachers and students is intensive. A Studium Generale is organized every week, at which the students learn to pre-sent themselves and their work. Guests are of-ten invited or teachers can present their work. The Composition department is an international department, courses are taught in English. The students are expected to be highly active and show a great deal of commitment, and not just in producing scores. An important component of the course is the production and program-ming of concerts, when the students are also expected to find musicians and venues, arrange publicity and put together ensembles, and not least personally play or be otherwiseinvolved in the performance of their own or each other’s work.

ProjectsBecause of the many projects that are organ-ized in association with numerous prominent ensembles, orchestras, soloists, workshops and venues (including Asko|Schönberg, Nieuw Ensemble, Ereprijs, Rosa Ensemble, MAZE, Slagwerk Den Haag, Klang, Modelo 62, Holland Festival, Gaudeamus Muziekweek, Orgelpark, the Nutshuis and Korzo Theater) every year, the students have plenty of opportunities to gain experience in the professional sector and to establish important contacts for the future. The department organises concerts both inside and outside the institute.

The most important event is the annual Spring Festival, a four-day festival organised by the Composition department at which teachers and students present themselves, the intention be-ing that the work of every student is represent-ed. A series of afternoon and evening concerts presents a parade of musical theatre, chamber music, improvisation, ensemble compositions and every conceivable form of electronics and integrated new technology. A regular per-former at this festival is the department’s own Ensemble Royaal, which performs mainly new compositions by students.

The Royal Conservatoire regularly organises a major festival devoted to an important contem-porary composer. In recent years John Cage, Karlheinz Stockhausen, Mauricio Kagel, Olivier

De afdeling Compositie beschikt over een bijzondere elektronische studio (de Karlheinz Stockhausen studio) waarin, behalve zeldzame analoge apparatuur, ook digitale apparatuur aanwezig is, uitgerust met de nieuwste pro-grammatuur.

Het contact tussen docenten en studenten is intensief. Wekelijks wordt een Studium Gene-rale georganiseerd. Hier leren de studenten zichzelf en hun werk te presenteren. Vaak worden ook gasten uitgenodigd of presenteren docenten hun werk. De afdeling Compositie is internationaal, de voertaal Engels. Er wordt een grote activiteit en betrokkenheid verwacht van de student die niet ophoudt bij het maken van een partituur. Het produceren en program-meren van concerten, het zoeken naar musici en locaties, verzorgen van publiciteit en het samenstellen van ensembles, en niet in de laatste plaats ook het zelf spelen of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van eigen of elkaars werk, maken een belangrijk deel uit van het curriculum.

ProjectenDoor het grote aantal projecten dat geor-ganiseerd wordt in samenwerking met tal van vooraanstaande ensembles, orkesten, solisten, werkplaatsen en podia (zoals het Asko|Schönberg, Nieuw Ensemble, Ereprijs, Rosa Ensemble, Klang, Modelo 62, Slagwerk Den Haag, Holland Festival, Gaudeamus muzie-kweek, Orgelpark, het Nutshuis en het Korzo Theater) krijgen de studenten jaarlijks ruim de kans om ervaringen op te doen binnen de professionele sector en belangrijke contacten te leggen voor hun toekomst. Vanuit de afdeling worden zowel binnen als buiten het instituut concerten georganiseerd.

De belangrijkste gebeurtenis is het jaarlijkse Spring Festival. Een vier dagen durend festival door de afdeling Compositie waarin docenten en studenten zich presenteren en er naar gestreefd wordt dat iedere student met eigen werk is vertegenwoordigd. Tijdens middag- en avondconcerten trekt een parade voorbij van muziektheater, kamermuziek, improvisatie, ensemblecomposities en alle mogelijke vormen van elektronica en geïntegreerde nieuwe tech-niek. Vaste bespeler van dit festival is het vanuitde afdeling opgerichte Ensemble Royaal dat zich toelegt op composities van studenten. Het brengt ieder seizoen meerdere studentenwer-ken in première.

Regelmatig wordt op het Koninklijk Conservato-rium een groot schoolbreed festival gewijd aan een belangrijke hedendaagse componist. De afgelopen jaren waren bijvoorbeeld John Cage, Karlheinz Stockhausen, Mauricio Kagel, Olivier Messiaen, Steve Reich, György Ligeti, György Kurtág, Heiner Goebbels en Kaija Saariaho te gast in Den Haag. De afdeling organiseert zelf ook kleinere festivals en workshops met centrale gastcomponisten/- musici die dan gedurende een aantal dagen met de studenten werken zoals bijvoorbeeld Sylvano Busotti, Frederic Rzewski, Robert Ashley, Ari Shapira, Alvin Curran, Butch Morris, Richard Rijnvos en Christian Wolff.

Page 58: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

109

Page 59: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

110 111

Philips Physics Laboratory. This was the first studio for electronic music in the Netherlands. In 1960, the studio was transferred to the University of Utrecht, where it continued under the name Studio for Electronic Music (STEM). In 1964, Gottfried Michael Koenig became artistic director of STEM. He transformed STEM into a centre of production, education and research for electronic and computer music, which wasrenamed the Institute for Sonology in 1967 and subsequently achieved world renown. In 1986, the Institute for Sonology moved to the Royal Conservatoire in The Hague.

The Institute for Sonology currently offers four courses:• The Bachelor in Sonology• The Master in Sonology• The two-year master’s course Instruments &

Interfaces in collaboration with STEIM• The one-year course in Sonology

The Bachelor in SonologyThe curriculum for the Bachelor in Sonology is assessed in the light of the current role that electronic music plays in society. It is important to note that the genre of electronic music to which Sonology is devoted is not a predomi-nantly commercial genre, and that the word ‘society’ in fact refers more to the ‘underground scene’ than the ‘market’. Although the tradi-tional areas of attention of Sonology, i.e.production of autonomous electronic music, algorithmic composition, live electronic music and research into the properties of sound and musical structures are still heavily represented, it was felt necessary to devote attention to oth-er art disciplines where (electronic) sound plays a role. These include visual art (sound installa-tions) and architecture. Music theory as taught elsewhere in the conservatoire has not been part of the bachelor’s curriculum for Sonology for some time. However, because communica-tion with ‘ordinary’ musicians is very important for the professional prospects of the Sonology graduate, special music theory lessons are now given for them. The Sonology students also fol-low lessons in music history.

In contrast to most principal studies at the conservatoire, the principal study in Sonology consists of a range of subjects that are taught mainly in a classical fashion. The principal study consists of mandatory and elective elements. The concert performances for the final exam in Sonology are given during a three-day mini festival. In addition, students taking their final

VIII. The Institute of SonologyFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Sonology department can be found at www.koncon.nl/en/sonology

Head of departmentKees [email protected]+31 70 - 3151 466Room: SON 0.11An appointment must be made by e-mail.

Characteristics of the Sonology studentOn the basis of national and international standards together with years of experience and insight in the field of music education the professional profile of the sonologist in the Bachelor of Music course is defined as follows:

The sonologist specialises in one or more of the following terrains: composition of electronic music, live (improvised) elec-tronic music, algorithmic composition, digital sound analysis and synthesis,sound installations, field recording, the writing of computer programmes for mu-sical applications or the theory of elec-tronic music. They also have knowledge of the role of electronics and technologyin other fields. They may develop as au-tonomous artists or work for composers, performers or artists in other disciplines for which electronic music plays a role, such as sound installations, experimentalfilm, architecture and music theatre. They master techniques and acquire knowl-edge within a musical historical context, focusing on the practical and theoretical points of departure of the Dutch, German,French and American pioneers in the field of electronic music. Sonologists have knowledge and skills in the field of programming, in the physical aspects of sound, sound technology, perception and electronics.

General descriptionIn 1956 a studio for electronic music was opened in the acoustics department of the

VIII. Het Instituut voor SonologieMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Sonologie kan gevonden worden op www.koncon.nl/sonologie

Hoofd afdelingKees [email protected]+31 70 - 31 51 466Kamer: SON 0.11Een afspraak dient te worden gemaakt per e-mail.

Karakteristiek van de sonologiestudentOp basis van (inter)nationaal geldende normen en aangevuld met een jarenlange ervaring en visie op het gebied van muziekonderwijs, is het beroepsprofiel van de sonoloog binnen de bacheloropleiding Muziek als volgt gedefinieerd:

De Sonoloog specialiseert zich op één of meerdere van de volgende terreinen: compositie van elektronische muziek, live (geïmproviseerde) elektronische mu-ziek, algoritmische compositie, digitale klankanalyse en –synthese, klankinstal-laties, field recording, het schrijven van computerprogramma’s voor muzikale toepassingen of theorie van elektroni-sche muziek. Hij heeft tevens kennis van de rol die elektronica en technologie op de overige gebieden speelt. Hij kan zich ontwikkelen als autonoom kunstenaar of zich dienstbaar opstellen ten behoeve van componisten, uitvoerende musici of kunstenaars uit andere disciplines waar-bij elektronische muziek een rol speelt, zoals klankinstallaties, experimentele film, architectuur en muziektheater. Hij maakt zich technieken en kennis eigen binnen een muzikaal-historische context, waarbij met name wordt gekeken naarde praktische en theoretische uitgangs-punten van de Nederlandse, Duitse, Franse en Amerikaanse pioniers op het gebied van de elektronische muziek. Op het technische vlak heeft hij kennis en vaardigheden op het gebied van program-meren, fysische aspecten van geluid, geluidstechniek, perceptie en elektronica.

Algemene beschrijvingIn 1956 werd op de akoestische afdeling van het Philips Natuurkundig Laboratorium een studio voor elektronische muziek geopend. Dit was feitelijk de eerste studio voor elektronische muziek in Nederland. In 1960 werd deze studio overgedragen aan de Rijksuniversiteit Utrecht, waar het voort bestond onder de naam STEM (Studio voor Elektronische Muziek). In 1964 kwam STEM onder de artistieke leiding van Gottfried Michael Koenig. Die maakte van STEM een productie-, onderwijs- en onderzoekscen-trum van elektronische en computermuziek dat in 1967 de naam Instituut voor Sonologie kreeg en wereldberoemd zou worden. In 1986 werd het Instituut voor Sonologie onderdeel van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Het Instituut voor Sonologie kent momenteel vier opleidingen:• De bacheloropleiding Sonologie• De masteropleiding Sonologie• De tweejarige master Instruments & Interfa-

ces in samenwerking met STEIM• De eenjarige Cursus Sonologie

De Bacheloropleiding SonologieHet curriculum van de bachelor Sonologie is getoetst aan de huidige rol die elektroni-sche muziek speelt in de samenleving. Het is belangrijk daarbij op te merken dat het genre van elektronische muziek waar Sonologie aandacht aan besteedt niet in de eerste plaats een commercieel genre is, en dat bij het woord samenleving dus eerder de ‘experimentele muziekpraktijk’ wordt bedoeld dan de ‘com-merciële markt’. Alhoewel de traditionele aandachtsgebieden van Sonologie, te weten productie van autonome elektronische muziek, algoritmische compositie, live elektronische muziek en onderzoek naar klankeigenschappen en muzikale structuren nog sterk vertegen-woordigd zijn, werd het noodzakelijk geacht om ook aan andere kunstdisciplines waarbij (elektronische) klank een rol speelt aandacht te gaan besteden. Denk daarbij bij voorbeeld aan beeldende kunst (klankinstallaties) en architec-tuur. Muziektheorie zoals dat op de rest van het conservatorium wordt gegeven maakte al lange tijd geen onderdeel meer uit van het bachelor-curriculum van Sonologie. Omdat echter de communicatie met ‘gewone’ musici van groot belang kan zijn voor de beroepskansen van de afgestudeerde Sonoloog, worden daarvoor nu speciale muziektheorielessen gegeven. Ook volgen de Sonologiestudenten lessen muziek-geschiedenis.

Page 60: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

112 113

the realisation of individual projects and is open to collaborative projects wherein both technical and performative aspects are shared with additional partner researchers. The well-equipped studios of Sonology and STEIM, along with a dedicated professional team, will provide students the possibility to develop, realise and document their work to the fullest extent. Fur-thermore, both institutes offer numerous public performance opportunities, making it possible to test out in practice the tools and implements developed in the course of the research.

The one-year course in SonologyThere is no examination in the one-year course in Sonology. Students therefore do not receive a diploma but are given a certificate stating which subjects they have followed.

exam in Sonology write a thesis in their fourth year and have a 45-minute interview with the examining committee, during which they discuss their concert presentation and defend their thesis.

The Master in SonologyThe Master in Sonology attracts many students from abroad and is not principally regarded as an extension of the Conservatoire’s own Bachelor of Sonology. There is a strong em-phasis on the student’s own work in the form of composition and research as set out in a study plan. During the fortnightly Master Circle meetings students give presentations and hold discussions under the guidance of four or five teachers. Guests and alumni are also invited to Master Circle meetings. During the course a master’s student gives two colloquia, twice gives a presentation to the Master Circle and works on a thesis.

Since the academic year 2014-2015, master’s students have had the option of registering for a joint master’s programme in association with the Technical University Berlin. The curriculum for this programme involves one year of study-ing at the Royal Conservatoire and one year at the Technical University Berlin.

The two-year master in Instruments & Interfaces in collaboration with STEIMThis two-year master’s programme Instru-ments & Interfaces is a collaboration between the Institute of Sonology and STEIM (Studio for Electro- Instrumental Music), a world-famous laboratory for practice-oriented research into instruments and interfaces for the live per-formance of electronic music. Both institutes have already collaborated for decades on the development of software and hardware that interfaces between performers and electronic instruments. The term ‘interface’ applies here to the context of live electronic music, but also to other forms of artistic activity which depend on interaction between technologies and the users, for example installations, studios for electronic music production, software for spatial sound projection etc.

Given the prominence that these issues have acquired in the contemporary arts, of the utmost importance that both the technical aspects as well as the historical background are incorporated into this educational context. This master’s programme will be oriented towards

de context van live elektronische muziek, maar ook van andere kunstuitingen waarbij sprake is van een interactie tussen apparatuur en de ge-bruiker, zoals bij museale opstellingen, studio’s voor de productie van elektronische muziek, software voor ruimtelijke weergave van geluid etc. Deze masteropleiding richt zich op de reali-satie van individuele projecten en biedt tevens mogelijkheden voor gezamenlijke projecten. De goed geoutilleerde studio’s van het Instituut voor Sonologie en STEIM bieden samen met een keur aan docenten de gedroomde omgeving om deze projecten professioneel te produceren en te registreren. Beide instituten bieden vele verbindingen met uitvoeringssituaties die het mogelijk maken de nieuw te ontwikkelen instru-menten en interfaces aan de beroepspraktijk te toetsen.

De eenjarige Cursus SonologieDe vakken van de eenjarige Cursus Sonologie worden niet getentamineerd. Studenten krijgen dan ook geen diploma maar een certificaat waarop staat welke lessen zijn gevolgd.

In tegenstelling tot de meeste hoofdvakstudies op het conservatorium is de hoofdvakstudie Sonologie opgebouwd uit een veelvoud aan vakken waarvan de meeste klassikaal worden gevolgd. De hoofdstudie bestaat uit verplichte onderdelen en uit vrije onderdelen. De concert-presentaties van de eindexamens Sonologie vinden plaats in de vorm van een driedaags minifestival. Daarnaast schrijven de eindexa-menstudenten Sonologie tijdens hun vierde stu-diejaar een scriptie en hebben zij een gesprek van 45 minuten met de eindexamencommissie. Gedurende dit gesprek worden de tijdens hetconcert gepresenteerde werken besproken en wordt daarnaast ook de scriptie verdedigd.

De Masteropleiding SonologieDe master Sonologie trekt veel studenten uit het buitenland en wordt niet in de eerste plaats gezien als een voortzetting van de eigen Sono-logie bachelor. Grote nadruk ligt op de eigen werkzaamheden van de student in de vorm van compositie en onderzoek zoals vastgelegd in een studieplan. Tijdens de tweewekelijkse Masters Circle vinden presentaties door stu-denten en discussies plaats onder leiding van vier tot vijf docenten. Ook worden er tijdens de Masters Circles gasten en alumni uitgenodigd. Gedurende de studie geeft een masterstudent twee maal een colloquium, twee maal een presentatie in de Masters Circle en werkt hij aan een scriptie.

Sinds het academische jaar 2014-2015, is het voor masterstudenten mogelijk een gezamen-lijke masteropleiding te volgen in samenwerking met de Technische Universiteit Berlijn. Stu-denten volgen in deze gezamenlijke master-opleiding een studieprogramma dat bestaat uit een aanbod van één jaar op het Koninklijk Conservatorium en één jaar op de Technische Universiteit Berlijn.

De tweejarige master Instruments & Interfaces in samenwerking met STEIMDe masteropleiding Instruments & Interfaces wordt aangeboden door het Instituut voor Sono-logie en STEIM (Studio voor Electro- Instrumen-tale Muziek), het wereldberoemde laboratorium voor praktijkgericht onderzoek naar instrumen-ten en interfaces voor live performance. Beide instituten werken al decennia samen aan de ontwikkeling van software en hardware die de communicatie verzorgt tussen spelers en elektronische muziekinstrumenten. Het begrip ‘interface‘ moet daarbij worden gezien binnen

Page 61: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

114 115

IX. Interfaculty ArtScienceFurther information about the teach-ers, the curriculum, course descrip-tions and exam timetables of the Interafaculty ArtScience can be found at www.interfaculty.nl.

Head of departmentEdwin van der HeideTaconis [email protected]@koncon.nlAn appointment must be made by e-mail.

Coordinator of educationLeonie [email protected] can be made through email

General informationThe ArtScience Interfaculty offers an interdis-ciplinary bachelor’s and master’s programme that fosters curiosity-driven research as an approach to the creation of art. The programme regards art and science as a continuum and promotes the development of new art forms and artistic languages. The ArtScience pro-gramme is offered fully in English.

Within a world in which technology and social developments intersect with traditional art forms (e.g. music, visual arts, cinema and thea-tre), within a world in which the ‘digital’ and the scientific are playing an increasingly prominent role in our perceptions of our society, envi-ronment and being, the ArtScience Interfac-ulty has chosen to focus on developing new artistic discourses and practices that transcend the traditional disciplines. We strongly believe that art should take an active part in shaping the world in which we live, and that it should regard the universe as a playground for unex-pected forms of expression. We are interested in asking creative and fundamental questions concerning contemporary knowledge, and we favour an experiential and experimental approach to answer them. As a truly interdis-ciplinary department, we do not focus on any single type of idiom, but try to combine them. ‘Visual’ idioms, as the production and significa-tion of objects and environments, are combined

with the ‘musical’ idioms of composition in time, performance, improvisation and collabo-ration. We love science, and we try to indulge in its findings, but we aim to use its knowledge to produce interpretations. We make art.

The ArtScience Interfaculty is an interdisci-plinary department situated between and embedded within both the Royal Conservatoire and the Royal Academy of Art. Classes include scientific and theoretical knowledge, sensory perception, interdisciplinary composition, hands-on production, performance training, col-laborative projects and critical thinking. We focus largely on individual coaching. ArtScience allows students to code and create never-before heard sounds and never-before seen images, to establish immersive environments, to design new forms of interaction with their audiences and explore media that have never before been used by artists. Most importantly, students are invited to re-invent art, as needed in this century.

About the studiesWith the exception of some introductory and theoretical courses, the ArtScience Interfaculty has an ‘open curriculum’. Within constraints, students navigate individually through the modules offered within the Interfaculty and its affiliated departments and institutions. At the Interfaculty, there are five forms of instruction: research projects, labs, individual coach-ing, theoretical courses and workshop-style courses. With the exception of the first-year bachelor’s courses and some theory courses, students always have a choice between several options. All students (after the first bachelor’s year) choose two coaches to guide them in their studies each year. Several courses are offered in combination with other departments from the Conservatoire or the Academy of Art.

ArtScience students are offered a general programme comprising theory, knowledge and skills in several disciplines as music and sound, visual arts, materials and performance, as well as critical thinking, programming and elec-tronics. A considerable part of the curriculum changes yearly in order to cover many different topics from the arts, the sciences and society — for instance bio-art, space science, location projects in Belgrade and Krakow, abstract cin-ema and lighting. Students are encouraged to find additional subjects at Leiden University or other institutes to personalise their studies.

The bachelor’s programme is four years, the master’s programme two years. All students finish their studies with a graduation project and a thesis. One to two months before gradu-ating, the students organise their own Preview Show.

To be admitted to the bachelor’s programme in ArtScience, applicants must demonstrate artistic talent, intellectual curiosity and affinity with many artistic disciplines. They are asked to show examples of earlier work and explain their motivation for studying at the ArtScience Interfaculty.

Participants in the master’s programme of the ArtScience Interfaculty are admitted on the ba-sis of a portfolio and a research proposal. They should possess a bachelor’s degree in media arts, music, visual arts, cinema, dance, theatre or other creative disciplines.

IX. Interfaculty ArtScience

Zie Engelse tekst hiernaast.

Page 62: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

116 117

Page 63: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

118 119

X. The Art of Sound departmentFurther information about the teach-ers, curriculum, course descriptions and exam timetables of the Art of Sound department can be found at www.koncon.nl/en/artofsound

Head of departmentPaul [email protected]+31 70 - 31 51 482Room: SON 0.13An appointment must be made by e-mail.

Characteristics of the Art of Sound studentOn the basis of national and international stand-ards together with years of experience and a vi-sion of music education the professional profile for the student of Art of Sound in the Bachelor of Music programme is defined as follows:

The analysis, recording, creation, producing and distribution of music are unthinkable without music technology. Specialists in the field of music technology make an immense contribution to artistic developments in music. The application of audio technol-ogy is not confined to music alone. It plays a major role in the arts, in the media and in education. As a researcher, the music technologist contributes in a broad sense to knowledge of and insight into music, to the opportunities of using these insights in producing, performing and composing mu-sic. As intermediaries, music technologists are the connecting link between the musical and the production and technology parts of a musical event. As performers and/or composer/arrangers, music technologists devote themselves to the advanced use of technology for musical productions and production processes.They work in the field of music and in traditional and new media including theatre and dance. The field of work features productions being mounted in constantly changing circumstances. Musi-cal technologists are required to continually adjust to developments within these fields and are able to avail themselves of the new opportunities that arise through their mutual influence on each other.

X. De afdeling Art of SoundMeer informatie over docenten, curri-culumoverzichten, vakbeschrijvingen en examenroosters van de afdeling Art of Sound kan gevonden worden op www.koncon.nl/artofsound

Hoofd afdelingPaul [email protected]+31 70 - 31 51 482Kamer: SON 0.13Een afspraak dient te worden gemaakt per e-mail.

Karakteristiek van de student Art of SoundOp basis van (inter)nationaal geldende normen en aangevuld met een jarenlange ervaring en visie op het gebied van muziekonderwijs, is het beroepsprofiel van de student Art of Sound binnen de bacheloropleiding Muziek als volgt gedefinieerd:

Muziektechnologie speelt een niet meer weg te denken rol bij de analyse, het vastleggen, het scheppen, het produ-ceren en verspreiden van muziek. Aan de artistieke ontwikkelingen in muziek wordt door specialisten op het gebied van muziektechnologie een grote bijdrage geleverd. De toepassing van audiotech-nologie beperkt zich niet tot muziek alleen, het speelt een grote rol in de kun-sten, in de media en in het onderwijs. Als onderzoeker draagt de muziektechnoloog bij aan de kennis van en inzicht in muziek in brede zin en aan de mogelijkheden deze inzichten toe te passen bij het produceren, uitvoeren en componeren van muziek. In zijn functie als interme-diair is de muziektechnoloog belast met de verbinding van het muzikale met het productioneel technologische deel van een muzikaal evenement. Als uitvoer-der en/of als componist-arrangeur legt de muziektechnoloog zich toe op het geavanceerde gebruik van technologie voor muzikale producties en productie-processen. Hij is werkzaam op het gebied van muziek en de oude en nieuwe media inclusief theater en dans. Het werkveld wordt gekenmerkt door de steeds wis-

selende omstandigheden waarbinnen producties worden gerealiseerd. De muziektechnoloog weet zich voortdurend aan te passen aan de ontwikkelingen binnen deze gebieden en weet gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden die ontstaan door de invloed die ze op elkaar hebben.

Algemene beschrijvingDe opleiding Art of Sound leidt studenten op voor beroepssectoren waar technologie wordt toegepast bij de uitvoeringspraktijk van muziek. Het studieprogramma is een voltijdse vierjarige bacheloropleiding die behoort tot de hogere beroepsopleiding muziek met het uitstroom-profiel Muziektechnologie. De student kan uit een aantal afstudeerrichtingen kiezen die in het kader van de bachelor/master structuur een internationale naam hebben gekregen:• Recording: het afstudeerprogramma dat zich

richt op de traditionele microfoonopname bij partituurgebonden en geïmproviseerde mu-ziek, bijvoorbeeld klassiek of jazz repertoire.

• Producing: het afstudeerprogramma dat zich richt op de productiemethoden bij minder partituurgebonden repertoire zoals dat in een muziekstudio gaandeweg vorm wordt ge-geven. Dit komt vooral voor bij popmuziek en muziek in relatie tot beeldende kunst, nieuwe media en internet toepassingen.

• Sound Reinforcement: het afstudeerpro-gramma dat zich richt op de uitvoering van geluidsversterking bij muziek en muziekthea-ter alsmede op het realiseren van het geluids-ontwerp voor theater en concertgeluid voor repertoire dat uiteenloopt van klassiek tot jazz en pop.

Gemeenschappelijk aan deze drie afstudeer-programma’s is dat er gebruik wordt gemaakt van de technologie als instrument om muziek hoorbaar te maken. Het kiezen van de juiste technologie en het op de juiste wijze inzet-ten en toepassen van deze technologie in een kunstzinnige omgeving op zodanige wijze dat de technologie voortvloeit uit en onderdeel is van die kunstzinnige omgeving, wordt beschouwd als de artistieke prestatie van de muziektech-noloog. Voor de praktische ondersteuning van het programma zijn faciliteiten beschikbaar voor onder andere het maken van microfoon-opnamen, het opnemen en nabewerken van multichannel audio, het produceren van CD’s enhet versterken van geluid bij concert en theater.

General descriptionThe Art of Sound programme trains students for professions where technology is applied in the performance of music. The programme is a full-time four-year Bachelor of Music programme with the graduation profile Music Technology. The student can chose from a number of gradu-ations profiles that have acquired an interna-tional reputation within the bachelor’s/master’s structure:• Recording: this graduation profile focuses on

traditional microphone recording of scored and improvised music, for example classic or jazz repertoire.

• Producing: this graduation profile focuses on production methods for less score-bound repertoire of the kind generally produced in a recording studio. This relates mainly to pop music and music for the visual arts, new media and internet applications.

• Sound Reinforcement: this graduation profile focuses on the producing sound reinforce-ment for live music and musical theatre productions and making sound designs for theatres and concerts for repertoire ranging from classical to jazz and pop.

A common feature of the three graduation pro-files is that they all involve the use of technol-ogy as an instrument to make music audible. Choosing the right technology and the right method of using and applying that technology in an artistic environment in such a way that the technology arises from and is part of that artistic environment is regarded as the artistic feat of the music technologist. Practical support of the programme is provided by facilities for producing microphone recordings, recording and editing multi-channel audio, producing CDs and reinforcing sound at concerts and in theatres, among others.

Programme structureThe programme has a propaedeutic phase that comprises a general programme of basic music education and a technological programme with introductory courses in the graduation profiles. The propaedeutic exam is followed by the main phase and the graduation phase in the chosen graduation profile. Factors in the choice of graduation profile, besides personal interest, are evidence of talent and skill in the chosen course.

Study projectsThroughout the programme students will work in groups on assignments involving recording,

Page 64: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

120 121

production and sound reinforcement for pro-jects organised by the various departments in the conservatoire and outside organisations, generally under the supervision of a teacher or guest lecturer. However, students can also be involved in projects without the supervision of a teacher or initiate their own projects. In that case, in consultation with the teacher of the student’s main subject the head of the depart-ment can assign the status of ‘Study project’ to the project. A specific number of credits will be allocated in advance to study projects. The student will only earn those credits when the project is completed and has been documented in writing, sound and image. The student has to include study projects in the portfolio. The purpose of these projects is to give students practical and hands-on experience with record-ing and sound reinforcement by learning profes-sional skills such as planning, working under pressure, teamwork and communication in the artistic community.

Inrichting van de opleidingHet opleidingstraject kent een propedeuse die bestaat uit een algemeen muzikaal vormend basisprogramma en een technologisch pro-gramma waarin de afstudeerrichtingen met inleidende vakken vertegenwoordigd zijn. Na het propedeutisch examen volgen respectieve-lijk de hoofdfase en de afstudeerfase in de te kiezen afstudeerrichting. Bij deze keuze speelt naast de persoonlijke belangstelling ook de gebleken aanleg en vaardigheid in de gekozen richting een rol.

StudieprojectenGedurende de hele studieperiode zullen op basis van muziekprojecten die door de verschil-lende afdelingen van het conservatorium en door organisaties buiten het conservatorium worden georganiseerd, opnameprojecten, productieprojecten en versterkingsprojecten uitgevoerd worden door studenten in groeps-verband, in de regel onder begeleiding van een docent of gastdocent. Studieprojecten kunnen echter ook zonder begeleiding van een docent worden uitgevoerd, dan wel worden geïnitieerd door de student. De status ‘Studieproject’ zal in dat geval aan het project worden toegekend door het hoofd van de afdeling in overleg met de betreffende hoofdvakdocent. Aan studiepro-jecten wordt een van tevoren bepaald aantal studiepunten toegekend, dat slechts toege-wezen wordt aan de student na voltooiing en documentatie van het project in schrift, geluid en beeld. Studieprojecten worden zichtbaar gemaakt in het portfolio van de student. Het doel van deze opnameprojecten en verster-kingsprojecten is het op praktische en zeer directe wijze voorbereiden op de beroepsprak-tijk door middel van het aanleren van productio-nele vaardigheden zoals het realiseren van een tijdsplanning, het werken onder tijdsdruk, het functioneren in teamverband en het communi-ceren in een kunstzinnige omgeving.

Page 65: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium
Page 66: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

124 125

XI. The Music Education departmentFurther information about the teach-ers, the curriculum, course descrip-tions and exam timetables of the Music Education department can be found at www.koncon.nl/en/mu-siceducation

Head of departmentAad de [email protected]+31 70 - 31 51 419Room: M202An appointment must be made by e-mail.

Music Teaching in Schools bachelor programmeWouter [email protected]+31 70 - 31 51 450Room: T001

Music Education Skills, Minor in Music Education and Ensemble CoachingJulia Stegeman (Music Education Skills and Minor in Music Education)[email protected] van den Bergen (Ensemble Coaching)[email protected]+31 70 - 31 51 421Room: M202

Music Teaching, Lateral EntryHuub de [email protected]+31 70 - 31 51 418Room: M202

Master in Music EducationAdri de [email protected]+31 70 - 31 51 450Room: T001

Music as a Subject (Muziek als Vak) and master’s specialisation Music education according to the Kodály conceptSuzanne [email protected]: M114

General informationAlmost all musicians teach music alongside their performance practice, giving lessons in their own instrument or the voice, but also teaching theory and music history to beginners and talented students, alone or in groups and ensembles. They might be teaching at a music school, in an ordinary school or in the educa-tional department of an orchestra, ensemble, concert hall, festival, radio or newspaper. There are people everywhere who want to learn about music. To prepare students properly for these situations, the Royal Conservatoire pro-vides a number of courses in music education:• The Music Teaching in Schools bachelor’s

programme• The Music Teaching Lateral Entry programme

for those who are already working in music education

• The Minor in Music Education• The Master in Music Education

The Music Teaching in Schools programmeThe Music Teaching in Schools programme is a four-year bachelor’s programme in the subjects Music and Cultural and Artistic Education. Graduates of the programme are qualified to teach at first-grade level, which means that they can teach in every form of education in the Netherlands.

On the basis of national and international stand-ards, together with years of experience and insight into the field of musical education, the professional profile of students in the Bachelor in Music Teaching programme is defined as follows:

Music Education students who have completed the bachelor’s study will have extensive (practi-cal and theoretical) musical and pedagogical skills as initial qualifications, enabling them to play an innovative role in the teaching world that is continually evolving. Students have a professional artistic attitude as musicians. The programme attaches great importance to this as the foundation on which teachers work. Being musicians, they continually set demands

XI. De afdeling MuziekeducatieMeer informatie over docenten, cur-riculumoverzichten, vakkenbeschrij-vingen en toetsing van de opleiding Docent Muziek kan worden gevonden op www.koncon.nl/muziekeducatie

Hoofd afdelingAad de [email protected]+31 70 - 31 51 419Kamer: M202Een afspraak dienen te worden gemaakt per e-mail.

Stafdocent opleiding Docent MuziekWouter [email protected]+31 70 - 31 51 450Kamer: T001

Stafdocenten Educatieve Vaardigheden, Minor muziekeducatie en ensembleleidingJulia Stegeman (Educatieve Vaardigheden en Minor muziekeducatie)[email protected] van den Bergen (ensembleleiding)[email protected]+31 70 - 31 51 421Kamer: M202

Stafdocent Docent Muziek Zij-instroomHuub de [email protected]+31 70 - 31 51 418Kamer: M202

Stafdocent Master MuziekeducatieAdri de [email protected]+31 70 - 31 51 450Kamer: T001

Coördinator Muziek als Vak en masterspecialisatie Muziekeducatie volgens het Kodály conceptSuzanne [email protected]+31 70 - 31 51 480Kamer: M114

Algemene informatieBijna elke musicus geeft, vaak naast een uitvoeringspraktijk, muziekles. Les op het eigen instrument of de stem, maar ook les in theorie of muziekgeschiedenis. Aan beginners en talen-ten, alleen of in groepen en ensembles. Dat kan op de muziekschool, een gewone school of in een educatieve dienst van een orkest, ensem-ble, concertzaal, festival, radio of krant. Overal zijn mensen die van alles over muziek willen leren. Om op deze situaties goed voorbereid te zijn, biedt het Koninklijk Conservatorium ook een aantal educatieve opleidingen:• De bacheloropleiding Docent Muziek• De opleiding Docent Muziek Zij-instroom• Het minorprogramma Muziekeducatie• De masteropleiding Muziekeducatie

De bacheloropleiding Docent MuziekDe Opleiding Docent Muziek is een vierjarige bacheloropleiding in de vakken Muziek en Cul-turele Kunstzinnige Vorming. De opleiding geeft een bevoegdheid om op eerstegraadsniveau les te geven. Dit betekent dat op alle soorten onderwijs in Nederland kan worden lesgegeven.

Op basis van (inter)nationaal geldende normen en aangevuld met een jarenlange ervaring en visie op het gebied van muziekonderwijs, is het beroepsprofiel van een student in de bachelo-ropleiding Docent Muziek als volgt gedefinieerd:

De startkwalificaties van de student ‘Docent Muziek’, na het voltooien van de bachelorop-leiding, zijn gericht op ruime (praktische en theoretische) muzikale en pedagogische vaar-digheden om het onderwijs, dat voortdurend in ontwikkeling is, vernieuwend tegemoet te treden. Daarnaast beschikt de student over een professionele artistieke mentaliteit als musicus. Binnen de opleiding wordt hier veel waarde aan gehecht, als zijnde de voedingsbodem van waaruit de docent werkt. Het stelt hem/haar in staat om voortdurend eisen te blijven stellen aan het eigen musicus zijn en leerlingen te wijzen op de kunstzinnige aspecten van het bestaan. Daarom worden hoge eisen gesteld aan de eigen muzikale ontwikkeling en wordt

Page 67: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

126 127

for themselves and can convey to pupils the artistic aspects of the musician’s life. Hence high standards are set of students’ own musical development and they are repeatedly chal-lenged to think about the essence of their task as future teachers of music. Students describe their own philosophy of their future profes-sional career in a Music Education Credo, both at the end of their first phase and at the end of the main phase of the study.

Radical changes were made in the course curriculum with effect from the 2010-2011 aca-demic year. The purpose of these changes is to provide more intensive training in musical and artistic skills for the future teachers of music. Students in the first year will be challenged even more to increase their passion for making music and to apply it in educational situations. Learning to study, learning to play and learning to present themselves are the cornerstones of the first year of the new course.

After the main phase a student will specialise in one of the four profiles:• Primary education• Secondary education 1 (lower school)• Secondary education 2 (upper school)• Extra-curricular music education

Students are given plenty of scope to shape their chosen profile (30 study points). The stu-dent concludes the course with three exam ele-ments: the internship final interview, the public final presentation, and the public recital. The subjects of the first two exam elements have a direct connection with the chosen profile.

From September 2015 it is possible for students with a bachelor’s diploma in Music, instrumen-tal/vocal, Composition or Sonology to follow a shortened training in Music Teaching. From the musicianship a connection is made to the peda-gogical and didactic subjects. After two year the student is equipped as a competent teacher for a career in music.

Music Teaching Lateral EntryThe aim of the Lateral Entry course is to allow unqualified music teachers to gain qualifica-tion: a possibility to obtain the Music Teaching (Docent Muziek, DM) diploma from within the practice. After having followed the Lateral Entry course DM these teachers will have the same abilities and qualifications as music teachers who have followed the regular four year DM course.

In order to enrol for the Lateral Entry course the candidate must:• give a minimum of two days a week teach-

ing in further education or two part-days in primary education.

• be in possession of a bachelor’s diploma.• have passed the assessment developed for

this purpose.

The elements covered during six assessment meetings are: lesson visit, historical portfolio, enrolment interview and tasks. For Lateral Entry candidates who do not have a diploma from a conservatory, the instrumental entry re-quirements are the same as for the regular DM course. Depending on the results of the assess-ment, the course takes a half year or two years. The course may not be of longer than two years duration. The assessment and course are paid for by the school at which the candidate isemployed.

Educational SkillsAll students are involved with learning pro-cesses, their own and that of others. During the subject Educational Skills the student is given insights into their own leaning and studying, and with this an image of the skills required to guide others in the learning of music. Students will also orientate themselves on the modern world of music education through broad practi-cal research.

Minor in Music EducationThe Royal Conservatoire also offers students the opportunity to follow a high-level Minor programme during their bachelor’s course. Almost every musician, including composers and sonologists, teaches their own instrument or gives singing lessons, often alongside their performance practice. This may involve giving private lessons, teaching at a music school or giving an occasional master class or coach-ing a band. The locations and circumstances change rapidly. The music teacher nowadays feels at home not only in the music school but as a member of the education department of an orchestra, a concert hall or a festival. He/she can be working in a local community centre just as easily as in a school classroom. Taking the Minor in Music Education is an extra effort that will certainly be rewarded in the future. Students who successfully complete the Minor in Music Education will receive a certificate.

de student telkens uitgedaagd na te denken over de essentie van zijn taak als toekomstig muziekdocent. De student beschrijft deze eigen visie op de toekomstige beroepsuitoefening in een ‘Muziekpedagogisch Credo’, zowel aan het eind van de propedeuse als aan het eind van de hoofdfase van de studie.

Met ingang van cursusjaar 2010-2011 is het cur-riculum van de opleiding ingrijpend hervormd. Deze hervormingen hebben tot doel om het muzikaal- artistiek vakmanschap van de toe-komstige docent muziek intensiever te trainen. Studenten in het eerstejaars zullen nog meer worden uitgedaagd om hun passie voor muziek te vergroten en straks in te zetten in educatieve situaties. Leren studeren, leren voorspelen en le-ren presenteren zijn belangrijke uitgangspunten van het basisjaar van de hernieuwde opleiding.

Na de hoofdfase specialiseert een student zich in een van de vier profielen:• Primair onderwijs• Voortgezet onderwijs 1 (onderbouw)• Voortgezet onderwijs 2 (bovenbouw)• Buitenschoolse muziekeducatie

De student heeft veel ruimte om het gekozen profiel (30 ECTS) zelf vorm te geven. De student sluit de studie af in drie examenonderdelen: het stage-eindgesprek, de openbare eindpresenta-tie, en het openbare recital. De onderwerpen van de eerste twee examenonderdelen hebben direct betrekking op het gekozen profiel.

Vanaf september 2015 is het voor musici, die een bachelor Muziek hebben afgerond mogelijk om een verkorte bachelor opleiding Docent Muziek opleiding te volgen. Vanuit het muzi-kantschap wordt een verbinding gemaakt met de pedagogisch didactische vakken. Na twee jaar is de student als bevoegd docent toegerust voor een carrière in het muziekonderwijs.

Docent Muziek Zij-instroomHet doel van de Opleiding Docent Muziek Zij-instroom is het kwalificeren van onbevoegde docenten muziek in het voortgezet onderwijs of MBO. Het zij-instroomtraject biedt de mogelijk-heid om vanuit de praktijk alsnog het getuig-schrift Docent Muziek (DM) te behalen. Na het volgen van deze Opleiding Docent Muziek Zij-instroom, bezitten deze docenten dezelfde vaardigheden en bevoegdheden als docenten muziek die de reguliere vierjarige bacheloroplei-ding DM hebben gevolgd. Een student kanalleen ingeschreven worden door het bevoegd

gezag van de school waar hij werkzaam is. Daarbij moet de kandidaat:• minimaal twee dagen les geven in het

voortgezet onderwijs of twee dagdelen in het primair onderwijs;

• in het bezit zijn van een bachelordiploma;• een voor dit doel ontwikkelde beoordeling

met goed gevolg hebben doorlopen.

Onderdelen tijdens de zes beoordelingsbijeen-komsten zijn: lesbezoek, historisch portfolio, in-take gesprek en opdrachten. Voor zij-instromers zonder conservatoriumdiploma zijn de instru-mentale toelatingseisen dezelfde als die voor de reguliere opleiding Docent Muziek. Afhankelijk van de uitkomst van de beoordeling duurt de op-leiding een half jaar tot maximaal twee jaar. De beoordeling en opleiding worden betaald door de school waar de kandidaat werkzaam is.

Educatieve VaardighedenAlle studenten hebben te maken met leerpro-cessen. Het eigen leerproces en dat van ande-ren. Tijdens het vak Educatieve Vaardigheden krijgt de student inzicht in het eigen leren en studeren en daarmee een beeld van vaardighe-den, die nodig zijn om anderen in het muzikale leren te kunnen begeleiden. Daarnaast oriën-teert de student zich doormiddel van breed praktijkonderzoek op de hedendaagsewereld van het muziekonderwijs.

Minor EducatieDaarnaast biedt het Koninklijk Conservato-rium biedt haar studenten de mogelijkheid om tijdens de bacheloropleiding een hoogwaardige minorprogramma voor instrumentale en vocale docenten te volgen. Vrijwel alle musici, ook de componisten en sonologen, geven, vaak naast een uitvoeringspraktijk, les in hun instrumen-taal, vocaal of creatief vakgebied. Dit kan zijn in de vorm van een privé-lespraktijk, in dienst van een muziekschool of door het geven van een incidentele masterclass of bandcoaching. De locaties en omstandigheden veranderen snel. De muziekdocent voelt zich tegenwoordig niet alleen thuis op de muziekschool maar ook bij de educatieve dienst van een orkest, concertzaal of festival. De locatie is net zo makkelijk een buurthuis als een lokaal in een gewone school. Kiezen voor de minor Educatie betekent kiezen voor een extra inspanning die zich in de toe-komst zeker zal terug verdienen. Studenten die de minor Muziekeducatie met succes afronden, ontvangen hiervoor een certificaat.

Page 68: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

128 129

Master in Music EducationA Master in Music Education has the ambition, knowledge and (research) skills to deliver a significant contribution to the positioning and development of effective music education both within schools and beyond. From a broad vision on and knowledge of the profession, the master’s graduate is employable in both general and specific functions in the field of music education: as a highly trained teacher in the subject of music in both the schoolroom as a specialist in education on an instrument, voice, or in composition; as a developer of new and simulating educational material; as policy maker and publicist, or as a manager within an institute or organisation.

The Master in Music Education course consists of a basic element, a profile element and a free element. The basic element concentrates on the knowledge and skills that are considered to be important for anyone working in music education. The student establishes a profile by taking a number of related subjects and pursu-ing activities, inside and outside the institute, that make him a specialist in a particular area. This master’s course is open to students who have completed at least a Bachelor of Music or Bachelor in Music Teaching course. Before candidates are admitted to the programme they must pass an entrance exam consisting of an assessment of their instrumental/vocal abili-ties, their pedagogical and/or methodological didactic insight and their study plan.

Master Specialisation Music Education according to the Kodály Concept• A well trained ear (listening and singing

skills),• A well-trained mind (musical understanding

through music making and musicianship skills development)

• A well-trained heart (emotional development and social skills)

• A well-trained hand (musical performance skills).

These four areas of musical and personal development, mentioned by Zoltán Kodály in his article ‘Who Is A Good Musician?’ have become a mission statement for ‘Kodály’ teach-ers and students all over the world. They are being thought of as equally important for the development of both professional and amateur musicians, for music lovers and music listeners in order to understand the language of music.

The two-year master’s programme offered by the Royal Conservatoire lets students become masters in music education according the Kodály concept. They become specialists in musical learning for children in and outside schools, mainly using their singing voices.

The programme consists of three main areas of study: methodology, musicianship and research. These three areas of study are closely related: musicianship plays a central role in the study of teaching and learning music, and methodological principles are an important part of the musicianship training. Research will relate to methods as well as musicianship. It is an essential point in music education accord-ing to the Kodály concept: there is no division between craft and art, between pedagogy and musical content, between methodology and didactics. Music making, musical understand-ing and the musical learning process should become one. The master’s program is open for singers, instrumentalists and music teachers, who have completed a bachelor’s study in music or in music education.

Music as a Subject – Kodály in music educationMusic as a Subject is about music education for children aged 4-12 (primary school) according to the Kodály method. This assumes that good mu-sic education is important for all children, and that it is possible for all children to develop their musicality. Music in school is seen as a ‘serious’ subject, much in the same was subjects such as mathematics and language. This requires teach-ers that can approach music teaching in this way. Music as a Subject is a study programme with group lessons, workshops and internships with a study load of 10 ECTS. The course can be taken by undergraduate (bachelor’s years 3 and 4) and master’s students. It can also be taken as contract education by post-graduate musi-cians and teachers.

Master MuziekeducatieEen master in Muziekeducatie heeft de ambitie, kennis en (onderzoeks)vaardigheden om een zichtbare bijdrage te leveren aan de positione-ring en ontwikkeling van goed muziekonderwijs, binnen en buiten de school. Vanuit een brede visie op en kennis van de beroepspraktijk is de master inzetbaar in zowel algemene als specifieke functies op het terrein van muzie-keducatie. Inzetbaar als hoogopgeleid docent voor het vak muziek, voor de klas of specialist in onderwijs op instrument, stem of compositie.Als ontwerper van nieuw of belangwekkend educatief materiaal. Als beleidsmaker en publi-cist of leidinggevende binnen een instelling of organisatie.

De Master Muziekeducatie bestaat uit een basisdeel, een profieldeel en een vrij deel. In het basisdeel staan die kennis en vaardighe-den centraal welke voor ieder die in de muziek educatieve praktijk werkzaam is van belang worden geacht. De student profileert zich door in samenhang een aantal vakken te volgen en activiteiten te ondernemen, binnen en buiten het instituut, die hem op een bepaald gebied specialist maken. Deze Master is toegankelijk voor studenten die minimaal een bachelorop-leiding Muziek of Docent Muziek hebben afge-rond. Voordat studenten daadwerkelijk worden toegelaten dient een toelatingsexamen te worden afgelegd dat bestaat uit het beoordelen van de instrumentale/ vocale vaardigheden, het toetsen van pedagogische en/of methodisch didactische inzichten en het beoordelen van het studieplan.

Masterspecialisatie Muziekeducatie volgens het Kodály Concept• a well-trained ear - listening and singing skills• a well-trained mind - musical understanding

through music making and musicianship skills development

• well-trained heart - emotional development and social skills

• a well-trained hand - musical performance skills

Deze aspecten van muzikale en persoonlijke ontwikkeling, die door Zoltán Kodály genoemd worden in zijn artikel ‘Who is a good musician?’ zijn een mission statement geworden voor Kodály-docenten en studenten in de hele we-reld. Ze worden als even belangrijk gezien voor de ontwikkeling van zowel professionele musici als amateurs, voor muziekliefhebbers én luiste-raars om de taal van de muziek te verstaan.

Deze tweejarige masteropleiding, die door het Koninklijk Conservatorium wordt aange-boden, leidt studenten op tot specialisten op het gebied van muziekonderwijs volgens het Kodály concept. Zij leren kennis en vaardighe-den toepassen in muzieklessen voor kinderen in en buiten scholen, daarbij voornamelijk gebruikmakend van de vele mogelijkheden van de zangstem.

De masteropleiding bestaat uit drie samen-hangende studieonderdelen: methodiek, musicianship skills en onderzoek. Musicianship skills spelen een belangrijke rol in het leren en onderwijzen van muziek en methodische princi-pes komen ook aan de orde in de musicianship lessen. In het masteronderzoek profileert de student zich met zijn of haar eigen verwerking van het concept voor de eigen praktijk. Een belangrijk aspect van muziekonderwijs volgens het Kodály-concept is deze samenhang: tussen vakmanschap en kunst, tussen methodiek en muzikale inhoud, tussen methodische principes en didactische praktijk. Muziek maken, muziek begrijpen en het muzikale leerproces vormen een geheel. De masteropleiding is voor zangers, instrumentalisten en muziekdocenten die een bachelorstudie in muziek of muziekeducatie hebben afgerond.

Muziek als Vak - Kodály in het muziekonderwijs De eenjarige cursus Muziek als Vak gaat over muziekonderwijs voor kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar (basisschool) volgens de werk-wijze van Kodály. Daarin wordt ervan uitgegaan dat goed muziekonderwijs voor álle kinderen belangrijk is en dat het voor alle kinderen mo-gelijk is hun muzikaliteit te ontwikkelen. Muziek op school wordt als net zo’n serieus vak gezien als bijvoorbeeld rekenen en taal. Daarvoor zijn leraren nodig die muzieklessen op die manier kunnen geven. Muziek als Vak is een program-ma met lessen, workshops en stages met een studielast van 10 ECTS. Het kan worden gevolgd door bachelor- (jaar 3 en 4) en masterstuden-ten. Daarnaast kan het als contractonderwijs gevolgd worden door afgestudeerde musici en leerkrachten.

Page 69: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

130 131

Page 70: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

132 133

L. Onderwijs- en Examen- regeling

Koninklijk Conservatorium

Opleidingen Muziek en Dans (Bacheloropleiding Muziek / Masteropleiding Muziek / Bacheloropleiding Dans)

Docent Muziek (Bacheloropleiding Docent Muziek)

Dutch National Opera Academy – DNOA (Master-opleiding Opera)

Sonologie (Masteropleiding Sonologie)

September 2015

InhoudA. Algemene bepalingenB. Vooropleiding en toelatingC. Inhoud van de opleidingenD. Eindtermen van de opleidingenE. Inrichting examens en tentamensF. Uitslag examenonderdelen en examensG. VrijstellingenH. OnregelmatighedenI. Bewaring en beroepJ. Studeren met een functiebeperkingK. StudiebegeleidingL. Slot- en invoeringsbepalingen

A. Algemene bepalingen

Het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten Den Haag besluit de volgende regeling vast te stellen betreffende de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens van de opleidingen Bachelor Muziek, Bachelor Dans, Bachelor Docent Muziek, Master Mu-ziek, Master Sonologie en Master Opera. Dit gebeurt in de zin van artikel 7.13 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Deze opleidingen worden verzorgd binnen de faculteit Muziek en Dans van de Hogeschool der Kunsten Den Haag, verder te noemen het Koninklijk Conservato-rium. Conform artikel 7.14 draagt het College van Bestuur tevens zorg voor een regelmatige beoordeling en eventuele bijstelling van deze regeling, waarbij rekening wordt gehouden met het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit.

De rechten en plichten van student, die met deze onderwijs- en examenregeling samen-hangen, zijn geformuleerd in het Studentensta-tuut van de Hogeschool der Kunsten Den Haag. Het statuut is te vinden op de website van de hogeschool.

L. Education and Examination Regulations

Royal Conservatoire

ProgrammesMusic and Dance (Bachelor of Music / Master of Music / Bachelor of Dance)

Music teaching in Schools (Bachelor of Music in Education)

Dutch National Opera Academy DNOA (Master of Opera)

Sonology (Master of Sonology)

September 2015

ContentsA. General provisionsB. Entry requirementsC. Structure of the degree programmesD. Final qualifications of the degree

programmesE. Organisation of tests and examinationsF. Examination resultsG. ExemptionsH. IrregularitiesI. Keeping of documents and appealsJ. Studying with a disadvantageK. Tutoring/coachingL. Final and introductory provisions

A. General provisions

The Board of Directors of the University of the Arts The Hague has decided to lay down the following regulations regarding the content and organisation of the education and the exami-nations for the Bachelor of Music, Bachelor of Dance, Bachelor of Music in Education, Master of Music, Master of Sonology and Master of Opera programmes. The decision has been taken in accordance with article 7.13 of the Higher Education and Research Act. These degree programmes are provided at the Faculty of Music and Dance of the University of the Arts The Hague, to be referred to further as the Royal Conservatoire. In conformity with article 7.14 the Board of Directors is also responsible for a regular review and updating of these regulations, bearing in mind the time involved for students.

The rights and obligations of students, which are connected with these Education and Examination Regulations, are formulated in the Student Charter of the University of the Arts The Hague. The Student Charter can be found on the University’s website.

Page 71: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

134 135

Artikel 1: BegripsbepalingenIn deze regeling wordt verstaan onder:

Begrip Omschrijving

Commissie van examinatoren ten behoeve van het voorbereiden en/of uitvoeren van examenonderdelen kunnen com-missies van examinatoren in het leven worden geroepen als bedoeld in art. 7.12 van de wet. Examinatoren zijn belast met het afnemen en beoordelen van tentamens, examens en andere vormen van toetsing. De commissies van examinatoren worden benoemd door de Examencommissie

CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs

Cursusjaar/studiejaar/hogeschooljaar periode van 1 september van een bepaald jaar tot en met 31 augustus van het daarop volgende jaar

(Deel)tentamen elke wijze van toetsing (schriftelijk, mondeling, opdrachten, verslagen) van een onderwijs-eenheid

Directeur, faculteitsdirecteur de directeur van het Koninklijk Conservatorium

Eindpresentatie (publieke) presentatie ter afsluiting van het praktische en/of theoretische deel van de studie naar aard en vorm van de studierichting (dit betreft een tentamen in de termen van de WHW, artikel 7.10, lid 1)

Examen het examen als bedoeld in art. 7.10 lid 2 WHW is afgelegd zodra alle onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgesloten

Examinator een lid van de commissie van examinatoren, als bedoeld in artikel 7.12c WHW

Examencommissie de Examencommissie is het orgaan dat op objectieve wijze vaststelt of een student vol-doet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van ken-nis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. De leden van de Examencommissie worden bekend gemaakt op het intranet van het conservatorium

IELTS en TOEFL International English Language Testing System en Test of English as a Foreign Language

Instelling de Hogeschool der Kunsten Den Haag

Instellingsbestuur het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten Den Haag

NUFFIC Netherlands organization for international cooperation in higher education

Propedeuse de propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in art. 7.8 van de wet

Postpropedeuse fase van de opleiding, direct volgend op de propedeuse

Student degene die is ingeschreven bij de instelling voor het volgen van onderwijs en/of het afleggen van tentamens en examens overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.32 WHW

Studiepunten een studiepunt is gelijk aan 28 uren studie voor een als gemiddeld aan te merken student, conform de Europese afspraken die zijn gemaakt met betrekking tot het European Credit and Accumulation System (ECTS)

Studentenstatuut het studentenstatuut van de Hogeschool der Kunsten Den Haag beschrijft de rechten en plichten van studenten en is verkrijgbaar via de website van de hogeschool

Toezichthouder surveillant bij schriftelijke tentamens

Vakkenbeschrijvingen Vakkenbeschrijvingen geven de inhoud, de ingangseisen, eindtermen en de wijze van toetsen per vak weer. Ze zijn te vinden op de website onder de curricula

Voltijds/deeltijds opleidingen als bedoeld in artikel 7.7 WHW

Wet de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (afgekort tot WHW, Staats-blad 1992, 593 en zoals sedertdien gewijzigd)

Article 1: DefinitionsThe following definitions are used in these regulations:

Term Definition

Committee of Examiners for the purpose of preparing and/or implementing parts of examinations committees of examiners can be formed as referred to in article 7.12 of the Act. Examiners are responsible for holding and assessing examinations, final assessments and other forms of tests. Com-mittees of examiners are appointed by the Exam committee

CROHO Central Register of Higher Education courses

Course year/academic year/university year period from 1 September of any year up to 31 August of the subsequent year

Tests and part tests any form of assessment (written, oral, assignments, reports) of an educational institute

Director, faculty director the director of the Royal Conservatoire

Final presentation (public) presentation completing the practical and/or theory part of the course, the form this takes being based on the type of course (this applies to an exam under the terms of the Higher Education and Research Act, article 7.10, paragraph 1)

Examinations The exam as referred to in article 7.10 paragraph 2 of the Higher Education and Research Act is completed once all educational elements have been completed satisfactorily

Examiner A member of the committee of examiners, as referred to in article 7.12c of the Higher Education and Research Act

Exam committee the Exam committee is the body that objectively determines whether students have complied with the conditions set by the education and examinations regulations regarding the knowledge, insight and skills that are necessary to obtain a degree. The members of the Exam committee are announced on the Conservatoire’s intranet

IELTS and TOEFL International English Language Testing System en Test of English as a Foreign Language

Institution the University of the Arts The Hague

Institution’s management the Board of Directors of the University of the Arts The Hague

NUFFIC Netherlands organisation for international cooperation in higher education

Propedeutic the first phase of the programme as referred to in article 7.8 of the Act

Post-propedeutic the part of the programme following on from the first phase

Student the person enrolled at the University for the purpose of taking courses and/or the taking of tests and exams in accordance with the provisions of article 7.32 of the Higher Education and Research Act

Study credits a study credit is the equivalent of 28 hours of study for an average student, in conformity with the agreements reached in Europe on the European Credit and Accumulation System (ECTS)

Student Charter the Student Charter of the University of the Arts The Hague stipulates the rights and obliga-tions of students and is obtainable via the website of the University

Invigilator A person supervising written tests

Module descriptions Module descriptions indicate for each subject the content and objectives, the entry requirements and the assessment methods. They are to be found on the website under the heading curricula

Full time/part-time Programmes as referred to in article 7.7 of the Higher Education and Research Act

Act The Higher Education and Research Act (abbreviated to WHW, from the Dutch, Bulletin of Acts, Orders and Decrees 1992, 593 and subsequent amendments)

Page 72: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

136 137

Artikel 2: Opleidingsfasen, examens, onderwijseenheden, examenonderdelen en tentamens

Domein Opleidingen en uitstroomprofielen Studierichting

Muziek BacheloropleidingMuziek (CROHO 34739)

Musicus Klassieke Muziek

Jazz

Oude Muziek en Historische Uitvoeringspraktijk

Directie-koor-orkest-harmonie/fanfare/brassband

Theorie der Muziek

Kerkmuziek

Scheppen, onderzoeken, ontwikkelen

Compositie

Sonologie

Art of Sound-producing-recording-sound-reinforcement

BacheloropleidingDocent Muziek (CROHO 39112)

Docent Muziek Docent Muziek

MasteropleidingMuziek (CROHO 44739)

Musicus Klassiek

Jazz

Oude Muziek en Historische Uitvoeringspraktijk

Directie-koor-orkest-harmonie/fanfare/brassband

Music Master New Audiences and Innovative Practice

Scheppen, onderzoeken, ontwikkelen

Compositie

ArtScience / Artistic Research

Muziektheater T.I.M.E.

Educatie Theorie der Muziek

Muziekeducatie

MasteropleidingSonologie (CROHO 49104)

Sonoloog Sonologie

MasteropleidingOpera (CROHO 49105)

Opera(Dutch National Opera Academy)

Opera

Dans BacheloropleidingDans (CROHO 34798)

Uitvoerend danser Academische klassieke theaterdans

2.1 Het Koninklijk Conservatorium biedt in het kader van de bachelor-masterstructuur onderstaande opleidingen aan met een voltijdse inrichting. De inrichting van de opleidingen en de diverse studierichtingen staan beschreven in de studiegids en op de website van het Koninklijk Conservatorium. Deze studiegids maakt formeel onderdeel uit van de Onderwijs- en Examenregeling.

Article 2: Parts of the programme, examinations, education units, examination elements and tests

Domain Courses and graduation profiles Discipline

Music BachelorOf Music (CROHO 34739)

Musician Classical Music

Jazz

Early Music and Historical Performance

Conducting-choir-orchestra-wind band/fanfare/brass band

Theory of Music

Church Music

Creation, research, development Composition

Sonology

Art of Sound-producing-recording-sound reinforcement

BachelorOf Music in Education (CROHO 39112)

Music in Education Music in Education

Master of Music (CROHO 44739) Musician Classical

Jazz

Early Music and Historical Performance

Conducting-choir-orchestra-wind band/fanfare/brass band

Music Master New Audiences and Innovative Practice

Creation, research development Composition

ArtScience / Artistic Research

Music-theatre T.I.M.E.

Education Theory of Music

Music in Education

Master of Sonology (CROHO 49104)

Sonology Sonology

Master of Opera (CROHO 49105) Opera(Dutch National Opera Academy)

Opera

Dance Bachelor of Dance (CROHO 34798)

Dancer Classical academic theatre dance

2.1 The Royal Conservatoire provides the fol-lowing programmes full time as part of the bachelor’s - master’s structure. Informa-tion on the content of the programmes and the various disciplines are divided by the study guide and on the website of the Royal Conservatoire. This study guide is a formal part of the Education and Exam regulations.

Page 73: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

138 139

2.2 De bacheloropleidingen bestaan uit een propedeutische en een postpropedeuti-sche fase. Elke fase wordt afgesloten met een examen waarin de Examencommissie vaststelt dat de benodigde studiepunten voor dat deel zijn behaald.

2.3 Conform artikel 9 bestaan de opleidingen uit een samenhangend geheel van onder-wijseenheden (vakken/modules), stages en practica.

2.4 Aan elke onderwijseenheid of vak is een tentamen of andere vorm van toetsing verbonden, zo ook aan de delen daarvan.

2.5 Indien alle aan de examenonderdelen verbonden tentamens en de eindpresen-tatie met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen behaald.

2.6 Elk studiejaar wordt verdeeld in twee semesters:

- eerste semester: september t/m januari - tweede semester: februari t/m juni

2.7 Conform artikel 7.15 van de WHW, verstrekt de instelling informatie aan studenten en aanstaande studenten over de instelling, het te volgen onderwijs en de opleidings-namen. Deze informatie wordt zodanig aangeboden dat studenten en aanstaande studenten het opleidingsaanbod kunnen vergelijken en zich een goed oordeel kun-nen vormen over de inhoud en de inrichting van het onderwijs en de af te leggen tenta-mens en examens.

Artikel 3: Studielast en studiepunten 3.1 De studielast van de opleiding wordt uit-

gedrukt in studiepunten (European Credits – EC’s). Een studiepunt is gelijk aan 28 uren studie voor een als gemiddeld aan te merken student.

3.2 De studielast van de propedeuse bedraagt 60 studiepunten.

3.3 De studielast van de volledige bacheloroplei-ding bedraagt minimaal 240 studiepunten.

3.4 De studielast van de volledige masteroplei-ding bedraagt minimaal 120 studiepunten.

B. Vooropleiding en toelating

Artikel 4: VooropleidingDegene die zich als student wenst in te schrijven voor de bacheloropleiding dient tenminste te voldoen aan het bepaalde in artikel 7.24, 7.28 lid 1 en lid 2 en artikel lid 7.29 van de WHW. Zie daartoe ook het studentenstatuut, hoofdstuk 3: Inschrijving.

Artikel 5: Equivalente vooropleidingTen aanzien van andere dan de in artikel 7.24 lid 2 van de WHW genoemde diploma’s beslist de directeur over toelating tot de opleiding. Hierbij kunnen de richtlijnen met betrekking tot diplomawaardering van de NUFFIC worden betrokken .

Artikel 6: Toelatingson-derzoek en aanvullende eisen algemeen6.1 Bij het toelatingsexamen als bedoeld in ar-

tikel 7.29 van de wet, worden eisen gesteld zoals vermeld in de ‘toelatingseisen per hoofdvak’ op de website van het Koninklijk Conservatorium.

6.2 Aan de eisen bedoeld in lid 1 wordt voldaan door het met goed gevolg afleg-gen van een toelatingsexamen dat wordt afgenomen door de toelatingscommissie op grond van de toelatingseisen.

6.3 De regeling betreffende aanvullende eisen als bedoeld in artikel 7.26a van de wet is van toepassing. Tijdens het toelatingsexa-men stelt de toelatingscommissie op grond van kwaliteiten en eigenschappen van de kandidaat diens aanleg en geschiktheid vast voor het muziek- en/of dansonderwijs.

6.4 Indien een student van een ander Neder-lands conservatorium komt, of van een vergelijkbare opleiding uit het buitenland, vindt na toelating door de toelatingscom-missie inschaling plaats voor de verschil-lende studieonderdelen.

2.2 The bachelor’s programmes comprise a propedeutic and a post-propedeutic phase. Each phase is concluded with an examina-tion. The programmes conclude with a final presentation from which the Exam com-mittee establishes if the required course credits for that part have been achieved.

2.3 In conformity with article 9 the pro-grammes comprise a cohesive whole of education units (subjects/modules), internships and practicals.

2.4 Each education unit or subject involves a test or other form of assessment as do the constituent parts.

2.5 If all the tests and final presentation which are part of the final examination have been completed successfully, the final examina-tion has been passed.

2.6 Each academic year is subdivided into two semesters:

- first semester: September to January - second semester: February to June

2.7 In conformity with article 7.15 of the Higher Education and Research Act the institution provides information to students and po-tential students about the institution, the educational programmes and the names of the programmes. This information will be presented in such a way that students and potential students can compare the courses on offer and can form a sound judgment of the content and organisation of the teaching and the tests and examina-tions to be taken.

Article 3: Study load and study credits3.1 The study load of the programme is

expressed in terms of European credits (ECs). A credit is equal to 28 hours of study for an average student.

3.2 The study load of the propedeutic phase is 60 credits.

3.3 The study load of the full bachelor’s programme is a minimum of 240 study credits.

3.4 The study load of the full master’s pro-gramme is a minimum of 120 credits.

B. Entry requirements

Article 4: Entry requirementsA person wishing to enrol as a student for the bachelor’s programme must comply as a mini-mum with the provisions of articles 7.24, 7.28 paragraph 1 and paragraph 2 and article 7.29 of the Higher Education and Research Act. See also the Student Charter, chapter 3: Enrolment.

Article 5: Equivalent entry requirementsWith regard to diplomas other than those referred to in article 7.24 paragraph 2 of the Higher Education and Research Act, the director decides on admission to the programme. Refer-ence can be made to the NUFFIC’s guidelines on the assessment of diplomas for this.

Article 6: Entrance examination and general supplementary criteria6.1 Criteria are set for the entrance examina-

tion as referred to in article 7.29 of the Act as given in the ‘entry requirements for each main subject’ on the Royal Conserva-toire’s website.

6.2 The requirements referred to in para-graph 1 are met by passing the entrance examination that is held by the admis-sions committee on the basis of the entry requirements.

6.3 The regulations regarding supplementary criteria as referred to in article 7.26a of the Act apply. During the entrance examina-tion the admissions committee establishes the candidate’s aptitude and suitability for the music and/or dance education on the basis of the candidate’s talents and skills.

6.4 If a student comes from another conserva-toire in the Netherlands or a comparable programme abroad, the student will be scaled in for the different parts of the

Page 74: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

140 141

6.5 Aanmelding kan rechtstreeks via Studie-Link of via de link op de website van het Koninklijk Conservatorium waardoor men ook op de site van StudieLink komt. De aanmeldingstermijn wordt ieder jaar per 1 oktober opengesteld. Naast de aanmelding via StudieLink dienen er aanvullende vra-gen te worden beantwoord en (voor een aantal studierichtingen) aanvullend materi-aal te worden opgestuurd. Zie hiervoor de website van het Koninklijk Conservatorium.

6.6 Indien een student in het uitzonderlijke geval en na toestemming van de faculteits-directeur naast een eerste studierichting/hoofdvak binnen de opleiding een tweede studierichting/hoofdvak wil studeren, legt hij voor de tweede studierichting/het tweede hoofdvak een toelatingsexamen af als bedoeld in lid 2.

6.7 Taaltoets Het Koninklijk Conservatorium onderzoekt

als vaste procedure bij het toelatingsexa-men ook de kennis van en spreekvaardig-heid in de Engelse taal van niet-Nederland-se kandidaten. Daarbij wordt tevens de kwaliteit van de schriftelijke vaardigheid meegewogen aan de hand van de motiva-tiebrief (of studieplan) van de kandidaat en het voorliggende e-mail verkeer. De voorzitter van de toelatingscommissie be-oordeelt of het niveau voldoende is om het onderwijs binnen de gekozen kunstvakop-leiding te kunnen volgen. De uitkomst van dit onderzoek wordt schriftelijk verwerkt op het betreffende toelatingsformulier.

Wie bij eerste toelating een onvoldoende score heeft, wordt verplicht in de maanden voorafgaand aan het begin van de studie een cursus Engels te volgen en wordt begin september opnieuw getest. De kosten van deze cursus zijn voor rekening van de student. Blijkt ook bij deze herkansing het niveau nog niet voldoende, dan dient de student opnieuw een taalcursus te volgen en af te sluiten met een toets, waarbij de uitkomsten gerelateerd zijn aan de beoor-delingsschalen van IELTS (6,0) of TOEFL (niveau 83).

6.8 Tegen beslissingen van de toelatingscom-missie als bedoeld in artikel 6 lid 2, 3 en 4 kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor de Examens (con-form Studentenstatuut hoofdstuk 8.2).

Artikel 7: Toelatingseisen en toelatingsprocedure Masteropleiding muziek Om toegelaten te kunnen worden tot de Master-opleiding Muziek dient de kandidaat te voldoen aan onderstaande toelatingseisen:

7.1 Een door de student geschreven studie-plan dient voor het begin van het praktisch toelatingsexamen aan de commissie van examinatoren te worden voorgelegd. De voorwaarden waaraan het studieplan moet voldoen zijn te vinden in het Handboek voor Master studenten (Handbook Master of Music Programme).

7.2 De kandidaat dient het getuigschrift Bachelor Muziek (of het vroegere getuig-schrift Docerend Musicus) of – bij uit-stroomprofiel Educatie – het getuigschrift Docent Muziek (voorheen Schoolmuziek) in Nederland of het buitenland te hebben behaald. De eindpresentatie Bachelor dient als ‘goed’, ‘excellent’ of met een 8 of hoger te zijn beoordeeld.

7.3 Indien tussen het behalen van het getuig-schrift bachelor en de aanvang van de beoogde masteropleiding een jaar of meer ligt, dient (opnieuw) toelatingsexamen voor de masteropleiding te worden gedaan. Het daarmee behaalde resultaat telt en niet de beoordeling van de eindpresentatie bachelor.

7.4 Tijdens het toelatingsexamen geeft de kandidaat blijk van voldoende artistieke en vaktechnische capaciteiten voor de betreffende afstudeerrichting(en)/specialisatie(s).

7.5 De kandidaat geeft daarnaast blijk van een eigen visie op zijn toekomstige studie, reflectie op eigen niveau en handelen, is in staat tot communicatie en samenwerking en spreidt een nieuwsgierige en onderzoe-kende houding ten toon.

7.6 Bij de uitslag van het toelatingsexamen brengen de examinatoren een advies uit aan de directie van het Koninklijk Conser-vatorium. Een positief advies naar aanlei-ding van het afleggen van het toelatings-examen is echter geen garantie, dat de keuze van de student voor een masterstu-

discipline after being admitted by the admissions committee.

6.5 Application can be done directly via StudieLink or via the link on the website of the Royal Conservatoire, through which StudieLink site can also be reached. The application period opens each year from 1 October. As well as applying via StudieLink the answering of additional questions will also be required, as well as (for a number of courses) the submission of additional material. Please refer to the Royal Con-servatoire website for further information on this.

6.6 If a student in an exceptional case and after receiving the consent of the faculty director wishes to study a second disci-pline/main subject in addition to a first discipline/main subject, he or she will sit an entrance examination for the second discipline/second main subject as referred to in paragraph 2.

6.7 Language test The Royal Conservatoire ascertains as a

matter of procedure in the entrance exam-ination the knowledge and fluency in the English language of non-Dutch candidates. The standard of written skills is gauged from the letter motivating the application or the study plan of the candidate and email messages. The chair of the admis-sions committee assesses whether the standard is sufficient to be able to pursue the teaching of the programme chosen. The result of this assessment is given in writing on the relevant admissions form.

Those who have a fail mark on first admis-sion will be obliged to take a course in English in the months preceding the start of the course, and will be tested again in early September. The costs of this course are to be paid by the student. If after this course the standard is still too low to pass the student will be obliged to pursue another language course and conclude this with a test the results of which must be related to the marking schemes of the IELTS (6.0) or TOEFL (level 83).

6.8 Decisions of the admissions committee as referred to in article 6 paragraphs 2, 3 and 4 can be appealed to the Board of Appeals for Examinations (in conformity with the Student Charter chapter 8.2).

Article 7: Master of Music entry requirements and entry procedure To be admitted to the Master of Music pro-gramme candidates must meet the following entry requirements:

7.1 A study plan written by the student should be submitted to the committee of examiners before the start of the practical entrance examination. The criteria to be met by the study plan can be found in the Master of Music Programme Handbook, as given on the Royal Conservatoire’s website.

7.2 Candidates must have been awarded the Bachelor of Music degree certificate (or the former Teaching Musician/Docerend Musicus diploma) or – in the case of Education – the Teacher of Music diploma (formerly School music teacher diploma) in the Netherlands or abroad. The bachelor’s examination must have been qualified as ‘good’ or ‘excellent’ or have been given a mark of 8 or higher.

7.3 If there is a period of a year or more between obtaining the bachelor’s degree certificate and the start of the planned master’s programme, the entrance examination for the master’s degree must (again) be taken. The result of the entrance examination counts and not the assess-ment of the final presentation for the bachelor’s programme.

7.4 During the entrance examination candi-dates must manifest sufficient artistic and professional skills for the discipline(s)/specialisation(s) in question.

7.5 Candidates also manifest their own vision of their future study, the ability to reflect on their own standard and behaviour, a ca-pacity to communicate and cooperate and an inquiring and research-minded attitude.

7.6 The examiners make a recommendation to the directors of the Royal Conservatoire on the basis of the results of the entrance examination. A positive recommendation after sitting the entrance examination is, however, no guarantee that the student’s application to do a master’s study will

Page 75: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

142 143

die ook automatisch wordt gehonoreerd. De directie van het Koninklijk Conserva-torium beslist over de verdeling van de beschikbare plaatsen in de masterstudie.

7.7 Voor toelating tot de Masteropleidingen Sonologie en Opera, en de masterspeciali-saties Orkest Master, Theorie der Muziek, Muziekeducatie, Muziektheater T.I.M.E., ArtScience, de Music Master New Audien-ces and Innovative Practice, en de Master Artistic Research (MAR) gelden afwijkende toelatingseisen en procedures, zoals vermeld op de website van het Koninklijk Conservatorium.

C. Inhoud van de opleidingen

Artikel 8: OnderwijseenhedenConform artikel 2.3 bestaat de opleiding uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden (vakken/modules), stages en practica.

Artikel 9: Onderwijseenheden en daaraan verbonden tentamens9.1 In lid 2 en 3 van dit artikel wordt verwezen

naar de studiegids waar de onderwijseen-heden en de daaraan verbonden studielast en tentamens zijn beschreven van de propedeuse en de postpropedeuse. Indien van toepassing, wordt melding gemaakt van het bepaalde in artikel 7.13, lid 2, sub d, f, g, h en m van de wet. Voorwaarden die de volgorde van onderwijseenheden bepalen zijn opgenomen in artikel 10.

9.2 In de studiegids staan de onderwijseen-heden met daarbij de tentamens en het examen van de propedeuse beschreven per onderscheiden studierichting. De geldigheidsduur van tijdens de propedeuse behaalde (deel)tentamens is twee jaar.

9.3 In de studiegids staan de onderwijseen-

heden met daarbij de tentamens van de postpropedeuse per onderscheiden studierichting beschreven. De geldig-heidsduur van tijdens de postpropedeuse behaalde tentamens is zes jaar. Daarna kan de Examencommissie beslissen om de geldigheid te verlengen.

Artikel 10: Volgorde van te volgen vakken en tentamens10.1 Voor een aantal vakken gelden ingangsei-

sen. Hieraan moet zijn voldaan alvorens de student kan deelnemen aan de betreffende vakken. De ingangseisen zijn opgenomen in de vakkenbeschrijvingen welke te vinden zijn op de website van het conservatorium.

10.2 Op verzoek van de student kan deze door de Examencommissie worden toegelaten tot bepaalde tentamens in hogere studie-jaren nog voordat alle tentamens van het voorafgaande jaar c.q. de voorafgaande jaren zijn behaald.

10.3 Het bepaalde in artikel 9 lid 2 met betrek-king tot de geldigheidsduur van tijdens de propedeuse behaalde (deel)tentamens blijft onverminderd van kracht.

10.4 Een student kan pas tot de eindpresen-tatie worden toegelaten als alle overige examenonderdelen zijn afgesloten. De leiding van de betreffende opleiding kan in uitzonderingsgevallen hier van afwijken als verwacht wordt dat de overige tentamens binnen hetzelfde studiejaar worden afge-sloten.

Artikel 11: De propedeuseregeling; Studievoortgangadvies aan het eind van het eerste studiejaar11.1 Het propedeutisch examen is behaald

indien 60 ECTS volgens het curriculum is behaald.

11.2 De student wordt aan het eind van het eer-ste jaar van inschrijving in de propedeuti-

automatically be accepted. The directors of the Royal Conservatoire decide on the distribution of the available places for the master’s study.

7.7 Admission to the master’s programmes Sonology and Opera and the master spe-cialisations Orchestral Master, Theory of Music, Music in Education, Music theatre T.I.M.E., Art Science, the Music Master New Audiences and Innovative Practice and the Master Artistic Research are subject to different entry requirements and procedures, as given on the Royal Conservatoire’s website.

C. Structure of the degree programmes

Article 8: Education unitsIn conformity with article 2.3 the programme comprises a cohesive whole of education units (subjects), internships and practicals.

Article 9: Education units and the accompanying tests9.1 Reference is made in paragraphs 2 and

3 of this article to the study guide where the education units and the accompany-ing study load and tests are described for the propedeutic and the post-propedeutic phase. If applicable, mention is made of the provisions of article 7.13, paragraphs 1, d, f, g, h and m of the Act. Conditions that determine the sequence of education units are included in article 10.

9.2 The study guide gives the education units for each discipline and the accompany-ing tests and the final examination of the propedeutic phase. The validity of tests or parts of tests passed during the propedeu-tic phase is two years.

9.3 The study guide gives the education units and the accompanying tests of the post-

propedeutic phase for each discipline. The validity of the tests passed during the post-propedeutic phase is six years. After this the Exam committee can decide on an extension of this validity.

Article 10: Sequence of subjects and exams10.1 Entry requirements apply to a number

of subjects. These must be met before students can take the subject. The entry requirements are listed in the module de-scriptions which can be found on the Royal Conservatoire’s website.

10.2 At the student’s request the Exam com-mittee may admit the student to certain tests in higher years before all the tests in the preceding year or years have been passed.

10.3 The provision in article 9 paragraph 2 with regard to the validity of tests or part of tests passed during the propedeutic phase remains in full force.

10.4 A student can only be admitted to the final presentation if all the other components of the examinations have been passed. The director of the relevant programme may depart from this in exceptional cases if the remaining tests are expected to be passed in the same academic year.

Article 11: The propedeutic phase;Recommendation on the continuation of the study at the end of the first year11.1 The propedeutic examination is passed if

students have obtained 60 ECTS according to the curriculum.

11.2 At the end of the first year of enrolment in the propedeutic phase the student will be informed about the possibility of continu-ing the course on the basis of their study progress. If the 60 ECTS required for the propedeutic phase have been achieved then a positive study recommendation will follow. If the 60 ECTS have not been com-

Page 76: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

144 145

sche fase op basis van de studievoortgang op de hoogte gebracht van de mogelijkheid van voortzetting van de studie. Indien de 60 ECTS behorende tot de propedeuse zijn behaald dan volgt een positief studiead-vies. Zijn de 60 ECTS niet volledig behaald dan kan of de propedeutische fase met uiterlijk 1 jaar worden verlengd of volgt een negatief bindend studieadvies. Het studieadvies wordt uitgebracht door de faculteitsdirecteur.

• Indien een student een onvoldoende voor het hoofdvak heeft behaald, dient zo spoedig mogelijk een herkansing voor het hoofdvak plaats te vinden (bij voorkeur eind augustus van het eerste studiejaar of uiterlijk in januari van de verlengde prope-deuse) in overleg met docenten, coördina-tor en directie.

• Indien een student een onvoldoende voor de theorievakken heeft behaald, dienen her-kansingen daarvoor vóór 31 augustus van het eerste studiejaar te worden behaald.

• De bovengenoemde regels zijn niet van toepassing op de opleidingen Sonologie en Art of Sound. Voor deze opleidingen gelden specifieke regels die te vinden zijn in de online studiegidsen van deze afdelingen.

11.3 Een negatief bindend studieadvies wordt uitgegeven vanwege:

• het uitblijven van voldoende studievoort-gangresultaten en/of

• het niet voldoen aan de eindtermen van de propedeuse en/of

• het ontbreken van enig uitzicht op verbe-tering of verandering daarvan en/of

• het ontbreken van bijzondere omstandig-heden als bepaald bij of krachtens de wet.

11.4 Voorafgaand aan het negatief bindend studieadvies aan het eind van het eerste studiejaar, ontvangt iedere student met onvoldoende studievoortgang in de propedeuse al aan het eind van het eerste semester een schriftelijke waarschuwing omtrent het uitblijven van voldoende stu-dievoortgangresultaten. Dit schrijven wordt ondertekend door de directie.

11.5 Het bindend negatief studieadvies kan ook tijdens het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase (de verlengde propedeuse) worden uitgebracht. Hierbij gelden de volgende regels:

• De plaatsing in de verlengde propedeuse betekent geen automatische studiever-

lenging: aan het eind van het tweede studiejaar dient de student zowel het propedeuse examen te hebben behaald als de vakken voor het tweede studiejaar met goed gevolg te hebben afgesloten;

• Aan het einde van het tweede jaar van de verlengde propedeuse wordt de student op de hoogte gesteld of de propedeuse is behaald en tot de afstudeerfase /postpro-pedeutische fase is toegelaten of volgt een bindend negatief studieadvies als de propedeuse niet is behaald.

11.6 Een negatief bindend studieadvies resulteert per direct in uitschrijving van de student. De student kan zich aan het Koninklijk Conservatorium niet meer inschrijven voor de opleiding waarvoor het advies is uitgebracht.

11.7 Een negatief bindend studieadvies wordt de student schriftelijk, ondertekend door de directie, en met redenen omkleed medegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep voor Examens.

Artikel 12: Toelating en studievoortgang postpropedeuse12.1 Indien een student voor een bepaalde

studierichting het propedeutisch exa-men heeft behaald, is de student alleen toelaatbaar tot de postpropedeutische fase binnen diezelfde opleiding in dezelfde studierichting.

12.2 De beoordeling van de studievoortgang in de postpropedeutische fase geschiedt door regelmatig contact tussen de student en de docent voor zijn hoofdvak, de do-centen voor de overige vakken, de tutor en het afdelingshoofd. De resultaten van de studievoortgang worden vastgelegd in het studievoortgangsysteem Osiris.

D. Eindtermen van de opleidingen

pleted then the propedeutic phase can ei-ther be extended by a maximum of 1 year, or a negative binding study recommenda-tion will follow. The study recommendation will be issued by the faculty director.

• If a student has failed the main subject, a resit for the main subject must take place as soon as possible (preferably at the end of August of the first academic year or in January of the extended propedeutic phase) in consultation with the teachers, coordinator and directors.

• If a student has failed for the theory sub-jects and passed the main subject, resits for the theory subjects must also take place as soon as possible (preferably be-fore the end of August of the first year or, in case of an extended propedeutic phase in the second year).

• The aforementioned rules do not apply to the Sonology and Art of Sound pro-grammes. Specific rules apply to these programmes which can be found in the online study guide of these departments.

11.3 A negative binding study recommendation will be given as the result of:

• lack of sufficient progress with the study and/or

• failure to comply with the requirements for completing the propedeutic phase and/or

• lack of any prospect of improvement or change in this and/or

• the absence of any exceptional circum-stances as stipulated in or by virtue of the Act.

11.4 Prior to the negative binding study recom-mendation at the end of the first academic year every student with insufficient pro-gress in the propedeutic phase will receive a written warning at the end of the first semester regarding the failure to obtain satisfactory marks. This document will be signed by the directors.

11.5 The binding negative study recommenda-tion can also be made during the second year of enrolment for the propedeutic phase (the extended propedeutic phase). For this the following rules apply:

• Placement in the extended propedeutic phase does not automatically mean an extension of the overall duration of study. At the end of the second year of study the student must have passed the propedeutic examination as well as the subjects for the second year;

• At the end of the second year of the ex-tended propedeutic phase the student will be informed if the propedeutic phase has been passed and entry to the final exam/post-propedeutic phase is agreed, or if a negative binding study recommendation will follow as the result of failure to pass the propedeutic phase.

11.6 A negative binding recommendation on continuation of studies results immedi-ately in deregistration of the student. The student can no longer enrol at the Royal Conservatoire for the programme for which the recommendation has been made.

11.7 A negative binding recommendation on continuation of studies is made known to the student in writing, signed by the directors, with reasons, listing the pos-sibility of appeal to the Board of Appeal for Examinations.

Article 12: Entry and progress with studies in the post-propedeutic phase12.1 If a student has passed the propedeutic

examination in a certain discipline the student is only admitted to the post-pro-pedeutic phase of the same programme in the same discipline.

12.2 Assessment of progress with studies in the propedeutic phase is tracked by regular contact between the student and teacher in the main subject, teachers of the remaining subjects, the tutor and the head of department. The results of progress with the study will be recorded in the Osiris study progress system.

D. Final qualifications of the degree programmes

Page 77: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

146 147

Artikel 13: Missie en grondslagDe Hogeschool der Kunsten Den Haag heeft als missie:

• het aan studenten aanbieden van een hogere beroepsopleiding op bachelor- en masterniveau en voorbereidende beroeps-opleiding op een zo hoog mogelijk interna-tionaal georiënteerd niveau ter voorbe-reiding op het scheppend, uitvoerend, docerend en bestuderend en/of registre-rend beoefenen der kunsten op het gebied van beeldende kunsten, muziek en dans;

• het doen van onderzoek;• het bijdragen aan de ontwikkeling van de

studenten;• het bijdragen aan de ontwikkeling en beoe-

fening der kunsten.

Artikel 14: EindtermenBij het met goed gevolg afsluiten van de opleiding heeft de student zodanige kwaliteiten op het ge-bied van kennis, inzicht en vaardigheden verwor-ven (welke beroepsdoelen voor de onderscheiden studierichtingen in de studiegids van het Koninklijk Conservatorium afzonderlijk staan beschreven), dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandi-ge beroepsuitoefening en eventueel in aanmerking komt voor een voortgezette kunstopleiding.

Artikel 15: BeroepsvereistenTen aanzien van de opleidingen zijn bij of krach-tens de wet geen beroepsvereisten gesteld (artikel 7.6 WHW).

E. Inrichting examens en tentamens

Artikel 16: Taken Examencommissie bij tentamens en examens16.1 De Examencommissie voert alle taken en

bevoegdheden uit overeenkomstig artikel 7.12b van de WHW:

• de kwaliteitsbewaking van toetsing, tenta-mens en examinering;

• het adviseren over de inhoud van de On-derwijs- en Examenregeling;

• het vaststellen en actueel houden van een Huishoudelijk Reglement van de Examen-commissie;

• het verlenen van vrijstellingen conform de relevante artikelen met betrekking tot vrijstellingen zoals vermeld in de Onder-wijs- en Examenregeling;

• het behandelen van verzoeken c.q. klachten inzake (uitslagen van) tentamens, toetsen en examens, en beslissingen van de examinatoren;

• het treffen van maatregelen bij onregelma-tigheden en fraude;

• het uitreiken van bewijsstukken zoals be-doeld in Artikel 7.11 eerste lid van de WHW (bewijsstuk voor het met goed gevolg afleggen van een tentamen);

• het uitreiken van getuigschriften en diploma’s, conform Artikel 7.11 tweede lid van de WHW;

• het uitreiken van het internationale Diploma Supplement, conform Artikel 7.11 vierde lid van de WHW;

• het uitreiken van getuigschriften zoals bedoeld in Artikel 7.11 vijfde lid van de WHW (‘degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het twee-de lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd’);

• het benoemen van examinatoren voor de Commissies der Examinatoren;

• het informeren van het College van Bestuur, de faculteitsdirectie, studenten, docenten en niet-onderwijzend perso-neel over de functie en werking van de Examencommissie via media zoals een jaarverslag, een pagina op het intranet, de nieuwsbrief, informatiebijeenkomsten, een Handboek voor de Commissies der Exami-natoren en Richtlijnen voor presentaties en eindexamens in de Bachelor en Master Muziek;

• het informeren van de faculteitsdirectie en de coördinatoren van de bevindingen van de Examencommissie m.b.t. de gang van zaken van het examineren door commis-sies van examinatoren door het steek-

Article 13: MissionThe mission of the University of the Arts The Hague is:

• to offer students a higher professional education at bachelor’s and master’s level and a preparatory vocational education at the highest possible, internationally-ori-ented, level by way of preparing for a crea-tive, performing, teaching and studying and/or recording career in the arts in the field of the visual arts, music and dance;

• to carry out research;• to contribute to the development of the

students;• to contribute to the development and the

practice of the arts.

Article 14: Final qualificationsHaving successfully completed the programme students have acquired such qualities in the domain of knowledge, insight and skills (profes-sional goals which are described in the various disciplines in the Royal Conservatoire’s study guide) that alumni are capable of pursuing an independent career in their chosen profession and may also be eligible for advanced training in the arts.

Article 15: Professional requirementsNo professional requirements are set of the programmes in or by virtue of the act. (article 7.6 Higher Education and Research Act).

E. Organisation of tests and examinations

Article 16: Tasks of the Exam committee16.1 The Exam committee carries out all the

tasks and responsibilities in accordance with article 7.12 b of the Higher Education and Research Act.

• Safeguards the standard of tests, exami-nations and the setting of examinations

• Makes recommendations on the contents of the Education and Examination Regulations;

• Formulates and updates a set of rules and regulations for the Exam committee;

• Grants exemptions in conformity with the relevant articles with regard to exemptions listed in the Education and Examination Regulations;

• Deals with request or complaints with re-gard to (results of) tests and examinations, and decisions of the examiners;

• Takes steps in the event of irregularities and fraud;

• Issues documentary evidence as referred to in article 7.11 paragraph 1 of the Higher Education and Research Act (documentary evidence that a test has been passed);

• Issues certificates and diplomas, in con-formity with article 7.11 paragraph 4 of the Higher Education and Research Act

• Awards the International Diploma Sup-plement in conformity with article 7.11 paragraph 2 of the Higher Education and Research Act;

• The awarding of a certificate as referred to in article 7.11 paragraph 5 of the Higher Education and Research Act (‘those who have passed more than one test and to whom no certificate as referred to in paragraph 2 can be awarded will receive on request a statement from the relevant exam committee which lists in any event the tests that have been passed’);

• Appointment of examiners for the Com-mittees of Examiners;

• Informing the Board of Directors, the faculty directors, students, teachers and non-teaching staff about the function and operation of the Exam committee through media such as the annual report, a page on the intranet, the newsletter, informative meetings, a Handbook for the Committees of Examiners and Guidelines for presentations and examinations for the Music Bachelor and Master;

• the informing of the faculty director-ship and the coordinators of the findings of the Exam committee with regard to the state of affairs of examinations by committees of examiners via random visits of exams, presentations and final presentations

• all other tasks and responsibilities al-located to the Exam committee by the Higher Education and Research Act.

Page 78: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

148 149

proefsgewijs bezoeken van tentamens, presentaties en eindpresentaties

• alle andere taken en bevoegdheden die door de WHW aan de Examencommissie zijn toebedeeld.

16.2 De Examencommissie bepaalt:• bij een tentamen de voor het afleggen

daarvan beschikbare tijdsduur;• de hulpmiddelen waarvan de student

tijdens het afleggen van het tentamen gebruik mag maken.

16.3 Onder verantwoordelijkheid van de Exa-mencommissie stelt de examinator of de commissie van examinatoren de inhoud van het tentamen vast, maakt opgaven, stelt de beoordelingsnorm vast, neemt het tentamen af en stelt de uitslag daarvan vast. Als een studieonderdeel door meer dan een docent wordt verzorgd, hebben de betrokkenen overleg over de formulering van de toetsingsopdrachten, het vaststel-len van de beoordelingsnorm en over de beoordeling van de toets.

Artikel 17: Procedure vaststelling en bekendmaking tentamens of (eind)presentaties Het rooster, waarop per tentamen of eindpre-sentatie de datum, het tijdstip van aanvang en einde en de plaats wordt vermeld, wordt binnen een redelijke termijn voor aanvang via Intranet bekend gemaakt.

Artikel 18: Verhindering18.1 Indien een student door van zijn wil onaf-

hankelijke omstandigheden (dit ter beoorde-ling van de Examencommissie) verhinderd is aan het tentamen of (eind)presentatie deel te nemen, en indien er binnen een redelijke termijn geen nieuwe gelegenheid is het tentamen of examen af te leggen, kan de betrokkene een verzoek indienen om het tentamen in een later stadium af te leggen.

18.2 Het verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk, onder overlegging van de nodige bewijsstukken en voorzien van een advies van het betrokken hoofd van de afdeling, ingediend bij de voorzitter van de Examencommissie.

18.3 De Examencommissie beslist over het verzoek en deelt bij afwijzing zijn beslissing schriftelijk aan betrokkene mede onder vermelding van de redenen en bij inwilliging van het verzoek de datum, de tijd en de plaats van de nieuwe gelegenheid..

Artikel 19: Schriftelijke tentamens19.1 Een schriftelijk tentamen wordt afgelegd ten

overstaan van tenminste één examinator.

19.2 Op verzoek van de examinator overlegt de student het bewijs van inschrijving als bedoeld in artikel 7.33 van de wet.

19.3 Het resultaat van het schriftelijk tentamen wordt op een toetslijst vastgelegd. Als het schriftelijk tentamen zonder onregelma-tigheden is verlopen, volstaat het plaatsen van een handtekening op de toetslijst. Als er wel onregelmatigheden zijn gecon-stateerd, brengt de toezichthouder het betreffende hoofd van de afdeling en de Examencommissie hiervan op de hoogte.

19.4 Vanaf 15 minuten na aanvang van het tentamen worden in de tentamenruimte geen studenten meer toegelaten voor deel-name aan het tentamen. Tot 15 minuten na aanvang van het tentamen mogen de deel-nemers de tentamenruimte niet verlaten.

19.5 Voor het verlaten van de tentamenruimte levert de student bij de examinator of de toezichthouder het gemaakte werk en alle de aan hem bij de aanvang van het tentamen uitgereikte stukken, waaronder de tentamenopgaven, in.

19.6 De examinator beoordeelt het gemaakte werk binnen drie weken, stelt de uitslag vast en levert deze in bij de studentenad-ministratie. De uitslag wordt direct bekend gemaakt en in het SVO van de student opgenomen. Een met een voldoende beoordeelde onderwijseenheid levert het voor die onderwijseenheid vastgestelde aantal studiepunten op.

Artikel 20: Mondelinge tentamens20.1 Een mondeling tentamen wordt afgelegd

ten overstaan van tenminste één exami-

16.2 The Exam committee determines:• the available length of time available for

holding a test;• the aids which students may use in sitting

the test.

16.3 Under the auspices of the Exam com-mittee, the examiner or the committee of examiners determines the content of the test, draws up papers, establishes the marking scheme, holds the test and determines the result. If part of a study is taught by more than one teacher, those involved consult on formulating the test assignments, establishing the marking scheme and assessing the performance.

Article 17: Procedure for deciding on and announcing tests or (final) presentationsThe timetable will be announced a reasonable time ahead of the start of the test via Intranet, with listings for each test or presentation, including the location, date, and times of com-mencement and termination.

Article 18: Absence18.1 If a student is unable to take part in a test

or examination through no fault of their own (to be judged by the Exam commit-tee) and if no new opportunity is avail-able to sit the test or examination within a reasonable period of time, the person involved may submit a request to sit the test at a later date.

18.2 The request as referred to in paragraph 1 is submitted in writing, along with the necessary material evidence and ac-companied by the recommendations of the relevant head of department, to the chairman of the Exam committee.

18.3 The Exam committee decides on the request. If rejected the chair informs the person in question of the decision in writing listing the reasons, and if granted states the date, the time and the place of the new opportunity to take the test or examination.

Article 19: Written tests19.1 A written test is taken in the presence of

at least one examiner.

19.2 At the examiner’s request the student submits the certificate of enrolment as referred to in article 7.33 of the Act.

19.3 The result of the written test is recorded on a test list. If the written test has oc-curred without any irregularities, the plac-ing of a signature is sufficient. If irregulari-ties have been observed the invigilator will inform the relevant head of department and the Exam committee.

19.4 As of 15 minutes after the start of the test no more students are admitted to the ex-amination hall to take part in the test. Up to 15 minutes after the start of the test the participants may not leave the examina-tion room.

19.5 Before leaving the examination room the student hands in all the work done to the examiner or the invigilator and all the documents including the test papers that were given to him or her at the start of the test.

19.6 The examiner assesses the tests within three weeks, gives the mark and hands this in to the student administration. The results are announced immediately and entered into the student’s study progress overview (SVO). An education unit that has been passed provides the set number of credits for that unit or the equivalent of an exemption from that unit.

Article 20: Oral tests20.1 An oral test is taken in the presence of at

least one examiner. If the test is taken in the presence of two or more examiners one of them functions as the chairperson.

20.2 For oral tests no more than one person is examined at the same time unless the Exam committee has decided otherwise.

20.3 An account of the oral test is given in a report. The report gives the duration of the test, a brief summary of the contents of the test interview and the assessment of this.

Page 79: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

150 151

nator. Wordt het tentamen afgelegd ten overstaan van twee of meer examinatoren, dan fungeert één daarvan als voorzitter.

20.2 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald.

20.3 Het verloop van het mondeling tentamen wordt in een verslag vastgelegd. In het ver-slag wordt de duur van het tentamen, een beknopte weergave van de inhoud van het tentamengesprek en de beoordeling ervan opgenomen.

20.4 De examinator/examinatoren beoordeelt/beoordelen het tentamen en stelt/stel-len de uitslag vast. Indien examinatoren niet tot een eensluidend oordeel kunnen komen, beslist de voorzitter.

20.5 Na afloop van het mondeling tentamen wordt de kandidaat – direct na het aan-sluitend beraad van de examinatoren – in kennis gesteld van het resultaat.

Artikel 21: Praktische tentamens 21.1 Een praktisch tentamen wordt ten over-

staan van een commissie van examinato-ren, bestaande uit minimaal 3 personen, afgelegd. (NB In dit artikel staat tentamen voor: tentamen, toets, recital, of (eind)presentatie).

21.2 Nadere richtlijnen voor de duur en inhoud van (eind)presentaties in de Bachelor en Master opleidingen muziek (afdelingen jazz, oude muziek, klassieke muziek, zang, directie en opera) zijn te vinden in het document ‘Richtlijnen voor (eind)presenta-ties in de Bachelor en Master Muziek’. Dit document is te verkrijgen bij de studenten-administratie en te vinden op het intranet.

21.3 De weergave van het verloop van het tentamen wordt in een verslag vastge-legd. In het verslag wordt de duur van het tentamen, een beknopte weergave van de inhoud daarvan en de beoordeling ervan opgenomen. De student ontvangt een schriftelijke samenvatting van de beoorde-ling door de commissie van examinatoren.

21.4 De examinatoren beoordelen het tentamen en stellen de uitslag daarvan onmiddel-

lijk vast. Indien examinatoren niet tot een eensluidend oordeel kunnen komen beslist de voorzitter.

21.5 Na afloop van het praktisch tentamen wordt de kandidaat – direct na het aansluitend beraad van de examinatoren – in kennis gesteld van het resultaat. Bij de Bacheloropleiding Dans ontvangt de student binnen één week per post een schriftelijke rapportage met daarin het resultaat vermeld.

21.6 De eindpresentatie van de opleiding wordt ten overstaan van de commissie van exa-minatoren afgelegd.

21.7 De eindpresentatie is openbaar, behoudens de bevoegdheid van de Examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen. Bij de studierichtingen Compositie en Sonolo-gie zijn delen van de eindpresentaties niet openbaar. Bij de Bacheloropleiding Dans geldt dat de eindvoorstelling - niet zijnde een (slot)beoordeling- wordt voorafgegaan door een besloten slotbeoordeling.

Artikel 22: Andere tentamenvormen (verslagen, scripties, opdrachten, activiteiten met participatieplicht, stages etc.) Voor studieonderdelen die afgesloten worden met andere tentamenvormen dan hiervoor beschreven, is in de vakkenbeschrijvingen en de studiegids van de opleiding beschreven op welke wijze in die gevallen de beoordeling plaatsvindt.

F. Uitslag examen- onderdelen en examens

20.4 The examiner(s) assess the test and give a mark. If the examiners are not unanimous the chairperson decides.

20.5 After the end of the oral test the candidate is told of the result immediately after the examiners have consulted.

Article 21: Practical tests21.1 A practical test is taken in the presence of

the Exam committee which consists of a minimum of three people. (Please note in this article test means test, recital, exami-nation or (final) presentation.)

21.2 Further guidelines regarding the dura-tion and content of the presentations and examinations in the Music Bachelor and Master programmes (jazz, early music, classical music, vocal, conducting and op-era) can be found in the document entitled ‘Guidelines for presentations and examina-tions for the Bachelor of Music and Master of Music’. This document is obtainable from the Student Administration Office and can be found on the intranet.

21.3 The record of the course of the test is given in a report. The report gives the du-ration of the test, a brief summary of the contents and the assessment. The student receives a written summary of the assess-ment by the committee of examiners.

21.4 The examiners assess the test and im-mediately decide on the results. If the ex-aminers are unable to reach a unanimous decision the chairperson decides.

21.5 After the end of the practical test candi-dates are informed of the result immedi-ately after the examiners have consulted. In the case of the Bachelor of Dance, students receive a written report contain-ing the results by post within a week.

21.6 The final presentation of the programme is given in the presence of the committee of examiners.

21.7 The final presentation is public, notwith-standing the authority of the Exam com-mittee to determine otherwise in special cases. Parts of the final presentation for Composition and Sonology are not public. In the case of the Bachelor of Dance, the

final presentation - which is not a (closing) assessment - is preceded by a final as-sessment which is not open to the public.

Article 22: Other forms of tests (reports, theses, assignments, activities with compulsory participation, internships etc.)For parts of the study that are concluded with tests other than the ones described above, the descriptions of the subjects and the study guide of the programme indicate how assessment is made in these cases.

F. Examination results

Article 23: Determining the results of tests and publication of these23.1 In the case of tests which are part of ex-

aminations, the assessment is expressed numerically, alphanumerically or with a pass/fail. In the case of numerical as-sessments a pass is equivalent to a mark that is equal to or greater than 5.5 before rounding off. For some subjects compulso-ry attendance applies which is stipulated in the descriptions of the subjects.

23.2 The examiner announces the results of every written test three weeks after the date of that test via a test list, one copy of which is submitted to the Student Administration Office, dated and signed. The results of oral tests are submitted a maximum of two weeks after the date of the test to the Student Administration Of-fice, dated and signed.

23.3 The periods of three and two weeks referred to in paragraph 2 may be deviated from in the sense of being shorter if the

Page 80: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

152 153

Artikel 23: Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag23.1 Bij de aan examenonderdelen verbonden

tentamens wordt de beoordeling uitge-drukt door middel van numerieke beoor-delingen, alfanumerieke beoordelingen of pass/fail. Bij numerieke beoordelingen geldt als voldoende een cijfer dat vóór afronding gelijk aan of groter is dan 5.5. Bij sommige vakken geldt een aanwezig-heidsplicht, die nader omschreven is in de vakkenbeschrijvingen.

23.2 De examinator maakt de uitslag van elke schriftelijke toetsing ten hoogste drie weken na de datum van die toetsing bekend via een toetslijst waarvan hij één exemplaar gedagtekend en ondertekend inlevert bij de studentenadministratie. De uitslag van mondelinge toetsing wordt ten hoogste twee weken na de datum van die toetsing bij de studentenadministratie, ondertekend en gedagtekend ingeleverd.

23.3 Van de in lid 2 genoemde periode van drie, respectievelijk twee weken kan naar beneden worden afgeweken als de uitslag van een studieonderdeel van belang is voor het behalen van de propedeuse of het al of niet toelaten tot een studieonderdeel met toelatingsvoorwaarden.

23.4 Gedurende een termijn van dertig dagen, die aanvangt op de dag na de bekendma-king van de uitslag, kan de student op zijn verzoek onder toezicht van de examinator inzage hebben in zijn beoordeeld schrifte-lijk werk c.q. in het verslag van zijn monde-ling tentamen en de daarbij behorende beoordelingsnormen.

23.5 De Examencommissie stelt het tijdstip, met inachtneming van bovengenoemde termijn, en de plaats van inzage vast. In-dien de student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te ver-schijnen, wordt hem een andere mogelijk-heid geboden, zo mogelijk binnen de in het vorige lid genoemde termijn.

23.6 Voor alle tentamens en eindpresentaties bestaat één herkansing per studiejaar, af te leggen op een door de leiding van de afde-

ling nader te bepalen tijdstip. Studenten worden daar tijdig over geïnformeerd. Het, om welke reden dan ook, niet verschijnen op een tentamen of herkansing geldt als een onvoldoende resultaat. Indien een student door van zijn wil onafhankelijke omstandigheden verhinderd is, dan gelden de voorwaarden onder artikel 18. Voor de afdelingen Dans, de masterspecialisatie muziektheater T.I.M.E. en Opera gelden andere regels in verband met de daar geldende specifieke wijze van beoordelen.

23.7 Uitstel van tentamens en eindpresentaties kan door de directie alleen in zeer uitzon-derlijke gevallen en op basis van zwaarwe-gende en duidelijk omschreven redenen worden verleend.

Artikel 24: Vaststelling en bekendmaking uitslag van examens; getuigschrift en verklaring24.1 De Examencommissie stelt aan de hand

van het Studievoortgangsoverzicht (SVO) van de student vast of alle onderdelen van een studie zijn afgesloten. Is dit het geval dan is het eindexamen afgelegd en kan ten bewijze daarvan het getuigschrift worden uitgereikt.

24.2 Op het getuigschrift wordt verwezen naar de bijlage behorend bij het getuigschrift. Deze bijlage vermeldt alle onderwijseenhe-den (met eventuele onderdelen daarvan) en het behaalde resultaat. De bijlage wordt in de Nederlandse taal uitgegeven en is op aanvraag in de Engelse taal verkrijgbaar.

24.3 Aan studenten die de minor educatie met goed gevolg hebben afgesloten zal hiervoor tevens een certificaat worden uitgereikt.

24.4 Degene die minstens één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd maar aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt, ontvangt desge-vraagd een door de Examencommissie af te geven verklaring waarin de tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd.

24.5 De Examencommissie voegt tevens aan het getuigschrift, een supplement en het

result of part of the study programme is important for passing the propedeutic phase or being admitted or rejected for part of a study with entry requirements.

23.4 For a period of thirty days that commenc-es on the day after the announcement of the results, the student at his or her re-quest, under supervision of the examiner, may see the assessed written work or the report of the oral test and the accompany-ing marking schemes.

23.5 The Exam committee decides on the time and place that this occurs, bearing in mind the aforementioned deadline. If the student demonstrates that he or she is or was unable to be present at the time and place thus decided because of circum-stances beyond his or her control, another opportunity is offered, if possible to the deadline referred to in the previous article.

23.6 One resit per academic year is allowed for all tests and final presentations to be taken at a time to be determined by the head of the department. Students will be informed of this well in advance. Failure to appear for whatever reason at a test or resit qualifies as a fail. If a student is un-able to be present through no fault of his or her own, the stipulations of article 18 apply. Other rules apply to the Bachelor of Dance, the Master specialisation in music theatre T.I.M.E. and the Master of Opera in connection with the specific way of as-sessment.

23.7 Postponement of tests and final presenta-tions can only be permitted by the director in very exceptional cases and on the basis of serious and clearly defined reasons.

Article 24: Determining and announcing examination results: certificates and statements24.1 The Exam committee determines if all

elements of the course have been con-cluded on the basis of the Study Progress Overview (SVO). If the result is that the ex-amination has been passed, the certificate

is awarded as proof of this by the Exam committee.

24.2 Reference is made on the degree to the enclosure belonging to the degree. The enclosure lists the education units (and parts of these) and the marks obtained. The enclosure referred to is printed in Dutch and is available in English on request.

24.3 Students who have passed the Minor in education will also be awarded a certifi-cate.

24.4 Those who have passed at least one test but to whom no degree can be awarded as referred to in paragraph 1, receive a state-ment issued by the Exam committee on request stating the tests that have been passed.

24.5 The Exam committee also adds a supple-ment and the Study Progress Overview (SVO) to the degree which serves to provide insight into the nature and content of the completed programme with a view to international recognition.

G. ExemptionsArticle 25: Exemptions25.1 At the written request of the student

which is countersigned by the head of the department of the relevant course, the Exam committee can decide if exemp-tion is to be granted for one or more parts of the examination on the basis of the possession of a document, diploma, certificate or assessment from which it is apparent that the student has already met the requirements of that part of the examination.

25.2 Exemption is granted by the Exam commit-tee by means of the following procedure:

• New students must submit the applica-tion form for exemption (obtainable from the Student Administration Office and via Intranet, intranet.koncon.nl/stip) in full and with reasons to the head of the depart-ment no later than 15th October. Along with the form the student must submit all relevant documents, such as transcripts of records and diplomas from Dutch or

Page 81: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

154 155

Studievoortgangsoverzicht (SVO) toe, dat tot doel heeft inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding met het oog op de internationale herken-baarheid en erkenning.

G. VrijstellingenArtikel 25: Vrijstellingen25.1 De Examencommissie kan op een schrifte-

lijk verzoek van de student dat mede-onder-tekend is door het hoofd van de betreffende opleiding beslissen tot het verlenen van vrijstelling van het afleggen van één of meer examenonderdelen op grond van het bezit van een akte, diploma, getuigschrift of assessment waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van het desbetref-fende examenonderdeel heeft voldaan.

25.2 Vrijstellingen worden verleend door de Examencommissie middels de volgende procedure:

• Nieuwe studenten dienen het aanvraag-formulier vrijstelling (verkrijgbaar bij de studentenadministratie en via Intranet intranet.koncon.nl/stip) vóór 15 oktober volledig ingevuld en duidelijk gemotiveerd in te leveren bij het hoofd van de afdeling. Bij dit formulier dient de student alle relevante documenten, zoals transcripts of records en diploma’s van binnen- of buitenlandse instellingen, te voegen. Studenten die reeds aan het KC studeren en een vrijstelling wil-len aanvragen voor het jaar erop dienen de aanvraag vóór 15 juni in te leveren.

• Het hoofd van de afdeling tekent op het aanvraagformulier vrijstelling het advies over het vrijstellingsverzoek aan; dit advies kan gebaseerd zijn ofwel op de door de student ingeleverde documenten over eerde behaalde studies/vakken ofwel op een assessment gedaan door een of meerdere docenten binnen de afdeling. Het formulier wordt vóór 15 november bij de secretaris van de Examencommissie ingeleverd (postvak eerste etage).

• De vrijstellingsaanvraag wordt tijdens de eerstvolgende vergadering door de Examencommissie besproken en vervol-gens toegekend dan wel afgewezen. De Examencommissie houdt een lijst bij met alle toegekende en afgewezen vrijstellin-gen, die door de aanwezige leden van de Examencommissie tijdens de vergadering wordt ondertekend.

• De geldigheidsduur van een vrijstelling wordt door de Examencommissie vastge-steld en kan door haar worden verlengd. De geldigheidsduur van een vrijstelling voor onderwijseenheden uit de prope-deuse is 2 jaar.

• Als de vrijstelling wordt verleend, wordt dat studieonderdeel als geabsolveerd beschouwd, c.q. het bepaalde aantal studiepunten toegekend.

• Na behandeling stuurt de Examencom-missie het formulier terug naar het STIP. Dit formulier geldt als een bewijs van vrijstelling en vermeldt de datum waarop de vrijstelling is verleend.

• Het STIP stelt de student en het hoofd van de afdeling in kennis van het besluit op het vrijstellingsverzoek.

• Bij een positieve beslissing verwerkt de studentenadministratie de vrijstelling in het studievolgsysteem en het dossier. De Planning past het rooster van de student hierop aan. Bij een negatieve beslissing wordt het formulier in het dossier van de student gearchiveerd.

H. Onregelmatig- heden

Artikel 26: Onregelmatigheden26.1 Indien een student zich ten aanzien van

enig onderdeel van het examen aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt, kan de commissie van examinatoren de student de verdere deelname aan het exa-men ontzeggen. Dit wordt bekend gemaakt aan de Examencommissie.

26.2 Indien de onregelmatigheid pas na afloop van het examen wordt ontdekt, kan de Examencommissie de student het getuig-schrift als bedoeld in artikel 7.11 van de wet onthouden of kan deze bepalen dat de betrokken student het getuigschrift slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de Examencommissie, c.q. de directie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze.

26.3 De Examencommissie kan besluiten aan betreffende student het recht te ontnemen

foreign institutions Students who are al-ready studying at the Royal Conservatoire and want to apply for exemptions for the following year need to submit their applica-tion before 15th June.

• The head of the department notes on the application form for exemption his or her recommendation. The recommenda-tion may be based on the documents submitted by the student regarding earlier completed studies/subjects of on an as-sessment made by one or more teachers within the department. The form has to be passed on to the secretary of the Exam Committee no later than 15th November (pigeon hole first floor).

• The application for exemption will be discussed during the first ensuing meeting of the Exam Committee and subsequently approved or rejected. The Exam com-mittee keeps a list of all accepted and rejected exemptions which is signed at the meeting by all members of the Exam com-mittee present.

• The validity of an exemption is decided by the Exam committee and can be extend-ed. The validity of an exemption for educa-tion units from the propedeutic phase is two years.

• If the exemption is granted that part of the study is regarded as exempt, or the stipulated number of credits is granted.

• After the form has been dealt with the Exam committee returns the form to the Student Administration Office (STIP). The form serves as proof of exemption and lists the date on which the exemption was granted.

• The STIP informs the student and the head of the department of the decision on the application for exemption.

• If the application has been accepted the Student Administration Office incorpo-rates the exemption in the study tracking system and the student’s dossier. Planning will adjust the timetable accordingly. If the application is rejected the form is kept in the student’s dossier.

H. IrregularitiesArticle 26: Irregularities26.1 If a student is guilty of any irregularities

with respect to any part of the examina-tion, the Committee of Examiners may

deny the student further participation. The Exam Committee is notified accordingly.

26.2 If the irregularity is discovered only after the end of the examination the Exam com-mittee may withhold from the student the degree as referred to in article 7.11 of the Act or may determine that the student in question may only be awarded the degree after a fresh examination of the parts to be determined by the Exam committee or the directors and in a way to be deter-mined by them.

26.3 The Exam committee may decide to with-draw the relevant student’s right to take one or more tests and examinations for a maximum period of one year.

26.4 Before a decision is taken pursuant to the first or second paragraph, the Exam committee hears the examiner and the student. The Exam committee immedi-ately communicates the decision to the student and ensures that this is recorded in writing.

26.5 The Exam committee draws up a report of its decision and the facts on which it is based and sends this to the faculty director.

I. Keeping of documents and appeals

Article 27: Keeping documents 27.1 The examiner keeps the reports as re-

ferred to in article 16 paragraph 3, article 19 paragraph 3, article 20 paragraph 3 and article 21 paragraph 3 as well as the papers, the marking schemes, and the assessed work for 12 months after the results of the test have been announced.

27.2 The Student Administration Office has a file for each student in which the study results and written material evidence are kept.

Page 82: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

156 157

gedurende een termijn van ten hoogste 1 jaar één of meer tentamens of examens af te leggen.

26.4 Alvorens een beslissing ingevolge het eerste of tweede lid te nemen, hoort de Examencommissie de examinator en de student. De Examencommissie deelt de genomen beslissing terstond mede aan de student en draagt zorg voor schriftelijke vastlegging daarvan.

26.5 De Examencommissie maakt van haar beslissing en van de feiten waarop deze steunt een rapport op dat zij aan de facul-teitsdirectie zendt.

I. Bewaring en beroep

Artikel 27: Bewaring27.1 De examinator bewaart de verslagen als

bedoeld in artikel 16 lid 3, artikel 19 lid 3, artikel 20 lid 3 en artikel 21 lid 3, alsmede de opgaven, de beoordelingsnorm en het beoordeelde schriftelijk werk gedurende 12 maanden na bekendmaking van de uitslag van het tentamen.

27.2 Voor elke student beschikt de studenten-administratie over een dossiermap waarin de studieresultaten en schriftelijke bewijs-stukken worden bewaard.

27.3 De voorzitter van de Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de geregistreerde gegevens gedurende 30 jaren bewaard blijven in het archief van de instelling.

27.4 De eindpresentaties worden opgenomen en conform de wettelijke regelgeving 7 jaren bewaard.

Artikel 28: Beroep28.1 Indien een student bij een toetsingsgele-

genheid (voor welk studieonderdeel dan ook) bezwaren heeft van inhoudelijke of procedurele aard, overlegt hij daarover in eerste instantie met de commissie der exa-minatoren.

28.2 Mocht dit gesprek niet leiden tot een oplos-sing, kan de student een verzoek indienen bij de Examencommissie om de gang van zaken rond de toetsingsgelegenheid nader te onderzoeken. Hiertoe dient de student een duidelijk gemotiveerd en gedocumen-teerd verzoek bij de ambtelijk secretaris van de Examencommissie in te dienen 2 weken voor de eerstvolgende bijeenkomst van de Examencommissie. Binnen die periode zal de Examencommissie tevens leden van de desbetreffende commissie der examinato-ren horen. Na behandeling zal de Examen-commissie (zo mogelijk) binnen 1 week de student informeren over haar bevindingen.

28.3 Conform Artikel 3 lid h van het Huishoude-lijk Reglement van de Examencommissie neemt bij directe betrokkenheid van een lid van de Examencommissie bij een te behan-delen onderwerp dat lid niet deel aan de besluitvorming.

28.4 Mogelijk leidt dit tot het bereiken van over-eenstemming over een herkansing. Komt men niet tot een bevredigende oplossing, dan kan de student in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool, postbus 11670, 2502 AR Den Haag.

28.5 Betreffende het instellen van beroep als bedoeld in het vierde lid is het bepaalde in hoofdstuk 8.2, Rechtsbescherming van het Studentenstatuut van toepassing.

J. Studeren met een functie- beperking

Artikel 29: Studenten met een functiebeperking29.1 Aan studenten met een functiebeperking

wordt de gelegenheid geboden de tenta-mens en examens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De student wordt gead-viseerd om contact op te nemen met de studentendecaan om in overleg tot een lijst van gewenste aanpassingen te komen.

27.3 The chairperson of the Exam committee ensures that the recorded particulars of every student are kept for 30 years in the files of the institution.

27.4 The final presentations are recorded and kept in conformity with statutory require-ments for seven years.

Article 28: Appeal28.1 If a student has objections to the content

or procedure of a test for whatever part of the study, he or she consults on this in the first instance with the committee of examiners.

28.2 If this consultation does not produce a solution the student may submit a request to the Exam committee to investigate further the events surrounding the test. To this end the student must submit a clearly reasoned and documented request to the Exam committee’s secretary two weeks prior to the Exam committee’s first subsequent meeting. Within this period the Exam committee will also hear the members of the relevant committee of examiners. Having dealt with the request the Exam committee will inform the student of its findings (if possible) within one week.

28.3 In conformity with article 3 paragraph h of the Exam committee’s rules and regulations any member of the Exam committee directly involved in the matter to be dealt with will not take part in the decision making.

28.4 This may result in agreement being reached on a resit. If no satisfactory solu-tion is found, the student can appeal to the Board of Appeal for Examinations of the University of the Arts The Hague, P.O. Box 11670, 2502 AR The Hague.

28.5 As regards the appeal referred to in para-graph 4 the provisions of chapter 8.2 Legal protection of the Student Charter apply.

J. Studying with a disadvantage

Article 29: Students with a disadvantage29.1 Students with a disadvantage are given

the opportunity of taking tests and exami-nations, adapted as much as possible to their individual handicap. Students are ad-vised to get in touch with the student dean so that a list of desired modifications can be drawn up in consultation. Afterwards students submit a request to the Exam committee. The Exam committee may obtain expert advice, if necessary, before taking a decision.

29.2 In cases arising, students may be given the opportunity to take the tests and ex-aminations in a way adapted to individual situations. This is left to the discretion of the Exam committee.

K. Tutoring/ coaching

Article 30: Study progress and tutoring/coaching30.1 The faculty director informs the prope-

deutic students once a year of their study progress. The post-propedeutic student is in principle informed of the study progress once every year. Students have access at all time to an overview of their course results via Osiris Student.

30.2 Individual tutoring/coaching within the programmes is provided for by a member of staff designated by the faculty director.

Page 83: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

158 159

Daarna dient de student een verzoek in bij de examencommissie. De Examencom-missie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.

29.2 In voorkomende gevallen kan aan studen-ten de gelegenheid worden geboden de tentamens en examens op aan individuele situaties aangepaste wijze af te leggen. Dit ter beoordeling aan de Examencommissie.

K. Studie- begeleiding

Artikel 30: Studievoortgang en studiebegeleiding30.1 De faculteitsdirecteur stelt de propedeuse-

student één maal per jaar op de hoogte van zijn studievoortgang. De postpropedeuse-student wordt in principe één maal per jaar op de hoogte gesteld van zijn studievoort-gang. De student heeft op ieder gewenst moment inzage in de door hem of haar be-haalde studie onderdelen via Osiris Student.

30.2 De individuele studiebegeleiding binnen de opleidingen wordt verzorgd door een door de faculteitsdirectie daartoe aan te wijzen functionaris.

L. Slot- en invoerings- bepalingen

Artikel 31: Onvoorziene gevallen31.1 In gevallen waarin deze regeling niet

voorziet en waaromtrent een onmiddel-lijke beslissing noodzakelijk is, beslist het College van Bestuur maar consulteert de Examencommissie daar waar het gaat om het kennen en kunnen van de student.

31.2 Van de in het eerste lid bedoelde beslissing wordt door de directeur of diens waarne-mer zo spoedig mogelijk mededeling ge-daan aan de leden van de Examencommis-sie, alsmede aan het College van Bestuur.

Artikel 32: Omrekening studieresultaten oude stijl32.1 De Examencommissie stelt voor de

student die in enig studiejaar voor de in-voering van de wet was ingeschreven voor de opleidingen, de waarde van de voor de inwerkingtreding van de wet behaalde studieresultaten vast, indien van toepas-sing in studiepunten, ten behoeve van een volgens deze onderwijs- en examenrege-ling af te leggen examen.

32.2 Voor de student als bedoeld in het eerste lid gelden vanaf de inwerkingtreding van deze regeling voor nog niet met goed ge-volg afgelegde tentamens de voorwaarden als vastgesteld in deze regeling, tenzij de Examencommissie anders bepaalt.

Artikel 33: Inwerkingtreding, citeertitel en bekendmaking33.1 Deze regeling treedt in werking met ingang

van 1 september 2015.

33.2 Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Onderwijs- en Examenregeling Koninklijk Conservatorium’ (OER KC).

33.3 Deze regeling wordt bekend gemaakt door ter inzage legging en publicatie op de website www.koncon.nl en op het Intranet intranet.koncon.nl van het Koninklijk Conservatorium.

De voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten Den Haag

L. Final and introductory provisions

Article 31: Unforeseen cases31.1 In cases for which these regulations have

no provision and which require an immedi-ate decision, the Board of Governors will decide. Where this involves knowledge of the student and their abilities this will be done in consultation with the Exam com-mittee.

31.2 The director or his or her deputy notifies the decision as referred to in paragraph 1 as soon as possible to the members of the Exam committee and to the Board of Directors.

Article 32: Conversion of study results from the former system 32.1 The Exam committee decides on the value

of the study results obtained before the introduction of the Act for students en-rolled for the programmes in any academic year before the introduction of the Act, if applicable in the form of credits, for an examination to be taken in accordance with these Education and Examination Regulations.

32.2 For students as referred to in paragraph one, the conditions set in these regula-tions apply to tests that have not yet been passed as of the coming into force of these regulations unless the Exam committee determines otherwise.

Article 33: Coming into force, official title and publication33.1 These regulations come into force as of

1 September 2015.

33.2 The official title of these regulations is Royal Conservatoire Education and Exami-nation Regulations.

33.3 These regulations are made known by being available for inspection and by publi-cation on the website www.koncon.nl and on the Intranet intranet.koncon.nl of the Royal Conservatoire.

The Chairman of the Board of Directors of the University of the Arts The Hague

Page 84: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium

160

ColofonDe studiegids 2015-2016 is een uitgave van het Koninklijk Conservatorium.

Voorbereiding en samenstelling:Marleen LeroyMartin Prchal

Fotografen:Valerie Harmanus: Pagina’s 41, 70/71Tim Hillege: Pagina 64/65Ed Jansen: Pagina 6/7, 116/117Alex Schroder: Omslag voor en achter, pagina’s 8, 20/21, 22, 42, 63, 69, 81, 84, 98/99, 108/109, 121, 122/123, 130/131

Ontwerp:Thonik, Amsterdam

Drukwerk:Albani Drukkers, Den Haag

© Aan teksten en beeldmateriaal kunnen geen rechten worden ontleed.

Koninklijk Conservatorium,Den Haag [email protected]

ColophonThe Study Guide 2015-2016 is a publication of the Royal Conservatoire.

Prepared and compiled by:Marleen LeroyMartin Prchal

Photographers:Valerie Harmanus: Pages 41, 70/71Tim Hillege: Pages 64/65Ed Jansen: Pages 6/7, 116/117Alex Schroder: Cover front and back, pages 8, 20/21, 22, 42, 63, 69, 81, 84, 98/99, 108/109, 121, 122/123, 130/131

Design:Thonik, Amsterdam

Printer:Albani Drukkers, The Hague

© No rights may be derived from the text and images.

Royal Conservatoire,The Hague [email protected]

Page 85: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium
Page 86: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium
Page 87: Study guide 2015-2016 Royal Conservatoire / Studiegids 2015-2016 Koninklijk Conservatorium