Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal....

23
Bundelen Zorgverzekeraars Nederland Jaarbericht 2004

Transcript of Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal....

Page 1: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

BundelenZorgverzekeraars Nederland Jaarbericht 2004

Page 2: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

BuNdeleNZorgverzekeraars Nederland Jaarbericht 2004

Page 3: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

Op Naar het vOlgeNde lustrum!

Dit jaarbericht verschijnt in een jaar dat Zorgverzekeraars Nederland iets te vieren heeft:

het tweede lustrum van de branchevereniging. Bij haar eerste lustrum, in 2000, bracht ZN

een – nog steeds lezenswaardig – boek uit waarin bijna 90 jaar geschiedenis van de

belangenbehartiging voor ziekenfondsen en particuliere verzekeraars staat beschreven.

De belangen van de verschillende typen zorgverzekeraars ontwikkelden zich in de loop der

tijd steeds meer in dezelfde richting. Deze convergentie van belangen culmineerde in 1995

in de start van de branchevereniging voor zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars Nederland

heeft inmiddels bij de politiek, de zorgsector en het publiek een plek als gezaghebbende,

betrouwbare belangenbehartiger verworven.

Het vieren van 10 jaar ZN leidt onherroepelijk ook tot nadenken over de toekomst. Immers,

een belangenvereniging weerspiegelt de dynamiek van een branche en dit heeft impact op

de kerntaken zoals belangenbehartiging en dienstverlening. De toenemende invoering van

marktwerking in de gezondheidszorg is zo’n dynamische factor. Onze leden zullen door de

regelgeving en het toezicht meer en meer met elkaar gaan concurreren. Naarmate de branche

competitiever wordt, zal ZN een andere rol moeten gaan vervullen. Minder beleidsinhoudelijk,

meer faciliterend. De algemeen directeur gaat daar in zijn inleiding

dieper op in.

In dit jaarbericht laat een aantal betrokkenen vanuit verschillende invalshoeken hun licht over

de toekomst van branchevereniging schijnen: de wetenschapper Peter Tack, secretaris-

generaal Jan Willem Oosterwijk van Economische Zaken en de collega voorzitters Richard de

Lange van Energiened, Constant van Schelven van Arcares en Heert Zijlstra van de NMT. Uit de

interviews vallen interessante lessen te trekken over de positionering van de moderne

branchevereniging.

Het lijkt erop dat we aan de vooravond staan van een ingrijpende verandering van het

zorgverzekeringsstelsel. De introductie van de nieuwe standaardverzekering is een mega-

operatie die veel van onze leden zal vergen. Strategische afwegingen moeten worden

gemaakt – hoe gaan de zorgverzekeraars zich van elkaar onderscheiden? – en primaire

bedrijfsprocessen ( zoals klantcontacten, zorginkoop, PR en marketing) vragen om een

adequate invulling. De belangen zijn groot, de risico’s ook. De leden verwachten van ZN

ondersteuning bij het implementatieproces. Zij verwachten ook dat ZN de belangen in

‘Den Haag’ goed behartigt.

Kortom, er is genoeg werk aan de winkel! Als het bureau een goed oog en oor blijft

houden voor de wensen en behoeften van de leden en zich als gezaghebbend en flexibele

gesprekspartner richting politiek en veld blijft opstellen, dan voorzie ik een stevige toekomst

voor Zorgverzekeraars Nederland. Op naar het derde lustrum!

H. Wiegel

Voorzitter Zorgverzekeraars Nederland

Page 4: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

6

iNhOud 3 Voorwoord

Op naar het volgende lustrum!

Hans Wiegel, voorzitter Zorgverzekeraars Nederland

7 Inleiding

Op weg naar 2010

Martin Bontje, algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland

BRANCHES IN BEELD

11 Anticiperen

Interview met ir. drs. Peter Tack, beleidsmedewerker van de Vrije Universiteit

te Amsterdam

15 Dragen

Interview met mr. Constant van Schelven, voorzitter van Arcares

19 Versterken

Interview met Heert Zijlstra, tandarts, voorzitter van de Nederlandse Maatschappij tot

bevordering der Tandheelkunde (NMT)

23 Ondersteunen

Interview met mr. Richard de Lange, tijdelijk voorzitter van Energie Ned,

Federatie van energiebedrijven in Nederland

27 Kanaliseren

Interview met mr. Jan-Willem Oosterwijk, secretaris-generaal van het ministerie

van Economische Zaken

31 Jaaroverzicht

36 De branche in cijfers

38 Bestuur, Directie en Raad van Advies

39 Leden

40 Colofon

Page 5: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

Op weg Naar 2010 ‘instellingen en ondernemingen houden langer stand wanneer in

hun statuten een dynamiek is ingebouwd die tot regelmatige ver-

nieuwingen dwingt; of wanneer zij geregeld tot vernieuwing worden

gedwongen door gebeurtenissen die niets met hun statuten te

maken hebben. en zich vernieuwen betekent: terugkeren naar de

bron, naar de oorspronkelijke gedrevenheid.’

Jubilea zijn vaak aanleiding tot bezinning, en met de viering van 10 jaar Zorgverzekeraars

Nederland is dat niet anders. We kijken terug, laten belangrijke gebeurtenissen en ontwik-

kelingen de revue passeren. We maken de balans op, gaan na wat we bereikt hebben, en wat

niet. En we blikken vooruit. Kernvraag is natuurlijk hoe ZN zich de komende jaren zal

ontwikkelen. Vernieuwing is daarbij volgens mij een belangrijke leidraad, zoals de beroemde

Italiaanse politicus en schrijver Niccolo Machiavelli (1469-1527) in bovengenoemd citaat

treffend wist te verwoorden.

Vijf i’s

Wat brengt de toekomst voor brancheverenigingen in het algemeen en Zorgverzekeraars

Nederland in het bijzonder. Trendwatchers gebruiken vaak de zogeheten vijf i’s om een

inschatting van de toekomst van een organisatie te kunnen maken. Ze staan voor:

individualisering, informatisering, intensivering, internationalisering en informalisering.

De samenleving kenmerkt zich meer en meer door individualisering en eigen

verantwoordelijkheid. Individualisering staat absoluut niet voor een atomisering van de

samenleving en puur ik-gericht denken. Wel is er steeds minder begrip voor het feit dat

persoonlijke wensen en eisen niet altijd ingewilligd kunnen worden. Toegepast op de leden van

onze vereniging: de vanzelfsprekende solidariteit onder de leden neemt af. Zeker in het

nieuwe stelsel zijn zij elkaars concurrenten. Als individuele onderneming, zowel de grote

zorgverzekeraars als de kleinere, verwachten zij oog en oor van de vereniging voor hun

specifieke wensen en eisen.

Door de informatisering neemt de beschikbaarheid en omloopsnelheid van informatie snel en

in omvang toe. De traditionele informatievoorsprong van koepel- en brancheverenigingen door

hun positie in politiek Den Haag en Brussel wordt hierdoor aangetast. De zorgverzekeraars

kunnen bijvoorbeeld zelf prima de voortgang van een wetsvoorstel via het internet volgen.

Onder intensivering wordt verstaan dat mensen wat willen beleven, uitgedrukt in het motto

‘Living to the max’. Leden gaan de toegevoegde waarde van een branchevereniging anders

beleven. Zij willen tastbare resultaten zien en zijn dan bereid ervoor te betalen.

Bij steeds meer vraagstukken spelen internationale, Europese omstandigheden en

9

Page 6: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

10

standpunten een doorslaggevende rol. Bedrijven zijn minder nationaal gebonden en de

grenzen krijgen een geringere betekenis. Als zorgverzekeraars hebben we dit al ervaren door

de impact van het Europese Hof van Justitie in een aantal zaken over het vergoeden van zorg

elders in de Europese Unie. De Europese Commissie werkt aan het totstandbrengen van één

interne Europese markt door het gelijktrekken van nationale wetgeving en het stimuleren van

een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.

Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening en op de

werkvloer niet meer vanzelfsprekend zijn. Klanten en werknemers worden steeds mondiger

en kritischer en laten zich niet zomaar van alles aanpraten. Dit gaat ook op voor de leden

van ZN. Ze willen een serieuze rol spelen en zien zich niet als achterban of als publiek.

De waardering voor wat ‘Zeist’ voor de branche doet, moet echt verdiend worden.

Lessen voor de vereniging

De vraag natuurlijk is welke lessen de brancheverenigingen, ZN dus ook, uit deze i’s kunnen

trekken. Naar mijn bescheiden mening zijn er vier.

De eerste is dat ZN moet zorgen voor een goed aanbod van producten, waar de leden tevreden

over zijn. Zo’n ‘product’ is belangenbehartiging. Als collectief is een branchevereniging bij

uitstek het aanspreekpunt voor politiek, overheid, media en maatschappelijke organisaties.

Hoe meer de leden concurreren en een marktpartij worden, hoe groter de behoefte aan een

collectieve belangenbehartiger voor die zaken die non-concurrentieel zijn. Een ander product

is dienstverlening. Brancheverenigingen verschaffen nieuws en achtergronden over issues en

wetgevingsdossiers bijvoorbeeld, of over ontwikkelingen in de branche. In dit digitale tijdperk

moet de informatievoorziening sneller en actueler dan ooit zijn, en zijn voorzien van duiding en

context. Hier blijkt bij uitstek de kracht van een belangenvereniging. Brancheverenigingen

moeten naast het collectieve belang ook oog hebben voor individuele leden. En bijspringen

wanneer daar behoefte aan bestaat.

De tweede is dat ZN vernieuwend moet verbinden. ‘Zeist’ moet niet alleen fysiek een open huis

en ontmoetingsplaats zijn, maar ook virtueel. Zorgverzekeraars Nederland telt 37 leden. Zo’n

650 personen die bij deze leden werken, behoren tot de groep ‘bestuurlijk actieven’. Zij maken

deel uit van beleidsadviescommissies, begeleidingscommissies, stuurgroepen of werkgroepen.

De groep medewerkers bij de leden die daadwerkelijk een beroep doet op het bureau en van

zijn diensten gebruik maakt, is veel groter. Deze medewerkers benaderen het bureau direct,

zijn aandachtig lezer van het ZN Journaal, raadplegen de ZN-website en gebruiken de ZN

Ziektekostengids of andere databanken. Dan is er een groep medewerkers

die ZN alleen ‘vanuit de verte’ kent, bijvoorbeeld medewerkers van call centers of marketing-

medewerkers. Zij weten niet wat ZN te bieden heeft en lopen dus nuttige informatie of kennis mis.

Ten derde moet ZN zich actief profileren. Juist in een marktgerichte, competitieve omgeving

waarin onze leden als private zorgverzekeraars opereren, moet het sociale, maatschappelijke

aspect van de zorgverzekering benadrukt blijven. Zorgverzekeraars zijn niet anders dan

ondernemers die mensen toegang verschaffen tot zorgvoorzieningen van een goed niveau en

die de zorgkosten willen beheersen. Uiteindelijk staat onze branche voor kernwaarden als

zekerheid, betrokkenheid, solidariteit en transparantie. Als spreekbuis van de branche kan ZN

deze waarden uitdragen in de media, op symposia en andere publieke podia.

Ten vierde moet ZN transparanter worden, meer inzicht geven in wat de medewerkers van het

bureau voor de contributie-euro’s van de leden doen, en wat de resultaten zijn. Daarbij altijd

in het achterhoofd houdend dat het bereikte resultaat of de te betreuren mislukking nooit één

op één op conto van een enkele partij mag worden geschreven. De belangen behartiger is

immers maar een speler op de politieke markt die een issue beoogt te beïnvloeden.

Speerpunten 2005

ZN zal het komende jaar al haar energie richten op de introductie van het nieuwe

zorgverzekeringsstelsel. ZN zal de belangen van dit voor de branche zo essentieel dossier

bewaken in het overleg met de politiek. Alle onderdelen van ons bureau, Zorg, Verzekeringen,

Informatiebeleid, Werkgeverszaken, Communicatie en Algemene zaken krijgen hiermee te

maken. We zullen de leden informeren en, op verzoek, helpen bij het inrichten van hun

primaire functies zoals zorginkoop, klantcontacten en voorlichting. Sinds kort is een digitale

helpdesk beschikbaar waar medewerkers van zorgverzekeraars vragen kunnen stellen. Een

overzicht van meest gestelde vragen wordt vervolgens op het ledennet gepubliceerd. Alles is

erop gericht de overgang van het oude naar nieuwe stelsel voor alle zorgverzekeraars en

verzekerden zo goed mogelijk te laten verlopen.

Verder zal ZN dit jaar een zorgverzekeraarsportal lanceren. Een portal van en voor de

zorgverzekeraars waar medewerkers van zorgverzekeraars terecht kunnen voor nieuws,

achtergronden, standpunten, databanken, vergaderstukken etcetera. Een portal ook waar

collega’s kennis, ervaringen en tips kunnen uitwisselen.

Afsluiting

De wijsheid van Machiavelli indachtig zijn er voor brancheverenigingen dus genoeg

‘gebeurtenissen’ die tot vernieuwing dwingen. Vernieuwen betekent niet zozeer nieuwe

activiteiten opzetten om bij te willen blijven. Vernieuwen betekent vooral de wezenlijke

functies van de organisatie beter vervullen. De toekomst van ZN zie ik dan ook met

vertrouwen tegemoet.

Martin Bontje

Algemeen directeur

Page 7: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

12

het succes van een brancheorganisatie hangt af van de souplesse

waarmee ze inspeelt op de maatschappelijke context. “een goede

brancheorganisatie is een pro-actieve lobbyist”, zegt bedrijfs-

kundige ir. drs. peter tack van de vrije universiteit te amsterdam.

“in het europa van twee snelheden kan het nog alle kanten op met

internationalisering en marktwerking. die scenario’s moet je

hebben doordacht.”

De vier toekomstscenario’s die het Centraal Planbureau (CPB) onlangs schetste over de

toekomst van Nederland houden bedrijfseconoom Peter Tack druk bezig. “Er zijn mensen die

zeggen dat Europa in volle vaart doordendert, maar er klinken ook geluiden dat de grenzen

zijn bereikt. Het fascinerende is”, zegt Tack, “dat alle vier scenario’s even waarschijnlijk zijn.”

Het CPB hangt de scenario’s op aan twee sleutelonzekerheden: ten eerste de mate waarin

landen, waaronder ook Nederland, bereid zijn hun soevereiniteit op te geven en ten tweede de

verdeling tussen private en publieke verantwoordelijkheid in de samenleving. In het ene

uiterste zet zowel internationalisering als privatisering door en ontstaat er een Global

Economy, in het andere uiterste komen beide bewegingen tot stilstand en ontstaan er

Regional Communities. In de twee tussenscenario’s is wel sprake van internationalisering,

maar niet van verdere aanpak van de collectieve sector en vice versa.

“Brancheverenigingen doen er goed aan om deze scenario’s als strategische exercitie te

hebben doordacht”, zegt Tack in zijn kamer op de VU. “Dat is kenmerkend voor een pro-

actieve houding. Je ziet dat ook bij professionele verenigingen die zich hebben klaargestoomd

voor de nieuwe marktverhoudingen. Anderen zijn nog niet klaar voor het nieuwe

concurrentiespel. Ze zijn blijven steken in het rouwproces dat inzette bij de komst van de

mededingingswet in 1998. Ze zijn boos en defensief over het einde van het oude

concurrentiespel in plaats van bezig aan de wederopbouw.”

Tack, auteur van “Professioneel Verenigingsmanagement: voor besturen en directeuren van

1995 > Het paarse kabinet,

dat in augustus 1994 is aangetreden, werkt

het regeerakkoord uit. Na het mislukken van

het plan-Simons kiest het voor rust op het

terrein van zorgverzekeringen. Voor de

gezondheidszorg betekent dit de geboorte

van het compartimentenstelsel. Het stelsel

wordt in drie compartimenten ingedeeld: de

AWBZ voor chronische zorg als eerste com-

partiment, de Ziekenfondswet en particuliere

polis voor de curatieve zorg in het tweede

compartiment, en de aanvullende verzeke-

ringen voor de overige zorg als derde com-

partiment. Ziekenfondsen en particuliere

ziektekostenverzekeraars moeten gaan con-

vergeren wat betreft verzekeringsdekking,

eigen risico en kostenbeheersing.

Zorgverzekeraars Nederland laat minister

Borst van VWS weten dat het beleid op

ondersteuning van de gezamenlijke zorgver-

anticiperen

13

Page 8: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

14

branche en beroepsverenigingen”, denkt graag in spelletjes. Hij ontwierp het zogeheten

‘propellermodel’ dat als sleutel tot het succes van de branchevereniging moet dienen. In het

propellermodel fungeren drie speelvelden als dynamische propellerbladen die de branche in

bestuurlijke zin voort sturen: de concurrentiepositie van de branche als geheel (marktspel), de

invloed op de overheid (conditiespel) en de kracht van individuele leden in hun eigen

onderneming of beroep (bedrijfsspel of praktijkspel).

De drie propellerbladen draaien om de as: de verenigingsorganisatie. De samenhang tussen

die twee bepaalt het succes: een goed beheerde vereniging kan optreden als een krachtige

bestuurder van een branche en andersom, aldus omschrijft Tack de werking in zijn boek.

“Het begint bij strategische positionering in de markt”, legt Tack uit. “Waar willen we als

branche staan? Zien we de andere spelers op de markt als vijanden of als potentiële partners?

Zorgverzekeraars hebben hier een duidelijk pro-actieve rol in gespeeld. Zij wilden de regierol

in de zorg en hebben die ook gekregen. Je ziet dat andere partijen in de zorgmarkt nog niet

helemaal klaar zijn voor het ‘nieuwe (concurrentie) denken’. Ze voelen zich gauw in het nauw

gedreven en treden niet pro-actief op.”

Tack denkt bijvoorbeeld aan beroepsverenigingen waar de lobby erg gericht is op het op peil

houden van het inkomen, behoud van autonomie en ruimte voor technische innovatie. “Denk

bijvoorbeeld aan tandartsen. Ze willen technologisch geavanceerde technieken in praktijk

kunnen brengen, maar kunnen dat met moeite verkopen als kostenbesparende of noodzakelijk

kwaliteitsverbeterende maatregelen.”

De volgende stap is het spel met de overheid. “Branches en overheden zijn als

communicerende vaten aan elkaar gebonden. Dat zie je helemaal in de verzekeringswereld.

Elke overheidsmaatregel roept een reactie op bij verzekeraars die met complementaire

producten op de markt komen. Dergelijke particuliere oplossingen voor publieke vraagstukken

vragen op hun beurt weer om overheidsreacties. Denk aan fiscale compensaties en het

berekenen van koopkrachtplaatjes. De overheid praat graag met een partij met een stevig

draagvlak waaraan ze hun beleid kunnen toetsen.”

Dat vraagt om het organiseren van massa. De tendens, voorspelt Tack, is dat branches bij

elkaar kruipen en sectoren gaan vertegenwoordigen. Bouwend Nederland, de nieuwe

koepelorganisatie in de bouw, is een goed voorbeeld. “Schaalvergroting gaat hand in hand met

zekeraars kan rekenen, mits het convergen-

tietraject niet met wetgeving wordt gestart.

Met het nieuwe VWS-beleid krijgen zorgver-

zekeraars meer verantwoordelijkheden bin-

nen het tweede compartiment. Voor zieken-

fondsen betekent dit een aanscherping van

de bestaande verzekeringsbudgettering. De

gezamenlijke zorgverzekeraars stellen een

model voor waarbij verschillende

budgetparameters gehanteerd worden.

De doorvoering van dit model vormt een mijl-

paal binnen het traject van de modernisering

van de Ziekenfondswet.

1996 > In 1996 zijn medi-

cijnen, hulpmiddelen, revalidatiezorg, erfe-

lijkheidonderzoek en audiologische zorg van-

uit de AWBZ teruggeheveld naar de zieken-

fondsverzekering en de particuliere ziekte-

kostenverzekering. Uit de manier waarop

“Branches en overheden zijn als communicerende vaten aan elkaar gebonden.”

zorgverzekeraars vorm geven aan de terug-

heveling blijkt dat zorgverzekeraars mee-

werken aan de convergentie. Alle particuliere

zorgverzekeraars bieden bijvoorbeeld hun

verzekerden de teruggehevelde zorg aan

zonder selectie toe te passen. De aanspra-

ken van ziekenfondsverzekerden zijn, voor de

teruggehevelde zorgvormen, gelijk aan die

van de particulier verzekerden.

Zorgverzekeraars Nederland ontwikkelt

de ‘Zorgverzekeraars Nederland

Convergentiepolis-model 1996’, als opvolger

van de KLOZ-polis. Het is een advies aan de

markt om het convergentiestreven te bena-

drukken. Op enkele onderdelen wijken de

polisbepalingen af van de wettelijke rege-

lingen, omdat een flexibilisering van de

Ziekenfondswet te verwachten is.

Zorgverzekeraars verwijzen in hun model-

polisvoorwaarden regelmatig naar

branchevervaging, maar dat kun je oplossen met vakgroepen binnen de vereniging.”

De voordelen van schaalvergroting zijn evident. “Een betere lobby, efficiëntiewinst, voordelig

inkopen, verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en een sterkere positie op de

internationale markt”, somt Tack op. “In een grotere organisatie kun je meer betekenen voor

de leden. In plaats van één jurist voor alle vraagstukken, kun je een complete juridische

afdeling bieden met alle specialismen in huis.”

De dienstverlenende rol is belangrijk voor het zogeheten ‘bedrijfsspel’ waarin de

brancheorganisatie de leden ondersteuning biedt. De leden willen waar voor hun geld.

“Brancheorganisaties zijn geen monopolist meer”, stelt Tack. “Op het gebied van

informatievoorziening bijvoorbeeld zijn de leden niet meer afhankelijk van de

brancheorganisatie. In een paar muisklikken op internet halen ze net zoveel informatie op als

ze willen. Met name jonge ondernemers vragen zich af wat de meerwaarde is van het

lidmaatschap van een branchevereniging.”

De dienstverlening aan de leden moet ‘“tiptop in orde zijn”, zegt Tack. “Als leden een keer bij

hun vereniging om hulp aankloppen moeten ze adequaat worden geholpen anders is het

meteen een afknapper. Dat is de wegenwachtfunctie van de branchevereniging.”

Daarnaast moeten leden individueel voordeel kunnen halen. “Met een tevreden ledenbestand

creëer je massa en draagvlak voor de belangenvertegenwoordiging van de branche en kun je

een krachtige lobby voeren”, zo illustreert Tack de dynamiek van het propellermodel.

“Brancheverenigingen hebben soms nog te simpele opvattingen over lobbyen. Lobbyen is

geen bedelen”, zegt Tack. “Een goede lobbyist is in feite een adviseur met deskundigheid van

de branche. Hij of zij moet investeren in netwerken en contacten die pas op termijn iets

kunnen opleveren. Ook moet de lobbyist de achterban kunnen uitleggen als de lobby niets

heeft uitgehaald. Soms wordt een dossier in de politieke arena uitgeruild tegen een ander

dossier ook al is er professioneel gezien een goede lobby gevoerd.”

De opgave is om in de juiste contacten te investeren, denkt Tack. “Amateurs benaderen vooral

Tweede Kamerleden, maar die komen pas in beeld als het beleid al is gemaakt. Je moet aan

tafel zitten met de ambtenaren die het beleid maken. Je moet er voor zorgen dat de

ambtenaar jou belt voor kennis en advies. Dan beleef je als lobbyist je finest hour.”

ir. drs. Peter Tack

Beleidsmedewerker van de Vrije Universiteit te Amsterdam

Page 9: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

16

ZN-regelingen, die gebaseerd zijn op minis-

teriële regelingen, zoals de regelingen

Farmaceutische hulp, Hulpmiddelen,

Diëetpreparaten en Fysiotherapie.

1997 > In februari 1997 stelt

het bestuur van Zorgverzekeraars Nederland

de commissie ‘Goed Zorgverzekeraarschap’

in met de opdracht een gedragscode op te

stellen. Eind 1997 overhandigt de commissie,

onder leiding van oud-topman van ING

mr. J.J. van Rijn, de ‘Gedragscode van de

zorgverzekeraar’ aan minister Borst van

VWS. Het doel van de gedragscode is helder-

heid verschaffen over wat verzekerden,

patiënten en zorgverleners van alle zorgver-

zekeraars mogen en kunnen verwachten.

De minister laat weten het een zeer goede

en belangrijke ontwikkeling te vinden dat

zorgverzekeraars hun uitgangspunten en

werkwijze zo helder op papier hebben gezet.

marktwerking is in de gezondheidszorg nog lang geen feit. "Bij de

zorginkoop is nog maar bitter weinig oog voor kwaliteit en des te

meer voor prijs. de koppeling tussen die twee ontbreekt nog." dit

stelt Constant van schelven, voorzitter van arcares, de branchever-

eniging voor complete ouderenzorg. "er moeten meer elementen

voor concurrentie worden ingebouwd."

Het beeld van de trapezewerker in het circus doemt steeds op wanneer Constant van Schelven

denkt over marktwerking. "Het gaat om de durf je te laten vallen in het vertrouwen dat je

wordt opgevangen. Dat is precies hoe de overheid en de branches naar de vrije markt zouden

moeten kijken. Ofwel", zegt hij verwijzend naar de visie van Paul Schnabel, directeur van het

Sociaal en Cultureel Planbureau: "de overheid moet ruimte en richting geven, de sector moet

resultaat en rekenschap geven."

In praktijk is het vertrouwen ver te zoeken, vindt Van Schelven. De overheid houdt de sector

met argusogen in de gaten en de markt wordt nog steeds goeddeels gereguleerd al is die taak

nu deels overgenomen door verzekeraars. "Als je bijvoorbeeld kijkt naar de administratieve

lasten, dan moeten verzekeraars zelfs oppassen dat ze de overheid niet overtroeven."

De ingewikkelde en steeds veranderende infrastructuur in de zorg maakt de rol van de

branchevereniging des te belangrijker, meent Van Schelven. "Het is voor alle partijen in het

veld de vraag hoe ze daar hun weg in moeten vinden. Voor de aanbieders en voor de

zorgverzekeraars. Die hebben te maken met een branchevereniging die ondernemend en

daadkrachtig wil optreden. De brancheorganisatie moet namelijk zorgen dat de leden in een

gezonde economische omgeving hun bedrijf kunnen uitoefenen."

Om dit waar te kunnen maken moet de brancheorganisatie zich steeds meer gaan gedragen

als een gewone onderneming. "Alleen bij ons lijkt het dan een nutsbedrijf", zegt Van Schelven.

"Het paradoxale daarvan is dat wij mensen die zorg nodig hebben, moeten behandelen als

klanten, terwijl ze de natuurlijke neiging hebben tot een zekere afhankelijkheid. Ons doel is

dragen

17

Page 10: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

18

Met het opstellen van de Gedragscode neemt

de branche de gelegenheid om zichzelf posi-

tief neer te zetten. ‘Het is een document met

een moreel gezag, waaruit ons maatschap-

pelijk engagement valt te proeven’, aldus

ZN-voorzitter Wiegel. Het feit dat de zieken-

fondsen en de particuliere ziektekostenver-

zekeraars gezamenlijk tot deze code zijn

gekomen, is van grote betekenis voor de

samenwerking binnen Zorgverzekeraars

Nederland.

1998 > Zorgverzekeraars,

inkomensverzekeraars en uitvoeringsinstel-

lingen sociale zekerheid, verenigd in het

Kloosteroverleg, bieden staatssecretaris

De Grave van Sociale Zekerheid en

Werkgelegenheid een ‘position paper’ aan.

In het document staan handvatten voor de

overheid om een toegankelijke, betaalbare

en kwalitatief goede zorg en sociale zeker-

om deze paradox waar mogelijk, te doorbreken. We moeten onze klanten keuzevrijheid bieden.

Ze moeten hun eigen boodschappen kunnen doen."

Volgens Van Schelven biedt het systeem daar nog onvoldoende mogelijkheden toe.

Zorgkantoren die de zorg voor deze mensen moeten inkopen, gedragen zich als echte mono-

polisten. "Er is nog geen keuze mogelijk tussen zorgkantoren, waardoor je afhankelijk bent

van de regionale afspraken. Bovendien hebben ze alleen oog voor prijs, terwijl de

onderhandelingen zouden moeten gaan over kwaliteit van leven."

Zolang er maximumtarieven gelden is er volgens Van Schelven geen sprake van werkelijke

concurrentie. "Je ziet dat zorgkantoren onder die maximumprijzen proberen te gaan zitten.

Dat kan als het gaat om forse volumes, maar anders betekent dat een directe aantasting van de

kwaliteit van de zorg." "Het zou daarom", vindt Van Schelven, "goed zijn als de markt zich echt

opent: dat onderhandelingen gaan over de prijs in relatie tot kwaliteit." De politieke vrees voor

prijsexplosies is onterecht, meent hij. "Daar heeft niemand belang bij. Bovendien zie je bij de

ziekenhuizen nu ook dat het niet gebeurt als zo’n proces geleidelijk verloopt."

Het zorgkantoor is volgens Van Schelven voorbij de houdbaarheidsdatum. "Dat zie je vaker

gebeuren met verse producten." Er zouden meer elementen van marktwerking moeten worden

ingebouwd, vindt hij. "De markt is onwillekeurig in een soort luwtesituatie beland, terwijl de

zorgkantoren eigenlijk risico moeten lopen. We hopen dat Zorgverzekeraars Nederland dit

erkent. Het zou mooi zijn als we dit jaar tot een gezamenlijk ontwerp kunnen komen."

Wat de circa 1700 verpleeg- en verzorgingshuizen die zijn aangesloten bij Arcares betreft

kunnen de maximumtarieven worden losgelaten. "Bij ons is hierover consensus." Dat bewijst

volgens Van Schelven hoe modern Arcares is. "Bij ouderwetse koepelorganisaties zie je wel

dat er een langgerekt peloton is wat betreft positionering en gewenning aan nieuwe

omgevingsfactoren. Bij een branche is dat peloton meer ingedikt. De leden zien wel dat als ze

zich niet aanpassen aan de markt ze meteen bij de les worden geroepen."

De fusie met de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT) die onlangs mislukte, is volgens Van

Schelven veelzeggend. "We wilden een nieuwe brancheformule neerzetten onder meer om een

krachtiger lobby te kunnen voeren. We moesten concluderen dat onze branche te specifiek was

en dat onze agenda’s te verschillend waren."

Voor de toekomst verwacht hij geen nieuwe fusiepogingen. "Binnen de AWBZ werken we al met

andere branches samen om op bepaalde dossiers meer effectiviteit te bereiken."

“de markt is onwillekeurig in een soort luwtesituatie beland.”

Van Schelven ziet naast belangenbehartiging twee andere belangrijke taken voor zijn organi satie:

beleidsondersteuning en dienstverlening. "We zitten midden in tal van transformaties. We zijn

bezig om ‘verantwoorde zorg’ toetsbaar te maken. We willen ons kenbaar maken; de burger laten

weten wat ze kunnen verwachten van die tien miljard euro die in onze sector omgaat."

Omdat het niet eenvoudig is te formuleren wat verantwoorde zorg nu is, heeft Arcares een

onderzoek laten verrichten naar de kwaliteit van leven. "Dat is goed te meten", zegt Van Schelven.

"Mensen willen bijvoorbeeld zelf kunnen bepalen wanneer de dag begint. Al onze leden moeten

straks aan deze ‘kwaliteitscode’ kunnen voldoen."

De andere transformatie is de overgang van budgetfinanciering naar vraaggestuurde systemen.

"Daarnaast kampen we met de verouderde staat van het vastgoed: veel tehuizen voldoen niet meer

aan de vraag van de klant", vertelt Van Schelven. Arcares beoogt deze processen inhoud te geven

en de leden te ondersteunen met concrete service. Zo kunnen leden dit jaar bijvoorbeeld gebruik

maken van kenniscentra waar de laatste inzichten op het gebied van wonen en zorg worden

verzameld.

Brancheverenigingen spelen een belangrijke rol in deze transformaties, denkt Van Schelven.

"Vooral de financieringsdiscussie is een belangrijk hoofdstuk. Je moet constateren dat er een

discrepantie is in de werkelijke prijs voor verantwoorde zorg en de rekenprijs", zegt hij. "Wil je als

overheid het beloofde recht op zorg waarmaken dan moet er meer geld naar de sector. Anders

moet je die rechten terugschroeven zoals je nu ook al ziet gebeuren in de WMO met de meest

verschrikkelijke menselijke situaties tot gevolg. Het is aan ons als brancheorganisatie om die

zorgkloof in de actualiteit te brengen en houden."

Van Schelven constateert dat er een permanente afhankelijkheid van politiek beleid is en dat

dat zo zal blijven. Als voorbeeld noemt hij het personeelsvraagstuk. Op dit moment is dat niet

actueel vanwege de laagconjunctuur. "Maar zodra de economie aantrekt, zijn wij de eersten die

dat merken." Als over vijftien jaar de bevolking verder is vergrijsd, wordt het personeelsprobleem

pas echt actueel. Uit berekeningen blijkt dat dan een kwart van de schoolverlaters in de zorg zou

moeten gaan werken.

"Dat is natuurlijk volstrekt onhaalbaar", zegt Van Schelven. "Het alternatief is meer gebruik maken

van ICT of arbeidskrachten uit of buiten de EU aantrekken. Je ziet dat in Spanje en Italië al

illegalen worden toegelaten om het vergrijzingsprobleem het hoofd te bieden. De politiek moet veel

alerter op deze vooruitzichten reageren en bepalen of wij ook die kant op willen."

mr.Constant van Schelven

Voorzitter van Arcares

heid ook op de lange termijn te garanderen.

De partijen in het Kloosteroverleg bieden

werkgevers, werknemers en werkzoeken-

den een integraal pakket van diensten aan

voor ziektepreventie, arbeidsomstandig-

hedenbeleid, ziekteverzuimbegeleiding,

diagnose en behandeling van arbeidsgere-

lateerde aandoeningen, zorgbemiddeling en

reïntegratie. Het Kloosteroverleg wil met de

overheid en werknemers- en werkgevers-

organisaties een actieprogramma te ont-

wikkelen waarin heldere afspraken komen

over het gebruik van persoonsgegevens van

werknemers om oneigenlijk gebruik te

voorkomen. Daarnaast moet het actiepro-

gramma waarborgen bevatten voor transpa-

rantie van publieke en private geldstromen

en voor het voorkomen van een tweedeling

tussen actieven en niet-actieven in de

samenleving.

Page 11: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

20

1999 > ‘Op zich helder voor

de verzekerden, maar niet voor de

zorgverzekeraars.’ Zo karakteriseert

Zorgverzekeraars Nederland de uitspraak

van het Haags Gerechtshof in de rechtzaak

van vijf wachtenden op thuiszorg tegen de

Staat. In het vonnis oordeelt het Hof dat het

financiële risico voor het uitvoeren van de

AWBZ primair bij de zorgverzekeraars ligt.

Voor het uitblijven van zorg kunnen de zorg-

verzekeraars worden aangesproken. Zij kun-

nen zich niet beroepen op een tekort aan

middelen. ZN wil zo snel mogelijk overleg

met het kabinet over de consequenties van

deze uitspraak. De door het Hof vastgestelde

financiële verantwoordelijkheid van de zorg-

verzekeraars voor de AWBZ verhoudt zich

volgens de zorgverzekeraars namelijk niet

met de huidige situatie waarin de overheid

de aanspraken en premie vaststelt en daar-

in een vrije markt is ondersteuning door een branchegeoriënteerde organisa-

tie belangrijker dan ooit. dat stelt heert Zijlstra, voorzitter van de

Nederlandse maatschappij tot bevordering der tandheelkunde (Nmt). voor de

achterban is het nog wennen. “de traditionele emotionele verbondenheid aan

de beroepsvereniging is langzaam maar zeker plaats aan het maken voor een

rationele: ‘what’s in it for me?’ we lopen ons het vuur uit de sloffen om dat

aan te tonen.”

De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) heeft vanaf haar opsprong –

negentig jaar geleden – een hybride missie: én de behartiging van de materiële belangen van haar leden

én de bevordering van de tandheelkundige gezondheid van de gehele Nederlandse samenleving. Vanuit

die ideële kant ontplooit de NMT al lang activiteiten die eerder thuishoren bij een brancheorganisatie dan

bij een beroepsvereniging”, vertelt voorzitter Heert Zijlstra.

“Tandheelkundige zorg speelt zich af in een monodisciplinaire keten, met de tandarts als regisseur van

en spil in die zorg. Wil je iets bereiken waarbij die hele keten nodig is, dan ligt het dus voor de hand dat

de NMT als vertegenwoordiger van de tandarts daartoe initiatieven neemt, ontwikkelingen stimuleert.”

Als voorbeeld noemt Zijlstra de collectieve preventie die midden jaren ‘60 met kracht werd ingezet en er

binnen enkele decennia toe leidde dat de gebitsgezondheid van Nederlandse jongeren toonaangevend

werd in de wereld. “Dat werd een succes omdat de hele branche meedeed: ziekenfondsen, fabrikanten

van tandpasta, onderwijsinstellingen, GGD’en, overheden, tandartsen, assistentes, mondhygiënisten enz.

Maar het initiatief hiertoe, de sense of urgency, kwam van de NMT.”

Ondanks de historische brancheoriëntatie identificeert het grootste deel van de achterban de NMT toch

primair met collectieve materiële belangenbehartiging: het voeren van de tariefonderhandelingen met de

overheid. De recente veranderingen in wet- en regelgeving maken dat die rol voor beroepsverenigingen

in de zorg straks is uitgespeeld. Zijlstra geeft toe dat het verlies van de semi-publieke taken ook de NMT

versterken

21

Page 12: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

22

naast de beschikbare financiële middelen

bepaalt.

2000 > Zorgverzekeraars en zorgaanbieders in het

Treekoverleg worden het eens over normen

voor wachttijden in de curatieve sector. 80%

Van de patiënten moet geholpen zijn binnen

één werkdag voor de apotheek, twee werk-

dagen voor de huisarts, één week voor fysio-

therapie, drie weken diagnostiek en indica-

tiestelling bij ziekenhuizen, specialisten en

Riagg, vier weken voor poliklinische behan-

deling en vijf weken voor klinische behande-

lingen.

Acute zorg is uiteraard altijd direct toegan-

kelijk. Het Treekoverleg wil de normen per

1 januari 2003 realiseren.

Later in het jaar bereikt het Treekoverleg

ook overeenstemming over normen voor

maximale wachttijden voor thuiszorg,

voor de opdracht stelt geheel nieuwe wegen in te slaan. “Over vijf jaar ziet onze organisatie er compleet

anders uit. Het accent ligt dan niet meer op de directe materiële belangenbehartiging zoals de leden

lang van ons gewend waren, maar op het ondersteunen van de beroepsgroep in maatschappelijke

ontwikkelingen zoals de gevolgen van een vrije markt. Deskundigheidsbevordering in de meest brede

zin: kan de NMT onderhandelingen niet meer voeren, dan leren we groepen tandartsen dat zelf te doen.

De NMT staat middenin dat veranderingsproces en dat is niet altijd even makkelijk. “In een vereniging

is het soms moeilijk alle neuzen dezelfde kant uit te krijgen. De achterban loopt vaak iets achter de

ontwikkelingen aan; de leden hechten nog erg aan het historische loyaliteitskarakter van de vereniging

en hebben moeite met het nieuwe realisme. Toch heeft Zijlstra het volste vertrouwen dat zijn vereniging

die omslag kan maken, mede doordat de verhouding tussen het modale lid en de NMT al enige tijd aan

het verzakelijken is. Vroeger werd je vanzelfsprekend lid van je beroepsorganisatie. Dat hoorde nu

eenmaal zo. De vereniging fungeerde ook een beetje als sociëteit. Nu is die overweging veel rationeler:

wat kost het en wat levert het op?” De afgelopen jaren heeft de NMT haar ledenbinding dan ook bewust

versterkt door producten te introduceren die specifiek op de tandarts zijn toegesneden en een direct

voordeel bieden, zoals verzekeringen, waarneembemiddeling, maar ook digitale ondernemingsplannen,

vakinhoudelijke seminars, en recent een eigen clearinghuis.

In zo’n zakelijker, transactionele relatie past ook de omslag naar een meer organiserende, coachende

en ondersteunende functie in de belangenbehartiging. “Voor de achterban zijn de

tariefonderhandelingen natuurlijk lang een wat mistig gedoe geweest: eindeloze discussies achter

gesloten deuren en dan opeens beviel de overheid weer van een tarief. Niemand die begreep wat ónze

inzet was geweest, of wat we er al of niet hadden weten uit te slepen. Nu wordt dat allemaal veel

helderder. We leren tandartsen straks onderhandelen, we helpen ze met het monitoren van de

kostenontwikkeling en de vraagontwikkeling, we bieden adviezen over praktijkvoering,

efficiencyverbetering, managementvraagstukken etc. We laten gewoon veel beter zien waarvoor

het lid zijn contributie heeft betaald.”

In essentie behelst de belangenbehartiging nieuwe stijl dat de NMT de beroepsgroep bijstaat in het

anticiperen op ontwikkelingen die hun markt én hun zorg beïnvloeden. En dat zijn per definitie

ontwikkelingen die ook andere delen van de zorgketen treffen. “Het is”, zegt Zijlstra, “dan ook de vraag

of wij op termijn niet beter de krachten kunnen bundelen met de andere beroepsorganisaties in onze

branche: die van de mondhygiënistes, tandprothetici en tandtechnici. Het is toch niet uit te leggen dat

tandartsen en mondhygiënistes samen de opleiding ingaan, nauw samenwerken en studeren en dat wij

dan aan de poort van het werk zeggen: ‘nee, wij zijn er strikt voor tandartsen.’ Dat is op termijn niet vol

te houden, zeker nu je ziet dat steeds meer solopraktijken opgaan in grotere tandheelkundige praktijken

met veelal pluriforme zorgverlening. En misschien moet je die samenwerking zelfs wel aangaan met de

koepels van producenten van mondzorgmiddelen en medische apparatuur”.

Ook de versnippering in de eigen beroepsgroep vindt hij niet toe te juichen. “Ik schat dat we over een jaar

of vijf of tien de handen ineen zullen slaan.” Zijlstra doelt op De Tandartsen Associatie die zich tien jaar

eerder afsplitste uit onvrede over de materiële belangenbehartiging. “Nu er geen sprake is van centrale

tariefsonderhandelingen is het dossier waaraan zij hun bestaansrecht te danken hebben, verdwenen.”

Een echte brancheorganisatie komt ook de belangenbehartiging ten goede die nodig blijft voor zaken als

kwaliteit, onderwijs, informatievoorziening, preventie en organisatie in de zorg. Juist nu Den Haag de

tandheelkunde de rug heeft toegekeerd, en de beleidsontwikkeling steeds meer in Brussel komt te

liggen, is een goede lobby onontbeerlijk, meent Zijlstra.

Zo maakt hij zich grote zorgen over de preventie. De gebitsgezondheid van kinderen loopt weer terug.

Dat deze niet is meegenomen in de landelijke campagne tegen overgewicht bij jongeren, noemt hij een

gemiste kans.”In wezen wordt het onze belangrijkste taak te wijzen op het belang van de tandheelkunde”,

concludeert Zijlstra. “om onze zorg onder de aandacht te brengen van de samenleving, zodat cliënten en

verzekeraars deze zorg blijven meenemen in hun verzekeringspakket.”

Marktwerking roept bij Zijlstra niet per definitie weerstand op, maar wel binnen grenzen. Hij noemt het

“een goede zaak dat de overheid de regie niet meer in handen heeft. Maar de toegankelijkheid moet wel

gewaarborgd blijven. Er zijn echt meer wegen die naar Rome leiden dan alleen de snelweg van de over-

heid: die van de individuele financiële verantwoordelijkheid. Er zijn grote groepen die daar uit de bocht

vliegen.” “In de VS is zorg voor miljoenen mensen niet meer toegankelijk. En ook bij ons zie je nu te

weinig aandacht voor de zwakkeren in de samenleving. Het klinkt allemaal mooi: acceptatieplicht. Maar

dat geldt niet voor aanvullende verzekeringen zoals bijvoorbeeld voor tandheelkunde, die door risico-

selectie voor velen straks wellicht onbetaalbaar worden. En wat als iemand door een ongeluk zijn tanden

kwijt raakt? Moeten wij dan zeggen: ‘Pech, had je dat maar aanvullend moeten verzekeren?’ Ik ben daar

niet gelukkig mee. In de basis zal elk echt zorgsysteem toch iets van solidariteit moeten behouden.”

Heert Zijlstra, tandarts

Voorzitter van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT)

gehandicaptenzorg en ouderenzorg. Wie

zorg nodig heeft moet binnen één week

terecht kunnen bij een indicatieorgaan,

80% van de patiënten moet binnen vier

weken geholpen zijn aan thuiszorg of ver-

pleeghuiszorg en een plaats in een verzor-

gingshuis, gehandicapteninstelling of ggz-

instelling moet voor 80% van de patiënten

binnen acht weken gerealiseerd zijn. Om

deze normen voor 1 januari 2003 te berei-

ken, zijn volgens de Treekpartijen forse

financiële inspanningen en extra medewer-

kers nodig.

“Over vijf jaar ziet onze organisatie er compleet anders uit.”

Page 13: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

24

2001 > Het Europees Hof van Justitie bevestigt de

regisseursrol van Nederlandse zorgverzeke-

raars bij het inkopen van zorg. Zo luidt de

conclusie van Zorgverzekeraars Nederland

naar aanleiding van de uitspraak van het Hof

in de zaken Smits en Peerbooms in antwoord

op vragen van de rechter van Roermond.

Door de uitspraak van het Hof blijft het voor

Nederlandse zorgverzekeraars mogelijk

vooraf en grootschalig zorg in te kopen.

Bovendien kunnen zij verzekerden de gecon-

tracteerde zorg in natura aanbieden.

Nederlandse ziekenfondsverzekerden kun-

nen in het buitenland behandeld worden,

mits de zorgverzekeraar een contract heeft

gesloten met de betreffende buitenlandse

zorgaanbieder. Als verzekerden niet-gecon-

tracteerde zorg wensen, moeten zij daarvoor

toestemming vragen aan de zorgverzekeraar.

de omslag van voormalig nutsbedrijf naar klantgerichte private

speler is een proces dat begeleiding nodig heeft. de branchevereni-

ging speelt een cruciale rol in het bewerkstelligen van die omslag

zegt richard de lange, tijdelijk voorzitter van energieNed, Federatie

van energiebedrijven in Nederland. “voor de complexe energiemarkt

gelden ingewikkelde spelregels die we eenduidig moeten zien te

interpreteren.“

“Voordat de energiemarkt optimaal werkt moeten er nog de nodige kronkels uit het systeem

worden gehaald”, zegt Richard de Lange bedachtzaam. “Wij als EnergieNed geloven dat het

publiek belang kan worden gediend in een vrije energiemarkt, maar dan moet het ons wel

mogelijk worden gemaakt.”

De Lange signaleert te veel politieke “huiver” om de markt zijn werk te laten doen. “Maar als

je blijft reguleren dan dood je de marktwerking voordat hij de kans krijgt. Zo ontstaat een self-

fulfilling prophecy. Je ziet dit nu al in de publieke perceptie over prijsvorming. Men is

teleurgesteld dat er weinig prijsvariatie is, maar realiseert zich niet dat driekwart van de prijs

wordt bepaald door de overheid.”

De zorgen van de politiek zijn begrijpelijk, vindt de Lange. “Omdat je praat over basisvoor-

zieningen wil de overheid het proces van liberalisering zodanig begeleiden dat het aan de

kiezer kan worden uitgelegd. De toegankelijkheid moet worden gewaarborgd en er mag geen

misbruik worden gemaakt van monopolieposities die nu eenmaal inherent zijn in deze markt.

Dat zijn ingewikkelde vraagstukken.”

Het fysieke monopolie van stroom- en gasdistributie – “je gaat nu eenmaal geen twintig

kabels naast elkaar leggen onder de grond” – impliceert dat de energiemarkt nooit volledig

kan worden vrijgegeven. Leveranciers, producenten en meetbedrijven kunnen met elkaar

concurreren, maar over het fysieke transport moet je afspraken maken. Hierdoor blijft de

energiemarkt sterk gereguleerd. Er zijn veel spelregels en die kunnen op hun beurt weer

Ondersteunen

25

Page 14: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

26

Na het arrest in de zaak Dekker/Kohll begin

1999 doet het Europees Hof hiermee voor de

tweede keer een principiële uitspraak die de

kern raakt van de Ziekenfondswet. Het Hof

oordeelde in deze zaak dat Europese zorg-

verzekeraars geen onderscheid meer

mogen maken tussen binnenlandse en bui-

tenlandse zorgaanbieders. Volgens het Hof

in 1999 bestaat er alleen maar een onder-

scheid tussen gecontracteerde en niet-

gecontracteerde zorgaanbieders.

2002 > Tien praktische

maatregelen die snel tot zichtbaar resultaat

voor de burgers in de gezondheidszorg lei-

den. Hiervoor pleit Zorgverzekeraars

Nederland in een brief aan informateur

Donner en de onderhandelaars Balkenende,

Zalm en Herben. ‘De komende jaren staan

de zorgverzekeraars voor de opdracht hun

rol als ondernemer in de samenleving

verschillend worden geïnterpreteerd.”

De branchevereniging is in dit proces onmisbaar, denkt De Lange. “De verschillende spelers

op de energiemarkt moeten met elkaar een ingewikkeld organisatorisch web van spelregels

en administratieve processen bouwen om ervoor te zorgen dat a: de energie bij de klant

terecht komt en b: dat er kan worden afgerekend.”

De leverancier – de partij waar de klant rechtstreeks zaken meedoet – doet in feite niets

anders dan organiseren dat de producent gas en elektra aflevert op het juiste adres en dat er

afgerekend wordt voor het feitelijk gebruik. “Het opmerkelijke in onze markt is namelijk dat

vooraf niet bekend is hoeveel de klant verbruikt, dat de leverancier dit ook niet van de klant

zal vernemen en dat hij voor deze informatie dus afhankelijk is van tussenliggende partijen.”

De liberalisering heeft de rol voor EnergieNed als brancheorganisatie ook drastisch

veranderd. Tien jaar geleden was EnergieNed louter de vereniging van distributeurs met als

belangrijke taak het voeren van onderhandelingen voor de inkoop voor gas en elektriciteit.

De organisatie was vooral dienstverlenend en een platform voor de leden om elkaar te

ontmoeten. De rol van ‘moederkloek’ heeft nu plaatsgemaakt voor een rol als actieve

‘lobbyist’ – er zijn bijkantoren in Den Haag en Brussel geopend – en ‘strategisch verkenner’:

wat komt er op de bedrijven af en hoe kunnen ze daarop inspelen?

Inmiddels zijn ook de productiebedrijven – de voormalige wederpartij waarmee werd

onderhandeld – aangesloten bij EnergieNed en is de brancheorganisatie opgedeeld in vijf

secties: de secties Productie, Infrabedrijven, Handel en Verkoop, Retail en Netbeheerders.

De meeste van de circa 35 leden zijn actief op verschillende deelterreinen en dus ook lid van

meerdere secties. De gedragsrichtlijnen wat betreft mededinging zijn vastgelegd in de

Elektriciteitswet en de Gaswet. In deze wetten is het vrijgeven van de markt geregeld, voor

mededinging geldt de algemene mededingingswetgeving.

Volgens De Lange is de mentaliteitsverandering die nodig is voor de liberalisering van de

markt, in volle gang. “Maar het is geen eenvoudig proces. Nutsbedrijven die gewend waren te

denken in ‘aansluitingen’ moeten nu denken in ‘klanten’. De technische relatie die gepaard

ging met een tamelijk patriarchale houding moet veranderen in een dienstverlenende attitude.

Klanten moeten keuzevrijheid hebben, fatsoenlijk te woord worden gestaan en kunnen

rekenen op een duidelijke rekening.”

De vervolmaking van dit traject is volgens De Lange nog lang niet voltooid, deels vanwege de

complexe regelgeving en de verschillende schakels in de markt. “Maar ook”, zegt hij,

“vanwege de neiging tot perfectie in de sector zelf. Klanten moet je eigenlijk niet lastig vallen

met al die onbegrijpelijke details op zo’n eindafrekening, maar aan de andere kant wil je als

invulling te geven’, aldus algemeen directeur

van ZN Martin Bontje. De verzekerden, zorg-

aanbieders, overheid en politiek verwachten

dat zorgverzekeraars zich maximaal inzetten

om bij te dragen aan een betaalbare, toegan-

kelijke en kwalitatief goede gezondheidszorg.

Maar zorgverzekeraars moeten wel in staat

worden gesteld om deze nieuwe rol waar te

kunnen maken, aldus ZN. Zorgverzekeraars

leveren graag een bijdrage om de problemen

in de zorg aan te pakken. Concreet vraagt ZN

de politiek om een tiental maatregelen die

ertoe moeten leiden dat zorgverzekeraars en

zorgaanbieders beter op de vraag van de

burger kunnen inspelen. Zo vraagt ZN de

nieuwe minister van VWS om actieplannen te

ontwikkelen voor de grote dossiers, vindt ZN

dat de nominale premie buiten het BKZ moet

worden gebracht en vraagt ZN de politiek om

het toezicht te moderniseren.

energiebedrijf ook inzichtelijk maken hoe de prijs is opgebouwd: de klant moet weten dat de

prijs voor driekwart wordt bepaald door belastingen en het gereguleerde netwerktarief. Het

overige deel is vooral ter dekking van brandstofinkoop waarbij de overheid ook nog eens de

gasprijs mede bepaalt.”

Omdat nog maar net een start is gemaakt met de liberalisering van de energiemarkt is het te

verwachten dat er nog veel hobbels genomen moeten worden. “De ervaring in bijvoorbeeld

Engeland leert dat zo’n proces tien jaar nodig heeft en dat tussentijds nog veel finetuning moet

plaatsvinden.”

Bovendien vindt De Lange dat liberalisering hand in hand hoort te gaan met privatisering.

“Voor goede marktwerking is een impuls van twee kanten nodig: klanten en geldverstrekkers.

Nu zijn de bedrijven nog grotendeels in handen van overheden, maar de praktijk leert dat

onafhankelijke aandeelhouders tot meer efficiëntiewinst leiden.”

De Lange is er heilig van overtuigd dat publieke belangen in een vrije markt goed gediend

kunnen worden. “EnergieNed is er klaar voor. Maar het moet wel duidelijk zijn wat het publiek

mag verwachten van liberalisering. Bij een ongedifferentieerd product als energie zijn dat geen

grote verschillen. Stroom blijft stroom. Je zag dat mensen bij de liberalisering van de

spoorwegen ook hoge verwachtingen hadden en dus teleurgesteld waren.”

Het publieke debat wordt nu vooral gevoerd over de herstructurering van de voormalige

nutsbedrijven. “Dat debat zal veranderen”, hoopt De Lange. “Het zal moeten gaan over

duurzame energie, hoe we op lange termijn de energievoorziening kunnen garanderen en of we

andere opties zoals kernenergie uit de kast moeten halen.”

Deze thema’s zijn volgens De Lange heel belangrijk en door de focus op liberalisering

onderbelicht geraakt. “Dit zijn onderwerpen waar we met zijn allen oplossingen voor moeten

zien te vinden. En niet alleen binnen Nederland. We dreigen het zicht op Europa te verliezen,

door de nadrukkelijke focus op Nederlandse discussies.”

mr. Richard de Lange

Tijdelijk voorzitter van EnergieNed

“er is een mentaliteitsverandering nodig voor liberalisering van de markt.”

Page 15: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

28

2003 > De Algemene Leden-

vergadering van ZN stemt in met het ‘Plan

van Aanpak Fraude in de Zorg 2003-2005’

van het Platform Fraudebestrijding van ZN.

Het Plan van Aanpak omvat een veelheid van

activiteiten van ZN en zorgverzekeraars op

het gebied van preventie, detectie en

sanctionering van fraude. Het Platform

Fraudebestrijding heeft de afgelopen jaren al

de nodige instrumenten voor fraudebestrij-

ding ontwikkeld. In 2001 gaf het Platform

opdracht aan onderzoeksbureau CMC voor

het rapport ‘Reden tot Zorg’ waarmee de

fraudegevoeligheid van de zorgverzekeringen

in kaart is gebracht. Naast concrete maatre-

gelen over preventie, opsporing en sanctio-

nering van zorgfraude bevat het Plan van

Aanpak ook een aantal algemene beleids-

maatregelen. Zo dienen alle zorgverzeke-

raars vanaf 2004 het Fraudeprotocol van het

Ondernemend Nederland heeft te maken met een nieuwe mededin-

gingswet die de positie van de consument moet versterken. “voor

brancheverenigingen ligt er een schone taak”, zegt Jan-willem

Oosterwijk, secretaris-generaal van het ministerie van economische

Zaken: “Niet langs de randen van de wet lopen, maar investeren in

een economisch gezonde bedrijfstak die kan meedraaien in een con-

currerende markt.”

Het thema mededinging hangt als een donkere wolk boven ‘brancheland’. Kort samengevat

vreest men dat samenwerking nu in alle opzichten is verboden en dat de rol van de

branchevereniging is uitgespeeld. “Maar dat is grote onzin”, vindt Jan-Willem Oosterwijk.

“Het gevoelige punt wat ons betreft is niet het uitwisselen van informatie an sich, maar de

vraag of er sprake is van ongeoorloofde prijsafspraken.”

Dit is wel gebleken uit de uitkomst van het onderzoek van de NMa (de Nederlandse

Mededingingsautoriteit) naar de vermeende kartelvorming van zorgverzekeraars, stelt de

secretaris-generaal. “Verzekeraars mogen met elkaar over kostenontwikkelingen praten

omdat het een publiek belang is dat zij de schadelast kunnen dragen. Niemand heeft er

belang bij dat verzekeraars hun verplichtingen jegens de verzekerden niet na kunnen komen

en failliet gaan.”

Er mag meer wel dan niet, constateert Oosterwijk. “Een branchevereniging mag zijn leden

ondersteunen met kostencalculaties of best practice-modellen. Zolang het gaat om informatie

die verkregen is op basis van openbare gegevens zoals de CAO of inflatiecijfers, is er niets aan

de hand. Je mag er alleen geen conclusies aan verbinden. Dat moet de onderneming of vrije

beroepsbeoefenaar zelf doen.”

De meest interessante stap is namelijk wat de ondernemer vervolgens doet met de informatie

van zijn brancheorganisatie, doceert Oosterwijk. “Gaat hij na het maken van zijn eigen

kostencalculatie op de marktprijs zitten, er boven of eronder? Ofwel: hoe gedraagt hij zich

Kanaliseren

29

Page 16: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

30

Verbond van Verzekeraars ondertekend te

hebben en te voldoen aan de daaruit voort-

vloeiende verplichtingen. Zorgverzekeraars

moeten dan ook beschikken over een fraude-

coördinator, ze moeten deelnemen aan het

waarschuwingssysteem EVR en ze zullen alle

fraudegevallen melden bij het Fraudeloket

van het Verbond. Zorgverzekeraars

Nederland zal de vast gestelde fraude jaar-

lijks gaan monitoren

en organiseert een speciale cursus voor

fraudecoördinatoren.

2004 > Op dinsdag 21

december stemt de Tweede Kamer in met

de Zorgverzekeringswet en de Wet op de

Zorgtoeslag. Met de invoering van de stan-

daardverzekering zal een einde komen aan

het compartimentenstelsel, zoals dat in 1995

in de markt?”

Uit het simpele feit dat prijzen dicht bij elkaar liggen kunnen volgens Oosterwijk geen

conclusies worden getrokken. “Bij brood zie je ook dat dit bij elke bakker ongeveer hetzelfde

kost. Daar is niks mis mee. Het is pas een probleem als blijkt dat ze dat met elkaar hebben

afgesproken. En dat is wel eens moeilijk aan te tonen, zoals wel is gebleken uit de omvang

van de bouwfraude. Het kan een tijd duren voordat netwerken boven tafel komen. De bewijs-

last ligt immers bij de NMa.”

“Er is een zekere tendens”, vervolgt Oosterwijk, “om bij mededinging niet alleen te kijken

naar de juridische aspecten maar ook naar de mogelijke economische schade. Dat biedt

perspectief. Research en innovatie in de bedrijfstak bijvoorbeeld of het zoeken naar

schaalvoordelen binnen de branche worden niet gezien als inbreuk op de mededinging.

De consument ondervindt hier namelijk geen hinder van. Integendeel, hij profiteert van de

lagere prijzen.”

De vrees dat de rol van de branchevereniging is uitgespeeld, bestrijdt Oosterwijk. “Er zijn

nieuwe omstandigheden waar ondernemend Nederland aan moet wennen. Er is een

mededingingswet en een NMa die de naleving van de wet bewaakt ten behoeve van de

consument. De essentie is dat de positie van de consument sterk is verbeterd. Wij waren het

kartelparadijs van Europa.”

Branches die zich verzetten tegen de mededingingsregels moeten zich realiseren dat ze niet

strijden tegen de overheid maar tegen de consument.”De brancheorganisatie kan een

belangrijke rol spelen in de aanpassing aan de nieuwe marktomstandigheden en moet die

ook ter hand nemen.”

“Het is in het belang van de branchevereniging zelf om zich concurrerend op te stellen, vindt

Oosterwijk. “Dat is voor sommige brancheverenigingen een andere benadering dan ze gewend

zijn, maar constructiever dan bezig zijn om je als bedrijfstak tegen concurrentie te

beschermen. Vitaliteit en vernieuwing aanbrengen. Dat moet het doel zijn van de verenigingen

om leden economisch gezond te maken. Je ziet dat dit al gebeurt in de meest innovatieve

branches. In de voormalig publieke sectoren zoals de bouw of de dienstensector ontbreekt dit

enthousiasme nog.”

Oosterwijk constateert dat het voor brancheorganisaties wel moeilijk is om hun bestaansrecht

“vitaliteit en vernieuwing aanbrengen.”

op te eisen. “De wereld verandert snel en door de vele fusies en toegenomen samenwerkings-

verbanden treedt branchevervaging op. Toch is het verschijnsel branchevereniging hard-

nekkiger dan ik had verwacht.”

Beleidsmakers hebben veel profijt van het feit dat het bedrijfsleven zich organiseert in

brancheverenigingen, vindt Oosterwijk. “De deskundigheid en betrokkenheid van deze

organisaties zijn voor de overheid onmisbaar. Wij hebben een goed georganiseerde gespreks-

partner die als geen ander op de hoogte is van wat er in de branche speelt. Ze weten meer

dan een koepelorganisatie of dan individuele bedrijven die we ook als klankbord gebruiken.”

De rol als klankbord en belangenbehartiger is volgens Oosterwijk des te belangrijker

geworden. Op andere gebieden zoals dienstverlening is het moeilijker om meerwaarde te

bieden. “Je ziet brancheverenigingen zoeken naar het servicepakket dat ze de leden anno 2005

kunnen bieden. Ook op het gebied van communicatie en informatie moet je concluderen dat

ondernemingen prima in staat zijn om die taken zelf ter hand te nemen.”

Zorgverzekeraars Nederland neemt volgens Oosterwijk een aparte positie in. “In het nieuwe

zorgstelsel spelen zij een sleutelrol. In deze sector gaan tientallen miljarden euro’s om.

Iedereen is gebaat bij een vitale en ervaren brancheorganisatie die de zaken goed aanstuurt.”

Kleinere brancheorganisaties in de zorg hebben soms moeite met de relatie tot ZN en spreken

van machtsconcentratie. Oosterwijk zegt daar niet wakker van te liggen. “De NMa houdt

verdere fusies tussen zorgverzekeraars en mogelijke machtsconcentraties nauwlettend in de

gaten. Als kleinere branches moeite hebben met schaal- en krachtsverhoudingen dan moeten

ze misschien zelf ook gaan nadenken over schaalvergroting en vernieuwing. Dat lijkt me een

gezondere reactie dan tegen zorgverzekeraars aan te schoppen.”

Er valt volgens Oosterwijk veel te leren van vitale branches die gewend zijn aan een concur-

rerende markt. Anderen moeten zich daaraan spiegelen, ook ZN. “Uiteindelijk ontstaat er een

Europese verzorgingsmarkt. Zorgverzekeraars moeten zorgen dat ze hun internationale kant

op orde krijgen. Ze moeten goed opletten wat er in Brussel gebeurt en zich concentreren op

nieuwe taken en aandachtsgebieden. Daar ligt een schone taak voor ZN.”

mr. Jan-Willem Oosterwijk

Secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken

is ingevoerd. Het tweede compartiment,

met de ziekenfondsverzekering, de particu-

liere ziektekostenverzekering en de WTZ-

verzekering zal uit één geheel bestaan: de

standaardverzekering. Belangrijk voor zorg-

verzekeraars is het aangenomen amende-

ment Schippers dat de korting op collectieve

contracten maximeert tot een percentage

van tien procent.

ZN pleitte in oktober al voor het afschaffen

van het etalage-artikel. Dit bepaalde dat

zorgverzekeraars een korting, die ze aan de

ene groep verzekerden geven, ook moeten

toekennen aan een andere groep verzeker-

den van gelijke omvang. Begin december liet

minister Hoogervorst de Tweede Kamer

weten dat het etalage-artikel in de

Zorgverzekeringswet wordt vervangen door

een algemeen maximum voor het geven van

kortingen aan collectiviteiten.

Page 17: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

32

JaarOverZiCht

33

JanuariZorgverzekeraars willen aan de kant van de verzeker-

den staan

Zorgverzekeraars willen er voor de klant zijn. ‘Dat

uitstralen is onze missie’, aldus ZN-voorzitter Wiegel

in zijn nieuwjaarsrede. In zijn toespraak laat Wiegel

ook weten dat ZN het adviesbureau Tillinghast – Towers

Perrin de opdracht geeft om onderzoek te doen naar

de samenhang tussen de solvabiliteitsmarge en risico-

verevening tussen de verzekeraars in de nieuwe basis-

verzekering.

ZN wil garanties in Plan van Aanpak DBC’s GGZ

Het Plan van Aanpak DBC’s in de GGZ biedt zorg-

verzekeraars te weinig garanties om de invoering

van de DBC’s met vertrouwen tegemoet te zien.

Vooral de gebrekkige registratie van DBC’s is voor

ZN een probleem. ‘ZN zal het huidige plan daarom

niet tekenen’, schrijft voorzitter Hans Wiegel aan minis-

ter Hoogervorst van Volksgezondheid.

Wederom daling wachtlijsten verpleging en verzorging

De wachtlijsten voor verpleging en verzorging zijn

vanaf het najaar 2002 tot oktober 2003 met 27% gedaald.

Dit blijkt uit de wachtlijstpeiling onder begeleiding

van het ministerie van VWS, het College voor zorgver-

zekeringen en ZN, die in samenspel met de zorgkan-

toren is uitgevoerd. Het is een belangrijk resultaat van

gezamenlijke inspanningen van zorgkantoren en zorg-

aanbieders.

Campagnesite zorgverzekeraars.nl druk bezocht

De website www.zorgverzekeraars.nl van ZN heeft in

de maand december ruim 40.000 bezoekers getrokken.

De website is onderdeel van de ZN-campagne om

burgers te informeren over de veranderingen in de

ziekenfondsverzekering per 1 januari 2004. ‘In de

toekomst gaan we deze site vaker inzetten om

verzekerden te informeren’, aldus algemeen directeur

Martin Bontje.

FebruariZorgverzekeraars willen decentrale ondersteuning

eerstelijnszorg

Zorgverzekeraars gaan vanaf 1 juli 2004 de decentrale

ondersteuning voor huisartsen verbreden tot een regionaal

georganiseerde ondersteuningsstructuur voor de gehele

eerstelijnszorg. Deze stap past in het streven van zorgver-

zekeraars om knelpunten lokaal aan te pakken en in de

visie van het ministerie van VWS over de toekomst-

bestendige eerstelijnszorg.

ZN-bestuur stemt in met plan voor kwaliteit

Het bestuur van ZN stemt in met een gezamenlijk plan van

aanpak voor de ontwikkeling van kwaliteitsbeleid door zorg-

verzekeraars. Hiermee wil het ZN-bestuur zorgverzeke-

raars stimuleren om na te denken over de vraag wat

kwaliteit inhoudt en wat hun rol is om de kwaliteit van de

zorg te bevorderen.

Akkoord over toekomst financiering huisartsenzorg

ZN en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) hebben

een gezamenlijk voorstel voor een nieuwe financierings-

structuur voor de huisartsenzorg aan minister Hoogervorst

van Volksgezondheid aangeboden. De belangrijkste elemen-

ten in de nieuwe financieringsstructuur zijn de invoering

van het praktijkplan en wijzigingen in de tariefstructuur.

Afspraken lumpsum alleen op lokaal niveau

In een brief aan het ministerie van VWS schrijft ZN dat zorg-

verzekeraars bereid zijn op lokaal niveau nieuwe

lumpsumafspraken te maken met medisch specialisten.

Specialisten leefden in de veronderstelling dat zij met

VWS afspraken hadden gemaakt over de hoogte van de

lumpsum. Dit is echter een zaak van lokaal overleg tussen

ziekenhuis en zorgverzekeraar, aldus ZN.

MaartZN publiceert DBC-inkoopgids

Het DBC Kenniscentrum van ZN publiceert de eerste DBC-

inkoopgids. De gids vormt een leidraad voor zorgverzeke-

raars bij de zorginkoop via DBC’s en bevat 105 DBC’s

33

Page 18: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

waarover vrij onderhandeld kan worden. ZN zette het

Kenniscentrum op in 2002 toen bleek dat ziekenhuizen en

specialisten er zelf niet in slaagden essentiële informatie

in kaart te brengen.

Geen gesjoemel AWBZ-gelden

Om de zorgvernieuwing door transmurale projecten te

kunnen continueren, pleit ZN ervoor om kortdurende ver-

pleging en verzorging over te hevelen naar de standaard-

verzekering. Ook wil ZN de indicatiestelling door de

regionale indicatieorganen vereenvoudigen. ZN reageert

hiermee op een brief van Staatssecretaris Ross van VWS

waarin zij de financiering van bepaalde transmurale zorg

als onrechtmatig aanmerkt.

Uitstel invoering DBC’s onvermijdelijk

In een brief aan het ministerie van VWS doet ZN een drie-

tal voorstellen om het DBC-systeem verder te ontwikkelen

voordat het wordt ingevoerd. Gezien de noodzaak om nog

structurele verbeteringen in het DBC-systeem aan te bren-

gen, lijkt uitstel van de verplichte invoering van

300 DBC’s per 1 juli onontkoombaar.

AprilKanttekeningen bij nieuwe Zorgverzekeringswet

Het voorstel in de nieuwe Zorgverzekeringswet om het

werkgebied van zorgverzekeraars tot één of meer

provincies te bepreken, belemmert de concurrentie.

Bovendien staat dit haaks op het uitgangspunt van lande-

lijk werkende zorgverzekeraars. Dit stelt ZN in een consul-

tatieoverleg bij VWS. ZN vraagt tevens aandacht voor het

toezicht nieuwe stijl en de collectieve verzekeringen.

Waardering voor kwaliteitsbeleid zorgverzekeraars

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en het ministerie

van VWS spreken tijdens de conferentie ‘Meetbaar beter’

hun waardering uit voor de inspanningen en

resultaten van het kwaliteitsbeleid van zorgverzekeraars.

Landelijke projecten, zoals kenniscentra en het pro-

gramma Sneller beter, maar ook lokale projecten op het

terrein van ziekenhuizen, huisartsenposten en acute zorg

gingen van start.

Gedragsregels voor nieuwe basisverzekering

ZN gaat gedragsregels opstellen voor onder meer de

acceptatie van verzekerden voor het aanvullende pakket

in de nieuwe basisverzekering. Dit schrijft ZN-voorzitter

Wiegel in een brief aan de Vaste Kamercommissie van

VWS. Daarnaast dringt Wiegel aan op een gelijk speelveld

in de zorgverzekeringsmarkt bij de start van de basis-

verzekering in 2006.

Wachtlijsten ziekenhuizen afgenomen

Uit een inventarisatie van ZN blijkt dat de wachtlijsten,

ondanks de sterk stijgende vraag naar zorg, licht zijn

afgenomen in 2003. De wachtlijsten in de ouderzorg en

thuiszorg zijn spectaculair gedaald. ZN vreest dat het kabi-

net door de hogere productiecijfers maatregelen zal

nemen waardoor de aanpak van wachtlijsten weer teniet

wordt gedaan.

Mei40 miljoen onjuiste declaraties

Voor het eerst in de historie van de zorgfraude is er hard

cijfermateriaal bekend over daadwerkelijke fraude in de

zorg. Uit een eerste inventarisatie van ZN blijkt dat

zorgverzekeraars in 2003 40 miljoen euro aan onjuiste

declaraties hebben opgespoord. Hiervan is 5,1 miljoen

euro bewezen fraude. De inventarisatie zal jaarlijks

plaatsvinden.

Geen eigen instellingen voor zorgverzekeraars

Zorgverzekeraars hebben geen belangstelling om eigen

instellingen te exploiteren in de nieuwe standaardverzeke-

ring. Dit blijkt uit onderzoek van ZN en de Universiteit van

Maastricht. Zorgverzekeraars vinden het concept van

eigen instellingen achterhaald en vinden het aanbieden

van zorg ook niet hun kerntaak.

Verzekerden kiezen bewuster

Ziekenfondsverzekerden kiezen dit jaar bewuster voor een

aanvullende zorgverzekering. Dit is de conclusie van de

35

enquête die ZN onder de ziekenfondsen heeft gehouden.

Ruim 95% van de ziekenfondsverzekerden heeft een groot

deel van de zorg die door de kabinetsbezuinigingen uit het

basispakket is gehaald, ondergebracht in de aanvullende

verzekering.

JuniRegeling zittend ziekenvervoer ingevuld

Op 1 juni is de nieuwe regeling zittend ziekenvervoer inge-

gaan. ZN laat de minister van VWS echter weten dat de

invoering van de hardheidsclausule zeker een invoerings-

periode van twee maanden kent. Doordat de minister pas

begin april aangaf de hardheidsclausule niet zelf in te

vullen, heeft ZN de clausule samen met haar leden zelf

ingevuld.

Extra middelen ambulancezorg

Zorgverzekeraars verdelen 18 miljoen euro extra aan mid-

delen voor de ambulancezorg om de spreiding en beschik-

baarheid van ambulances te verbeteren. Met het extra

geld worden meer mensen en ambulances ingezet om de

overschrijdingen op de gestelde aanrijdtijd van

15 minuten terug te dringen. Ook komen er meer stand-

plaatsen en uitrukpunten.

Klanten shoppen meer

Uit de Klantenmonitor Zorgverzekeringen blijkt dat

consumenten zich bewuster worden van de keuzemoge-

lijkheden op het gebied van de zorgverzekeringen. De oude

vertrouwde zorgverzekeringsmaatschappij is niet langer

zaligmakend en zij moet zich meer en meer gaan inspan-

nen om klanten te behouden.

JuliAanscherping Wet Maatschappelijke Ondersteuning

ZN kan zich grotendeels vinden in de plannen van het

kabinet over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning

(WMO). Op punten moet de wet wel worden aangescherpt,

vindt ZN. ZN ziet liever geen brede WMO waarin ook de

hele Welzijnswet besloten ligt. Ook de Tweede Kamer wil

meer duidelijkheid over de concrete invulling van de WMO.

Extra zorg door ziekenhuizen

Ziekenhuizen gaan tot en met 2007 extra zorg leveren zon-

der daar meer financiële middelen voor te ontvangen. De

ruimte voor extra productie ontstaat door efficiënter te

werken. Dit staat in het prestatiecontract ‘Groei door doel-

matigheid’, dat minister Hoogervorst van VWS, ZN en de

NVZ vereniging van ziekenhuizen op 6 juli tekenen.

Financieel resultaat zorgverzekeraars verbeterd

Het forse verlies van de ziekenfondsen in 2002 van 162

miljoen euro is vorig jaar omgebogen naar een positief

resultaat van 46 miljoen euro. De sterk gestegen beleg-

gingsopbrengst zorgde voor dit positieve saldo in 2003.

Dit blijkt uit de jaarlijkse marktenquête van Vektis. Het

brancheresultaat van de particuliere ziektekostenverzeke-

raars verslechterde daarentegen.

AugustusKeuzegids voor verzekerden is noodzaak

ZN steunt het initiatief van het ministerie van VWS en de

Consumentenbond om consumenten toegang te geven tot

objectieve, vergelijkende informatie over zorgverzeke-

raars. ZN vindt het noodzakelijk dat zo’n systeem er komt,

maar betwijfelt of de keuzegids in zijn huidige opzet con-

sumenten voorziet van de juiste informatie.

Overeenkomst kwaliteitsbeleid huisartsgeneeskunde

ZN en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) zet-

ten de samenwerking op het gebied van het landelijke

kwaliteitsbeleid huisartsgeneeskunde en de financiering

daarvan voort. Dat is de kern van de overeenkomst die de

twee partijen op 24 augustus tekenen. Met de financiering

vanuit ZN wordt het belang van een landelijk kwaliteits-

instituut huisartsgeneeskunde erkend.

CVZ wil AWBZ opheffen

Volgens het College voor zorgverzekeringen (CVZ) kan de

AWBZ op termijn helemaal verdwijnen. De overgebleven

aanspraken moeten worden ondergebracht in de nieuwe

Page 19: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

Zorgverzekeringswet en de Wet Maatschappelijke Onder-

steuning. In een reactie stelt ZN dat de standpunten van

het CVZ weliswaar goed liggen, maar weinig ‘evidence

based’ zijn.

SeptemberWiegel kritisch over markwerking nieuwe stelsel

De sector is onvoldoende voorbereid op de invoering van

de DBC’s in het zogenoemde A-segment. Als deze invoe-

ring wordt doorgezet, zullen de kosten bij de particuliere

zorgverzekeraars met honderden miljoenen euro’s stijgen.

Dit zei ZN-voorzitter Wiegel op de Relatiedag van ZN.

Tevens zette Wiegel grote vraagtekens bij de marktwerking

die het kabinet voor ogen heeft in het nieuwe stelsel.

Restitutievergoeding als alternatief

ZN wil dat zorgverzekeraars de mogelijkheid krijgen om de

restitutievergoeding als alternatief voor vergoeding in natura

zelf nader in te vullen en de hoogte van de vergoeding zelf te

bepalen. In het recent aangenomen wetsvoorstel HOZ (Wet

Herziening Overeenkoomstenstelsel Zorg) krijgt de verze-

kerde door het amendement Schippers voor bepaalde vormen

van zorg de vrijheid om te kiezen tussen natura of restitutie.

Uitvoerbare no-claim regeling

Het uiterste tijdstip voor besluitvorming over de no-claim-

regeling is medio oktober. Dit laat ZN-directeur Martin

Bontje in een brief aan minister Hoogervorst weten. Na

half oktober zijn particuliere verzekeraars niet meer in

staat de no-claim in te passen in de Standaard Pakket

Polissen. Ook pleit ZN voor een heldere, eenvoudige

regeling. De ervaring met andere varianten van eigen

bijdragen leert dat de kans van slagen afneemt naarmate

de regeling complexer wordt.

Fonds voor academische ziekenhuizen

Het bestuur van ZN stemt in met de oprichting van een

fonds voor de financiering van de academische component.

Via de academische component ontvangen de acht acade-

mische ziekenhuizen jaarlijks 700 miljoen euro voor de

bekostiging van onder andere topreferente zorg en onder-

wijs. Het fonds moet op 1 januari 2005, met de start van de

DBC-financiering, operationeel zijn.

OktoberGeneesmiddelenconvenant verlengd en uitgebreid

Het geneesmiddelenconvenant uit februari 2004 tussen ZN,

Bogin, KNMP en minister Hoogervorst wordt verlengd en

uitgebreid. Met de toetreding van Nefarma tot het conve-

nant worden de prijzen van de multi-source geneesmidde-

len met gemiddeld 40 procent verlaagd. Daarnaast verlagen

de Bogin-leden, de generieke geneesmiddelenindustrie, de

prijzen van zelfzorgmiddelen met gemiddeld 50 procent.

Forse kostenstijging particuliere markt

De schadelast voor de private maatschappijpolis zal in

2005 fors toenemen. De invoering van de DBC-systematiek

zal leiden tot een extra kostenverhoging. Dit staat in de

ZN-circulaire over de schadelastontwikkeling in de private

markt. Uit onderzoek van Prismant, waarbij twee onder-

zoeksmethoden gebruikt zijn, blijkt dat de totale kosten-

stijging varieert van 8,8 procent tot 15 procent.

Zorgkantoren lossen knelpunten op

De 32 zorgkantoren zijn er voor 2004 in geslaagd om knel-

punten in de financiering van de AWBZ-zorg op te lossen

door herschikking van de financiële middelen tussen de

zorginstellingen. Uit de inventarisatie van ZN blijkt dat

zorgkantoren door de herschikking tenminste 125 miljoen

euro aan knelpunten hebben opgelost.

ZN wil ‘Etalage-artikel’ uit Zorgverzekeringswet

ZN pleit voor het versoepelen van de regels voor het aan-

bieden van collectiviteiten in de nieuwe Zorgverzekerings-

wet. De bepaling in het huidige wetsvoorstel dat zorgver-

zekeraars een korting, die ze aan de ene groep verzeker-

den geven, ook moeten toekennen aan een andere groep

verzekerden van gelijke omvang, is door zorgverzekeraars

omgedoopt tot het ‘etalage-artikel’.

November

36 37

Nieuw financieringmodel voor huisartsenposten

ZN en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) hebben

een nieuw financieringsmodel voor huisartsenposten ont-

wikkeld, waarbij de belangrijkste bron van financiering een

normbedrag van 10 euro per verzekerde bedraagt. Tevens

maken ZN en LHV een gezamenlijk voorstel voor een lan-

delijk kader voor bereikbaarheid, beschikbaarheid en toe-

gankelijkheid voor huisartsenposten.

Kosten ziekenfondsen stijgen drie procent

Uit de kostenraming voor het ziekenfonds van ZN blijkt

dat de kostenstijging in de ziekenfondssector in 2005 naar

verwachting 3 procent per verzekerde bedraagt. Daarbij is

ervan uitgegaan dat er geen kostenverschuiving plaats-

vindt tussen het ziekenfonds en de particuliere markt bij

de invoering van DBC’s.

Zorgkantoren scherpen contracteerbeleid aan

Zorgkantoren zijn het eens geworden over een gezamen-

lijke lijn in het contracteerbeleid en de zorginkoop. Op

het gebied van de zorginkoop gaan zorgkantoren meer

nadruk leggen op het behalen van doelmatigheidswinst.

ZN-voorzitter Wiegel heeft de twee documenten

‘Handreiking contracteerbeleid extramurale zorg’ en

‘Hoofdlijnen van AWBZ zorginkoop’, waarin de gezamen-

lijke lijn staat verwoord, aangeboden aan staatssecretaris

Ross van VWS.

Verzekerden tevreden over zorgverzekeraar

Uit onderzoek van TNS NIPO, in opdracht van het NRC

Handelsblad, blijkt dat 93 procent van de verzekerden

tevreden is over zijn zorgverzekering. Ziekenfondsverze-

kerden zijn het meest tevreden. De resultaten bevestigen

het beeld over de tevredenheid van klanten in de Klanten-

monitor Zorgverzekeringen van Market Response.

De enquête laat verder zien dat zorgverzekeraars voorna-

melijk moeten concurreren op prijs.

December‘Etalage-artikel’ uit Zorgverzekeringswet

Minister Hoogervorst laat tijdens overleg in de Tweede

Kamer weten dat het zogenoemde etalage-artikel in de

Zorgverzekeringswet vervangen wordt door een algemeen

maximum voor het geven van kortingen aan collectivitei-

ten. Hoogervorst stelt een maximale korting van vijf

procent voor. Dit is in lijn met het voorstel van ZN.

Convenant Zorgkantoren

Het ministerie van VWS, ZN en het College voor zorgverze-

keringen tekenen het ‘Convenant Taken en beheerskosten

Zorgkantoren’. In het convenant staan onder andere

afspraken om de rol van het zorgkantoor te versterken bij

de doelmatige besteding van middelen in de AWBZ. In het

convenant is een centrale rol weggelegd voor zorgkantoren

via de zorginkoop.

ZN publiceert nieuwe inkoopgids

Het DBC Kenniscentrum van ZN publiceert de tweede uit-

gave van de DBC-inkoopgids. De gids bevat informatie over

de inhoud, kosten en kwaliteitseisen van 240 DBC’s, waar-

over zorgverzekeraars met zorgaanbieders afspraken kun-

nen maken. Daarnaast hebben ZN en de NPCF de intentie

uitgesproken om gezamenlijk de kwaliteit van ziekenhui-

zen te toetsen door de ontwikkeling van best-practices.

21 december: Tweede Kamer stemt in met

Zorgverzekeringswet

Op dinsdag 21 december stemt De Tweede Kamer in met

de Zorgverzekerinsgwet en de Wet op de Zorgtoeslag.

Het gemak waarmee minister Hoogervorst het wetsvoor-

stel door de Kamer loodste, had iets weg van een anti-

climax. Belangrijk voor zorgverzekeraars is het aangeno-

men amendement Schippers dat de korting op collectieve

contracten maximeert tot een percentage van 10 procent.

Page 20: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

de BraNChe iN CiJFers

38

Tabel 2Aantallen verzekerden, mediostanden (bron: CBS, CVZ, SUO, KPZ)

2000 2001 2002 2003 2004

Bevolking 15.918.699 16.039.261 16.144.252 16.221.695 16.270.225

Ziekenfonds 10.310.817 10.287.111 10.158.998 10.151.866 10.165.067

Particulier 5.273.051 5.445.376 5.658.723 5.728.085 5.762.327

Privaat 4.491.179 4.664.501 4.876.750 4.848.310 4.880.543

Publiek 781.872 780.875 781.973 879.775 881.784

Saldo 334.831 306.774 326.531 341.744 342.831

Tabel 1Aantallen ziekenfondsen en particuliere zorgverzekeraars (bron: Vektis)

2001 2002 2003 2004 2005

Ziekenfondsen 25 25 22 22 22

Particulier, waarvan 47 46 39 38 37

Privaatrechtelijk 44 43 36 35 33

Publiekrechtelijk 3 3 3 3 4

Totaal 72 71 61 60 59

39

Tabel 4Uitgaven Ziekenfondswet per verzekerde in euro’s (bron: Vektis, CVZ)

Verstrekking 2003 2004 Mutatie

Huisartsenhulp 104,14 104,15 0,0%

Farmaceutische hulp 307,75 301,95 -1,9%

Specialistische hulp 113,45 129,48 14,1%

Tandheelkundige hulp 36,28 23,55 -35,1%

Verloskundige hulp 9,34 8,87 -5,1%

Ziekenhuiszorg 800,81 850,83 6,2%

Paramedische hulp 55,69 25,67 -53,9%

Hulpmiddelen 75,02 82,51 10,0%

Ziekenvervoer 37,16 34,06 -8,3%

Kraamzorg 21,21 19,94 -6,0%

Totaal kosten van verstrekkingen 1.560,85 1.581,00 1,3%

Tabel 3Gemiddelde premie per verzekerde per jaar (bron: Vektis/SUO/CVZ)

2001 2002 2003 2004 2005

Procentueel

AWB 10,25% 10,25% 12,30% 1 13,25% 2 13,45%

ZFW 7,95% 7,95% 8,45% 8,00% 8,20%

In Euro’s

ZW

Nominaal (Rekenpremie) 147,02 155,40 257,37 221,67 72,00

Nominale premie no-claim 3 255,00

Privaatrechtelijk

MOOZ bijdrage (20 t/m 64 jr) 100,74 81,60 96,00 120,00 129,60

WTZ (20 t/m 64 jr) 211,28 234,24 320,64 393,60 404,40

Standaard polis (tot 65 jr.) 1203,48 1305,80 1416,48 1459,20 1326,00 4

Standaard pakket polis (tot 65 jaar) 1503,48 1632,00 1770,72 1824,00 1704,00 4

SP en SPP (65 jaar en ouder) 1503,48 1632,00 1770,72 1824,00 1704,00 4

Studenten SPP (tot 20 jr) 241,44 249,48 217,80 183,60 183,60 4

Studenten SPP (vanaf 20 jr) 85,44 91,56 9,48 0,00 0,00

Meeverzekerde kinderen SSPP 42,72 45,72 56,16 0,00 0,00

Voetnoten

1 Premie AWBZ per 1 juli 2003 bedraagt 12,55%

2 Premie AWBZ per 1 juli 2004 bedraagt 13,55%

3 Ingevoerd per 1 januari 2005

4 De premie voor de ziektenkostenverzekering daalt per 1 januari 2005 enkele procentpunten

maar het eigen risico gaat omhoog van €106 naar €250 per verzekerde.

Page 21: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

Bestuur, direCtie eN raad vaN advies per 1 april 2005

Bestuur

H. Wiegel, voorzitter

mr. W.A.J. van Duin, vice-voorzitter

drs. E. van der Veen, vice-voorzitter

mr. J.P.M. Baeten

drs. M.A.M. Leers

F. Blankers

drs. D.J. van Boven

mr. R.H.L.M. van Boxtel

ir. B.F. Dessing

drs. H. Feenstra

ir. E. Velzel

Directie

M.J.W. Bontje, algemeen directeur

drs. M.A.J.M. Bos, directeur Zorg

drs. M.W.L. Hoppenbrouwers, adjunct-directeur Verzekeringszaken

drs. W.M. Brittijn, directiesecretaris

Raad van Advies

mevrouw prof. dr. I.D. de Beaufort

prof. dr. L. Koopmans

drs. F.B.M. Sanders

drs. J. de Boer

L.J. de Waal

mr. E.M. d’Hondt

40 41

ledeN per 1 april 2005

Achmea Zorg

Agis Zorgverzekeringen

Algemeen Ziekenfonds voor

Zeelieden

Amersfoortse Zorgverzekering

Amicon Zorgverzekeraar

Anderzorg

Avéro Achmea

Azivo Algemeen ziekenfonds

De Volharding

CZ Actief in Gezondheid

Delta Lloyd Zorgverzekering

Delta Lloyd OHRA Ziekenfonds

Zorgverzekeraar DSW

FBTO

Fortis Verzekeringen N.V.

De Friesland Zorgverzekeraar

GENERALI

Geové Zorgverzekeraar

Groene Land Achmea

Menzis

Nederzorg

OHRA Ziektekostenverzekering

ONVZ Zorgverzekeraar

ONVZ Ziekenfonds

OOM Global Care N.V.

OZ Zorgverzekeringen

Zorgverzekeraar OZF Achmea

PNO Ziektekosten

PWZ Achmea

N.V.S. Rijnmond Zorgverzekeraar

Salland verzekeringen

Stad Rotterdam

Zorgverzekeraar Trias

Univé Zorgverzekeraar

Zorgverzekeraar VGZ

VVAA

Zilveren Kruis Achmea

Zorgverzekeraar Zorg & Zekerheid

Page 22: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

42

COlOFON

Uitgave

Zorgverzekeraars Nederland

Sparrenheuvel 16

Postbus 520, 3700 AM Zeist

Telefoon (030) 69 88 911

Fax (030) 69 88 333

E-mail: [email protected]

www.zn.nl

Concept en Vormgeving

Mariël Lam BNO, Woerden

in samenwerking met Winneke Hazewinkel, Amsterdam

Tekst

Carlijne Vos, Amsterdam

Fotografie

Omslag, pagina 10 en pagina 18: Winneke Hazewinkel, Amsterdam

pagina 14 en pagina 26: Harald Lakerveld, Woerden

pagina 22: trafficlinq.nl

Druk

Vandenberg-drukwerken, Maarn

Page 23: Bundelen - Winneke Hazewinkel · een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Informalisering ten slotte houdt in dat de gezagsverhoudingen bij de dienstverlening

44