Briqs onderzoek project ‘nieuwe relaties en duurzame business modellen in bouw en vastgoed’

2
Pagina 1 De manier waarop we nu omgaan met producten en grondstoffen in de bouw verhindert het ontstaan van een circulaire bouweconomie. Leveranciers en producenten zouden zeggenschap moeten houden over de door hen geleverde producten en grondstoffen, ook nadat die in een gebouw verwerkt zijn. Bouw ‘cradletocradle’! Al tientallen jaren pleiten hoogleraar Michael Braungart en architect William McDonough voor een dergelijke cradletocradleaanpak, ook in de bouw. Daarvoor zijn gebruikersparticipatie en een scheiding van gebouwonderdelen cruciaal. Immers, de drager wordt maar één keer neergezet en zelden aangepast. De inbouw daarentegen wordt veelvuldig verbouwd. Ook de in gebouwonderdelen opgeslagen grondstoffen kunnen dan maxi maal worden benut. Ze komen vrij voor hergebruik op het moment dat dat functioneel, technisch, economisch én ecologisch het verstandigst is. Ondervang de ‘split incentive’! Verder staat de ‘split incentive’ een maximaal rendement voor zowel gebruikers als beleggers in de weg. De enige echte oplossing daarvan is een andere verdeling van eigendom tussen die partijen, afgestemd op de risico’s die ze lopen en op de levensduur van de betrokken gebouwdelen. Cradletocradle bouwen en een goeddeels uitgebannen ‘split incentive’ laten een circulaire bouw en grondstofeconomie ontstaan die nieuwe contractvormen mogelijk maakt, zoals ‘performance based contracting’. Dat biedt een aantal belangrijke voordelen. Het proces is efficiënter en goedkoper, vaak direct al voor de eind afnemer. Bouwen vergt minder materiaal en energie, juist ook bij renovatie en. De rest en grondstofwaarde van elk gebouwonderdeel neemt toe. Producenten van bouwproducten en gebouwonderdelen kunnen onder andere leaseconcepten ontwikkelen op basis van een levensloopgarantie. De bij sloop vrijkomende bouwproducten en grondstoffen zijn te scheiden en opnieuw te gebruiken. Er ontstaat zo een circulaire bouw en grondstofeconomie met nieuwe business en verdienmodellen. Er is fors minder belasting van het milieu. De veranderde relatie tussen gebouweigenaar en –gebruiker vult de economische en ecologische aspecten aan met een sociale component. NIEUWE RELATIES EN DUURZAME BUSINESS MODELLEN IN BOUW EN VASTGOED

Transcript of Briqs onderzoek project ‘nieuwe relaties en duurzame business modellen in bouw en vastgoed’

Page 1: Briqs   onderzoek project ‘nieuwe relaties en duurzame business modellen in bouw en vastgoed’

 

  Pagina  1  

   

 De  manier  waarop  we  nu  omgaan  met  producten  en  grondstoffen  in  de  bouw  verhindert  het  ontstaan  van  een  circulaire  bouweconomie.  Leveranciers  en  producenten  zouden  zeggenschap  moeten  houden  over  de  door  hen  geleverde  producten  en  grondstoffen,  ook  nadat  die  in  een  gebouw  verwerkt  zijn.    Bouw  ‘cradle-­‐to-­‐cradle’!  Al  tientallen  jaren  pleiten  hoogleraar  Michael  Braungart  en  architect  William  McDonough  voor  een  dergelijke  cradle-­‐to-­‐cradle-­‐aanpak,  ook  in  de  bouw.  Daarvoor  zijn  gebruikersparticipatie  en  een  scheiding  van  gebouwonderdelen  cruciaal.  Immers,  de  drager  wordt  maar  één  keer  neergezet  en  zelden  aangepast.  De  inbouw  daarentegen  wordt  veelvuldig  verbouwd.  Ook  de  in  gebouwonderdelen  opgeslagen  grondstoffen  kunnen  dan  maxi-­‐  maal  worden  benut.  Ze  komen  vrij  voor  hergebruik  op  het  moment  dat  dat  functioneel,  technisch,  economisch  én  ecologisch  het  verstandigst  is.    Ondervang  de  ‘split  incentive’!  Verder  staat  de  ‘split  incentive’  een  maximaal  rendement  voor  zowel  gebruikers  als  beleggers  in  de  weg.  De  enige  echte  oplossing  daarvan  is  een  andere  verdeling  van  eigendom  tussen  die  partijen,  afgestemd  op  de  risico’s  die  ze  lopen  en  op  de  levensduur  van  de  betrokken  gebouwdelen.    Cradle-­‐to-­‐cradle  bouwen  en  een  goeddeels  uitgebannen  ‘split  incentive’  laten  een  circulaire  bouw-­‐  en  grondstofeconomie  ontstaan  die  nieuwe  contractvormen  mogelijk  maakt,  zoals  ‘performance  based  contracting’.    Dat  biedt  een  aantal  belangrijke  voordelen.  • Het  proces  is  efficiënter  en  goedkoper,  vaak  direct  al  voor  de  eind-­‐

afnemer.  • Bouwen  vergt  minder  materiaal  en  energie,  juist  ook  bij  renovatie  en.  • De  rest-­‐  en  grondstofwaarde  van  elk  gebouwonderdeel  neemt  toe.  • Producenten  van  bouwproducten  en  gebouwonderdelen  kunnen  

onder  andere  leaseconcepten  ontwikkelen  op  basis  van  een  levensloop-­‐garantie.  

• De  bij  sloop  vrijkomende  bouwproducten  en  grondstoffen  zijn  te  scheiden  en  opnieuw  te  gebruiken.  

• Er  ontstaat  zo  een  circulaire  bouw-­‐  en  grondstofeconomie  met  nieuwe  business-­‐  en  verdienmodellen.  

• Er  is  fors  minder  belasting  van  het  milieu.  • De  veranderde  relatie  tussen  gebouweigenaar  en  –gebruiker  vult  de  

economische  en  ecologische  aspecten  aan  met  een  sociale  component.  

NIEUWE  RELATIES  EN  DUURZAME  BUSINESS  MODELLEN  IN  BOUW  EN  VASTGOED  

Page 2: Briqs   onderzoek project ‘nieuwe relaties en duurzame business modellen in bouw en vastgoed’

 

  Pagina  2  

Onderzoek  is  noodzakelijk  Onder  auspiciën  van  de  Nederlandse  Organisatie  voor  Wetenschappelijk  Onderzoek,  NWO,  start  binnenkort  een  onderzoek  met  als  titel  ‘Nieuwe  relaties  en  duurzame  business  modellen  in  bouw  en  vastgoed.  Het  heeft  als  bedoeling:  1. Om  splitsing  van  drager  en  inbouw  juridisch  en  fiscaal  in  algemene  

termen  te  definiëren;  2. Voor  stellen  te  formuleren  voor  nieuwe  en  gewijzigde  juridische  en  

fiscale  uitgangspunten  en  instrumenten;  3. De  consequenties  te  bepalen  voor  overheid,  politiek  en  bedrijfsleven;  4. Te  komen  tot  een  nieuw  bouw-­‐  en  vastgoedproces  met  een  circulaire  

bouw-­‐  en  grondstofeconomie  als  uitgangspunt;  5. Nieuwe  economische  concepten  te  verkennen  die  voorbijgaan  aan  de  

klassieke  vormen  van  eigendom  en  huur,  en  de  kansrijke  contract-­‐vormen  te  benoemen  die  op  basis  hiervan  mogelijk  zijn;  

6. Het  nieuwe  bouw-­‐  en  vastgoedproces  vast  te  leggen  in  technische  afspraken  en  die  te  vatten  in  een  nieuwe,  praktisch  hanteerbare  en  te  handhaven  norm.  

 Binnen  de  NWO-­‐voorwaarden  zal  een  universitaire  onderzoeksgroep  het  onderzoek  uitvoeren  in  verbinding  met  de  (rijks)overheid  –wegens  het  daar  belegde  juridische  en  fiscale  primaat  –  met  het  praktijkgerichte  hbo-­‐  onderwijs  en  met  het  bedrijfsleven.  Dat  krijgt  immers  kansen  met  nieuwe,  duurzame  business-­‐  en  verdienmodellen.    Onderzoeksbudget  Het  voor  het  onderzoek  benodigde  budget  is  nog  onderwerp  van  studie,  maar  wordt  vooralsnog  geschat  op  €  400  000,—.  Een  kwart  daarvan  moet  worden  ingebracht  door  publieke  en  private  partners.  Het  totale  onderzoek  vergt  naar  verwachting  een  doorlooptijd  van  twee  jaar.  Al  na  ongeveer  een  half  jaar  zullen  de  eerste  tussenresultaten  bekend  worden.    De  voordelen  voor  sponsoren  uit  het  bedrijfsleven  Private  vastgoedinvesteerders,  bouwbedrijven  en  toeleveranciers  aan  de  bouw  die  bijdragen  aan  het  onderzoeksbudget,  krijgen  de  beschikking  over  de  onderzoeksuitkomsten  én  ze  participeren  in  de  uitwerking  van  het  onderzoek.  Daarbij  krijgen  ze  de  kans  de  onderzoekaanpak  te  beïnvloeden  en  eigen  onderzoeksvragen  te  formuleren.  Met  de  antwoorden  creëren  ze  een  duurzame  voorsprong  op  hun  concurrent.    Remko  Zuidema,  30  december  2013    Stichting  briqs  Postbus  75657  1070  AR    Amsterdam   IBAN:  NL70TRIO  0254571301  Telefoon:  +31  206  780  780   KvK  Amsterdam:  54198399  Email  adres:  [email protected]   BTW  nr.:  NL8512.12.931.B01