brinknieuws maart 2012
-
Upload
harry-sleijster -
Category
Documents
-
view
221 -
download
0
description
Transcript of brinknieuws maart 2012
BRINKNIEUWS GEMEENTEBLAD / NUMMER 2 / 2012
Eerlijk “Prikkelbaar”
Thema Samen
geloven
Eerlijk “Toen wij wakker
werden…”
Zoeken “Samen geloven,
samen gemeen-
te”
PRIKKELBAAR? Ik verbaas me er vaak over hoe zaken in de natuur meerde-
re kanten hebben. Neem nu als voorbeeld de roos: ze is
prachtig diep rood van kleur en heeft een fris groene sten-
gel. Haar bloemblaadjes vormen een bijna wiskundig sa-
menspel met elkaar. Haar geur doet je denken aan de lente.
Je moet ook voorzichtig met haar zijn. Het is een fragiele
plant die voldoende water nodig heeft. De doornen waar-
mee ze zichzelf beschermt, kunnen naar steken.
Eigenlijk is ‘samen geloven’ net zoals die
roos. Van de buitenkant lijkt ons
kerkje heel wat. De gemeentele-
den vormen een hechte en com-
plexe band. Haar aanbidding
stijgt op als een liefelijke geur.
Maar ook met haar moet je
voorzichtig zijn. Ze heeft vol-
doende voeding nodig en
soms… soms is ze zelfs prikkel-
baar.
Er zijn zondagen dat ik duidelijk kan merken dat
we heel verschillend zijn, zowel in karakter als
waar we in het leven staan. De een denkt
na over zijn vervolgstudie, de ander denkt
na over zijn pensioen. De een vraagt zich af
of ze ooit kinderen zal mogen krijgen en de
ander vraagt zich af hoe ze de kinderen nu weer rustig kan
krijgen. De een heeft een top week, de ander een flop week.
De een wil God gedragen aanbidden en de ander vindt dat
maar overdreven of ouderwets. De een is uitbundig en
toetert het liefst van de daken hoe geweldig God is, ter-
wijl de ander God graag in de rust en de stilte ontmoet.
Een van de grootste uitdagingen van ‘samen geloven’ is mis-
schien wel om niet prikkelbaar
te worden als iemand zijn of
haar geloof anders beleeft
dan dat jij het doet. Ik
weet dat dát voor
mij een leerpunt is.
Samen je geloof
beleven is mooi en
— net als een roos —
fragiel. Gunnen we
elkaar de ruimte om
daar van te genie-
ten?
Kees C. Bakker
Als je niet
van God bent,
van wie dan
wel?
Maart 2012 47e jaargang, Nummer 2
Vergadering van Gelovigen
Brink 13, 8021 AP Zwolle
www.vergadering.nu/zwolle
Zondag diensten
Aanbidingsdienst om 09:30
Woorddienst om 11:00
Gebedsbijeenkomsten
Dinsdag,- Woensdag- en
Donderdagavond
Redactieadres
Bas Wildeboer
Mackayware 106, 8014 RZ, Zwolle
(voor alle kopij dat ingescand moet worden)
Email redactie
Uiterste inleverdatum
volgend nummer
25 maart 2012
thema: echt genieten!
In ons gezin gelden regels. Dat zijn heel vaak geen concrete, strakke regels, want met zulke regels creëer je een keurslijf. Als je je daar maar aan houdt, dan is het goed. Hoewel ik er zeker bewust van ben dat je je er lek-ker bij kunt voelen – je weet dan waar je aan toe bent, je hoeft ‘alleen maar’ daaraan te voldoen – denk ik dat de meeste mensen meer kunnen met een kader waarbinnen ze zich kunnen bewegen. Zo verwacht ik van onze kinderen dat ze ons als ouders normaal aanspre-ken. Dus een jaahaaa past daar niet in! Vaak klinkt dat uit de mond van onze kinderen als: ‘ouwe zeur die je bent, ik zeg toch ja!’. Das heel anders dan een ja pap, of ja zal ik doen. Als ik zou aangeven dat ze met twee
woorden moeten spreken is met een ‘ja ja ‘ ook voldaan aan dat criterium, terwijl dat zeer zeker niet de be-doeling zal zijn van de regel.
Ieder gelooft (als je het mij vraagt) op zijn eigen manier. We hebben wel een soort van gemeen-schappelijke waarhe-den, maar de een is meer een aanbidding-schristen en de ander meer een gebedschris-ten. De ene is niet meer of minder dan de andere, maar ieder heeft zijn eigen manier
om zijn geloof in God en Jezus uit te leven.
Als je het hebt over samen geloven, gebeurt dit vaak in een of ander ker-kelijk verband. En dat is een uitda-ging als we allemaal op onze eigen manier ons geloof uitleven. Want wat bindt je dan samen? Is dat dan dat je
Als je niet
van God bent,
van wie dan
wel?
op zondag bij elkaar zit in een kerk-gebouw? Of is dat dat je samen bij-voorbeeld avondmaal viert? Want je kunt wel samen een handeling heb-ben waardoor het lijkt alsof je met elkaar verbonden bent, maar is dat dan samen? We organiseren dit jaar voor de twee-de keer het BrinkWeekend. Samen weg. Maar is het omdat we allemaal in eenzelfde huisje zitten de samen-bindende factor van dat weekend? Of omdat we samen barbecueën? Om samen goed te kunnen functione-ren is het denk ik goed om eens na te gaan waar we in de basis voor staan. Misschien denk je: maar de bijbel is de basis! Daar kan ik je in volgen. Maar dat is wel heeeel uitgebreid. Noem eens drie dingen (of vijf mis-schien)? En kies dan een soort van kernwoorden, kernbegrippen, geen hele zinnen. Dat is lastig! Want dat moeten ook dingen zijn die concreet gemaakt kunnen worden. We kunnen wel zeggen dat we als kerk open wil-len zijn, maar dat zullen we ook wel moeten, anders kunnen we niet eens binnenkomen en kan er dus geen sprake zijn van samen geloven in ker-kelijk verband!
Zulke kernwoorden kunnen een soort van kapstok vormen. Wat we doen, moet daaraan op te hangen zijn. En dat betekent dus ook dat dingen die daaraan niet op te hangen zijn bin-nen het samen geloven, binnen het kerkelijk verband niet passen. Dus dat je er erg goed over na moet den-ken.
Waarom deze insteek? Omdat we dan een flexibel startpunt hebben. En geen keurslijf, geen ‘als je hier maar aan voldoet, dan komt het goed’. Dat betekent dat jij met jouw manier van geloven en jouw kwaliteiten hiermee uit de voeten kunt. Dat wij niet alle-maal hetzelfde moeten zijn, maar dat we door onze verscheidenheid ook een kleurrijk geheel kunnen vormen. Dat je je aan de ene kant op je gemak en gewaardeerd voelt in hoe en wie jij bent, en dat je aan de andere kant gestimuleerd wordt om te groeien en met anderen te delen waarin jij sterk bent.
Zo, je hebt een heleboel vragen gele-
zen, allemaal vragen die leven (bij mij
in ieder geval) en waar ik geen pas-
klaar antwoord op weet. Zullen we
samen maar weer in gesprek gaan?
gaan?
Als je googled op samen
geloven, is een van de
links: Samen geloven?
Gewoon doen! Ja, ja,
was het maar zo
makkelijk. Maar om te
weten te komen hoe dat
te doen, moeten we
volgens mij eerst weten
wat het is. Ik geloof
(het) wel! Maar wat is
daar samen aan?
Door Christiaan Remmelink
Samen geloven,
makkelijk?
Als ik denk aan samen geloven, dan
heb ik de neiging terug te willen
gaan naar het ontstaan van de ge-
meente. Ze waren “één van hart en
ziel’’ (Hd 4:32). Dat moet toch ge-
weldig geweest zijn. De gevolgen wa-
ren duidelijk zichtbaar. De gemeente
groeide als kool. Dagelijks werden
mensen toegevoegd. Helaas moeten
we constateren, dat die tijd al heel
lang achter ons ligt. Ook de tijd van
de grote opwekking die plaatsvond,
ligt alweer in een ver verleden.
Wanneer je het voorgaande stukje
nog eens naleest, zou je de moed in
de schoenen kunnen zakken. Dat
waren nog eens tijden, geweldig.
Ik ben ervan overtuigd dat we niet
hoeven te wanhopen als het gaat
over samen geloven en samen ge-
meente-zijn. Wel is het zaak je te
realiseren dat we in een totaal ande-
re tijd leven. Ieder van ons wordt
voortdurend op scherp gezet. Op ons
werk moeten we goed presteren. In
de gezinnen is het een drukte van be-
lang. We worden in deze maatschappij
geacht overal goed in te zijn. Alleen
succes stories tellen. Dat beïnvloedt
ook ons doen en laten als christen,
zowel in de privésfeer, als ook in de
gemeente.
We zijn kinderen van deze tijd, van
hectiek, snelheid, en enorme hoeveel-
heden informatie via allerlei media.
Dat vergt heel wat van ons incasse-
ringsvermogen en het vraagt ook veel
tijd.
Maar!!! Wat is het dan fijn een lid
van een gemeente te zijn. Een plek te
hebben, waar je even jezelf mag en
kunt zijn, waar je even niet hoeft te
presteren. Een plek waar je tot rust
kunt komen. En weet je wat ook zo
prettig is? Je bent niet alleen, er zijn
anderen om je heen. Anderen, die net
als jij even kunnen uitblazen. Ge-
meente, dat ben je samen. Samen mo-
gen we getuigen van ons geloof. Sa-
men mogen we God en de Heer Jezus
groot maken in de aanbiddingdienst.
Samen mogen we luisteren naar een
Woord uit de Bijbel. Dit is echter één
onderdeel van gemeente-zijn. In de
beslotenheid van de kleine kring kun-
nen we ook heel persoonlijk vreugde
en verdriet met elkaar delen. Daar-
naast kunnen voor elkaar bidden.
Misschien zou het goed zijn om dat
meer te doen. Ook in praktisch op-
zicht is het fijn om lid van een ge-
meente te zijn, zodat we elkaar voort
kunnen helpen met soms heel gewone
hulpverlening in de vorm van bijvoor-
beeld een klusje doen voor die ander.
Wanneer je samen bent, kun je ook
elkaar bemoedigen, als je het even niet
meer ziet zitten.
Hiermee heb ik al een paar praktische
zaken genoemd om aan te geven dat
het samen geloven en samen gemeen-
te-zijn, goed is voor ieder gemeentelid
persoonlijk, maar het is ook in het be-
lang van het geheel.
Dan wil ik nog één punt noemen om
aan te geven hoe belangrijk het is sa-
men te geloven en samen gemeente te
zijn. De Heer Jezus zegt in Jh15:17
‘’Dit gebied ik u, dat gij elkander lief-
hebt’’. Als wij volgens die opdracht
met elkaar omgaan, dan zullen we oog
voor elkaar hebben en voor elkaar wil-
len zorgen, dan vinden we de ander
belangrijker dan onszelf.
Ik denk dat God dan met een glimlach
naar ons kijkt, want waar liefde
woont, gebiedt de Heer zijn zegen.
Met andere woorden, mensen om ons
heen zullen worden aangetrokken,
omdat ze iets van Gods liefde in ons
zien. Dan zal zeker gebeuren wat je al
in Handelingen kunt lezen: “en de
Heer voegde dagelijks toe’’.
geloven gemeente.
Samen samen
,
door Chris Meijnen
Bron: Visie 7, Aangedragen door:
Suzanne Remmelink
Leef je geloof
“Leef je geloof is voor mij samen
met God leven en je richten naar
Zijn liefde. Als schaatsliefhebber
merk ik vaak dat als je alleen
schaatst, je het gevoel hebt dat je het
niet redt. Maar rijd je in een groep,
dan voel je de zuigkracht daarvan.
Dat is het geheim van geloven: als je
met God leeft, wil dat niet zeggen
dat je niet in een scheur kunt vallen,
maar wel dat je kunt opstaan met de
Heer.”
Ed van Hoof (58), voorganger van
de Kerk van de Nazarener in Zaan-
stad, reed begin deze maand voor de
derde keer de Alternatieve Elf-
stedentocht op de Wiessensee.
Wil je deze wallpaper?
Mail dan naar
Suzanne op
Meer weten over dit project?
Surf naar
www.mathunka.nl
Bij deze ontvangen jullie weer een maandelijkse computer achtergrond in Matunkhadesign. Dit is een plaatje van een Tawny Eagle
(Savanne Arend) genomen tussen de poten van een Thornicroft Giraffe in het South Luangwa National Park (Zambia, dit is overigens
de enige plek waar u deze giraffe zult kunnen aantreffen). Om u een idee te geven hoe groot de poten van een mannetjes giraffe zijn:
een volwassen arend is zo'n 70 cm hoog... Dit volwassen mannetje kan dan ook wel meer dan 6 meter lang zijn!
Vanuit het perspectief van Dikkertje Dap op z'n trap is de giraffe een leuke glijbaan, vanuit het perspectief van de op de grond zittende
arend (en wij met hem) een reusachtige onbedwingbare wolkenkrabber. Ach voor die arend is dat nu ook weer niet zo'n probleem: die
vliegt gewoon omhoog en bekijkt alles nog eens rustig van de bovenkant. Zou u zoiets soms ook niet willen? Opgetild worden uit uw
huidige malaise om die onoverwinnelijke Goliath, die u zo in de weg lijkt te staan, eens vanuit een hoger perspectief te bezien? "Jullie
hebben toch gezien, wat Ik met de Egyptenaren gedaan heb en hoe Ik jullie op arendsvleugelen gedragen en u tot Mij gebracht heb?"
fluisterde God zijn volk in de oren om hen te laten weten dat ze Hem altijd konden vertrouwen. (Ex.19:4) Voor je van al dat geïntimi-
deerde omhoog kijken een stijve nek krijgt: er is vast een beter perspectief!
Hartelijk gegroet namens het Matunkha team,
Bert & Mathilde Nanninga
Message from Matunkha
Bron: Visie 7, Aangedragen door:
Suzanne Remmelink
Gods akker &
Gods medewerker door Jurjen ten Brinke
Create in me a clean heart is een
zin uit een lied. Dit is een letterlijke
zin uit Psalm 51, waar David tot
God nadert nadat hij flink de fout is
ingegaan. Er zijn dingen waartoe
mensen in staat zijn en andere din-
gen die buiten ons bereik liggen.
Mensen kunnen dingen fabriceren,
aanpassen, bewerken en repareren.
Maar één ding kunnen we niet uit
eigen kracht: iets scheppen. (Tenzij
je ‘kunst’ als schepping wilt zien
natuurlijk.) Alleen God is de Schep-
per. In deze psalm is David op een
punt in zijn leven gekomen, dat hij
geconfronteerd wordt met de wer-
kelijkheid van zijn zonde. Toen de
profeet Nathan hem confronteerde
met zijn overspel met Batseba, zag
hij – misschien wel voor het eerst
in zijn leven – hoe zijn hart er wer-
kelijk uitzag. Hij zag de verwoesting
die de zonde daar had teweeg ge-
bracht en hij besefte hoe machte-
loos hij was. Hij kon de situatie niet
aanpassen. Hij kon de zaak niet re-
pareren. Hij kon er niets aan veran-
deren. Al zijn eigen mogelijkheden
waren volslagen ontoereikend.
Daarom keerde hij zich in zijn zie-
lenstrijd tot God en vroeg Hem dat-
gene te doen waar alleen God toe in
staat is: het scheppen van een rein
hart in hem.
Als jij en ik net als David ons eigen
hart zouden zien (en ik denk dat we
het vaak niet zien zoals het is), dan
zouden we dezelfde situatie aantref-
fen. De zonde heeft echt rampzalige
gevolgen gehad. Zo erg, dat we
machteloos staan. En het is zinloos
te proberen het te herstellen, te be-
werken of te verbeteren. Er is maar
één oplossing: we moeten doen wat
David deed: de ernst ervan eerlijk
onder ogen zien en dan tot God
gaan en vragen: ‘Heer, ik kan mij-
zelf niet veranderen. Ik kan mijzelf
niet verbeteren. Mijn hart is zondig.
Doet U voor mij wat ik zelf niet kan.
Schep een zuiver, rein hart in mij, o
God!’
Het offer van Jezus was een alles-
omvattend antwoord op Davids
hartenkreet. Door Zijn offer wordt
het wonder van een nieuwe schep-
ping ook mogelijk! Paulus zegt in 2
Ko 5:17,18: ‘Daarom ook is iemand
die één met Christus is, een nieuwe
schepping. Het oude is voorbij, het
nieuwe is gekomen. Dit alles is het
werk van God. Hij heeft ons door
Christus met zich verzoend en ons
de verkondiging daarover toever-
trouwd.’
En die Paulus, die zegt nog meer in
een brief aan de gemeente van Ko-
rinthe. Bijzondere woorden, die ik
hier wil aanhalen, juist ook als het
gaat om leiderschap in de gemeen-
te. Paulus schrijft in zijn brief dat
mensen geneigd zijn om aan andere
mensen te gaan ‘hangen’. En dat
levert de nodige pijn, ja zelfs scheu-
ringen op.
Lees eens 1 Korinthe 3 vanaf vers 4.
Wanneer de een zegt: ‘Ik ben van
Paulus,’ en een ander: ‘Ik van Apol-
los,’ bent u dan niet als alle andere
mensen?
Wat is Apollos eigenlijk? En wat is
Paulus? Zij zijn niet meer dan die-
naren die u tot geloof hebben ge-
bracht, beiden op de wijze die de
Heer hun heeft geschonken. Ik heb
geplant, Apollos heeft water gege-
ven, maar God heeft doen groeien.
Het is niet belangrijk wie plant of
wie begiet; alleen God is belangrijk,
want hij doet groeien. Wie plant en
wie begiet hebben hetzelfde doel, al
worden ze ieder apart beloond
overeenkomstig de moeite die ze
zich hebben gegeven. Dus wij zijn
medewerkers van God en u bent
zijn akker.
U bent een bouwwerk van God.
Overeenkomstig de taak die God
mij uit genade heeft opgelegd, heb
ik als een kundig bouwmeester het
fundament gelegd, en anderen bou-
wen daarop voort. Laat ieder erop
letten hoe hij bouwt, want niemand
kan een ander fundament leggen
dan er al ligt – Jezus Christus zelf.
Of er op dat fundament nu verder
wordt gebouwd met goud, zilver en
edelstenen of met hout, hooi en
stro, van ieders werk zal duidelijk
worden wat het waard is.
Het is duidelijk dat Paulus zich af-
keert van mensen die iets of iemand
anders aanhangen dan God alleen.
Maar… het meest opzienbarende is
misschien wel dat Paulus zichzelf
en de andere namen die hij ge-
noemd heeft dienaren of mede-
werkers noemt. Ja, het staat er
echt: medewerker zijn van God. In
het Engels: fellow workers. En in
het Indonesisch: kawan sekerjan.
Dat komt ernstig dichtbij! In het
Indonesisch gebruik je voor je
vrienden het woord ‘teman’. En
voor je maatje, je makker, dat wat
sommige vrienden nu net specialer
maakt dan anderen het woord
‘kawan’. Nou, als je dit op je in laat
werken… en in ons achterhoofd
hebben we nog even Psalm 51… dan
gebeurt er iets wonderlijks! David,
die zo de fout in ging en tóch een
door God gezalfde koning over Isra-
ël was. Paulus, die zo de fout in ging
(de gemeente van God vervolgde,
hij noemt zich de grootste van de
zondaars!) en die tóch een mede-
werker van God is! Gods boodschap
voor hen die leiding mogen geven
is: Ik werk met je samen. Met Mijn
hulp kun je doen waartoe ik je roep.
Je bent een medewerker geworden.
Blijf in Mijn buurt!
Ter illustratie het
voorbeeld van een
wiel met spaken.
Hoe dichterbij de
as, doe dichter bij
elkaar. Dus wordt
de samenwerking
met onze Here nog
groter door samen te
werken met elkaar!
Wat een paradox eigenlijk hè? Pau-
lus, een medewerker. En de akker,
of zo je wilt het gebouw, waaraan
gewerkt wordt, dat is de gemeente
van Korinthe. Dat ben jij. Ik zat me
af te vragen wat ik nu eigenlijk ben.
Ook een medewerker? Of de akker?
Volgens mij is het antwoord: beide.
En dat geldt voor veel mensen.
Want ik ga naar de kerk. Ik doe Bij-
belstudie met vrienden of collega’s
en vrienden, die me vermanen, ver-
troosten, bemoedigen en vertroos-
ten uit het Woord van God. Of pro-
fetische woorden uit de Bijbel,
woorden van God, tot me spreken.
Dus ik behoor tot de akker waarin
gewerkt wordt. En wat is het ken-
merkende van een akker en een ge-
bouw: het gaat om het geheel en om
de voltooiing. Het staat altijd in een
hoger en breder perspectief. Uit-
zicht en toekomst! Die ene steen of
die ene korenaar is op zich niet be-
langrijk als individu. Het gaat
om de opbrengst van de
akker en het geheel
van het gebouw,
waarvoor alle indi-
viduele aren en
stenen overigens
wel degelijk nodig
zijn en daarmee
ook individueel be-
langrijk zijn! Nou,
daar doen we het voor.
Ja, daar doet ook de ander het
voor die mij ‘bewerkt’ (akker) of
‘bouwt’ (gebouw). En samen? We
letten op elkaar en letten vooral ook
op onze eigen bezigheden, want
volgens de verzen 10 en 11 let een
ieder erop of hij wel bouwt op het
fundament Jezus Christus. Mee-
werken met God. Dat betekent dat
God een plan heeft. Een plan met
de wereld en een plan met de levens
van mensen in wie Hij werkt. Welk
plan is dat dan? Heel eenvoudig: de
redding van mensen, het geluk voor
de mensheid, het komen tot het
doel waarvoor we gemaakt zijn:
God te eren, in alles wat we doen!
God heeft een plan om mensen
naar zich toe te trekken. En daar
mag je in meewerken. Gods Geest
zal je de woorden geven die je spre-
ken moet… zegt de Bijbel.
In 1550 kregen protestantse kerken
uit de Nederlanden van Edward VI
toestemming om een gemeente te
stichten. Als er ambtsdragers geko-
zen moeten worden, is de vraag die
vervolgens aan hen gesteld wordt
de volgende: ‘Gevoelt u in uw hart,
door de inwendige aanblazing van
de Heilige Geest, dat u tot deze
dienst geroepen bent?’ Da’s heldere
taal! Door Gods Geest geroepen.
Om te bouwen… op het fundament
Jezus de Here. Om medewerker te
zijn. En om tegelijk akker te zijn…
Twee kanten van
dezelfde medaille.
Medewerker zijn en akker zijn. Het
nodig hebben dat anderen woorden
van God tegen je spreken, en uitde-
len van wat je ontvangen hebt. Je
voelt als het ware de twee kanten
van het zegenen. Maar je ziet ook
de twee kanten van het Avondmaal,
de maaltijd waarin we herdenken
en belijden wat het offer van Jezus
Christus voor ons betekent. Het is
enerzijds belijden dat uit ons niet
veel meer dan het gebed ‘schep een
zuiver hart in mij’ te verwachten is,
en anderzijds is het ook echt een
feestmaal waarin we het nieuwe
leven in Christus, Zijn nieuwe
schepping, mogen gedenken. Waar-
in we, God zij gedankt, medewerker
mogen zijn. En juist daarom wordt
er ook in de Bijbel verwezen naar
de maaltijd die we eens mogen vie-
ren met Christus. In de tijd van de
nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Waarvan dezelfde David als uit
Psalm 51 in Psalm 23:5 zegt dat
God ons uitnodigt aan Zijn tafel.
Een tafel van overvloed, omdat er
genade in overvloed is. Het beeld
van de Herder, omdat Hij redt en
ons leidt. Wat een machtige God en
wat een zegen om Hem te mogen
aanbidden.
Jurjen ten Brin-ke, 34 jaar, ge-trouwd met Ma-rijke, heeft vier kinderen en werkt bij de zen-dingsgemeente Hoop voor Noord, Amster-dam. Jurjen is evangelist, voor-ganger en ge-
meente stichter. Zes jaar geleden is hij met zijn gezin naar Amsterdam Noord vertrokken om Hoop voor Noord op te zetten. Deze gemeente is een Multicultu-rele gemeente, voornamelijk gericht op het volk in Amsterdam Noord.
IKEN... Samen geloven, hoe doe je dat ei-
genlijk? Wie is dan die ander met
wie ik samen geloof? Wil die ander
wel samen met mij geloven (of ge-
looft hij/zij het wel?) Waarom zou
ik samen met iemand anders gelo-
ven? Geloven op m’n eentje vind ik
veel fijner (en gemakkelijker). Als
ik met iemand anders ga geloven,
moet ik dan rekening met hem/
haar houden?.
Zo maar wat spontane opwellingen
als ik nadenk over de vraag wat
‘samen geloven’ voor mij zou kun-
nen betekenen.
Maar wat als jij niet die ander bent
(of iemand anders), maar de Heer
Jezus? Wat als die Ander zegt dat
Hij voor mij bidt opdat mijn geloof
niet zal ophouden? Dan wil je toch
niet meer alleen geloven. Sterker
nog, dat lukt je niet eens.
Ook in het geloof sta je samen
sterk.
door Wim Zwitser
Een dokter denkt na en vraagt zich af of een gek een
beetje verstand heeft. Hij tekent op de muur een
deur en roept naar de gekken dat ze vrij zijn.
Alle gekken knallen tegen de muur behalve een gek die
lacht. De dokter vraagt waarom ie lacht, de gek zegt: 'ik
heb de sleutel!'
- Wie het laatst lacht, denkt
het traagst.
- Bedenk steeds dat je uniek
bent, zoals iedereen.
- Vroeger was ik een
twijfelaar al ben Ik daar nu
niet meer zo zeker van.
- Verjaardagen zijn gezond:
hoe meer je er hebt, hoe langer je
leeft.
- Op een nacht lag ik in mijn
bed naar die vele sterren in de
lucht te kijken en dacht bij mezelf:
"Waar is mijn dak gebleven?"
- Het leven is te kort om te
discussiëren, dus heb ik altijd
gelijk.
- Ik geloof niet in bijgeloof,
dat brengt ongeluk.
- Licht is sneller dan geluid.
Daarom zien mensen er intelligent
uit, tot je hen hoort spreken.
- Eet NOOIT gele sneeuw.
- Het is niet leuk om een jaar
ouder te worden, maar het is nog
altijd beter dan het alternatief.
- 24 uur in een dag, 24
bierflesjes in een krat, toeval?
- Er zijn drie soorten
mensen: zij die kunnen tellen en
zij die dat niet kunnen.
- Als je nooit de
eerste keer slaagt,
moet je niet gaan
parachute-springen.
- Beter 1 vogel
in de hand, dan
geen hand!
- Een wijs man
speelt geen haasje-
over met een
éénhoorn.
Onwijs goede uitspraken LACHEND DE
MAAND IN
Leentje, drie jaar oud, komt
thuis van de kleuterschool.
'Mama, mama, ik kan op
mijn vingers tellen!' 'O ja?
Laat eens horen!' vraagt
de moeder trots. 'Kijk: één
vinger, één vinger, één
vinger, één vinger en nog
één vinger!'
‘Papa, kan ik geld krijgen?’
- ‘Waarvoor dan?’
‘Het is voor een
oud vrouwtje.’
- ‘Dat vind
lief van je,
jongen. Waar
woont ze?’
‘Ginder, het
vrouwtje dat daar ijsjes verkoopt.’
Twee Belgische jagers vlogen met een gecharterd vlieg-
tuigje naar het hoge noorden voor de jacht op elanden. Ze
hadden succes en schoten 6 zes grote elanden. De piloot
kwam terug, zoals afgesproken, om ze op te halen. Ze laadden
hun bagage in het vliegtuig, met inbegrip van de zes elanden.
Maar de piloot ging uit zijn dak en hij zei: "Het vliegtuig kan
slechts vier elanden mee nemen. Je zult er twee moeten ach-
terlaten." De 2 jagers maakten bezwaar omdat ze een jaar ge-
leden met hetzelfde model vliegtuig en capaciteit ook 6 elanden
hadden meegenomen. De piloot was niet overtuigd, maar ging met
tegenzin akkoord.
Maar na de poging de vallei te overvliegen, lukte dat het kleine
vliegtuig niet en ze stortten neer in de woestenij. Klimmend uit het
wrak, vroeg de jager aan de ander: "Weet jij waar we zijn?" "Ik denk het
wel," antwoordde de andere jager. Ik denk dat dit ongeveer dezelfde plaats
is waar we vorig jaar ook crashten!"
Marlies en Klaartje praten over hun toekomst. 'Mijn
grote droom is een miljoen per maand te verdienen. Net
zoals mijn vader', vertelt Marlies. 'Wat?' roept Klaartje
uit. 'Verdient jouw vader een miljoen per maand?' 'Nee,
daar droomt hij ook van!'
antwoordt Marlies.
Een Belg heeft vliegles in een
helikopter.
Belg: “Waarvoor zijn die wieken
hierboven?”
Instructeur: “Voor de ventilatie.”
Belg: “Dat geloof ik niet.”
Instructeur: “Ik zal ze zo eens
stilzetten. Moet je zien hoe snel je het
benauwd krijgt!”