BPA Hagelkruis en omgeving - gedeeltelijke herziening zone ...

15

Transcript of BPA Hagelkruis en omgeving - gedeeltelijke herziening zone ...

Inhoudstafel

1. INLEIDING......................................................................................................................................................... 1 1.1. REDENEN VAN OPMAAK VAN HET BPA.......................................................................................................... 1 1.2. SITUERING VAN HET PLANGEBIED .................................................................................................................. 1 1.3. AFBAKENING VAN HET BPA .......................................................................................................................... 1 1.4. BESCHRIJVING BESTAANDE TOESTAND .......................................................................................................... 1 1.5. ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN ................................................................................................................. 2

2. PLANNINGSCONTEXT ................................................................................................................................... 2 2.1. RUIMTELIJKE PLANNEN MET BINDEND KARAKTER ......................................................................................... 2

2.1.1. Gewestplan............................................................................................................................................ 2 2.1.2. Plannen van aanleg............................................................................................................................... 2 2.1.3. Verkavelingen........................................................................................................................................ 3

2.2. RUIMTELIJKE BELEIDSPLANNEN..................................................................................................................... 3 2.2.1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (goedgekeurd Besluit Vl. Reg. 23.09.1997) ............................... 3 2.2.2. Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen (goedgekeurd d.d. 10/07/2001) ................................... 3 2.2.3. Globaal Structuurplan Antwerpen: ‘Antwerpen – Herwonnen Stad’ (goedgekeurd door gemeenteraad d.d. 26.06.1990) .................................................................................................................................................... 4 2.2.4. Ruimtelijk structuurplan Antwerpen (startnota november 2003) .......................................................... 6 2.2.5. Woonbehoeftestudie (versie 16/11/2001) .............................................................................................. 6

2.3. SECTORALE STUDIES...................................................................................................................................... 7 2.3.1. Deelmobiliteitsplan Ekeren+ (voorwaardelijk conform januari 2004)................................................. 7

2.4. BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN .......................................................................................... 8 2.5. ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM.................................................................................................................... 8 2.6. OVERIGE RELEVANTE WETGEVING EN PLANNEN ............................................................................................ 8

3. KNELPUNTEN EN POTENTIES..................................................................................................................... 9 3.1. KNELPUNTEN ................................................................................................................................................. 9 3.2. POTENTIES ..................................................................................................................................................... 9

4. ONTWIKKELINGSVISIE ................................................................................................................................ 9 4.1. DOELSTELLINGEN .......................................................................................................................................... 9 4.2. VISIE OP HET PLANGEBIED ............................................................................................................................. 9

4.2.1. Algemene visie....................................................................................................................................... 9 4.2.2. Voorbeeld van inrichting..................................................................................................................... 10

5. JURIDISCH-ADMINISTRATIEVE ASPECTEN......................................................................................... 10 5.1. DATUM VAN HET MINISTRIEEL BESLUIT HOUDENDE GOEDKEURING VAN BPA............................................. 10 5.2. BESTEMMINGEN VOORZIEN IN HET BESTAANDE BPA .................................................................................. 10 5.3. VOORGESTELDE WIJZIGINGEN...................................................................................................................... 10 5.4. RECHTVAARDIGING VAN DE WIJZIGINGEN ................................................................................................... 10 5.5. GEVOLGEN VOOR DE FEITELIJKE EN/OF JURIDISCH BESTAANDE TOESTAND ................................................. 11 5.6. BIJKOMENDE INLICHTINGEN ........................................................................................................................ 11

6. JURIDISCH-TECHNISCHE GEGEVENS.................................................................................................... 12 6.1. ROOILIJNPLANNEN....................................................................................................................................... 12 6.2. BESTAANDE WEGENIS .................................................................................................................................. 12 6.3. WIJZIGING WEGENIS .................................................................................................................................... 12 6.4. BESTAANDE WATERLOPEN........................................................................................................................... 12 6.5. BESCHRIJVING VAN EVENTUELE GEVOLGEN VOOR WATERLOPEN ................................................................ 12 6.6. BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN....................................................................................... 12

7. OVERLEG EN INSPRAAK ............................................................................................................................ 12 7.1. ADVIEZEN VAN DE BEHEERDERS VAN DE WEGENIS ...................................................................................... 12 7.2. BIJKOMENDE INLICHTINGEN VANUIT DE PLENAIRE VERGADERING .............................................................. 12 7.3. RESULTAAT VAN HET OPENBAAR ONDERZOEK............................................................................................. 13 7.4. ADVIES VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN................................................................. 13

D+A Consult Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

1. INLEIDING

1.1. Redenen van opmaak van het BPA De opmaak van het BPA omvat een kleinschalige gedeeltelijke herziening voor de zone van het rusthuis. Het betreft het behoud en de uitbreiding van het rust- en verzorgingstehuis Sint-Vincentius. Het rusthuis wenst uit te breiden. Tevens dient het rusthuis zich in orde te stellen met de nieuwe regelgeving. Daartoe dienen aanpassingen te gebeuren aan de bestaande infrastructuur van het rust- en verzorgingstehuis Sint-Vincentius. Concreet wenst men een project te realiseren met een 30-tal serviceflats, aansluitend bij de bestaande instelling. Dit project kan echter niet worden uitgevoerd binnen de bestemmingen van het bestaande BPA nr. 1/3A ‘Hagelkruis en omgeving’. Het rust- en verzorgingstehuis is momenteel buiten de grenzen van het bestaande BPA gelegen. Om tot een uniforme aanpak voor de zone van het rust- en verzorgingstehuis te komen, worden de grenzen van het huidige BPA uitgebreid om de integrale zone van het rusthuis in eenzelfde bestemming op te nemen.

1.2. Situering van het plangebied Bijlage 1: topografische kaart + zonering Bijlage 2: luchtfoto Het BPA Hagelkruis en omgeving situeert zich in het centrum van Ekeren. De zone Rusthuis situeert zich in het noorden van dit BPA langs de noord-zuid gerichte centrumas Dorpsstraat-Kloosterstraat.

1.3. Afbakening van het BPA Afbakening zone Rusthuis De zone met het rust- en verzorgingstehuis Sint-Vincentius wordt afgebakend binnen Kloosterstraat, Dorpstraat, Groot Hagelkruis, Frans Lenaertsstraat en Molenaarstraat.

1.4. Beschrijving bestaande toestand Zone Rusthuis

De Dorpsstraat-Kloosterstraat is een belangrijke as in het centrum van Ekeren. Deze as wordt gekenmerkt door een gesloten bebouwing met ééngezinswoningen, appartementen en een groot aantal handelszaken. Tegenover het Kristus-Koningplein wordt de gesloten bebouwing van de Dorpsstraat onderbroken tussen de huisnummers 6 en 10. De handelsactiviteiten van de Dorpsstraat lopen deels door tot in Groot Hagelkruis. In Groot Hagelkruis is een project lopende om de huizen 3 en 5 om te vormen tot appartementen.

D+A Consult 1 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

Het noordelijk deel van de zone wordt ingenomen door het rust- en verzorgingstehuis Sint-Vincentius. Het hoofdgebouw is gelegen aan de Dorpsstraat. De tuin met parkeerplaatsen achteraan het gebouw is toegankelijk via de Molenstraat en de Frans Lenaertsstraat. In het gebouw op de hoek van de Frans Lenaertsstraat en de Molenstraat (gelegen op hetzelfde perceel als het rust- en verzorgingstehuis) is het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) gevestigd. De Frans Lenaertsstraat wordt binnen de zone gekenmerkt door een gesloten bebouwing van woningen. Het aanpalende bouwblok wordt nagenoeg volledig ingenomen door het Sint-Lambertusinstituut. De gebouwen op de twee

1.5. Administratieve inlichtingen

percelen zuidelijk palend aan de site van het rust- en verzorgingstehuis strekken zich uit tussen de Dorpsstraat en de Frans Lenaertsstraat. Aan de Dorpsstraat betreft het

appartementsgebouwen met handelsactiviteiten op de gelijkvloerse verdieping. Ook de woning aan de Frans Lenaertsstraat is ingevuld met appartementen. De gebouwen tussen deze appartementen zijn leegstaande loodsen.

• Datum van het besluit van de gemeenteraad houdende de voorlopige aanvaarding van het

ontwerpplan: 20 december 2004

2. PLANNINGSCONTEXT

2.1. Ruimtelijke plannen met bindend karakter

2.1.1. Gewestplan tplan Antwerpen

et gewestplan Antwerpen voorziet voor het plangebied volgende bestemmingen:

2.1.2. Plannen van aanleg eving – zone Rusthuis

et BPA nr. 1/3A - Hagelkruis en omgeving (M.B. 12.05.1993) voorziet voor het plangebied volgende

woningen en zone B voor woningen.

pmerking

Bijlage 3: uittreksel gewes H- woongebied met aanvullende voorschriften III

Bijlage 4: BPA Hagelkruis en omg Hbestemmingen: - zone A voor O : het rust- en verzorgingstehuis valt buiten de grenzen van het bestaande BPA Hagelkruis en omgeving en is niet gelegen binnen de grenzen van een geldend BPA.

D+A Consult 2 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

2.1.3. Verkavelingen

- Dorpstraat: referentie 031/109, goedgekeurd op 09.07.1968

2.2. Ruimtelijke beleidsplannen

2.2.1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (goedgekeurd Besluit Vl. Reg. 23.09.1997)

‘Vlaanderen, open en stedelijk’: stedelijk-gebiedbeleid versus buitengebiedbeleid. Er is nog geen afbakening gebeurd van het stedelijk gebied van Antwerpen. Toch kan er van uitgegaan worden dat het studiegebied ‘Hagelkruis’ mee zal opgenomen worden in dat stedelijk gebied. Dit brengt met zich mee dat hier een stedelijk gebiedbeleid zal gevoerd worden, wat betekent dat vanuit het principe van gedeconcentreerde bundeling de stedelijke gebieden worden versterkt. Hierbij vormen ontwikkeling, verdichting en concentratie uitgangspunten. Om uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van activiteiten in het buitengebied te vermijden, is dit beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen, het voorzien van ruimte voor economische activiteiten, versterken van stedelijke activiteiten, stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Zo wordt een versnippering van de ruimte voorkomen. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het stedelijk gebied, niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit van ruimte en woonomgeving staat voorop. Er moet worden gestreefd naar:

- een gedifferentieerde woningvoorraad - verweving en bundeling van functies en activiteiten - een goed gebruik en beheer van de bestaande stedelijke voorzieningen en infrastructuur.

Antwerpen: grootstedelijk gebied Antwerpen is een grootstedelijk gebied en heeft dus potenties op Vlaams en internationaal niveau: de stad maakt deel uit van de Vlaamse Ruit (stedelijk netwerk van internationaal niveau), wordt goed ontsloten door hoofdinfrastructuren (spoor, water, weg), kent heel wat belangrijke economische activiteiten, heeft een hoogwaardig voorzieningenapparaat en een optimaal verzorgingsniveau. Omwille van hun belang voor de stedelijke leefbaarheid moeten de stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden worden behouden en ontwikkeld. Er wordt gestreefd naar het afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied. Voor de ontwikkelingen van voorzieningen met een belangrijke impact op de ruimtelijke structuur van het stedelijk gebied wordt, veeleer dan voor een herlokalisatie, bij voorkeur gekozen voor een optimale ruimtebenutting op de bestaande locatie. Het niveau en de reikwijdte van de gemeenschaps- en nutsvoorzieningen wordt afgestemd op het belang van het stedelijk gebied. Het ontwikkelen van nieuwe woningtypologiëen en kwalitatieve woonomgevingen is één van de doelstellingen uit het RSV voor de stedelijke gebieden. Omwille van ondermeer de gezinsverdunning wordt de behoefte aan nieuwe woningtypologieën en aangepaste kwalitatieve woonomgevingen steeds groter. Dit wil zeggen dat ook kleinere woningen en specifieke wooncomplexen met gemeenschappelijke voorzieningen (vb. serviceflats, rusthuizen, ...) noodzakelijk zijn om aan de wijzigende behoeften te voldoen. De uitwerking van ontwikkelingsperspectieven gebeurt in de ruimtelijke structuur- en uitvoeringsplannen op provinciaal en vooral op gemeentelijk niveau. Al de ontwikkelingen die gepland worden in de stedelijke gebieden mogen het mobiliteitsprobleem in het stedelijk gebied niet verzwaren. Het garanderen van de noodzakelijke bereikbaarheid mag de leefbaarheid en verkeersveiligheid niet in het gedrang brengen. Om de automobiliteit te beperken, moeten wonen, werken en voorzieningen optimaal bij elkaar gebracht worden. Het locatiebeleid moet er dan ook op gericht zijn nieuwe mobiliteitsgenererende activiteiten te voorzien op locaties waar de capaciteiten en kwaliteiten van het vervoersysteem dit toelaten.

2.2.2. Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen (goedgekeurd d.d. 10/07/2001)

In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen worden 4 grote hoofdruimten aangeduid binnen de provincie: de Antwerpse fragmenten, de Noorderkempen, de Oostelijke netwerken en het Netegebied.

D+A Consult 3 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

Hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ Het plangebied ‘Hagelkruis’ ligt binnen de hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’. De ‘Antwerpse fragmenten’ is het deel van de Vlaamse Ruit dat op het grondgebied van de provincie Antwerpen is gelegen. Het is een sterk verstedelijkt gebied bestaande uit een kluwen van stedelijke fragmenten, waar bij voorkeur hoogdynamische activiteiten worden ondergebracht. De sterke verstedelijkingsgraad in dit gebied betekent niet dat alles er is volgebouwd. Natuur-, land- en tuinbouwgebieden komen er ook voor, verweven met de bebouwde gebieden. Er wordt in het Provinciaal Structuurplan gekozen voor een dynamische ontwikkeling, inspelend op de hoogwaardigheid van het gebied en rekening houdend met de beperkte draagkracht ervan. Dit moet leiden tot een synergie tussen de activiteiten en tot een efficiënt aanwenden van middelen (infrastructuren, voorzieningen). Tegelijk worden ook andere – meer kwetsbare en natuurlijk waardevolle – gebieden gevrijwaard. Aan deze hoofdruimte wordt een beleid gekoppeld van omgaan met fragmentatie: de verdergaande fragmentatie van de provincie Antwerpen wordt binnen de grenzen van de ‘Antwerpse fragmenten’ gehouden. De kwaliteit van de woonomgevingen moet worden verhoogd, met nieuwe nederzettings- en woontypologieën, nabijheid van voorzieningen, goede verplaatsingsmogelijkheden en groenstructuren. Verder moeten in de fragmentenstad nieuwe verdichtingsplekken worden aangeduid. Deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’. De hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ wordt nog verder uitgewerkt in zeven deelruimten. Het plangebied maakt deel uit van de deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’. Deze deelruimte valt niet samen met het – nog af te bakenen – stedelijk gebied. Het grootstedelijk gebied wordt gezien als een geheel van gelijkwaardige grootstedelijke woonomgevingen met een hoog voorzieningenniveau, waarbij de meer perifere woonomgevingen een aantal taken overnemen van de kernstad. De dichtheid van de kernstad verlaagt, deze van de meer perifere woonmilieus verhoogt. Grootstedelijke elementen, zoals een grootstedelijke groenstructuur (o.a. ‘groene vingers’) en grootstedelijke assen (dragers van voorzieningen, hoogdynamische activiteiten en openbaar vervoer), moeten zorgen voor de samenhang tussen de verschillende woonomgevingen. De woonomgevingen worden verbonden door een hoogwaardig openbaar vervoernetwerk. Voor deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’ worden volgende doelstellingen vooropgesteld:

Vernieuwen van het grootstedelijk gebied: gebieden die door suburbanisatie te maken hebben met veroudering en achteruitgang moeten worden vernieuwd door het herbestemmen van verlaten bedrijventerreinen, vernieuwen van woonomgevingen (door herbestemming, verdichting, hergebruik of opsplitsing), realiseren van groenstructuren of aantrekken van jonge bedrijfstakken (met het optimaal benutten van bestaande bedrijventerreinen).

Uitbouwen van kwalitatieve woonomgevingen: de morfologische en functionele dichtheid van de kernstad wordt verlaagd, deze van de meer perifere woonomgevingen verhoogd tot een meer stedelijke dichtheid.

Vrijwaren van de groene vingers: deze vormen samen met een aantal lokale verbindingen (bosjes, ingesloten open ruimten,…) een grootstedelijke groenstructuur. Hiervoor moet een gedetailleerd plan worden opgemaakt, gekoppeld aan gecoördineerde acties voor de realisatie.

Verbeteren van de bereikbaarheid: in principe moet elke woonomgeving in het grootstedelijk gebied rechtstreeks worden verbonden met de andere (en dus niet via de kernstad). Dit kan ondermeer door de uitbouw van grootstedelijke fietsverbindingen en het aanpassen van het openbaar vervoersnet (tangentiële verbindingen).

Uitbouwen en inrichten van grootstedelijke assen: deze overstijgen het lokaal niveau van de individuele woonomgevingen en vervullen een functie voor heel het grootstedelijk gebied (bevorderen van de samenhang). Op deze assen worden bovenlokale functies geënt.

2.2.3. Globaal Structuurplan Antwerpen: ‘Antwerpen – Herwonnen Stad’ (goedgekeurd door gemeenteraad d.d. 26.06.1990)

Antwerpen, uitgeholde stad In het Globaal Structuurplan Antwerpen wordt de stad opgedeeld in 5 stadsdelen: de stadskern, de 19de -eeuwse gordel, de voorstad, het suburbane gebied (waar het plangebied ‘Hagelkruis’ toe behoort), en de Haven en de polderdorpen.

D+A Consult 4 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

Het suburbane gebied bevindt zich voorbij de voorstad en vertoont nog sterker alle kenmerken van de zoneringsplanologie van de jaren zestig. De ruimtelijke problemen die zich in de stad Antwerpen stellen, kunnen samengevat worden in vijf analoge ontwikkelingen die elk op hun manier de uitholling van de stad in de hand hebben gewerkt:

De vlucht uit de stad: de stedelijke activiteiten zijn sterk verspreid tot ver buiten de fusiestad, met de verspilling van de steeds schaarser wordende ruimte tot gevolg.

De verplaatsing van de haven: het karakter en de eigenheid van Antwerpen worden grotendeels bepaald door de wisselwerking tussen stad, haven en stroom. De band met de haven en de stroom vervaagt echter door de sterke uitbreiding en schaalvergroting.

De teloorgang van het stadsverkeer: de spreiding van de stedelijke activiteiten veroorzaakt een verkeerstoename, met aantasting van de open ruimte en de leefbaarheid ervan. Buiten de stad ging alle aandacht naar het autoverkeer.

De verstoring van het ecologisch evenwicht: de ongeremde uitbreiding van de stad heeft de open ruimte er rond sterk aangetast en de fysische grenzen doen vervagen. De bouw van woningen en de inplanting van bedrijven vreet de open ruimte verder aan.

Het gezichtsverlies van de stad: de chaotische ruimtelijke ontwikkeling heeft de leesbaarheid van de stedelijke structuur van Antwerpen aangetast.

Cultuurstad Om deze tendens tegen te gaan, krijgt de versterking van de stad naar binnen toe de volledige prioriteit. Deze ‘implosie’ moet gestalte krijgen door:

kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van het woningaanbod in de kernstad en de voorstad nieuwe concentratiepunten voor stedelijke activiteiten versterking van de band tussen stad en haven

Wonen is de dragende functie van een levende stad. Stadsherstel begint dus bij het in standhouden en herstel van de bewoonbaarheid. Een verdere uittocht naar de periferie moet vermeden worden. Nieuwe ontwikkelingen gaan uit van de aanwezige mogelijkheden en worden op hun beurt ingepast in de bestaande structuur. Wonen is de dragende functie van een levende stad. Stadsherstel begint dus bij het in standhouden en herstel van de bewoonbaarheid. Versterking van het wonen vraagt een aanpak op 3 niveaus:

grootscheepse woningverbetering grond per grond en de zorgvuldige invulling van nieuwe woningen in het stedelijke weefsel;

drastische herwaardering van de woonomgeving, gericht op een verkeersveilige buurt en meer groen en rust in de straten en op pleinen, met het terugdringen van parkeerdruk, sluipverkeer en andere overlast;

kwalitatieve herinrichting van hoofdstraten en pleinen. Garantie van de bereikbaarheid in een leefbare omgeving, met oog voor een harmonieuze stadsontwikkeling wordt nagestreefd. Het openbaar vervoer is hier een belangrijke speler. Groenelementen kunnen structuurbepalend zijn en de herkenbaarheid van de stad vergroten. ‘Groene vingers’ tussen de randgemeenten door moeten de stad verbinden met het landelijke gebied er rond. Antwerpen, versterkte stad Het Globaal Structuurplan Antwerpen geeft 8 krachtlijnen voor stadsversterking aan:

de oost-west-as als ruggengraat; een stad-aan-de-stroom; woonbuurten, ook in de stadskern; stadspoorten op de Leien; de 19de-eeuwse gordel, een vitaal stadsdeel; een ringbos en nieuwe brugpoorten; de voorstad, kernen met eigen karakter; stadseinder en satellietkernen.

Met betrekking tot het studiegebied zijn in de eerste plaats de laatste twee krachtlijnen van toepassing. De oude kernen rond de stad worden geherwaardeerd. Door de ruimtelijke afbakening van de woonkernen kunnen de entiteiten in hun geheel worden uitgebouwd met een volwaardige kern. Tussen de kernen worden groene gebieden gerealiseerd. Er wordt gestreefd naar een verscheiden woonaanbod, waarbij het open en groen karakter van de wijken wordt bewaard door de inrichting van speelruimten op buurtniveau. Over het algemeen wordt een versterking van het voorzieningenniveau uitgewerkt.

D+A Consult 5 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

Openbaar vervoer verbindt de kernen met de stad en de volgende ring van randgemeenten, maar ook onderling. De begrenzing van de stad, en dus ook het behoud van het groen en het landschap eromheen, is primordiaal. Het beleid richt zich op volgende facetten: Stedelijke vermenging van activiteiten, o.a.:

op wijk- of buurtniveau kan een buurstructuur of ontwikkelingsmodel passend in het stedelijk stramien ingevuld worden maar met eigen specifieke accenten op vlak van vermenging van wonen met diensten, handel en ambacht;

wonen is een vereiste, het aanbod is zeer uiteenlopend; stimuleren van invulbouw en renovatie; recreatie wordt uitgebouwd op niveau van de woonomgeving aangezien het er een wezenlijk

onderdeel van is. Op stedelijk niveau wordt er een netwerk uitgebouwd van parken gecombineerd met fietsvoorzieningen en zachte recreatie.

Evenwicht tussen menselijk en mechanisch verkeer, o.a.: vermenging van functies en activiteiten garandeert een beperking van de mobiliteitsproblemen; in zones tussen de hoofdverdeelwegen is enkel plaats voor bestemmingsverkeer, aangepast aan

de omgeving. De klemtoon ligt er dus op de verblijfsfunctie in plaats van de verkeersfunctie; fietsvoorzieningen vormen een netwerk.

Afwisseling tussen natuur en cultuur, o.a.: de groene gordel rond de stad vormt de basis voor een evenwichtig stedelijk-ecologisch systeem

en recreatieve infrastructuur (zachte recreatie); in de woonbuurten speelt groen een bepalende rol (recreatie, rust,…) uitbouwen van de groene vingers tussen de randgemeenten van de voorstad.

Het globaal structuurplan Antwerpen geeft tal van concepten en visies op niveau van de Stad die relatief algemeen blijven. Er worden echter geen concrete uitspraken gedaan over het plangebied zelf.

2.2.4. Ruimtelijk structuurplan Antwerpen (startnota november 2003)

In de startnota worden verschillende scenario’s aangewend bij de opbouw van een visie voor de stad. Ze worden gebruikt om het proces van visievorming te begrijpen. Scenario 1 handelt over een atlas als verzameling van hypothesen voor de toekomstige stad. Zo worden nieuwe woningen ondergebracht in grote stedelijke projecten. Scenario 2 bespreekt het resultaat van de verschillende mobiliteitsprojecten en staat in relatie met scenario 3 dat de gevolgen van een verbetering van de prestaties van het lager wegennetwerk uitdiept en met scenario 4 dat de kaart van het openbaar vervoer uitspeelt. In scenario 5 worden de verlaten gronden en gebouwen besproken en de eventuele invulling door nieuwe activiteiten. Scenario 6 handelt over de uitbreiding en spreiding van de natuur in de stad. Uit de scenario’s worden de verschillende potenties bekend en hieruit kunnen verschillende beelden voor de stad Antwerpen worden opgemaakt: havenstad, spoorstad, waterstad, poreuze stad, ecostad, grootstad en recreatieve stad. Een ander gedeelte van de startnota geeft een overzicht van de structurerende projecten die door de stad in de toekomst kunnen worden uitgewerkt. Ondermeer park en rides, de kaaien, parklanen en boulevards, … maken hier deel vanuit In de recente demografische trends wordt vastgesteld dat er nog steeds een migratietekort is in de hoogste leeftijdsklassen, gekoppeld aan het gebrek aan rusthuizen binnen de stadsgrenzen. Verder worden geen concrete uitspraken gedaan met betrekking tot het plangebied.

2.2.5. Woonbehoeftestudie (versie 16/11/2001)

De totale woonbehoefte van Antwerpen tot 2013 bedraagt ruim 14.000 woningen (waarvan ongeveer 13.000 te voldoen vóór 2008):

11.000 op basis van de natuurlijke aangroei; 3.000 extra op basis van de taakstelling in het RSV (het RSV stelt dat in de provincie Antwerpen

65% van de nieuwe woningen in de stedelijke gebieden gerealiseerd moeten worden).

D+A Consult 6 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

Uit de woonbehoeftestudie blijkt dat over de periode 1998-2003 ruim 5.600 woningen te weinig vrijkomen langs uitgeruste wegen en in leegstaande panden; over de periode 2003-2008 zal er een tekort zijn van bijna 2.500 woningen; over de periode 2008-2013 een overschot van ruim 900 woningen. Beschouwd over de hele planperiode 1998-2013 betekent dit dus een tekort van bijna 7.200 woningen. In geen enkel stadsdeel (het studiegebied behoort tot stadsdeel Noordrand) is de woningvoorraad langs uitgeruste wegen en in leegstaande panden groot genoeg om (op korte en lange termijn) de eigen behoefte te dekken. Het is dus noodzakelijk om in alle stadsdelen binnengebieden aan te snijden. Binnen het gebied waarop de gedeeltelijke herziening van het BPA betrekking heeft, worden geen aan te snijden binnengebieden aangeduid.

2.3. Sectorale studies

2.3.1. Deelmobiliteitsplan Ekeren+1 (voorwaardelijk conform januari 2004)

Het deelmobiliteitsplan Ekeren+ werd in januari 2004 voorwaardelijk conform verklaard door de provinciale auditcommissie. Het voorkeurscenario voor de ruimtelijke ontwikkeling in kader van de mobiliteit is opgebouwd als een mix van de drie scenario’s woonstad, werkstad en grootstedelijke pool (bezoekersstad). In het beleidsplan worden de krachtlijnen van het scenario duurzame mobiliteit uitgewerkt naar concrete maatregelen. Volgende gewenste ruimtelijke ontwikkelingen met een relatie naar mobiliteit worden hierin opgenomen:

verhogen van woonkwaliteit door milderen van intens autoverkeer en door het versterken van de alternatieve vervoersmodi;

weren van doorgaand sluipverkeer uit het centrum en woonstraten; kwalitatieve inrichting van het openbaar domein; geluids- en visuele buffering van de grote hoofdwegen en spoorwegen; lokale bedrijvigheid en handel moet verweefbaar zijn met het wonen en inpasbaar in bebouwd

weefsel (locatiebeleid voor intensieve functies); bestaande open ruimte vrijwaren; opwaarderen van Ekeren-centrum als leefruimte, winkelcentrum en recreatieve trekpleister.

Het grootste deel van het plangebied is gelegen in de afgebakende ‘wooneilanden’ Ekeren+. Het doel is om de auto trager in het gebied te laten rijden en de snelle doorgang per auto fysiek onmogelijk te maken. Fietsers en openbaar vervoer mogen niet worden verhinderd in een ‘snelle doortocht’. Er geldt een snelheidsbeperking van 50 km/u. Een zone 30-regeling wordt voorbehouden voor schoolomgevingen. Openbaar vervoer Voor Ekeren is de belangrijkste maatregel de doortrekking van de tram richting Ekeren. Voor het eerste deel van het tracé en het tracé door Ekeren-centrum zijn er nog geen concrete beslissingen genomen. De Kloosterstraat met de mogelijke verkeerscirculatiemaatregel zoals voorgesteld in het Verkeersleefbaarheidsplan Ekeren is hierin een belangrijke speler. Er is nog geen duidelijkheid over het al dan niet invoeren van éénrichting in de Kloosterstraat. Het tegengestelde verkeer zou dan moeten omrijden via Schoonbroek en Groot Hagelkruis. Voor Ekeren wordt tevens aangedrongen op een betere bediening. Specifieke aandacht gaat naar de verknoping van buslijnen onderling en van bus en tram. Ter hoogte van Markt in Ekeren is een verknopingspunt gelegen. De Dorpsstraat en Kloosterstraat maken deel uit van het regionaal verbindend tramnet en busnet, maar het tracé van de doortrekking moet nog bepaald worden. Schoonbroek en Hagelkruis worden hier aan toegevoegd in geval van éénrichtingsverkeer in de Kloosterstraat. Groot Hagelkruis, Schoonbroek en de Ferdinand Verbieststraat maken deel uit van het lokaal ontsluitende busnet. Fietsroutes en voetgangers Het fietsverkeer wordt door maatregelen bevoordeeld en het bestaande fietsnetwerk wordt op enkele weloverwogen plaatsen aangevuld tot een volledig en gesloten netwerk. Ondermeer de Dorpsstraat, Groot Hagelkruis en de Kloosterstraat, maken deel uit van de bovenlokale functionele fietsroutes. 1 Stad Antwerpen, Fase 3-ontwerp beleidsplan – 2003 – bijlage deelgebied ‘Ekeren+’, versie november 2003

D+A Consult 7 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

Schoonbroek behoort tot de bovenlokale alternatieve fietsroutes. Klein Hagelkruis behoort tot de lokale fietsroutes. De voornaamste winkelas de Markt – Dorpsstraat - Kristus Koningplein - Kloosterstraat in Ekeren is gelegen langsheen het plangebied. Wegencategorisering Op lokaal niveau worden de wegen opgedeeld in 3 typen. Voor de wegen in de nabijheid van het plangebied geldt de volgende selectie. Groot Hagelkruis – Transcontinentaalweg en de Kloosterstraat (tussen Leugenberg en Boerendijk) worden geselecteerd als lokale weg type wijkverzamelwegen. Schoonbroek – Groot Hagelkruis, de Dorpsstraat en de Kloosterstraat vanaf de Boerendijk worden geselecteerd als lokale wegen type III – weg in verblijfsgebied. Zij vormen de hoofdstraten in het centrum van Ekeren. De overige straten behoren tot de lokale wegen type III – woonstraat. De zone Markt – Dorpsstraat – Kloosterstraat en Driehoekstraat is een zone voor kort parkeren. De weggevallen parkeerplaatsen door de afbouw op het Kristus Koningplein kunnen deels gecompenseerd worden in éénrichtingsstraten (Kloosterstraat onder voorbehoud). Besluit: Uit het mobiliteitsplan blijkt dat het plangebied op een locatie ligt die zowel wat betreft openbaar vervoer, autoverkeer als fiets- en voetgangersverkeer zeer belangrijk is. De bereikbaarheid van het plangebied wordt door deze talrijke vervoersmodi verzekerd.

2.4. Beschermde monumenten en landschappen In de onmiddellijke omgeving bevinden zich geen beschermde monumenten of landschappen.

2.5. Archeologisch patrimonium Het betrokken gebied is gesitueerd in een zone die op de lokale archeologische advieskaart wordt aangeduid als archeologisch onderzoeksgebied, waarin archeologische sites bekend zijn. De zone bevindt zich binnen een gebied met langdurige en continue bewoning, zodat vanaf de middeleeuwen archeologische sporen kunnen verwacht worden. In de omgeving van het Groot Hagelkruis werden in het verleden sporen uit de ijzertijd gedocumenteerd, zodat het gebied niet enkel archeologisch relevant is vanwege de ligging in een historisch nederzettingsgebied, maar er ook sporen uit een verder verleden te verwachten zijn.

2.6. Overige relevante wetgeving en plannen Niet van toepassing

D+A Consult 8 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

3. KNELPUNTEN EN POTENTIES

3.1. Knelpunten • Het rust- en verzorgingstehuis heeft op de huidige site en binnen de bestaande bestemmingen te

beperkte uitbreidingsmogelijkheden.

3.2. Potenties • De loodsen zuidelijk palend van het rusthuis zijn grotendeels verlaten en bieden

uitbreidingsmogelijkheden voor het rusthuis. • Goede ontsluiting met het openbaar vervoer.

4. ONTWIKKELINGSVISIE

4.1. Doelstellingen • creëren van uitbreidingsmogelijkheden voor het rust- en verzorgingstehuis • versterken van de stedelijke functies • versterken van het woonweefsel

4.2. Visie op het plangebied

4.2.1. Algemene visie

Het gebied kan verder afgebouwd worden met een uitbreiding van het rusthuis en de invulling met nieuwe serviceflats. Om het karakter van de woonomgeving te behouden, worden de nieuwe gebouwen geïntegreerd in het bestaande straatbeeld. Bij de inplanting van de nieuwe gebouwen wordt gestreefd naar een interne en logische verbinding tussen de verschillende (verpleeg)eenheden van het rust- en verzorgingstehuis. De aanpalende percelen (verlaten loodsen) worden geïntegreerd in de zone voor het rusthuis. Hier kan het rust- en verzorgingstehuis uitbreiden. De site wordt op een logische en efficiënte wijze georganiseerd, zodat de uitbreiding een functioneel geheel vormt met het bestaande rust- en verzorgingstehuis. Het uitbreiden op deze percelen laat eveneens toe de bestaande binnentuin te behouden. Er wordt bewust geopteerd om de oppervlakte aan bestaande binnentuin van het rust- en verzorgingstehuis zoveel mogelijk te behouden met het oog op het behoud van de bestaande open ruimte en het behoud van ruimte voor recreatie van de bewoners. Om hiertoe te komen, worden de gebouwen maximaal aan de buitenzijde van de site ingeplant. Er kan wel rondom een binnentuin worden gebouwd.

D+A Consult 9 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

4.2.2. Voorbeeld van inrichting

Onderstaande schets illustreert het project dat het rusthuis wil realiseren: uitbreiding van het rust- en verzorgingstehuis met serviceflats.

te behouden

uitbreiding

toegang

5. JURIDISCH-ADMINISTRATIEVE ASPECTEN

5.1. Datum van het ministrieel besluit houdende goedkeuring van BPA Het BPA nr. 1/3A Hagelkruis en omgeving werd goedgekeurd bij MB 12 mei 1993.

5.2. Bestemmingen voorzien in het bestaande BPA Bestemmingen in het BPA nr. 1/3A Hagelkruis en omgeving voor de zone rusthuis: - Zone A voor woningen - Zone B voor woningen

5.3. Voorgestelde wijzigingen Het deel van de ‘Zone A voor woningen’ en de ‘Zone B voor woningen’ palend aan het rust- en verzorgingstehuis wordt bestemd als ‘Zone voor gemeenschapsvoorzieningen – rusthuis’. Het kadastraal perceel 530 a/2 aan de Dorpsstraat bestemd als ‘Zone A voor woningen’ wordt bestemd als ‘Zone B voor woningen’.

5.4. Rechtvaardiging van de wijzigingen De uitbreiding van het rust- en verzorgingstehuis betekent een versterking van de voorzieningen op lokaal en stedelijk niveau. De bestemmingen in het huidige BPA bieden hiertoe onvoldoende ruimte. Deze ruimte is in de onmiddellijke omgeving wel beschikbaar. De aan het rusthuis palende gebouwen zijn namelijk grotendeels verlaten. Het zijn loodsen die niet langer functioneel zijn in het bouwblok. Op deze

D+A Consult 10 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

percelen kan de uitbreiding voor het rust- en verzorgingstehuis gerealiseerd worden. Daarbij zal ook een belangrijk deel van het binnengebied ingevuld worden. Deze uitbreiding kan echter niet binnen de voorschriften van de ‘Zone A voor woningen’ en de ‘Zone B voor woningen’ van het bestaande BPA waar de bouwdiepte wordt beperkt tot 13, maximaal 17 m. Door een gedeeltelijke herbestemming van deze zones naar een ‘Zone voor gemeenschapsvoorzieningen – rusthuis’ kan – met respect tot de perceelsgrenzen van de aanpalende eigendommen – wel dieper gebouwd worden. Zo wordt een aaneengesloten bebouwde zone rond de binnentuin van het rusthuis gecreëerd. De locatie van het rusthuis is vlot bereikbaar met het openbaar vervoer. De as Kloosterstraat-Dorpsstraat wordt in het mobiliteitsplan aangeduid als:

- stamlijn voorstedelijk vervoer in het regionaal verbindend tramnet; - verbindende buslijn in het regionaal verbindend busnet.

Dit verzekert in de toekomst een vlotte bereikbaarheid met het openbaar vervoer op regionaal niveau. Het kadastraal perceel 530 a/2 wordt herbestemd tot ‘Zone B voor woningen’ (zone A voor woningen in bestaand BPA). Hiermee wordt een uniforme zone gecreëerd langs de Dorpsstraat. De gesloten bebouwing van handelshuizen kan worden afgewerkt en het handelsapparaat kan worden vervolledigd.

5.5. Gevolgen voor de feitelijke en/of juridisch bestaande toestand Totale oppervlakte: 1,90 ha

Bestaande bestemmingen (BPA nr. 1/3A)

Nieuwe bestemmingen (herziening BPA)

oppervlakte (ha)

- zone A voor woningen 0,23- zone B voor woningen 0,02

zone A voor woningen

- zone voor gemeenschapsvoorzieningen – rusthuis

0,12

- zone B voor woningen 0,45zone B voor woningen - zone voor gemeenschapsvoorzieningen

– rusthuis 0,13

De verkaveling in de Dorpstraat met referentie 031/109 (goedgekeurd op 09.07.1968) is gelegen op de eigendommen van het rust- en verzorgingstehuis. Deze verkaveling biedt niet de nodige mogelijkheden om de uitbreiding van het rust- en verzorgingstehuis te realiseren. Het rust- en verzorgingstehuis wenst de verkavelingsvergunning dan ook te laten vernietigen.

5.6. Bijkomende inlichtingen

D+A Consult 11 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

6. JURIDISCH-TECHNISCHE GEGEVENS

6.1. Rooilijnplannen De rooilijn en bouwlijn langs de gewestweg N114 – Dorpstraat (doortocht Ekeren) valt volgens KB van 02.08.1887 samen met het openbaar domein van de weg.

6.2. Bestaande wegenis - Kloosterstraat – gewestweg N114 - Dorpstraat – gewestweg N114 - Groot Hagelkruis - Frans Lenaertsstraat - Molenstraat

6.3. Wijziging wegenis Er worden geen wijzigingen aangebracht aan de wegenis.

6.4. Bestaande waterlopen Niet van toepassing.

6.5. Beschrijving van eventuele gevolgen voor waterlopen Niet van toepassing.

6.6. Beschermde Monumenten en Landschappen Er zijn geen beschermde monumenten of landschappen gelegen in of in de onmiddellijke nabijheid van het BPA.

7. OVERLEG EN INSPRAAK

7.1. Adviezen van de beheerders van de wegenis De Afdeling Wegen en Verkeer geeft aan dat de rooilijn en de bouwlijn langs de gewestweg N114 – Dorpstraat (doortocht Ekeren) volgens het KB van 02.08.1887 samenvallen met het openbaar domein van de weg.

7.2. Bijkomende inlichtingen vanuit de plenaire vergadering Zowel AROHM als ROHM Antwerpen vragen om het afwerken van de straatwand Frans Lenaertsstraat – Molenaarstraat (zone rusthuis) te stimuleren. De mogelijkheid tot het afwerken van de straatwand was reeds opgenomen in de voorschriften, doch niet verplichtend gesteld. De voorschriften zijn zo aangepast dat het afwerken van de straatwand verplicht is voor ééngezins- en meergezinswoningen. De stad opteert er wel voor om, uitsluitend ten behoeve van het rust- en verzorgingstehuis, ook bebouwing in het binnengebied van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen-rusthuis mogelijk te maken. De stad motiveert het toelaten van bebouwing in het binnengebied als volgt:

- het toelaten van bebouwing in het binnengebied in functie van het rust- en verzorgingstehuis laat toe om een functionele, interne relatie te behouden of te creëren tussen de verschillende afdelingen van het rust- en verzorgingstehuis, zodat de verschillende delen één functioneel

D+A Consult 12 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota

geheel vormen. Deze relatie is niet mogelijk of heel moeilijk als ook voor het rust- en verzorgingstehuis het afwerken van de straatwand verplicht wordt;

- de binnentuin van het rust- en verzorgingstehuis maakt nu reeds deel uit van het straatbeeld en zorgt voor een zekere openheid in het stedelijk weefsel. Door het bouwen in het binnengebied onder bepaalde voorwaarden toe te laten, wordt de mogelijkheid behouden het huidige straatbeeld en de openheid te behouden.

De privacy van de aanpalende woningen wordt gegarandeerd door het opleggen van afstandsregels en het verplicht stellen van een erfscheiding (eventueel aangevuld met de nodige beplanting) die de privacy garandeerd. ROHM Antwerpen wijst er op dat in de bijzondere bepaling het punt over de ’bouwvrije voortuinstrook aan de gewestwegen’ niet van toepassing is op het plangebied aangezien er geen gewestwegen zijn. Aangezien de Afdeling Wegen en Verkeer meedeelt dat de herzieningen van het BPA gelegen zijn langs de gewestweg N114 –Dorpstraat, wordt deze bepaling behouden in de voorschriften. Het verslag van de plenaire vergadering is toegevoegd als bijlage samen met de verstrekte adviezen van de betrokken besturen.

7.3. Resultaat van het openbaar onderzoek Het openbaar onderzoek liep van 01/01/2005 tot 31/01/2005. Er werden 6 bewaarschriften ingediend. De bezwaarschriften werden behandeld door de ontwerper en de gecoro en verworpen. Het advies met betrekking tot de bezwaarschriften is toegevoegd als bijlage.

7.4. Advies van het college van burgemeester en schepenen Opgemaakt door ondergetekende ontwerper te Antwerpen, Frank De Bruyne, Stedenbouwkundige

D+A Consult 13 Gedeeltelijke herziening BPA Hagelkruis en omgeving Stad Antwerpen zone rusthuis - Toelichtingsnota