Boek-Delen_2_2015_Maastricht

2
28 nr 2 | 2015 Literair wandelen door Maastricht Pelgrims en pottemennekes door Annemiek Haalboom literaire uitstapjes Henric van Veldeke schreef er in 1170 zijn Sint Servaas- legende. Dichter Pierre Kemp stapte er elke werkdag op de trein. Dichter Maarten van de Berg rijdt er ’s nachts rond als taxichauffeur. Een literaire wandeling door hun Maastricht voert langs standbeelden, dichtregels, de Maas, de Jeker, boekhandels en bibliotheken. Van de moderne wijk Céramique – met het Bonnefantenmu- seum – tot in het oude stadscentrum. Pierre Kemp wandelde dagelijks, van maandag tot en met zaterdag, naar station Maastricht. Een loopje van vijf minuten. Meer dan een kwart eeuw reisde hij met de boemeltrein naar Eygelshoven. Daar verdiende hij de kost als loonadministrateur bij steenkolenmijn Laura. Tijdens die korte treinreizen schreef Kemp honderden korte gedichten. De literaire wandeling begint bij zijn woonhuis aan de Turen- nestraat. De dichter woonde er bijna veertig jaar, tot zijn dood in 1967. Een eenvoudige eengezinswoning. Naast de deur een plaquette met zijn portret, zoals altijd in zwart pak en met hoed. Vandalen hebben Kemps bril bekrast. Onder zijn portret de dichtregels: Ik woon al lang in een huis van de lucht, iets hoger dan de vogels in de bomen. Aan de boom voor zijn woning hangt een rood vogelhuisje. Centre Céramique De wandeling gaat verder via de Rechtstraat, waar wel drie anti- quariaten zijn (die net als boekhandels en bibliotheken in de routekaart zijn opgenomen), naar de stadsbibliotheek in het Cen- tre Céramique, een ontwerp van architect Jo Coenen. Het trotse gebouw staat op het voormalige terrein van een aardewerkfabriek waar vooral servies en sanitair werden geproduceerd. Na de sloop is er een compleet nieuwe wijk verrezen. Op de begane grond van Centre Céramique roept een poster van de Veldeke Krink Mestreech deelnemers op voor het Groet Mestreechs Dictee. ‘Sjrijf uuch in! ’ Er zijn wisselende tentoonstel- lingen te zien. In een rij vitrines pronkt verder serviesgoed uit de verdwenen fabriek. Hé, daar staat de theepot van oma! Een grijze olifant, met een geel mannetje op zijn rug - het deksel. In het leescafé op de eerste verdieping, waar de koffie goed is, kijk je uit op de woontoren van de Portugese architect Álvaro Siza. Op het caféraam staat Toren van Siza, een gedicht van Frans Budé. Weids is het uitzicht over de stad en de rivier vanuit de Velde- kezaal op de vierde verdieping. Op de glazen wand van de leeszaal staan de bekendste regels uit de Sint Servaaslegende – het oudste boek in het Nederlands – van dichter Henric van Veldeke uit 1170 waarin hij Maastricht beschrijft: In eynen dall scoen ende liecht, effen ende wael ghedaen daer twee water tsamen gaen, eyn groot ende eyn cleyne, claer, schoen ende reyn; dats die Jeker ende die Mase. Beeld Henric van Veldeke foto R. & P. van der Krogt, http://standbeelden.vanderkrogt.net Bordenhal en Café Zuid foto Annemiek Haalboom

Transcript of Boek-Delen_2_2015_Maastricht

Page 1: Boek-Delen_2_2015_Maastricht

2 8 n r 2 | 2 0 1 5

Literair wandelen door Maastricht

Pelgrims en pottemennekesdoor Annemiek Haalboom

lit

er

air

e u

its

ta

pje

s

Henric van Veldeke schreef er in 1170 zijn Sint Servaas-

legende. Dichter Pierre Kemp stapte er elke werkdag op

de trein. Dichter Maarten van de Berg rijdt er ’s nachts

rond als taxichauffeur. Een literaire wandeling door hun

Maastricht voert langs standbeelden, dichtregels, de

Maas, de Jeker, boekhandels en bibliotheken. Van de

moderne wijk Céramique – met het Bonnefantenmu-

seum – tot in het oude stadscentrum.

Pierre Kemp wandelde dagelijks, van maandag tot en met zaterdag, naar station Maastricht. Een loopje van vijf minuten. Meer dan een kwart eeuw reisde hij met de boemeltrein naar Eygelshoven. Daar verdiende hij de kost als loonadministrateur bij steenkolenmijn Laura. Tijdens die korte treinreizen schreef Kemp honderden korte gedichten. De literaire wandeling begint bij zijn woonhuis aan de Turen­nestraat. De dichter woonde er bijna veertig jaar, tot zijn dood in 1967. Een eenvoudige eengezinswoning. Naast de deur een plaquette met zijn portret, zoals altijd in zwart pak en met hoed. Vandalen hebben Kemps bril bekrast. Onder zijn portret de dichtregels: Ik woon al lang in een huis van de lucht, iets hoger dan de vogels in de bomen. Aan de boom voor zijn woning hangt een rood vogelhuisje.

Centre Céramique

De wandeling gaat verder via de Rechtstraat, waar wel drie anti­quariaten zijn (die net als boekhandels en bibliotheken in de routekaart zijn opgenomen), naar de stadsbibliotheek in het Cen­tre Céramique, een ontwerp van architect Jo Coenen. Het trotse gebouw staat op het voormalige terrein van een aardewerkfabriek waar vooral servies en sanitair werden geproduceerd. Na de sloop is er een compleet nieuwe wijk verrezen.Op de begane grond van Centre Céramique roept een poster van de Veldeke Krink Mestreech deelnemers op voor het Groet Mestreechs Dictee. ‘Sjrijf uuch in!’ Er zijn wisselende tentoonstel­lingen te zien. In een rij vitrines pronkt verder serviesgoed uit de verdwenen fabriek. Hé, daar staat de theepot van oma! Een grijze olifant, met een geel mannetje op zijn rug ­ het deksel.In het leescafé op de eerste verdieping, waar de koffie goed is, kijk je uit op de woontoren van de Portugese architect Álvaro Siza. Op het caféraam staat Toren van Siza, een gedicht van Frans Budé. Weids is het uitzicht over de stad en de rivier vanuit de Velde­kezaal op de vierde verdieping. Op de glazen wand van de

leeszaal staan de bekendste regels uit de Sint Servaaslegende – het oudste boek in het Nederlands – van dichter Henric van Veldeke uit 1170 waarin hij Maastricht beschrijft:

In eynen dall scoen ende liecht,effen ende wael ghedaendaer twee water tsamen gaen,eyn groot ende eyn cleyne,claer, schoen ende reyn; dats die Jeker ende die Mase.

Beeld Henric van Veldekefoto R. & P. van der Krogt, http://standbeelden.vanderkrogt.net

Bordenhal en Café Zuidfoto Annemiek Haalboom

Page 2: Boek-Delen_2_2015_Maastricht

n r 2 | 2 0 1 5 2 9

De Bordenhal even verderop is het enige fabrieksgebouw dat nog overeind staat. In de hal, uit 1880, werden kopjes en borden beschilderd. Nu zit Toneelgroep Maastricht er in. En een groot café, Café Zuid, met een ruim terras aan de Maas. Op een zijmuur staat een gedicht van Wiel Kusters, een herinnering aan de ‘pottemennekes’ die in de fabriek keihard moesten werken en verder hun mond dichthouden:

Van aarde was de schotel, het borddat uit jouw hand ontstond, waarvan je aten dat je brak. De fabrikant zijn naamstond op de onderkant, jouw pseudoniem.

Kempland

De wandeling door Maastricht voert langs vijftien literaire locaties. Het voormalige fabrieksterrein met de bibliotheek is pas tip nummer drie. Je dwaalt er rustig een paar uur rond. Dus hup, op een holletje de Maas over via De Hoeg Brögk, De Hoge Brug. Op zoek naar het beeldje van Pierre Kemp in het stadspark dat naar de dichter is vernoemd: Kempland.In het park een nijlgans met een halsband, een minnekozend paartje, fietsende scholieren en een druk telefonerende heer in een zwarte mantel en met een zwarte hoed. Een pater of een reïncarnatie van Pierre Kemp? Zijn groen bemoste beeld­je staat helemaal achter in het park. Dwars door de oude stadswal gaat de tocht verder richting centrum. Langs beelden van Maastrichtse dichters en tekst­schrijvers, langs dichtregels op verrassende plekken. Zoals in de fietsenstalling van de universiteitsbibliotheek, op twee blinde ramen boven een kapsalon en gebeiteld in de stoeprand bij een taxistandplaats. De enige misser is een foeilelijk vorm­gegeven gedicht in de hal van het Theater aan het Vrijthof.

Ruiters

Henric van Veldeke is de eerste dichter in de Nederlandse li­teratuur van wie de naam bekend is. Hij schreef in opdracht reclamegedichten over Maastricht om meer pelgrims naar de stad te lokken. En hij schreef minneliederen. Boven op een grasheuvel zit hij nu op zijn eigen plein, het Henric van Velde­keplein, pal naast de Sint Servaaskerk en voor de Sint Jan. Met een schuin oog kijkt Van Veldeke naar de poëzie van negen

eeuwen later. Tussen de twee kerken ­ aan het Vagevuur ­ lig­gen twee stenen tafelen. Hierin is het gedicht Tussen de torens gebeiteld van Maarten van de Berg. Geboren in 1970 is hij de jongste dichter op deze literaire wandeling. Naast dichter, beeldhouwer en schilder is Maarten van de Berg nachttaxi­chauffeur. Bij de taxistandplaats aan de Markt staat een couplet uit zijn Ruiters van de stad in de stoeprand:

Wij zijn gewetenloze ruiterswij roken rauwe dieselluchtwij drinken steenkoolzwarte koffiewij zijn de ruiters van de stad.

Kaarsje

Nieuwsgierig geraakt naar meer poëzie van Kemp, Kusters en Van de Berg stappen we boekhandel Dominicanen in. Geves­tigd in de ruim 700 jaar oude Dominicanenkerk, met in het café een leestafel – in de vorm van een kruis – op het voorma­lige priesterkoor. Er zijn veel boeken over Maastricht te koop, maar de drie Maastrichtse dichters ontbreken. Dan steken we in de Onze Lieve Vrouw ‘Sterre der Zee’ Basiliek even ver­derop maar een kaarsje op voor Pierre Kemp.

De routebeschrijving van deze wandeling door Maastricht is te vinden op:www.vvvmaastricht.nl/maastricht-boekenstad.html, onder ‘Literaire wandeling’.

Boekhandel Dominicanenfoto VVVMaastricht