blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school...

43
SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING MUZIEK kijkwijzer en verslag stage 1 Dorenda Notermans academiejaar 2014 – 2015

Transcript of blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school...

Page 1: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING MUZIEK

kijkwijzer en verslag stage 1

Dorenda Notermansacademiejaar 2014 – 2015

Page 2: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Verkenning van de stageschoolBeschrijf de hoofdstageplaats in al haar facetten

- NIKO vzw Toekomstlaan 9 3910 Neerpelt

- De infrastructuur van het hoofdgebouw is heel erg mooi. De concertzaal is pas vernieuwd en voorzien van een Bösendorfer vleugel. Ook zijn de lesruimtes aangenaam, voorzien van goede instrumenten, knus en ruim. Ook de andere filialen zijn over het algemeen erg proper en modern.

- Historiek: Het oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van de hand van de heer Gilbert Seresia (huidig ere-voorzitter van de NIKO Raad van Bestuur) en bevat de samenvatting van de gesprekken over de nood aan kunstonderwijs in Noord-Limburg en de middelen die daarvoor nodig zijn. Aanvankelijk startte men als een feitelijke vereniging, maar de bedoeling was een V.Z.W. te stichten met twee vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Neerpelt, drie privaatrechtelijke personen van Neerpelt en hetzelfde aantal voor Overpelt. In het prille begin van het kunstonderwijs in Noord-Limburg werd er gezocht naar een haalbare vorm van de school.Er werd bovendien vertrokken vanuit niets. Alles moest zelf geimproviseerd worden. De inrichters hadden geen enkele ervaring met kunstonderwijs. Leerplannen werden aan andere scholen gevraagd of zelf opgesteld. Leraars met een diploma waren praktisch onvindbaar. Het duurde tot het 40ste bestaansjaar van het NIKO tot men beschikte over een eigen gebouw, waar de administratie en de directive in gehuisvest werd. Tot op heden blijven accommodatie en leslocaties in de diverse aangesloten gemeenten een belangrijk aandachtspunt.

-structuur van de school: De NIKO-Academie voor Podiumkunsten vormt samen met de NIKO-Academie voor Beeldende Kunsten het Noord-Limburgs Instituut voor Kunstonderwijs (NIKO).Dat instituut biedt kunstopleidingen aan in 8 Noord-Limburgse gemeenten. Je kunt bij hun terecht voor een opleiding in Muzische Vorming, Muziek, Theater en Dans. In de volksmond wordt het NIKO ook wel de 'muziekschool' genoemd. Je kan voor je kunstzinnige scholing terecht op het grondgebied van 8 aangesloten gemeenten: Bocholt, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Lommel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt, Overpelt en Peer.

- communicatie met personeel, leerlingen, oudleerlingen: De website www.nikovzw.be is heel overzichtelijk en bevat een overvloed aan informatie. Op de startpagina vind je bijvoorbeeld alle informatie over de komende concerten en evenementen. De website bevat alle informatie voor de ouders, waaronder een cursuswijzer (die hen digitaal wegwijs maakt in het aanbod van de school), een overzicht van alle lessen (inclusief uur, dag, gemeente en leerkracht), het schoolreglement, een jaaroverzicht etc. Kortom biedt de website alle nodige informatie voor de student en ouders. Bovendien heeft iedere leerkracht een persoonlijk e-mailadres van de NIKO academie, wat bevorderend is voor een goede communicatie onder de leerkrachten, ouders en leerlingen.

-- pedagogische studiedagen, vakgroepoverleg: Op 10/12/14 was er een pedagogische studiedag. Met het hele lerarenteam zijn ze toen op daguitstap geweest, waarbij ze ook een instrumentenmuseum hebben bezocht. Verder wordt er ook veel belang gehecht aan het vakgroepoverleg. Momenteel zijn ze in het NIKO volop bezig met het anders invullen van het evaluatiesysteem. De leerkrachten worden hier heel nauw bij betrokken en wisselen hier regelmatig hun eigen ideeën over uit. De school bevat ook een pedagogisch college en een afdelingsraad om de organisatie nog te verbeteren.

- communicatie met ouders: Zoals voordien reeds aangehaald, is er een overvloed aan informatie terug te vinden op de website van de kunstacademie. Sinds dit jaar werken zijn ze ook enorm bezig met de digitalisering van de schoolagenda’s en aanwezigheidslijsten, zodat de ouders en leerlingen hier d.m.v. een centrale login toegang tot krijgen.

- De leerkrachten zijn stuk voor stuk zeer aangename mensen en het lijkt alsof de meesten het erg goed kunnen vinden met elkaar. Het is een school waar alles bespreekbaar is en waar veel gebrainstormd wordt onder de collega’s. De mensen van het onthaal zijn heel behulpzaam en vriendelijk. Ook de leerlingen zijn beleefd, vriendelijk en leergierig.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 2/27

Page 3: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 3/27

Page 4: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

VerwachtingenDit formulier beantwoord je voor het begin van de eerste lesobservatie.

Denk even terug aan je eigen tijd in het muziekonderwijs...- Welke elementen uit de lespraktijk van je vroegere leraar(s) vind je goed of minder goed? Waarom?Eerlijk gezegd heb ik niet zo’n heel goede herinneringen uit mijn eigen lespraktijk in de muziekacademie. Vooreerst had ik erg veel tegenslag met mijn leerkracht. We zaten, zoals dat meestal is in een muziekacademie, met ca. drie leerlingen op één uur. Bij mijn vroegere leraar leek het meer alsof hij bandwerk aan het uitvoeren was. Hij zat voortdurend aan zijn laptop en was vaak niet aan het opletten tijdens ons doorspeelmoment. Vaak moesten we het stukje dan nog maar een keer herhalen voor hem. Het probleem is dat hij wel zijn best deed als de inspectie of de directeur een bezoekje kwam brengen. Hierbij had ik het ook altijd moeilijk met het feit dat we met drie op een uur zaten, waardoor we vaak slechts 20 minuten les kregen. Ook had ik veel pech met het filiaal waarin ik les had. We zaten in de kelder van een muziekschool met een erg oude en valse piano. Daarom heb ik ,voordat ik ging verder studeren, privéles gevolgd en daar pluk ik tot op vandaag nog steeds de vruchten van.

Ook van de leerlingen heb je wellicht bepaalde verwachtingen.- Hoe denk je dat de leerlingen zich zullen gedragen (individuele, groepsles, klas)Doordat ik zelf al veel ervaring heb als interim en als leerkracht in diverse muziekateliers, kan ik al vrij goed inschatten hoe dat leerlingen zich gedragen in een les. Ik verwacht dat sommige leerlingen, vooral volwassenen, ongemakkelijk of zenuwachtig gaan zijn door mijn aanwezigheid. Kinderen kunnen soms erg spontaan zijn in de les en verhaaltjes vertellen aan de leerkracht. In een klas denk ik ook dat er vaak een paar leerlingen gaan zijn die meer begeleiding nodig hebben als de anderen. Dit lijkt me wel delicaat in een klas, terwijl het in een individuele les vanzelfsprekender is te voldoen aan de behoeftes van de leerlingen.

- Hoe verwacht je dat het gesteld is met de interesse, inzet en motivatie van de leerlingen?De interesse zal zeker niet bij alle leeftijdscategorieën even groot zijn. Vooral bij kinderen is het belangrijk dat je met zo weinig mogelijk woorden zo veel mogelijk uitlegt en hen zoveel mogelijk zelf laat spelen en ontdekken. Volwassenen daarentegen hebben over het algemeen vaak veel vragen en zijn soms zelfs meer geinteresseerd in theorie dan in het praktische gedeelte. Qua inzet en motivatie verwacht ik ook grote verschillen. Ik kijk er wel naar uit om te zien hoe de leerkrachten omgaan met een minder begaafde leerling. Tot op heden vind ik het nog steeds een zware opgave om die kinderen te blijven motiveren.

- Hoe ver gaat hun parate kennis, denk je?Doordat ik ook ervaring heb opgedaan in muziekateliers, had ik vaak leerlingen in mijn klas die een minder goede of geen kennis hadden van notenleer. In de muziekacademies verwacht ik dat die kennis in elke geval veel beter gaat zijn. Dit is me zelf ook opgevallen tijdens mijn interims. Ik voelde als leerkracht dat ik veel minder tijd verloor met theoretische uitleg, doordat hun basiskennis veel hoger ligt dan in de meeste ateliers.

- Hoe studeren zij thuis?Ik denk dat dit altijd een heel delicaat gegeven zal blijven. Zelf vind ik het essentieel dat mijn leerlingen regelmatig studeren en ik probeer dit ook op te volgen als ik merk dat hier problemen mee optreden. Leerlingen die heel begaafd zijn en snel vooruit gaan, studeren in de meeste gevallen automatisch meer dan een leerling waarbij het soms iets meer tijd nodig heeft. Toch kunnen beide soorten leerlingen even veel of kan de minder begaafde soms zelfs nog meer bereiken als de getalenteerde leerling. Iemand die minder begaafd is, heeft vaak ook minder zelfvertrouwen en zal in sommige gevallen strenger zijn voor zichzelf als hij thuis studeert. Dit is ook het geval bij volwassen leerlingen. Vaak hebben zij ook een probleem met hun zelfvertrouwen, die gepaard gaat met stress en podiumangst. Daarom zullen zij zich er ook slecht bij voelen als ze onvoorbereid naar de les gaan.

En ten slotte je eigen positie...- Hoe zie je je rol als kunstenaar-leraar? (doorgeefluik van kennis, opvoeder, verstrekker van een opleiding, ...)Persoonlijk vind ik het als leerkracht enorm belangrijk dat je in eerste instantie vertrekt vanuit je eigen praktijk.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 4/27

Page 5: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Als je in staat bent tot een goede zelfreflectie is het automatisch veel evidenter om een leerling juist in te schatten en te evalueren. De leerkracht zou dus nog actief moeten zijn als muzikant om een goed voorbeeld te vormen voor de leerling. Aan de hand van zijn instrumentspel moet een leraar laten zien dat hij bekwaam en gepassioneerd is om zo de leerling te stimuleren.Vervolgens moet een leerkracht over het vermogen beschikken om diverse technieken op een duidelijke manier te illustreren en aan te leren, rekening houdend met de eventuele beperkingen van de student. Hierbij is het belangrijk dat de leerkracht zelf ook nog over voldoende artistieke vaardigheden beschikt om dit op een enthousiaste manier over te brengen naar de leerlingen toe. Het is essentieel dat de leerkracht er uiteindelijk in slaagt om de leerling in staat te stellen tot zelfreflectie door hen kritisch te leren zijn ten opzichte van zichzelf.Bovendien moet een leerkracht kunnen inspelen op de bekwaamheden en verwachtingen van de leerling en treedt hij op als pedagoog. Hij moet een vertrouwenspersoon zijn die een veilige omgeving creëert voor de studenten.Tot slot vind ik eerlijkheid een belangrijk aspect binnen het lesgeven. Een leerkracht moet de leerling laten weten waar hij staat en wat hij van hen verwacht.

- Welke voldoening denk je dat lesgeven met zich meebrengt?Het is als leerkracht enorm motiverend om naar een bepaald doel toe te werken met een leerling en dat uiteindelijk samen te behalen. Een leerling zien openbloeien en zichzelf zien ontplooien als muzikant, geeft me erg veel voldoening.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 5/27

Page 6: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 1: structuur van de lesJe gaat na hoe een les instrument/zang is opgebouwd. Je houdt rekening met de volgende aandachtspunten.

Datum: 16/12/2014Cursus: PianoLeerkracht: Anne-Marie BeksLesonderwerp: Voorbereiding klasconcertVak + graad (jaar): L2 (volwassene)

LesbeginDe les wordt met een erg luchtige en aangename sfeer gestart. Uitzonderlijk is de leerlinge vandaag alleen in de les, omdat haar medestudent pas bevallen is van een zoontje. Je voelt dat de student zich erg op haar gemak voelt bij de leerkracht en ze praten eerst een beetje over luchtige dingen. Toch slaagt de leerkracht erin om het gesprek op een goed moment af te ronden en de studente erop te wijzen dat ze zich nu volop moet concentreren en haar stukjes moet uitvoeren alsof het concert is. De leerling speelt twee préludes van Vandall, wat al een behoorlijk hoog niveau is voor een L2, uit het geheugen.

LeskernNadat de leerling het stukje doorgespeeld heeft, geeft de leraar haar enkele opmerkingen. Deze hebben, doordat het vrijdag concert is, vooral betrekking op de afwerking van het stuk. Hierbij legt ze voornamelijk de nadruk op het produceren van een mooie klank. De leerkracht geeft de student gerichte instructies, zoals: je moet de bodem van de toets voelen, de toets naar je toe trekken, luisteren naar de melodienoten. Samen met het produceren van een aangename klank hangt ook het creëren van een goede balans tussen de linker- en rechterhand. Zo haalt de leerkracht vaak aan dat de student moet denken aan haar pinken, die er iets meer mogen uitkomen, omdat die meestal de melodie bevatten in het akkoordspel. Ze leert haar luisteren naar de melodienoten door de noten waar ze zich op moet focussen mee te zingen. Een laatste aspect dat ook samenhangt met de klankvorming is de timing van bepaalde noten. Ze vertelt de student dat sommige belangrijke of speciale melodienoten wat uitgesteld mogen worden om ze meer kleur te geven. Buiten het produceren van een mooie toon geeft de leerkracht de student ook tips voor het concert vrijdag. Omdat het klasconcert al zal plaatsvinden over enkele dagen, haalt de leerkracht eerst de positieve aspecten van het doorspeelmoment aan. Ze zegt haar ook dat ze ondanks de stress altijd moet oppassen dat ze breed blijft denken in de linkerhand, zodat het tempo niet te veel versnelt en rustig blijft. De leerkracht laat de student ook vanbuiten enkele fragmenten apart spelen, zodat ze herkenningspunten heeft en terug kan inpikken als er iets zou mislopen op het concert.

LeseindeOmdat de focus van deze les vooral lag op de stukjes voor het klasconcert, eindigt de leerkracht de les met een stuk waar de leerling nog niet zo lang aan bezig is en waarmee ze nog wat hulp mee nodig heeft, nl.: Reiterstück van Schumann. Ze beginnen met het einde van het stuk, omdat dit nog niet zo goed in de vingers zit bij de leerling. De leerkracht klopt de achtste noten mee met haar potlood, want de student is soms te snel en snapt het ritme nog niet altijd goed. Hierbij legt de leerkracht ook al uit welke pedalen en articulatie ze moet hanteren. Op het einde zegt ze haar dat ze het einde apart moet studeren zonder de opening van het stuk, zodat het volledige stuk op hetzelfde niveau komt. Ook moet ze de achtste noten goed leren voelen met behulp van haar metronoom.

ReflectiePersoonlijk ben ik ook voorstander van al op zo’n jong mogelijke leeftijd te werken op de klankvorming d.m.v. gerichte technische uitleg. Ook de balans in het akkoordspel, waarbij de pinken meestal primeren, moet al van in het begin aangeleerd worden. Leren luisteren naar jezelf is voor mij één van de belangrijkste aspecten van het musiceren. Het is belangrijk dat de leerkracht hierbij de nodige tips geeft en ik vind dat mevrouw Beks hier heel goed in slaagt.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 6/27

Page 7: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Bij het instuderen van de Schumann valt het op dat ze buiten het ritmisch instuderen ook al direct overgaat naar enkele aspecten van de afwerking. Dit is ook iets wat ik steeds doe in mijn pianolessen. Het lijkt mij namelijk erg vervelend als de leerling dit allemaal nadien nog moet instuderen. Vaak maken leerkrachten de fout dat ze de leerlingen eerst vragen de noten en het ritme te ontcijferen. Hierdoor hebben ze die na een tijd zodanig geautomatiseerd, waardoor het achteraf heel erg moeilijk wordt om nog muzikale en expressieve zaken toe te voegen. Tot slot vond ik de stukjes van Vandall heel erg mooi. Ik had hier voordien nog nooit van gehoord, maar dit ga ik zeker meenemen naar mijn eigen lessen toe.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 7/27

Page 8: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 2: leerinhouden

Datum: 17/12Cursus: gitaarLeerkracht: An VrankenLesonderwerp: instuderen nieuw stukjeVak + graad (jaar): M2

Leerinhouden- Hoe heeft de leerkracht de leerstof toegankelijk gemaakt voor zijn/haar leerlingen?De leerkracht heeft haar leerstof toegankelijk gemaakt door rechtstreeks aan te sluiten bij de leefwereld van de studenten door hen pop- en rockmuziek te laten spelen. Ze vindt het belangrijk dat de leerlingen ook zelfstandig op zoek gaan naar liedjes die ze willen spelen, zodat ze extra gemotiveerd worden. Toch is er ondanks het andere muziekgenre ruimte voor techniek. Vaak is de pop- en rockmuziek moeilijker dan de klassieke stukken van de middelbare graad, omdat ze meestal driestemmig zijn. De leerkracht legt hierbij vooral de nadruk op de balans tussen de melodie en begeleiding. Het is evidenter om de leerlingen dit aan te leren met bekende stukjes, omdat ze weten wat de melodie is en er automatisch beter naar kunnen luisteren. Bovendien gebruikt de leerkracht deze methode om de leerlingen te stimuleren om ook te werken aan de stukjes die zij opgegeven heeft. Zo zegt ze bijvoorbeeld dat ze aan het popliedje mogen beginnen, zodra ze het opgelegd stukje hebben afgewerkt. Het valt op dat de leraar in haar eigen keuzestukjes nog steeds rekening houdt met de leefwereld van de studenten. De stukjes hebben namelijk steeds een bepaald rockgehalte of zijn opgebouwd met jazzritmes.

- Is er voor de leerlingen een duidelijk onderscheid tussen essentie en detail?In het algemeen legt de leraar vooral de focus op het goed in balans spelen en luisteren naar jezelf. Ze vindt dit in eerste instantie belangrijker dan de juiste noten en het correcte ritme. De leerkracht laat ze het stuk eerst doorspelen en vertelt hen dat ze enkel moeten luisteren naar de melodie. Hierbij houdt ze absoluut geen rekening met andere foutjes, zodat ze volledig de focus kunnen leggen op het luisteren. Achteraf gaat de leerkracht werken op het ritme en de noten, maar dan nog blijft de balans een essentieel aspect.Buiten het creëren van een goede balans legt ze de nadruk ook heel erg op een goede lichaamshouding.

- Heeft de leerkracht de leerinhoud doelgericht ontrold in de loop van de les? Waar in welke fase heb je dat het duidelijkst ervaren?De leerlingen hebben vorige week een klasconcertje gehad en zijn pas begonnen aan een nieuw stukje. Doordat ze het stukje zelf mochten zoeken en kiezen, start de les met een vraag van de leerling. De leerling heeft moeite met het uitvoeren van een moeilijk deel uit het stuk en de leerkracht zoekt samen met hem naar doelgerichte oplossingen om dit deeltje technisch onder de knie te krijgen. Ze stemt m.a.w. haar didactische aanpak af op de noden en vragen van de leerling. Ze past haar leerinhouden doelgericht toe op de stukjes die de leerlingen hebben uitgekozen, wat ik enorm flexibel vind van de leraar.

ReflectieIk denk dat het voor sommige leerlingen erg stimulerend werkt om hen zelf stukjes te laten kiezen vanuit hun eigen leefwereld. Bovendien zijn pop- en rockliedjes vaak complex en kunnen ze er technisch erg veel van opsteken. Omdat ze het zelf gekozen hebben, gaan ze minder snel afhaken als ze moeite hebben met het aanleren van een bepaalde techniek. Persoonlijk zou ik deze methode toepassen bij leerlingen die niet zo getalenteerd zijn en minder goed kunnen lezen. De stukjes die ze zelf kiezen zitten namelijk al goed in hun gehoor, waardoor je ze ook gemakkelijk kunt aanleren op het gehoor. Hierdoor kun je je als leerkracht veel meer focussen op het leren luisteren naar jezelf, het aanleren van bepaalde technieken en de muzikale inbreng van de leerling.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 8/27

Page 9: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 3: omgang met vraagstelling in de les

Datum: 05/01Cursus: ZangLeerkracht: Anja Van EngelandLesonderwerp: BasistechniekenVak + graad (jaar): L2 (twee volwassenen)

- Zijn de vragen voldoende afgestemd op het niveau van de leerdoelen (weten, inzien, toepassen, integreren? Hoe kan je dat concreet staven?De les bestaat uit twee volwassen leerlingen L2, dus de leerkracht kan goed aansluiten bij het niveau van de leerlingen. Het is opvallend dat de leerkracht de leerlingen vaak zelf laat zoeken naar bepaalde problemen. Bij de eerste leerling zit zijn kaak te dicht wanneer hij stemoefeningen doet. De leerkracht merkt dit op, maar zegt hem eerst dat hij voor de spiegel moet zingen en kijken wat hij ziet. De leerling ziet vrijwel onmiddellijk dat hij zijn kaken dicht knijpt. Vervolgens laat de leerling hem zijn vingers tussen zijn kaken steken. Daarna vraagt hij aan de andere leerlingen in de les of ze een verschil horen, maar ze moeten ook uitleggen WAT ze horen? Verder vraagt ze ook aan hem of hij verschil voelt en hij beaamt dat dit veel opener klinkt, zoals de leerlingen reeds aanhaalden. In de les van de tweede leerling opent ze de les met de vraag waar ze in het eerste trimester mee gestart zijn. De leerling weet direct waar ze het over heeft en ze werken bijgevolg op haar buikademhaling. Hierbij laat de leraar haar een stemoefening doen en vraagt haar nadien wat ze heeft gedaan. De leerling denkt dat ze de buikademhaling op de juiste manier heeft gehanteerd, maar toch was er iets verkeerd. Vervolgens doen ze het nog een keer en laat het haar zelf ontdekken. Op die manier komt ze erachter dat ze toch nog steeds te hoog ademt.

- Wacht de leerkracht geduldig op een antwoord van de leerlingen? Worden alle aanwezige leerlingen bij de les betrokken?Ze geeft de leerlingen individueel gericht les, maar ze houdt de aandacht van de andere leerlingen er wel bij door hen regelmatig vragen te stellen. Ze laat de klas samen zoeken naar het probleem en vraagt hen soms ook of ze iets horen dat minder goed is. Het valt op dat de leerlingen meestal onmiddellijk hetgeen antwoorden wat de leerkracht verwacht, dus ze moet niet lang wachten op een correct antwoord. Ook als ze met de tweede leerling enkele stemoefeningen uitvoert, vraagt de leraar ineens: ‘Hilde, kijk eens hoe je staat? Ik zeg niets.’ Vervolgens neemt de leerling ogenblikkelijk een juiste houding aan.

- Hoe reageert de leerkracht op een fout of minder goed antwoord?In het algemeen is er geen enkele keer foutief geantwoord op een vraag, maar indien het antwoord niet helemaal aan haar verwachtingen voldoet, stuurt ze de leerlingen door aanwijzingen in de juiste richting.

ReflectieDe leerkracht legt het accent op het zelf leren ontdekken van bepaalde zaken en dat vind ik persoonlijk als leerkracht ook erg belangrijk. Gedurende haar les herhaalt ze regelmatig dat de leerlingen zichtzelf moeten observeren en luisteren naar wat ze aan het doen zijn. Dit is ook een aspect waar ik veel belang aan hecht vanaf de eerste les.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 9/27

Page 10: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 4: didactische werkvormen

Datum: 13/01Cursus: BugelLeerkracht: Kristien SchuurmansLesonderwerp: Voorbereiding concertstukjes + zichtlezenVak + graad (jaar): L2+L3

- Welke didactische werkvormen worden er toegepast?Vooreerst wordt er regelmatig afgewisseld tussen verschillende uitingsvormen. Er worden zaken uitgelegd via het gesproken woord, maar ook met geluid of metaforen. Zo moeten ze bijvoorbeeld bij het inspelen enkel spelen op het mondstuk, waarbij de leerkracht opmerkt dat ze het geluid van een motor moeten nadoen. Als de leerkracht iets expressief wilt uitleggen (vb. een muzikale lijn), zingt ze het stukje vaak voor de leerlingen en zingt ze mee terwijl ze spelen. Verder wordt het onderwijsleergesprek gehanteerd afgewisseld met het leergesprek. De leerkracht stelt voortdurend vragen aan de leerling. Ze verwacht dat ze goed weten wat de betekenis is van de aanduidingen op hun partituur. Indien ze een fout maken, laat ze hen zelf zoeken naar de fout. Zo speelt de leerling op een gegeven moment een noot niet lang genoeg en vraagt ze hem welke noot de langste waarde heeft in die maat. Op die manier weet hij ook direct dat hij die noot wat langer moet maken dan de andere noten. De leerling vergeet bij het doorspelen van zijn stukje een wijzigingsteken. Ze vraagt hem die maat nog een keer te spelen en te luisteren of hij iets ‘vreemds’ hoort in het stukje. Omdat de leerling het niet direct opmerkt, wendt ze zich tot de andere leerling en vraagt of zij eens komt meekijken wat hij fout zou kunnen doen. Hier schakelt ze dus over tot een leergesprek, waarbij de leerlingen zelf moeten ontdekken wat er bij elkaar nog beter kan. Over het algemeen stelt ze steeds zeer gerichte vragen om de leerlingen te betrekken en hun concentratie te bevorderen. Ook vraagt de leerkracht enkele keren om haar te imiteren wanneer ze een fragment voorspeelt m.a.w. hanteert ze hier demonstratie en oefening als didactische werkvorm.Op het einde van de les vraagt ze aan de leerling L2 om samen met de leerling L3 zijn stukje te spelen. Ze moet dus zichtlezen samen met de andere leerling en de leerkracht. Dit is een soort zelfstandige oefening die haar in staat stelt om persoonlijk informatie te verwerken.

- Worden de mogelijkheden van de werkvormen ten volle benut?Ze worden niet voortdurend volledig benut, omdat de leerlingen nog zeer jong zijn en een klasgesprek bijvoorbeeld nog erg moeilijk is. Eén van de twee leerlingen is slechts een jaar bezig met het instrument en beschikt nog niet over genoeg kennis om volledig zelfstandig probleemoplossend te denken. In het doceren vind ik wel dat de leerkracht veel afwisselt. Zo legt ze dingen kort uit, maar soms speelt ze ook gewoon voor, waarbij ze zegt dat ze haar moeten imiteren. Ze laat hen ook samen spelen met haar, maar ook met elkaar, zodat ze op verschillende manier informatie kunnen verwerken.

- Is er afwisseling in de didactische werkvormen? De leerkracht wisselt bewust regelmatig af tussen verschillende werkvormen, omdat de leerlingen nog erg jong zijn en dit hun aandacht stimuleert. Zo is ze bijvoorbeeld niet voortdurend aan het doceren. Ze legt vaak dingen uit, maar ze voorziet haar uitleg altijd van een metafoor, zodat ze het niet te ingewikkeld maakt voor de leerlingen. Op een bepaald moment staat er marcato aangeduid bij een stukje van de leerling. Hierbij merkt ze op dat hij het moet spelen alsof hij klokjes imiteert. Verder speelt ze regelmatig mee met de leerlingen om op die manier te illustreren wat ze bedoelt. Ze geeft voornamelijk individueelgericht les, maar betrekt beide leerlingen zoveel mogelijk in elkaars les. Als een leerling even niet moet spelen, stelt ze ook vragen i.v.m. muzikale termen of aanduidingen aan de leerling die op dat moment geen les krijgt. Ook vraagt ze hen hun mening te geven t.o.v. elkaar. Bovendien Ze zorgt ze ervoor dat ze afwisselend aan bod komen, zodat ze genoeg musiceren tijdens de les.

Reflectie

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 10/27

Page 11: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Het is belangrijk dat je genoeg afwisselt tussen de verschillende didactische werkvormen om de leerlingen te stimuleren en motiveren. Leerlingen verwachten veel afwisseling en creativiteit in een les, dus variatie en differentiatie tussen de gebruikte didactische werkvormen is een voornaam aspect. Hierbij vind ik het ook belangrijk dat de leerkracht niet té veel uitleg geeft en de leerlingen voornamelijk zelf probleemoplossend laat zoeken. Daar leren ze uiteindelijk het meeste van.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 11/27

Page 12: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 5: enkele competenties van de leraar

Datum: 09/12/2014Cursus: SaxofoonLeerkracht: Koen MaasLesonderwerp: Het inoefenen van enkele étudesVak + graad (jaar): Saxofoon, H2

- Houding van de leraar: De leerkracht komt in eerste instantie heel zelfzeker en ontspannen over. Hij weet ook heel goed wat hij wilt bereiken en doet dit op een behulpzame manier. Door gerichte instructies te geven, laat hij de leerlingen zelf bepaalde theoretische of muzikale zaken ontdekken in de partituur. De leerkracht is ergens streng en geeft duidelijk aan wat hij verwacht van de studenten, maar toch is er genoeg ruimte voor humor en originaliteit. Wat ik vooral erg opmerkelijk en voornaam vind, is dat hij de leerlingen veel eigen inbreng geeft in zijn les. Zo moeten ze bijvoorbeeld zelf zoeken naar oefenmethodes, waarna ze die samen uitproberen.

- Is het leertempo aangepast aan de leerling(en)? In deze les was er sprake van twee leerlingen met een bijzonder hoog niveau. Omdat ze aan elkaar gewaagd zijn en ook een positieve invloed op elkaar hebben, laat hij ze vaak samen spelen in de les. Als de leerkracht voelt dat bepaalde aspecten nog niet helemaal in orde zijn, laat hij ze ook om de beurt spelen voor een meer individuele aanpak. Hij speelt ook vaak zelf mee om de leerlingen mee te sleuren in zijn tempo en te stimuleren om snel vooruit te lezen en te denken. Het valt ook op dat de leerkracht niet verder gaat met zijn les, voordat ze allebei afzonderlijk het nieuwe gegeven onder de knie hebben.

- Worden nieuwe vaardigheden kort ingeoefend (eventueel herhaald)? De les opende met een studie die was opgebouwd volgens een heletoonstoonladder. Hij liet de leerlingen hier zelf naar zoeken en vervolgens studeerde hij de toonladder, aan de hand van gevarieerde oefeningen, in met de studenten. Dit vormde een soort voorbereidend werk op de studie, wat ik enorm nuttig vind. Het viel op dat hij uitgebreid zijn tijd nam om dit nieuw gegeven samen met hen door te nemen en hij maakte ook notities in hun agenda met afwisselende studietechnieken (vb. Stijgend, dalend, op en neer over 1 octaaf, 1x legato, 1x staccato etc.). Wat ik ook heel erg goed vind, is dat hij aan het einde van de les weer even terugkeert naar het begingegeven van de les, nl. de heletoonstoonladder. Hij doet hierbij de oefentechnieken nog een keer voor en overloopt kort de moeilijkheden van elke étude.

- Maakt de leerkracht gebruik van metaforen? Metaforen heb ik niet echt opgemerkt gedurende deze les, maar hij maakt wel gebruik van grappig woordjes of uitdrukkingen. Ook heeft de leerling vaak de neiging om een beetje ironisch over te komen en het valt op dat de leerlingen dit wel aangenaam vinden. Bij de bespreking van het metronoomcijfer van een bepaalde étude haalt de leerkracht aan dat er een krulletje staat aangeduid boven het cijfer, waarbij hij vraagt aan de studenten wat dat betekent. Hij merkt hier zelf op een grappige manier op dat het tempo ‘fluctueert’. De studenten vinden de toon van de leerkracht erg grappig en er wordt even gelachen.

- Hoe is de verhouding tussen uitleggen en voorspelen? In het algemeen speelt de leerkracht heel vaak mee met de studenten. Hiernaast geeft hij ook meer dan voldoende uitleg over de partituur, waarbij hij vrij veel theoretische informatie verschaft om op die manier bepaalde moeilijkheden te overbruggen. De verhouding tussen het uitleggen en voorspelen is heel goed in balans. De leerlingen zijn bijna voortdurend aan het musiceren en het valt op dat hij bepaalde technieken of begrippen onderweg aanhaalt, waarna ze onmiddellijk worden toegepast op de uitvoeringspraktijk.

- Wordt er gelet op/gewerkt op lichaamshouding? De leerkracht legt zijn nadruk voornamelijk op een goede beheersing van de techniek en een egale toon, waarbij een goede lichaamshouding essentieel is. Op een bepaald moment haalt hij aan bij een student dat de saxofoon niet mag bewegen t.o.v. het lichaam, omdat dat de klank beinvloedt op een negatieve manier.

- Voldoet het taalgebruik? (articulatie, zinsbouw, spreekritme en spreektoon) Koen Maas is een rasechte Limburg, dus zijn spreektempo ligt vrij laag. Zijn spreektoon is over het algemeen vrij monotoon, maar het past wel bij zijn persoonlijkheid. Hij komt hierdoor absoluut niet ongeinteresseerd over, want het is van begin af aan

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 12/27

Page 13: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

onmiddellijk duidelijk dat de leerkracht een enorm goede muzikant is en een grote passie heeft voor zijn vak. De monotone spreektoon is eerder humoristisch en ik heb het gevoel dat dit een positief effect heeft op de studenten.

- Is het taalgebruik (vocabularium) aangepast aan het niveau van de leerling(en)? Het taalgebruik is zeker aangepast aan het niveau. De studenten in deze les zijn al van een rijpere leeftijd, dus hij kan op een normaal niveau met hen communiceren.

- Zijn er externe factoren die de leerstijl van de leraar beïnvloeden? Ik denk dat het niet in elke klas mogelijk is om de twee leerlingen tegelijkertijd hetzelfde stuk te laten samenspelen. In deze les heeft de leerkracht twee leerlingen op een uur, wat voor de studenten een luxe-situatie is. Doordat de leerlingen min of meer hetzelfde niveau hebben, is het voor de leraar mogelijk om voortdurend groepsgericht les te geven. Hierbij legt hij ook het accent op leren ‘samenspelen’, wat ik persoonlijk heel erg nuttig vind voor een orkestinstrument. Ik ben enorme voorstander van deze manier van groepsgericht lesgeven, omdat de leerlingen constant aan het leren zijn en bovendien ook bijleren van elkaar. Ze trekken zich als het ware aan elkaar op.

- Hoe wordt de leerling beoordeeld, bijgestuurd, aangemoedigd? Het is opmerkelijk dat, ondanks het bijna voortdurende samenspelen, de leerkracht heel alert is voor bepaalde problemen. Indien hij aanvoelt dat een student moeilijkheden heeft met een bepaalde techniek, neemt hij hen even apart en geeft hij gerichte instructies. Hierbij vraagt hij hen ook om kritisch te zijn t.o.v. elkaar. Zoals ik eerder al eens heb aangehaald, worden de studenten voornamelijk aangemoedigd door het feit dat ze bijna voortdurend met zijn allen musiceren en zich laten meeslepen door elkaar.

- Hoe wordt de huistaak gegeven en voorbereid? De leerkracht maakt regelmatig notities in hun agenda tijdens de les over bepaalde technieken en oefenmethodes die tijdens de les aan bod komen. Aan het einde van de les keert de leerkracht terug naar de hoofddoelstelling van de les en speelt hij de oefentechnieken nog een aantal keren voor.

- Hoe is het improvisatievermogen van de leerkracht bij onverwachte gebeurtenissen? Het valt op dat de leraar enorm veel ervaring heeft en erg flexibel is. Doordat deze les plaatsvond in de examenperiode hadden de leerlingen die week minder tijd gehad om te oefenen. Hierdoor legt de leerkracht de nadruk in zijn les vooral op samen oefenen en zoeken naar oefenmethodes.

ReflectieHet was een erg verrijkende les om te observeren, omdat hier enkele dingen aan bod kwamen die ik heel interessant vond. Vooreerst was de manier van groepsgericht lesgeven erg boeiend. De leerlingen trokken zich voortdurend aan elkaar en aan de leerkracht op door samen te musiceren. Daardoor kwam de focus ook te liggen op intonatie, klankkleur en leren ‘samenspelen’. Ik denk wel dat dit in een pianoles H2 veel delicater is dan met blazers. Wij hebben uiteindelijk maar één instrument en doordat het niveau van de stukken meestal al wat hoger is, is het niet altijd evident om met twee hogere graden op één instrument te musiceren. Verder vond ik het ook enorm grappig dat de leerkracht gebruik maakte van een radio die een bepaalde beat kon afspelen in alle tempo’s. Dit is iets wat ik zeker ga meenemen in mijn lessen, omdat ik denk dat dit een enorm hulpmiddel is voor leerlingen met een minder ontwikkeld maatgevoel.

Opdracht 6: de les instrument/zang

Datum: 13/12/2014Cursus: PianoLeerkracht: Bran MondelaersLesonderwerp: Jazz- en popliedjesVak + graad (jaar): H2 (universiteitsstudent), 2 leerlingen M1

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 13/27

Page 14: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

- Hoe is het welbevinden van de leerling(en)?De eerste leerling is een twintiger die zelf veel inbreng heeft in zijn eigen pianoles. Hij speelt een jazzstandard (Georgia on my mind), omdat hij dit erg interessant vindt. De leerkracht is geen jazzpianist en geeft ook toe dat hij dit zelf niet zo snel kan, maar hij is wel in staat om de student gerichte tips te geven om het geheel beter te doen klinken. De student is ook in staat tot kritische zelfreflectie. Wanneer de leerkracht hem bijvoorbeeld vraagt om het te spelen als een ‘ragtime’ merkt hij bij zijn uitprobeersel op dat het helemaal nog niet ‘ragtime’ klinkt. De leerkracht helpt hem dan onmiddellijk vooruit door hem te zeggen dat het beter gaat klinken als hij de melodie in octaven speelt. Het is opvallend dat de leerkracht deze leerling op een losse manier benaderd. Zo zit hij bijna voortdurend met zijn benen over elkaar zonder dat de leerkracht iets zegt over zijn lichaamshouding. De leerkracht en leerling wisselen meer gedachten uit en hebben het over diverse jazzpianisten en stijlen. De student weet heel goed welke richting hij uit wilt en de leerkracht helpt hem op weg, maar laat hem ook een beetje zijn eigen weg gaan.De volgende twee leerlingen spelen een duetje en je voelt dat ze erg op hun gemak zijn bij de leraar. Ze houden geen blad voor de mond en er wordt ook wat gelachen. Als ze een probleem ondervinden in hun stukje melden ze dit ook direct aan de leerkracht en helpt hij hen verder op weg. De communicatie verloopt dus kortom heel erg vlot en dat heeft een positief effect op de leerlingen.

- Volgen de leerlingen de les aandachtig?Ze zijn erg aandachtig en volgen de instructies van de leerkracht altijd direct op. Het is een les met veel ruimte voor eigen inbreng, waarbij de leerlingen ook kritisch durven te zijn t.o.v. zichzelf én de leerkracht. Bij de eerste leerling valt het op dat de leerkracht niet zo vertrouwd is met jazz- en lichte muziek, maar hij slaagt er toch in de leerling te boeien door hem gerichte tips te geven qua pedaalgebruik, akkoorden en stijl.

- Waaruit leid je dit af?Wanneer de leraar hen iets nieuws uitlegt, durven ze vragen te stellen en geven ze het ook altijd aan als ze het niet begrijpen. De eerste student wilt ook steeds weten waarom de leerkracht hem voorstelt om iets op een andere manier te spelen (vb. kortere pedalen, ragtime, gebroken akkoorden). Hij geeft ook aan als hij een idee van de leerkracht niet zo mooi vindt. In dat geval reageert de leraar hierop door hem uit te leggen wat de oorzaak hiervan is en biedt hem een oplossing of alternatief.

- Hoe zorgt de leerkracht ervoor dat de leerlingen bij de les betrokken blijven?De leerkracht houdt rekening met de noden en capaciteiten van de leerlingen. De twee meisjes van M1 spelen samen een duetje. De leerkracht heeft hiervoor zelf een bewerking gemaakt van een bepaald popliedje en op het gehoor aangeleerd. Hij doet dit omdat de leerlingen niet zo handig zijn in het ontcijferen van een partituur en hun op die manier toch te prikkelen. Aan de hand van dit popliedje leren ze technisch toch nog enorm veel bij. Zo praat de leerkracht over de pedalen die ze af en toe op een andere manier moeten doen, de balans tussen de linker- en rechterpartij (vb. de begeleiding mag gedurende het refrein ook wat luider worden om meer ondersteuning te geven aan de melodie) en de dynamieken. Voor leerlingen die minder goed kunnen lezen, werkt het vaak veel beter om technische aspecten aan te leren via het gehoor. Zoals eerder aangehaald, probeert de leerkracht zich ook in te leven in de belevingswereld van de eerste student, die gefascineerd is door het spelen van jazzmuziek. De leerkracht steekt op die manier ook iets op en is er niet vies van om zelf bij te leren van zijn eigen studenten.

- Wordt het optreden van de leerkracht beïnvloed door het gedrag van de leerlingen en vice versa?De leerkracht is een heel losse en open persoonlijkheid. Je voelt dat de leerlingen zich heel ontspannen voelen en graag een gesprek aangaan met de leraar. In het begin duurde het wel lang vooraleer de les op gang kwam, omdat de studenten graag eerst hun verhaaltjes willen vertellen aan de leraar. Door zijn toegankelijke houding moet hij er soms wel voor opletten dat hij niet te veel tijd verliest hierdoor en op tijd de leerlingen afblokt.

ReflectieNa een gesprek met de leerkracht ben ik te weten gekomen dat hij voor minder begaafde of leerlingen die erg moeilijk kunnen lezen door bijvoorbeeld dyslexie, vaak bekende liedjes aanleert op het gehoor. Hierdoor leren de studenten wel uit het geheugen spelen, doordat ze verplicht zijn om de structuur van het stuk volledig te

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 14/27

Page 15: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

beheersen. Hij geeft toe dat die liedjes zeker niet zoveel te bieden hebben als de klassieke pianomuziek, maar hij vindt het vooral belangrijk dat de leerlingen plezier hebben in het piano spelen. Zelf vind ik dit zeker geen slechte aanpak, maar uit mijn eigen ervaring met dyslectische kinderen is het nuttig om hen toch leren om te gaan met een partituur. Zo leer ik hen bijvoorbeeld meer inzicht krijgen door stukken uit te kiezen met een duidelijk verloop, zodat ze structuren kunnen herkennen en leren lezen in blokken of grepen (akkoorden). In elk geval zou ik het leren lezen van een partituur combineren met enkele popliedjes die ze op het gehoor aanleren.

Opdracht 7: de les samenspel

Datum: 10/01Cursus: HarmonieorkestLeerkracht: Tom D’JoosLesonderwerp: voorbereiding wedstrijd + zichtlezen Vak + graad (jaar): niveau vanaf M1 tot H3

- Volgen de leerlingen de les aandachtig?De leerlingen volgen goed mee en wachten rustig af als er bepaalde partijen apart gerepeteerd worden. Ze starten eerst met een stukje dat ze al enkele weken repeteren, waarna een zichtlezing volgt. Dit vergt nog veel inspanning voor de meeste studenten, maar het zorgt ervoor dat het concentratieniveau extra verhoogd wordt.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 15/27

Page 16: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

- Waaruit leid je dit af?Misschien is het nog vroeg, maar het is opvallend dat de leerlingen heel rustig zijn en dat er relatief weinig gebabbeld wordt. Ze reageren ook snel als hij vraagt aan hen om ergens in te zetten en stoppen op tijd als hij het orkest even stil legt. Er wordt dus constant op een goede en efficiënte manier gewerkt, waarbij er weinig tijd verloren wordt door leerlingen die niet goed meevolgen. De leerlingen stellen ook vragen aan de leerkracht/dirigent als ze iets niet goed begrijpen of een muzikaal probleem hebben. Ook valt het op dat de leerlingen elkaar helpen tijdens de repetitie. Sommigen hebben al ervaring met het musiceren in orkest en sturen hun medestudenten door samen de partituur te ontcijferen en te helpen met het tellen van de maten.

- Hoe blijven alle leerlingen bij de les betrokken?Dat is hier soms moeilijk, omdat er af en toe instrumentengroepen apart gerepeteerd moeten worden. Hij probeert dit wel te beperken door hiervoor de nodige groepsrepetities te organiseren. Daarom krijgen ze de kans om tijdens de repetitie voornamelijk samen te musiceren, zodat ze niet te lang moeten wachten. Bovendien gebruikt de dirigent regelmatig humor, zodat iedereen enthousiast en betrokken blijft. Anderzijds treedt hij ook op als strenge en veeleisende leerkracht, maar hij stuurt en motiveert de studenten enorm. Het is een orkest met een vrij hoog niveau en ze zijn ook gemotiveerd door het feit dat ze binnenkort zullen deelnemen aan een wedstrijd. In het kader hiervan doen ze vandaag een zichtlezing. Hij legt hen uit dat een zichtlezing inhoudt dat ze moeten blijven doorgaan, ook al gaat het mis. Indien ze niet meer mee zijn, moeten ze hem proberen te volgen. Hij geeft ook af en toe aan waar ze zich bevinden als hij merkt dat niet alle muzikanten meespelen gedurende de zichtlezing.

- Welke vaardigheden moet de leerkracht bezitten om samenspelles te geven?Hij moet eerst en vooral over een duidelijke en overzichtelijke directie beschikken. Niet alle leerlingen hebben ervaring met het musiceren in orkest en hij moet hen hierin sturen door duidelijk de maat en het tempo aan te geven. In dit geval is de directie zeer goed in orde. Hij verwacht ook dat de leerlingen leren op zijn slag te spelen, vooral bij instrumenten waarbij de klank soms later komt (vb. hoorns).Verder moet hij beschikken over een goed gehoor, maar dat is in dit geval ook geen enkel probleem. Hij hoort onmiddellijk de partijen of plaatsen die moeizaam zijn en repeteert dit dan ook apart. Doordat de leerkracht/dirigent zelf een orkestmuzikant is, heeft hij ook veel oor voor balans en kleur. Hij leert de leerlingen m.a.w. ook luisteren naar elkaar. Zo vertelt hij hen bijvoorbeeld waar de melodie zich bevindt en dat ze die moeten kunnen horen. Vervolgens moeten ze hun volume hieraan aanpassen.

- Wordt het optreden van de leerkracht beïnvloed door het gedrag van de leerlingen en vice versa?Hij past zijn directie aan als hij de muziek een bepaalde richting in wilt sturen. Je voelt dat als hij groter dirigeert het orkest automatisch opener klinkt. Ze zijn dus heel goed afgestemd op hem. Doordat hij buiten het negatieve ook het positieve benadrukt (vb. het klinkt heel mooi, maar dat was geen fortepiano), krijgen de leerlingen veel zelfvertrouwen en zijn ze bereid zichzelf nog te verbeteren. Hij vraagt hen ook om bepaalde zaken aan te duiden op hun partituur. `

ReflectieOm een grote groep in de hand te houden is het in eerste instantie belangrijk dat je als leerkracht een positieve uitstraling hebt. In dit geval is de leerkracht grappig, maar toch streng en veeleisend. Hij komt ook gedreven over en beschikt over veel vakkennis. Al deze zaken zorgen ervoor dat hij de groep onder controle kan houden en de studenten de hele les geconcentreerd blijven.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 16/27

Page 17: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 8: de les AMVTijdens deze observatieles kies je enkele specifieke aandachtspunten die kenmerkend zijn voor de les AMV. Motiveer expliciet waarom je welke punten koos.

Datum: 12/01Cursus: Doe je mee AMVLeerkracht: Ilse Vande MeulebroekeLesonderwerp: maat van 6/8, reine intervallen en Sib grootVak + graad (jaar): L3

Eigen aandachtspunten

- Structuur van de les: onbewuste-bewuste lesfaseVoor kinderen is het erg belangrijk dat de les beschikt over een bepaalde structuur, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten. Dit is om de kinderen rustig te houden en verwarring te voorkomen.Ze vangen de les aan met een inzingoefening in 6/8. Ze zingen gewoon een toonladder van Do groot en de leerkracht begeleidt hen in 6/8. De leerkracht doet dit om de nieuwe maatsoort samen met hen op te frissen. Ze heeft enkele ritmes op het bord genoteerd. De leerlingen mogen zelf een ritme kiezen en vervolgens proberen ze individueel dit ritme te zingen. Ze koppelt haar onbewuste lesfase al onmiddellijk aan de theorie, wat ik heel effectief vind. Vervolgens zingen ze een liedje samen door dat ze reeds vorige week hebben aangeleerd. Eerst doen ze het een keer zonder maatslag en daarna met. De leerkracht vraagt aan de hele klas om de maatslag op de juiste manier te doen, anders legt ze het liedje stil. Daarna gaan ze door met de reine intervallen. Ze hebben reeds geleerd dat de reine intervallen enkel de intervallen zijn met een naam zonder de letter ‘s’. De leerkracht deelt, om dit in te oefenen, een papiertje uit met enkele oefeningen. Tot slot starten ze met een nieuwe les, namelijk: de toonladder van Sib groot. Daarna lezen ze ritmisch een nieuwe les door samen met de metronoom. Bij de tweede lezing vraagt de leerkracht om de genoteerde staccato’s toe te voegen. Nadien haalt ze enkele theoretische aspecten uit het stukje, vb. de drieklank van Sib groot, waarna ze het stukje klassikaal doorzingen met behulp van de piano.

- omgaan met een klas:In dit geval is de groep vrij klein, maar ik heb vaak klassen gezien van een 30-tal leerlingen. De leerkracht moet dus over de competentie beschikken om een grote groep in de hand te houden. In het begin vraagt de leerkracht aan een leerling om zich te verplaatsen, omdat hij langs zijn vriendje zit en ze weet dat ze anders de les zullen storen. De leerling protesteert en vraagt of hij toch mag blijven zitten, maar de leerkracht geeft niet toe. Er is een leerling die vaak vragen stelt zonder haar vinger op te steken. De leerkracht maakt haar er direct attent op dat ze geen vragen beantwoord als ze haar vinger niet opsteekt. Voorlopig blijft de leerling stil. Het is opvallend dat de leerkracht vrij weinig de les moet stil leggen en ze de groep heel goed in de hand heeft. Ook als ze een schriftelijke opdracht krijgen, blijft het opmerkelijk rustig in de klas.

- Aanleren van theorieHet aanleren van muziektheorie is een erg voorname functie binnen de les AMV. Omdat je meestal werkt met kinderen moet de leerkrachten methodes of geheugensteuntjes vinden om de leerlingen zoveel mogelijk aan te leren op een onbewuste manier. Je moet ze m.a.w. zoveel mogelijk laten doen en zo weinig mogelijk uitleggen. In deze les is het opvallend dat de leerkracht veel aandacht besteedt aan het aanleren van theorie met de nodige oefeningen en uitleg. Toch blijft de klas vrij geconcentreerd. Ik denk wel dat er een andere aanpak nodig is een les L1.De leerkracht deelt oefenblaadjes uit voor het aanleren van reine intervallen. Ze krijgen een oefening met verschillende intervallen en de leerlingen moeten de toonafstanden invullen. De leerkracht vertelt hen dat als er bij beide noten een wijzigingsteken staat, ze die mogen schrappen om eenvoudiger de toonafstand te achterhalen. Vervolgens maken ze de oefening klassikaal en komt er bij iedere oefening een leerling aan bod die ze mondeling mag oplossen. De leerkracht noteert de oplossingen op het bord, zodat de leerlingen dit kunnen noteren op hun blad. De volgende regel van de oefening moeten ze zelfstandig maken, waarna ze hun oplossingen mogen schrijven aan het bord.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 17/27

Page 18: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

De leerkracht leert hen ook geheugensteuntjes aan, zoals een tabel voor de intervallen. Ze vertelt hen hoe ze zelf een tabel maken, zodat ze die kunnen gebruiken als hulpmiddel op het examen.De leerlingen hebben een opmerkelijke methode voor het achterhalen van de voortekening bij een toonladder. Ze baseren zich op de volgorde van de kruisen en mollen en maken hierbij gebaren met hun handen. De leerkracht vertelt mij dat deze methode heel effectief is.

- Opgeven van huistakenHet is belangrijk dat de leerkracht regelmatig huistaken opgeeft, omdat de leerlingen slechts twee keer per week les hebben. Zonder huistaken zijn ze na enkele dagen alweer vergeten wat ze de vorige les hebben aangeleerd en hierdoor zou de leerkracht veel tijd verliezen. De eerste twee regels van de oefening op reine intervallen maken ze klassikaal, maar de leraar vertelt hen dat ze de volgende regels thuis moeten oplossen.

- SamenzangIk denk dat samenzang ervoor zorgt dat de leerlingen plezier hebben in de notenleerles. Het is ook een eerste vorm van samen musiceren en een onbewuste gehoortraining.In deze les deelt de leerkracht een nieuwe partituur uit. Twee slagwerkleerlingen krijgen van haar een kleine xylofoon en moeten hun partij daarop uitvoeren. De rest van de klas wordt voorzien van een ‘boomwhacker’. Daarna plaatst ze nog twee andere leerlingen vooraan in de klas met enkele percussie-intstrumenten. De ‘boomwhackers’ hebben allemaal verschillende kleuren. De kleur bepaalt welke partij ze moeten uitvoeren. In dit geval wordt er dus niet echt gezongen in de les, maar leren ze ritmes aan. De leerlingen moeten zelf het tempo en de maat bepalen, wat een goede oefening is voor het samenspel.

ReflectiePersoonlijk zou ik proberen iets meer praktijkgericht te werk gaan, maar toch doet de leerkracht het erg goed. Ze heeft de klas op een aangename manier in de hand en de leerlingen werken goed mee.Indien ik lessen AMV ga geven, vind ik het voor mezelf belangrijk dat ik meer op zoek ga naar methodes om de leerlingen vooreerst theorie ‘onbewust’ aan te leren. Om ervoor te zorgen dat de leerlingen graag naar de les AMV gaan en gestimuleerd zijn voor het vak is een creatieve aanpak en een goede voorbereiding dus erg belangrijk.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 18/27

Page 19: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 9: de les 'instrument jazz en lichte muziek' of 'klassiek'Deze opdracht vervul je in een ander genre dan je eigen afstudeerrichting.

School: NIKO kunstacademieDatum: 17/12/2014Cursus: Piano, richting Jazz en PopLeerkracht: Andy WillemsLesonderwerp: terts-septiem, omkeringen en balansVak + graad (jaar): Jazzpiano, 2 volwassenen

- Hoe is de les opgebouwd?De leerlingen hebben allebei nieuwe stukjes gekregen voor in de vakantie en de leerkracht helpt hen hiermee op weg. Hij start de les met uit te leggen hoe de leerling te werk moet gaan met het instuderen van het stuk. Vooreerst vindt hij het belangrijk dat de leerling evenveel aandacht heeft voor zowel het thema als de begeleiding. Hij laat de leerling vervolgens het thema spelen en begeleidt hem op een digitale piano met een ‘Fender Rhodes’ sound, zodat de leerling in de juiste sfeer komt. Vervolgens schrijft de leerkracht vingerzettingen bij het thema, vooral in functie van de klankkleur. Hierna duidt de leerkracht de juiste accentueringen aan om zo de juiste stijl te creëren. Wanneer de leerling het thema beter onder de knie heeft, gaan ze zich focussen op de begeleiding. De leerkracht stelt voor om onder het eenvoudige thema een ‘toffe’ begeleiding te plaatsen, namelijk een ‘walking bass’. Tot slot maakt de leerkracht een lijstje voor hem met mogelijke variaties in de linker- en rechterhand. Hij moet ze één voor één uitproberen, maar zeker niet allemaal tegelijkertijd. Verder moet hij zich baseren op het bluesschema dat hij nadien nog kan uitbouwen qua complexiteit. Hierbij haalt hij ook aan dat hij dit kan studeren door enkel de grondnoot, terts en septiem aan te wenden.Het volgend stukje heeft de student nog niet helemaal onder de knie. De leerling heeft de akkoorden ontcijferd en wilt ze al onmiddellijk in zijn gehaal spelen met alle omkeringen. De leraar raadt hem aan om alle akkoorden eerst te oefenen in grondligging. Voor het inoefenen van de omkeringen moet hij vertrekken van één positie en bij elke akkoordverandering de hand zo weinig mogelijk veranderen t.o.v. die positie. Ook hier geeft de leerkracht hem oefenmethodes om het te reduceren tot driestemmigheid (grondtoon, septiem en terts). Dit is iets waar hij in deze les erg veel belang aan hecht. . Bij de tweede leerling legt de leerkracht de focus vooral op de balans in het akkoordspel. Net zoals bij klassieke muziek haalt hij aan dat voornamelijk de bas en sopraan van belang zijn. De tertsen en septiemen dienen meer als kleuren of dynamieken. Verder vindt hij het ook voornaam dat de leerlingen beschikken over een goede theoretische kennis en steeds weten ‘wat’ ze aan het spelen zijn.

- Wat zijn de belangrijkste verschilpunten met een les instrument uit je eigen afstudeerrichting? Er is meer ruimte voor creativiteit en vrijheid, maar toch is er sprake van een houvast. Zo hanteren de

leerlingen bepaalde schema’s en ladders die ze vervolgens op diverse manieren kunnen variëren. De vingerzettingen dienen niet enkel als technisch hulpmiddel, maar eerder voor het verkrijgen van

bepaalde kleuren en accentueringen. Bij klassieke muziek is dit ook vaak het geval, maar de keuzes zijn hier veel beperkter, omdat we werken met een vaste partituur. Jazzmuzikanten hebben oneindig veel mogelijkheden, omdat ze werken met een ‘lege’ partituur die ze zelf kunnen invullen.

*Er is minder aandacht voor lichaamshouding. De leerling en leerkracht spelen namelijk voortdurend met hun benen over elkaar.

De begeleiding is steeds gebaseerd op een akkoordenschema met Amerikaanse letterbecijfering. Eerst moeten ze de akkoorden afzonderlijk instuderen, waarna ze de begeleiding zelf invullen.

Het theoretische aspect komt veel meer aan bod in deze lessen, omdat de leerlingen de diverse akkoordenschema’s en ladders moeten kennen en beheersen. Ze moeten zich er ook constant van bewust zijn welk akkoord of schema ze aan het hanteren zijn.

- In welke mate heeft de groepsdynamiek invloed op het leerproces en op het resultaat?De leerlingen krijgen individueel les, maar beinvloeden elkaar door de les actief mee te volgen en mee te denken met de medestudent.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 19/27

Page 20: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

- Welke zijn de belangrijkste aandachtspunten van de leerkracht bij het samen musiceren?De leerkracht speelt vaak samen met de leerlingen op zijn digitale piano om hen in de juiste sfeer te brengen. Verder geeft de leerkracht hen af en toe tips voor het musiceren in een combo of band. Hij leert hen bijvoorbeeld aan dat ze hun begeleiding soms moeten aanpassen om ruimte te maken voor de bassist.

- Komen alle leerlingen tijdens deze groepsles aan bod?De leerlingen krijgen afzonderlijk les, maar volgen actief mee tijdens de les van de medestudent. De andere leerling wordt ook betrokken in de les door mee te helpen zoeken naar bepaalde akkoorden en liggingen.

- Hoe is het lestempo?Het lestempo varieert heel erg in de les. De leerkracht weet goed waar hij naartoe wilt, maar je merkt dat hij veel geduld nodig heeft. In dit geval zijn de studenten twee volwassen mannen, waarbij het leertempo een beetje lager ligt. De leraar geeft hen vaak veel tijd voor het zoeken naar hun akkoorden, omdat hij merkt dat ze ruimte nodig hebben voor het aanleren ervan. Hij geeft hen daardoor ook meer oefentips en uitleg, zodat ze verder kunnen gedurende de kerstvakantie.

Reflectie- Wat heb ik hieruit voor mijzelf geleerd?Voor mezelf heb ik vooral een aantal dingen opgestoken die ik zelf thuis eens wil uitproberen. De les was heel erg interessant, maar het algemene verloop was vrij langdradig voor mij. Persoonlijk zou ik er als leerkracht meer voor zorgen dat de leerlingen constant actief bezig zijn in de les.

- Welke punten zou je eventueel meenemen naar je eigen lespraktijk?Bij het leren piano spelen is het enorm nuttig als de leerlingen inzicht hebben in akkoorden. Dit ontbreekt helaas soms in de klassieke pianoles, maar toch probeer ik dit van in het begin aan te leren, zodat de leerlingen ook sneller een partituur kunnen ontcijferen. Bij gevorderde leerlingen zou ik d.m.v. bekendere liedjes de letterbecijfering ook willen aanleren, zodat ze flexibeler worden in het piano spelen.

Opdracht 10: een les in een ander muzisch domeinnaar keuze: beeldende kunsten, dans, woord, fotografie...

School: NIKO kunstacademieDatum: 06/01

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 20/27

Page 21: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Cursus: ToneelLeerkracht: Tom MaurissenLesonderwerp: thema DierenVak + graad (jaar): L2

- Hoe is de les opgebouwd?De les vangt aan met enkele technische oefeningen (vb. pikkende kippen, potten en pannen) om hun articulatie, uitspraak en pittigheid te verbeteren. Daarna gaan ze de vloer op, waar ze eerst starten met fysieke oefeningen. Ze moeten oversteken en een bepaald dier nabootsen. Daarna gaan ze verder in spelvorm, namelijk: één leerling moet een dier nabootsen en de rest moet haar imiteren en raden welk dier ze voorstelt. Vervolgens nemen ze de tekst rond het dierenthema erbij en voeren ze zelfstandig het toneelstukje uit. Het valt op dat de leerlingen door hun leeftijd nog moeite hebben met een goed stemvolume te creëren. De leerkracht maakt daarom een ‘geluidsketting’, waarbij ze hun stukje tekst opzeggen en elkaars volume overnemen.Ze eindigen de les met gedichtjes. Tegen vandaag moesten ze hun teksten vanbuiten kennen. Twee leerlingen lezen de tekst voor en de rest speelt jury.

- Wat zijn de belangrijkste verschilpunten met een muziekles?Over het algemeen is er veel meer lichaamsbeweging en levendigheid, waardoor de les op een speelsere manier verloopt. Een instrumentles L2 is in vergelijking veel rustiger en ook iets technischer. De leerlingen zijn enorm enthousiast, maar het is soms niet eenvoudig om de groep in de hand te houden. De rol van de leerkracht dient meer voor het geven van instructies en tips, maar de dingen moeten voornamelijk vanuit de leerling zelf komen, terwijl dat in een instrumentles eerder omgekeerd is. De leerkracht geeft daar namelijk eerst instructies, waaraan de leerling later eigen dingen kan toevoegen.

- Welke zijn de belangrijkste aandachtspunten van de leerkracht?De leerkracht hecht belang aan het feit dat de leerlingen zelf creatief zijn en dingen bij verzinnen. Aan de uitspraak wordt enkel gedurende de inleiding gewerkt (vooral het ‘pittig’ spreken), maar tijdens het uitvoeren van de tekst ligt de klemtoon voornamelijk op het luid spreken en het toevoegen van eigenschappen van het dier dat ze voorstellen. Ook hecht hij belang aan het gebruik van de ruimte. Ze mogen bewegen, maar ze moeten altijd hun gezicht richten naar het publiek. Tijdens het toneelstuk moeten ze zich leren inleven in hun rol en niet tegen elkaar beginnen babbelen als ze niet aan de beurt zijn. Aan het einde, bij het voordragen van de gedichtjes, legt hij de nadruk op hun stemvolume en de lichaamshouding.

- Komen alle leerlingen aan bod?De leerlingen komen constant samen aan bod. Tijdens de inleiding met de technische oefeningen moeten ze alles samen zeggen, waarna de leerkracht enkele leerlingen individueel aanduidt. Er is ook voortdurend ruimte voor eigen inbreng bij de leerlingen. Zo mogen ze bijvoorbeeld bij het oversteken zelf kiezen welk dier ze graag willen imiteren. Wel krijgen ze ieder individueel aanwijzingen wat er goed is en wat er nog verbeterd kan worden tijdens het uitvoeren van het toneelstukje.Aan het einde van de les mogen de leerlingen die niet aan bod komen jury spelen voor de voordragende leerlingen. Ze leren dus ook kritisch te zijn ten opzichte van elkaar. Zo krijgen ze van de leerkracht criteria als: is de verstaanbaarheid goed? Is het luid genoeg?

- Hoe is het lestempo?Het lestempo gaat vrij vlot. Omdat de leerlingen niet altijd samen aan bod komen, moeten de andere leerlingen soms wachten aan de kant. Ze kunnen zich dan soms moeilijk rustig bezig houden.

- Hoe is de dynamiek in de les?De dynamiek gedurende de les is heel aangenaam. Ze spelen veel spelletjes rond het thema dieren en de leerlingen werken allemaal heel goed mee. Er worden veel bijgeluiden geproduceerd en er wordt gebabbeld, maar wel op een leuke manier.

- Hoe worden opdrachten geformuleerd?

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 21/27

Page 22: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Ze worden heel goed uitgelegd, maar je merkt dat het soms voor de leerlingen moeilijk is om hun concentratie erbij te houden. Hierbij kunnen ze vaak erg moeilijk blijven stilstaan, omdat ze vaak in beweging zijn. Soms legt de leerkracht misschien iets te veel uit in verhouding met het uitvoeren van de opdrachten.

- Hoe wordt de huistaak opgegeven en voorbereid?Ze moeten tegen volgende week hun tekst vanbuiten kennen. Deze les mogen ze nog een blad gebruiken en werken ze verder met de tekst. Hij geeft ze in de les de tijd om hun stukje al in te studeren.

- Wordt zelfwerkzaamheid gestimuleerd?Zoals reeds eerder aangehaald, is er voortdurend ruimte voor eigen inbreng van de leerlingen. Ze mogen eigen ideeën uitvoeren en hij stimuleert hen ook om bij het uitbeelden zelf dingen bij te verzinnen.

Reflectie- Wat heb ik hieruit voor mijzelf geleerd?Een les toneel gaat er veel losser aan toe dan een instrumentles. Je merkt dat de kinderen zich echt amuseren en uitleven. Ik denk dat ik mij in mijn eigen lessen soms ook iets meer moet focussen op het creatieve aspect in combinatie met het aanleren van technische vaardigheden.

- Welke punten zou je eventueel meenemen naar je eigen lespraktijk?Ik vond het heel nuttig dat hij de kinderen jury liet spelen tijdens het voordragen van de gedichten. Persoonlijk vind ik het ook erg belangrijk dat leerlingen zelfkritisch leren zijn en ik denk wel dat dit een goede leeroefening is. Het is opvallend dat de leerlingen zich in een les als deze bijzonder goed kunnen uitleven. In een instrumentles moeten ze zich vaak heel erg concentreren, maar soms zijn ze ook al moe na een lange schooldag. Ik zou toch willen proberen om op één of andere manier lichaamsbeweging, in functie van hetgeen ze die les aanleren, toe te voegen aan mijn lessen.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 22/27

Page 23: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 11: de les 'esthetica' in het secundair onderwijs

School: Sint-Hubertuscollege te NeerpeltDatum: 16/01Cursus: EstheticaLeerkracht: Tony KlinkersLesonderwerp: FilmVak + graad (jaar): Zesde jaar ASO

- Hoe is de les opgebouwd?Hij opent de les met een verjaardagsliedje, omdat er een leerling verjaard is. Hij begeleidt de klas op de piano en ze zingen samen ‘Happy Birthday’ Vervolgens bekijken ze een filmfragment over voetbal en hij stelt hierbij de vraag: ‘wat verstaan jullie onder acteren?’ De leerlingen antwoorden en zo komen ze samen tot het definitief antwoord. Daarbij wordt de vraag gesteld of ze al eens zelf geacteerd hebben en waar. Hierna moeten ze zoeken wat het doel is van acteren aan de hand van enkele reclamespots en filmfragmenten. Ook hebben ze het over voetballers en presidenten, die vaak voor hun werk en voorkomen acteren.Hierna bekijken ze een filmfragment van ‘Mrs. Doubtfire’ met Robin Williams en van ‘Romeo en Juliet’ met Leonardo Dicaprio, waarbij ze moeten ze vertellen waarom het al dan niet goed geacteerd is.Dan hebben ze het over verschillende soorten acteren en moeten ze zelf het onderscheid zoeken tussen een film- en toneelacteur aan de hand van enkele sleutelwoorden. Vervolgens moeten ze aan de hand van filmfragmenten komen tot de elementen van het acteren.Tot slot bekijken ze nog enkele vormen van extreem acteren (vb. Heath Ledger als The Joker en enforced method acting)

- Worden verschillende werkvormen gebruikt? onderwijsgesprek : aan de hand van een filmfragment worden er klasgesprekken georganiseerd en

ideeën uitgewisseld. De leerkracht stelt vragen en blijft de centrale figuur. Af en toe ontstaat hieruit ook een klasgesprek

externe interactievormen d.m.v. multimediamateriaal. De leerkracht treedt op als onderwijzer. Hij brengt de leerstof aan door zelf gekozen beeldfragmenten.

- Hoe verloopt de overgang van opeenvolgende werkvomen?De overgang is steeds op dezelfde manier. Wanneer de leerkracht een nieuw gegeven wilt aanbrengen, laat hij enkele filmfragmenten zien, waarbij de leerlingen enkele vragen in hun cursus moeten beantwoorden. Vervolgens stelt de leerkracht vragen aan de hand van het fragment en komen ze samen tot de oplossing van de vragen in hun cursus.

- Hoe is het optreden van de leerkracht?De leerkracht is een soort bemiddelaar. De les bestaat uit filmfragmenten en opdrachten die de studenten moeten uitvoeren. De leerkracht stelt hierbij gerichte vragen om tot de theorie te komen en staat open voor eigen inbreng van de leerlingen.

- Hoe is het lestempo? Het lestempo verloopt door de lengte van de filmfragmenten vrij traag. De geziene leerstof in deze les is niet zo groot, doordat ze voortdurend wordt verduidelijkt door talrijk beeldmateriaal. Wel is het voor de studenten interessant om op die manier in contact te komen met de leerstof, omdat dit rechtstreeks aansluit bij hun leefwereld.

- Hoe is de betrokkenheid van de leerlingen?De leerlingen krijgen constant de kans om aan het woord te komen. Als de leerkracht uitleg geeft, worden er vragen gesteld door de leerlingen en wordt er gereflecteerd over hetgeen hij te vertellen heeft. Ze durven dus ook dingen in vraag stellen die hij heeft uitgelegd. Ook worden er regelmatig spontaan dingen verteld m.b.t. de leerstof. Soms wordt er commentaar gegeven tijdens de filmfragmenten, waardoor er tumult ontstaat in de les.- Hoe verloopt de interactie tussen leerkracht en leerlingen?De leerkracht maakt voortdurend gebruik van interactievormen. Hij stelt vragen aan de leerlingen, ze overleggen met elkaar, ze luisteren naar elkaar en wisselen meningen uit.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 23/27

Page 24: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

- Welke didactisch materiaal wordt gebruikt?Smartbord, piano, youtube, videofragmenten, power point, cursus

- Hoe wordt de les afgesloten?Ze sluiten de les af met enkele vormen van extreem acteren en kijken naar een vrij choquerend filmfragment van ‘The Bird’

Reflectie- Wat heb ik hieruit voor mijzelf geleerd?Het is als leerkracht enorm belangrijk dat je een bepaald enthousiasme uitstraalt naar je leerlingen toe en bezig bent met jouw vak. Deze leraar is erg goed voorbereid op zijn lessen en weet goed waar hij naartoe wilt. Hierdoor dwingt hij ook automatisch respect af bij de leerlingen.

- Welke punten zou je eventueel meenemen naar je eigen lespraktijk?Het gebruik van het onderwijsleergesprek vind ik in een klasgroep erg nuttig. De leerlingen worden gedwongen om mee te werken en actief bezig te zijn en dit werkt bevorderend voor hun concentratie. Persoonlijk zou ik af en toe nog iets meer evalueren naar een klasgesprek, zodat de leerkracht zichzelf ook eens een beetje overbodig maakt. Op die manier leren de leerlingen beter zelfstandig werken en oplossingen zoeken.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 24/27

Page 25: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Opdracht 12: de les 'muzikale opvoeding' in het secundair onderwijs

School: Sint-Hubertus collegeDatum: 15/01Cursus: M.O.Leerkracht: Tony KlinkersLesonderwerp: muziek in Zuid-AfrikaVak + graad (jaar): Eerste jaar ASO

- Hoe is de les opgebouwd?Vooreerst overloopt hij wat ze allemaal gaan zien in de les. Waar ligt Zuid-Afrika? Wat weten we over Zuid-Afrika? Hij toont een kaart en geeft vervolgens zelf een overzicht van de belangrijkste weetjes over Zuid-Afrika aan de hand van een power point. Daarna laat hij een filmpje zien om de Italiaanse taal te illustreren. Vervolgens krijgen ze een Zuid-Afrikaans liedje voor zich (‘Hambani Kahle’). De leerkracht laat de klas klassikaal het stukje opzeggen met het juiste ritme. Daarna vraagt hij aan de klas om elke zin op te zeggen in één adem. Dan vraagt hij wie er muziek speelt in de klas en laat hij de leerlingen zelf uitleggen wat primo en secundo betekenen. De leerkracht zingt het liedje eenmalig voor met behulp van de piano. Daarna leert hij het liedje aan de leerlingen. Om de maat van 6/8 te illustreren, speelt hij eerst twee mogelijke begeleidingen en vraagt welke het beste klinkt.Daarna legt hij eerst terug de maat van 2/4 uit aan het bord. Hieruit moeten ze zelf zoeken wat een maat van 6/8 dan inhoudt. Vervolgens moeten ze de vorm van het liedje invullen en een komma schrijven op de plaatsen waar ze mochten ademen.Verder vertelt hij iets over de ‘apartheid’ en vraagt aan de klas wat dat zou kunnen betekenen. Ze vermoeden dat het iets te maken heeft met de zwarten die apart moeten leven. Daarna vertelt hij een kleine anekdote over Nelson Mandela. Hierna kijken ze naar een concert van Paul Simon in Zuid-Afrika en moeten ze enkele vragen beantwoorden. Hij merkt samen met de klas op dat het solo-instrument een basgitaar is en vraagt wat er opvallend is aan de basgitaar op het filmpje. Om dit te illustreren neemt hij een basgitaar uit de klas. Een leerling haalt aan dat de gitaar op het filmpje geen ‘vakjes’ heeft. Hij legt vervolgens uit wat het nut is van die vakjes en dat we dat ‘fretten’ noemen. Hierbij vraagt hij of de leerlingen nog ‘fretloze’ instrumenten kennen, waarop ze ‘viool’ als antwoord geven. Hij legt uit dat het gemakkelijker is om glijdtonen te produceren op een ‘fretloze’ bas.Ze moeten ook afleiden uit het filmfragment welke typische instrumenten er worden gebruikt, hoe de Zuid-Afrikanen zingen etc. Hieruit leidt hij enkele begrippen af, zoals a capella.Nadien kijken ze een filmfragment van een concert ten voordele van de negentigste verjaardag van Nelson Mandela, waarbij ze weer een reeks vragen moeten beantwoorden m.b.t. Nelson Mandela.

- Worden verschillende werkvormen gebruikt? Gespreksvormen : Hij opent de les met een gesprek door de vraag te stellen wat de leerlingen weten

over Zuid-Afrika. Op die manier dragen de leerlingen ook bij tot het verzamelen van informatie. Hij maakt voornamelijk gebruik van het begeleid leren, waarbij zowel de leerkracht als leerling inbreng

hebben in de les. Bij een nieuw gegeven stelt hij vaak gerichte vragen om op die manier te komen tot de theorie die hij wilt uitleggen. Hij weet heel goed waar hij naartoe wilt, maar helpt de leerlingen mee zoeken. Anders gezegd hanteert hij grotendeels het onderwijsleergesprek.

Demonstratie en oefening . Bij het aanleren van het liedje zingt hij het eenmaal voor samen met de piano. Daarna doen de leerlingen hem stapsgewijs na.

Opdrachtvormen gericht op het onderzoeken. Ze moeten aan de hand van een filmfragment informatie verzamelen.

- Hoe verloopt de overgang van opeenvolgende werkvormen?Het valt mij op dat de leerkracht vaak genoeg afwisselt tussen de verschillende werkvormen, waardoor de studenten geboeid blijven. Zijn manier van lesgeven is erg praktijkgericht en zo blijven de leerlingen ook meewerken en bijleren. Tussen de overgangen legt de leerkracht steeds duidelijk uit wat de bedoeling is, maar ook dit verloopt erg vlot en het lijkt alsof de leerlingen meestal onmiddellijk weten wat de bedoeling is.

- Hoe is het optreden van de leerkracht?

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 25/27

Page 26: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

De leerkracht is enthousiast en heeft een hoog stemvolume. Hij heeft de leerlingen voortdurend in het oog en gebruikt kleine dreigementen om hun aandacht erbij te houden (vb. je mag ook solo zingen straks als je niet meewerkt, meisje met kauwgum zeggen dat ze volgende week de hele klas moet trakteren op een bounty)Hij heeft een aparte manier van lesgeven. Soms maakt hij zelfs gênante grapjes ten opzichte van de leerlingen, waardoor er bijgevolg gegniffeld wordt in de les. Je merkt wel dat hij veel plezier heeft in het lesgeven en zijn lessen zijn goed voorbereid. De leerlingen werken goed mee en er hangt een losse sfeer in de les.

- Hoe is het lestempo? Het lestempo verloopt vlot en er is een goede afwisseling van de didactische werkvormen. Zo wordt er theorie uitgelegd in combinatie met liedjes zingen, filmfragmenten bekijken, gedachten uitwisselen en opdrachten maken.

- Hoe is de betrokkenheid van de leerlingen?Heel goed. De leerkracht laat voortdurend de leerlingen aan het woord. Ze hebben veel eigen inbreng in de les.De leerlingen zijn ook heel enthousiast wanneer de leerkracht een vraag stelt. De leerkracht laat de leerlingen m.a.w. samen met hem gedachten uitwisselen om zo tot de juiste uitkomst te komen.

- Hoe verloopt de interactie tussen leerkracht en leerlingen?De leerlingen zijn enthousiast, maar de leerkracht trekt op tijd aan de alarmbel als het uit de hand loopt. De leerkracht is zelf ook erg levendig in het geven van zijn vak en dat werkt aanstekelijk bij de leerlingen.

- Welke didactisch materiaal wordt gebruikt?Smartbord, handboek, power point, youtube, partituur, piano, zangstem, schoolbord

- Hoe wordt de les afgesloten?Hij eindigt met enkele gegevens over Paul Simon en Simon and Garfunkel, de oprichting van MTV en wanneer de eerste man op de maan is geweest m.a.w. wat informatie over de Amerikanen. Ik zag door het lesonderwerp niet echt de relevantie in van deze informatie, maar waarschijnlijk was dit al een soort inleiding naar de volgende les toe.

Reflectie- Wat heb ik hieruit voor mijzelf geleerd?Als je als leerkracht laat zien dat je gepassioneerd bent door jouw vak en enthousiasme uitstraalt, werkt dat automatisch aanstekelijk bij de leerlingen.

- Welke punten zou je eventueel meenemen naar je eigen lespraktijk?Het geven van Muzikale Opvoeding in het middelbaar onderwijs lijkt mij soms een erg ondankbaar vak. De manier waarop je het vak brengt, is daarom enorm belangrijk. Deze leerkracht weet heel goed hoe hij rechtstreeks moet aansluiten bij de leefwereld van de studenten en slaagt erin ze geboeid te houden. Zelf zou ik ook op die manier te werk gaan, waarbij er een goede afwisseling is tussen het aanleren van theorie, zingen, opdrachten maken en beeldmateriaal.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 26/27

Page 27: blog.associatie.kuleuven.be · Web viewHet oudste document dat zich in het archief van de school bevindt, is een nota van acht bladzijden met als datum 9 juni 1953. De nota is van

inleidende observatiestage

Confrontatie verwachtingen versus lespraktijkDit gedeelte beantwoord je pas op het einde van je observatiestage. Confronteer je observatie met je verwachtingen die je eerder hebt genoteerd

- In welke mate stemmen de geobserveerde lessen overeen met je eigen vroegere klaservaringen?Aangezien ikzelf niet zo een goede herinneringen heb aan mijn eigen lespraktijk heb ik erg genoten van de meeste lesobservaties. In tegenstelling tot mijn vroegere ervaringen gaven alle leerkrachten met veel enthousiasme les en waren de filialen erg verzorgd en voorzien van degelijke instrumenten. Het viel me ook op dat de oudere of meer gevorderde leerlingen vaak met twee op een uur zaten. Die luxe heb ik helaas vroeger nooit gehad, maar ik vind het onmogelijk om bijvoorbeeld drie middelbare graden les te geven op één uur. Ook van de observaties in het secundair onderwijs heb ik enorm genoten. De leerkracht slaagt erin de leerlingen iets bij te brengen, maar kiest tegelijkertijd ook onderwerpen die hen rechtstreeks aanspreken.

- Welke van je verwachtingen over de leerlingen werden bevestigd en welke niet?Zoals ik verwacht had, waren volwassen leerlingen vaak erg zenuwachtig en presteerden zij moeilijker tijdens de les door mijn aanwezigheid, terwijl jonge kinderen gewoon even een blik op mij wierpen en daarna weer even spontaan deelnamen aan de les. Het viel mij ook op dat elke leerling op een deftige manier begeleid werd, ongeacht zijn of haar capaciteiten.

- Heb je een andere visie gekregen op de rol van de muziekleerkracht? Motiveer je antwoord.Eigenlijk heb ik nog steeds ongeveer dezelfde mening over de rol van de muziekleerkracht, zeker omdat dit meestal bevestigd werd gedurende de observatiestages. De meeste leerkrachten die ik heb geobserveerd, zijn nog erg actief als musicus en vertrokken vanuit hun eigen bevindingen. Hierdoor straalden zij vakkennis- en passie uit wat aanstekelijk werkte naar de leerlingen toe. Ook gaven de leerkrachten over het algemeen aan elke student evenveel kansen, ongeacht hun niveau of bekwaamheden. Zoals ik eerder aanhaalde, vind ik het erg belangrijk dat de leerkracht de leerling in staat stelt tot zelfreflectie. Het is me bijna in iedere les opgevallen dat de leerkrachten hier enorm veel aandacht aan besteden en de studenten kritische leren zijn t.o.v. zichzelf en elkaar. Tot slot vind ik eerlijkheid nog steeds een belangrijke factor, maar ik denk dat de manier waarop je het aanbrengt naar de leerling toe ook voornaam is. Een minder getalenteerde leerling kun je niet voortdurend attent maken op zijn zwakkere punten. In het geval van een minder begaafde leerling merkte ik op dat de leerkrachten zich focusten op zijn positieve punten, zodat de leerling niet afhaakt of gedemotiveerd wordt. Persoonlijk denk ik dat dit een punt is waarin ik nog meer kan groeien als muziekleerkracht.

LUCA - Campus Lemmensinstituut – SLO 27/27