Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul...

5
Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul beginnen D it is het digitale nulnummer Argus, een krant die vanaf het eerste nummer alleen op papier verkrijgbaar is. Wat u op uw scherm ziet, is be- doeld om een indruk te geven van wat ons voor ogen staat, straks, begin maart, als we écht van start gaan, met vierentwintig knisperende pagina's. Een krant zon- der content, maar met inhoud. Gevuld met artikelen geschreven door ervaren journalisten die houden van hun vak. De doelgroep? Dat zijn we zelf, we maken het blad dat we zelf graag willen lezen – en daarbij hopen we natuurlijk wel dat het u ook bevalt. Het format? Dat kenmerkt zich door flexibiliteit. We zijn geen vakkenvullers, de vorm volgt de inhoud en niet an- dersom. A rgus verschijnt vanaf maart 2017 tweeweke- lijks. Een auteurskrant, met medewerkers die iets te melden hebben en die je leest, wáár ze ook over schrijven. Ze hebben voor Het Parool ge- werkt, maar ook voor De Telegraaf; voor Vrij Neder- land, maar ook voor de Haagse Post en Opzij. Vogels van velerlei pluimage. Vanuit een eigenzinnig perspec- tief zullen zij berichten over binnenlandse en buiten- landse ontwikkelingen, economie, cultuur, sport. Gelukkig zullen zij ook luchtiger onderwerpen zeker niet mijden. Nooit snel, snel een stukkie, omdat er brood op de plank moet, maar grondig uitgezocht en pro deo, uit liefde voor hun ambacht. Of het nu gaat om ernstige kanttekeningen bij de machtshonger van Vladimir Poetin of om een lichtvoetig essay over de humor van Frans Bauer, in Argus wordt elk onderwerp serieus genomen, We menen dat we iets hebben toe te voegen, name- lijk vakmanschap, in de beste traditie van de opinie- weekbladen in hun gouden jaren. We denken daarmee een verrassend eigen geluid te kunnen laten horen. Niet gedreven door heimwee naar wat ooit was, jour- nalistiek gaat vooral over nu en liefst ook over mor- gen, maar met kennis over gisteren en eergisteren. Stellingnames zullen niet worden geschuwd, maar al- tijd op basis van argumenten en verifieerbare feiten. Meninkjes zijn taboe. Argus is niet bedoeld als statement in een tijd waarin media en journalistiek vakmanschap onder vuur lig- gen. We hebben al helemaal niet de pretentie nog maar weer eens opnieuw een Nieuwe Journalistiek te intro- duceren. We maken Argus omdat we er zelf plezier in hebben, in de hoop dat u dat ook zult hebben. HOOFDrEDAcTiE ArGuS: ruDiE KAGiE KEES ScHAEPMAN MICHIEL WIJDEVELD Pravda De waarheid wordt vermorzeld tussen Washington en Moskou, betoogt Kremlin-watcher Alexander Münninghoff. 2 Straperlo Twee handige donders bedach- ten in de jaren dertig een kans- spel dat in Nederland niet mocht, maar in Spanje een schakel werd in de keten die tot de Burgeroorlog leidde, ontdekte Paul Arnoldussen. 5 Experience Om de stad weer leefbaar te maken, moet voor toeristen op veilige afstand in de polder een Amsterdam Experience worden gebouwd, vindt Jan Donkers. 8 Klappen Prinses Juliana sloeg op haar oude dag ‘wild om zich heen’, vertrouwde prins Bernhard (die zelf ook klappen opliep) onze royalty-deskundige Thomas Lepeltak destijds toe. 8 Sprinkhanen De val van een dictatuur leidt onherroepelijk tot een invasie van interim-managers die toe- snellen om de democratie te propageren. Hun gretigheid doet Kees Schaepman aan een sprinkhanenplaag denken. 4 En verder… A.L. Snijders overlegt met een hond, soep koken met Anne Scheepmaker, de poëzie van de middenstand, de doopceel van Argus gelicht, een reünie- gedicht van Jan Boerstoel. 6-7

Transcript of Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul...

Page 1: Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul beginnen D it is het digitale nulnummer Argus, een krant die vanaf het eerste nummer

Jaargang 1, nummer 001 december 2016

Bij nul beginnenDit is het digitale nulnummer Argus, een krant

die vanaf het eerste nummer alleen op papierverkrijgbaar is. Wat u op uw scherm ziet, is be-

doeld om een indruk te geven van wat ons voor ogenstaat, straks, begin maart, als we écht van start gaan,met vierentwintig knisperende pagina's. Een krant zon-der content, maar met inhoud. Gevuld met artikelengeschreven door ervaren journalisten die houden vanhun vak.

De doelgroep? Dat zijn we zelf, we maken het blad dat we zelf

graag willen lezen – en daarbij hopen we natuurlijkwel dat het u ook bevalt.

Het format? Dat kenmerkt zich door flexibiliteit. We zijn geen

vakkenvullers, de vorm volgt de inhoud en niet an-dersom.

Argus verschijnt vanaf maart 2017 tweeweke-lijks. Een auteurskrant, met medewerkers dieiets te melden hebben en die je leest, wáár ze

ook over schrijven. Ze hebben voor Het Parool ge-werkt, maar ook voor De Telegraaf; voor Vrij Neder-land, maar ook voor de Haagse Post en Opzij. Vogelsvan velerlei pluimage. Vanuit een eigenzinnig perspec-tief zullen zij berichten over binnenlandse en buiten-landse ontwikkelingen, economie, cultuur, sport.

Gelukkig zullen zij ook luchtiger onderwerpen zekerniet mijden. Nooit snel, snel een stukkie, omdat erbrood op de plank moet, maar grondig uitgezocht enpro deo, uit liefde voor hun ambacht. Of het nu gaatom ernstige kanttekeningen bij de machtshonger vanVladimir Poetin of om een lichtvoetig essay over dehumor van Frans Bauer, in Argus wordt elk onderwerpserieus genomen,

We menen dat we iets hebben toe te voegen, name-lijk vakmanschap, in de beste traditie van de opinie-weekbladen in hun gouden jaren. We denken daarmeeeen verrassend eigen geluid te kunnen laten horen.Niet gedreven door heimwee naar wat ooit was, jour-nalistiek gaat vooral over nu en liefst ook over mor-gen, maar met kennis over gisteren en eergisteren.Stellingnames zullen niet worden geschuwd, maar al-tijd op basis van argumenten en verifieerbare feiten.Meninkjes zijn taboe.

Argus is niet bedoeld als statement in een tijd waarinmedia en journalistiek vakmanschap onder vuur lig-gen. We hebben al helemaal niet de pretentie nog maarweer eens opnieuw een Nieuwe Journalistiek te intro-duceren. We maken Argus omdat we er zelf plezier inhebben, in de hoop dat u dat ook zult hebben.

HOOFDrEDAcTiE ArGuS: ruDiE KAGiEKEES ScHAEPMAN

MICHIELWIJDEVELD

PravdaDe waarheid wordt vermorzeldtussen Washington en Moskou,betoogt Kremlin-watcherAlexander Münninghoff. 2

Straperlo

Twee handige donders bedach-ten in de jaren dertig een kans-spel dat in Nederland nietmocht, maar in Spanje eenschakel werd in de keten dietot de Burgeroorlog leidde,ontdekte Paul Arnoldussen. 5

Experience

Om de stad weer leefbaar temaken, moet voor toeristen opveilige afstand in de polder eenAmsterdam Experience worden gebouwd, vindt JanDonkers. 8

KlappenPrinses Juliana sloeg op haaroude dag ‘wild om zich heen’,vertrouwde prins Bernhard (die zelf ook klappen opliep)onze royalty-deskundige Thomas Lepeltak destijds toe. 8

SprinkhanenDe val van een dictatuur leidtonherroepelijk tot een invasievan interim-managers die toe-snellen om de democratie tepropageren. Hun gretigheiddoet Kees Schaepman aan eensprinkhanenplaag denken. 4

En verder…A.L. Snijders overlegt met eenhond, soep koken met AnneScheepmaker, de poëzie van demiddenstand, de doopceel vanArgus gelicht, een reünie-gedicht van Jan Boerstoel. 6-7

Page 2: Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul beginnen D it is het digitale nulnummer Argus, een krant die vanaf het eerste nummer

Als westerse journalist – ook alben ik gepensioneerd, journalistblijf je – voel ik me verplicht omte proberen, juist waar grote seg-menten van de beroepsgroep he-laas aan de propagandaoorlog

tussen het Kremlin en het Witte Huis deelnemen,enig begrip voor de russische kant van het ver-haal op te wekken.

ik kom nog even terug op het grapje over diehardlopers. Als je het hoort, denk je automatischdat het door een westerling is bedacht, maar daarben ik toch niet zo zeker van. russen kennen na-melijk een grote mate van zelfspot. Of beter ge-zegd: die hadden ze in de jaren van hetcommunisme. Onder de doelbewuste leiding vanpresident Poetin vallen ze terug op een kenmerkdat door de eeuwen heen ook gezichtsbepalendvoor de russen is geweest: een vurig patriottisme,gemakkelijk ontvlambaar, waardoor het kan om-slaan in een eng nationalisme met racisme als on-aangenaam en vooral humorloos bijverschijnsel.Maar die zeventig jaar communisme werden, toen

het idealistische stadium voorbij was en Stalinzijn dictatoriale stolp over het land plaatste, inklimmende mate doelwit van een goedmoedig cy-nisme waarmee het volk zich naar de socialisti-sche realiteit schikte.

Het gewone volk begreep alras dat ook de mar-xistische heilsleer geen wezenlijke verbeteringvan het dagelijks leven zou brengen en reageerdeerop zoals het al eeuwen had gedaan: door zichin hecht groepsverband af te sluiten voor demachthebbers. Naar buiten toe gezagsgetrouw,plichtmatig meelopend in mei- of oktoberdemon-straties met een rood vlaggetje in de hand, maaraan de keukentafel ontving je je vrienden enkwam je los - alleen als de staatsterreur te ergwas en iedereen bang voor afluisterpraktijken enverklikkers, zoals in het dramatische jaar 1937,hield je je mond. Politiek was nauwelijks een on-derwerp in die decennia, omdat het russischevolk van oudsher gewend is zich verre van demacht te houden.

Dat is een kardinaal verschil tussen russen enwesterlingen. Waar wij, te beginnen met de itali-aanse stadsstaten, gingen inzien dat actieve par-ticipatie in het bestuur door mondige burgersgrote voordelen bood boven het starre feodalismevan de vroege middeleeuwen, zo lagen in rus-land de zaken totaal anders. Van symbiose tussenmachthebbers en het volk is in rusland nooitsprake geweest, wat ertoe leidde dat grote filoso-fisch-maatschappelijke ontwikkelingen, zoals re-naissance of humanisme, in rusland veel minderdan bij ons van belang zijn geweest. De veelalstedelijke bevolking in het westen van Europaontwikkelde zo in de loop der eeuwen een geheelandere mindset dan de grotendeels agrarischerussen in dat onmetelijke boerenland van ze.

Het frappantste verschil is wel dat de grondslagvan onze democratie, de scheiding tussen wetge-vende, uitvoerende en rechtsprekende macht, inrusland nooit is geïncorporeerd. Van onafhanke-lijke rechtspraak is geen sprake. AleksandrSolzjenitsyn heeft eens gezegd dat het nog ze-ker twee eeuwen zal duren voordat rusland eenmet het westen vergelijkbare democratie zal ken-nen.

Wij zijn eraan gewend geraakt dat de publiekeruimte voor de brede maatschappelijke discussiehoort bij onze democratische staatsvorm en datkranten daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn:zij bieden het gewenste podium voor de kritischereflectie die hoort bij goed burgerschap. Toege-geven, die functie is de laatste decennia rap aanhet afkalven en de veel minder prikkelende, wanttot passiviteit uitnodigende televisie heeft onslangzaamaan van kritische burgers omgevormdtot consumenten van entertainment. Zelfs hetNOS Journaal wordt, zo is althans mijn indruk,meer op divertissement dan op inhoud beoor-deeld. De beelden, hoe gruwelijk ook, uit Syriëof Oekraïne percipieert het kijkerspubliek in deeerste plaats als kleurige plaatjes, illustraties, inhet beste geval, bij een mening die men zich alzappend zo’n beetje heeft gevormd.

De invloed van de pers is in rusland nooitzo groot is geweest als bij ons en begrip-pen als vrijheid van meningsuiting en

vrije pers hebben bij lange na niet zo’n prioriteit

als bij ons. in de negentiende eeuw was er in hettsaristische rusland, dat strenge censuur kende,hooguit sprake van oppositie die door intellec-tuele exil-russen zoals Aleksandr Herzen vanuithet buitenland werd gevoerd. Het gewone volkkon immers niet lezen of schrijven. Na de revo-lutie en de burgeroorlog waren de russischekranten een belangrijk hulpmiddel in de cam-pagne tegen het analfabetisme die, samen met deinvoering van de algehele elektrificatie, tot de on-betwiste hoogtepunten van de verworvenhedenvan de nieuwe samenleving behoorde. Dat alspoedig de gecensureerde inhoud van die krantenvoorspelbaar werd, deed de oplages niet vermin-deren, integendeel. De vakbondskrant Troed (Ar-beid) had in de jaren vijftig een oplage van rondde achttien miljoen exemplaren; de partijkrantPravda (Waarheid) kwam er in haar beste jarenmet ongeveer tien miljoen nog het dichtst bij, opde voet gevolgd door de regeringskrant Izvestija(Nieuwsberichten)

Waarom kochten die Sovjetrussen eenkrant, als er niets zinnigs in stond? inde eerste plaats kostten die kranten vrij-

wel niets. Bovendien werd er van je verwacht datje een krant las, of in elk geval bij je had, als jeniet als landloper aangemerkt wilde worden. Ookwas het zo dat er, naast nuttige tips over de huis-houding en het winterklaar maken van de woning,in de meeste kranten een rubriek ingezondenbrieven stond, waar mensen wel degelijk hun be-zwaren tegen bijvoorbeeld een gebrekkige stads-verwarming of de slechte kwaliteit van hetstaatswaspoeder konden ventileren. En ten slottewaren er een paar kranten die gerelateerd warenaan de communistische jeugdbeweging Kom-somol, de springplank voor carrièristen binnenhet Sovjetsysteem. Als je die kranten las, metname de Komsomolskaja Pravda en de MoskovskiKomsomolets, afficheerde je jezelf als een dyna-misch Sovjetmens.

Lang niet iedereen wilde dat overigens uitstra-len, een grote meerderheid van het russische volkbeschouwde de 'stagnatiejaren' onder Brezjnev

(van 1964 tot 1982) als de aangenaamste periodeuit de Sovjetgeschiedenis. De Sovjetsamenlevinghad haar gezapige hoogtepunt bereikt, het salariswas niet hoog maar je kon er normaal van leven,onderwijs en medische zorg waren gratis en alsje geen al te gekke dingen op de werkvloer uit-haalde, kon je ook nog eens twee weken per jaarop kosten van de fabriek naar een sanatorium opde Krim. Bovendien was rusland een onbetwistegrootmacht die net daarvoor met Joeri Gagarinhad bewezen de Amerikanen in de ruimte een stapvoor te zijn.

Op grond van vele gesprekken met russen durfik te beweren dat er voor de russische mens tweevoorwaarden voor een goed leven bestaan: ge-

1 december 2016 / 3essay

De megafoons van het Kremlin

noeg eten en drinken en rusland is een silnajaderzjava, een sterke staat die de hele wereld aankan.

Toen in 1991 de Sovjet-unie implodeerde enJeltsin net president was geworden van de russi-sche Federatie, het grootste brokstuk van hetvoormalige rode rijk, zette hij al spoedig zijnhandtekening onder een wet op de massamedia,waarin persvrijheid en vrijheid van meningsuitinggegarandeerd werden. Maar tot onafhankelijkejournalistiek kwam het niet. Natuurlijk niet. ikheb in die periode meermalen meegewerkt aan se-minars die door Nederlandse organisaties alsPress Now en Management & Media Academywerden georganiseerd voor russische journalis-ten. Behalve in Moskou en Petersburg kwamenwe ook in plaatsen als Petrozavodsk, Minsk enArchangelsk.

Het gebrek aan kennis over het journalistiekemetier was overal onthutsend. Het idee dat eenjournalist meer kon zijn dan een rapporteur indienst van de apparatsjiks van de communisti-sche Partij, was bij die jongelui volslagen onbe-

kend. Dat je op een persconferentie of tijdens eeninterview vragen kunt stellen in plaats van alleente luisteren en op te schrijven wat de ander zegt,was een openbaring. Dat je, als je geen bevredi-gend antwoord op jouw vraag kreeg, zelfs kondóórvragen, grensde in hun ogen aan onbetame-lijkheid.

Ziedaar de oogst van zeventig jaar persbrei-del. Daar kwam nog een complicerendefactor bij. Met de ineenstorting van het

communistische bewind was het ook gedaan metde staatssubsidie. Privatisering was het nieuwe to-verwoord. Enorme staatsbedrijven vielen in han-den van een kleine groep slimmeriken die hetmaatschappelijk vacuüm van een nieuwe, aller-minst ideële lading voorzagen. Kranten, radio entelevisie werden overgenomen door politieke encommerciële belangengroepen die elkaar vaak felbestreden. Voor russische journalisten brak eentijd van grote gevaren aan in deze heksenketel.Het zoeken naar de waarheid in dit van corruptievergeven land was en is sterk af te raden, en heeft

al meer dan tweehonderd journalisten het levengekost.

VVP, zoals Vladimir Vladimirovitsj Poetinvaak kortweg wordt genoemd, wist de stammen-oorlog tussen de oligarchen met harde hand toteen eind te brengen en daarmee de kans op eenburgeroorlog, waar iedereen in rusland panischvoor is, tot vrijwel tot nul terug te brengen. Maareen nog groter kwaad dat rusland teistert, is al-lerminst verdreven: de corruptie in alle geledin-gen van de maatschappij. Hoewel sinds deglasnost van Gorbatsjov openlijk over dit onuit-

Lenin verdiept in De Waarheid (Pravda). De partijkrant had in zijn glorietijd een oplage van tien miljoen exemplaren.

Een Rus en een Amerikaan houdeneen hardloopwedstrijd. DeAmerikaan wint. De volgende dagstaat in de Pravda: ‘De Rus werdtweede, de Amerikaan voorlaatste.’ Een grapje uit de tijden van deKoude Oorlog, bedoeld om duidelijkte maken hoe wij in het westen overde Russische journalistiek dachten:een door het Kremlin gecontroleerdepropagandamachine. Inmiddels zijnwe een kwart eeuw verder en is dedétente, die vooral na 9/11veelbelovende perspectieven leek tebieden, weer tot stilstand gekomen.Beide blokken hebben hunmegafoons weer uit de kast gehaaldom elkaar met triomfantelijkeleuzen, halve waarheden en valsebeschuldigingen horendol tetetteren.

AlExAnDER MünnInghOff

Zoeken naar waarheid heeftmeer dan 200 Russischejournalisten het leven gekost

De omkoopsom voor hetzetten van een stempelbedraagt ruim 2.000 dollar

Hoe Vladimir Poetinde media weer in het gareel kreeg

Lees verder op pagina 4

Page 3: Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul beginnen D it is het digitale nulnummer Argus, een krant die vanaf het eerste nummer

1 december 2016 / 5Misdaad

Pas in 1975 werd innederland de roulettegeaccepteerd, eind dit jaar isde wetgeving rond hetkansspel verder versoepeld.Ondernemers trachttenvoordien door de mazen inde wet heen te glippen. Sterkstaaltje: Staperlo.

PAUl ARnOlDUSSEn

Het gaat wat ver om deAmsterdamse zaken-man Jules Perel enzijn Haagse compag-non Daniel Strauss

het uitbreken van de Spaanse Bur-geroorlog in de schoenen te schui-ven. Maar ze speelden een rol in deketen van gebeurtenissen.

Van Jules Perel weten we vrijveel. Hij begon voor de oorlog hetblad Elegance en na de oorlog hettijdschrift Mandril. Hij was uitge-ver van Tussen de rails, Ons legeren het Navo-blad Fifteen Nations.Voorzitter van de NederlandseKrachtsportbond. reclameman. Hijstierf in 1962, zeventig jaar. OverDaniel Strauss is een stuk minderbekend. Geboren in Hamburg in1900, vermoedelijk begin jarendertig naar Mexico vertrokken endaar een paspoort bemachtigd. inde dagbladen wel ‘een avonturier’genoemd.

Volgens een enkele bron bezathij een casino in Sjanghai en eenhippodroom in Alexandrië. Hijwoonde vanaf 1933 – of eerder –in Den Haag, Kijfhoeklaan 95. in1942 werd hij failliet verklaard.Een joodse zakenman failliet, indat jaar, het betekent veelal dat dienog net op tijd en hals over kopweg heeft weten te komen. Daarna:geen spoor.

Op 16 juni 1933 presenterenze in het Kurhaus in Sche-veningen hun spel: Stra-

perlo. Stra van Strauss, Per vanPerel. Er is nog veel gespeculeerdover de vraag waar dat Lo voorstond. De naam van Strauss’ vrouwduikt wel eens op. Vermoedelijkstond het voor helemaal niks –Straper klinkt toch wat minder.

De start was al meteen nieuws.Straperlo was een soort roulette,maar kansspelen waren verbodenin Nederland. Het was ook hele-

maal geen kansspel volgens de ini-tiatiefnemers. Er was weliswaarsprake van een draaischijf met indit geval 24 vakjes en van een bal-letje, maar er was een belangrijkverschil. De draaischijf werd elek-trisch aangedreven, dus had eenconstante snelheid. En het balletjewerd niet lukraak op de schijf ge-worpen, dat kwam erop terecht viaeen speels railtje. Kortom, je hadtijd genoeg om te observeren en alsje dat maar goed genoeg deed, konje wel ongeveer voorspellen opwelk nummer het balletje zou ein-digen. Zei Daniel Strauss. En deHaagse hoofdcommissaris Françoisvan ’t Sant, die voor de zekerheidde dag ervoor een kijkje kwamnemen, geloofde het. Of zei het tegeloven. En de pers geloofde hetecht.

in heel wat plaatsen zagen zaal-exploitanten brood in Straperlo:volk over de vloer. Daar staken degemeentebesturen dan steevast eenstokje voor; spelen met geld, hetwas verderfelijk. Alleen in Zand-voort, Noordwijk en Laren ver-schenen de speeltafels ook.

Een zekere Henri Alberman pu-bliceerde een boek: Waarin ligt dejuiste berekening van le jeud’adresse Straperlo.

Straperlo werd een enorm suc-ces. Tot zondagavond 3 september1933, toen de politie, omringddoor twaalfhonderd spelers, deScheveningse tafels in beslag nam.Er waren wat kanttekeningen ge-plaatst door christelijke politici,

misschien was het Openbaar Mi-nisterie tot de conclusie gekomendat je wel héél goed moest obser-veren, misschien ook speelde eenrol dat prins Hendrik zich daar inhet Kurhaus wel erg vermaakte.Dat deed de reputatie van het ko-ningshuis geen goed.

Het proces, 6 februari 1934,moet een vrij hilarische vertoningzijn geweest. Van tevoren waren inhet Huis van Bewaring waar eentafel stond opgesteld, proeven ge-

nomen. Een stoet van getuigen vanbeide partijen voerde het woord.Aan de orde onder meer: de tijd-spanne tussen het loslaten van hetballetje en het tot stilstand komenervan. Dat luisterde natuurlijknauw, de vraag was of er zelfsmaar chronometers waren die datexact genoeg konden vaststellen.Trouwens, dat loslaten door decroupier, maakte het wat uit of hijeerst zijn handen had afgeveegd ofdat had nagelaten? Wat was de in-vloed van de warmte in de zaal opde snelheid van de schijf? Daarbij,waren alle balletjes wel echt rond?Het Algemeen Handelsblad: ‘Vanzuiver rond kan wetenschappelijkniet worden gesproken, maar uit

het antwoord van de deskundigeblijkt, dat de afwijkingen van hetbegrip ‘rond’ niet zeer grootwaren.’

De rechter brandde zich niet aande kwestie en kwam tot de vin-dingrijke conclusie dat het spelbest een behendigheidsspel konzijn, maar dat het in praktijk alseen hazardspel werd gespeeld. Duswerd het verboden, en Strauss enPerel werden veroordeeld tot tweekwartjes boete elk.

Ook in Spanje was de rou-lette verboden, maar in SanSebastian en in het Mallor-

caanse Port de Pollença kregen deheren wel voet aan de grond. OpMallorca werd er ten behoeve vanStraperlo zelfs een bescheiden uit-bouw geplaatst van het befaamdehotel Formentor.

Dat daar het een en ander tegen-over had gestaan, bleek pas later.

Formentor draaide maar achtdagen, San Sebastian zelfs maareen paar uur voordat de politie in-greep. Een coördinatiefoutje bin-nen het regeringsapparaat? Ervolgde een onderzoek waarbijStrauss – hij wilde vermoedelijkzijn investeringen terug – openkaart speelde. Hij had op 15 april1934 het spel gedemonstreerd aande staatsecretaris van Marine. Diewilde wel voor een vergunningzorgen, maar dat kon toch onmoge-lijk gratis. Strauss moest niet alleende staatssecretaris vijftigduizendpeseta’s toeschuiven, verschillendevan zijn collega’s wilden ook welwat. Hun echtgenotes stelden eengouden horloge op prijs, anderepolitici dachten meer aan een aan-deel in de winst.

in het toen overigens al zeer tu-multueuze Spanje viel hetrechtse kabinet chapaprieta in

november 1935 juist op deze zaak.Bij de verkiezingen op 16 februari1936 haalde het linkse Volksfrontde absolute meerderheid in het par-lement. Zes maanden later voer-den de militairen Franco en Molade staatgreep uit die tot de burger-oorlog leidde.

Het woord straperlo had syno-niem kunnen worden aan corruptie,zwarte markt, smokkel en derge-lijke. Maar Spanjaarden houdenniet van woorden die beginnen meteen s, gevolgd door een medeklin-ker. Daarom hebben ze het tot opde dag van vandaag over estraperloals het gaat om dubieuze zaken.

hoe Straperlo de Spaanse regering

ten val bracht

De draaischijf van Straperlo, inclusief het 'voorspellende' railsje.

‘Van zuiver rond kanwetenschappelijk niet worden gesproken’

Essay

roeibare fenomeen wordt gesproken en er dooralle russische presidenten minstens één keer perjaar een campagne wordt aangekondigd die aandeze misstanden definitief een eind zal maken,heeft de gemiddelde omkoopsom voor eenvou-dige dienstverlening, zoals het zetten van eenstempel of het verlenen van een vergunning, degrens van tweeduizend dollar inmiddels over-schreden.

Berichten de media hier dan niet over? Jazekerwel, vooral als het gaat om zaken waarin perso-nen die niet goed liggen bij het Kremlin aan dekaak gesteld moeten worden. Daarmee tonen zein feite aan dat zij, de media, het pad der eenvou-dige corruptie inmiddels al zijn ontstegen en, openkele uitzonderingen na, deel zijn geworden vanhet overheidsapparaat.

Eind jaren negentig was ik op verzoek vande universiteit van Amsterdam in Peters-burg om daar het Nederlands Wetenschap-

pelijk en cultureel instituut op te richten. Op eendag kreeg ik bezoek van twee lokale journalisten.De heren keken taxerend rond in mijn instituut enkwamen toen met de mededeling dat zij bereidwaren voor vierhonderd dollar elk een positiefverhaal erover te schrijven; publicatie gegaran-deerd. Dat waren de jaren negentig, toen onderJeltsin even aan de democratische verworvenhe-den geroken mocht worden.

Die geur was voor de meeste russische reuk-organen, gewend aan de muffe koekjestrommelvan de communistische stagnatie, zoiets als eenmengsel van ammoniak en mierikswortel en demeeste mensen waren dan ook blij dat Poetin nahet jaar 2000 het deksel weer op deze doos vanPandora deed. Het gewone russische volk hadde ontwikkeling al snel in de gaten, wat onder

meer tot uiting kwam toen de politie werd voor-zien van nieuwe, Amerikaanse wapenstokken meteen knopje waarmee je een elektrische stoot kontoedienen. uitstekend geschikt om mensen snelop andere gedachten te brengen en daarom in derussische volksmond meteen ook demokratizatorgenoemd.

Al snel na zijn verkiezing tot president in hetvoorjaar van 2000 pakte Poetin de televisie aan.Vrijwel alle tv-stations werden afgepakt van deoligarchen en kwamen in staatshanden. DeSredstva Massovoj Informatsii, de massamedia,zijn weer teruggebracht tot het betrouwbare over-heidsinstrument dat ze altijd waren. Onder Poetinbetekent dat, dat zij het nieuwe nationalistischeelan van rusland en de russen bewieroken en sti-muleren. Dat nationalisme grijpt terug naar eendiepgeworteld gevoel van de russen, dat zij mis-schien op technologisch en commercieel gebied

de minderen zijn van de westerlingen, maar datzij op moreel en spiritueel terrein absoluut boven-liggen.

Om te begrijpen waar dat gevoel vandaan kom,moeten we terug naar het jaar 1054, waarin hetschisma tussen de kerk van Byzantium en de kerkvan rome zich voltrok. Sindsdien is er een hou-ding ontstaan die tot op de dag van vandaagvoortduurt: de russen beschouwen westerlingenals berekenende kooplui zonder ziel, onbetrouw-bare machtswellustelingen, in één woord: katoliki.Zijzelf daarentegen zijn christijanje: eerlijkechristenen, op het naïeve af, gastvrij, geneigd deander als vriend te beschouwen, mensen die hunbeloftes niet breken.

Die tegenstelling tussen russische eerlijkheiden doortraptheid aan de andere kant, wordt inrussische ogen nadrukkelijk geïllustreerd doorde gebeurtenissen na 1990, toen de goedgelovigekletskous Gorbatsjov de DDr prijsgaf en daarslechts een mondelinge toezegging voor terug-kreeg dat de Navo zich niet oostwaarts zou uit-breiden. En kijk nou eens: het Balticum wemeltvan de Navo-troepen en straks wordt Oekraïne,de baarmoeder nota bene van rusland, ook nogeens opgeslokt. Het is makkelijk scoren voor hetrussische propaganda-apparaat: in Kiev hebbendoor de ciA geïnstrueerde fascisten de machtover het Oekraïense broedervolk gegrepen!

Schandelijk, zeker. Maar zet daar dan ookmeteen kulverhalen in de Amerikaanse perstegenover, bijvoorbeeld over Poetin die

journalisten laat injecteren waarna ze tot niet veelmeer dan gewauwel in staat zijn. Of de zelfbe-wieroking waarvan voormalige presidentskani-daat Hillary clinton niet vies blijkt te zijn. ikciteer: ‘We are the indispensable nation. Peopleall over the world look to us and follow our lead.When America fails to lead, we leave a vacuumthat either causes chaos or other countries or net-works rush in to fill the void.’ Dat is precies dearrogantie die minister Lavrov van buitenlandsezaken ertoe brengt te zeggen dat het afgelopen ismet de wereld waarin Amerika als enige het voorhet zeggen denkt te hebben. Zo zitten we al heelsnel weer in de Koude Oorlog van weleer.

ik word daar behalve angstig ook moe van,vooral door de gedachte dat dit altijd weer zal ge-beuren zolang we niet ophouden met die propa-gandaoorlog. Om die bipolaire wereld van eenspookachtig slagveld van confrontatie te veran-deren in een multipolaire bloementuin van mon-diaal wederzijds begrip en samenwerking, is ermaar één middel: plaats inruimen voor enige ken-nis en inzicht over de tegenstander op wie wijonze heilloze pijlen richten. in casu: beseffen datrusland een land is met eigen gewoonten en in-zichten, waarover wij niet zomaar onze westersematrix moeten willen leggen.

Zoals een bekend gedicht van de russische ne-gentiende-eeuwse dichter Fjodor Tjoettsjev stelt,in de mooie vertaling van onze oud-ambassadeurin Moskou, Frans Joseph van Agt:

Op rusland krijgt het brein geen vatZij gaat gewone maat te bovenZij meet zich met een eigen latin rusland kan men slechts geloven.

Russen beschouwenwesterlingen als koopluizonder ziel, 'katoliki'

Het is makkelijk scoren voor het russischepropaganda-apparaat: in Kiev hebben fascisten de macht gegrepen!

Vervolg van pagina 3

Kruisvaarders voorhet Vrije Woord

Persvrijheid werd in de jaren negentigvan de vorige eeuw een exportpro-duct. De Verenigde Naties, de Eu,

westerse nationale overheden – alle haddeneigen programma’s om de bevolking vanhet verpulverde Sovjet-imperium democra-tie en vrijheid van meningsuiting te bren-gen. Ook niet-gouvernementeleorganisaties (ngo’s), zoals het Open Societyinstitute van miljardair George Soros, droe-gen royaal bij. Het gevolg was dat een bontgezelschap van mediamanagers, docentenjournalistiek, voorlichters, communicatie-deskundigen en consultants als een sprink-hanenplaag over het voormalige Oostblokuitzwermde – niet om de velden kaal tevreten, maar om goede werken te verrich-ten. ik maakte zelf deel uit van die zwerm.Van Kazachstan tot de Kosovo heb ikworkshops gegeven ter promotie van hetvrije woord. Honorabel werk dat bevredi-gend werd gehonoreerd, dus waarom niet?

Hebben die inspanningen iets uitgehaald?Voor mijzelf zeker, ik hield er vriendschap-pen aan over met oud-cursisten die, toen deteugels weer werden aangehaald, moedigalle lessen over het belang van onafhanke-lijkheid en nieuwsgierigheid in praktijkbrachten en daar vaak een hoge prijs voorbetaalden rolmodellen voor een toekom-stige generatie journalisten, hoop ik. Maaral met al is de oogst schraal geweest. Het ishet verhaal van de zaaier die zijn zaaigoedop de rotsen uitstrooide: ‘Daardoor kwamhet zaad snel op Maar toen de zon op-kwam, ging het dood. Het verdroogde door-dat het haast geen wortels had.’ (Matteüs13)

Wat bij mij vooral beklijft, is verbazingover de snelheid waarmee destijds het aan-bod van cursussen, seminars en workshopsde vraag ging bepalen. De idealistische pio-niers van de kruistocht voor persvrijheidwerden verdrongen door zakelijker types,die elkaar keihard beconcurreerden. Datleidde bijvoorbeeld tot twee volledig geou-tilleerde perscentra op een steenworp af-stand van elkaar, geschonken doorwedijverende donoren. Of tot een workshopdie participanten met een dagvergoedinglokte om een concurrerende workshopdwars te zitten.

in Kosovo ving ik in die jaren flarden opvan een gesprek tussen twee middelbareAmerikanen in korte kakibroeken. Zewaren komen aanrijden in een witte Toyotafourwheeldrive die ze slordig, half op hetterras, hadden geparkeerd, en gingen aaneen tafeltje naast mij zitten.

“i'm Human rights, what brings youhere?” vroeg nummer1.

“Freedom of the Press, that kind of stuff,”reageerde zijn kompaan.

“i really hate this shithole, thank God ifly back to Houston next month,” zei Mis-ter Human rights.

“But you can’t deny it’s a good place fordoing our business,” meende Mister Pers-vrijheid.

KEES ScHAEPMAN

Page 4: Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul beginnen D it is het digitale nulnummer Argus, een krant die vanaf het eerste nummer

Makkelijk Praten

ik stond bij de bosrand naarde herfst te kijken, toen ereen vrouw naar me toe

kwam met de vraag hoe hethier heette. Klein Dochteren,zei ik. Ze antwoordde dat zehier vaak wandelde, maar dezenaam nooit gehoord had. ikzweeg, ik weet niet wat ik moetzeggen in zulke gevallen. Toenze vroeg of ik het wel zekerwist, was mijn antwoord fermen ontspannen: ja, want ikwoon hier al vijfenveertig jaar.ik wees naar mijn huis dat halfverscholen in de verte te zienwas. Omdat ik nog geen ver-moeden had met wie ik temaken had, vertelde ik dat hetland aan de andere kant van deBerkel de naam Groot Dochte-ren droeg. Bovendien onthuldeik dat de Berkel in Duitslandontsprong en dat men vroegerde bochten eruit had gehaaldom de scheepvaart te helpen ende economie te stimuleren. Te-genwoordig waait de wind uiteen andere richting, nu wordtde meanderende rivier weer inere hersteld. De vrouw keekgekweld en begon onverwachtte schreeuwen. Ze zijn gek ge-worden, ze sturen ons van hetkastje naar de muur! Dat bent utoch met me eens? ik zei dat ikhet niet met haar eens was, datal deze bewegingen in de maat-schappij vergelijkbaar warenmet zeestromingen, bosbrandenen windstilte, wel te begrijpenmaar niet te beïnvloeden. Zeschreeuwde dat ze de hond zouhalen. Nu zag ik dat ze naareen auto liep waar ze eenDeense dog vrij liet, terwijl zemij aanwees. De hond kwam ineen rechte lijn op me af, de koplaag, maar niet rennend, eerderbedachtzaam. ik riep dat hijmoest gaan zitten en dat deed-ie. ik zei hem dat zijn bazinhem tegen mij had opgehitstomdat ik andere opvattingenhad dan zij. Louter theoretischemeningsverschillen, niet ietsom door een hond te laten be-slissen. Hij antwoordde dat hijde laatste tijd ook had gemerktdat ze niet helemaal in ordewas. ik stelde voor dat hij psy-chologische hulp voor haar zouregelen. Hij stond op en liepterug naar de auto, ik zag zeeven overleggen. Even laterreed de auto weg, richting Zut-phen. ikzelf keek nog evennaar de kronkelende Berkel enliep toen naar huis.

A.L. SNiJDErS

Bij mij in de buurt zijn tweesupermarkten, kleine filia-len van Albert Heijn en Dirk

van den Broek. Voor gekkigheidals kamutbieten en tomatenkaviaarben ik natuurlijk aangewezen opAlbert Heijn, maar Dirk zorgt ookvoor bescheiden verrassingen, metname bij de wekelijkse acties. Eenonderwaterzaklantaarn voor eenpaar euro, een kandelaar van eenmeter hoog in kerstboomvorm, ookvoor een habbekrats. ik ben ge-zwicht voor een voorraadpot vandrie liter met een kraantje onderin.Het geval staat nutteloos op mijnaanrecht.

Bij Dirk kost een blikje tomaten-puree acht cent. Onbegrijpelijk endus verdacht, maar het ontroert me.Wie ook sigaretten wil, kan maarbij één kassa terecht. Dan sta iktussen verslaafde daklozen uit eennaburig centrum, die slechts blik-ken bier en shag af te rekenen heb-ben. Dat gaat niet heel snel, mijnjunks maken graag een praatje metde caissière en hangen voortvarendde pias uit. Dat grappig zijn is,denk ik, een vorm van behoud vanzelfrespect.

Eigenlijk is Dirk een losers-super-markt. En dat maakt hun nieuwevondst nog opvallender: de DirkCadeaukaart. Aan te schaffen voorelk willekeurig bedrag. Een merk-waardig geschenk om mee aan tekomen, alsof je een mud aardappe-len en drie bloemkolen komt bren-gen.

Dirk zelf denkt daar anders over,die suggereert werkgevers hun helekerstpakket te vervangen door dezeunieke kaart.

Want uniek is ie. De begiftigde kande kaart zelf later bij de kassa op-waarderen. Een cadeaukaart op-waarderen? Een boekenbonopwaarderen? Waartoe?

Eerste gedachte: het is de directiemet deze cadeaukaart in de bol ge-slagen. Maar ik vrees dat er sprakeis van een marketingraffinementwaar ik met mijn verstand niet bijkan.

EcONOMicuS

in de memoires van Anna Gri-gorjevna Dostojevskaja enLjoeba Fjodorovna Dosto-

jevskaja zijn enkele, soms merk-waardige, eetgewoontes te vindendie de russische schrijver FjodorDostojevski erop nahield. Annawas zijn tweede echtgenote.Ljoeba hun dochter. Dostojevskibegon de ochtend met een stukbruin brood dat hij met wodkawegspoelde. Bij gekookte kipdronk hij het liefst warme melk.Voor het dessert een glaasje cog-nac. in sombere buien vroeg hij ombouillon, een gebakken kalfslapjeen sterke thee en wijn. Was zijnstemming opgewekt, dan ging zijnvoorkeur uit naar kaviaar, kaas,Franse mosterd, gerechten metpaddestoelen, sinaasappels, citroe-nen. in zijn werkkamer stonden inde boekenkast verschillende snoep-trommels met dadels, noten, rozij-

nen en gekonfijte vruchten. Eenvan zijn favoriete soepen was sol-jank, een soep waar in de russi-sche keuken drie variaties vanbestaan: soljanka gemaakt vangroenten en vlees, van paddestoe-len of van vis.

Hierbij het recept voor ribnajasoljanka, vissoep voor 4 personen.

Bereiding:Kook de afgespoelde vissenkoppenen graten met de groenten en lau-rierbladen 25 minuten in ander-halve liter water. Zeef devisbouillon en breng opnieuw aande kook. Breng op smaak met zouten peper. Pocheer de in niet te kleine stukkengesneden vis in circa 8 minuten nétgaar. Voeg de kappertjes, plakjesolijf, ringetjes bosui en gesnip-perde augurk toe.

Verdeel de soep over 4 borden.

Leg in de soljanka een plakje ci-troen en strooi er fijngehakte dilleover.

Ingrediënten:500 g koppen en graten van ver-

schillende soorten niet te vettevis

ca. 800 gram visfilet, bijvoorbeeldzalm, snoek, schol, zeebaars etc.

200 g soepgroenten2 laurierbladen2 bosuitjes2 pekelaugurken (uit een potje van

Kesbeke of De Leeuw. Ook tekoop bij diverse Marokkanen)

1 eetl. kappertjes6 zwarte olijven zonder pit4 plakjes citroen2 eetl. fijngehakte dille (of peterse-

lie)zout en versgemalen peper

ANNE ScHEEPMAKEr

Dostojevski en soljanka

CadeaukaartOntmoeting

1 december 2016 / 7

ReünieBehalve Wim (Ja, tragisch, wat je zegt)zijn wij weer allemaal op school terugen zie, het ijs van jaren breekt al vlug,de oude band blijkt nog verrassend hecht.

Gezeten in ons vroegere lokaallijkt alles: levenspartner, kroost en baanvoor ene middag niet meer te bestaanom wat van ons was, van ons allemaal.

Behalve Wim. Gek, maar je mist hem toch,die stille... En nu zo veel stiller nog.

JAN BOErSTOEL

Er bestaat een soort poëzie dienooit in boekvorm ver-schijnt. Het is de poëzie die

meestal gepubliceerd wordt in eenoplage van één ijscokar of één vis-kraam. Verhuiswagens en bestel-busjes van klusbedrijven rijden ermee door de stad. Als deze dichtre-gels al aan het papier worden toe-vertrouwd, dan is dat het papiervan servetjes, frietzakken en draag-tasjes. in hoge oplagen verschijnendeze verzen alleen als advertentiesin huis-aan-huisbladen. Het is demiddenstandpoëzie, oftewel hetmiddenstandsrijm, bescheiden envrolijk van aard. iedereen kent ervoorbeelden van uit zijn omgeving:

Stop! Eet eerst bij Jan een haring op

Wat Napoleon was onder de vorsten Zijn onze worsten onder de worsten

Piet PatatBakt de concurrentie plat

Hoe triviaal het genre bij oppervlak-kige beschouwing ook moge lijken,het heeft een eeuwenoude staat vandienst en kent ook zijn klassiekers.Bijvoorbeeld de twee regels terpromotie van het chinese restau-rant Hong Kong, aan het Damrakin Amsterdam, nagevolgd door alleHong Kongs in Nederland:

U strelen uw tongU eten bij Hong Kong

Miljoenen Nederlanders die Am-sterdam per trein zijn binnengere-den vanuit utrecht lazen het versje(oplage één gevelreclame) vanhouthandelaar Jongevos, glimlach-ten erom, en onthielden het:

De beste bomen uit het bosvindt u als hout bij Jongevos

Middenstandsrijm behoort tot defamilie van de volkspoëzie. Andere

leden van die familie zijn het Sin-terklaasrijm, bidprentjes en grafpo-ëzie, teksten op muurtegels, en deslagzin. Dat middenstandsrijmwerkt, is bewezen doordat ookniet-lokale ondernemers en dienst-verleners, de overheid en interna-tionale concerns er gebruik vanhebben gemaakt in reclame- envoorlichtingscampagnes.

Middenstandspoëzie in haarbeste vorm heeft kenmer-ken van wat wij tegen-

woordig ‘light verse’ noemen. Wekunnen echter ook vaststellen datdeze verzen rijkelijk gezegend zijnmet kreupelrijm en rijmdwang.Een goed metrum is gewenst maarniet noodzakelijk. Die tekortko-mingen zijn echter een deel van decharme en zelfs de effectiviteit vande middenstandsverzen. Er zijnechter ook neringdoenden die deklant net iets meer willen meege-ven dan een lach en de rekening.Zoals het van oudsher bekendeAmsterdamse verhuisbedrijf cou-lance:

Wat is verhuizen in het leven? Het is alles pakken en dan gaan Wat is het aan het einde van het leven?Het is gaan en alles laten staan

Op papieren zakken van bakkerijBouman in Aalst was rond 1950 telezen:

Diogenes, oud en tevree als geenZocht naar een goed mens maar vond

er niet eenWenscht gij een goede leverancierZoek daar niet naar want die is hier

En als het om de hogere letter-kunde gaat:

De Mei van Gorter is wel vorstelijk Maar de gort van Meier is ook

kostelijk

ED ScHiLDErS

Eind 1947 begon de loopbaanvan journalist Argus aan DeRommeldamse Courant, voor-

heen De Rommelbode. Van dezekrant bestaan geen archieven, maarde professionele ontwikkeling vanhaar verslaggever is goed te volgenin de Bommelverhalen van de handvan Marten Toonder. De buitenis-sige verwikkelingen rond heer Oli-vier B. Bommel trokken nu eenmaalveelvuldig de aandacht van demedia.

Argus is geknipt voor het vak.Zelden raakt hij uit balans, ook alis de stress van het redactielokaalhem niet vreemd. Opgeruimd envriendelijk blijft hij altijd scherp.Schrikt niet terug voor onortho-doxe methoden van nieuwsgaringen is goed bestand tegen kritiek op

het ‘journaille’. in het Bommelver-haal De Kniphoed is Argus bij-voorbeeld een scoop op het spoorover mysterieuze verdwijningen enverkleiningen door toedoen vaneen misdadige ‘magister in de sa-turnale kunsten’. Geen wonder dathij dan de grenzen van de journa-listiek opzoekt. “Weet je niet, datinbreken slecht is, hè? Heb je geengeweten?” “Weinig,” gaf Argustoe. “ik ben verslaggever, zo-doende. ik rook daar een berichtjeen toen ging ik naar binnen. u kentdat.”

Maak de komende nummers ken-nis met zijn wederwaardigheden entactieken. Het verleden heeft altijdnieuwswaarde, als je die maar ziet.

EriK KÖNNEN &PAuL VErHAAK

Argus, de biografie (1)

Middenstandspoëzie (1)

‘De verpakking van Dirks cadeaukaart.’

Page 5: Bij nul beginnen - Argusvrienden · 2016-11-23 · Jaargang 1, nummer 00 1 december 2016 Bij nul beginnen D it is het digitale nulnummer Argus, een krant die vanaf het eerste nummer

Binnenland 1 december 2016 / 8

Een Amsterdam Experience om nooit te vergeten

Het geklaag over de Disney-ficatie van de Amsterdamsebinnenstad wordt elk jaar

sterker. De spanning tussen de be-langen van bewoners en al dan nietluidruchtige bezoekers (en diege-nen die van hen profiteren) is nietmeer te negeren. Het meest veront-rustende is dat elke projectie vande toeristenaantallen wijst in derichting van een forse toename inde komende jaren.

De gemeente doet zijn best aanspreiding te doen, te laten zien dater meer is dan het Damrak en degrachten, maar de resultaten vandie inspanning zijn vooralsnog te-leurstellend. Blijkbaar wil iedereAmerikaan (vul in: italiaan, Japan-ner) hetzelfde zien en daarin ver-schillen ze overigens nauwelijksvan Nederlanders in den vreemde.

Als het centrum van Amsterdamover, zeg, tien jaar nog leefbaar wilblijven, is het tijd voor een brederevisie: niet nadenken over volgendjaar of hooguit 2020, maar met eenplan komen dat werkelijk rekeninghoudt met toekomstige bewegin-gen. Het is al te laat om het totpappen en nathouden te beperken.

Het mooie is: de oplossing is vrijsimpel.

Daarvoor gaan we uit van wat ikmaar ´het chinese model’ zal noe-men. in china heeft men op spec-taculaire wijze de grootstetoeristentrekkers van Europa nage-bouwd, zoals een Eiffeltoren eneen klein Venetië. Succes verze-kerd. De chinees met de niet al teruime beurs kan zich heel even we-reldreiziger wanen.

Dus ziedaar: de AmsterdamExperience, die gesitueerdzou moeten worden in de

Haarlemmermeerpolder of op eenandere locatie, mits op hooguit eenhalf uur afstand van Schiphol. ikwil geheel belangeloos enkelevoorstellen doen over hoe die er uitzou moeten zien:– Aan de ingang van de Amster-dam Experience is een fietsver-huurbedrijf dat tenminste enkeleduizenden rijwielen in voorraadheeft. Niet van dat benauwde.– We creëren twee haaks op elkaarstaande, flink uit de kluiten gewas-sen grachten met elk een aantal zijstraatjes die voorzien zijn van

zorgvuldig uitgekozen, ‘echt Amsterdamse’ fotogenieke plek-ken. Op de kruispunten zijn stop-lichten die permanent op roodstaan en waar de toeristen elkaar ofzichzelf kunnen fotograferen, ten-einde thuis het bewijs te kunnen le-veren dat ze, net als echteAmsterdammers, door rood zijngefietst.– Er is een dependance van hetVan Goghmuseum en het rijksmu-seum, waar kwalitatief zeer goedereproducties van elk twee dozijnhoogtepunten uit de collecties tezien zijn. Het maken van selfiesmet De Nachtwacht en De Aardap-peleters wordt aangemoedigd. Voorbeide 'musea' geldt dat over de om-vang van de giftshops niet pietlut-tig mag worden gedaan.– Op de grachten bevinden zichdrie à vier panden die eruitzien alsraambordelen, waar 24/7 werkstu-dentes in jarretelles te zien zijn. Zijzijn contractueel verplicht verlei-delijke poses aan te nemen. Ookhier is fotograferen toegestaan,maar de deuren van de panden blij-ven uiteraard gesloten, want deAmsterdam Experience mag geen

Sodom en Gomorra worden.– Er dient een ruim aanbod vanbierfietsen te zijn, die een ronderijden om de Heineken Experience,die dus van de Stadhouderskadezal moeten verdwijnen.– Er zijn drie à vier door de over-heid gerunde coffeeshops met eengoed en gevarieerd aanbod.

Over de verdere invullingvan het middenstandsaan-bod wil ik niet al te betutte-

lend doen, dit kan aan de vrijemarkt worden overgelaten. Dus alsvijf Nutellawinkels de vraag nietaankunnen, geef dan vergunningvoor een dozijn. Dito waar het kaasbetreft.

Het zou een grote misvatting zijnlacherig over dit voorstel te doen.Als wij zo’n Amsterdam niet na-bouwen, doen de chinezen hetnabij Shangzhou en dan zal het ge-klaag van onze toeristenindustriehelemaal oorverdovend zijn. EenAmsterdam Experience op shuttle-bus-afstand van Schiphol is eenwin/winsituatie.

JAN DONKErS

Klappen voor de prins

De laatste keer dat ik prinsBernhard sprak op paleisSoestdijk, was een paar

maanden voor zijn overlijden.Zoals altijd informeerde ik naar degezondheid van zijn echtgenote.De prins keek mij even aan en zei:“Dat is ook toevallig. ik wilde haarvanmorgen even bezoeken. Zewoont op de eerste verdieping,weet u. Ze stond boven aan de trapen toen ik daar aankwam, begon zeals een wilde op mij in te slaan.Nou, ik ben maar weer terugge-gaan.”

Onmiddellijk schoot door mijheen: zo gek is ze dus nog niet.Maar ik was een lafbek en zweeg –iets waar ik tot de dag van vandaagspijt van heb. ik ben geen republi-kein, maar een kritische monar-chist. ik heb meegemaakt hoe inhet buitenland wordt gereageerd opde aanwezigheid van royalty. Hetinhuren van een Pr-bureau om onskleine land de internationale be-kendheid te geven die het nu heeft,kost meer dan het instandhoudenvan ons koningshuis. Bovendienzouden wij na de oorlog ongetwij-

feld de zeer populaire doch dubi-euze minister van buitenlandsezaken Jozef Luns tot president heb-ben gekozen.

ik herinner mij een vlucht methet regeringsvliegtuig de PBX vancaracas naar Bogota, met de prinsaan het roer. Hij meldde zich bij deverkeerstoren en werd aangespro-ken met Keizerlijke Hoogheid.

in het eerste nummer van Arguszal ik een boekje opendoen over dezuinigheid van onze koninklijke fa-milie.

THOMAS LEPELTAK Juliana was zo gek nog niet.

hoofdredactie: rudie Kagie, Kees SchaepmanRedactie: Paul Arnoldussen (Makkelijk praten & Achterwaarts!) ingrid Brouwer (bureau-redactie) John Jansen van Galen (binnenland), Paul Westink (bureauredactie)Vormgeving: Lucy Prijs

Medewerkers aan dit nummer: Jan Boerstoel, Jan Donkers, Erik Können & Paul Verhaak, Thomas Lepeltak, Alexander Münninghoff, Anne Scheepmaker, Ed Schilders, A.L. Snijders.Tekeningen: Michiel WijdeveldOntwerp logoletter: richard Keijzer

Uitgever: Theo Bouwman Bladmanager: caroline Torenbeek Redactieadres: Egelantiersstraat 54,1015 PP AmsterdamEmail: [email protected]: Stichting Arguspers