ATG 05/2633 �/�2

BUtgb “Gebouwen”: FOD-Economie - SECO – WTCB en de Gewesten in samenwerking met de gespecialiseerde instelling TCHN.Uitvoerend Bureau “Daken”: HH. Busschaert (FOD-Economie), Dupont (WTCB), Vitse (WTCB), Longuet (SECO), Van den Bossche (TCHN), Mevr. Proot (SECO), Mej. Henderieckx.

B E S C H R I J V I N G

Isolerend metalen dak­bedekkingssysteem VULCASTEEL

ISOMETALL S.A.Zone industrielle de la Baraque Fraiture Route de La Roche B-6960 MANHAY Tel. 080/41.81.60 Fax 080/41.81.60

Toitures DakenDächer Roofs

mlkff

1. Voorwerp

Deze goedkeuring heeft betrekking op het dak-bedekkingssysteem bestaande uit grote sandwich-panelen met een isolerende kern tussen twee metalen platen.

De panelen zijn onderworpen aan een product-certificatie volgens het geldende ATG-certifica-tiereglement.

Deze certificatieprocedure houdt een permanente zelfcontrole van de productie door de fabrikant in evenals een periodieke externe controle door een instelling die daartoe door het BUtgb is erkend.

De goedkeuring van het volledige systeem steunt op het gebruik van betrouwbare hulpmaterialen bewezen door een attest dat bevestigt dat ze voldoen aan de identificatie- of prestatiecriteria vermeld in § 3.2.

De producten waarvoor de productcertificatie is afge-geven, mogen worden vrijgesteld van de technische keuringsproeven voor hun verwerking.

De technische goedkeuring heeft betrekking op het eigenlijke bedekkingssysteem, inbegrepen de plaatsingstechniek, maar niet op de kwaliteit van de uitvoering van een isolatiekern gevat tussen twee metalen platen.

2. Materialen

2.1 Staal

Staalplaat van klasse Fe E 280 G volgens de norm NBN 10147, in de fabriek behandeld tegen corrosie.

2.1.1 Behandeling van de Binnenplaat

Plaat EN 10169-1 – Fe E 280 G + Z150 EN 10147 EP 15.

Dat wil zeggen :

Beide zijden verzinkt, dikte 150 µm (Z150 volgens de norm NBN EN 10147), zichtbare zijde gelakt met 15 µm polyesterverf (SP 15 volgens de norm NBN EN 10169-1).

Standaardkleur: RAL 9002.

2.1.2 Behandeling van de BuitenBekleding

– Strook EN 10169-1 - Fe E 280 G + Z275 EN 10147 SP25 of

– Strook EN 10169-1 - Fe E 280 G + Z275 EN 10147 PUR50 of

– Strook EN 10169-1 - Fe E 280 G + Z275 EN 10147 PVC 100 of 200 of

– Strook EN 10169-1 - Fe E 280 G + Z275 EN 10147 PVDF 25 of 35

05/2633

Technische GoedkeurinG meT cerTificaTie

BUtgb

Geldig van 26.01.2005tot 25.01.2008

Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouwFederale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie

Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw,

WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44

Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)

http://www.butgb.be

2/�2 ATG 05/2633

Dat wil zeggen :

Verzinkt Z 275 dikte 275 µ volgens de norm NBN EN 10147 en voorgelakt volgens de norm NBN EN 10169-1, kleur volgens kleurwaaier

– Polyester : 25 µm– Polyurethaan : 50 µm– Plastisol : 100 of 200 µm– PVDF : 25 of 35 µm.

2.2 Isolatie

Steenwol (SW) basismateriaal conform de norm NBN EN 13162 met CE-markering (T4-TR1-WL(P) – AFr35).

2.3 Lijm

Verlijming van de platen op de isolatie.

Tweecomponentenlijm PUR voor de bevestiging van de platen op de isolatie.

– ISOLEMFI 50048 A Soort product : op basis van polyolen Densiteit bij 20 °C : 0,97 Viscositeit bij 20 °C : ongeveer 120 mPa Droge stof : ongeveer 88 %– Verharder 50048 B Densiteit bij 20 °C : 1.23 Viscositeit bij 20 °C : 250 m Pa S Droge stof : 100 %.

3. Elementen

3.1 Panelen VULCASTEEL

3.1.1 SamenStelling

3.1.1.1 Buitenplaat

Staal : een geribd profiel, continu geproduceerd, met een ribhoogte van 37 mm en hartafstand van 250 mm. Dikte : 0,63 of 0,75 mm (cf. fig. 1).

3.1.1.2 Isolatiekern

Steenwol die op de productielijn continu wordt geheroriënteerd (cf. fig. 2).

3.1.1.3 Binnenplaat

Licht geribd profiel, dikte 0,40 of 0,50 mm, op de productielijn continu gefabriceerd (cf. fig. 3).

3.1.2 uiteinden van de panelen

3.1.2.1 Langszijden (cf. fig. 4)

Op de rand zijn de panelen aan een zijde voorzien van een volle rib met een capillaire onderbreking en aan de andere kant van een open rib (open rib die bij het plaatsen de volle rib van de nevenliggende plaat bedekt).

Mannelijke zijkant : continue voeg van polyether PUR (gesloten cellen).

3.1.2.2 Dwarsranden (cf. fig. 5)

Aan de uiteinden zijn de platen recht afgesneden. Als tussen twee opeenvolgende elementen een re-chte aansluiting voorzien is, laat men de bovenplaat 150 mm tot 300 mm overlappen. In functie van de helling van het dak dienen één of twee voegen kit van het type butyl met een minimum dikte van 4 mm te worden aangebracht. Een enkele oversteek van 80 tot 300 mm door een insprong van de isolatie is eveneens mogelijk om een afdruiprand voor de goot te vormen.

Plaatsing van een schuimvoeg :

– of een voeg van 20 x 10 mm tussen elk uiteinde van het paneel en de gording

– of een voeg van 40 x 10 mm op de gording geplaatst op de dwarsverbinding van de panelen.

Deze voeg moet hoofdzakelijk de lege ruimte tussen de steenwol en de dwarsaansluitingen dich-ten. De minimum dikte dient verhoogd te worden wanneer bij de montage het paneel niet tegen het aansluitende paneel kan worden geplaatst.

Bij de bestelling moet in ieder geval worden vermeld of het gaat om panelen met overlapping van het linkse of het rechtse type.

3.1.3 afmetingen

– Waarden - totale breedte : 1085 mm - nuttige breedte : 1000 mm - lengte : minimum 1.8 m ; maximum 14 m.

De lengte wordt gekozen op basis van de lengte van de dakschilden en de specifieke beperkingen m.b.t. de plaatsing.

– Toleranties - breedte : +/- 5 mm - lengte : +/- 5 mm - dikte in het vlakke gedeelte tussen hoofdribben

: +/- 2 mm.– Gewichtskenmerken.

ATG 05/2633 3/�2

Tabel 1 : Gewicht van de platenNominaledikte vande plaat

Oppervlaktegewicht kg/m²

Profiel 1000 x 37Dikte 0,63 mm

Profiel 1000 x 37Dikte 0,75 mm

50 mm 13.70 14.6560 mm 14.70 15.6580 mm 16.70 17.65100 mm 18.70 19.65120 mm 20.70 21.65140 mm 22.70 23.65

3.2 Hulpstukken

3.2.1 afwerkingShulpStukken

Deze hulpstukken worden vervaardigd door het plooien van staalplaten met een dikte van 0,75 mm en een veranderlijke lengte tot hoogstens 8 m.

De afwerking van deze platen is dezelfde als die van de bekledingen van de sandwichplaten VULCASTEEL.

De standaardhulpstukken worden beschreven in de handelsdocumentatie en omvatten onder meer doorvoerings- en nokelementen.

Cf. hoofdstuk 5 “Verwerking”.

3.2.2 BeveStigingS- en dichtingShulpStukken

Bevestiging op houten ondergrond : fig. 6

– zelftappende schroef van warm verzinkt staal 6.3 mm (conform STS 04 § 06.84), lengte berekend volgens STS 31 § 13

– Beugel van verzinkt en gelakt staal met dichtings-ring type onderlegnop EPDM.

Bevestiging op metalen of betonnen ondergrond fig.7.

– zelftappende schroef f 6,3 mm in warm verzinkt staal

– beugel van verzinkt en gelakt staal met dichtings-ring type onderlegnop EPDM.

Bijkomende dichting : fig. 8.

De bijkomende dwarsdichting (butyldichting) wordt aangebracht op de onderste geribde plaat, vooraleer de bovenliggende plaat wordt geplaatst, ter hoogte van de gording, zo dicht mogelijk op de aslijn van de bevestigingen, langs de kant van de vrije rand van de bovenste plaat.

4. Fabricage en commercialisering

4.1 Productiefasen en -plaats

De panelen VULCASTEEL worden geproduceerd

door de firma ISOMETALL S.A. in de fabriek van Manhay – België.

De steenwol wordt geproduceerd door de firma Rock-wool in de fabriek van Gladbeck in Duitsland.

Het staal komt van de grootste staalproducenten van Europa met naleving van de beschreven normen.

Het paneel zelf wordt continu vervaardigd door een kern van vooraf gereconstrueerde (heroriëntering van de vezels) steenwol te verlijmen tussen twee stalen platen - beschreven in § 2.1 - die stroomop-waarts in de productielijn zijn geprofileerd.

Verlijming met een polyurethaanlijm met twee componenten. Deze lijm wordt op de staalplaat ver-stoven.Op elke verpakking is een identificatiefiche met de volgende informatie aangebracht: naam van de klant, referentie van de bestelling, aantal en lengte van de platen, dikte van de isolatie, dikte en kleur van de buitenbekleding. Een markering aan de rand van de plaat (in de overlappende golf) vermeldt de productiedatum, de identiteit van de klant en de referentie van de bestelling.

4.2 Verkoop

De VULCASTEEL-platen worden in de handel gebracht door de onderneming nv ISOMETALL die niet zelf voor de plaatsing instaat. De panelen mogen alleen geplaatst worden door plaatsers die rotswolpanelen kunnen plaatsen volgens de regels van de kunst.

5. Verwerking

5.1 Paneel

5.1.1 keuze van de Bekleding van de plaat

De oppervlaktebekleding van de plaat wordt in samenspraak met de fabrikant gekozen volgens het klimaat waarin de plaat wordt geplaatst (kuststreek, industriële omgeving, enz.).

5.1.2 keuze van de kleur

De kleur kan vrij uit het RAL-staalboek worden gekozen.

5.2 Verpakking, vervoer en opslag

In figuur 9 is een pakket platen afgebeeld.

In de pakketten bevindt zich om de meter een blok polystyreen om de pakketten te kunnen stapelen. De pakketten kunnen op twee manieren worden behandeld :

– De eerste manier bestaat erin een vorkheftruck

�/�2 ATG 05/2633

te gebruiken. De tussenafstand van de vork moet echter in verhouding staan tot de lengte van de te verplaatsen pakketten.

– De tweede manier is een hijskraan te gebruiken; een hijsjuk is verplicht en er moet een hoekijzer worden gebruikt om de stroppen uit elkaar te houden bij het opnemen van de panelen.

De plaat moet op de bouwplaats voorzichtig be-handeld worden. Het paneel moet op de snijkant worden gedragen. Aangezien de panelen vrij zwaar zijn is het aangewezen een hijssysteem en hijsjuk met zuignappen te gebruiken.

De snijkanten moeten met het gepaste gereedschap worden uitgevoerd. Daarbij mag geen slijpschijf worden gebruikt. Er moet ofwel een steekzaag (wipzaag met blad voor staalplaat), ofwel een plaatknabbelschaar , ofwel een radiaalzaag met gepaste draaisnelheid en geschikt blad gebruikt worden. Vergeet niet het dak te vegen op het einde van de werkdag en aan het einde van de werken.

De pakketten zijn afgedekt met een polyethyleen-film. Zo zijn de platen beschermd tegen regen. Als de platen tijdelijk worden opgeslagen (hoogstens een week), moeten geen bijzondere voorzorgen worden genomen. Voor langere periodes is het aanbevolen ze onder een afdak op te slaan.

5.3 Ontwerp en uitvoering

5.3.1 referentievoorSchriften

De belastingen worden bepaald volgens de onder-staande normen :

– NBN B03-001 : inwerking op gebouwen– NBN B03 - 103 § 5.2 : niet begaanbare daken

(< 10 %) behalve voor onderhoud– NBN B03-002-1 en 2 : wind– NBN B51-001 § 1.1.4.4 : sneeuw.

5.3.2 plaatSing

5.3.2.1 Minimumbreedte van de steunbalken

De platen worden geplaatst op houten of metalen gordingen met een breedte van minstens :

– Metalen gordingen : 40 mm– Houten gordingen : 60 mm.

5.3.2.2 Tussenafstand van de steunbalken.

De maximale overspanningen zijn vermeld in onderstaande tabellen in functie van de aard van de belastingen en de plaatsingswijze. Deze maxi-male overspanningen werden bepaald volgens de NF- P 34-503.

De berekeningscriteria zijn :

– vervorming ≤ 1/200ste– veiligheidscoëfficiënt ≥ 2– neerwaartse puntlas ≤ 200 daN.

Het hoogste toegelaten overstek aan het uiteinde van de platen (aan de dakvoet of nok) mag niet meer bedragen dan 1/10de van de overspanning vóór dit overstek.

De onderstaande tabellen geven de toegelaten opwaartse en neerwaartse belastingen (in daN) zonder bevestiging van de bedekking in functie van de overspanning (in m).

De totale neerwaartse belastingen omvatten het eigen gewicht van de plaat plus de gebruiks-belastingen (onderhoud of sneeuw).

De opwaartse belastingen vertegenwoordigen de krachten die te wijten zijn aan de onderdruk van de wind.

De proeven verricht in het WTCM (rapport 1-2113) tonen aan dat de prestaties van de panelen bij druk en onderdruk vergelijkbaar zijn.

ATG 05/2633 5/�2

0,63* / 0,40** 0,63*/ 0,50** 0,75*/ 0,40** 0,75*/ 0,50**

Isolatie (mm) Overspan­ning (m)

2 steunen 3 steunen 2 steunen 3 steunen 2 steunen 3 steunen 2 steunen 3 steunen

50 2 140 160 150 165 145 160 150 165

2.25 120 140 135 145 125 140 130 145

2.50 100 120 105 125 105 125 110 135

2.75 80 105 85 105 85 105 90 105

60 2 170 180 180 185 175 185 180 185

2.25 145 160 150 165 150 160 155 155

2.50 130 145 135 145 125 140 130 145

2.75 95 115 100 120 100 120 105 120

3 80 100 85 105 80 100 85 105

80 2 225 215 230 220 225 220 235 220

2.25 190 195 195 195 195 195 200 195

2.50 160 170 170 170 165 170 175 175

2.75 130 145 140 145 135 145 140 150

3 110 125 115 130 110 130 120 130

3.25 90 110 95 110 95 110 100 115

3.50 65 95 85 100 80 100 90 105

100 2 255 230 260 230 255 230 260 235

2.25 220 205 225 205 225 205 230 210

2.50 190 180 195 185 190 180 195 185

2.75 155 155 165 160 160 160 165 160

3 135 140 140 140 135 140 140 140

3.25 115 120 120 125 120 120 120 125

3.50 100 110 105 115 105 110 105 115

3.75 85 100 90 105 90 105 95 105

4 80 90 80 95 80 945 85 95

120 2 275 240 280 240 275 240 280 240

2.25 240 215 245 215 240 215 250 215

2.50 210 190 215 190 210 190 220 190

2.75 180 165 180 165 180 165 185 170

3 150 145 155 150 155 145 160 150

3.25 130 130 135 130 135 130 140 135

3.50 115 115 120 120 120 120 125 120

3.75 105 105 105 110 105 115 110 115

4 90 100 95 100 95 100 100 105

140 2 290 245 295 245 290 245 295 245

2.25 255 220 260 220 260 220 260 220

2.50 225 195 230 195 225 195 230 195

2.75 195 170 195 175 195 175 200 175

3 165 150 170 155 170 155 175 155

3.25 145 135 150 140 145 145 155 140

3.50 130 125 135 125 130 125 145 125

3.75 115 115 120 115 120 115 135 115

4 105 105 110 110 105 105 110 110

* dikte buitenplaat

** dikte binnenplaat

6/�2 ATG 05/2633

5.3.3 helling

Bij normaal gebruik wordt een helling van meer dan of gelijk aan 10 % voorgeschreven.

Van 7 % tot 10 % : onder de nok een sluitstuk in op maat gesneden zacht schuim voorzien.

Van 5 % tot 7 % : onder de nok een sluitstuk in op maat gesneden zacht schuim voorzien + een bijkomende dichting bovenaan de ribben van de langsverbindingen. Het dakvlak mag geen enkele onregelmatigheid vertonen (doorvoering, dwars-voegen), wat de lengte van het dakvlak tot 14 m beperkt.

Bij een helling van minder dan 5 % mag de plaat niet worden gebruikt.

5.3.4 Bedekking

De overlapping in de langsrichting wordt ver- kregen doordat de 'inschuivende' rib en de 'overlap-pende' rib van de aanpalende plaat in elkaar vallen. Zij wordt uitgevoerd in de tegenovergestelde richting van de overheersende wind. Voor een helling ≤ 7% is de bijkomende langsdichting verplicht.

De overlappingen in de dwarsrichting worden in de fabriek met een overstekend buitenplaatstuk uitgevoerd.

Men onderscheidt 2 gevallen :– met bijkomende enkelvoudige dichting: de helling

van het dak is > dan 10 %– met bijkomende dubbele dichting: de helling van

het dak is ≤ dan 10 %

Definitie van de ruwheidsklassen voor België: NBN B03-002-1 § 5.3.

Klasse I : kustzone die zich uitstrekt tot 20 km in het binnenland.

OVERLAPPING IN DE LENGTEHelling (1) RUWHEIDSKLASSEN

Klasse 1 Andere7 ≤ P ≤ 10 Geval niet voorzien 300 mm10 ≤ P ≤ 15 300 mm 200 mmP > 15 200 mm 150 mm

(1) Hellingen tussen 5 % en 7 % zijn toegelaten op voorwaarde dat er geen dwarsoverlapping is en dat de dichtheidsvoor-waarden van § 5.3.3 nageleefd worden.

5.3.5 BeveStigingen

5.3.5.1 Plaats van de bevestigingen

De bevestigingen worden op de top van de hoofdrib-ben geplaatst.

5.3.5.2 Verdeling van de bevestigingen

Men plaatst één bevestiging per rib en per gording, ongeacht de helling.

5.3.5.3 Langsnaad

De panelen worden in hun langsoverlapping met zelftappende naadschroeven aan elkaar bevestigd om een behoorlijke dichting te verkrijgen. De ver-deling van deze naadschroeven wordt in onder-staande tabel weergegeven.

Overspanning L (m)

Normale locatie met afschot > 10 % (1)

Blootgestelde locatie (2) of afschot ≤ 10% voor alle locaties

L ≤ 2 L L/22 < L ≤ 3.50 L/2 1 mL > 3.50 1 m. 1 m

5.3.5.4 Bijzondere werken

– Goot (fig. 10).

Ter hoogte van de muurplaat mag het overstek (d) niet meer bedragen dan 1/10de van de toegelaten overspanning van de plaat; Hij ligt dus tussen 80 mm ≤ d ≤ 300 mm.

De dakbedekking wordt aan de dakgoot aange-sloten :

– ofwel met een metalen sluitstuk– ofwel met een gootstrook met een sluitstuk in

schuim– ofwel door een omgeslagen rand van de geribde

plaat die dienst doet als druiplijst

– Zijgevel (fig. 11)

De dakranden worden bekleed met randstroken die de uiterste rib van de laatste plaat in het dakvlak bedekken. De randstroken worden tegelijk met de plaat op de gordingen bevestigd, zodat de afstand tussen de randrib en de rand van het dak minder dan of gelijk is aan 350 mm. Zo nodig moet een plaat worden versneden om deze afstand te ver-krijgen. De omslag van de randstrook wordt op de gevel (stormbord, zijbekleding, enz.) bevestigd met schroeven of waterdichte klinknagels, afhankelijk van het geval. De dakranden tegen muren worden bekleed met randstroken met een opstand van minstens 100 mm. Deze moet worden bedekt met een loketstrook.

– Dakranden tegen muren (fig. 12)

– Nok (fig. 13).

De noklijsten worden tegelijk met de platen beves-tigd. - de noklijsten met diepgetrokken randen mogen

op daken met om het even welke helling worden geplaatst

(1) De bevestiging van de ribben van de langsoverlapping op de gordingen wordt eveneens als een naad beschouwd als ze op de top van de rib wordt aangebracht.

(2) Blootgestelde zone: kustzone die zich uitstrekt tot 20 km in het binnenland.

ATG 05/2633 �/�2

- de noklijsten met ingesneden randen mogen worden gebruikt op daken met een helling > 10 % en vanaf 7 % als men platen met naar boven geplooide randen gebruikt.

- de halve noklijsten met flens en ingesneden randen mogen worden gebruikt vanaf 7 %.

– Noklijsten tegen steunmuren en aansluitin­gen (fig. 14).

Loketstrook met insnijding. Er kan een onder-nokstuk worden geplaatst waardoor het geheel gemakkelijker kan worden opgevuld. Minimum hoogte van de opstand 100 mm; deze moet worden bedekt met een loketstrook, minimum overlapping van het paneel 120 mm.

– Hoekkepers, schuine nokken.

De hoekkepers worden volgens dezelfde principes ontworpen en uitgevoerd als de nokstukken.

Ieder werkstuk; vormt een afzonderlijk geval dat wordt uitgevoerd met speciale stukken die mogelijk op de bouwplaats moeten worden gesneden of ge-plooid.

– Aansluiting van doorvoeringen

Van het aantal, de afmetingen en de schikking van de doorvoeringen en de nodige versterkingen moet een speciale studie worden gemaakt.

In deze paragraaf wordt alleen de aansluiting van de dakbedekking met de hulpstukken voor doorvoeringen behandeld. Onderlinge aansluiting valt niet onder dit document. Doorvoeringen zijn werkstukken die zich binnen het oppervlak van de dakbedekking bevinden (schoorstenen, ramen, leidingen).

Het werkstuk wordt uitgevoerd met in de fabriek geprefabriceerde hulpstukken die op dezelfde wijze als de platen in het strekkend dakgedeelte worden geplaatst en bevestigd.

Doorvoeringen van meer dan 400 mm breed of lang moeten rondom worden uitgewerkt met ravelingen.

Wanneer één enkele rib wordt doorgesneden, moet ze worden ondersteund met een versterkingsplaat, eventueel in het hulpstuk ingewerkt.

De aansluitingen met schoorstenen en ramen kun-nen als volgt worden uitgevoerd:

– door het gebruik van raamplaten die worden geplaatst zoals de profielen in het strekkend dakgedeelte

– door het gebruik van een geprefabriceerd frame dat wordt aangebracht op de plaat waarin de uit te voeren opening vooraf is uitgesneden. Dit

frame wordt rechtstreeks op de plaat bevestigd met naadschroeven of klinknagels. Aan de aan-sluiting met de doorvoeringen moet ervoor worden gezorgd dat de dakbedekking doorloopt.

6. Prestaties

6.1 Kenmerken van de isolatie

Thermische eigenschappen van de isolatie

De waarde D van de steenwol bedraagt 0.040 W/mK

Bij geheroriënteerde vezels wordt deze waarde 0.044 W/mK (proeven van het WTCB - december 2003).

Onderstaande tabel bevat de waarden voor de ther-mische weerstand van de VULCASTEEL-panelen.

Dikte van de isolatiekern

Thermische weerstand Risol in strekkend gedeelte (m² K/W)

50 mm 1.1060 mm 1.3580 mm 1.80100 mm 2.25120 mm 2.70140 mm 3.15

7. Onderhoud ­ renovatie

7.1 Normale onderhoud

De duurzaamheid van het materiaal hangt af van de manier waarop het dak onderhouden wordt.

Het normale onderhoud omvat met name:

– het periodiek verwijderen van bladeren, onkruid, mos en andere afzettingen en vreemde voorwerpen;

– het in goede staat houden van de doorlopendheid van de bekledingen bij toevallige beschadiging.

7.2 Renovatie

De renovatie van de buitenwand in voorgelakte staalplaat gebeurt op de volgende manier:

– afwassen met een wasmiddel van het type Saint Marc

– naspoelen met zuiver water– drogen– bij met polyester voorgelakte platen: bijwerken

met muurverf voor buitentoepassingen. Met plastisol en polyvinylideen voorgelakte platen moeten worden gerepareerd met de door de fabrikant voorgeschreven verf. Naargelang van de gebruikte verf moet het product met de kwast of met het pistool worden aangebracht.

7.3 Vervanging van een paneel

Om een plaat te vervangen worden de bevestigingss-chroeven langs de gesloten en langs de open golfkant verwijderd, om deze plaat te kunnen wegnemen en terug te plaatsen.

�/�2 ATG 05/2633

Fig. 2 : Oriëntering van de vezels

Fig. 3 : Binnenplaat

Fig. 4 : Langszijden

overheersende winden

ATG 05/2633 �/�2

Fig. 5 : Dwarszijden

Butylvoeg

Dubbele butylvoeg

Overlapping

Overlapping

�0/�2 ATG 05/2633

Fig 6 : Bevestiging op houten ondergrond Fig 7 : Bevestiging op metalen ondergrond

Dichtingsvoeg'butyl

Fig 8 : Bijkomende'dichting

Fig 9 : Pak

Omwikkeld door rekfolieOpeenstapeling van de panelen

sluitstuk afdekking schuim

Fig 10 : Goot

ATG 05/2633 ��/�2

Fig. 11 : Zijgevel

opvulling met isolatiemateriaal

loketslab

opvulling met isolatiemateriaal

Fig 12 : Rand tegen muur

opvulling met isolatiemateriaal

opstand

dubbel ingesneden nokstuk

ondernokstuk

polyethyleen sluitstuk

Fig 13 : Nok

�2/�2 ATG 05/2633

Fig 14 : Noklijsten tegen steunmuren en aansluitingen

noklijst

opstand

opvulling met isolatiemateriaal

ondernokstuk

loket

polyethyleen sluitstuk

G O E D K E U R I N G

Beslissing

Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991).

Gezien de door de firma ISOMETALL NV ingediende aanvraag (A/001118).

Gezien het advies van de Gespecialiseerde Groep “DAKEN” van de Goedkeuringscommis-sie, uitgebracht tijdens haar vergadering van 13 december 2004 op basis van het verslag voorgedragen door het Uitvoerend Bureau “Daken - Toebehoren” van de BUtgb.

Gelet op de door de fabrikant getekende overeenkomst waardoor hij zich onderwerpt aan de permanente controle op het naleven van de voorwaarden van deze goedkeuring.

Wordt de technische goedkeuring met certificatie verleend aan de onderneming ISOMETALL voor het product VULCASTEEL (id. Dak, paneel, isolatie) rekening houdend met de bovenstaande beschrijving.

Deze goedkeuring dient te worden hernieuwd op 25 januari 2008.

Brussel 26 januari 2005. De directeur-generaal,

V. MERKEN