Beleidsplan Hapin 2003 2005

33
Stichting HAPIN Partner met Papua Beleidsplan 2003 -2005

description

Beleidsplan 2003-2005

Transcript of Beleidsplan Hapin 2003 2005

Page 1: Beleidsplan Hapin 2003 2005

Stichting HAPINPartner met Papua

Beleidsplan 2003 -2005

Page 2: Beleidsplan Hapin 2003 2005

Partner met Papua

Beleidsplan 2003-2005Stichting Hulp Aan Papua's In Nood

Stichting HapinPartner met Papua

Utrecht 2003

Page 3: Beleidsplan Hapin 2003 2005

2

Inhoudsopgave

Voorwoord (3)

1. Verandering in onzekerheid: de context van samenwerking in Papua (4)

2. Profiel en visie2.1 Doelstelling en werkwijze (6)2.2 Uitgangspunten en positie (7)2.3 Ruimte aan richting geven, samenwerking in partnerschap (8)

3. Beleid en prioriteiten 2003-2005 3.1 Uitwerking doelstelling (8)3.2 Versterking op basisniveau: armoede bestrijding,

'empowerment' en de toegang tot markten en voorzieningen (9)3.3 Onderwijs en 'capacity building' (9)3.4 Positie en mogelijkheden van vrouwen (11)3.5 Dialoog, verzoening en samenwerking (12)3.6 Vluchtelingen Papua New Guinea (12)3.7 Informatie en educatie (12)3.8 Professionalisering en deskundigheidsontwikkeling Hapin (13)

4. Strategieën4.1 Ontwikkelingsperspectief (13)4.2 Kleinschalige projecten op basisniveau (14)4.3 Onderwijs en 'capacity building' (15)4.4 Bijzondere projecten (17)4.5 Informatie, publieksvoorlichting, educatie en representatie (17)4.6 Ontwikkeling eigen organisatie (18)4.7 Fondswerving en donateurs (19)4.8 Samenwerking in Nederland (20)4.9 Samenwerking in Papua (20)

5. Organisatie en werkwijze5.1 Ontwikkeling interne organisatie structuur Hapin (21)5.2 Papua Adviesraad (22)5.3 Financiële meerjaren ontwikkeling (23)5.4 Beoordelingscriteria (24)5.5 Beoordelingsprocedures (25)5.6 Monitoring en evaluatie (26)

6. Nawoord: de meerwaarde van Stichting Hapin (28)

Bijlage De mensen achter Stichting Hapin (29)

Page 4: Beleidsplan Hapin 2003 2005

3

Voorwoord

Sinds het vorige meerjarenbeleidsplan van Stichting Hapin, Een steen in de rivier, is inmiddelsruim vijf jaar verstreken. Voor Papua, toen nog officieel Irian Jaya, zijn dat turbulente jarengeweest. De machtswisselingen binnen de Republiek Indonesië en de ontwikkelingen die daaropvolgden, hebben nieuwe perspectieven geboden, maar hebben eveneens geleid tot nieuweonzekerheden, problemen en conflicten. In deze periode heeft het streven van de Papua-volkenom zelf richting te kunnen geven aan de eigen toekomst, zowel regionaal als internationaal, eenduidelijke stem gekregen. Tegelijkertijd zijn de noden van de Papua-volken rond marginalisering,armoede, recht en onmacht, niet in omvang afgenomen.

De primaire doelstelling van stichting Hapin zoals die sinds haar oprichting in 1972 vankracht is, de directe ondersteuning van de autochtone Papua-volken van het voormaligeNederlands Nieuw-Guinea, blijft onverminderd van belang. De context van internationale(ontwikkelings)samenwerking binnen Papua is echter aanzienlijk veranderd. Veranderingen diezowel nieuwe vragen hebben opgeroepen als nieuwe uitdagingen en mogelijkheden hebbengecreërd. Niet alleen zijn de verhoudingen binnen Papua veranderd, maar ook hebben deNederlandse overheid en de grotere mede-financieringsorganisaties op het terrein vaninternationale samenwerking -weer- toegang gekregen tot Indonesië en daarmee tot Papua.

Voor Stichting Hapin vormen deze ontwikkelingen een belangrijke stimulans om de eigen visie,ambities en beleidsvoornemens opnieuw te formuleren zodat deze beter aansluiten bij de huidigesituatie. Daarbij gaat het niet om een breuk met de voorgaande jaren, maar voor een deel om hetsystematiseren en uitwerken van een aantal keuzen dat sinds 1997 is gemaakt en voor een anderdeel om het benoemen van de thema's die de komende tijd aandacht zullen vragen. Een tweedemotief om te komen tot dit beleidsplan wordt gevormd door de ontwikkeling die Hapin alsorganisatie heeft doorgemaakt en wil voortzetten. Een belangrijk deel van de voornemens uit heteerdere beleidsplan is gerealiseerd, waaronder een professionalisering van de eigen organisatie, hetverkrijgen van het keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving, samenwerking met andereorganisaties -in het bijzonder met Novib- en, vooral, de opbouw van een lokale adviesstructuur inPapua. Tegelijkertijd is dit proces niet afgerond en acht Hapin het noodzakelijk dat de eigenexpertise en uitvoeringscapaciteit worden verbeterd en vergroot.

Wij streven ernaar dat dit beleidsplan inzicht biedt in de werkzaamheden van Stichting Hapin enbijdraagt aan de verdere ontwikkeling daarvan. Met hulp van onze donateurs en partners hopenwij daarmee gestalte te kunnen blijven geven aan de zo noodzakelijke steun aan de in hun bestaanbedreigde Papua-volken.

Dr Wieger Bakker (voorzitter)Drs Wietse Tolsma (directeur)

Utrecht, 5 juli 2003

Page 5: Beleidsplan Hapin 2003 2005

4

1. Verandering in onzekerheid: de context van samenwerkingin Papua

AchtergrondHet aftreden van Suharto als president van de Republiek Indonesië in 1998 markeerde voorPapua het begin van een periode van turbulente en veelvormige verandering. Ontwikkelingen inde richting van openheid, democratie en autonomie gingen en gaan gepaard met strijd om hetbehoud of het verwerven van politieke, economische of culturele machtsposities. Het is voorPapua een veranderingsproces dat mee beïnvloed wordt door de gevolgen van economische crisesen globalisering, duurzame politieke instabiliteit die mede tot uitdrukking komt in een snelleopeenvolging van presidentschappen (Habibi, Gus Dur, Megawati), door deels etnisch ofreligieus gekleurde conflicten die vanuit andere delen van Indonesië Papua binnendringen éndoor gewelddadige incidenten binnen Papua die vaak gekenmerkt worden door een onduidelijketoedracht en achtergrond. Van dat laatste zijn het geweld in de Baliemvallei in oktober 2000, demoord op de voorzitter van het Papua Presidium Theijs Eluay in november 2001, de beschietingeind augustus 2002 bij Timika van medewerkers van de Amerikaanse kopermijn FreeportMcMoran en het geweld gedurende de eerste helft van 2003 in Wamena/Wasior bekendevoorbeelden.

De genoemde veranderingen hebben veel energie losgemaakt bij de bevolking, maarhebben ook veel van de bevolking gevergd. Dat geldt vooral voor het streven van de Papua-volkenom zelf vorm te geven aan de eigen toekomst. De intensivering én institutionalisering van hetoverleg daarover kreeg gestalte in met het Papua Congres en met de installatie van het PapuaPresidium. Op verschillende niveaus -lokaal, nationaal en in internationaal verband- wordtaandacht besteed aan het monitoren en publiek maken van de situatie in eigen land. De naamPapua is in de plaats gekomen van Irian Jaya en in 2001 werd een speciale autonomie wet vankracht die de bevoegdheden van de regionale overheid verruimt en een groter deel van denatuurlijke rijkdommen aan Papua zelf ten goede moet laten komen, maar die eveneens sterk terdiscussie staat en die medio 2003 bovendien onder druk staat rond activiteiten om Papua in drieprovincies op te delen.

ZorgenDe reikwijdte en duurzaamheid van de ontstane ruimte is onduidelijk. Toezeggingen vanuit hetcentrale niveau blijken soms van tijdelijke aard, voor meerdere uitleg vatbaar en staan regelmatigop gespannen voet met lokale praktijken waar incidenten rond de schendingen vanmensenrechten worden gemeld. Publieke debatten over de -staatkundige- toekomst van Papua enkritiek op de autoriteiten worden afwisselend getolereerd en bestreden. Repressie en de angst voorde repressie van publieke manifestaties rond de autonomie van Papua, lijken de afgelopen tijdweer te zijn toegenomen. Het streven naar zelfstandigheid versus het gestalte geven aanautonomie binnen het staatsverband van de Republiek Indonesië, vormt een voortdurende bronvan politieke en maatschappelijke spanningen. Dit alles maakt de verhoudingen binnen Papua ende perspectieven op de toekomst complex, ambigue en onzeker.

Gedurende de afgelopen jaren is de sociale en economische situatie van de Papua-volkenniet verbeterd. In een aantal opzichten lijkt deze zelfs verslechterd te zijn. De maatschappelijkeonrust die met de politieke turbulenties gepaard ging en de verslechterde economischeomstandigheden hebben verschillende negatieve gevolgen gehad. In vooral de stedelijke gebiedenheeft dit bijgedragen aan ontsporingen en een toename van geweld en hebben zich nieuweproblemen ontwikkeld rond de jeugd in termen van trauma's, uitval uit het onderwijs endrugsgebruik. In met name het zuiden van Papua neemt de Aids-problematiek toe met allegevolgen voor de ontwrichting van lokale gemeenschappen van dien. De toegang totvoorzieningen op de terreinen van zorg, onderwijs en recht is niet of nauwelijks verbeterd en detoegang van -traditionele- gemeenschappen tot lokale markten is met de voortdurende immigratieeerder afgenomen dan toegenomen. De positie van vrouwen is zorgwekkend; zowel waar het gaat

Page 6: Beleidsplan Hapin 2003 2005

5

om geweld dat tegen vrouwen is gericht als waar het gaat om het onvoldoende benutten van debijdrage die zij kunnen leveren aan de ontwikkeling van gemeenschappen. Grote delen van dePapua-bevolking leven in armoede en kunnen nauwelijks in hun levensonderhoud voorzien. Eenbelangrijk probleem is dat de corruptie, collusie en nepotisme, die onder het bewind van Suhartoeen grote vlucht hadden genomen, niet alleen meer onder de 'oude' bestuurderselite is te vinden,maar onder de speciale autonomie alle lagen van de bevolking heeft besmet inclusief (lokale)bestuurders vanuit de Papua-gemeenschap.

InitiatievenTegenover deze schets van de problemen waarmee Papua te maken heeft staan ook initiatievenom die problemen tegemoet te treden. Met vaak beperkte middelen worden vanuit kerkelijkeorganisaties, mensenrechtenorganisaties en onderwijsinstellingen initiatieven ontplooid die zijngericht op dialoog, verzoening en de bescherming van mensenrechten; waar mogelijk metdeelname en medewerking van burgerlijke en militaire autoriteiten. Op lokaal niveau bestaan velekleinere ngo's, die de bevordering van het welzijn van de autochtone Papua bevolking nastreven.Deze organisaties en initiatieven zijn veelal bescheiden in omvang en hebben slechts debeschikking over beperkte middelen en deskundigheden. Desondanks vormen deze organisatiesde basis voor de verdere ontwikkeling van een civil society waarin de belangen van de bevolkingeen stem krijgen tegenover politieke en economische machten en die een tegenwicht kan biedentegen de krachten die de tegenstellingen binnen de pluriforme samenleving van Papua versterken.Een versterking van de middelen en competenties van deze organisaties vormt een belangrijkaangrijpingspunt voor internationale- of ontwikkelingssamenwerking met Papua.

Daarnaast worden op het basisniveau van de samenleving, het zogenoemde grassroot-level, vele kleinschalige initiatieven ontplooid die gericht zijn op het verbeteren van deeconomische positie en op de verbetering van en de toegang tot onderwijs en zorg. Ten dele zijndeze initiatieven verbonden met de hierboven genoemde lokale ngo's, maar vaak gaat het ominitiatieven van kleine samenwerkingsverbanden binnen de lokale gemeenschap. Ook dezeinitiatieven vormen een aangrijpingspunt voor internationale- of ontwikkelingssamenwerking.Succesvolle initiatieven op het basisniveau van de samenleving kunnen een belangrijke bijdrageleveren aan de duurzame bestrijding van armoede en ruimte scheppen voor het zelf richting gevenaan de eigen ontwikkeling. In het bijzonder de vergroting van de capaciteiten op lokaal niveauom dergelijke initiatieven ter hand te nemen verdient bijzondere aandacht; daarbij gaat het zowelom aanvullende middelen, versterking van deskundigheden als om de organisatorischevormgeving.

Internationale samenwerkingDoor de Papua-bevolking en door de organisaties van Papua's is de afgelopen jaren intoenemende mate een beroep gedaan op steun vanuit de internationale gemeenschap en op steundoor organisaties op het terrein van internationale samenwerking. Dat beroep betreft enerzijdssteun voor het streven naar autonomie en zelfstandigheid, onder verwijzing naar deomstandigheden in de zestiger jaren waaronder Papua onderdeel werd van de RepubliekIndonesië. Anderzijds betreft dat beroep directe steun bij de verbetering van de sociale eneconomische positie van de Papua's. Daarbij wordt vanuit de historische banden tussenNederland en Papua, een bijzonder beroep gedaan op de Nederlandse overheid en opNederlandse non gouvernementele organisaties.

In de afgelopen jaren zijn internationaal, en ook vanuit Nederland, de aandacht en demogelijkheden voor internationale samenwerking met Papua toegenomen. Dit heeft geleid toteen aanzienlijke intensivering van de activiteiten van -grotere- ngo's in Papua. Naast de politiekeen maatschappelijke onrust waar deze organisaties mee geconfronteerd worden, vormt debeperkte aanwezigheid van qua omvang en deskundigheid geschikte lokale partners een rem op demogelijkheden tot effectieve internationale samenwerking.

Page 7: Beleidsplan Hapin 2003 2005

6

Het is binnen deze context dat Hapin een bescheiden rol in de internationale(ontwikkelings)samenwerking probeert te vervullen die bijdraagt aan het realiseren van de rechtenen belangen en aan het verruimen toekomstmogelijkheden van de Papua-volken.

2. Profiel en visie

2.1 Doelstelling en werkwijze

Achtergrond doelstellingD e w i j z e w aar o p aan he t e i n d van de z e s ti g e r jar e n he t do o r N e d e r l an d e n de VN aan de P apu a' s to e g e z e g de re c h t o p z e l f be s c hi k k i n g , bi j de im p l e m e n tat i e van de z o g e n o e m d e 'Ac t o f Fr e e C ho i c e ' , m e t vo e te n w e r d ge tr e de n , vo r m d e be g i n jar e n z e ve n ti g de di r e c t e aan l e i di n g to t de o pr i c h ti n g van S t i c hti n g Hapi n . D e be n ar d e e n ac h te r g e s te l d e po s i ti e van de Papua-v o l k e n in hu n e i g e n lan d di e vo l g de o p de in l i j vi n g bi j de Re pu bl i e k In do n e s i ë in 19 69, o n de r de naam Ir i an Jay a, e n de ge r i n g e aan d ac h t daar vo o r bi n n e n N e d e r l an d e n bi n n e n de in te r n ati o n al e ge m e e n s c hap vo r m de si n ds di e n de ac hte r g r o n d van de ac ti vi t e i t e n .

V an af haar o pr i c ht i n g i n 197 2 he e f t Hap i n z i c h to t do e l ge s t e l d "h e t we l z i j n (t e be h ar t i g e n ) van de in no o d ve r k e r e n de au to c hto n e be vo l k i n g van he t vo o r m al i g e N e de r l an d s N i e uw - G ui n e a(W e s t P apo e a o f We s t Ir i an ), do o r haar al l e m o g e l i j k e f i n an c i ë l e , m ate r i ë l e e n m o r e l e ste u n te ve r l e n e n " (ar ti k e l 2 li d 1 S tat uut S ti c hti n g Hapi n ). In de daar o pv o l g e n de de c e n n i a nam de ac tual i t e i tvan de do e l s te l l i n g van Hapi n e e r d e r to e dan af . D e ac h te r s t e l l i n g van de Papua-vo l k e n k w am naar vo r e n o p z o w e l e c o n o m i s c h, so c i aal , c ul tur e e l al s po l i t i e k te r r e i n . Tr an s m i g r at i e van e n k e l e ho n de r d-du i z e n d e n In do n e s i ë r s e n de gr o o t s c h al i g e e x pl o i t ati e van bo de m s c hatte n he b be n e r ge z am e n l i j k to e g e l e i d dat vo o r de o o r s p r o n k e l i j k e e c o n o m i e van de P ap ua' s ste e ds m i n d e r pl aat s w as te r w i j l de n i e u w e e c o n o m i e nauw e l i j k s pl aats bo o d aan de P apu a' s . He t ve r z e t hi e r t e g e n van ui t de P apu ag e -m e e n s c h app e n k o n lan g e ti j d re k e n e n o p str e n g e re p r e s s i e do o r de lo k al e au to r i t e i t e n e n he e f t i n de l o o p de r jar e n dui z e n de n sl ac ht o f f e r s ge ë i s t. S am e n g e vat z i j n de Papu a-v o l k e n de af g e l o p e n de c e n n i ahe t sl ac ht o f f e r ge w o r d e n van i n t e r n ati o n al e m ac ht s p o l i ti e k , e e n pr o bl e m ati s c he de k o l o n i s at i e , e e n di s c utabe l e e xp l o i tati e van bo d e m s c h att e n e n van de z o g e n o e m d e 'J avan i s e r i n g ' van de sam e n l e vi n g . T e g e l i j k e r t i j d m o e s te n z i j ve e l al de m i dd e l e n e n vaar d i g h e d e n o n t be r e n o m z i c h bi n n e n di e sam e n l e -vi n g e e n vo l w aar di g e e n e i g e n s t an di g e po s i ti e te ve r w e r ve n .

D e o n tw i k k e l i n g e n van de laats t e jar e n he b be n ni e t di r e c t ge l e i d to t e e n ve r be t e r i n g van de po s i ti e van Pap uav o l k e n , m aar he bb e n we l ge l e i d to t ve r an d e r i n g e n in de m o g e l i j k he de n o m de pr o b l e m e n te g e m o e t te tr e d e n . Al i s de duu r z aam he i d van de z e ve r an de r i n g e n no g o n z e k e r . Me e r dan vo o r he e n z i j n le de n van de Pap ua-g e m e e n s c happe n be t r o k k e n bi j de re g i o n al e po l i t i e k e n be s t uur e n bi j o r g an i s ati e s e n be d r i j ve n . Me e r dan vo o r he e n o o k is e r aan d ac ht vo o r Pap ua van ui ti n te r n ati o n al e go u ve r n e m e n te l e e n no n -g o uv e r n e m e n t e l e o r g an i s at i e s . Vo o r Hap i n vo r m de di t e e n s t i m ul an s o m z i c h te he r o r i ë n te r e n o p de m an i e r waar o p z i j haar do e l s te l l i n g in pr ak ti j k k an br e n g e n .

O n t w i k k e l i ng we r k w i j ze Hapi n i s van af haar o pr i c h ti n g e e n o n af han k e l i j k e par ti c ul i e r e o r g an i s ati e di e haar do e l s t e l l i n g r e al i s e e r t do o r ". . h e t o r g an i s e r e n van hul pac ti e s in al l e r l e i vo r m , in e n bu i te n N e d e r l an d " e n he t ". . c o n t ac t e n le g g e n e n o n d e r h o u de n m e t an d e r e o r g an i s at i e s wan n e e r he t ge s te l de do e l z u l k s we n s e l i j k m aak t" (Ar ti k e l 2, li d 2 e n 3). In de pr ak ti j k k o m t di t van o ud s he r ne e r o p he t m o bi l i s e r e n van st e u n e n he t we r ve n van f o n ds e n te n be ho e v e van ac ti v i te i t e n ge r i c ht o p he t ve r s te r k e n van de e c o n o m i -s c he , so c i al e e n c ul tur e l e po s i ti e van de Papua-vo l k e n e n o p de be s c he r m i n g van de (m e n s e n ) re c hte n van de Pap ua-vo l k e n . Van o ud s he r li g t he t ac c e n t o p de di r e c te o n d e r s te un i n g van ac t i vi te i te n i n P apu a vo o r e n do o r de i n he e m s e be v o l k i n g van Papua e n i n be p e r k te m ate o p ac ti vi te i te n vo o r de ui tP apu a af k o m s ti g e be vo l k i n g in Papu a N e w Gu i n e a. In e e n ge r i n g aan t al ge v al l e n wo r d e n ac t i v i te i te n i n N e de r l an d o n de r s t e un d di e z i j n ge r e l at e e r d aan de do e l s te l l i n g van Hap i n .

Page 8: Beleidsplan Hapin 2003 2005

7

D e bas i s vo o r de ac t i vi te i te n w e r d e n w o r d t ge v o r m d do o r de f i n an c i ë l e bi j dr ag e n van par t i c u l i e r e do n at e u r s waar v an he t aan t al an n o 200 2 ro n d de 9. 0 00 be dr o e g . In de lo o p van de jar e n he bb e n de we r k w i j z e e n de in ho u d van he t w e r k e n k e l e o n tw i k k e l i n g e n do o r g e m aak t . D e aan v an k e l i j k e nadr uk o p he t nat i o n aal e n i n t e r n ati o n aal o n de r de aan dac ht br e n g e n van de po s i ti e van de Pap ua-vo l k e n we r d aan g e v ul d m e t c o n c r e te st e u n ge r i c h t o p he t ve r s t e r k e n van di e po s i ti e . V o o r al he t ve r l e n e n van st ud i e b e ur z e n vo o r ho g e r o n d e r w i j s vo r m de e e n be l an g r i j k aan dac h ts g e bi e d e n vo r m t dat no g ste e ds . G aan de w e g w e r d o o k de o n d e r s te un i n g van k l e i n s c hal i g e lo k al e pr o j e c te n o p de te r r e i n e n van e c o n o m i e , o n de r w i j s e n ge z o n dh e i d be l an g r i j k e r . D e ui tbo uw e n ui tw e r k i n g van de ac ti vi t e i te n o p di t ge b i e d, in sam e n w e r k i n g m e t i n he t bi j z o n de r N o vi b, k e n m e r k t de o n tw i k k e l i n g van Hap i n ge d ur e n d e de af g e l o pe n jar e n .

I n he t ve r l e n g d e van de z e o n tw i k k e l i n g is van af 19 97 de we g in g e s l ag e n van e e n ge l e i de l i j k e pr o f e s s i o n al i s e r i n g van de w e r k w i j z e . D e o o r s pr o n k e l i j k o r g an i s ati e v o r m was di e van e e n k l e i n ' w e r k e n d' be s tu ur van vr i j w i l l i g e r s aan g e v ul d m e t e n k e l e vr i j w i l l i g e m e de w e r k e r s / ad vi s e u r s in N e de r l an d e n e e n be p e r k t aan tal c o n t ac t pe r s o n e n in P apu a. D e z e we r k w i j z e pas te ste e d s m i n d e r bi j de gr o e i van de o m van g van m i dd e l e n e n ac t i v i te i te n . D e laat s te vi j f jaar is e e n no g ni e t vo l to o i d e o n tw i k k e l i n g in g e z e t waar b i j be s tu ur e n ui tv o e r i n g ge s c he i de n z i j n e n ge w e r k t w o r d t m e t e e n k l e i n e pr o f e s s i o n e l e ui tv o e r e n de o r g an i s ati e i n N e d e r l an d aan g e vu l d m e t vr i j w i l l i g e m e de w e r k e r s . Par al l e l daar aan is i n P apu a e e n lo k al e adv i e s s t r uc tu ur o pg e z e t -de P a p u a A d v i e s r a a d , o o k we l ge n o e m d de P a p u a L oc a l Exp e r t S t r u c t u r e -, di e de br u g m o e t vo r m e n tu s s e n lo k al e in i t i at i e v e n e n Hapi n i n N e de r l an d e n di e bo v e n d i e n o n de r s t e u n i n g k an bi e de n aan (d e o n t w i k k e l i n g van ) de z e lo k al e i n i t i at i e ve n e n de vo o r t g an g k an m o n i to r e n .

2.2 Uitgangspunten en positie

Gericht op de situatie van de Papua-volken zijn de uitgangspunten die Hapin bij haar activiteitenhanteert:

o menselijke waardigheid en het recht op zelfbeschikking van iedereen;o aandacht voor de sociaal-economische en de sociaal-culturele aspecten van leven

en samenleven;o het belang van het kunnen verwerven van de mogelijkheden om zich individueel

en als gemeenschap te kunnen ontplooien en deel te kunnen nemen aaneconomie en samenleving;

o het belang van de vrijheid van meningsuiting en van de ruimte voorverscheidenheid in opvattingen;

o respect voor de culturele en sociale identiteit van mensen;o respect voor en de bescherming van mensenrechten;o verantwoordelijkheid voor de duurzaamheid van ontwikkelingen voor mens en

milieu.

Bij de positie van Hapin in Papua gaat het om de aard en omvang van de verhouding van Hapinmet lokale gemeenschappen, instellingen en met andere organisaties die in Papua werkzaam zijn.Hier past vooral bescheidenheid. Hapin is en blijft een organisatie met een beperkte omvang intermen van middelen en mogelijkheden. Bovendien leiden de complexiteit van de sociale enpolitieke omstandigheden en van de tegengestelde krachten binnen de samenleving, ertoe dateenduidige en eenvoudige oplossingen voor concrete problemen beperkt mogelijk zijn. Dit draagter mede toe bij dat Hapin vooral is gericht op kleinschalige initiatieven en projecten opbasisniveau. Grootschalige meerjarige projecten behoren niet tot de competentie van Hapin.Hapin probeert in haar werk aan te sluiten bij (lokale en internationale) organisaties, deskundigenen initiatieven die de doelstelling en de bovengenoemde waarden delen en met vreedzamemiddelen in praktijk brengen.

Page 9: Beleidsplan Hapin 2003 2005

8

2.3 Ruimte aan richting geven, samenwerking in partnerschap

Een continu ijkpunt voor de activiteiten die Hapin ontplooit ten aanzien van de noden vanPapua's is dat deze dienen bij te dragen aan de mogelijkheden van de Papua-volken om zelfrichting te kunnen geven aan de eigen toekomst. Daarbij wordt er van uitgegaan dat deze richtingniet van buitenaf kan worden geformuleerd en opgelegd. Het gaat er juist om dat demogelijkheden worden verruimd, de ruimte wordt gevonden om zelf die richting te bepalen eninhoud te geven. Met inachtneming van haar eigen verantwoordelijkheid en binnen de kaders vande doelstelling en uitgangspunten probeert Hapin met haar activiteiten bij te dragen aan hetvergroten van die ruimte, zowel waar het gaat om ruimte in termen van economischezelfstandigheid, competenties en capaciteiten, de toegang tot zorg als in termen van het kunnendoen gelden van rechten.

Bij de vormgeving van internationale samenwerking met Papua probeert Hapin zoveelmogelijk in samenwerking met lokale partners en met samenwerkingsverbanden vanuit lokalegemeenschappen, te komen tot het signaleren, formuleren en waarderen van initiatieven. In hetbijzonder waar het gaat om de ontwikkeling en uitvoering van kleine projecten wordt ernaargestreefd om in samenspraak met lokale inheemse adviseurs, de eerder genoemde PapuaAdviesraad van Hapin in Papua, de initiatiefnemers te begeleiden bij de ontwikkeling daarvan.

3. Beleid en prioriteiten 2003-2005

3.1 Uitwerking doelstelling

De ervaringen die sinds de publicatie in 1997 van het beleidsplan Een steen in de rivier zijnopgedaan, bieden de mogelijkheid tot het maken van meer gerichte keuzen wat betreft de wijzewaarop de doelstelling van Hapin binnen en buiten Papua wordt vorm gegeven en wat betreft dewijze van organisatie van de activiteiten. Ten dele zijn deze keuzen de afgelopen jarenuitgekristalliseerd en is met de concrete vormgeving daarvan een begin gemaakt. Trefwoorden bijhet vormgeven van de doelstelling van Hapin zijn uitsluiting, armoede, recht en zeggenschap.

Grote delen van de Papua-bevolking zijn de facto uitgesloten van de mogelijkheid omvolwaardig aan de samenleving deel te nemen. Die uitsluiting betreft niet alleen de toegang totbasisvoorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur (bijvoorbeeld schoon water),maar ook de toegang tot de markt; zowel waar het gaat om deelname aan de arbeidsmarkt alswaar het gaat om de mogelijkheden om producten af te zetten. De armoede van een aanzienlijkdeel van de Papua-bevolking is hier nauw mee verbonden evenals de in vergelijking met de regiolage levensverwachting. Hapin ondersteunt daarom die activiteiten die zoveel mogelijk ten goedete komen aan de meest kwetsbare groepen uit de samenleving.

De genoemde uitsluiting betreft ook de beperkte mogelijkheden tot het kunnen doengelden van rechten en het kunnen meebeslissen over de zaken die voor de eigen gemeenschap vanbelang zijn. Dat komt deels voort uit de afwezigheid van de juridische mogelijkheden daartoe,deels door de afwezigheid van politieke instituties en/of non-gouvernementele organisatieswaarbinnen de eigen belangen gearticuleerd kunnen worden en deels vanwege een gebrek aan demogelijkheden om zich de capaciteiten en competenties eigen te maken die daarvoor noodzakelijkzijn. Hapin streeft er daarom naar dat de te ondersteunen activiteiten bijdragen aan de versterkingvan de capaciteiten binnen de Papua-gemeenschap en aan de versterking van de civil society vanwaaruit belangen een stem kunnen krijgen en medezeggenschap vorm gegeven kan worden.Hapin stelt zich ten doel dat dit ook tot uitdrukking komt in de wijze waarop de eigenactiviteiten en de samenwerking in Papua worden vormgegeven.

Om hieraan gestalte te geven heeft Hapin een tweetal met elkaar samenhangendeinitiatieven genomen die in 2002 met steun van Novib voor een belangrijk deel konden wordengerealiseerd; de substantiële uitbreiding van het Kleine Projecten Fonds dat bestemd is voor de

Page 10: Beleidsplan Hapin 2003 2005

9

ondersteuning van initiatieven en activiteiten op basis- of grassroot-niveau en de instelling van dePapua Adviesraad, van op grassroot-niveau opererende inheemse adviseurs die in een zestal regio'saan de ene kant lokale initiatieven signaleren, Hapin daarover adviseren en deze monitoren en aande andere kant initiatiefnemers ondersteunen bij de formulering van projectaanvragen enadviseren bij de implementatie van projecten.

De komende periode wil Hapin deze ontwikkeling voortzetten en consolideren. Voor dejaren 2003 tot en met 2005 zijn in het verlengde hiervan enkele meer specifiekeaandachtsgebieden geformuleerd. Deze aandachtspunten hebben ten eerste betrekking op hettype projecten waaraan Hapin prioriteit geeft, op het mobiliseren van de aandacht en steundaarvoor en op het versterken van de capaciteit binnen Hapin om daaraan gestalte te kunnengeven. Ten tweede betreffen deze aandachtspunten tegelijkertijd thema's die Hapin van bijzonderbelang acht voor de situatie in Papua en voor haar eigen werkzaamheden, maar die, waar mogelijkin samenspraak met anderen, een nadere doordenking, meningsvorming en beleidsmatigeuitwerking vergen. Deze aandachtsgebieden worden in de volgende paragrafen kort benoemd.

3.2 Versterking op basisniveau: armoede bestrijding, 'empowerment' en de toegangtot markten en voorzieningen

Armoede hangt slechts in beperkte mate samen met de factor economische groei. Dat geldt in hetbijzonder voor Papua waar de grootschalige migratie vanuit delen van Indonesië naar Papua ertoeheeft geleid dat productie en vooral handel in andere handen zijn gekomen en de traditionelelokale economieën naar de marge van de markt zijn verdrongen in de meest letterlijke zin. Voorlokale inheemse producenten is vaak geen plaats meer en zij moeten hun producten voor lagereprijzen afstaan aan tussenhandelaren of afzetten buiten de reguliere lokale markten om. Daarnaastheeft de ontwikkeling van grootschalige, niet-duurzame, productiemethoden (mijnbouw, boskap,visserij) geleid tot beperkingen van de mogelijkheden tot lokale productie. De mogelijkheden omeen inkomen te verwerven zijn voor een aanzienlijk deel van de Papua-bevolking zeer beperkt enhun economische positie is dermate zwak dat ook de toegang tot voorzieningen (onderwijs,gezondheidszorg), voor zover aanwezig, beperkt is. Een bijkomend probleem is dat economischeactiviteiten die zich uitsluitend bevinden binnen de sfeer van de traditionele economie, te weiniginkomen genereren om de toegang tot voorzieningen te realiseren. Ook grote groepen Papua'sdie eigenlijk nauwelijks deelnemen aan de monetaire economie worden in hun levensonderhoudbedreigd. Voor het verwerven van de primaire levensbehoeften zijn zij afhankelijk van hun directenatuurlijke omgeving, hetzij om het land te bebouwen en te vissen , hetzij om te jagen en teverzamelen. Ook dit wordt aangetast door het openleggen van grote transmigratiegebieden of hetverlenen van mijnbouw en houtkap concessies. Dit betekent dat bescherming van traditionelelandrechten van groot belang is.

Hapin richt zich daarom bij de keuze van projecten in het bijzonder op initiatieven dieaansluiten bij de bestaande lokale structuren, deskundigheden en samenwerkingsverbanden. Dezekeuze komt voort uit de ervaring dat dit een vruchtbare basis biedt om de mogelijkheden van deeigen gemeenschap te versterken. Daarbij gaat het ten eerste om initiatieven op basisniveau dielokale kleinschalige producenten en ondernemers ondersteunen bij het (weer) toegang krijgen totde lokale en/of regionale markt (eventueel de (inter)nationale markt. Ten tweede richt Hapin zichop projecten die, zoveel mogelijk aansluitend bij bestaande structuren, de toegang totbasisvoorzieningen versterken en de toegang tot de natuurlijke hulpbronnen beschermen.

3.3 Onderwijs en 'capacity building'

Volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven en het zelf richting geven aan de toekomstvan de eigen gemeenschap, veronderstelt verschillende capaciteiten en competenties. Dat geldt

Page 11: Beleidsplan Hapin 2003 2005

10

voor deelname aan het economisch leven, voor zelforganisatie in coöperaties en ngo's, voor hetkunnen articuleren van belangen en het kunnen doen gelden van rechten, voor het kunnenuitoefenen van publieke bestuurlijke en politieke functies en voor de uitoefening vanleidinggevende functies. De mogelijkheden om de noodzakelijke kennis, vaardigheden enattitudes te ontwikkelen zijn in Papua beperkt voor handen en, indien aanwezig, voor grote delenvan de Papua-gemeenschap onbereikbaar. Een belangrijk deel van het binnen de gemeenschapaanwezige potentieel blijft daardoor on- of onderbenut.

Hapin rekent de uitbreiding van capaciteiten en competenties tot één van haar belangrijksteaandachtsgebieden en probeert dit langs een drietal lijnen vorm te geven.• De eerste lijn, die traditioneel een sterk accent heeft in het werk van Hapin, betreft via het

Fonds Studiebeurzen de stimulering van kadervorming door het verstrekken vanstudiebeurzen voor hoger onderwijs opleidingen aan veelbelovende studenten die daarvoorniet of in onvoldoende mate de middelen kunnen verkrijgen. Daarbij gaat het in verreweg demeeste gevallen in het bijzonder om opleidingen (buiten Papua, maar binnen Indonesië) opterreinen die verbonden zijn met economie, bestuur en organisatie en professionele beroepen(geneeskunde, recht).

• Als tweede lijn richt Hapin zich bij de keuze van kleine projecten op initiatieven die demogelijkheden op basisniveau tot het volgen van (basis-, voortgezet enberoepsgericht)onderwijs versterken. Die projecten kunnen betrekking hebben oponderwijsvoorzieningen in de zin van het ondersteunen en stimuleren van het functionerenvan de bestaande lokale en regionale infrastructuur. Tevens kunnen deze projecten gerichtzijn op het faciliteren van de toegang tot die lokale infrastructuur (huisvesting,studiematerialen, economische activiteiten gericht op het genereren van inkomen). Daarnaasthebben kleinschalige economische initiatieven vaak als secundair doel om met deopbrengsten kinderen deel te laten nemen aan (basis)onderwijs; met het gegenereerdeinkomen kunnen de kosten voor schooluniformen, schoenen en boeken worden voldaan.

• De derde lijn betreft de verwerving van capaciteiten en competenties via de ondersteuningvan en begeleiding bij lokale initiatieven op basisniveau buiten de sfeer van het onderwijs(economische initiatieven, kleinschalige lokaal of regionaal opererende ngo's). Binnen dezeprojecten worden ervaringen opgedaan en capaciteiten ontwikkeld die binnen degemeenschap op andere terreinen kunnen worden benut en overgedragen. Systematischeaandacht voor deze laatste lijn is relatief nieuw voor Hapin en zal de komende jarenuitgebreid worden, in het bijzonder door en via de inzet van de genoemde Papua Adviesraad.Waar mogelijk zal daarbij een verbinding worden gelegd met de door Novib voorgenomenactiviteiten ten aanzien van 'capacity building' in Papua.

3.4 Positie en mogelijkheden van vrouwen

De positie van vrouwen in Papua verdient bijzondere aandacht. Een eerste reden daarvoor is dat,evenals in andere samenlevingen, ook in Papua sprake is van hardnekkige en structureleverschillen tussen vrouwen en mannen wat betreft de toegang tot en de controle over bronnen enopbrengsten, in mogelijkheden tot maatschappelijke participatie en in deelname aanbesluitvorming. Daarbij is sprake van een aanzienlijke (culturele) variëteit in wijze waarop dezeverschillen gestalte krijgen. Een tweede meer specifieke reden is dat de conflictueuzeomstandigheden in Papua -de politieke en maatschappelijke onrust en het militaire geweld van deafgelopen jaren- vrouwen in hoge mate direct geraakt hebben (geweld, verkrachtingen, kinderengeboren uit verkrachtingen) als ook indirect geraakt heeft doordat zij sterk beperkt worden in hunmogelijkheden om via opleiding en een gelijkwaardige positie in werksituaties en bestuur, degevolgen van deze omstandigheden tegemoet te treden. Dit heeft bijgedragen aan verdergaandemachteloosheid van vrouwen. Ten derde raakt de toegenomen armoede vrouwen en kinderensterk, zowel in de vorm van een beperkte toegang tot bijvoorbeeld gezondheidszorg, wat resulteert

Page 12: Beleidsplan Hapin 2003 2005

11

in een hoog sterftecijfer onder met name vrouwen en kinderen, als in de vorm van een toenamevan huiselijk geweld dat tegen vrouwen is gericht.

Naast het streven van Hapin naar 'gender'-gelijkheid-rekening houdend metrolverdelingen- en het versterken van de economische, sociale, politieke en culturele positie vanvrouwen, is het voor Hapin in het bijzonder van belang dat vrouwen ondersteund worden in hethervinden van hun kracht en van een perspectief om een bijdrage te kunnen leveren aanverzoening en aan de (sociale) wederopbouw van de samenleving en van mannen ook degelegenheid krijgen een gelijkwaardige rol daarbij te kunnen vervullen. Deze doelstelling zal in deloop van 2004 in een afzonderlijke beleidsnotitie worden uitgewerkt waarbij onder meer devolgende aandachtspunten aan de orde komen.• Hapin wil hier ten eerste een bijdrage aan leveren door bijzondere aandacht bij de selectie van

projecten waardoor de positie van vrouwen binnen lokale gemeenschappen versterkt wordt,in het bijzonder waar het gaat om hun potentieel op de arbeidsmarkt en hun rollen inonderwijs, bestuur en zorg. Daarbij sluit Hapin aan bij de stelling vanuit verschillendevrouwenorganisaties in Papua die er op wijzen dat bij aandacht voor gendervraagstukkengewaakt moet worden voor het isolement van vrouwen en dat projecten juist geïntegreerdmet de lokale gemeenschap of samen met de mannen van de gemeenschap moetenplaatsvinden.

• Ten tweede wil Hapin hier een bijdrage aan leveren door, rekening houdend metrolverdelingen, gender-evenredigheid een vast onderdeel uit te laten maken van debeoordeling van de projecten, zoals ook in de beoordelingscriteria tot uitdrukking komt.

• Ten derde streeft Hapin er naar dat via de inzet van de Papua Adviesraad zorgvuldigheidwordt betracht bij het verbinden van deze doelstelling met de specifieke lokale culturelecontext.

3.5 Dialoog, verzoening en samenwerking

In de periode rond en na het einde van het presidentschap van Suharto kreeg het streven naaronafhankelijkheid ook in Papua een sterke dynamiek en ontstond een reële dreiging van eenherhaling van het gewelddadige drama dat zich op Oost-Timor had afgespeeld. In die periode,aan het eind van de negentiger jaren, is vanuit kerkelijke hoek en met Zuid-Afrika en het werkvan Bisschop Tutu als voorbeeld, de weg in geslagen van het streven naar reconciliatie; geentoekomst zonder verzoening. Verzoening werd een conditie en randvoorwaarde om te komen totdialoog met de regering van Indonesië én met de verschillende bevolkingsgroepen die leven inPapua. De activiteiten op dat terrein zijn de laatste jaren onder druk komen te staan. Dit hangtonder meer samen met de autonomiewet en de daarmee verbonden spanningen binnen Papuatussen degenen die onafhankelijkheid nastreven en degenen die voor autonomie opteren.Bovendien blijken de -nieuwe- lokale Papua-bestuurders onvoldoende in staat hun volk testeunen en is er sprake van een hoge mate van corruptie. Daarnaast lijkt er sprake van een, al danniet geconstrueerde, polarisatie tussen religies. Om die reden werd de koers verlegd vanreconciliatie naar vrede en bepleiten geestelijken van verschillende religies , het Papua Presidiumen ook de verzetsbeweging OPM om Papua uit te roepen tot een vredeszone, tot een land vanvrede. Dit komt naar voren in cursussen, publieke manifestaties en wordt bepleit in(inter)nationale fora.

Hapin steunt deze activiteiten en acht deze van bijzondere waarde voor de toekomst vande Papua-volken. Waar mogelijk zullen aanvragen voor de ondersteuning van dergelijkeinitiatieven ondersteund worden.

Page 13: Beleidsplan Hapin 2003 2005

12

3.6 Vluchtelingen Papua New Guinea

In het buurland Papua New Guinea bevinden zich enkele duizenden Papua's die de afgelopenjaren Papua ontvlucht zijn. Ten dele hebben deze zich gevestigd in verschillende steden verspreidover het land, maar ten dele leven zij in kampen langs de grensstreek met minimale voorzieningenen met minimale bronnen van levensonderhoud. Over hun status als vluchteling en over demogelijkheid om binnen Papua New Guinea te verblijven, woeden al jaren felle debatten. In hetverleden heeft Hapin kleinschalige projecten gesteund ten behoeve van deze gemeenschappen opde terreinen van onderwijs, gezondheidszorg en economie. Momenteel is de situatie van dezegroepen kwetsbaar door onder andere grensincidenten en een veranderende, meer op gedwongenterugkeer gerichte, houding van de autoriteiten in PNG. De mogelijkheden tot ondersteuningvan kleine projecten ten behoeve van deze gemeenschappen is de laatste jaren gering geblekendoor het goeddeels ontbreken van een effectieve organisatorische infrastructuur. Desondanks wilHapin de komende jaren waar mogelijk initiatieven vanuit die gemeenschappen honoreren die,zonder gericht te zijn op de bestendiging van hun verblijf aldaar, aansluiten bij hun specifiekesituatie en noden, zowel ter plekke als bij -de voorbereiding op- terugkeer. Hapin volgt dezeontwikkeling en zal proberen ondersteuning te bieden daar waar dat wenselijk en mogelijk is.

3.7 Informatie en educatie

Het voorzien in informatie over Papua is van uitzonderlijk belang voor het realiseren van dealgemene doelstelling van Hapin: het bevorderen van het welzijn van de inheemse bevolking vanPapua en het mobiliseren van steun daarvoor. Daarbij gaat het mede om de activiteiten vanHapin in engere zin. Via voorlichting worden potentiële donateurs en partners bereikt. Maar hetgaat ook en vooral om het stimuleren van de aandacht voor Papua binnen lokale en(inter)nationale fora. De afgelopen jaren zijn de activiteiten van Hapin op het terrein vaninformatievoorziening, voorlichting en kennisuitwisseling bescheiden geweest aangezien eenaanzienlijk deel van de beschikbare menskracht is besteed aan de ontwikkeling van de PapuaAdviesraad en aan de ontwikkeling van de eigen organisatie in Nederland. Tegelijkertijd is vooralook via de Papua Adviesraad de hoeveelheid beschikbare informatie over specifieke lokaleomstandigheden sterk gegroeid. Onder meer met gebruikmaking van die informatie wil Hapin dekomende jaren de aandacht voor informatie en educatie intensiveren.

• ten eerste door structureel de voorlichting en informatievoorziening over Papua enover de eigen activiteiten uit te breiden (via de website, de ontwikkeling vanvoorlichtingsmateriaal, en op publieksvoorlichting gerichte projecten).

• ten tweede door de ondersteuning van initiatieven die gericht zijn opkennisuitwisseling en op de inbreng van informatie over Papua in (inter)nationalefora.

3.8 Professionalisering en deskundigheidsontwikkeling Hapin

De uitbreiding van de activiteiten van Hapin in en ten behoeve van Papua gedurende deafgelopen jaren én de complexiteit van de politieke en maatschappelijke omstandigheden aldaar,stellen eisen aan de deskundigheid van de betrokken staf op het terrein van internationalesamenwerking en ten aanzien van kennis en inzicht in de lokale omstandigheden. Voor eenverdere professionalisering van de werkwijze is uitbreiding van beschikbare en toegankelijkedeskundigheid noodzakelijk. Gegeven de schaal van de organisatie, zal Hapin hierin slechts tendele zelf kunnen voorzien. De komende jaren wil Hapin hieraan op de volgende manierengestalte geven.

• ten eerste door aandacht voor bijscholing en training van de eigen staf in Nederland;

Page 14: Beleidsplan Hapin 2003 2005

13

• ten tweede door de periodieke bijscholing en training van lokale adviseurs in Papua,door de eigen programmacoördinator of door derden;

• ten derde door de verbreding en verdieping van de samenwerking met partners inNederland waar specifieke deskundigheid beschikbaar is, waaronder Novib en andereorganisaties die werkzaam zijn op het terrein van inheemse volken.

4. Strategieën

4.1 Ontwikkelingsperspectief

Hapin streeft ernaar de activiteiten in en ten behoeve van Papua de komende jaren geleidelijk uitte breiden en verder te systematiseren in samenspraak met partners in Nederland en binnenPapua. De activiteiten kunnen worden onderverdeeld in een viertal categorieën.• Ten eerste de kleinschalige projecten op basisniveau. De afgelopen jaren heeft Hapin voor een

belangrijk deel de aandacht gericht op en geïnvesteerd in het uitbreiden en vormgevenhiervan. Deze ontwikkeling wordt de komende jaren in samenwerking met Novib voortgezet.

• De tweede categorie betreft activiteiten op het terrein van onderwijs en 'capacitybuilding'. Inomvang is dit traditioneel, in de vorm van studiebeurzen, één van de belangrijkste onderdelenvan de werkzaamheden van Hapin. Een herijking van de activiteiten op dat terrein in decontext van een breder perspectief op 'capacitybuilding' zal de komende periode bijzondereaandacht krijgen.

• De derde categorie betreft de zogenoemde bijzondere projecten. Hierbij gaat het ten eerste omenkele instellingen waarmee een historische gegroeide duurzame relatie bestaat, ten tweedeom noodhulp projecten en ten derde om incidentele projecten die wat betreft schaal enreikwijdte de reguliere kleinschalige projecten overstijgen. Ten aanzien van deze projecten wilHapin komen tot een systematisering van beoordelingscriteria, werkwijze en, waar mogelijk,planning.

• De vierde en laatste categorie betreft de activiteiten op het terrein van informatie,publieksvoorlichting, educatie en representatie. Op dit terrein zijn de activiteiten de afgelopenjaren te bescheiden in omvang en te gefragmenteerd van aard geweest. Hapin wil hier komentot een intensivering, zowel vanuit de eigen organisatie als in samenwerking met anderepartners.

Om deze activiteiten vorm te kunnen geven acht Hapin, gezien de beperkte capaciteit van deeigen organisatie in termen van beschikbare menskracht en middelen, een verdere ontwikkelingvan de eigen organisatie noodzakelijk. Daarbij gaat het in het bijzonder om fondsenwerving eneen uitbreiding van het aantal donateurs, het meer inschakelen en het ondersteunen vanvrijwillige medewerkers en om een uitbreiding en spreiding van samenwerking met co-sponsoren.Even belangrijk is in dat verband een verdere ontwikkeling en uitbouw van (inhoudelijke)samenwerkingsrelaties met partners in Nederland en met partners in Papua.

4.2 Kleinschalige projecten op basisniveau

Het overgrote deel van de kleinschalige projecten op basisniveau valt onder het zogenoemdeKleine Projectenfonds van Hapin dat met steun van Novib sinds 2002 substantieel is uitgebreid.Het kleine projectenfonds heeft als algemeen doel het financieel ondersteunen van kleinschaligeprojecten op het basisniveau van lokale gemeenschappen in Papua die

a) bijdragen aan de duurzame verbetering van de sociale, economische en/of culturelepositie van de autochtone bevolking van Papua;

Page 15: Beleidsplan Hapin 2003 2005

14

b) verbonden zijn met initiatieven die reeds door -samenwerkingsverbanden vanuit-lokale gemeenschappen in voorbereiding en/of uitvoering zijn genomen;c) worden geïnitieerd, opgezet, uitgevoerd en gemanaged vanuit en door de lokalegemeenschap en tevens een breed draagvlak kennen binnen die lokale gemeenschap;d) daarmee de ontwikkeling van de civil society ondersteunen;e) en een beperkte financiële ondersteuning behoeven (tot een maximum van in beginsel4.500 Euro).

Voor de jaren 2003 tot en met 2005 zijn enkele meer specifieke doelstellingen geformuleerd dieaansluiten bij de hiervoor besproken aandachtspunten; de kleine projecten dienen bij voorkeur

a) de toegang van lokale gemeenschappen tot de lokale markt te versterken en inkomenste genereren;b) en/of capacity-building op en ten behoeve van het lokale niveau te bevorderen;c) en/of de positie van vrouwen binnen lokale gemeenschappen te versterken, in hetbijzonder waar het gaat om hun potentieel op de arbeidsmarkt en hun rollen inonderwijs, bestuur en zorg;d) en/of de dialoog, samenwerking en verzoening te bevorderen tussen verschillendebevolkingsgroepen en daarmee bij te dragen aan de verwerking van eerderemensenrechtenschendingen en aan de voorkoming van toekomstige schendingen vanmensenrechten;e) en/of de toegang tot onderwijs te bevorderen dan wel bij te dragen aan het kunnenopeisen van het recht op onderwijs.

Hapin streeft naar een beheerste groei en consolidatie van het Kleine Projectenfonds. De groeivan de omvang van het fonds in termen van beschikbare middelen en gehonoreerdeprojectaanvragen is voor Hapin geen doel op zichzelf, maar komt voort uit de ervaring die deafgelopen jaren en in het bijzonder in 2002 is opgedaan. Af g aan d o p he t e e r s t e jaar van we r k e n m e tde P apu a Adv i e s r aad e n de o m van g e n k w al i t e i t van de aan g e l e ve r de pr o j e c tv o o r s t e l l e n , i s e e n g e l e i de l i j k e gr o e i van he t K l e i n e Pr o j e c te n f o n d s z e e r ge w e n s t. Van w e g e he t ve e l vul di g w e r k e n o p bas i s n i ve au m e t lo k al e sam e n w e r k i n g s ve r ban de n / c o ö p e r ati e s di e ni e t o n de r g e br ac h t z i j n o f ve r b o n d e n z i j n m e t lo k al e o f re g i o n al e N G O ' s in Papu a, vo r m e n de i n z e t van de P apu a Adv i e s r aad e n de pr o g r am m ac o ö r d i n ato r van Hap i n e e n i n t r i n s i e k as p e c t van de o n tw i k k e l i n g e n ui tvo e r baar he i d van pr o j e c tvo o r s te l l e n . Vo o r de to e n e m e n de in z e t van de Papua Advi e s r aad o p de te r r e i n e n m o n i t o r i n g e n e v al uat i e wo r dt e e n (be pe r k t e ) gr o e i van de ui t g av e n vo o r z i e n .

In 2002 zijn 40 (van de 124) aanvragen voor het Kleine Projectenfonds gehonoreerd,moesten 61 projecten al dan niet tijdelijk afgewezen worden op grond van onvoldoende middelenen was voor de 6 onderscheiden regio's in Papua een bedrag van gemiddeld 12.000 Euro per regiobeschikbaar. Om aan de doelstellingen van het Kleine Projectenfonds, en aan de verwachtingendie voortvloeien uit de instelling van de Papua Adviesraad, te kunnen voldoen streeft Hapin naareen geleidelijke uitbreiding van de beschikbare middelen tot een omvang van circa 30.000 Eurogemiddeld per regio. Voor de jaren 2003 en 2004 is met Novib een meerjarige samenwerkinggerealiseerd waardoor een beheerste groei en consolidatie van het Kleine Projectenfondsgedurende deze periode voor een belangrijk deel is gegarandeerd. Voor een ander gedeelte zal dezegroei en consolidatie tevens gerealiseerd (moeten) worden door een uitbreiding van het aantaldonateurs en co-sponsoren.

Eveneens van belang voor de consolidatie van de activiteiten die vallen onder het KleineProjectenfonds is een verdere vormgeving en verduurzaming van de werkzaamheden van dePapua Adviesraad. Voor 2003 gaat het daarbij in het bijzonder om de verdere systematisering vande activiteiten ten aanzien van signalering van en advisering over projectvoorstellen, het opdoenvan ervaringen met monitoring en evaluatie, de samenwerking binnen de Papua Adviesraad en destroomlijning van de communicatie met Hapin in Nederland. In 2004 zal de aandacht gerichtzijn op de stabilisatie van de werkzaamheden, evaluatie in verschillende regio's en de vergroting

Page 16: Beleidsplan Hapin 2003 2005

15

van de zelfstandigheid in werken. Tevens zal bezien worden in hoeverre de leden van de PapuaAdviesraad een rol kunnen spelen bij bemiddeling en advies rond aanvragen die passen binnen dedoelstellingen van het Kleine Projectenfonds, maar behoren tot de verantwoordelijkheid vanlokale autoriteiten dan wel via lokale NGO's gerealiseerd kunnen worden.

De meerjarige samenwerkingsrelatie met Novib is in verband met het bovenstaande vanaf2003 tevens gericht op het versterken van de deskundigheid van Hapin in Nederland en inPapua. Daartoe stelt Novib medewerkers van Hapin in de gelegenheid, ten dele via trainingen,gebruik te maken van de bij Novib aanwezige deskundigheid.

4.3 Onderwijs en 'capacity building'

De afgelopen jaren was de bijdrage van Hapin aan onderwijs en 'capacity building' vooral gerichtop het stimuleren van kadervorming door het verstrekken van studiebeurzen voor hogeronderwijs in Papua en Indonesië. Naast deze kadervorming werden in beperkte mate projectenondersteund die de toegang tot (basis- en voortgezet-)onderwijs op lokaal niveau bevorderen. Metde groei van het Kleine Projectenfonds en de instelling van de Papua Adviesraad dienen zichmogelijkheden aan voor de ontwikkeling van een bredere en meer systematische strategie tenaanzien van 'capacity building'. In de periode 2003-2005 wil Hapin de activiteiten gericht op'capacity building' uitbreiden en systematiseren, in het bijzonder door het verbinden van de nunog gescheiden activiteiten op dit terrein. Daarbij is de aandacht gericht op: a) het Fonds Studiebeurzen;

b) het Kleine Projectenfonds en de activiteiten van de Papua Adviesraad enc) meerjarige samenwerkingsrelaties met lokale en lokaal opererende NGO's.

ad-a) Het Fonds StudiebeurzenHet verstrekken van studiebeurzen voor hoger onderwijs aan studenten uit Papua is eenkernactiviteit van Stichting Hapin. Tot 2002 was het daarvoor gereserveerde budget ongeveereven groot als de totale projectsteun en varieerde de laatste jaren tussen de 80.000 en 100.000Euro. Anno 2003 worden zo'n 450 studenten ondersteund waarvan zo'n 25% een opleiding volgtaan een instelling in Papua en 75% aan verschillende instellingen voor hoger onderwijs in de restvan Indonesië. De afgelopen jaren is het aantal aanvragen bijzonder sterk gestegen (tot meer dan1000 aanvragen in 2002). De beurzen zijn aanvullend van aard en voortzetting van de beurs isafhankelijk van behaalde studieresultaten. De besluitvorming over aanvragen vindt plaats inNederland door een vrijwillig medewerker/adviseur en het bestuur. De coördinatie ter plekke ende monitoring van studievoortgang vinden plaats door contactpersonen in de verschillendeuniversiteitssteden in Indonesië.

Voor de komende periode wordt gestreefd naar een beheerste uitbreiding van het budgetvoor studiebeurzen en worden de criteria voor de toekenning van een beurs en de procedures vooraanvragen en advisering gemoderniseerd. Daarbij wordt een rol toegekend aan de PapuaAdviesraad in de selectieprocedure en de cooördinatie, beginnend in 2003 voor de aanvragengericht op instellingen in Papua.

ad-b) het Kleine Projectenfonds en de activiteiten van de Papua AdviesraadHet Kleine Projectenfonds is op twee manieren van belang voor onderwijs en 'capacity building.Ten eerste is het van belang waar het gaat om projecten gericht op de toegang tot en hetondersteunen van onderwijsvoorzieningen. In de tweede plaats gaat het om de versterking vancapaciteiten en competenties op lokaal niveau. Door begeleiding bij, training voor en het opdoenvan ervaring met het in eigen beheer opzetten en uitvoeren van kleinschalige projecten kunnencompetenties worden ontwikkeld die breder toepasbaar zijn. In de komende periode, vooral vanaf2004, zal de rol die de leden van de Papua Adviesraad in dat verband vervullen uitgebreid enuitgewerkt worden.

Page 17: Beleidsplan Hapin 2003 2005

16

ad-c) meerjarige samenwerkingsrelaties met lokale en lokaal opererende NGO's.In beginsel zijn de bijdragen van Hapin aan kleinschalige projecten op basisniveau aanvullend eneenmalig. Voor de ontwikkeling en verduurzaming van capaciteiten en competenties op lokaalniveau kan het wenselijk zijn lokale NGO's meerdere jaren structurele steun te bieden. Hapinsluit dit niet uit en wil de mogelijkheden daartoe de komende periode verkennen, maar beslistdaarover van geval tot geval en vermijdt situaties waarin meerjarige steun leidt tot een volledigeverafhankelijking van buitenlandse steun. Waar meerjarige ondersteuning van lokale NGO's aande orde is zal tevens aansluiting gezocht worden bij activiteiten gericht op 'capacity building' bijNGO's zoals die anno 2003 door Novib in samenwerking met andere organisaties invoorbereiding zijn.

4.4 Bijzondere projecten

Naast de structurele grotere fondsen voor kleine projecten en studiebeurzen kent Hapin eendrietal soorten bijzondere projecten: enkele internaten/kindertehuizen waarmee een historischeband bestaat, noodhulpprojecten en incidentele zogenoemde concentratieprojecten.• Hapin ondersteunt van oudsher een viertal kindertehuizen/internaten in Papua (Abepura,

Sorong, Wamena, Serui) waar kinderen in de leeftijdsgroep van 0 tot 18 jaar zonderopvangmogelijkheden bij ouders of familie een thuis wordt geboden en in de gelegenheidworden gesteld scholing te volgen op het niveau van basis- en voortgezet (beroeps)onderwijs.Hoewel grote waardering bestaat voor het werk dat wordt verricht en voldaan wordt aan eenzichtbare behoefte aan opvang, beschouwt Hapin de structurele steun in de vorm vanbijdragen aan de salariskosten en onderhoud als a-typisch voor de eigen activiteiten. Dekomende periode wil Hapin komen tot een herziening van de steun aan deze projectenzonder de opgebouwde medeverantwoordelijkheid voor deze instellingen tekort te doen.Concreet wordt gestreefd naar mogelijkheden tot zelfvoorziening van de betreffendeinstellingen en/of adoptie door andere donoren, zoals ten dele reeds gebeurt. Verder wilHapin zich voor wat de steun aan deze instellingen betreft concentreren op die activiteitendie vanuit de betreffende instellingen in bredere zin gericht zijn op de jeugd binnen de lokalegemeenschap en aansluiten bij de doelstellingen en criteria van het Kleine Projectenfonds.

• Hapin richt zich incidenteel op het verlenen van noodhulp daar waar, in het bijzonder bijnatuurrampen, hulp van de autoriteiten achterwege blijft of tekortschiet en geen daaringespecialiseerde hulporganisaties aanwezig zijn. Deze noodhulpprojecten zijn ten dele tevensgericht op wederopbouw. Dergelijke noodhulpprojecten worden gefinancierd door middelvan afzonderlijke gerichte fondsenwerving bij donateurs en co-sponsoren. De afgelopen jarenzijn dergelijke acties gevoerd naar aanleiding van een vloedgolf op Biak, droogte in de Baliemen, eind 2002, een aardbeving bij Ransiki. Vanaf 2002 is aan de Papua Adviesraad eenbijzondere rol toegekend in het maken van een assesment over benodigde steun, hetmobiliseren van steun ter plaatse (door bijvoorbeeld autoriteiten) en de advisering over encoördinatie van de hulpverlening. Deze werkwijze zal de komende periode worden voortgezeten gesystematiseerd.

• Hapin streeft ernaar met gebruikmaking van de adviezen van de Papua Adviesraad,gemiddeld eens per drie jaar een zogenoemd concentratieproject te selecteren. De keuze vaneen dergelijk project dient een tweeledig doel. Ten eerste biedt het de mogelijkheid omincidenteel een project te honoreren dat zowel aansluit bij een sterke lokale behoefte als bij despecifieke doelstellingen van Hapin, maar in schaal en reikwijdte de reguliere projectenoverstijgt. Ten tweede vervult het een functie als exemplarisch voorbeeld waarmee, tenbehoeve van publieksvoorlichting en fondsenwerving, de situatie in Papua en dedoelstellingen en werkwijze van Hapin zichtbaar gemaakt kunnen worden. Het laatsteconcentratieproject vormde de bouw en opzet van een polikliniek in de Baliem (Mmula).

Page 18: Beleidsplan Hapin 2003 2005

17

Eind 2003 of begin 2004 zijn publiciteit een fondsenwerving rond het volgendeconcentratieproject voorzien in samenwerking met Novib.

4.5 Informatie en publieksvoorlichting, educatie en representatie

Hapin neemt zich voor de informatie en publieksvoorlichting in Nederland over Papua en overde eigen activiteiten te intensiveren en te stimuleren. Binnen dat kader wordt aan het versterkenvan de aandacht voor Papua aan onderwijs en educatie een bijzonder belang toegekend. Tevensworden initiatieven ontwikkeld en/of ondersteund die gericht zijn op de representatie van Papua -het zichtbaar maken van cultuur, positie en belangen van de Papua-volken- bij relevante(inter)nationale fora. Voor de periode 2003-2005 worden in dat kader de verschillende stappengezet.• Op het terrein van informatie en publieksvoorlichting over Papua wordt:

- in 2003 de internetsite van Hapin gemoderniseerd in de zin dat informatie overachtergronden, projecten, criteria en werkwijze uitgebreid en meer toegankelijk gemaaktwordt;- de komende jaren schriftelijk informatiemateriaal over achtergronden, projecten, criteriaen werkwijze van Hapin gemoderniseerd en uitgebreid;- vanaf 2003 met hulp van vrijwillige medewerkers de presentatie en vertegenwoordigingvan Hapin op onder meer manifestaties en congressen, uitgebreid;- in 2003 de samenwerking met Novib op het terrein van publieksvoorlichting nadervormgegeven;- eind 2003 dan wel in de eerste helft van 2004 in samenwerking met Novib eenlandelijk congres en publieksmanifestatie over Papua en internationale samenwerkinggeorganiseerd;- de aandacht voor Papua en internationale samenwerking in algemene en op specifiekedoelgroepen gerichte media gestimuleerd, worden de eigen activiteiten op dat terreinuitgebreid en wordt in dat verband samenwerking gezocht met andere organisaties diezich richten op Papua en/of de positie van inheemse volken.

• Op het terrein van educatie wordt ernaar gestreefd met vrijwillige medewerkers en waarmogelijk in samenwerking met andere organisaties:

- lesmateriaal voor basis- en voortgezet onderwijs over achtergronden en actualiteit vanPapua en over internationale samenwerking te moderniseren en te ontwikkelen;- informatiepaketten voor gebruik door leerlingen in het voortgezet onderwijs samen testellen;- in de loop van 2003 en 2004 een sprekersnetwerk op te zetten voor het verzorgen vanintroducties/lessen in het basis- en voortgezet onderwijs.

• Wat betreft representatie zal Hapin in de periode 2003-2005:- ten eerste de eigen activiteiten uitbreiden om de situatie in Papua en de mogelijkhedentot internationale samenwerking met Papua onder de aandacht te brengen bij relevantefora en (maatschappelijke, politieke) partijen. Hiertoe zal samenwerking gezocht wordenmet andere organisaties, waaronder organisaties gericht op Papua, organisaties gericht opinheemse volken en organisaties op het terrein van internationale samenwerking, in hetbijzonder Novib. Hiertoe zal een beroep worden gedaan op vrijwillige medewerkers.- ten tweede stelt Hapin evenals in voorgaande jaren via het Fonds Hapin Algemeenjaarlijks een beperkt budget ter beschikking (rond de 4000 Euro) waarmee een kleineaanvullende steun (tot 500 euro) kan worden geboden aan organisaties, activiteiten eninitiatieven in of vanuit Nederland welke gericht zijn op onder meer de uitwisseling vankennis en cultuur dan wel overleg en representatie.

Page 19: Beleidsplan Hapin 2003 2005

18

4.6 Ontwikkeling eigen organisatie

De ontwikkeling die Hapin de afgelopen jaren -met de scheiding tussen bestuur en bureau, deaanstelling van een in omvang beperkte staf en de instelling van een Papua Adviesraad- heeftdoorgemaakt in de richting van een professionalisering van de organisatie zal in de periode 2003-2005 worden voortgezet. Een verdere professionalisering is noodzakelijk om het groeiend aantalkleinschalige projecten, de toename in de aantallen aanvragen en verstrekte studiebeurzen en deactiviteiten van de Papua Adviesraad te kunnen coördineren en begeleiden inclusief debijbehorende (financiële) administratie en verantwoording. Daarnaast is een verdere ontwikkelingvan de organisatie noodzakelijk om de in dit meerjaren beleidsplan weergegeven voornemens tekunnen realiseren. Daarbij gaat het in het bijzonder om de volgende zaken:• Het groeiend aantal projecten en de groei van de organisatie in Nederland en Papua maakt

een verdere systematisering van procedures voor de beoordeling, monitoring, evaluatie enadministratie van projecten noodzakelijk alsmede een duidelijke vastlegging van taken,bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende geledingen en functies binnende organisatie. Hiertoe worden in 2003 per fonds en taakgebied protocollen opgesteld waarinde werkwijze en de criteria voor de beoordeling van aanvragen en de procedure voorbeoordeling en besluitvorming worden vastgelegd. Daarnaast wordt de werkwijze vanStichting Hapin vastgelegd in een huishoudelijk reglement.

• Aangezien Stichting Hapin voor enkele functies binnen het bureau als werkgever optreedtworden in 2003 functieprofielen opgesteld en worden arbeidsvoorvoorwaarden vastgesteld enin een eigenstandig rechtspositiereglement vastgelegd.

• Stichting Hapin beschouwt de participatie van vrijwillige medewerkers (en stagiares) als eenbelangrijke basis voor het realiseren van de doelstelling van de Stichting en voor het realiserenvan de in dit meerjaren beleidsplan weergegeven voornemens. De komende jaren zal eenactiever beroep gedaan worden op vrijwillige medewerkers. De instelling van een bureau meteen bescheiden vaste staf en de vestiging van een kantoor (medio 2003) in Utrecht dient ermede toe om vrijwillige medewerkers te kunnen ondersteunen bij hun werkzaamheden enhen een (ontmoetings)plaats te bieden voor hun werk. Er wordt naar gestreefd extravrijwillige medewerkers te werven op basis van duidelijk afgebakende en omschrevenprojecten die passen binnen de kaders van dit beleidsplan.

• Hapin streeft ernaar de deskundigheid binnen de verschillende geledingen van de eigenorganisatie te vergroten: via de samenstelling van bestuur, staf en vrijwillige medewerkers;door cursussen en bijscholing van bestuursleden en medewerkers; en door samenwerking tezoeken met verwante organisaties.

4.7 Fondswerving en donateurs

De uitbreiding van de activiteiten van Stichting Hapin veronderstelt een duurzamebeschikbaarheid van fondsen om deze activiteiten te kunnen verrichten. Het hart van definanciële basis van Stichting Hapin wordt sinds jaar en dag gevormd door een groot aantal (rondde 9.000) trouwe particuliere donateurs. Daarnaast bestaan gewaardeerde, deels duurzame endeels incidentele, samenwerkingsrelaties met andere fondsorganisaties of institutionele donoren.Vanaf 2002 is dit aangevuld met een, inmiddels meerjarige, substantiële ondersteuning door enhechte samenwerkingsrelatie met Novib. Voor de periode 2003-2005 is de actieve werving vannieuwe donateurs noodzakelijk omdat het aantal donateurs dreigt af te nemen. Bovendien is eenuitbreiding en spreiding van het aantal institutionele donateurs of sponsoren noodzakelijk om -uitbreiding van- de verschillende activiteiten te kunnen financieren.• Hapin registreert van oudsher degenen die op naam en met opgave van adres een gift geven,

als donateur. Aangezien Hapin het tot haar verantwoordelijkheid rekent om donateursregelmatig te informeren over de eigen activiteiten en de besteding van middelen, ontvangt

Page 20: Beleidsplan Hapin 2003 2005

19

elke donateur de (viermaandelijkse) nieuwsbrief Hapinieuws. Elke donateur is vrij omfrequentie en hoogte van de donatie zelf te bepalen en blijft Hapinieuws (met acceptgiro alsadresdrager) ontvangen tot 2 jaar na de laatste donatie of tot het moment dat deze aangeeftniet langer Hapinieuws te willen ontvangen. Ten aanzien van de werving van nieuwedonateurs neemt Hapin zich voor:

- eind 2003, eerste helft 2004 in samenhang met een publieksmanifestatie, rond eenzogenoemd concentratieproject en in samenwerking met Novib, een brede publieksactiete starten gericht op de werving van nieuwe donateurs;- met grotere regelmaat donateurs te werven via advertenties, publicaties en aanwezigheidop manifestaties;- in de loop van 2004 te bezien in hoeverre het bestaande systeem van donateursaangepast of gedifferentieerd kan/moet worden.

• Om te komen tot een uitbreiding en spreiding van de samenwerking met institutioneledonateurs en/of co-sponsoren zullen potentiële donoren benaderd worden voor een specifiektaakgebied of specifieke activiteit (studiebeurzen, congres, onderwijsmateriaal) of voor deadoptie van een project.

4.8 Samenwerking in Nederland

Hapin beschouwt, mede gezien de beperkte omvang van de eigen organisatie, de samenwerkingmet andere organisaties als onontbeerlijk voor het realiseren van haar doelstelling. Belangrijkevoordelen van samenwerking zijn uitwisseling en bundeling van kennis en ervaring, het bredermobiliseren van aandacht en steun voor de positie van de Papuavolken, maar ook de verdelingvan taken en praktische ondersteuning bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten. In deloop van de jaren zijn op verschillende terreinen met meerdere kleinere en grotere organisatiesperiodiek vruchtbare samenwerkingsrelaties opgebouwd. Hapin streeft voor de komende jarennaar een voortzetting van de bestaande samenwerkingsrelaties en naar een uitbreiding enverduurzaming van de samenwerking met andere organisaties in Nederland waarbij voor 2003-2005 een drietal prioriteiten geldt.• Ten eerste de verdere ontwikkeling en uitbouw van de samenwerking met Novib. Waar in

2002 de nadruk heeft gelegen op de installatie van de Papua Adviesraad en op de verdereontwikkeling van het Kleine Projectenfonds, ligt vanaf 2003 tevens het accent opsamenwerking ten aanzien van de terreinen van publieksvoorlichting, ideeënontwikkelingrond internationale samenwerking met Papua, fondsenwerving, representatie bij relevantefora en deskundigheidsbevordering.

• Ten tweede de verdere ontwikkeling van samenwerking met organisaties gericht op Papua.Bij de organisatie door Hapin in het voorjaar van 2002 van een ontmoetingsdag metparticuliere hulp- en lobbyorganisaties bleek bij een groot aantal van de (30) deelnemende(vrijwilligers)organisaties behoefte te bestaan aan de ontwikkeling van een meer duurzaamnetwerk waarbinnen ervaringen en kennis kunnen worden gedeeld. Hapin stelt zich ten doelde komende jaren aan de opbouw van een dergelijk netwerk actief bij te dragen. Daarvan zalde organisatie van een jaarlijkse ontmoetingsdag deel uit maken.

• Ten derde zal, gericht op deskundigheidsbevordering en de verdere meningsvorming over demogelijkheden en beperkingen van internationale samenwerking met Papua, samenwerkinggezocht worden met andere organisaties die zich bezighouden met de positie van inheemsevolken.

Page 21: Beleidsplan Hapin 2003 2005

20

4.9 Samenwerking in Papua

Voor de voorbereiding en uitvoering van de activiteiten van Stichting Hapin is een goede enbetrouwbare samenwerking met partners in Papua van essentieel belang. Daarbij gaat het om:

- samenwerking met partners die projecten (doen) uitvoeren;- het begeleiden, coördineren, monitoren of evalueren van projecten;- het informeren en/of adviseren over (locale) initiatieven;- het informeren over situaties en ontwikkelingen in Papua;- het ondersteunen van partners in de vorm van advisering of training.

Gedurende een reeks van jaren kon Hapin bouwen op een in omvang bescheiden netwerk vanadviseurs en contactpersonen die ten dele verbonden waren aan NGO's in Papua (waaronderkerkelijke organisaties, instellingen voor hoger onderwijs, instellingen voor sociaal werk). Ditnetwerk bleek echter te beperkt in omvang om een structurele rol te kunnen vervullen bij hetidentificeren en begeleiden van vruchtbare lokale initiatieven. Bovendien bleek het netwerk vanadviseurs en contactpersonen kwetsbaar. Door ziekte en overlijden werd het bestaande netwerkkleiner, maar ook de politieke en maatschappelijke turbulentie vanaf het eind van de jarennegentig vormde een factor omdat juist op deskundigen binnen (grotere) lokale NGO's een sterkbeslag werd gelegd en deze minder in de gelegenheid waren contacten te onderhouden metkleinschalige projecten op lokaal niveau.

Om de samenwerking in Papua zodanig vorm te geven dat structureel wordt voorzien involdoende capaciteit om de activiteiten ter plaatse voldoende te ondersteunen geeft Hapin dekomende periode op de volgende wijze gestalte aan de samenwerking in Papua.• de samenwerking met locale samenwerkingsverbanden en NGO's verloopt grotendeels via de

Papua Adviesraad in nauwe samenwerking met en ondersteund door deprogrammacoördinator;

• de leden van de Papua Adviesraad leveren een belangrijke bijdrage aan deinformatievoorziening over locale omstandigheden en over -het verloop van- initiatieven oplokaal niveau;

• voor advisering over en ondersteuning van projecten van een grotere omvang wordtsamengewerkt met enkele deskundigen die werkzaam zijn bij grotere NGO's (waaronderkerken en instellingen voor sociaal werk);

• de wenselijkheid en mogelijkheden tot een uitbreiding van de samenwerking met andereNGO's op het terrein van internationale samenwerking in Papua wordt de komende periodeverkend waarbij het terrein van deskundigheidsbevordering en capacity building bijzondereaandacht heeft.

5. Organisatie en werkwijze

5.1 Ontwikkeling interne organisatie Hapin

V an af 1997 i s Hapi n ge s tar t m e t e e n ge l e i d e l i j k e pr o f e s s i o n al i s e r i n g van de we r k w i j z e . D e o o r s p r o n k e l i j k e o r g an i s ati e vo r m was di e van e e n k l e i n van hui s ui t 'w e r k e n d' be s tu ur van vr i j w i l l i g e r s aan g e vu l d m e t e n k e l e vr i j w i l l i g e m e d e w e r k e r s / ad vi s e u r s in N e de r l an d e n e e n be pe r k t aan t al c o n t ac t pe r s o n e n in P apu a. D e z e we r k w i j z e pas te ste e d s m i n d e r bi j de gr o e i van de o m v an g van m i dd e l e n e n ac t i vi te i te n . D e laats te vi j f jaar is e e n (n o g ni e t vo l t o o i de ) o n tw i k k e l i n g in g e z e t waar bi j be s t uur e n ui tv o e r i n g ge s c he i de n z i j n e n ge w e r k t w o r dt m e t e e n k l e i n e -n o g o n vo l l e di g e - pr o f e s s i o n e l e ui tv o e r e n de o r g an i s ati e i n N e d e r l an d aan g e vu l d m e t vr i j w i l l i g e m e de w e r k e r s . Be g i n 20 03 k e n t S t i c h ti n g Hapi n in N e d e r l an d de vo l g e n de o r g an i s ati e s t r u c tu ur .

Page 22: Beleidsplan Hapin 2003 2005

21

B e s t uur He t be s tuu r is ve r an tw o o r d e l i j k vo o r de be l e i ds vo r m i n g , be s l ui t vo r m i n g e n ve r an tw o o r di n g ; z i e t to e o p e n c o n tr o l e e r t de ui tv o e r i n g van be s tu ur s be s l u i t e n do o r he t bu r e au, o n de r s t e u n tde vas t e staf e n vr i j w i l l i g e m e de w e r k e r s bi j de ui to e f e n i n g van hu n tak e n .

B u r e a uD e vas t e staf van he t bur e au is ve r an tw o o r de l i j k vo o r he t (d o e n ) ui t vo e r e n van de w e r k z aam he d e n van S ti c ht i n g Hapi n , vo o r de ui t vo e r i n g e n vo o r b e r e i d i n g van be s t uur s be s l ui te n , vo o r de aan s t ur i n g van vr i j w i l l i g e m e de w e r k e r s , vo o r de aan s t ur i n g e n c o ö r di n ati e van de w e r k z aam h e de n van de Papu a Advi e s r aad i n Pap ua e n vo o r de c o n tac t e n m e t e n adm i n i s t r ati e van pr o j e c te n van par tn e r s i n P apu a e n e l d e r s .

He t bur e au i s o pe r at i o n e e l van af de z o m e r van 2002 e n ve r k e e r t be g i n 20 03 no g i n e e n o p bo u w f as e w aar bi j de c apac i t e i t no g o n vo l do e n d e i s o m al l e tak e n daar b i j o n d e r te br e n g e n . O n d e r ge br ac ht z i j n be g i n 2003 : pr o j e c te n P apu a, N i e uw s b r i e f e n c o n tac te n m e t do n at e ur s , c o n tac t e n m e t an de r e Papua-o r g an i s ati e s , publ i e k s v o o r l i c ht i n g , we b s i t e e n PR , c o n t ac t e n m e t f o n ds e n (MF O ' s , N G O ' s ) . N o g o n de r te br e n g e n z i j n : Vl u c h te l i n g e n pr o j e c te n P N G , S tud i e b e u r z e n , do n at e ur s adm i n i s tr ati e , f i n an c i ë l e adm i n i s tr ati e . D e we r k w i j z e van be s t uur e n bur e au e n de ve r d e l i n g van tak e n , be vo e g d he d e n e n ve r an tw o o r de l i j k he de n w o r d e n in 20 03 vas tg e l e g d in e e n hui s h o ud e l i j k re g l e m e n t.

De komende jaren zal deze werkwijze uitgewerkt en gesystematiseerd worden. In hetbijzonder de capaciteit van het bureau heeft hierbij prioriteit. Daarbij streeft Hapin ernaar opkorte termijn de mogelijkheden tot samenwerking met andere organisaties te vergroten, zowelwaar het gaat om het delen van infrastructuur als waar het gaat om het delen van deskundigheid.Daartoe is in de loop van 2003 het bureau van Hapin verplaatst naar het midden van het land,Utrecht, waarbij gestreefd wordt naar huisvesting met of in de buurt van organisaties met eenvergelijkbaar aandachtsgebied (Papua, Oost-Indonesië, inheemse volken).

5.2 Papua Adviesraad

P ar al l e l aan de pr o f e s s i o n al i s e r i n g in N e d e r l an d i s in Pap ua e e n lo k al e ad vi e s s tr u c t uur o p g e z e t , de z o g e n o e m de P a p u a A d vi e s r a a d , di e de br u g m o e t vo r m e n tu s s e n lo k al e in i t i at i e v e n e n Hapi n i n N e de r l an d. Deze Papua Adviesraad, kortweg 'adviesraad', is ingesteld per 1-1-2002 en bestaat uiteen zestal lokale deskundigen die elk verantwoordelijk zijn voor een andere regio (6 in totaal)binnen Papua, op onderdelen met elkaar samenwerken en van elkaars deskundigheden gebruikkunnen maken. De adviesraad heeft als algemeen doel het bijdragen aan de realisatie van dedoelstelling van Stichting Hapin door het verbinden van de vragen, behoeften en initiatievenvanuit lokale inheemse gemeenschappen op Papua met de mogelijkheden en middelen vanStichting Hapin in Nederland. Centraal staat de borging van de kwaliteit, de continuïteit en hetbereik van de steun door Hapin aan kleine lokale projecten in Papua én het versterken van decapaciteit in Papua op het gebied van projectactiviteiten. Meer concrete doelstellingen die met deoprichting van de adviesraad worden nagestreefd zijn in dat verband:

a) verbetering van de mogelijkheden tot signalering van vruchtbare initiatieven;b) verbetering van de informatie en advisering over projectvoorstellen ten behoeve vanefficiënte besluitvorming, in het bijzonder in termen van aansluiting van projecten bij delokale cultuur en context, betrouwbaarheid en effectiviteit;c) vergroting van de mogelijkheden tot ondersteuning van lokale initiatiefnemers bij deontwikkeling en de implementatie van project-initiatieven;d) verbetering van de communicatie tussen initiatiefnemers en Hapin in de verschillendefasen van projectontwikkeling en -uitvoering (aanvraag, implementatie, monitoring enevaluatie).

Page 23: Beleidsplan Hapin 2003 2005

22

D e lo k al e de s k u n di g e n / advi s e ur s z i j n o p bas i s van e e n f e e - s y s t e e m par t-t i m e w e r k z aam vo o r Hapi n e n z i j n e l k z e l f s t an d i g ve r an tw o o r de l i j k vo o r e e n re g i o bi n n e n Pap ua: Man o k w ar i / N abi r i ; S o r o n g / F ak F ak ; Bal i e m val l e i ; Bi ak / Y ape n ; J ay apu r a e n ac hte r l an d , e n Me r auk e / As m at.

D e P apu a Adv i e s r aad he e f t te n e e r s te tak e n o p he t te r r e i n van si g n al e r i n g , m o n i to r i n g e n e v al uat i e van pr o j e c te n o p g r a s s -r oot -n i v e au bi n n e n de e i g e n re g i o e n adv i s e e r t de pr o g r am m ac o ö r di n ato r van Hapi n di e n aan g aan d e . Te ve n s adv i s e e r t de Papua Ad vi e s r aad lo k al e i n i t i at i e f n e m e r s bi j de o n tw i k k e l i n g e n i m pl e m e n t ati e van pr o j e c t vo o r s te l l e n e n vo r m t de z e de i n te r m e di ai r tus s e n Hapi n e n lo k al e pr o j e c t e n . D e w e r k z aam h e d e n van de P apu a Adv i e s r aad wo r de n aan g e s t uur d e n ge c o ö r di n e e r d do o r de pr o g r am m ac o ö r di n at o r di e vo o r de dag e l i j k s e ui tv o e r i n g daar bi j o n de r s t e un d wo r dt do o r de c o ö r d i n ato r van de Papua Advi e s r aad.

Op basis van de in 2002 opgedane ervaringen is gesignaleerd dat het bij het functionerenvan de adviesraad gaat om work in progress in de zin dat het bij de vormgeving en werkwijze vande adviesraad en wat betreft de samenwerking met Hapin in Nederland, gaat om een voortdurendleerproces waarbij onderlinge aanpassing nodig kan blijken. Een deel van de voorgenomenactiviteiten, in het bijzonder monitoring en evaluatie, zullen in de komende jaren gestalte krijgen.De leden van de adviesraad zullen er waar mogelijk ook andere taken gaan vervullen. Deels directverbonden met de bestaande activiteiten van Hapin (advisering studiebeurzen), maar deels ooksamenhangend met de veranderingen in Papua na de autonomiewet. Dit betreft in het bijzonderlobby-activiteiten ten aanzien van lokale autoriteiten, daar waar projectaanvragen directbetrekking hebben op activiteiten die tot de verantwoordelijkheid van lokale autoriteiten behoren(onderwijs, infrastructuur, gezondheidszorg). Een bijzonder punt van aandacht betreft hetkunnen functioneren binnen en het bestand zijn tegen de eerder genoemde context van corruptie,collusie en nepotisme. De komende jaren zal een regelmatige training en bijscholing van deadviesraad op deze terreinen blijven plaatsvinden.

5.3 Financiële meerjaren ontwikkeling

Voor een belangrijk deel als gevolg van de (meerjarige) samenwerkingsrelatie met Novib in hetkader van het Kleine Projectenfonds, maar ook als gevolg van donaties van anderefondsorganisaties (in het bijzonder ten behoeve van het Fonds Studiebeurzen) zijn de besteedbaremiddelen van Stichting Hapin vanaf 2002 substantieel gegroeid; van gemiddeld 250.000 Eurotot en met 2001 via ongeveer 400.000 Euro in 2002 tot (begroot) rond de 500.000 Euro in 2003en verder. Deze groei komt in het bijzonder ten goede aan het Fonds Studiebeurzen (vangemiddeld 80.000 tot 100.000 Euro in de jaren voor 2002 tot voorzien gemiddeld 135.000 Euroin de komende jaren) en vooral het Kleine Projectenfonds (variabel rond de 40.000 - 60.000Euro in de jaren voor 2002 tot voorzien rond de 180.000 Euro in de komende periode).

De groei van de projectsteun en de daarmee samenhangende professionalisering van deorganisatie scheppen verplichtingen voor de toekomst. Dit houdt in dat voor de continuïteit vande activiteiten en de organisaties voor de periode 2003-2005 gestreefd wordt naar tenminste eenconsolidatie van de opbrengst uit de fondswerving onder particuliere donateurs en naar eenbeheerste en duurzame groei en diversificatie van de subsidies van andere fondsorganisaties. Voorde continuïteit van de werkzaamheden is het tevens een vermogensversterking noodzakelijkwaarbij voorshands een continuïteitsreserve wordt opgebouwd tot 2 keer de jaarlijksepersoneelskosten.

5.4 Beoordelingscriteria

Criteria voor de beoordeling van projectaanvragen zijn zowel van belang voor het toetsen vanprojecten aan de doelstellingen van Hapin en voor de evaluatie van de resultaten van projecten alsvoor het kunnen afleggen van verantwoording over de besteding van middelen. Waar het gaat om

Page 24: Beleidsplan Hapin 2003 2005

23

de beoordeling van kleinschalige projecten op basisniveau zijn deze in 2002 geactualiseerd. Eenactualisering voor de beoordeling van aanvragen voor studiebeurzen zal in 2003/2004plaatsvinden in samenhang met de nadere beleidsvorming rond onderwijs en capacity building.Een uitwerking van de beoordelingscriteria voor projecten op het terrein van informatie eneducatie zal eveneens plaatsvinden in het kader van een nadere uitwerking van het beleid vanHapin op dat terrein in 2003.

De criteria voor de beoordeling van de aanvragen van het Kleine Projectenfonds zijn als volgtgeformuleerd. Om tot een positief advies ten aanzien van een projectaanvraag te komen moet aande volgende criteria zijn voldaan voor zover deze van toepassing zijn op het betreffende project.

Duurzaamheid- een project dient bij te dragen aan de duurzame verbetering van de sociale, economische en/ofculturele positie van de autochtone bevolking van Papua;- projecten dienen zoveel mogelijk rekening te houden met natuur- en milieubeschermendemaatregelen;- na afloop van de ondersteuning van het project, moet het project zelfstandig verder kunnengaan; follow-up-aanvragen voor nieuwe initiatieven van goedlopende eerder gehonoreerdeprojecten hebben voorrang boven nieuwe projecten. Met andere woorden, organisaties waarHapin al een relatie mee heeft en die in die relatie een goede reputatie hebben opgebouwd.- projecten zijn bij voorkeur verbonden met initiatieven die reeds door lokale gemeenschappen inuitvoering zijn genomen. Projecten die verbonden zijn met reeds functionerende initiatievenhebben voorrang boven papieren plannen;- de verleende steun is bij voorkeur aanvullend van aard. Voorrang wordt gegeven aanprojectaanvragen die een reeds goed lopend initiatief betreffen, maar waaraan een belangrijkeschakel ontbreekt.

Accountability- een project wordt in beginsel geïnitieerd, opgezet, uitgevoerd en gemanaged doorsamenwerkingsverbanden vanuit de lokale bevolking;- een project dient een zo breed mogelijk draagvlak te hebben onder de lokale bevolking;- in projecten dient zoveel mogelijk rekening te houden met ongelijke positie van mannen envrouwen;- besluitvorming binnen de counterpart organisatie vindt zoveel mogelijk op democratische wijzeplaats.

Eisen aan het projectvoorstel- de begroting moet logisch zijn opgebouwd in termen van onder meer de relatie tussenbenodigde en aangevraagde middelen, genoemde en werkelijke prijzen;- er is een duidelijke relatie zichtbaar tussen de doelstellingen, de activiteiten, de beoogderesultaten en het gevraagde budget;- projecten waarbij de Papua Adviesraad een adviserende en ondersteunende rol kan vervullenhebben voorrang.

Uitsluitingen- charitas;- organisaties die in het verleden fondsen hebben gebruikt voor andere doeleinden dan waar defondsen voor bestemd waren;- organisaties die zich niet aan afspraken houden;- organisaties die zich gelieerd hebben aan bewegingen en stromingen die tegengesteldzijn aan de belangen van arme Papoea’s, zulks ter beoordeling aan Hapin.

Page 25: Beleidsplan Hapin 2003 2005

24

Aandachtsgebieden- projecten die de toegang van gemeenschappen tot de lokale markt versterken en inkomensgenereren;- projecten die capacity-building op en ten behoeve van het lokale niveau bevorderen;- projecten die de positie van vrouwen binnen lokale gemeenschappen versterken, hun potentieelop de arbeidsmarkt en hun rollen in onderwijs, bestuur en zorg versterken;- projecten die dialoog, samenwerking en verzoening tussen verschillende bevolkingsgroepenbevorderen en daarmee de verwerking van eerdere schendingen van mensenrechten bevorderen enbijdragen aan het vermijden van toekomstige schendingen van mensenrechten;- projecten die de toegang tot onderwijs bevorderen c.q. recht op onderwijs opeisen.

Regio’s- Hapin streeft naar een evenwichtige spreiding van de omvang en het aantal projecten over deverschillende regio's;- Hapin zal daarbij rekening houden met de urgentie van punten uit de bovengenoemdeaandachtsgebieden die voor bepaalde gebieden gelden.

Schaal- een project draagt in beginsel een kleinschalig karakter en de daaraan verleende steun is bijvoorkeur bescheiden in omvang;- kleinschalige projecten hebben voorrang boven grootschalige projecten.

5.5 Beoordelingsprocedures

Voor de besluitvorming over de honorering van aanvragen bestaan verschillende procedures. Vooraanvragen voor het 'Fonds Studiebeurzen' vindt de besluitvorming één maal per jaar in decemberplaats, de besluitvorming over aanvragen voor het 'Kleine Projectenfonds' gebeurt dat in tweerondes in de maanden april en oktober, kleine aanvragen in Nederland voor het fonds HapinAlgemeen worden lopende het jaar behandeld waarbij als regel de aanvragen ten minste 8 wekenvoor de betreffende activiteit moeten zijn ingediend. Gezien de toename van de aantallenaanvragen gedurende de afgelopen jaren zullen de procedures en criteria voor de besluitvormingover de verschillende soorten aanvragen in 2003 aangepast en aangevuld worden en gepubliceerdworden op de website van Stichting Hapin. De procedure voor de besluitvorming over het KleineProjectenfonds is in 2002 ontwikkeld en kent de in hoofdlijnen de volgende kenmerken..

Besluitvormingsprocedure Kleine ProjectenfondsDe sluitingsdatum voor de april ronde is 15 maart, de sluitingsdatum voor de oktober rondeis 15 september. Voorafgaand aan elke ronde wordt vastgesteld wat het te besteden budgetper ronde is. Voor de april ronde gebeurt dat bij het opstellen van de jaarbegroting indecember. Voor de oktober ronde gebeurt dat op basis van de begroting en op basis van dehalfjaarcijfers. Voor de besluitvorming geldt in hoofdlijnen de volgende procedure:• De programmacoördinator registreert lopende het jaar de ontvangen projectvoorstellen,

draagt er zorg voor dat de benodigde gegevens compleet zijn en formuleert een kortadvies waarin aangegeven staat of het betreffende project voldoet aan de criteria.

• Kort na de sluitingsdatum van de betreffende ronde formuleert de programma-coördinator op basis van de selectiecriteria en prioriteitenafweging een advies ten aanzienvan de beoordeling en honorering van de voor deze ronde ingediende aanvragen.

• Dit advies wordt besproken door de projectencommissie, welke bestaat uit deprogrammacoördinator, de directeur en een daartoe aangewezen bestuurslid. Dezecommissie is gerechtigd om de beoordeling en honorering van projectaanvragen in

Page 26: Beleidsplan Hapin 2003 2005

25

besluitvormende zin af te handelen wanneer sprake is van unanimiteit ten aanzien van debesluitvorming, wanneer het beschikbare budget niet overschreden wordt en wanneergeen van de aan projecten toegekende bedragen de EUR 4.500 overschrijdt.

• Na afronding van de bespreking binnen de projectencommissie wordt het bestuur tijdensde eerstvolgende bestuursvergadering geïnformeerd over de gehonoreerde en afgewezenprojectvoorstellen door middel van een lijst met af- en toegewezen projecten. Indien hetvoornemen bestaat om projecten groter dan EUR 4.500 goed te keuren worden dezevoorzien van een advies op de agenda van deze bestuursvergadering geplaatst. Hetzelfdegeldt voor voorstellen kleiner dan EUR 4.500 waarover binnen de projectencommissiegeen unanimiteit kon worden bereikt. Deze adviezen behoeven niet eensluidend te zijn.Tijdens de bestuursvergadering wordt besloten over goedkeuring, afkeuring ofaanhouding. Deze bestuursvergadering dient plaats te vinden binnen de voor debetreffende ronde geldende termijn.

• Projecten die om budgettaire redenen zijn afgewezen kunnen opgenomen worden in eenvolgende projectronde om opnieuw beoordeeld te worden.

5.6 Monitoring en evaluatie

Evenals de werkwijze en procedures rond de besluitvorming over aanvragen, zullen ook dewerkwijze en procedures rond monitoring en evaluatie in 2003 en 2004 aangepast worden aan deveranderingen binnen Stichting Hapin en aan de groei van de aantallen projecten. Voor deprojecten die vallen onder het Kleine Projecten Fonds zal dit in de loop van 2003 en 2004gestalte krijgen. Aanvankelijk zal de programmacoördinator tijdens haar jaarlijkse bezoek terplaatse de projecten evalueren. In een later stadium (vanaf 2004) is het de bedoeling dat evaluatiedoor de leden van de adviesraad plaats zal vinden (aangevuld indien gewenst met anderecontactpersonen van Hapin in Papua). Gezien de schaal van de betreffende projecten is hetinhuren van (kostbare) externe evaluatoren niet haalbaar. Voor de monitoring en evaluatie van deprojecten die vallen onder het Kleine Projectenfonds zijn de volgende procedure enbeoordelingscriteria geformuleerd.

MonitoringAfhankelijk van de kenmerken en de voortgang van de afzonderlijke projecten wordenafspraken gemaakt tussen de programmacoördinator en de leden van de adviesraad overde monitoring van lopende projecten. In hoofdlijnen gaat het bij monitoring om hetperiodiek (gemiddeld 1 x per 3 a 4 maanden) bezoeken van de verschillende projectenwaarbij zij zowel de stand van zaken nagaan als advies aanbieden. De leden van deadviesraad rapporteren periodiek aan de programmacoördinator kort over de voortgangvan de projecten. Bij de monitoring wordt zowel aandacht besteed aan de uitvoerendeorganisatie als aan het feitelijke project.- Ten aanzien uitvoerende organisatie wordt gelet op de volgende indicatoren:

. samenwerking binnen de uitvoerende organisatie;

. de aanwezigheid van een vorm van management;

. de aanwezigheid van een duidelijke planning en taakverdeling;

. gender-evenredigheid in zeggenschap/besluitvorming;

. gender-evenredigheid in opbrengsten;

. het vermogen om creatief om te gaan met problemen en tegenstand die menontmoet;. het vermogen van de organisatie om zelfstandig verder te kunnen.

Page 27: Beleidsplan Hapin 2003 2005

26

- Ten aanzien van het project wordt gelet op de volgende indicatoren:. de uitvoerbaarheid van project en plannen;. validiteit van de kostenraming;. omvang en gewicht van aanpassingen van de plannen tijdens de uitvoering;. de levensvatbaarheid op langere termijn;. de mogelijkheden en capaciteiten om gegenereerde middelen te herinvesteren;. de vraag naar additionele assistentie van de adviseurs;. de spin-off van het project voor de omgeving.

EvaluatieAfhankelijk van de kenmerken van een project wordt door de programmacoördinatorvastgesteld wanneer de (eind)evaluatie en afronding van projecten zal plaatsvinden. De(eind)evaluatie wordt door de programmacoördinator/adviesraadlid/externe evaluatorvastgelegd in een korte rapportage. Bij de evaluatie worden de volgende indicatorengehanteerd:

. de daadwerkelijk uitvoering van de in het projectvoorstel beschreven plannen;

. de effecten van de verleende financiële ondersteuning voor de uitvoering;

. de effecten van het project in relatie tot de doelstelling van het project;

. de spin-off van het project voor de omgeving;

. de mate waarin de uitvoerende organisatie zelfstandig verder kan;

. de mate waarin het project zelfstandig kan voortbestaan en groeien.

Een project wordt als geslaagd beschouwd als de uitvoering heeft plaatsgevonden, de doelen zijngerealiseerd en de activiteiten zonder verder steun van buiten kunnen voortbestaan. Gezien devariabele en vaak onzekere of turbulente context waarbinnen projecten op Papua gestalte krijgen(schermutselingen, politieke en maatschappelijke onrust) kan een project ook -deels- als geslaagdbeschouwd worden wanneer lopende de uitvoering aansluitend bij de actuele omstandigheden deprioriteit gegeven is aan andere activiteiten die de lokale gemeenschap op gelijke wijze van nutzijn.

Een project wordt beschouwd niet geslaagd te zijn als het project niet of onvollediguitgevoerd is, geen continuïteit of vervolg heeft dan wel het project een negatieve spin-off voor deomgeving heeft.

6. Nawoord: de meerwaarde van Stichting Hapin

In het voorafgaande hopen wij te hebben aangegeven waarom Hapin haar eigen plaats verdient inhet spectrum van internationale solidariteit en ontwikkelingssamenwerking met Papua. Deontstaansgeschiedenis van Hapin laat zien dat een grote groep Nederlanders, ook tot uitdrukkingkomend in onze 9.000 donateurs, zich betrokken voelt bij de Papua's, en zich er van bewust is datde geschiedenis Papua en Nederland nu eenmaal met elkaar heeft verbonden. Deze groep mensenverbindt hier een verantwoordelijkheid aan die Stichting Hapin tot uitdrukking wil brengen inconcrete activiteiten.

Ook andere groepen in Nederland doen dat, maar Hapin heeft zich langzamerhandonderscheiden door de ontwikkeling die zij heeft doorgemaakt. Er ligt nu een nadruk op het inmateriële zin ondersteunen van het zelfbeschikkingsrecht van de Papua's. Binnen de kaders vanons beleid zijn het uiteraard de Papua's zelf die hieraan invulling en vorm geven. Dit hebben wijtot uitdrukking willenbrengen in de titel van dit meerjarenbeleidsplan Partner met Papua. 'Van'drukt bezit uit, maar 'met' betekent samen met, gelijkwaardig.

Hapin heeft zich ook proberen te onderscheiden door een netwerk van adviseurs inPapua op te bouwen. Het is voor elke westerse donor moeilijk om zo ver weg, en onder zulkeverschillende culturele omstandigheden, zinvolle ondersteuning te bieden. De Papua Adviesraad

Page 28: Beleidsplan Hapin 2003 2005

27

drukt uit dat wij geloven in de capaciteit van de Papua's zelf om hun eigen ontwikkeling teleiden. Er zijn geen dure veldkantoren nodig. Bovendien maakt de Papua Adviesraad het mogelijkom vele kleinschalige initiatieven te ondersteunen. Ook dit is voor westerse donorenorganisatorisch vaak onmogelijk geworden. Hapin is een organisatie met een redelijke omzet diede pretentie van ontwikkeling op grassroot niveau nog steeds waar kan maken. Dat vinden wijbijzonder en dat willen we graag in stand houden.

Tenslotte willen we nogmaals het belang van onderwijs en capacity buildingbenadrukken. Als je vindt dat de Papua's het zelf moeten doen, dan is ondersteuning op datgebied onontbeerlijk. Ook hier ligt de kracht van Hapin voor een deel in kleinschaligheid,namelijk tot op het niveau van het individu. Talenten zijn een persoonlijke zaak, en die proberenwe te vinden en te ondersteunen

Page 29: Beleidsplan Hapin 2003 2005

28

Bijlage: de mensen achter Hapin (per medio 2003)

Bestuur

DR. WIEGER BAKKER (1958): portefeuilles: voorzitter, beleid en organisatieWoonde op jonge leeftijd enkele jaren in Papua. Na een reis door Papua raakte hij in 1994betrokken bij de activiteiten van Hapin en is voorzitter sinds 1996 Hij is opgeleid alsbeleidssocioloog en werkzaam als senior-docent bij de Utrechtse School voor Bestuurs- enOrganisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht.

AALDERT GODSCHALK (1952): portefeuilles: penningmeester, studiebeurzenIs in Nieuw-Guinea geboren en sinds 1984 werkzaam als penningmeester bij Hapin. Daarvoorwas hij betrokken bij de Stichting Hulp aan Studerende Papoea's. In het dagelijks leven is hijwerkzaam als intern relatiemanager/analist voor de grootzakelijke markt bij Rabobank Nederland.

DRS. JEROEN OVERWEEL (1962): portefeuilles: secretaris, projecten PapuaWerkte na zijn studie Moderne Aziatische Geschiedenis (UvA) voor demedefinancieringsorganisatie Novib. Na vervolgens in Merauke twee jaar voor een lokaleontwikkelingsorganisatie gewerkt te hebben, deed hij twee jaar archief onderzoek naar degeschiedenis van Nieuw Guinea in Den Haag en Jakarta. Vanaf 1997 raakte hij betrokken bij deactiviteiten van Hapin. Momenteel is hij werkzaam als wijkcoördinator bij de gemeenteAmsterdam.

DRS. NANCY JOUWE (1967): portefeuilles: PR en fondsenwervingIs de dochter van Papualeider Nicolaas Jouwe en studeerde Cultuurgeschiedenis enVrouwenstudies aan de Universiteit Utrecht Na haar studie was zij enige jaren coördinator vanhet studie- en informatiecentrum Stichting Papua Volken. Zij is betrokken bij de activiteiten vanStichting Hapin sinds 1997 en vanaf 2000 als bestuurslid. In het dagelijks leven is zij werkzaamals adjunct directeur van Mama Cash

Bureau en (vaste) vrijwillige medewerkers

DRS. WIETSE TOLSMA (1951): directeurStudeerde Geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en is betrokken bij de activiteitenvan Hapin sinds 1987. Na een lange periode waarin hij achtereenvolgens bestuurslid ensecretaris/coördinator was, is hij sinds 2002 voor anderhalve dag per week als directeur van hetbureau in dienst van Hapin. Voor het grootste deel van zijn tijd is hij werkzaam als docentGeschiedenis in het voortgezet onderwijs aan de Guido de Brès scholengemeenschap te Arnhem.

DESIREE VAN DER KROGT (1959): programmacoördinatorWas aanvankelijk verpleegkundige en volgde nadien de opleiding Aardrijkskunde (vrijestudierichting Ontwikkelingsvraagstukken) aan de Katholieke Leergangen in Tilburg. Daarna waszij werkzaam bij het regionaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (COS) Noord-Holland Noord. In het kader van haar stage-onderzoek over gezondheidszorg in de Baliemvalleiraakte zij in 1996 als vrijwilliger betrokken bij de activiteiten van Hapin. Vanaf 1998 is zij,aanvankelijk part-time en sinds 2002 full-time, in dienst als programmacoördinator bij Hapin.

FRED ATHABOE (1945): studiebeurzen, adviseur PNGKwam in 1985 vanuit Papua naar Nederland via PNG en Griekenland. Hij studeerde in 1975 afin Indonesische Burgerlijk Recht aan de Gajah Mada Universiteit in Yogyakarta en was tot april1982 docent arbeidsrecht aan de Cenderarawasih Universiteit in Jayapura (Papua). Hij isbetrokken bij stichting HAPIN sinds 1988.

Page 30: Beleidsplan Hapin 2003 2005

29

IR. MIEUW VAN DIEDENHOVEN (1966): ICT, fondsenwerving, webmasterStudeerde Ecologie en Natuurbeheer aan de Universiteit van Wageningen. Via eenafstudeeronderzoek in de Molukken raakte ze geïnteresseerd in de situatie van de Papua's. Sinds1995, voert zij, deels als vrijwilligsters en deels als freelancer, diverse werkzaamheden uit voorHapin, zoals het opzetten en onderhouden van de website, ondersteunende ICT-taken enfondsenwerving.

DRS. HANS VERSNEL (1938) : PR en organisatieStudeerde Niet Westerse Sociologie in Utrecht en was daarna werkzaam aan de Vrije Universiteitte Amsterdam als docent Niet Westerse Sociologie. Nadien was hij werkzaam in verschillendefuncties op het terrein van internationale samenwerking, waaronder in de tachtiger jaren alsadviseur voor de wereldbank voor transmigratieprojecten in Papua. De laatste jaren was hijachtereenvolgens werkzaam als wijkmanager en bestuursadviseur van het college van B&W van degemeente Utrecht. Daarnaast was hij enige tijd bestuurslid van de Stichting Papua Volken. Hij issinds 2003 actief betrokken bij de activiteiten van Hapin.

Page 31: Beleidsplan Hapin 2003 2005

30

Adviesraad Papua

YUSUP SAWAY (1969): coördinator, regio Manokwari en NabireStudeerde Rechten aan een instelling voor hoger onderwijs in Indonesië en is naast zijn functievoor Hapin werkzaam als directeur van LSM Yapmi; een lokale Ngo op het terrein van sociaalwerk in Manokwari.

TREES ESI (1947): regio Merauke en AsmatWas tot haar pensionering eind 2002 werkzaam als docente in het basisonderwijs. Zij heeft eenjarenlange ervaring met lokale sociale- en gezondheidszorg projecten en is bestuurslid van delokale Ngo Yasanto.

AGUS KOSAMAH (1972): Sorong en Fak FakStudeerde Filosofie en Theologie en werkte voorheen bij SKP (Justitia et Pax) Sorong.

ELIGIUS LAGOWAN (1966): Wamena en BaliemvalleiKeerde na een hogere beroepsopleiding in de psychologie terug naar de Baliemvallei en werktedaar als secretaris bij polikliniek M.Mula.

LITA RENWARIN (1977): Jayapura en achterlandVolgde een management/computeropleiding en werkte eerder voor een niet-gouvernementeleorganisatie in Fak Fak (monitoring van kleine economische vrouwenprojecten) en vervolgens bijde GKI in Abepura.

En verder .....Naast degenen die hierboven zijn genoemd kan Hapin al jaren op verschillende mensen eenberoep doen: voor de bemensing van een stand op een congres of manifestatie, voor het geven vanvoorlichting over Papua of voor het vertalen van documenten. Ook zonder hun inzet zou hetwerk van Hapin niet mogelijk zijn.

Page 32: Beleidsplan Hapin 2003 2005

31

Comité van aanbeveling

PROF. DR. W. ALBEDA, Hoogleraar Arbeidsrecht, Vm. minister Sociale Zaken CDA.

MW. DRS. RIA BECKERS-DE BRUIJN, Voorzitter Natuur en Milieu, Vm. fractievoorzitter GroenLinks.

PROF. DR. TH. C. VAN BOVEN, Vm. rapporteur mensenrechten VN, Hoogleraar Intern. Recht.

L.C. VAN DIJKE, Vm. Lid Tweede Kamerfractie ChristenUnie.

J.S.L. GUALTHÉRIE VAN WEEZEL, Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Raad vanEuropa.

AAD VAN DEN HEUVEL, Televisie medewerker/programmamaker.

DRS. J. TEN HOOPEN, Vm. Hoofd Pharm. Dienst Nederlands Nieuw-Guinea.

MR. DR. J.J.A. IMKAMP, Vm. lid Tweede Kamer D66.

NICOLAAS JOUWE, Vm. vice-voorzitter Nieuw-Guinea Raad

DR. C.S.I.J. LAGERBERG, Vm. Lector Culturele Antropologie Katholieke Universiteit Tilburg, Lidmin. Advies- orgaan voor Internationale samenwerking, Medewerker Clingendael.

M. LEERLING, Vm. Fractievoorzitter RPF.

E. VAN MIDDELKOOP, lid Eerste Kamer ChristenUnie.

MAARTJE VAN PUTTEN, Vm. lid Europees Parlement PvdA/medewerker Wereldbank.

H.F.M. MÜNNINGHOF O.F.M., emeritus-bisschop Jayapura (Papua).

G.J. SCHUTTE, Vm. fractievoorzitter GPV.

IR. B.J. VAN DER VLIES, Fractievoorzitter SGP.

G.J.J. (JOOP) VAN ZIJL, Vm. eindredakteur/presentator NOS-journaal.

Page 33: Beleidsplan Hapin 2003 2005

HAPINSTICHTING HULP AAN PAPUA’S IN NOOD

Mulderstraat 353581 GP Utrecht

tel: 030 234 00 12fax: 030 236 90 55e-mail: [email protected]: www.antenna.nl/hapin