Belang huisvestingsteams in organsiaties neemt toe vastgoedmarkt oktober 2011
-
Upload
hoet -
Category
Real Estate
-
view
153 -
download
0
Transcript of Belang huisvestingsteams in organsiaties neemt toe vastgoedmarkt oktober 2011
30 Vastgoedmarkt oktober 2011 www.vastgoedmarkt.nl
De sterk veranderde rol en manier van
opereren van Corporate Real Estate
(CRE-) teams vraagt om een kritische
analyse van de onderliggende CRE-
modellen. In dit artikel worden de
voor- en nadelen van vier verschillen-
de CRE-modellen op een rij gezet: het
Functionele model, het Geografi sche
model, het Procesmodel en het Markt/
Klantmodel. Omdat ieder bedrijf an-
ders is georganiseerd, is er niet aan te
geven welk model het beste is. Wel is
duidelijk dat de veranderende positie
van CRE vraagt om een CRE-model
dat een afspiegeling vormt van de
strategische business units. Hierdoor
kan het CRE-team beter presteren en
leidt dit tot lagere bedrijfskosten. Zo
wordt de toegevoegde waarde van het
CRE-team voor de gehele organisatie
beter zichtbaar.
Een recent onderzoek van Jones Lang
LaSalle onder bedrijven uit diverse
regio’s en verschillende bedrijfstakken
onderscheidt vier operationele struc-
turen die de basis kunnen vormen
voor een CRE-model. Het onderzoek
laat zien dat de meest effectieve CRE-
teams sterk zijn gericht op interne
stakeholders en dat ze nauwe relaties
onderhouden en intensief samenwer-
ken met de organisatie. Daardoor kun-
nen CRE-teams vanuit een operatio-
nele rol doorgroeien naar strategische
partners. De tijd die wordt besteed
aan Strategie & Relatiemanagement,
Planning en Operations zal zodanig
verschuiven, dat de toegevoegde
waarde op deze drie gebieden
gehandhaafd blijft. Dit leidt tot een
strategische toekomst voor CRE-teams
(zie fi guur 1). Veel grote organisaties,
zoals Shell en Philips (zie kaders), heb-
ben hun CRE-model al fundamenteel
aangepast. Ze hebben de structuren,
verantwoordelijkheden en vaardighe-
den van de CRE-teams sterk veranderd
om invulling te geven aan deze ont-
wikkeling. De nieuwe structuur stelt
deze CRE-teams in staat om directer
bij te dragen aan de kernactiviteiten
van hun organisatie en de toegevoegde
waarde van het vastgoed voor het
bedrijf te bewijzen.
Sleutelfactoren CRE-modellenOmdat elke organisatie op een andere
manier opereert, bestaat er één sja-
bloon voor een passend CRE-model. Er
zijn veel bedrijfsgerelateerde factoren
om rekening mee te houden. Toch ko-
men in elk model ook gemeenschap-
pelijke factoren aan de orde. Hiervan
is afstemming met de strategische
business het meest fundamenteel.
Als die ontbreekt kan het model niet
effectief zijn. Hiervoor is het van
belang te kijken naar de grootte en de
benodigde vaardigheden van het CRE-
team. Deze zijn sterk afhankelijk van
de volgende sleutelfactoren:
-strategische ondernemingdoelstellin-
gen en targets;
-samenstelling van de vastgoedporte-
feuille – eigendom versus huur en
type vastgoed – en de omvang ervan;
-kerntaken en mandaten van het
CRE-team;
-vormgeving van de organisatie, bij-
voorbeeld het aantal business units;
-methodiek en frequentie van afstem-
ming met de business teams;
-stakeholders betrekken bij besluitvor-
ming over vastgoed;
-samenwerkingsmodel en de wijze
van honorering van externe adviseurs;
dit is van essentieel belang, omdat dit
grote invloed heeft op de functionele
samenstelling en grootte van het eigen
CRE-team.
Nadat deze factoren, die bepalend zijn
voor de invulling van het CRE-team,
helder zijn uitgewerkt, kan worden
bepaald welke operationeel en organi-
satorisch CRE-model het beste aansluit
bij de doelstellingen van de orga-
nisatie: het Functionele model, het
Geografi sche model, het Procesmodel
of het Markt/Klantmodel.
Functioneel modelHet Functionele model is het tradi-
tionele CRE-model, waarbij weinig
afstemming bestaat tussen de verschil-
lende disciplines binnen het CRE-
team: planning, transactiemanagers,
facilitymanagers en projectmanagers.
Elke discipline rapporteert recht-
streeks over het eigen aandachtsge-
bied aan de centrale CRE-director.
Deze stemt vervolgens af met de
business teams. Voordelen van dit
model zijn de simpele structuur, de
expertise van medewerkers en het
model eenvoudig kunnen invoegen
in de bestaande organisatie. Nadelen
zijn de beperkte focus en de minimale
afstemming met de business teams,
het risico van ’blinde vlekken’ tussen
de disciplines en de infl exibiliteit om
specialistische medewerkers breed te
kunnen inzetten.
GeograÞ sch modelHet Geografi sche model is een uit-
breiding op het Functionele model,
waarbij regionale CRE-managers
rapporteren aan de centrale CRE-direc-
tor. De regionale manager is verant-
woordelijk voor de afstemming met
de lokale business teams en voor de
integratie van de dienstverlening van
de CRE-disciplines binnen de regio. De
CRE-director is verantwoordelijk voor
de afstemming binnen de totale porte-
feuille. Voordelen van het model zijn
de uitstekende kennis over het vast-
goed en de uitgebreide deskundigheid
van medewerkers. Het model is hier-
door geschikt voor organisaties met
gedecentraliseerde business units en
bedrijven die op landenniveau worden
aangestuurd. Philips gebruikt sinds vijf
jaar een hybride regionaal CRE-model
waarbij het team is gesplitst over vier
regio’s met verantwoordelijkheid
voor operationele support, waaronder
facility- en workplacemanagement, en
een centraal team dat verantwoorde-
lijk is voor strategische planning en
afstemming met de business teams.
ProcesmodelIn het Procesmodel worden het CRE-
team en de activiteiten ingericht op
basis van de levensfase waarin de
organisatie en het bedrijfsvastgoed
verkeren. Start-ups die snel groeien,
hebben bijvoorbeeld behoefte aan
support om nieuwe huisvesting te vin-
den om zo uitbreiding te faciliteren.
Gevestigde bedrijven maken transfor-
matieprocessen vaker door, waarbij
bedrijfsonderdelen of locaties worden
samengevoegd om kostenbesparingen
te realiseren. In elk proces ligt de
verantwoordelijkheid om portefeuille-
data bij te houden, transacties te
managen, facility management en
projectmanagement bij dezelfde func-
ties. Nadelen zijn dat medewerkers
over brede kennis moeten beschikken
en zich minder kunnen specialiseren.
Het proces voor de integratie opzet-
ten en centrale aansturing van alle
disciplines is daarbij zeer complex,
vooral bij industriële bedrijven en
fabrieksmatig vastgoed. Voordelen van
het Procesmodel zijn de spiegeling
van het CRE-team aan de fase waarin
het bedrijf verkeert, de geïntegreerde
benadering wat de totale doorlooptijd
verkort en de consistente benadering
en levering van diensten door dezelfde
verantwoordelijken.
Markt/KlantmodelBij het Markt/Klantmodel zijn bin-
nen het CRE-team relatiemanagers
verantwoordelijk voor de belangrijkste
business teams in de organisatie. Het
model werkt op basis van ‘vraag en
aanbod’ waarbij relatiemanagers een
range aan tactische en strategische
diensten voor de business teams
Belang huisvestingsteams in organisaties neemt toe
BEDRIJFSVASTGOED / STRATEGIE / JLL
CRE-modellen verhelderen positie en invloed CRE-teams
De rol van Corporate Real Estate (CRE-) teams binnen organisaties veran-dert. Huisvesting viel tot enkele jaren geleden onder de afdeling Facility Management of Procurement. Momenteel wordt van CRE-teams verwacht dat ze een bijdrage leveren aan tactische en strategische bedrijfsdoelstel-lingen waarmee de rol verschuift naar strategische sparringpartner die steeds vaker rechtstreeks rapporteert aan de directie en meedenkt over zaken als groei of krimp, duurzaamheid, de strijd om talent en het verho-gen van de bedrijfsefÞ ciency. Jones Lang LaSalle heeft de rol van CRE-teams binnen verschillende bedrijven onderzocht en de toegevoegde waarde ervan in kaart gebracht in vier CRE-modellen.
Eelco Hoet en Ruben Langbroek
CRE-team kan bijdragen aan lagere bedrijfskosten
ACHTERGROND BEHEER
De wereldwijde vastgoedportefeuille
van Philips heeft een omvang van on-
geveer 5,7 miljoen vierkante meter en
bestaat uit meer dan 870 gebouwen
verspreid over 72 landen. Philips heeft
wereldwijd drie ‘lines of business’:
Consumer Products, Lighting en He-
althcare. Vijf jaar geleden was er geen
geformaliseerde CRE-structuur, be-
perkte kennis over de portefeuille en
weinig integratie tussen teams en re-
gio’s. Het CRE-team is nu gesplitst in
vier geograÞ sche regio’s en er zijn re-
gionale ‘delivery teams’ die zich speci-
Þ ek richten op de operationele activi-
teiten. Hieronder vallen ook facility
management en workplacemanage-
ment. Parallel aan de regionale struc-
tuur is er een wereldwijd team dat
verantwoordelijk is voor strategische
planning. Zij zorgen bovendien voor
goede afstemming van de agenda’s
van de drie lines of business en zijn
verantwoordelijk voor vastgoedtrans-
acties. De verandering heeft geleid tot
meer outsourcing en het niveau van
dienstverlening voor vastgoeddatama-
nagement, -transacties en facility ma-
nagement is verhoogd. De nieuwe
CRE-structuur is hybride van opzet:
klant- en vraaggericht in combinatie
met functionele en geograÞ sche ele-
menten. Voor Philips is dit ‘het beste
van alle werelden’.
Philips hanteert hybride GeograÞ sche model
Shell heeft wereldwijd ongeveer
20.000 vastgoedlocaties. Het gaat
daarbij om commercieel en industrieel
vastgoed, woningen, ziekenhuizen,
scholen en sportclubs. De portefeuille
heeft een omvang van in totaal meer
den 2 miljoen vierkante meter. Eind
2008 is begonnen met de reorganisa-
tie van het CRE-team op basis van een
nieuw CRE-model. Het oorspronkelij-
ke model was geograÞ sch georiën-
teerd en bestond uit drie grote regio’s.
De teams waren verantwoordelijk
voor een brede portefeuille waaronder
alle stakeholders betrokken houden
bij strategie en transactiemanagement.
Doordat teams vooral waren gefocu-
Shell kiest voor
Procesmodel
Figuur 1Strategische toekomst voor CRE-teams
Planning
Operations
Strategie & Relatie Management
Planning
Operations
Strategie
& Relatie
Management
25% 25%
Tijdsbesteding Waarde Tijdsbesteding Waarde
5% 50%
25% 25%
70% 25%
70% 50%
5% 25%
Bron: Jones Lang LaSalle Nederland
oktober 2011 Vastgoedmarkt 31www.vastgoedmarkt.nl
sed op de operationele aspecten, was
de mate van specialisatie beperkt. Dit
had regelmatig een nadelige invloed
op strategische plannen opstellen en
uitvoeren. Een van de doelstellingen
bij een nieuw CRE-model ontwikkelen
was de regionale focus loslaten en de
verschillende functies versterken. Een
Procesmodel was daarbij het nieuwe
uitgangspunt. Het uiteindelijke CRE-
model is gebaseerd op drie sleutel-
functies: Strategy & Portfolio, Pro-
gramme Delivery en Services (Facility
Management)
Zijn voor de buitenwereld toch ver-
rassende afscheid als topman en
aandeelhouder van de WPM Groep
en WPM Pro is een logische stap, legt
Harry Kroot geduldig uit. ‘En een stap
die is gezet in nauw overleg met de
twee andere aandeelhouders van WPM
Holding, Pieter Affourtit en Ger Dings.’
Op het moment dat Kroot dit zegt, stap-
pen Affourtit en Dings net de kamer
binnen. Affourtit: ‘Het afscheid van
Harry is in een goede verstandhouding
tot stand gekomen. Hij is voor WPM
van cruciale betekenis geweest en zal
ook bij een aantal projecten betrokken
blijven. Hij heeft de basis gelegd voor
het huidige succes van ons bedrijf in
de Nederlandse vastgoedmarkt. Zijn
ondernemerschap en persoonlijkheid
om mensen te binden, zijn daarin
bepalend geweest.’
Kroot stond aan de basis van WPM,
bij de oprichting in 1987 Winkel
en Project Management geheten.
‘Eigenlijk zijn wij ontstaan uit Wilma
Projectontwikkeling en Wilma Project-
management. Er waren in die jaren
genoeg winkelcentra in Nederland,
maar er waren geen winkelcentrumbe-
heerders. Bert van Stek heeft toen een
management buy-out gedaan om in dit
gat te springen.’
Kroot zelf had op dat moment nauwe-
lijks ervaring met retail en retailvast-
goed. ‘Ik ben een HTS-er, ik bouwde
kantoren, onder meer voor Burginvest.
Ik denk dat ik wel 50.000 m2 aan kan-
toorruimte heb gerealiseerd. Maar dat
segment had ik wel gezien. Gelukkig
was er binnen WPM Paul ter Sluis met
zijn DPO-onderzoeken. We wisten
vooral pensioenfondsen ervan te over-
tuigen wat het belang zou kunnen zijn
van planontwikkeling en professioneel
vastgoedmanagement voor de continuï-
teit van hun retailvastgoedportefeuille.’
Beheerder van formaatEind jaren tachtig traden Pieter Affour-
tit en Ger Dings in dienst van WPM
Plan ontwikkeling en in 1991 werd
de WPM Groep geformeerd. ‘Onze
activiteiten bestonden uit mana ge-
ment, beheer en planontwikkeling.
Door de overname van Beheerkantoor
Hoog Catharijne, Bakker & Beheer
Makelaardij in 1997 en ABU Vastgoed-
ma na gement een jaar later zijn we
ook een beheerder van formaat van
kantoren geworden, mede door de
komst van Ruud Bouma als directeur
van WPM Offi ces. Nadat Van Stek een
stapje terug had gedaan, heb ik in
1997 samen met Affourtit en Dings
het gehele aandelenkapitaal van WPM
Holding overgenomen. Ik ben toen
ook de bestuursvoorzitter van WPM
Holding geworden, een positie die ik
tot 2008 heb bekleed. In die periode
heeft WPM een enorme ontwikkeling
doorgemaakt. Een van mijn ambities
was Europa in te gaan. In 1995 sloten
wij daarvoor een intentieovereen-
komst af met Donaldsons UK en werd
Estatius opgericht, een BV voor onze
gecombineerde activiteiten buiten de
landsgrenzen. Uiteindelijk heeft dit ons
toch niet gebracht wat we wilden. Als
je Europa echt op de kaart wilt zetten,
moet je er full time in zitten. Dat trok
ik even niet, ook vanwege persoonlijke
omstandigheden (Kroot verloor in die
periode zijn vrouw; rdw). In 2004 heb-
ben we besloten ons deel van Estatius
te verkopen aan Donaldsons. Sindsdien
zijn we een bedrijf gebleven met als
primaire focus Nederland, hoewel we
als WPM Planontwikkeling ook nog
steeds bij allerlei opdrachten over de
grens zijn betrokken.’
WPM ProKroot richtte in 2008 samen met Ger
Dings WPM Pro op. De bestaande
activiteiten van WPM werden sindsdien
onder leiding van Pieter Affourtit en
fi nancieel directeur Ronald Maaskant
voortgezet in de WPM Groep. Kroot
daarover: ‘Omdat Affourtit de WPM
Groep ging leiden, had ik mijn handen
vrij. Ik liep tegen een aantal projecten
aan, waarvan ik me afvroeg of we
daarin vanuit onze WPM-expertise ook
niet zelf, proactief en risicodragend,
moesten stappen. De vraag was echter:
wilden onze opdrachtgevers dat wel?
We zijn beheerder en adviseur, maar
willen onze klanten ook dat wij actief
in een project zouden participeren. De
reacties waren gelukkig positief, vanuit
de idee: laat maar zien wat je kunt. En:
laat maar zien dat je ook risico’s durft
te nemen. Toen Ger Dings en ik met
WPM Pro begonnen, wisten we natuur-
lijk niet dat er een crisis aankwam, die
niet zomaar voorbij zou gaan.’
Sindsdien zijn door WPM Pro twee
projecten opgeleverd: Zilverkamp
in Huissen en Vijverhof in
Koggenland. De andere projecten
waarbij WPM risicodragend is be-
trokken, zijn Markt-Vreestraat in
Helmond, Wijk- en winkelcentrum
De Clomp in Zeist, Geesterduin in
Castricum, Centrumplan Hilverhof in
Hilvarenbeek en Den Ekker in Best.
Kroot: ‘Bij De Clomp en Hilverhof zal ik
ook na mijn afscheid bij WPM Pro be-
trokken blijven. Dat zijn projecten die
we samen met derden doen. Hilverhof
vraagt een investering van 20 miljoen
euro en De Clomp van ruim 60 miljoen
euro.’
CrisisDe reden voor zijn vertrek bij WPM
ligt duidelijk in de mogelijke risico’s
voor WPM nu de crisis in de economie
en het vastgoed aanhoudt. Kroot: ‘De
portefeuille van WPM groeit gestaag en
het bedrijf wordt alleen maar sterker.
Maar de crisis vertraagt tegelijkertijd
veel ontwikkelingstrajecten in WPM
Pro en alles verloopt langzamer en
soms moeizamer. Ik ben vooral een on-
dernemer. Binnen WPM vulden Pieter,
Ger en ik elkaar heel goed aan. Pieter is
een expert op het gebied van winkels
en een manager met een duidelijke
visie. Ger is een echte ontwikkelaar
en een eersteklas onderhandelaar en
ik ben de entrepreneur. Maar in deze
moeilijke tijd is voor een ondernemend
type als ik minder plaats. De mogelijk-
heden om als ondernemer risicodra-
gende ontwikkelingen tot een succes
te brengen zijn aanzienlijk afgenomen,
vooral als je daarbij niet tegelijk de
totale onderneming op het spel wilt
zetten. Daarom hebben we besloten uit
elkaar te gaan. Ik ben 58, ben fi nanci-
eel onafhankelijk en wil kijken of ik
nog wat nieuws tot stand kan brengen
als ondernemer en risicodragend in-
vesteerder. WPM is een gezond bedrijf,
draait goed en we hebben zelden
ontevreden klanten. Dat alleen al is een
prestatie. We halen per jaar voor meer
dan 1 miljard euro aan huren binnen
voor de beleggers. En we hebben nooit
een zeperd gehaald. Maar het bedrijf
kan ook verder zonder mij.’
Einde van droomVoor Kroot betekent het afscheid van
WPM het einde van een levensvul-
lende droom, die werkelijkheid werd:
‘In april bestaat WPM 25 jaar. Ik moet
mezelf de vraag stellen: is er leven na
WPM? Afgezien van de twee projec-
ten, waarbij ik betrokken blijf, zal ik
helemaal los komen te staan van het
bedrijf: geen leaseauto meer, geen
creditcard. Of het me ook lukt om
defi nitief afstand te nemen? Ik ben niet
iemand die de rest van zijn leven op de
golfbaan wil staan. En ik zie wel wat er
op me af komt! Ik blijf in ieder geval
actief als lid van de adviesraad van de
Nevap. Daarnaast blijf ik ook lid van de
raad van advies van de MRE-opleiding
aan de Universiteit van Tilburg, de MRE
Tias Nimbas. En verder? De crisis heeft
weliswaar hard toegeslagen de afgelo-
pen jaren, ook in het vastgoed, maar er
liggen nog altijd genoeg goede kansen.
Er zijn ook nog mensen met geld. Dat
alleen al is een vak apart: het zoeken
en bij elkaar brengen van mensen die
willen investeren in risicodragende
investeringen. Mijn toekomst ligt in
zelf investeren, investeringspartners
bij elkaar brengen en dan een paar
projecten samen doen. Dat hoeven
trouwens niet per se vastgoedprojecten
te zijn. Het kan ook uitdraaien op het
deelnemen in kleine, veelbelovende
ondernemingen.’
Toekomst WPMEn hoe ziet Kroot de toekomst van
WPM? ‘WPM is een bloeiend bedrijf
met een solide rendement. Interessant
is of het bedrijf zelfstandig kan blijven
bestaan. Intern zeggen we vaak: WPM
is eigenlijk te groot voor Nederland,
maar te klein voor Europa. We hebben
net de overname van SCM door CBRE
gezien. Zoiets zou ook voor WPM kun-
nen gaan gelden, hoewel dat nu buiten
mijn competentie valt. Maar dit speelt
allemaal op dit moment niet. We gaan
zeker niet zelf op zoek naar een andere
partij. Dat hoeft WPM ook niet.’
‘WPM kan ook zonder mij uitstekend verder’
WINKELS / WPM / KROOT
Vertrekkend topman Harry Kroot:
Harry Kroot (58), mede-eigenaar en directeur van WPM Holding en direc-teur van WPM Pro, stapt per 1 november op. Hij stond 25 jaar geleden samen met ex-Wilma voorman Bert van Stek aan de wieg van WPM. Kroot wil zich meer op privé-vastgoed- en investeringsactiviteiten richten. ‘Met WPM Pro hebben we geprobeerd risicodragend in winkelvastgoed-projecten te stappen. In de huidige crisis is dat voor WPM niet de meest logische keus. WPM is een bloeiend bedrijf met een solide rende ment. Dat bedrijf kan ook zonder mij uitstekend verder groeien.’
Ruud de Wit
Harry Kroot: ‘Voor mij betekent het afscheid
van WPM het einde van een levensvullende
droom, die werkelijkheid werd.’
WPM te groot voor Nederland, maar te klein voor Europa
INTERVIEW ACHTERGROND
organiseren en neerleggen bij in- en
externe deskundigen voor transactie-,
facility- en projectmanagement. De
CRE-director is verantwoordelijk voor
afstemming over de totale portefeuil-
le. Door het spiegelen van de busi-
ness teams in het CRE-team worden
planning en implementatie zeer snel
opgevolgd. Dit is zeer geschikt voor or-
ganisaties in transitie. De schaalbaar-
heid waarbij verschillende (externe)
experts kunnen worden ingeschakeld,
leidt daarbij tot een zeer hoog niveau
van dienstverlening. Nadelen zijn de
noodzaak om het volle vertrouwen
van de business te moeten hebben om
strategisch te kunnen adviseren en de
complexiteit door de inbreng van wis-
selende (externe) deskundigen.
Naar nieuw modelElk van de vier CRE-modellen, en de
verschillende tussenvormen, kunnen
grote toegevoegde waarde leveren
voor de organisatie als deze op de
juiste wijze worden geïmplementeerd
en uitgevoerd. Wanneer het aankomt
op het kiezen van het juiste CRE-mo-
del is er geen standaardmodel dat het
beste kan worden toegepast. Rekening
houdend met de complexe doelstel-
lingen waarvoor organisaties staan is
afstemming met de business teams
het belangrijkste. De evolutie tot
Markt/Klantmodel waarbij operatio-
nele verantwoordelijkheden worden
uitbesteed aan deskundigen om tijd
vrij te kunnen maken voor strategie
en relatiemanagement, is echter onaf-
wendbaar. CRE-teams die zich hieraan
aanpassen, zijn het beste voorbereid
om te voldoen aan hun nieuwe rol
binnen de organisatie.
OVER DE AUTEURS
Eelco Hoet is head of Corporate Account
Team bij de divisie Corporate Solutions
van Jones Lang LaSalle Nederland. Ruben
Langbroek is head of Research bij de sectie
Strategic Advisory van Jones Lang LaSalle
Nederland.
MEER INFORMATIE: