Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

68
SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Transcript of Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

Page 1: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

SPELREGELS VOOR

ONTWIKKELINGEN

Page 2: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 66

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

In het buitengebied doen zich ruimtelijke ontwikkelingen voor die van in-vloed zijn op het karakteristieke landschap: ze kunnen deze versterken of juist negatief beïnvloeden. Er zijn daarom spelregels nodig voor deze ont-wikkelingen. De waarde van het landschap wordt bepaald door de verschillen tussen bovenwalland en kogenland en de omliggende landschappen, en de daar-mee samenhangende ontwikkeling van bebouwing, grondgebruik, wegen-patroon en beplanting. Elk landschapstype heeft zijn eigen ruimtelijke kwali-teiten. Het beeldkwaliteitsplan richt zich op het handhaven, veilig stellen en verbeteren van de identiteit van deze gebieden, en op de onderlinge over-gangen. In dit hoofdstuk worden aandachtspunten en voorbeelduitwerkingen gege-ven (lessen uit de analyse) hoe ontwikkelingen kunnen passen binnen de karakteristieke landschappen (4.1), wat de ontwikkelingsruimte is in het bui-tengebied(4.2) en de dorpen (4.3). Het gemeentelijk toetsingskader in 4.2. en 4.3. volgt niet altijd het provinciaal beleid.

4.1 BEELDKENMERKEN PER LANDSCHAPSTYPE

a. Het Zuiderzee-eiland

Algemeen beeld

Het historische glooiende landschap, de relatieve kleine schaal en de om-sluiting door dijken maken van Wieringen een typisch Zuiderzee-eiland. An-ders dan de Waddeneilanden kent Wieringen geen natuurlijke verdedigings-werken in de vorm van duinen. Anders dan de IJsselmeerpolders is het landschap van Wieringen niet op de tekentafel bedacht. Wieringen is uniek. Het eiland heeft met de dijken een duidelijke rand, in een open landschap van zee en polders. In die rand zijn enkele verbijzonderingen, zoals de cou-pures en havens van Den Oever en De Haukes, en buitendijkse natuuront-wikkeling aan de noordzijde. Deze verzachten de harde rand.

Dijk bij de Quarantaine

Page 3: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 67

Haven Den Oever

Rand van het voormalige eiland

De toegankelijkheid van de dijken is belangrijk voor de beleving van het bin-nendijkse (“op Wieringen”) en het buitendijkse (“buiten Wieringen”). De Wierdijk is een belangrijke overgang naar de Polder Waard-Nieuwland. De Deltadijk biedt vrij uitzicht over het wad. In de dijken liggen bijzondere her-kenningspunten: havens, coupures, bruggen. Bij Vatrop en bij Stroe zijn nog betonnen golfbrekers aanwezig.

Toegankelijkheid dijken bevorderen (langzaamverkeersroutes).

Aandacht voor de vormgeving van de bijzondere elementen, zoals havens,

dijkcoupures, doorsteken/bruggen en golfbrekers.

Vissersdorp Den Oever

In Den Oever is de relatie van het eiland met het water voelbaar, maar wordt als recreatieve en economische potentie niet optimaal benut..

Hoogwaterkering Den Oever zodanig vormgeven dat haven niet meer onder

water komt te staan en visserijhaven behouden blijft voor werkgelegenheid en recreatie.

Ontwikkeling dorpsplein Den Oever rond de Noorderhaven.

Beleving overgang zoet en zout, beleving van de Waddenzee.

Transferium recreatie en toerisme.

Ruimtelijk betekent dit: goede routing van en naar het dorp, herkennings-punten, ruimtelijke kwaliteit rond de haven.

Coupure De Haukes Coupure Den Oever

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 4: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 68

Herstel Wierdijk

Het herstel van de beschermde cultuurhistorische structuur van de Wier-dijk is een van de kansen die zich in dit gebied voordoen. De zuidelijke dijk van het voormalige eiland Wieringen is deels nog een Wierdijk. Op Wieringen vormt de oude wierdijk een cultuurhistorisch unieke structuur, als rand van het oude eiland. De Wierdijk is beschermd op grond van de provinciale monumentenveror-dening Noord-Holland. Het beleid is gericht op het behouden en verster-ken van de Wierdijk om daarmee het karakter van het voormalige Zuider-zee-eiland Wieringen te behouden en te versterken. Voor de Wierdijk is een visie voor het herstel van het provinciaal monu-ment opgesteld om verder verval te voorkomen en de waterkerende func-tie te herstellen. Bij de herprofilering is de manier van maken geworteld in die van de geschiedenis. De dijk ontstaat en wordt steeds weer gevormd door dat wat het omliggend elandschap biedt. Uitgangspunt voor het monument is het terugbrengen van het originele profiel van de Wierdijk. Deze bestaat uit een steile zijde als waterkering, gevormd door een harde wand met daarachter wier. Bij De Haukes be-staat de eilandzijde uit een natuurlijke verhoging (keileembult) in het land-schap. De Poelweg als belangrijke verbindingsweg kruist de dijk. De verbinding moet passen bij het karakter van de Wierdijk. Daarbij is het uitgangspunt dat de Wierdijk altijd leidend is als dijklichaam in het landschap.

Herstel continuïteit dijken Vormgeven entree van Wieringen

Karakteristiek profiel Wierdijk

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 5: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 69

Openheid Waddenzee en IJsselmeer

Om de openheid van het IJsselmeer en de Waddenzee te behouden, is de toevoeging van opgaande elementen in het water, en grootschalige ontwik-keling van buitendijkse moerassen en voorlanden ongewenst.

Verdere compartimentering van het open water door hoge elementen en/of

dijkaanleg dient te worden voorkomen.

Afsluitdijk

De Afsluitdijk is een nagenoeg kaarsrecht dijklichaam met zowel een water-staatkundige als een militaire achtergrond, en de verbinding tussen Noord-Holland (Den Oever) en Friesland (Kornwerderzand). Het sluit de Zuiderzee van de Noordzee af. De kaarsrechte lijn van de Afsluitdijk is de kernkwaliteit en bepalend voor de identiteit van deze dijk. Deze kernkwaliteit zijn uitgangspunt voor toekomsti-ge ontwikkelingen. De Afsluitdijk heeft een duidelijk begin en een eindpunt. Den Oever is een belangrijke kop en heeft een recreatieve aantrekkingskracht.

Langs de Afsluitdijk zijn ten behoeve van het algemeen maatschappelijk be-

lang experimenten ten behoeve van de energievoorziening mogelijk.

Uitgangspunt is de relatie tussen beide zijden van de dijk behouden.

Afsluitdijk als scherpe lijn door het water, verbindend, niet scheidend.

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Ecologische verbinding tussen Wieringen - Wieringermeer

In een brede band ten zuiden van Wieringen liggen een aantal interessante natuurgebieden waartussen in het kader van de ecologische hoofdstructuur de ruimtelijke relatie moet worden versterkt. Het Amstelmeer is een voormalige zeearm die door aanleg van de dijk is afgesloten. Het meer is een belangrijk voedsel- en pleistergebied voor wad- en watervogels. In en langs het meer liggen rietmoerassen en graslanden met zilte vegetaties en een grote betekenis voor broedende en foerageren-de watervogels. Op Wieringen liggen verschillende natuurreservaten. In de glooiende gras-landen komen kenmerkende planten voor. In sloten en watergangen komt zowel het zoete als brakke kwelwater tot uiting in de plantengroei. De gras-landen functioneren als weidevogelleefgebied, hoogwatervluchtplaats voor overtijende wadvogels en in de winter als voedselgebied voor ganzen, in het bijzonder rotganzen. Het Robbenoord- en Dijkgatbos zijn rond de Tweede Wereldoorlog geplante bossen die door natuurtechnisch beheer een steeds natuurlijker vegetatie krijgen en een rijke broedvogelbevolking herbergen. Tussen de bossen ligt Dijkgatsweide, een natuurontwikkelingsgebied met nat gras- en rietland voor broedende en pleisterende steltlopers en watervogels. In de Polder Waard-Nieuwland is ruimte om aan deze verbinding vorm te geven. Dit kan als natuurontwikkeling in combinatie met agrarische en re-creatieve ontwikkelingen.

Landschappelijke structuren aangrijpen om logische continuïteit in bijvoor-

beeld vaarverbindingen te creëren.

Zone langs dijken belangrijk aanknopingspunt voor ecologische verbindings-

zone, continuïteit ecologische hoofdstructuur.

Minimale ontwikkeling van voet van de Wierdijk en vernatten voorboezem.

Natuurontwikkeling in combinatie met agrarische en recreatieve ontwikkeling.

Afsluitdijk

Page 6: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 70

b. Het bovenwalland

Algemeen beeld De meeste bebouwing, wegen en de opgaande beplanting komt op de ho-ger gelegen delen van het eiland voor, het bovenwalland. Bebouwing en bomen accentueren op deze wijze het hoogteverschil. Het reliëf op Wierin-gen is voor Nederlandse begrippen bijzonder sterk en draagt juist door zijn zeldzaamheid in ons land, belangrijk bij tot de waardering van het land-schap. Op de hoogste delen zijn de oudste bebouwingskernen geconcen-treerd (de oudste bebouwing is hier dan ook nog te vinden). De nieuwere bebouwing sluit hier op aan. Egalisaties zullen veel van de charme van het kogenland te niet doen en zijn daarom niet wenselijk. Grondgebruik Het bovenwalland van oudsher glooiend en relatief kleinschalig, met over-wegend kleine en divers gebruikte percelen. Deze diversiteit en kleinscha-ligheid is uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen. Naast de agrari-sche functie is er op kleine schaal de ontwikkeling van natuurwaarden mo-

gelijk (akkerrandenbeheer, tuunwallen). Het buitengebied heeft daarnaast een belangrijke functie als wandel– en uitloopgebied (recreatieve functie). Recreatie vindt ook plaats rond de bestaande bebouwingslocaties (zelfstandige parken) of op agrarische erven (verbreding landbouw). Het bovenwalland is van oudsher een belangrijke vestigingsplaats. Verster-king van de dorpen en buurtschappen binnen de aanwezige karakteristieke is denkbaar. De historische route Gemeenelandsweg-Koningsweg koppelt de belangrijkste dorpen en buurtschappen aan elkaar. De erven langs de route zijn overwegend beplant, daarbuiten is het landschap kaal.

De Gemeenelandsweg-Koningsweg-Westerlanderweg zijn herkenbaar als

doorgaande route over het eiland.

In grondgebruik aansluiting zoeken bij diversiteit in het historische grondge-

bruik van de hogere gronden.

Bebouwing De bebouwing op Wieringen is, met uitzondering van de uitbreidingswijken in de dorpen, overwegend individueel. Nieuwbouw dient aan te sluiten op

Origineel Wieringer boerderij karakteristiek woonhuis met een lage goot en steile kap Bebouwingsbeeld niet te fors

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 7: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 71

de traditionele bouwstijlen, en het hier gangbare natuurlijke kleur– en mate-riaalgebruik. In de kernen is hogere bebouwing als zichtlocatie op zwaarte-punten in het dorp denkbaar, maar niet te fors. De situering van de bebouwing is zodanig dat het hoogtelijnen accentueert.

Bij (ver) nieuwbouw is het wenselijk aan te sluiten op de locale bebouwingka-

rakteristiek: historische elementen, streekeigen karakter van het gebied.

Bestaande rooilijnen handhaven. Bebouwingsbeeld in centrum niet te fors.

Traditioneel en natuurlijk kleur– en materiaalgebruik.

Ontwikkeling beplanting Beplanting is zeer ruimtebepalend. Wegbeplanting komt op Wieringen niet (veel) voor . Wel is er veel afscherming van de (agrarische) erven van stru-welen en ook wel iepen. Door de ligging voornamelijk op het hoger gelegen land, worden de hoogteverschillen nog geaccentueerd. Haaks op de lintbebouwing is soms wel wegbeplanting aanwezig. De weg-beplanting, dikwijls bestaande uit meidoornhagen, houdt abrupt op zodra het land weer lager ligt (bij de walsloot).

De Rijksstraatweg is geen historische route en volgt de landschappelijke patronen niet. De lintbeplanting langs de weg is daarom niet passend.

Geen (nieuwe) bomen langs de historische route Gemeenelandsweg-

Koningsweg, Westerlanderweg.

Rijksweg niet met (nieuwe) beplanting begeleiden.

Verdichten bovenwalland met functionele beplanting rond erven/

recreatieparken.

Karakteristieke overgang in de beplanting tussen bovenwalland en kogenland

versterken.

Karakteristieke landschappelijke elementen Het bovenwalland kenmerkt zich door onregelmatige verkaveling, kronkeli-ge perceelscheidingen, en sloten die dientengevolge niet lang en recht zijn. Erfafscheidingen en tuunwallen De oorspronkelijke perceelsscheidingen op Wieringen, de tuinwallen, waren ongeveer 1 meter hoog en hadden steile zijkanten. De breedte bedroeg aan

Continue route, van oudsher onbeplant Oosterland: de wegbeplanting houdt abrupt op Westerland: struweel rond recreatieterrein

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 8: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 72

de voet 1 meter en aan de bovenkant ongeveer de helft. Op de visiekaart zijn de zones waar van oudsher tuunwallen aanwezig waren aangegeven. In deze zones zijn mogelijkheden voor het herstel van tuunwallen. Waterhuishouding De walsloten en de sjanen zijn specifieke Wieringer elementen in het land-schap die de eeuwenlange beheersing van het water symboliseren. Deze elementen zijn niet overal meer goed herkenbaar. De historische structuren geven aanknopingspunten voor o.a. het vergroten van het oppervlakte aan water, het opzetten van het peil en het vertragen van waterafvoer:

Herstel tuunwallen als erfafscheidingen in gebieden waar ze van oudsher

voor komen en waar herstel realiseerbaar is.

De walsloot vormt een duidelijke scheiding tussen het bovenwalland en het

kogenland. De walsloot kan zowel een ecologische als een recreatieve inrich-ting krijgen ((verbrede) natuuroever met een pad). Waar mogelijk kijken of de walsloot zijn oorspronkelijke, meanderende verloop terug kan krijgen.

Herstel bruikbare sjanen: sjanen met een „kronkelende‟ vorm vervullen een

rol bij het vertragen van de afvoer van water.

Herstel/ aanleg van poelen op het hogere land (zoals bijvoorbeeld. plaats-

vindt op het nieuwe landgoed aan de Gemeenelandsweg).

Open (agrarische) percelen Karakteristiek voor de linten is de afwisseling van bebouwing met open, agrarische percelen. Het is gewenst deze openheid als waarde te behou-den. Deze openheid staat onder druk door bijvoorbeeld de vertuining van agrarische grond, en de bouw van paardenbakken.

Vertuining van agrarische grond voorkomen.

Omheiningen mogen de openheid tussen de bebouwing niet te veel aantas-

ten. Paardenbakken binnen agrarische bouwvlek realiseren., of achter de burgerwoning. Imposante hekwerken en opvallende kleuren in open ruimtes moeten worden voorkomen.

Routes Wegen die de morfologie van het terrein volgen zijn landschappelijk te verkiezen boven wegen met ingravingen en/of verhogingen. Waar dit laatste onvermijdelijk is, vraagt de vormgeving van de taluds en de aanpassing bij het oorspronkelijke maaiveld extra aandacht.

Wegen volgen bij voorkeur de hoogtelijnen. Geen nieuwe routes toestaan

behoudens cultuurhistorische routes zoals kerkenpaden.

Onderzoek naar het verminderen van de barrièrewerking van de N99.

Herstel tuunwallen Herstel sjanen Geen vertuining van de open ruimte

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 9: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 73

Karakteristiek verschil in hoge en lage oever bij de walsloot

Page 10: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 74

c. Het kogenland

Algemeen beeld Het kogenland is een oorspronkelijk kweldergebied voornamelijk aan de zuidzijde van het eiland. Het omvat de lager gelegen gebieden, die voorna-melijk in gebruik zijn als grasland. In het kogenland is vrijwel geen opgaan-de beplanting, met uitzondering van twee eendenkooien, de voormalige stortplaats en het recreatieve bos ten zuiden van Hippolytushoef. Van het van oorsprong grillige krekensysteem in het lage natte kogenland is weinig bewaard gebleven.

Grondgebruik De koog is van oudsher open, zonder bebouwing en opgaande beplanting. Van oudsher is het in gebruik als hooiland, omdat het te nat was voor vee-teelt. De ruilverkaveling heeft de schaal van de koog erg vergroot. Ook zijn er boerderijen gebouwd. De agrarische sector speelt een centrale rol als beheerder van het landschap. Karakteristiek zijn de nog aanwezige eendenkooien. De natte graslanden hebben een belangrijke functie als hoogwatervluchtplaats voor vogels bij vloed. De agrarische sector kan ook een rol spelen in het natuurbeheer en als aanbieder van op recreatie geënte activiteiten.

Grondgebruik sluit aan bij het historisch gebruik van de lagere gronden.

Agrariër is ook de beheerder voor natuur en landschap.

Gebruik van de grond zodanig dat karakteristieke landschappelijke structuren

van Wieringen niet voor altijd verloren gaan.

Openheid, bebouwing en beplanting

Het accent in dit gebied ligt op landschapsbehoud. Bebouwing van deze gronden is in principe niet acceptabel, terwijl het aanbrengen van begroeiin-gen de gave open ruimte zal verkleinen,waardoor het aan landschappelijke waarden inboet.

Het kogenland onbebouwd en onbeplant laten, met uitzondering van de

reeds aanwezige bebouwing en/of bebossing.

Geen nieuwe bebouwing in de koog.

Beplanting van het grensgebied tussen het bovenwalland en het kogenland

zal het open kogenland ten goede komen.

Bestaande sloten gebruiken als begrenzingen van de weilanden. Geen ver-

snippering van de weilanden met houten hekwerken. Behoud openheid en karakteristiek koog

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 11: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 75

Water Het natuurlijke watersysteem biedt potenties die aansluiten op de land-schappelijke karakteristiek. Parallel aan de noordelijke zeedijk kan een aaneengesloten brakke kwelzo-ne ontstaan bestaande uit natuurlijke zilte graslanden. De brakwaternatuur wordt hier gestimuleerd door vertraging van de waterafvoer en omlegging van de hoofdwatergang voor aan– en afvoer van landbouwwater. Hiermee wordt een zeldzaam en internationaal waardevol biotoop ontwikkeld. Op de overgangen naar de noordelijke en zuidelijk gelegen laagten wordt het water langer vastgehouden en vertraagd afgevoerd. De „natuurlijke‟ laagten in het gebied vangen water op. Eendenkooien en de omliggende natuurgronden kunnen een natuurlijk peil krijgen gericht op vernatting. Langs de Wierdijk kan een zoete kwelzone worden ingezet als voorraad bergingsgebied van gebiedseigen water. Het water wordt vertraagd afge-voerd met vernatting tot gevolg. De aaneengesloten zone bestaat uit halfna-tuurlijke graslanden en poelen.

Mogelijkheden voor natuurlijker waterbeheer in dit gebied zijn:

Omlegging noordelijke dijksloot vanaf Stroe tot de Noorderbuurt.

Herstel natuurlijke laagten, zoals bij Stroe en Noorderburen en in aanvulling

op lokaal initiatief voor landgoedontwikkeling.

Door grondaankoop en kavelruil creëren van aaneengesloten oppervlakten in

de kogen voor natuurlijker beheer.

Vernatten kogen aan de voet van de Wierdijk.

Brakwaternatuur langs de noordelijke zeedijk Vernatting rond eendenkooien Zoetwaternatuur langs de Wierdijk

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 12: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 76

Landschapstypologie bovenwalland Landschapstypologie kogenland

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 13: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 77

LANDSCHAPSTYPE KARAKTERISTIEK EN GEWENSTE ONTWIKKELING

RUIMTELIJKE KENMERKEN GRONDGEBRUIK BEBOUWING EN BEPLANTING WATERHUISHOUDING EN ECOLOGIE

ONTSLUITING

HET ZUIDERZEE-EILAND Dijken vormen duidelijke randen van het eiland. Voorkomen verdere comparti-mentering van het open water door hoge elementen en/of dijkaanleg. Afsluitdijk: ruimtelijke relatie weerszijden dijk behouden.

Herkenningspunten vragen bijzon-dere ontwerpaandacht: havens, dijkcoupures en doorsteken/bruggen.

Toegankelijkheid dijken bevor-deren (langzaamverkeer).

HET BOVENWALLAND Reliëfrijk en besloten. Onregelmatige blokverkaveling. Zichtlijnen naar kogenland. Open agrarisch ruimtes in het lint handhaven, vertuining voor-komen. Paardenbakken zijn alleen mo-gelijk binnen het agrarisch bouwperceel of achter de bur-gerwoning. Verkleining van de open ruimtes door imposante hekwerken en opvallende kleu-ren voorkomen.

Aansluiting zoeken bij de di-versiteit in het historisch grondgebruik hogere gronden: wonen, bedrijvigheid, recrea-tie, natuur, bouwland en wei-degrond. Evenwicht zoeken tussen modern agrarisch grondge-bruik en andere functies in het gebied. Aardkundig monument: scheu-ren tegengaan.

Opgaande beplanting: verdichten bovenwalland met functionele beplanting rond erven en recrea-tieparken. Tuunwallen als erfafscheidingen indien mogelijk herstellen. Diverse bebouwing; erf, dorp, buurtschap. Aansluiten op de locale bebou-wingkarakteristiek: historische elementen, streekeigen karakter van het gebied. Bestaande rooilijnen handhaven. Bebouwingsbeeld in centrum niet te fors. Traditioneel en natuurlijk kleur– en materiaalgebruik.

Herstel sjanen en kwelzones. Vernatten in combinatie met verschralend beheer versterkt gradiënt. Karakteristieke overgang in beplanting tussen bovenwal-land en kogenland verster-ken.

Wegen volgen de hoogtelij-nen. Doorgaande routes op het bovenwalland onbeplant laten: Gemeenelandsweg-Koningsweg-Westerlanderweg. Geen nieuwe routes toestaan behoudens cultuurhistorische routes zoals kerkenpaden. Streven naar het verminderen van de barrièrewerking van de N99.

HET KOGENLAND Vlak en open. Agrariër is ook de beheerder voor natuur en landschap. Rust, ruimte, duisternis.

Sluit aan bij historisch gebruik lagere gronden: weidegrond, natuur. Door grondaankoop en kavel-ruil creëren van aaneengeslo-ten oppervlakten in de kogen voor natuurlijker beheer.

Geen bebouwing of hoge bomen toevoegen. Open houden. Bestaande bijzondere elementen zoals eendenkooien handhaven. Beplanting van het grensgebied tussen het bovenwalland en het kogenland zal het open kogenland ten goede komen.

Natte natuur, weidevogelge-bied. Streven naar natuurlijker waterbeheer door: - Omlegging noordelijke dijk-sloot vanaf Stroe tot de Noor-derbuurt. - Herstel natuurlijk laagten. - Vernatten kogen aan de voet van de Wierdijk

Nieuwe routes onbeplant en onverlicht laten.

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 14: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 78

d. De polder Waard-Nieuwland

Algemeen beeld De polder Waard-Nieuwland is afwijkend qua landschappelijke structuur en uitstraling van de keileembult. De polder is vlak en zeer open en heeft dui-delijke randen in de vorm van hoge grasdijken. Deze dijken zijn overall in de polder beleefbaar. Er is een centrale ontsluitingsweg, de Polderweg, die het gebied een zuidwest-noordoost gerichtheid geeft. De bebouwing en beplanting blijft

overwegend beperkt tot de erven langs deze weg. Het gebied oriënteert zich op bakens buiten de dijken, zoals de kerk van Oosterland, het Robbenoordbosch en de zendmast. Het gebied heeft op dit moment geen uitgesproken eigen kleur.

Grondgebruik De polder heeft van oudsher een agrarisch gebruik als bouwland en op en-kele plekken als grasland. Met de ambities van het Wieringerrandmeer is aan de grootschalige agrarische ontwikkeling van dit gebied een einde ge-komen. Een deel van de gronden wacht op een nieuwe invulling. Kansen voor combinatie natuurontwikkeling (ecologische hoofdstructuur) in combi-natie met agrarische (alternatieve vormen) en recreatieve ontwikkelingen (verblijfsrecreatie en routes) Transformatie De polder is een zoekgebied voor verstedelijking waarin meerdere opgaven - bijvoorbeeld voor wonen, water, recreatie, natuur en bedrijvigheid - in sa-menhang worden ontwikkeld met inachtname van de ruimtelijke kwaliteit, bereikbaarheid en duurzaam bouwen.

Bouwstenen voor deze ontwikkeling zijn:

Geleidelijke transformatie van de diverse percelen vanuit een totaalconcept.

Verdichting met behoud van karakteristieke structuur (centrale as, zicht op de

rand, afwisseling verdichte elementen en openheid).

Oplossen bestaande knelpunten agrarische bedrijven in dit gebied.

Wonen, recreatie, natuur, water, nieuwe bedrijvigheid.

Nieuwe bedrijvigheid ls zorgboerderijen, agrotoerisme en nieuwe activiteiten

rondom groene grondstoffen

Openheid, bebouwing en beplanting.

Bereikbaarheid.

Huidige landschapstypologie polder Waard-Nieuwland

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 15: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 79

Bouwstenen transformatie polder Waard-Nieuwland

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 16: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 80

4.2 ONTWIKKELINGEN IN HET BUITENGEBIED Het merendeel van de bebouwing in het buitengebied behoort tot één van de buurtschappen van Wieringen. Daarnaast komt nog wat verspreide bebouwing voor. De buurtschappen zijn gesitueerd langs een weg of een kruispunt van wegen. Er is sprake van lintbebouwing met een agrarische oorsprong die eeuwen terug gaat. Het buitengebied kent de volgende tendensen: schaalvergroting en intensivering, verbreding, extensivering en agrarisch natuurbeheer en functie-verandering Deze ontwikkelingen zijn van invloed op het karakteristieke landschap: ze kunnen deze versterken of juist negatief beïnvloeden. Er zijn daarom spelregels nodig. Voor de volgende ontwikkelingen in het buitengebied is in dit beeldkwaliteitsplan een toetsingskader opgenomen:

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN Spelregel 1

VERDICHTING LINTSTRUCTUUR EN LANDSCHAP De kwaliteit van onbebouwde ruimte tussen de woningen en (agrarische) bedrijven in de vorm van grasland, erven en boomgaarden is belangrijk voor de transparantie in het lint van de buurtschappen. Op veel plekken loopt het weideland tot aan de weg. De karakteristiek open agrarische ruimtes tussen de bebouwing worden enerzijds behouden voor het voorkomen van vertuining van het gebied, an-derzijds door het niet toestaan van het opvullen van lege gaten in de buurt-schappen. Doorzichten tussen de individuele bebouwing door zijn karakte-ristiek voor dit gebied.

Lege gaten open houden.

Geen splitsing van bestaande percelen.

Perceel niet over de volle breedte bebouwen.

Geen verkleining van de open ruimtes met houten hekwerken.

Aandacht voor het grondgebruik van de onbebouwde ruimtes.

Overgang lintbebouwing/agrarisch gebied scherp houden.

(Vergunningvrije) bouwwerken

In het algemeen is een goed functionerend handhavingsbeleid van belang. Ook voor vergunningsvrije bouwwerken geldt een welstandstoets. Deze is in tegenstelling tot reguliere bouwaanvragen achteraf. Excessen kunnen hiermee aangepakt worden. In de bestemmingsplannen moet een zorgvuldige afweging gemaakt wor-den voor de situering van tuinen en erven rond woningen. Gezien de afwis-seling in de lintbebouwing is hiervoor geen standaard te bedenken. Een ruimtelijke afweging per kavel is noodzakelijk.

1. Verdichting lintstructuur en landschap

(Vergunningvrije) bouwwerken

Hekwerken en paardenbakken

Schuilgelegenheden 2. Uitbreiding agrarische bebouwing

Nieuwe agrarische bebouwing

Schaalvergroting agrarische bebouwing

Mogelijkheden voor verbreding en extensivering 3. Uitbreiding niet-agrarische bedrijven

Uitbreiding vakantieparken 4. Uitbreiding en vervanging bestaande woningen 5. Functieverandering vrijkomende agrarische bebouwing

Niet-agrarische bedrijvigheid, recreatie, zorg

Wonen

Page 17: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 81

In dit beeldkwaliteitsplan zijn de volgende regels meegenomen voor hek-werken en paardenbakken en schuilhutten in het buitengebied. Dit zijn bouwwerken die een grote ruimtelijke impact hebben op de openheid: Hekwerken en paardenbakken/paardenhouderij Door de toename van de hoeveelheid paarden in het buitengebied dreigt het gebied steeds verder te verdichten en te verrommelen. De grootschalige openheid en het agrarische karakter van het gebied gaat hiermee verloren.

Verlichting van het buitengebied voorkomen.

Hekwerken en overige bouwwerken behorende bij de paardenhoude-

rij .zoveel mogelijk op of direct grenzend aan het erf realiseren.

Bestaande landschappelijke elementen gebruiken als begrenzingen van de

weilanden. Geen versnippering van de weilanden met houten hekwerken of opvallende linten.

Paardenbakken moeten binnen het bouwvlak worden gerealiseerd.

Alleen paardenhouderij toestaan wanneer er voldoende weiland met uitrijd-

mogelijkheden bij het erf is in relatie tot het aantal paarden.

Hekwerken en schuilgelegenheden zijn beeldbepalend: zorgvuldig situeren en vormgeven

Schuilgelegenheden

Door verschuiving binnen de agrarische sectoren ontstaan er nieuwe moge-lijkheden voor beweiding (geitenhouderij). Ook biedt de toename aan vrije tijd en financiële middelen nieuwe mogelijkheden (paardenweides). In een aantal gevallen vraagt dit, in het kader van het welzijn van de betref-fende dieren, om een schuilstal te mogen bouwen in het weiland. Uitgangspunt is dat met het bieden van schuilgelegenheid de openheid en de belangrijke zichtlijnen in het gebied behouden blijven:

Open overkapping, maximaal 3 wanden dicht, met een (flauw) schuin dak.

Beperkte omvang, gerelateerd aan de grootte van de kavel.

Maximaal 3 meter hoog. Schuilgelegenheid alleen voor kleinvee, geen paar-

denstallingen in het weiland.

Natuurlijk kleur– en materiaalgebruik.

1 schuilgelegenheid per kavel., geen opslag in de schuilgelegenheid.

Aansluiting zoeken bij bestaande bebouwing en beplanting.

Situering langs de zijkant van de kavel prevaleert boven het centraal in de weide situeren.

Spelregels gelden zowel voor verrijdbare als niet-verrijdbare schuilstallen.

Open houden agrarische kavels in de linten Opvallende hekwerken voorkomen

X

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 18: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 82

Spelregel 2

UITBREIDING AGRARISCHE BEBOUWING

Het agrarische erf

Het agrarisch erf bestaat uit een ensemble van hoofdgebouw (de woning) aan de straat met hierachter de schuren. Rond het erf is erfbeplanting aanwezig; landschappelijke beplanting (houtwallen, struweel) aan de zij- en achterzijde, representatieve bomen en hagen aan de voorzijde. Langs het erf zijn doorzichten naar het achterliggende landschap mogelijk.

Nieuwe (agrarische) opstallen moeten zich voegen in het landschap

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN Nieuwe agrarische bebouwing

Nieuwvestiging of bedrijfsverplaatsing betekent een aantasting van de openheid van het buitengebied of open ruimte in de lintbebouwing in de buurtschappen en is in principe niet wenselijk. Om bedrijfseconomische redenen kan bedrijfsverplaatsing of nieuwvestiging noodzakelijk zijn. Elke situatie dient dan afzonderlijk beoordeeld te worden.

Nieuwe bouwvlakken zijn alleen op het bovenwalland en in de polder Waard-

Nieuwland mogelijk.

Nieuwe bouwvlakken moeten aanslui ten aan bestaande

bebouwingspatronen.

Aan weerszijden van het bouwvlak moeten substantiële open ruimtes over

blijven.

Uitgangspunt is een compact agrarisch erf.

Nieuwe agrarische bebouwing: compact Schaalvergroting op achtererf

Page 19: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 83

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Schaalvergroting agrarische bebouwing

Binnen de bestaande agrarische percelen is vaak nog ruimte voor nieuwe opstallen. Door de toenemende massa, en vaak het grootschaliger worden van de bebouwing, verandert de uitstraling en verschijningsvorm van de agrarische bouwpercelen. Voorkomen moet worden dat in dit landschappelijk kwetsbare landschap versnippering van de bebouwing op het bouwproces ontstaat. Uitgangspunt is een compact erf.

Behoud cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en silhouet van het

hoofdgebouw.

Traditioneel kleur– en materiaalgebruik.

Hoofdgebouw staat aan de weg.

Groeperen van de gebouwen rond het erf, in samenhang ontwikkeld. Ruimte

ten opzichte van de omliggende bedrijven (of woningen) blijft behouden: behoud openheid, doorzicht naar open landschap, zicht vanaf de weg. Indien mogelijk nieuwe gebouwen achter bestaande gebouwen realiseren en/of slopen oude bedrijfsgebouwen.

Uitbreiding naar achteren geniet de voorkeur boven uitbreiding naar zijkant.

In de vormgeving van verschijningsvorm van de nieuwe bebouwing

aansluiting zoeken bij de schaal van de omliggende bebouwing.

Streekeigen bouwstijl, formaat opstallen voegt zich in het landschap.

Om bedrijfseconomische redenen kan ten behoeve van grondgebonden

agrarische activiteiten maatwerk worden geleverd.

Mogelijkheden voor verbreding en extensivering

Schaalvergroting zal voor een aantal bedrijven het middel zijn om op een economisch rendabele wijze te kunnen blijven functioneren. Naast schaalvergroting is ook verbreding van de bedrijfsvoering een middel om dit mogelijk te maken. Verbreding draagt bij aan de leefbaarheid van het platteland, bijv. de verkoop van regionale producten, niet-landbouwactiviteiten (toerisme, logementen, zorgboerderijen) en de productie van collectieve goederen (natuur- en landschapsbeheer).

Verbreding van de bedrijfsvoering binnen het aanwezige bouwblok.

Recreatieve ontwikkelingen naast het bedrijf mogelijk, landschappelijk

ingepast met inachtneming van waardevolle zichtlijnen en groene invulling.

In buitengebied passende functies, verkeersaantrekkende werking

voorkomen.

Verbreding, behoud doorzichten

Page 20: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 84

Landgoederen en agrarische gronden In Noord-Holland zijn oude landgoederen cultuurhistorisch waardevol en onderling verbonden versterken ze als hoofddragers de ruimtelijke kwaliteit in een landschap, bijv. Kennemerland. Nieuwe landgoederen en buiten-plaatsen zijn in de provincie mogelijk als dit leidt tot aantoonbare verbete-ring van de collectief beleefbare ruimtelijke kwaliteit. Dit onder voorwaarde van landschappelijke openheid en publieke toegankelijkheid (in geval van landgoederen). Wieringen heeft geen traditie van landgoederen, toch is er op particulier initiatief een landgoed in ontwikkeling. Een landgoed is een manier tot land-schapsbehoud in combinatie met agrarische en natuur-ontwikkeling. Door de toegankelijkheid het terrein is een landgoed ook recreatief interessant. Het nieuwe landhuis en het bezoekercentra kunnen belangrijke nieuwe ba-kens in het landschap worden. Nieuwe landgoederen zijn mits ruimtelijk en economisch goed onderbouwd mogelijk (AW -zie voorwaarden Landgoed Wieringen)

Ontwikkelingsvisie: landschappelijke eenheid in aansluiting op de karakteris-

tiek van Wieringen.

Natuurdoeltypen.: aansluiten op potenties flora en fauna.

oegankelijkheid.: toegevoegde waarde aan beleving Wieringen.

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN Nieuwe natuur Natuurontwikkeling in combinatie met herstel van het watersysteem is een kans voor het versterken van de kenmerkende landschappelijke zonering en ecologische gradiënt in het gebied. Tuinen kunnen natuurlijk worden ingericht, hierop heeft de gemeente weinig vat. Wanneer agrarische gebied wordt ingericht als natuur, of wanneer natuur zich kan ontwikkelen, moet dit aansluiten bij de specifieke kenmerken van de „natuur‟ voor de locatie. Bovenwalland

Tuunwallen zijn verbindende landschapselementen.

Opgaande beplanting tot aan de walsloot.

Aansluiten op het natuurlijke afwateringssysteem van sjanen en walsloten.

Nieuwe poelen alleen binnen totaalvisie mogelijk, bijv. landgoed.

Kogenland

Akkerranden en slootkanten zijn verbindende landschapselementen.

Het uitbreiden van het aantal natte weides in de koog stimuleren. De weides

zijn „open‟.

Page 21: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 85

Spelregel 3

UITBREIDING NIET-AGRARISCHE BEDRIJVEN Niet-agrarische bedrijven zonder binding met de locatie horen niet thuis in het landelijk gebied. Toch zijn er historisch enkele bedrijven in het buitengebied aanwezig. Met uitbreidingswensen van deze bedrijven moet zorgvuldig worden omgegaan. Bij niet-agrarische bedrijven in het buitenge-bied is extra aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit gewenst.

In principe concentratie van bedrijvigheid op daarvoor geschikte locaties in

de gemeente

Uitbreiding van bestaande bedrijven in het buitengebied is alleen mogelijk

indien bedrijven een binding met de locatie hebben. Bij nieuwbouw of ver-bouw rekening houden met landschappelijke aspecten: schaal van de bebou-wing, terreininrichting, doorzichten naar de koog.

Erfbeplanting stimuleren.

Bestaande begrenzing buurtschappen en dorpen respecten.

Verkeersaantrekkende werking voorkomen.

Verdichting in het lint en uitbreiding achter andere lintbebouwing voorkomen.

Nieuwe niet-agrarische bedrijven alleen mogelijk indien gerelateerd aan de

recreatieve potenties van Wieringen.

Recreatieparken

Recreatieverblijven met kwaliteit passen binnen de gemeentelijke ambitie om de recreatieve aantrekkelijkheid van het eiland te versterken. Recreatieparken komen in het buitengebied voor als zelfstandige functie of als verbreding van agrarische bedrijven. Dergelijke bebouwing mag niet van het bovenwalland „afglijden‟. Recreatieparken vormen door de grootte, de eentonigheid van de bebouwing, het kleurgebruik en de kwaliteit van de bebouwing vaak storende elementen in het landschap. Een goede land-schappelijke inpassing is daarom gewenst.

Landschappelijke inpassing recreatieparken gewenst omsluiten met windsingel

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Recreatieparken alleen op het bovenwalland en in de polder Waard-

Nieuwland.

Grote recreatieparken voorzien van een duidelijke windsingel, aansluitend op

het plaatselijke sortiment (elzenhagen, meidoorn etc.). Grote parken zo mo-gelijk segmenteren in kleinere delen, waardoor doorzicht mogelijk wordt.

Uitgangspunt is een compact recreatief erf.

Aan weerszijden van het bouwvlak moeten substantiële open ruimtes over

blijven. Nieuwe recreatieparken

Grote nieuwe recreatieparken zijn alleen in de polder Waard-Nieuwland mo-

gelijk.

Bij agrarische bedrijven zijn kleinere campings mogelijk, met inachtneming

van aanwezige zichtlijnen en een groene rand.

Nieuwe bouwvlakken moeten aansluiten aan bestaande bebouwingspatro-

nen.

Page 22: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 86

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN Spelregel 4

UITBREIDING EN VERVANGING BESTAANDE WONINGEN Het vervangen/herbouwen van een woning is altijd mogelijk in die zin dat de bestaande grootte van een woning teruggebouwd mag worden (aansluitend op het karakteristieke volume van de woning). Soms is deze maat wel heel erg klein. Het bestemmingsplan biedt in voorkomende gevallen een moge-lijkheid voor een vergroting van het bouwvlak tot maximaal 85m2 opgeno-men. Om de openheid in het gebied te waarborgen, dient deze uitbreiding van het bouwvlak zorgvuldig te worden gesitueerd.

Verplaatsen van het bouwvlak is niet wenselijk.

Bij vergroting van het bouwvlak is een terreininrichtingsplan noodzakelijk om

de gevolgen voor de omliggende woningen (of bedrijven) en het open land-schap te kunnen beoordelen.

Uitgangspunt is vergroting van de bestaande woning binnen dezelfde karak-

teristiek. Bij zeer kleine monumentale gebouwtjes is dit evenwel niet moge-lijk. Hier is een nieuw bouwvlak mogelijk, de oorspronkelijke woning kan dan de functie als (al dan niet zelfstandig) bijgebouw/vakantiehuisje krijgen. Een ontwikkeling in samenhang is gewenst gewenst.. Nieuwbouw moet in uitstra-ling ondergeschikt zijn aan het oorspronkelijke monument.

Vergroting van zeer kleine karakteristieke huisjes vraagt om creatieve oplossingen (vb. Den Oever)

Verbouwingen, aan– en uitbouwen die elders zijn toegestaan, worden bij karakteristieke panden alleen toegestaan voor zover ze de hoofdvorm van het gebouw niet aantasten. Wanneer tast een verbouwing de hoofdvorm aan en wanneer niet? Om de-ze afweging meer te objectiveren zijn bijgaande voorbeelden geschetst. Deze voorbeelden kunnen richting geven aan de nog op te stellen plannen.

Page 23: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 87

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 24: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 88

Voor waardevolle panden mogelijkheden tot vervangende functies.

Milieuoverlast en verkeersaantrekkende werking voorkomen.

Concurrentie lokale bedrijventerreinen voorkomen.

Wonen

Wanneer er een economische oorsprong is, geldt de provinciale Ruimte voor Ruimte regeling. Daarin zijn de nieuwbouwmogelijkheden op een loca-tie gekoppeld aan de sanerings- en verhuis/opheffingskosten van het be-drijf. De gemeente Wieringen wil de nieuwbouw aan de locatie koppelen en voorziet met de Ruimte voor Ruimte regeling te ruimte mogelijkheden: het ontstaan van nieuwe woonbuurtjes moet worden voorkomen. Mogelijkheden voor herbestemming van vrijkomende agrarische bedrijfsge-bouwen op Wieringen zijn als volgt:

Nieuwbouw van een woning op de locatie van de agrarische bedrijfswoning.

Splitsing van een karakteristieke bedrijfswoning tot twee eenheden, wanneer

dit de uitstraling van karakteristieke elementen van de bebouwing of de erfin-richting verbeterd.

Bouw van een nieuwe woning mogelijk wanneer dit de ruimtelijke kwaliteit ter

plekke verbeterd: minimaal 1000m2 van de agrarische bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, met aanleg van karakteristieke landschapselementen op het erf.

Een tweede woning dient zorgvuldig te worden gesitueerd op de kavel.

Context: historische situering van de bebouwing op de locatie.

In buurtschappen: zichtlijnen tussen bebouwing door behouden.

Hoofdmassa langs de weg: twee gelijkwaardige woningen naast elkaar.

In het landelijk gebied is het in enkele buurtschappen ook gangbaar om naar

achteren te bouwen op de kavel, bijv. bij Wieringer types.

Uitbreiding van de hoeveelheid burgerwoningen in het buitengebied is niet

wenselijk. Soms kan er op een kavel een extra woning worden toegevoegd. Clustering van de bebouwing op één erf is dan wenselijk. De huizen hebben dan diverse volumes. Clustering van twee gelijke volumes op een erf, bijv. twee Wieringer types, is cultuurhistorisch niet verantwoord.

Spelregel 5

FUNCTIEVERANDERING VRIJKOMENDE AGRARISCHE BEBOUWING Door functiewijziging van agrarische bebouwing komen grotere locaties vrij voor woningbouw. Nieuwbouw van woningen is in principe niet toegestaan, omdat het beleid gericht is op concentratie van woningen in de kernen. Enerzijds kan dit leiden tot conflicten met de agrarische bedrijfsvoering op aangrenzende percelen. Anderzijds moet dichtslibben van het landelijk ge-bied met bebouwing worden voorkomen. Dit vergt maatwerk.

Niet-agrarische bedrijvigheid, recreatie, zorg

Leegstaande agrarische gebouwen zijn vaak nog in zodanige staat dat ze kunnen worden hergebruikt voor andere dan agrarische doel-einden. Hergebruik kan verpaupering voorkomen. Dit betekent nieu-we functies in het buitengebied.

Goed voorbeeld: clustering van de bebouwing op één erf

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 25: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 89

Clustering van de bebouwing op een erf

Open houden karakteristieke zichtlijnen

Karakteristieke open ruimte

Voorbeeld Gemeenelandsweg: open houden bestaande zichtlijnen vanaf Gemeenelandsweg, zicht op historische boerderij bewaren, versterken bebouwing langs historische route Ge-meenelandsweg

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 26: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 90

4.3 ONTWIKKELINGEN IN DE DORPEN Westerland, Oosterland, Den Oever en Hippolytyshoef hebben zich van buurtschap tot dorp ontwikkeld. Voor ruimtelijke ontwikkelingen in Wester-land en Oosterland geldt het beeldkwaliteitsplan als toetsingskader. Voor ontwikkelingen binnen de huidige grenzen van Den Oever en Hippolytus-hoef is dit niet het geval. Deze locaties worden aangemerkt als "bestaand bebouwd gebied gebied". De inbreidingslocaties/ontwikkellocaties in Den Oever en Hippolytushoef vallen binnen het stedelijk gebied. Hiervoor is geen beeldkwaliteitsplan vereist. Voor de volgende ontwikkelingen in of aan de dorpen is in dit beeldkwali-teitsplan een toetsingskader opgenomen:

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

6. Landschappelijke inpassing dorpsrand Hippolytushoef 7. Landschappelijke inpassing dorpsrand Den Oever 8. Verdichting van de lintbebouwing 9. Vervanging hinderlijke bedrijven in de dorpen 10. Vakantiewoningen bij vrijstaande particuliere woningen 11. Beeldkwaliteit ontwikkellocaties Westerland:

Hoek Westerlanderweg en Poelweg

De Poelweg als entree van Wieringen

De eendenboeten aan de Waterweg 12. Beeldkwaliteit ontwikkellocaties Oosterland:

Het gebied tussen Gemeenelandsweg en Kerkweg

Het gebied tussen Keizerspoeldijk en Gemeenelandsweg

De hoek Akkerweg/Molgerweg

Locatie Kerkweg

Page 27: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 91

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING NIEUWE DORPSRANDEN De overgang van het bovenwalland naar de open koog is belangrijk voor het ruimtelijk beeld. Langs de ontsluitingswegen ligt de bebouwing met name met achterkanten naar de koog, waardoor een groen silhouet ontstaat. Het dorp heeft hierdoor een "gegroeide" uitstraling. Op een aantal plekken is dit niet het geval, en is de dorpsrand hard en stenig, niet passend binnen de cultuurhistorische en landschappelijke identiteit van Wieringen. Spelregel 6 en 7 beschrijven de mogelijkheden voor een beteren landschappelijke inpassing van respectievelijk de noordelijke dorpsrand van Hippolytushoef en de westelijke dorpsrand van Den Oever. Invullingen langs de rand van het stedelijk gebied zijn situatie-specifiek en op maat. Uitgangspunt is een herkenbare rand geïnspireerd op landschappelijke patronen. Bebouwing voegt zich in een groene, landschappelijke setting. Ook de wateropgave kan hierin een plek krijgen.

Page 28: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 92

Richtbeeld De noordelijke dorpsrand van Hippolytushoef heeft een harde, stenige uit-straling door de rijenbouw. De Noorderlaan vormt een ruimtelijke grens. Bin-nen de nog open ruimte is ontwikkeling mogelijk van zowel groen als be-bouwing, aansluitend op het bestaande woongebied. Waterafvoer vormt een belangrijke ontwerpopgave bij de ontwikkeling van dit gebied. Inbedding in het landschap

Het historische verkavelingspatroon van de Marskepolder is leidraad voor de

verkaveling en ontsluitingsstructuur en voelbaar in de buurt.

Groene rand, gesloten bij achterkanten, transparant bij voorkanten.

Wegenpatroon als belangrijke zichtlijnen binnen de locatie en naar het open

landschap.

Afwisseling van bebouwingsclusters en groene open ruimte.

Aanwezige sloot/sjaan vormt de begrenzing van de ruimte.

Hoofdopzet

De hoofdentree van de buurt is gesitueerd aan de Hortensialaan.

Bij de ingang vindt een verbijzondering plaats. Hierachter liggen de wonin-

gen.

Bebouwing

Hoofdrichting van de verkaveling volgt het polderpatroon.

Haaks op de Horentsialaan ontstaat nieuwe lintbebouwing. Hiertussen liggen

woonbuurtjes.

Openbare ruimte, groen en water

Water en groen begeleiden de entree. Samen vormen ze een belangrijke

zichtlijn door het gebied richting landschap.

Eenvoudig stratenpatroon, aansluitend op het aangrenzende buurtje. “open”

einden voor zichtlijnen naar de open polder.

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN Spelregel 6

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING DORPSRAND HIPPOLYTUSHOEF

Page 29: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 93

Kansen verbetering landschappelijke inpassing noordelijke dorpsrand Hippolytushoef

Landschappelijke inpassing dorpsrand wenselijk Nu: niet-karakteristieke harde en stenige rand Zichtlijn op de kerktoren belangrijke landschappelijke lijn

Page 30: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 94

Spelregel 7

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING DORPSRAND DEN OEVER

Richtbeeld De westelijke dorpsrand van den Oever is een kwetsbaar gebied. De noord-zijde (Martekrogt) heeft een harde, stenige uitstraling door de rijenbouw. Een betere landschappelijke inpassing van de dorpsrand is hier gewenst. Ten zuiden hiervan geeft de achterzijde van de lintbebouwing aan de Gest een gevarieerd groen beeld. Met name hier is de overgang tussen boven-walland en kogenland landschappelijk nog duidelijk aanwezig. Hier zijn geen ontwikkelingen in de open ruimte mogelijk. Inbedding in het landschap

Het historische verkavelingspatroon van de Gesterkoog is leidraad voor de

verkaveling en ontsluitingsstructuur en voelbaar in de buurt.

Zichtlijnen naar Den Oever handhaven, koog blijft open. .

Versterken groene rand van het dorp.

Hoofdopzet

Kleinschalige ontwikkeling bebouwing in oksel Molgerdijk/Martekrogt moge-

lijk, toegankelijk vanaf de Martekrogt.

Bebouwing moet zich qua schaal voegen in het landschap, of heeft een bij-

zondere functie, bijv. een school.

Bebouwing

Hoofdrichting van de verkaveling volgt het polderpatroon.

Kleinschalige ontwikkeling bebouwing, nieuwe lintbebouwing.

Losse elementen binnen groensingel.

Openbare ruimte, groen en water

Versterken aanwezige groenstructuur (houtwallen, struwelen): beplanting op

het bovenwalland, geen beplanting in de koog.

Water en groen belangrijke zichtlijnen door het gebied.

Ontwikkeling overwegend natte natuur, ruig gras.

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 31: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 95

Kansen verbertering landschappelijke inpassing westelijke dorpsrand Den Oever

Nu: niet-karakteristieke harde en stenige rand langs Martekrogt Handhaven: openheid en groene achterkanten lintbebouwing De Gest

Page 32: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 96

Spelregel 9

VERVANGING HINDERLIJKE BEDRIJVEN DORPEN Spelregel 5 schetst het toetsingskader voor vrijkomende agrarische bebouwing . Wanneer er een grotere ruimte in een dorp vrijkomt, bijvoorbeeld door verplaatsing van (hinderlijke) bedrijven, dan speelt er ook een economisch aspect. Soms is hier verdichting buiten de rooilijn mogelijk. Dit vraagt wel zorgvuldigheid en maatwerk: elke situatie is hierin uniek.

Verbeteren niet aantrekkelijke situaties, zoals het slopen

van niet monumentale, niet karakteristieke en overbodig geworden bebouwing.

Er is sprake van een redelijk gesloten bebouwingsbeeld

aan de straatzijde, nieuwe volumes aansluitend op aanwezige korrelgrootte.

De hoofdgebouwen worden in de bestaande rooilijnen

gebouwd, achtergebieden zijn overwegend tuinen.

Tweedelijnsbebouwing waarbij gebouwen met dezelfde

uitstraling achter elkaar liggen is niet gewenst. Ontwikkelingsmogelijkheden zijn:

Situering van hoofdgebouwen langs een (nieuwe)

openbare steeg.

Vormgeving van het gebied als „erf‟‟, met een

hoofdgebouw langs de weg en hierachter in uistraling ondergeschikte gebouwen.

In alle gevallen is een inrichtingsplan voor de locatie

noodzakelijk.

Ontwikkeling hoofdgebouwen langs openbare steeg Structuurverbetering door verdichting mogelijk

Spelregel 8

VERDICHTING VAN DE LINTBEBOUWING IN DE DORPEN In de buurtschappen is de algemene spelregel dat de lintbebouwing niet wordt verdicht om karakteristieke doorzichten te behouden (spelregel 1). Karakteristieke doorzichten zijn in de dorpen niet gebruikelijk. In de dorpen is in een aantal gevallen door het toevoegen van één of twee extra wonin-gen tussen de bestaande lintbebouwing structuurverbetering van het lint mogelijk. Bij voldoende breedte van de kavel (ca. 17 meter) belemmert dit de aangrenzende percelen niet.

Verdichting langs de straat en niet op het achtererf.

Er is sprake van een redelijk gesloten bebouwingsbeeld aan de straatzijde.

De hoofdgebouwen worden in de bestaande rooilijnen gebouwd.

Grotere aanbouwen en vrijstaande bijgebouwen blijven ondergeschikt aan

het hoofdgebouw.

Verdere verdichting van de achtergebieden voorkomen. Achtergebieden zijn

overwegend tuinen.

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 33: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 97

Spelregel 10

VAKANTIEWONINGEN BIJ VRIJSTAANDE PARTICULIERE WONINGEN Wieringen is door zijn landschappelijke en cultuurhistorische identiteit aantrekkelijk als recreatiegebied. Tot nu toe is de gemeente zeer terughoudend omgegaan met verzoeken voor de realisatie van een vakantiewoning in bestaande of nieuw te realise-ren erfbebouwing. De realisatie van recreatieprojecten in de Noordkop zal de vraag naar vakantieverblijven doen toenemen. De gemeente wil daarom op beperkte schaal bij vrijstaande woningen de bouw van vakantiewoningen op particuliere erven toestaan, passend binnen de identiteit van de bebou-wing in de buurtschappen en dorpen en voorzover passend binnen de be-stemmingsplannen..

Vakantiewoningen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw en achter de

woning gesitueerd.

Situering binnen 15 meter vanaf de achtergevel, ruimtelijk samenhangend

met de woning.

In stijl, kleur en materiaalgebruik passend bij de woning.

Achtergebieden zijn overwegend tuinen

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Page 34: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 98

Spelregel 11

ONTWIKKELING WESTERLAND In Westerland spelen ruimtelijke kansen aan de beide uiteinden van de Poelweg en bij de voormalige eendenboeten aan de Waterweg. De twee locaties langs de Poelweg zijn beeldbepalend voor de entree van respectievelijk Wieringen en Westerland, de locatie langs de Waterweg is verbonden met de cultuurhistorische identiteit van Wieringen. De hoek van Westerlanderweg en Poelweg De hoek van de Westerlanderweg met de Poelweg is een belangrijk kruispunt in het dorp. In ruimtelijk opzicht is hier enige bouwmassa mogelijk. Randvoorwaarden hiervoor zijn:

Markant zichtpunt in het dorp, horeca, (recreatie-)woningen.

Zwaartepunt in het dorp, hogere bebouwing komt voor.

Massa vergelijkbaar met de bestaande bouwmassa.

Gebouw ligt in lint Westerlanderweg, ook voorkant naar Poelweg.

Lagere zijkant sluit aan op lintbebouwing.

Gebouw iets terugliggend ten opzichte van rooilijn om grotere hoogte

mogelijk te maken.

De Poelweg als entree van Wieringen Aan weerszijden van de Poelweg is op dit moment een garagebedrijf gevestigd. De gemeente heeft een aantal ambities voor deze plek: behoud leefbaarheid De Haukes, herstel Wierdijk en vormgeven aan de entree van De Haukes.

Versterken lintbebouwing westzijde Poelweg.

Parkeren achter het gebouw.

Mogelijkheid tot uitbreiding richting hoek.

Groene kavels oostzijde.

Vervallen hinderzone LPG.

Open ruimte naast de Wierdijk, zichtlijnen.

Accentbebouwing

Versterking lint

Uitbreidingswijk

Dwarslint

Zichtlijn

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Versterken lintbebouwing westzijde Poelweg Versterken landschappelijke inpassing erven oostzijde Poelweg

Page 35: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 99

De eendenboeten aan de Waterweg De gemeente streeft naar behoud van althans een deel van de eendenboeten, omdat zij herinneren aan de tijd dat de vissers op het eiland door de Zuiderzeewerken naar alternatieve inkomstenbronnen moesten zoeken. Als zodanig hebben de eendenboeten cultuurhistorische waarde. Voor behoud komen met name de twee lange eendenboeten aan de Waterweg in aanmerking, omdat bij deze eendenboeten de oorspronkelijke kenmerken het beste behouden zijn gebleven. De overige schuurtjes zijn in een dusdanige staat, dat sloop gewenst is. Verrommeling van het landschap dreigt. Om de sloop van deze boeten te bespoedigen én om middelen te genereren voor het behoud van de twee eendenboeten aan de Waterweg, wil de gemeente als compensatie voor de te slopen boeten de mogelijkheid bieden om in dezelfde oppervlakte als de te slopen eendenboeten, vakantiewoningen terug te bouwen. Daarmee wordt tevens een impuls gegeven aan de recreatieve functie van De Haukes. Deze aanpak past in de provinciale Beleidsregel Ruimte voor Ruimte, zij het dat ter compensatie van te slopen bebouwing geen woningen, maar recreatiewoningen mogen worden teruggebouwd. De doelstelling is echter hetzelfde: „een duurzame verbetering van de kwaliteit van het landelijk gebied‟. De bebouwingskarakteristiek van een eendenboet is dat van een langwerpige, geteerde houten schuren met een schuin aflopend dak. Door de vakantiewoningen in een beperkt gebied langs de Waterweg toe te staan en de bouw ervan te koppelen aan de afbraak van de restanten van de eendenboeten elders binnen het gebied, kan een deel van deze bijzondere bebouwingskarakteristiek tussen Westerland en de Haukes worden behouden.

Het gebied kent een karakteristieke structuur van dijklint, groene kavels met

bebouwing hier dwars op, en open ruimte met karakteristieke lange schuren.

Recreatiewoningen aansluitend op de karakteristiek van de eendenboeten

(lage goot– en bouwhoogte), ontsluiting vanaf de Waterweg.

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Versterken lintbebouwing dijk

Versterken lintbebouwing Poelweg

Dwarslint, groene kavels

Karakteristieke open ruimte

Zichtlijn

Page 36: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 100

Versterken lintbebouwing

Dwarsroute dorp

Bijzonder gebouw op terp

Zichtlijn

Spelregel 12

ONTWIKKELING OOSTERLAND De kansen voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in Oosterland bestaan uit het versterken van de bestaande lintbebouwing in de zone tussen de Gemeenelandsweg en de Kerkweg, en het (recreatief) verbijzonderen van de entree vanaf Den Oever, op een locatie naast het MUZ-park.

4 SPELREGELS VOOR ONTWIKKELINGEN

Page 37: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 101

AANBEVELINGEN EN TOETSINGSKADER

Tussen Gemeenelandsweg en Kerkweg

De Gemeenelandsweg en de Kerkweg vormen de twee belangrijkste oost-west linten van Oosterland. In het gebied is herstructurering wenselijk vanwege de verplaatsing van de school en herstructurering van bedrijfslocaties. Tussen deze wegen kan versterking van de kern van het dorp plaatsvinden door verdichting van de bestaande lintbebouwing langs beide wegen. Het open houden van de zichtlijn op de kerkterp is een belangrijk uitgangspunt. De openheid van het (voormalige) schoolplein en het zicht op de kerk zijn op deze plek karakteristiek. De visuele beëindiging/rand van de nieuwe lintbebouwing is een belangrijk aandachtspunt. Langs de school is op historische kaarten een route te zien, in het verlengde van het huidige Schoolpad (zie p. 122). Deze route kan terugkeren in de nieuwe structuur.

Versterken lintbebouwing aan Gemeenelandsweg en Kerkweg.

De Gemeenelandsweg is het belangrijkste lint.

Aansluitend op het diverse karakter van de woningen in Oosterland.

Bouwen in de wisselende rooilijn.

De woningen aan de Gemeenelandsweg staan haaks op de weg, langs de

Kerkweg zijn ze in een hoek geprojecteerd.

Rekening houden met de zichtlijn op de kerk. En het openhouden van de

zichtlijn op de kerkterp.

Verbijzondering van de splitsing van de weg.

Aandacht voor groene zijdelingse cq. achtererfafscheidingen indien in het

zicht.

Page 38: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 102

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

B IJLAGE De Belt

Dam

De Elft

De Gest

De Haukes

De Heid

Hippolytushoef

De Hoelm

„t Hof

Hollebalg

Noord-Stroe

Noordburen

Noorderbuurt

De Normer

Den Oever

Oosterklief

Oosterland

Oud-Gest

Smerp

Stroe

Vatrop

Westerklief

Westerland

Zandburen

Page 39: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 103

De Belt

De Belt ligt op een bult in het land en daar is dan ook de plaatsnaam aan ontleent. De Belt vormt tegenwoordig de westelijke toegang tot Hippolytus-hoef. De bewoning was lang vooral agrarische, maar met de uitbreiding van Hippolytushoef zijn er ook gewone huizen bijgekomen. De woonbebouwing is kleinschalig, staat dicht op elkaar en overwegend haaks op de weg. Tus-sen de bebouwing is nauwelijks nog open ruimte.

Kleinschalige lintbebouwing langs ontsluitingsroute.

Topografische kaart ca. 2000

Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 40: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 104

Dam

Dam is het meest westelijke buurtschap op Wieringen. Omdat de keileem-heuvel van Dam hoog genoeg is, loopt de Deltadijk hier niet door. De plaats is erg klein en kent zowel boerderijen als een aantal huizen. Een aantal van de boerderijen zijn oude Wieringer boerderijen. De boerderijen hebben een totaal andere functie gekregen. Hierdoor is het aanzien van het landschap gewijzigd. De bekendste oude boerderij is die van de camping "De Torenhoeve". De boerderij is het hoofdgebouw van die camping. De camping is tevens de oude plek waar vroeger de Quarantaine was. De groene rand rond de cam-ping is wat dun en bestaat uit zomergroene planten. Naar de Waddenzee toe is het open en heeft de Dam een prachtig zicht op het wad.

Grote boerderijen langs route naar dijk.

Grote erven, ingericht als recreatieterreinen met voornamelijk stacaravans.

Groene zoom.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 41: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 105

De Elft

Tussen de weg Elft en de N99 ligt de buurtschap Elft. De weg Elft ligt paral-lel aan de helling van de koog, met op de hoge kant de bebouwing, een af-wisseling van grotere en kleinere huizen en boerderijen. Wat opvalt is dat tussen elke bebouwde kavel een open kavel ligt. Aan de lage kant van de weg is het zeer open. Er is een wijds uitzicht naar de Hippolytushoever-koog. Langs de weg staan enkele boerderijwoningen, de nog overgebleven boerderij ligt op enige afstand van de weg. Het gebied rond de Elft was reeds in de 10e eeuw bewoond en stond be-kend onder de naam “Alvitlo”. De naam wijst op begroeiing met dichte strui-ken en/of een open plaats in een bos.

Eenzijdige lintbebouwing.

Afwisseling van huiskavels en open kavels.

Uitzicht op de koog. Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 42: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 106

De Gest

De Gest is in de 14e eeuw ontstaan toen de oevers van het eiland Wierin-gen verschoven. De Gest ontstond nadat Oud-Gest wat onbewoonbaarder werd en men iets meer landinwaarts moest gaan. De Gest vormt de toe-gang tot Den Oever vanaf de westzijde. Het is een oude buurtschap met onder andere een Wieringer stolp en een aantal barakken uit de tijd van de Zuiderzeewerken. De bebouwing bevindt zich van oudsher met name aan de oostkant van de weg. Door de groei van de plaats en de haven in de 20e eeuw heeft Den Oever de Noord-Gesterweg opgenomen in het dorp, en is nu onderdeel van het dorp. Door de doorsnijding met de Molgerweg is het oude lint aan de noord-kant niet meer goed ervaarbaar. De bebouwing bestaat hier overwegend uit kleinschalige lintbebouwing met woningbouw. In het zuidelijk deel, langs de Gesterkoog (Gesterweg als randweg van het dorp), is een karakteristieke afwisseling van kleinere en grotere kavels. Tussen de bebouwing is uitzicht op de Gesterkoog mogelijk.

Kleinschalige lintbebouwing van woonhuizen in het dorp.

Afwisseling grote en kleine kavels en doorzichten langs de rand.

Topografische kaart 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 43: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 107

De Haukes

De buurtschap De Haukes ligt aan de zuidzijde van het voormalige eiland, ten zuiden van Westerland en is ontstaan als klein wegdorp langs de Wes-terlanderdijk. De Haukes is pas in de 19e eeuw ontstaan. Vanaf hier vertrok de postboot naar de Anna Paulownapolder. De haven heeft tegenwoordig een belangrijke recreatieve functie. Het dorp is op een keileembult gebouwd, langs de dijk. De naam verwijst naar het lage en natte, drassige gebied dat ten westen van de Haukes ligt. Het dorp bestond oorspronkelijk uit dijkhuizen, daarachter verrezen schu-ren. Er zijn in de loop der jaren verschillende uitbreidingen geweest haaks op de dijk, langs de Waterweg en de Poelweg. Het landschap heeft een kleinschalig, besloten en groen karakter. De laagte tussen Westerland en de Haukes is opvallend.

Dijkhuizen aan de voet van de dijk, hierachter schuren.

Gevarieerde lintbebouwing langs Poelweg en Waterweg, afwisseling open en

groene, bebouwde kavels.

Herkenbare overgang tussen Westerland en de Haukes (laagte).

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 44: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 108

De Heid

Het van oorsprong agrarische buurtschap is één van de kleinere in de ge-meente Wieringen. Het ligt zuidelijke verlengde van het dorp Oosterland. De Heid valt daarom ook formeel onder Oosterland.

Op de kaart van 1900 bestaat deze buurtschap uit twee boerderijen. In de loop der jaren zijn De Heid en Oosterland aan elkaar gegroeid. Hierdoor is het voor Wieringen zo karakteristieke beeld ontstaan van een langgerekt dorp.

Lintbebouwing van met name boerderijen, afgewisseld met enkele woonhui-

zen

Open ruimtes met lange zichtlijnen tussen de erven.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 45: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 109

Hippolytushoef (vroeger: Hippolitushoef)

Hippolytushoef is ontstaan op het kruispunt van de twee oude doorgaande wegen van Wieringen: de Koningsweg-Elft en de Westerklief-Gemeenelandsweg (die binnen de bebouwde kom van het dorp zijn aange-duid als Hoofdstraat-Nieuwstraat). Rond dit kruispunt en de noordelijker gelegen NH-kerk, die gewijd is aan de Griekse heilige St. Hippolytus, ont-staat in de loop van de eeuwen een verdichting van het bebouwingspa-troon. Mede als gevolg van de centrale ligging op het eiland ontwikkeld het dorp zich in de 19de eeuw tot de hoofdkern van de gemeente. Langs de doorgaande wegen ontstond lintbebouwing die direct aan de straat werd gebouwd en over de hele lengte een diverse korrelmaat heeft. Historische boerderijen en grote en kleine woonhuizen wisselen elkaar af en staan overwegend in dezelfde rooilijn dicht naast elkaar tegen de weg aan. Het lint werd langs de weg steeds verder verdicht. De achtergebieden be-staan met name uit tuinen. In de kern van het dorp zijn tussen de linten ste-gen ontstaan, waarlangs ook bebouwing is gesitueerd. Hierdoor ligt het „centrumgebied en de kerk niet op het belangrijke kruispunt van wegen (bij „t Hoekje), maar daar net achter. In het centrumgebied vindt verdichting door herstructurering plaats, bijv. het wooncomplex op het Cinemaplein. Ook ver-schijnen dergelijke kleinschalige wooncomplexen hier en daar langs het lint. Vanaf de jaren 60 word in Hippolytushoef projectmatige nieuwbouw ge-pleegd. Achter de linten ontstaan hele nieuwe wijken, maar de linten zelf hebben hun oude karakter behouden. Hippolytushoef kent drie grote uitbrei-dingsgebieden. Het eerste gebied ligt noordelijk van de Beltstraat en Nieuwstraat en is in de jaren „60 tot stand gekomen. De bebouwing bestaat uit uniforme blokken van twee lagen met een kap evenwijdig aan de straat. Het materiaalgebruik is eenvoudig en traditioneel. Door middel van een uitbreiding in de jaren „80 is aansluiting gevonden met de Nieuwstraat. Bijzonderheden in de wijk zijn de twee grote groenstroken. Het stratenpatroon bestaat uit haaks op elkaar staande wegen, waarbij een kleine hoekverdraaiing in het gebied ligt.

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 46: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 110

Het tweede gebied, ontwikkeld in de jaren ‟60 en ‟70, ligt centraal in Hippo-lytushoef en ligt tussen de Nieuwstraat, Koningsstraat en Slingerweg. Het stratenpatroon is enigszins rechtlijnig maar kent verschillende nuances. Ook hier is de bebouwing voornamelijk twee lagen met een kap evenwijdig aan de straat. Het derde gebied ligt oostelijk van de Slingerweg. Dit gebied is ontwikkeld vanaf de jaren „80. Daardoor kent het een aantal deelgebieden. Het meest noordelijk gebied is een typische jaren „80 uitbreiding met kronkelende stra-ten, hofjes en veel openbaar groen en water. De bebouwing bestaat over-wegend uit rijenwoningen en twee-onder-een-kapwoningen, in een of twee algen met kap. De zuidelijke ontwikkeling, is meer rechtlijnig opgezet, maar kent ook de nodige hofjes. De openbare groenvoorzieningen zijn echte min-der royaal. Ook hier bestaat de bewoning hoofdzakelijk uit rijenwoningen en twee-onder-een-kapwoningen. Oostelijk van dit gebied is momenteel afron-ding van de rand van Hippolytushoef in ontwikkeling: het plan Slingerweg II. Een buurt waar extra aandacht wordt geschonken aan de landschappelijke inpassing van de dorpsrand.

Karakteristieke lintbebouwing met daarachter projectmatige uitbreidingen.

De lintbebouwing kenmerkt zich door een afwisseling van grotere en kleinere

gebouwen dicht op elkaar en dicht tegen de weg aan, met een duidelijke rooi-lijn. De achtergebieden zijn overwegend groen.

In het centrumgebied vindt verdichting langs stegen plaats.

De woonwijk aan de noordkant mist een groene afwerking en heeft een zeer

harde overgang met het landschap. De oostelijke rand is landschappelijk beter ingepast.

B IJLAGE

Page 47: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 111

Topografische kaart ca. 2000

Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 48: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 112

De Hoelm (of Den Hoelm)

De Hoelm lag tot de drooglegging van de Wieringermeer aan het water, en had toen een bescheiden aanlegfaciliteit. De buurtschap ligt als het ware op de rand van Wieringen (zie foto). De bebouwing geclusterd bij elkaar met dichte, opgaande beplantingsrand. De Hoelm is door de eeuwen heen klein gebleven, met een aantal huizen dat schommelt tussen de 3 en 8. De Hoelm ligt aan de Wierdijk aan de zuidkant van Wieringen. Deze oude zeedijk is gebouwd rond 1600 en loopt naar de buurtschap De Elft. De dijk is sinds 1986 een cultuurhistorisch monument.

Net ten noordwesten van De Hoelm ligt de Hoelmerkoog, met nog een oude 17e eeuwse eendenkooi.

Bebouwingscluster aan weerszijden van ontsluitingsweg.

De buurtschap ligt op een hoge plek in het landschap, op de dijk. Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 49: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 113

‘t Hof

De Hofstraat refereert naar het vroegere buurtschap „t Hof. Tegenwoordig is de bebouwing geheel opgenomen in Den Oever. Het is een oud stukje van Den Oever, ter hoogte van de molen. Van de oorspronkelijke bebouwing is weinig bewaard gebleven, maar als historisch lint is „t Hof nog goed herkenbaar. Karakteristiek zijn de kleine woonhuizen, dicht op elkaar haaks op de weg.

Lintbebouwing met een strakke rooilijn van kleine huisjes haaks op de weg,

vrijwel zonder tussenruimte.

Topografische kaart ca. 1900 Topografische kaart ca. 2000

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 50: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 114

Hollebalg (vroeger: Hollebalk)

Hollebalg is ontstaan op de kruising van de Hollebalkerweg en de Konings-weg. De buurtschap verbindt Westerklief met Westerland en Hippolytus-hoef. De bebouwing lijkt gericht te zijn op het kruispunt met de N99 maar ligt overwegend in het stramien van de oude verkaveling. Nieuwe bebou-wing zorgt er voor dat Hollebalg een echte entree heeft vanaf de N99. De meeste bebouwing is vrij nieuw en heeft dezelfde korrelmaat. De erfbe-bouwing ligt verscholen achter een groene singel die rond de hele buurt-schap ligt.

Kleinschalige lintbebouwing, vergelijkbare korrelgrootte.

Besloten karakter, geen open doorzichten tussen de bebouwing.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 51: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 115

Noord-Stroe (vroeger: Noorder Stroe)

Het kleine buurtschap Noord-Stroe is waarschijnlijk ontstaan als deel van Stroe, aan de Waddenzee. Noord-Stroe ligt aan de Rinkeweelsdijk, vroeger lag de buurtschap gewoon aan de Waddenzee, maar uiteindelijk werd er een dijk aangelegd. Door de achteruitgang van het aantal inwoners en hui-zen van het dorp kwam Noord-Stroe langzaam los van het dorp te liggen. In de buurtschap zijn langs de Broekerlaan nog een aantal oude boerderijen aanwezig, maar het beeld van Noord-Stroe wordt bepaald door de recrea-tieparken tussen de dijk en Stroe. Het gebied heeft hierdoor een besloten, groene uitstraling.

Enkele grote boerderijen langs weg.

Grote erven, ingericht als recreatieterreinen, langs route naar dijk.

Groene zoom.

Topografische kaart ca, 2000 Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 52: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 116

Noordburen (vroeger: Noorderburen)

De buurtschap Noordburen ligt ten noorden van Zandburen en Hippolytus-hoef en net ten westen van Stroe. De plaats is waarschijnlijk genoemd naar het klein aantal woningen dat naast boerderijen in deze nederzetting aan-wezig is, net ten noorden van Zandburen. Burgen betekent nederzetting, afgeleid van Bûr, dat gewoon woning betekent. In 1840 woonde er onge-veer 25 mensen en dat zijn er anno 2005 niet heel veel meer, want de plaats bestaat nog steeds uit slechts enkele boerderijen en woonhuizen. Noordburen heeft een groene en ruime uitstraling. Van oudsher lag de be-bouwing aan de hoge kant van de weg, hierin heeft een verschuiving plaats-gevonden. Aan deze zijde is nog wel de wegbeplanting gesitueerd. De (voormalige) boerderijen zijn van het Noordhollandse stolp type, in tegen-stelling tot de meeste stolpboerderijen op Wieringen die van het Wieringer stolp type zijn. De zeedijk is goed zichtbaar vanuit Noordburen, in het ver-lengde van de Noordburenweg ligt wel een nieuwbouwwoning die precies in de lijn van de weg het zicht op de dijk ontneemt.

De bebouwing staat vrij op de ruime groene kavels.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 53: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 117

Noorderbuurt (het vroegere Noordgeest)

De buurtschap Noorderbuurt bestaat uit een aantal boerderijen. De bebou-wing ligt aan de hoge kant van de weg (langs de 2.5 m +NAP lijn), met erf-bebouwing geclusterd achter het hoofdgebouw. De lage kant van de weg is vrijwel open en heeft een prachtig zicht op de zeedijk. De naam Noorderbuurt is een variant op de gebiedsgrondbenaming Noor-dergeest. Noordergeest wil zeggen het noordelijk hoger gelegen zandgrond. Lange tijd werd Noordergeest gebruikt, maar op een bepaald moment is het veranderd, mogelijk omdat er iets meer bewoning kwam en daardoor de duiding buurt of buren kreeg. De plaatsnaam was in ieder geval in 1866 al Noorderbuurt.

Bebouwing geclusterd op erven, van oudsher aan de hoge zijde van de weg.

Tussen de agrarische erven zijn enkele woningen gesitueerd.

De losse verkaveling wordt afgewisseld met open ruimten.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 54: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 118

De Normer

De buurtschap ligt in de polder met de naam Normerpolder. Het ligt ten noorden van Westerland en ten westen van De Belt en Hippolytushoef. On-danks dat de buurtschap bijna heel de polder omvat is het aantal inwoners ervan gering. Zo woonden er 1840 ongeveer 25 inwoners, anno 2005 is dat nauwelijks meer geworden. De polder is daarom ook bekend bij vogellief-hebbers.

Bebouwing geclusterd op erven, van oudsher aan de hoge zijde van de weg.

Tussen de agrarische erven zijn enkele woningen gesitueerd. De erven zijn omgeven door een stevige groensingel.

De losse verkaveling wordt afgewisseld met open ruimten. Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 55: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 119

Den Oever

Het vissersdorp Den Oever is eind 15de eeuw ontstaan op de noordoost-punt van Wieringen. De naam verwijst naar de ligging aan zee. Oorspronkelijk was Den Oever niet meer dan een gehucht, maar in de 17-de, 18de eeuw werd het dorp door passerende scheepvaart steeds welva-render. Pas in de jaren „20 van de vorige eeuw kwam Den Oever onder in-vloed van de Zuiderzeewerken verder tot ontwikkeling. Ten oosten van het dorp kwam in 1932 de Afsluitdijk gereed. Gelijk met de aanleg van de Af-sluitdijk ontstond er ook een omvangrijk complex van haven, sluizen en ver-dedigingswerken bij Den Oever. Den Oever is een kerndorp met als cen-trum de haven en de daarlangs gelegen straatjes en stegen.

Het haven gebied bestaat voornamelijk uit bedrijven en heeft een eigen ka-rakter. Helaas ligt de haven grotendeels verstopt achter de hoge Deltadijk en is niet goed zichtbaar. In de dijk is een (afsluitbare) coupure aanwezig. Door de groei van de plaats en de haven in de 20e eeuw is het oudere buurtschap „t Hof opgenomen in het dorp en is nu onderdeel van het dorp. Aan het eind van die eeuw werd ook De Gest verbonden aan het dorp door nieuwbouw, maar wordt nog wel als eigen plaats beschouwd al valt het for-meel onder Den Oever. Door de grote haven kent het dorp veel cafés en restaurants, de grootste concentratie binnen de gemeentegrenzen. Opval-lend is dat er geen kerk staat in het dorp: De Kapel (Nederlandse Hervorm-de kerk) en de gereformeerde kerk op de hoek Gasthuisweg zijn ondertus-sen verdwenen. Het gebied tussen het oude vissersdorp en de Gest is van oudsher nat en drassig. Hier was een walsloot gesitueerd. Tegenwoordig is dit gebied volledig dichtgebouwd. De ruime entree van Den Oever vanaf de oostzijde verraad nog de landschappelijke basis. De historische linten zijn in de structuur van Den Oever nog goed herken-baar. Hiertussen heeft zich nieuwbouw ontwikkeld. De visserijachtergrond heeft in de achtergebieden veel visboetjes (schuurtjes) doen ontstaan, waardoor het een verdicht gebied is. De nieuwbouw van Den Oever is vooral uit de jaren „60 en „80. Recentelijk is aan de noordkant van Den Oever een nieuw project gerealiseerd. De jaren „80 wijk is gelegen tussen de Molgerdijk, de Martekrogt en de Noord-Gesterweg. Het betreft hier hoofdzakelijk gedifferentieerde rijenwo-ningen. De overige projectmatige opgezette wijken vinden hun oorspong in de jaren „60. een goed voorbeeld hiervan is de Amsteldiepstraat. De blok-ken zijn redelijk uniform en zijn twee lagen met een kap, evenwijdig aan de straat. De randen van Den Oever verdienen aandacht. De noordrand ligt met de achterkant naar de dijk toe, een verbinding tussen Den Oever en de Delta-dijk mist. Aan de zuidrand, langs de toegangsweg tot de haven, ligt een rommelig gebiedje met kleine bedrijfjes en volkstuinen. De westelijke rand

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 56: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 120

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

heeft een harde overgang naar de koog. Deze rand zou beter ingepast kun-nen worden.

Oude dorpskern langs de haven, versterking relatie met water gewenst.

Dichte lintbebouwing langs de oude historische routes (buurtschappen).

Hiertussen verdichting met nieuwbouw.

Karakteristieke bebouwde binnengebieden (visboetjes).

Aandacht gewenst voor de landschappelijke inpassing van de dorpsranden.

Aandacht gewenst voor entree dorp.

B IJLAGE

Page 57: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 121

Oosterklief

Oosterklief is samen met Westerklief één van de oudste plaatsen op Wierin-gen. De naam refereert naar het verwoestende invloed van de zeegolven op de keileembulten, waardoor er een soort van kliffen ontstonden. Het ge-bied behoort tot de hoogste plekken van het eiland. In tegenstelling tot de andere buurtschappen, bevindt zich in Oosterklief de bebouwing niet alleen aan de hoge kant, maar aan beide kanten van de weg. De situering van de bebouwing volgt overwegend de kavelrichting, schuin op de weg. Tussen de rijk beplantte erven is een vrij uitzicht op het landschap mogelijk. Deze afwisseling tussen bebouwde en onbebouwde kavels is karakteristiek.

Bebouwing geclusterd op erven, van oudsher aan weerszijden van de weg.

Tussen de agrarische erven zijn enkele woningen gesitueerd. De erven zijn omgeven door een stevige groensingel.

De losse verkaveling wordt afgewisseld met open ruimten.

Topografische kaart 2000

Topografische kaart 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 58: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 122

Oosterland

Dit dorp is ontstaan op een keileemheuvel en bestaat voornamelijk uit (van oorsprong) agrarische bebouwing en enkele voorzieningen. De wegen en paden in Oosterland volgen de lengterichting van de heuvel. Het dorp is geen typisch lintdorp, maar heeft zich in de loop der tijd verdicht langs de wegen en paden. Dit geeft Oosterland zijn bijzondere karakter, met bebou-wing aan kleine paden. Het MUZ park, een wijkje gebouwd voor de arbei-ders en ingenieurs die werkten aan de Zuiderzeewerken, is hierop een uit-zondering door zijn ligging aan een doodlopende weg. De Molgerweg en Oosterkruisweg zijn pas na de tweede Wereldoorlog aangelegd en kennen daarom geen bebouwing. Van oudsher is er weinig beschutting in het dorp. Er is veel verschil tussen de korrelmaat van de bebouwing, de kerk steekt echter overal bovenuit en is goed zichtbaar vanuit het omliggende land-schap. De zeedijk ligt erg dicht bij Oosterland, maar is niet zichtbaar vanuit het dorp en speelt ook geen rol in de structuur van het dorp.

Lintbebouwing, afwisselende korrelgrootte, verdicht naar de kerk toe.

Fraaie doorzichten naar de kogen.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

B IJLAGE

Page 59: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 123

Oud-Gest

Oud-Gest is een van de oudste buurtschappen van Wieringen, ontstaan in de 14e eeuw ten westen van het huidige Den Oever. Er is op deze plek be-woning ontstaan toen de oevers van het eiland langzaam verschoven. Oud-Gest is inmiddels als benaming voor een buurtschap niet meer in gebruik. De oorspronkelijke structuur van de buurtschap is door de uitbreiding van recreatiepark De Wierde niet meer herkenbaar. De route naar de dijk is nog wel aanwezig.

Van oudsher is er een relatie tussen de oude bouwplek en de dijk

Aandacht voor de landschappelijke inpassing van de camping gevraagd.

Topografische kaart ca. 2000

Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 60: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 124

Smerp

De buurtschap Smerp ligt aan een weg die haaks staat op de oude door-gaande weg van Wieringen. De bebouwing ligt één kant van de weg, dicht op elkaar. Tussen Smerp en de lintbebouwing aan de Gemeenelandsweg is open ruimte aanwezig, waardoor het zich vanaf de Gemeenelandsweg transparant blijft.

Bebouwing eenzijdig van de weg, haaks op de Gemeenelandseweg.

Doorzichten tussen de bebouwing vanaf de Gemeenelandsweg

(karakteristieke zichtlijnen).

Bebouwing langs de Kleitelweg is divers en staat dicht op elkaar, afwisselend

woonbebouwing en bedrijfsbebouwing. Menging van historische en nieuwe gebouwen, groot en klein.

Topografische kaart 2000 Topografische kaart 1900

B IJLAGE

Page 61: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 125

Stroe

Het gebied rond Stroe was reeds in de 10e eeuw bewoond en stond be-kend onder de naam “Strude”. De naam wijst op begroeiing met dichte strui-ken en/of een open plaats in een bos. Vroeger was Stroe een aanzienlijk dorp: het kende zelfs een kerk (bij de begraafplaats aan de Kerkebuurt). Tegenwoordig is daar nog weinig van over. Stroe kent een heel losse opbouw, met verschillende maten kavels en ver-schillende maten bebouwing. De bebouwing ligt vaak niet direct aan de weg maar is iets naar achter geplaatst. De structuur van het dorp is vrij open met veel doorzichten naar het landschap over de open kavels. Rond de weg naar Noord-Stroe is een verdichting.

De bebouwing staat vrij op de ruime groene kavels met wisselende afstand

tot de weg.

Tussen de bebouwing zijn doorzichten naar het landschap mogelijk.

De open ruimtes tussen de woningen zijn bij de weg naar Noord-Stroe klein

en worden groter naarmate het dichter op de Kerkebuurt ligt.

Topografische kaart ca. 2000 Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 62: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 126

Vatrop (vroeger: Vartrop)

Net als Stroe is Vatrop een van de oudste woonkernen van Wieringen. Vatrop ligt op een keileemheuvel tegen de Waddenzee aan. Dit is een van de enige plekken in Nederland waar de Deltadijk niet doorloopt: de keileem-heuvel van Vatrop is hoog genoeg. Vatrop is goed zichtbaar vanuit het om-liggende landschap. De bebouwing van Vatrop ligt overwegend wat verder op de kavel. Er zijn een aantal paden haaks op de weg, waar huizen achter elkaar zijn gesitu-eerd. Bij Vatrop kan men nog een deel van de oude stormkeringen zien. Deze bestaat uit betonnen borstweringen. De stormkeringen moesten Wieringen beter beschermen tegen het woeste water van de Waddenzee. Tegenwoor-dig ligt er ook een dijk op deltahoogte. Op de dijk kan men heel mooi uitkij-ken op het Wad. Bij Vatrop ligt ook een natuurgebied dat is ontstaan door-dat men de kleigrond weghaalde voor dijkbouw. Er bleef uiteindelijk een grote kleiput over, daarna gebruikt als stortplaats voor allerlei materialen. Bij de uitvoering van de noordelijke Deltawerken op Wieringen is dit gebied omgebouwd tot natuurgebied.

Grote woningen staan op ruime kavels.

Kleinere woningen liggen soms recht achter elkaar langs paden.

Topografische kaart 2000 Topografische kaart 1900

B IJLAGE

Page 63: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 127

Westerklief

Westerklief en Oosterklief zijn de namen van twee buurtschappen aan de westelijke, respectievelijk oostelijk rand van een keileembult. Toen Wierin-gen nog een eiland was zorgde erosie door de zee voor steile kusten aan de rand van deze keileemhoogte. Aan deze 'kliffen' danken Wester- en Oosterklief hun namen. In vergelijking met de situatie van 1900 is veel bebouwing aan de westkant van de weg verdwenen. Hierdoor ligt de bebouwing tegenwoordig voorna-melijk aan de hoge kant van de weg. De bebouwing is gegroepeerd in een aantal clusters lang de weg. De wo-ningen liggen niet allemaal direct aan de weg. Voor een aantal historische boerderijen zijn nieuwere woningen geplaatst. Aan de oostzijde raakt de heuvel de ontsluitingsroute: een bijzondere waarde.

Bebouwing geclusterd op erven, aan de hoge kant van de weg. Tussen de

agrarische erven zijn enkele woningen gesitueerd. De erven zijn omgeven door een stevige groensingel.

De losse verkaveling wordt afgewisseld met open ruimten.

Op agrarische kavels is de oorspronkelijke bebouwing soms nog achter de

nieuwere bebouwing herkenbaar.

Topografische kaart ca. 2000

Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 64: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 128

Westerland

Westerland ligt op de helling van de hoogste heuvel van Wieringen. Het lint is in de loop der tijd steeds meer verdicht en verbreed. Tot de aanleg van twee nieuwbouwbuurtjes zijn de vele haakse wegen die het lint heeft niet gebruikt voor uitbreiding van het dorp. Door zijn lengte mist Westerland een echt centrum, het nieuwbouwbuurtje de Dentele nabij de Poelweg zorgt er echter voor dat het zwaartepunt van Westerland aan de oostkant ligt. Deze nieuwbouw sluit aan de rand goed aan op het bestaande lint, maar heeft verder een hele andere maat en schaal dan het lint. De kerk ligt in het lint op een kleine verhoging en is zeer goed zichtbaar vanuit de koog. Wie bij de kerk nog verder omhoog gaat (Noorderkerkweg) komt op vrijwel het hoogste punt van Wieringen uit: 12,80 meter boven NAP (het hoogste punt ligt nabij de boerderij, zo'n 150 meter ten westen van de Noorderkerkweg). Hier heeft men een goed uitzicht over het eiland.

Er is een afwisseling van kleine en grote woningen, overwegend dicht op de weg. Bij de kerk van Westerland zijn sommige woningen achter op de kavel gelegen en anderen voor op de kavel. Hier is als het ware een historische rooilijn verweven met een eigentijdse rooilijn. Aan de lage kant van de weg is het lint niet geheel gesloten, waardoor een aantal doorkijkjes ontstaan naar het achterliggende landschap. Omgekeerd is Westerland ook goed zichtbaar vanuit de koog. De camping van Wester-land ligt in de koog en heeft een lage, groene omsingeling die aansluit op het beeld van de koog. Het gedeelte van Westerland ten westen van de kerk stond in vroeger tijden bekend als 't Skrale End, omdat het een nogal armoedige buurt was. De naam bestaat nog, maar het is tegenwoordig een zeer gewild woongebied, met een prachtig uitzicht over de lager gelegen akkers en weilanden. Westerland kent een kleine uitbreiding die stamt uit de jaren „80. Dit gebied ligt in de hoek van de Westerlanderweg en de Poelweg. De bebouwing be-staat uit rijenwoningen, waarbij kleine verspringingen ten opzichte van de blokken onderling plaatsvinden, om het aanwezige hoogteverschil te accen-tueren en te overbruggen. Aan het Amstelmeer ligt het Lutjestrand. Van oudsher is de helling hier be-groeid met sleedoorn, een prunussoort. De naam is afgeleid van het feit dat het strand niet al te groot is, „lutje‟ betekent „klein‟. Het kent ook een soort strandpaviljoen, Lutje Beachclub. Verder ligt er ook nog een groot apparte-mentencomplex genaamd Aemstelsigt. Dit gebouw sluit in kleurgebruik, schaal en uitstraling niet aan op de Wieringer karakteristiek.

Lintbebouwing, afwisselende korrelgrootte, verdicht naar de oostzijde en rond

de kerk.

Fraaie doorzichten naar de kogen.

B IJLAGE

Page 65: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 129

Topografische kaart ca. 2000

Topografische kaart ca. 1900

KARAKTERISTIEKE BEBOUWINGSSTRUCTUUR

Page 66: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 130

Zandburen

Zandburen ligt ten noordoosten van het centrum van het dorp Hippolytus-hoef. Het valt sinds het begin van de 20e eeuw formeel onder die plaats. De buurtschap is waarschijnlijk genoemd naar het feit dat er woningen stonden op wat hoger gelegen zandgrond. Buren betekent in deze nederzetting, af-geleid van Bûr, dat gewoon woning betekent. De van oorsprong agrarische bebouwing van Zandburen is nog steeds her-kenbaar. Hiertussen heeft zich woonbebouwing ontwikkeld. Karakteristiek zijn de Zuiderzeevilla‟s

De van oorsprong agrarische bebouwing heeft zich vermengd met grotere en

kleinere woningen.

Tussen de bebouwing aan de noordzijde van de weg zijn open ruimten aan-

wezig waarover zicht tot aan de dijk mogelijk is.

Topografische kaart ca. 1900 Topografische kaart ca. 2000

B IJLAGE

Page 67: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

BEELDKWALITEITSPLAN WIERINGEN 2011 131

Streekplan Noord-Holland Provincie Noord-Holland, 2010 Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie Provincie Noord-Holland, 2010 Ontwikkelingsvisie Wieringen BURIE, 1996 Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Wieringen Bureau voor stedebouw ir. F.J. Zandvoort, 1982 Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Wieringen HzA stedebouw & landschap, 2004 Wieringen, landschap en bestemming van het buitengebied K.N.H.M. i.s.m. bureau voor stedebouw ir. F.J. Zandvoort, 1970 Landgoed Wieringen, Ontwikkelingsvisie en inrichtingsschets HzA stedebouw & landschap, 2006 De landelijke bouwkunst in Hollands noorderkwartier, Water beweegt Wieringen Milieufederatie Noord-Holland, 2007 Sjanen, walsloten en een nieuwe waterloop op Wieringen Landschap Noord-Holland, 2006 Natuur en landschap van Wieringen 1998 Aardkundige monumenten in de provincie Noord-Holland De Straat i.o.v. provincie Noord-Holland, 200

LITERATUUR

www.wieringen.nl www.pagowirens.nl nl.wikipedia.org

Page 68: Beeldkwaliteitsplan Wieringen 2011

HzA Stedebouw & Landschap Schuijteskade 14 1620 DE HOORN telefoon: 0229-216757 e-mail: [email protected] web: www.hzabv.nl Vastgesteld november 2011