Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

4
16 reportage mednet 06I2011 RIK MENTINK EN WARD LOGTENBERG, BEDRIJFSARTSEN BIJ DE ARBO UNIE IN EDE Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever Het specialisme bedrijfsgeneeskunde heeft betrekking op mensen in een essentieel gebied van hun leven, het werk. Dat is dan ook de belangrijkste drijfveer voor artsen om deze rich- ting te kiezen. Een inkijk in het werk op de bedrijfsgeneeskundige dienst Arbo Unie in Ede. tekst AdrI vAn Beelen beeld HAns OOstrum FOtOgrAFIe E en ochtend bij Arbo Unie in Ede; de organisatie die zichzelf ‘de partner’ noemt van werkgevers en werknemers bij het verbete- ren van gezondheid, veiligheid en inzetbaar- heid van mensen. Het is nog rustig in het nieuwe strak ingerichte gebouw aan de rand van een gloednieuw bedrijventerrein. In de wachtruimte naast de receptie zitten twee mensen in een tijdschrift te bladeren. Arbo Unie ontstond in de jaren ’90 door een samenvoeging van regionale gezondheidsdien- sten. Alles wat met de gezondheid van werk- nemers te maken heeft, komt aan bod. Deze kant van bedrijfsgeneeskunde was het waarom bedrijfsarts Rik Menting (55) koos voor dit beroep. Hij werkt nu 25 jaar bij Arbo Unie. Menting studeerde geneeskunde aan de VU in Amsterdam, deed een stage sociale genees- kunde in Amsterdam, kwam daardoor in aan- raking met de werkende mens en voelde zich daar thuis. “Mijn besluit was genomen, ik zou die richting opgaan. Mijn carrière startte ik als bedrijfsarts bij werkgever De Telegraaf. Ik zag allerlei types werknemers, van redacteuren en bureaumedewerkers tot drukkers en chauf- feurs, elk met hun eigen problematiek; van lawaaidoofheid tot contacten met gevaarlijke oplosmiddelen. Je leert hoe gevaarlijk voor veel mensen het werk kan zijn.” Nadat Menting was gaan werken bij Arbo Unie in Ede, ging hij sociale geneeskunde stu- deren en volgde hij in Nijmegen de postdoc- torale opleiding Arbeids- en bedrijfsgezond- heid. Hij specialiseerde zich in arbeidstoxicologie voor vooral industriële bedrijven. “Het mooie van dit vak is dat je met meerdere specialisten werkt, zoals arbeids- kundigen, veiligheidsdeskundigen, psycholo- gen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. Het is geen solistisch vak. Nu zal elke arts dat zeggen, maar ik ben van mening dat het in de bedrijfsgeneeskunde nog intensiever is. Ik koos dit vak ook vanwege het belang van arbeid. Een groot deel van zijn tijd is een mens aan het werk en daarin moet hij op alle gebieden gezond zijn. Het is mooi om daar een bijdrage aan te kunnen leveren als bedrijfsarts.” Rik Menting (rechts) voert overleg met collega-bedrijfsarts Ward Logtenberg

Transcript of Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

Page 1: Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

16  reportage    mednet 06I2011

Rik Mentink en WaRd LogtenbeRg, bedRijfsaRtsen bij de aRbo Unie in ede

Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

Het specialisme bedrijfsgeneeskunde heeft betrekking op mensen in een essentieel gebied van hun leven, het werk. Dat is dan ook de belangrijkste drijfveer voor artsen om deze rich-ting te kiezen. Een inkijk in het werk op de bedrijfsgeneeskundige dienst Arbo Unie in Ede.

tekst AdrI vAn Beelen beeld HAns OOstrum FOtOgrAFIe

Een ochtend bij Arbo Unie in Ede; de organisatie die zichzelf ‘de partner’ noemt

van werkgevers en werknemers bij het verbete-ren van gezondheid, veiligheid en inzetbaar-heid van mensen. Het is nog rustig in het nieuwe strak ingerichte gebouw aan de rand van een gloednieuw bedrijventerrein. In de wachtruimte naast de receptie zitten twee

mensen in een tijdschrift te bladeren. Arbo Unie ontstond in de jaren ’90 door een samenvoeging van regionale gezondheidsdien-sten. Alles wat met de gezondheid van werk-nemers te maken heeft, komt aan bod. Deze kant van bedrijfsgeneeskunde was het waarom bedrijfsarts Rik Menting (55) koos voor dit beroep. Hij werkt nu 25 jaar bij Arbo Unie.

Menting studeerde geneeskunde aan de VU in Amsterdam, deed een stage sociale genees-kunde in Amsterdam, kwam daardoor in aan-raking met de werkende mens en voelde zich daar thuis. “Mijn besluit was genomen, ik zou die richting opgaan. Mijn carrière startte ik als bedrijfsarts bij werkgever De Telegraaf. Ik zag allerlei types werknemers, van redacteuren en bureaumedewerkers tot drukkers en chauf-feurs, elk met hun eigen problematiek; van lawaaidoofheid tot contacten met gevaarlijke oplosmiddelen. Je leert hoe gevaarlijk voor veel mensen het werk kan zijn.”Nadat Menting was gaan werken bij Arbo Unie in Ede, ging hij sociale geneeskunde stu-deren en volgde hij in Nijmegen de postdoc-torale opleiding Arbeids- en bedrijfsgezond-heid. Hij specialiseerde zich in arbeidstoxicologie voor vooral industriële bedrijven. “Het mooie van dit vak is dat je met meerdere specialisten werkt, zoals arbeids-kundigen, veiligheidsdeskundigen, psycholo-gen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. Het is geen solistisch vak. Nu zal elke arts dat zeggen, maar ik ben van mening dat het in de bedrijfsgeneeskunde nog intensiever is. Ik koos dit vak ook vanwege het belang van arbeid. Een groot deel van zijn tijd is een mens aan het werk en daarin moet hij op alle gebieden gezond zijn. Het is mooi om daar een bijdrage aan te kunnen leveren als bedrijfsarts.”

Rik Menting (rechts) voert overleg met collega-bedrijfsarts Ward Logtenberg

Page 2: Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

reportage  17

Bedrijfsarts Ward Logtenborg in gesprek met een cliënt die gekeurd

wordt om weer voor vijf jaar taxiritten te mogen maken. De keuring

bestaat behalve uit lichamelijk onderzoek ook uit het invullen

van een vragenlijst op grond van een gesprek over de gezondheid

van de werknemer. Het is een van de onderdelen van het werk van

bedrijfsartsen bij Arbo Unie in Ede. Preventie, verzuimbegeleiding,

keuringen en risico-inventarisatie zijn enkele essentiële elementen

in het werk van bedrijfsgeneeskundigen.

Page 3: Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

18  reportage    mednet 06I2011

Onder artsen heeft het beroep van bedrijfsarts een bijzonder imago. Veel beroepsgenoten zien het vak als laatste keus en zijn van mening dat echte geneeskunde toch over iets anders gaat dan bedrijfsgeneeskunde. Volgens Rik Menting wordt deze mening nog altijd veroorzaakt door verouderde beelden en opvattingen. “Men denkt: bedrijfsartsen zijn er voor de werkgever, zij sturen mensen weer aan het werk. Boven-dien, onbekend maakt onbemind. Zo zie ik dat er in de curatieve sector weinig bekendheid is over de rol van de bedrijfsarts en over het verschil tussen verzekeringsgeneeskunde en bedrijfsgezondheidszorg.” Tegelijkertijd ziet Menting de verschillen met andere artsen klei-ner worden. “Ook huisartsen zijn tegenwoor-dig volop bezig met preventiespreekuren op het gebied van lifestyle. Maar bedrijfsartsen worden zelden geconsulteerd door huisartsen en cliënten worden niet verwezen.” Ook Pieter Rodenburg, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) wijst op verou-derde opvattingen die bij het imago een rol spelen. “Controleartsen is een term die dan bij me opkomt. Maar dat zijn ze natuurlijk niet. De bedrijfsarts is juist bezig met behoud van arbeidsvermogen. Voorkómen dat mensen in een uitkering terecht komen, afstemmen over de begeleiding en behandeling met de huisarts en zorgen dat ze bij ziekte kunnen terugkeren naar hun eigen vak of in aangepast werk. Als bedrijfsverpleegkundige sta je het ene moment op de werkvloer van een fabriek en het andere moment doe je aan verzuimbegeleiding. En dat het werk van bedrijfsartsen zeer op prijs wordt gesteld, blijkt wel uit het visitatietraject

dat sinds twee jaar wordt gedaan. Daarbij vraagt de bedrijfsarts feedback aan de patiën-ten/werknemers en wordt hun werk geëvalu-eerd. Tot nu toe hebben ca. 600 van de 2000 bedrijfsartsen dit traject doorlopen met een score van tevredenheid van 8,2. Dat is toch prima.”

aandachtsgebiedenDe bedrijfsarts heeft twee belangrijkste aan-dachtsgebieden. Ten eerste het voorkomen en beperken van gezondheidsschade in relatie tot werk, ten tweede behoud en herstel van arbeidsgeschiktheid. Veel mensen komen pas voor het eerst in contact met een bedrijfsarts als ze enkele weken ziek zijn. Bij verzuimbege-leiding geeft de bedrijfsarts werkhervattingsad-viezen. Hoewel de werkgever verplicht is om bij langdurig verzuim het oordeel van een bedrijfsarts te vragen, werkgever en werknemer zijn en blijven verantwoordelijk voor re-inte-gratie. Het werk van de bedrijfsarts is in drie deelge-bieden te verdelen. Werkzaamheden in de spreekkamer; verzuimbegeleiding en keurin-gen. Daarnaast bezoekt de bedrijfsarts de werk-vloer, hij kent de werkomstandigheden binnen het bedrijf. Ook heeft hij regelmatig overleg op allerlei niveaus in het bedrijf zoals personeels-zaken, directie, leidinggevenden en onderne-mingsraad.Arbo Unie is een bedrijfsgeneeskundige dienst voor enkele miljoenen Nederlanders. De normpraktijk van een bedrijfsarts omvat 3000 potentiële klanten. Rik Menting daarover: “Dat is niet echt veel meer dan dat van een gemiddelde huisarts. Het werkdomein strekt

zich uit van preventie tot periodieke keuringen en alles daaromheen. Ik richt me op de vitali-teit van werknemers; de health checks die we regelmatig doen voor diabetes, cholesterol en conditie.”

PfeiffeRMentings dagen variëren nogal. Soms zit hij een hele dag achter zijn bureau en doet hij keuringen in de behandelkamer naast zijn kan-toor, soms is hij aan het reizen om werknemers op de eigen werkvloer te bezoeken. Vandaag heeft hij ook een aantal telefonische afspraken. Halverwege de ochtend heeft hij een werkne-mer aan de lijn die al maanden ziek is vanwege

kWaLiteitsbUReaUbedrijfsgeneeskundigen kunnen voor kwa-liteitsbevordering terecht bij het kwaliteits-bureau van de nederlandse Vereniging voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde (nVab). het bureau biedt houvast aan bedrijfsart-sen bij professioneel handelen, met als doel de expertise van de bedrijfsarts op een hoger plan te brengen. het ontwikkelen en implementeren van evidence based-richtlijnen, visitatie en herregistratie zijn kernactiviteiten. het gaat hierbij niet alleen om richtlijnen specifiek voor het handelen van de bedrijfsarts, maar ook om het inhoud geven aan de ‘factor arbeid’ in mul-tidisciplinaire richtlijnen. naast richtlijnen publiceert het kwaliteitsbureau ook leidra-den voor het handelen van de bedrijfsarts en organiseren en begeleiden medewerkers van het bureau visitatie van bedrijfsartsen.

Doktersassistente Lydia Barnhoorn bezig met een keuring De assistent-voorman laat zien hoe hij zijn rug belast met het tillen van vaten

Page 4: Bedrijfsarts balanceert tussen werknemer en werkgever

reportage  19 

de ziekte van Pfeiffer. Hij vraagt naar haar her-stel en vraagt of haar baas haar nog gesproken heeft over de werkdruk. De arts besluit met: ‘Neem jezelf in acht en streef ernaar dat je begin volgende maand weer aan het werk gaat? Kijk wel waar je grenzen liggen.” Als hij de telefoon heeft opgehangen: “Dit was een direc-teur van een Amerikaans bedrijf met een vesti-ging in Nederland. Ze moet voor haar werk veel reizen. In januari werd ze ziek. Ze bleek de ziekte van Pfeiffer te hebben. Dat komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Er is een relatie met het vele reizen en de hoge werkdruk. Daarover ben ik in gesprek met de directie van het bedrijf. Zij zien ook wel in dat het zo niet langer kan. Het is een constructieve samenwerking.”Volgens Menting gaat het niet altijd op deze manier, al is hij wel van mening dat bedrijven tegenwoordig wel de verplichting voelen om goed voor hun werknemers te zorgen. Hij refe-reert in dat verband aan de Wet verbetering poortwachter (Wvp) die in 2002 van kracht is geworden om de WAO-instroom drastisch te beperken. Daarbij is de werkgever samen met de werknemers volledig verantwoordelijk voor ziekteverzuimbegeleiding en re-integratie van zieke werknemers. Een casemanager moet het tijdpad bewaken. Als het ziekteverzuim langer dan zes weken duurt, moet de bedrijfsarts een probleemanalyse opstellen. Hierin geeft hij aan wat de beperkingen en de mogelijkheden zijn, wat de doelstelling is en wat de prognose. Rik Menting: “Ik krijg allerlei werknemers voor behandeling en soms is er een probleem. Wat dat betreft varieert het van ‘een hele suc-cesvolle terugkeer’ tot ‘het wordt helaas nooit

meer wat het was’. Volledig afkeuren zoals vroeger gebeurt niet meer. Iemand kan altijd nog iets doen in het bedrijf, al is het maar voor 25 procent. Soms is het duidelijk een functio-neringsprobleem. Dan voer ik hier een gesprek met de werknemer en de leidinggevende.”

Vaten tiLLenIn een ander vertrek van het gebouw in Ede is doktersassistente Lydia Barnhoorn bezig met de keuring van een 70-jarige taxichauffeur. Voor mensen van zijn leeftijd is een vijfjaar-lijkse keuring verplicht: hart en longen, een-voudig urineonderzoek, visus-test. De man maakt de test naar behoren. Vlak voor de lunch heeft Rik Menting spreek-uur. Er komt een man van 31 jaar met rug-klachten. Hij werkt in een bedrijf waar vaten met chemicaliën worden gevuld. Op uitnodi-ging van Menting steekt hij van wal: de week voor Pasen heeft hij zich ziek gemeld met rug-klachten. De fysiotherapeut constateert een vastzittende derde lendewervel. Na twee weken thuis gaat de man weer werken maar kan niet op de heftruck en ook niet met de vaten wer-ken. “Maar ja, u weet hoe dat gaat: ik heb toch ook weer vaten afgevuld. Dan ga je lopen rol-len met die dingen.” De man staat op van zijn stoel en laat even zien hoe zijn houding is als hij zijn werk verricht. Hij vertelt dat hij assi-stent-voorman is en vroeger 900 ton per dag kon verstouwen. Rik Menting zegt dat hij bij de leiding van het bedrijf al eens heeft aange-geven dat het anders moet. Hij wijst op de spe-ciale tilhulpen die in het bedrijf aanwezig zijn, maar de werknemer stelt dat het werk met deze middelen langer duurt. Menting geeft de werk-

nemer advies te gaan fitnessen. Nadat de man afscheid heeft genomen, schrijft de bedrijfsarts in het dossier: Arbeidsgeschikt voor deeltaken eigen werk. “Ik geef nu dus aan wat hij nog wel kan. Het punt is gewoon dat deze man zichzelf niet te zwaar mag belasten. Hij is gestuurd door de werkgever die ook wel snapt dat er iets gebeuren moet. Ik zal de werkgever opnieuw adviseren dat de technische hulpmiddelen beter moeten worden ingezet.”In een belendenend vertrek is collega-bedrijfs-arts Ward Logtenberg bezig met de lichame-lijke keuring van de oudere taxi-chauffeur. “Ik doe het meest rouwritten”, herhaalt de man het relaas dat hij vanmorgen ook al tegen Lydia Barnhoorn afstak. “Geen straattaxi, zoals dat heet.” Ward Logtenberg knikt. Dan stelt hij vragen aan de man die inzicht moeten ver-schaffen in zijn evenwichtsgevoel. De man geeft aan niet duizelig te zijn, geen medicijnen te gebruiken en nooit klachten van diabetes te hebben gehad. Logtenborg luistert naar het hart en de longen. “Prima hoor”, zegt hij na afloop van het lichamelijk onderzoek. “Wat mij betreft rijdt u gewoon weer vijf jaar door.” Met een ‘goedgekeurd’-verklaring kan meneer naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer om zijn vergunning te verlengen.  ■

Rik Menting doet ook veel telefonische consulten

Ogen worden getest bij de keuring