Bedrijf & Milieu juni 2013
-
Upload
omgevingsdienst-west-holland -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
description
Transcript of Bedrijf & Milieu juni 2013
1
Juni 2013
Bedrijf & Milieu bevat informatie overregelgeving en duurzaamheid voorondernemers in de regio Holland Rijnland
Bedrijf & Milieu
Alphen aan den Rijn werkt aan duurzame mobiliteit
Inhoud van dit nummer – p. 1 Omgevingsdienst voert taken Noordwijk uit / Alphen aan den Rijn werkt aan duurzame mobiliteit – p. 2 RUD’s Zuid-Holland en Zeeland zetten formele stap naar samenwerking / Meer afvalbedrijven onder Europese milieuwetgeving – p. 3 Handhaving stoppersregeling Actieplan Ammoniak en Veehouderij / Afdekken mestbassins / Keuren gasgestookte stookinstallaties / Kaasmakende veehouderijen – p. 4 Goed bezig: Noble Mobility uit Alphen aan den Rijn
Omgevings-dienst voert taken Noord-wijk uitPer 1 juli voert de Omgevingsdienst WestHolland een aantal taken van de gemeente Noorwijk uit. Bedrijven uit deze gemeente kunnen voor milieuvergunningen en meldingen voortaan bij de Omgevingsdienst terecht. De dienst voert vanaf dat moment ook het toezicht uit op bedrijven die onder de milieu wetgeving vallen.
Verder voert de Omgevingsdienst het toezicht uit op het Bouwbesluit en de Drank en Horecawet. Dit betekent dat aannemers die in deze gemeente bouwprojecten uitvoeren vanaf dat moment met de Omgevingsdienst te maken hebben.
De gemeente Noordwijk blijft zelf het afvalbeleid ontwikkelen en uitvoeren. Ook verleent de gemeente zelf bouwvergunningen en drank en horecavergunningen en ziet zij toe op de controle op de leeftijd van personen aan wie alcohol wordt verstrekt.
Gemeente Alphen aan den Rijn ondertekende in april het Convenant Duurzame Mobiliteit. Hierin staan afspraken over een intensievere samenwerking tussen overheid en bedrijven.
Op deze manier halen bedrijven hun duurzaamheidsstreven, zijn ze een aantrekkelijker werkgever of levert het kostenreductie op. Provincie ZuidHolland ondersteunt het initiatief, onder meer door de inzet van mobiliteitsmakelaar Bas Witte, die samen met bedrijven concrete maatregelen gaat opzetten. Zoals het verbeteren van het woonwerkverkeer van werknemers, het stimuleren van fietsen, maar ook door meer Het Nieuwe Werken toe te passen.
Daarnaast zijn er projecten gericht op het goederenvervoer in ontwikkeling. Een project gericht op de verhoging van de beladingsgraad van vrachtwagens laat mooi zien dat het mes aan twee kanten snijdt, door vrachten te combineren maken transporteurs minder kosten en tegelijkertijd zijn er minder vrachtwagens op de weg.
Het convenant is een initiatief van de ondernemersvereniging Alphen aan den Rijn (VOA), de gemeente, Kamer van Koophandel Den Haag, Zeeman, Rabobank Rijnstreek, VT Verkerk Transport & Logistics, SWA en Alphaplan. Het convenant sluit aan bij de doelstelling van het programma Beter Benutten van minister Schultz van Haegen, dat is opgezet om de bereikbaarheid en de aantrekkelijkheid van stedelijke regio’s te verbeteren.
2
Formele stap naar samenwerking gezetDe regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) in ZuidHolland en Zeeland tekenden 25 april 2013 een samenwerkingsovereenkomst met de DCMR Milieudienst Rijnmond.
De DCMR is één van de zes gespecialiseerde RUD’s voor risicovolle bedrijven in Nederland. De DCMR coördineert sinds de ondertekening de vergunningverlening, toezicht en handhaving bij risicovolle bedrijven. Daarnaast worden ook kwaliteitseisen, monitoring en communicatie op elkaar afgestemd zodat bij alle uitvoeringsdiensten van de twee provincies dezelfde werkwijze en kwaliteit wordt gehanteerd. ZuidHolland en Zeeland lopen hiermee voorop in Nederland in de formalisering van deze specialisatie.
RUD-vorming in Nederland Naar aanleiding van de brand bij ChemiePack in Moerdijk ( januari 2011) heeft voormalig staatssecretaris Atsma provincies
Meer afvalbedrijven onder Europese milieuwetgeving
vormen in Nederland. Zes hiervan werden aangewezen als BrzoRUD. Deze diensten zijn gespecialiseerd in risicovolle bedrijven die vallen onder de regels van het Brzo (Besluit risico zware ongevallen) en RIE (Richtlijn Industriële Emissies) categorie 4.
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst, van links naar rechts: Jan van den Heuvel, DCMR; Ronald Visser, Omgevingsdienst ZuidHollandZuid; George van Heukelom, Provincie Zeeland; Renate Noe, Omgevingsdienst Haaglanden; Rik Janssen, Provincie ZuidHolland; André Mutter, Omgevingsdienst MiddenHolland; Derk Eskes, Omgevingsdienst WestHolland.
Op 1 januari 2013 is de Europese Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC)richtlijn opgevolgd door de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). Hierdoor wijzigt er een aantal zaken voor bedrijven in deze branche. Met de overgang naar de RIE is een aantal activiteiten voor afvalbeheer toegevoegd. Vergunning en ActiviteitenbesluitBedrijven die onder de richtlijn vallen blijven vergunningplichtig. Nieuw is dat bepaalde onderdelen, zoals een wasplaats of een bovengrondse tank, voortaan onder het Activiteitenbesluit vallen. Dat betekent dat u voortaan reking moet houden met milieuvoorschriften uit uw vergunning én het Activiteitenbesluit.
Verhoging drempelwaarde opslag-capaciteitDe meeste afvalbedrijven binnen het werkgebied van de Omgevingsdienst vallen binnen categorie 5.5 van de RIE. De drem
pelwaarde voor opslag van gevaarlijk afval wordt voor deze categorie gewijzigd van tien ton, naar een opslagcapaciteit van vijftig ton. Hierdoor valt een aantal bedrijven voortaan – met name gemeentelijke afvalbrengstations – niet meer onder de richtlijn niet meer onder de richtlijn. Dit zijn met name gemeentelijke afvalbrengstations. Door de verruiming van categorie 5.5 valt een aantal nieuwe bedrijven hier wel onder.
Verruimingen• Binnen categorie 5.1 geldt dat activiteiten
zoals bijvoorbeeld het terugwinnen van oplosmiddelen boven een capaciteit van tien ton per dag binnen de richtlijn vallen.
• Voor categorie 5.2 geldt dat afvalverbrandings of afvalmeeverbrandingsinstallaties boven een bepaalde capaciteit voortaan binnen de richtlijn vallen. Voor het verbranden van ongevaarlijke afvalstoffen geldt een capaciteitsgrens van drie ton per uur en voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen tien ton per dag.
• Categorie 5.3 had eerst alleen betrekking op verwijderingshandelingen. Nu vallen ook nuttige toepassingen zoals het
composteren en vergisten van biomassa of het bewerken van metaalafval in een shredderinstallatie boven een bepaalde capaciteit onder de RIE. Voor de verwijdering van afvalstoffen geldt een capaciteitsgrens van 50 ton per dag en voor de nuttige toepassing van afvalstoffen geldt een capaciteitsgrens van 75 ton per dag. Als de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de drempelwaarde voor deze activiteit 100 ton per dag.
Meer informatieDe komende tijd bekijkt de Omgevingsdienst alle vergunningen om te bepalen of de nieuwe richtlijn van toepassing is. Wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met mevrouw M. Vonk via 0714083406 of [email protected].
en gemeenten opdracht gegeven om samen te werken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij de risicovolle bedrijven. Dit was tot dan toe versnipperd en werd overal op verschillende manieren gedaan. De staatssecretaris gaf opdracht 28 regionale uitvoerings diensten te
3
HandhavingDe eerste maanden van 2013 heeft de Omgevingsdienst in kaart gebracht welke veehouderijen als stoppend bedrijf aan te merken zijn en welke maatregelen zij moeten nemen om aan de emissieeisen te voldoen. Vanaf mei 2013 worden al deze bedrijven, al dan niet aangekondigd, bezocht door toezichthouders van de Omgevingsdienst om te controleren of de voorgestelde maatregelen zijn doorgevoerd.
Handhaving stoppersregeling Actieplan Ammoniak en Veehouderij
Keuren gasgestookte stookinstallatiesIn het januari nummer van Bedrijf & Milieu bent u geïnformeerd over de plicht om gasgestookte stookinstallaties met een capaciteit vanaf honderd kilowatt minimaal eens per vier jaar te laten keuren door een SCIOSerkend bedrijf. De wet schrijft voor dat niet alleen de stookinstallatie en de stookruimte, maar ook de gasleiding geïnspecteerd moet worden. Als u hier niet expliciet opdracht voor geeft, dan wordt de gasleiding niet meegenomen in de keuring en moet dit alsnog gedaan worden. De Omgevingsdienst controleert of de gasleiding gekeurd is. De lijst met erkende bedrijven is te vinden op www.scios.nl.
Afdekken mestbassinsPer 1 januari 2013 geldt een verplichting voor het afdekken van mestbassins. Dit is verplicht voor alle mestbassins, dus ook voor mestbassins die gebouwd zijn op 1 juni 1987 of eerder. Voor mestbassins met een referentieperiode langer dan vijf jaar is er een overgangstermijn van één jaar. Voor mestbassins met een referentieperiode korter dan vijf jaar geldt de afdekverplichting (nog) niet.De afdekplicht voor mestbassins is per 1 januari 2013 opgenomen in het Activiteitenbesluit.. Het Besluit mestbassins milieubeheer komt hiermee te vervallen. Daarom is de vrijstelling voor de oude mestbassins met deze overgang ook verdwenen.
Met ingang van 1 januari 2013 vallen de meeste veehouderijen onder een andere regelgeving; het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Inhoudelijk verandert er voor deze bedrijven niet zoveel. Het maken van kaas wordt wel meer nadrukkelijk behandeld.
De afgelopen jaren is bij milieucontroles steeds meer aandacht besteed aan het afvalwater van kaasmakerijen. De regels hiervoor bleken soms moeilijk uitvoerbaar, maar dat is veranderd. De regels voor afvalwater van kaasmakerijen zijn nu eenduidig.
VetafscheiderTijdens de bewerking van zuivel komt afvalwater vrij. Als dit wordt geloosd in het
Kaasmakende veehouderijenvuilwaterriool, moet het via een slibvangput en een vetafscheider worden geleid. De slibvanger en de vetafscheider moeten goedgekeurde types zijn en voldoen aan NENEN 18251 en 2. In het begin worden zowel de slibvanger en de vetafscheider maandelijks geleegd. Als blijkt dat dit minder vaak nodig is, omdat de vetlaag steeds nog heel dun is, kan in overleg met de Omgevingsdienst de frequentie omlaag worden gebracht.
Meer informatieWilt u meer informatie over het lozen van afvalwater van uw kaasmakerij? Dan kunt u contact opnemen met mevrouw M. Bolsman van de Omgevingsdienst via 0714083314 of [email protected].
Nederland kent veel intensieve veeteelt. Al die dieren bij elkaar zorgen voor mest waarin ammoniak zit en dat kan schadelijk zijn voor de natuur. Daarom wil de overheid dat veehouderijbedrijven minder ammoniak gaan uitstoten.
Die uitstoot heet ook wel emissie. Voortaan mogen er alleen nog maar stallen worden gebouwd waarvan de emissiefactor lager of gelijk is aan de maximale emissiewaarde. Ook bestaande stallen moeten aan deze eisen gaan voldoen.
StoppersregelingVeehouders die uiterlijk 1 januari 2020 willen stoppen met hun intensieve bedrijfsactiviteiten mogen gebruik maken van de zogenaamde stoppersregeling. Dit is een onderdeel van het Actieplan Ammoniak Veehouderij Besluit Huisvesting 2009. Hiermee kan het bedrijf met alternatieve maatregelen toch blijven doorgaan tot 1 januari 2020. Tot het stopmoment, mogen deze bedrijven goedkopere alternatieve maatregelen toepassen zoals bijvoorbeeld aangepast voer, managementmaatregelen of het houden van minder dieren. Wie gebruik wil maken van de stoppersregeling, moest dat voor 1 april 2013 bij de Omgevingsdienst melden. De maatregelen om ammoniakuitstoot te verminderen moeten ook per 1 april 2013 zijn doorgevoerd.
Goed bezig In deze rubriek aandacht voor organisatiesdie duurzaam ondernemen.
Uitgave van Milieucommunicatie Holland Rijnland, een samenwerking van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude en de Omgevingsdienst WestHolland | Ontwerp en productie: www.samgobin.nl | Fotografie: HUM, Mladen Pikulic, Omgevingsdienst WestHolland | Eindredactie: Marianne Herijgens, Omgevingsdienst WestHolland, [email protected], Postbus 159, 2300 AD Leiden, tel. 0714083600 | Oplage: 10.500 | www.odwh.nl
4
In 2009 beboette de Omgevingsdienst XLPack, omdat ze de opslag van gevaarlijke stoffen niet op orde hadden. De Jong: ‘Zo’n boete is vervelend, maar het was voor ons wel de aanzet om onze verantwoordelijkheid te nemen. Naast de aanschaf van een milieucontainer voor het opslaan van gevaarlijke stoffen zijn we gaan kijken op welke andere punten we duurzamer en milieubewuster konden gaan ondernemen.’ Ook bij het moederbedrijf Noble Mobility Groep, zeven (inter)nationale verhuisbedrijven en XLPack, was dit het startsein om op alle mogelijke manieren duurzaam te ondernemen. Duijndam: ‘Het is echt een missie geworden.’
Duurzaam vanuit het managementDuijndam vertelt enthousiast over maatregelen die zijn genomen: ’Door voertuigvolgsystemen te gebruiken, kunnen we bijvoorbeeld goed zien waar onze chauffeurs zijn. Door vrachten te combineren
Noble Mobility uit Alphen aan den Rijn
dalen de kosten voor het bedrijf en tegelijkertijd zijn er minder vrachtwagens op de weg, het is dus ook beter voor het milieu. Daarnaast zijn onze 35 chauffeurs gestart met de cursus Het Nieuwe Rijden. Hier leren ze hun rijstijl aanpassen, waardoor brandstofverbruik en CO2uitstoot dalen.’
Duurzaam vanaf de werkvloerIn plaats van het beleid van bovenaf te implementeren, kiest XLPack ervoor om de werknemers te stimuleren om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Veel ideeën voor duurzaam ondernemen en energiebesparing komen van werknemers. ‘Een collega kwam op het idee om van april tot november simpelweg de cvketels uit te zetten. Dat leverde dit jaar, alleen al in het pand in Alphen aan den Rijn, een verschil op van 10.000 kubieke meter gas. Een besparing van € 3.500.’ Ook
andere ideeën krijgen een plek in de bedrijfsvoering. Zo staat de thermostaat in de loods standaard op tien graden – voor verhuisgoederen sowieso een prima temperatuur – en is er een pilot gestart met warmtewerend folie op de ramen, zodat de (mobiele) airco niet meer aan hoeft. Duijndam: ‘Als er nu één van de achthonderd tlbuizen stukgaat, vervangen we die door een energiezuinig exemplaar dat de helft aan energie verbruikt. Een investering die zich binnen driekwart jaar terugverdient.’ Verder wordt de verlichting afgestemd op de behoefte: ’s ochtends gaan niet automatisch meer alle lichten aan, maar bijvoorbeeld alleen het looplicht.
Om dit soort relatief kleine dingen gaat het volgens De Jong: ‘Duurzaam ondernemen is ook zoeken en kijken naar mogelijkheden die eenvoudig, dichtbij, behapbaar en financieel rendabel zijn.’
Doel van het bedrijf is om uiteindelijk CO2neutraal te opereren. De Jong: ‘En we hopen dat we, door te delen hoe wij hier ideeën hebben aangepakt, andere bedrijven te inspireren hetzelfde te doen.’
Besparen werkt inspirerend,
naast de kostenbesparing is het ook goed voor het milieu.
Paul Duijndam en Joris de Jong in de loods van XLPack.
Het begon in 2009 met een milieuovertreding, maar groeide uit tot een missie om zo duurzaam mogelijk te opereren binnen de hele Noble Mobility Groep. Joris de Jong (manager bij XLPack) en Paul Duijndam (kwaliteitsmanager van de hele Noble Mobility Groep, waar XLPack onder valt), vertellen gedreven over efficiency, out of the box denken en milieubewustzijn bij werknemers.