Bc1 Inkijk

Basiscursus 1

Nederlands voor buitenlanders

Delftse methode

.

Basiscursus tekstboek herdr.13_Basiscursus tekstboek herdr.07 12-03-13 11:21 Pagina 1

Deze uitgaveBasiscursus 1tekstboek 1 (inclusief cd en cd-rom) 978 90 5352 955 3woordenlijsten: Arabisch, Chinees, Duits, Engels, Frans, Hongaars, Indonesisch, Koerdisch, Litouws, Perzisch, Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans,Thai, Turks, Vietnameesoefenboek 1 (inclusief cd-rom) 978 90 8506 656 9

Overzicht Delftse methodeBasiscursus 2tekstboek 2 (inclusief cd en cd-rom) 978 90 8506 431 2woordenlijsten: Arabisch, Chinees, Duits, Engels, Frans, Hongaars, Indonesisch,Koerdisch, Litouws, Perzisch, Pools, Portugees, Somalisch, Spaans, Thai, Tsjechisch,Turks, Vietnamees oefenboek 2 978 90 8506 432 9Nederlands voor buitenlanders vierde editietekstboek (incl. 2 audio-cds en cd-rom) 978 90 8506 667 5aanvullende woordenlijsten: Arabisch, Bulgaars, Chinees, Engels, Farsi, Frans, Grieks,Hebreeuws, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koerdisch, Litouws, Pools,Portugees, Roemeens, Russisch, Servisch, Spaans, Thai, Tsjechisch, Turks,Vietnamees, Zweeds oefenboek (incl. audio-cd) 978 90 5352 593 7De Tweede Ronde, vervolgcursus Nederlands voor buitenlanderstekstboek (incl. cd audio-cds en cd-rom) 978 90 5352 966 9woordenlijsten: Arabisch, Bulgaars, Chinees, Duits, Engels, Frans, Hongaars,Indonesisch, Italiaans, Perzisch, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Servisch/Kroatisch, Spaans, Tsjechisch, Turksoefenboek 978 90 5352 967 6De Delftse grammatica 978 90 8506 608 8

Delftse methode online (www.delftsemethodeonline.nl)

Kijk ook op: www.delftsemethode.nl

Voor meer informatie over deze en andere NT2-uitgaven en bestellingen: Uitgeverij Boom 020 520 01 26www.nt2.nl

.


Delftsemethode

Delftsemethode

BeginnersNT2-niveau 0 1

Basiscursus 1Nederlands voor buitenlanders

A.G. Sciarone

P.J. Meijer

Boom, Amsterdam

.


Achtste oplage, 2013

2004, de auteurs

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op

enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopien, opnamen of

enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de

uitgever.

Voor zover het maken van kopien uit deze uitgave is toegestaan op grond van

artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo, het besluit van 27 november 2002,

St.b. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen

aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB,

www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen

van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet

1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen,

readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men

zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten,

postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written

permission of the publisher.

Vormgeving en opmaak: Impressie grafische vormgeving (Anja Verhart), Gouda

Tekeningen: Len de Vries, Leiden

Foto omslag: Jan Koster, Zwijndrecht

ISBN 978 90 5352 955 3NUR 110


Inhoud

Voorwoord 6

Grammatica 8

Les 1 Hoe heet je? 12

Les 2 Familie 18

Les 3 Hoe laat is het? 24

Les 4 Jaar, maand, dag, ... 30

Les 5 Eten en drinken 36

Les 6 Waar is ...? 42

Les 7 Werkt u? 48

Les 8 Geld 54

Les 9 Dit is Nederland 60

Les 10 De dokter 66

Les 11 Boodschappen 72

Les 12 Het postkantoor 78

Les 13 De bus, de tram, de trein 84

Les 14 Hoe woon je? 92

Les 15 De school 98

Les 16 De gemeente 102

Voor de docent 106

Voor de gebruiker 109

For the user 112

Handleiding cd-rom 115

How to install the cd-rom 116

Index 117


6Voorwoord

Cursussen voor beginners blijken in de praktijk voor veel cursistente moeilijk. Dit geldt temeer voor cursisten met een laag opleidings-niveau. Om in de behoefte aan eenvoudiger lesmateriaal te voorzienhebben we deze Basiscursus ontwikkeld. Deze methode geeft,afhankelijk van de vooropleiding van cursisten, aansluiting opbestaande beginners- of enigszins gevorderde cursussen. De teksten, die de basis van het cursusmateriaal vormen, zijn kortgehouden, evenals de zinnen. De inhoud van de teksten sluit altijdnauw aan op de belevingswereld van de cursisten. Onderwerp vande teksten zijn bijvoorbeeld persoonlijke gegevens, de tijd,openbaar vervoer, de dokter, boodschappen doen, enzovoort.

De Basiscursus Nederlands voor Buitenlanders is dus bestemd voorlaagopgeleiden, maar voldoet ook goed voor hogeropgeleiden dieslechts behoefte hebben aan een beperkte beginnerscursus. Een bescheiden start hoeft niet te betekenen dat bijvoorbeeld despreekopdrachten weinig om het lijf hebben. We hopen met dezeuitgave aan te tonen dat de cursisten ook bij een bescheidenhoeveelheid teksten en woordmateriaal zeer communicatievespreek- en luistertaken kunnen uitvoeren. Het bijbehorendeoefenboek biedt daarbij een veelheid aan oefenstof. De Basiscursusdraagt ook anderszins bij aan inburgering: we hebben geprobeerdom binnen dit kleine bestek veel praktische informatie overNederland en zijn bewoners te verschaffen.

Voor meer informatie over de methode verwijzen we naarwww.delftsemethode.nl, waar cursisten- en docentenmateriaal tevinden is.


We hopen dat cursisten een prettige en bemoedigende start kunnenmaken met de Basiscursus, en dat docenten hierin voldoendegrondstoffen voor boeiende en aantrekkelijke lessen zullen vinden.Hun op- en aanmerkingen bij deze allereerste editie zijn heelwelkom.

P.J. MeijerA.G. Sciarone

7

Voorwoord


Grammatica

1 Ik woon, jij woont, wij wonen

2 Ik woonde - wij woonden

Ik heb gewoond - wij hebben gewoond

8

Ik woon in Rotterdam.

Jij/U woont ook in Rotterdam.

Hij/Zij woont in Delft.

Wij wonen in Rotterdam.

Jullie wonen in Delft.

Zij wonen in Delft.

Waar woont u? Waar woon_ jij?

Ik woon en werk nu in Delft. Vroeger woonde en werkte ik in Den Haag.

Vroeger heb ik in Den Haag gewoond en

gewerkt.

Wij wonen en werken nu in

Utrecht.

Vroeger woonden en werkten wij in

Rotterdam.

Vroeger hebben wij in Rotterdam gewoond

en gewerkt.

Nu Vroeger, gisteren, vorige week

Ik woon-de in Frankrijk.

Ik luister-de naar de tekst.

Ik werk-te in Parijs.

Ik praat-te met mijn vriend.

Ik mis-te mijn zus erg.

De trein stop-te op elk station.

Let op: -de of -te:


3 maand-maanden, winter-winters

4 klein-kleine, groot-grote

9

Grammatica

Een koude maand. Januari en februari zijn twee koude maanden.

Ik luister naar de tekst. Ik luister altijd naar alle teksten.

Kijk, de trein. Stoppen hier ook andere treinen?

Wat is je adres? En wat zijn jullie adressen?

Maar: kind

stad

kinderen

steden

-er, -el, -en, -e

Wat een koude winter. Meestal hebben we zachte winters.

Anne heeft twee kinderen: een jongen en een meisje.

Mijn zus heeft vier kinderen: twee jongens en twee meisjes.

Mijn man heeft n tante. Ik heb drie tantes.

Heb jij een postzegel? Ik heb geen postzegels meer.

de stad

een grote stad

een kleine stad

het dorp

een groot_ dorp

een klein_ dorp

het grote dorp

het kleine dorp

de woning

een mooie woning

een dure woning

het huis

een mooi_ huis

een duur_ huis

het mooie huis

het dure huis

een stad is groot

een dorp is klein

steden zijn groot

dorpen zijn klein


5 ik mijn mij, jij jouw jou,

6 niet- geen

10

Grammatica

ik heet Anne

jij heet Paul

u heet Henk

hij heet Jan

zij heet Maria

mijn naam is Anne

jouw naam is Paul

uw naam is Henk

zijn naam is Jan

haar naam is Maria

ze noemen mij/me Anne

ze noemen jou/je Paul

ze noemen u Henk

ze noemen hem Jan

ze noemen haar Maria

wij hebben kinderen

jullie hebben kinderen

zij hebben kinderen

onze kinderen heten

jullie kinderen heten

hun kinderen heten

ze noemen ons

papa en mama

ze noemen jullie

Paul en Anne

ze noemen

hen/ze

Ik ben niet getrouwd.

Ik werk niet.

Ik kan niet betalen.

Ik ga niet naar school.

Dit huis is niet groot.

Ik heb geen kinderen.

Ik heb geen werk.

Ik heb geen geld.

Ik heb geen les vandaag.

Dit is geen groot huis.


7 hebben en zijn

8 kunnen, mogen, zullen

9 ik kom morgen - morgen kom ik

11

Grammatica

ik heb kinderen

jij /u hebt geen kinderen

(heb jij kinderen?)

hij/zij heeft twee kinderen

wij hebben drie kinderen

ik ben op school

jij/u bent op school

(ben je op school?)

hij/zij is op school

wij zijn op school

ik had een mooi huis

wij hadden een mooi huis

ik was bij een vriend

wij waren bij een vriend

ik heb een mooi huis

gehad

ik ben bij een vriend

geweest

ik kan lezen

jij/u kan/kunt lezen

hij/zij kan lezen

wij kunnen lezen

ik mag naar huis

jij/u mag naar huis

hij/zij mag naar huis

wij mogen naar huis

ik zal betalen

jij/u zal/zult betalen

hij/zij zal betalen

wij zullen betalen

Ik kom morgen.

We hebben om 10 uur pauze.

Ik blijf vandaag thuis.

Morgen kom ik.

Om 10 uur hebben we pauze.

Vandaag blijf ik thuis.

Ik kom later, omdat mijn dochter naar de dokter moet.

Ik kom, als mijn dochter weer helemaal beter is.

Ik eet, wanneer ik honger heb.


Les 1 Hoe heet je?

Ik heet Henk.

Mijn naam is Henk.


Mijn adres is: Stationsstraat nummer 4.

Mijn telefoonnummer is: 0102932021.

Hoe heet jij?

Ik heet Mirjam.

Wat is jouw naam?

Mijn naam is Mirjam.

Waar woon jij?

Ik woon in Den Haag.

Wat is jouw adres?

Mijn adres is Veenstraat 8.

Wat is jouw nationaliteit?

Ik ben Duitse.

12

1


13

001002

003004005006007008009010

hoeheet

jeikmijnnaamiswooninadres

whatis (your) name,are (you) called

you(r)Imynameisliveinaddress

stationsstraatnummertelefoonnummerjijwatjouwwaarnationaliteitbenDuitse

Station streetnumbertelephone numberyouwhatyourwherenationalityam German

011012013014015016017018019020

Ik heet Henk.

Jij heet Mirjam.

Mijn naam is Henk.

Jouw naam is Mirjam.

Ik heet Henk.

M naam is Henk.

Jij Mirjam.

J naam is Mirjam.


Waar w jij?

H heet jij?

W is jouw adres?

W woon jij?

W is jouw nationaliteit?



Les 1 Hoe heet je?

Dag meneer. Wat is uw naam?

Mijn naam is Olaf Hanson.

Komt u uit Nederland?

Nee, ik kom niet uit Nederland.

Ik kom uit Denemarken.

Waar woont u? In welke stad?

In Rijswijk, vlakbij Den Haag.

In welke straat?

In de Akkerstraat, nummer 10.

Wat is uw telefoonnummer?

Ik heb geen telefoon.

Ik woon pas in Nederland.

14

2


15

021022023024025026027028029030031

dagmeneeruwkomtuuitNederlandneekomnietDenemarken

hellosiryourareyoufromThe NetherlandsnoamnotDenmark

woontwelkestadvlakbijstraatdehebgeentelefoonpas

livewhichcitynear, close tostreetthehavenotelephonerecently

Ik heet Henk.

Jij heet Mirjam.

U heet Olaf Hanson.

Mijn naam is Henk.

Jouw/Je naam is Mirjam.

Uw naam is Olaf Hanson.

Dag. Hoe heet jij?

Wat is naam?

Ik heet Mirjam.

naam is Mirjam.

Dag meneer. Hoe heet u?

Wat is naam?

naam is Olaf Hanson.

Waar w u?

Wat is de naam van straat?

032033034035036037038039040041



Les 1 Hoe heet je?

Hij heet Wim.

Hij woont in Rotterdam.

Wat is het adres van Wim?

Zijn adres is Roeterstraat nummer 8.

Zijn telefoonnummer is 0102945586.

Zij heet Anne.

Haar naam is Anne.

Zij woont ook in Rotterdam.

Haar adres is Roeterstraat nummer 8.

Haar telefoonnummer is 0102945586.

16

3


17

042043044045

hijhetvanzijn

hetheofhis

zijhaarook

sheheralso

046047048


Jij woont in Rotterdam.

U woont in Rotterdam.

Hij woont in Rotterdam.

Zij woont in Rotterdam.

Ik kom uit Rotterdam.

Jij komt uit Rotterdam.

U komt uit Rotterdam.

Hij komt uit Rotterdam.

Zij komt uit Rotterdam.

Ik heet Henk. M naam is Henk.

Ik w in Rotterdam.

Jij heet Mirjam. J naam is Mirjam.

Jij wt in Den Haag.

U heet Olaf Hanson. U naam is Olaf Hanson.

U w in Den Haag.

Hij heet Wim. Z naam is Wim.

Hij w in Rotterdam.

Zij heet Anne. H naam is Anne.

Zij w in Rotterdam.

Woon jij in Rotterdam? Kom jij uit Rotterdam?



Kijk, dit is een foto van mijn familie

Het is een oude foto. Hij is van tien jaar geleden.

Helemaal links ziet u mijn vader.

Naast mijn vader staat mijn moeder.

Mijn ouders hebben drie kinderen.

Twee jongens en n meisje. Twee zonen en n dochter.

De jongen naast mijn moeder: dat ben ik.

Achter mij ziet u mijn broer.

Helemaal rechts staat mijn zus.

18

Les 2 Familie 1


19

049050051052053054055056057058059060061062063064065066

familiekijkditeenfotohetoudetienjaargeledenhelemaallinkszietvadernaaststaatmoederouders

familylookthisaphotographitoldtenyear(s)agoall the wayleftseefathernext tois standingmotherparents

hebbendriekinderentweejongensennmeisjezonendochterjongendatachtermijbroerrechtszus

havethreechildrentwoboysandonegirlsonsdaughterboythatbehindmebrotherto the rightsister

067068069070071072073074075076077078079080081082083

een (1) zoon - twee (2) zonen

een (1) zus - twee (2) zussen

een (1) naam - twee (2) namen

een jongen - twee jongens

een meisje - twee meisjes

een dochter - twee dochters

een kind

een broer

twee kinderen

twee broers

Mijn ouders hebben drie k .

Twee z en n d .

Hoeveel kinderen h jouw ouders?

M ouders hebben ook drie kinderen.

Twee d en n z .

Twee m en n j .

Ik heb dus twee z en geen broer.

Jij hebt n b en n .

Les 2 Familie 1


Les 2 Familie

Wie is de oudste? Ben jij de oudste?

Nee, ik ben de jongste.

Mijn broer is ouder dan ik.

Hij is twee jaar ouder.

En mijn zus is de oudste.

Zij is het oudste kind.

20

2


21

084085086

wieoudstejongste

whoeldestyounges

ouderdankind

olderthanchild

087088089

Deze foto is al oud.

Mijn broer is ouder dan ik.

Ik ben jonger dan mijn broer.

Mijn zus is het oudste kind.

Ik ben het jongste kind.

Hoe oud ben jij?

Ik b 20 jaar.

Hoe oud je broer en hoe oud

je zus?

Mijn broer 22 jaar.

Hij is twee jaar ou dan ik.

Ik ben twee jaar j dan mijn broer.

En je zus?

is 25 jaar.

Zij is het kind.

Zij is dan mijn broer en

dan ik.

Ik ben het kind.

Les 2 Familie 2

Ik ben het jongste kind.

Zij is het oudste kind.


Les 2 Familie

Wonen je ouders ook in Nederland?

Nee, ze wonen niet in Nederland.

En je broer en je zus?

Mijn broer woont ook in Nederland.

Mijn zus woont in Frankrijk.

Misschien komt ze ook naar Nederland.

Mag ze hier komen?

Ik hoop dat het lukt.

Ik mis mijn lieve zus erg.

Ze is vorig jaar getrouwd.

Sinds kort heeft ze een kind: een dochter.

Ik ben dus haar oom.

En mijn vrouw is haar tante.

22

3


23

090091092093094095096097098099100101102

wonenjezeFrankrijkmisschienzenaarmaghierkomenhoopdatlukt

liveyourtheyFranceperhapsshetocanherecomehopethatworks out

mislieveergvoriggetrouwdsindskortheeftdusoomvrouwtante

missdearvery muchlastmarriedsincerecentlyhastherefore, sounclewifeaunt

103104105106107108109110111112113114

Ik woon in Den Haag.

Jij woont in Rotterdam.

U woont ook in Rotterdam.

Hij woont in Amsterdam.

Zij woont ook in Amsterdam.

Waar wonen de ouders van

Mirjam en Henk?

Ze/Zij wonen in Nederland.

Ik heb geen kinderen.

Jij hebt een kind.

U hebt twee kinderen.

Hij heeft een zus. Zij heet Mirjam.

Zij heeft n broer. Hij heet Henk.

Waar w jij?

Ik w in Rotterdam.

Jij k uit Turkije.

Jij w nu in Nederland.

Waar w je zus?

Zij w in Frankrijk.

W je ouders ook in Nederland?

Nee, zij w niet in Nederland.

Les 2 Familie 3


Bc1 Inkijk

Documents

Transcript of Bc1 Inkijk