Bachelorproef - Typepad...Fortis zou ik graag willen bedanken, we hebben veel geleerd van hun en ze...
Transcript of Bachelorproef - Typepad...Fortis zou ik graag willen bedanken, we hebben veel geleerd van hun en ze...
Hogeschool Universiteit Brussel STUDENTENNUMMER: R0339474 2013-2014
Bachelorproef HENRI VAN LAERE
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
1
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
2
Voorwoord
In het laatste jaar informatica moet de student een stage uitvoeren, het doel van deze stage
is bewijzen dat de student voldoende geleerd heeft om in een professionele omgeving te
werken. Dankzij deze stage bij BNP Paribas Fortis kon dit document opgesteld worden. Het
was een zeer fijne ervaring, alle collega’s waren zeer aangenaam en het was zeker geslaagd
voor mij. Ik heb zeer veel bijgeleerd en zou daarom iedereen willen bedanken.
Eerste zou ik graag de 2 stagementors Dimitri Timmermans en Daniel Van Cutsem willen
bedanken voor de begeleiding die ze ons hebben gegeven tijdens onze stage. We konden hun
altijd vragen stellen over onze stage en ze waren altijd bereid om ons te helpen.
Ook de collega’s en alle andere mensen waarmee we hebben gewerkt binnen BNP Paribas
Fortis zou ik graag willen bedanken, we hebben veel geleerd van hun en ze waren ook zeer
open voor onze vragen. Dankzij hun is onze stage perfect verlopen en hebben we ons project
kunnen realiseren.
Ook wil ik graag onze stagebegeleider, Chantal Teerlinck bedanken, ze was zeer flexibel voor
onze datums omdat we 2 weken later zijn begonnen en dus ook later eindigden. Daarbij was
ze altijd beschikbaar voor vragen en zeer enthousiast voor onze stage.
En ten slotte wil ik ook de school bedanken voor deze ervaring. Als er geen stage was geweest
had ik dit nooit meegemaakt en zou ik niet zoveel hebben bijgeleerd.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
3
Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................................. 2
1 Inleiding ........................................................................................................................................... 5
2 BNP Paribas Fortis ........................................................................................................................... 6
2.1 Wie is BNP Paribas Fortis ......................................................................................................... 6
2.2 Wat is End-to-End Operations ................................................................................................. 6
2.3 Wat is de stageopdracht.......................................................................................................... 6
3 Qlikview ........................................................................................................................................... 8
3.1 Wat is Qlikview ........................................................................................................................ 8
3.2 Qlikview binnen BNPPF ........................................................................................................... 8
4 Doel en planning van de stage ...................................................................................................... 10
4.1 Opdracht ................................................................................................................................ 10
4.2 Planning en uitvoering ........................................................................................................... 11
1 Fase 1: KPI’s ........................................................................................................................... 11
2 Fase 2: Data zoeken .............................................................................................................. 12
3 Fase 3: Datamodel ................................................................................................................ 12
4 Fase 4: Dashboard ................................................................................................................ 18
5 Fase 1: KPI’s voor Invest voorbereiden ................................................................................ 19
4.3 Project overname .................................................................................................................. 19
5 SWOT analyse ................................................................................................................................ 21
6 Conclusie ....................................................................................................................................... 22
7 Persoonlijk ontwikkelingsplan ....................................................................................................... 23
7.1 Keuze competenties .............................................................................................................. 23
7.2 Algemene competenties ....................................................................................................... 23
1 Actief communiceren in 3 talen ............................................................................................ 23
2 Vlot functioneren in een professionele omgeving ............................................................... 24
7.3 IT competenties ..................................................................................................................... 24
1 Informatiebehoefte van een organisatie gestructureerd en overzichtelijk weergeven,
gebruik makend van analyse- en modelleringstechnieken ......................................................... 24
2 Gegevens verzamelen, opslaan en ter beschikking stellen zodat deze op een correcte en
gebruiksvriendelijke manier kunnen worden opgevraagd ......................................................... 25
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
4
3 Op een adequate wijze IT-oplossingen configureren, beveiligen en aanpassen zodat deze
beantwoorden aan de veranderende behoeften van de organisatie ......................................... 25
8 Bijlagen .......................................................................................................................................... 26
8.1 Bijlage 1: Timesheets ............................................................................................................. 26
8.2 Bijlage 2: Datamodel met 2 fact tables ................................................................................. 26
8.3 Bijlage 3: Code automatisch opslaan..................................................................................... 27
8.4 Bijlage 4: Code dubbele header ............................................................................................ 27
8.5 Bijlage 5: Code lege rijen ....................................................................................................... 28
8.6 Bijlage 6: Code maand hervormen ........................................................................................ 28
8.7 Bijlage 7: Code maand formatteren ...................................................................................... 28
8.8 Bijlage 8: Code totaal berekenen .......................................................................................... 29
8.9 Bijlage 9: Code titels grafieken .............................................................................................. 29
8.10 Bijlage 10: Presentatie stage ................................................................................................. 29
8.11 Bijlage 11: presentatie workshop .......................................................................................... 29
8.12 Bijlage 12: KPI fiche ............................................................................................................... 29
8.13 Bijalge 13: Overzicht velden in de databank ......................................................................... 30
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
5
1 Inleiding
In dit document staat beschreven wat de stage allemaal bevatte en hoe deze is verlopen. Er
staan ook reflecties en conclusies in beschreven. Ten slotte zult u een evolutie zien van mijn
manier van denken en uitvoeren door oplossingen die ik heb gevonden en andere
benaderingen waaruit blijkt dat ik op niveau 6 zit.
De stage was samen met een medestudent en vond plaats bij BNP Paribas Fortis voor de dienst
‘End-to-End Operations’ in het deel ‘Integrated Reporting & Studies’. BNP Paribas Fortis is de
grootste bank van België en is onlangs begonnen met een programma om dynamische
rapporten te maken waarmee beslissingen gemakkelijk en nauwkeurig gemaakt kunnen
worden. Het doel van de stage was een dashboard1 te maken voor het proces Cards.
Om het doel te bereiken moesten 4 fases doorlopen worden, allereerst werden de KPI’s2
opgesteld, daarna werd de data gezocht in de bank, met deze data werd een datamodel
opgesteld, en ten slotte moest met behulp van Qlikview de data in grafieken gegoten worden
voor het rapport. Tijdens deze stappen waren telkens andere mensen binnen het bedrijf bezig
met project om uitleg te geven of om data door te sturen of te verbeteren.
Het besluit is dat de stage zeer leerrijk was en dat het een geslaagde ervaring was. Dankzij
deze stage werden er connecties gemaakt binnen de bank, deze zullen we later misschien
nodig hebben. Voor een uitgebreide conclusie kunt u de rest van het document lezen.
1 Dashboard: verzameling van grafieken dat een overzicht vormt van 1 of meerde KPI’s 2 KPI (Key Performance Indicator): wordt gebruikt om te meten hoe een proces of deelproces presteert
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
6
2 BNP Paribas Fortis
2.1 Wie is BNP Paribas Fortis
BNP Paribas Fortis is de grootste bank in
België, na de kredietcrisis in 2008 werd
het toenmalige Fortis overgekocht door
de overheid, dankzij deze maatregel
werd Fortis gered van het faillissement.
In 2009 heeft het Franse BNP Paribas de
bank gekocht, daarmee werd de naam
BNP Paribas Fortis. Het is in feite de
Belgische tak van BNP Paribas
geworden. Sindsdien is de bank terug
gegroeid en is het zijn slechte naam van
de crisis kwijt. De bank heeft 37.000
werknemers waarvan 18.000 in België, hiermee is het een van de grootste werkgevers van het
land.
BNP Paribas Fortis is meer dan een bank, ze hebben een compleet aanbod van financiële
diensten voor iedereen, van particulieren tot ondernemingen. Daarnaast werken ze ook
samen met AG Insurance voor verzekeringen op maat. Ten slotte biedt BNP Paribas Fortis ook
gespecialiseerde pakketten aan voor financiële instellingen, publieke instanties en ‘rijke’
particulieren die bereid zijn om veel kapitaal te investeren.
2.2 Wat is End-to-End Operations
Binnen het bedrijf is er een tak E2E Ops, hier worden alle processen van de bank van het begin
tot het einde opgevolgd en worden er beslissingen genomen over deze processen. Het doel is
om een globaal beeld te krijgen van alle processen. Binnen het Franse deel ‘BNP Paribas’ wordt
hiervoor Qlikview gebruikt. Nu wordt deze tool gebruikt om de processen van de Belgische tak
BNP Paribas Fortis te rapporteren, dit wordt nog maar sinds een jaar gedaan en is dus nog
volop in ontwikkeling.
2.3 Wat is de stageopdracht
Tijdens de stage was het de bedoeling om 1 rapport te maken voor 1 proces, het proces
‘Cards’. Dit is een proces dat alles omvat over kaarten van het maken van de kaart tot het
vervangen of verwijderen ervan maar ook het gebruiken of stelen ervan en de gevolgen die
eraan gelinkt zijn. Dit allemaal voor alle soorten kaarten, zowel credit en debet kaarten als
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
7
statement printer kaarten en access kaarten. Aan de hand van het dashboard zullen dan
beslissingen gemaakt worden die de kosten of de winst van het proces zullen beïnvloeden of
die de efficiëntie ervan zullen verbeteren.
Hiervoor moesten eerst de KPI’s gedefinieerd worden, daarna moest de data bijeen gezocht
worden en ten slotte moest alles via Qlikview in een rapport komen dat later door alle
‘stakeholders’ van het proces gebruikt zal worden. De stakeholders zijn alle personen die met
het proces bezig zijn, zowel de process owner3 als alle mensen die beslissingen maken over
het proces maar ook de afdelingshoofden van al deze personen. Het is dus zeer belangrijk dat
het werk professioneel is en dat het resultaat bruikbaar is voor de bank. Om dit te bereiken
werden er regelmatig meetings gehouden met stakeholders van elk onderdeel zodat ze fouten
konden aanduiden en om de kwaliteit van het dashboard hoog te houden.
3 Process owner: de persoon die binnen de bank verantwoordelijk is voor 1 proces van het begin tot het einde
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
8
3 Qlikview
3.1 Wat is Qlikview
Qlikview is een BI tool (Business Intelligence) met als doel het vergemakkelijken van
beslissingen door een dynamische reporting. Je kunt er heel gemakkelijk analyses mee maken
doordat elke gebruiker zelf bepaald welke scope hij wil zien. De voordelen van Qlikview zijn
dat het gemakkelijk aan te passen is, als er iets aangepast moet worden kun je de code snel
aanpassen en herladen. Een ander voordeel van Qlikview is dat je zolang de data beschikbaar
is dieper kunt gaan in de dimensies door met je muis het gedeelte te selecteren dat je wil
analyseren. Zo kun je vanuit een algemeen overzicht beginnen en steeds dieper in de cijfers
zoeken als er problemen zijn in een deelproces. Dit zorgt ervoor dat de beslissingen altijd op
de oorzaak inspelen. Nadat de beslissingen uitgevoerd zijn kun je de effecten ervan opvolgen
en controleren, zo kunnen er nog wijzigingen aangebracht worden om het gewenste resultaat
te bereiken.
Qlikview wordt uitgebracht door Qliktech, het bestaat al sinds 1993 maar werd pas de laatste
jaren bekend doordat de voormalige zwakke punten van Qlikview verdwenen dankzij de
toenemende kracht van moderne computers. Vroeger was Qlikview minder populair omdat
alle data geladen wordt in het RAM geheugen van de computer, dit vormde het grootste
zwakke punt van Qlikview omdat computers vroeger over veel minder RAM beschikten dan
moderne Pc’s. Hierdoor is het bedrijf de laatste 5 jaar enorm gegroeid en sinds 2010 staat het
ook op de beurs.
3.2 Qlikview binnen BNPPF
Sinds juni vorig jaar is BNP Paribas Fortis beginnen werken met Qlikview deels omdat de
Franse tak deze tool al lang gebruikt maar ook omdat het een zeer geschikte oplossing is voor
de bank.
Binnen de bank zijn er veel processen die op elkaar inspelen, om deze processen te verbeteren
en efficiënter te maken moet er eerst een duidelijk overzicht zijn van elk proces. Daarnaast zal
dit overzicht door veel mensen gebruikt worden en zullen ze allemaal een ander deel willen
analyseren. Daarom is Qlikview de perfecte tool, je kunt een algemeen overzicht creëren per
proces met daarachter alle dimensies4 die nodig zijn zodat de gebruikers zelf kunnen
inzoomen op hun eigen onderdeel. Ook de CEO en andere hooggeplaatste mensen binnen het
bedrijf zullen deze cijfers gebruiken, ze kunnen aan de hand van het algemene beeld
4 Dimensie: extra informatie over een feit of cijfer, wordt meestal gebruikt als filter of onderverdeling vb. als men de cijfers bekijkt per kantoor is kantoor een dimensie van de cijfers.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
9
beslissingen nemen over het hele proces. Daarna kan ook het effect van verschillende
processen op elkaar beter opgevolgd worden omdat er een algemeen beeld is per proces
waaruit men de effecten kan aflezen. Als er bij het aanpassen van een proces een grote
verandering is in een ander proces kun je analyseren wat het effect van de processen op elkaar
is.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
10
4 Doel en planning van de stage
4.1 Opdracht
BNP Paribas Fortis is een bank met veel processen, deze worden allemaal apart behandeld.
Ook binnen elk proces zijn er meerdere mensen die het beheren. Het probleem is dat alle data
over deze processen niet gecentraliseerd is omdat de bank geen datawarehouse heeft waarin
alles opgeslagen kan worden. Hierdoor werken alle werknemers apart en is er geen overzicht
van de processen. De data zit bij elke werknemer apart in een Excel bestand dat ze zelf
bijhouden met hun eigen grafieken. Dit zorgt ervoor dat er soms verschillende cijfers worden
gebruikt waardoor beslissingen niet altijd accuraat zijn.
Om dit probleem op te lossen is de bank sinds kort beginnen werken met Qlikview. Deze tool
wordt gebruikt om een overzicht te creëren van elk proces. De data wordt gecentraliseerd in
een datamodel waardoor iedereen dezelfde cijfers gebruikt. De grafieken zijn voor iedereen
beschikbaar en deze moeten niet meer overal gezocht worden.
Het doel van de stage was 1 proces te analyseren en uit te werken met Qlikview. Er werd
besloten om het proces ‘Cards’ uit te werken, dit proces bevat alles over kaarten. Zowel debet
als credit kaarten maar ook statement printer kaarten en access kaarten. Het proces zou van
het begin tot het einde overlopen worden, van het maken van de kaart tot het gebruiken ervan
en ten slotte het verwijderen van de kaart. Dit is een zeer belangrijk proces voor de bank
waardoor er veel verantwoordelijkheid op de schouders van de studenten kwam te staan.
Om dit doel te bereiken moesten 4 fases doorlopen worden. Van het definiëren van de KPI’s
tot het maken van de grafieken. Onder het hoofdstuk ‘Planning en uitvoering’ kunt u meer
uitleg vinden over deze stappen en hoe ze uitgewerkt werden.
Het doel zou bereikt zijn als ten eerste het proces volledig overlopen word. Ten tweede moet
het dashboard dat gemaakt wordt ook bruikbaar zijn voor de bank. Daarnaast moet analyse
mogelijk zijn van het proces. En ten slotte zouden er geen tussenpersonen meer mogen zijn
om de grafieken te verkrijgen.
Dus kan men op het einde van de stage zeggen dat het doel voor 90% bereikt is. De process
owner kan vanaf nu het hele proces analyseren, hij moet niet meer vragen om een grafiek te
maken. Het heel proces wordt overlopen met uitzondering van KPI’s waar geen data voor was
maar waarover het interne team tijdens de volgende maanden zal beschikken. En er zijn geen
tussenpersonen meer nodig om de grafieken te maken, hij hoeft alleen zijn dashboard te
openen en de grafieken te analyseren.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
11
Waar vroeger 3 weken nodig waren om 1 grafiek te krijgen kan de process owner nu in 3
minuten alle grafieken zien die hij nodig acht. Daarbij komt ook dat hij het hele proces in 1
keer kan analyseren en dat het geheel interactief is. Aan de hand van het gemaakte dashboard
kunnen gemakkelijk beslissingen genomen worden die het proces efficiënter zullen maken.
4.2 Planning en uitvoering
De stage begon op 25 februari 2014 en eindigde op 6 juni 2014, in deze 4 maanden moest er
een werkend dashboard gemaakt worden dat gebruikt kon worden door de stakeholders van
het proces ‘Cards’. Daarvoor zouden er 4 grote fases ingeplant worden, ten eerste zouden de
KPI’s gedefinieerd worden, daarna moest de data gezocht worden, deze data moest dan in
een datamodel geladen worden en ten slotte moest het dashboard gemaakt worden aan de
hand van dit datamodel.
1 Fase 1: KPI’s
De eerste fase was onderverdeeld in 3 stappen:
De eerste 2 stappen waren al grotendeels op voorhand gedaan, deze stappen duren het langst
omdat er meetings zijn met alle verschillende stakeholders. Om tijd te winnen werden al deze
meetings al georganiseerd tijdens januari en begin februari zodat er meteen gewerkt kon
worden.
Proces analyseren
Eerst moet er een overzicht gemaakt worden over het proces en de noden ervan, aan
de hand van dit overzicht worden dan de belangrijkste punten binnen het proces
omgevormd tot KPI’s.
Omdat deze stap zo belangrijk is moest deze ingehaald worden met een PowerPoint
waarin het hele proces werd uitgelegd, hierna kon verder gewerkt worden aan de
analyse van de KPI’s.
KPI’s bepalen
Nadat het proces geanalyseerd is worden de eerste KPI’s gedefinieerd, deze worden
ook meerdere keren besproken tijdens meetings zodat iedereen akkoord gaat om na
het project geen extra KPI’s te moeten bijvoegen. Als er na het project toch nog extra
KPI’s bijgevoegd moeten worden kan dit nog steeds.
KPI’s Analyseren
Wanneer de KPI’s gemaakt zijn kunnen ze geanalyseerd worden. Deze analyse wordt
bijgehouden in KPI fiches, de eerste taak was dus om deze fiches te maken en aan te
vullen met alle gegevens die al gevonden waren. Deze fiches worden later ook gebruikt
om de cijfers duidelijk te maken als bepaalde cijfers dubbelzinnig zijn.
In deze fiches staat een beknopte samenvatting van de KPI, daaronder staan ook de
dimensies die nodig zijn en wanneer de data herladen moet worden of wanneer de
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
12
Excel gestuurd wordt. Ook de bron staat in deze fiches, als het een Excel is staat de
verantwoordelijke van de file, als de data in de databank zit staat er welke databank
de data omvat en welke Business object5 gebruikt worden in het datamodel. In het
begin kan niet alles ingevuld worden omdat er nog gezocht moet worden naar de data,
daarom worden de fiches tijdens het hele proces aangepast. In het totaal waren er
ongeveer 30 KPI fiches.
De KPI fiches moeten in het Engels zijn omdat ze ook doorgestuurd worden naar
partners die het dashboard gebruiken zoals bepaalde klanten of managers van BNP
Paribas, deze mensen spreken niet allemaal vlot Nederlands dus schrijft men de fiches
meteen in het Engels zodat iedereen ze kan begrijpen.
Zie bijlage .
2 Fase 2: Data zoeken
Als alle KPI’s in orde zijn moet men de data beginnen zoeken, daarvoor konden deels de KPI
fiches gebruiken worden. Als er nog geen bron gevonden was moest er via connecties gezocht
worden naar de data binnen de bank. Het grootste deel van de data kwam uit verschillende
databanken de rest (ongeveer 30%) moest uit Excels gehaald worden.
3 Fase 3: Datamodel
De 3de fase bestaat uit 2 grote onderdelen, het laden en opslaan van de data en het maken
van het datamodel zelf.
Deze fase duurde langer dan verwacht, dit is ook het meest technische deel van het project.
Hier moet alle code geschreven worden om de data te laden te verwerken en op te slaan.
1.1 Laden en opslaan
Voordat het datamodel gemaakt kon worden moest de data opgeladen en opgeslagen worden
in speciale files van Qlikview zelf, deze files zijn QVD’s. Het doel van QVD’s is de data te
comprimeren zodat er nadien efficiënter en sneller met de data gewerkt kan worden.
Deze stap is in 3 delen verdeeld:
1.1.1 Laden Excel
De data uit de Excels laden was een hele uitdaging, sommige Excels waren simpel op
te laden, ze hadden een goeie structuur en waren duidelijk. De verschillende
problemen zorgden ervoor dat er telkens een nieuwe oplossing gezocht moest
worden. De grootste problemen staan hieronder opgesomd:
5 Business object: onderverdeling van de databank
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
13
Dubbele header6:
Het eerste probleem dat voorkwam was het samenvoegen van 2 headers, dit bleek
niet gemakkelijk oplosbaar maar na veel uitproberen lukte het toch. Eerst moesten de
headers apart geladen en samengevoegd worden om daarna de velden te hernoemen
met een specifieke functie van Qlikview zelf.
Zie bijlage 4.
Lege rijen:
Het meest voorkomende maar ook gemakkelijk op te lossen probleem was lege rijen
of rijen met commentaar in. In de meeste Excels stonden rijen die niet nodig waren
omdat ze geen cijfers bevatten. Om dit op te lossen moest er een where-clause
toegevoegd worden, dit is code die de data filtert dankzij de waarde die in het veld zit
dat gefilterd word.
Zie bijlage 5.
Datums:
Een ander veel voorkomend probleem was de datum, soms was er geen datum en
moest er een datum aangemaakt worden. Dit lijkt een kleine moeite maar er moet wel
nagekeken worden of de data de goeie maand bevat omdat er anders foute cijfers in
de grafieken staan.
Een ander probleem met de datum was dat er in sommige Excels data was voor
verschillende maanden, om dit op te lossen moesten enkel de kolommen van de juiste
maand opgehaald worden, daarna moest de datum een extra kolom worden. Gelukkig
is er een speciale functie die dit doet, een crosstable. Een crosstable zet de titel van
een kolom om in een veld in een aparte kolom en vervangt de titel naar een gekozen
naam.
Zie bijlage 6.
Soms was de datum ook gewoon slecht geformatteerd, in bepaalde Excels stonden de
datums op 3 verschillende manieren, zo stond er ‘Feb/2014’, ‘maart 2014’ en ‘dec
2014’ in 1 Excel. In dit geval moesten alle datums naar hetzelfde formaat gebracht
worden, om dit te bekomen moest er telkens getest worden wat het resultaat was tot
er uiteindelijk een correcte datum stond voor elk veld in Qlikview.
6 Header: titel van een kolom
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
14
Zie bijlage 7.
Percentages:
In een Excel over het marktaandeel waren de cijfers nooit correct, na nader onderzoek
bleek dat bepaalde cijfers niet opgeteld moesten worden omdat ze anders een
verkeerd beeld creëerden over het aandeel van de bank. Om dit op te lossen moest
eerst het totaal aantal kaarten gezocht worden en daarna moesten de cijfers allemaal
berekend worden op dit totaal. Het probleem was dat het totaal op een andere tab
was en dat deze na de berekeningen niet meer nodig was. Daarom werd er gebruik
gemaakt van een Peek functie, dit is een functie die 1 bepaald veld gaat zoeken en
opslaan in een variabele waardoor het gemakkelijk te verwijderen is.
Zie bijlage 8.
1.1.2 Laden database
In het begin ging dit moeizaam omdat er eerst toegang gevraagd moest worden voor
de databanken, dit duurde lang omdat het een groot bedrijf is en dat er veel regels zijn
omtrent toegang binnen de bank omdat de data zo ‘gevoelig’ is. Nadat de rechten
toegekend waren kon de data van de databanken opgeladen worden.
Om te weten waar de data staat en welke SQL er nodig is om de data op te halen kun
je terecht bij het BICC, dit is een dienst binnen BNP Paribas Fortis die zich bezig houd
met het beheren van de databanken. Zij hebben telkens de SQL en data doorgestuurd
voor de KPI’s. Met de data konden de cijfers in Qlikview gecontroleerd worden zodat
er geen fouten in zaten, vaak bleek dat de cijfers niet klopten en dan werd er stap per
stap gezocht naar de oorzaak tot de cijfers wel correct waren. Meestal was het een
fout in Qlikview maar soms was het een fout in de SQL die doorgestuurd was. Als dit
het geval was werd er via Qlikview gezocht naar een mogelijke oorzaak waarmee dan
het BICC een oplossing kon zoeken. Meestal kon zelfs een oplossing gestuurd waren
en moest deze enkel bevestigt worden door het BICC.
In het begin werd de SQL overgezet naar Qlikview code, dit duurde lang en het zorgde
ook voor veel problemen met de cijfers zelf. Vaak klopten de cijfers niet en moest er
uitvoerig getest worden om de fout op te sporen. Nadien bleek dat Qlikview ook SQL
code kon uitvoeren, enkel speciale code moest herschreven worden en meestal
moesten ook de namen aangepast worden zodat er geen verkeerde tekens in zaten.
Het grootste probleem met de databanken was dat er geen complete documentatie
was over de benamingen van de velden in de databanken. Hierdoor was het moeilijk
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
15
om te weten wat in welk veld stond en waarvan het een foreign key7 was. Om dit
enigszins op te lossen werd er zelf documentatie gemaakt van de velden die het meest
gebruikt werden (zie bijlage 11). Na een maand begon het wel vlotter te gaan doordat
er een soort van inzicht van de databank ontstond. Op het einde van de stage was het
grootste deel van de databank van Cards gekend.
1.1.3 Opslaan
De data moet opgeslagen worden in QVD’s waar elke maand data bijgevoegd wordt
van de maand ervoor. Om de grote van deze QVD’s relatief klein te houden wordt er
enkel 13 maanden data opgeslagen en getoond in de grafieken, dit was op voorhand
al bepaald. Daarom moet er bij het opslaan van de data zelf nakeken worden welke
data bijgehouden wordt en welke data bijgevoegd. Om dit te doen werd er code
geschreven die daarna overal gebruikt kan worden, omdat deze code overal gebruikt
ging worden moesten er verschillende variabelen in zitten. Doordat alles met 2
variabelen aangepast kan worden is het zeer gemakkelijk om de code bij elke KPI toe
te voegen. Deze code zal waarschijnlijk ook gebruikt worden in de volgende processen
zoals Invest.
Zie Bijlage 3.
1.2 Datamodel
Ten eerste moet geweten zijn dat het datamodel van een Qlikview applicatie er helemaal
anders uit ziet als datamodellen voor databanken en andere applicaties. Dit komt doordat
Qlikview helemaal anders werkt met facts8 en dimensies. In Qlikview is het de bedoeling dat
er zoveel mogelijk in 1 tabel komt te staan zodat het geheugen van de computer niet
overbelast wordt door verbindingen tussen dimensies en facts. Om dit te verkrijgen gaat
men zoveel mogelijk foreign keys vervangen door de tekst die in de dimensie staat.
Nadat alle data geladen is kan men beginnen met het datamodel, een goed datamodel is
cruciaal voor Qlikview omdat alles hiervan afhang. Qlikview laadt alle data in het RAM
geheugen maar de computers die gebruikt worden voor Qlikview beschikken maar over 3 GB
RAM waarvan 1,5 vrij is. omdat de computers maar over 3 GB beschikken en dat 1,5 GB wordt
gebruikt door de pc zelf. Als het datamodel te zwaar is kan de computer het niet laden, als de
data niet goed gelinkt is kunnen de dimensies of de cijfers fout zijn. Het datamodel is in
Qlikview het belangrijkste deel, als dat goed is kun je zonder problemen de grafieken maken
voor het dashboard.
7Foreign key: cijfer dat verwijst naar een ander veld in een andere tabel 8 Fact: feit, alle meetbare aspecten van een proces
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
16
Omdat het de eerste keer was dat er zoveel data in het datamodel moest zitten ging het niet
allemaal van de eerste keer. 3 keer moesten er grote aanpassingen gemaakt worden om het
datamodel in orde te krijgen. Hierdoor werd de deadline voor dit onderdeel overschreden,
gelukkig was er nog reservetijd ingerekend waardoor ons project toch nog op tijd af was.
1.2.1 Fact table met alle data
Het eerste datamodel was geen slecht begin maar uiteindelijk was er niet genoeg
geheugen om alle data te laden. Het bestond uit 1 grote fact table en 2 dimensies, de
kalender en de branches (kantoren). Het probleem was dat er veel velden leeg waren
doordat niet alle KPI’s dezelfde dimensies gebruiken. Ook hebben alle Excels andere
benamingen voor hun kolommen, hierdoor waren er soms 2 kolommen met ongeveer
dezelfde data, dit was ook een probleem voor credit en debet, doordat de cijfers voor
credit en debet uit verschillende databases komen waren de namen van de kolommen
verschillend. Ook de velden van deze overeenkomende kolommen waren verschillend,
zo stond er bij debet ‘BNPPF Retail’ en in credit ‘Fortis bank’. Door al de verschillende
namen waren er veel dubbele waarden in het datamodel wat ervoor zorgde dat het
groter was dan nodig.
1.2.2 Meerdere dimensies apart
Daarom werd besloten om het anders aan te pakken, in de plaats van 1 fact table te
maken met 2 dimensies werden alle dimensies uit de fact table gehaald, dit zou ervoor
zorgen dat er minder lege velden zouden zijn.
Eerst werden alle benamingen veranderd naar 1 naam per kolom en per veld, dit
zorgde ervoor dat er geen duplicaten meer in het datamodel zaten. Zo stonden alle
kaarttypes in 1 kolom in de plaats van 2, ook het aantal namen verminderde drastisch.
Voor de veranderingen waren er meer dan 50 verschillende kaarttypes, nadat de
benamingen aangepast waren bleven er ongeveer 20 over. Dit maakte het veel
gemakkelijker en duidelijker. Eenmaal de benamingen in orde waren kon het
datamodel gemaakt worden. Eerst werden alle dimensies gemaakt, deze stonden
apart maar zorgden al snel voor een probleem. In Qlikview worden alle velden met
dezelfde naam gelinkt, dit komt doordat er in Qlikview geen Foreign keys zijn. Hierdoor
waren er veel te veel velden met elkaar gelinkt, dit maakte het datamodel extra zwaar.
Dit ging duidelijk niet werken dus werd een andere oplossing bedacht. De benamingen
werden wel gehouden omdat dit noodzakelijk was voor elk datamodel.
1.2.3 Aparte fact table voor Excels
Omdat de vorige methode niet werkte werd besloten om de dimensies niet meer apart
te houden en in de plaats 2 fact tables te maken 1 voor alles van Excels en 1 voor alles
uit de database.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
17
Even werd er getest als alle data opgehaald kon worden in de plaats van de KPI’s op
voorhand te berekenen. Dit ging niet doordat er in de databases meerdere miljoenen
rijen waren, zo zaten er meer dan 15.000.000 rijen in de debet database en meer dan
5.000.000 voor credit. Dit was veel te zwaar voor de computers dus moesten de KPI’s
eerst berekend worden voor ze ingeladen werden.
Toen de data voor de databases apart geladen werd in een fact table was het nog altijd
veel maar de computers konden het wel allemaal laden, dit was zeer goed nieuws
omdat er geen andere oplossing was. De 2de fact table bevatte alles van de Excels, hier
zaten de meeste lege velden in maar omdat de Excels veel minder data bevatten was
dit geen probleem. Beide fact tables waren succesvol geladen en dus kon men verder
met het dashboard.
De 2 dimensies van het eerste datamodel werden wel apart gehouden omdat deze
nooit in het datamodel mogen zitten. Vooral de kalender moet apart blijven omdat alle
dagen daar apart in zitten terwijl de data per maand opgehaald wordt. Als de kalender
in de fact table zat zou het model vergroten omdat er per dag een leeg veld zou zijn
behalve op de laatste dag van de maand. Voor de kantoren zou hetzelfde probleem
opduiken maar dankzij een link tussen de dimensie en de facts table is dit niet het
geval.
Zie bijlage 2.
1.2.4 Alles samen in 1 fact table
Op het einde van de stage was de data zoveel verfijnd en verbeterd dat de tabellen
samengevoegd konden worden tot 1 grote fact table met alle data en met 2 dimensies.
Het was wel trager dan met 2 aparte tabellen maar het was beter samen omdat de
benamingen anders verschillend waren voor de grafieken waardoor het
onverstaanbaar was voor de gebruikers. Enkel 1 deel kon niet gegroepeerd worden,
dit deel was te onvoorspelbaar omdat het maar om de 4-6 maand geüpdatet werd
waardoor het apart moest blijven. Dit kleine deel bestond uit 3 kolommen met elk 2
velden waardoor het niet erg was dat het apart blijft.
Jammer genoeg zijn er geen screenshots gemaakt om als bijlage te gebruiken.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
18
4 Fase 4: Dashboard
Toen het datamodel eindelijk af was kon er gekeken worden naar het dashboard. Dit zou
normaal gezien niet zo lang duren maar doordat er vaak aanpassingen gevraagd werden heeft
dit toch nog behoorlijk wat tijd gekost.
Eerst moet het datamodel geladen worden, ook wordt er bij alle data een kolom toegevoegd
waarmee het geïdentificeerd kan worden. Hiermee kan later achterhaald worden voor welke
KPI het veld is. Zo kan er per KPI een grafiek gemaakt worden waarbij enkel de cijfers van deze
KPI getoond worden.
Nadat alle data opgeladen is begint het maken van de grafieken. In het begin verliep dit niet
zo snel omdat er veel gezocht werd naar instellingen in Qlikview. Ook was het zoeken naar de
meest geschikte manier om een bepaalde KPI om te zetten in een grafiek. Sommige KPI
kunnen beter in een staafdiagram dan in een cirkeldiagram. Voor het marktaandeel is het
natuurlijk een cirkeldiagram maar voor de andere KPI’s moest er eerst gezocht worden naar
een passende grafiek. Ook was het niet altijd duidelijk wat er gevraagd werd in een KPI, zo
wist men niet wat er getoond moest worden voor de portfolio van kaarten. Daarom moesten
snapshots van elke grafiek meerdere keren opgestuurd worden naar de process owner, deze
stuurde dan feedback en dan kon de grafiek aangepast worden.
De grootste dimensie is het onderscheid tussen debet en credit. Dit was zeer belangrijk en dus
werd er een knop gemaakt om gemakkelijk van credit naar debet om te schakelen. Als men
op de knop drukt veranderen alle grafieken waarbij het onderscheid tussen beide bestaat. Dit
gebeurd ook op alle tabbladen om fouten te vermijden. Omdat alle grafieken meestal worden
gekopieerd naar een PowerPoint moet het duidelijk zijn waar de grafiek over gaat dus werd
er met behulp van variabelen in de titel “Debet” of “Credit” gezet, ook de datum van de data
staat in de titel samen met het onderwerp van de grafiek. Dankzij deze variabele titel is het
zeer gemakkelijk om de grafieken te kopiëren in een PowerPoint. Zie bijlage 9 voor de code
van de titels.
Toen het grootste deel van de grafieken af waren werden er meetings of workshops gehouden
met de stakeholders, deze konden dan een demo van het dashboard zien. Tijdens deze
meetings werd gesproken over de grafieken zelf maar ook over de cijfers en de juistheid ervan.
Als de cijfers niet juist waren moest er onderzocht worden waar de fout zat. Nadien werden
ook aanpassingen aangevraagd voor de grafieken en de dimensies. Meestal werd dan nog een
2de meeting gehouden om deze aanpassingen te tonen en te bevestigen.
Zie bijlage 11.
Vaak waren er stakeholders die meer dimensies wouden in de grafieken, dit was vaak niet
mogelijk en dan moest er uitgelegd worden waarom het niet kon. Meestal kon de process
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
19
owner hier op antwoorden maar soms moesten de studenten de reden verklaren. Bij
aanpassingen die wel mogelijk waren werd er een proof of concept9 gestuurd naar de persoon
die de aanpassing had gevraagd, deze moest dan beslissen of er nog een aanpassingen nodig
waren.
De 2 laatste fases, datamodel en dashboard waren niet echt apart tijdens de stage. Nadat het
grootste deel van het datamodel gemaakt was werden de grafieken opgemaakt. Tijdens het
opmaken van deze grafieken werd vaak duidelijk dat er kleine fouten of details fout waren in
het datamodel. Daarom werd er tijdens het dashboard ook nog gewerkt aan het datamodel
om de fouten er uit te halen.
5 Fase 1: KPI’s voor Invest voorbereiden
Tijdens de stage werd ook al voorbereidend werk gedaan voor het volgende proces ‘Invest’.
Hierdoor werden alle fases helemaal overlopen tijdens de stage. Eerst werd het proces
geanalyseerd in verschillende meetings, tijdens de meetings werd gebrainstormd over het
proces en het dashboard. De meetings waren verspreid over 2-3 weken, na de meetings
konden de eerste KPI’s bepaald worden, deze werden dan opnieuw in een meeting besproken
en verbeterd om misverstanden te vermijden. De rest van het proces werd gepland na de
stage omdat de collega’s nog met hun vorige proces (Cash) bezig waren.
4.3 Project overname
Tijdens de laatste weken van de stage moest er worden gedacht over de overname van het
project. Voor sommige KPI’s is er nog altijd geen data en er zullen waarschijnlijk nog
aanpassingen zijn aan de grafieken en de data dus moet het project doorgegeven worden aan
het interne team. Deze zullen het project afmaken en opvolgen in de toekomst. Toen de stage
begon was het doel om een prototype te maken van het proces, dat is ook wat bereikt werd.
Om de overname zo goed mogelijk te laten verlopen werd er besproken met het team hoe dit
zou gebeuren. Omdat het zeer moeilijk is om de code van iemand anders te lezen moest er
zoveel mogelijk commentaar geschreven worden. Daarnaast werd de code ook gestructureerd
en nagelezen, dit zorgde ervoor dat de code zeer proper en duidelijk is. In de generator is er
per KPI een tabblad waarin de code staat om de data op te halen en op te slaan. Het datamodel
is in 2 opgedeeld, het eerste deel is code om de benamingen en labels aan te passen en het
2de deel is code om te laden en op te slaan.
Vervolgens werden de KPI fiches in orde gebracht, alle fiches werden overlopen en verbeterd.
Er werd tijdens het verbeteren van de KPI’s een lijst gemaakt met alle bronnen van de data,
zo kan gemakkelijk opgezocht worden wie welk deel van de data moet opsturen. Nadat alle
9 Proof of concept: prototype of concept
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
20
KPI fiches in orde waren moest er nog een to do lijst gemaakt worden met alle stappen die
nog niet volledig afgemaakt waren. Met deze lijst kan het team de rest van het project
afmaken en weten ze exact wat er nog te doen is.
Ten slotte werd er ook een presentatie gehouden zodat alles duidelijk werd overgedragen en
zodat het team nog eens vragen kon stellen over punten die minder duidelijk waren.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
21
5 SWOT analyse
Hier wordt een analyse gedaan van de sterke en zwakke punten van het project doormiddel van een
SWOT analyse. Hieruit blijken de sterke en de zwakke punten, maar ook de opportuniteiten en
bedreigingen die aan het project gebonden zijn.
Strength
•Interactief dashboard
•documentatie
•gestructureerde code
•eenvoudig aanpasbaar
Weakness
•studenten vertrekken: veel kennis gaat verloren
•moet manueel elke maand herladen worden
•Qlikview wordt enkel lokaal gebruikt
Opportunity
•Storyline aanbrengen in het dashboard
•samenvatting van alle KPI's in een apart document
Threat
•Excel bestanden veranderen van layout
•geheugen tekort op de computers
•code die niet begrepen wordt
•Qlickview wordt niet globaal toegestaan
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
22
6 Conclusie
De opdracht van de stage werd uitgevoerd en vervolledigd, het proces is nog niet af maar dit
was ook niet de bedoeling, er moest een prototype gemaakt worden en dit is ook gebeurd.
Het prototype dat gevormd werd zal gebruikt worden om de finale versie van het dashboard
te maken. De stakeholders bleken zeer tevreden over het werk en het voelde ook aan als een
geslaagde stage.
Dankzij deze stage werd veel bijgeleerd, het was een zeer leerrijke en leuke ervaring. Zowel
op technisch vlak als op algemeen vlak werd er veel bijgeleerd over de werking van een
professioneel bedrijf. Zo werden verschillende bekwaamheden van de student verbeterd of
aangeleerd zoals: communiceren binnen een groot bedrijf, planningen maken en navolgen,
gericht zoeken naar oplossingen, etc. De stage heeft gezorgd dat er connecties zijn met de
mensen binnen de bank, deze kunnen we altijd contacteren als er vragen zijn in de toekomst.
Deze vragen mogen over alles gaan en daarom zijn deze connecties een grote troef voor de
verdere ontwikkeling van de student.
Uiteindelijk werd dankzij de stage een beeld gevormd over het werken in een bedrijf en het
samenwerken met collega’s die niet allemaal IT’ers zijn. Dankzij deze stage weet de student
hoe het werkleven in elkaar zit en dit beïnvloed ook zijn keuzes voor later.
Ten slotte kunt u ook de timesheets terugvinden in bijlage 1 en de presentatie van de stage in
bijlage 9.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
23
7 Persoonlijk ontwikkelingsplan
7.1 Keuze competenties
In het begin van de stage moesten 2 algemene en 3 IT competenties gekozen worden. Deze
competenties waren aandachtspunten voor de student en werden samen met de
stagementor gekozen uit een vooraf gekregen lijst.
Algemene competenties:
Actief communiceren in 3 talen (mondeling en schriftelijk).
Vlot functioneren in een professionele (internationale) omgeving.
IT competenties:
Informatiebehoefte van een organisatie gestructureerd en overzichtelijk weergeven,
gebruik makend van analyse- en modelleringstechnieken.
Gegevens verzamelen, opslaan en ter beschikking stellen zodat deze op een correcte
en gebruiksvriendelijke manier kunnen worden opgevraagd.
Op een adequate wijze IT-oplossingen configureren, beveiligen en aanpassen zodat
deze beantwoorden aan de veranderende behoeften van de organisatie.
7.2 Algemene competenties
1 Actief communiceren in 3 talen
In een land zoals België is het zeer belangrijk om minstens 2 talig te zijn, in de meeste bedrijven
spreekt men zowel Nederlands als Frans. Daarom is het zeer belangrijk om talen goed te
spreken en begrijpen. Vooral in Brussel is dit zeer belangrijk. Het is dan ook een troef als je
perfect 3 talig bent om werk te vinden.
Tijdens de stage werd dit zeer snel duidelijk, omdat een deel van de werknemers Franstalig
was moest er vaak in het Frans of in het Engels gecommuniceerd worden. Tijdens de meeste
meetings werd er in het Frans gesproken behalve als iets niet duidelijk was, dan werd het
meestal in het Engels uitgelegd. De meeste mails waren ook in het Engels geschreven en als
er twijfel was over de taal van de ontvanger werd de mail in 3 talen opgesteld. Dit zorgde voor
een vlotte communicatie tussen beide partijen.
De communicatie met de collega’s verliep zeer vlot, er werd vaak gebruik gemaakt van de 3
talen. In het begin was dit niet altijd even gemakkelijk omdat het niet altijd voor de hand ligt
welke taal er gebruikt moet worden. Maar uiteindelijk werd er veel geleerd over het
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
24
taalgebruik binnen grote ondernemingen. Het was een grote stap vooruit om deze ervaring
op te doen. En het is nu meer dan voordien duidelijk dat talen zeer belangrijk zijn.
2 Vlot functioneren in een professionele omgeving
Deze competentie werd gekozen omdat het een werkpunt is voor de student. het is niet
gemakkelijk om vanaf de eerste dag in de stageplaats te integreren. Vooral niet als het de
eerste keer is dat het bedrijf zo groot is. Gelukkig duurde het niet zo lang, de mensen rondom
waren zeer aangenaam en stonden altijd open voor vragen of hulp.
In het begin moest het team zich nog aanpassen aan de nieuwe situatie. Dit duurde even maar
na een week of 3 werkte alles vlot. Er was altijd wel even tijd om een vraag te stellen zolang
het niet te lang duurde. Voor de meer uitgebreide vragen werd meestal een mail gestuurd,
deze kon dan beantwoord worden wanneer de persoon tijd had. In het begin werd er teveel
gezocht naar oplossingen als er een probleem was, maar nadat de sfeer verbeterde was dit
niet meer het geval. Er werd steeds sneller naar een collega gestapt om korte vragen over het
proces te stellen. Maar eerst werd er altijd zelf gezocht naar oplossingen om niet te storen.
Doordat de sfeer na een tijd verbeterde kon er ook over andere dingen gepraat worden dan
werk. Zo werd er over onze toekomst gesproken en werd er zelf gevraagd als het mogelijk was
om het project af te werken als jobstudent. In het begin werd dit zeer goed opgevangen, de
stagementor heeft dan ook alles geprobeerd om ons een plaats te bezorgen. Jammer genoeg
was dit niet meer mogelijk omdat er geen plaatsten meer vrij waren voor jobstudenten binnen
de bank.
In het begin verliep alles stijf maar naargelang de stage vorderde evolueerde ook de
communicatie. Op het einde van de stage was de stagementor zeer tevreden over deze
evolutie en heeft hij dat ook duidelijk gemaakt. Aan de andere kant moest er nog altijd
gewerkt worden aan de punctualiteit. Doordat er bij BNP Paribas Fortis flexibele uren zijn om
te werken was dit niet echt een probleem maar eerder een verbeterpunt. Er moet dus nog
aan gewerkt worden maar het gaat alleszins beter dan bij het begin van de stage.
7.3 IT competenties
1 Informatiebehoefte van een organisatie gestructureerd en overzichtelijk weergeven,
gebruik makend van analyse- en modelleringstechnieken
Deze competentie is in essentie de opdracht die uitgevoerd moest worden voor de stage. Het
doel is het proces ‘Cards’ overzichtelijk weer te geven aan de hand van Qlikview. Dit gebeurde
dankzij een dashboard dat gebaseerd was op een zelfgemaakt datamodel. Dankzij dit
dashboard heeft BNP Paribas Fortis alle informatie die ze nodig hebben om betere
beslissingen te vormen over dit proces.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
25
De process owner van het ‘Cards’ was zeer tevreden met het geleverde werk, dankzij het
dashboard moet hij niet meer 3 weken wachten op grafieken. Vroeger moest de process
owner per grafiek naar een andere persoon mailen om de grafiek op te vragen. Deze persoon
contacteerde dan de bronnen om de data te krijgen en hierdoor duurde het zeer lang voor de
grafieken klaar waren. Doordat alle tussenpersonen niet meer nodig zijn behalve bij het laden
van de volgende maand kan de process owner gemakkelijker aan de grafieken die hij nodig
heeft. Waar het vroeger 3 weken duurde is dit nu ongeveer 5 minuten.
2 Gegevens verzamelen, opslaan en ter beschikking stellen zodat deze op een correcte
en gebruiksvriendelijke manier kunnen worden opgevraagd
Het probleem binnen de bank was dat alle data versnipperd was over de werknemers. De ene
had de portfolio van de credit kaarten de andere had het marktaandeel van de debet kaarten
en een derde had alle informatie over private banking. Dit zorgde ervoor dat er geen overzicht
was over het hele proces. Dankzij het dashboard kunnen de stakeholders die voordien enkel
een deel van de data bezitten nu het hele plaatje zien. Zo kunnen ze beter analyseren wat de
effecten zijn van bepaalde beslissingen.
Ook het project zelf moest gebruiksvriendelijk opgeslagen worden. Alles stond oorspronkelijk
in een map op een netwerk schijf. Na enige tijd werd deze map opgekuist en werden alle
bestanden op de juiste locaties in sub mappen verdeeld. Zo werd ervoor gezorgd dat alle KPI’s
in een aparte map zaten en dat ze allemaal een correcte en gemakkelijke naam hadden.
De ervaringen die hiermee verbonden waren leerde dat het zeer belangrijk is om een goed
overzicht te houden van de data binnen een bedrijf. Vooral als het over een zeer groot bedrijf
gaat omdat beslissingen anders tegen elkaar kunnen werken. Ook is het zeer belangrijk om
een goede structuur te houden in de data. Al snel leerde men dat er zonder structuur ook
geen reden was om alle data samen te steken.
3 Op een adequate wijze IT-oplossingen configureren, beveiligen en aanpassen zodat
deze beantwoorden aan de veranderende behoeften van de organisatie
Om de oplossing zo flexibel mogelijk te maken werd de code zo goed mogelijk geschreven. Er
kan heel gemakkelijk een dimensie toegevoegd worden, nieuwe KPI’s kunnen ook zeer
gemakkelijk toegevoegd worden dankzij de variabels. Het was ook zeer belangrijk dat de code
duidelijk was voor de overname. Als dit niet het geval zou zijn zouden ze geen aanpassingen
kunnen aanbrengen.
Ook de beveiliging was belangrijk, zo wordt er enkel verbinding gemaakt met de databank in
de generator. Dit zorgt ervoor dat enkel het team deze code kan zien omdat niemand anders
toegang heeft tot de generator. Deze beveiliging is ook verschillend per persoon en dus niet
bruikbaar door iemand anders dan diegene die de toegang heeft gemaakt.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
26
8 Bijlagen
8.1 Bijlage 1: Timesheets
Zie aparte documenten.
8.2 Bijlage 2: Datamodel met 2 fact tables
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
27
8.3 Bijlage 3: Code automatisch opslaan
//=======================================================================
\\
//---------------------------- STORE AND DROP ---------------------------
\\
//=======================================================================
\\
STORE Cards into $(vQvdFolder)Month\$(vQvdBlank)_QVD_Cards Month.qvd;
DROP Table Cards;
IF (NOT isNull(qvdCreateTime('$(vQvdFolder)$(vQvdBlank)_QVD_Cards
Database.qvd'))) THEN
EXECUTE cmd.exe /C xcopy "$(vQvdFolder)$(vQvdBlank)_QVD_Cards
Database.qvd" "$(vQvdFolder)Backup\" /Y;
CardsFinal:
LOAD * From [$(vQvdFolder)$(vQvdBlank)_QVD_Cards Database.qvd]
(qvd)
Where DATE >= AddMonths(Num('$(vLastMonthEnd)', '#0'), -12);
Concatenate
LOAD * From [$(vQvdFolder)Month\$(vQvdBlank)_QVD_Cards Month.qvd]
(qvd);
ELSE
CardsFinal:
LOAD * From [$(vQvdFolder)Month\$(vQvdBlank)_QVD_Cards Month.qvd]
(qvd);
END IF
STORE CardsFinal into $(vQvdFolder)$(vQvdBlank)_QVD_Cards Database.qvd;
DROP Table CardsFinal;
Code om 13 maanden op te slaan met een back-up van vorige maand indien er fouten zijn.
8.4 Bijlage 4: Code dubbele header
Crosstable LOAD 0 as Dummy,
Concat(@1, ' ', RecNo()) as @1,
Concat(@2, ' ', RecNo()) as @2,
Concat(If(len(@3)=0,@2,@3), ' ', RecNo()) as @3,
Concat(@4, ' ', RecNo()) as @4,
Concat(If(len(@5)=0,@4,@5), ' ', RecNo()) as @5,
Concat(@6, ' ', RecNo()) as @6,
Concat(If(len(@7)=0,@6,@7), ' ', RecNo()) as @7,
Concat(@8, ' ', RecNo()) as @8,
Concat(If(len(@9)=0,@8,@9), ' ', RecNo()) as @9,
Concat(@14, ' ', RecNo()) as @14,
Concat(If(len(@15)=0,@14,@15), ' ', RecNo()) as @15,
Concat(@16, ' ', RecNo()) as @16,
Concat(If(len(@17)=0,@16,@17), ' ', RecNo()) as @17
FROM
[..\..\1_Data\SourceFiles\Fraudes $(vLastMonthStart).xls]
(biff, no labels, table is [CREDIT$])
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
28
Where RecNo()>5 and RecNo()<8;
Mapping_Header_Credit:
Mapping Load Type, Value Resident Header;
Drop Table Header;
Rename Fields Using Mapping_Header_Credit;
Dubbele header laden en hernoemen.
8.5 Bijlage 5: Code lege rijen
WHERE(IsNum([Broker : 3000]) and F1 <> 'TOTAL'); Filteren van lege rijen of commentaar en in dit geval ook de rij met het totaal.
8.6 Bijlage 6: Code maand hervormen
CrossTable([Fraud type], Data)
LOAD MONTHLY,
[GROSS FRAUD COUNTERFEIT AMOUNT],
[GROSS FRAUD INTERNET AMOUNT],
[GROSS FRAUD LOST&THEFT AMOUNT],
[NETT FRAUD COUNTERFEIT AMOUNT],
[NETT FRAUD INTERNET AMOUNT],
[NETT FRAUD LOST&THEFT AMOUNT],
[GROSS FRAUD COUNTERFEIT FILES],
[GROSS FRAUD INTERNET FILES],
[GROSS FRAUD LOST&THEFT FILES],
[NETT FRAUD COUNTERFEIT FILES],
[NETT FRAUD INTERNET FILES],
[NETT FRAUD LOST&THEFT FILES]
Resident TempTotal
Where((RowNo < $(vRowNo)) AND (IsNum([GROSS FRAUD LOST&THEFT AMOUNT])));
Crosstable om de maand om te vormen naar een kolom.
8.7 Bijlage 7: Code maand formatteren
Floor(MonthEnd(MakeDate(('$(vLastMonthYear)'-1), SubField(Temp, '_',
1)))) as DATE, Datum omvormen vanuit een slecht geformatteerde datum.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
29
8.8 Bijlage 8: Code totaal berekenen
LOAD F1,
[Total Market]
FROM
[..\..\1_Data\SourceFiles\3000-L2_Portfolio credit cards - Extended
report.xls]
(biff, embedded labels, header is 3 lines, table is [Market share$])
WHERE(F1 = 'TOTAL');
LET vTotal = Peek('Total Market');
DROP Table TempTotal;
Totaal aantal kaarten in een variabele opslaan om later te gebruiken bij berekeningen.
8.9 Bijlage 9: Code titels grafieken
='Portfolio cards per line of business - ' & SubField($(vFilterPortefeuille), '-', 2) & ' ($(=Month(Max(DATE)))/'& '$(=Max(Year)))' Hier staat dan bijvoorbeeld:
Portfolio cards per line of business – Debit (Apr/2014) Code om de grafieken een variabele titel te geven met datum en verwijzing naar
Debet/credit.
8.10 Bijlage 10: Presentatie stage
Zie apart document.
8.11 Bijlage 11: presentatie workshop
Zie apart document.
8.12 Bijlage 12: KPI fiche
Zie apart document.
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
30
8.13 Bijalge 13: Overzicht velden in de databank
Henri Van Laere Hogeschool-Universiteit Brussel nummer: R0339474 2013-2014
31