Bacheloropleiding Religie en levensbeschouwing€¦ · Geschiedenis van het Hindoeïsme 1: tot het...

Bacheloropleiding Religie en levensbeschouwingVrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014 I

De studiegids zal 1 juli beschikbaar zijn. Bekijk alvast de programmaoverzichten van de verschillendeafstudeerrichtingen. De studielast van elke onderwijseenheid is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. Ook vind je in dieregeling alles over de doelstellingen en eindtermen en wat er van je verwacht wordt in de minor. Voor de tijden en dagen waarop de vakken gegeven worden ga je naar het rooster via: www.rooster.vu.nl (denk eraandat je het juiste studiejaar aanklikt). Meer informatie over de (verkorte) programma's en de programmacoördinatoren lees je bij programmaonderdelen.

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014 II

http://vu.nl/nl/studiegids/2013-2014/bachelor/q-z/religie-en-levensbeschouwing/index.asp

http://www.rooster.vu.nl/

Inhoudsopgave

Facultaire minoren Faculteit Godgeleerdheid 1

Minor Boeddhisme 1

Minor Religiestudies 1

Minor Theologie 2

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme 2

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme jaar 1 3

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme jaar 2 3

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme 4

Bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme jaar 1 4

Bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme jaar 2 4

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam 5

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 1 5



Educatieve Minor Godsdienst en Levensbeschouwing 7

BA R&L regulier 7

Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 1 7



Educatieve Minor Godsdienst en Levensbeschouwing 9

Vak: Academische vaardigheden (Ac. Jaar (september)) 9

Vak: Antropologie van Religie (Periode 1) 9

Vak: Arabisch I (Periode 1) 10

Vak: Arabisch II (Periode 2) 12

Vak: Arabisch III (Periode 3) 14

Vak: Arabisch IV (Periode 4) 15

Vak: Arabisch V (Periode 5) 17

Vak: Arabisch VI (Periode 6) 19

Vak: Bachelorscriptie (Ac. Jaar (september)) 20

Vak: Boeddhisme (Periode 2) 21

Vak: Christendom (Periode 4) 21

Vak: Dialoog en boeddhistische visies op andere tradities (Periode 3) 22

Vak: Drie tradities 1: Theravada (Periode 2) 24

Vak: Drie tradities 2: Mahayana/Chan-Zen (Periode 4) 24

Vak: Drie tradities 3: Vajrayana/Tibetaans Boeddhisme (Periode 5) 25

Vak: EM Algemene didactiek en pedagogiek I (Periode 1) 26

Vak: EM Algemene Didactiek en Pedagogiek II (Periode 2+3) 27

Vak: EM Praktijk I (Periode 1) 28

Vak: EM Praktijk II (Periode 2+3) 29

Vak: EM Vakdidactiek Godsdienst en LEVO I (Periode 1) 29

Vak: EM Vakdidactiek Godsdienst en LEVO II (Periode 2+3) 30

Vak: Ethiek van de wereldreligies (Periode 5) 31

Vak: Ethische theorieën (Periode 4) 31

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014 III

Vak: Geschiedenis van de filosofie (Periode 2) 32

Vak: Geschiedenis van de Islam na 1800 (Periode 1) 34

Vak: Geschiedenis van de Islam tot 1800 (Periode 2) 35

Vak: Geschiedenis van het Hindoeïsme 1: tot het jaar 1000 (Periode 6) 37

Vak: Geschiedenis van het Hindoeïsme 2: vanaf het jaar 1000 (Periode 2) 38

Vak: Godsdienstfenomenologie I (Periode 3) 39

Vak: Godsdienstfenomenologie II (Periode 3, Periode 6) 40

Vak: Godsdienstfenomenologie II Verkort (Periode 3) 41

Vak: Godsdienstfilosofie (Periode 1) 41

Vak: Godsdienstpedagogiek (Periode 5) 43

Vak: Godsdienstpsychologie/Godsdienstsociologie (Periode 4) 44

Vak: Hindoefilosofie 1: Filosofie van de Geest in de Samkhya en Vedanta scholen (Periode 1) 44

Vak: Hindoefilosofie 2: Filosofie van het Ritueel in Mimamsa (Periode 3) 45

Vak: Hindoefilosofie 3: Thematische verdieping (Periode 5) 46

Vak: Hindoegeschriften 1: Vedas /Sanskriet 3 (Periode 4) 47

Vak: Hindoeïsme (Periode 1) 47

Vak: Hindoenarrativiteit: Puranas, Ramayana, Mahabharata (Periode 4) 48

Vak: Hindoepraktijk 1: Variëteit aan stromingen en beleving (incl. bhakti en astrologie) (Periode 5) 49

Vak: Inleiding in de Koran en Hadith I (Periode 1) 50

Vak: Inleiding in de Koran en Hadith II (Periode 2) 52

Vak: Inleiding in de sociale wetenschappen (Periode 5) 53

Vak: Inleiding in het Oude Testament (Periode 1) 54

Vak: Islam (Periode 5) 55

Vak: Islam en Europese cultuur (Periode 5) 56

Vak: Islamitische ethiek II (Periode 3) 57

Vak: Islamitische Filosofie (BA) (Periode 5) 58

Vak: Islamitische theologie/Kalam (Periode 2) 60

Vak: Islamitische visies op andere tradities en op het publieke domein (Periode 6) 61

Vak: Jodendom (Periode 4) 62

Vak: Jodendom (verkort) (Periode 1) 63

Vak: Kerkgeschiedenis (Periode 1) 63

Vak: Klassieke teksten 1: Meditatie en psychologie (Periode 1) 64

Vak: Klassieke teksten 2: Mededogen (Periode 2) 65

Vak: Media, religie en populaire cultuur (Periode 5) 66

Vak: Meditatieve en rituele training van de geest in compassie (Periode 5) 67

Vak: Minor bachelor Religie en Levenschouwing (Semester 1) 67

Vak: Nederlands Boeddhisme in context, heden, en verleden (Periode 6) 68

Vak: Nieuwe religieuze stromingen (Periode 6) 69

Vak: Oosterse filosofie A (Periode 3, Zomerperiode) 70

Vak: Oosterse filosofie B (Periode 6) 71

Vak: Rabbijns Jodendom (Periode 3) 72

Vak: Religie en Levensbeschouwing interdisciplinair (Periode 1) 73

Vak: Religies in een pluralistische cultuur (Periode 2) 74

Vak: Religietheorieën en Wetenschapsfilosofie van de religie (Periode 3) 75

Vak: Religieuze existentie in Amsterdam (Periode 2) 76

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014 IV

Vak: Sanskriet 1 (Periode 1) 77

Vak: Sanskriet 2 (Periode 2) 77

Vak: Seculiere levensbeschouwing en zingeving (Periode 4) 78

Vak: Usul al-Fiqh (Periode 1) 79

Vak: Usul al-Tafsir I (Periode 5) 80

Vak: Usul al-Tafsir II (Periode 2) 82

Vak: Vedische psychologie (Periode 6) 83

Vak: Verdieping in een religie of levensbeschouwing (Periode 4) 83

Vak: Voorbereiding scriptie (Periode 5) 84

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014 V

---

Facultaire minoren Faculteit Godgeleerdheid Opleidingsdelen:

Minor Boeddhisme Minor Religiestudies Minor Theologie

Minor Boeddhisme Deze facultaire minor staat voor alle studenten open met uitzondering van bachelorstudenten Religie en Levensbeschouwing. Vakken:

Minor Religiestudies In deze minor neem je een vogelvlucht door de studie van de religie. Je bekijkt twee oosterse religies van dichtbij: hindoeïsme, vanuit een sociologisch perspectief, en boeddhisme, vanuit een meer filosofisch perspectief. Het blijkt dat elke religie een eigen aard en structuur heeft, en eigen antwoorden op de zin van het bestaan. Dat roept de vraag op wat is religie eigenlijk? In het vak Religietheorieën ga je verder in op die vraag en bekijk je de functie van religie. Ook houd je jouw eigen religie-opvatting tegen het licht aan de hand van beroemde denkers zoals Freud, Marx en Eliade. Om te zien hoe religie zich vandaag de dag voordoet in Nederland doe je praktijkonderzoek samen met andere studenten. Je bezoekt bijvoorbeeld een sikh-tempel, of een parkeergarage-kerk in Amsterdam Zuid Oost. In het interdisciplinaire vak ga je de diepte in op een bepaald thema, bijvoorbeeld het thema lichamelijkheid in religie. Welke rol speelt het lichaam eigenlijk volgens, bijvoorbeeld, de Inca’s? Of de joodse cultuur? Bij het vak Godsdienstfenomenologie onderzoeken we de betekenis van religieuze ruimte. Hoe kan een berg of een stad eigenlijk 'heilig' zijn, en wat betekent zo'n plaats voor het alledaagse leven? Aan de hand van dit voorbeeld vragen we ons af: zijn er eigenlijk wel typisch religieuze verschijnselen die overal ter wereld voorkomen, of kunnen we enkel diversiteit constateren?

Naam Periode Credits Code

Boeddhisme Periode 2 6.0 G_BOEDD

Dialoog en boeddhistischevisies op andere tradities

Periode 3 3.0 G_DIABOVI

Godsdienstfenomenologie I Periode 3 3.0 G_GODFEN1

Hindoeïsme Periode 1 6.0 G_HINDOEISME

Klassieke teksten 1:Meditatie en psychologie

Periode 1 6.0 G_KT1

Klassieke teksten 2:Mededogen

Periode 2 6.0 G_KT2

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - B Religie en levensbeschouwing - 2013-2014 30-9-2015 - Pagina 1 van 84

#ModuleGroup:50866260:50770342:1

#ModuleGroup:50676812:50770342:1

#ModuleGroup:50676793:50770342:1

--

Deze facultaire minor staat voor alle studenten open met uitzondering van bachelorstudenten Religie en Levensbeschouwing. Vakken:

Minor Theologie Voor wie een eerste indruk wil hebben van de rijkdom van de theologische studie biedt deze minor een uitgelezen kans. Van bestudering van het oude testament tot het onderzoeken van de hedendaagse geloofsgemeenschappen in Amsterdam bieden de vakken een breed inzicht in de theologie. Je doet niet alleen kennis van de bijbel en het geloof op, maar leert ook hoe je naar het sociale rendement of de ontwikkeling van het denken kunt kijken. Al met al een uitdagende aanvulling op je hoofdstudie en een uiterst waardevolle verbreding van je algemene ontwikkeling. Deze facultaire minor staat voor alle studenten open met uitzondering van bachelorstudenten Theologie. Vakken:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme Opleidingsdelen:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme jaar 1 Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme jaar 2


Antropologie van Religie Periode 1 6.0 G_ANTRELIGIE


Religies in een pluralistischecultuur

Periode 2 6.0 G_RELPLUCUL

Religietheorieën enWetenschapsfilosofie vande religie

Periode 3 6.0 G_RELTWFIL

Religieuze existentie inAmsterdam

Periode 2 6.0 G_BRELEXA


Inleiding in het OudeTestament

Periode 1 6.0 G_INLOT

Kerkgeschiedenis Periode 1 6.0 G_BKERKGS

Rabbijns Jodendom Periode 3 3.0 G_RABJOD






#ModuleGroup:50728584:50728583:1

#ModuleGroup:50866213:50728583:1

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme jaar 1 Vakken:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Boeddhisme jaar 2 Vakken:


Academische vaardigheden Ac. Jaar (september) 0.0 G_ACVA1

Christendom Periode 4 6.0 G_CHRIST

Drie tradities 1: Theravada Periode 2 6.0 G_3TRAD1

Drie tradities 2:Mahayana/Chan-Zen

Periode 4 6.0 G_3TRAD2

Drie tradities 3:Vajrayana/TibetaansBoeddhisme

Periode 5 6.0 G_3TRAD3

Geschiedenis van defilosofie

Periode 2 6.0 G_GESCHFIL


Inleiding in de socialewetenschappen

Periode 5 6.0 G_INLSOCWET

Nederlands Boeddhisme incontext, heden, en verleden

Periode 6 6.0 G_NLBDCHV

Religie enLevensbeschouwinginterdisciplinair

Periode 1 6.0 G_RL_INTDIS




Dialoog en boeddhistischevisies op andere tradities

Periode 3 3.0 G_DIABOVI


Godsdienstfenomenologie II Periode 3, Periode 6 3.0 G_GODFEN2

Godsdienstfilosofie Periode 1 6.0 G_GODSFIL

Godsdienstpsychologie/Godsdienstsociologie

Periode 4 6.0 G_GODPSYSOC

Islam Periode 5 6.0 G_ISLAM

Klassieke teksten 1:Meditatie en psychologie

Periode 1 6.0 G_KT1

Klassieke teksten 2:Mededogen

Periode 2 6.0 G_KT2


--

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme Opleidingsdelen:

Bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme jaar 1 Bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme jaar 2

Bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme jaar 1 Vakken:

Bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Hindoeïsme jaar 2 Vakken:

Meditatieve en ritueletraining van de geest incompassie

Periode 5 6.0 G_MEDRIT



Seculierelevensbeschouwing enzingeving

Periode 4 6.0 G_SECLEBZING






Geschiedenis van hetHindoeïsme 1: tot het jaar1000

Periode 6 6.0 G_GSHINDT

Hindoegeschriften 1: Vedas/Sanskriet 3

Periode 4 6.0 G_VEDS3








Sanskriet 1 Periode 1 6.0 G_SANS1

Sanskriet 2 Periode 2 6.0 G_SANS2


#ModuleGroup:50731693:50728589:1

#ModuleGroup:50866214:50728589:1

---

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam Opleidingsdelen:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 1 Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 2 Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 3

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 1 Vakken:


Geschiedenis van hetHindoeïsme 2: vanaf hetjaar 1000

Periode 2 6.0 G_GSHIND2




Hindoefilosofie 1: Filosofievan de Geest in deSamkhya en Vedantascholen

Periode 1 6.0 G_HINDFIL1

Hindoefilosofie 2: Filosofievan het Ritueel in Mimamsa


Hindoefilosofie 3:Thematische verdieping


Hindoenarrativiteit: Puranas,Ramayana, Mahabharata

Periode 4 6.0 G_HINDNAR

Hindoepraktijk 1: Variëteitaan stromingen en beleving(incl. bhakti en astrologie)

Periode 5 6.0 G_HPRKT1



Vedische psychologie Periode 6 3.0 G_VEDPSY






Geschiedenis van de Islamtot 1800

Periode 2 6.0 G_GESISTOT18


Inleiding in de Koran enHadith I

Periode 1 6.0 G_INLKORHAD1




#ModuleGroup:50045941:50045939:1

#ModuleGroup:50045942:50045939:1

#ModuleGroup:50045943:50045939:1

-

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 2 Vakken:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing, traject Islam jaar 3 Opleidingsdelen:

Educatieve Minor Godsdienst en Levensbeschouwing Vakken:

Islamitische Filosofie (BA) Periode 5 6.0 G_ISLFIL

Islamitische visies opandere tradities en op hetpublieke domein

Periode 6 6.0 G_DIAISVI

Jodendom Periode 4 6.0 G_JODEN




Arabisch I Periode 1 6.0 G_ARAB1

Arabisch II Periode 2 3.0 G_ARAB2

Arabisch III Periode 3 6.0 G_ARAB3

Arabisch IV Periode 4 6.0 G_ARAB4

Arabisch V Periode 5 3.0 G_ARAB5

Arabisch VI Periode 6 6.0 G_ARAB6



Islamitische theologie/Kalam Periode 2 6.0 G_ISLMTHKAL



Usul al-Tafsir I Periode 5 6.0 G_USULUTAF1


Bachelorscriptie Ac. Jaar (september) 6.0 G_SCRBA

Ethische theorieën Periode 4 6.0 G_ETHTHEOR

Geschiedenis van de Islamna 1800

Periode 1 6.0 G_GESISNA18


Inleiding in de Koran enHadith II

Periode 2 6.0 G_INLKORHAD2

Islam en Europese cultuur Periode 5 6.0 G_ISLEURCUL

Islamitische ethiek II Periode 3 3.0 G_ISLETH2


#ModuleGroup:50630353:5004593950045943:2

---


BA R&L regulier Opleidingsdelen:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 1 Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 2 Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 3

Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 1 Vakken:

Minor bachelor Religie enLevenschouwing

Semester 1 30.0 G_MINORRL

Usul al-Fiqh Periode 1 6.0 G_USULUFIQH

Usul al-Tafsir II Periode 2 6.0 G_USULUTAF2

Verdieping in een religie oflevensbeschouwing

Periode 4 6.0 G_VERDRELLEV

Voorbereiding scriptie Periode 5 6.0 G_VOOBASCR


EM Algemene didactiek enpedagogiek I

Periode 1 3.0 OM_EMADEPI

EM Algemene Didactiek enPedagogiek II

Periode 2+3 6.0 OM_EMADEPII

EM Praktijk I Periode 1 6.0 OM_EMPRI

EM Praktijk II Periode 2+3 9.0 OM_EMPRII

EM VakdidactiekGodsdienst en LEVO I

Periode 1 3.0 OM_EMVDGDI

EM VakdidactiekGodsdienst en LEVO II

Periode 2+3 3.0 OM_EMVDGDII



Boeddhisme Periode 2 6.0 G_BOEDD








#ModuleGroup:50045921:50045919:1

#ModuleGroup:50045922:50045919:1

#ModuleGroup:50045923:50045919:1

-

Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 2 Vakken:

Bachelor Religie & Levensbeschouwing regulier jaar 3 Opleidingsdelen:



Jodendom Periode 4 6.0 G_JODEN

Jodendom (verkort) Periode 1 6.0 G_JODENVK

Nieuwe religieuzestromingen

Periode 6 6.0 G_NRELSTRO






Antropologie van Religie Periode 1 6.0 G_ANTRELIGIE



Godsdienstfenomenologie IIVerkort

Periode 3 3.0 G_GODFEN2VK


Godsdienstpedagogiek Periode 5 6.0 G_GODSPED



Media, religie en populairecultuur

Periode 5 6.0 G_MEDIARL

Oosterse filosofie A Periode 3, Zomerperiode 3.0 G_OOSTFILA

Oosterse filosofie B Periode 6 3.0 G_OOSTFILB









#ModuleGroup:50630353:5004591950045923:2


Academische vaardigheden

Antropologie van Religie

Bachelorscriptie Ac. Jaar (september) 6.0 G_SCRBA

Ethiek van de wereldreligies Periode 5 6.0 G_ETHWERREL

Ethische theorieën Periode 4 6.0 G_ETHTHEOR

Minor bachelor Religie enLevenschouwing

Semester 1 30.0 G_MINORRL

Verdieping in een religie oflevensbeschouwing

Periode 4 6.0 G_VERDRELLEV

Voorbereiding scriptie Periode 5 6.0 G_VOOBASCR


EM Algemene didactiek enpedagogiek I

Periode 1 3.0 OM_EMADEPI

EM Algemene Didactiek enPedagogiek II

Periode 2+3 6.0 OM_EMADEPII

EM Praktijk I Periode 1 6.0 OM_EMPRI

EM Praktijk II Periode 2+3 9.0 OM_EMPRII

EM VakdidactiekGodsdienst en LEVO I

Periode 1 3.0 OM_EMVDGDI

EM VakdidactiekGodsdienst en LEVO II

Periode 2+3 3.0 OM_EMVDGDII

Vakcode G_ACVA1 ()

Periode Ac. Jaar (september)

Credits 0.0

Voertaal Nederlands

Faculteit Faculteit der Godgeleerdheid

Coördinator dr. J.W. van Saane

Lesmethode(n) Hoorcollege

Niveau 100

Vakcode G_ANTRELIGIE (100138)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator drs. M. Klaver

Docent(en) drs. M. Klaver


Doel vakDe student: heeft aan het einde van deze cursus een globale kennis van de belangrijkste stromingen en concepten in de antropologie van religie; kan deze concepten relateren aan hedendaagse vormen van religie; kan gangbare conceptualiseringen van religie ter discussie stellen aan de hand van concrete etnografische voorbeelden uit de literatuur en uit de eigen omgeving; kan bevindingen helder weergeven in een mondelinge presentatie. Inhoud vakReligie is een van de meest bestudeerde onderwerpen in de culturele antropologie, en heeft dan ook een lange traditie. In het eerste deel van deze cursus zullen we ingaan op de geschiedenis van de antropologie van religie en een aantal belangrijke begrippen: symbolen en rituelen, het verschil (of niet) tussen religie en magie, antropologische interpretaties van geloof in hekserij, sjamanisme en de rol van trance en andere veranderde bewustzijnstoestanden. Via het bespreken van deze begrippen zullen ook de belangrijkste theoretische stromingen binnen de antropologie van religie aan bod komen, evenals het belang van etnografisch onderzoek. Het tweede deel van deze cursus zal zich richten op hedendaagse vormen van religiositeit in verschillende delen van de wereld vanuit een antropologisch perspectief. Speciale aandacht zal worden besteed aan de rol van globalisering en media in hedendaagse vormen van religie en de relatie van religieuze bewegingen met politiek en geweld, en de rol van gender in religie. Verder zal aandacht besteedt worden aan de these dat religie (voornamelijk in Europa) veranderd in spiritualiteit en de relatie tussen hedendaagse vormen van spiritualiteit met consumentisme en de cultuur van managers. OnderwijsvormDit vak bestaat uit twee bijeenkomsten per week: een hoorcollege en een werkcollege waarvoor wekelijkse opdrachten ingeleverd moeten worden en iedere student een presentatie voorbereid. ToetsvormHet gemiddelde cijfer van de wekelijkse opdrachten en een presentatie over een onderwerp naar keuze (50%) en een schriftelijk tentamen (50%). LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard bekend worden gemaakt. Arabisch I


Vakcode G_ARAB1 (100033)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. W.B.S. el Bouayadi-van de Wetering


Doel vakArabisch: • De Student kent schriftelijke en mondelinge elementaire Arabische taaluitingen en kan deze begrijpen en hanteren van (kennis, inzicht en vaardigheid); • De student is in staat schriftelijke en mondelinge taaluitingen in het Arabisch, die in de methode worden aangeboden van les 1-5, te herkennen, te begrijpen en te gebruiken (kennis, inzicht en vaardigheid); • De student is in staat deze elementaire grammaticale constructies van die lessen in het Arabisch toe te passen. De student is in staat een eenvoudig elementair gesprekje in het standaard Arabisch te voeren (vaardigheid). Reciet: • De student is in staat de soorten de Koranrecitatie (`ilm al-qir’ah) te beschrijven en verschillen aan te geven (kennis); • De student is in staat de regels van de recitatie van de Koran (`ilm al-tajwd) te beschrijven en te communiceren (kennis); • De student kan Sra al-Ftia (1) en al-Ramn (55) 1-13 correct in het Arabisch oplezen en uit zijn hoofd reciteren. Inhoud vakWe starten vanaf niveau 0. Dus mensen met helemaal geen voorkennis van de Arabische taal of het Arabische alfabet kunnen deelnemen. In de eerste 3 lessen wordt het alfabet geleerd en geoefend. In week 4 volgt een diagnostische toets om te kijken of je de eerste beginselen van het technisch lezen in het Arabisch beheerst. Daarna worden les 1 - 5 uit het boek behandeld: Het alfabet, elementaire spelling, het lidwoord, schrijfwijze van de hamza, geslacht, naamvallen, het persoonlijk voornaamwoord, persoonssuffixen, het adjectief, de nominale zin, het nisba-naamwoord, het begrip “hebben”, de onbepaalde relatiefzin, persoonssuffixen bij voorzetsels, de pauzale uitspraak. Bijzondere zelstandige naamwoorden, het gebroken meervoud, diptoten, het persoonlijk voornaamwoord meervoud. Daarnaast worden in de lessen regelmatig eenvoudige leesteksten uit de Koran en de Hadith (overleveringen over de profeet Mohammed (s) ) uitgedeeld om thuis voor te bereiden en in de les gezamenlijk te lezen. In de les wordt als voertaal zoveel mogelijk het Arabisch gebruikt. Daarnaast worden korte dialoogoefeningen aangeboden. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, thuis leren van woorden en teksten en het maken van opdrachten, presentaties. ToetsvormDe beoordeling vindt plaats in de vorm van een diagnostische toets, tussentoets en schriftelijk tentamen. Het is een vereiste dat de student zowel de tussentoets als het schriftelijk tentamen voldoende

Docent(en) dr. W.B.S. el Bouayadi-van de Wetering


Niveau 100


heeft gemaakt. Het eindcijfer wordt als volgt berekend. • 33% tussentijdse toets. • 66% schriftelijk tentamen. LiteratuurTalloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib...! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. Ingesproken basisteksten en oefeningen. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. 5 audio-CD’s. Talloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib...! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. CD-teksten, oplossingenboek, geïntegreerde woordenlijst. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. Koran en hadith-teksten met woordenlijst worden in de les uitgedeeld. Overige informatieHet is noodzakelijk voor dit vak ongeveer 20 uur per week in te plannen. Arabisch II

Doel vakArabisch: • De student is in staat schriftelijke en mondelinge taaluitingen in het Arabisch, die in de methode worden aangeboden van les 1-9, te herkennen, te begrijpen en te gebruiken (kennis, inzicht en vaardigheden); • De student is in staat de grammaticale constructies, die zijn behandeld in les 1-8 in het Arabisch toe te passen (inzicht en vaardigheden); • De student is in staat een eenvoudig gesprek in het standaard Arabisch te voeren over een ingestudeerd onderwerp (kennis en vaardigheden). Reciet: • De student is in staat de soorten de Koranrecitatie (`ilm al-qir’ah) te beschrijven en verschillen aan te geven (kennis); De student is in staat de regels van de recitatie van de Koran (`ilm al-tajwd) te beschrijven en te communiceren; (kennis); • De student kan uitleggen op welke wijze de regels van recitatie verbonden zijn met de inhoud van de gereciteerde passages (kennis en inzicht); • De student is in staat voldoende Koranteksten

Vakcode G_ARAB2 ()

Periode Periode 2

Credits 3.0

Voertaal Nederlands





Niveau 100


uit het hoofd correct met luide stem te reciteren (tartl) om als voorganger (imam) te kunnen dienen in het dagelijkse gebed (vaardigheid). Inhoud vakArabisch: Les 6- 9 uit het boek worden behandeld: Het werkwoord verleden tijd enkelvoud, persoonssuffixen bij persoonsvormen, het gezonde meervoud, de verbale zin. De bezitsconstructie, het aanwijzend voornaamwoord, het lidwoord, de collectiva, sterke werkwoorden, indicatief, de toekomende tijd. Woorden met hamza of waw als 1e stamletter. Daarnaast worden in de lessen regelmatig leesteksten uit de Koran, de Tafsir (Koranexegese) en de Hadieth (overleveringen over de profeet Mohammed (s) ) en moderne literatuur uitgedeeld om thuis voor te bereiden en in de les gezamenlijk te lezen. In de les wordt als voertaal zoveel mogelijk het Arabisch gebruikt. Tevens worden korte dialoogoefeningen aangeboden. Reciet: De lessen reciet worden gegeven door een docent die hierin is gespecialiseerd in een apart werkcollege naast de lessen Arabisch en in samenwerking met de docent Arabisch. Soorten en regels van Koranrecitatie. De laatste helft van Juz’ 30. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, thuis leren van woorden en teksten en het maken van opdrachten, presentaties. ToetsvormDe beoordeling vindt plaats in de vorm van een diagnostische toets, tussentoets en schriftelijk tentamen. Het is een vereiste dat de student zowel de tussentoets als het schriftelijk tentamen voldoende heeft gemaakt. Het eindcijfer wordt als volgt berekend. • 33% tussentijdse toets. • 66% schriftelijk tentamen. LiteratuurTalloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. Ingesproken basisteksten en oefeningen. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. 5 audio-CD’s. Talloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. CD-teksten, oplossingenboek, geïntegreerde woordenlijst. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. Koran en hadith-teksten met woordenlijst worden in de les uitgedeeld. Syllabus reciet wordt op blackboard geplaatst. Vereiste voorkennisArabisch I (G_ARAB1) afgerond.


Aanbevolen voorkennisArabisch I (100033) afgerond. Overige informatieHet is noodzakelijk voor dit vak ongeveer 20 uur per week in te plannen. Na afronding van Arabisch II is het mogelijk deel te nemen aan een excursie naar een Arabischtalig land. Arabisch III

Doel vakArabisch: • De student is in staat schriftelijke en mondelinge taaluitingen in het Arabisch, die in de methode worden aangeboden van les 1-12, te herkennen, te begrijpen en te gebruiken (kennis en inzicht); • De student is in staat de grammaticale constructies, die zijn behandeld in les 1-12 in het Arabisch toe te passen (kennis, inzicht en vaardigheden); • De student is in staat een eenvoudig gesprek in het standaard Arabisch te voeren over een ingestudeerd onderwerp. (kennis en vaardigheden). Reciet: • De student is in staat de soorten de Koranrecitatie (`ilm al-qir’ah) te beschrijven en verschillen aan te geven (kennis); • De student is in staat de regels van de recitatie van de Koran (`ilm al-tajwd) te beschrijven en te communiceren (kennis); • De student kan uitleggen op welke wijze de regels van recitatie verbonden zijn met de inhoud van de gereciteerde passages (kennis en inzicht); • De student is in staat voldoende Koranteksten uit het hoofd correct met luide stem te reciteren (tartl) om als voorganger (imam) te kunnen dienen in het dagelijkse gebed (kennis en vaardigheden); • De student kan de volgende gedeeltes van de Koran op de juiste manier oplezen en uit het hoofd op schone wijze reciteren: Sra 2 (al Baqara): 1-5, 255-257, 285-286 Sra 3 (‘ l ` Imrn): 7, 64, 190-191 Sra 36 (Ysn): 1-27. Inhoud vakArabisch: Les 9 - 12 uit het boek worden behandeld: De conjunctief, het werkwoord moeten, het verbaal naamwoord, het woordenboek raadplegen, syntaxis. Het werkwoord kana, de jussief, de imperatief, iedere, de hele, alle. Het werkwoord kana, de zusters van 'inna, sommige, de ene, de andere, het werkwoord, een woordenboek


Periode Periode 3

Credits 6.0

Voertaal Nederlands






raadplegen. Daarnaast worden in de lessen regelmatig leesteksten uit de Koran, de Tafsir (Koranexegese) en de Hadieth (overleveringen over de profeet Mohammed (s) en moderne literatuur uitgedeeld om thuis voor te bereiden en in de les gezamenlijk te lezen. In de les wordt als voertaal zoveel mogelijk het Arabisch gebruikt. Daarnaast worden dialoogoefeningen aangeboden. Reciet: De lessen reciet worden gegeven door een docent die hierin is gespecialiseerd in een apart werkcollege naast de lessen Arabisch en in samenwerking met de docent Arabisch. Soorten en regels van Koranrecitatie. Sra 2 (al Baqara): 1-5, 255-257, 285-286 Sra 3 (‘ l ` Imrn): 7, 64, 190-191 Sra 36 (Ysn): 1-27. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, thuis leren van woorden en teksten en het maken van opdrachten, presentaties. ToetsvormDe beoordeling vindt plaats in de vorm van een diagnostische toets, tussentoets en schriftelijk tentamen. Het is een vereiste dat de student zowel de tussentoets als het schriftelijk tentamen voldoende heeft gemaakt. Het eindcijfer wordt als volgt berekend. • 33% tussentijdse toets. • 66% schriftelijk tentamen. LiteratuurTalloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. Ingesproken basisteksten en oefeningen. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. 5 audio-CD’s. Talloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. CD-teksten, oplossingenboek, geïntegreerde woordenlijst. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. Koran en hadith-teksten met woordenlijst worden in de les uitgedeeld. Syllabus reciet wordt op blackboard geplaatst. Vereiste voorkennisArabisch II (G_ARAB2) afgerond Overige informatieHet is noodzakelijk voor dit vak ongeveer 20 uur per week in te plannen. Arabisch IV


Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Doel vakArabisch: • De student is in staat gevocaliseerde teksten de hadith met enige moeite zelfstandig met behulp van woordenboek en grammaticaboek te vertalen naar het Nederlands met een snelheid van maximaal 1/2 pag. of 200 woorden in 3 uur (kennis, inzicht en vaardigheden); • De student is in staat teksten uit Koran en hadith te lezen, te begrijpen en hierover taalkundige en grammaticale uitleg te geven (kennis en inzicht); • De student is in staat het woordenboek en het grammaticaboek te hanteren om nodige informatie op te zoeken; • De student is in staat een gesprek in het standaard Arabisch te voeren over enkele relevante onderwerpen en een zelfgekozen en voorbereid onderwerp in het Arabisch te presenteren in een presentatie van ongeveer 10 minuten (kennis, inzicht en vaardigheden); Reciet: • De student is in staat de soorten de Koranrecitatie (`ilm al-qir’ah) te beschrijven en verschillen aan te geven (kennis); • De student is in staat de regels van de recitatie van de Koran (`ilm al-tajwd) te beschrijven en te communiceren (kennis); • De student kan uitleggen op welke wijze de regels van recitatie verbonden zijn met de inhoud van de gereciteerde passages (kennis en inzicht); • De student is in staat voldoende Koranteksten uit het hoofd correct met luide stem te reciteren (tartl) om als voorganger (imam) te kunnen dienen in het dagelijkse gebed (kennis en vaardigheden); • De student kan de volgende gedeeltes van de Koran op de juiste manier oplezen en uit het hoofd op schone wijze reciteren: Sra Ysn: 30-83 Sra Mulk: 1-30. Inhoud vakArabisch: Werkwoordsvervoegingen uit het grammaticaboek worden behandeld: sterke, zwakke en holle werkwoorden, de constructies en vervoegingen van het werkwoord. Leesteksten uit de Hadieth (overleveringen over de profeet Mohammed (s) ) en moderne literatuur worden thuis voorbereid en in de les gezamenlijk gelezen. De verbuiging van het werkwoord wordt nog eens gestructureerd in de les uitgelegd en doorgenomen. Studenten leren om te werken met het grammaticaboek. In de les wordt als voertaal zoveel mogelijk het Arabisch gebruikt. Daarnaast worden korte dialoogoefeningen aangeboden. En houden de studenten korte presentaties in de les. Reciet: De lessen reciet worden gegeven door een docent die hierin is gespecialiseerd in een apart werkcollege naast de lessen Arabisch en in samenwerking met de docent Arabisch. Soorten en regels van Koranrecitatie. Sra Ysn: 30-83



Examinator dr. W.B.S. el Bouayadi-van de Wetering



Niveau 200


Sra Mulk: 1-30. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, thuis leren van woorden en teksten en het maken van opdrachten, presentaties. ToetsvormDe beoordeling vindt plaats in de vorm van een diagnostische toets, tussentoets en schriftelijk tentamen. Het is een vereiste dat de student zowel de tussentoets als het schriftelijk tentamen voldoende heeft gemaakt. Het eindcijfer wordt als volgt berekend. • 33% tussentijdse toets. • 66% schriftelijk tentamen. LiteratuurTalloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. Ingesproken basisteksten en oefeningen. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. 5 audio-CD’s. Talloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. CD-teksten, oplossingenboek, geïntegreerde woordenlijst. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. Hadith-teksten met woordenlijst en aanwijzigingen worden in de les uitgedeeld. Syllabus reciet wordt op blackboard geplaatst. Woordenboek Arabisch-Nederlands of Arabisch Engels in overleg. W.F.G. Stoetzer: Arabische Grammatica in schema’s en regels. Coutinho: 1991. Vereiste voorkennisArabisch III (G_ARAB3) afgerond. Overige informatieHet is noodzakelijk voor dit vak ongeveer 20 uur per week in te plannen. Arabisch V

Doel vakArabisch: • De student is in staat teksten uit de Koran, de hadieth, de fiqh en de tafsir met enige moeite zelfstandig met behulp van woordenboek en grammaticaboek te vertalen naar het Nederlands met een


Periode Periode 5

Credits 3.0

Voertaal Nederlands





Niveau 300


snelheid van minimaal 2/3 pag. of 300 woorden in 3 uur (kennis, inzicht en vaardigheden); • De student is in staat teksten uit Koran en hadieth te lezen, te begrijpen en hierover taalkundige en grammaticale uitleg te geven (kennis en inzicht); • De student is in staat het woordenboek en het grammaticaboek te hanteren om nodige informatie op te zoeken; • De student is in staat een gesprek in het standaard Arabisch te voeren over enkele relevante onderwerpen en een zelfgekozen en voorbereid onderwerp in het Arabisch te presenteren in een presentatie van ongeveer 15 minuten (vaardigheden). Reciet: • De student is in staat de soorten de Koranrecitatie (`ilm al-qir’ah) te beschrijven en verschillen aan te geven (kennis); • De student is in staat de regels van de recitatie van de Koran (`ilm al-tajwd) te beschrijven en te communiceren (kennis); • De student kan uitleggen op welke wijze de regels van recitatie verbonden zijn met de inhoud van de gereciteerde passages (kennis en inzicht); • De student is in staat voldoende Koranteksten uit het hoofd correct met luide stem te reciteren (tartl) om als voorganger (imam) te kunnen dienen in het dagelijkse gebed (kennis en vaardigheden); • De student kan de volgende gedeeltes van de Koran op de juiste manier oplezen en uit het hoofd op schone wijze reciteren: Sura al-Hashr (59) 18-24. Inhoud vakLeesteksten uit de Koran, de Tafsir (Koranexegese), de fiqh (islamitische jurisprudentie) en de Hadieth (overleveringen over de profeet Mohammed (s) ) en moderne literatuur worden thuis voorbereid en in de les gezamenlijk gelezen. De verbuiging van het werkwoord wordt nog eens gestructureerd in de les uitgelegd en doorgenomen. Studenten leren om te werken met het grammaticaboek. In de les wordt als voertaal zoveel mogelijk het Arabisch gebruikt. Daarnaast worden korte dialoogoefeningen aangeboden. En houden de studenten korte presentaties in de les. Reciet: De lessen reciet worden gegeven door een docent die hierin is gespecialiseerd in een apart werkcollege naast de lessen Arabisch en in samenwerking met de docent Arabisch. Soorten en regels van Koranrecitatie. Sra al-ashr (59) 18-24. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, thuis leren van woorden en teksten en het maken van opdrachten, presentaties. ToetsvormDe beoordeling vindt plaats in de vorm van een diagnostische toets, tussentoets en schriftelijk tentamen. Het is een vereiste dat de student zowel de tussentoets als het schriftelijk tentamen voldoende heeft gemaakt. Het eindcijfer wordt als volgt berekend. • 33% tussentijdse toets. • 66% schriftelijk tentamen. Literatuur


Talloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. Ingesproken basisteksten en oefeningen. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. 5 audio-CD’s. Talloen, Herman; Alsulaiman, Abied. Ayyuha t-talib…! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch. CD-teksten, oplossingenboek, geïntegreerde woordenlijst. Antwerpen/Apeldoorn. Garant. 2004. Hadith-teksten met woordenlijst en aanwijzigingen worden in de les uitgedeeld. Syllabus reciet wordt op blackboard geplaatst. Woordenboek Arabisch-Nederlands of Arabisch Engels in overleg. W.F.G. Stoetzer: Arabische Grammatica in schema’s en regels. Coutinho: 1991. Vereiste voorkennisArabisch IV (G_ARAB4) afgerond. Overige informatieHet is noodzakelijk voor dit vak ongeveer 20 uur per week in te plannen. Arabisch VI

Doel vakDe student: is in staat teksten uit de Koran, de hadieth en de tafsir met enige moeite zelfstandig met behulp van woordenboek en grammaticaboek te vertalen naar het Nederlands met een snelheid van maximaal 1/2 pag. of 200 woorden in 3 uur; is in staat teksten uit Koran en hadieth te lezen, te begrijpen en hierover taalkundige en grammaticale uitleg te geven; is in staat het woordenboek en het grammaticaboek te hanteren om nodige informatie op te zoeken; is in staat een gesprek in het standaard Arabisch te voeren over enkele relevante onderwerpen en een zelfgekozen en voorbereid onderwerp in het Arabisch te presenteren in een presentatie van ongeveer 10 minuten. Inhoud vakLeesteksten uit de Koran, de Tafsir (Koranexegese), de fiqh (islamitische jurisprudentie) en de Hadieth (overleveringen over de profeet Mohammed (s) ) en moderne literatuur worden thuis voorbereid en in de les gezamenlijk gelezen. De verbuiging van het werkwoord wordt nog eens gestructureerd in de les uitgelegd en doorgenomen. Studenten leren om te werken met het grammaticaboek. In de les wordt als voertaal zoveel mogelijk het Arabisch gebruikt. Daarnaast worden korte


Periode Periode 6

Credits 6.0

Voertaal Nederlands






dialoogoefeningen aangeboden. En houden de studenten korte presentaties in de les. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges. ToetsvormDiagnostische toets, tussentoets en schriftelijk tentamen. De tussentoets telt voor 1/3 mee voor het eindcijfer en het schriftelijk tentamen voor 2/3. Tenminste mits beiden voldoende zijn gemaakt. LiteratuurWoordenboek Arabisch-Nederlands of Arabisch Engels in overleg.; - W.F.G. Stoetzer: Arabische Grammatica in schemas en regels. Coutinho: 1991; - Talloen Herman, Alsulaiman Abied. - Ayyuha t-talib! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch : Ingesproken basisteksten en oefeningen, Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2004. 5 audio-CDs Talloen Herman, Alsulaiman Abied. - Ayyuha t-talib! Handboek voor het Modern Standaard Arabisch : CD-teksten, oplossingenboek, geïntegreerde woordenlijst, Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2004; - syllabus Reciet. Vereiste voorkennisArabisch V (G_ARAB5) afgerond. Bachelorscriptie

Doel vakDe student: • kan onder begeleiding wetenschappelijk onderzoek doen; • kan onderzoek in deze module schriftelijk presenteren. Inhoud vakIn deze module doet de student onder begeleiding onderzoek waarbij het thema gekozen in module Voorbereiding scriptie (G_VOOBASCR) verder wordt uitgewerkt in een korte scriptie. OnderwijsvormLiteratuurstudie. ToetsvormScriptie. LiteratuurAfhankelijke van het thema van de scriptie. Vereiste voorkennisVoorbereiding scriptie bachelor (G_VOOBASCR).

Vakcode G_SCRBA (109001)

Periode Ac. Jaar (september)

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. J.W. van Saane

Niveau 300


Overige informatieDocent is afhankelijk van het gekozen thema. Boeddhisme

Doel vakDe student: kan een aantal belangrijke boeddhistische verschijnselen, voorstellingen en ideeën historisch plaatsen; kan sociale en culturele patronen in deze verschijnselen, voorstellingen en ideeën omschrijven en kan de samenhang hiervan aangeven. Inhoud vakDe module is een inleiding in het boeddhisme als religie, soteriologie, psychologie en sociaal- historische beweging. In de module zullen thema's als ontstaan, aard en verbreiding van het boeddhisme aan de orde komen. OnderwijsvormHoor- en werkcollege, met gebruikmaking van blackboard. ToetsvormOpdrachten tijdens het college (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurStudiemateriaal verstrekt via blackboard. Huston Smith and Philip Novak, Buddhism: A Concise Introduction. Harper One, HarperCollins Publishers. New York, 2003. Christendom

Vakcode G_BOEDD (100014)

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. A.F.M. van der Braak

Examinator prof. dr. A.F.M. van der Braak

Docent(en) A.P.M. ter Braak


Niveau 100

Vakcode G_CHRIST (100015)

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. B.J.G. Reitsma

Examinator prof. dr. B.J.G. Reitsma

Docent(en) dr. E.V. Tolstoj, dr. P.M. Wisse, prof. dr. B.J.G. Reitsma


Doel vakDe student: • kan in grote lijnen een beeld geven van het ontstaan, de ontwikkeling en de verspreiding van het christendom; • heeft een basale kennis van de kernthemas van het christelijk geloof; • heeft een basaal inzicht in de verschillende vragen en kwesties die bij de kernthemas van het christelijk geloof aan de orde zijn; • is in staat zich enigszins in te leven in de religieuze beleving van christenen, in alle diversiteit. Inhoud vakDe module christendom is één van de inleidingen in de grote wereldreligies in de bachelorfase van de opleiding Religie en levensbeschouwing. In een serie colleges wordt een globaal beeld gegeven van wat het christendom inhoudt. Daarbij wordt aandacht besteed aan de historische ontwikkeling van het christendom, aan kernthemas als God, Jezus Christus, de Heilige Geest, verlossing, de kerk. Ook worden feestdagen en rituelen bestudeerd, als ook verschillende verschijningsvormen van het christendom, ook in Nederland. OnderwijsvormWerk- en hoorcolleges, presentaties, literatuurstudie, papers, zelfwerkzaamheid, bezoek van een kerk. ToetsvormPresentatie en opdracht (40%); schriftelijk tentamen (60%). LiteratuurJ. Hill De geschiedenis van het christendom, Kok (Kampen) 2008; A.McGrath en J.Hoek (red.), Handboek van het Christelijk geloof, uitgeverij Boekencentrum (Zoetermeer), 2008. Overige informatieEr geldt voor deze colleges een aanwezigheidsplicht; 20% van de colleges mag gemist worden. Het tentamen is een open boek tentamen. Dialoog en boeddhistische visies op andere tradities

Doel vakIn dit college leren studenten analytisch kijken naar de manifestatie van religie in multicultureel publiek domein.


Niveau 100

Vakcode G_DIABOVI ()

Periode Periode 3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) C.A.A. van der Heijden



Het algemene gedeelte doceert vanuit de wijsbegeerte en godsdienstwetenschap door Annewieke Vroom. Hier vindt een wijsgerige analyse plaats van visies en attitudes van verschillende religies ten opzichte van elkaar in het gedeeld publiek domein. Hoe gaan religies om met hun positie als meerderheid of minderheid? Hoe verhouden diverse religies zich tot de staat? Hoe wordt er door diverse staten omgegaan met ‘nieuwe religies’? En hoe verhoudt de dialoog tussen individuele beoefenaars zich tot deze context? Studenten volgen dit gezamenlijk en gaan over de thema’s inter-religieus met elkaar in geprek. Het traditie-specifiek gedeelte doceert Mohammed Ajouaou voor het traject islam en en de docent voor het traject boeddhisme is nog onbekend. Deze docenten benaderen de thematiek vanuit het theologische/levensbeschouwelijke perspectief. De studenten volgen dit met het eigen traject, en voeren een intra-religieus gesprek. Hier ligt de nadruk op de oordeelsvorming, dat wil zeggen dat aan de analyse een volgende stap wordt toegevoegd: welke positie zou voor een moslim/boeddhist/hindoe goed zijn om in te nemen in de context van de pluriforme samenleving? Uiteindelijk hangen de godsdienstwijsgerige en de traditie-specifieke oordeelsvorming nauw samen. Een bijzondere aandacht bestaat in beide colleges voor de contextualisatie van tradities en de rol van macht bij mogelijkheden en moeilijkheden van bestaan in een pluriforme samenleving. Inhoud vakAls werkvorm staan analyse en dialoog centraal. Er gelden wekelijkse opdrachten, waarvan elke maandag een opdracht voor een cijfer ingeleverd wordt voor het algemene gedeelte, en elke woensdag voor het traditiespecifieke gedeelte. Op het schriftelijk tentamen worden de gedeeltes samen getoetst. Zie verder de toetsingstabel hieronder. Ten minste een maal komt er een gastdocent optreden. Leerdoelen: Dublin 1) De student kent de feiten van enkele voorbeelden van religie in publiek domein. Dublin 2) De student leert onderscheiden welke factoren van belang zijn in complexe situaties van religie in pluraal publiek domein. Dublin 3) De student leert een eigen visie te formuleren op een constructieve houding vanuit de eigen religie in een betreffende casus. Dublin 4) De student leert in een discussie eigen inzichten kritische en constructief in te brengen onderbouwd met argumenten. Dublin 5) De student kan in het vervolg analytisch kijken naar de factoren die een rol spelen bij religie in pluraal publiek domein. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via blackboard worden bekend gemaakt.


Overige informatieAanwezigheid 80% verplicht. Drie tradities 1: Theravada

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de continuïteit en discontinuïteit binnen de theravada-traditie van het boeddhisme, inzake de verwevenheid van religie, cultuur en maatschappelijke veranderingen, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden; • leert empathisch en kritisch te kijken naar de verscheidenheid aan ontwikkelingen rond en binnen het theravada boeddhisme als historisch verschijnsel; • leert te reflecteren op de perspectivische, contextuele, en tijdgebonden aard van expressies van boeddhistische spiritualiteit. Inhoud vakInleiding in de voornaamste doctrines, praktijken en historische ontwikkelingen binnen het theravada-boeddhisme in spiritueel, sociaal- politiek en institutioneel opzicht, op het gebied van de onderlinge interactie tussen theravada en andere boeddhistische tradities, en op het terrein van de ontmoeting tussen de Aziatische theravada-traditie en de Westerse moderniteit. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt. Vereiste voorkennisGeen Drie tradities 2: Mahayana/Chan-Zen

Vakcode G_3TRAD1 ()

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Niveau 100

Vakcode G_3TRAD2 ()

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de continuïteit en discontinuïteit binnen de verschillende mahayana-tradities van het boeddhisme, inzake de verwevenheid van religie, cultuur en maatschappelijke veranderingen, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden; • leert empathisch en kritisch te kijken naar de verscheidenheid aan ontwikkelingen rond en binnen het mahayana boeddhisme als historisch verschijnsel; • leert te reflecteren op de perspectivische, contextuele, en tijdgebonden aard van expressies van boeddhistische spiritualiteit. Inhoud vakInleiding in de voornaamste doctrines, praktijken en historische ontwikkelingen binnen het mahayana-boeddhisme in spiritueel, sociaal- politiek en institutioneel opzicht (met nadruk op de Chan en Zen tradities) op het gebied van de onderlinge interactie tussen mahayana en andere boeddhistische tradities, en op het terrein van de ontmoeting tussen de Aziatische mahayana-tradities (vooral Chan en Zen) en de Westerse moderniteit. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). Vereiste voorkennisDrie Tradities 1: Theravada (G_3TRAD1). Drie tradities 3: Vajrayana/Tibetaans Boeddhisme

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de continuïteit en discontinuïteit binnen de verschillende vajrayana-tradities van het boeddhisme, inzake de verwevenheid van religie, cultuur en maatschappelijke veranderingen, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden.

Docent(en) prof. dr. A.F.M. van der Braak


Niveau 100

Vakcode G_3TRAD3 ()

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. H.W.A. Blezer

Docent(en) dr. H.W.A. Blezer


Niveau 100


• leert empathisch en kritisch te kijken naar de verscheidenheid aan ontwikkelingen rond en binnen het vajrayana boeddhisme als historisch verschijnsel; • leert te reflecteren op de perspectivische, contextuele, en tijdgebonden aard van expressies van boeddhistische spiritualiteit. Inhoud vakInleiding in de voornaamste doctrines, praktijken en historische ontwikkelingen binnen het vajrayana-boeddhisme in spiritueel, sociaal- politiek en institutioneel opzicht (met nadruk op het Tibetaans boeddhisme) op het gebied van de onderlinge interactie tussen mahayana en andere boeddhistische tradities, en op het terrein van de ontmoeting tussen de Aziatische vajrayana-tradities (vooral Tibetaans boeddhisme) en de Westerse moderniteit. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt. Vereiste voorkennisDrie Tradities 1: Theravada (G_3TRAD1) en Drie Tradities 2: Mahayana/Chan-Zen (G_3TRAD2). EM Algemene didactiek en pedagogiek I

Doel vakDe student neemt kennis van algemene onderwijskundige inzichten op het terrein van (activerende) didactiek en communicatie in de klas, past dit toe in de eigen lespraktijk en kan reflecteren op de eigen lespraktijk Inhoud vakGestart wordt met een startcollege over de docentrollen ontwerper, uitvoerder, teamlid/collega, pedagoog en professional. Verder 4 peergroupbijeenkomsten van elk anderhalf uur, 5 interactieve colleges over de rol van ontwerper en 5 interactieve colleges over de rol van uitvoerder. In een apart college komt microteaching aan bod: reflectie op (video- opnamen) van een gesimuleerde les.

Vakcode OM_EMADEPI ()

Periode Periode 1

Credits 3.0

Voertaal Nederlands

Faculteit Faculteit der Psychologie en Pedagogiek

Coördinator ir. E.J.F. Scheringa

Docent(en) drs. Y.G. Meindersma, drs. L.J. van Well-van Grootheest,drs. S. Attema-Noordewier, ir. E.J.F. Scheringa, dr. H.B.Westbroek

Lesmethode(n) Werkgroep, Hoorcollege

Niveau 300


OnderwijsvormInteractieve hoor- en werkcolleges ToetsvormGewogen beoordeling door alle betrokken opleiders op basis van de ingeleverde portfolio-opdrachten LiteratuurEen syllabus wordt voor of tijdens het eerste college op blackboard geplaatst of uitgereikt. EM Algemene Didactiek en Pedagogiek II

Doel vakAan het eind van dit vak moeten de volgende vragen aantoonbaar positief beantwoord kunnen worden (op te nemen in het portfolio). Kan ik: • kenmerken van goed ontwerp in bestaand lesmateriaal voor het eigen vakgebied herkennen en verantwoorden vanuit algemeen didactisch, vakinhoudelijk en vakdidactisch perspectief? (ontwerper) • op basis van bestudeerde literatuur en eigen ervaring een visie op leren en onderwijzen formuleren? (ontwerper) • op basis van bestaand lesmateriaal een kleine serie lessen ontwerpen die uitvoerbaar is in mijn eigen praktijk en mijn keuzes hierbij verantwoorden? (ontwerper) • een werkorde organiseren en managen waarbinnen het leren van de individuele leerling en de groep mogelijk is? (uitvoerder) • mijn communicatie als leider van een groep analyseren, op effectiviteit beoordelen en waar nodig bijsturen? (uitvoerder) • taakgericht onderwijs en instructie geven? (uitvoerder) • leerlingen ondersteunen en stimuleren in hun ontwikkeling? (pedagoog) • omgaan met en inspelen op de diversiteit binnen de groep(klas)? (pedagoog) • mijn voorbeeldfunctie t.o.v. leerlingen vorm geven en met hen daarop reflecteren? (pedagoog) • binnen de school met anderen samenwerken in b.v. een team/sectie? (teamlid/collega) • buiten de school met mensen en instellingen samenwerken die betrokken zijn bij de zorg voor de leerlingen en de school? (teamlid/collega) • systematisch reflecteren (op wat ik denk, doe en vind) en deze reflectie koppelen aan concrete activiteiten in de klas en in de school en zo laten zien hoe ik leer en wat ik leer? (professional)

Vakcode OM_EMADEPII ()

Periode Periode 2+3

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) drs. B. Klein, drs. Y.G. Meindersma, drs. L.J. van Well-van Grootheest, drs. W.S. Hoekstra, drs. S. Attema-Noordewier

Lesmethode(n) Werkcollege

Niveau 300


Inhoud vakDit vak bouwt voort op de kennis opgedaan in Algemene didactiek en pedagogiek I. De rollen van ontwerper en uitvoerder worden verdiept, daarnaast is er veel aandacht voor de rol van pedagoog. De colleges omvatten peergroupbijeenkomsten van elk anderhalf uur,interactieve colleges over de rol van pedagoog, interactieve colleges over de rol van ontwerper en 2 interactieve colleges over de rol van uitvoerder. Tevens minimaal één specifiek VMBO-werkcollege op een opleidingsschool. OnderwijsvormInteractieve hoor- en werkcolleges. ToetsvormGewogen beoordeling door alle betrokken opleiders op basis van de ingeleverde portfolio-opdrachten. LiteratuurEen syllabus wordt voor op tijdens het eerste college op blackboard geplaatst of uitgereikt. Vereiste voorkennisEM vakdidactiek I, EM Algemene didactiek en pedagogiek I, EM Praktijk I EM Praktijk I

Doel vakGrondige kennismaking met het beroep van docent. Inhoud vakTijdens deze stageperiode staat het oriënteren op het beroep van leraar en het (samen) verzorgen van (deel)lessen centraal. De student krijgt de gelegenheid om gericht lessen te observeren van collega’s binnen en buiten de vaksectie en om deel te nemen aan alle niet-lesgebonden taken die ook bij het beroep horen: vergaderingen bijwonen, ouderavonden, buitenlesactiviteiten met leerlingen, etc. Na twee of drie weken zal de student een begin maken met het geven van (deel)lessen. De werkplekbegeleider (SPD) bespreekt (deel)lessen met de student voor en na. Deze stageperiode omvat 28 dagdelen stage op school, in totaal worden minimaal 48 klassecontacturen gemaakt waarvan minimaal 10 lessen zelfstandig worden gegeven. OnderwijsvormStage op een school voor voortgezet onderwijs, met name in onderbouw havo/vwo en vmbo-t

Vakcode OM_EMPRI ()

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Niveau 300


ToetsvormBeoordeling door de mentor op basis van het oordeel van de werkplekbegeleider in overleg met de schoolopleider aan de hand van lesobservaties en opdracht op de stageschool Overige informatieDit opleidingsonderdeel loopt parallel aan EM Vakdidactiek I en EM Algemene didactiek en pedagogiek I, waardoor een goede wisselwerking mogelijk is tussen theorie en praktijk EM Praktijk II

Doel vakHet kunnen functioneren als zelfstandig docent in de onderbouw havo/vwo en in vmbo-t Inhoud vakTijdens deze stageperiode staat het zelfstandig verzorgen van lessen centraal. Gedurende deze periode zijn er 40 dagdelen stage op school, in totaal worden minimaal 72 klassecontacturen gemaakt waarbinnen met name zelfstandig les wordt gegeven. Deze worden door de student verzorgd in met name het vmbo-tl en in de onderbouw van havo/vwo. Het is prettig als de student ook een beperkt aantal lessen (maximaal 5) in de vierde klas van havo/vwo geeft als kennismaking met het eerstegraads lesgebied. In totaal moeten samen met de zelfgegeven lessen in Praktijk I 60 lessen zelf zijn verzorgd. OnderwijsvormStage op een school voor voortgezet onderwijs, met name in onderbouw havo/vwo en vmbo-t ToetsvormBeoordeling door de mentor op basis van het oordeel van schoolopleider of assessor, in overleg met de werkplekbegeleider aan de hand van lesobservaties en het eindassessment. Vereiste voorkennisEM vakdidactiek I, EM Algemene didactiek en pedagogiek I, EM Praktijk I Overige informatieDit opleidingsonderdeel loopt parallel aan EM Vakdidactiek II en EM Algemene didactiek en pedagogiek II, waardoor een goede wisselwerking mogelijk is tussen theorie en praktijk EM Vakdidactiek Godsdienst en LEVO I

Vakcode OM_EMPRII ()

Periode Periode 2+3

Credits 9.0

Voertaal Nederlands



Niveau 300


Doel vakDe student maakt kennis met de inhoud en didactiek van het schoolvak en leert deze inzichten in de praktijk vorm te geven. Inhoud vakDe colleges van vakdidactiek I bieden een inleiding in het schoolvak en de lesmethoden, met aandacht voor lesplan en toetsing. Er is ook aandacht voor vakspecifieke kennis en vaardigheden en de voor het schoolvak relevante ICT-toepassingen. In het vakdidactiekprogramma vindt eveneens een vertaling plaats van algemeen didactische thema's naar het vak. De leservaringen op school spelen hierbij een belangrijke rol. OnderwijsvormInteractieve hoor- en werkcolleges ToetsvormBeoordeling op basis van ingeleverde portfolio-opdrachten LiteratuurEen syllabus wordt op het eerste college uitgereikt EM Vakdidactiek Godsdienst en LEVO II

Doel vakDe student kan vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden en inzichten vertalen naar de eigen vaklessen. Inhoud vakDe colleges van vakdidactiek II bieden een voortzetting van de schoolvakspecifieke vakdidactiek. De belangrijkste opdracht is het ontwerp en de uitvoering van een lessenserie van 3 lessen, die inhoudelijk en vakdidactisch verantwoord moet worden.

Vakcode OM_EMVDGDI ()

Periode Periode 1

Credits 3.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. J.J.M. van Eersel

Docent(en) dr. J.J.M. van Eersel


Niveau 300

Vakcode OM_EMVDGDII ()

Periode Periode 2+3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. J.J.M. van Eersel

Docent(en) dr. J.J.M. van Eersel


Niveau 300


OnderwijsvormInteractieve hoor- en werkcolleges ToetsvormBeoordeling op basis van ingeleverde portfolio-opdrachten LiteratuurEen syllabus wordt op het eerste college uitgereikt Vereiste voorkennisEM vakdidactiek I, EM Algemene didactiek en pedagogiek I, EM Praktijk I Ethiek van de wereldreligies

Doel vakDe student: heeft inzicht in wat religieuze tradities zeggen over de relatie tussen milieu en ethiek; kan enkele belangrijke geschilpunten tussen Jodendom, Christendom, islam, en autochtone religies uitleggen met betrekking tot de thema's schepping, antropologie, en duurzaamheid. Inhoud vakReligieuze gedachten over schepping. Environmental ethics. Het denken over milieu in wereld religies. OnderwijsvormWerkcollege. ToetsvormVerwerking van opdrachten in de klas (40%), schriftelijk tentamen (60%). LiteratuurWordt door de docent ter beschikking gesteld. Overige informatieAanwezigheidsverplichting (- 4 college uren). Ethische theorieën

Vakcode G_ETHWERREL (105015)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. A.K. Mosher

Docent(en) dr. A.K. Mosher

Lesmethode(n) Hoorcollege, Werkcollege

Niveau 200

Vakcode G_ETHTHEOR (100105)

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Doel vakDe module Ethische Theorieën leidt de studenten in op het veld van de systematische reflectie op morele vraagstukken. Door kennis te nemen van de verschillende normatieve ethische theorieën, hun object en hun methode, krijgen studenten inzicht in de rationaliteit van morele oordeelsvorming. De ethische problematiek van Justice zal dienen als casus voor de beschrijving en analyse van ethische theorieën. Inhoud vakDe leerstof van de module bestaat uit het leren van belangrijkste stromingen en benaderingen in de normatieve ethiek in hun klassieke en hedendaagse vormen. OnderwijsvormWerkcollege. ToetsvormVerwerking opdrachten (60%), Schriftelijk tentamen (40%). LiteratuurTitel: Climate Ethics: Essential Readings. Auteur: Stephen Gardiner (Editor), Simon Caney (Editor), Dale Jamieson (Editor), Henry Shue (Editor), Rajendra Kumar Pachauri (Foreword). Oxford University Press, USA (July 30, 2010). Overige informatieAanwezigheidsverplichting (- 4 college uren). Geschiedenis van de filosofie

Doel vakDe student: • kan de kernbegrippen en grote hoofdproblemen van de onder 'inhoud' genoemde historische periodes benoemen en de belangrijkste ontwikkelingen schetsen die tot verandering van die periode hebben


Coördinator dr. A.K. Mosher

Examinator dr. A.K. Mosher

Docent(en) dr. A.K. Mosher

Lesmethode(n) Hoorcollege, Werkcollege

Niveau 300

Vakcode G_GESCHFIL (100006)

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. W.L. van der Merwe

Examinator prof. dr. W.L. van der Merwe

Docent(en) prof. dr. W.L. van der Merwe


Niveau 100


geleid; • kan met behulp van kernbegrippen de kerngedachten en hoofdvragen noemen van de onder 'inhoud' genoemde filosofen in de geschiedenis van de westerse filosofie; • kan de relevantie aangeven van deze kernbegrippen voor theologische onderwerpen zoals godsleer en de verhouding tussen geloof en rede; • kan een aantal filosofische begrippen en gedachtegangen met elkaar vergelijken; • is bereid en in staat zichzelf de vraag te stellen wat een bepaalde filosoof of filosofisch begrip voor haar of hem persoonlijk betekent (of het aanspreekt of juist niet) en hierover in groepsverband te praten. Inhoud vakThema: De geschiedenis van de westerse wijsbegeerte. Aan de hand van de driedeling oudheid en middeleeuwen (metafysica en antropologie); moderne tijd (kennis en wetenschap) en hedendaagse tijd (taal, betekenis en interpretatie, historiciteit en context ). We staan in het bijzonder stil bij het thema God denken. Belangrijke omwentelingen of verschuivingen in de geschiedenis komen aan bod. De filosofen waar de nadruk op ligt zijn, bijvoorbeeld: Plato, Aristoteles, Augustinus, Aquinas, Descartes, Locke en Hume, Kant, Hegel, Kierkegaard, Nietzsche, Heidegger, Levinas en Wittgenstein. Aansluitend wordt aandacht besteed aan argumentatieleer en wetenschapsfilosofie als onderdeel van AcVa. Zowel de colleges als het AcVa onderdeel zijn gericht op ontwikkeling van competenties in kennis en inzicht, orientatie en communicatie. OnderwijsvormWerk- en hoorcolleges, presentaties, literatuurstudie, zelfwerkzaamheid, groepswerk, etc. Zie verder studiehandleiding, t.z.t. te vinden op Blackboard. ToetsvormSchriftelijk tentamen, tussentijdse opdrachten zoals afgesproken op blackboard of tijdens colleges. De verhouding van eventuele tussentijdse opdrachten t.o.v. de eindtoetsing maximaal 30 % tot tentamen 70%. Literatuur-Handboek: Donald Palmer, Filosofie voor beginners, Utrecht, Het Spectrum, 2009; -Algemeen filosofisch naslagwerk: Störig, Geschiedenis van de Filosofie, Utrecht, Het Spectrum, 2009 (optioneel). Diverse literatuur uit studiezaal en/of bekend gemaakt via blackboard en/of verspreiding door docent. Overige informatieIn deze module worden studenten aangesproken op hun zelfstandigheid in planning en voorbereiding. De ervaring is, dat dit vak moeilijk op het laatste moment te leren is, omdat er een diversiteit aan denken aan de orde is. Van studenten wordt verwacht de colleges voor te bereiden door de leesgedeeltes in Palmer en/of Störig aandachtig te lezen, de leergedeeltes samen te vatten en in aantekeningen na de colleges uit te werken. Studenten worden daarom geacht niet zonder geldige reden afwezig te zijn. De module dient (tevens) als voorbereiding op de modules Systematische Theologie, Godsdienstwijsbegeerte en Hermeneutiek.


Geschiedenis van de Islam na 1800

Doel vakDe student: - Is vertrouwd met de hoofdlijnen van de geschiedenis van de islamitische samenlevingen sinds 1800; - Heeft grondig kennis gemaakt met de stromingen binnen de moderne islam, in relatie tot hun maatschappelijk- en politiek historische context; - Beschikt over de vereiste voorkennis en de vereiste bibliografische kennis om zich verder te verdiepen in de geschiedenis van de islam in een van de volgende gebieden: Iran, Turkije, Egypte, Midden Oosten, Afrika, Indiaansubcontinent, Zuidoost Azië, Europa; - kan kolonialisme, nationalisme, secularisme, liberalisme, fundamentalisme en extremisme kritisch en analytisch relateren aan het ontstaan van de moderne islam. Inhoud vakDeze module gaat over de geschiedenis van het ontstaan en de ontwikkeling van de moderne islamitische samenlevingen. Transformatie proces van de islamitische en de westerse islamitische samenlevingen: verschillen en overeenkomsten. Analyse en synthese van heden van moderne moslimwereld in zijn historische context en in verband met andere culturen en tradities. Deze module is het vervolg op de module 'Geschiedenis van de Islam tot 1800'(G_GESISTOT18). De eerste module behandelt de geschiedenis van de Islam met een verticale voornamelijk chronologische aanpak terwijl deze vervolgcursus; bestaande moslim samenlevingen met een horizontale aanpak behandeld. Deze module vormt eveneens een historische en sociale aanvulling van theoretische islamitische colleges. Met behulp van deze module zullen de studenten leren Islam te beschouwen als een abstract geloof maar ook als een historische realiteit en levende religie van aantal landen in de wereld. Onderwijsvorm- De gekozen onderwijsvorm is een werkcollege. Tijdens het eerste college-uur worden de opdrachten besproken (college 1 tot en met 6) en de presentaties gehouden (colleges 7 tot en met 12). Tijdens het tweede college-uur bespreekt de docent het hoofdstuk dat tijdens het volgende college aan de orde staat. - De opdrachten (colleges 1 tot en met 6) moeten altijd op tijd worden ingeleverd, zodat de docent voldoende tijd heeft om ze te bestuderen.

Vakcode G_GESISNA18 (100045)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator ing. H. Quadir MA

Docent(en) ing. H. Quadir MA


Niveau 200


- Voorafgaande aan de presentaties voeren de studenten een voorgesprek met de docent, waarvoor zij met hem een afspraak maken. Deze voorgesprekken vinden zo spoedig mogelijk plaats (op een maandag of woensdag), zodat de studenten op tijd aan hun taak kunnen beginnen. Persoonlijke consultatie van de docent per e-mail, ook na afloop van de presentatie, met het oog op de voorbereiding van de verbeterde eindversie, blijft te allen tijde mogelijk. De docent is op collegedagen als regel persoonlijk aanwezig en aanspreekbaar. - Aanwezigheid en actieve deelname aan de colleges is een voorwaarde voor de deelname aan het tentamen. ToetsvormHet tentamencijfer wordt als volgt berekend: -- zie raster na punt 8. - 24 % 6x college opdrachten - 16 % presentatie - 60 % schriftelijk tentamen N.B.: 1) In overeenstemming met het examenreglement wordt van u 17 uur per week aan voorbereiding verwacht. 2) Een overmaat aan taal- of grammaticale fouten leidt tot aftrek. Onbegrijpelijke teksten worden geretourneerd. 3) In zes weken worden een boek en aanvullende teksten gelezen. Verder wordt een aantal opdrachten ingeleverd, hetzij papers, hetzij vragenlijsten. Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Als een student twee keer zonder reden of meer dan drie keer met een geldige reden niet verschijnt op het college, heeft zij/hij geen recht meer om opdrachten in te leveren. Werkstukken en/of presentaties die niet op tijd en volgens de afspraken zijn ingeleverd, zullen niet worden geaccepteerd, en evenmin worden meegeteld bij de berekening van het eindcijfer. LiteratuurVerplicht: Lapidus, Ira M.: A history of Islamic societies. (2nd ed.) Cambridge Un. Press 2005. ISBN 0-521-77933-2. (Chapters 22 t/m 32, pp 453-872) Tijdens de colleges zal de docent in zijn inleiding ook aandacht schenken aan het traceren van aanvullende wetenschappelijke literatuur. Overige informatieAanwezigheid tijdens de colleges is verplicht (80%). Werkstukken en/of presentaties die niet op de tijd en volgens de afspraken ingeleverd zijn, zullen niet geaccepteerd, noch meegeteld worden bij het eindcijfer. Om deel te nemen aan het tentamen dienen alle opdrachten te zijn ingeleverd. Geschiedenis van de Islam tot 1800

Vakcode G_GESISTOT18 (100031)

Periode Periode 2

Credits 6.0


Doel vakIn deze module worden de hoofdlijnen van ontstaan en ontwikkeling van de Islam aangereikt als sleutel voor het begrijpen van de religie van de Islam als levende godsdienst van de moslims als gemeenschappen en samenlevingen, ook van islamitische gemeenschappen in minoritaire posities. Door historische analyse leren de studenten oog te krijgen voor de dynamiek van de ontwikkeling van de geloofsleer, jurisprudentie & ethiek onder uiteenlopende omstandigheden. De student: - Is vertrouwd met de hoofdlijnen van de ontstaansgeschiedenis en de geschiedenis van de islamitische samenlevingen tot aan het begin van de 19de eeuw; - Heeft kennis gemaakt met de geschiedenis van de Koran en van belangrijke stromingen in de studie van de traditie (hadîth), theologie (kalâm) en jurisprudentie (fiqh); - Heeft grondig kennis gemaakt met de belangrijkste bestanddelen van de “Klassieke Islam”, in relatie tot hun maatschappelijk- en politiek-historische context; - Beschikt over de vereiste voorkennis en de vereiste bibliografische know how om zijn/haar studie tot aan de hedendaagse periode uit te breiden en voort te zetten. Inhoud vakMet behulp van deze module; doen de studenten elementaire kennis van de geschiedenis van de ontstaan en ontwikkeling van de Islam op; als een sleutel voor begrijpen het levende Islam als een religie en moslims als een volk. Door sira gedeelte zullen ze leren wat belang van de levenswijze van de Profeet (s) en begrijpen zijn duidelijke effect op dagelijks leven van de individuele moslims en op staat gedurende historische ontwikkeling van de islam. Door vervolg historische analyse leren ze ook dynamiek van de ontwikkeling van de geloofsleer en de jurisprudentie & ethiek onder uiteenlopende omstandigheden. Onderwijsvorm- De gekozen onderwijsvorm is een werkcollege. Tijdens het eerste college-uur worden de opdrachten besproken (college 1 tot en met 6) en de presentaties gehouden (colleges 7 tot en met 12). Tijdens het tweede college-uur bespreekt de docent het hoofdstuk dat tijdens het volgende college aan de orde staat. - De opdrachten (colleges 1 tot en met 6) moeten altijd op tijd worden ingeleverd, zodat de docent voldoende tijd heeft om ze te bestuderen. - Voorafgaande aan de presentaties voeren de studenten een voorgesprek met de docent, waarvoor zij met hem een afspraak maken. Deze voorgesprekken vinden zo spoedig mogelijk plaats (op een maandag of woensdag), zodat de studenten op tijd aan hun taak kunnen beginnen. Persoonlijke consultatie van de docent per e-mail, ook na afloop van de presentatie, met het oog op de voorbereiding van de verbeterde eindversie, blijft te allen tijde mogelijk. De docent is op collegedagen

Voertaal Nederlands


Coördinator ing. H. Quadir MA

Docent(en) P.S. van Koningsveld, ing. H. Quadir MA


Niveau 100


als regel persoonlijk aanwezig en aanspreekbaar. ToetsvormHet tentamencijfer wordt als volgt berekend: - 24 % 6x college opdrachten - 16 % presentatie - 60 % schriftelijk tentamen N.B.: 1) In overeenstemming met het examenreglement wordt van u 17 uur per week aan voorbereiding verwacht. 2) Een overmaat aan taal- of grammaticale fouten leidt tot aftrek. Onbegrijpelijke teksten worden geretourneerd. 3) In zes weken worden een boek en aanvullende teksten gelezen. Verder wordt een aantal opdrachten ingeleverd, hetzij papers, hetzij vragenlijsten. Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Als een student twee keer zonder reden of meer dan drie keer met een geldige reden niet verschijnt op het college, heeft zij/hij geen recht meer om deel te nemen aan het tentamen en opdrachten in te leveren. Werkstukken en/of presentaties die niet op tijd en volgens de afspraken zijn ingeleverd, zullen niet worden geaccepteerd, en evenmin worden meegeteld bij de berekening van het eindcijfer. LiteratuurVerplicht: Lapidus, Ira M.: A history of Islamic societies. (2nd ed.) Cambridge Un. Press 2005. ISBN 0-521-77933-2. (Chapters 1 t/m 21, pp. 3-449 ) Tijdens de colleges zal de docent in zijn inleiding steeds ook aandacht schenken aan het traceren van aanvullende wetenschappelijke literatuur. Overige informatieAanwezigheid tijdens de colleges is verplicht (80%). Werkstukken en/of presentaties die niet op de tijd en volgens de afspraken ingeleverd zijn, zullen niet geaccepteerd, noch meegeteld worden bij het eindcijfer. Om deel te nemen aan het tentamen dienen alle opdrachten te zijn ingeleverd. Geschiedenis van het Hindoeïsme 1: tot het jaar 1000

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de continuïteit en

Vakcode G_GSHINDT ()

Periode Periode 6

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Niveau 100


discontinuïteit binnen het hindoeïsme, inzake de verwevenheid van religie, cultuur en maatschappelijke veranderingen, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden; • leert empathisch en kritisch te kijken naar de verscheidenheid aan ontwikkelingen rond en binnen het hindoeïsme als historisch verschijnsel; • leert te reflecteren op de perspectivische, contextuele, en tijdgebonden aard van geschiedschrijving; • verwerft kennis van en inzicht in de complexe inhoud, conceptuele ontwikkeling en religieuze rol en betekenis van de vroegere Vedische geschriften, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden. Inhoud vakDeel I van de tweedelige inleiding in de voornaamste historische ontwikkelingen binnen de hindoe-tradities in levensbeschouwelijk, sociaal-politiek en institutioneel opzicht, op het gebied van de onderlinge interactie tussen hindoe-tradities, en op het terrein van de verhouding tussen hindoe-tradities enerzijds en andere niet-Indiase tradities en westers kolonialisme anderzijds. Terwijl deel I (6credits, in jaar 1) globaal de geschiedenis tot 1000 CE bestrijkt, gaat deel II (6credits, in jaar 2) over de geschiedenis vanaf 1000 CE. In deel I is tevens ondergebracht deel 2 van de Inleiding in de literaire, ritueel-sociale en spiritueel-filosofische aspecten van de Vedas, Brahmanas en Aranyakas, getiteld Hindoe Geschriften 1: Vedas deel 2. Terwijl Geschiedenis van het Hindoeïsme deel 1 (6credits, in jaar 1) globaal de geschiedenis tot 1000 CE bestrijkt, met als vast onderdeel 3credits Hindoe Geschriften 1: Vedas deel 2, gaat Geschiedenis van het Hindoeïsme deel 2 (6credits, in jaar 2) over de geschiedenis vanaf 1000 CE. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via blackboard worden bekend gemaakt. Geschiedenis van het Hindoeïsme 2: vanaf het jaar 1000

Doel vakDe student verwerft: • Kennis van de ontwikkelingen van het hindoeïsme vanuit de middeleeuwen

Vakcode G_GSHIND2 ()

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. V.A. van Bijlert


Niveau 200


tot aan het heden en van de invloeden die zijn uitgegaan van buitenlandse, met name de koloniale aanwezigheid. • Inzicht in de verschillende hedendaagse percepties van hindoeïsme zowel van hindoes zelf als van buitenstaanders. • De student leert de diverse cultuurpolitieke visies op Indiase cultuur te onderscheiden en kan eigen gekozen posities intellectueel onderbouwen. Inhoud vakDe volgende thema’s komen aan bod: orientalisme, postkoloniale theorie, interreligieuze dialoog, hindoe moderniseringsideologieën, politiek hindoeïsme. OnderwijsvormWerkcolleges, presentaties of korte werkpapers. ToetsvormInlevereren van geschreven opdrachten en een afsluitende onderzoekspaper. LiteratuurLiteratuur wordt via blackboard bekend gemaakt. Vereiste voorkennisGeschiedenis van het Hindoeïsme 1 (G_GSHIND1) of een vergelijkbaar niveau. Overige informatieEr is geen aanwezigheidsplicht maar het is sterk aan te raden zoveel mogelijk de colleges bij te wonen. Godsdienstfenomenologie I

Doel vakDe student: heeft globale kennis van het eigene, de mogelijkheden en problemen van het vak godsdienstfenomenologie; kan religies vergelijken aan de hand van gemeenschappelijke fenomenen en terugkerende patronen, zoals het fenomeen ‘religieuze ruimte’; ontwikkelt gevoeligheid voor de zeggingskracht en betekenisvariatie van de vormentaal van religies en levensbeschouwingen, en kan deze mondeling en schriftelijk verworden en verbeelden. Inhoud vak

Vakcode G_GODFEN1 (100094)

Periode Periode 3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. L. Minnema

Docent(en) dr. L. Minnema



De fenomenologische benadering in de godsdienstwetenschap en de kritiek erop (met name Mircea Eliade, Jonathan Z. Smith, James L. Cox en Jacques Waardenburg); vergelijkend-godsdienstwetenschappelijke behandeling van wereldwijd voorkomende verschijnselen, met als centraal thema ‘de structuur en betekenislading van ‘religieuze ruimte’ (religieuze voorstellingen rondheilige ruimtes, levensbeschouwelijk geïnspireerde tuinen. OnderwijsvormHoorcolleges, paper schrijven. ToetsvormSchriftelijk tentamen over collegestof en opgegeven literatuur. Literatuur- Thomas A. Tweed, Crossing and Dwelling: A Theory of Religion. Cambridge, Mass./ London: Harvard University Press, 2006 of latere editie (verplichte literatuur, zelf lenen of aanschaffen); - losse artikelen (via Blackboard in PDF-vorm verkrijgbaar tijdens de voortgang van de colleges). Godsdienstfenomenologie II

Doel vakDe student(e) kan religieuze/levensbeschouwelijke voorstellingen rond een bepaald fenomeen naar keuze uit vooral niet-westerse culturen vergelijken en deze schriftelijk verwoorden. Inhoud vakVergelijking van religieuze/levensbeschouwelijke voorstellingen rond een bepaald fenomeen van actuele of godsdiensthistorische aard, met name ontleend aan niet-westerse culturen. OnderwijsvormZelfstandige literatuurstudie. Bij de keuze van één of twee boeken uit onderstaande boekenlijst geeft de student blijk van zelfstandigheid: het ene boek is dikker dan het andere, maar niet moeilijker, misschien zelfs gemakkelijker; het ene boek is meer voor mensen met een goed geheugen voor feitenkennis, het andere boek is meer voor mensen met een goed analytisch vermogen voor de wijze waarop de auteur haar/zijn betoog opbouwt en beargumenteert; het ene boek is in het Nederlands, het andere boek in het Engels; het ene boek wekt meer interesse in het onderwerp, het andere minder; etc. Tijd nemen om op de studiezaal van de bibliotheek de boeken te verkennen alvorens te kiezen is belangrijk.

Vakcode G_GODFEN2 (100095)

Periode Periode 3, Periode 6

Credits 3.0

Voertaal Nederlands




Lesmethode(n) Hoorcollege, Zelf Studie

Niveau 200


De werkwijze is als volgt: 1. Kies eerst één of twee boeken uit onderstaande boekenlijst. Of het om twee boeken gaat dan wel om slechts één boek is geen voorwerp van vrije keuze maar wordt in de lijst aangegeven en hangt af van het aantal pagina’s en van de moeilijkheidsgraad van de stof; volg de nummering; elk nummer vormt een keuze-optie; je kiest één nummer. 2. Schrijf vervolgens in eigen (!) woorden van elk hoofdstuk een samenvatting, die per hoofdstuk minstens één A4tje beslaat (lettertype 12 aanhouden!) maar ook langer mag zijn per hoofdstuk. 3. Formuleer vervolgens per hoofdstuk haarscherp de bedoeling van de schrijver met dat hoofdstuk. 4. Beredeneer nu welk punt in diens zienswijze, argumentatiewijze en/of weergave (van de auteur dus) het meest overtuigend op jou overkomt en waarom. 5. Beredeneer tenslotte welk punt in diens zienswijze, argumentatiewijze en/of weergave (van de auteur dus) het minst overtuigend op jou overkomt en waarom. 6. Lever in tweevoud het paper in, uiterlijk op de vastgestelde tentamendatum, de geprinte versie in het postvakje van de docent (Dr. L. Minnema) en de digitale versie per email naar [email protected] (hoofdletters hier alleen gebruikt voor de duidelijkheid). ToetsvormPaper (zowel een digitale als een geprinte versie aanleveren). LiteratuurNaar keuze uit de Optielijst (zie studiehandleiding). Overige informatieDe studiehandleiding voor deze module moet worden gedownload vanaf Blackboard (zie daar onder Course Documents). Dat kunnen alleen degenen die zich tijdig hebben ingeschreven voor deze module. Godsdienstfenomenologie II Verkort

Overige informatieDit vak is de listeratuurmodule van Godsdienstfenomenologie II en alleen voor studenten die het verkorte programma volgen. Godsdienstfilosofie

Vakcode G_GODFEN2VK ()

Periode Periode 3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands




Lesmethode(n) Zelf Studie

Vakcode G_GODSFIL (105002)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


mailto://[email protected]

Doel vakIn het onderstaande schema zijn leerdoelen, leermiddelen en toetsing schematisch inzichtelijk gemaakt. Leerdoelen 1) Kennis en Inzicht: -De student kent en begrijpt de diversiteit aan visies op transcendentie en immanentie die bestaat in de wereldwijde reflectie op het menselijk bestaan. -De student kent en begrijpt het aangeleverde model van comperatieve godsdienstwijsbegeerte waarmee de diversiteit een plaats kan krijgen. 2) Toepassen Kennis en Inzicht: -De student kan de diversiteit aan visies via het model met elkaar in verband brengen middels een vergelijkende beschouwing en het belang ervan aangeven. 3) Oordeelsvorming: -De student kan een godsdienstwijsgerige positie formuleren over de relatie tussen visies van verschillende religies en levensbeschouwingen op waarheid en de kernthema’s uit de godsdienstwijsgerige dialoog. 4) Communicatie: -De student kan een wijsgerige dialoog over geloofsinhouden voeren in balans tussen overtuiging, openheid, inleving en kritische zin in zowel een particulier als een algemeen toegankelijk discours. 5) Leervaardigheden: -De student kan in het vervolg de wijsgerige vragen bij aangetroffen religies en levensbeschouwing stellen en ze in relatie tot elkaar doordenken met beschikking over godsdienstwijsgerige theorie en model. Inhoud vakKunnen een boeddhistische visie, een hindoe-visie, een joodse, een christelijke en een islamitische visie en een humanistische visie op de uiteindelijke werkelijkheid tegelijk waar zijn? Het onderzoek naar een zinnige wijze om deze vraag aan de orde te stellen leidt tot voorwaardenvragen: wat zeggen de religies daar zelf over, wat is eigenlijk ‘waarheid’ in relatie tot religie, welke mogelijkheden zien de verschillende religies en levensbeschouwingen aangaande het spreken over het onzegbare, en welke standpunten aangaande diverse thema’s nemen ze concreet in? We behandelen een godsdienstwijsgerig model om de waarheidsbegrippen van tradities met elkaar in verband te brengen en analyseren de moeilijkheden en mogelijkheden van gesprek aan de hand van een beroemde dialoog tussen drie tradities over de zin van het leven in relatie tot het ultieme en goed en kwaad. OnderwijsvormHoor- en werkcollege. Toetsvorm


Coördinator dr. A.L. Vroom

Docent(en) dr. A.L. Vroom


Niveau 200


Beoordeling: inbreng op college 10%, opdracht college 20%, tentamen 70%. Let op: college-opdracht moet strikt op de deadline ingeleverd worden en levert anders een onvoldoende op. LiteratuurEen hoofdstuk uit H.M. Vroom, Religies en de Waarheid, Kok Kampen 1988 (voor wie dat wil te printen vanuit blackboard) . Readings in Philosophy of Religion. East meets West. Eshleman, Andrew (ed.) 2008, Blackwell Publishing. Vereiste voorkennisGeschiedenis van de Filosofie (module G_GESCHFIL). (Enkel voor pre-masters geldt dit niet). Overige informatieOpdracht voor het eerste college, zie Blackboard. Godsdienstpedagogiek

Doel vakDe student: • is in staat een godsdienstpedagogisch thema te onderzoeken en te beschrijven. Inhoud vakBasiskennis van de godsdienstpedagogische theorieën en praktijken. OnderwijsvormHoor - en werkcolleges, presentaties en begeleiding bij de individuele opdracht. ToetsvormEen uitgewerkt interview, groepspresentatie, een individueel paper en een recensie van een paper van een medestudent. LiteratuurZie moduleboek op Blackboard; E.T. Alii, Godsdienstpedagogiek, Dimensies en spanningsvelden, Zoetermeer: Meinema, 2009. Een keuze uit de godsdienstpedagogische literatuur in relatie tot een te onderzoeken en beschrijven probleem. Overige informatie80% aanwezigheid op college wordt verlangd. Als dit onverhoopt niet wordt gehaald kan de student om een aanvullende opdracht vragen.

Vakcode G_GODSPED (105011)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. G.D. Bertram-Troost

Docent(en) dr. G.D. Bertram-Troost


Niveau 200



Doel vakDe student: is in staat te omschrijven welke de belangrijkste benaderingen zijn van religie binnen de godsdienstpsychologie en de godsdienstsociologie (cognitieve vaardigheid); kan onderzoeksverslagen op dit terrein kritisch analyseren (cognitieve vaardigheid); heeft kennis van enkele belangrijke klassieke teksten uit de godsdienstsociologie en de godsdienstpsychologie. Inhoud vakIn deze module staan klassieke teksten uit de godsdienstsociologie en de godsdienstpsychologie centraal. Vanuit deze klassieke teksten wordt een verbinding gelegd met recent onderzoek. OnderwijsvormHoorcolleges en werkcolleges. ToetsvormPresentaties, individuele verslagen en eindverslag. LiteratuurJ.W. van Saane en H.C. Stoffels. Reader Klassieke Teksten Godsdienstpsychologie / Godsdienstsociologie. Vrije Universiteit Amsterdam. Hindoefilosofie 1: Filosofie van de Geest in de Samkhya en Vedanta scholen

Vakcode G_GODPSYSOC (100085)

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. H.C. Stoffels

Examinator prof. dr. H.C. Stoffels

Docent(en) dr. J.W. van Saane, prof. dr. H.C. Stoffels


Niveau 200

Vakcode G_HINDFIL1 ()

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent twee van de belangrijkste klassieke filosofische tradities, nl. Samkhya en Vedanta, en van de wijze waarop deze scholen en denkers zich logisch-positioneel en spiritueel tot elkaar verhouden; • kan schriftelijk verwoorden hoe deze scholen en denkers systematisch hebben gereflecteerd op de relatie tussen het empirische bestaan, de ontwikkeling van spirituele kennis, en de realisering van het transcendente Zelf; • kan schriftelijk en mondeling presenteren hoe deze klassieke filosofische tradities tot op de huidige dag doorwerken in bepaalde bewegingen binnen de hindoe-gemeenschap. Inhoud vakDeze module behandelt uiteenlopende manieren waarop twee klassieke filosofische tradities, de Samkhya school en de Vedanta school, en hun voornaamste denkers (Kapila en Ishvarakrishna resp. Shankara, Ramanuja en Madhva) de relatie tussen de materiële werkelijkheid, het diepste Zelf en de Absolute Werkelijkheid aan de orde stellen, en hoe deze tradities doorwerken in hedendaagse hindoe-bewegingen, zoals de Yoga- scholen, de Ramakrishna-orde, de Gujarati SwamiNarayan beweging en de International Society for Krishna Consciousness (ISKCON). OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, mondelinge presentaties, afsluitend paper. ToetsvormMondelinge presentaties; afsluitend paper. LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt. Hindoefilosofie 2: Filosofie van het Ritueel in Mimamsa

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent één van de belangrijkste klassieke filosofische tradities, nl. Mimamsa, en dan met name rond de kwestie van de betekenis en werking van ritueel handelen; • kan schriftelijk verwoorden hoe de Mimamsa-school de relatie ziet tussen ritueel handelen en moreel handelen, tussen plichten en deugden, en tussen ritueel handelen en rituele kennis; • kan schriftelijk en mondeling een vergelijking presenteren tussen Vedische inzichten en hedendaagse antropologische inzichten omtrent de werking en betekenis van ritueel. Inhoud vak


Periode Periode 3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands




Deze module behandelt de filosofie van één klassieke traditie, nl. de Mimamsa school. Centraal staat de vraag naar de betekenis en werking van ritueel handelen, zowel in de Vedas als in hedendaagse situaties. Mimamsa’s klassieke inzichten in de functie en reikwijdte van ritueel handelen zullen ook worden vergeleken met hedendaagse antropologische inzichten in de werking van ritueel in Ritual Studies (Catherine Bell, Caroline Humphrey & James Laidlaw, Adam B. Seligman & Robert P. Weller). OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, mondelinge presentaties, afsluitend paper. ToetsvormMondelinge presentaties, afsluitend paper. LiteratuurDe literatuur zal via blackboard worden bekend gemaakt. Hindoefilosofie 3: Thematische verdieping

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent enkele van de belangrijkste klassieke en actuele wijsgerige thema’s binnen het hindoeïsme. • kan schriftelijk verwoorden hoe enkele van de belangrijkste klassieke en actuele wijsgerige thema’s binnen het hindoeïsme aan de orde werden gesteld, hoe deze thema’s van belang waren en zijn, en hoe zij tot op de huidige dag doorwerken binnen de hindoegemeenschap. Inhoud vakDeze module concentreert zich op enkele van de belangrijkste klassieke en actuele wijsgerige thema’s binnen het hindoeïsme, hoe deze thema’s aan de orde werden gesteld, hoe zij van belang waren en zijn, en hoe zij tot op de huidige dag doorwerken binnen de hindoe-gemeenschap. Per jaar wordt vastgesteld welke wijsgerige thema’s centraal zullen staan. Deze module bouwt feitelijk voort op ‘Hindoe Filosofie 1: Filosofie van de Geest in de Sankhya en Vedanta scholen’ en ‘Hindoe Filosofie 2: Filosofie van het Ritueel in de Mimamsa school’, maar in deze module is het wijsgerige thema in plaats van de wijsgerige school de invalshoek. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges. ToetsvormPaper. LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt.


Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Niveau 300


Vereiste voorkennisHindoefilosofie 1 (G_HINDFIL1) en 2 (G_HINDFIL2). Hindoegeschriften 1: Vedas /Sanskriet 3

Doel vakDe student: • verdiept kennis van de Sanskriet grammatica: het systeem van de aorist, perfectum en omschreven perfectum; • verwerft inzicht in het Sanskriet metrum en de lange Sanskrietzin; • is in staat met behulp van een dictionaire een eenvoudige passage uit het Sanskriet origineelvan de Bhagavad Gita te kunnen interpreteren (vaardigheden). Inhoud vakVerdere verdieping in het systeem van verleden tijden in het Sanskriet. OnderwijsvormWerkcollege met huiswerk dat men thuis moet maken. ToetsvormVorm van de toetsing (tentamen, eindpaper etc) + de verhouding van eventuele tussentijdse opdrachten t.o.v. de eindtoetsing (bijv: Opdrachten: 30%, Tentamen: 70%). LiteratuurMichael Coulson, Teach Yourself Sanskrit. V.S. Apte The Student’s Sanskrit-English Dictionary, Delhi: Motilal Banarsidass Publishers (alle edities zijn bruikbaar). Vereiste voorkennisModules Sanskriet 1 (G_SANS1) en Sanskriet 2 (G_SANS2) of een vergelijkbaar niveau. Hindoeïsme

Vakcode G_VEDS3 ()

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) dr. V.A. van Bijlert


Niveau 200

Vakcode G_HINDOEISME (100013)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




Doel vakDe student verwerft: • Kennis van het sociologische basismodel van het hindoeïsme. • Inzicht in de wijze waarop hindoes met elkaar acteren, en inzicht in de wijze waarop het sociologische model van het hindoeïsme in allerlei aspecten van het hindoe dagelijks leven te herkennen is (hieronder begrepen feesten, rituelen, spiritualiteit, soteriologie en mythologie. • Vaardigheden: de student is in staat om vanuit het sociologische model zelf allerlei hindoe verschijnselen te interpreteren en hun plaats in het model te geven. Inhoud vakDe volgende thema’s komen aan bod: model van de hindoe samenleving en de hindoe kosmos, cyclisch en lineair tijdsbesef, wereldverzaking, hierarchieen, reinheid tegenover onreinheid, omgang met de dood, godenwereld, vormen van verering, festivals en private rituelen, religieuze gezagsdragers, soteriologieën, hindoeïsme in de diaspora. OnderwijsvormHoorcolleges en literatuurstudie. ToetsvormSchriftelijk tentamen. LiteratuurChris Fuller, The Camphor Flame: Popular Hinduism and Society in India. Princeton University Press 2004 (meerdere edities zijn bruikbaar). Overig materiaal zoals powerpointpresentaties en teksten worden via blackboard beschikbaar gesteld. Overige informatieAanwezigheid bij de colleges wordt sterk aanbevolen. Hindoenarrativiteit: Puranas, Ramayana, Mahabharata

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de belangrijkste narratieve tradities binnen het Hindoeïsme; • kan schriftelijk verwoorden hoe literaire en historische analyses verschillende lagen en motieven daarin blootleggen; • kan schriftelijk en mondeling presenteren hoe de inbreng van deze

Examinator dr. V.A. van Bijlert

Docent(en) dr. V.A. van Bijlert


Niveau 100

Vakcode G_HINDNAR ()

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




verhalen in traditionele en eigentijdse situaties theologisch kan worden geëvalueerd. Inhoud vakDeze module behandelt de epische bronnen van het Hindoeïsme en de dramatisering daarvan in traditionele tempelopvoeringen en moderne verfilmingen. Centraal staan de Puranas, het Ramayana-epos en het Mahabharata-epos. Literaire en historische analyses van de verschillende lagen en motieven in deze verhalen worden verbonden met theologische reflectie op de reeds bestaande praktijken en ook nieuwe mogelijkheden om deze verhalen in te brengen in eigentijdse situaties. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, mondelinge presentaties, afsluitend paper. ToetsvormMondelinge presentaties; afsluitend paper. LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt. Hindoepraktijk 1: Variëteit aan stromingen en beleving (incl. bhakti en astrologie)

Doel vakDe student: • krijgt zicht op en begrip van de variërende praktijk en beleving daarvan in de verschillende Hindoe tradities en kan deze schriftelijk verwoorden; • verdiept zich in één Hindoe praktijk en beleving daarvan in het bijzonder, en is in staat om de overeenkomsten en verschillen met de praktijk van de eigen traditie te verwoorden. Inhoud vakIn deze module krijgt de student inzicht in de variërende praktijk en beleving daarvan in de verschillende Hindoe tradities. Mensen hebben van huis uit de neiging om hun eigen praktijk als uitgangspunt te nemen in plaats van deze te zien als slechts één praktijk onder vele. In deze module staat het inzicht in de variëteit aan Hindoe praktijken en daarmee verbonden specifieke beleving centraal. Zo zijn er verschillen tussen de zgn. ‘Grote Traditie’ en ‘Kleine Traditie’, tussen Indiase, Surinaamse, Pakistaanse en Nederlandse praktijken, tussen rituele en spirituele praktijken, tussen collectieve en individuele praktijken. De module beoogt verdieping in deze variëteit, onder meer doordat de student zich verdiept in één praktijk in het bijzonder, maar dan een Hindoe praktijk van een andere dan de eigen stroming. In het afsluitende praktijkverslag zullen de theoretische en praktische inzichten op elkaar en op de eigen traditie worden betrokken.

Vakcode G_HPRKT1 ()

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, interviews, literatuurstudie. ToetsvormPraktijkverslag. LiteratuurDe literatuur zal worden bekend gemaakt via Blackboard. Overige informatieAanwezigheidsplicht. Inleiding in de Koran en Hadith I

Doel vakDe student: - kent op hoofdlijnen het ontstaan, de indeling en de thematiek van de Koran en de Hadith; kan beknopt uitleg geven over de geschiedenis van de Goddelijke openbaring in het algemeen en de openbaring van de Koran aan de profeet Mohammed (s) in het bijzonder; - kent de geschiedenis van de verzameling en de verspreiding van de Koranische tekst in hoofdlijnen; kent de algemene kenmerken, inhoud, stijl en historische context van de Koran in hoofdlijnen; kent de geschiedenis en de ontwikkeling van de hadithliteratuur en de hadithwetenschap in grote lijnen; kan een werkstuk van enkele pagina's schrijven over de positie van de profeet binnen de islam en de waarde van de soenna binnen de islamitische wetenschappen. Inhoud vakIn de islamitische theologie geldt de Koran als de laatste openbaring van God via een profeet. De verzen die tussen twee kaften van de mushaf (de Koran in boekvorm) staan, zijn de woorden van God en Mohammed is de allerlaatste profeet `de zegel der profeten. Elke moslim moet gedeelten van de Koran uit het hoofd kennen en tijdens de dagelijkse gebeden er een gedeelte uit lezen. De Edele Koran is de hoofdbron van de Islamitische wetenschappen samen met de hadith. De Hadith bestaat uit overleveringen over woorden, daden en bevestigingen van de profeet Mohammed (s). In de cursus worden de geschiedenis van de openbaring en de verzameling van de Korantekst behandeld. De student krijgt informatie over het leven en de positie van de profeet Mohammed (s) in de islam en het ontstaan en de ontwikkeling van de hadithliteratuur.

Vakcode G_INLKORHAD1 (100032)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. Y.A.I.A. Ellethy

Examinator dr. Y.A.I.A. Ellethy

Docent(en) dr. Y.A.I.A. Ellethy


Niveau 100


De cursus bestaat uit twee delen: het eerste deel gaat over de Koran en het; tweede over de traditie van de profeet. Beide delen omvatten 3 hoorcolleges en 3 werkcolleges. Inleiding in de Koran en Hadith I is een basismodule voor alle Islamitische vakken van de Islamitische Theologie. In deze module worden de elementaire begrippen uit de Koran- en de hadithwetenschappen, als bronnen van de Islam, behandeld. De student maakt kennis met de bronnen, de tekst, de indeling, de termen en de inhoud. De Koran en de hadith vormen het fundament in de Islam. De kennis van deze twee bronnen is de basis van de verdere studie. OnderwijsvormIn de module worden drie onderwijsvormen gehanteerd: zelfstudie, werkcolleges en hoorcolleges. Met zelfstudie en hoorcolleges wordt gestreefd naar het bereiken van kennisdoelen en met de werkcolleges wordt naast kennisdoelen ook gestreefd naar het bereiken van vaardigheidsdoelen. Hoorcolleges geef ik in een klassieke vorm voor het mondeling overdragen van basiskennis. Er is altijd ruimte voor vragen en inbreng. Er is sprake van interactieve samenwerking met de student, onder begeleiding van de docent. Mijn verwachting van de werkcolleges is dat de studenten die actief deelnemen, een hoger cognitief niveau bereiken. Enerzijds is dit een leervorm en anderzijds een toetsvorm. ToetsvormSchriftelijk tentamen en paper. Het eindcijfer wordt als volgt berekend: 70 % schriftelijk tentamen 12 % eindwerkstuk 12 % collegeopdrachten 6 % inzet tijdens de colleges en via blackboard LiteratuurVerplichte literatuur: Hofmann, Murad W. Qur¿an. (2005) Istanbul-Ça¿r¿ Yay¿nlar¿. ISBN 9789754540680. Heel boek [94 blz. ]; Siddiqi, Muhammad Zubayr. The hadith for beginners, Goodword books, reprinted 2003 New Delhi - India (aangeduid als SDQ) ISBN 1-87570-16-4. De eerste druk was "Hadith literature: its origin, development, special features and criticism" genoemd. Heel boek. [220 blz. ]; Een Nederlandse Koranvertaling. Eerste 5 soera¿s en de soera 24, al-Noer [135 blz. ] dient te studenten analytisch lezen; Verdere boekdelen en artikelen zijn als PDF beschikbaar op het Blackboard. Aanbevolen literatuur: Hamidullah, Muhammad. (2007, reprinted). An Introduction to the Conservation of Hadith: in the Light of the Sahifah of Hammam ibn Munabbih. Kuala Lumpur-Islamic Book Trust. ISBN 9789839154948. Heel boek. Eerste 90 pagina als tentamenstof, tekst en vertaling van 138


hadith als extra hadith lezing; Von Denffer, A. `ulûm al-Qur'ân: an introduction to the sciences of the Qur'ân. Leicester UK. 1994. Revised edition. ISBN 0860372480; Watt, W. Montgomery. Inleiding tot de KORAN. Uitgeverij de Ploeg-Utrecht. ISBN 906584029X. Of de oorspronkelijke Engelse versie Bell's introduction to the Qur'an. Edinburg Un. Press. 1970; Leemhuis, Fred. Koran. In Islam: norm, ideaal en werkelijkheid. red.J. Waardenburg. Fibula. pp. 54-74; Motzki, H. Introduction: hadith: origins and developments. In The formation of the classical Islamic world-28: Hadith. red.H. Motzki. ISBN 0 86078 704 4. pp. xii-lxii; Al- Qattan, M. Mabahith fî ulûm al-Qur'ân. Beirut. 1996; Bennabi, M. Le phénomèn coranicue: essai d'une théorie sur le Coran. Paris. 1968; Y'ld¿ r'm, S. Kur'an- Kerim ve Kur'an ilimlerine giri'. Istanbul. 2000; Çakan, I.L. Anahatlar'yla hadis: bilgisi-tarihi-dindeki yeri ve okuma-okutma yöntemi. Istanbul. 2005. ISBN 975 6794526 Overige informatieEr is geen specifieke toegangseis voor deze module. Iedereen is hartelijk welkom! Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Werkstukken en/of presentaties die niet op de tijd en volgens de afspraken ingeleverd zijn, zullen niet geaccepteerd, noch meegeteld worden bij de bepaling van het eindcijfer. Alle opdrachten dienen voor het tentamen te zijn ingeleverd. Inleiding in de Koran en Hadith II

Doel vakDe student: kan de terminologie op het gebied van de hadithwetenschappen benoemen, uitleggen en toepassen; kan uitleg geven over de belangrijkste concepten van de principen van hadithwetenschappen ['ilm/usûl al-hadith]; kan de inhoud van een aantal in de les behandelde Koran- en Hadithteksten weergeven en deze teksten volgens de methode van de Koran- en hadithwetenshappen analyseren en uiteenleggen; kan in hoofdlijnen iets vertellen over de hedendaagse discussies en problematiek van de hadith in de moderne tijd; kan de belangrijke tafsirliteratuur benoemen en hier uitleg over geven. Inhoud vakHier wordt meer aandacht gegeven aan de hadithwetenschappen; geschiedenis van usûl al-hadith, isnâd of sanad: deconstructie van een sanad; leeswijze van een sanad, overlevering, overleveraar, aanvaardbaarheid en onaanvaardbaarheid, hedendaagse discussies over

Vakcode G_INLKORHAD2 (100042)

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 300


soenna, verschillende visies binnen de hadith literatuur en aantal uitgekozen teksten uit de Koran, hadith zelf en hadith commentaar (sharh). OnderwijsvormHoor- en werkcolleges met schriftelijke opdrachten-papers. ToetsvormSchriftelijk tentamen (65%) + eindpaper met opdrachten (35%). LiteratuurAzami, M.M. Studies in (early) Hadith Methodology and Literature. (1978) Indianapolis 1992 reprinted. Al-Asqalânî, Ibn Hajar. Fath al-bârî. Beirut 1991; Al-Naw?wi, Y. Sharh sahih Muslim. Beirut 1996; Al-Saleh, S. `Ulûm al-hadith wa mustalahuhû. Beirut 1984; Al-Tahhan, M. Taysîru mustalah al-hadith. Riyadh 1996; Brown, D. Rethinking tradition in modern islamic thought. Cambridge Un. Press UK 1996; Çakan, I.L. Hadîs usûlü. Istanbul 2003; Philips B., Usool Al-Hadith, the Methodology of Hadith Evaluation, IIPH, Riyadh, 2003; Siddiqi, M., Hadith for Beginners, New Delhi : Goodword Books, 2000; Usmani, M.T., The Authority of Sunnah, Idratul Quran, Karachi, 1991. Aanbevolen voorkennisInleiding in de Koran en Hadith I (G_INLKORHAD1), Arabisch VI (G_ARAB6), Geschiedenis van de Islam tot 1800 (G_GESISTOT18) en Usul al fiqh (G_USULUFIQH). Overige informatieAanwezigheidplicht: 80% Inleiding in de sociale wetenschappen

Doel vakDe student • is in staat te omschrijven wat het object en de voornaamste onderzoeksmethoden zijn van de sociale wetenschappen; • heeft een elementair inzicht in de betekenis van religie voor mens en samenleving en de betekenis van sociale en psychologische factoren voor religie; • is zich bewust van de soms spanningsvolle relatie tussen sociale wetenschappen, theologie, geloof en levensbeschouwing; • kan elementaire psychologische en sociologische begrippen toepassen op religieuze verschijnselen.

Vakcode G_INLSOCWET (100021)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. H.C. Stoffels

Docent(en) dr. J.W. van Saane, prof. dr. H.C. Stoffels


Niveau 100


Inhoud vakIn deze module maken de studenten kennis met begrippen en inzichten uit de godsdienstpsychologie en de godsdienstsociologie. Tevens maken de studenten kennis met methoden en technieken van empirisch onderzoek. De kennis en vaardigheden worden in de module Religieuze Existentie in Amsterdam (jaar 2) nader uitgewerkt en toegepast. OnderwijsvormHoorcolleges, wekelijkse opdrachten, literatuurstudie. ToetsvormWekelijkse opdracht (op tijd ingeleverd en voldoende); schriftelijk tentamen met hoofdzakelijk multiple choicevragen en een enkele essayvraag. LiteratuurG. Dekker en H.C. Stoffels, Godsdienst en samenleving. Een introductie in de godsdienstsociologie, Kampen: Kok 2009, 8e druk; Joke van Saane, Religie is zo gek nog niet. Een introductie in de godsdienstpsychologie. Kampen: Ten Have 2010. Overige informatieStudenten moeten de wekelijkse opdrachten op tijd inleveren. Wie te laat inlevert, krijgt een punt minder bij het eindcijfer. Deze module behoort tevens tot het curriculum van de bacheloropleiding Religie en Levensbeschouwing (R&L). Inleiding in het Oude Testament

Doel vakEindtermen waaraan de student moet voldoen bij het voltooien van de module: 1) De student heeft overzicht van de inhoud van het Oude Testament, zijn ontstaansgeschiedenis en van de wereld waarin het is ontstaan. 2) De student heeft inzicht in de wetenschappelijke benadering van het Oude Testament. 3) De student heeft vaardigheid om de verschillende benaderingen kritisch te beoordelen en te relateren aan de eigen opvattingen. Inhoud vakDe inhoud van de module: canon, torah, profetische teksten, poëzie, wijsheid, buiten-Bijbelse teksten, archeologie. De module richt zich op de ontstaansgeschiedenis, Umwelt, theologie en inhoud van het Oude Testament. De module is de eerste in de leerlijn Oude Testament die in periode 5 gevolgd wordt door Exegese Oude Testament en ten behoeve waarvan in periode 2, 3 en 4 Hebreeuws geleerd wordt. In jaar 3 vormt

Vakcode G_INLOT (100001)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. K. Spronk

Docent(en) prof. dr. K. Spronk


Niveau 100


de module Bijbelse Theologie deel van deze op dat moment met Nieuwe Testament gedeelde leerlijn. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges, waarbij ook steeds gezamenlijk een Bijbeltekst wordt gelezen. Voor elk college wordt ter voorbereiding een gedeelte van de literatuur opgegeven. ToetsvormTentamen telt voor 80%. De opdrachten in de werkcolleges tellen 20%. LiteratuurBijbel met deuterocanonieke boeken, Nieuwe Bijbelvertaling, 2004. Michael D. Coogan, A Brief Introduction to the Old Testament: The Hebrew Bible in Its Context, Second Edition, New York – Oxford: Oxford University Press, 2011 (onder voorbehoud. Extra materiaal wordt via blackboard bekend gemaakt. Islam

Doel vakDe student: heeft kennis van de belangrijkste onderwerpen uit het theologisch islamitisch denken via (vertaalde) teksten uit de koran; kan een aantal stromingen en vertegenwoordigers van de klassieke en de moderne islam noemen en beschrijven; kan de kernelementen van de islam noemen. Inhoud vakDe module geeft een grondige inleiding in de islam (godsdienst en gemeenschap). In de module worden ter ondersteuning van deze inleiding teksten besproken uit de koran en hier en daar ook uit islamitische klassieke, moderne literatuur en traditie. Daarnaast doet de student zelf onderzoek naar bepaalde onderwerpen en levert het resultaat in in de vorm van korte papers of mondelinge verslagen. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges. ToetsvormSchriftelijk tentamen (65% en deelname, opdrachten + papers 35%) . LiteratuurHans Küng, De Islam; Ljamai, A. Inleiding tot de studie van de Koran; De Koran (nederlandse of engelse vertaling); Frank E. Peters. Islam en

Vakcode G_ISLAM (100016)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 100


de joods-christelijke traditie. Een verkenning; Fazlur Rahman, Islam; Edward Said, Orientalism; Anton Wessel, Leereenheden Inleiding tot de Islam. Overige informatieMaximale afwezigheid: 4 losse college-uren (= 2 keer). Islam en Europese cultuur

Doel vakDe student: kan zich enkele fundamentele begrippen en instrumenten van fiqh eigen maken. (met name: mazhab (wet & ethiek scholen), ijtihad (ontwikkeling nieuwe fatwa's), darûra (uitzonderingreglement bij noodzaak) en fiqh voor immigranten of fiqh voor minderheden; kan een essay van enkele pagina¿s schrijven over de maqasid al-sharia (filosofie van islamitische ethiek & jurisprudentie); kan een betoog houden over een actueel thema binnen de context van de islam zoals deze gebracht in Nederland vanuit islamitische landen en de recontextualisering in de Nederlandse (West- Europese) cultuur. Inhoud vakDe module "Islam en Europese Cultuur" is van hoog niveau wat betreft islamitische ethiek (fiqh). Inhoud van de module bestaat uit twee delen: een theoretisch en een praktisch deel. Inhoud van het theoretische gedeelte is als volgt: Filosofie van de islamitische ethiek en jurisprudentie [Makasid al- sharia], jurisprudentie met betrekking tot minderheden [fiqh al- aqalliyât], jurisprudentie met betrekking tot actuele situaties [fiqh al-nawazil], de algemene regels om `moderne religieuze vraagstukken¿ te behandelen, de islambeleving in Europa, actuele islamitische discussies in Nederland. Het praktische gedeelte is dynamisch en interactief. De inhoud wordt ieder jaar bepaald in overleg met de studenten. Elke student kiest een onderwerp en geeft hierover tijdens het college een presentatie. Dit vindt plaats na het einde van het theoretische deel van de module. De studenten zullen enkele metatheorieën leren begrijpen die de achtergrond vormen voor de islamitische ethiek en wetgeving (fiqh) begrijpen en via zijn gekozen praktische vraagstukken leren de religie vanuit binnen perspectief te contextualiseren. Deze notie/heuristiek vormt een basisvisie voor hun toekomstige religieuze en professionele functie.

Vakcode G_ISLEURCUL (100051)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. M. Aulad Abdellah

Docent(en) dr. M. Aulad Abdellah


Niveau 300


OnderwijsvormDe gekozen onderwijsvorm is een hoorcollege met gelegenheid van interactie in het theoretische deel van de module. Na de presentaties van de studenten, zullen de andere studenten en docent feedback geven. ToetsvormPresentatie & paper en schriftelijk tentamen. Het tentamencijfer wordt als volgt berekend: 12 % 6x college opdrachten ter voorbereiding; 18 % casus als eindpaper; 65 % schriftelijk tentamen; 5 % actieve participatie tijdens de colleges en via blackboard, inzet. LiteratuurMas`ud, M.H.: Islamic legal philosophy: a study of Abu Ishaq al-Shatibi¿ s life and thought. Islamabad-Pakistan 1977. Weeramantry CG 1984 reprinted; Alwani Taha Jabir al-. (2003)Towards a Fiqh for Minorities: Some Basic Reflections. London: IIIT. 156564400X; Extra stof via blackboard. Overige informatieVoorbereiden door lezen van teksten en collegemateriaal, aantekeningen maken, via blackboard discussiëren, opdrachten altijd op de tijd inleveren (verplicht). Aanwezigheid is een voorwaarde voor de deelname aan het tentamen. Collegeopdrachten dienen voor het betreffende college per e-mail ingeleverd te worden bij de docent dus, NIET via blackboard. Als een derdejaars vak is deze module een vervolg op fiqh (islamitische ethiek) modulen en behandelt hoge niveau usul al-fiqh kwesties van hoog niveau. Arabisch niveau 6 (30 EC) en afronding van de de module usul al-fiqh gelden als inschrijfeis voor deze module. Aanwezigheid tijdens de colleges is verplicht. Islamitische ethiek II

Doel vak

Vakcode G_ISLETH2 (100048)

Periode Periode 3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands





Niveau 300


De student: kan zelfstandig een moderne ethische vraag behandelen volgens de regels van de islamitische ethiek; kan het verschil tussen klassieke en moderne denken over ethiek en heeft het vermogen om zelfstandig kritisch beoordeling te geven; kan bijdrage inleveren aan discussie over theoretisch ethische thema's en medische ethiek; kan de verworven kennis toepassen in een casus en de praktijk; heeft vaardigheid in het behandelen van en uitwerken van een thema op het gebed van de Islamitische ethiek; kan samen werken met medestudenten; kan een werkstuk schrijven en zijn/haar bevindingen begrijpelijk en samenhangend te presenteren. Inhoud vakDefinitie van het begrip Euthanasie: - het standpunt van de islam over Euthanasie; - levensbeschouwelijke en religieuze vorming; - discussiepunten. Een korte geschiedenis van orgaandonatie in de islam: - wat is de plaats van orgaandonatie binnen de islam?; - de madahieb, stromingen, binnen de islam. Inleiding over Abortus: - terminologie van Abortus; - de standpunt van de wetscholen: - Hanafi wetsschool - Shafi'i wetsschool - Hanbali wetsschool. Fatwa's in de islam over orgaandonatie. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges. werkstuk maken, presentatie houden, ToetsvormSchriftelijk tentamen (65%), werkstuk (20%), presentatie (15%). LiteratuurAbdulwahid Van Bommel, Islam en Ethiek in de Gezondheidszorg Uitgeverij Oase, pp 60-76 en 78-84; Mohamed Ousalh, Euthanasie: Een onderzoek vanuit Islamitisch perspectief. Masterscriptie, onder de begeleiding van Prof. Dr. Henk Vroom en Dr. Marzouk Aulad Abdellah; Omar El-bouchhati, Een studie naar de plaats van orgaandonatie in de islam. Onder de begeleiding van Dr. arzouk Aulad Abdellah. Dr. Stella van de Wetering; Alie Haroen Scheik, Geboorteregeling in de Islam, Uitgeverij Noer, Delft 2005; Dr. Mohammed Naim yasin, Abhaat Fiqiya fi Qadaya tibiyah Moeasirah, Daar al-nafays, Jordanië, 2000. Islamitische Filosofie (BA)

Vakcode G_ISLFIL (100047)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Doel vak- De student is in staat om het ontstaan en de ontwikkeling van het filosofisch denken en de verschillende islamitische filosofische tradities te beschrijven. - De student is in staat om de specifieke kenmerken van de islamitische wijsbegeerte en de opdracht die de islamitische filosofen in de klassieke periode ten doel heeft gesteld te beschrijven. - De student maakt kennis met de belangrijke issues in het klassieke islamitisch filosofisch denken zoals Godsbewijzen, Gods Eigenschappen, Gods Kennis, relatie van God met de schepping, geloof en politiek, vrije wil versus predestinatie, menselijk verantwoordelijkheid versus Gods interventie, geloof versus wetenschap, autoriteit van de Schrift versus de autoriteit van de rede enzovoort. - De student is in staat om eigen standpunten inzake de behandelde materie (issues en debatten) te formuleren, onderbouwen en verdedigen in mondelinge en schriftelijke presentaties. Inhoud vakWat maakt het denken dat we hier aanduiden met 'islamitische filosofie' zo 'islamitisch' en zo 'filosofisch'? Passen deze twee aanduidingen eigenlijk bij elkaar? Wat is het zo typerende voor de islamitische filosofie of wijsbegeerte? Wat is haar positie ten opzichte van de menselijke rede en de autoriteit van de traditie en de openbaring? Hoe verhoudt de islamitische filosofie zich tot andere disciplines van het islamitisch denken (Kalam, Usul‘l fiqh, Sufisme, taalwetenschappen enzovoort)? Welke bijdrage heeft de islamitische filosofie geleverd aan de islamitische beschaving? De module tracht antwoord te geven op deze vragen. Daarnaast maken studenten kennis met een aantal kernvraagstukken waarmee het islamitisch wijsgierig denken mee te doen had. OnderwijsvormCombinatie van hoorcollege, werkcollege en discussies op basis van close reading van primaire teksten (Arabisch, Engels, Nederlands). ToetsvormActive participatie middels het maken van opdrachten, het geven van presentaties en het deelnemen aan discussie (40%); Afsluitend schriftelijk tentamen over de stof (60%). De opgegeven literatuur dient voorbereid te worden voor de colleges. LiteratuurVerplicht: - M. Leezenberg, 'Islamitische filosofie. Een geschiedenis', derde druk, 2008. Aantal pagina: 388, midden formaat. - Averroes. 'Geloof en wetenschap in de islam. Averroes' "Het beslissende woord", Vertaald, ingeleid en geannoteerd door R. Kruk, tweede druk, 2006. Aantal pagina’s: 70, kleine formaat. - A. Arberry, translated bij, 'Avicenna on Theology' (datum uitgave onvermeld). Aantal pagina’s: 82, kleine formaat. Additionele literatuur: -Seyed Hossein Nasr, 'Islamic philosophy from its Origin to the

Coördinator dr. M. Ajouaou

Docent(en) dr. M. Ajouaou


Niveau 100


Present', 2006. Islamitische theologie/Kalam

Doel vakDe student: kan het begrip godsdienst en geloof weergeven volgens de definitie van moslimgeleerden; kan de verhouding tussen geloof (iman) en handelingen (amal) weergeven; heeft inzicht in de korte en uitgebreide geloofsprincipes van de islam; kan de fundamentele islamitische begrippen rond geloofsleer beschrijven; heeft inzicht in drie fundamenten van de islamitische geloofsleer namelijk teleologie (ilahiyyat), profeetschap (nubuwwa) en het hiernamaals (akhira); kan het ontstaan en de ontwikkeling van kalam scholen beschrijven; kan tenminste 5 discussiepunten onder de belangrijkste moslimtheologen uit de klassieke periode (+- 700-1200) van islamitische theologie/kalam weergeven; kan de algemene principes van ahlus-Sunna, en vijf principes van de mutazila benoemen en uitleggen; kan het verschil tussen de ahlu's-Sunna scholen weergeven; kan de theologische uitgangspunten van verschillende oude en nieuwe islamitische stromingen en sekten vergelijken en analyseren. Inhoud vakDe definities van de islamitische godsdienst, betekenis van de islamitische geloofsbelijdenis, enkele belangrijke islamitische begrippen, de zes geloofspunten, het begrip God en goddelijke eigenschappen, profeetschap in de islam (nubuwwa) en hiernamaals (`âkhira) qadâ' en qadar (lot), goed (husn) en kwaad (qubh), vrije wil en grote zonden. De 10 principes van de school van de Ahlu 's-sunna en de vijf principes van de Mu`tazila. Verschilpunten tussen de scholen van de Ahlu 's-sunna en de shi'itische scholen. De oude kalâm-scholen zoals de kharidjiyya, djabriyya en de mu`tazila en de, overeenkomsten en verschillen tussen de hedendaagse islamitische stromingen met name de levende stromingen in Nederland. OnderwijsvormHoorcollege en werkcollege met schriftelijke opdrachten. ToetsvormPresentatie 20 %, opdrachten 15 %, schriftelijk tentamen 65 %. LiteratuurVerplicht: één van de volgende drie boeken naar keuze: Al Imam Mohammed Abduh, Risâlatu´t-Tawhîd, (Arabisch), Matabi`ul

Vakcode G_ISLMTHKAL (100037)

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) dr. M. Ajouaou


Niveau 200


hayati´l Misriyyatu´l âmmeti lil-kutub (Egypte), ISBN, 977 01 9930-3 (vertaling: Ishaq Musa`ad and Kenneth Cragg, The Theology of Unity, Londen: George Allen & Unwin ltd,, 1966); Mohammed al Ghazâlî, Aqîdatu´l Moslim, al- Iskandariyya: Dârud-da`wa, 2006; Saim Klavuz, Anahatlariyla ?slâm Akâidi ve Kalâma Giris (Turks), Istanbul: Ensar Nesriyat 2004, ISBN: 975-6324-28-3. Reader (wordt bij het eerste college uitgedeeld). Overige informatieDeelname aan de colleges is verplicht (80%). Opdrachten en presentaties dienen voldaan te zijn voor het tentamen, anders geen deelname. Islamitische visies op andere tradities en op het publieke domein

Doel vakIn dit college leren studenten analytisch kijken naar de manifestatie van religie in multicultureel publiek domein. Het algemene gedeelte doceert vanuit de wijsbegeerte en godsdienstwetenschap door Annewieke Vroom. Hier vindt een wijsgerige analyse plaats van visies en attitudes van verschillende religies ten opzichte van elkaar in het gedeeld publiek domein. Hoe gaan religies om met hun positie als meerderheid of minderheid? Hoe verhouden diverse religies zich tot de staat? Hoe wordt er door diverse staten omgegaan met ‘nieuwe religies’? En hoe verhoudt de dialoog tussen individuele beoefenaars zich tot deze context? Studenten volgen dit gezamenlijk en gaan over de thema’s inter-religieus met elkaar in geprek. Het traditie-specifiek gedeelte doceert Mohammed Ajouaou voor het traject islam en en de docent voor het traject boeddhisme is nog onbekend. Deze docenten benaderen de thematiek vanuit het theologische/levensbeschouwelijke perspectief. De studenten volgen dit met het eigen traject, en voeren een intra-religieus gesprek. Hier ligt de nadruk op de oordeelsvorming, dat wil zeggen dat aan de analyse een volgende stap wordt toegevoegd: welke positie zou voor een moslim/boeddhist/hindoe goed zijn om in te nemen in de context van de pluriforme samenleving? Uiteindelijk hangen de godsdienstwijsgerige en de traditie-specifieke oordeelsvorming nauw samen. Een bijzondere aandacht bestaat in beide colleges voor de contextualisatie van tradities en de rol van macht bij mogelijkheden en moeilijkheden van bestaan in een pluriforme samenleving. Inhoud vak

Vakcode G_DIAISVI ()

Periode Periode 6

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) dr. A.L. Vroom, dr. M. Ajouaou


Niveau 200


Collegevorm en toetsing: werkcollege (aanwezigheid 80% verplicht). Als werkvorm staan analyse en dialoog centraal. Er gelden wekelijkse opdrachten, waarvan elke maandag een opdracht voor een cijfer ingeleverd wordt voor het algemene gedeelte, en elke woensdag voor het traditiespecifieke gedeelte. Op het schriftelijk tentamen worden de gedeeltes samen getoetst. Zie verder de toetsingstabel hieronder. Ten minste een maal komt er een gastdocent optreden. Leerdoelen Dublin 1) De student kent de feiten van enkele voorbeelden van religie in publiek domein. Dublin 2) De student leert onderscheiden welke factoren van belang zijn in complexe situaties van religie in pluraal publiek domein. Dublin 3) De student leert een eigen visie te formuleren op een constructieve houding vanuit de eigen religie in een betreffende casus. Dublin 4) De student leert in een discussie eigen inzichten kritische en constructief in te brengen onderbouwd met argumenten. Dublin 5) De student kan in het vervolg analytisch kijken naar de factoren die een rol spelen bij religie in pluraal publiek domein. Jodendom

Doel vakDe student: Kent hoofd- en breuklijnen in de geschiedenis van het jodendom; kent de belangrijkste feesten, gebruiken en rituelen; heeft inzicht in de interactie tussen jodendom en samenleving, in het bijzonder de relatie met het christendom en de islam; kent de betekenis van de belangrijkste joodse concepten; heeft inzicht in achtergronden en stromingen van joden en jodendom in Nederland en Israël en het discours dienaangaande. Inhoud vakDe module jodendom behandelt het jodendom vanuit een historisch, antropologisch, theologisch en filosofisch perspectief. De literatuur is thematisch opgebouwd. De colleges bieden een breed, gevarieerd, en samenhangend perspectief op de joodse religie en cultuur. Extra aandacht wordt besteed aan christelijke en islamitische teksten in relatie tot

Vakcode G_JODEN (100017)

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. W. Reedijk

Examinator dr. W. Reedijk

Docent(en) dr. W. Reedijk


Niveau 100


het jodendom. OnderwijsvormHoorcollege. De mogelijkheid bestaat om een dienst in de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente bij te wonen. ToetsvormSchriftelijk tentamen op basis van de literatuur (60%) en de behandelde collegestof (40%). LiteratuurOliver Leaman. Judaism; An Introduction. Londen, New York: I.B. Taurus, 2011. Overige verplichte literatuur via Blackboard. Nota bene: 80% van deze literatuur is Nederlandstalig, 20% is Engelstalig. Overige informatieLet op! Jodendom in periode 1 is de literatuurvariant die alleen toegankelijk is voor studenten R&L verkort. De overige studenten dienen Jodendom in periode 4 te volgen. Jodendom (verkort)

Overige informatieDit vak is de literatuurmodule van Jodendom en alleen voor studenten die het verkorte programma volgen. Er wordt een opstartbijeenkomst geroosterd. Kerkgeschiedenis

Vakcode G_JODENVK ()

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. W. Reedijk


Lesmethode(n) Zelf Studie

Niveau 100

Vakcode G_BKERKGS ()

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. A. Goudriaan

Docent(en) dr. A. Goudriaan, prof. dr. M.A. Smalbrugge, dr. G.J. vanKlinken


Niveau 100


Doel vakDe student: • kan een omschrijving geven en de betekenis uitleggen van belangrijke debatten, gebeurtenissen, personen en monumenten uit de geschiedenis van kerk en theologie vanaf de Vroege Kerk tot en met de dertiende eeuw; • kan beschrijven hoe het christendom werd verspreid, onder andere in West-Europa en de Lage Landen; • leert een brontekst of een kerkhistorisch belangrijke gebeurtenis of een kort deel van het leerboek te analyseren en voor de groep te presenteren; • kan over een tekst en de auteur van een geselecteerde tekst relevante gegevens opzoeken en deze verbinden met de tekst; • leert te onderkennen dat strikt neutrale geschiedschrijving niet bestaat. Inhoud vakDe module biedt een overzicht over de geschiedenis van het christendom tot aan de late middeleeuwen. De module vormt het begin van de leerlijn Kerkgeschiedenis. Vervolgmodules zijn Reformatiegeschiedenis en Moderne Kerkgeschiedenis. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges, presentaties, zelfstandige literatuurstudie. Tijdens de colleges wordt telkens een bepaald thema behandeld, in combinatie met één of meer studentenopdrachten. Gedurende de zes weken dient de student het leerboek te lezen. ToetsvormTentamen. LiteratuurEverett Ferguson, Church History, vol. 1, From Christ to Pre- Reformation. The Rise and Growth of the Church in Its Cultural, Intellectual, and Political Context (Grand Rapids, 2005: Zondervan), ISBN 987-0-310-20580-7. Tevens als e-book leverbaar. Overige informatieEen excursie maakt onderdeel uit van de module. Klassieke teksten 1: Meditatie en psychologie

Doel vakDe student: • Verwerft kennis van en inzicht in de complexe inhoud,

Vakcode G_KT1 ()

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




Niveau 200


conceptuele ontwikkeling en religieuze rol en betekenis van boeddhistische teksten, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden. Inhoud vakInleiding in de boeddhistische hermeneutiek. Deze module richt zich op de literaire, ritueel-sociale en spiritueel-filosofische aspecten van klassieke teksten uit de verschillende boeddhistische tradities, met de nadruk op het thema ‘wijsheid’. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt. Klassieke teksten 2: Mededogen

Doel vakDe student: • Verwerft kennis van en inzicht in de complexe inhoud, conceptuele ontwikkeling en religieuze rol en betekenis van boeddhistische teksten, en kan deze mondeling presenteren en schriftelijk verwoorden. Inhoud vakVervolgmodule boeddhistische hermeneutiek. Deze module richt zich op de literaire, ritueel-sociale en spiritueel-filosofische aspecten van van langere klassieke teksten uit de verschillende boeddhistische tradities, met de nadruk op het thema ‘mededogen’. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via Blackboard worden bekend gemaakt. Vereiste voorkennis

Vakcode G_KT2 ()

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 200


Klassieke teksten 1: Wijsheid. Media, religie en populaire cultuur

Doel vakDe student maakt kennis met het sociaalwetenschappelijke onderzoek naar de relatie tussen religie en populaire cultuur. De cursus biedt een overzicht van het onderzoeksveld en bespreekt de belangrijkste theoretische debatten hierin. De student leert deze debatten en de concepten die daarin gehanteerd worden, kritische te benaderen. Men leert theoretische benaderingen toe te passen op hedendaagse manifestaties van religie in populaire cultuur. De student leert zelf onderzoek te doen naar deze thematiek, en voert in teamverband een kwalitatief onderzoek uit. Inhoud vakHet is jarenlang heel gebruikelijk geweest om de moderne westerse wereld als geseculariseerd te kenschetsen, daarbij verwijzend naar processen van ontkerkelijking en de afnemende sociale en culturele betekenis van het christendom. Vandaag de dag zijn de meeste sociologen het echter eens dat dit een te eenzijdige kijk op de werkelijkheid is. Traditionele (christelijke) vormen van religiositeit mogen dan aan invloed hebben ingeboet: tal van nieuwe, posttraditionele vormen van religiositeit winnen aan populariteit in moderne westerse samenlevingen. Religie is niet verdwenen, maar lijkt eerder getransformeerd te zijn: religie is anders geworden (posttraditioneel of postchristelijk), en dient op andere dan de gebruikelijke plaatsen (lees: buiten de gevestigde instituties) gevonden te worden. Het is in dit kader niet ongebruikelijk om op de hedendaagse populaire cultuur te wijzen als een van de ‘nieuwe’ vindplaatsen van hedendaagse religiositeit. Of het nu gaat om films, popmuziek, dance events, online videogames of mode: de populaire cultuur staat bol van de (expliciete of impliciete) religieuze verwijzingen. Sommigen concluderen dan ook dat de populaire cultuur kan fungeren als een repertoire waaruit mensen hun geloofsovertuigingen putten en een cultural site waar mensen religieuze praktijken ontplooien en religieuze ervaringen opdoen. Tegelijkertijd is onderzoek naar de religieuze dimensies van populaire cultuur nog erg schaars, en ontbreekt het veelal aan voldoende materiaal om een dergelijke conclusie daadwerkelijk te kunnen trekken. Met dit vak participeert de student in dit bredere onderzoek naar de religieuze dimensies van populaire cultuur. In de hoorcolleges bespreekt de docent de theoretische achtergronden bij dit onderzoeksveld. Tevens worden in de hoorcolleges de belangrijkste tools meegegeven om zelf een kwalitatief onderzoek uit te voeren naar een voor dit onderzoeksveld relevant fenomeen.

Vakcode G_MEDIARL (100086)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. J.H. Roeland

Docent(en) dr. J.H. Roeland, drs. M. Klaver


Niveau 200


OnderwijsvormHoor- en werkcolleges. De student onderneemt onderzoekswerkzaamheden. Onderzoeksbevindingen worden gepresenteerd tijdens de werkcolleges. ToetsvormPresentaties en eindrapport. LiteratuurIn overleg met de docent wordt voor literatuur gekozen die aansluit bij het gekozen onderwerp en de gekozen onderzoeksmethoden Meditatieve en rituele training van de geest in compassie

Doel vakDe student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de wijze waarop meditatie en ritueel een rol spelen in de verschillende boeddhistische tradities; • verwerft ervaring met het beoefenen van verschilllende meditatieve en rituele vormen van training van de geest. Inhoud vakDeze module richt zich op de verschillende meditatieve en rituele praktijken uit de boeddhistische tradities, en de rol die compassie daarin speelt. De studenten zullen ook aktief deelnemen aan de beoefening van een aantal meditatieve en rituele praktijken. Speciale aandacht wordt besteed aan de boeddhistische mindfulness meditatie. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormPresentaties (20%) en schriftelijk tentamen (80%). LiteratuurDe literatuur zal via blackboard worden bekend gemaakt. Minor bachelor Religie en Levenschouwing

Vakcode G_MEDRIT ()

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Niveau 300

Vakcode G_MINORRL (109004)

Periode Semester 1

Credits 30.0

Voertaal Nederlands



Inhoud vakIn het derde jaar heeft de student de mogelijkheid de studie te verbreden met een minor. Het is mogelijk de minor te gebruiken als voorbereiding op de te kiezen master aansluitend op de bachelor. Verder kan de minor worden besteed aan studie in het buitenland of aan een wetenschappelijke stage. De minor dient te voldoen aan de volgende voorwaarden: • de minor is voor wat betreft onderwijsniveau evenwichtig samengesteld: een substantieel deel ervan betreft vakken uit het 2e of 3e jaar van de betreffende studierichting; • de omvang bedraagt maximaal 30 studiepunten. • de onderdelen van de minor vormen een samenhangend geheel. Educatieve minor In deze minor maakt de student kennis met de theorie en praktijk van het vak leraar godsdienst- en levensbeschouwelijke vorming. Studenten die met succes hun bachelor Theologie of Religie en Levensbeschouwing en deze minor afronden, krijgen een lesbevoegdheid voor de eerste drie klassen van HAVO en VWO en voor de theoretische leerweg van het VMBO. Nederlands Boeddhisme in context, heden, en verleden

Doel vakDe Student: • verwerft kennis en inzicht omtrent de geschiedenis van het boeddhisme in Nederland. • leert empathisch en kritisch te kijken naar de verscheidenheid aan ontwikkelingen rond en binnen het boeddhisme in Nederland. • maakt kennis met en verdiept zich in bestaande boeddhistische gemeenschappen (sangha’s) in Nederland. • verwerft kennis en inzicht omtrent de maatschappelijke rol van het boeddhisme, zowel historisch gezien in een Aziatische context als in de hedendaagse context van de Westerse moderniteit. • leert te reflecteren op de rol die gemeenschap (sangha) speelt in de verschillende boeddhistische tradities. Inhoud vakDeze module concentreert zich op de geschiedenis van het boeddhisme in Nederland, de wijze waarop het boeddhisme tegenwoordig feitelijk gestalte krijgt in Nederland, en een analyse daarvan. Een of meerdere bezoeken aan boeddhistische gemeenschappen (sangha’s) in Nederland

Vakcode G_NLBDCHV ()

Periode Periode 6

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 100


maken deel uit van deze module. Er wordt speciale aandacht besteed aan de ontmoeting van het Aziatisch boeddhisme met de (Nederlandse) moderniteit, en aan sociaal-politieke en institutionele relaties tussen boeddhistische gemeenschappen (sangha’s) en (seculiere) overheden. OnderwijsvormWerk- of hoorcolleges, presentaties. ToetsvormDe toets bestaat uit een schriftelijk tentamen (70%). Bij de eindbeoordeling van het tentamen wordt het bezoekverslag betrokken (30%). LiteratuurWordt bekend gemaakt via Blackboard. Nieuwe religieuze stromingen

Doel vakDe student: • kan de kenmerken van de nieuwe religiositeit aangeven; • kan in hoofdlijnen het ontstaan van 'nieuwe religieuze bewegingen' typeren; • kent en verstaat specifieke opvattingen van andere geloven; • heeft inzicht in deze uiterst complexe problematiek en kan deze specifieke thematiek verwoorden en beschrijven; • legt contact met een nieuwe religieuze stroming ten einde deze te leren kennen; • kan kritisch reflecteren op multiple religious belonging en de meester-discipel relatie. Inhoud vakVerkenning van nieuwe vormen van religiositeit. De laatste decennia is het religieuze beeld van de westerse cultuur drastisch gewijzigd: in toenemende mate zijn allerlei religies aanwezig, veelal ook in de vorm van specifieke religieuze stromingen. Tegelijkertijd ontstaat er een nieuwe westerse spiritualiteit, zich uitend in een groot aantal religieuze bewegingen en vormen. In het college komt een aantal aspecten van nieuwe religiositeit aan de orde, waaronder ongebonden spiritualiteit (‘zwevende gelovigen’) en multiple religious belonging. Er wordt speciale aandacht besteed aan het thema van (charismatisch) religieus leiderschap, en aan de dynamiek tussen meester en discipel. Onderwijsvorm

Vakcode G_NRELSTRO ()

Periode Periode 6

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) prof. dr. A.F.M. van der Braak


Niveau 100


Hoorcollege en groepspresentatie. ToetsvormDe toets bestaat uit een schriftelijk tentamen (70%). Bij de eindbeoordeling van het tentamen wordt het bezoekverslag betrokken (30%). LiteratuurWordt bekend gemaakt via Blackboard. Oosterse filosofie A

Doel vakDe student: - kent en begrijpt (het gesprek tussen) verschillende hindoevisies over het zelf in relatie tot wereld en transcendentie en de gevolgen ervan voor het dagelijks leven en kan dit schriftelijk weergeven -kan aangeven welke fundamentele inzichten ten grondslag liggen aan oordeelsvorming over vragen omtrent de aard van het zelf in relatie tot wereld en transcendentie. - oefent middels dit thema (het zelf) en deze traditie (hindoe) de vaardigheid van het opsporen van fundamentele inzichten in wijsgerige discussies en het verbeelden van de consequenties van wijsgerige visies voor het dagelijks leven. dagelijks leven. Inhoud vakWe concentreren ons op het gesprek tussen verschillende hindoe-denkers over de aard van het zelf (atman) in relatie tot God (Brahman, moksa) en wereld (Brahman, Dharma, karma). Die beroemde uitspraak uit de hindoegeschriften, Tat tvam asi ('Dat zijt gij'), wat betekent dat eigenlijk? Welke fundamentele inzichten bepalen de discussie? Hierbij stellen we naast de betekenisvraag ook de waarheidsvraag: klopt het wat ze schrijven en (hoe) kunnen wij dat beoordelen? OnderwijsvormWerkcollege. Het nauwkeurig lezen, analyseren en bespreken van (soms ontoegankelijke) primaire teksten staat centraal. In de colleges, die enkel navolgbaar zijn bij goede voorbereiding, dient de student blijk te geven van bestudering van de teksten. ToetsvormBeoordeling: inbreng op college 10%, opdracht college 20%, tentamen 70%. Literatuur

Vakcode G_OOSTFILA (105005)

Periode Periode 3, Zomerperiode

Credits 3.0

Voertaal Nederlands






Radhakrisnan en Moore (red.): Sourcebook of Indian Philosophy. Zie blackboard voor mogelijke aanvullingen. Vereiste voorkennisModules Godsdienstfilosofie (G_GODSFIL), Geschiedenis van de filosofie (G_GESCHFIL), Hindoeïsme (G_HINDOEISME). Filosofie-studenten kunnen zonder ingangseisen deelnemen. Overige informatieZie Blackboard voor de opdracht, die op het eerste college meegebracht moet worden. Oosterse filosofie B

Doel vakDe student: 1) Kennis en Inzicht: kent en begrijpt een moderne boeddhistische visie op het het zelf in relatie tot wereld. 2) Toepassen Kennis en Inzicht: kan deze visie wijsgerige analyseren en beoordelen. 3) Oordeelsvorming: kan aangeven welke fundamentele inzichten ten grondslag liggen aan oordeelsvorming over vragen omtrent de aard van het zelf in relatie tot wereld. 4) Communicatie: kan een wijsgerig onderzoek doen binnen de particulariteit van de moderne boeddhistische wijsbegeerte en hiermee schriftelijk in gesprek gaan vanuit de eigen fundamentele inzichten. 5) Leervaardigheden: oefent middels dit thema (het zelf) en deze traditie (boeddhistisch) de vaardigheid van het opsporen van fundamentele inzichten in wijsgerige discussies en het verbeelden van de consequenties van wijsgerige visies voor het dagelijks leven. Inhoud vakWe behandelen de problematiek aan de hand van de moderne boeddhistische filosofie van de Kyoto school, begonnen door Nishida begin twintigste eeuw in japan. We zien er hoe de oude boeddhistische filosofie in gesprek met Westers denken een nieuw jasje krijgt. Zij hebben de stap naar westers wijsgerig discours al gemaakt, waardoor de stap naar begrijpen voor ons kleiner wordt. (Of toch niet?) We behandelen teksten van Keiji Nishitani, Daisetz Suzuki, Masao Abe en anderen. We stellen zowel de betekenisvraag (wat betekent wat we lezen?) als de waarheidsvraag (hoe hangen deze inzichten samen met het echte leven, en hoe kunnen wij ze op hun waarheid beoordelen?). Uiteindelijk hangen deze twee vragen samen: wij kunnen iets niet echt begrijpen zonder het te betrekken op de realiteit. Zo is het begrijpen van deze filosofie een proces van buiten naar binnen, naar buiten. Toch blijven we telkens zoeken naar de redenen die er zijn om het leven op een bepaalde manier

Vakcode G_OOSTFILB (105006)

Periode Periode 6

Credits 3.0

Voertaal Nederlands






te duiden. OnderwijsvormWerkcollege. Aanwezigheid van 80% verplicht. We bespreken de teksten met elkaar, in relatie tot het echte leven. Daarbij nemen studenten telkens het voortouw. ToetsvormIn overleg met elkaar op college 1. LiteratuurThe Buddha Eye: An Anthology of the Kyoto School and it's Contemporaries [Paperback]. Frederick Franck (Editor), Joan Stambaugh (Foreword) (2004). Voor college 1 lees je het hoofdstuk over Masao Abe over Emptiness is Suchness. (Dit is ook online op het web te vinden overigens). Vereiste voorkennisModules Godsdienstfilosofie (G_GODSFIL), Geschiedenis van de filosofie (G_GESCHFIL), Hindoeïsme (G_HindoeïsME), Boeddhisme (G_BOEDD), Oosterse filosofie A (G_OOSTFILA). Overige informatieZie Blackboard voor de opdracht die op het eerste college meegebracht moet worden. Rabbijns Jodendom

Doel vakHet verwerven van inzicht in het ontstaan, het wezen en de doorwerking van het Rabbijnse Jodendom. Inhoud vakIn week 1 wordt aandacht besteed aan de historische en religieuze achtergronden van het ontstaan van het Rabbijnse Jodendom. In week 2 wordt een beknopte inleiding gegeven in de aard en het gedachtegoed van het Rabbijnse Jodendom. Week 3 wordt besteed aan het bestuderen van de doorwerking van het Rabbijnse Jodendom tot op de dag van vandaag. OnderwijsvormHoorcollege en werkcollege.

Vakcode G_RABJOD ()

Periode Periode 3

Credits 3.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. K. Spronk

Examinator prof. dr. A. Houtman

Docent(en) prof. dr. K. Spronk


Niveau 200


ToetsvormSchriftelijk tentamen. LiteratuurH.L. Strack & G. Stemberger, Introduction to the Talmud and Midrash. Minneapolis: Fortress Press, 1996. Aanvullend teksten beeldmateriaal via Blackboard. Religie en Levensbeschouwing interdisciplinair

Doel vakDe student: • is in staat om de inhoudelijke en interdisciplinaire complexiteit van het studieveld `De plaats en de rol van lichamelijkheid in verschillende religieuze en levensbeschouwelijke tradities zelfstandig te verkennen zonder in het studieveld te verdwalen; • is in staat om deze complexiteit in opdrachten te verwerken; • is in staat om binnen de beschikbare tijd het onderwerp naar keuze afbakenen, een bijpassende vraagstelling formuleren en stapsgewijs uitwerken tot een bondige beschouwing met bronvermelding (paper). Inhoud vakDeze module `Religie, levensbeschouwing interdisciplinair gaat over de plaats en de rol van lichamelijkheid in de verschillende religieuze en levensbeschouwelijke tradities. Daarbij staan de volgende vragen centraal: Hoe wordt lichamelijkheid ervaren? Wordt het lichaam gecultiveerd? Welke rol speelt het lichaam in welke rituelen? Hoe wordt in de diverse tradities over het menselijk lichaam gedacht? Welke rol spelen opvattingen over lichamelijkheid in religieuze tradities? Waar zijn botsingen aan te wijzen tussen religieuze opvattingen over lichamelijkheid en opvattingen die normatief zijn in een moderne geseculariseerde samenleving? Hoe wordt variatie in sexueel gedrag sociaal gehonoreerd of getolereerd? Los daarvan zullen verplichte werkbezoeken worden afgelegd aan een kerk, mandir, moskee, synagoge en vihara om ter plaatse met vertegenwoordigers van de betreffende gemeenschap te spreken. OnderwijsvormWerkcolleges aan de hand van schriftelijke inbreng en groepsdiscussie door de studenten; de werkcolleges zijn ten dele opgezet als probleemgestuurd onderwijs, en begeleiden het gelijktijdig schrijven

Vakcode G_RL_INTDIS (100018)

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 100


van wekelijkse papers over een eigen keuzeonderwerp. ToetsvormToetsing vindt plaats d.m.v. schriftelijke opdrachten, mondelinge presentaties en een schriftelijk verslag van de werkbezoeken aan kerk, mandir, moskee, synagoge en vihara. LiteratuurGrotendeels afhankelijk van het eigen keuzeonderwerp per wekelijks wisselende thuisopdracht, in overleg met de docent. Overige informatieDe studiehandleiding voor deze module moet worden gedownload vanaf Blackboard (zie daar onder Course Documents). Religies in een pluralistische cultuur

Doel vakDe student: is in staat patronen te herkennen en te verwoorden in de wijze waarop religie en groepsidentiteit op elkaar kunnen inwerken, gezien vanuit de optiek(en) van de culturele antropologie en sociologie. Dit blijkt uit het kunnen uitvoeren van opdrachten waarvoor zelfwerkzaamheid wordt gevraagd, het deelnemen aan groepssessies, het opzoeken van materiaal in de bibliotheek, mediatheek en via deskundigen; is in staat om binnen de beschikbare tijd het onderwerp naar keuze af te bakenen, een bijpassende vraagstelling te formuleren en stapsgewijs uit te werken tot een bondige beschouwing met bronvermelding (paper). Inhoud vakDrie thema's die allemaal verband houden met religie (of levensbeschouwing) en groepsidentiteit: de relatie religie/etniciteit, de relatie religie/syncretisme, de relatie religie/fundamentalisme. Keuzeonderwerpen binnen deze overkoepelende thema's. De nadruk ligt op de sociaal-wetenschappelijke benaderingen. OnderwijsvormWerkcolleges aan de hand van schriftelijke inbreng en groepsdiscussie door de studenten; de werkcolleges zijn ten dele opgezet als probleemgestuurd onderwijs, en begeleiden het gelijktijdig schrijven van één paper over een eigen keuzeonderwerp. Toetsvorm

Vakcode G_RELPLUCUL (105004)

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 200


Paper. Tijdens de collegeperiode bovendien participatie en korte thuisopdrachten. LiteratuurGrotendeels afhankelijk van het eigen keuzeonderwerp, in overleg met de docent. Overige informatieDe studiehandleiding voor deze module moet worden gedownload vanaf Blackboard (zie daar onder Course Documents). Religietheorieën en Wetenschapsfilosofie van de religie

Doel vakDe student: 1) Kennis en Inzicht: a) kan de globale ontwikkelingslijn benoemen in de studie van de religie; b) kent de zeven behandelde religietheorieën en de context van de bedenkers ervan. c) kent de voornaamste wetenschapsfilosofische vraagstukken van de religiewetenschap 2) Toepassen Kennis en Inzicht: a) kan argumenten voor en tegen de religietheorieën noemen b) kan in kernbegrippen de zeven behandelde religietheorieën gebruiken bij de analyse van een religieus fenomeen. c) kan wetenschapsfilosofisch reflecteren op de uitdagingen van religie-wetenschap 3) Oordeelsvorming: kan de onder 2a en 2c genoemde argumenten beoordelen en afwegen. 4) Communicatie: a) kan de eigen visie verwoorden in relatie tot de stof b) kan een theorie toepassen op een casus in een pakkende heldere presentatie. 5) Leervaardigheden: kan bij eigen en andermans onderzoek naar en discussie over religie onderscheiden welke religie-opvatting er speelt. Inhoud vakDe ontwikkeling van en verklaringsmodellen in de godsdienstwetenschap. OnderwijsvormWerkcollege (theorie weergeven, toepassen, presenteren, kritisch bespreken). ToetsvormCollege-opdrachten die op college uitgeprint ingeleverd moeten worden. De opdrachten worden ook gepresenteerd. Let op blackboard: we werken met strakke deadlines. Te laat inleveren levert een onvoldoende op voor dat onderdeel van ‘college-opdrachten’. Hier zijn geen uitzonderingen op mogelijk. Dit om een optimaal leereffect te behalen in deze korte periode, en te profiteren van elkaars inzet. Beoordeling: inbreng op college 10%, college-opdrachten 40%, eindopdracht 50%.

Vakcode G_RELTWFIL ()

Periode Periode 3

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 100


LiteratuurD.L. Pals, Eight Theories of Religion, Oxford: Oxford University Press 2005 collegestof (aantekeningen); stof via Blackboard. Zie blackboard. Vereiste voorkennisGeschiedenis van de filosofie (G_GESCHFIL). Religieuze existentie in Amsterdam

Doel vakDe studenten: - zijn in staat het functioneren van religieuze groepen te onderzoeken en daarvan op geordende wijze verslag te doen; - hebben inzicht in het mogelijk uiteenlopen van het beleden geloof en het geleefde geloof binnen een geloofsgemeenschap; - reflecteren op interne en externe diversiteit in een geloofsgemeenschap; - hebben met betrekking tot het onderwerp een probleembewustzijn ontwikkeld ten behoeve van verdere praktisch-theologische en/of sociaalwetenschappelijke reflectie; - zijn in staat vanuit de onderzochte praxis te komen tot zelfreflectie ten aanzien van de eigen zingeving; - zijn in staat in groepsverband constructief samen te werken. Inhoud vakDe studenten leren de eerste beginselen van praktisch-theologisch en sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Zij doen groepsgewijs onderzoek in een religieuze gemeenschap in Amsterdam naar de (variëteit aan) geloofsbeleving binnen deze gemeenschap. Het interview vormt daarbij het meest centrale onderzoeksinstrument. OnderwijsvormHoorcollege, werkcollege en groepsbijeenkomsten. Gebruikmakend van de verworven kennis en vaardigheden uit de module Inleiding Sociale wetenschappen (G_INLSOCWET) nemen de studenten interviews af en gebruiken ze andere onderzoekstechnieken om de onderzochte gemeenschap in kaart te brengen. Onder begeleiding maken zij praxisreflexieve verslagen. ToetsvormVoortgangsverslagen; presentaties; eindrapportage; beoordeling door groepsgenoten.

Vakcode G_BRELEXA ()

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. S. Stoppels

Docent(en) dr. S. Stoppels, dr. G.M. Speelman


Niveau 200


LiteratuurZie studiehandleiding en Blackboard. Aanbevolen voorkennisInleiding Sociale Wetenschappen (G_INLSOCWET). Overige informatieDeze module kan niet individueel worden gevolgd. Groepsgewijs samenwerken is een vereiste. Sanskriet 1

Doel vakDe student verwerft: • Kennis van de geschiedenis van het Sanskriet, kennis van het Devanagari schrift en van de 8 verbuigingen van het Sanskriet nominale systeem, zeer elementaire woordenschat, begin van het werkwoordssysteem en de passieve zinsconstructies. • Inzicht in het oplossen van het dvandva en tatpurusha compositum. • Vaardigheden: kan een eenvoudige Sanskriet zin analyseren. Inhoud vakMen leert het schrift, de 8 naamvallen, het compositum systeem en een basale woordenschat, het afleidingssysteem van voorzetsels en wortels. OnderwijsvormWerkolleges met huiswerk waarbij de vertaaloefeningen gemaakt moeten worden. ToetsvormSchriftelijk tentamen: men vertaalt en analyseert eenvoudige Sanskrietzinnen. LiteratuurMichael Coulson, Teach Yourself Sanskrit. Drukken vanaf 2000 zijn bruikbaar. Overige informatieBij voorkeur moet men altijd aanwezig zijn. Sanskriet 2

Vakcode G_SANS1 ()

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




Niveau 100

Vakcode G_SANS2 ()

Periode Periode 2


Doel vakDe student verwerft: • Kennis van de werkwoordsklassen I-X, absolutiva en participia, uitgebreidere woordenschat. • Inzicht in de oplossing van composita. • Vaardigheid in het vertalen van complexe Sanskriet zinnen. Inhoud vakDe tien klassen van het werkwoordelijk systeem worden behandeld; de drie wijzen: actief, medium en passief; de participiale constructies; de complexe composita zoals de karmadharaya, bahuvrihi en de avyayibhava.Verder komt de etymologie vanuit de dhatu naar de rest van het vocabulaire ter sprake. Het idiomatische gebruik van pronomina en absolutiva. OnderwijsvormWerkcolleges met huiswerk waarbij de vertaaloefeningen gemaakt moeten worden. ToetsvormSchriftelijk tentamen: men vertaalt en analyseert complexe Sanskrietzinnen. LiteratuurMichael Coulson, Teach Yourself Sanskrit. Drukken vanaf 2000 zijn bruikbaar. Vereiste voorkennisModule Sanskriet 1 of een vergelijkbaar niveau. Overige informatieBij voorkeur moet men altijd aanwezig zijn. Seculiere levensbeschouwing en zingeving

Credits 6.0

Voertaal Nederlands




Niveau 100

Vakcode G_SECLEBZING (105010)

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator prof. dr. H.Y.M. Jansen

Docent(en) A.P.M. ter Braak, prof. dr. H.Y.M. Jansen


Niveau 200


Doel vakStudenten verwerven inzicht in de recente cultuurfilosofische en antropologische debatten over seculariteit, postseculariteit en secularisme, en de samenhang daarvan met hedendaagse debatten in de politieke filosofie over de plaats van religie in de publieke sfeer. Inhoud vakTijdens dit college zullen ons wij buigen over hedendaagse cultuurwetenschappelijke en filosofische visies op de ontwikkeling van de relatie tussen religie en seculariteit in de westerse moderniteit. We zullen daarbij onderzoeken wat ‘postsecularisme’ impliceert, en of dit een zinvol begrip is. We zullen daarbij ook kort een ingang bieden tot een meer mondiaal perspectief. Tevens zullen we ingaan op enkele normatieve posities ten aanzien van religie in de publieke sfeer die reageren op de debatten over seculariteit en postseculariteit. Gedurende de eerste acht bijeenkomsten staan de hedendaagse cultuurfilosofie en sociologie van secularisatie en ‘seculariteit’ centraal. Hier bestuderen we een aantal hoofdstukken uit Charles Taylors A Secular Age. We gaan met name in op zijn visie dat ‘seculariteit’ als culturele notie intrinsiek verbonden is met de westerse moderniteit en zowel noties van religie als van rationaliteit definitief heeft gekleurd. Voorts lezen we teksten van Talal Asad, Wendy Brown, José Casanova, Partha Chatterjee, Gauri Vishwanathan, S.N. Balangadgadhara & Jakob de Roover en Andrew March, die het begrippenpaar ‘religie’ en ‘seculariteit’/secularisme’ aan een nadere beschouwing onderwerpen. Tijdens de laatste vier bijeenkomsten lezen we een aantal artikelen dat een politiek-theoretische positie uitwerkt met betrekking tot de plaats van religie in de liberale democratie. Hier zullen we enkele hoogtepunten lezen uit de debatten hierover met artikelen van Veit Bader, Zoya Hasan, Jean Baubérot, Jürgen Habermas, Maeve Cooke, Saba Mahmood en Andrew March. De vraag zal centraal staan in hoeverre deze normatieve posities oplossingen bieden voor, en aansluiten bij, de cultuurfilosofische context zoals die in de eerste weken is bestudeerd. OnderwijsvormWerk- en hoorcolleges, presentaties. ToetsvormActieve participatie aan de colleges is verplicht. Tevens moeten studenten een referaat houden (25%). Aan het einde van de periode moeten studenten een eindpaper indienen van ongeveer 4000 woorden (75%). LiteratuurStudenten dienen A Secular Age van Charles Taylor en bij voorkeur ook Between Naturalism and Religion van Jürgen Habermas aan te schaffen. Overige teksten zullen via blackboard aan de studenten ter beschikking worden gesteld. Overige informatieAanwezigheidsplicht: 80% Usul al-Fiqh

Vakcode G_USULUFIQH (100044)


Doel vakDe student: kan een beschrijving geven van de methodiek van de jurisprudentie (Usul al- Fiqh) in hoofdlijnen; kan de belangrijkste publicaties van de islamitische geleerden op dat gebied noemen en kort beschrijven; kan op grond van allerlei bestaande technieken binnen deze wetenschap, de religieuze voorschriften afleiden; kan antwoord geven op enkele gangbare rechtsgeleerde vragen die betrekking hebben op onze samenleving; kan uitleggen wat de fiqh betekent bij de toepassing van de islam in het dagelijks leven als kennis voor de praktijk; kan uitleggen waarom de fiqh niet moet worden opgevat als een enge interpretatie van wetjes en regeltjes. Inhoud vakKennismaking met de geschiedenis en de ontwikkelingen van de fiqh: de geschiedenis van wetscholen (Madahib). Uitleg over de belangrijkste technische begrippen van deskundigen op het gebied van Usul al- Fiqh. De categorieën van: al- Hukm al - Taklifi. De categorieën van: al- Hukm al - Wad'i. De consensus (al- idjma). De analogie (al - qiyas). De bronnen van de Usul- al- Fiqh en de Fiqh. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges. opdrachten maken, presentatie houden. ToetsvormSchriftelijk tentamen (75%) opdrachten (15%), presentatie (10%). LiteratuurVerplichte literatuur: Mohammed Hashim Kamali, Principles Of Islamic Jurisprudence, The Islamic Texts Society, 2003, Blz. 1 - 351; Dr. Wahba, Al-zohaili, Usul Al-Fiqh Al-Islami, Dar al-fikr, Beiroet, 1989, deel 1, pp. 15-114. pp 414-728; Aboe bakr, al-jasas, Al-Idjma, daar Al-Montakhab Al-Arabi, 1993.; Th.W. Juynboll. Handleiding tot de betekenis van de Mohammedaanse wet volgens de leer der Sjafiitische school, Leiden, 1930. Deel 1. pp. 16-51; Abdel karim zydan, Al-Wjajiz Fi Usul Al-Fiqh, Beiroet, Moasasat Al-Risalah, 2002; Aantekeningen colleges. Aanvullende literatuur: Ruud Peter, `Inleiding tot Usul Al-Fiqh (en rechtsscholen: Eigen karakter van -Sjarie'a' in: Islam. Norm, Ideaal en werkelijkheid', 1984, pp. 167-176; Mischael Mumisa, Islamic law, Theory, Interpretation, Omana Publications, first Edition. Usul al-Tafsir I

Periode Periode 1

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 200


Doel vakDe student: heeft verdiept inzicht in tafsir binnen de Koran wetenschappen; kent de verschillende methoden van tafsir; kan belangrijke tafsirliteratuur benoemen; kan de terminologie op het gebied van de tafsirwetenschap benoemen, uitleggen en toepassen; kent de geschiedenis van tafsiertraditie in klassieke en moderne perioden; kan voorbelden uit de Korantekst geven, uitlegen en ontwikkelen. Inhoud vakHet belang van tafsir binnen de Islamitische wetenscahppen in het algmeen en met name de Koranwetenschappen (ul'mul Quran). Koran wetenschappen: Asb'b al-nuzûl, Al-nasikh wal-mansukh, Al-mu'kam wal-muta?abih, I'jaz Al- Quran, Al-wu?uh wal-nazair, Al-israili't enz. Geschiedenis van tafsier. Teksten lezen van verschillende stromingen. Kennismaking met de tafsier literatuur. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges met schriftelijke opdrachten. ToetsvormSchriftelijk tentamen (65%) + eindpaper met opdrachten (35%). LiteratuurAli, M., (Mawlana). Inleiding tot de studie van den Heiligen Qoer-an. (Vert. Soedewo). Visser & Co. Batavia. 1934; al-Dhahabî, M.H. al-tafsîr wa al-mufassîrûn. Beirut; Gätje, H. The Quran and its exegesis: selected texts with classical and modern Muslim interpretations. London. Routledge and Kegan Paul. 1976; Ljamai, A. Inleiding tot de studie van de Koran: ontstaansgeschiedenis en methodes van de koranexegese. Zoetermeer. 2005; Penrice J., A dictionary and glossary of the Korân: with copious grammatical references and explanations of the text. Curzon Press. London. 1971; al-Tabarî , Abû Ga'far Muhammad B. Garîr. The commentary on the Qur'ân. (Translation of Jâmi' al-bayân 'an ta'wîl ây al-Qur'an). Oxford University Press. 1989; al-Zarqânî, M.A. Manahil al-`irfân fî ulûm al-qur'ân. Beirut; al Wa'idi (an-Naisabouri). Asb'bu l-nuzûl. Beirut. Aanbevolen voorkennisInleiding in de Koran en Hadith I (G_INLKORHAD1), Arabisch VI (G_ARAB6) en Kalam (G_ISLMTHKAL). Overige informatieAanwezigheidsplicht: 80%.

Vakcode G_USULUTAF1 (100046)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 200


Usul al-Tafsir II

Doel vakDe student: heeft globale kennis en inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van de verschillende methoden van koranexegese; kan oorspronkelijke tafsirteksten lezen, in essentie te begrijpen, uitleggen en relateren aan theoretische kennis; in staat aan de hand van een woordenboek de koranteksten (uit het Arabisch) te vertalen en de tekst in de context te analyseren; kan zelfstandig verschillen tussen uiteenlopende vertalingen van de koran verklaren vanuit de grammatica, exegese, parallelle plaatsen in de koran en het streven van de vertaler om de Arabische tekst voor een beoogde lezerskring begrijpelijk te maken. Inhoud vakDe relatie tussen Arabisch en Korantafsir (vroeger en nu). Verschillende culturen en verschillende tafsir. De geschiedenis van de koranexegese: klassieke en moderne tafsir. De plaats van de profeet en zijn metgezellen in de tafsir. Tafsir en I'tihad. Tafsir en Oriëntalisme. Scholen, methoden en richtingen van tafsir, interpretatie, exegese, hermeneutiek en vertaling van de Koran. De reden van meningsverschillen in de koranuitleg. OnderwijsvormHoor- en werkcolleges met schriftelijke opdrachten. ToetsvormSchriftelijk tentamen (65%) + eindpaper met opdrachten (35%). Literatuural-Tabarî , Abû Ga'far Muhammad B. Garîr. The commentary on the Qur'ân. Translation of Jâmi' al-bayân 'an ta'wîl ây al-Qur'an). Oxford University Press. 1989; Ljamai, A. Inleiding tot de studie van de Koran: ontstaansgeschiedenis en methodes van de koranexegese. Zoetermeer. 2005; Versteegh, Kees, Arabic grammar and Qur'anic exegesis in early Islam, Leiden: Brill, 1993; Philips B, Usoel at-Tafseer, 2005; Watt W., Inleiding tot de koran, 1970 (hoofdstuk 10e en 11e); Cerrahoglu I., Tafsier usulü (hoofstuk, III.), 1983 (Turks); Wessels A., De koran verstaan, 1986 pp. 9-19; Een Nederlandse koran vertaling; collegestof (Arabische exegeseteksten uit verschillende kalssieke en moderne tafasir).

Vakcode G_USULUTAF2 (100050)

Periode Periode 2

Credits 6.0

Voertaal Nederlands





Niveau 300


Aanbevolen voorkennisUsul-al-Tafsir I (G_USULUTAF1), Arabisch VI (G_ARAB6), Kalam (G_ISLMTHKAL) en Inleiding in de Koran en Hadith I (G_INLKORHAD1). Overige informatieAanwezigheidsplicht: 80%. Vedische psychologie

Verdieping in een religie of levensbeschouwing

Doel vakDe student laat door middel van het schrijven van een paper zien, dat hij/zij op basis van literatuurstudie in staat is tot het verkrijgen van een verdiept inzicht in een duidelijk afgebakend aspect van andermans religie(uze stroming) of levensbeschouwing naar keuze. OnderwijsvormZelfstudie (met paperbegeleiding) en/of participatie aan collegereeks bij enkele gelieerde VU-faculteiten na tijdig (ver voor feitelijke aanvang module!) verzoek aan en toestemming van de coördinator. De richtlijnen voor het schrijven van een paper staan op Blackboard onder Course Documents. Ook de studiehandleiding voor deze module moet worden gedownload vanaf Blackboard (zie daar onder Course Documents). Dat kunnen alleen degenen die zich tijdig hebben ingeschreven voor deze module. ToetsvormPaper en/of tentamen in geval van collegereeks. LiteratuurAfhankelijk van het onderwerp.

Vakcode G_VEDPSY ()

Periode Periode 6

Credits 3.0

Voertaal Nederlands



Vakcode G_VERDRELLEV (105013)

Periode Periode 4

Credits 6.0

Voertaal Nederlands



Docent(en) dr. A.L. Vroom, dr. L. Minnema

Lesmethode(n) Hoorcollege, Zelf Studie

Niveau 300


Vereiste voorkennisStudenten die wensen deel te nemen aan deze module, dienen tenminste 84 studiepunten behaald te hebben. Overige informatieNeem een maand tevoren contact op met de coördinator over de invulling van deze module, want deze moet uw voorstel tevoren inhoudelijk goedkeuren. Het volgen van een collegereeks bij de VU-faculteiten SCW, Wijsbegeerte en Godgeleerdheid behoort tot de mogelijkheden. Voorbereiding scriptie

Doel vakDe student: heeft de doelstelling van de scriptie geformuleerd; heeft de opzet van de scriptie op hoofdlijnen geformuleerd; kent de methode op basis waarvan zij de scriptie gaan vormgeven; heeft een eerste aanzet tot de scriptie gemaakt. Inhoud vakDeze module begeleidt de student bij de opzet van de afsluitende scriptie. OnderwijsvormSeminar. ToetsvormScriptie-opzet. LiteratuurAfhankelijk van het te kiezen scriptie onderwerp. Overige informatieHet volgen van deze module is een voorwaarde voor het starten met het schrijven van de bachelorscriptie (G_SCRBA).

Vakcode G_VOOBASCR (109000)

Periode Periode 5

Credits 6.0

Voertaal Nederlands


Coördinator dr. A. Goudriaan

Docent(en) dr. A. Goudriaan


Niveau 300


Bacheloropleiding Religie en levensbeschouwing€¦ · Geschiedenis van het Hindoeïsme 1: tot het...

Documents

Transcript of Bacheloropleiding Religie en levensbeschouwing€¦ · Geschiedenis van het Hindoeïsme 1: tot het...