Cor van Duivenbooden , bedrijfsarts Hoofd Onderzoek & Ontwikkeling Arbouw 11 december 2009
ARBOKENNISSYSTEEM 34.A: Algemene risico's en oplossingen bij...
Transcript of ARBOKENNISSYSTEEM 34.A: Algemene risico's en oplossingen bij...
ARBOKENNISSYSTEEM
34.A: Algemene risico's en oplossingen bij de aanleg van kleine kunstwerken.
M 034-0001
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
34.01 Machinaal aanbrengen prefab onderdelen
34.02 Assisteren bij aanbrengen prefab onderdelen
34.03 Aanbrengen overstort
34.04 Aanbrengen krooshek, peilschaal, stalen brugleuning
34.05 Aanbrengen houten prefabbrug
1
1. ALGEMEEN
In dit document worden de veel voorkomende risico's, maatregelen en oplossingen bij de
aanleg van kleine kunstwerken beschreven. Hiertoe worden onder andere gerekend
eenvoudige prefab stuwen en prefab loop- of fietsbruggen.
Materialen:
- Betonnen elementen prefab stuw (stuwbak, stuwput, L-vormige elementen)
- Betonnen elementen prefab brug (draagbalken, brugdekelementen, stootplaten)
- Houten elementen prefab brug (balken, liggers, dekplanken)
- Stuwklep, stuwput, overstortschuif met frame, schuifafsluiter met frame
- Betonmortel, epoxymortel, elastische kitten
- Bevestigingsankers, bouten, moeren
- Krooshek, peilschaal
- Brugleuning
Materieel:
- Mobiele kraan (met telescoop-giek), dragline
- Stroomaggregaat
- Mobiele compressor
- Lasaggregaat, lasapparatuur
- Ponton, dekschuit
- Hijsgereedschap (hijsstroppen, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.)
Gereedschappen:
- Stootijzer, koevoet
- Troffel, voegmes, spaarbord, mortel-emmer
- Kitpistool
- Boormachine
- Slagmoersleutel, steek- en ringsleutels, schroevendraaiers, tangen, hamers, enz.
- Elektrische handcirkelzaag, motorkettingzaag, blokschaaf.
- Bandschuurmachine, vlakschuurmachine.
2
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
034-0002
Tijdens het aanleggen van kleine kunstwerken kan de werknemer in contact komen met
verontreinigde grond. Daarin kunnen toxische stoffen of schadelijke micro-organismen
aanwezig zijn.
Uitlaatgassen zijn afkomstig van het materieel waarmee er wordt gewerkt (kraan, dragline,
aggregaten). Toxische bestanddelen zijn gassen zoals koolmonoxyde (CO), stikstofoxide
(NO2) en roetdeeltjes. Dieseluitlaatgassen staan op de lijst van kankerverwekkende stoffen
en processen en kunnen longkanker veroorzaken. In hoge concentraties treedt irritatie van
ogen en luchtwegen op. Voor de lange termijneffecten van DME (dieselmotoremissies) is
(nog) geen grenswaarde vastgesteld. Gezien de kankerverwekkende eigenschappen van
dieseluitlaatgassen moet de blootstelling eraan zo veel mogelijk worden beperkt. De
hoogste concentraties zijn te verwachten bij windstil weer. De mate van blootstelling is
verder afhankelijk van de lengte en de plaatsing van uitlaten en de onderhoudstoestand van
de motor.
Geluid:
M 034-0003
Blootstelling aan geluid veroorzaakt door de apparaten en het materieel (kraan, dragline,
hydroblok, vrachtwagen, aggregaten) waarmee, of in de omgeving waarvan men werkt. De
3
grenswaarde voor geluid (zie Voorschriften) kan worden overschreden en bij onvoldoende
bescherming is er kans op gehoorschade.
Trillingen:
034-0004
De machinisten op het materieel worden blootgesteld aan lichaamstrillingen. Blootstelling
aan lichaamstrillingen kan leiden tot vermoeidheid en op lange termijn tot gezondheidsef-
fecten zoals aandoeningen van de wervelkolom. De grenswaarden voor lichaamstrillingen
(zie Voorschriften) worden bij machinisten in het algemeen overschreden.
Bij het werken met aangedreven gereedschap zoals boormachines, schuur- en
zaagmachines, motorkettingzaag, slagmoersleutel, worden de werknemers blootgesteld aan
hand-armtrillingen. Jarenlange blootstelling aan te hoge niveaus kan onder meer leiden tot
“witte vingers” en tot schade aan de gewrichten. Bij het werk kunnen de grenswaarden (zie
Voorschriften) worden overschreden.
Klimaat:
4
034-0005
Het werk vindt buiten plaats, zodat men wordt blootgesteld aan kou, wind en neerslag. Dat
kan bij onvoldoende bescherming leiden tot spier- en gewrichtsklachten en tot verkoudheid.
Met name in de zomerperiode en bij zonnig weer treedt blootstelling op aan UV-straling die
kan leiden tot huidverbranding en oogirritatie. Jarenlange blootstelling kan leiden tot
huidkanker op latere leeftijd. Bij werk op of langs het water kan sprake zijn van reflectie van
zonnestraling door het wateroppervlak.
Veiligheid:
034-0006
5
Diverse oorzaken kunnen aanleiding zijn tot ongevallen, zoals stoten, bekneld raken tussen
constructiedelen en materieel, in het water vallen met kans op verdrinking. Machines op een
talud of drijvend ponton kunnen kantelen. Ook kan men geraakt worden door uit de kraan of
heistelling vallende voorwerpen, of bekneld raken onder een omvallende kraan.
Bij het werken met aangedreven gereedschap is verwonden mogelijk door aanraken van
draaiende delen of door het wegschieten van het gereedschap.
Bij het werken met elektrisch handgereedschap in een natte werkomgeving bestaat
elektrocutiegevaar. Verder is er kans op uitglijden op een natte of gladde ondergrond.
Fysieke belasting:
034-0007
Bij het plaatsen van prefab elementen worden de machinisten vooral statisch belast en de
grondwerkers zowel statisch als dynamisch. De machinist zit langdurig in dezelfde, soms
gedraaide, houding. In combinatie met blootstelling aan lichaamstrillingen kan dat op
termijn rugklachten veroorzaken. Bij het plaatsen van prefab elementen wordt door de
grondwerkers getild, geduwd en getrokken. Men loopt daarbij vaak op een
drassige/zuigende ondergrond.
6
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
Hou rekening met de oplossingen beschreven in het blad Aanpak dieselmotoremissies in
de bouwnijverheid
Voor groot materieel buiten:
• Uitlaat verlengen naar boven
• Onderhoud volgens specificaties
• Alle materieel volgens Euro-2-norm.
• Gebruik van een zelfregenererend combifilter (CRT); een CRT moet in
samenspraak met de leverancier op het motorvermogen worden afgestemd.
Voor klein materieel buiten:
• Motoren onderhouden en afstellen volgens schema
• Uitlaat van de werknemer af
• Oxydatiekatalysator
Overige oplossingen:
- Materieel voorzien van geluid- en trillingsdemping.
- Gebruik hulpmiddelen voor het (ver)plaatsen van zware materialen.
- Groot materieel moet voorzien zijn van een akoestische achteruitrijdsignalering
- Afscherming van draaiende delen van materieel en gereedschappen.
- Maatregelen gericht op het beperken van de blootstelling aan geluid:
- geluidreducerende vloermatten
- geen onnodig hoog toerental; rustig rijden
- goede isolatie van materieel
- gesloten houden van ramen en deur
- zo kort mogelijk buiten de cabine verblijven
- omkastingen gesloten houden en kieren dichtmaken
- gehoorbescherming met ingebouwd communicatiemiddel (kan de cabine gesloten
blijven)
Organisatorisch:
- Hou rekening met de voorschriften die gelden wat betreft de Risico-Inventarisatie en
-Evaluatie en het V&G-plan (zie het hoofdstuk “Voorschriften”).
- Zorg voor gekeurd materieel en gereedschappen.
- Bouwput voorzien van randbeveiliging.
- Ga na of er zwakke plekken in de bodem aanwezig zijn. 7
- Zorg voor het inzetten van het juiste materieel (voldoende vermogen, toegerust met
de juiste hulpmiddelen); zorg voor een stabiele plaatsing b.v. met draglineschotten.
- Zorg voor stabiele en veilige steigers of werkplateau’s.
- Zoek tijdig contact met beheerders van vaarwegen omtrent de uit te voeren
verkeersmaatregelen en de te treffen veiligheidsvoorzieningen.
- Controleer voor aanvang van het werk of grond of water verontreinigd zijn.
- Voorlichting over het op een juiste wijze uitvoeren van de werkzaamheden.
- Zorg voor goede communicatie (hand- en armseinen) met de machinist.
- Zorg voor goede hygiënische omstandigheden; schaft- en sanitaire voorzieningen.
- Zorg voor goede voorzieningen in het kader van de bedrijfshulpverlening (onder
meer brandblussers, EHBO-voorzieningen, reddingsboei, eventueel motorvlet).
Individueel:
- Neem de voorschriften geldend voor werk- en rusttijden in acht.
8
4. VOORSCHRIFTEN
Keuringen en personeel:
Keuring van het groot materieel dient om de twee jaar plaats te vinden door een
gecertificeerde instantie; hijsgereedschappen en hefmiddelen dienen dagelijks gecontroleerd
te worden. Machinisten van de mobiele kraan of dragline moeten in het bezit zijn van een
certificaat van vakbekwaamheid (hijsbewijs) voor de categorie kraan waarmee wordt
gewerkt.
RI&E en V&G-plan:
Bedrijven zijn verplicht op grond van de Arbowet een Risico-Inventarisatie en Evaluatie
(RI&E) op te stellen en bijbehorend Plan Van Aanpak (PVA). De aard van de risico’s en de
te treffen maatregelen verschillen echter vaak per bouwproject. Bovendien zijn bij een
project vaak meerdere aannemers betrokken. Daarom moet ook een project-RI&E worden
opgesteld. Voor bouwprojecten wordt de project-RI&E en het bijbehorende V&G-plan,
opgesteld door de aannemer/werkgever die door de opdrachtgever is belast met de
veiligheids- en gezondheidscoördinatie.
Alle betrokken aannemers dienen de V&G-coördinator in staat te stellen het V&G-plan op
te stellen, door aanleveren van de noodzakelijke informatie over te verwachten risico’s en
te treffen maatregelen van de eigen werkzaamheden. Dat kan door aanleveren van de RI&E
met betrekking tot de eigen werkzaamheden op het project leidend tot een ‘deel-V&G-
plan’. De V&G-coördinator verwerkt die informatie in het V&G-plan voor het gehele
project.
Het V&G-plan moet tijdens de looptijd van het project regelmatig worden geëvalueerd en
waar nodig bijgesteld.
Fysieke belasting:
Fysieke belasting mag geen gevaren voor de gezondheid van de werknemers met zich
meebrengen, indien dit wel het geval is, moet de werkgever maatregelen nemen om de
risico's af te wenden. Fysieke belasting heeft betrekking op de werkhoudingen, uit te
voeren bewegingen en uit te oefenen krachten.
Arbeidsmiddelen:
De werkgever moet de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat alle ter
beschikking gestelde arbeidsmiddelen zodanig zijn uitgerust en/of aangepast dat de
veiligheid en gezondheid van de werknemer tijdens het gebruik zijn gewaarborgd. Hiertoe
9
dienen de risico's te worden geïnventariseerd en maatregelen te worden genomen om deze
weg te nemen dan wel te verminderen.
Voorschriften voor constructie en gebruik van arbeidsmiddelen zijn vastgelegd in de
arboregelgeving en in NEN-normen.
Toxische stoffen:
Voor stoffen die bij inademen in stofvorm of gasvorm, schadelijk kunnen zijn voor de
gezondheid worden grenswaarden (MAC-waarden of wettelijke grenswaarden) opgesteld.
De grenswaarde is in het algemeen een tijdgewogen gemiddelde concentratie (TGG) over
een periode van 15 minuten en/of een periode van 8 uur.
Indien de grenswaarde wordt overschreden moeten maatregelen worden getroffen om de
concentratie tot onder de grenswaarde te verlagen. Indien het technisch (nog) niet mogelijk
is de concentratie tot onder de grenswaarde te verlagen is het gebruik van
ademhalingsbescherming noodzakelijk.
Bij sommige stoffen kan ook een concentratie lager dan de grenswaarde tot
gezondheidsschade leiden. Dat geldt met name voor kankerverwekkende stoffen waarvoor
geen drempelwaarde kan worden vastgesteld. Bij die stoffen kan het dragen van
ademhalingsbescherming ook bij een concentratie lager dan de grenswaarde noodzakelijk
zijn.
Geluid:
Bij geluidsniveaus hoger dan 80 dB(A) moeten gehoorbeschermingsmiddelen ter beschik-
king worden gesteld en moet voorlichting worden verstrekt. Bij geluidsniveaus hoger dan
85 dB(A) moeten maatregelen worden getroffen om het geluidsniveau te verlagen, moet de
gevarenzone worden gemarkeerd en moet gehoorbescherming worden gedragen.
Trillingen:
Voor lichaamstrillingen geldt een drempelniveau van 0,25 m/s2, een actieniveau van 0,5
m/s2 en een maximumniveau van 0,7 m/s2.
Voor hand-arm trillingen geldt een drempelniveau van 1 m/s2, een actieniveau van 2,5 m/s2
en een maximumniveau van 5 m/s2.
Bovenstaande niveaus gelden voor een blootstellingsduur van 8 uur per dag.
Boven het drempelniveau is voorlichting verplicht. Boven het actieniveau zijn maatregelen
ter vermindering van de blootstelling verplicht, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden
gevraagd. Boven het maximumniveau moet de blootstelling worden verlaagd door onder
meer een beperking van de blootstellingsduur.
10
Persoonlijke beschermingsmiddelen:
034-0008
Indien de werknemer aan gevaren wordt blootgesteld moeten die worden bestreden. Zolang
dat (nog) niet op afdoende wijze is gebeurd moeten doelmatige, passende, op de werknemer
afgestemde persoonlijke beschermingsmiddelen door de werkgever ter beschikking worden
gesteld en door de werknemer worden gebruikt. Om een goed functioneren te realiseren
zijn voorlichting over het gebruik, periodiek onderhoud en reiniging/ontsmetting
noodzakelijk.
11
5. LITERATUUR
Stichting Arbouw:
- Handboek Arbozorg en Verzuimbegeleiding in de bouwnijverheid; deel 2 en 3:
Bouwberoepen en specifieke werkzaamheden, 1997.
- Aanpak dieselmotoremissies in de bouwnijverheid, 1999.
- Ergonomie van cabines voor mobiele machines, april 2002.
- Lawaai in de bouwnijverheid; bijlagen, 2002.
- Inventarisatie van eenvoudige lawaaibeheersmaatregelen op de bouwplaats, 2002.
- Productgroep Informatie Systeem Arbouw (PISA).
- Arbouw-adviezen voor de bouwnijverheid.
- no 1: Hygiënische voorzieningen op de bouwplaats.
- no 3: Elektrisch en pneumatisch handgereedschap.
- no 5: Persoonlijke beschermingsmiddelen.
- no 8: Trillingen en schokken in de bouw: lichaamstrillingen
- no 9: Trillingen en schokken in de bouw: hand-arm trillingen
- no 11: Hijsgereedschappen en veilig hijsen
- no 12: Ademhalingsbeschermingsmiddelen
- no 16: Lawaai in de bouw
- no 18: Bedrijfshulpverlening
Aboma+Keboma:
- Abomafoon nr. 3.01 Materieelkeuringen.
- Abomafoon nr. 3.02 Beveiliging van achteruitrijdende voertuigen
- Abomafoon nr. 3.10 Kantelgevaar bij hijskranen en funderingsmachines.
- Abomafoon nr. 3.40 Hijsgereedschap (algemeen).
- Abomafoon nr. 7.18 Motorkettingzaag.
- Abomafoon nr. 7.28 Aggregaten.
Overige:
- Vereniging Verticaal Transport:
VT-gids 2000-2001
- Veilig en gezond werken in de GWW-sector; een toelichting op het
Bouwprocesbesluit Arbeidsomstandighedenwet voor de grond-, weg- en waterbouw.
Uitgave van Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
12
6. CHECKLIST
Ontwerp/V&G-plannen/werkvoorbereiding:
- Hou rekening met de voorschriften wat betreft het opstellen van RI&E en V&G-plan
(zie het hoofdstuk “Voorschriften”).
- Tref voorzieningen en maak afspraken (met alle betrokken instanties) om de kans op
ongevallen door aanvaringen tot een minimum te beperken.
- Tref waar nodig maatregelen om een te hoge blootstelling aan onder meer geluid,
trillingen, verontreinigde grond of water, dieseluitlaatgassen te verminderen en om
de veiligheid en ergonomische aspecten te verbeteren (zie oplossingsvoorstellen in
dit document en bij de verschillende deelwerkzaamheden).
- Regel dat het materieel is voorzien van akoestische achteruitrijdsignalering.
- Zorg voor een goede en stabiele plaatsing van de kraan.
- Regel dat voorlichting/instructie over het op een veilige/gezonde wijze uitvoeren
van de werkzaamheden wordt verstrekt.
- Zorg dat er op het werk goede hygiënische- en sanitaire voorzieningen (toilet,
schaftgelegenheid, mogelijkheid tot handen wassen) aanwezig zijn, inclusief schone
handschoenen en werkkleding. Laat verontreinigde werkkleding die wordt
hergebruikt chemisch reinigen.
- Zorg voor aanwezig zijn van beschermingsmiddelen (onder meer doorwerkkleding,
veiligheidsschoeisel, veiligheidshelm, gehoorbescherming).
Uitvoeringsfase:
- Controleer of de vereiste (zie onder meer V&G-plan) voorzieningen / maatregelen
om veilig en gezond werken mogelijk te maken, zijn gerealiseerd.
- Zorg ervoor dat het personeel geïnstrueerd is in het gebruik van de persoonlijke
beschermingsmiddelen en overtuigd is van het belang ervan. Controleer of de te
dragen middelen aanwezig zijn en ook daadwerkelijk worden gebruikt.
- Controleer dagelijks de veiligheid van elektrisch, hydraulisch of pneumatisch
aangedreven gereedschap.
- Gebruik voor het reinigen van handen zeep en water.
- Controleer of voorschriften in verband met veiligheid en gezondheid in acht worden
genomen; gegeven instructies regelmatig herhalen.
13
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 34.01:
Machinaal aanbrengen prefab onderdelen.
M 034-0009
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
34.A: “Algemene risico’s en oplossingen bij de aanleg van kleine kunstwerken.”
14
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
034-0010
Prefab stuwen worden meestal in een drooggemalen bouwput gebouwd, maar soms ook
vanaf de oevers, met behulp van pontons. Een stuw wordt opgebouwd uit een prefab
stuwbak en stuwput of uit L-vormige elementen en wordt voorzien van een stuwklep of een
vaste dan wel afsluitbare overstortschuif.
Betonnen prefab bruggen worden vanaf de oever en vanaf pontons gebouwd. Ze worden
samengesteld uit brugdekdelen en stootplaten en voorzien van een stalen of houten leuning.
Voor het aanbrengen van de zware betonnen en houten prefab onderdelen wordt veelal
gewerkt met een mobiele kraan met telescopische giek, soms met een hijskraan/dragline.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Machinist
Materialen:
- Prefab betonnen elementen
- Stuwklep
- Overstortschuif en schuifafsluiter met frame
- Brugleuning
- Oplegplateau
- Aangietmateriaal
Materieel:
- Mobiele kraan met telescoop-giek
- Dragline
- Pontons
- Hijsgereedschap (hijsstroppen, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.).
Gereedschappen:
- Stootijzer, koevoet.
15
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen: uitlaatgassen
- geel
fysische factoren:
geluid lichaamstrillingen
- geel/rood - geel/rood
fysieke belasting:
repeterende
handelingen
(schouder):
statische belasting
(lage rug):
- geel - rood
veiligheid:
- kantelen kraan
- materiaal kan uit hijsinrichting vallen
- ongevallen door aanrijden of bekneld raken door het materieel of de last
- kans op vallen, struikelen, uitglijden, door slechte op- of afstapmogelijkheid of door
ontbreken van leuningwerk
16
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van de kraan en van ander materieel in de
omgeving. Onder ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door
emissies van verouderd of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige
windrichting.
Geluid:
De machinist wordt blootgesteld aan geluid veroorzaakt door de kraan die hij bedient. Het
geluidsniveau is afhankelijk van eventuele geluiddempende voorzieningen, de
onderhoudstoestand, het vermogen en de belasting van het materieel, werken met open
raam of deur.
Het geluidsniveau in de cabine ligt tijdens het werk meestal tussen de 80 en 100 dB(A); door
met gesloten cabine te werken wordt het geluidsnveau met ongeveer 5 dB(A) verlaagd.
Het geluidsniveau overschrijdt regelmatig de grenswaarde (85 dB(A)). Ook de gemiddelde
blootstelling over een 8-urige werkdag overschrijdt meestal de grenswaarde.
Trillingen:
De machinist van de kraan wordt blootgesteld aan lichaamstrillingen. De trillingsintensiteit
is afhankelijk van het type kraan, de vering van de stoel, de ondergrond en dergelijke. Van
de trillingsintensiteit van mobiele kranen zijn geen gegevens bekend.
Het trillingsniveau is naar verwachting van dezelfde orde van grootte als die van
graafmachines, ongeveer 0,7 m/s2. De gemiddelde blootstelling over een 8-urige werkdag is
mede afhankelijk van de duur van de werkzaamheden. De grenswaarden voor
lichaamstrillingen (zie Voorschriften) kunnen worden overschreden.
Veiligheid:
034-0011
De machinist kan bekneld raken door draaiende delen bij onderhoud of verhelpen van
storingen. Door slechte op- of afstapmogelijkheid of door ontbreken van leuningwerk is er
kans op vallen, uitglijden of struikelen. Kantelen, wegschuiven of het in beweging komen
van de machine nadat de machinist de cabine heeft verlaten, kan leiden tot ongevallen.
Het gebruik van versleten of beschadigd hijsgereedschap kan leiden tot ongevallen.
17
De assisterende werknemers kunnen geraakt worden door de last of door vallende
materialen.
Fysieke belasting:
Het bedienen van een mobiele kraan is energetisch niet belastend. Wel kan het langdurig in
dezelfde houding werken leiden tot klachten. Er is sprake van een statische lage
rugbelasting doordat er 4 uur per dag of meer in een zittende houding wordt gewerkt.
Afwisseling van werkhouding is veelal niet mogelijk. De machinist maakt veel dezelfde
bewegingen. Vooral de schouders worden belast. De bovenarmheffing is tussen 20 en 60
graden en is sterk afhankelijk van de inrichting van de cabine, de positie van de
bedieningsmiddelen en de lichaamslengte van de machinist.
18
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Veilige bordessen met leuningwerk en veilige op- en afstapmogelijkheden.
- De cabine van de dragline/mobiele kraan moet op de individuele eigenschappen van
de machinist ingesteld kunnen worden, de cabine moet goed toegankelijk zijn, de
bedieningsmiddelen binnen handbereik en de machinist moet een goed overzicht
hebben. De vering van de stoel moet worden ingesteld op het gewicht van de
machinist en de te verrichten werkzaamheden.
Organisatorisch:
- Zorg voor goed contact tussen machinist en werknemers rond de kraan.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming; veiligheidshelm;
veiligheidsschoenen/-laarzen; kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/-
wind/regen; zonnebril met UV-filter; reddingsvest bij werk langs het water en
veiligheidsvest bij werk langs de weg.
19
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
RAW:
47.11.01 Aanbrengen stuw met prefab L-vormige elementen
47.11.02 Aanbrengen geprefabriceerde betonnen stuwbak
47.11.03 Aanbrengen stuwbak van prefabbetonelementen
47.11.11 Aanbrengen stuwklep
47.11.12 Aanbrengen overstortschuif met frame
47.11.13 Aanbrengen schuifafsluiter met frame
47.11.21 Aanbrengen stuwput
47.12.01 Aanbrengen krooshek
47.13.01 Aanbrengen peilschaal
47.31.01 Aanbrengen verband in paaljuk
47.31.11 Aanbrengen brugdek van prefab betonelementen
47.31.12 Aanbrengen van liggers met dekplanken
47.31.21 Aanbrengen betonnen stootplaten
47.31.31 Aanbrengen leuning
20
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 34.02:
Assisteren bij aanbrengen prefab onderdelen
M 034-0012
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
34.A: “Algemene risico’s en oplossingen bij de aanleg van kleine kunstwerken.”
21
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
034-0013
Voor het aanbrengen van de zware onderdelen van een prefab stuw of prefab brug wordt
veelal gewerkt met een mobiele kraan met telescoop-giek, soms met een dragline.
Grondwerkers assisteren bij het plaatsen van de elementen en strijken de voegen van
betonnen elementen af met mortel of met elastische kit om de constructie waterdicht te
maken.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Monteur, grondwerker, bouwvakhelper
Materialen:
- Prefab betonnen elementen
- Betonmortel
- Epoxymortel
- Elastische kitten
Materieel:
- Mobiele kraan met telescoop giek
- Dragline
- Pontons
- Hijsgereedschap (hijsstroppen, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.).
Gereedschappen:
- Stootijzer, koevoet.
- Troffel, voegmes, spaarbord, mortel-emmer
- Kitpistool.
22
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen*: uitlaatgassen
- geel
fysische factoren:
geluid
- geel/rood
fysieke belasting:
duwen en trekken statische belasting
(lage rug en
knieën):
- rood - geel
veiligheid:
- kantelen kraan
- materiaal kan uit hijsinrichting vallen
- ongevallen door aanrijden of bekneld raken door het materieel of de last
- vallen in het water
- vallen van hoogte
* Huidcontact met betonmortel en met kitten
23
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
034-0014
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van de kraan en van ander materieel in de
omgeving. Onder ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door
emissies van verouderd of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige
windrichting.
Bij het werken met betonmortel en met de elastische kitten (bitumineus, epoxy) is
huidcontact mogelijk met het materiaal. Mortel en kit kunnen schadelijke componenten
bevatten die huidirritatie veroorzaken en/of via de huid in het lichaam kunnen worden
opgenomen. Huidcontact met epoxy kan leiden tot het ontstaan van overgevoeligheid.
Geluid:
De werknemer wordt blootgesteld aan geluid veroorzaakt door het materieel. Het
geluidsniveau is afhankelijk van eventuele geluiddempende voorzieningen, de
onderhoudstoestand, het vermogen en de belasting van het materieel en ligt meestal tussen
80 en 85 dB(A). Het geluidsniveau overschrijdt regelmatig de grenswaarde (85 dB(A)). De
gemiddelde blootstelling over een 8-urige werkdag ligt meestal rond de grenswaarde.
Veiligheid:
034-0015
Het kantelen of wegschuiven van de machine, of het in beweging komen van de mobiele
kraan nadat de machinist de cabine heeft verlaten, kan leiden tot ongevallen.
Ook het gebruik van versleten of beschadigd hijsgereedschap kan leiden tot ongevallen.
Werknemers kunnen worden geraakt door materieel, de last of door vallende materialen.
Vallen van hoogte, onder andere bij werk langs een niet beveiligde bouwput. Bij werk
boven water kan men in het water vallen, met kans op verdrinken.
Fysieke belasting:
034-0016
Het assisteren van de machinist van de kraan is fysiek belastend. Bij diverse
werkzaamheden, zoals aanbrengen van stroppen en kettingen, het manoeuvreren van de
zware delen van een constructie wordt in ongunstige werkhoudingen (kortdurend) een vaak
grote duw- of trekkracht geleverd (uitgeoefende kracht niet bekend). Duw- en trekkracht
wordt ook uitgeoefend bij het werken met stootijzer en koevoet. Bij het aanbrengen van 24
mortel en kitten is sprake van een statische belasting van lage rug en knieën door 1 - 4 uur
werken in een voorovergebogen (meer dan 60 graden) houding.
25
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Gebruik kitten met een gering gehalte aan schadelijke stoffen.
Organisatorisch:
- Zorg voor goed contact tussen machinist en werknemers rond de kraan.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidshelm, veiligheidsschoenen of laarzen,
handschoenen; gehoorbescherming; handschoenen die bescherming bieden tegen
huidcontact met mortel/kit; kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/-
wind/regen; zonnebril en crème met UV-filter; reddingsvest bij werk langs het water
en veiligheidsvest bij werk langs de weg.
26
5. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
RAW:
47.11.01 Aanbrengen stuw met prefab L-vormige elementen
47.11.02 Aanbrengen geprefabriceerde betonnen stuwbak
47.11.03 Aanbrengen stuwbak van prefabbetonelementen
47.11.11 Aanbrengen stuwklep
47.11.12 Aanbrengen overstortschuif met frame
47.11.13 Aanbrengen schuifafsluiter met frame
47.11.21 Aanbrengen stuwput
47.12.01 Aanbrengen krooshek
47.13.01 Aanbrengen peilschaal
47.31.01 Aanbrengen verband in paaljuk
47.31.11 Aanbrengen brugdek van prefab betonelementen
47.31.12 Aanbrengen van liggers met dekplanken
47.31.21 Aanbrengen betonnen stootplaten
47.31.31 Aanbrengen leuning
27
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 34.03:
Aanbrengen overstort.
M 034-0017
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
34.A: “Algemene risico’s en oplossingen bij de aanleg van kleine kunstwerken.”
28
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
034-0018
Een stuw wordt opgebouwd uit een prefab stuwbak en stuwput of uit L-vormige elementen
en voorzien van een stuwklep of een vaste dan wel afsluitbare overstortschuif.
De klep of schuif wordt met een frame aangeleverd, geplaatst met behulp van de mobiele
kraan en in de stuw bevestigd door middel van ankers, schroeven, bouten en moeren. Zo
nodig worden de naden en voegen waterdicht afgekit met elastische kit.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Monteur, bouwvakhelper
Materialen:
- Stuwklep
- Overstortschuif en schuifafsluiter met frame
- Bevestigingsankers, bouten, moeren
- Betonmortel, epoxymortel, elastische kitten
Materieel:
- Mobiele kraan met telescoop giek
- Dragline
- Pontons
- Elektrisch aggregaat, mobiele compressor
- Hijsgereedschap (hijsstroppen, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.).
Gereedschappen:
- Boormachine, slagmoersleutel
- Handgereedschap: steek- en ringsleutels, schroevendraaiers, tangen, hamers enz.
- Kitpistool
- Troffel, voegmes, spaarbord, mortel-emmer.
29
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen*: uitlaatgassen
- geel
fysische factoren:
geluid hand-arm
trillingen
- geel/rood - geel
fysieke belasting:
duwen en trekken statische belasting
(lage rug):
tillen
- rood - geel - geel
veiligheid:
- materiaal kan uit hijsinrichting vallen
- ongevallen door aanrijden of bekneld raken door het materieel of de last
- uitschieten handgereedschap
- elektrocutiegevaar bij werken met elektrisch gereedschap in natte omgeving
* Huidcontact met betonmortel en met kitten
30
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van de kraan en van ander materieel in de
omgeving. Onder ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door
emissies van verouderd of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige
windrichting.
Bij het boren van gaten in beton, ten behoeve van de verankering en de
bevestigingsschroeven, wordt men blootgesteld aan kwartsbevattend stof. De gemiddelde
blootstelling over een 8-urige werkdag is afhankelijk van de duur van de werkzaamheden en
overschrijdt naar verwachting niet de grenswaarde voor respirabel kwartsstof.
Bij het werken met betonmortel en met de elastische kitten (bitumineus, epoxy) is
huidcontact mogelijk met het materiaal. Mortel en kit kunnen schadelijke componenten
bevatten die huidirritatie veroorzaken en/of via de huid in het lichaam kunnen worden
opgenomen. Huidcontact met epoxy kan leiden tot het ontstaan van overgevoeligheid.
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid van de mobiele kraan, compressoren,
aggregaten (70 tot 90 dB(A)). Het geluidsniveau is afhankelijk van eventuele
geluiddempende voorzieningen, de onderhoudstoestand, het vermogen en de belasting van
het materieel. Tijdens het werken met een boormachine of een pneumatische
slagmoersleutel wordt men blootgesteld aan geluidsniveaus tussen 85 en 124 dB(A).
Het geluidsniveau overschrijdt regelmatig de grenswaarde (85 dB(A)). De gemiddelde
blootstelling over een 8-urige werkdag ligt meestal boven de grenswaarde.
Trillingen:
Bij het werken met een boormachine of met een pneumatische slagmoersleutel wordt de
werknemer blootgesteld aan hand-armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling
bedraagt ongeveer 6 à 8 m/s2.
Grenswaarden kunnen worden overschreden indien langer dan circa 0,5 – 1 uur per dag met
deze apparatuur wordt gewerkt. Naar verwachting is dat meestal niet het geval
31
Veiligheid:
034-0019
Het kantelen of wegschuiven van de mobiele kraan, of het in beweging komen van de
machine nadat de machinist de cabine heeft verlaten, kan leiden tot ongevallen.
Ook het gebruik van versleten of beschadigd hijsgereedschap kan leiden tot ongevallen.
Werknemers kunnen worden geraakt door materieel, de last of door vallende materialen.
Ongevallen bij het werken met boormachines of slagmoersleutels zijn mogelijk door het
wegschieten van gereedschap, door het wegspringen van betongruis, het wegspringen van
schroeven of moeren.
Fysieke belasting:
034-0020
Het assisteren van de machinist van de kraan bij het aanbrengen van een overstort is fysiek
belastend. Bij diverse werkzaamheden, zoals aanbrengen van stroppen en kettingen, het
manoeuvreren van de schuif met frame wordt in ongunstige werkhoudingen (kortdurend)
een vaak grote duw- of trekkracht geleverd (uitgeoefende kracht niet bekend).
De boormachines wegen tussen 2,3 en 12 kg. Tijdens het werk wordt de machine
regelmatig getild met een frequentie van minder dan 1 maal per minuut.
Er is sprake is van een statische belasting van lage rug door 1-4 uur werken in een licht
voorovergebogen (20 tot 60 graden) houding.
Bij het boren is sprake van een bovenarmheffing tussen 20 en 60 graden. Tijdens het boren
wordt een duwkracht geleverd van gemiddeld 90 Newton. Bij het werken met
(bekrachtigde) sleutels wordt veel duw- en trekkracht geleverd (maximaal circa 500
Newton).
32
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van geluid- en trillingsdemping
- Gebruik scherp gereedschap.
- Boorgaten niet leegblazen maar met een stofzuiger leegzuigen.
- Gebruik kitten met een gering gehalte aan schadelijke stoffen.
Organisatorisch:
- Zorg voor goed contact tussen machinist en werknemers rond de kraan.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkap of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de
situatie); veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; bij het boren
ademhalingsbescherming (ten minste P2-filter); kleding die afdoende bescherming
biedt tegen kou/wind/regen; zonnebril en crème met UV-filter; reddingsvest bij werk
langs het water en veiligheidsvest bij werk langs de weg.
33
6. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
RAW:
47.11.01 Aanbrengen stuw met prefab L-vormige elementen
47.11.02 Aanbrengen geprefabriceerde betonnen stuwbak
47.11.03 Aanbrengen stuwbak van prefabbetonelementen
47.11.11 Aanbrengen stuwklep
47.11.12 Aanbrengen overstortschuif met frame
47.11.13 Aanbrengen schuifafsluiter met frame
47.11.21 Aanbrengen stuwput
47.12.01 Aanbrengen krooshek
47.13.01 Aanbrengen peilschaal
47.31.01 Aanbrengen verband in paaljuk
47.31.11 Aanbrengen brugdek van prefab betonelementen
47.31.12 Aanbrengen van liggers met dekplanken
47.31.21 Aanbrengen betonnen stootplaten
47.31.31 Aanbrengen leuning
34
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 34.04:
Aanbrengen krooshek, peilschaal, brugleuning
M 034-0021
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
34.A: “Algemene risico’s en oplossingen bij de aanleg van kleine kunstwerken.”
35
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
034-0022
Na het plaatsen van de stuw wordt deze meestal voorzien van een stalen krooshek en een
peilschaal. Een betonnen prefab brug kan worden voorzien van een stalen brugleuning.
Deze onderdelen worden met ankers en/of met schroeven, bouten en moeren aan het beton
bevestigd.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Monteur, bouwvakhelper
Materialen:
- Krooshek
- Peilschaal
- Stalen brugleuning
- Bevestigingsankers
- Schroeven
- Bouten en moeren
Materieel:
- Pontons
- Elektrisch aggregaat
- Mobiele compressor
Gereedschappen:
- Boormachine
- Slagmoersleutel
- Handgereedschap: steek- en ringsleutels, schroevendraaiers, tangen, hamers enz.
36
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen*:
fysische factoren:
geluid hand-arm trillingen
- geel/rood - geel
fysieke belasting:
duwen en trekken statische belasting
(lage rug en knieën):
tillen
- rood - geel - rood
veiligheid:
- uitschieten handgereedschap
- vallen van hoogte
- vallen in het water en kans op verdrinken
- elektrocutiegevaar bij werken met elektrisch gereedschap in natte omgeving
* Huidcontact met kitten (o.a. epoxy).
37
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
034-0023
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van materieel in de omgeving. Naar
verwachting treden in het algemeen geen concentraties op die tot klachten leiden.
Bij het boren van gaten in beton, ten behoeve van de verankering en de
bevestingingsschroeven, wordt men blootgesteld aan kwartsbevattend stof. De gemiddelde
blootstelling over een 8-urige werkdag is afhankelijk van de duur van de werkzaamheden en
overschrijdt naar verwachting niet de grenswaarde voor respirabel kwartsstof.
Bij het werken met betonmortel en met de elastische kitten (bitumineus, epoxy) is
huidcontact mogelijk met het materiaal. Mortel en kit kunnen schadelijke componenten
bevatten die huidirritatie veroorzaken en/of via de huid in het lichaam kunnen worden
opgenomen. Huidcontact met epoxy kan leiden tot het ontstaan van overgevoeligheid
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan geluid veroorzaakt door het gebruikte materieel
(compressoren, aggregaten): 70 tot 90 dB(A). Tijdens het werken met een boormachine of
een pneumatische slagmoersleutel wordt men blootgesteld aan geluidsniveaus tussen 85 en
124 dB(A).
Het geluidsniveau overschrijdt regelmatig de grenswaarde (85 dB(A)). De gemiddelde
blootstelling over een 8-urige werkdag ligt naar verwachting rond de grenswaarde, maar ligt
er boven indien veel gebruik wordt gemaakt van aangedreven gereedschap.
Trillingen:
Bij het werken met een boormachine of met een pneumatische slagmoersleutel wordt de
werknemer blootgesteld aan hand-armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling
bedraagt ongeveer 6 à 8 m/s2.
Grenswaarden kunnen worden overschreden indien langer dan circa 0,5 – 1 uur per dag met
deze apparatuur wordt gewerkt. Naar verwachting is dat meestal niet het geval
Veiligheid:
034-0024
Ongevallen bij het werken met boormachines of slagmoersleutels zijn mogelijk door het
wegschieten van gereedschap, door het wegspringen van betongruis, het wegspringen van 38
schroeven of moeren.
Bij het werken op of aan het water kan men in het water vallen en verdrinken. Vallen van
hoogte bij werk aan een brugleuning.
Fysieke belasting:
034-0025
Afhankelijk van de aan te brengen voorzieningen wordt er staand, voorovergebogen of
knielend gewerkt. Er is sprake is van een statische belasting van lage rug en knieën door 1 -
4 uur werken in een licht voorovergebogen (20 tot 60 graden) of knielende houding. De
boormachines wegen tussen 2,3 en 12 kg. De aan te brengen voorzieningen hebben een
gewicht van 5 tot 40 kg. De tilfrequentie is minder dan 1 maal per minuut.
Tijdens het boren wordt een duwkracht geleverd van gemiddeld 90 Newton. Bij het werken
met (bekrachtigde) sleutels wordt veel duw- en trekkracht geleverd (maximaal circa 500
Newton).
39
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van geluid- en trillingsdemping
- Gebruik scherp gereedschap.
- Boorgaten niet leegblazen maar met een stofzuiger leegzuigen.
- Gebruik kitten met een gering gehalte aan schadelijke stoffen.
- Boormachine met waterkoeling om blootstelling aan kwartsstof te beperken.
Organisatorisch:
- Stalen brugleuning voor montage van de brug aanbrengen.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkap of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de
situatie); veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; bij het boren
ademhalingsbescherming (ten minste P2-filter); kleding die afdoende bescherming
biedt tegen kou/wind/regen; zonnebril en crème met UV-filter; reddingsvest bij werk
langs het water en veiligheidsvest bij werk langs de weg.
40
7. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
RAW:
47.11.01 Aanbrengen stuw met prefab L-vormige elementen
47.11.02 Aanbrengen geprefabriceerde betonnen stuwbak
47.11.03 Aanbrengen stuwbak van prefabbetonelementen
47.11.11 Aanbrengen stuwklep
47.11.12 Aanbrengen overstortschuif met frame
47.11.13 Aanbrengen schuifafsluiter met frame
47.11.21 Aanbrengen stuwput
47.12.01 Aanbrengen krooshek
47.13.01 Aanbrengen peilschaal
47.31.01 Aanbrengen verband in paaljuk
47.31.11 Aanbrengen brugdek van prefab betonelementen
47.31.12 Aanbrengen van liggers met dekplanken
47.31.21 Aanbrengen betonnen stootplaten
47.31.31 Aanbrengen leuning
41
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 34.05:
Aanbrengen houten prefab brug, steiger.
M 034-0026
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
34.A: “Algemene risico’s en oplossingen bij de aanleg van kleine kunstwerken.”
42
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
034-0027
Voor houten prefab bruggen wordt veelal tropisch hardhout gebruikt. Voor het aanbrengen
van de zware onderdelen wordt veelal gewerkt met een mobiele kraan met telescoopgiek,
soms met een hijskraan/dragline.
Grondwerkers en timmerlieden assisteren bij het plaatsen van de houten elementen en
bevestigen de onderdelen door middel van ankers, schroeven, bouten en moeren. Zo nodig
worden de elementen passend gemaakt door zagen, schaven en/of schuren.
Er wordt gewerkt vanaf de oever en vanaf pontons.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Grondwerker
- Bouwvakhelper
- Timmerman
Materialen:
- Prefab houten brugdelen
- Bevestigingsankers
- Schroeven
- Bouten en moeren
43
Materieel:
- Pontons
- Mobiele kraan met telescoopgiek of hijskraan/dragline
- Elektrisch aggregaat
- Mobiele compressor
Gereedschappen:
- Boormachine, slagmoersleutel
- Handgereedschap: steek- en ringsleutels, schroevendraaiers, tangen, hamers enz.
- Motorkettingzaag, elektrische handcirkelzaag, blokschaaf
- Bandschuurmachine, vlakschuurmachine
44
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen: houtstof:
- geel/rood
fysische factoren:
geluid hand-arm
trillingen
- geel/rood - geel
fysieke belasting:
duwen en trekken statische belasting
(lage rug en
knieën):
tillen
- rood - geel - geel
veiligheid:
- uitschieten handgereedschap
- verwonding aan de schaaf of zaagmachine
- elektrocutiegevaar bij werken met elektrisch gereedschap in natte omgeving
45
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
034-0028
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van de kraan, compressor en aggregaat.
Onder ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door emissies van
verouderd of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige windrichting.
Bij het bewerken (zagen, schaven) van houten brugdelen, is blootstelling mogelijk aan
houtstof. Fijn stof van sommige (vooral tropische) houtsoorten kan irritatie of allergische
reacties van de huid, ogen en/of luchtwegen veroorzaken. Houtstof staat op de lijst van
kankerverwekkende stoffen en processen; de wettelijke grenswaarde bedraagt 2 mg/m3 en de
gezondheidskundige advieswaarde bedraagt 0,2 mg/m3. De grenswaarde voor houtstof zal
tijdens diverse houtbewerkingen worden overschreden. De gemiddelde blootstelling over een
werkdag is mede afhankelijk van de duur van de werkzaamheden en ligt naar verwachting op
de meeste projecten rond de grenswaarde.
Geluid:
M 034-0029
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door het materieel en door de
motorkettingzaag (100 tot 125 dB(A)) of de handcirkelzaag (99 tot 109 dB(A)).
Tijdens het werken met een boormachine of een pneumatische slagmoersleutel wordt men
blootgesteld aan geluidsniveaus tussen 85 en 124 dB(A).
46
Het geluidsniveau overschrijdt regelmatig de grenswaarde (85 dB(A)). De gemiddelde
blootstelling over een 8-urige werkdag ligt naar verwachting meestal rond de grenswaarde,
maar ligt er boven indien veel gebruik wordt gemaakt van aangedreven gereedschap.
Trillingen:
Bij het werken met een boormachine, schuurmachine, elektrische handcirkelzaag,
motorkettingzaag of met een pneumatische slagmoersleutel wordt de werknemer
blootgesteld aan hand-armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling bedraagt bij deze
apparaten ongeveer 6 à 8 m/s2. Bij sommige types kan de versnelling 10 m/s2 of hoger zijn.
De gemiddelde blootstelling over een 8-urige werkdag is afhankelijk van de duur van de
werkzaamheden.
Grenswaarden (zie Voorschriften) kunnen worden overschreden indien langer dan circa 0,5 –
1 uur per dag met deze apparatuur wordt gewerkt. Naar verwachting is dat meestal niet het
geval.
Veiligheid:
034-0030
Het gebruik van versleten of beschadigd hijsgereedschap kan leiden tot ongevallen.
47
Werknemers kunnen geraakt worden door de last, door vallende materialen en worden
overreden door materieel. Kans op verwonden door aangedreven gereedschap, door het
wegschieten van gereedschap of het wegspringen van materialen. Door het werken met
elektrisch gereedschap bij het water is er kans op elektrocutie. Ook kan men in het water
vallen en verdrinken.
Fysieke belasting:
034-0031
Het assisteren bij het aanbrengen van houten prefab bruggen is fysiek belastend. Bij diverse
werkzaamheden, zoals het manoeuvreren van de zware delen van een constructie wordt in
ongunstige werkhoudingen (kortdurend) een vaak grote duw- of trekkracht geleverd
(uitgeoefende kracht niet bekend).
Afhankelijk van de (positionering van de) te bewerken of te bevestigen materialen wordt er
staand, voorovergebogen of knielend gewerkt. Tijdens het boren wordt een duwkracht
geleverd van gemiddeld 90 Newton. Bij het werken met (bekrachtigde) sleutels wordt veel
duw- en trekkracht geleverd (maximaal circa 500 Newton).
Houtbewerkingsmachines worden regelmatig getild met één of twee handen in niet optimale
asymmetrische tilhoudingen. Het tilgewicht is circa 10 kg en de tilfrequentie is minder dan
1 keer per minuut. De machines worden over korte afstanden gedragen.
Er is sprake is van een statische belasting van lage rug door 1 - 4 uur werken in een licht
voorovergebogen (20 tot 60 graden) houding.
48
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van geluid- en trillingsdemping
- Gebruik scherp gereedschap.
- Houtbewerkingsapparatuur voorzien van stofafzuiging.
Organisatorisch:
Individueel:
034-0032
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkap of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidsschoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de situatie);
veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; ademhalingsbescherming (ten minste P2-
filter); kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/wind/regen; zonnebril en
crème met UV-filter; reddingsvest bij werk langs het water en veiligheidsvest bij
werk langs de weg.
49
50
8. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
RAW:
47.11.01 Aanbrengen stuw met prefab L-vormige elementen
47.11.02 Aanbrengen geprefabriceerde betonnen stuwbak
47.11.03 Aanbrengen stuwbak van prefabbetonelementen
47.11.11 Aanbrengen stuwklep
47.11.12 Aanbrengen overstortschuif met frame
47.11.13 Aanbrengen schuifafsluiter met frame
47.11.21 Aanbrengen stuwput
47.12.01 Aanbrengen krooshek
47.13.01 Aanbrengen peilschaal
47.31.01 Aanbrengen verband in paaljuk
47.31.11 Aanbrengen brugdek van prefab betonelementen
47.31.12 Aanbrengen van liggers met dekplanken
47.31.21 Aanbrengen betonnen stootplaten
47.31.31 Aanbrengen leuning