Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5...

141
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Arbitrage in de sport Juridische analyse van een succesverhaal? Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Ann-Sophie De Buck (studentennr. 01000554) Promotor: Prof. Dr. An Vermeersch Commissaris: Prof. Dr. Wim Hardyns

Transcript of Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5...

Page 1: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent

Academiejaar 2015-2016

Arbitrage in de sport

Juridische analyse van een succesverhaal?

Masterproef van de opleiding

‘Master in de rechten’

Ingediend door

Ann-Sophie De Buck

(studentennr. 01000554)

Promotor: Prof. Dr. An Vermeersch

Commissaris: Prof. Dr. Wim Hardyns

Page 2: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

 

Page 3: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

i    

Dankwoord

Life is like riding a bicycle. To keep your balance, you must keep moving.1

Bij de beëindiging van deze opleiding Rechten, met deze masterproef als slotstuk,

bedank ik graag enkele mensen. Bedankt prof. An Vermeersch voor de correcte en

enthousiaste begeleiding. Binnen dit ruime thema heeft U mij de vrijheid gegeven om

het een eigen invulling te geven, waarvoor dank. Het is een plezier U over sportrecht te

horen doceren. Van bij het begin van de opleiding keek ik uit naar dit vak omdat het

mijn passie combineert met de materie recht. De keuze voor een thema binnen het

sportrecht als masterproef was dan ook snel maar doordacht gemaakt. Ook dank ik de

sportrecht-advocaten en het BAS voor de praktische inkijk.

Graag bedank ik mijn ouders. Ze hebben me gevormd tot de persoon die ik vandaag ben

en daar kan ik enkel maar dankbaar voor zijn. Bedankt papa om mij van jongs af te

interesseren in alles wat met sport te maken heeft, zo zijn onze uitstapjes naar de wieler-

en autowedstrijden nu al legendarisch. Bedankt mama om wat cultureel tegengewicht

te bieden door de vele reisjes en citytrips naar Londen. Hoop nog vele zo’n momenten

met jullie te kunnen meemaken, eveneens bedankt voor het nalezen.

Bedankt Pieter voor al de steun, ontspanning en toffe momenten in ons laatste jaartje

Gent, ik kijk al uit naar onze toekomst samen.

Bedankt vriendinnen uit ‘de rechten’ om deze studententijd onvergetelijk te maken, ik

weet nu al dat ik mijmerend zal terugkijken op deze periode.

Voor Guido De Buck.

Ann-Sophie De Buck

Gent, mei 2016

                                                                                                               1 Gesimplificeerde quote, oorspronkelijk door A. EINSTEIN, 5 februari 1930.

Page 4: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

ii    

Inhoudstafel

Dankwoord .................................................................................................................... i

Inhoudstafel .................................................................................................................. ii

Lijst met afkortingen ................................................................................................... v

I. Inleiding ..................................................................................................................... 1  

§1. Verschillende aspecten van de sportwereld ................................................................. 1 §2. Probleemstelling ............................................................................................................. 2

2.1 Onderzoeksopzet, vragen en methode .......................................................................... 3 2.1.1 Opzet ................................................................................................................................... 3 2.1.2 Vragen ................................................................................................................................ 3 2.1.3 Methode .............................................................................................................................. 4

2.2 Structuur ....................................................................................................................... 5

II. Sport: van vrijwilligheid naar juridisch professionalisme .................................. 8  

§1. Ontwikkeling van een sport-rechtsorde ....................................................................... 8 1.1 Sportrecht: te definiëren? ............................................................................................. 8

1.1.1 Sport en het recht of sportrecht? ......................................................................................... 8 1.1.2 Autonomie en specificiteit van de sport ............................................................................. 9

1.2 Juridisering van de sport ............................................................................................ 12 1.3 Beleidsniveaus ............................................................................................................ 14

 §2. Grondslagen van het sportrecht .................................................................................. 19

2.1 Bevoegdheid en organisatie van de sportorganen ...................................................... 19 2.2 Bronnen ...................................................................................................................... 20

2.2.1 Wetgeving ......................................................................................................................... 20 A. Zelfregulering en marginale toetsing ............................................................................... 20 B. In België ........................................................................................................................... 22 C. Internationaal en Europees ............................................................................................... 23

2.2.2 Rechtspraak ...................................................................................................................... 25 A. Duiding begrip ................................................................................................................. 25 B. Traditionele rechtbanken en/of een sportrechtbank? ....................................................... 25 C. Disciplinair/ tuchtrechtelijke organen .............................................................................. 28 D. Arbitrale en faciliterende organen ................................................................................... 29

2.2.3 Rechtsleer ......................................................................................................................... 30  

§3. Geschillenbeslechting in de sport ................................................................................ 31 3.1 Wat zijn sport-gerelateerde geschillen? ..................................................................... 31

3.1.1 Probleemstelling ............................................................................................................... 31 3.1.2 On field of play- geschillen .............................................................................................. 31

A. Geschillen waartegen tuchtrechtelijk en administratief kan opgetreden worden ............ 32 B. Sport-crimes ..................................................................................................................... 35

3.1.3 Off field of play- geschillen ............................................................................................. 36 A. Amalgaam van geschillen ................................................................................................ 36 B. Sport crimes ..................................................................................................................... 37

Page 5: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

iii    

3.2 Waarheen? Sporters en hun keuzevrijheid ................................................................. 37 3.2.1 Toevlucht tot de overheidsrechter .................................................................................... 37 3.2.2 Interne geschillenbeslechting ........................................................................................... 38 3.2.3 Onderlinge verhouding en clausules ................................................................................ 39

A. Keuzeproblematiek? ........................................................................................................ 39 B. Clausules die de toegang tot de rechter ontzeggen .......................................................... 43

Tussenconclusie Deel I en II ...................................................................................... 46 III. Uitgelicht: Arbitrage als alternatieve oplossing voor sportgeschillen ....... 47  

Ten geleide: De sportwereld als voedingsbodem voor alternatieve geschillenbeslechtingsmethoden ........................................................................................ 47

 §1. Wat is arbitrage? .......................................................................................................... 49

1.1 De oorsprong van arbitrage en de arbiter ................................................................... 49 1.2 in België ..................................................................................................................... 50

1.2.1 Definitie ............................................................................................................................ 51 A. Verschillende omschrijvingen ......................................................................................... 51 B. Verschil met andere juridische figuren ............................................................................ 53

1.2.2 Wettelijk kader ................................................................................................................. 55 1.2.3 Institutionele en sectorale arbitrage .................................................................................. 57 1.2.4 Wat is arbitreerbaar? ......................................................................................................... 58

1.3 Internationaal .............................................................................................................. 59 1.3.1 Definitie ............................................................................................................................ 59

A. Verschillende omschrijvingen ......................................................................................... 59 B. verschil met andere juridische figuren ............................................................................. 60

1.3.2 Wettelijk kader ................................................................................................................. 60 1.3.3 Instituten en sectoren ........................................................................................................ 61

1.4 Kenmerken ................................................................................................................. 61 1.4.1 Procedurele kenmerken .................................................................................................... 62 1.4.2 Intrinsieke kenmerken ...................................................................................................... 68 1.4.3 Moeilijkheden bij arbitrage .............................................................................................. 75

A. Plaats van arbitrage en de tenuitvoerlegging ................................................................... 75 B. Voorlopige en/of bewarende maatregelen ....................................................................... 76 C. Procedurele nadelen? ....................................................................................................... 76

1.5 Arbitrage of rechtbank: clausules to the rescue? ....................................................... 77  

§2. Sportarbitrage ............................................................................................................... 79 2.1 Inleiding ..................................................................................................................... 79 2.2. In België: het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) ...................................... 80

2.2.1 Ontstaan ............................................................................................................................ 80 2.2.2 Werking ............................................................................................................................ 80

A. Als arbitrage-instelling .................................................................................................... 81 B. Als beroepsinstantie ......................................................................................................... 81 C. Als adviseur ...................................................................................................................... 83

2.2.3 Situering in het sportlabyrint ............................................................................................ 83 2.2.4 Evaluatie en toekomst ....................................................................................................... 83

2.3 Internationaal: Tribunal Arbitral Du Sport (TAS) .................................................... 85 2.3.1 Ontstaan ............................................................................................................................ 85

Page 6: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

iv    

2.3.2 Onafhankelijkheid van het TAS als instelling .................................................................. 85 2.3.3 Soorten geschillen voor het TAS ...................................................................................... 86 2.3.4 Procedures ........................................................................................................................ 87

A. Als arbitrage-instelling .................................................................................................... 88 B. Als beroepsrechter ............................................................................................................ 88 C. Als adviseur en bemiddelaar ............................................................................................ 90

2.3.5 Lex sportiva; een eerste Global Law? .............................................................................. 90 2.3.6 Supreme court of sport: Toekomstmuziek? ...................................................................... 93 2.3.7 Uitdagingen voor het TAS ................................................................................................ 94

2.4 Kenmerken ................................................................................................................. 95 2.4.1 Procedurele kenmerken .................................................................................................... 95 2.4.2 Intrinsieke kenmerken .................................................................................................... 103

2.5 Arbitrageclausules .................................................................................................... 110 2.5.1 Probleemstelling; illusie van vrije wil ............................................................................ 110 2.5.2 In België ......................................................................................................................... 112 2.5.3 Internationaal .................................................................................................................. 113

2.6 Beperkingen en problemen van sportarbitrage ........................................................ 113 2.6.1. De Geldingskracht, herziening en tenuitvoerlegging .................................................... 113

Tijd voor hervorming?: Pechstein ............................................................... 117  

2.6.2 Voorlopige en bewarende maatregelen .......................................................................... 119 2.6.3. Arbeidsrechtelijke problemen ....................................................................................... 120

2.7 Toekomst van sportarbitrage .................................................................................... 121  IV. Conclusie ....................................................................................................... 123  V. Bibliografie ................................................................................................... 126

Page 7: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

v      

Lijst met afkortingen

AAP Appeals Arbitration Procedure

ADR Alternative Dispute Resolution

AGFI Assemblée Général des Fédérations Internationales

BW Burgerlijk Wetboek

BAS Belgisch Arbitragehof voor de Sport

CAS Court of Arbitration for Sport (=TAS)

CJEU Court of Justice of the European Union

Code Code of Sports Related Arbitration

DC Disciplinary Committee (FIFA)

DRC Dispute Resolution Chamber (FIFA)

EC Europese Commissie

EU Europese Unie

EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

FIFA Federation Internationale de Football Association

GW Grondwet

ICAS International Council of Arbitration for Sport

IF Internationale Federatie

IOC Internationaal Olympisch Comite

KBVB Koninklijke Belgische Voetbalbond

KBWB Koninklijke Belgische Wielrijdersbond

NDRC National Dispute Resolution Chamber (Standard Regulations)

OAP Ordinary Arbitration Procedure

TAS Tribunal Arbitral du Sport (=CAS)

UCI Union Cycliste Internationale

UEFA Union des Associations Européennes de Football

VDT Vlaams Doping Tribunaal

VSF Vlaamse Sport Federatie

Page 8: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

1    

I. Inleiding

One of the perennial fears that is expressed about the intervention of law into sport is that it will lead to the ultimate absurdity that one day the result of a sporting

competition is decided in the courtroom and not on the playing field.2

§1. Verschillende aspecten van de sportwereld

1. De sportwereld lijkt voor velen een geïsoleerd eiland in de maatschappij. Eerder

een hobby, uitstapje met vrienden of uitlaatklep na het werken. De laatste jaren komt

echter het besef dat er in de sportwereld veel economische, sociale en juridische

aspecten verborgen liggen. Voor de mensen die er dagdagelijks in functioneren, klinkt

het als een evidentie, maar het is nu ook uitdrukkelijk bevestigd door het Europees

Parlement. Het is een onvervreemdbaar onderdeel van de Europese identiteit en cultuur

geworden.3 Er bestaat dan ook een algemeen (rechts)gevoel dat sport een aparte aanpak

vereist, gelet op haar specificiteit, autonomie en uniek karakter.4 Sport beweegt zich

dan ook op een breed sociaal, cultureel, economisch en commercieel spectrum, met

gevolgen voor de sociale cohesie, identiteit en gezondheid.5

2. Met de komst van de televisie, sponsoring en internationale transfers, is sport

definitief vanonder de kerktoren vandaan gehaald en in een mondiale wereld

geïntroduceerd. Mensen ‘consumeren’ nu eerder sport, denk maar aan de Tv-rechten,

merchandising, sponsoring, en alles wat daaruit voortvloeit. Door die commercialisatie

is er ook een sterke toename van de werkgelegenheid in de sportsector, zowel voor

vrijwilligers als voor professionals. Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs,

1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers.6

                                                                                                               2 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 34. En http://ssrn.com/abstract=1959909 3 Deze uitspraak kaderde inzake voetbal: Overweging B Resolutie 2006/2130 (INI) van het Europees Parlement over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa (29 maart 2007), www.europarl.europa-eu. J. DE HERDT, S. VERHELST, “De aanpak van strafrechtelijke problemen in de sport door private organisaties: de Koninklijke Belgische Voetbalbond als casestudy”, NC 2012, afl. 1, 19-39 en http://www.nullumcrimen.be/ 4 Overwegingen E en F Resolutie 2006/2130 (INI) van het Europees Parlement over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa (29 maart 2007), www.europarl.europa-eu. 5 S. CHADWICK, “From outside lane to inside track: Sportmanagement research in the twenty-first century”. Management Decision, 2009, 47(1), 195. 6 V. DE BOSSCHER, De organisatie van de sport in Vlaanderen, Brussel, VUBPRESS, 2010, 33. En Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, BS 29 augustus 2005.

Page 9: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

2      

§2. Probleemstelling  

3. Ondanks moedige pogingen ontbreekt een sluitende definitie van het begrip

sport. Ipso facto bestaat er ook geen passe-partout voor wat men verstaat onder

sportrecht, sportrechtspraak en geschillenbeslechting. De sport-specifieke geschillen,

die door de mondialisering meer en meer opkomen, zijn ongekend terrein voor de

traditionele nationale rechtbanken. In enkele gevallen lukt het om de sporter als

werknemer te beschouwen en het gemeenrecht toe te passen, maar er is een groeiend

besef dat sport dus haar eigen aanpak vereist. In de rechtsleer is met betrekking tot de

beslechting een polarisatie tot stand gekomen. Sommigen zien heil in de oprichting van

een specifieke sportrechtbank waarin uitsluitend rechters met kennis van het

sportmilieu zouden zetelen.7 Ondergeschikt, kan men in dat systeem ook de klassieke

rechter behouden maar dan bijgestaan door sportspecialisten ter zake.8 Anderen menen

dat de sportbonden hun statuten en reglementering beter moeten aanpassen zodat de

conflicten intern en binnen de federaties kunnen opgelost worden.9

Justice in a domestic sports tribunal can often be done better by a good layman than a bad lawyer.10

Net door die vereiste van een aparte aanpak, komen er enkele problemen bovendrijven.

De klassieke geschillenbeslechting voldoet zelden in sport-gerelateerde zaken, zodat

men oplossingen zoekt ‘van binnenuit’. Zeer kenmerkend voor de sportwereld en

bijhorende instellingen is dat zij zeer praktisch zijn ingesteld. Vandaar ook bovenstaand

citaat die stelt dat geschillenbeslechting in de sport evengoed door een niet-jurist kan

gebeuren. Naast de financiële belangen voor de sporter is er ook het dreigende

tijdselement. De sportsector vereist meer dan andere sectoren dat snel en adequaat een

einde aan een geschil komt. Als de gemiddelde sportcarrière, in het beste geval, zo’n

tien jaar bedraagt, kan men zich niet veroorloven om enkele jaren in een juridische

procedure verwikkeld te zijn. Kan arbitrage hier de oplossing zijn?

                                                                                                               7 K.VAN BEYLEN, “De sportbeoefenaar en het verbod om beroep te doen op de rechtbank”, Jura Falc., 1982, 553. 8 C. COOMANS, “de roep op een sportrechtbank, een gerechtvaardigde eis” Limb. Rechtsl1992, 2, 141. 9 C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 2. 10 Onder layman verstaan we hier: een leek, geen specialist ter zake. Enderby Town FC v Football association, 1971, CH 591, 605 in J.ANDERSON, Modern sports law: a textbook, Oxford, Hart Publishing, 2010, vii-viii.(preface)

Page 10: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

3      

2.1 Onderzoeksopzet, vragen en methode 2.1.1 Opzet 4. Net door bovengeschetste evoluties in de sport, is ze in al haar aspecten een

grote actuele waarde toegemeten. Doch wanneer men de juridische kant erbij betrekt,

komt men vaak in negatieve percepties en verslaggeving terecht. Termen zoals

corruptie, omkoping en machtsposities zijn nooit ver weg.11 Advocaat DEDECKER

omschrijft het als een bezoedeling door achterkamerpolitiek, onkundige beslissingen en

interne vetes. Het is tevens een illusie te denken dat sport slechts gereguleerd is door de

wet van de sterkste. 12 Ook, en vooral, op juridisch vlak is een stiefmoederlijke

behandeling van sportgeschillen uit den boze. Het hoeft maar een kort betoog dat we

hier te maken hebben met een zeer specifieke, doch naar mijn mening, interessante

materie. Maatschappelijk en juridisch gezien is het daarom van belang

geschillenbeslechting in de sport uit die negatieve sfeer te halen, hopende met dit werk

daaraan te kunnen bijdragen.

2.1.2 Vragen

5. In deze masterproef wordt onderzocht hoe de sportwereld haar geschillen

beslecht aan de hand van arbitrage. Van de ruimere probleem- en doelstelling afgeleide

onderzoeksvraag luidt als volgt:

Wat verstaan we onder arbitrage in de sport en is het, gelet op de definitie en

kenmerken van arbitrage in het gemeenrecht, wel gerechtigd die titel te dragen?

Arbitrage is hierbij dus de belangrijkste uit te lichten juridische figuur. Dit in functie

van het ruime thema en tevens ook hoofdtitel van dit werk; Arbitrage in de Sport. Om

sportarbitrage in kaart te brengen en deze te toetsen op haar legitimiteit en efficiëntie

dienen een aantal deelvragen zich aan.

                                                                                                               11 Zie onder andere: A. YALLOP, De voetbalmaffia: de corrupte spelletjes van de FIFA, Leuven, Van Halewyck, 1999, 318 p. Alsook talloze krantenpublicaties; X, “Corrupte sporten in de wereld”, NRC Handelsblad, 18 januari 2016. (consultatie 5 april 2016) , X, “FIFA bans 3 officials over match-fixing scandal”, CBC sports, 14 maart 2016 (consultatie 5 april 2016). 12 D. DEDECKER, G. MATTENS, K. LEFEVER, P. DE RANTER, Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013, 7.

Page 11: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

4      

-   Hoe verhoudt arbitrage zich ten opzichte van de rechterlijke

geschillenbeslechting?

-   Leent de sportwereld zich tot een wijze van alternatieve

geschillenbeslechting en waarom (niet)?

-   Gebruikt men werkelijk arbitrage zoals dit nationaal en internationaal

omschreven is, of is het eerder een allesomvattende term die elke lading van

sportgeschillenbeslechting dekt?

-   In hoeverre draagt het Tribunal Arbitral du Sport (TAS) bij tot de

ontwikkeling van een lex sportiva?

-   Vervult sportarbitrage op dezelfde wijze de kenmerken die arbitrage in het

gemeenrecht heeft?

2.1.3 Methode

6. Het onderzoek omhelst een juridische analyse van het begrip arbitrage,

aangevuld met een onderzoek naar de toepasbaarheid in de sport. Noodzakelijk bestaat

een groot deel van deze masterproef uit een beschrijvend deel, aan de hand van

wetgeving, rechtspraak en vooral rechtsleer. Hierbij lettend op hun juridische en actuele

waarde. Door de commentaar van rechtsgeleerden te bestuderen kunnen nuances

aangebracht worden, die men door loutere studie van wetgeving en rechtspraak niet te

weten komt. Dergelijke visies en meningen van sport-praktizijns zijn doorheen deze

tekst vaak impliciet verwerkt.13 Graag werk ik, indien passend, met een inleidende

quote om de huidige stand van zaken daaraan te linken en de quote te onderbouwen of

weerleggen. Door het bijwonen van de lezing op 19 februari 2016, georganiseerd door

het T.M.C Asser instituut in Den Haag, ben ik via gastspreker Antonio RIGOZZI14

ingeleid tot actuele rechtspraak van het TAS.15 Minstens even interessant waren de

Q&A achteraf gesteld door het juridisch geschoold publiek. Kritische vragen ten

                                                                                                               13 Zowel van zelf gecontacteerde Belgische advocaten die in de sportgeschillenbeslechting actief zijn zoals Lut Wille, Dimitri De Decker, Francis Volckaert, als deze gefilterd uit de rechtsleer. 14 RIGOZZI is een van de oprichters van advocatenkantoor Lévy Kaufmann-Kohler te Genève. Zij staan gekend voor hun specialisatie in internationale arbitrage. Hij is eveneens docent sportrecht en internationale arbitrage in de universiteit van Neuchâtel, te Zwitserland. 15 A. RIGOZZI, Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, lezing, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. en http://www.asser.nl/about-the-institute/events/?id=877

Page 12: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

5      

opzichte van het TAS waren niet uit den boze.16 Ook de Universiteit Gent organiseerde

op 12 april 2016 een lezing door Sir Michael WOOD, in het kader van de 2015-16

International Order & Justice Lecture Series.17 Als specialist in interstatelijke arbitrage

bracht hij toelichting bij de voor- en nadelen van arbitrage, evenwel niet toegepast op

sport. Via dergelijke kennis, heb ik meerwaarde voor dit werk gezocht in het opstellen

van een vergelijkende studie tussen de kenmerken van arbitrage, zoals die nationaal en

internationaal worden omschreven, en hoe die worden toegepast in de sport, en meer

specifiek door het belangrijkste orgaan, de TAS.

2.2 Structuur

7. Via bovenstaande tabel, gebaseerd op een versimpelde weergave van de

inhoudstafel, is duidelijk waaruit deze masterproef bestaat. De inleiding (deel I) en de

ruimere context van sport (deel II) beogen te schetsen hoe sport en bijhorende

geschillenbeslechting zich heeft ontwikkeld. Dit draagt bij tot de onderbouwing van het

belangrijke derde deel (III).

                                                                                                               16 Met meningen en ervaringen is het evenwel opletten voor eenzijdige, bevooroordeelde visies. Vandaar dat deze slechts ondergeschikt of ter verduidelijking van een discussiepunt doorheen deze masterproef aan bod komen. 17 M. WOOD, The history and evolution of inter-state arbitration, Lezing, UGent, Gent en http://www.ugent.be/doctoralschools/en/doctoraltraining/courses/specialistcourses/ahl/international-order-and-justice-lecture-series.htm  

Page 13: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

6      

Ik kies ervoor dit in te leiden via deel I en II omdat het volgens mij een noodzakelijke

open kijk biedt op welke soort geschillenbeslechting nu juist geschikt kan zijn voor de

sector. Ik volg SIEKMANN wanneer die stelt dat een sportrechtjurist moet weten hoe

de sport in elkaar steekt, ook in de praktijk. Hij hoeft dan wel niet zelf de

spreekwoordelijke geur van de kleedkamer te hebben geroken, maar kennis en feeling

met sport is zeker mooi meegenomen.18

Het is en blijft een moeilijke oefening om wat vroeger gebaseerd was op sociale regels

en vrijwilligheid om te zetten naar wettelijke regels.19 De juridisering, beleidsniveaus

en grondslagen van de sport worden in het eerste deel behandeld. De klassieke

rechtsbronnen kennen ook een andere invulling in sportrecht doordat er juist

verschillende ‘regelgevers’ op verschillende niveaus zijn. Geen beslechting zonder

geschil, vandaar de keuze om ook een titel te besteden aan de indeling van sport-

gerelateerde geschillen. Sommige lenen zich tot een afhandeling door de

overheidsrechter, anderen niet. Als cumulatiepunt van deze geschetste achtergrond is er

de bespreking van het aanhoudende probleem waarbij reglementen van de

sportfederaties de toegang tot de overheidsrechter ontzeggen.

De rode draad in de geschillenbeslechting in de sport en in dit werk blijft evenwel

arbitrage. Deze alternatieve geschillenbeslechtingsmethode vormt het onderwerp van

het grootste deel in deze masterproef. (Deel III) De meeste juristen kennen dit begrip

in een economische, handelsrechtelijke context. Het gekende is echter geen blauwdruk

die men zondermeer op de sportsector kan toepassen. Daarom is het noodzakelijk om

het begrip arbitrage eerst los van de sport te bekijken. (§1) Een juridisch theoretische

omkadering, zowel in België als internationaal, wordt gevolgd door de

gemeenschappelijke kenmerken van arbitrage. Deze zijn een verzameling van de meest

frequent aangehaalde kenmerken in de rechtsleer. Dit alles draagt bij om een – voor dit

deel – afsluitende vraag te kunnen stellen; kiezen we voor arbitrage of rechtbank? Is dit

en weloverwogen keuze of worden we daar soms toe verplicht aan de hand van

arbitrageclausules?

                                                                                                               18 R.C.R SIEKMANN, “Oratie: Wat is sportrecht: Een herrijking van begripsinhoud en terminologie.” Tijdschrift voor Sport en Recht (TvS&R) 2011/3. 81-87. 19 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 4. En http://ssrn.com/abstract=1959909

Page 14: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

7      

Het spiegel-effect dat ik in deel III beoog is dezelfde thema’s te vergelijken met hoe het

in de sportwereld wordt toegepast. (§2) Het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS)

kunnen we niet links laten liggen. Internationaal geldt hetzelfde voor de belangrijkste

instelling voor sportarbitrage, het Tribunal Arbitral du Sport (TAS). We bespreken wat

men in de sportwereld doorgaans onder arbitrage verstaat en volgens welke gronden en

regels zij de procedure vervullen. De creatie van een lex sportiva, de uitdagingen van

het TAS en het Pechstein-arrest komen aan bod. Het slotstuk omvat een vergelijking

van de besproken kenmerken van arbitrage in het gemeenrecht met de toepassingen in

de sportwereld. Gevolgd door een allesomvattende conclusie.

Page 15: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

8      

II. Sport: van vrijwilligheid naar juridisch professionalisme

§1. Ontwikkeling van een sport-rechtsorde

1.1 Sportrecht: te definiëren?

1.1.1 Sport en het recht of sportrecht? 8. Het is niet eenduidig te definiëren wat sport nu precies is, daar is de rechtsleer

het unaniem over eens.20 Sommigen gaan voor een essentialistische omschrijving. Het

is de waarde die sport kan hebben als recreatiemiddel en bevordering van het

lichamelijk en geestelijk welzijn.21 In een eerder operationele omschrijving wordt het

begrip ingevuld door alles wat men in de media, politiek of gezondheidszorg als sport

verstaat.22

9. Bij het begrip sportrecht zien we dezelfde moeilijkheden opduiken als het om

definiëren gaat. Bekijken we het begrip ‘recht’ los van sport komen we tot een geheel

van gedragsregels, die tot ordening van het maatschappelijk leven door de staat worden

opgelegd en waarvan de naleving door de overheid wordt gesanctioneerd.23 Of er sprake

is van een samenhangend geheel van regels of slechts een mozaïek bestaande uit een

verscheidenheid van algemeen aanvaarde, afzonderlijke rechtsgebieden is onderwerp

van voortdurend debat. 24 Dezelfde discussie ontstond ook bij de opkomst van

bijvoorbeeld het ICT-recht, gezondheidsrecht en ecologisch recht, totdat deze algemeen

aanvaard werden als takken van het recht. Het is een relatief traag erkenningsproces,

waar ook geen officieël te volgen parcours voor bestaat. 25 Eigen aan dat

transformatieproces is de ontwikkeling van nieuwe gedragspatronen en

samenwerkingsvormen die naar acceptatie van buitenaf streven. Bij sportrecht is dat

niet anders.

                                                                                                               20 J. ANDERSON, Modern sports law: a textbook, Oxford, Hart Publishing, 2010, 5. 21 Strekking die eind 19e, begin 20e eeuw ontstaan is, gevolgd door Pierre De Coubertin. H. VAN STAVEREN, Sport en Recht, Nieuwegein, Arko Sports Media, 2007, 22-24. 22 Ibid. 23. 23 D. SIMOENS, Algemene inleiding tot het recht, Brugge, Die Keure, 1992, 1. 24 Zoals het verbintenissenrecht, schadevergoedingsrecht, intellectuele eigendomsrecht, administratief recht, R.C.R. SIEKMANN, “Oratie: Wat is sportrecht: Een herrijking van begripsinhoud en terminologie.” Tijdschrift voor Sport en Recht (TvS&R) 2011/3. 81-87. 25 R.C.R SIEKMANN, R.C.R., “Oratie: Wat is sportrecht: Een herrijking van begripsinhoud en terminologie.” Tijdschrift voor Sport en Recht (TvS&R) 2011/3. 81-87  

Page 16: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

9      

10. De vraag of sportrecht nu bestaat hangt af van de perceptie van de

beoordeelaar.26 Er is absoluut geen consensus tussen academici. Een, ondertussen

achterhaalde, stelling is dat spel en spelregels geheel buiten het recht staan.27 Om het in

sporttermen te zeggen, geloven de ‘supporters’ van een werkelijk sportrecht (sportslaw)

in de slaagkans van sportrecht als een zelfstandig rechtsgebied en autonome

transnationale juridische orde. Inclusief private sportinstellingen en een veelheid aan

regelgevers. 28 De voorstanders van sport en recht (sport and the law) zien een

toepassing van de al bestaande wetgeving op de sport als activiteit.29 Het is volgens hen

niets meer dan een amalgaam van verschillende takken van het recht, toegepast op de

sport. MAESCHALCK en andere auteurs maken een onderscheid tussen sportrecht

sensu stricto en sensu lato. In de enge zin omvat het de specifieke sportwetgeving.30

Ruimer bekeken nemen we er ook heel wat andere zaken bij, zoals televisie en

portretrechten, sociaal en fiscale statuten van sporters. 31

   

1.1.2 Autonomie en specificiteit van de sport

11. De sportwereld heeft een verlangen naar autonomie, harmonisatie en private

controle, los van overheidsinmenging. Onder hetzelfde begrippenarsenaal vallen twee

termen die vaak ter sprake komen wanneer auteurs sport als onderdeel van de

maatschappij tracht te definiëren, zijnde uniciteit en specificiteit. De Europese Unie

erkent dit uniek statuut door het als een aspect van cultuur te beschouwen.32 Ook de

term specificiteit heeft men recent een invulling te geven, zowel op organisatorisch als

op structureel vlak.33 In 1997 kwam er een annex aan het Verdrag van Amsterdam

genaamd de “Verklaring betreffende Sport”.34 Gevolgd door een soortgelijke verklaring

                                                                                                               26 R.C.R. SIEKMANN, Introduction to international and European Sports Law, Den Haag, T.M.C Asser Press, 2012, 3-4. 27 Gelet op de tijdsgeest had SCHOLTEN het over weddenschappen. G.J. SCHOLTEN, De oorzaak van de verbintenis uit overeenkomst, diss, amsterdam 1934, 151-152. 28 K. FOSTER, “Is there a Global Sports Law?”, Entertainment Law 2003, 16. 29 E. GRAYSON, Sport and the law, London, Butterworth, 2000, 631p. 30 Waaronder de wet van 24 februari 1978 over de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars 31 J. MAESCHALCK in I. MORIAU, “In de sport is men helaas vaak schuldig tot bewijs van het tegendeel”, Juristenkrant 2009, 8. 32 R. PARRISH, “The Politics of Sports Regulation in the European Union”, Journal of European Public Policy, 2003, 246-262. 33 EUROPESE COMMISSIE, Witboek Sport, 11 juli 2007, COM (2007) 391, 13–14. En I. BLACKSHAW, “The ‘Specificity of Sport’ and the EU White Paper on Sport: Some Comments,” INT’L SPORTS L.J 2007, 87–88. 34 Declaration on sport, Verdrag van Amsterdam, 2 oktober 1997, Official Journal C 340, 136. j° S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 24.

Page 17: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

10    

met betrekking tot de sociale functie van sport, gekoppeld aan het verdrag van Nice.35

Juridisch kunnen we deze beperkte verklaringen kwalificeren onder niet bindend, soft

law.36 De Europese Commissie (EC) cumuleert en erkent deze karakteristieken in het

Europees Witboek voor de Sport.37 Ook het verbod van discriminatie op grond van

nationaliteit, bepalingen over het burgerschap van de Unie en de gelijke behandeling

van mannen en vrouwen op het werk acht men toepasselijk op de sport.38 Ook artikel

165 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), door

sommigen al ‘het sportartikel’ genoemd, geeft die sportspecificiteit aan.39 Het helpt te

verklaren waarom sport een speciale positie verdient ten opzichte van de bestaande

regelgeving.40

De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) is binnen dit

thema zeker niet verwaarloosbaar. 41 In de zaak Bernard stelt het Hof dat er met de

specifieke kenmerken van sport en van voetbal in het bijzonder rekening moet worden

gehouden, net als met de sociale en educatieve functie ervan.42 Professor emeritus

BLANPAIN wil graag die specificiteit erkend zien, maar niet ten koste van dwingende

rechtsregels.43

                                                                                                               35 Council Declaration on the specific characteristics of sport and its social function in Europe, Verdrag van Nice, 9 december 2000, C 80/1. En http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=URISERV:l35007&from=EN 36 J. KORNBECK, “Lisbonisation without regulation: engaging with sport policy to maximise its health impacht?” Int Sport Law J. 2015, 15: 112-122. 37 Voor de info-pagina over Europees sportbeleid; A. NOGUEIRA, “Sport, infopagina over de Europese unie”, 05/2015 in Eurofeiten 2016, 4. www.europarl.europa.eu/ftu/pdf/nl/FTU_5.13.7.pdf 38 EUROPESE COMMISSIE, Witboek Sport, 11 juli 2007, COM (2007) 391, 13. 39 Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 werd de Europese Unie voor het eerst specifiek bevoegd op het gebied van sport. Voor het vraagstuk rond de bevoegdheden van de Europese unie in verband met sport verwijs ik graag naar A. VERMEERSCH, Europese regels voor sport: overzicht van het Europees sportbeleid in wording en de toepassing van het Europees Recht op sport, Antwerpen, Maklu, 2009, 522p. 40 R. SIEKMANN, Introduction to international and European Sports Law, Den Haag, T.M.C Asser Press, 2012, 5. 41 H.v.J 11 april 2000, C51/96 en C-191/97, Deliège v Ligue francophone de judo et disciplines associées. En Mijlpaal-arresten zoals Bosman in verband met het vrij verkeer van werknemers. Voor een uitgebreide bespreking van bosman, en navolgend webster zaak, zie F. HENDRICKX, “De webster-zaak in perspectief: een sportieve receptie van de Bosman-principes?” S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 35. 42 HvJ 16 maart 2010, C-325/08, Jur. 2010, I-2177 (Olympique Lyonnais SASP / Olivier Bernard, Newcastle UFC), overw. 40. (afgekort: Bernard-arrest.) 43 Ibid, 17.

Page 18: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

11    

12. Het vraagstuk rond autonomie van de sport is ingegeven doordat we vandaag de

dag enkel onze eigen rechtsorde beschouwen als zijnde officiële rechtstelsel.44 Het is

ook hetgeen onze rechters toepassen. De kwalificatie van recht of rechtsorde kan men

echter moeilijk enkel voorbehouden voor instellingen van de staat.45 De sportwereld

heeft wel alle indicaties om het te maken als zelfstandige rechtsorde, en volgens

sommigen zelfs als een echt wereldlijk recht. 46 Nog steeds richten mensen organisaties

op, met een intens gemeenschapsleven en een eigen rechtsordening.47 Wanneer de

nationale staten en Europa, door hun subsidiariteitsbeginsel, een juridisch pluralisme in

het leven roepen, stelt dat de deur open naar de erkenning van sub-statelijke

rechtsorden. 48 Sportorganisaties zijn vandaag op horizontale wijze autonoom, ten

aanzien van de overheid. Met als beperkingen dat ze het gemeen recht dienen na te

leven en afhankelijk zijn van subsidiëring en controle.49 Ook binnen de sportsector

genieten de organen van verticale autonomie ten opzichte van het hoger niveau, met als

beperking de spelregels die wereldwijd van toepassing zijn.

13. Bovenstaande tussentitel kan zeker het onderwerp uitmaken van een lijvig en

interessant werkstuk, maar voor deze masterproef heeft het slechts een beperkte,

inleidende functie. Ze draagt bij tot de maatschappelijk opzet van dit werk om de

sportwereld uit het hoekje van de juridische samenleving te halen. Deze eerder

academische discussie of het nu sportrecht of sport én recht is, doet in de praktijk en bij

geschillenbeslechting weinig stof opwaaien. Geschillen zullen en kunnen ook niet

wachten op de komst van een definitie van sportrecht, alvorens beslechting zich

noodzaakt.

                                                                                                               44 M. VAN HOECKE, “Conlicterende rechtsorden: sport en recht” in X (ed.), Publiek recht, ruim bekeken. Opstellen aangeboden aan Prof. J. Gijssels, Antwerpen, Maklu, 1994, 365 ev. 45 Zo zal niemand betwisten dat de bijvoorbeeld Katholieke Kerk een rechtsorde op zich is. Zij hebben natuurlijk het voordeel van hun decennialange geschiedenis. 46 A. DE BECKER (ed.), Sport en recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, 14. ‘Juridisch’ hier in de zin van gereguleerde orde met wetgevende, uitvoerende en rechterlijke instanties. 47 J. GIJSSELS, Recht, ruim bekeken, Antwerpen, Kluwer 1991, 18-19. 48 M. VAN HOECKE, “Conlicterende rechtsorden: sport en recht” in X (ed.), Publiek recht, ruim bekeken. Opstellen aangeboden aan Prof. J. Gijssels, Antwerpen, Maklu, 1994, 369. 49 A. VERMEERSCH, lessenreeks sportrecht, UGent, 2015.  

Page 19: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

12    

1.2 Juridisering van de sport The remorseless commercialisation and finance domination of ever greater areas of professional sport inevitably brings in its wake creeping juridification in the form of

legislative and judicial colonisation of sports administration.50

14. Het is een feit dat vandaag vele gebieden van het sociale leven ook door

rechtsregels beheerst worden, waar men ze in de geschiedenis steevast links liet

liggen.51 De bespreking van de juridisering is voor dit werk van belang omdat de

geschillenbeslechtingsmechanismen in dit proces een belangrijke rol spelen. Actoren in

de sport die zich gesterkt voelen door rechtsregels zullen ook sneller geneigd zijn om

dergelijke juridische wegen te gebruiken. De juridisering van de sport zorgt ook voor

een andere invalshoek en rechtsgevoel; “ik moet het zo doen omdat het recht het zo

stelt, en niet omdat het louter opgelegd wordt door de sociale groep.”52 Vandaar ook

de keuze om dit te bespreken onder de grotere noemer van dit deel, gaande van

vrijwilligheid naar (juridisch) professionalisme.

15. Bovenstaand inleidend citaat gaat uit van een kolonisatie van externe

rechtsregels in de sport. De juridisering van de sport is echter niet tot dat aspect beperkt.

Ook “van binnenuit” ontstaat regelgeving. De sportwereld moet ondanks die dreigende

druk van buitenaf in staat zijn om haar eigenheid en autonomie te behouden. Doordat

het dus gaat om een actief en passief gebeuren, sluit ik mij liever aan bij volgende

stelling;

Yet the invasion is not only about conquering, about replacing a social norm with a legal norm. Conquering is the easy task if the invading army is strong enough; and few can deny the power of law. To rebuild the conquered territory, so that it has its

own legitimacy and autonomy is more difficult.53

                                                                                                               50 I. BLACKSHAW, Lex Sportiva and Lex Ludica: The Court of Arbitration for Sport’s Jurisprudence The court of arbitration for sport 1984–2004, T.M.C. Asser Press, The Hague j° K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 4. En http://ssrn.com/abstract=1959909 51 Zoals bijvoorbeeld het jeugdrecht, welzijnsrecht en dus ook het sportrecht. 52 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 6. 53 Ibid. 1.

Page 20: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

13    

16. Juridisering blijft niet zonder gevolg. Een eerste significante gevolg is de

toenemende codificatie. De sportwereld heeft een natuurlijke aanleg om haar spelregels

neer te schrijven. Vooral om praktische redenen teneinde discussie op het speelveld te

vermijden. Ze hebben vaak alle kenmerken van formeel recht; ze zijn precies, duidelijk

en niet voor interpretatie vatbaar. Zo niet, dient er consistentie te zijn in de

interpretatie.54

Een tweede gevolg is dat men zich, al dan niet bewust, aanpast aan de druk van buitenaf.

Hierin zit volgens sommige rechtsleer ook meteen de zwakte van een sport-rechtsorde.

Aan het ene uiteinde van het spectrum is er de autonomie van de sport met als gevolg

een klimaat van zelfregulering. Aan de andere kant zijn er de extern opgelegde normen.

Ertussen bevinden we ons in een soort internal legalism.55 In deze positie voelen

mensen zich gebonden door regelgeving omdat het moet. Via deze visie internaliseert

men externe normen, en wordt er in navolging van MOORE’s definitie een semi-

autonoom sociaal gebied gecreëerd.56

Een derde gevolg is dat door de juridisering de geschillenbeslechting aan verandering

onderhevig is. Een deugdelijk geschillenbeslechtingssysteem die deze druk aankan is

dan ook noodzakelijk. Elk geschil binnen de sport kan nu aanleiding geven tot een

proces, en kan zelfs verhinderen dat een sporter mag spelen. Het is een visie dat in de

sportwereld niet op veel bijval kan rekenen, het getuigt volgens sommigen van ‘not

being sportsman-like’.57

Ten vierde is door de juridisering en commercialisering de deur nu ook definitief

geopend voor een andere soort geschoolden. Clubs zijn echte bedrijven geworden met

managers, accountants en juristen. Hun komst heeft eveneens een invloed op de wijze

van geschillenbeslechting omdat er een zekere mate van legalisme in de procedures

geslopen is.58

                                                                                                               54 Dit is niet altijd de evidentie zelf in de toepassing van sportregels. Eenzelfde fase in het voetbal zal door verschillende scheidsrechters anders beoordeeld worden. 55 Hier kies ik ervoor de engelse term gebruikt door K. FOSTER te behouden. 56 S.F MOORE. “Law and Social Change: The Semi-Autonomous Field as an Appropriate Field of Study”, Law and Society Review 1973, 719. 57 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 13 en D. DEDECKER, G. MATTENS, K. LEFEVER, P. DE RANTER, Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013, 25. 58 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011,14.

Page 21: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

14    

1.3 Beleidsniveaus 17. Sport is gebaseerd op de vrijwillige organisatie van clubs op nationaal en

internationaal niveau.59 Die vrijwilligheid is een wezenlijk element van de sport. Regels

moeten opgesteld worden om de competitie zo uniform mogelijk te maken. Die

unificatie maakt dat identieke regels worden aanvaard, eerst tussen clubs, dan tussen

landen en uiteindelijk internationaal en zelfs supranationaal.60 Daarnaast is er een

juridische en wetgevende autonomie te merken als gevolg van die unificatie. Dezelfde

regels per tak van de sport zijn van toepassing in de hele wereld.61 Een bijkomend

verschijnsel op het beleidsniveau is het sociaal associatieve effect. Clubs hebben zich

geleidelijk aan gegroepeerd in bonden en sluiten zich aan bij hogere, overkoepelende

verenigingen. In onderstaande tabel dient deze piramidestructuur een korte

verduidelijking, met het oog op de betere begrijpbaarheid van verschillende

rechtsprekende instanties en de plaats van arbitrage binnen dit geheel. 62 Vele van die

private organen, ongeacht op welk niveau ze staan, kunnen geconfronteerd worden met

arbitrage als wijze van geschillenbeslechting.

18. Sommige auteurs spreken van een piramidale multi-governance. 63 Anderen

benoemen dit als The Olympic Movement, inclusief een monopolistische structuur.64

Monopolistisch duidt hier op het bestaan en erkenning van slechts één internationale

sportorganisatie per tak van de sport en één nationale sportorganisatie per land, per tak

van de sport. Deze structuren beperken de sporter in zijn of haar keuzevrijheid Als een

speler uitgesloten is door haar bond bestaat er geen mogelijkheid om die sport nog te

beoefenen in een ander georganiseerd verband. Dit is voor dit werk relevant omdat in

dergelijke positie, gelet op de mogelijks catastofale gevolgen voor de sporter, de stap

naar de rechter of andere mogelijke geschillenbeslechting snel gezet zal zijn.

                                                                                                               59 Vooral in West-Europa, in tegenstelling tot het Amerikaanse systeem. voor uitgebreide bespreking. R. GERALD, G. PFISTER, Understanding American Sports, Oxon, Routledge, 2009, 456 p. 60 Bij supranationaliteit wordt het intergouvernementele niveau verlaten, voor een nieuw niveau van beslissingsbevoegdheid. (Letterlijk; boven de naties). Internationaal betekent tussen de verschillende landen. in S. SCHUTT, “Zijn het E.V.R.M en het B.U.P.O ook supranationaal?”, Jura Falc 1993-1994 , jaargang 30, nr 2, 296-299. 61 A. DE BECKER (ed.), Sport en recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, 5. 62 J. DE HERDT, S. VERHELST, De aanpak van strafrechtelijke problemen in de sport door private organisaties: de Koninklijke Belgische Voetbalbond als casestudy, NC 2012, afl. 1, 20-24. 63 A. GEERAERT, J. SCHEERDER, H. BRUYNINCKX, “The governance network of European football: introducing new governance approaches to steer football at the EU level” International Journal of Sport Policy and Politics, Volume 5, Issue 1, 2013, 113-132. 64 M. OLFERS in S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 94.  

Page 22: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

15    

 

19. Onderaan de piramide is de breedste basis weggelegd voor het lokale niveau,

namelijk voor de sportbeoefenaar (1) en zijn vereniging. Een sportbeoefenaar is een

persoon die zich voorbereidt of deelneemt aan een sportmanifestatie.65 Hij of zij kan

daarvoor loon ontvangen of niet.66 Bij de term sportvereniging (2) kunnen we ons wel

wat voorstellen. Een definitie geven is evenwel niet zo simpel. We kunnen het

omschrijven als een vereniging die hoofdzakelijk tot doel heeft sportmanifestaties te

organiseren.67 Er is meestal een sterke gezamenlijke visie, waardoor er clubbinding

ontstaat, dit zowel op professioneel niveau, als bij de niet betaalde sportbeoefenaars.68

De meeste sportverenigingen (en automatisch dus ook hun leden) zijn aangesloten bij

een nationale koepelfederatie of bond genoemd.(4)69 Deze zijn in het leven geroepen

door een noodzaak aan structuur. Enkele bekende voorbeelden zijn de, telkens

Koninklijke en Belgische, voetbalbond, turnbond, wielrijdersbond en zwembond.

Binnen die sportfederaties kan er opgedeeld worden in competitie- of recreatie

                                                                                                               65 Decreet van 27 maart 1991inzake Medisch Verantwoorde Sportbeoefening, B.S, 11 juni 1991. 66 Zo ja valt hij/zij onder de Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. 67 Dit uit zich in de statuten en huishoudelijke reglementen. 68 Denkend aan de grote fan basis en loyaliteit tegenover een club waarop sommige sportclubs kunnen op rekenen. P. DE KNOP, M. PIERON, “Beheer en organisatie van de sport in België” 2000, Brussel, Koning Bouwdewijnstichting, 30. (rapport) 69 C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 4.

Page 23: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

16    

georiënteerde bonden, olympische of niet olympische sporten.70 Die bonden zorgen

voor het organiseren van wedstrijden, stages, opleidingen, hulp met ledenadministratie

of boekhouding. Door de kenmerkende staatstructuur van ons land zijn de meeste

sportfederaties ook overgegaan tot de oprichting van een Vlaamse en een Waalse

vleugel binnen de nationale federaties.71 Zo is er de overkoepelende landelijke structuur

Vlaamse Sportfederatie (VSF) die de Vlaamse sportbonden samenbrengt.(3) Zij werken

op administratief niveau ook sterk samen met BLOSO.72 Echter naar representatie in de

internationale sportfederaties en voor afvaardiging van een Belgische delegatie op

internationale wedstrijden is het bestaan van een Belgische koepelfederatie vereist,

zodat de opsplitsing in Vlaams en Waals, voor dit aspect althans, niet opgaat.

In 1906 werd het Belgisch Olympisch Comité (BOC) opgericht. (5) Vanaf 1978 werd

deze structuur omgevormd tot het BOIC, mits de toevoeging van de I van Interfederaal.

Nationaal en internationaal wordt het BOIC aanzien als dé belangrijkste

gesprekspartner van de Belgische sportwereld.73 Voor latere geschillenbeslechting is

nodig te onthouden dat het BOIC niet door de overheid is opgericht, noch is erkend om

te voorzien in een openbare dienst. Omdat het BOIC een privaatrechtelijke

rechtspersoon is, is de Raad van State niet bevoegd om kennis te nemen van beroepen

nietigverklaring gericht tegen beslissingen van het BOIC.74

Internationale sportfederaties (IF’s) zijn de volgende stap in de beleidspiramide. (6) In

de reglementen van de nationale federaties voorziet dat in geval van betwisting van een

door hun gemaakte beslissing, men zich kan wenden tot de internationale organisatie

van zijn sporttak. Vooral de internationale sportfederaties zijn gevoelig aan de

juridiseringtendens en wetgevende ingrepen van buitenaf. De wetgeving van de

nationale staat waar zij zich vestigen zal vaak doorslaggevend zijn. Om die reden kan

                                                                                                               70 Binnen een sportclub kan men vaak kiezen of men het louter recreatief houdt of prestatiegericht, zo kennen we allemaal de zwem- en turnclubs waar slechts een beperkt aantal deelneemt aan wedstrijden. 71 Het decreet van 2 maart 1977 houdende de erkenning en subsidiëring van landelijk georganiseerde sportverenigingen. In totaal bevat dit decreet 9 criteria waaraan een sportfederatie moet voldoen, vooraleer ze voor het krijgen van subsidies in aanmerking komt. 72 BLOSO is de sportadministratie van de Vlaamse overheid. Juridisch is BLOSO een Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid (IVArp BLOSO) vanaf 1 januari 2016 heeft men de naamsverandering SPORT VLAANDEREN doorgevoerd. (www.bloso.be) 73 P. DE KNOP, M. PIERON, “Beheer en organisatie van de sport in België”, Brussel, Koning Bouwdewijnstichting, 2000, 11. (rapport) 74 RvS, 9 oktober 1996, nr. 62.419 in T. Sport 1997, 91. (arrest Maegerman)

Page 24: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

17    

er een soort forum shopping ontstaan, waar organisaties de beste (lees; juridisch en

financieel voordeligste) plaats van vestiging zullen uitzoeken. 75 De internationale

federaties die de meerderheid van de nationale federaties overkoepelen verenigen zich

op hun beurt in een nieuwe koepelstructuur, namelijk de AGFI.76 AGFI staat voor

Assemblée Général des Fédérations Internationales met als belangrijkste doelstellingen

de samenwerking tussen de leden en andere sportorganisaties zoals het Internationaal

Olympisch Comité (IOC) bevorderen. Deze laatste staat bovenaan de beleidsladder. (7)

Het is geen nationaal orgaan en kan dus ook geen rechtstreekse dwang uitoefenen op

nationale staten om hun regels over te nemen.77 Ze zijn echter zodanig machtig, dat als

staten wensen deel te nemen de Olympische Spelen, ze niet anders kunnen dan hun

regels te volgen.78 Het IOC stelt voorop dat;

“Every person or organization that plays any part whatsoever in the Olympic

movement shall accept the supreme authority of the IOC and shall be bound by its Rules and submit to its jurisdiction.”79

20. Relaties tussen het IOC, de IFs en de NOCs worden besproken tijdens

gezamenlijke vergaderingen met de drie partijen.80  De ideologische principes, regels en

structuur van de Beweging worden vastgelegd in het Olympische Charter.81 Het IOC

delegeert de technische aspecten van de sport aan de internationale federaties en ziet

toe op hun bevoegdheid om atleten te schorsen of te disciplineren die hun regels

overtreden. Waarom deze passage in een werkstuk over arbitrage in de sport? Het IOC

benadrukt namelijk dat geschillen met betrekking tot haar eigen regels moeten

voorgelegd worden aan ‘binding arbitration under the CAS’.82 Een probleem die zich

                                                                                                               75 Zo heeft de internationale atletiekfederatie (IAAF) haar hoofvestiging verplaatst van Londen naar Monte Carlo. K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 37. En http://ssrn.com/abstract=1959909 76 Voor de zomersporten min. 20 nationale federaties verspreid over 3 continenten en voor de wintersporten min. 15 nationale federaties verspreid over 2 continenten 77 W. GLOVER, Sports Law Handbook: For Coaches and Administrators, Createspace Independent Pub, 2009, 71. 78 Zo vereist het IOC dat staten in hun procedures en geschillenbeslechting fair play te promoten. In A. EPSTEIN, Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, 194. 79 Waren de letterlijke bewoordingen uit het olympisch carter van 1984, ondertussen is de formulering al iets minder dwingend opgesteld, doch de ratio is dezelfde gebleven. “is bound by the provisions of the Olympic Charter and shall abide by the decisions of the IOC.” Olympic Charter 2015. (inwerkingtreding 2 augustus 2015) 80 K. TOOHEY, The Olympic Games. A Social Science Perspective, Oxfordshire, CABI, 38-39. 81 Voor de werking, organisatie en structuur; A. MIGUEL MESTRE, The law of the olympic games, Den Haag, Asser press; 2009, 242p. 82 INTERNATIONAL OYMPIC COMMITTE, Olympic Charter 2015, Bye-law to Rule 44 (6) http://www.olympic.org/Documents/olympic_charter_en.pdf

Page 25: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

18    

hier voordoet, is dat nationale wetgeving soms tot een andere conclusie komt dan bij de

toepassing van de regels van het IOC en de IF’s. Om die ongelijkheid tegen te gaan is

er de International Council of Arbitration for Sport (ICAS). Deze kijkt toe over het CAS

en verzekert dat atleten overal ter wereld op dezelfde wijze behandeld worden voor

dezelfde overtredingen. 83

21. De visie dat al deze “sporting bodies” private clubs waren, die binnen hun

muren deden wat ze willen, is ondertussen voorbijgestreefd. Ze waren (en zijn) bewust

van hun monopolie. 84 In dergelijke structuren ligt inderdaad ook het gevaar van

machtsmisbruik. Die macht zien we geëtaleerd onder het motto: “We are running the

game – end of story”.85 Wat volgt is een evolutie naar het zoeken van een legitieme

basis voor hun macht. In het volgende deel bespreken we hoe en waar de sportorganen

hun bevoegdheden voor interne geschillenbeslechting vandaan halen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                               83 A. EPSTEIN, Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, 195. 84 S. DE KEERSMAECKER, J. LACOMBLE, “De grondslag en de reikwijdte van de onderwerping van de sportieve rechtsorden aan de rechtsorde van de Staat”, T. Sport 1997, 43-45 85 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 27. En http://ssrn.com/abstract=1959909

Page 26: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

19    

§2.  Grondslagen  van  het  sportrecht    

2.1 Bevoegdheid en organisatie van de sportorganen

22. Het bestaan en de bevoegdheid van sportverenigingen, zoals bijvoorbeeld de

KBVB86, kan juridisch worden gebaseerd op artikel 2 van de wet van 24 mei 1921, die

de vrijheid van vereniging waarborgt.87

Al wie, op zijn aanvraag, lid wordt van een vereniging, verbindt zich, door zijn toetreding, zich te onderwerpen aan het reglement dier vereniging, alsmede aan de beslissingen en strafmaatregelen, krachtens dit reglement getroffen. Te allen tijde kan hij uit de vereniging treden mits inachtneming van het reglement: elke reglementsbepaling, waardoor deze vrijheid zou worden opgeheven, wordt voor niet bestaande gehouden.

Hetzelfde recht ligt ook vervat in artikel 27 van de grondwet (GW)88 en artikel 11 van

het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).89 Deze houden impliciet

ook de autonomie en vrijheid van de sportfederaties in, om zich te organiseren zoals ze

passend vinden.90 De verplichtingen die ze opleggen aan hun leden zijn het resultaat

van een contractuele basis. Het ligt dan ook in de aard van het verenigingsleven om een

reglement op te stellen en maatregelen te nemen wegens de overtreding ervan. Een

logische volgende stap is de ontwikkeling van een intern orgaan die de naleving van de

regels kan afdwingen, bijvoorbeeld door het opleggen van sancties. Belangrijk is te

benadrukken dat deze rechten hun geen vrijgeleide geven om de dwingende rechtsorde

en bijhorende wetgeving met de voeten te treden.

 

                                                                                                               86 Koninklijke Belgische voetbalbond is een louter private organisatie en feitelijke vereniging. (http://www.belgianfootball.be/) 87 Wet van 24 mei 1921 tot waarborg der vrijheid van vereniging, BS, 28 mei 1921. 88 Artikel 27 Grondwet; De Belgen hebben het recht van vereniging; dit recht kan niet aan enige preventieve maatregel worden onderworpen. 89 Arikel 11 EVRM; Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van vereniging, met inbegrip van het recht met anderen vakverenigingen op te richten en zich bij vakverenigingen aan te sluiten voor de bescherming van zijn belangen. e uitoefening van deze rechten mag aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn (…) 90 W. LAMBRECHTS, “Ons rechtssysteem”, in Werkgroep Sportrecht in Beweging (eds.), Handboek voor sportrecht, Gent, Die Keure, 1995, 8 in S. DEMEULEMEESTER, W. LAMBRECHT, “Sports justice in Belgium” European sports law and policy bulletin 1/2013, 253-254.

Page 27: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

20    

2.2 Bronnen 2.2.1 Wetgeving

The manner in which sport both as a leisure activity and as an industry seeks inter alia by way of its social utility to minimise its exposure tot the general law.91  

 

23. De sportwereld is doordrongen van hun eigen ontwikkelde regels, los van de

nationale wetgeving. Sommigen stellen het zelfs zo negatief, dat indien we het enkel

met de wetgeving van de wetgever zouden moeten doen, er nagenoeg geen sport(recht)

zou zijn.92 Inleidend citaat van ANDERSON geeft de teneur in de sportwereld weer.

Sportrecht beoogt haar blootstelling aan de algemene wetten tot een minimum te

beperken. Daarbij komt de moeilijkheid dat we, net zoals bij vele materies, hier

rekening moeten houden met Europese, nationale, gemeenschap- en gewestregelingen.

Eerst volgt een korte bespreking van wat we verstaan onder zelfregulering in de sport

(het private deel), om vervolgens de nationale en internationale wetgevende evoluties

te bespreken. (het publieke deel)

A. Zelfregulering en marginale toetsing

24. Juist door het fenomeen van zelfregulering zullen de sport-rechtsordes bij

geschillenbeslechting in de eerste plaats rekening houden met hun eigen uitgevaardigde

reglementen, of deze door hun overkoepelende, inter- en transnationale bonden.

CASINI beschrijft dit als “hybrid, public-private norms”.93 De regels en reglementen

die de sport zichzelf heeft gesteld, hebben ten doel de sector van binnenuit juridisch te

regelen en vormen de private kern van het sportrecht.94 POUND noemt zelfregulering

de conditio sine qua non voor het bestaan van sport. Het interne regime van de sport is

al zodanig parallel met de staatsmachten zoals we die kennen, georganiseerd dat men

erbinnen wel de ruimte heeft om wetgevend op te treden, zonder al te veel

tegenspraak.95

                                                                                                               91 J. ANDERSON, Modern sports law: a textbook, Oxford, Hart Publishing, 2010, vii-viii.(preface) 92A. DE BECKER (ed.), Sport en recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, 4. 93 L. CASINI, “ The making of a Lex sportiva by the CAS”, German Law Journal 2011, 1317-1340. 94 R.C.R SIEKMANN, “Oratie: Wat is sportrecht: Een herrijking van begripsinhoud en terminologie.” Tijdschrift voor Sport en Recht (TvS&R) 2011/3. 81-87. 95 D. POUND in K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster, School of Law, 2011, 5-6.

Page 28: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

21    

25. Leden zijn gebonden door dergelijke regelgeving. Dit voor zover ze niet strijdig

zijn met het gemeen recht en haar dwingende rechtsbepalingen, openbare orde en goede

zeden.96 Een dreigende factor die altijd boven de sportregelgevers’ hoofden hangt is dat

men ze juridisch kan aanvechten op hun geldingskracht en overeenstemming met de al

geldende wetten. De sub-statelijke regels kunnen worden getoetst aan het statelijke

recht, doch slechts marginaal.97 In België is het toetsingsrecht van de rechter over

privaatrechtelijke rechtspersonen beperkt tot een wettigheidstoezicht.98 Deze wordt ook

wel legaliteitscontrole genoemd, en dient om manifeste wetsovertredingen van het

nationale en gemeenschapsrecht of schendingen van algemene rechtsbeginselen en

openbare orde te beteugelen.

Wel dient een verder onderscheid zich aan. De marginale toetsing van de

reglementering is niet te vereenzelvigen met de marginale toetsing van een beslissing

genomen via interne geschillenbeslechting. De rechter zal zich inhoudelijk niet

uitspreken over de vraag welke twee spelers de beste zijn of haar sport kan

vertegenwoordigen op het hoogste niveau, noch over hoeveel speeldagen een speler zal

geschorst zijn. De speler kan wel proberen aantonen dat de bond zijn bevoegdheid te

buiten ging bij het nemen van een bepaald besluit of dat de procedures niet zijn

gevolgd.99 COOMANS en LEMMENS stellen echter vast dat rechters in hun marginale

toetsing van de reglementering verder gaan dan bij de toetsing van de uitspraken in

tuchtzaken, en dit op basis van het redelijkheidsbeginsel.100

26. Die marginale toetsing van reglementering impliceert daarom geen negatieve

dreiging. Zo zullen interne regels en procedures zich, bewust of onbewust,

(re)oriënteren naar de externe normen.101 In reglementen zitten in de eerste plaats de

                                                                                                               96 J. MAESCHALCK, A. VERMEERSCH, Sportrecht, Brugge, Die Keure, 2013, 28. 97 M. OLFERS, “Topsporters in de problemen? De rechtspositie van de topsporter bij uitsluiting van deelname.” in S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 94-96. 98 Rb. Brussel 18 februari 1999, Sportrechtspraak, Brugge, Die Keure, 2006, 60 j° C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 523. 99 C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 529.  100 C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 523. + G. DE CROOCK, De sporter op zoek naar zijn rechters, een wandeling in het labyrint van de sportrechtspraak, gastcollege sportrecht, Universiteit Gent, 25 februari 2015. 101 S. GREENFIELD, G. OSBORN, Readings in Law and Popular Culture, Oxon, Routledge, 2007, 158.

Page 29: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

22    

spelregels vervat. Deze zijn niet aan verandering onderhevig, zo zijn bepaalde regels in

atletiekdisciplines nog steeds dezelfde als bij de Oude Grieken. De wettelijke,

commerciële en contractuele aspecten die daarmee gepaard gaan zijn echter

fundamenteel veranderd. Het is ook vaak in die omkaderende sector dat advocaten een

eerste kennismaking met de sportwereld en haar recht krijgen.

B. In België

Met de decreten en de wet alleen komen wij als advocaten niet ver.102

27. We kennen in België geen lange traditie van nationale sportwetgeving.

Aanvankelijk bemoeide geen enkele overheid zich met sport. Er was in de vroege jaren

zeventig geen wetgeving, dus evident ook weinig rechtspraak. In België moeten we

daarenboven ook rekening houden met de complexe staatstructuur. Sport is

tegenwoordig een exclusieve gemeenschapsbevoegdheid omdat de gemeenschappen

bevoegd zijn over de culturele en persoonsgebonden aangelegenheden. Deze

gemeenschappen beschikken elk over hun sportbeleid en subsidiëringsprogramma.103

Zo zijn er decreten over het statuut van de sportbeoefenaar, subsidiëring en erkenning

van sportfederaties.104 Het is wel zo dat men zich in Belgische sportwetgeving zelden

tot nooit beperkt tot één sporttak.105 Dat externe opgelegde recht, van oorsprong van de

wetgevende machten in België, biedt een kader waarin op vrijwilligheid gebaseerde

systemen kunnen werken.106 In de sportwereld moet de inbreng van een nationale staat

genuanceerd worden, de staat werkt hier niet als waakhond voor een mogelijks

anarchistische sportwereld, maar werkt eerder faciliterend.

                                                                                                               102 J. MAESCHALCK in I. MORIAU, “In de sport is men helaas vaak schuldig tot bewijs van het tegendeel”, Juristenkrant 2009, 8. 103 DE KNOP, P., PIERON, M., “Beheer en organisatie van de sport in België” 2000, Brussel, Koning Bouwdewijnstichting, 38. (rapport) 104 C.COOMANS, F. HENDRICKS, J. MAESCHALCK, Sportcodex 2012 : geannoteerde verzameling van alle reglementaire teksten in de Vlaamse gemeenschap, Brugge, Die Keure, 2012, 1460p. 105 Uitzondering; voor watersporten gelden er aparte veiligheidsvereisten, vastgelegd in de wet. Vb. 31.05.2001 K.B. tot wijziging KB wat het windsurfen betreft, + komende juli 2016 wordt nieuwe wetgeving verwacht; www.tommelein.com/naar-een-moderne-wetgeving-voor-watersporters/ 106 Bijvoorbeeld de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.

Page 30: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

23    

28. Voor deze masterproef moeten we ermee rekening houden dat men in

sportarbitrage zich meestal zal uitspreken op basis van sport-gerelateerde bronnen zoals

reglementen en sport-specifieke wetgeving. Omkaderende nationale wetgeving zal

minder aan de basis van een geschilpunt liggen.107 Een verkennende studie van de

uitspraken van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) wijst uit dat bijvoorbeeld

de betwisting van deelname aan de competitie, volgt uit de toepassing van de

reglementen van de federaties. 108 Een opmerkelijke hoeveelheid van de arbitrale

uitspraken heeft betrekking op het al dan niet verkrijgen van licenties. In de reglementen

van verschillende sportbonden wordt immers voorzien dat beroep tegen een beslissing

van de licentiecommissie bij het BAS dient ingesteld.109

29. Voor de volledigheid is het nuttig te vermelden dat niet elke nationale staat

specifieke, interveniërende sportwetten heeft zoals we die in België en, bij uitbreiding

ook in Franrijk, kennen. 110 Nederland kent bijvoorbeeld geen specifieke

dopingwetgeving, noch wetten over de statuten van de sporters. Daar kijkt men telkens

aan de hand van de interne verenigingsstatuten en –reglementen.

C. Internationaal en Europees  30. In andere rechtsmateries is het bijna een automatisme geworden om

onmiddellijk naar het Europese niveau kijken. Dit volgt uit de principes van directe

werking en het voorrangbeginsel ten opzichte van het nationale recht.111 De inmenging

van Europa in de sport is echter nog een thema die stof doet opwaaien. Zo sprak

voormalig en niet onbesproken voorzitter van de FIFA, BLATTER tegen de Europese

politici; leave sport in peace.112

                                                                                                               107 Al zijn uitzonderingen mogelijk; alle uitspraken van het BAS zijn te vinden op http://www.bas-cbas.be. 108 CBAS, 29/10/2015, Futsal MY-CARS ROSELIES/UNION ROYALE BELGE DES SOCIETES DE FOOTBALL-ASSOCIATION. Het opstellen van een niet aangesloten speler leidt bijvoorbeeld automatisch tot het verlies van de match. CBAS, 02/03/2015, BAD OUPEYE/ LIGUE FRANCOPHONE BELGE DE BADMINTON. 109 Vb. artikel 407.1 van het Bondsreglement van de KBVB, Arbitrale uitspraken over licenties zijn onder meer; BAS, 15/05/2015, SPORTCLUB EENDRACHT AALST V.Z.W./ KONINKLIJKE BELGISCHE VOETBALBOND V.Z.W, BAS, 5/05/2015, VZW ROYAL ANTWERP FOOTBALL CLUB/ KONINKLIJKE BELGISCHE VOETBALBOND V.Z.W 110 Voor een volledig overzicht van de Franse situatie; F. BUY, J-M. MARMAYOU, D. PORACCHIA, F. RIZZO, Droit du sport. Paris : LGDJ  : Lextenso, 2012. 832p. 111 Principes volgend uit HvJ 15 juni 1964, 6/64 Costa/ENEL. 112 S.F.H JELLINGHAUS., Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 30.

Page 31: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

24    

31. Pas sinds 2009 bestaat er een erkende bevoegdheid inzake sport voor de

Europese Unie. Ondanks het louter voeren van een ondersteunend beleid, durven

sommigen toch al spreken van een European Sports Law.113 Hier doelt men vooral op

de Europese rechtsregels die al hun toepassing vinden in de sportwereld, zoals de regels

inzake vrij verkeer en mededinging. Fundamenteel was hiervoor de zaak

Walrave/Koch.114 Het gemeenschapsrecht verzet zich niet tegen beperkingen die hun

oorsprong vinden in de niet-economische redenen die verband houden met het

specifieke karakter van de sport. Als economische activiteit valt het onder het Europees

recht. 115 A contrario valt sport niet onder het Europees recht als het over sport-

specifieke zaken gaat. Het fingerspitzengefülh leert ons dat bijvoorbeeld voetbal- en

nationale ploegen naast sport-specifieke, zeker ook economische entiteiten zijn.

32. Met deze uitspraak gaat het Hof verder op de ingeslagen weg om sportregels te

onderwerpen aan de Europese verdragsregels, zonder daarbij evenwel de eigenheid van

sport uit het oog te verliezen.116 In de Meca/medina zaak heeft men bevestigd dat pure

sportieve regels, zoals de anti-dopingregelgeving, het Europees mededingingsrecht niet

(dreigen te) schenden.117 Een beoordeling van bijvoorbeeld de proportionaliteit van die

regels, kan enkel geval per geval gebeuren. Toch impliceert het geen immuniteit, sport

kan zich weldegelijk bewegen binnen de krijtlijnen van het dwingende recht.118 Sinds

het mijlpaalarrest Bosman 119 is er een groeiend besef gekomen dat Europese

regelgeving ook van toepassing is op het sportgebeuren en dat sport niet boven het recht

verheven is.120 Hier spreekt men kenmerkend van een “cohabitation acceptable” tussen

sport en recht.121

                                                                                                               113 S. WEATHERILL, European Sports Law, Den Haag, TMC ASSER PRESS, 573p. 114 HvJ 12 december 1974, Walrave & Koch t. Union Cycliste internationale, nr. 36/74 PbEG 1974, p. 1405, NJ 1975, 148. Zelfde gedachtengoed is te vinden in de Dona-zaak; HvJ 14 juli 1976, 13/76, Dona t Mantero, Jur. 1976. 1333, r.o 14 115 Het mededingingsrecht en de interne-marktregels zijn van toepassing voor zover het om een economische activiteit gaat 116 S.C.G. VAN DEN BOGAERT, “De zaak Bernard: het Hof van Justitie laat opleidingsvergoedingen toe in het voetbal”, BJU Tijdschriften 2010, aflevering 8, 265- 272. 117 Ger. 30 september 2004, T-313/02, Meca-Medina en Majcen t. Europese Commissie, overweging 34. 118 F. HENDRICKX, “De Bosman-zaak twintig jaar later: nog steeds een mijlpaal”, Sportrecht Journaal 2015, 6. 119 HvJ 15 december 1995 -, C-145/93, Union Royale Belge des Sociétés de Football association t. Bosman, overweging 70-72 120 D.DEDECKER, G. MATTENS, K. LEFEVER, P. DE RANTER, Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013, 22. 121 J.B DUBEY en J.L DUPONT, “Droit Européen et Sport: Portrait d’une cohabitation”, J.T Dr. Eur 2002, 85, 1.  

Page 32: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

25    

2.2.2 Rechtspraak         A. Duiding begrip 33. Vooreerst dient duiding bij de term ‘rechtspraak’. Het is een geheel van gezag

dragende, juridische uitspraken. Een, meer institutioneel beïnvloedde, omschrijving is

de van staatswege geschapen organisatie tot het behandelen en beëindigen van

rechtsgeschillen.122 De term rechtspraak in de sport, en dus ook in dit werk, is dus niet

per se waar van overheidswege recht gesproken wordt, maar evengoed waar interne

sportorganen geschillen beslechten. MAESCHALCK benadrukt dat sportrecht gegroeid

is dankzij de rechters en hun casuïstiek.123

        B. Traditionele rechtbanken en/of een sportrechtbank?  

34. Toen het aantal sportgeschillen toenamen en een breder publiciteitsforum

kregen, zijn er een reeks sporters naar de rechter gestapt. Dit kon bijvoorbeeld zijn om

een zaak van ‘nul’ te beginnen, zonder voorgaande beslissingen genomen op intern

niveau. Anderzijds hebben de rechtbanken zich toen opengesteld om marginaal

beslissingen van een sportbond te gaan toetsen.

35. Een korte opsomming van de verschillende soorten rechtbanken zich aan. Deze

dragen bij tot de keuzeoverweging die de sporter (soms) kan maken.124 Beginnen we

‘onderaan’ de piramide van officiële rechtbanken komen we bij de vrederechter terecht.

Deze kan theoretisch gezien wel optreden in sportzaken, maar binnen haar ratione

summae 2.500 EURO. 125 Gelet op het spoedeisend karakter, die een sportgeschil

meestal zal kenmerken, zal de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg de meest

aangezochte overheidsrechter zijn.126 De correctionele rechtbank trad vroeger op in

dopingzaken, maar sinds het decreet op de medisch (en later ethisch) verantwoorde

sportbeoefening is deze niet meer bevoegd door de depenalisering. 127 Ervoor

                                                                                                               122 LYCAEUS juridisch woordenboek 123 I. MORIAU, “In de sport is men helaas vaak schuldig tot bewijs van het tegendeel”, Juristenkrant 2009, 8.  124 ‘Soms’ alludeert op zijn of haar keuzevrijheid die beperkt wordt door arbitrageclausules. 125 Artikel 590-601 Ger. W 126 De mogelijkheid dat deze voorzitter in kortgeding zetelt is positief in sportzaken. J. COOMANS, “De voorzitter in kortgeding: sportrechter bij uitstek?” RW 1990-91, 1419-1431. 127 COOMANS, C., MAESCHALCK, J., VAN MULDERS, S., Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 17. Decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening (BS 11 juni

Page 33: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

26    

riskeerden de sportbeoefenaars voor de strafrechter te belanden op basis van de wet van

2 april 1965.128 Terwijl dat nu, door de decreten van de verschillende gemeenschappen,

de disciplinaire commissie en in beroep de disciplinaire raad zal zijn. Het is niet

ondenkbaar dat zware gevallen van letselschade of slagen en verwondingen door de

strafrechter zullen beslecht worden. 129 De arbeidsrechtbank heeft heel wat

bevoegdheden inzake arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht.130 Bij sportgeschillen zal

dit vooral over loonkwesties gaan bij elite sporters.131 De rechtbank van koophandel is

bevoegd zodra men te maken heeft met geschillen tussen ondernemingen, ongeacht het

bedrag. 132 Het zullen degene in de sportwereld zijn die als handelaar kunnen

gekwalificeerd worden die mogelijks voor deze rechtbank zullen komen. 133 De

beslagrechter zal maar zeer uitzonderlijk tussenkomen. Hij is bevoegd voor alle

vorderingen betreffende de bewarende beslagen en de middelen tot

tenuitvoerlegging.134

36. Indien de hoedanigheid een van de partijen sporter is, zal dat in principe niets

aan de bevoegdheid van de traditionele rechtbanken veranderen. Dit om aan te tonen

dat veel afhangt van de soort geschillen die in de sportwereld kunnen voorkomen. Een

actor in de sportwereld kan zich niet op het specifieke karakter van de sport beroepen

om aan berechting of bewarend beslag te ontkomen.135

                                                                                                               1991) en Decreet van 13 juli 2007 inzake medisch (en ethisch) verantwoorde sportbeoefening (BS 13 september 2007) + Grondwettelijk Hof, 10 april 2008, RW 2008-2009, 534  128 Wet van 2 april 1965 waarbij de dopingpraktijk verboden wordt bij sportcompetities. (opgegeven) 129 Vb. rallywagen die in het publiek rijdt; M. STERKENS, L. BREWAEYS, P. LENVAIN, “Openbare weg: bijzonder gebruik”, bijdragen in Bestendig Handboek Verkeer 2002, IV.35.1 - IV.39.2 15 p. 130 Art. 578 Ger. W 131 D. CASAER, K. FLAMANT, “Eigen opzeggingsregels voor sporters discrimineren, stelt arbeidshof”, Juristenkrant 2014, afl. 290, 5, en Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars 132 573 - 577 Ger.W 133 Vb? een faillissement van een sportvereniging. 134 Art. 1395 - 1396 Ger.W 135 Zo werd er bewarend beslag gelegd op de handelswaarde van voetbalspelers, die werden beschouwd als eigendom van de schuldenaar. Beslagrechter Hasselt, 27 april 1990, A.R. 90. V.B. 754 (onuitgegeven) in C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 17.

Page 34: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

27    

37. Ook het Hof van Cassatie kan, en heeft, zich uitzonderlijk al moeten uitspreken

over enkele sportzaken. 136 De Raad van State kunnen we evenwel niet dezelfde

uitzonderingsfunctie toeschrijven. In sportzaken zal deze regelmatiger tussenkomen

dan het Hof van Cassatie. In de eerste plaats is de Raad van State een administratieve

rechtbank die bevoegd is voor rechtshandelingen die uitgaan van de overheid.137 De

Raad van State verdient speciale vermelding bij sportgeschillen omdat men tegen een

beslissing van de disciplinaire raad een verzoekschrift tot nietigverklaring en/of

schorsing kan neerleggen. Dit geldt evenzeer voor de betwisting van administratieve

rechtshandelingen en overeenkomsten die bijvoorbeeld gemeenten en provincies

aangaan voor het laten gebruiken van sportinstallaties waarvan zij eigenaar zijn.138

38. Gelet op bovenstaande complexiteit opteren sommigen voor de oprichting, van

overheidswege, van een soort opper-sportrechtbank. 139 Deze fungeert dan als

rechterlijke macht in de sportwereld, maar met deze bemerking dat er geen

tegenoverstaande wetgevende macht/parlement bestaat voor de sport. Er bestaat geen

democratisch verkozen orgaan die uniforme sportwetgeving gaat uitvaardigen. Elke

discipline heeft haar eigen organen, al dan niet democratisch of oligarchisch

samengesteld.140

39. De discussie vierde hoogtij eind jaren 90. Vooral de financiële haalbaarheid in

de besparingspolitiek werd als een struikelblok gezien. Toen werd ook al de vraag

gesteld of het creëren van een sportrechtbank, zou leiden tot een betere

sportrechtspraak. Vandaag, meer dan 20 jaar later, hebben de juridische achterstand en

de dermate ontwikkeling van de interne procedures, een zo goed als definitief einde

gemaakt aan dergelijke voorstellen. Zelfs de gespecialiseerde traditionele rechter kan

                                                                                                               136 Cass. (verenigde kamers) AR C.10.0508.N, 30 mei 2011 (Vlaams Doping Tribunaal vzw, Vlaamse Gemeenschap / X.M-V.) en geschillen rond de voetbalwet en veiligheid; Cass. (1e k.) AR C.11.0323.N, 11 januari 2013 (Belgische Staat / D.B., K.L.) alsook recent rond de Arbeidsovereenkomstenwet Betaalde Sportbeoefenaars; Cass. (3e k.) AR S.14.0001.N, 26 januari 2015 (Koninklijke Sportvereniging Cercle Brugge vzw / RSZ) 137 Voor de werking en inrichting van de Raad van State zijn de Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State te raadplegen. Ze spreken zich in arresten uit over de wettigheid van administratieve rechtshandelingen. En hebben de bevoegdheid om handelingen die in strijd zijn met de geldende rechtsregels te vernietigen of, in dringende gevallen, de tenuitvoerlegging ervan te schorsen. 138 Noot M. BOES “De rechtsbescherming voor sportbeoefenaars door de Raad van State” bij raad van stat 4 maart 1997, in t.Sport p 91-92 139 In Engelstalige literatuur spreken ze van: Supreme court for sport. zoals het idee was op te richten bij de aanvang van het TAS 140 E. GRAYSON, Sport and the law, London, Butterworth, 2000, 354-356.

Page 35: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

28    

onmogelijk specialist zijn in sportrecht op zich, laat staan in alle bijzonderheden in het

voetbal, wielrennen, volleybal, basketbal enz.… Hij zou daarbinnen moeten fungeren

als arbeidsrechter, rechter van koophandel (bij betwistingen tussen clubs en sponsors),

strafrechter, tuchtrechter, en als burgerlijk rechter.

40. In Frankrijk lost men het anders op. Daar zijn de sportfederaties uitdrukkelijk

belast met de uitvoering van een opdracht die wettelijk als een openbare dienst wordt

beschouwd, het zijn administratieve commissies met rechtsprekende bevoegdheid.

Eveneens zijn administratieve rechtscolleges bevoegd zijn om kennis te nemen van

beroepen tegen die beslissingen.141

41. Het oprichten van dergelijke sportrechtbank, zoals dat bij de familierechtbank

wel is gelukt, zal geen afdoende oplossing zijn. De geschillen die voor de

familierechtbank komen zijn inderdaad ook zeer divers van aard, maar zijn duidelijk

afgebakend.142 Wat bij sportrecht vandaag nog ontbreekt is een soort categorisering van

de soortensportgeschillen en waar ze het best terechtkunnen.143 Dit zorgt niet alleen

voor grote onzekerheid bij de sporter, maar eveneens voor juridische obstructies die hun

advocaten moeten beoordelen.

C. Disciplinair/ tuchtrechtelijke organen  

It is perfectly normal for sports federations to set out internal procedures to verify compliance with the rules and to settle disputes with regards to the application of

these rules. 144  

42. “Perfect normaal”. Zo beoordeelt dit citaat de mogelijkheid van sportfederaties

om aan interne geschillenbeslechting te doen. In de meeste federaties is de rechtspleging

als volgt geregeld: een tuchtraad die als een eerste aanleg fungeert, een commissie van

beroep en eventueel een verbrekings- of cassatiecommissie.145 Deze commissies en

                                                                                                               141 A. DE BECKER, (ed.), Sport en recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, 92. 142 Artikel 572bis Ger.W. Het gaat onder meer over vorderingen betreffende de staat van personen, nietigverklaring wettelijk samenwonen, voorlopige maatregelen bij recht op goederen, enz… 143 Zelf heb ik verder in dit werk een kleine categorisering proberen door te voeren. 144 L. STAS DE RICHELLE, ‘Un système “judiciaire” au sein des fédérations: leurre ou réalité?’, Cah. Sc. Adm, 2005, 53.in S. DEMEULEMEESTER, W. LAMBRECHT, W., “Sports justice in Belgium” European sports law and policy bulletin 1/2013, 254. 145 C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 8.

Page 36: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

29    

instellingen zijn zodanig in positieve en professionele wijze geëvolueerd, dat het BAS

en zelfs de traditionele rechtbanken vereisen dat de procedure binnen de federatie eerst

moet uitgeput zijn, vooraleer men zich tot de rechter kan wenden.146

43. Op organisatorisch vlak lijkt de rechtspraak sterk op het gerechtelijk apparaat in

het gemeen recht.147 Een volledige gelijkstelling met het gemeenrechtelijk apparaat is

in sport echter een utopie. In een aantal federaties heeft de raad van bestuur een zekere

druk en macht over beslissingen van de rechtsprekende organen.148 Juridisch zijn deze

procedures eveneens niet te onderschatten.149 Een vergelijkende studie van de diverse

interne procedureregels behoort evenwel niet tot het bestek van deze masterproef, maar

deze zijn zeker niet minderwaardig qua materiële en formele vereisten. 150

D. Arbitrale en faciliterende organen  44. Qua indeling en opsomming wringt een juridisch schoentje om hier de arbitrale

sportinstellingen te bespreken; doen zij wel aan ‘het spreken van recht’? Enkele

voorbeelden zijn de arbitragecommissie voor de amateur of betaalde sportbeoefenaar

binnen de KBVB, UCI, het BAS en de TAS. Ergens voelen we wel aan dat we deze

arbitrale organen niet als rechtsprekend, in overheidszin, kunnen kwalificeren.

Daarentegen kunnen arbitrale organen ook uitspraken doen, die zeker als

‘rechtsprekend’ aanvoelen. In diezelfde grijze zone bevinden zich de

verzoeningscommissies. 151 Deze organen behandelen de situatie waarin een niet

betaalde sportbeoefenaar bijvoorbeeld zijn opzeg geeft, en het uitzonderlijke geval

waarbij er ook verzet volgt van de andere partij. De verzoeningscommissie tracht hierin

partijen te verzoenen. Deze liggen inhoudelijk en gevoelsmatig duidelijk verder weg

dan de klassiek aangehaalde rechtsprekende organen.

                                                                                                               146 Komt later nog aan bod + kortgeding rechter Brussel 27 februari 1985. 147 C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 523. 148 Voorbeeld: voetbalbond; waarbij de reglementen voorzien dat er amnestie en genade kan gevraagd worden aan de raad van bestuur.    149 C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 9-12. 150 P. MORRIS, G. LITTLE, “Challenging Sports Bodies’ Determinations” Civil Justice Quarterly 1998, 130. Zij onderzochten 8 reglementen van federaties van verschillende sporttakken. 151 BlOSO, al nu SPORT VLAANDEREN, opgericht door het KB van 24 maart 1987.

Page 37: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

30    

45. Zonder daarbij negatief te klinken, komt wel het idee naar boven dat de

sportwereld in vergelijking met andere ‘niche-sectoren’ het moeilijk heeft zich een weg

te banen door de verschillende regelgevers en instanties. Het lijkt mij anderzijds niet

realistisch om opnieuw van nul te beginnen, doordat de regelgeving is ontstaan op basis

van vrijwillige en zeer specifieke, spontane initiatieven heeft het volgens mij toch kans

op slagen. En kan het mee-evolueren met de sportwereld zelf. Een gevolg dat sportrecht

via Trial-and error moet evoluren is naar mijn mening een noodzakelijk kwaad.

2.2.3 Rechtsleer

46. Voor een, niet exhaustief, voorbeeld van bestaande rechtsleer in de sport verwijs

ik graag naar aansluitende bibliografie. Met de geschetste juridische evoluties is ook de

rechtsleer niet blijven stilstaan. Waar sport soms vroeger als een luchtig intermezzo

werd beschouwd, is men nu van haar kwaliteiten en potentieel overtuigd. Ook instituten

en werkgroepen zijn ingesteld om de diverse thema’s te bestuderen.152 Graag vermeld

ik de Asser International Sports Law Blog van het Asser instituut in Den Haag.153 De

term blog doet bij de meeste juristen en academici al de wenkbrauwen fronsen.

Dergelijk format kan op enig scepticisme rekenen, maar deze is toch juridisch en

technisch sterk onderbouwd. Enerzijds door haar bijdragers en anderzijds de juiste

verwijzingen.154 In Vlaanderen lanceert hoofdredacteur HENDRICKX samen met Die

Keure Professional publishing het Sportrecht Journaal. Een tijdschrift met een

signaalfunctie waarin de juridische aspecten van sport aan bod komen.155 Een tendens

die me is opgevallen is dat vele sporttijdschriften met een juridische invalshoek, spijtig

genoeg, geen lang leven beschoren zijn.156 Net doordat sportrecht het moet hebben van

haar makers en toepassingen in de praktijk, lijkt het mij echter logisch dat er nog altijd

een forum kan zijn voor huidige, en vooral toekomstige, sportrechtsleer.

                                                                                                               152 The European Sports Law and Policy Initiative (ESLPI). Eveneens het department Bewegings- en Sportwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Alsook de LLM Sportrecht aan de UCFB, ST-John’s university school of law, Nottingham Law School of University of Zurich. 153 te raadplegen op: http://www.asser.nl/SportsLaw/Blog/ 154 A. DUVAL, O. VAN MAREN, D. VAN ROMPUY 155 Met F. HENDRICKX als hoofdredacteur en http://juridischeuitgaven.diekeure.be/nl-be/catalogus/tijdschriften-553 156 Tijdschrift voor sportrecht, T.Sport, Brugge Die Keure (1996-1997), Support magazine; onafhankelijk vakblad voor sportmanagement is stopgezet maar gaat verder onder andere naam Sport en Strategie Vlaanderen,  Brussel : Arko Sports Media, www.sportstrategie.be  

Page 38: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

31    

§3. Geschillenbeslechting in de sport

3.1 Wat zijn sport-gerelateerde geschillen? 3.1.1 Probleemstelling

Sports-related disputes are on the increase with the need of the sporting community to settle them “within the family of sport,” that is, “extra-judicially” and

confidentially.157

47. Om bovenstaand citaat te kunnen beoordelen op haar correctheid is

noodzakelijk eerst te bekijken wat sports-related disputes zijn. Geschillen die rijzen in

de sportwereld kunnen zich situeren in verschillende takken van het recht. Gaande van

aansprakelijkheidsrecht, arbeidsrecht, ondernemingsrecht tot zelfs het strafrecht.158 In

bepaalde gevallen is er inderdaad een duidelijke overlap met de publieke sfeer.159 Het

lijkt logisch en billijk om een onderscheid te maken in de materies. Bonden omschrijven

wel welke geschillen zij kunnen behandelen maar dit gebeurt eerder vaag. Dergelijke

vage omschrijving heeft tot gevolg dat de bond in feite elk geschil tot haar bevoegdheid

kan rekenen.160 Onderstaande indeling is gebaseerd op eigen bevindingen, doch niet

exhaustief, maar bedoeld om te oordelen over waar ze het best terechtkunnen voor

beslechting. De ene soort geschillen zal zich beter dienen tot een alternatieve,

sportspecifieke geschillenbeslechting, terwijl andere vrijwel standaard, zoals andere

‘reguliere’ rechtszaken zullen kunnen worden opgelost, inclusief alle voor- en nadelen

die daaraan verbonden zijn.

3.1.2 On field of play- geschillen

48. In de eerste plaats denken we bij on field of play geschillen aan het overtreden

van de spelregels zelf. Beslissingen van scheidsrechters op het veld zijn sportief van

aard en halen hun geldingskracht uit de reglementen, die eveneens voorzien in

                                                                                                               157 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013.1-2. http://scholarship.law.marquette.edu/sportslaw/vol24/iss1/2 158 Voor uitgebreide voorbeelden; M.M VROLIJK, De regels van de sport, vijftig actuele en opmerkelijke zaken uit het sportrecht, Tilburg, Celsus juridische uitgeverij, 2014, 208p. 159 J. DE HERDT, S. VERHELST, “De aanpak van strafrechtelijke problemen in de sport door private organisaties: de Koninklijke Belgische Voetbalbond als casestudy”, NC 2012, afl. 1, 2 en http://www.nullumcrimen.be/ 160 K. VAN BEYLEN, “De sportbeoefenaar en het verbod om beroep te doen op de rechtbank”, Jura Falc., 1982, 555.

Page 39: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

32    

spelsancties.161 Ze kunnen aanleiding zijn tot betwisting, ook na de wedstrijd, maar dat

maakt ze nog niet rechtsprekend van aard. Deze pure On field of play geschillen zijn

niet vatbaar voor arbitrage, noch voor betwisting voor de gewone rechtbank.162 Waar er

vroeger eerder vrede genomen werd met een beslissing op het veld, is er nu een tendens

merkbaar dat dergelijke beslissingen ook na afloop (lees: fluitsignaal) blijven

nazinderen. In die filosofie zien we de oprichting van reviewcommissies zoals bij de

KBVB. 163 Een uitzondering wordt eveneens aanvaard indien de scheidsrechtelijke

beslissing is aangetast door fraude of louter arbitrair is.164

A. Geschillen waartegen tuchtrechtelijk en administratief kan opgetreden worden

   49. Administratieve sancties zijn juridisch te onderscheiden van tuchtrechtelijke

sancties. In de reglementering van de sportfederaties is dat onderscheid niet altijd

duidelijk. Administratieve sancties zijn bij of krachtens de wet vastgesteld met een

repressief karakter, die door een bestuursorgaan wordt opgelegd door middel van een

eenzijdige, individuele bestuurshandeling, als reactie op een inbreuk op een

rechtsnorm.165 Door deze terminologie te gebruiken trachten federaties verplichtingen

zoals het hoorrecht of motiveringsplicht die bij tuchtrechtelijke sancties wel gelden, te

vermijden. Wanneer er geen appreciatievrijheid is bij het bestuur en het om zeer

duidelijke feiten en verwijtbaarheid gaat kan de keuze voor dergelijke sancties

gerechtvaardigd zijn. Ze halen hun geldingskracht uit het automatische karakter bij de

overtreding van een On field of play- norm, vastgelegd in de reglementen. 166

 50. Het gaat gewoonlijk om het opleggen van een boete, schorsing of schrapping

als lid van een federatie. Het materiele en formele tuchtrecht is sterk verschillend binnen

elke sportfederatie, maar dient telkens om wangedrag te beteugelen en kennis te nemen

                                                                                                               161 Voorbeeld; vb. Een vrije trap, diskwalificatie in het voetbal, een verplichte pitstop in de Formule 1 na een gevaarlijk inhaalmanoevre met aanrijding tot gevolg, enz… 162 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 645. 163 KBVB, reglement 2015/2016 (versie 17 maart 2016) De leden van de Reviewcommissie van de KBVB analyseerden in totaal 170 fases en beslisten om het Bondsparket in 32 dossiers tot een vervolging te laten overgaan, in toepassing van art. 277 van het bondsreglement. 164 G. DE CROOCK in J. DE HERDT (eds), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 658. 165 J. PUT, “Rechtshandhaving door administratieve sancties in het recht”, RW 2001-2002, 1195-1196. 166 C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 530-531.

Page 40: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

33    

van klachten.167 Het is een onderdeel van de gedragsregels die gelden in een bepaalde

groep.168 De disciplinaire bevoegdheid is inherent aanwezig, zelfs al is er niets over

bepaald in de statuten of reglementen.169 Bij dergelijke tuchtrechtelijke sancties kunnen

we wel de link maken met andere takken van het recht. 170 Hoe vrijwilliger men sport

beoefent, des te meer tuchtrecht aanleunt bij het verbintenissenrecht. Indien echter een

betaalde sporter met tuchtrecht geconfronteerd wordt, des te meer het opgelegde zal

aanvoelen als straf.171

51. Een korte link met het niet sport-wezen maakt duidelijk dat enkel een werkgever

zijn werknemer, wegens diens wangedrag, kan uitsluiten (lees: ontslaan). In de sport

kan die uitsluiting logischerwijze uitgaan van de club (te vereenzelvigen met de

werkgever), maar eveneens van de bond tot zelfs de organisatie van een sportevenement

(bijvoorbeeld door de ASO, organisator van de Tour de France). Dit op basis van een

te ondertekenen contract bij deelname aan het event.172 Omdat verenigingen in de sport

op vrijwillige basis georganiseerd zijn, is hun tuchtrecht dat in se ook. De sporter die

zich niet wenst te onderwerpen aan het tuchtrecht van de bond, staat het vrij zich bij een

andere bond aan te sluiten. Net daar wringt nu het (sport)-schoentje. Door

bovengeschetste monopolistische beleidsstructuur is er geen andere bond in dezelfde

tak van de sport beschikbaar! Vandaar de noodzaak om binnen deze bonden

reglementering te voorzien dat men beslissingen van een sportfederatie, zowel van

administratieve als disciplinaire aard, bij een rechter kan betwisten. De geschiedenis,

rechtspraak van het Hof van Cassatie en het rechtsgevoel leert ons dat dit de logica moet

zijn.173

                                                                                                               167 C. COOMANS en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 521 168 H. DE DOELDER, Terrein en beginselen van tuchtrecht, diss. Tilburg, 1981, 34. 169 K. MOLLEKENS, “de tuchtrechtpleging binnen sportbonden” in A. DE BECKER, sport en recht, antwerpen, kluwer, 1987, 70-71. 170 Voor een bespreking van het tuchtrecht; J. HELSON, “Dopingsancties: privaat (tucht)recht of publiek recht?”, www.vdelegal.be, 1. En D. JANSSENS, P. GEUENS, “De tuchtrechtspleging in de Vlaamse atletiek” T.Sport 1997, 101-108. 171 H. VAN STAVEREN, Sport en Recht, Nieuwegein, Arko Sports Media, 2007, 167. 172M. OLFERS, “Topsporters in de problemen? De rechtspositie van de topsporter bij uitsluiting van deelname.” in S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 100. 173 In sportcontext volgt men deze logica niet, door het gebruik van clausules

Page 41: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

34    

52. Voor het verdere verloop van dit werk dient tuchtrecht te worden onderscheiden

van arbitrage. Bij tuchtrecht gaat om het om het handhaven van regels en normen binnen

een bepaalde beroepsgroep, gericht op het waarborgen van de kwaliteit en goede naam.

Het verschil tussen tuchtrecht aan de ene kant en arbitrage aan de andere kant is dat bij

de laatste twee partijen samen een geschil voorleggen aan een derde, terwijl bij

tuchtrecht men wordt onderworpen aan het oordeel van een derde. 174 Deze derde

oordeelt of de betrokken partij wel heeft gehandeld overeenkomstig de regels van de

beroepsgroep. De uitspraak van een tuchtcollege kan een sanctionerend karakter krijgen

door middel van het opleggen van disciplinaire maatregelen. De tuchtrechtelijke

uitspraak brengt echter geen wijziging in de rechtsverhouding tussen de betrokken

partijen: arts/patiënt, advocaat/cliënt, sportvereniging/sporter.

53. Na die procedure kan eventueel via de klassieke rechtspraak, maar ook via

arbitrage, een geschil nog verder, of op andere vlakken worden opgelost. Denken we

aan een zware tackle op het voetbalveld waar eerst puur spelmatig een rode kaart wordt

voor getrokken, maar waar later een tuchtrechtelijke behandeling volgt. In extreme

gevallen kan daarna ook een burgerrechtelijke of strafrechtelijke

aansprakelijkheidsvordering volgen.175 De burgerlijke rechter zal in tuchtzaken dienen

als een soort ‘restrechter’ die de besluitvorming slechts marginaal kan toetsen. Hij

controleert of de algemene procesbeginselen gevolgd zijn. Al staat het vast dat deze niet

hetzelfde strikte niveau moeten volgen als in het strafrecht.176 Het is mogelijk dat zowel

een tuchtrechtelijke als strafrechtelijke procedure wordt gestart, dan vindt eerst de

tuchtrechtprocedure plaats en houdt de strafrechter rekening met de opgelegde

maatregel.177 De tuchtrechtelijke procedure wordt niet geschorst door een vervolging

voor de strafrechter.

                                                                                                               174 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 19. 175 Veroordelingen op basis van art. 1384 BW kan echter niet door arbitrage worden uitgesproken 176 S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 16. 177 Het tuchtrecht kan namelijk leiden tot bestraffing welke een strafsanctie kunnen verhinderen. (non bis in idem) G. DE CROOCK, De sporter op zoek naar zijn rechters, een wandeling in het labyrint van de sportrechtspraak, gastcollege sportrecht, Universiteit Gent, 25 februari 2015.

Page 42: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

35    

B. Sport-crimes

54. Naast die pure sportieve geschillen op het veld, kunnen sommige On the field-

geschillen eveneens gekwalificeerd worden als sport crimes.178 De regeling ligt vooral

gevoelig in de contactsporten en sporten waarin zware blessures kunnen voorvallen

door toedoen van medespelers. Geweld tegen andere spelers en sport-officials, zoals de

scheidsrechter die eveneens op of naast het speelveld staat behoren eveneens tot deze

categorie. Zo zal niemand betwisten dat rellen met supporters bij een voetbalmatch, het

louter interne sportkarakter overschrijden. 179 Net als rallywagens die dodelijke

slachtoffers op het parcours. Veel minder duidelijk is het bij een wielerwedstrijd waar

renners zwaar ten val komen aan de finish door elkaars toedoen.180

55. Sommigen geloven dat dergelijke gebeurtenissen gescheiden moeten blijven

van de regels die gelden in de gemeenschap.181 Anderen stellen zich de vraag of het

door hun sociale status en public spotlight wel logisch is dat het OM dergelijke gevallen

juist niet gaat vervolgen? 182 Al denk ik persoonlijk dat er bij de publieke opinie

voldoende kennis aanwezig is om sport los te zien van gedragingen in het alledaagse

leven.183 Het is niet zo dat de sporter door het loutere uitoefenen van zijn sport het risico

aanvaardt op sportongevallen.184 Bij de beoordeling van de foutaansprakelijkheid zal

de rechter gaan vergelijken met het gedrag van een normale, zorgvuldige en omzichtige

sportbeoefenaar in dezelfde omstandigheden185. Een uitzonderingsregime ten opzichte

van de voor U en ik geldende regels, wordt voor heel wat sporten aanvaard.186 Een

spelfout kan een fout in de zin van artikel 1382 BW uitmaken, maar dit hoeft niet altijd

                                                                                                               178 Voor een opsomming: uit A. EPSTEIN, Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, chapter 4. 179 Denken we aan het Heizeldrama of agressie tegen scheidsrechters; M. COLETTE, K. JANS, “Agressie tegen scheidsrechters: een praktisch voorstel” Juristenkrant 2012, afl. 256, 10-11. 180 Criquielion/Bauer Corr. Oudenaarde 16 maart 1992, Sportrechtspraak 2012, p202. 181A. EPSTEIN, Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, 2003, 87.  182 Ibid. 183 Al bewijzen sommige feiten het tegendeel; meer flitsboetes van autobestuurders in de regio rond de TAC-rally, X., “Bijna 450 boetes voor te snel rijden tijdens rally”, Het nieuwsblad, 8 april 2013 (www.nieuwsblad.be) 184 C. COOMANS, en K. LEMMENS, K., “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 540. 185 P. DE TAVERNIER, “Rechter tackelt arbiter: wel geen maar geen fout”, Juristenkrant, 10 september 2002, nr. 53. 7. 186 H. CLAESSENS, “Sport, ongevallen en aanspraklijkheid in het privéleven: wat zegt de rechtspraak?” Medius 1992, afl. 3, 15-16. En C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 79-106.

Page 43: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

36    

zo te zijn.187 Het betreft als het ware een aparte zone, waarin alleen de door de sport

erkende regels gelden. De precieze omvang ervan bepalen blijft moeilijk.188 Zo zorgde

een extreem zware tackle van de voetbalspeler BOUAOUZAN ervoor dat

KOKMEIJER zodanige blessures had opgelopen dat hij zijn voetbalcarrière moest

stopzetten. BOUAOUZAN werd door de strafrechter veroordeeld tot een half jaar

voorwaardelijke celstraf. 189

3.1.3 Off field of play- geschillen 56. Het hoeft maar een kort betoog dat deze categorie van geschillen een grotere

omvang kent. Een verdere categorisering zoals bij de on field of play geschillen is

mogelijk, al zal de eerste categorie een groot aantal onderwerpen omvatten vandaar de

keuze voor de tussentitel; amalgaam van geschillen, naast de sport crimes.

A. Amalgaam van geschillen  57. Een korte opsomming geeft de omvang van de problemen weer. Het kan gaan

over het niet aanvaarden van leden. Deze discussie is terug te brengen op enerzijds de

grondslag van vrijheid van vereniging en anderzijds de monopolie positie van de

clubs. 190 Commerciële geschillen over bijvoorbeeld portretrechten, corporate

sponsorship en merchandising zijn gelet op de economisch impact van het

sportgebeuren niet te onderschatten.191 Verder zijn er ook de geschillen die de sporter

treffen en waarbij zijn hoedanigheid niet doorslaggevend is. Zo kunnen er

betalingsproblemen zijn in verhouding met zijn club, net zoals een werknemer met zijn

werkgever kan hebben. Ook het cliché van een sportman die na een nachtje stappen zijn

dure wagen tegen een boom parkeert, vermeld ik.192 Het zijn de typevoorbeelden van

geschillen die, naast overmatig in de media worden benadrukt, zich niet lenen tot sport

specifieke geschillenbeslechting, zoals arbitrage.

                                                                                                               187 Gent, 22 november 2002, NJW 2003, nr. 18, 93. 188 D. DEDECKER, G. MATTENS, K. LEFEVER, P. DE RANTER, Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013, 24. 189 HR 22 april 2008, LJN BB7087 in M. OLFERS in S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 103. 190 C. COOMANS, “De voorzitter in kort geding: sportrechter bij uitstek?” R.W. 1990-1991, 1424. 191 D.J.G. VISSER, “Het commercieel portretrecht van de sporter” in S.F.H. JELLINGHAUS, Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 107-124. 192 X, “Ondanks dronken crash toch nieuw contract voor Guillaume van Keirsbulck.”, Het Nieuwsblad, 4/09/2015 en X, “Tom Boonen rijdt Lamborghini in de prak”, Het Nieuwsblad, 18/04/2007.

Page 44: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

37    

B. Sport crimes

58. Ook buiten het sportveld valt er een categorie sports crimes te maken. Al moeten

we ons hier behoeden dat er steeds een link met het sportgebeuren blijft. Het gaat hier

vaak om geschillen zoals voetbalrellen buiten het stadium, gokfraude en ticketfraude,

en woekerprijzen op de zwarte markt.193 Deze vallen onder de gok- en fraudewetgeving.

De voetbalwet speelt in op deze off the field sport crimes. Administratieve sancties zoals

het stadionverbod worden geregeld toegepast.194

3.2 Waarheen? Sporters en hun keuzevrijheid

3.2.1 Toevlucht tot de overheidsrechter    59. Na de opsomming van de mogelijke geschillen in de sport volgt de vraag; waar

kunnen we nu met ons geschil naartoe? Vooral in de jaren tachtig en begin jaren

negentig vonden sporters de weg naar de overheidsrechter.195 Zowel met on field als off

field of play- geschillen. Ook toen al was men zich bewust van het inherente

spoedeisende karakter. BAYER, BOSMAN en DE BIE zochten de rechtbank van eerste

aanleg op, zetelend in kort geding.196 Off field of play denken we aan de rechtszaken

met betrekking tot het verlenen van uitzendrechten op de beelden van de Champions

league.197 Alsook de toelating tot het inrichten van sportwedstrijden ondanks negatief

advies van de federatie of een weigering om deel te nemen op basis van nationaliteit

kan voor de klassieke rechter worden betwist.198

60. In se zou dus niets mogen beletten dat in geval de burgerlijke rechten worden

geschonden, evenzeer en zelfs vooral, in de sport men bij de rechtbank terecht kan.199

                                                                                                               193 T. SERBY, “The Council of Europe Convention on Manipulation of Sports Competitions: the best bet for the global fight against match-fixing”, Int’l Sports L.J 2015, 83-100. 194 Voor een uitgebreide bespreking; N. DE PAUW, Stadionverboden: voor ieder wat wils, maar een echte supporter wil zijn eigen ploeg ondersteunen, Orde van de dag Voetbal en criminaliteit 2015, afl. 70, 14-21. 195 Zie 2.2.2 rechtspraak (randnummer 33-41) voor de soorten overheidsrechters die kunnen aangesproken worden 196 C. COOMANS, J. MAESCHALCK, S. VAN MULDERS, Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 1. 197 Rb. Brussel (kortgeding) 17 september 2002 (VZW Tele-Visie Limburg/ Vlaamse Radio – en Televisieomroep) 198 Voor de bespreking zie Sportrechtspraak, Brugge, Die Keure 2006, 48 j°187. 199 J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 645.

Page 45: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

38    

Het recht op jurisdictionele beslechting van geschillen in sportzaken leidt men af uit

artikel 6, lid 1 van het EVRM. Echter nergens in die bepaling is het woord uitsluitend

te vinden. Geen bepaling verzet zich ertegen dat beslissingen genomen worden door

orgaan dat niet voldoet aan artikel 6 EVRM, zolang dat tegen die beslissing maar beroep

naderhand bij een rechter openstaat die wel aan de voldoende waarborgen

beantwoord.200

3.2.2 Interne geschillenbeslechting

The unique investment of competitive egos, emotions, expectations, and money in international sports almost guarantees a dividend of highly charged dispute and the

structure for resolving them is complex.201

61. Tegenwoordig moeten we in het geval van on field of play-geschillen eerder

denken aan de interne beslechting van sportgeschillen. Gelet op bovenstaande context

ontwikkelde sport zich als aparte rechtsorde waarbij de klassieke rechter geen

prominente positie geniet. Dergelijke structuren intern oprichten, kosten natuurlijk geld.

De geschillencommissie voor Betaald voetbal van de KBVB is een onder sportjuristen

een bekend voorbeeld. In de meeste gevallen wordt daar een snelle beslissing genomen

al zijn er eveneens dossiers die aanslepen. Een ervaring die een sportadvocaat me

meedeelde was dat er binnen die interne organen weinig of geen gehoor wordt gegeven

aan juridische argumenten zoals het naleven van procedure of het niet respecteren van

elementaire rechten van verdediging. Ze klagen het halsstarrig vasthouden aan de

standaardsancties, bijvoorbeeld bij het aantal schorsingsdagen na een rode kaart aan.202

De financiële factor is geen populistisch argument maar het is wel zo dat een rijker

sportorgaan, bijvoorbeeld een nationale voetbalbond, sterker weerwerk zal kunnen

bieden aan juridische claims van spelers. 203 Net doordat hun interne

geschillenbeslechting op professionele wijze uitgebouwd is. Voor de minder grote en

rijke bonden of verenigingen zal het oprichten van interne sterke procedures vaak als

                                                                                                               Echter in vrijwel alle sportreglementen was standaard opgenomen dat hun leden niet naar de rechtbank mochten gaan. 200 C. COOMANS, “De toen geboden voor een degelijke tuchtrechtspraak”, Sport en Recht, 2001, nr. 44; 380-383. En J. MAESCHALCK en K. DE SAEDELEER, “Tucht en Sportrecht” in S. LUST en P. LUYPAERS Tucht en deontologie, Brugge, Die Keure, 2007, 227-274. 201 J. NAFZIGER in BLACKSHAW, I., Sport, mediation and arbitration, Den Haag, T.M.C Asser press, 2009, 557. 202 Men werkt hier met een indicatieve tabel en laat weinig ruimte voor de rechten van verdediging. 203 K. FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 29. En http://ssrn.com/abstract=1959909

Page 46: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

39    

een administratieve last worden beschouwd. Hier ligt een uitstekend forum om de

krachten te bundelen en de geschillenbeslechting over te laten aan een, weliswaar

extern, orgaan waarin ze vertrouwen hebben.204

3.2.3 Onderlinge verhouding en clausules

A. Keuzeproblematiek?

62. Bovenstaande bespreking lijkt te impliceren dat er een vrijheid bestaat voor de

sporter, om zijn geschil aanhangig te maken bij het orgaan die hij het best geschikt acht.

Dit moet in de sportwereld genuanceerd worden.

63. Artikel 144 van de Grondwet kent de geschillen over burgerlijke rechten toe aan

de bevoegdheid van de rechtbanken. Hetzelfde artikel verbiedt echter niet dat geschillen

eerst aan een arbitraal of tuchtrechtelijk college worden voorgelegd alvorens ze voor de

hoven en rechtbanken worden gebracht.205 De voorwaarde die terecht wordt gesteld is

evenwel dat het recht op toegang tot de rechter nog op een daadwerkelijke wijze kan

worden uitgeoefend.206 In sportrecht vereist men dat de interne beroepsprocedures bij

de federaties volledig moeten zijn uitgeput vooraleer men zich tot de gewone rechter

kan wenden.207 Echter kan die interne behandeling snel verlopen.208 De verhouding van

de interne geschillenbeslechting met de overheidsrechter botst dus op een

tweestrijdigheid. Door te blijven inzetten op overheidsrechters, in on-the field

sportgeschillen, ontneem je enerzijds het vertrouwen in een disciplinaire/interne

geschillenbeslechting. Er kan een algemene, lakse en te vermijden, tendens opkomen;

‘als we niet akkoord zijn, kunnen we toch nog naar de rechter’. Zo degradeert de interne

geschillenbeslechting tot ondergeschikt aan de overheidsrechter. Dit is nefast voor de

                                                                                                               204 Zoals dat het geval is in België met het BAS 205 GwH 15 januari 2009, nr. 8/2009, motief B.25.2 206 Parl.St. Kamer 2006-07, nr. 51-3012/001, p64 in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 645. 207 J. VANPRAET, K-J, VANDORMAEL in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 646. 208 Op drie maand tijd komen achtereenvolgens volgends de onderzoekscommissie, de controlecommissie, de eerste kamer van het beroepscomite, de controlecommissie, de tweede kamer van bet beroepscomite, en het uitvoerend comite. Dergelijke procedure-vlugheid lijkt in ons staatsrechterlijk systeem niet mogelijk. Voor een uitgebreide bespreking; K. VAN BEYLEN, “De sportbeoefenaar en het verbod om beroep te doen op de rechtbank”, Jura Falc., 1982, 555.  

Page 47: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

40    

geloofwaardigheid van de rechtsprekende organen in de federaties als de gewone

rechtbanken de beslissingen zonder meer zouden kunnen terugfluiten.209

64. Anderzijds is een zekere soevereiniteit tegenover de overheidsrechters vereist.

Als we de rechter daarentegen geen macht zouden toekennen, zouden we vooreerst in

strijd zijn met het Europees recht, maar zou dit bovendien een te machtige intern orgaan

opleveren. Deze kan vatbaarder zijn voor corruptie, afhankelijkheid en partijdigheid.

Een middenweg is dus noodzakelijk.210 Idealiter zullen de disciplinaire organen naar

het voorbeeld van de overheidsgerechten worden georganiseerd. Maar moet een

toetsing door de gewone rechter mogelijk zijn, om de uitschieters te beoordelen. De

magistratuur zit hier op dezelfde lijn als ze stelt dat het niet de bedoeling kan zijn dat

de rechtbank zich mengt in het sportieve beleid van een club indien de grenzen van de

redelijkheid niet worden overschreden.211

65. Laten we echter de verworven bevoegdheden van de federaties onbegrensd, zou

dit niet in verhouding staan tot de grenzen die de klassieke hoven en rechtbanken wel

moeten volgen. 212 Een sporter heeft, net als voor de gewone rechtbank, in alle

omstandigheden recht op een eerlijk proces. Zo heeft hij het recht om gehoord te worden

alvorens een tuchtmaatregel tegen hem wordt uitgesproken. De voorzitters in kort

geding hebben al herhaaldelijk tuchtmaatregelen van sportclubs ongedaan gemaakt bij

miskenning van deze procedurele waarborg.213

66. De waarborgen vinden hun grondslag in artikel 6 EVRM dat van toepassing is

op interne procedures. Vele rechtsleer duidt ook hetzelfde artikel aan als waardemeter

                                                                                                               209 J. DE HERDT, S. VERHELST, “De aanpak van strafrechtelijke problemen in de sport door private organisaties: de Koninklijke Belgische Voetbalbond als casestudy”, NC 2012, afl. 1, 6. 210 Overweging 16 Resolutie 2006/2130 (INI) van het Europees Parlement over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa (29 maart 2007), www.europarl.europa-eu. 211 Arbrb. Tongeren, Kort. Ged. 14 augustus 2001, Sport en recht 2001, nr. 50, 482. In C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 539. 212 KG Rb. Namen 7 september 2007, JLMB 2007, al. 36, (1519) 1520: “l’autonomie des volontés connaît une limite: celle du respect de la loi lorsqu’elle est d’ordre public, impérative ou relative aux mœurs”; Beroepscomité bij de Belgische Voetbal- bond 17 september 1999, Soc.Kron. 2000, (298) 299: “Dat ten aanzien van een profspeler het Beroepscomité evenwel rekening dient te houden met de regels die primeren op het reglement van de K.B.V.B. en die voorzien zijn in de Grondwet”; R. BLANPAIN, De gladiatoren van de sport. In de ban van de sportmaffia, Brugge, die Keure, 1992, 149; K. MOLLEKENS, l.c., (67) 71 J. DE HERDT, S. VERHELST, “De aanpak van strafrechtelijke problemen in de sport door private organisaties: de KBVB als casestudy”, NC 2012, afl. 1, 21. 213 De uitspraak van de kort-geding-rechter te gent van 16 oktober 2003 P. DE TAVERNIER, G. GEUDENS, “Ruiter vindt bondgenoot in kortgedingrechter” De Juristenkrant 2004, 13.

Page 48: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

41    

voor de uitoefening van hun verworven bevoegdheden. Sinds het arrest Le Compte is

die visie ook in tuchtzaken bevestigd. 214 Het EVRM richt zich evenwel tot staten, zodat

men kan aannemen dat een klacht van een sporter tegen zijn federatie niet ontvankelijk

is op Europees vlak. Ontvankelijk blijven dus wel de klachten waarbij de Belgische

Staat niet (voldoende) is opgetreden tegen de schending van de rechten en vrijheden.215

67. Soms is de keuze voor de overheidsrechter, ten koste van de interne organen,

ook ingegeven zijn door een niet zo koosjere procedurele truc. De procedure van het

eenzijdig verzoekschrift werd volgens COOMANS en LEMMENS al enkele keren

misleidend aangewend.216 Door de procedure opzettelijk niet op tegenspraak te laten

verlopen, ziet de verzoekende partij meestal de kans om niet alle (bezwarende en niet

bezwarende) stukken voor te leggen en aldus de Voorzitter te misleiden. 217 Ook

parallelle procedures, zowel op eenzijdig verzoekschrift als op tegenspraak gewezen

zijn al voorgekomen. Dergelijke absurditeit kwam voor wanneer de voorzichter van de

Rechtbank van Eerste Aanleg in Luik toelating verleende aan de Wielerploeg UNIBET

om deel te nemen aan de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, terwijl de Voorzitter in

kort geding te Brussel net het tegenovergestelde besliste.218

68. Indien men een uitspraak van een Belgische rechtbank heeft bekomen, dient ze

(evident) nageleefd te worden. De Koninklijke Belgische Voetbalbond besliste geen

gevolg te geven aan een vonnis van de rechter in Eupen, waarbij een tijdelijk en gericht

speelverbod werd opgelegd. Op de vraag of de voetbalbond zich daarmee boven de wet

plaatst, antwoordde de woordvoeder; ‘Wij zullen de dwangsom van een half miljoen

euro betalen’. Alsof een dwangsom dienst doet om de rechtskracht van een vonnis af te

kopen.219

                                                                                                               214 EHRM, Albert and Le Compte v. Belgium,1983; J. DU JARDIN, “Rechtspraak in tuchtzaken door de beroepsorden: toetsing van de wettigheid door het Hof van Cassatie”, RW 2000-01, (785) 787. 215 De gevallen dat het recht ontzegd wordt beroep te doen op een rechtbank. K. VAN BEYLEN, “De sportbeoefenaar en het verbod om beroep te doen op de rechtbank”, Jura Falc., 1982, 565. 216 Art. 581 Ger. W 217 C.COOMANS, K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 535. 218 De ploeg startte niet in de voornoemde wedstrijden Voorzitter Kh. Luik, 23 april 2007 en Rb. Brussel (kort geding) 24 april 2007, A.R. 07/663/C (beiden onuitgegeven) 219 R. VERBEKE, “Een sport hoger”, Juristenkrant 2011, afl. 227, 10.

Page 49: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

42    

69. Toegepast op dopinggeschillen in België is de keuze voor een traditioneel

rechtsprekend orgaan beknot. Ik kies er bewust voor om dopinggeschillen niet onder te

brengen in een categorie, gelet op haar specifieke behandeling. Door de komst van de

door het MVS en MEVS decreet ingestelde organen en de depenalisering van doping

en onder invloed van het World Anti Doping Agency (WADA) dient men zich voortaan

te verantwoorden voor een administratief rechtscollege. 220 Deze tuchtrechtelijke

afhandeling van dopinggeschillen is in Vlaanderen anders voor ‘elitesporters’ dan voor

‘niet elitesporters’. 221 Waar de moeilijkheid ligt is dat de overheid private personen

heeft betrokken bij de uitoefening van haar imperiumbevoegdheid door middel van het

MEVS-decreet. (zijnde de Disciplinaire Commissie en de disciplinaire Raad in graad

van beroep) De beslissingen van deze private organen zijn te beschouwen als

handelingen van administratieve overheden die bij de Raad van State kunnen bestreden

worden.222 Ze biedt namelijk de mogelijkheid tot het instellen van een schorsings- en/of

vernietigingsberoep tegen beslissingen van de Disciplinaire Raad.223 Vandaag geldt

bovenstaande redenering enkel voor de niet-elitesporters. De decreetgever wou met het

MEVS-decreet de tuchtrechtelijke bestraffing van de dopingpraktijen voor elitesporters

binnen de sfeer van zijn sportbond brengen.224 Voor hen gaat het om een interne

organisatie en is de Raad van State dus niet bevoegd.

                                                                                                               220 Artikel 34 §1 MEVS- decreet 13 juli 2007 en Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe Wereldantidopingcode (WADA-Code) van kracht. Definitie elitesporter staat eveneens in het decreet. 221 De tabel is volledig gebasseerd op de uiteenzetting van G. DE CROOCK, De sporter op zoek naar zijn rechters, een wandeling in het labyrint van de sportrechtspraak, gastcollege sportrecht, 25 februari 2015. 222 Vb. RvS 14 juli 2010, nr. 206.618 (Malisse) en 206.617 (Wickmayer) 223 J. VANPRAET, K-J, VANDORMAEL in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 648. 224 Vb. Cass. 30 mei 2011, nr. C. 10.0508.N/5 in J. VANPRAET, K-J, VANDORMAEL in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 650.  

Page 50: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

43    

70. Bovenstaande tabel behandelt de Vlaamse tak van de regeling. De Franse

gemeenschap regelt het anders. Iemand die gecontroleerd wordt in de Franse

Gemeenschap moet naar de disciplinaire commissie van de sportfederatie. En het

beroep is in Lausanne bij het TAS, of men nu elitesporter is of niet.

71. De situatie van de elitesporter is dus, en terecht naar mijn inzien, complexer. De

elitesporter, voor feiten na 1 augustus 2008, komt nu voor de disciplinaire commissie

van zijn sportfederatie. Federaties die geen eigen procedurereglement en disciplinair

orgaan voor elitesporters en begeleiders kunnen of willen vaststellen, dienen aan te

sluiten bij het Vlaams Doping Tribunaal (VDT) en een tuchtreglement uit te vaardigen

die het VDT toelaat in hun naam en voor hun rekening op te treden bij vermoedelijke

dopingpraktijken van een elitesporter of begeleider.225 Het beroep tegen de beslissing

van de Vlaamse sportfederaties dient ingesteld te worden bij het TAS, eventueel kan

het nog verder aangevochten voor de Zwitserse rechtbank en met slechts een marginale

toetsingsbevoegdheid voor de Belgische rechter.226

72. De Koninklijke Belgische Wielrijdersbond (KBWB) heeft van deze

mogelijkheid gebruik gemaakt om haar eigen disciplinaire commissie in het leven

geroepen. Het vervolg van de procedure loopt wel gelijk.227 Een kritische bedenking

hierbij is of het wel zo’n positieve evolutie is om de afhandeling van dopinggeschillen

in de eerste plaats te laten beoordelen door commissies van de sportbonden zelf. Zo kan

bijvoorbeeld de Italiaanse federatie veel minder streng zijn dan de Belgische.228

B. Clausules die de toegang tot de rechter ontzeggen

73. Zelfs al denkt een sporter een doordachte keuze te maken voor een bepaald

forum, de sportwereld laat dat niet altijd toe. Sterker nog, de interne procedure

beschouwde men lange tijd als enige uitweg. Weinig juristen zouden nog maar op het

idee komen om iemand de toegang tot de (overheids-)rechter te ontzeggen via een

                                                                                                               225 www. dopingtribunaal.be + de waalse tegenhanger is La Commission Interfédérale Disciplinair en matière de Dopage (CIDD) 226 Komt later nog aan bod. 227 Intern tuchtreglement KBWB, afdeling II. www.belgiancycling.be/files/Reglementen/Algemene%20reglementen/KBWB/14-N-KBWB-150702-Intern_tuchtreglement_inzake_dopingpraktijken.pdf 228 Zaak Ludo Diericks waar in Italië renners voor veel meer niet gesanctioneerd werden.  

Page 51: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

44    

verplicht op te nemen clausule. Toch zijn er in de sportwereld aanhangers die niet

weigerachtig staan tegen het idee.229 Zo luidde artikel 1 van de Koninklijke Belgische

Wielrijdersbond (KBWB):

“Iedereen wordt verondersteld deze reglementering te kennen en gaat de verbintenis aan zich aan de beslissingen van de bevoegde instanties van de KBWB te onderwerpen. Door de huidige reglementering te aanvaarden, ontzeggen zij zich het recht om in verband ermede een rechtsvordering in te stellen.”230

74. Het Hof van Cassatie heeft nochtans geoordeeld ‘het zich in rechte kunnen

verdedigen’, een recht van openbare orde is.231 Er zijn ook nog wettelijke bepalingen

die hetzelfde bevestigen.

"Nietig is elke overeenkomst, elke bepaling in statuten of huishoudelijke reglementering waarbij wordt voorgeschreven dat het lid zich het recht ontzegt zich tot de rechtbanken te wenden. Is eveneens nietig elke bepaling in strijd met de wet van 13 mei 1955 houdende goedkeuring van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden..."232

"Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent".233 ''... heeft eenieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld..."234

Deze rechtspraak en bepalingen hypothekeren de geldingskracht van clausules die de

toegang tot de rechter zouden ontzeggen. De filosofie van de sportverenigingen is echter

niet van koers veranderd. De bepalingen mogen dan wel expliciet geschrapt of

aangepast zijn, impliciet komt het voor de sporter nog op hetzelfde neer. Indien men de

statuten en reglementen niet aanvaardt, zal er ook geen toelating zijn om de sport te

beoefenen, daar het 1 geheel vormt met het lidmaatschap.

                                                                                                               229 UEFA en FIFA 230 C. COOMANS, “De voorzitter in kort geding: sportrechter bij uitstek?” R.W. 1990-1991, 141-142.+ C.COOMANS, K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 521. 231 Cass. 29 september 1967, Arr.Cass. 1968, (141) 147. 232 Art 10 van het Decreet van 25 februari 1975 tot vaststelling van het statuut van de niet betaalde sportbeoefenaar 233 Artikel 13 van de GW 234 Artikel 6 EVRM, K.VAN BEYLEN, “De sportbeoefenaar en het verbod om beroep te doen op de rechtbank”, Jura Falc., 1982,553

Page 52: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

45    

75. Twee clausules dienen bijzondere vermelding. Een bijzonderheid zijn de

clausules in het kader van de arbeidsgeschillen. Voor arbeidsovereenkomsten en

bijvoorbeeld problemen van niet betaling van loon zijn enkel de arbeidsrechtbanken

bevoegd. Deze regel is van imperatieve orde en impliceert dat dergelijke geschillen niet

voor bijvoorbeeld een Commissie voor het Statuut van de Speler kunnen komen. 235

Voor het ontstaan van een arbeidsgeschil iets anders overeenkomen is helemaal uit den

boze, al blijft de mogelijkheid tot arbitrage-overeenkomst na het ontstaan van het

geschil wel mogelijk. Een arbitrageovereenkomst die wordt gesloten na het ontstaan

van het geschil is echter wel geoorloofd. Artikel 69 van de Arbeidsovereenkomstenwet

voorziet verder in een specifieke uitzondering op het principe van niet-arbitreerbaarheid

van hogere bedienden met een jaarloon boven een bepaalde drempel van 32.200 euro.236

Ten tweede zijn er de gekende clausules “Het bestuur is niet verantwoordelijk voor

gebeurlijke ongevallen”. Het zijn bevrijdingsbedingen die sportorganisaties maar al te

graag vermelden in hun contract met sporters en op toegangskaarten voor het publiek.

Rechtspraak brengt hier de nodige nuance dat dergelijke clausules niet sluitend zijn. 237

                                                                                                               235 Beslissing van de commissie voor het statuut van de speler om zich onbevoegd te verklaren uit sportleven (tijdschrift van de KBVB) 5 augustus 1999, 3. 236 worden geindexeerd 237 In se kunnen dergelijke bedingen, maar niet door loutere eenzijdige mededeling van de mogelijke aansprakelijke; in Antwerpen 5 februari 1980, RW 1980-81, 1785.

Page 53: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

46    

Tussenconclusie Deel I en II

In de rechtsleer is het vandaag algemeen aanvaard dat sportfederaties een eigen

rechtsorde creëren, afdwingingsapparaat incluis. Men plakt de term ‘zelfregulering’ op

dit fenomeen. 238 Vandaar de gemaakte vergelijking met eilanden in de inleiding, die

als het ware zich autonoom ontwikkelen binnen de bestaande, nationale rechtsorde.

Maar ze kunnen niet onttrekken aan de zee van reguliere jurisdicties waarvan ze deel

uitmaken.

Het is wenselijk in de sport dat private organisaties in staat kunnen zijn om hun

problemen intern op te lossen. Gelet op de overbelasting van de traditionele hoven en

rechtbanken zullen weinigen deze evolutie tegenhouden. Rechters kunnen zich, zoals

ze dat nu al moeten doen in technische materies, laten bijstaan door deskundigen,

experten, en ingewijden. Om de rechter vandaag nog om te vormen tot specialist in

sportzaken, zou te veel tijd, geld en nog meer overbelasting met zich meebrengen. De

oprichting van een sportrechtbank, naar analogie met de familierechtbank als een

centraal samenkomstpunt, lijkt mij en dezelfde geciteerde auteurs niet zinvol. Het zou

de snelheid niet ten goede komen, wat de sport en zijn beoefenaars wel verwachten.

Na de studie van de rechtsprekende organen en de diverse soorten sport gerelateerde

geschillen, situeerde zich de probleemstelling; waar gaan we met ons geschil naartoe?

De keuzevrijheid is sterk beknot door de clausules die de toegang tot de rechter

belemmeren. De sporter heeft weinig andere keus indien hij z’n sport op professioneel

niveau wil uitoefenen.

In het kluwen van sportorganen en sportgeschillen is er eveneens een beperkte

keuzevrijheid van waar men met zijn geschil naartoe kan. Hier is een alternatieve

geschillenbeslechtingsmethode, die inspeelt op de voor- en nadelen van andere

systemen aan de orde.

                                                                                                               238 R. BLANPAIN (ed.), he future of sports law in the European Union. Beyond the EU reform treaty and the white paper in Bulletin of comparative labour relations, al. 66, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2008, (87) 88.

Page 54: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

47    

III. Uitgelicht: Arbitrage als alternatieve oplossing voor sportgeschillen

Ten  geleide:  De  sportwereld  als  voedingsbodem  voor  alternatieve  geschillenbeslechtingsmethoden      

An appreciation of the differences and advantages and disadvantages of litigation, arbitration, mediation and hybrid forms of ADR is essential for those involved in

sports law.239

76. Geschillen oplossen is vitaal voor elke succesvolle organisatie. 240 De

sportsector is hierop geen uitzondering. We nemen aan dat er 3 mogelijke wegen zijn

om sportgeschillen opgelost te zien.241

1. Via de interne organen van de desbetreffende sportfederatie, zowel

nationaal als internationaal.

2. Ermee naar de klassieke rechtbank stappen.

3. Het voorleggen aan een alternatieve geschillenbeslechtingsvorm.  242

77. Net doordat men aanneemt dat sport autonoom en specifiek is, biedt het zeker

mogelijkheden voor alternatieve geschillenbeslechting. Des te meer als we letten op de

stroeve relatie met de klassieke hoven en rechtbanken. Alternative Dispute Resolution

(ADR) is de overkoepelende Angelsaksische term die men hiervoor gebruikt.243 Het

gaat om procedures teneinde geschillen te beslechten op een andere/alternatieve manier

dan via de klassieke rechtspleging.244

78. ADR-procedures winnen aan belangstelling en niet alleen in de sport. Allerlei

soorten handelsrechtelijke, contractuele, sociale en familiezaken komen in

aanmerking.245 De nadruk ligt op de inhoud en de wil van de partijen, waar we in

civielrechtelijke procedures merken dat het procedurele aspect vaak de bovenhand

                                                                                                               239 A. EPSTEIN, Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, 2003, 258. 240 A. EPSTEIN, “Alternative Dispute resolution in Sport Management and the Sport Management Curriculim “ Journal of legal aspects of sport 2002, 153– 182. 241 S. BLACKSHAW, Sport, Mediation and Arbitration, The Hague, T.M.C. ASSER PRESS, 2009, 151. 242 S. KUMAR, A Study of Development of Arbitration in the Resolution of Disputes in the Field of Sports, paper Pune- Symbiosis International University Law School, 8 Januari 2014, 1. en http://ssrn.com/abstract=2376109 243 De term komt uit de angelsaksische landen, met inburgering in de continentale rechtsystemen. 244 A. EPSTEIN, Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, 2003, 257 e.v. 245 F. DE MEYER, B. GAYSE, Bemiddeling in familiezake, burgerlijke en handelszaken en sociale zaken, s. l., Roularta, 2008, 312p

Page 55: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

48    

haalt. Het hoeft geen groot betoog dat ADR haar grootste successen kent als er een

bereidwillig draagvlak is. In principe mag men via ADR minder focussen op wie gelijk

of ongelijk heeft, maar meer op het behalen van een aanvaardbaar resultaat waar beiden

zich in kunnen vinden.246

79. Het feit dat er op lokale basis geen oplossing komt en er dan plots naar rechter

en juristen gestapt zou worden, doet sommigen huiveren.247 De jurist (en klassieke

rechter) die in dergelijke procedures de sportbelangen zal verdedigen wordt soms als

(sport)wereldvreemd aanzien. Dergelijke juristen en advocaten die niet dezelfde passie

delen zouden zelfs niet weten dat een bal rond is. 248 MAESCHALCK vermeldt

aansluitend en samenvattend dat oude methodes best niet worden gebruikt om nieuwe

problemen op te lossen.

80. Het kip-en-ei probleem is of ADR zich leent om geschillen in de sport te

beslechten, of het eerder de sportgeschillen die zich ertoe lenen om ADR-principes toe

te passen? Juist door haar specificiteit en autonomie ben ik geneigd de tweede optie

voor waar aan te nemen. Met die nuance, dat niet elk sportgeschil zich zal lenen tot

alternatieve geschillenbeslechting. Vandaar mijn keuze om voorafgaand een opdeling

te maken tussen de verschillende sportgeschillen. Off field of play- geschillen, zoals

contractuele geschillen, en sport-crimes zullen niet vaak in arbitrageprocedures

voorkomen. Om te kunnen beoordelen wat arbitrage in de sport is, hoe het werkt en of

het succesvol is, dienen we eerst de bekijken wat arbitrage gemeenrechtelijk gezien is.

                                                                                                               246 T. SOURDIN, Alternative dispute resolution, Sydney, Thomson Lawbook, 248-249. 247 Denken we aan de uitspraken van BLATTER en de inleidende quote in randnummer 1. 248 J. MAESCHALCK, “Mediation, ook in de sport?” T.Sport 1997, 136.

Page 56: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

49    

§1. Wat is arbitrage?

1.1 De oorsprong van arbitrage en de arbiter       “L’arbitrage étant moyen le plus raisonable de terminer les

contestations entre les citoyens, les legislateurs ne pourront faire aucunes dispositions qui tendraient a diminuer soit la faveur, soit l’efficacité des compromis”249

 

81. We denken er vaak niet bij na, maar eigenlijk is geschillenbeslechting voor en

door de overheid een recent fenomeen. Een arbiter is een veel ouder beroep dan de

klassieke rechterfiguur. Ofwel kan men het beschouwen als voorloper van de publieke

geschillenbeslechting, ofwel als een parallel ontwikkelde rechtsfiguur. De kenmerken

en principes waarop arbitrage vandaag de dag gestoeld is vinden we terug tot ver in de

geschiedenis.250 Zelfs al in het oude Egypte stelde men dat een arbitrage-overeenkomst

de partijen tot wet strekte. De Grieken kenden het systeem van verplichte arbitrage voor

burgerlijke zaken en in het oude Rome gold de regel dat de arbiter vrij werd gekozen

mits akkoord van beide partijen.251 Alsook zij liggen aan de oorsprong van het begrip

arbiter. Etymologisch kunnen we arbiter terugbrengen op adbaetere en daaruit volgend

arbitrari.252 Ook in de Middeleeuwen kende men al arbitrage, op voorwaarde dat het

ging om een zaak zonder staatsbelang. In de Franse revolutie was men groot voorstander

omdat men zo niet hoefde te passeren door het doolhof van rechtbanken, hoven en

raden. Gelet op de thuisbasis van deze rechtsfaculteit is de Treaty of Ghent uit 1814

vermeldenswaardig op het vlak van interstatelijke arbitrage. 253 Bovenstaand citaat

illustreert het klimaat waarin arbitrage kon toegepast worden.

82. De figuur van de arbiter dient ook een korte situering. Vooral omdat er subtiele

verschillen zijn met de klassieke rechter. Toch dient ook de opvallende gelijkenis

benadrukt; ze hebben namelijk een gelijke opdracht. Ze moeten rechtspreken in

                                                                                                               249 Decreet van 16 en 24 augustus 1790 betreffende de rechterlijke organisatie in D. DEMEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 13. 250 Voor een bespreking van de volledige geschiedenis; D. DEMEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 8-14. Randnummer … is volledig geïnspireerd op zijn bijdrage. 251 H. T. KING, M. A. LEFORESTIER, “Aribtration in Ancient Greece”, Disp. Res. J. 1994, (38) 40. 252 ad (naar) + bitere (erom heen gaan): omstaanders werden naar de plaats van discussie gebracht en velden hun oordeel. 253 Treaty of Peace and Amity between His Britannic Majesty and The United States of America. Het gaat om een verdrag betreffende een territoriaal geschil tussen de Verenigde staten van Amerika en Groot Brittannië (1814) O. KEUN, “200 jaar Vrede van Gent”, Geschiendenis 2014, en http://g-geschiedenis.eu/2014/02/14/200-jaar-vrede-van-gent/

Page 57: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

50    

geschilpunten die aan hun oordeel worden onderworpen. 254 De arbiter maakt op

vandaag echter geen deel uit van de magistratuur, noch voert hij een beleid. Zo zal de

arbiter zich aanpassen aan de partijen en de wijze waarop zij het geding wensen te

voeren.255 Niemand kan ook gedwongen worden om arbiter te zijn en instemming is

dus essentieel. De partijen vergoeden de arbiter en zijn hoofdelijk gehouden de kosten

te dragen.256 Hij haalt zijn rechtsmacht uit de arbitrage-overeenkomst tussen de partijen,

maar wordt zelf geen partij in die overeenkomst, ondanks dat hun relatie van

contractuele aard is.257 De ultra vires doctrine geldt evenzeer.258 De arbiter moet en kan

enkel oordelen over alle en enkel die rechtsvragen die aan hem worden voorgelegd.259

Indien hij buiten zijn opgelegde taak zou optreden dan kan dat een grond tot vernietiging

van de arbitrale uitspraak uitmaken.260

83. De arbiter moet geen bemiddelaar zijn. 261 Dit staat namelijk niet in zijn

takenomschrijving ex. art. 1696 Ger. W. Dergelijke cumulatie wordt door art 5.2 van

het CEPINA-reglement zelfs uitdrukkelijk uitgesloten. Merk hier reeds de dunne grens

van verschil in de soorten alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures.262

1.2 in België

84. Vooreerst is het nuttig om uiteen te zetten wat we in België nu precies verstaan

onder ‘arbitrage’. Het is een term waarvan de meesten wel een notie hebben, maar

aanwijzen wat het zo bijzonder maakt blijkt moeilijk. Vaak groeit dergelijke kennis

door er in de praktijk mee geconfronteerd te worden. Vele kantoren zijn ondertussen

niet meer afkerig tegenover arbitrage en alternatieve geschillenbeslechting.263 Lange

tijd was er ook op academisch niveau geen tot weinig interesse voor ADR-systemen.

                                                                                                               254 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 40. 255 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 22-25. 256 Artikelen 1689 en 1701 Ger W 257 Een arbitrage-overeenkomst zal meestal bestempeld worden als ‘sui generis contract’. M. DE RUYSSCHER, “Stating the obvious? Een arbiter is geen werknemer” (noot bij UK Supreme Court 27 juli 2011), TBH 2012, 251 258 Ook wel ultra petita of matters beyond the scope genoemd  259 art. 1698 en 1708 Ger. W en P. SANDERS en Union Internationale des Avocats, Arbitrage International Commercial Tome II, Den Haag, Springer Science & Business Media, 2012, 36. 260 M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 10. 261 Voor een uitgebreide bespreking zie PIERS, M., “Arbitrage, deskundigenonderzoek en bemiddeling: gevaar voor verwarring” IPR 2005, 44. 262 Zie randnummer 88 263 Ook het Belgisch centrum voor Arbitrage en Mediatie (CEPINA) speelt in deze evolutie een belangrijke rol.

Page 58: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

51    

De Universiteit Gent riep pas in academiejaar 2014-2015 het verplichte vak

“Onderhandelen en Bemiddelen” in het leven. Studenten eerste master aan de

rechtsfaculteit maken kennis met deze begrippen, gevolgd door een praktische

omzetting van de verworven theoretische kennis. 264 Dit opleidingsonderdeel laat

studenten aanvoelen dat een toevlucht tot de rechter niet de enige manier is om een

geschil op te lossen. Ook de studenten van het niet verplichte vak, Moot-Court

Arbitrage, hebben bij deelname aan de Willem C. Vis International Commercial

Arbitration moot, al mooie resultaten behaald.265

  1.2.1 Definitie

A. Verschillende omschrijvingen    

Arbitrage is een vorm van buitengerechtelijke geschillenbeslechting waarbij twistende partijen aan één of meer neutrale derden de rechtsprekende macht opdragen om

definitief aan een geschil een einde te stellen.266

85. Naast deze toonaangevende definitie, omschrijft DE MEULEMEESTER het als

een belevingsrecht. Daaronder verstaan we: de cliënt actief betrekken en aan het debat

laten deelnemen, om zo er meer voldoening uit te halen. Deze voldoening is echter een

zwaarbeladen term en een eerder populistisch argument, maar duidt op contrast met

hermetisch karakter van justitie.267 Het doelt vooral op de (on)tevredenheid over het

resultaat en de weg ernaartoe. Uit de Jusititiebarometer blijkt dat de tevredenheid over

de werking van het justitieapparaat niet optimaal is, doch in de positieve zin

evolueert.268

                                                                                                               264 Onder andere door integratieseminaries, simulaties van bemiddelingspogingen en video-peer review. Lesgevers in academiejaar 2015-2016 waren Piet Taeman, Ann Buysse en Dirk Van Poucke j° F. De MEYER m.m.v. B. GAYSE, Bemiddeling in familiezaken, burgerlijke en handelszaken, sociale zaken, Roeselare, Roularta Books, 2008, 312 p. 265 In de pleitwedstrijd nemen ploegen van meer dan 200 universiteiten uit de hele wereld het tegen elkaar op over een geschil inzake een internationaal koopcontract dat door arbitrage wordt beslecht. https://vismoot.pace.edu 266 M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 5. j° G. KEUTGEN, en G-A DAL, L’arbitrage en droit belge et international. Tome I – Le droit belge, Brussel, Bruylant, 2006, 27. J° J. LINSMEAU, L’arbitrage volontaire en droit privé belge, Brussel, Bruylant, 1991, 18. 267 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 20. 268 De justitiebarometer is een instrument dat de houding van de Belgische bevolking ten aanzien van justitie in kaart brengt. Recentste terug te vinden op: http://www.hrj.be/nl/content/justitiebarometer-2010

Page 59: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

52    

86. Als we de definitie verder bestuderen, is er ten eerste het element van de vrije

wilsuiting en partijautonomie.269 Partijen geven een stuk van hun vrijheid op en beloven

zich dus neer te leggen bij een beslissing van een derde.270 Dit kan door een contractuele

of statutaire clausule.271 De grondslag van arbitrage ligt niet in het recht maar wel in de

wil en de interactie met de maatschappij en met elkaar.272 Nooit refereert men in de

omschrijving van arbitrage naar een rechtbank, een juridisch systeem of een set van te

volgen regels. Arbitrage is dus privaatrecht bij uitstek en is enkel dienstig voor de

betrokken partijen.

Een tweede vaak aangehaald element is het toekennen van rechtsprekende macht aan

een scheidsgerecht. 273 Ten koste van de tussenkomst door de rechterlijke macht.274

Ten derde moet het gaan om een geschil over de rechten en verplichtingen van de

partijen.275 Een vaststelling van feiten of een recht is dan ook uit den boze.

Ten vierde komt er een definitief einde aan het geschil. Het resultaat van arbitrage leidt

tot een jurisdictionele uitspraak, en niet tot een louter contractueel bindende beslissing.

Dit belet niet dat partijen wel een soort van hoger beroep kunnen voorzien, zoals het

wettelijk kader van art. 1716 Ger. W. hen ook faciliteert. Bij een niet-naleving kan dit

voor de rechtbank worden afgedwongen.276

87. Echter niet alle heil mag in een arbitrage-uitspraak verwacht worden. Sommige

halen de uitdrukking ‘splitting the baby’ boven bij een onredelijke arbitrale beslissing

die geen duidelijke kant kiest.277 Het is een voor-elk-wat-wils uitspraak, waardoor de

partijen juist onbevredigd achterblijven. Deze visie is in de minderheid, daar de

algemene tendens bij arbitrage in het gemeenrecht positief is. 278

                                                                                                               269 Meermaals terug te vinden in deel VI van het Ger. W: art. 1676, §1 Ger W, 1682 Ger.W. 270 Derde in de zin van; geen toga dragende, lid van de magistratuur 271 R. VOLCKAERT, F. VOLCKAERT, “Arbitrage in de sport: een must?” T.Sport 1997(4), 180- 195. 272 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 21. 273 artikel 1682 e.v. Ger W en M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 5 274 artikel 1704, 1 Ger. W 275 zie deel; 1.2.4 wat is arbitreerbaar? 276 Turnhout 25 februari 2003, noot M. PIERS, “Arbitrage, deskundigenonderzoek en bemiddeling: gevaar voor verwarring” IPR 2005, 42. 277 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 35. 278 G. CAMU, “Wat is het verwachtingspatroon van de grote ondernemingen betreffende arbitrage?” Jura Falc. 1992-1993 nr 4, 487- 492.

Page 60: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

53    

B. Verschil met andere juridische figuren

88. Bij de definiëring van een begrip kan men ook kijken vanuit een andere

invalshoek. Wat is arbitrage niet? Het is voor de westerse jurist een moeilijke oefening.

Voor een Angelsaksisch geschoolde jurist zijn de verschillende begrippen van ADR

makkelijker te onderscheiden.279 Net doordat arbitrage vaak in een adem genoemd

wordt met de andere alternatieve beslechtingsmethodes, dienen we ze van de volgende

te onderscheiden. Bij deze verschillen moeten we vooral letten op de mate van

zeggenschap. In hoeverre kunnen uitspraken die gedaan worden door een derde zich

opdringen aan de partijen en zo nodig ook worden afgedwongen?280

89. Arbitrage is geen dading.281 Bij een dading gaan de partijen, zoals bij arbitrage,

een geschil beëindigen zonder tussenkomst van de overheidsrechter, maar buiten de

aanwezigheid van een derde. Ze doen dit in een schriftelijke wederkerige overeenkomst

en door middel van wederzijdse toegevingen. 282 De bindende derdenbeslissing is

eveneens geen synoniem voor arbitrage. Het gaat ook om een bindende beoordeling

omtrent een aspect van de rechtsverhouding, maar het moet daarbij niet per se om een

geschil gaan.283 In geval van een bindende derdenbeslissing doen partijen enkel beroep

op een derde om een bindende beoordeling te geven van één of meerdere feitelijke

aspecten van hun juridische verhouding, niet van het geschil in zijn geheel.284 Bij

bemiddeling kunnen de partijen niet verplicht worden om hun geschil definitief te

beëindigen. De bemiddelaar heeft ook niet de bevoegdheid om een oplossing aan de

partijen op te leggen. 285 Arbitrage geeft daarentegen een in rechte afdwingbaar vonnis.

Bindend advies geeft een uitspraak die partijen bindt, doch voor de nakoming geldt

hetzelfde als voor de nakoming van een gewone overeenkomst. In de praktijk zien we

dat partijen veelal gevolg geven aan de uitspraak, ongeacht of het nu om een bindend

                                                                                                               279 M. WOOD, The history and evolution of inter-state arbitration, Lezing, UGent, Gent. (12 april 2016) en http://www.ugent.be/doctoralschools/en/doctoraltraining/courses/specialistcourses/ahl/international-order-and-justice-lecture-series.htm 280 L. DEMEYERE, “De arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid” in M. PIERS, M., De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 1-2. 281 Art. 2044 BW 282 H. VAN GOMPEL en M. SCHOUPS, C. DE SMEDT- QUINTELIER en G. DE BUYZER, (eds.) “Arbitrage” BHDO 2014 (afl. 18), 28. 283 K. VAN DAMME, “Bindende derdenbeslissing en arbitrage: waar ligt de grens?”, noot bij Antwerpen, 26 juni 2000, P & B, 2001, 187. 284 H. VAN HOUTTE, K. COX en S. COOLS, “Overzicht van rechtspraak: Arbitrage (1972-2006)”, TBH 2007, 113 285 Deel zeven Ger.W. (art. 1724 tot 1737)

Page 61: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

54    

advies gaat of arbitrage.286 Ook combinaties zijn niet ondenkbaar. Een poging tot

bemiddeling gaat vaak aan arbitrage vooraf. Volgens dit systeem, ook wel Med-Arb

genoemd, verbinden de partijen zich slechts tot arbitrage, voor het geval de bemiddeling

niet tot resultaten leidt. 287 Voor alle voorgaande besproken instrumenten tot

geschillenbeslechting is een overeenkomst tussen de partijen noodzakelijk, behalve

voor de procedure voor de rechtbank. Er is immers nooit een akkoord vereist om een

partij voor de rechtbank te dagvaarden.

90. Het grote verschil met de klassieke rechtspleging ligt in het gezag en kracht van

gewijsde.288 Een arbitrale uitspraak krijgt gezag van gewijsde op het moment dat aan

de partijen kennis is gegeven van de uitspraak en zij niet meer kan worden bestreden

voor arbiters.289 Uitspraken van de rechtbanken zijn er automatisch mee behept. De

gedwongen tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen is afhankelijk van het exequatur

door de rechtbank van eerste aanleg, en niet van een herziening ten gronde.290 Een

arbitrale uitspraak blijft overeind zolang ze het voorwerp niet uitmaakt van een

vordering tot vernietiging.291 In tegenstelling tot een procedure voor de gewone rechter

waar hoger beroep een essentieel recht is van elke procespartij (het principe van

‘dubbele aanleg’), kan in een arbitrageprocedure enkel hoger beroep worden ingesteld

indien dit is overeengekomen tussen partijen. Analoog met artikel 1051 Ger.W., begint

de termijn van hoger beroep te lopen vanaf de kennisgeving van de arbitrale uitspraak

aan de partijen.292

                                                                                                               286 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 31. 287 Y. P. KAMMINGA, "Efficiënte en effectieve geschiloplossing bij grote bouwprojecten: zoeken naar een ideale mix van mediation en arbitrage", Bouwrecht, juni 2003, 474-480 in M. PIERS, “Arbitrage, deskundigenonderzoek en bemiddeling: gevaar voor verwarring” IPR 2005, 42. 288 Het is een bij wet toegekende eigenschap van de rechterlijke beslissing waardoor om reden van maatschappelijke noodwendigheid de bindende kracht ervan ten gunste van de procespartijen wordt beschermd, weliswaar onder voorbehoud van de werking van de rechtsmiddelen. 289 J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 703. 290 Artikel 1702, lid 2 Ger.W 291 L. DEMEYERE “De arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid” in M. PIERS, M., De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 1-2. Artikel 1704, lid 2 Ger. W omschrijft de limitatieve nietigheidsgronden 292 J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 703.    

Page 62: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

55    

91. Ik volg MAUD PIERS en MICHAEL WOOD wanneer zij stellen dat arbitrage

niet meer zover af ligt van de geschillenbeslechting door de rechterlijke macht.293 Toch

heeft het nog punten van gelijkenis met andere alternatieve mechanismen en met

beslechting van overheidswege. Deze ambiguïteit leidt soms tot verwarring omtrent de

draagwijdte en betekenis van arbitrage en de taak van de arbiter.294 Ook de opvatting

dat arbitrage een privatisering of het kleine broertje van het gerecht is, is onterecht.295

Arbitrage biedt een andere weg van geschillenbeslechting.296 VEROUGSTRAETE

twijfelt zelfs of het wel nog een een alternatieve wijze van geschillenoplossing is, daar

het steeds sterker lijkt op de rechterlijke procedures.297

1.2.2 Wettelijk kader

92. Ondanks de grote inspraak van de partijen, blijft een wettelijk kader vereist om

arbitrage in goede banen te leiden. Artikel 1676 tot 1723 van het Gerechtelijk Wetboek

biedt ons in België houvast. Des te efficiënter de lokale lex arbitri, des te meer men

geneigd zal zijn deze manier van geschillenbeslechting te kiezen. 298 Voor deze

masterproef is het Belgische wettelijk kader slechts van beperkt belang. Daar het

toepassingsgebied ratione loci van de Belgische arbitragewet enkel van toepassing is

wanneer de plaats van arbitrage in België ligt, tenzij de partijen anders

overeenkomen.299 Dit valt te nuanceren met de uitzonderingen die gelden ongeacht de

plaats van arbitrage en doordat de huidige wetgeving het resultaat is van Europese en

internationale initiatieven.300

                                                                                                               293 M. WOOD, The history and evolution of inter-state arbitration, Lezing, UGent, Gent. (12 april 2016) 294 Zoals de rechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout op 25 februari 2003. Ibid. 40. 295 In volgend werk gebruikt men de term: a poor man’s version of fair procedure; S. KURKELA, S. TURUNEN, Due process in international commercial arbitration, New York, Oxford University Press, 206. 296 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 28. 297 Hij stelt als ware alternatieven voor beslechting van overheidswege; bemiddeling of mediation voor. I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 29. 298 H. VAN GOMPEL en M. SCHOUPS, C. DE SMEDT- QUINTELIER en G. DE BUYZER, (eds.) “Arbitrage” BHDO 2014 (afl. 18), 29. 299 art. 1676, § 7 Ger.W. 300 Zie art. 1676, § 8 Ger.W. Het betreft met name de art. 1682 (exceptie van rechtsmacht), 1683 (vordering strekkende tot het bekomen van voorlopige of bewarende maatregelen), 1696 tot 1698 (erkenning of uitvoerbaarverklaring van voorlopige of bewarende maatregelen), 1708 (vordering strekkende tot bewijsverkrijging) en 1719 tot 1722 (erkenning en uitvoerbaarverklaring van arbitrale beslissingen) Ger.W.

Page 63: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

56    

93. Op basis van de Europese Overeenkomst houdende een Europese Wet inzake

Arbitrage301, werd in België door de wet van 4 juli 1972 een zesde deel aan het

Gerechtelijk Wetboek toegevoegd.302 De Belgische arbitragewet werd op een aantal

punten gewijzigd door de wet van 19 mei 1998.303 Deel VI is geïnspireerd op de

UNCITRAL-Modelwet van 21 juni 1985, gewijzigd op 7 juli 2006. 304 Eveneens

belangrijk is het Verdrag van New York.305 Het houdt in dat een scheidsrechterlijk

vonnis geveld in een van de verdragsluitende staten op een eenvoudige manier kan

worden uitgevoerd. Behoudens andere bilaterale afspraken, verloopt de uitvoering van

een scheidsrechterlijk vonnis zoals een vonnis van de andere rechtbanken.

94. Een werkgroep rond prof. KEUTGEN stelde alles in werking om een verbeterde

arbitragewet voor te bereiden. De nieuwe arbitragewet van 24 juni 2013 306 moet

arbitrage verder stimuleren door de doeltreffendheid ervan te verhogen. 307 De

inhoudelijke bespreking van de nieuwe artikels zou ons te ver brengen, al dient de

vermelding dat een aantal onder hen dwingende regels bevatten, waarvan niet kan

worden afgeweken. 308 Volgens sommigen blijft het potentieel van België, ondanks haar

centrale ligging, als arbitrageforum onderbenut.309 De nieuwe arbitragewet beoogt de

positie van België als forum voor alternatieve geschillenbeslechting te versterken.310

Ook de memorie van toelichting bij de wet van 24 juni 2013 is duidelijk;

Het is nodig om onze wetgeving af te stemmen op de meest vooruitstrevende

wetgevingen inzake arbitrage. 311                                                                                                                  301 Ondertekend te Straatsburg op 20 januari 1966. Onterecht zou men kunnen denken dat het arbitrage-apparaat al vroeg startte met het harmonisatieproces. Enkel Oostenrijk en België hebben deze overeenkomst ondertekend. 302 Zesde deel (art. 1676 tot 1723) ingevoegd bij art. 2 W. 4 juli 1972 (B.S., 8 augustus 1972). 303 Wet van 19 mei 1998 tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake arbitrage, BS 7 augustus 1998. 304 Modelwet inzake internationale handelsarbitrage van 1985, aangenomen door de Commissie van de Verenigde Naties voor het Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL) op 21 juni 1985. 305 Verdrag van New York, 10 juni 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechtelijke uitspraken, B.S. 15 november 1975, 14.111. (Hierna: Verdrag van New York). 306 Wet van 24 juni 2013 tot wijziging van het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage, BS 28 juni 2013. Met ingang vanaf 1 september 2013 (art 60) 307 M. PIERS (ed.), De nieuwe arbitragewet 2013. Essentiële bepalingen en hun praktische werking, Antwerpen, Intersentia, 2013, 187 p.; M. PIERS en D. DE MEULEMEESTER, ‘‘Nieuwe arbitragewet’’, NjW 2013, 726; M. DAL, ‘‘La nouvelle loi sur l’arbitrage’’, JT 2013, 785. 308 M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 14. 309 Zoals dat wel gelukt is in Zwitserland; zie infra bespreking van het TAS. 310 H. VAN GOMPEL, en M. SCHOUPS, C. DE SMEDT- QUINTELIER en G. DE BUYZER, (eds.) “Arbitrage” BHDO 2014, 30. J° M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 14. 311 MvT Doc. 53 2743/001, 5.

Page 64: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

57    

1.2.3 Institutionele en sectorale arbitrage

95. Arbitrage komt zowel in georganiseerde vorm (institutioneel), als in

ongeorganiseerde vorm (ad hoc) voor. 312 De meest gekende vorm van arbitrage is de

institutionele. Daar gaat een instelling, die geen enkele band met een specifieke sector,

de organisatie van arbitrage voor zich nemen.313 CEPANI, het Belgisch Centrum voor

Arbitrage en Mediatie, is veruit het gekendste arbitrage-instituut in België. Dergelijk

arbitrage-instituut faciliteert de arbitrageprocedure, zonder zelf het geschil te beslechten

of als arbiter op te treden.314 Ook de Kamer van Arbitrage en Bemiddeling, het Europees

instituut voor arbitrage en mediatie en het recent opgerichte Center for Dispute

resolution (CEDIRES) zijn voorbeelden van faciliterende, niet-sector gebonden

instituten.315 Wanneer partijen zich wensen te beroepen op arbitrage zijn zij geenszins

verplicht om aan te kloppen bij een arbitrage-instituut. De partijautonomie laat dit toe,

doch houdt het risico in dat men bepaalde aspecten vergeet overeen te komen. Het

suppletief recht kan daar een oplossing in bieden maar kan eveneens de procedure

vertragen.316

96. Naast institutionele arbitrage kennen we ook de sectorale arbitrage. Deze laatste

is georganiseerd voor en door actoren in een afdeling van het maatschappelijk en

economisch leven.317 De rechtsmacht van de sectorale arbitrage instelling is echter

beperkt. Daar het enkel zal gelden tussen bijvoorbeeld actoren in de diamantsector,

verzekeringssector of zoals voor dit werk relevant is; de sportsector.

97. Omdat arbitrage privaat is georganiseerd, zijn de cijfers niet in openbare

systemen opgenomen. Voor arbitrale vonnissen geldt wel dat het aantal gedeponeerde

zaken uit de registers van de rechtbanken blijkt. Het is moeilijk om daar een juist beeld

van te krijgen, aangezien niet elke arbitrale beslissing voor de rechter komt. Instituten

en sectoren doen, in tegenstelling tot de beginjaren, al grotere moeite om arbitrale

                                                                                                               312 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 8. 313 M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, inleiding (randnummer 2). 314 Vb. De selectie van arbiters zal gebeuren door CEPANI. Hun activiteiten zijn overigens niet beperkt tot arbitrage, maar strekken zich uit tot andere manieren van geschillenbeslechting. (www.cepani.be) 315 In werking sinds 2011, het is een gespecialiseerd Centrum voor alternatieve geschillenbeslechting. 316 M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 7. 317 Voor een overzicht van 14 sectorale arbitrage-instellingen in België zie: M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, inleiding + Deel 2.

Page 65: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

58    

uitspraken te publiceren. De publicatie draagt bij tot kennisverwerving. Andere arbiters,

partijen en overheidsrechters kunnen ze bekijken om zo tot meer gefundeerde

uitspraken te komen. Hier bewandelen we de dunne koord tussen de kenmerkende

confidentialiteit en de openbaarheid. 318

1.2.4 Wat is arbitreerbaar?

98. Opdat een geschil kan voorgelegd worden aan een arbiter dient het vatbaar te

zijn voor arbitrage. 319 Arbitreerbaarheid is dus een geldigheidsvereiste en tevens een

limitering.320 Deze problematiek kan ook nog opgeworpen worden bij het verzoek tot

vernietiging en uiteindelijk ook nog voor de rechtbanken die zich dienen uit te spreken

over de erkenning en de tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak.321

99. Het Belgische recht stelt, in navolging van het Zwitserse en Duitse recht322;

“Ieder geschil van vermogensrechtelijke aard kan het voorwerp van een arbitrage uitmaken. Niet- vermogensrechtelijke geschillen die vatbaar zijn voor dading, kunnen

eveneens het voorwerp van een arbitrage uitmaken”.323

100. Het toepassingsgebied is aanzienlijk verruimd in vergelijking met oud artikel

1676 § 1 Ger. W, dat arbitrage enkel toeliet over rechten waarvoor een dading kon

worden aangegaan.324 Opgelet bij het lezen van het woord dading. Arbitrage is geen

dading maar geschillen moeten wel vatbaar zijn voor dading. Dit is slechts het geval

indien partijen vrij kunnen beschikken over een bepaald recht.325 Indien het voorwerp

niet vatbaar is voor arbitrage, kan de arbitrale uitspraak door de rechtbank van eerste

aanleg worden vernietigd en de tenuitvoerlegging zal worden geweigerd.326

                                                                                                               318 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 37. 319 J. ERAUW M. PIERS, Handboek Belgisch internationaal privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2006, 246. 320 Is ook een voorwaarde voorzien in artikel 2.1 Verdrag van New York 321 Artikel 1721, §1, b), i Ger.W. België; artikel V (2) (a) van het Verdrag van New York 322 Art 177, eerste lid WIPR, art 1030(1) ZPO in L. DEMEYERE, M. PIERS, “De arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid” in M. PIERS, De Nieuwe Arbitragewet 2013, Antwerpen, Intersentia, 2013, 3. 323 Artikel 1676, §1 Ger.W 324 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 28. 325 J. STEVENS in J. DE HERDT, (eds.), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 645. 326 Artikel 1717 §2, b, i Ger. W  

Page 66: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

59    

1.3 Internationaal 1.3.1 Definitie

  A. Verschillende omschrijvingen    

 “A method of dispute resolution involving one or more neutral third parties who are usually agreed to by the disputing parties and whose decision is binding”327

“An uncontrolled decision”328

101. Ook internationaal is arbitrage moeilijk af te bakenen omdat het privaat recht bij

uitstek is. Het is wel door regelgeving ‘van bovenaf’ dat we een gelijkschakeling zien

van de arbitrageprocedures tussen de verschillende landen.

102. Een internationale arbitrage veronderstelt dat het geschil een internationaal

karakter heeft en dat de partijen afkomstig zijn van verschillende jurisdicties.329 Een

oplossing bestaat erin om naar de definitie van ‘internationaal’ te kijken in artikel 1 (3)

van de UNCITRAL Modelwet.330 Zo zullen heel wat landen andere regels toepassen op

binnenlandse arbitrage dan op internationale arbitrage. De reden hiervoor is dat staten,

wanneer het uitsluitend over hun ingezetenen gaat, een grotere mate van controle op de

arbitrage wensen te bewaren. 331 België werkt daarentegen met een arbitraal monistisch

systeem. 332 Ze past de, aan het UNCITRAL model aangepaste, wetgeving toe op

internationale en nationale arbitrage.333

                                                                                                               327 BLACK, B. GARNER, Black’s Law Dictionary (9th edition), Saint Paul (MN), West, 2009, 112. 328 Oxford English dictionary 329 S. KRÖLL, J. LEW, L. MISTELIS, Comparative International Commercial Arbitration, Den Haag, Kluwer Law International, 2003, 58. 330 Art. 1(3) UNCITRAL Modelwet omschrijft ‘internationale arbitrage’ heel ruim als arbitrage (a) waarbij de partijen op het ogenblik van het sluiten van de arbitrageovereenkomst hun zetel hebben in verschillende landen; (b-i) waarbij de zetel van de partijen in een ander land is gesitueerd dan dat van de plaats van arbitrage of (b-ii) van de plaats waar een aanmerkelijk deel van de handelsrelatie werd uitgevoerd of waarmee het voorwerp van het geschil de nauwste binding heeft; (c) waarbij de partijen in hun overeenkomst zelf uitdrukkelijk hebben bepaald dat het voorwerp van het geschil betrekking heeft op meer dan één land. M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, vi. 331 A. ROELS, De plaats van arbitrage: doorslaggevende elementen bij de keuze, onuitg.Masterproef Rechten UGent, 2014-15, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/623/RUG01-002213623_2015_0001_AC.pdf, 14. 332 M. PIERS, D. DE MEULEMEESTER, “Nieuwe Arbitragewet; België is voortaan een ‘UNCITRAL Modelwet’-land” NJW 2013, 727. 333 voor een uitgebreide bespreking: M. PIERS, M. FLAMEE, D. DE MEULEMEESTER, “Belgium welcomes the UNCITRAl model law in its new arbitration law” RArb 2014, 33.

Page 67: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

60    

B. verschil met andere juridische figuren

103. Spiegelend aan de uiteenzetting bij het Belgische kader, dienen niet dezelfde

verschillen herhaald te worden. De ADR-vormen krijgen ook internationaal dezelfde

invulling. Een trend die we bij interstatelijke arbitrage zien opkomen is de compulsory

conciliation.334 Daar zijn we in België minder vertrouwd mee. Niemand kan worden

verplicht tot deelname aan bemiddeling, maar toch zien we voorzichtige initiatieven in

deze richting.335

1.3.2 Wettelijk kader 104. De Modelwet van de Commissie van de Verenigde Naties voor Internationaal

Handelsrecht (UNCITRAL) kwam reeds ter sprake. Door dergelijke modellen over te

nemen worden arbitrageregels in een land internationaal herkenbaar en komen ze beter

op de kaart als zijnde arbitrage-gunstig land. In China is arbitrage zeer populair

geworden dankzij de overname van het UNCITRAL-model. Regio’s die eerder

sceptisch stonden tegenover het gebruik van arbitrage, zoals het Midden-Oosten en

Latijns-Amerika, zijn uiteindelijk ook toegetreden tot Verdrag van New York.

105. Op vlak van interstatelijke arbitrage is artikel 2, §3 van het Handvest van de

Verenigde Naties vermeldenswaardig. Het houdt in dat alle leden hun internationale

geschillen langs vreedzame weg dienen op te lossen. Dit op een zodanige wijze dat de

internationale vrede en veiligheid en de gerechtigheid niet in gevaar komt. Brooks W.

DALY, wijt de toename aan het gebruik van arbitrage aan de The 1982 United Nations

Convention On The Law Of The Sea. (Het VN-zeerechtverdrag)336 Indien partijen daar

geen keuze voor een beslechtingswijze kiezen is het automatisch aan arbitrage

onderworpen. Dit louter ter besef van het groeiend belang voor arbitrage in een

internationale, niet sportieve, context.

                                                                                                               334 Interstatelijk gebruikt men het al in het VN-zeerechtverdrag. 335 Prof. A. VERBEKE ziet bemiddeling als een eerste reflex bij familiale conflicten, T. GEUENS, Rechtbank en bemiddeling zijn complementair, Juristenkrant 2015, afl. 315, 14. F. VAN DESSEL, Laat gerechtsdeurwaarders oproepen in verzoening en minnelijke schikking, Juristenkrant 2015, afl. 301, 10 336 B. W. DALY, A guide to the PCA Arbitration Rules en www.coursera.org/learn/international-law-in-action/lecture/8Yzjy/interview-with-brooks-w-daly  

Page 68: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

61    

1.3.3 Instituten en sectoren

106. Een opsomming van alle bestaande instituten zou ons te ver leiden, al dienen de

bekendste korte vermelding. Opvallend is de fysieke indeling van het Vredespaleis in

Den Haag. Een rechtzoekende (staat) zal bij aankomst ofwel rechts het Internationaal

Gerechtshof kunnen binnenstappen, ofwel links, het Permanent hof voor Arbitrage. Het

faciliteert internationale geschillen en is volgens WOOD een zeer goed orgaan om de

administratie van arbitrage te regelen.337

107. Kijken we even over de Atlantische oceaan, is de American Arbitration

Association (AAA) vrijuit de belangrijkste speler. Onder hun gelding voerden sommige

Amerikaanse rechtbanken het reglement in waar ze de procedure opschorten en de

partijen eerst naar mediatie verwijzen.338

108. Wereldwijd en sectoraal zijn de International Chamber of Commerce in Parijs339

alsook de World Intellectual Property Organization (WIPO) Arbitration and Mediation

Center, in Geneve bekend. Ze zijn slechts enkele voorbeelden van sectorale arbitrage

instellingen.

1.4 Kenmerken

When will mankind be convinced and agree to settle their difficulties by arbitration?340

109. Dit deel bevat een opsomming van kenmerken die zowel nationaal als

internationaal, worden omschreven in arbitrage-context. Ze dragen bij om de

voorgaande quote eindelijk positief te kunnen beantwoorden. Sommige kenmerken zijn

het resultaat van de concrete uitwerking van de beginselen die uitdrukkelijk bepaald

zijn ten aanzien van de overheidsrechter. Waar men vroeger enkel ernaar refereerde

zien we toch een verbreding doordat de rechtsleer die een specifieke invulling tracht te

geven. We maken een onderscheid tussen procesrechtelijke en intrinsieke kenmerken.

                                                                                                               337 M. WOOD, The history and evolution of inter-state arbitration, Lezing, UGent, Gent. (12 april 2016) 338 S. KUMAR, A Study of Development of Arbitration in the Resolution of Disputes in the Field of Sports, paper Pune- Symbiosis International University Law School, 8 Januari 2014, 6. en http://ssrn.com/abstract=2376109 , R. VOLCKAERT, F. VOLCKAERT, “Arbitrage in de sport: een must?” T.Sport 1997(4), 182. + www.adr.org 339 H. VERBIST, “Het ICC Arbitragereglement van 2012”, TVA 2012, 231-236. 340 Quote door Benjamin FRANKLIN (1706-1790)

Page 69: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

62    

Beiden kunnen een incentive vormen waarom partijen voor arbitrage kiezen. De

volgende kenmerken gelden voor arbitrage, los van de sportcontext. Het is belangrijk

ze eerst afzonderlijk, gemeenrechtelijk te bekijken, want arbitrage beperkt de toegang

tot de rechter. Dan is het uiteraard van belang dat ze voldoende of evenveel waarborgen

biedt.341

  1.4.1 Procedurele kenmerken

110. De procedurele kenmerken vallen te vereenzelvigen met de due process normen

en behartigen een goede proceseconomie.342 Het zijn universele normen die gelden ten

aanzien van elke adjudicerende procedure waarbij een derde is betrokken die definitief

en ten gronde over een geschilpunt oordeelt.343 Een verdere invulling geven aan de

procedurele kenmerken is mogelijk doordat de UNCITRAL-modelwet ons op weg

helpt, alsook de implementatie ervan verzekerd is in de nationale wetgeving.344 Het

Verdrag van New York is eveneens van de spilfactoren gebleken voor de ontwikkeling

en erkenning van arbitrage. Ook op vlak van de due process normen in arbitrage heeft

het verdrag een invloed. Als een uitspraak niet uitvoerbaar is op gronden vermeld in het

verdrag, zal het ipso facto niet voldoen aan de vereisten van due process. Ook de

omgekeerde redenering is waar. Als een inbreuk van een procesregel leidt tot de

nietigheid of niet erkenning van een arbitrale uitspraak, zal die regel deel uitmaken van

de internationale due process normen.345 Volgende normen worden ook beschermd

door artikel 6 EVRM en zijn zo fundamenteel dat zelfs in vrijheid men er geen afstand

kan van doen. 346 Een schending ervan zal vaak vallen onder de limitatieve

nietigheidsgronden voor een arbitrale uitspraak.347

                                                                                                               341 S. KURKELA, S. TURUNEN, Due process in international commercial arbitration, New York, Oxford University Press, 206. 342 Verschillende begrippen dekken dezelfde lading; "fair trial", "fair hearing" Voor een grondige bespreking zie: S. KURKELA, S. TURUNEN, Due process in international commercial arbitration, New York, Oxford University Press, 555p en voor de proceseconomie: P.TAELMAN, “het veroek tot arbitrage en andere mededelingen in het raam van een arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 54. 343 Adjudiceren = berechten, gerechtelijk toewijzen. M. PIERS, Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 12. 344 Voor de bespreking van de principes in de modelwet; P. SARCEVIC (editor) Essays on international commercial arbitration, London, Graham and Trotman, 1989, 126-128. 345 S. KURKELA, S. TURUNEN, Due process in international commercial arbitration, New York, Oxford University Press, 15. 346 R. LAWSON, “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 160. 347 Artikel 1704, lid 2 en 3 Ger. W.

Page 70: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

63    

De gelijkheid van de partijen  

111. Het beginsel van de gelijkheid van partijen raakt de openbare orde en partijen

er niet kunnen aan verzaken voorafgaand het geschil.348 De gelijkheid tussen partijen

wordt traditioneel gekoppeld aan het recht van verdediging.349 De parameters vinden

evenzeer toepassing in arbitrale procedures.350

Niettegenstaande elke andersluidende overeenkomst moeten de partijen op voet van

gelijkheid behandeld worden en moet elke partij alle mogelijkheden hebben om haar rechten, middelen en argumenten te doen gelden met inachtneming van het beginsel

van de tegenspraak. Het scheidsgerecht waakt over de naleving van deze verplichting alsook over het in acht nemen van de loyaliteit van de debatten.351

112. Bij arbitrage uit zich dit vooral bij de aanstelling van de arbiters. Dit mag niet

eenzijdig gebeuren. De mogelijkheid om zelf een arbiter te kiezen mag men niet

gelijkstellen met forumshopping. Daarbij gaat een partij uit strategische overwegingen

een forum of rechter uitkiezen.352 De wetgever acht de gelijkheid van partijen dermate

belangrijk dat hij in een sanctie voorziet in het geval aan één van de partijen een

bevoorrechte positie wordt toegekend. Artikel 1678, lid 1 Ger.W. bepaalt dat dan de

arbitrageovereenkomst ongeldig is.353

113. Ook de mededelingen die tussen de partijen en de arbiters (en omgekeerd)

gebeuren dienen de gelijkheid te garanderen.354 Deze toch wel uitvoerige regeling van

de procedure blijft echter suppletief. Door de processuele autonomie kunnen partijen

anders overeenkomen.355 Zo niet bepaalt het scheidsgerecht de procedureregels met in

acht name van het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek.356

                                                                                                                 348 “Dutco” rechtspraak van het Franse Hof Van Cassatie van 7 januari 1992 (Cass. Fr. 7 januari 1992, Rev.Arb. 1992, 470; M. DE RUYSCHER, “ICC-arbitragereglement ver- nieuwd”, NJW 2012, (403) 406. 349 A. BOSSUYT, “Algemene rechtsbeginselen in de rechtspraak van Hof van Cassatie, TPR 2004, 1589. 350 Ook de invulling die eraan gegeven wordt door het EVRM en EHRM vinden toepassing; I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 37. 351 Artikel. 1699 Ger.W 352 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 37 353 J. STEVENS in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 665. 354 Op grond van artikel 1677 §1, 2° Ger. W P. TAELMAN, “Het verzoek tot arbitrage en andere mededelingen in het raam van een arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 44-45. 355 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 34-35. 356 Artikel 1700, §2 Ger. W

Page 71: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

64    

Principe van hoor en wederhoor

114. Ook gekend onder het Latijnse adagium Audiatur altera pars, vindt het principe

van hoor en wederhoor eveneens toepassing in arbitrage.357 Expliciete verwijzingen

naar artikel 6 EVRM zijn niet meer nodig, daar men algemeen aanneemt dat het recht

op due process zal ingevuld worden door de rechtspraak van bijvoorbeeld het EHRM.358

115. De eenzijdige benadering van de arbiter is uit den boze. Ook de aanwezigheid

van een van de partijen bij de beraadslagingen van het scheidsgerecht hoe dan ook niet

door de beugel zal kunnen, daar ze de principes van hoor en wederhoor en de

onpartijdigheid schenden. 359 Zoals de terminologie al doet vermoeden zijn procedures

op eenzijdig verzoekschrift principieel niet mogelijk voor een scheidsgerecht.360 Net

zoals in een procedure voor de overheidsrechter, hebben partijen in arbitrage het recht

om te vorderen dat stukken waarvan zij niet tijdig kennis hebben kunnen nemen, uit de

debatten worden geweerd.361

116. Het principe van tegenspraak is eveneens terug te vinden in de reglementen van

de institutionele arbitrage-instellingen.362 In een CEPINA-arbitrage is de documents

only –arbitrage de standaard. Het scheidsgerecht doet louter op grond van de stukken

uitspraak. Tenzij de partijen of één van hen, wensen gehoord te worden.363 Dit om aan

te tonen dat hoor en wederhoor niet altijd een mondelinge behandeling verondersteld.

                                                                                                               357 Gebaseerd op artikel 10 van de Grondwet en artikel 1699 Ger. W 358 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 37. 359 EHRM, 30-10 1991 Borgers - België (A-2I4-B, NJ 1992 73), J 28 R. LAWSON, “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 164. 360  art. 1025 e.v. Ger.W  361  J. STEVENS in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 689.  362 Art. 17 CEPINA-reglement of art. 22.4 ICC Arbitration Rules 363 Art. 17, lid 2 CEPINA-reglement  

Page 72: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

65    

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid  

The requirement of impartiality and independence of the arbitrator is of the utmost importance in arbitration.364

117. Net zoals artikel 151-155 van de Grondwet het bepaalt voor de rechters, moeten

ook arbiters onafhankelijk en onpartijdig zijn. Onpartijdigheid impliceert een

subjectieve link met partijen of vooringenomenheid.365 De term onafhankelijkheid is

dan weer gebaseerd op objectieve criteria, die moet gewaarborgd blijven ten aanzien

van hogere instanties. 366 Het is moeilijk een evenwicht te vinden tussen de

onafhankelijkheid en onpartijdigheid van arbiter, zonder afbreuk te doen aan de

keuzevrijheid van de partijen.

118. Tegen mijn vermoeden in, gaat men in arbitragereglementen niet uitgebreid

bespreken wat men van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de arbiters

verwacht.367 De klemtoon ligt in artikel 1684-1687 Ger.W meer op de procedure om

een afhankelijke of partijdige arbiter te weren. 368 De arbiter moet zelf aangeven welke

feiten zijn onafhankelijkheid in gedrang kan brengen via een verklaring of de partijen

kunnen een arbiter gaan wraken.369

 

                                                                                                               364 F. LEFEVRE, N. RESIMONT, “Impartiality and independence of the arbitrator, a view from Brussels” in H. VAN HOUTTE, P. WAUTELET, T. KRUGER, G. COPPENS, The practice of arbitration: essays in honour of Hans van Houtte, Oxford, Hart Publishing, 2012, 30. 365 Ibid. 31. + G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 682. 366 Cass. 17/02/2003, met noot, RABG, 2004/3 p. 137 en J. VANDE LANOTTE, G. GOEDERTIER, Handboek Belgisch Publiek Recht, Brugge, Die Keure, 2010, 895. 367 Artikel 8, lid 1 van het CEPINA-reglement stelt in algemene bewoordingen dat uitsluitend personen die onafhankelijk zijn ten opzichte van de partijen en hun raadslieden en die de CEPINA-gedragsregels naleven, als arbiter kunnen optreden. 368 F. LEFEVRE, N. RESIMONT, “Impartiality and independence of the arbitrator, a view from Brussels” in H. VAN HOUTTE, P. WAUTELET, T. KRUGER, G. COPPENS, The practice of arbitration: essays in honour of Hans van Houtte, Oxford, Hart Publishing, 2012, 29. 369 Art. 1686 Ger. W I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 42.

Page 73: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

66    

Motivatieplicht  

119. Deze grondwettelijke waarborg vindt haar parallel in artikel 1713 §4 Ger. W.370

Arbitrale uitspraken moeten dus met redenen omkleed worden. Over de draagwijdte

van die motiveringsplicht is veel discussie.371 Ik volg VEROUGSTRAETE wanneer die

stelt dat het niet aan te bevelen is de cassatierechtspraak over de motivatieplicht volledig

onaangepast te transponeren naar arbitrage.372 Simpel gezegd, moet het duidelijk zijn

voor de partijen waar zij aan toe zijn. Een arbitrale uitspraak mag geen ruimte voor

interpretatie laten.373

 120. Een arbiter is verplicht om in een arbitrale uitspraak te antwoorden op alle

relevante middelen die door de partijen werden voorgedragen, niet meer, maar ook niet

minder. Het Hof van Beroep te Antwerpen oordeelde dat van de scheidsrechter niet mag

worden verwacht “dat hij antwoordt op elke detail van de argumentatie”.374 De controle

van de overheidsrechter op de motiveringsplicht mag niet de vorm aannemen van een

opportuniteitscontrole375 In dit verband oordeelde het hof van beroep te Gent dat de

rechter enkel dient vast te stellen dat de motivering bestaat, zonder op de inhoudelijke

relevantie van die motieven te moeten ingaan.376

 Behandeling binnen redelijke termijn

 

121. Een arbitrageprocedure wordt ingeleid via kennisgeving aan de tegenpartij, met

verwijzing naar de arbitrage-overeenkomst en het onderwerp van het geschil.377 De

                                                                                                               370 Artikel 149 van de Grondwet en artikel 31 lid 2 UNCITRAL Model Law (The award shall state the reasons upon which it is based unless the parties have agreed that no reasons shall be given) 371 Eveneens over wat er moet gebeuren indien er een schending van de motiveringsplicht voorkomt. 372 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 39. en O. CAPRASSE, “Les grands arrêts de la cour de cassation belgie en droit de l’arbitrage’ Rev.Arb 2013, 98. 373 Voor de bespreking van tegenstrijdigheiden in de uitspraak zie J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 708. 374 Antwerpen 15 maart 2000, AJT 2000-01, 915 375 J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 701. 376 Gent 3 december 2007, RW 2008-09, 503-504. 377 Artikel 1698, lid 1 Ger.W

Page 74: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

67    

kennisgeving werkt net als de dagvaarding. 378 Via institutionele arbitrage zal het

instituut zelf regels voorschrijven hoe die kennisgeving moet gebeuren.379

 

122. Vanaf die kennisgeving start de berekening van de redelijke termijn.380 Een

arbitrale uitspraak moet worden geveld binnen de door partijen of in het

arbitragereglement vooropgestelde termijn. Indien het scheidsgerecht er niet in slaagt,

eindigt de arbitrageovereenkomst van rechtswege.381 Mits er geen verlenging volgt,

voorzien door de partijen in onderling akkoord. 382 Deze is belangrijk voor het

vaststellen of de verjaring van de vordering. Het EHRM heeft echter aangegeven dat

alleen vertragingen die aan de staat toe te rekenen zijn, kunnen leiden tot een schending

artikel 6 EVRM.383 Het is in arbitrale zaken dus eerder onwaarschijnlijke dat dergelijke

schending zal voorkomen.

 

Recht van toegang tot een rechter  

123. Als kenmerk van arbitrage lijkt dit iet of wat bevreemdend en zelfs paradoxaal.

Eenieder moet zijn geschil ten gronde kunnen voorleggen aan de rechter die de wet hem

toewijst.384 Ook het EHRM bevestigt dat toegang tot de rechter een essentieel gegeven

is. 385 Het is van openbare orde, maar geen absoluut recht. Partijen kunnen wel van dit

recht afzien door de gevallen voorzien in de wet, en laat dat nu het geval zijn bij

arbitrage.386 Ook artikel 6 EVRM verzet zich niet tegen het gebruik van arbitrage, voor

zover de keuze voor arbitrage gebaseerd is op de vrije wil.387

                                                                                                               378 Zoals 2244 §1 BW is van toepassing. P. TAELMAN, “Het verzoek tot arbitrage en andere mededelingen in het raam van een arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 47 379 Bijvoorbeeld artikel 3 van het CEPANI-arbitragereglement. 380 Artikel 1702 Ger. W; Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, vangt de arbitrageprocedure aan op de datum waarop het verzoek tot arbitrage werd ontvangen door de verweerder. 381 Artikel 1698, lid 3 Ger.W. ook indien partijen zich voor de uitspraak niet over de laattijdigheid hebben beklaagd, Cass. 5 maart 2009, TBH 2009, 734, noot K. COX 382 M. STORME en M. VOORDECKERS, “Overzicht van Belgische rechtspraak: Arbitrage 1989-2005”, TPR 2005, 1282 in J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 697. 383 R. LAWSON, “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 164. 384 Artikel 13 van de grondwet 385 in Golder t. United Kingdom, EHRM 21 februari 1975, Publ. Cour eu. DH, serie A, nr. 18. I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 28. 386 Arrest deweer van 27 feb 1980, publ.Eur.Court H.R, Nr. 35. EHRM, 24- 10 1979, Winterwerp - Nederland A-33 NJ 1980, 114. 387 R. LAWSON, “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 158.

Page 75: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

68    

1.4.2 Intrinsieke kenmerken  

124. ‘Intrinsiek’ duidt hier op de kenmerken die eigen zijn aan arbitrage en tevens

zorgen voor haar efficiëntie. Ze vloeien voort uit het belangrijkste credo van arbitrage

zijnde de wilsautonomie.388 Ze worden ook wel de voordelen genoemd en geven de

doorslag waarom partijen voor arbitrage kiezen, ten koste van een andere

geschillenbeslechtingsmethode.

 Deskundigheid

 125. Deskundigheid is een van de belangrijkste redenen waarom bepaalde zaken aan

scheidsrechters worden toevertrouwd.389 Een arbiter die beter op de hoogte is van de

eigenheid van de sector, de techniciteit en specificiteit van het geschil, zal leiden tot een

efficiëntere arbitrage. Ik kan stellen, na het bekijken van de rechtsleer, dat het tevens

het vaakst aangehaald voordeel van arbitrage is.

126. Een overheidsrechter kan zich laten bijstaan door een deskundige, maar die kan

niet verder gaan dan een loutere vaststelling van de feiten. 390 Er blijft een

appreciatiemogelijkheid voor de rechter om dat verslag te gaan waarderen.391 Een

oplossing kan erin liggen de rechter deskundiger maken, of de deskundige rechter

maken. Laat dat laatste nu net hetgeen zijn dat gebeurt bij arbitrage.

127. De arbiter kan een leek zijn op juridisch gebied, terwijl hij juist een specialist is

op technisch gebied. Afhankelijk van welk soort geschil aanhangig is, zal dit van belang

zijn. “Als het zuiver juridische kwesties zijn; heeft men toch enkel een jurist nodig?”

Vraagt VAN HOECKE zich terecht af.392 De beoordeling door de arbiter is dus in de

eerste plaats een beoordeling van feitelijkheden door iemand uit het milieu zelf. Het

nadeel van een arbiter die zeer nauw betrokken is in een bepaalde sector is zijn

onafhankelijkheid. Hoe nauwer verbonden met een bepaald milieu hoe sterker hij onder

invloed staat van dat milieu.

                                                                                                               388 Artikel 1676 Ger W 389 M. VAN HOECKE, “Arbitrage en deskundigheid”, TPR 1973, 97. 390 Artikel 962 Ger. W j art 985 Ger.W 391 Voor een uitgebreide bespreking van het deskundigenonderzoek; B. ALLEMEERSCH, Taakverdeling in het burgerlijk proces, Antwerpen, Intersentia, 2007, 425.    392 M. VAN HOECKE, “Arbitrage en deskundigheid”, TPR 1973, 109.

Page 76: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

69    

128. Deskundigheid dienen we te onderscheiden van de term specialisatie.

Specialisatie slaat op juridische specialisatie, niet op de technische specialisatie.393 Met

juridische deskundigheid duiden we het door de rechter toe te passen materiële en

formele recht aan. Juridische specialisatie en deskundigheid lost in geen enkele mate

het technische deskundigheidsprobleem op. Ik sluit mij aan bij de rechtsleer die stelt dat

een rechter nooit volledig technisch deskundig in alle materies kan zijn.394 Maken we

al even de sprong naar de toepassing van het kenmerk deskundigheid in de

sportarbitrage. Daar is vooral sociale deskundigheid vereist. Het is een moeilijke

combinatie van technische deskundigheid maar dan toegepast in een bepaalde sociale

context.

129. Hoe groter de deskundigheid van de arbiters in de ogen van partijen is, hoe lager

de drempel voor hen zal zijn om gebruik te maken van het aanbod.395 Verder draagt de

deskundigheid bij tot een goed rechtsgevoel.396

 Loyaliteit

 

Arbitration is as good as the parties and the arbitrators are.397  130. Loyale procesvoering vereist dat, wie iemand uitdaagt om een geschil te laten

beslechten via private of publieke middelen, open kaart moet spelen. Dus minstens zijn

tegenstrever eerlijk moet inlichten over de juiste draagwijdte van het te voeren debat.398

Het eerder archaïsch klinkende begrip loyaliteit omvat de oprechtheid, eerlijkheid en

getrouwheid aan een verplichting of verbintenis. 399 Loyaliteit is zowel voor de

overheidsrechter als voor de scheidsrechter vereist om een minimum aan bescherming

                                                                                                               393 M. VAN HOECKE, “Arbitrage en deskundigheid”, TPR 1973, 101 394 Onder andere P. TAELMAN, T. LYSENS, L. NAUDTS 395 Zie toegankelijkheid onder randnummer 137. 396 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 10. 397 Y. DERAINS, L. LEVY, Is arbitration only as good as the arbitrator?, Paris, ICC Services, 2011, 166p.    398 P. TAELMAN, “Het verzoek tot arbitrage en andere mededelingen in het raam van een arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 54. 399 P. TAELMAN, “Loyaliteit en arbitrage – enkele beschouwingen” in Eerbetoon aan Guy Keutgen voor zijn inspanningen om arbitrage te promoten, Brussel, Bruylant, 2012, 665.

Page 77: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

70    

te bieden. 400 De achterliggende bedoeling is een evenwichtige samenwerking met

dialoog te garanderen. In arbitrage vult men dat begrip door de link te leggen met een

vertrouwensband. De keuze voor arbitrage veronderstelt dat het vertrouwen tussen de

partijen niet helemaal zoek is.401

131. Loyaliteit kent haar voornaamste uitwerking in het procedurele aspect van

arbitrage. Voor de overheidsrechter is duidelijk wat mag en niet mag.402 Bij arbitrage is

er een grotere vrijheid voor de partijen, zodus stelt TAELMAN, zal de loyaliteit

minstens even belangrijk zijn. Liefst is het zelfs prominenter aanwezig. Artikel 1679

Ger. W en 1699 Ger.W bevatten die loyaliteitsplicht, iets wat niet expliciet voorzien in

voor de overheidsrechter.403 De concrete invulling van het begrip loyaliteit is moeilijk

te definiëren en zal slechts in concreto en geval per geval kunnen beoordeeld worden.404

Snel en flexibel  

132. Bij de beoordeling van dit kenmerk moeten we rekening houden dat veel afhangt

van de arbiter. Bij de klassieke rechtspleging zal de ene rechter ook sneller geneigd zijn

een zaak uit te stellen ten opzichte van een collega-rechter. In beide beroepsgroepen

zijn er beoordeelaars die soms de partijen moeten disciplineren en ervoor zorgen dat zij

geen dilatoire manoeuvres kunnen uitvoeren. Een arbiter kan zijn ervaring en

creativiteit gebruiken om een sneller en flexibeler tijdschema te hanteren. Hij kan dit

doordat arbitrage aan minder formele vereisten gebonden is. Op die manier bevrijdt

men zich immers van het juk gevormd door technische formaliteiten van een procedure

voor de overheidsrechter.405 Deze vrijheid zal uiteraard groter zijn wanneer partijen

opteren voor een ad hoc arbitrage (en zelf de regels bepalen), dan wanneer zij kiezen

voor een arbitrage- instelling, die zelf een set van regels ter beschikking stelt.406 Het

                                                                                                               400 Voor een uitgebreide bespreking; P. CALLENS, O. CAPRASSE, M. FLAMEE, F. LEFEVRE, D. MATRAY, Arbitrage en vertrouwelijkheid, Brussel, Bruylant, 2014, 338p. 401 P. TAELMAN, “Loyaliteit en arbitrage – enkele beschouwingen” in Eerbetoon aan Guy Keutgen voor zijn inspanningen om arbitrage te promoten, Brussel, Bruylant, 2012, 665. 402 I. VEROUGSTRAETE, “De Basisprincipes van de arbitrageprocedure” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 37. 403 Ibid, 38. 404 P. TAELMAN, “Loyaliteit en arbitrage – enkele beschouwingen” in Eerbetoon aan Guy Keutgen voor zijn inspanningen om arbitrage te promoten, Brussel, Bruylant, 2012, 665. 405 A. ROELS, De plaats van arbitrage: doorslaggevende elementen bij de keuze, onuitg.Masterproef Rechten UGent, 2014-15, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/623/RUG01-002213623_2015_0001_AC.pdf, 16. 406 In het CEPINA-reglement zijn er bijvoorbeeld te respecteren conclusietermijnen.

Page 78: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

71    

CEPINA-reglement schrijft voor dat een arbiter binnen de twee maanden na de

benoeming over een ondertekende akte van opdracht dient te beschikken. Het

scheidsgerecht dient vervolgens uitspraak te doen binnen een termijn van vier maanden,

te rekenen vanaf de akte van opdracht, tenzij verlenging wordt toegestaan.407

133. Het kenmerk flexibiliteit laat toe rekening te houden met de juridische

achtergronden van de partijen.408 Dit wordt op een treffende wijze uitgedrukt in de

Verklarende Nota bij de UNCITRAL Modelwet:

“De procedurele autonomie van de partijen is van bijzonder belang in internationale arbitrage, omdat zij de partijen toelaat de regels te kiezen of aan te passen volgens hun wensen en noden, zonder daarbij beperkt te zijn door traditionele en mogelijks strijdige nationale begrippen en, dientengevolge, zonder het gevaar te lopen van ontgoocheling of verrassing”.409

134. So far so good. Er zijn echter enkele elementen die roet in het arbitrale eten

kunnen gooien. In de beoordeling van de snelheid van arbitrage kan men rekening

houden met voorafgaande initiatieven. Indien men bijvoorbeeld een voorafgaand

beroep doet op verzoening, al dan niet facultatief, en men de stap moet maken naar

arbitrage, kan dit als aanslepend aanvoelen.410 Ook de wraking van de arbiter kan

vertragend werken.

 Confidentialiteit

 135. Het vertrouwelijke karakter is voor vele partijen die arbitrage overwegen dé

doorslaggevende factor.411 Het fundamentele recht op een openbare behandeling kan op

grond van artikel 6 EVRM worden beperkt.412 In handelszaken is er minder risico dat

commercieel gevoelige informatie wordt vrijgegeven. Het is een feit dat men als partij

verwikkeld in arbitrage minder potentiële reputatieschade kan opleveren. Dat kan van

                                                                                                               407 Artikel 16, lid 2 en art. 19, lid 1 CEPINA-reglement in J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 698. 408 C. VERYSER, Wraking van de arbiter bij institutionele arbitrage, onuitg. Masterproef Rechten UGent, 2014-2015, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/491/RUG01-002213491_2015_0001_AC.pdf , 8. 409 Zie Explanatory Note by the UNCITRAL Secretariat on the Model Law on International Commercial Arbitration, 21, nr. 31, www.uncitral.org/pdf/english/texts/arbitration/ml-arb/06-54671_Ebook.pdf 410 G. CAMU, “Wat is het verwachtingspatroon van de grote ondernemingen betreffende arbitrage?” Jura Falc. 1992-1993 nr 4, 490. 411 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 37. 412 R. LAWSON, “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 163.

Page 79: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

72    

belang zijn om de kredietwaardigheid tegenover derden te behouden. Laat dat nu net

ook een van de struikelpunten zijn bij arbitrage in de sport. Het vermoeden van onschuld

wordt er vrijwel altijd met de voeten getreden.413

136. De tussenkomst van derden in een gemeenrechtelijke arbitrageprocedure

gebeurt vrijwel nooit. Het beginsel van partijautonomie is inherent aan een

arbitrageprocedure, in die zin dat een arbitrale uitspraak enkel bindend kan zijn voor de

partijen tot de arbitrageovereenkomst.414 Gelet op het vertrouwelijk karakter is het een

logische gevolgtrekking dat derden niet dienen tussen te komen. Voor de klassieke

rechtbanken voorziet het procesrecht in een vrijwillige of gedwongen tussenkomst, elk

met verschillende gevolgen en kenmerken.415 Echter, naar analogie, kan een derde-

belanghebbende die initieel geen partij is in de arbitrageprocedure vrijwillig, gevorderd

of mits instemming van de partijen tussenkomen in de procedure.416

 

Toegankelijkheid

137. In navolging van artikel 6 EVRM houdt het recht op toegang tot een rechter in

dat de rechtsonderhorige zijn geschil voor een rechter moet kunnen brengen.417 Het

EHRM erkent de mogelijkheid om geschillen via private organen te beslechten maar

slechts in zover deze beslissing onderworpen kan worden aan het toezicht van een

rechter die wel aan alle waarborgen van art 6 EVRM voldoet.

138. De toegankelijkheid houdt verband met het volgende kenmerk in deze

opsomming, namelijk de kostprijs. Deze zou lager liggen dan bij een procedure voor de

overheidsrechter, al kunnen we hier niet gaan veralgemenen. 418 De kostprijs zou

terugverdiend worden door de snelheid en de deskundigheid van de arbiter.

                                                                                                               413 Zie infra. 414 J. STEVENS in J. DE HERDT, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 695. 415 Artikel 16 Ger. W , artikel 813 Ger.W. 416 J. LAENENS, K. BROECKX en D. SCHEERS, Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2004, 448). in J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 695. 417 EHRM, Golder v Verenigd Koninkrijk, 1975 418 CEPINA berekent de kost van de arbitrage op basis van schalen volgens de waarde van het geschil

Page 80: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

73    

139. Het oude artikel 1677 Ger. W vereiste een geschrift waarin blijkt dat partijen

hun wil om het geschil aan arbitrage te onderwerpen te kennen geven. In het nieuwe

artikel 1681 Ger. W is die vereiste niet expliciet terug te vinden. 419 Mondelinge

arbitrageovereenkomsten zijn dus niet ondenkbaar indien men ad probationem kan

bewijzen dat ze bestaan, maar in de praktijk zal dat niet simpel zijn.420

140. Ook de mate van controle verhoogt de toegankelijkheid. 421 Partijen kunnen

bijvoorbeeld een schorsing vragen van de arbitrageprocedure om toch nog een

minnelijk akkoord te bereiken 422 Partijen kiezen dus het verloop, al moet dat

genuanceerd worden wanneer we spreken over compulsory arbitration. Het positieve

van dit kenmerk wordt volledig teniet gedaan als partijen niet overeenkomen. Dan is de

vrijheid die ze hadden een ware last geworden. Bij de klassieke rechtspleging bepaalt

de wet het verloop van de procedure, ongeacht hoe dat schikt voor een partij.

141. Ook het feit dat arbitrage een tafelrecht is en het mogelijk is zonder advocaat,

verhoogt de toegankelijkheid. Arbitrage wordt beoefend al zittend aan een tafel zodat

men minder een berechtend gevoel heeft dan wanneer men voor een tribunaal dient te

verschijnen.423

   

Goedkoper dan de klassieke rechtspleging?    142. CAMU stelt kort en bondig: arbitrage is niet goedkoop.424 De bedragen in de

originele vordering en tegenvordering worden bij CEPANI aan een getrapt tarief

aangerekend. Een vergelijking met de kosten voor de overheidsrechter laat sommigen

dan weer toe om arbitrage goedkoop te noemen. De gang naar de overheidsrechter

brengt soms ook kosten met zich mee die bij aanvang niet zichtbaar waren, zoals dure

deskundigenrapportages. Deskundigenrapportages zullen bij arbitrage overbodig zijn,

                                                                                                               419 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage, Parl. St. Kamer 2012-2013, nr. 2743/001, 15. 420 H. VAN GOMPEL, en M. SCHOUPS, C. DE SMEDT- QUINTELIER, en G. DE BUYZER, G., (eds.) “Arbitrage” BHDO 2014 (afl. 18) 41. 421 M. WOOD, The history and evolution of inter-state arbitration, Lezing, UGent, (12 april 2016) 422 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 37.    423 Ibid 38. 424 G. CAMU, “Wat is het verwachtingspatroon van de grote ondernemingen betreffende arbitrage?” Jura Falc. 1992-1993 nr 4, 487- 492

Page 81: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

74    

vanwege de inhoudelijke deskundigheid van de arbiters. In arbitrale procedures ziet het

kostenplaatje er anders uit. Het inleiden van arbitrage is wel duurder dan voor de

overheidsrechter. 425 Enerzijds worden hogere administratiekosten gehanteerd, die

veelal als voorschot werken, omdat uiteindelijk de werkelijke kosten pas op het einde

in rekening worden gebracht. 426 Dergelijke hoge kosten kunnen een belemmering

vormen voor de start van een arbitrale procedure.

143. Ook de keuze voor het aantal arbiters kan het kostenplaatje doen stijgen. Bij de

klassieke rechtspleging is de samenstelling van de rechtbank of hof niet vrij te kiezen.

Bij arbitrage krijg je die keuze wel. Het is een zeer belangrijke maar ook moeilijke

beslissing. Een alleen zetelend arbiter komt zelden voor.427 Meest voorkomend zijn drie

of vijf arbiters, waarbij de partijen telkens zelf één arbiter aanbrengen en de overige vrij

gekozen worden. Als ze de knoop niet kunnen doorhakken, kan een provisie ten gunste

van een rechter die voor hun beslist, oplossing bieden.428

144. Kan men een beroep doen op rechtsbijstand bij arbitrage?429 Het is eerder

ongebruikelijk en ook niet noodzakelijk om een arbitrale zaak te kunnen ‘winnen’.430

Bij sommige soorten arbitrage, bijvoorbeeld in de bouw, blijkt bijstand van een

gespecialiseerd advocaat echter wel noodzakelijk te zijn. De kosten van een dergelijke

advocaat kunnen aanzienlijk hoger zijn dan van een generalistische advocaat. 431

                                                                                                               425 Arbiters werken vaak met provisies, waardoor een som geld op voorhand op tafel zal moeten komen.  D. DE MEULEMEESTER, D., Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 37.  426 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 38. 427 Was wel zo bij de gekende Rainbow Warrior case in internationale arbitrage. 428 Partijen in hun arbitrageovereenkomst bepalen dat zij een beroep zullen doen op de gewone rechter voor de aanwijzing van scheidsrechters, zelfs indien de gewone rechter geen bevoegdheid heeft om over de grond van het geschil te oordelen. Tegen de beslissing van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg tot benoeming van een arbiter in de gevallen bedoeld in artikel 1684 en 1685 Ger.W. staat geen enkel rechtsmiddel open, ook geen verzet, derden- verzet of een voorziening in cassatie Ph. DE BOURNONVILLE en G. VAN DOOSSELAERE, “Statuut van de arbiter” in CEPINA, Macht en onmacht van de arbiter, Brussel, Bruylant, 2003, 64-65). In J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 671. 429 Sommige rechtsbijstandverzekeraars voorzien ook in de dekking van de kosten van alternatieve geschillenbeslechtingsmethoden 430 R. LAWSON, “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 164-165. 431 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 38.

Page 82: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

75    

1.4.3 Moeilijkheden bij arbitrage

A. Plaats van arbitrage en de tenuitvoerlegging  

145. Een ‘voordeur’-knelpunt is de ‘fameuze’ plaats van arbitrage.432 De vrijheid om

de plaats van arbitrage te kiezen, heeft als ontegensprekelijk voordeel dat partijen

kunnen zorgen voor een neutrale plaats van beslechting. Indien de partijen niet

overeenkomen, is arbitrage tussen hen geen lang leven beschoren. Het beoogt in elk

geval te illustreren dat de betekenis van de plaats van arbitrage meer is dan louter

geografie. Het is de verankering in een rechtssysteem en dus vooral een juridische

constructie.433

146. Het is algemeen aanvaard dat de keuze van de plaats van arbitrage toekomt aan

de partijen. Dit blijkt zowel uit de meeste (institutionele) arbitragereglementen.434

Indien de plaats van de arbitrage noch door de partijen, noch door de arbiters werd

vastgelegd, dan geldt overeenkomstig artikel 1693, lid 1 Ger.W. de plaats van de

uitspraak als plaats van de arbitrage. 435 Het aantal voor arbitrage ‘geschikte’ plaatsen

breidt zich stelselmatig uit. De groeiende populariteit van arbitrage zorgt ervoor dat

landen actief met elkaar wedijveren om arbitrage aan te trekken. Verscheidene

belangengroepen hebben oog op het economisch voordeel dat het arbitrage kan

meebrengen. Zoals de werkgelegenheid in arbitrage-instellingen, hotels die

vergaderruimtes kunnen accommoderen en de boost voor de lokale advocatuur en

lokale arbiters.436

147. Een ‘achterdeur-knelpunt’ is de uitvoerbaarheid van de arbitrale uitspraak. Het

louter loyaal naleven, zonder overheidstoezicht was niet houdbaar. Vandaag kan een

                                                                                                               432 ‘Voordeur’ omdat deze problemen zich bij aanvang van de arbitrage stellen. ‘Fameus’ omdat er al veel rechtsleer over dit discussiepunt bestaat. 433 G. PETROCHILOS, Procedural law in international arbitration in Oxford Private International Law Series, Oxford, Oxford University Press, 2004, 64. 434 Artikel 21(1) CEPANI Arbitragereglement (2013) en artikel 20(1) UNCITRAL Modelwet Sinds het uitvaardigen van de wet in 1985 (gewijzigd in 2006) werd nationale arbitragewetgeving erop gebaseerd in 67 staten. België was overigens de laatste om dit te doen: D. DEMEULEMEESTER, M. PIERS, “The new arbitration law: Belgium adopted the new UNCITRAL Model Law”, ASA Bulletin 2013, 596-602, en www.uncitral.org/uncitral/en/uncitral_texts/arbitration/1985Model_arbitration_status.html 435 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, (eds.), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 688. 436 A. ROELS, De plaats van arbitrage: doorslaggevende elementen bij de keuze, onuitg.Masterproef Rechten UGent, 2014-15, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/623/RUG01-002213623_2015_0001_AC.pdf, 19.  

Page 83: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

76    

arbitrale uitspraak zo goed als overal ter wereld worden uitgevoerd en afgedwongen

dankzij verdrag van New York van 1958.437 Artikel 1719, lid 1 Ger.W. heeft enkel

betrekking op de situatie waarin de uitvoerbaarverklaring van een in het buitenland

gevelde arbitrale uitspraak wordt gevorderd. Een Belgische rechter is niet gemachtigd

om die te vernietigen en kan de tenuitvoerlegging enkel toestaan of weigeren. De

inhoudelijke controle is vandaag de dag niet mogelijk. In de rechtsleer gaan er wel

stemmen op om een revision au fond of revisiting the merits door te voeren.438 Al zijn

de problemen van opportuniteit en het gebrek aan middelen, redenen waarom de

overheidsrechter vandaag nog geen volledige herziening kan uitvoeren.

B. Voorlopige en/of bewarende maatregelen  

148. Bij de term voorlopige en bewarende maatregelen denken we vrijwel

automatisch aan de kortgedingrechter. Artikel 1696, lid 1 Ger.W. stelt echter

uitdrukkelijk dat arbiters de bevoegdheid hebben om voorlopige en bewarende

maatregelen te treffen. Het scheidsgerecht beslist soeverein over de opportuniteit van

een gevorderde maatregel.439

149. De vraag is of het wel nuttig is voor een partij om dergelijke maatregelen te

vorderen voor een scheidsgerecht. Dit veronderstelt namelijk dat het scheidsgerecht al

is samengesteld. In de praktijk kan dat de nodige tijd in beslag nemen, afhankelijk van

de complexiteit van de zaak en de bereidheid van partijen. 440 In geschillen die

beslissingen binnen enkele dagen vereisen, kan zo kostbare tijd verloren gaan. Dit vormt

een problematisch minpunt van arbitrage.

C. Procedurele nadelen?  

150. Een mogelijk procedureel nadeel is de onmogelijkheid om hoger beroep in te

stellen indien de partijen daar niet in voorzien hebben. Veel van deze nadelen zijn

uiteraard relatief, en hangen af van het perspectief van waaruit men de zaken bekijkt.

                                                                                                               437 Artikel. 5.2.a van het Verdrag van New York. De toepassing van pacta sunt servanda. 438 D. DE MEULEMEESTER, Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 34-35. Turkije past dit principe wel al toe. En D.DEMEULEMEESTER en M. PIERS, “Merits Revisited? Arbitral Award, Public Policy and Annulment – The Belgian Experience”, ASA Bulletin 3/2007, 630-642. 439 B. HANOTIAU, O. CAPRASSE, “Les droits de défense dans la procédure arbitrale”, RCJB 2010, 461. 440 J. STEVENS in J. DE HERDT, (eds.), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 694

Page 84: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

77    

Zo zal hetzelfde gebrek aan hoger beroep ook vaak de reden zijn waarom een geschil

in arbitrage vaak snel en efficiënt kan worden beslecht.

 151. Door de toenemende populariteit kan arbitrage terechtkomen in een spiraal van

judicialization. 441 De belangen die op het spel staan zijn groter en steeds meer

technieken van klassieke procesvoering worden toegepast. De grens met de klassieke

rechtspleging vervaagt met vertragingen en hogere kosten tot gevolg.

 152. Aan arbitrale vonnissen is in theorie geen precedentenwerking toegekend.442

We moeten de nodige praktische nuance aanbrengen omdat sommige uitspraken ook

als gezaghebbend kunnen beschouwd worden. Het is de bedoeling dat de arbiter

nadenkt over de gevolgen die zijn uitspraak zullen hebben voor de partijen. Hij draagt

dan wel zorg voor de partijen, beslecht het geschil maar laat geen verdere opening om

de beslissing te gebruiken als referentiepunt voor een later dispuut.

1.5 Arbitrage of rechtbank: clausules to the rescue?

Judges and arbitors are both traveling to the same destination, but the map used by

each can be quite different.443

153. Met de theoretische uiteenzetting in gedachte, is het nog altijd de rechtzoekende

die een keuze dient te maken. Bovenstaand citaat vermoeilijkt die keuze door te wijzen

op het resultaat. Zowel rechters als arbiters willen hetzelfde resultaat bereiken, alleen

de procedure ernaar toe is sterk verschillend. Andere auteurs durven wel kleur bekennen

en stellen resoluut dat arbitrage meer dan ooit een alternatief is voor de rechtbank.444

154. Idealiter zijn er geen grenzen aan die keuzevrijheid. Toch roepen

arbitrageclausules vaak een halt toe aan deze ‘vrijheid blijheid’ gedachte. De

partijautonomie draagt bij tot het beginsel van Kompetenz-Kompetenz. De aangeduide

                                                                                                               441 A. STONE SWEET, “Arbitration and Judicialization”, Yale Law School and Yale Political Science January 20, 2012, Oñati Socio-Legal Series, Vol. 1, No. 9, 2011, 23p. http://ssrn.com/abstract=1988923 442 G. GUILLAUME, “Le précédent dans la justice et l’arbitrage international” Journal de droit international 2010, 685. 443 R. CHANDLEE, “Selecting and removing arbitors; balancing procedural flexibility and fairness”, The metropolitan Corporate counsel, 2006, 8. in D. DE MEULEMEESTER, D., Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 38. 444 D. VAN GERVEN, “Arbitrage meer dan ooit een alternatief voor de rechtbank (het nieuwe Cepani arbitragereglement) AD Rem 2013/2, 26-27.

Page 85: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

78    

arbiter is in beginsel bevoegd te oordelen over de geldigheid van de arbitrage-

overeenkomst. Daaronder valt te controleren of de partijen bekwaam zijn om een

arbitrage aan te gaan en of hun geschil arbitreerbaar is. Dit alles onder voorbehoud van

een mogelijke nietigverklaring achteraf door de overheidsrechter.445 Deze Kompetenz-

Kompetenz is in arbitragecontext een belangrijk begrip om de problematiek van de

arbitrageclausules toe te lichten. Bij arbitrage dienen partijen te weten dat zij bij het

ondertekenen van de arbitrageclausule hun weg naar de overheidsrechter prijsgeven.446

155. De anderszins bevoegde overheidsrechter kan eveneens oordelen over de

geldigheid van een arbitrage-overeenkomst die ingeroepen wordt om diens rechtsmacht

te betwisten. Als voorwaarde wordt wel gesteld dat de partijen de exceptie van arbitrage

in limine litis (voor alle andere rechtsmiddelen) opwerpen.447 De rechter moet zich dan

zonder rechtsmacht verklaren, tenzij hij vaststelt dat de arbitrageovereenkomst ten

aanzien van dat geschil niet geldig is of is beëindigd.448 Artikel 1679, lid 2 Ger.W.

impliceert dat een exceptie van arbitrage voor de rechter enkel kan worden ingeroepen

in een procedure ten gronde. Zodanig dat men toch nog, ondanks het bestaan van een

arbitrageovereenkomst, naar de kort geding rechter kan stappen teneinde voorlopige en

bewarende maatregelen te vorderen, zonder afstand te doen van arbitrage.449

156. Het gebruik van typebedingen en clausules wordt door de rechtsleer sterk

aanbevolen.450 Bijvoorbeeld deze die de arbitrage-instellingen zelf aanreiken, met zelf

in te vullen plaats en taal van de arbitrage. De drang is soms groot voor de opstellers

om een lichte wijzigingen in hun voordeel te bedingen. Vaak doen deze geen afbreuk

aan het beding omdat men onmogelijk bij het opstellen van het beding kan voorzien wat

een toekomstig geschil zal zijn.451 Als uitgangspunt dient te worden vooropgesteld dat

                                                                                                               445 M. PIERS en D. DE MEULEMEESTER, ‘‘Nieuwe arbitragewet’’, NjW 2013, 732. 446 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 41. 447 Het is een exeptie van rechtsmacht omdat het pas aan de orde nadat is vast- gesteld dat de overheidsrechter rechtsmacht heeft ; M. STORME en M. VOORDECKERS, “Overzicht van Belgische rechtspraak: Arbitrage 1989-2005”, TPR 2005, 1259 448 Art. 1679 (eerste lid) Gerechtelijk Wetboek. Nieuw art. 1682 (2) Ger.W M. PIERS., D. DE MEULEMEESTER, “Nieuwe Arbitragewet; België is voortaan een ‘UNCITRAL Modelwet’-land” NJW 2013, 732. En J. LAENENS, K. BROECKX en D. SCHEERS, Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia 2004,150. 449 J. DECOKER, “Kort geding en arbitrage in drie stappen”, TBH 2005, 88 in J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 668. 450 L. DEMEYERE, de arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid, in m piers p 24 451 ibid. 25

Page 86: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

79    

de bepalingen van artikel 1677 Ger.W. in ieder geval niet beletten dat een

arbitragebeding wordt opgenomen in algemene voorwaarden, op voorwaarde dat er een

geldige aanvaarding volgt.452

157. Arbitrage resulteert in een lichte vermindering van de druk op de rechterlijke

macht, voor zover partijen er vrijwillig voor hebben gekozen. Verder kan het als stok

achter de deur fungeren, voor het geval partijen er niet via onderhandelingen uit komen,

zonder al meteen met een dagvaarding te moeten dreigen.453

§2. Sportarbitrage454

2.1 Inleiding

158. Voor de verdere bespreking en vergelijking van de kenmerken moeten we een

duidelijk onderscheid maken tussen arbitrage enerzijds, de interne tuchtrechtelijke

procedures en de gevallen voor de rechtbank anderzijds. Ze hebben allemaal een eigen

finaliteit en andere kenmerken. Hier bekijken we louter arbitrage. Ook bij de

belangrijkste arbitrale organen in de sport is voorzichtigheid aangewezen, want niet elke

uitspraak die zij doen valt onder de noemer arbitrage. Vaak zullen zij optreden als

beroepsinstantie of als adviserend orgaan. Net als in het vorige deel volgt de bespreking

van sportarbitrage in België en op het internationale niveau. Instellingen zoals het BAS

en TAS kunnen we daarbij niet laten links liggen. Het is niet de bedoeling hun

reglementen en procedures tot in de details te overlopen maar eerder hun kenmerkende

arbitrale prestaties toe te lichten, ongeacht onder welke noemer men ze kwalificeert.455

We onderzoeken of arbitrage succesvol aangepast is aan de noden en eigenheden van

de sportsector, en of het een correct en afdwingbaar resultaat oplevert.

159. “Ieder geschil van vermogensrechtelijke aard” zullen we de internationale

noemer noemen waaraan een geschil moet voldoen om arbitreerbaar te zijn. Het gaat

                                                                                                               452 Brussel 4 november 1991, JT 1992, 60 + voor de uitgebreide bespreking; J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 662. 453 A. BRENNINKMEIJER, M. VAN EWIJK, C. VAN DER WERF, De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 39.  454 Volgend deel is identiek en spiegelend aan het vorige (§1) opgebouwd, maar dan toegepast op sport. 455 Veel van de relevante problematiek wordt verspreid behandeld binnen de kenmerken.  

Page 87: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

80    

om alle vorderingen die een actieve of passieve geldwaarde hebben.456 Volgen we de

ruime interpretatie zal dit voor sportgeschillen zeker onder het toepassingsgebied

vallen.

2.2. In België: het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS)

2.2.1 Ontstaan

160. Het BAS kent haar startpunt op 1 oktober 1991. Ze werd opgericht door het

BOIC in navolging en naar voorbeeld van het IOC die al enkele jaren vroeger het TAS

oprichtte. Door verschillende rechtsgeleerden, en hopend ook via dit werk, is duidelijk

geworden dat het geenszins de taak is van een arbitragecommissie om als

sportrechtbank te fungeren, alwaar het voor de sporters toch zo aanvoelt.457 Het BAS

kan en vervult een belangrijke rol in het oplossen van conflicten tussen federaties en

haar leden, zoals licenties, opstellen van spelers en dergelijke. Ze zetelt in de

Boechoutlaan 9 te 1020 Brussel.458

2.2.2 Werking

161. De terminologie is hier van belang. Het Belgisch Arbitragehof voor de Sport

zou toch essentieel aan arbitrage moeten doen? COOMANS, LEMMENS en VAN

HOUTTE merken terecht op dat de BAS maar in een beperkt aantal gevallen aan

arbitrage doet in de zin van het gerechtelijk wetboek. Vaak gaat het om bindende

adviezen over de juridische betekenis van een reglement of overeenkomst dat partijen

bindt. 459 Het BAS kan ook fungeren als hogere, onafhankelijke instantie bij een

aangevochten beslissing van de sportfederatie. De gebruikte terminologie ‘arbitrage’

dekt dus niet enkel de verwachte lading, maar omhelst meerdere beslissingen, die

juridisch gezien niet terug te brengen zijn tot arbitrage.

                                                                                                               456 MvT bij wetsontwerp, parl. St. Kamer, nr. 53/2743/001,9. In L.DEMEYERE, “De arbitrageovereenkomst en de arbitreerbaarheid” in M. PIERS, De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 4. 457 C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 542. 458 www.bas-cbas.be 459 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 6.

Page 88: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

81    

A. Als arbitrage-instelling    162. Het BAS vereist de ondertekening van een arbitrage-overeenkomst door de

partijen. 460 Het voorzien in de statuten van de federaties om zich verplicht te

onderwerpen aan arbitrage volstaat niet, en zeker niet tegenover de sportbeoefenaar.461

Tussen de statuten van de clubs en federaties kan dit perfect, maar spelers zijn slechts

toetredende leden en hebben geen inspraak in de reglementen. Ze zijn slechts lid omdat

ze, om hun sport te beoefenen, daartoe verplicht zijn.

163. Een verzoek tot arbitrage kan ook gericht worden aan het BAS wanneer er nog

geen arbitrageovereenkomst bestaat of het niet is voorzien in de statuten of reglementen.

In dit geval richt het secretariaat van het BAS een schrijven aan de partij of partijen die

de verzoekende partij aanwijst, met de vraag of ze akkoord gaat of gaan met een

arbitrage.462

164. Artikel 1 van het BAS-reglement specificeert waarvoor het BAS kan ingezet

worden. De arbitrage kan betrekking hebben op elk ander geschil in

sportaangelegenheden dat de partijen in laatste aanleg door arbitrage willen beslechten.

165. De arbitrage van de BAS is de gerechtelijke arbitrage. De

arbitrageovereenkomst die de BAS aan partijen voorlegt, stelt duidelijk: “De arbitrage

is onderworpen aan de bepalingen van artikels 1676 tot 1723 van het Gerechtelijk

Wetboek”.463 Onverminderd de eventuele vordering tot vernietiging op grond van

redenen aangehaald in artikel 1704 Ger.W., doet het scheidsrechterlijk college dan

uitspraak in laatste aanleg.

B. Als beroepsinstantie  

166. Veelal oordeelt de BAS als hogere instantie over de beslissing van een

sportfederatie, waarmee de speler niet akkoord is. Het gaat dan voornamelijk over

                                                                                                               460 Artikel 1 van het BAS reglement www.bas-cbas.be/cms/resources/reglementbas18012016.pdf 461 R. VOLCKAERT, F. VOLCKAERT, “Arbitrage in de sport: een must?” T.Sport 1997(4), 193. 462 Artikel 17 BAS reglement 463 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 2.  

Page 89: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

82    

tuchtsancties, schorsingen en boetes. In dat geval is de BAS als het ware een ‘extern

verlengstuk’ van de federatie-organisatie. Tuchtsancties zijn geen geschil over rechten

waarover partijen vrij beschikken en kunnen negotiëren. Wanneer zij een

tuchtmaatregel herbekijkt en zelf uitspraak doet over tuchtsancties, doet de BAS

derhalve niet aan arbitrage.464 Zo oordeelt ze of een aangevochten selectie-beslissing

correct was, waarbij zij een zekere discretionaire beslissingsmarge van de federatie

respecteert. Indien deze selectie- beslissing willekeurig is, selecteert de BAS niet in de

plaats van de federatie, maar moet de federatie de selectie correct overdoen. We kennen

dit; het principe van de marginale toetsing. Dit impliceert dat de rechter of de arbiter

slechts de binnen de federatie genomen beslissing zal vernietigen wanneer deze

beslissing de eigen reglementen schendt, wanneer ze strijdig is met wetten van openbare

orde, goede zeden, fundamentele rechtsbeginselen of wanneer de beslissing, gelet op de

feiten, in redelijkheid niet kon worden genomen.465 Externe arbitragecolleges oefenen

dus slechts een wettigheidstoezicht uit en geen opportuniteitscontrole. 466 Van het

beginsel van de marginale toetsing kan echter worden afgeweken in het reglement van

de federatie. In dat geval is het arbitragecollege een orgaan met volle rechtsmacht. Zo

is de beslissing van de Licentiecommissie voor Hoger Beroep van de KBVB enkel

vatbaar voor verhaal bij het BAS, dat de zaak in zijn geheel herneemt, zowel in rechte

als in feite.467

167. Het BAS doet uitspraak als beroepsinstantie over de beslissingen die in eerste

aanleg in dopingzaken zijn gewezen. In dat geval is de beslissing van het BAS eveneens

geen arbitrale uitspraak.468 Voor VAN HOUTTE brengt deze kwalificatie met zich mee

dat wanneer het BAS zich uitspreekt in beroep er geen arbitrageovereenkomst nodig

is.469 Ze werkt dus eerder complementair ten aanzien van de interne procedures en

commissies.

                                                                                                               464 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 5. 465 J. RONSE, “Marginale toetsing in het privaatrecht”, TPR 1977, 211. 466 J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 659 467 BAS, 29/04/2016, L’ASBL CLUB DE FOOTBALL ROYALE UNION WALLONNE CINEY/  L’ASBL UNION ROYALE BELGE DES SOCIETES DE FOOTBALL ASSOCIATION + art. 416 KBVB-reglement 468 Artikel 1 BAS-reglement 469 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 5.  

Page 90: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

83    

C. Als adviseur    168. In enkele gevallen heeft de BAS bepaald hoe een reglement moet worden

geïnterpreteerd. Deze beslissing is ook geen arbitrage, maar valt eerder onder de

juridische noemer; bindend advies. In een uitspraak erkent het BAS trouwens zelf dat

zij geen arbitrage verricht, maar een bindend advies velt. Het BAS doet wat de beide

federaties in onderling overleg hadden moeten doen: de overeenkomst correct

toepassen.

2.2.3 Situering in het sportlabyrint

169. Merk op dat het BAS niet altijd als een ‘aanleg’ mag worden beschouwd. Het

BAS is niet altijd een verplichte tussenstop. Artikel 13.1.1 van de WADA Code, dat

stelt namelijk dat wanneer er geen enkele andere partij beroep heeft aangetekend tegen

een eindbeslissing inzake doping van een sportfederatie, het WADA rechtstreeks

beroep bij het TAS kan aantekenen. Ze kan dit zonder eerst alle verhaalmogelijkheden

in de procedure uit te putten. Bij vrijspraak in eerste aanleg kan het WADA dus

onafgezien van het bestaan van een beroepsinstantie zoals het BAS onmiddellijk beroep

instellen bij het TAS.470 Het WADA en ook de internationale Federaties blijven het

recht hebben om bij het TAS beroep aan te tekenen tegen beslissingen inzake

elitesporters. Het BAS kan wel gebruikt worden als de reglementen en statuten voor

nationale sporters daarin voorzien. In geen geval (ook niet voor nationale elitesporters

die in beroep vrijgesproken zijn) kan een procedure voor het TAS uitgesloten worden.

Men doorkruist in het labyrint dus de beslissing van de federatie en gaat naar een

arbiter.471

2.2.4 Evaluatie en toekomst

170. Uit de onderzochte rechtsleer en gesprekken met sportadvocaten kan ik

concluderen dat het bestaan van het BAS positief onthaald wordt. Graag herhaal ik

enkele positieve elementen. Als buitenstaander kan het BAS met de nodige objectiviteit

de redelijkheid van aangevochten rangschikking- en tuchtbeslissingen controleren en

                                                                                                               470 http://www.dopingtribunaal.be/mededelingen 471 G. DE CROOCK, De sporter op zoek naar zijn rechters, een wandeling in het labyrint van de sportrechtspraak, gastcollege sportrecht, Universiteit Gent, 25 februari 2015.  

Page 91: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

84    

desnoods opnieuw beslissen.472 De discretionaire selectie laat de BAS liever aan de

federaties over als deze maar redelijk en niet willekeurig verloopt.

171. Naar de toekomst toe ziet VAN HOUTTE de mogelijkheid om ook nog andere

geschillen voor het BAS te brengen. Tot op heden moet bij elk geschil een sportfederatie

betrokken zijn. In enkele gevallen, waar clubs tegenover elkaar stonden, waren zij elk

vertegenwoordigd door een sportfederatie. Dat wil zeggen dat geschillen tussen clubs,

aangesloten bij dezelfde federatie, geen kans maken om voor het BAS te komen. Mits

een wijziging van het reglement zouden ook dergelijke clubs bij het BAS

terechtkunnen.473 Net zo voor geschillen tussen overkoepelende nationale federatie of

met het BOIC en andere sportorganen vermeld in de beleidspiramide uit randnummer

84.

172. Een eerder kritische opmerking is evenwel dat het BAS nog niet de activiteiten

ontplooit welke men van haar zou mogen verwachten. In haar bestaan heeft zij

misschien minder uitspraken geveld dan verwacht. Dit lage aantal zou men kunnen

uitleggen door te stellen dat er in de Belgische sportwereld weinig wordt geruzied. Niets

is minder waar. De sportpagina’s rapporteren net het tegenovergestelde.474 Tenslotte

mag men niet vergeten dat het een vijftal jaren neemt vooraleer een arbitragesysteem

voldoende bekend en aanvaard is. In de eerste vijf jaren (1992-1996) velde het BAS

gemiddeld 1 uitspraak per jaar, vandaag de dag is het BAS zowel onder juristen als bij

de sporter en entourage beter gekend. VAN HOUTTE pleit echter wel voor het gebruik

van de termen ‘panel’ en ‘panelleden’ in ruil van arbitrage en arbiters, daar het BAS

zoveel meer doet dan arbitrage.

173. Over het algemeen zien we toch een positieve evolutie, en zelfs binnen haar

beperkte geldingsgebied. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek hebben namelijk

alleen betrekking op arbitrage die in België plaatsheeft. Gelet op de mondialisering van

de sportsector en het belang de TAS in de sportwereld inneemt, dient deze instelling de

nodige en verdiende aandacht.

                                                                                                               472 Onder buitenstaander verstaan we; los van de federaties. 473 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 8. 474 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 1.

Page 92: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

85    

2.3 Internationaal: Tribunal Arbitral Du Sport (TAS) 475

2.3.1 Ontstaan

173. Begin jaren tachtig voelde men de nood om een stijgend aantal sportdisputen

met een internationaal karakter te beslechten voor een onafhankelijk orgaan in een

snelle, flexibele en goedkope manier. 476 Het was Juan Antonio SAMARANCH,

voorzitter van het IOC in 1981, die met het idee kwam om een supreme court of world

sport te creëren.477 Na samenwerking met verschillende rechters en onder leiding van

Keba MBAYE, kwamen de statuten van het TAS tot stand. In 1983 werden de statuten

officieel geratificeerd en traden in werking op 30 juni 1984 waarbij ook meteen rechter

MBAYE als eerste voorzitter was.478

2.3.2 Onafhankelijkheid van het TAS als instelling

174. Onafhankelijkheid is al altijd een hekel punt geweest bij het TAS. Merk op dat

deze titel handelt over de onafhankelijk van de instelling, en niet over de

onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de arbiters. Er werd vaak gesuggereerd dat

het TAS te afhankelijk was van het IOC en de sportfederaties. De eerste belangrijke

mijlpaal in deze context is de zaak Gundel.479 De Duitse ruiter verweet het CAS zich

niet onafhankelijk op te stellen ten aanzien van de Fédération Equestre Internationale

(FEI). Het Zwitserse hooggerechtshof besloot op 15 maart 1993 dat het TAS wel

degelijk onafhankelijk handelde van het FEI. Toch maakte de betrokken rechter erop

attent dat dit ten aanzien van het IOC niet het geval was. Het IOC en het TAS besloten

gehoor te geven aan de kritiek en over te gaan tot hervormingen met als sluitstuk ‘the

Agreement related to the constitution of the International Council of Arbitration for

Sport’(ICAS)480 Andere sporters volgden GUNDEL, zelfs na de oprichting van het

                                                                                                               475 De Nederlandse vertaling is ‘Internationaal Sporttribunaal’, de Engelstalige benaming Court of Arbitration for Sport (CAS) wordt ook vaak gebruikt in de rechtsleer. 476 www.tas-cas.org, I. Blackshaw, Sport’s Court Getting Right Results, GUARDIAN (June 3, 2004), http://www. theguardian.com/sport/2004/jun/03/ianblack. 477 I. BLACKSHAW, Sport, mediation and arbitration, Den Haag, T.M.C Asser press, 2009, 557p + L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 6. 478 I. BLACKSHAW, R.C, SIEKMANN, J. SOEK (ed.) The court of arbitration for sports 1984-2004, Den Haag, T.M.C Asser press, 2006, 441-442. 479 CAS 10 september 1992, 92/A/63, Gundel v FEI 480 Agreement Paris, 22 juni 1994 related to the constitution of the International Council of Arbitration for Sport. + voor een uitgebreide bespreking; E. VERBRUGGEN, The Court of Arbitration for Sport:

Page 93: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

86    

ICAS, zodat de onafhankelijkheid tot op vandaag voor furore blijft zorgen.481 Vooral

de financiering door het IOC blijft vraagtekens oproepen. Het argument dat een

vergelijking dient gemaakt te worden met de civiele rechter, die toch ook gefinancierd

wordt door de staat, raakt kant nog wal. In een recent werk van Andrew

VAITIEKUNAS, stelt de auteur dat, ongeacht of de ICAS leden benoemd worden van

buitenaf of door de sportorganisaties zelf, uiteindelijk zullen ze rekenschap moeten

geven aan die organen. 482 Ondanks haar volharding neemt het TAS wel extra

waarborgen op in haar Code.483 De recentste versie is in werking getreden op 1 januari

2016.

2.3.3 Soorten geschillen voor het TAS

175. Het TAS heeft een zeer ruime bevoegdheid inzake sportgeschillen. De

geschillen moeten uiteraard wel betrekking hebben op sport of met financiële belangen

die verband houden met de ontwikkeling en de praktijk van de sport.484 Denken we aan

selectie en disciplinaire geschillen, doping inclusief.485 RIGOZZI stipt aan dat 80 % van

de geschillen zich in de voetbalsector situeren.486

176. Het TAS sluit zich aan bij de on field of play decisions-leer.487 In de sport zijn

feitelijke beslissingen van de scheidsrechters in beginsel niet vatbaar voor betwisting,

noch voor arbitrage, noch voor de gewone rechter.488 Zo zal het TAS zich niet inlaten

met beslissingen over bijvoorbeeld de beslissing van een scheidsrechter over het al dan

niet buitenspel staan van een voetballer. 489 Een uitzondering is wanneer het om

kennelijk ter kwade trouw gaat. Die bewijsvereiste van kwade trouw zet de

                                                                                                               een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 105p. 481 CAS 29 November 2002, 2002/A/370, L v IOC. 482 A. VAITIEKUNAS, The Court of Arbitration for Sport: Law-making and the question of independence, Stämpi Verlag, Bern, 2015, 348 p in A. DUVAL “Questioning the (in)dependence of the Court of Arbitration, Int. Sports Law J. 2016, 253-255. 483 Art S5, S18, S21 484 Art R 27 CAS Code.+ D.H. Yi, “Turning Medals Into Medal: Evaluating The Court Of Arbitration of Sport As An International Tribunal”, Asper Review of International Trade & Business Law 2006, 289. 485 artikel 13 WADA-code final appeals against doping decisions go exclusively to the CAS 486 A. RIGOZZI, Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. (19 februari 2016) 487 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the CAS, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 17. 488 Voorbeelden: TAS 8 september 2005, 2004/A/727, Vanderlei De Lima & Brazilian Olympic Committee (BOC) v. International Association of Athle- tics Federations (IAAF) 489 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA DRC, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 17.

Page 94: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

87    

spreekwoordelijke horde zodanig hoog, dat dergelijke zaken zelden voor het TAS

komen.490 Off field of play geschillen vinden stilaan hun weg naar het TAS, zoals

corporate sponsorship, merchandising en agentuur geschillen.

2.3.4 Procedures

177. Ondanks de naambekendheid en de toename van het aantal uitspraken vanaf

2004, bestaan er nog onduidelijkheden over de verschillende procedures en hun

geldingskracht. 491 Onderstaande uiteenzetting is in dit werk van belang om de

kenmerken van sportarbitrage goed te kunnen toelichten.

178. Los van onderstaande ‘hoofd’ procedures, kunnen er ook versnelde

behandelingen plaats vinden op basis van art. R44.4 492 Hiermee komt de TAS tegemoet

aan deadlines waar sporters mee geconfronteerd worden. Ook de ad-hoc divisies werken

volgens de snelle procedure, en zelfs onder een aparte set van regels: Arbitration rules

for Olympic Games, met als doel, zaken binnen de 24u te kunnen behandelen.

179. Onderstaande grafiek illustreert twee zaken treffend. Enerzijds de enorme

toename aan procedures voor het TAS en anderzijds de onevenwichtige verhouding

tussen het aantal arbitrage procedures en adviezen.493

 

       

                                                                                                               490 Korean Olympic Comm. /Int’l Skating Union, CAS ad hoc Div. 2002/007, 17 (O.G. Salt Lake City) 491 www.tas-cas.org/statistics. In 2000 sprak het CAS zich uit in 61 zaken. In 2011 waren dit al 246 zaken. 492 I. BLACKSHAW, Sport, mediation and arbitration, Den Haag, T.M.C Asser press, 2009, 159. 493 http://www.asser.nl/SportsLaw/Blog/post/quantifying-the-court-of-arbitration-for-sport-by-antoine-duval-and-gianni-marino

 

Page 95: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

88    

A. Als arbitrage-instelling  

180. Wanneer een zaak bij het TAS binnenkomt zal de Court Office de zaak

toewijzen. Ofwel aan de the Ordinary Arbitration Division ofwel aan de Appeals

Arbitration Division.

181. Het CAS noemt the ordinary arbitration division zelf de eerste tussenkomst in

een geschil.494 In de gewone arbitrageprocedure doet het arbitrale college ten gronde

uitspraak op basis van het rechtssysteem dat door de partijen is gekozen, of, bij

ontstentenis van een dergelijke keuze, naar Zwitsers recht. Echter, de partijen kunnen

het arbitraal college ook machtigen om te beslissen “ex aequo et bono”495

182. Het panel van arbitragerechters zal gevormd worden door één of drie

arbitragerechters. De uiteindelijke arbitrale beslissing zal bij meerderheid genomen

worden indien er drie arbitragerechters zetelen. Indien er geen meerderheidsbeslissing

genomen kan worden, zal de voorzitter van de kamer de eindbeslissing nemen.

 B. Als beroepsrechter    

 

183. Terminologisch ligt hier al een moeilijkheid. In tegenstelling tot bij het BAS,

noemt men de Appeals Arbitration Procedure (AAP) in de Appeals Arbitration Division

weldegelijk arbitrage.  496

184. Vanaf 1991 bestaan beroepsprocedures ten aanzien van beslissingen genomen

door sportfederaties.497 Deze procedure is de meest gebruikte. Vooraleer men beroep

kan aantekenen bij het TAS, zullen alle interne procedures die voorzien zijn in de

reglementen of statuten uitgeput moeten zijn498 RIGOZZI merkt op dat de behandeling

bij het TAS in de appeals procedure het de eerste keer kan zijn dat een geschil gebracht

wordt voor een ‘werkelijk’ onafhankelijk orgaan.499

                                                                                                               494 Artikel R38-46 TAS Code 495 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 669. R45 TAS-Code 496 See articles R27-R37 and R47-59, CAS Procedural Rules. 497 Art R 47-59 CAS Code 498 Art R 49 CAS Code 499Over dat volledig onafhankelijk karakter dienen we later nog de nodige nuances te brengen. A. RIGOZZI, L’arbitrage international en matière de sport, s.l, Helbing & Lichtenhahn, 2005, 552

Page 96: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

89    

185. Een juridisch opmerkelijk fenomeen is dat organisaties die geen partij waren bij

de initiële procedure beroep kunnen aantekenen bij het TAS. In de sector van de sport

gebeurt het vaak dat ingevolge reglementaire bepalingen een derde die bij de procedure

in eerste aanleg niet betrokken is, het recht heeft tegen een beslissing in eerste aanleg

beroep aan te tekenen. Hier raak ik naar mijn menig hét pijnpunt in de TAS-procedures.

Vaak gaan sporters, het World Anti-Doping Agency of het IOC immers in beroep tegen

beslissingen die de (inter)nationale sportfederaties of instellingen nemen. Het WADA

en IOC worden dus partijen, ook al waren zij oorspronkelijk niet in het geding

betrokken. 500 Ondenkbaar in niet sportieve context! In een zaak van een atleet,

vrijgesproken door de disciplinaire commissie van de Vlaamse Gemeenschap, tekende

de internationale atletiekfederatie beroep aan bij het TAS. De arbitrage was gericht

tegen de Vlaamse Gemeenschap en de betrokken atleet. De Vlaamse Gemeenschap kon

echter niet deelnemen aan deze arbitrageprocedure. 501 Het TAS schorste de atleet

vervolgens levenslang.502

186. Opmerkelijk is dat ook in de beroepsprocedure voor het TAS de zaak in zijn

geheel hernomen wordt, zowel in feite als in rechte.503 In de beroepsprocedure doet het

arbitragecollege uitspraak volgens de toepasselijke reglementen en volgens het recht

door partijen gekozen. Bij gebreke, volgens het recht van het land waar de federatie die

de beslissing in eerste aanleg heeft gewezen haar zetel heeft, of volgens de rechtsregels

die het arbitraal college nuttig acht.504 Ook hier verschilt de theorie van de praktijk: het

TAS zal vrijwel steeds het Zwitsers recht toepasselijk verklaren.505

187. De beroepsprocedure kan ook neerkomen op ‘cassatie’ in haar puurste

betekenis, namelijk het ‘doorbreken’ van een beslissing van een sportinstelling en

terugverwijzen, zodat die zelf een andere beslissing kan nemen.506

                                                                                                               500 W. VAN STEENBRUGGE, “Rechtertje spelen kan net zo min in de sport”, Support 2010, 8-13. 501 De Vlaamse overheid aan deze arbitrageprocedure niet deelnemen vermits dit geschil niet valt onder het toepassingsgebied van art. 1676, lid 2 Ger.W. voor de uitgebreide bespreking; sport J. STEVENS, G. DE CROOCK in J. DE HERDT,(eds.) , Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 661. 502 TAS 27 mei 2007, 2006/A/1159, IAAF/Ligue Royale Belge d’Athlétisme & R.E.S., onuitg.. 503 R. 57 TAS-Code 504 R58 TAS-Code 505 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 669. 506 L., CASINI, “The making of a Lex sportiva by the Court of Arbitration for Sport”, German Law Journal 2011, 1317-1340.

Page 97: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

90    

C. Als adviseur en bemiddelaar      

188. Deze adviesfunctie laat toe aan sportfederaties, NOC’s, IOC’s en het WADA

uitleg te vragen over de interpretatie en toepassing van wetgeving en reglementen.507

Een zeer beloftevolle procedure, doch werden enkele van die bepalingen geschrapt in

2012. De advies procedure werd sinds 2010 niet meer gebruikt, dat verklaart ook de

opvallende cijfers in de grafiek in randnummer 179.508

189. Bemiddeling en verzoening door het CAS kan eveneens.509 Bemiddeling is

sinds 1999 mogelijk en kent een aparte regelgeving los van de TAS Code; TAS

Mediation Rules.510 Het grote verschil met de arbitrageprocedure is dat de uiteindelijke

uitspraak niet bindend is voor de betrokken partijen. De voordelen zijn de informelere

houding van de partijen, een grotere autonomie, de mogelijkheid tot het vertrouwelijk

houden van de gesprekken. 511 Een zeer grote gelijkenis dus met de reeds aangehaalde

kenmerken van arbitrage. Echter kan bemiddeling, en terecht, nooit ingezet worden bij

dopingovertredingen, net omdat de bindende kracht ontbreekt. De administratieve kost

zal zo’n duizend Zwitserse Frank bedragen. Daarbij zorgen het uurloon van de

bemiddelaar, zijn vervoerskosten, verblijfskosten en zelfs maaltijden ervoor dat het dus

niet bepaald om een goedkope procedure gaat.512

2.3.5 Lex sportiva; een eerste Global Law?

   190. Het TAS is met de jaren hét centrale orgaan voor sportgeschillenbeslechting

geworden. Door haar werking heeft ze haar eigen ‘corpus of law’ gecreëerd.513 De

                                                                                                               507 Art R 60-63 CAS Code vb. CAS heeft al adviserend moeten optreden bij de FIFA transferregeling 508 Zie statistiek www.tas-cas.org/d2wfiles/document/437/5048/0/stat2012.pdf. 509 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 25-30 510 1 September 2013, www.tas-cas. org 511 J. NAFZIGER, International Sports Law, New York, Transnational Publishers, 2004, 47. In E. VERBRUGGEN, The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 23. 512 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 28-31 en 58. 513 S. KUMAR, A Study of Development of Arbitration in the Resolution of Disputes in the Field of Sports, paper Pune- Symbiosis International University Law School, 8 Januari 2014, 3. en http://ssrn.com/abstract=2376109

Page 98: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

91    

precedentenwerking bij het TAS is iet of wat eigenaardig. Enerzijds worden uitspraken

niet gepubliceerd en beoordelen de arbiters enkel de belangen van de partijen die voor

hen staan. Anderzijds vereist de sportwereld een gelijke behandeling voor gelijke

gevallen. De duidelijkste gevallen zijn de dopinggeschillen omdat men daar de WADA-

code volgt, de TAS-Code en in haar uitspraken verwijst naar eerdere rechtspraak van

het TAS. 514 RIGOZZI wijst op de verantwoordelijkheid die het TAS opneemt in

racisme zaken. In de van zaak de Albanese voetbalfederatie tegen de UEFA, ging ze

resoluut tegen de UEFA en stelde op een zeer duidelijke wijze dat dit wel om racisme

ging. (obiter dictum).515 TAS verwijst ook in haar rechtspraak naar het bestaan van een

lex sportiva.516

191. Een gerelateerde, actuele vraag is of het TAS telkens een algemene les moet

meegeven? Wanneer iets in de sportwereld voor het eerst voorkomt, zoals mechanische

doping, moet de de uitspraak dan een voorbeeld stellen en toekomstige overtreders

afschrikken? RIGOZZI ontkent.517 De opgelegde maatregelen moeten steeds voldoen

aan de proportionaliteit tussen daad en straf.

   192. Ondanks de vele verschillende regelgevers in de sport durven sommige

rechtsgeleerden al spreken van een lex Sportiva.518 Ze halen het argument boven dat

sportrecht in se een wereldlijk recht is.519 Sportwetgeving spreidt zich uit over heel de

wereld en doet dat op alle niveaus, van lokaal, internationaal tot transnationaal. 520 Het

is recht dat boven de staten en overheden heen stijgt.521 Daarbij komt dat het zeker geen

louter ‘law in the books’ is, daar het direct impact heeft op de private actoren en

                                                                                                               514 L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 15. 515 A. RIGOZZI, Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. (19 februari 2016) 516 J.A.R, Nafziger, “Lex sportiva and CAS” in I.S, Blackshaw, R.C, Siekmann, en J. Soek (ed.) The Court of Arbitration for Sports 1984-2004, Den Haag, T.M.C Asser press, 2006, 409-419. 517 A. RIGOZZI, Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. (19 februari 2016) 518 professor Jim Nafziger, hangt de opvatting aan dat het begrip ‘lex sportiva’ is beperkt tot het ‘rechtersrecht’ van het TAS 519 Vrij vertaald van Global Law in K. FOSTER, “Is there a Global Sports Law?”, Entertainment Law 2003, 1-18. 520 K. FOSTER, Lex sportiva: Transnational Law in action, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 18p. En http://ssrn.com/abstract=1803472 521 vb. De normen door het IOC (International Olympic Committee).

Page 99: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

92    

spelers.522 Het TAS is een grote katalysator om sport tot recht te maken. Het is haar

jurisprudentie die de ontwikkeling tot stand brengt.523 FOSTER noemt het overigens

een van werelds succesvolste pogingen om orde te brengen in transnationale

geschillen.524 Men kan dan ook spreken van een ‘global law’.525

193. Net als de term arbitrage, dekt ook de term ‘lex sportiva’ meerdere ladingen.

SIEKMANN noemt het een belangrijk begrippenkader dat zich al gevormd heeft en

waarover tot op zekere hoogte consensus bestaat. Hij beschouwt het als het

publiekrechtelijke deel van de sport. FOSTER vult het private deel in via de term Lex

Ludica, waarmee het de spelregels bedoeld. 526 Siekmann beschouwd het als een

onderdeel van de lex sportiva. Lex Sportiva duidt mijns inziens niet enkel op het

‘rechtersrecht’ van het TAS. Ook de permanente zelfregelurering door de federaties valt

er onder.527 TEUBNER gaat nog een stapje verder en stelt sport zich in een ‘neo-

spontaneous legal regime’ beweegt, los van nationale staten.528 FOSTER noemt het

eerder paradoxaal dat arbitrage in de sport een uitzonderingspositie claimt. De

immuniteit ten opzichte van een herziening door nationale rechtbanken maakt arbitrage

sterk, maar de ze heeft die positie juist heeft verkregen door voorafgaande erkenning

door nationale staten en internationale akkoorden.529

194. Onder lex Sportiva valt ook het creëren van nieuwe sportspecifieke principes.

Deze komen langzaam maar zeker tot ontwikkeling wanneer het TAS refereert naar het

‘principia sportiva’, ‘fair play’ of ‘strict liability’ in dopingzaken.530

                                                                                                               522 L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, June 14-15, 2010, 2. 523 siekmann tijdschrift voor sport 524 K. FOSTER, Global Adminstrative Law: The Next Step for Global Sports Law, paper University of Westminster- School of Law 2012, 1. 525 K.,Foster, “Lex sportiva en Lex Ludica: the Court of Arbitration for Sports jurisprudence” in I.S, Blackshaw, R.C, Siekmann, en J., Soek (ed.) The Court of Arbitration for Sports 1984-2004, Den Haag, T.M.C Asser press, 2006, 420-440 526 D. DEDECKER, G. MATTENS, (eds.), Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013, 5. 527 K. FOSTER in R.C.R. SIEKMANN, Introduction to international and European Sports Law, Den Haag, T.M.C Asser Press, 2012, 10. 528 See Andreas Fischer-Lescano, and Gunther Teubner, Regime-Collisions: The Vain Search for Legal Unity in the Fragmentation of Global Law, (2004) 25 Mich. J. Int'l L. 999. 529 K. FOSTER, Global Adminstrative Law: The Next Step for Global Sports Law, paper University of Westminster- School of Law 2012, 1. 2-3. 530 F. LATTY, La lex sportiva. Recherche sur le droit transnational, 305 in L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute

Page 100: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

93    

195. Ondanks deze positieve evolutie is de term lex sportiva niet graag gezien door

het Frankfurts Oberlandesgericht.

“[E]ine von jedem staatlichen Recht unabhängige lex sportiva gibt es nicht”531

2.3.6 Supreme court of sport: Toekomstmuziek?

196. Het was de droom van de oprichters, maar kunnen we vandaag de dag al spreken

van een Supreme Court of sport? Als we de TAS zelf moeten geloven wel. Ze profileert

zich maar al te graag als dé referentie op het vlak van geschillenbeslechting in de sport.

Belgische sportadvocaten volgen die visie, maar enkel op het vlak van

dopinggeschillen. Voor bepaalde andere zaken, zoals contractbreuk bij voetbalspelers,

is dit niet terecht aangezien het arbeidsrecht vaak bepaalde dwingende bepalingen bevat

in een bepaald land waar de TAS arbiters vervolgens niet vertrouwd mee zijn. Daarom

vinden ze het belangrijk dat dergelijke zaken behandeld worden door nationale rechters

die vertrouwd zijn met de rechtspraak en wetgeving van een bepaald land. Al moeten

we verder durven kijken dan onze neus lang is. In alle takken van het recht sijpelt een

geharmoniseerde Europese regelgeving. De arbiters bij het TAS moeten ook het

Europees mededingingsrecht toepassen wanneer dit volgens de zaak nodig is.532 De

harmonisatie zet zich verder.

197. De centralisering en creatie van een system van regels, bijvoorbeeld door de

beroepsprocedures staat vast. 533 In de beroepsprocedure ligt de echte betekenis van

‘supreme’ en dan vooral in dopingzaken. Het TAS kan nog optreden na de beslissing

genomen door de federaties, maar aangevochten door bijvoorbeeld het WADA of de

UCI.

                                                                                                               International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 13. 531 Frankfurt Oberlandesgericht, 18 April 2001, D. Baumann / D.L.V., Sport und Recht, 2001, p. 161 in ibid. 13. 532 M. COCCIA, “Applicable law in CAS proceedings: what to do with EU law?” in M. BERNASCONI en A. RIGOZZI (ed.), Sport Governance, Football Disputes, Doping and CAS Arbitration, Bern, Weblaw, 2009, 69-93. 533 L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 15.  

Page 101: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

94    

2.3.7 Uitdagingen voor het TAS

198. Een kinderziekte die nog steeds sluimert in het TAS is de onafhankelijkheid

tegenover de sportfederaties en het IOC. We kunnen niet ontkennen dat het TAS een

machtsstructuur is. Het zal een uitdaging zijn deze onafhankelijk nog verder uit te

bouwen. Het is een feit dat het TAS nog altijd een privéonderneming is. Zij wenst

uiteraard niet dat bijvoorbeeld het machtige FIFA haar geschillen niet langer finaal zou

settelen bij het TAS. Hierdoor zou het TAS geneigd kunnen zijn om awards in het

voordeel van FIFA uit te spreken.534

199. Dat sportgeschillen te grabbel liggen voor ‘slechte’ afhandeling intern ziet

FOSTER als een kans voor het TAS om te blijven gebruik maken van hun appeal

procedure.535 Verder gaan er stemmen op om alle dopingzaken onmiddellijk, zonder

omwegen bij de door de federaties gecreëerde organen, rechtstreeks bij het TAS te

brengen. Als het TAS echter als eerste en laatste instantie oordeelt over het geschil,

zullen er voldoende waarborgen moeten zijn op een eerlijk proces, zo nodig zal de

procedure en reglementen moeten herzien worden. Gelet op hoe dopinggeschillen

vandaag worden afgehandeld is dergelijke ommezwaai eerder onwaarschijnlijk. Echter

moeten we daar wel aan toevoegen dat bepaalde federaties reeds de stekker uit hun

eigen arbitrage organen hebben getrokken, zodanig dat de volledige jurisdictie bij het

TAS komt te liggen.536

200. In mijn thesis-onderzoek ben ik op uiteenlopende meningen gebotst met

betrekking tot het TAS. Sommige rechtsgeleerden zijn laaiend enthousiast anderen

maken het met de grond gelijk. Door in volgend deel de kenmerken te bekijken kunnen

we achterhalen waar beiden hun argumenten halen.537

                                                                                                               534 Ervaring van sportadvocaten bij Altius. 535 K.FOSTER, The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 32. En http://ssrn.com/abstract=1959909 536 Dit is het geval bij de internationale atletiekfederatie. L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 18-19. 537 De kenmerken hebben zowel betrekking op het TAS en BAS    

Page 102: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

95    

2.4 Kenmerken 2.4.1 Procedurele kenmerken

 201. Ook in de sportwereld vinden due process-normen hun doorwerking. De

Europese unie schenkt eveneens aandacht aan deze fundamentele kenmerken.538 Het

TAS draagt de principes van due process in de sport in zich, bij alles dat zij doet.539

Indien het TAS uitspraak doet die niet voldoet aan de due process-normen kan het

succesvol betwist worden voor het Zwitsers federaal gerechtshof.540 De vraag of de

privaatrechtelijke arbitrage instellingen BAS en TAS wel artikel 6 EVRM moet

respecteren is eveneens aan de orde. Hun ‘thuishavens’ België en Zwitserland hebben

het EVRM ondertekend, maar daar ligt het probleem niet. Zijn het wel rechtsinstanties

die aan de waarborgen van artikel 6 EVRM moeten voldoen? Arbitrage-instellingen die

bij wet door een staat worden ingesteld, worden als gewone rechtbanken beschouwd

waarop art 6 EVRM volledig van toepassing is. Naar analogie dus ook voor de private

arbitrage-instellingen.541 Al is daar in de rechtsleer nog discussie over.542 Het beroep

doen van de partijen op een arbitragerechter, gaat immers noodzakelijk gepaard met de

afstand van enkele procedurele waarborgen die voorzien zijn in art 6 EVRM maar dit

is niet problematisch indien er een vrije wil bestaat van de partijen om hun geschil aan

arbitrage te onderwerpen. Laat dat nu net bij sportrecht wel problematisch zijn.543 Merk

op dat onderstaande indeling spiegelend is aan degene gebruikt bij arbitrage vanaf

randnummer 109.

                                                                                                               538 The Group adopted recommendations on the Principles for Good Governance of Sport in the EU, 2013 11 en 12 en http://ec.europa.eu/sport/library/policy_documents/xg-gg-201307-dlvrbl2-sept2013.pdf 539 L. CASINI, The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 13 540 CAS 2005/A/951 Cañas v/ATP, 23 May 2007, Revised award “le droit d'être entendu du recourant a été méconnu par le TAS. Etant donné la nature formelle de ce droit [...], la sentence attaquée doit être annulée, sans égard au sort qui sera réservé aux arguments subsidiaires avancés par le recourant”.: 541 P., Gilliaux, Droit(s) Europeen(s) à un procès équitable, Brussel, Bruylant, 2012, 926-934. 542 E. VERBRUGGEN, The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14,54-58. 543 verwijzen naar bespreking clausules; randnummer 244.    

Page 103: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

96    

Gelijkheid van partijen

202. Bekijken we hier de gelijkheid van partijen bij de benoeming van de

sportarbiters kunnen we het volgende bemerken.

203. Op het lokale niveau in de federatie gebeurt de benoeming van de arbiters door

de federatie. Bij de meeste federaties hebben de sporters zelfs geen inspraak in het

bestuur van de federatie; het zijn de afgevaardigden van de clubs die de federatie

beheren. Deze afgevaardigden benoemen ook vaak de interne arbitrageorganen. 544 Bij

het opstellen van de lijsten van de arbiters zal men er dus zorg voor dragen niet enkel

arbiters te benoemen komende uit beheersorganen van clubs, maar ook onafhankelijke

arbiters welke geen relatie hebben met clubs.545

204. Het BAS volgt grotendeels de klassieke benoemingsprocedure, zoals die wordt

toegepast in het gemeenrecht. Elk van de partijen stelt zijn ‘panellid’ aan; deze kiezen

dan een voorzitter. De panelleden moeten wel worden gekozen uit een lijst van 60

personen ‘met erkende deskundigheid inzake sport en zo mogelijk een juridische

vorming. Ik volg de rechtsleer die stelt dat In elk geval moet één panellid een jurist

zijn.546 Dergelijke lijst doet toch afbreuk aan de principiële keuzevrijheid? Ik durf

stellen dat het gebruik van een lijst is in de sport aanvaardbaar is. Bij het BAS bieden

de 60 namen een zeer ruime keuze van onafhankelijke panelleden. Wel dient men op te

letten of een arbiter geen binding heeft met een sportfederatie. Een simpele vermelding

bij de lijst zou daaraan tegemoet kunnen komen.

205. De voorzitter van de arbiters heeft bij het BAS de uitsluitende bevoegdheid de

arbiters aan te wijzen in “dopingzaken, licentiegeschillen en aanverwante materies,

zoals bv. patrimoniumaangelegenheden” Dopingzaken of licentiegeschillen zijn zeer

technische procedures welke een zeker beleid en eenheid van rechtspreken

veronderstellen. De bevoegdheid van de voorzitter om de arbiters aan te duiden laat toe

om een zekere eenvormigheid van de rechtspraak van het BAS te bekomen.547

                                                                                                               544 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, (eds.), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 666. 545 art. 262 KBVB-reglement is een voorbeeld hoe op evenwichtige wijze lijsten worden samengesteld 546 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 13.    547 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, (eds.), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 674.

Page 104: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

97    

206. Bij het TAS is er ook een lijst met (meer) te kiezen arbiters. Het is echter logisch,

gelet op de omvang van de organisatie, dat deze veel omvangrijker is dan voor het

BAS.548 De procedureregels voor het TAS verschillen naargelang het gaat om een

gewone arbitrage dan wel of het gaat om een arbitrage als beroep tegen een beslissing

van een federatie of ander sportorganisme. 549 De gewone arbitragekamer en de

beroepskamer worden elk geleid door een voorzitter die onder meer bevoegdheden

heeft inzake benoeming van arbiters.

In de gewone procedure staat het de partijen volgens artikel R40.2 van de TAS-Code

vrij om de wijze van benoeming van de arbiters onderling overeen te komen. Het is

slechts wanneer de partijen hieromtrent niets hebben bepaald, dat de arbiters worden

benoemd volgens de bepalingen van het reglement, Bij ontstentenis van een akkoord

binnen voormelde termijn, wordt de arbiter benoemd door de voorzitter van de gewone

kamer.

In de beroepsprocedure wordt de zaak in de regel voorgelegd aan drie arbiters (R50

TAS-Code). De appellant dient in zijn beroepsakte de arbiter aan te duiden, te kiezen

uit de lijst van de arbiters. De geïntimeerde heeft 10 dagen de tijd vanaf de ontvangst

van het beroep om zijn arbiter aan te duiden, bij gebreke waarvan de voorzitter van de

beroepskamer de arbiter aanduidt voor geïntimeerde. Refererend naar het opmerkelijk

geval waarin derden beroep kunnen aantekenen tegen een zaak waar zij initieel geen

partij waren, zijn er ook voor hen aparte regels om de gelijkheid tussen de partijen te

vrijwaren. In zo een geval zijn er dan meestal twee verweerders, het nationaal orgaan

dat de tucht- straf uitsprak en de atleet. Artikel R.54 van de TAS-code verwijst voor

arbitrage met meerdere eisers of verweerders in de beroepsprocedure naar de regels in

artikel R.41.1. die gelden voor de gewone arbitrageprocedure voor het TAS. Artikel

R.41.1 stelt wel dat indien er drie partijen zijn met verschillend belang en bij gebrek

aan akkoord tussen de partijen de Voorzitter van de beroepskamer de scheidsrechters

van partijen aanduidt. 550

                                                                                                               548 S. DEMEULEMEESTER, W. LAMBRECHT, “Sports justice in Belgium” European sports law and policy bulletin 1/2013, 260-261. 549 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 673  550 ibid. 666.

Page 105: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

98    

Hoor en wederhoor

207. Bij het BAS worden de partijen per aangetekend schrijven opgeroepen ter zitting

van het scheidsrechterscollege.551 In het model dat het BAS ter beschikking stelt als

arbitrageovereenkomst staat te lezen dat het scheidsrechterscollege uitspraak doet na de

uiteenzetting en de middelen van de partijen te hebben aangehoord.552 Artikel 2 van het

BAS-reglement bepaalt dat de arbiters uitspraak kunnen doen op stukken, tenzij één

van de partijen uitdrukkelijk vraagt gehoord te worden. In dit laatste geval is een

mondelinge uiteenzetting door de partijen verplicht.553

208. Bij het TAS bestaat de gewone arbitrageprocedure uit het opstellen en

uitwisselen van schriftelijke besluiten en, indien het college dit wenselijk acht, uit een

mondelinge hoorzitting. 554 Samen met hun schriftelijke opmerkingen, dienen de

partijen alle schriftelijke bewijsstukken waarop zij zich wensen te beroepen, over te

maken aan de andere partij(en). Eens een partij haar schriftelijke bewijsstukken heeft

overgemaakt, is het haar in beginsel niet toegelaten om nog bijkomende stukken aan te

wenden.555

In de beroepsprocedure voor het TAS legt de appellant zijn akte van beroep neer.556 Hij

kan eventueel in dezelfde akte van beroep vragen om de beslissing waartegen beroep is

ingesteld voorlopig te schorsen. Erbij voegt hij een kopie van de statuten, reglementen

of bijzondere overeenkomst welke het TAS aanduiden als bevoegd orgaan in beroep.557

209. Hier merken we de immens grote overeenstemming op met de rechtspleging

voor de klassieke rechtbank. Deze gelijkenis toont aan dat de procedures streven naar

acceptatie ‘van buiten af’. Sportarbitrage wil af van haar vroegere, negatieve imago

kwijt en ze doet dit door haar te spiegelen aan de normen die voor een klassieke

rechtbank.

                                                                                                               551 Art. 13, 4° van het BAS-reglement 552 Paragraaf 2 van het model van BAS-arbitrageovereenkomst 553 J. STEVENS in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 691. 554 Art. R44.1 TAS-Code 555 A. RIGOZZI, L’arbitrage en matière de sport, Basel, Bruylant/Helbing & Lichtenhahn, 2005, 467, nr. 897 556 Art. R48 TAS-Code, Verdere verloop van de procedure; tot art. R55. 557 G. De CROOCK in J. DE HERDT, (eds.), Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 691.  

Page 106: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

99    

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid

210. Dit kenmerk dient een ruimere bespreking. In de sportwereld zijn deze

begrippen zwaarbeladen en voor de meeste organisaties nog altijd een werkpunt.

211. Het Reglement van het BAS (BAS) voorziet geen bijzondere vereisten voor de

arbiters van het BAS. Ze mogen ingevolge artikel 1 van het reglement wel geen deel

uitmaken van de algemene vergadering of raad van bestuur van de vzw BAS of de raad

van bestuur van het BOIC. Bij het BAS ondertekent elke arbiter bij zijn benoeming een

onafhankelijkheidsverklaring. Bovendien deelt hij schriftelijk aan het secretariaat de

feiten en omstandigheden mee die bij de partijen twijfel over zijn onafhankelijkheid

kunnen doen rijzen. Een advocaat die opgenomen is op de lijst van de arbiters bij het

BAS mag niet pleiten voor het BAS. Indien zich in de loop van de arbitrageprocedure

feiten en omstandigheden voordoen die bij de partijen twijfel over zijn

onafhankelijkheid kunnen doen rijzen, brengt de arbiter deze onmiddellijk schriftelijk

ter kennis van het secretariaat en de partijen.558 Het reglement van het BAS voorziet in

een bijzondere interne wrakingsprocedure. 559 Deze regeling is zeer duidelijk

geïnspireerd op de regeling in het Gerechtelijk Wetboek.

212. Ook de onpartijdigheid va, TAS-arbiters en bemiddelaars wordt op

gelijkaardige wijze ingevuld. Zij worden nu benoemd door het ICAS. Maar het ICAS

wordt samengesteld uit vier leden door het IOC en vier leden door de Association of

National Olympic Committees (ANOC).560 Sommigen leiden uit deze samenstelling

af dat het TAS nog steeds afhankelijk is van het IOC. 561 Door middel van een gesloten

lijst systeem wil het TAS juist de nodige waarborgen voorzien voor een kwaliteitsvolle

berechting door arbitragerechters die specialisten zijn in de materie. De gesloten lijst

van arbiters bij het TAS heeft tot gevolg, zeker wat betreft de dopingzaken, dat dezelfde

arbiters worden aangesteld. Zeer gespecialiseerde arbitrage-instellingen, zoals het TAS,

met gesloten lijsten zullen onvermijdelijk tot gevolg hebben dat vaak dezelfde arbiters

zich over dezelfde principes zullen moeten uitspreken. Ook RIGOZZI is van oordeel

                                                                                                               558 art. 11 reglement BAS 559 Art. 13 reglement BAS 560 Art S4 CAS Code 561 L., MISSON.,”Le droit disciplinaire en matière sportive ? C’est du sport !’’ in F ., CULO M., Le droit disciplinaire, Luik, Anthemis, 2009,127-148. E. VERBRUGGEN, The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 89.

Page 107: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

100    

dat in zo een situatie er geen reden is tot wraking.562 Arikelen R33 en R34 bevatten de

gekende wrakingsprocedure. VAITIEKUNAS daarentegen zegt dat het gesloten lijst

systeem juist erg gestuurd is in de richting van de olympische comités.563

All CAS arbitrators owe their presence on the closed list to the olympic governing bodies, thereby creating the appearence of a lack of independence from

them.564

213. Hij pleit voor de hervorming van zowel de structurele banden met de

Olympische beweging, de administratieve banden en het financiële. Sedert 1 januari

2010 is het ook voor een arbiter van het TAS verboden nog als advocaat te pleiten voor

het TAS. 565Maar VAITIEKUNAS wil nog verder gaan.

Appointments to ICAS should exclude members of the IOC, executive members of the IFs, NFs and NOCs and their employees and anyone recently in these roles.566

214. In tegenstelling tot wat bleek in het gemeenrecht, wordt bij het TAS wel een

poging gedaan om deze begrippen een invulling te geven. Artikel S14 stelt dat bij het

selecteren van arbiters onder meer de volgende parameters in acht worden genomen:

“full legal training, recognized competence with regard to sports law and/or international arbitration, a good knowledge of sport in general and a good command

of at least one CAS [TAS] working language”.

In een interessant arrest van het Federaal Gerechtshof in Zwitserland was de vraag aan

de orde of een professor die vijf jaar voor de datum waarop hij door het WADA werd

belast met een bezoldigde opdracht om toezicht te houden op de naleving van de

procedures inzake doping, nog wel kon zetelen als arbiter indien WADA partij was in

de procedure. Het Federaal Gerechtshof zag hierin geen probleem.567

                                                                                                               562 A. RIGOZZI, L’arbitrage en matière de sport, Basel, Bruylant Hel- bing & Lichtenhahn, 2005, 494. 563 A. VAITIEKUNAS, The Court of Arbitration for Sport: Law-making and the question of independence, Stämpi Verlag, Bern, 2015, 348 p in A. DUVAL “Questioning the (in)dependence of the Court of Arbitration, Int. Sports Law J. 2016, 253-255. 564 A. VAITIEKUNAS, The Court of Arbitration for Sport: Law-making and the question of independence, Stämpi Verlag, Bern, 2015, 189. 565 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 670. 566 A. VAITIEKUNAS, The Court of Arbitration for Sport: Law-making and the question of independence, Stämpi Verlag, Bern, 2015, 198. 567 TF 29 oktober 2010, 4A_234/2010 in G. DE CROOCK in J. DE HERDT, J. KERREMANS, Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 684.

Page 108: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

101    

Motivatieplicht

215. Bij het BAS doet men zeer veel moeite om de uitspraken leesbaar te houden.

Die motivering heeft bij sportarbitrage dezelfde doelstelling als in het gemeenrecht.

De sporter moet weten op welke gronden en om welke redenen het arbitragecollege zo

heeft beslist.

216. Ook bij het TAS voelt men vrijwel natuurlijk aan dat hun beslissingen een

deugdelijke motivering vereisen. Op z’n minst omdat ze een dermate grote impact voor

de sporter hebben. In de motivering kan soms de gezaghebbende term ‘lex sportiva’

vallen. Er is echter ook een keerzijde aan de medaille: een simpele verwijzing naar het

lex sportiva, houdt het gevaar in dat de TAS arbitragerechter, niet meer voldoende zal

motiveren waarom hij tot een bepaalde beslissing kwam. De TAS arbitragerechter komt

dan in verleiding om een geschil te beslechten op de grond van het lex sportiva, zonder

de zaak afdoende te motiveren. 568

Behandeling binnen redelijke termijn

217. Hier vinden we ook een verschil terug met het gemeenrechtelijk besproken

kader. Het begrip ‘redelijke termijn’ zal in sportarbitrage een andere invulling krijgen.

De specificiteit en de gemiddelde duurtijd van de sportcarrière vereisen een (razend)

snelle behandeling. Waardoor ipso facto de redelijke termijn snel(ler) zal overschreden

zijn.

218. Het BAS stelt in haar modelovereenkomst dat het scheidsrechterscollege dient

uitspraak te doen binnen vier maanden na de datum van ondertekening van de

arbitrageovereenkomst. 569 De voorzitter van het scheidsrechterscollege deelt de

arbitrale uitspraak per aangetekend schrijven mee aan de partijen en legt de uitspraak

                                                                                                               568 I. BLACKSHAW, R.C, SIEKMANN en J., SOEK(ed.) The Court of Arbitration for Sports 1984-2004, Den Haag, T.M.C Asser press, 2006, 441-455.(445) 569 Paragraaf 5 van het model van BAS-arbitrageovereenkomst

Page 109: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

102    

neer ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg.570 In het gemeenrecht is, en zeker

voor de klassieke rechter, vier maanden voor een volledige behandeling kort. Het BAS

laat zich vooral kenmerken in de media door haar snelle beslissingen, onlangs besliste

ze op één week tijd de behandeling van een voetballicentie.571

219. In artikel R32 van de TAS Code wordt bepaald dat de termijnen beginnen te

lopen vanaf de dag na de kennisgeving. Er bestaat discussie of de dag van kennisgeving

bepaald moest worden aan de hand van het recht van het land waarin de kennisgeving

ontvangen wordt, dan wel naar het recht van de arbitrage-instelling. Om de

eenvormigheid te behouden, lijkt het meest praktische het Zwitserse recht toe te

passen.572

Recht van toegang tot een rechter

220. Zowel bij het BAS als TAS zorgt dit soms voor de nodige discussie. Dit kenmerk

wordt besproken bij de problemen van sportarbitrage, omdat het zeer nauw

samenhangt met de clausule- en uitvoerbaarheidsproblematiek.573

                                                                                                               570 Dit laatste wordt door sommige auteurs niet nodig geacht, daar moest het later nog tot een vernietigingsprocedure komen, men dan nog naar de griffie ermee kan stappen. art. 13, voorlaatste en laatste paragraaf van het model van BAS-arbitrageovereenkomst) 571 N. ROUVROIS; “Geen licentie voor White Star Brussel”, 12 april 2016, (www.sport.be/nl/voetbal/article.html?Article_ID=762628) en D. GEYPEN “Geen licentie voor White Star Brussel” 6 mei 2016, (www.voetbalkrant.com/nl/nieuws/lees/2016-05-06/geen-licentie-voor-white-star-brussel) 572 E. VERBRUGGEN, The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 74 e.v 573 Zie infra.  

Page 110: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

103    

2.4.2 Intrinsieke kenmerken

Deskundigheid

 

221. De deskundige arbiter moet sportwereld verstaan. Daar is zowel de sporter, zijn

entourage als de leek het mee eens. Het gebruik van verboden middelen in algemene

context en in de sportwereld heeft een verschillende impact, gewoonten en gebruiken,

gezagsverhoudingen. Het is een feeling en dus niet te leren via handboeken, maar door

praktische en jarenlange ervaring onder het motto ‘al doende leert men’.

 

222. In sportcontext gaat de deskundigheid soms ten koste van de juridische

onderlegging. Iets wat in het BAS opgelost wordt door minimum 1 jurist in het panel

te laten zetelen. Ik volg enkele sportadvocaten in hun ervaring dat men, ondanks de

mondialisering van de sportwereld, uitkomt bij een relatief kleine wereld van

professionele actoren. Toch zeker wat geschillenbeslechting betreft. In Vlaanderen, en

België bij uitbreiding, zijn het aantal full time sportadvocaten op twee handen te tellen.

Ook in de rechtsleer ziet men zowel internationaal als nationaal veel dezelfde namen

terugkomen.

 223. Bij het TAS zijn de 330 arbiters uit 87 landen ook zeer deskundig onderlegt.

Mensen die in de juridische sportwereld terechtkomen, doen dit meestal uit passie en

specialisatie. Het is wel opletten dat die passie niet de bovenhand neemt en in conflict

komt met de onafhankelijkheid en onpartijdigheid.

Loyaliteit

224. De evaluatie van het begrip loyaliteit is in sport niet eenduidig te beantwoorden.

Oprechtheid, eerlijkheid en betrouwbaarheid zijn zwaarbeladen termen. In het

gemeenrecht spraken we van het creëren van een vertrouwensband. Laat die in

sportarbitrage nu net zoek zijn. Dit is vooral te verklaren door de houding van de

federaties en grote organisaties. Opnieuw ligt mijns inziens de oorzaak van dit gevoel

aan de tussenkomst van een machtige instantie zoals het WADA of UCI, waar zij in de

initiële procedure geen partij waren.

Page 111: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

104    

225. RIGOZZI stipt aan dat tussen de federaties een groot interpretatieverschil ligt.

Grote federaties zullen problemen langs de statuten bekijken, de kleine zijn vaak

contractueel gebonden verbonden met hun leden. Vanuit het TAS worden de federaties

en interne beslissingen niet zo hoog aangeschreven. RIGOZZI stelt formeel; ‘the more

independant they are the better’, maar het geeft geen zin om 2 soorten TAS te creëren.

Het zou een te zware druk zijn om dezelfde standaard te verwachten binnen de

federaties.574

226. De procedurele loyaliteit moet eveneens gegarandeerd worden in sport. In de

bewijsvoering voor arbitrage zit geen hiërarchie.575 Waardoor men in het verleden vaak

de absurde verdedigingen te horen krijgt. Denken we aan de cocaine kus.576 Het getuigt

mijns inziens van een deloyale proceshouding indien men dergelijke oncontroleerbare

argumenten zou gebruiken.

Snel en flexibel

227. We zijn het erover eens dat sportarbitrage snel moet gebeuren. Paragraaf 5 van

het model van arbitrageovereenkomst van het BAS bepaalt dat de arbitrale uitspraak

moet zijn gewezen binnen VIER maanden na ondertekening van de arbitrageovereen-

komst. Dit is een gevaarlijke bepaling volgens VAN HOUTTE. Sommige gevallen

namen 6 maanden, andere zelfs1,3 jaar in beslag. Wellicht is het veiliger aan de ‘vier

maanden’ toe te voegen dat de BAS deze termijn eventueel kan verlengen. 577 In de

praktijk zullen sommige zaken al veel sneller behandeld zijn. Het BAS voorziet in haar

reglementen wel geen procedure op hoogdringendheid, maar ze maakt dat ruimschoots

goed doordat ze even snel ten gronde kan oordelen als de burgerlijke rechter in kort

geding. 578

                                                                                                               574 A. RIGOZZI., Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. (19 februari 2016) 575 ibid 576 CAS 2009/A/1926 International Tennis Federation (ITF) v. Richard Gasquet & CAS 2009/A/1930 World Anti-Doping Agency (WADA) v. ITF & Richard Gasquet, award of 17 December 2009The Guardian, “Richard Gasquet escapes ban after CAS clears him over positive cocaine test” 17 december 2009. (consultatie 2 april 2016) 577 H. VAN HOUTTE, De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 16.  578 R. VOLCKAERT, F. VOLCKAERT, “Arbitrage in de sport: een must?” T.Sport 1997(4), 180- 195

Page 112: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

105    

Wat de arbitrageprocedures conform het reglement van de Koninklijke Belgische

Voetbalbond (KBVB) betreft, bepaalt het model van arbitrageovereenkomst van de

KBVB dat de scheidslieden uitspraak moeten doen binnen de drie maanden na de datum

van de ondertekening van de arbitrageovereenkomst. 579

228. Procedures voor het TAS zijn over het algemeen genomen wel iets trager dan

het BAS. De meeste duren tot de 6 en 12 maand. 580 Vaak is dit te wijten aan de

uitgebreide administratieve fase en het aantal zaken. Dat zijn er ongeveer 300 per jaar

die bij het TAS worden geregistreerd. DE CROOCK haalt aan dat alle documenten naar

Zwitserland dienen te verhuizen, vertalingskosten inclusief. Al bevestigen de

uitzonderingen aan beide kanten van het spectrum (korte en lange zaken) de regel.581

Confidentialiteit

229. Ook hier zien we grote verschillen met het gemeenrecht. Privacy is de sport is

een utopie. Het leven van sporters is een maar al te graag onderwerp van berichtgeving

en (roddel)pers. Meer nog wanneer deze in een geschil betrokken zijn, ongeacht of het

nu on-field of play of off is. Vermoeden van onschuld bestaat niet in de sport. Als sporter

ben je kansloos in de rechtzaal van het volk. Deze ondenkbare redenering in het

gemeenrecht kent vooral bij dopinggeschillen uitwerking. Enerzijds maken mensen

vaak die beoordeling omdat de bewijsverzameling op een zeer technisch

wetenschappelijke manier gebeurd, anderzijds vergeet en vergeeft men niet. Zonder in

een ethisch discours te vervallen is het zo dat een dopinggeschil vaak een onuitwisbare

smet op de carrière en het leven van een sporter.582

230. We moeten in sportarbitrage af van de spreekwoordelijke doofpot. Vooral de

zaken ARMSTRONG en LANDIS in het wielrennen zijn spijtige voorbeelden.

LANDIS werd beticht van dopinggebruik tijdens een rit in de Ronde van Frankrijk. Hij

publiceerde alle feiten en alles uit zijn procedure online. Door zijn toedoen is de

                                                                                                               579 J. STEVENS in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 698. 580 http://www.tas-cas.org/en/general-information/frequently-asked-questions.html 581 Bijvoorbeeld de zaak tussen MUTU en FC Chelsea sleepte zo’n 10 jaar aan. 582 S. KUMAR, A Study of Development of Arbitration in the Resolution of Disputes in the Field of Sports, paper Pune- Symbiosis International University Law School, 8 Januari 2014, 4. en http://ssrn.com/abstract=2376109

Page 113: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

106    

discussie geopend met betrekking tot de transparantie in dopingzaken. Een uitgebreide

bespreking zou ons te ver leiden, maar passend is wel de roep naar meer transparantie.

Waar men in het gemeenrecht geldige redenen heeft om arbitrage (soms) confidentieel

te houden, heeft men in de sport dit niet. Door deze stelling ondermijn ik evenwel

voorgaand pleidooi voor meer vermoeden van onschuld. Het is een moeilijk evenwicht

waar volgens mij geen pasklare oplossing voor is.

231. Eens de ‘awards’ geveld zijn, zie ik net als RIGOZZI, geen reden om deze niet

te publiceren.583 Het zit in de genen bij het TAS om niet te publiceren. Maar dan kom

je voor de situatie waar de ene partij iets aanhaalt uit een vorige zaak waar hij zelf bij

was, andere niet. Het BAS publiceert echter wel systematisch en snel haar uitspraken

op haar website.

Toegankelijkheid

232. In sportzaken zien we dat de toegang tot informatie over geschillenbeslechting

bij sporters leidt tot een groter besef van hun rechten en wat ze kunnen ondernemen om

die rechten te beschermen. Dit als resultaat van een betere communicatie tussen de

verschillende beleidsniveau’s en door een aantal gemediatiseerde zaken.584

233. De toegang tot de procedure voor het BAS verloopt volgens de sportadvocaten

zeer vlot. Echter zijn de zittingen van het BAS zijn de zittingen niet openbaar.

Behoudens in geval van toestemming van het arbitragecollege en van de partijen, zijn

de zittingen dus niet toegankelijk voor personen die niet in het geding betrokken zijn.

Luidens art. 13, lid 3, kunnen partijen persoonlijk verschijnen of zich laten

vertegenwoordigen door een familielid of een advocaat. Het is opmerkelijk dat beide

partijen nagenoeg altijd vertegenwoordigd zijn door een advocaat. Dit duidt erop dat

partijen het BAS beschouwen als een formele procedure waarvoor de bijstand van een

advocaat vereist is.

                                                                                                               583 A. RIGOZZI, A., Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. (19 februari 2016) en http://www.asser.nl/about-the-institute/events/?id=877 584 N. DAVIS, M. TEAGUE, S. OGIER, Report into Sports Dispute Resolution and Sports Tribunal. 2009, (rapport Martin Jenkins), 1.

Page 114: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

107    

234. Voor het TAS ligt de toegankelijkheid moeilijker. Zelfs in de moderne tijden,

waar alle afstanden relatief zijn, is de geografische ligging van het TAS te Lausanne in

Zwitserland een obstakel. De plaats van arbitrage is steeds Lausanne (Zwitserland), ook

wanneer de hoorzitting op een andere plaats doorgaat. Dit geldt ook wanneer de ad hoc

divisie van het TAS op Olympische spelen of andere internationale meetings ter plaatse

is om onmiddellijk via arbitrage recht te spreken. 585 Op de site van het TAS vinden we

de E-filing procedure. Het is geen online middel om een procedure te starten daar het

reglement vereist dat al een voorafgaande aanvraag is ingediend.586 Ook het gebruik

ervan moet gevraagd worden aan het TAS Court office door middel van een

registratieformulier. Iedere gematigde krijgt een login en kan de pagina van de zaak

bekijken alsook documenten toevoegen. Merk op dat dit forum enkel kan gebruikt

worden als alle partijen akkoord zijn. Een stap in de goede richting, al blijven de

zittingen in Lausanne, en dus ook de verplaatsing, tot op vandaag nog noodzakelijk.

235. De toegankelijkheid wordt ook mede bepaald door de kostprijs. Een korte studie

van de zaken die reeds voor het TAS kwamen maakt duidelijk dat het merendeel wel

bekende (lees: rijke) sporters gaat. Voor sommigen is het een drempel om niet verder

te gaan en zelfs te stoppen met de sportbeoefening zoals Femke van de Driesche, voor

anderen blijft een financiele put achter. (keisse)

236. Het CEPINA-reglement in het gemeenrecht voert aan dat “indien de partijen of

één van hen niet opdagen, hoewel zij regelmatig zijn opgeroepen, het scheidsgerecht

gemachtigd is om zijn opdracht niettemin te volbrengen, nadat het zich ervan heeft

vergewist dat de oproep de partijen heeft bereikt en dat zij geen geldig excuus hebben

aangevoerd om hun afwezigheid te rechtvaardigen” 587 Hetzelfde geldt voor het

reglement van het TAS, het BAS en de KBVB.588

                                                                                                               585 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 689. 586 Art. R38 of the CAS Code) or a Statement of Appeal (Art. R48) 587 Artikel 17, lid 4 van het CEPINA-reglement, De ICC Arbitration Rules bevatten een gelijkaardige bepaling (art. 26, lid 2 ICC Arbitration Rules). 588 Respectievelijk, artikel R44.5 van de ‘Statutes of the Bodies Working for the Settlement of Sports-Related Disputes’ van het TAS en paragraaf 2 van het model van arbitrageovereenkomst van het BAS en de KBVB) in J.STEVENS in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 693.

Page 115: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

108    

Goedkoop?  

 237. Het BAS is zeker goedkoop in vergelijking met het TAS. Al moeten we ons

behouden om geen appelen met peren te vergelijken. De Belgische organisatie

vergelijken met het internationale TAS is wellicht op financieel vlak een brug te ver.

Artikel 28 van het BAS-reglement omvat de aard en het bedrag van de arbitragekosten.

De kosten van het aanhangig maken van de zaak bedragen voor:

- individuele sport: niet-professionele sportbeoefenaars: 100 €

- individuele sport: professionele sportbeoefenaars: 250 €

- clubs: 250 €

- licentiezaken: 1.000 €

238. De eventuele andere kosten en uitgaven verbonden aan de arbitrage, zoals de

honoraria en kosten van de door het arbitragecollege benoemde deskundigen of de

uitgaven gedaan door de partijen, behoren niet tot de arbitragekosten. Het

arbitragecollege beslist wie deze kosten en uitgaven draagt. Uit navraag blijkt dat de

administratieve kosten tussen de 100 – 500 € bedragen afhankelijk van de complexiteit

van de dossiers. De kosten voor de 3 arbiters komen meestal neer op 900 euro. Alles bij

elkaar genomen schommelen de gemiddelde kosten tussen de 11.000 en 16.000 €. 589

239. De situatie bij het TAS is anders;

The ordinary procedure involves paying the relatively modest costs and fees of the arbitrators, calculated on the basis of a fixed scale of charges, plus a share of the

costs of the CAS.590

Vooral de terminologie, ‘relatively modest’ doen de gemiddelde wenkbrauw al fronsen.

Relatief ten opzichte van wat? De klassieke rechtbank of andere arbitrale organen? Ook

wanneer men in sportgeschillen naar de rechtbank trekt, vb. arbeidsrechterlijk of voor

sport-crimes vallen de kosten mee, in principe enkel de dagvaardingskosten en als je

verliest de rechtsplegingsvergoeding. De rechters zelf (de procedure) kost je niets en de

arbeidsrechtbank, vooral het arbeidshof, is toch zeer deskundig op dat vlak.

                                                                                                               589 Bedragen uit gesprek met mevr. Bosmans, werkzaam bij het BAS 590 http://www.tas-cas.org/en/general-information/frequently-asked-questions.html  

Page 116: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

109    

240. Wanneer de TAS handelt als gewone arbitrage-instelling dient een

verzoekschrift te worden neergelegd. Waarna de verzoeker een bedrag, Court Office

Fee, moet storten van 1000 Zwitserse frank. (Iets meer dan 900 euro) Deze vallen onder

de noemer ‘administratieve kosten’. Zowel de arbitrageprocedure in ‘eerste aanleg’ als

de voorziening in hoger beroep, kunnen te allen tijde beëindigd worden als de partijen

zich verzoend hebben. De partijen verliezen dan wel de duizend Zwitserse Franc

waarmee ze het geschil aanhangig maakten. Bovendien kunnen de extra kosten die

reeds gemaakt zijn, op beide partijen verhaald worden.591

241. De procedure mag dan wel opgestart worden, daarmee is wat betref het

kostenplaatje de kous niet af. Artikel R64 en volgende van de TAS Code komen hier in

werking. Merk op dat de waarde van de vordering meespeelt. Voor een goed begrip van

onderstaande tabel is nodig te weten dat 1 Zwitserse Frank, 0,90 euro is.

242. Ook de kosten ter vergoeding van de arbiter kunnen al te hoog oplopen. Uit

rondvraag blijkt dat het rond de 35.000 Zwitser frank draait voor 3 arbiters (31.645,25

euro) en 18.000 Zwitserse frank voor een enkele arbiter. (16.274,70 euro).592 Dergelijke

bedragen bevorderen de toegankelijkheid hoe dan ook niet. Voor het verdere verloop

hier werkt men met bedragen gelinkt aan de vordering. De voorzitter en het secretariaat

generaal kunnen die bedragen aanpassen, zowel naar boven als naar onder.593 De meeste

                                                                                                               591 Art R 42 en r 56 CAS Code 592 Ervaringen van de advocaten bij Altius.    593 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 21.

Page 117: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

110    

aangehaalde reden daarvoor is de stijgende complexiteit van de zaak. Daarnaast komt

nog hun vergoeding voor verplaatsingskosten, hotel en zelfs maaltijden. Ondenkbaar in

het gemeen recht. VAITIEKUNAS stelt voor om de renumeratie van de arbiter te

spiegelen aan de vaste bedragen van de staatrechters. Dit bedrag ligt vast, ongeacht hoe

en hoeveel zaken ze behandelen.594

243. Er bestaat wel een systeem van rechtsbijstand sinds 2013 bij het TAS, maar

sportadvocaten hebben dit nog maar weinig toegepast gezien. Het is een aparte

procedure binnen het TAS waarover het ICAS zich zal uitspreken. De toch wel

subjectieve voorwaarde is dat de natuurlijke persoon, gebasseerd op zijn inkomen en

activa, niet genoeg heeft om de procedure te voeren waardoor hij niet meer in de kosten

van zichzelf en zijn gezin zal kunnen voorzien.595

 

 

2.5 Arbitrageclausules

2.5.1 Probleemstelling; illusie van vrije wil

244. In het kader van deze regelgevende en rechtsprekende functie voorzien bepaalde

sportbonden in hun reglement op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze in een interne

arbitrageregeling. Soms bevat het reglement een specifieke referentie naar arbitrage bij

een extern orgaan, zoals het BAS of TAS. 596 Clubs die wensen deel te nemen aan een

georganiseerde competitie zijn verplicht om het door die sportbond uitgevaardigde

reglement, met inbegrip van de geschillenbeslechting via arbitrage, te aanvaarden. Zij

zijn ook dan ook verplicht in geval van geschil met de federatie, dit te laten beslechten

via arbitrage. Ook spelers die in competitieverband wensen aan te treden zijn principieel

verplicht zich akkoord te verklaren met de reglementen van de betrokken sportbond.

PIERS stelt in dit verband dat het er in feite op neerkomt dat door de arbitrage te

weigeren, de speler ook zijn kans om deel te nemen aan wedstrijden verlaagt. 597

Paulsson spreekt in dergelijk geval van een “purported consent” die vaak louter fictief

                                                                                                               594 A. VAITIEKUNAS, The Court of Arbitration for Sport: Law-making and the question of independence, Stämpi Verlag, Bern, 2015, 199 in A. DUVAL “Questioning the (in)dependence of the Court of Arbitration, Int. Sports Law J. 2016, 253-255. 595 http://www.tas-cas.org/en/arbitration/legal-aid.html 596 C. COOMANS, en K. LEMMENS, “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 542. 597 (M. PIERS, Secto- rale arbitrage, o.c., 130  

Page 118: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

111    

is.598 Wat echter wel geen probleem vormt is de vereiste vooropstellen om eerst de

interne rechtsmiddelen uit te putten.599

245. In al deze gevallen kan dan de vraag worden gesteld of het centrale principe van

de wilsautonomie gerespecteerd wordt. Ik durf, net zoals vele rechtsleer, stellen dat er

in de sport inderdaad geen vrije wil is en dit principe geschonden wordt. 600 Gedwongen

arbitrage is in sport een feit. Daar we gezien hebben hoe belangrijk de wilsautonomie

is in het gemeen recht, des te erger men hier het aan de kant schuift. Een

scheidsrechterlijk beding is nochtans niet in strijd met artikel 6, lid 1 van het EVRM,

althans voor zover daarin zonder dwang werd toegestemd.601

246. Een dwang van een federatie op een sporter om een arbitrage-beding te

aanvaarden maakt dit beding of deze overeenkomst nietig. Federaties mogen ook niet

eisen dat een lid de toestemming van de federatie moet krijgen om naar de rechtbank te

gaan in plaats van zich aan arbitrage te onderwerpen.602

247. Anderzijds trekt men een analogie met het arbitrage-beding in

verenigingsstatuten. Door lid te zijn van een vereniging heeft men het arbitrage-beding

in de verenigingsstatuten aanvaard. Zo verwees de rechter in eerste aanleg naar de leer

van de toetredingscontracten om te oordelen dat een wielrenner gebonden is door het

arbitragebeding aangezien hij door zijn toetreding ook de reglementen van zijn federatie

heeft aanvaard.603 Deze redenering staat lijnrecht tegenover de visie dat de toestemming

van de sporter niet worden afgeleid uit de goedkeuring van het reglement.

                                                                                                               598 J. PAULSSON, “Arbitration of international sports disputes”, Arb.Int’l 1993, 359-370 599 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 18 ev. 600 Zie bijvoorbeeld art 68.1 FIFA Statuten:” The Confederations, Members and Leagues shall agree to recognise CAS as an independent judicial authority and to ensure that their members, affiliated Players and Officials comply with the decisions passed by CAS. The same obligation shall apply to licensed match and players’agents.” In art 68.2 FIFA statuten staat zelfs een verbod om naar de gewone rechter te stappen.( FIFA, FIFA Statuten, 1 januari 2013, www.fifa.com). 601 P. LEMMENS, “Het beroep op de rechter in sportzaken” in A. DE BECKER (ed.), Sport en Recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, 89; EHRM 27 februari 1980, Deweer v. België, § 49. 602 BAS; (houtte bas p 10) 603 Voorz. Luik 27 nov 2007, Ius & Actores 2009, 153-168.    

Page 119: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

112    

2.5.2 In België

248. Toegepast op de voetbalsector bevat het reglement van de KBVB een eigen,

specifieke arbitrageregeling.604 Deze interne arbitrageregeling strekt ertoe geschillen

tussen clubs en aangeslotenen via arbitrage te beslechten.605 Extern voorziet artikel

20.23 van het reglement van de KBVB dat de sporter beroep kan aantekenen tegen de

beslissing van het Vlaams dopingtribunaal bij het TAS. Met andere woorden, de clubs

die lid zijn of zich willen aansluiten bij de KBVB zijn verplicht om de rechtsmacht van

de interne arbitrageorganen van de KBVB te aanvaarden.606

249. Zelfs de wetgever erkent impliciet de verplichte arbitrage in het sportrecht. Het

artikel 10 van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van

doping in de sport voorzien in een beroep bij het TAS tegen een beslissing van WADA

houdende de toekenning of weigering van een TTN (toestemming wegens

therapeutische noodzaak voor het gebruik van een verboden stof of methode). Het

besluit van de Vlaamse regering van 19 oktober 2012 houdende uitvoering van het

decreet van 25 mei 2012 voorziet in artikel 80 eveneens in een verhaal voor bepaalde

partijen bij het TAS voor betwistingen inzake aangifteverzuim van verblijfgegevens of

gemiste dopingcontroles.607

250. Een beperking vinden we terug voor de minderjarige, aangezien hij juridisch

onbekwaam is om zich te verbinden tot een arbitragebeding.608 Maar voor de rest kan

worden afgeleid dat bepalingen die een verbod bevatten voor de leden van verenigingen

om hun zaak voor de rechtbank te brengen, nietig zijn.609 Het past niet in een rechtstaat

dat een private organisatie de toegang tot een overheidsrechter zou ontzeggen. Het

verbod om beroep te doen op de rechter was tot voor enkele jaren – en in sommige

statuten nog steeds – opgenomen in alle statuten van de sportfederaties. 610

                                                                                                               604 zie art. 1761 KBVB-reglement beschikbaar op www.belgianfootball.be/nl/bondsreglement 605 J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 663. 606 M. PIERS, Sectorale arbitrage,, Antwerpen, Intersentia, 2007, 125. 607 J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 689. 608 R. BLANPAIN, Wettelijkheid en onwettelijkheid in de Belgische voetbalsport, Leuven, 1964, 48. 609 Cass. 29 september 1967, Arr.Cass., 1968,141. 610 C. COOMANS, “de roep op een sportrechtbank, een gerechtvaardigde eis” Limb. Rechtsl., 1992, 2, 142.

Page 120: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

113    

2.5.3 Internationaal 252. In 1991 publiceerde het TAS een “Guide to Arbitration,” met daarin

verschillende standaard arbitrageclausules. Zowel om toe te voegen in contracten tussen

2 partijen als in de statuten van sportfederaties.611

Any decision made by...[insert the name of the disciplinary tribunal or similar court of the sports federation, association or sports body which constitutes the highest internal tribunal] may be submitted exclusively by way of appeal to the Court of Arbitration for Sport in Lausanne, Switzerland, which will resolve the dispute definitively in accordance with the Code of Sports-related Arbitration. The time limit for appeal is twenty-one days after the reception of the decision concerning the appeal. 612

253. Specifiek voor de olympische spelen ondertekenen de atleten verplicht volgende

clausule; I shall not constitute any claim, arbitration or litigation, or seek any other form

of relief in any other court of tribunal. Alle atleten die deelnemen aan de Olympische

Spelen moeten zo’n overeenkomst tekenen waarbij zij de exclusieve rechtsmacht

erkennen van het CAS als er een geschil met betrekking tot doping of selecties

voordoen. Men kan zich dan ook afvragen of er hier geen onevenwicht is tussen de

contractpartijen. De atleet die immers deze overeenkomst niet ondertekent, zal zijn

deelname aan de Olympische Spelen aan zijn neus zien voorbij gaan. Geen deelname

aan de Olympische Spelen zal met zich mee brengen dat de atleet heel wat sponsoring

en mogelijkheden tot premies ontloopt. Opnieuw ontbreekt de vrije wil.613

 2.6 Beperkingen en problemen van sportarbitrage

2.6.1. De Geldingskracht, herziening en tenuitvoerlegging

254. De juridische waarde van een arbitrage-uitspraak is duidelijk. Artikel R46 van

de TAS-Code bepaalt dat de arbitrale uitspraak finaal en bindend is voor de partijen.

Een arbitrale uitspraak is net als een jurisdictionele rechtshandeling tegenstelbaar aan

                                                                                                               611 http://www.tas-cas.org/en/arbitration/standard-clauses.html 612 www.tas-cas.org/en/arbitration/standard-clauses.html + I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 19. 613 VERBRUGGEN, E., The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 11.

Page 121: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

114    

derden. Denk hierbij in het kader van de TAS procedure waar wedstrijdorganisatoren

of sportclubs die een sporter ondanks schorsing toch laten deelnemen aan wedstrijden.

De arbitrale uitspraak kan niet worden aangevochten in de mate dat (i) de woonplaats,

gewoonlijke verblijfplaats of bedrijfsvestiging van de partijen niet in Zwitserland is

gelegen en (ii) de partijen het instellen van rechtsmiddelen uitdrukkelijk hebben

uitgesloten. Behoudens in genoemd geval, is de arbitrale uitspraak vatbaar voor

vernietiging bij het Federaal Gerechtshof.614

255. Wat de mogelijkheid betreft om de uitspraak van het TAS te laten herzien door

een rechtsinstantie die art 6 EVRM moet respecteren, staat enkel het Zwitserse

Hooggerechtshof open, die werkt als een soort cassatierechter. 615 Hij kan de uitspraak

van het TAS enkel hervormen. 616 Het Zwitsers Hooggerechtshof lijkt alleszins de

uitputting van rechtsmacht na behandeling door het TAS te aanvaarden. Zo kan een

beslissing enkel op de gronden voorzien in art 190 IPRG worden vernietigd.617 Een eerst

mogelijke grond is dat de arbitragerechter onrechtmatig werd aangesteld of de

arbitrage-instelling onregelmatig werd samengesteld. Deze vernietigingsgrond kan

worden aangewend bij het verwerpen van de wraking door de ICAS. Het gebeurt vaak

dat de redenen van wraking pas bekend worden aan een partij na de uitspraak. Het

Federaal Gerechtshof is echter vrij streng, in deze zin dat de partij zich niet op het feit

zal kunnen beroepen indien zij dit feit kon achterhalen, maar naliet terzake enige

opzoeking te doen. 618 Een volgende nietigheidsgrond doet zich voor wanneer de

arbitrage-instelling zich onbevoegd verklaart of onrechtmatig bevoegd verklaart. Deze

nietigheidsgrond zal zelden voorkomen daar Het Federaal Gerechtshof aanvaardt met

welwillendheid het bestaan van een arbitrageovereenkomst welke vervat zit in de

reglementen. Misschien komt daar met de Pechstein zaak verandering in? Zie

                                                                                                               614 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 704. 615 Zwitserland voorziet in art 176-199 IPRG een regeling voor arbitragegeschillen met een buitenlands aspect. J., LUKOMSKI, ‘Arbitration clauses in sport governing bodies’ statutes: consent or constraint? Analysis from the perspective of Article 6(1)of the European Convention on Human Rights’, The International Sports Law Journal 2013, 60-70. 616 M., ARROYO, Arbitration in Switzerland: The Practitioner's Guide, Londen, Kluwer Law International, 2013, 204-264. 617 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 709 En E. VERBRUGGEN, The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 65. 618 TF 4 augustus 2006, 4P.105/2006, Bull. ASA 2007, 110–111

Page 122: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

115    

onderstaand randnummer 259. Ook nietig is een arbitrale uitspraak waar de arbitrage-

instelling niet alle grieven heeft beantwoord en oordeelde ultra petita. Het

arbitragecollege zal dus steeds de limieten van het proces welke partijen hebben

afgebakend door hun eis, moeten respecteren. Vervolgens komen ook de schending van

de gelijkheid van de partijen of hun hoorrecht in aanmerking als redenen tot

nietigverklaring, eveneens als een schending van de openbare orde. 619 Dergelijke

procedures zijn niet altijd onwenselijk in de sport. Op basis van die uitspraken over

onvolkomenheden in bijvoorbeeld de reglementering gaan altijd meer achterdeurtjes

dicht.Dat is best een goede zaak.620

256. De internationale tenuitvoerlegging van TAS uitspraken gebeurd volgens het

Verdrag van New York. Gelet op de besproken kenmerken van de TAS, voldoet de

organisatie om naar Zwitsers recht wel degelijk als arbitrage-instelling door het leven

te gaan. Omwille van het Verdrag van New York moeten andere landen dan ook in se

de uitspraken van het CAS erkennen. Partijen die niet overtuigd zijn van de legitimiteit

van het TAS als arbitrageorgaan, kunnen eventueel trachten om via de omweg van art

5.2 Verdrag New York alsnog de uitspraak niet uitvoerbaar verklaard te zien. Dit kan

als het geschil volgens het land waar de uitvoerbaarheid wordt gevraagd, niet vatbaar is

voor arbitrage. Zo zou bijvoorbeeld een geschil dat door het TAS beslecht werd met

betrekking tot een arbeidsovereenkomst met de sporter, in België niet uitvoerbaar

verklaard kunnen worden als de arbitrageovereenkomst voorafgaand aan het geschil

met betrekking tot de arbeidsovereenkomst werd gesloten.

257. De tenuitvoerlegging van arbitrage in nationale sportfederaties, zoals de KBVB,

zorgt voor weinig problemen.621 Meestal zijn in de reglementen van een federatie

sancties voorzien wanneer de leden de uitspraken van de federale rechtsprekende

organen niet respecteren. Dit bevordert een vrijwillige uitvoering van de uitspraak en

maakt exequatur vaak overbodig. Zo bepaalt artikel 1761.27 van het reglement van de

KBVB als volgt:

                                                                                                               619 I. BLACKSHAW, “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 23 e.v . 620 Advocaat Luc DELEU in I. MORIAU “In de sport is men helaas vaak schuldig tot bewijs van het tegendeel”, Juristenkrant 2009, 8-9. 621 Art. 1761.26 KBVB-reglement

Page 123: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

116    

“Zonder afbreuk te doen aan het exequatur van de Rechtbank van eerste aanleg, maakt de andere partij de zaak aanhangig bij de Secretaris-generaal, wanneer één

van de partijen de arbitragebeslissing niet vrijwillig uitvoert. Dit maant de in gebreke blijvende partij aan de uitspraak uit te voeren, onder bedreiging van sancties gaande

tot schrapping”. 622

258. Anders ligt de verhouding van de Belgische rechter met uitspraken van het TAS.

Hij lijkt echter niet altijd overtuigd van de internationale uitvoerbaarheid van een TAS

uitspraak. Vooral over de reikwijdte is er discussie. Zo lijken sommige Belgische

topsporters er wel in te slagen om procedures voor de ‘gewone’ burgerlijke rechter te

brengen terwijl dat het CAS het geschil al heeft beslecht of aan het beslechten is. Een

voorbeeld is de zaak Keisse. 623 Ook hier komt de aangehaalde problematiek van

organisaties die beroep kunnen aanteken, hoewel ze geen initiële partij waren. De zaak

Keisse is spijtig genoeg ook het voorbeeld geweest van het labyrint in verhouding

tussen arbitrage en de gewone rechter in casu de Kortgedingrecher en het Hof van

Beroep te Brussel. Het WADA en de Union Cycliste Internationale (UCI) wierpen een

exceptie van onbevoegdheid op. Volgens hen kon de Belgische rechter op basis van het

Verdrag van New York de zaak niet meer behandelen.624 Toch sprak de Belgische

rechter zich uit en kon Keisse starten op grondgebied België en met name in de

zesdaagse van Gent. Later haalde hij ook zijn gelijk voor de rechter in Amsterdam,

zodat hij ook daar kon deelnemen. Dit terwijl de schorsing, opgelegd door het TAS nog

niet was afgelopen.625 Met een waar kat-en-muis spel tot gevolg.626

                                                                                                               622 G. DE CROOCK in J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 712. 623 CAS 6 juli 2010, 2009/A/2014, ASBL Royale Ligue Vélocipédique Belge (RLVB) & Iljo Keisse ;S., Spoormakers, De zaak Iljo Keisse: komedie, Humo 3672, 3 januari 2011. 624 D., DEDECKER “De verhouding tussen sport en recht” in D. DEDECKER (eds.), Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013,47-48. 625 W.VAN STEENBRUGGE, “Rechtertje spelen kan net zo min in de sport”, Support 2010, 13. 626S. DEMEULEMEESTER, W. LAMBRECHT, “Sports justice in Belgium” European sports law and policy bulletin 1/2013, 257.

Page 124: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

117    

Tijd voor hervorming?: Pechstein

259. We kunnen deze titel niet beeindigen zonder aandacht te besteden aan de

Pechstein case. 627 Op 15 januari 2015 volgde een uitspraak in Munchen van het

oberlandesgericht dat een impact zal hebben op het TAS, zoveel is zeker.628

 De Duitse schaatster, Claudia Pechstein, kreeg in 2009 van de internationale

schaatsfederatie (ISU) 2 jaar schorsing opgelegd voor bloeddoping. 629 Peichstein

ontkende met klem en trok naar het TAS. 630 Wegens gebrek aan afdoende

bewijsmateriaal bevestigde het TAS de schorsing in november 2009. In december 2010

trok ze al naar het Zwitsers Hooggerechtshof om een injunctie te vragen waardoor ze

zou kunnen meedoen aan de Winter olympische spelen in Vancouver. Haar aanvraag

werd geweigerd. Pechstein trok vervolgens ten strijde bij de nationale rechtbank om

haar schorsing onwettig verklaard te zien, net als 4,4 miljioen (!) euro

schadevergoeding.

 De schaatsfederatie verdedigt zich door te wijzen op het finaal en bindend karakter van

de TAS uitspraak. In eerste instantie sprak de Duitse rechter in eerste aanleg

(landesgericht) zich uit over de geldigheid van de arbitrageclausule in de reglementen

van de internationale schaatsfederatie. Daarin staat te lezen dat alle dopinggeschillen

verplicht bij het TAS moeten worden beslecht. De nationale (!) rechtbank verklaarde

voorafgaande arbitrageovereenkomst nietig en niet bindend omdat het niet met vrije wil

was afgesloten, en als het ware, dwingend opgelegd was aan de sporter als voorwaarde

om te kunnen deelnemen aan de sport. Maar los van deze kwestie had Pechstein zich

wel vrijwillig onderworpen aan het TAS in haar beroepsprocedure en was ze dus

weldegelijk gebonden door de uitspraak.

                                                                                                               627 sterk in de media aanwezig: Matt Slater, ‘Claudia Pechstein puts sport's supreme court on trial’ (BBC Sport, 19 February 2015); Brian Homewood, ‘Pechstein ruling threatens sport's arbitration system, says CAS’ (Reuters, 27 March 2015). 628 Oberlandesgericht (OLG) München, 15 January 2015, Az. U 1110/14 Kart. https://openjur.de/ u/756385.html. 629 Overigens is Pechstein niet betrapt op het gebruik van verboden middelen doordat ze in haar lichaam aanwezig waren, men heeft haar geschorst op verhoogde waarden, getest tijdens wedstrijden en trainingen A. DUVAL, B. VAN ROMPUY, “Protecting Athletes’ Right to a Fair Trial Through EU Competition Law: The Pechstein Case” in C. PAULUSSEN, T. TAKACS, V.LAZIC, B. VAN ROMPUY, Fundamental Rights in International and European Law Public and Private Law Perspectives, s.l, Springer ebooks, 2016, 245-276. 630 CAS 25 november 2009, 2009/A/1912, P v ISU.

Page 125: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

118    

Pechstein trok vervolgens in beroep tegen deze beslissing bij het Oberlandesgericht in

München die haar redenering wel volgde en stelde dat haar dopingschorsing onwettelijk

was en dat ze opnieuw moest gehoord worden over de volledige zaak, inhoudelijk ten

gronde, ongeact het bestaan van de TAS uitspraak. Het oberlandesgericht motiveerde

zich dat de arbitrageclausule een misbruik van dominantie in hoofde van de

sportfederatie uitmaakt. En dat gaat in tegen het Duitse mededingingsrecht, net als de

structuur van het TAS positief vooringenomen is ten aanzien van sportorganen en

negatief ten aanzien van de individuele sporter.631 Ook de samenstelling van het TAS

wordt sterk in vraag gesteld. Bij een appeal procedure wordt de voorzitter van het panel

van arbiters gekozen door het ICAS, dat niet onpartijdig zou zijn. Deze rechtbank

oordeelt dat Pechstein haar recht op een onpartijdige en onafhankelijke behandeling niet

heeft opgegeven omdat ze spontaan bij het TAS is gaan aankloppen, ze kon niet anders

indien ze haar zaak snel wou behandeld zien om alsnog een deelname aan de

olympische spelen te verzekeren. Het Duitste oberlandesgericht verklaarde de TAS

uitspraak dus niet bindend omdat ze onwettig is.

 260. Deze beslissing legt een mogelijks een tijdbom onder wat al die tijd courante

praktijk was in de sport; de verplichte arbitrageclausules. Eindelijk. Want er was al een

grote aanhang van voor deze uitspraak dat dergelijke clausules niet geldig zijn. Het is

dan ook een beslissing die wereldwijd sterk becommentarieerd werd omdat men de

draagwijdte en impact van dergelijke nationale beslissing moeilijk kan inschatten.

 261. Het TAS kon op dergelijke rechtzaak niet blijven zwijgen. In een

persmededeling stelde ze het volgende;

'The CAS and international arbitration generally provide for the only system capable of international applicability and consistency for international sport...The fact that state courts would reopen cases involving their national athletes endangers the international effectiveness and the harmony of the decisions rendered in dis-ciplinary matters related to sport. Decisions related to disciplinary matters could take many years after the actual competition to become final, while all the numerous legal remedies are being exhausted. The risk of contradictory decisions would be also higher with athletes being able to compete in certain countries but not in others. This would affect the credibility of sport more generally. It must be emphasized that, also in Germany, various state courts have previously recognized and upheld the jurisdiction of the CAS.

The CAS was created to answer a need of all the stakeholders of international                                                                                                                631 ook het bestaan van de closed list wordt bekritiseerd

Page 126: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

119    

sport...However, the CAS cannot prevent a foreign court contradicting the decisions of the Swiss Supreme Court. The CAS is active in almost all countries around the world and adapting its system and procedures to accommodate each national jurisdiction is not feasible. It is always prepared to listen and analyse the requests and suggestions of its potential us-ers...However, such consultation must be independent of individual interests related to an existing dispute. The CAS will continue to improve and evolve with changes in international sport and best practices in inter-national arbitration law.'632

If, like in the Pechstein/ISU case, arbitration agreements were to be considered as invalid by state courts, even when not challenged at any stage during the arbitration, then the basic principles of international arbitration would be compromised.633

262. Op het moment van het indienen van deze masterproef kan ik nog geen uitspraak

doen over wat het Bundesgerichthof in deze zaak zal beslissen. Vervolg verwacht op 7

juni 2016. Dan beslissen het Bundesgerichtshof, of hij bevestigde de neergeslagen 15

januari uitspraak van het München Oberlandesgericht en laat de vergoeding proces van

de vijfvoudig Olympisch kampioen tegen ISU. Pechstein heeft de World Association

aangeklaagd van zo'n vijf miljoen euro aan schadevergoeding. 634 Wordt zeker

vervolgd…

2.6.2 Voorlopige en bewarende maatregelen 263. Het feit dat het scheidsgerecht reeds is samengesteld en de arbitrageprocedure

reeds aanhangig is, doet geen afbreuk aan de keuzemogelijkheid die partijen hebben

met betrekking tot het vorderen van voorlopige en bewarende maatregelen635 Indien

men deze rechter vat in sportzaken, wordt aangenomen dat de voorwaarde van het

uitputten van de interne beroepsprocedure bij de sportfederaties, niet moet worden

nageleefd. De situatie wordt dan ook slechts voorlopig geregeld tussen de partijen.636

                                                                                                               632 J. HERBERT, Faster, higher, stronger - Court of Arbitration for Sport 11 June 2015 en www.twobirds.com/en/news/articles/2015/uk/faster-higher-stronger--court-of-arbitration-for-sport (consultatie 1 mei 2016) 633 http://www.tas-cas.org/fileadmin/user_upload/CAS_statement_ENGLISH.pdf 634 X. “Streit mit Verband: Entscheidung im Pechstein-Prozess erst im Juni’ Spiegel Online, www.spiegel.de/sport/sonst/claudia-pechstein-bgh-entscheidet-erst-am-7-juni-ueber-klage-a-1081259.html (consultatie 1 mei 2016) 635 J. STEVENS J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 669. 636 H. VAN HOUTTE, “Gerechtelijke Controle over Tuchtmaatregelen van verenigingen”, RW 1971, 1963.

Page 127: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

120    

264. Zowel bij het TAS als BAS kunnen voorlopige en bewarende maatregelen

worden gevraagd. Zij kunnen dit alleen als de mogelijke interne procedures van de

sportfederatie of sportorganisatie uitgeput zijn.637 Zal dus in de praktijk al vaak te laat

zijn, waardoor hier de weg voor de overheidsrechter hier noodzakelijk blijft openliggen.

2.6.3. Arbeidsrechtelijke problemen

265. Deze problematiek vindt men ook terug in het gemeenrecht. Beding van

onderwerpen aan arbitrage van een arbeidsgeschil, voorafgaandelijk is verboden

(vrijwillige ondertekening van een dergelijke beslissing na verbreking van de

arbeidsovereenkomst kan wel) 638 Artikel 1676 §5 Ger. W stelt dat onder voorbehoud

van de bij wet bepaalde uitzonderingen, iedere arbitrage-overeenkomst gesloten voor

het ontstaan van een geschil, waarvan de arbeidsrechtbank kennis moet nemen

krachtens de artikelen 578 tot 583 van rechtswege nietig is. Artikel 13 van de

arbeidsovereenkomstenwet639 bepaalt dat werknemers en hun werkgevers zich niet

vooraf mogen verbinden om die aan scheidsrechters voor te leggen.640

266. Hetzelfde geldt voor betaalde sportbeoefenaars die hun werkzaamheden in

dienstverband verrichten. Artikel 9 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomst

voor betaalde sportbeoefenaars bepaalt: “De betaalde sportbeoefenaars en hun

werkgevers mogen zich niet bij voorbaat verbinden om de geschillen die uit de

toepassing van deze wet ontstaan aan scheidsrechters voor te leggen”.641

Deze algemene regel komt tevens tot uiting in, bijvoorbeeld, het reglement van de

KBVB. Zo bepaalt artikel 1761, overweging 13 van het KBVB-reglement dat geschillen

inzake arbeidsovereenkomsten van trainers of spelers enkel aan arbitrage kunnen

worden onderworpen mits beide partijen de arbitrage aanvaarden in een na het ontstaan

van het geschil gesloten arbitrageovereenkomst.642

                                                                                                               637 Art R37 CAS Code. 638 Arb. Gent 28 dec 1992 in R. VOLCKAERT, “Arbitrage in de sport: een must?” T.Sport 1997(4), 183. 639 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978 640 J. DE HERDT, ‘(eds.) Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 656. 641 D. DEDECKER, Overeenkomsten in het sportrecht, Gent, Story Pu- blishers, 2009, 31 642 zie ook: Arbrb. Brussel 8 maart 1982, JTT 1982, 268-269; Arbrb. Hasselt 24 juni 1974, RW 1975-76, 372-375; M. PIERS, Sectorale arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 61).

Page 128: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

121    

267. De Belgische wetgeving lijkt daarover klaar en duidelijk. Desalniettemin gaat

de FIFA de jurisdictie bij het TAS leggen wanneer het gaat om een arbeidsrechtelijk

geschil, vb. tussen een Belgische club en een buitenlandse speler, volledig tegen de

Belgische wetgeving in, maar op grond van artikel 177 van de Swiss Federal Act on

Private International Law .643

2.7 Toekomst van sportarbitrage

268. Het einde van deze masterproef naderend, schikt het om eens naar de toekomst

te kijken. Ik zie twee mogelijke wegen. Ofwel gaat men sportarbitrage nog meer naar

het model van de klassieke rechtbank brengen, ofwel radicaal naar de andere kant van

het spectrum namelijk die van bemiddeling.

269. Een zeer ‘arbitrage- kritische’ paper is van de hand van SANDU.644 Deze

bemiddelaar stelt dat arbitrage geen valabele oplossing meer biedt voor de huidige

sportgeschillen. Daar waar arbitrage faalt stelt hij bemiddeling voor als oplossing. Hij

ziet het juist als een negatieve evolutie dat men de alternatieve oplossing van arbitrage

is gaan internaliseren en institutionaliseren. Hij haalt enkele, naar mijn mening niet

representatieve, voorbeelden aan van lange arbitrage-procedures. Hij beroept hij op het

feit dat arbitrage nu ook geformaliseerd is en dat er vrijwel geen verschil meer is met

traditionele litigatie. Hij stelt voor om een derde een kader te laten scheppen waarbinnen

communicatie tussen de partijen kan plaatsvinden om zo tot een oplossing te komen.

Deze methode zou goedkoper, sneller en minder stress met zich meebrengen dan

arbitrage.645

270. Reeds in 1997 kwam MAESCHALCK met de vraag of er in de sport ook plaats

was voor bemiddeling. 646 Hij haalt terecht aan dat de sportwereld, ondanks haar

mondialisering, een kleine wereld is waar telkens dezelfde actoren elkaar tegenkomen.

In de meeste gevallen moeten ze met elkaar verder. In die context iemand voor de

                                                                                                               643 S. DEMEULEMEESTER, “Sports justice in Belgium” European sports law and policy bulletin 1/2013,361. 644 C. SANDU, “ADR in Sport Disputes: Should Mediaton be used over Arbitration?” Conflict Studies Quarterly Issue 11 2015, 57. 645 Zelfs TAS doet het V. HESSE, “Is Mediation Suitable To Resolve Sports Related Disputes?” Law in Sport, 2014. from http://www.lawinsport.com/articles/item/is- mediation-a-suitable-to-resolve-sports-related-disputes. 646 J. MAESCHALCK, “Mediation, ook in de sport?” T.Sport 1997, 132-137.

Page 129: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

122    

rechtbank brengen is gelet op de toekomst niet bevorderlijk. Al kan ik hier, na dit werk,

aan toevoegen dat voor de sporter en zijn entourage, de arbitrage-procedures evenzeer

als een rechtbank aanvoelt en dus ook dezelfde nadelen draagt. Persoonlijk vind ik het

zeer moeilijk een kant- en klare oplossing te verdedigen, elk van de aangezochte

organen, overheid – en sport hebben hun voor en nadelen. Ik denk dat meer dan in

andere sectoren er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen de soorten

geschillen, zodat men zeer case-to-case gericht een passende, efficiënte oplossing kan

bieden. Niet alles leent zich tot arbitrage, maar de geschillen die zich er wel toe lenen,

dienen goede en positieve afloop, met een passende, onafhankelijke procedure.

271. Hoewel ik de redenering van voorstanders van bemiddeling goed onderbouwd

vind, vrees ik voor haar succes in de sport. Naar mijn inzien zijn we vanaf de Jaren 90

de weg opgegaan van een professionalisering en gelijkschakeling met de klassieke

rechtbank. Het lijkt mij een te kostbare weg om te verlaten.

Page 130: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

123    

IV. Conclusie

Eindigen doe ik met de beginvraag ‘is arbitrage in de sport nu wel arbitrage en is het

succesvol?

Hetgeen in de tussenconclusie gesteld in dachte, dient de eerste deelvraag genuanceerd

beantwoord te worden. Organen die bevoegdheid hebben gekregen om aan arbitrage te

doen in de sport zijn gegroeid uit dat klimaat van zelfregulering en autonomie. De vrees

voor de ondeskundige behandeling door de klassieke rechtbanken deed de verschillende

beleidsniveau in actie schieten. De keuze voor een alternatieve

geschillenbeslechtingsmethode was snel gemaakt. Sport leent er zich, gelet op haar

mondiaal karakter, ideaal toe.

Dit moeten we nuanceren door inderdaad te stellen dat niet alle geschillen zich zullen

lenen tot arbitrale afhandeling. Off-field of play geschillen zoals contractbreuk,

arbeidsrechtelijk en commerciële geschillen dienen naar mijn mening niet

weggetrokken te worden uit de klassieke, deskundige rechtbanken. De clausules die de

toegang tot de rechtbank verbieden waren onhoudbaar en stellen vandaag te dag nog

weinig problemen, ze genieten geen geldingskracht meer, iets wat niet kan gezegd

worden van arbitrageclausules. De illusie van de vrije wil en het verplichtend karakter

in hoofde van de sporter zijn bedenkelijk. Echter pasklare oplossingen zijn er niet. De

meest logische lijkt mij om pas een arbitrage-overeenkomst te sluiten na het onstaan

van het geschil, de vraag is of federaties en het IOC daar gehoor zullen naar hebben.

Het is volgens mij een kwestie van evenwicht te zoeken tussen de wilsautonomie en de

noodzaak aan uniforme beslissingen van het hoogste sportorgaan. Laten we de sporters

vrij in de gerechtelijke en buitengerechtelijke wereld staat dat laatste begrip op de

helling. Er kan in de toekomst werk gemaakt worden van verplichte arbitrageclausules,

maar enkel en alleen als de arbitrage dan ook voldoet aan de voorwaarden die men van

geschillenbeslechting in de sport mag verwachten.

Uit de procedurele kant van die opgerichte instellingen (BAS en TAS) kunnen we

stellen dat ze meer doen dan enkel arbitrage. Gaande van beroepsinstantie tot

bemiddelaar en adviseur. Dergelijke naamskeuze is op z’n minst verwarrend.

Page 131: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

124    

Een volgende vraag die we dienden te stellen was of in het geval ze arbitrage toepassen,

het wel voldoet aan de kenmerken van arbitrage in het gemeenrecht. Een vergelijkende

studie bracht volgende pijnpunten naar boven. De gelijkheid van partijen verzet zich

volgens mij niet in het verplicht gebruiken van een closed list van arbiters, op

voorwaarde dat duidelijk is waar en hoe deze personen met de sport verbonden zijn.

Het grootste punt van kritiek heb ik op de tussenkomst van internationaal sterke

organisaties in procedures waar zij initieel geen partij in waren. Het zorgt voor

ongelijkheid en een gevoel van onpartijdigheid in het labyrint van macht en geld, wat

de sportwereld toch wel is. Andere kenmerken zoals deskundigheid, snelheid, en

flexibiliteit vult de sportwereld, mijns inziens evenwel beter in dan de

gemeenrechtelijke arbitrage. De kostprijs is eveneens bedenkelijk, toch zeker voor het

TAS.

Arbitrage in de sport heeft nog niet alle kenmerken verworven van de gemeenrechtelijke

arbitrage of de klassieke rechtspleging. En misschien hoeft dat ook helemaal niet.

Maak het TAS verder onafhankelijk en klassificeer het onder een echte

wereldsportrechtbank, met mondiaal afdwingbare vonnissen en behoudt de interne

geschillenbeslechtingssystemen binnen de federatie en eventueel een nationaal

arbitrage-orgaan als noodzakelijke eerste filter. Dergelijk ondoordringbaar systeem met

wereldwijde geldingskracht is wellicht zeer utopisch. Maar zolang er geen duidelijkheid

komt over de geldingskracht van arbitrale vonnissen kunnen zaken zoals Keisse en

Pechstein, die met succes de nationale overheidsrechter opzoeken, blijven komen. De

grootste uitdaging voor het TAS ligt ,volgens mij, in het durven ageren tegen grote

speleres zoals het WADA, UCI en UEFA. Het feit dat zij beroep kunnen instellen

‘wanneer ze dat wensen’ mag dan misschien al ingeburgerd zijn in de sport, het is

procesrechtelijk onbegrijpelijk. Door ze te laten tussenkomen bij de initiële procedure,

zelfs intern, voorkom je volgens mij ellenlange en onpartijdig aanvoelende rechtszaken

voor het TAS.

De vraag of sportarbitrage dus een succes is, durf ik voorzichtig positief te

beantwoorden mits er enkele noodzakelijke wijzigingen op vlak van onafhankelijkheid

Page 132: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

125    

komen. Net als duidelijkheid over de geldigheid van de verplichte arbitrageclausules en

de geografische en juridische draagwijdte van arbitrale uitspraken.

Ik hoop dat U, net als ik, met passie voor de sport dit werk bekeken heeft en inziet welke

juridische, sociale en economische toekomst de sport tegemoet gaat, inclusief een

deugdelijke geschillenbeslechting.

Ann-Sophie De Buck

Mei 2016

Page 133: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

126    

V. Bibliografie

  Wetgeving Arbeidsovereenkomstenwet Betaalde Sportbeoefenaars Artikel 13, 27, 144, 145 van de grondwet (GW) Artikel 2 van de wet van 24 mei 1921 tot waarborg der vrijheid van vereniging. Decreet van 2 maart 1977 houdende de erkenning en subsidiëring van landelijk georganiseerde sportverenigingen Decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening (BS 11 juni 1991) Decreet van 13 juli 2007 inzake medisch (en ethisch) verantwoorde sportbeoefening (BS 13 september 2007) Modelwet inzake internationale handelsarbitrage van 1985, aangenomen door de Commissie van de Verenigde Naties voor het Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL) op 21 juni 1985 MvT Doc. 53 2743/001, 5. Overweging B Resolutie 2006/2130 (INI) van het Europees Parlement over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa (29 maart 2007), www.europarl.europa-eu. Overwegingen E en F, 16 Resolutie 2006/2130 (INI) van het Europees Parlement over de toekomst van het beroepsvoetbal in Europa (29 maart 2007), www.europarl.europa-eu.

EUROPESE COMMISSIE, Witboek Sport, 11 juli 2007, COM (2007) 391, 21p. Europees witboek van de sport (online zoeken)

EVRM (art.6, 11)

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, BS 29 augustus 2005.

Verdrag van Amsterdam, 2 oktober 1997

Verdrag van New York, 10 juni 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechtelijke uitspraken,

Verdrag van Nice, 10 maart 2001

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Rechtspraak KG Rb. Namen 7 september 2007, JLMB 2007, al. 36, 1519-1520. Cass. 29 september 1967, Arr.Cass. 1968, (141) 147 Cass. (Verenigde kamers) AR C.10.0508.N, 30 mei 2011 (Vlaams Doping Tribunaal vzw, Vlaamse Gemeenschap / X.M-V.) Cass. (3e k.) AR S.14.0001.N, 26 januari 2015 (Koninklijke Sportvereniging Cercle Brugge vzw / RSZ)

Page 134: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

127    

Cass. (1e k.) AR C.11.0323.N, 11 januari 2013 (Belgische Staat / D.B., K.L.) CAS 6 juli 2010, 2009/A/2014, ASBL Royale Ligue Vélocipédique Belge (RLVB) & Iljo Keisse Criquielion/Bauer Corr. Oudenaarde 16 maart 1992, Sportrechtspraak 2012, p202 EHRM, Albert and Le Compte v. Belgium,1983 EHRM, Golder t. United Kingdom, 1975 Ger. 30 september 2004, T-313/02, Meca-Medina en Majcen t. Europese Commissie HvJ 16 maart 2010, C-325/08, Jur. 2010, I-2177 (Olympique Lyonnais SASP / Olivier Bernard, Newcastle UFC), afgekort: Bernard-arrest HvJ 12 december 1974, Walrave & Koch t. Union Cycliste internationale, nr. 36/74 PbEG 1974, p. 1405, NJ 1975, 148. HvJ 15 juni 1964, 6/64 Costa/ENEL HvJ 14 juli 1976, 13/76, Dona t Mantero, Jur. 1976. 1333. HvJ 15 december 1995 -, C-145/93, Union Royale Belge des Sociétés de Football association t. Bosman OLG (Oberlandesgericht) München, 15 January 2015 RvS 14 juli 2010, nr. 206.618 (Malisse) en 206.617 (Wickmayer) Arbitrale uitspraken BAS, 15/05/2015, SPORTCLUB EENDRACHT AALST V.Z.W./ KONINKLIJKE BELGISCHE VOETBALBOND V.Z.W BAS, 5/05/2015, VZW ROYAL ANTWERP FOOTBALL CLUB/ KONINKLIJKE BELGISCHE VOETBALBOND V.Z.W BAS, 29/10/2015, Futsal MY-CARS ROSELIES/UNION ROYALE BELGE DES SOCIETES DE FOOTBALL-ASSOCIATION BAS, 02/03/2015, BAD OUPEYE/ LIGUE FRANCOPHONE BELGE DE BADMINTON. BAS, 29/04/2016, L’ASBL CLUB DE FOOTBALL ROYALE UNION WALLONNE CINEY/ L’ASBL UNION ROYALE BELGE DES SOCIETES DE FOOTBALL ASSOCIATION CAS 10 /09/1992, 92/A/63, Gundel v FEI CAS 29/11/2002, 2002/A/370, L v IOC. CAS ad hoc (OG Salt Lake City), Korean Olympic Comm. /Int’l Skating Union CAS 27/05/2007, IAAF/Ligue Royale Belge d’Athlétisme & R.E.S., onuitg..

Page 135: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

128    

Rechtsleer Tijdschriften BLACKSHAW, I., “ADR and Sport: Settling Disputes Through the Court of Arbitration for Sport, the FIFA Dispute Resolution Chamber, and the WIPO Arbitration & Mediation Center” Marq. Sports L. Rev 2013, 57p. BLACKSHAW, I., “The ‘Specificity of Sport’ and the EU White Paper on Sport: Some Comments,” INT’L SPORTS L.J 2007, 87–88. CAMU, G.,“Wat is het verwachtingspatroon van de grote ondernemingen betreffende arbitrage?” Jura Falc. 1992-1993 nr 4, 487- 492 CASAER, D., FLAMANT, K., “Eigen opzeggingsregels voor sporters discrimineren, stelt arbeidshof”, Juristenkrant 2014, afl. 290, 5 CHADWICK, S., “From outside lane to inside track: Sport management research in the twenty-first century.” Management Decision, 2009, 47(1),191–203. CLAESSENS, H., “Sport, ongevallen en aanspraklijkheid in het privéleven: wat zegt de rechtspraak?” Medius 1992, afl. 3, 15-16. COLETTE, M., JANS, K., “Agressie tegen scheidsrechters: een praktisch voorstel” Juristenkrant 2012, afl. 256, 10-11. COOMANS, C., “De toen geboden voor een degelijke tuchtrechtspraak”, Sport en Recht 2001, nr. 44; 380-383 COOMANS, C., “De roep op een sportrechtbank, een gerechtvaardigde eis” Limb. Rechtsl 1992, 2, 141. COOMANS, C., “De voorzitter in kort geding: sportrechter bij uitstek?” R.W. 1990-1991, 141-142. COOMANS, C., en LEMMENS, K., “De groene tafel of de rechtbank. Waar haalt de sportbeoefenaar zijn gelijk?” in 15de VRG Alumnidag 2008, Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 519-548. DE HERDT, J., VERHELST, S., “De aanpak van strafrechtelijke problemen in de sport door private organisaties: de Koninklijke Belgische Voetbalbond als casestudy”, NC 2012, afl. 1, 19-39 en http://www.nullumcrimen.be/ DE KEERSMAECKER, S., LACOMBLE, J., “De grondslag en de reikwijdte van de onderwerping van de sportieve rechtsorden aan de rechtsorde van de Staat”, T. Sport 1997, 43-45 DEMEULEMEESTER, S., LAMBRECHT, W., “Sports justice in Belgium” European sports law and policy bulletin 1/2013, 253-269. DE PAUW, N., Stadionverboden: voor ieder wat wils, maar een echte supporter wil zijn eigen ploeg ondersteunen, Orde van de dag Voetbal en criminaliteit 2015, afl. 70, 14-21. DE RUYSSCHER, M., “Stating the obvious? Een arbiter is geen werknemer” (noot bij UK Supreme Court 27 juli 2011), TBH 2012, 251. DE TAVERNIER, P., “Rechter tackelt arbiter: wel geen maar geen fout”, De Juristenkrant, 10 september 2002, nr. 53. 7. DE TAVERNIER, P., GEUDENS, G., “Ruiter vindt bondgenoot in kortgedingrechter” De Juristenkrant 2004, 13 DUBEY, J. B., en DUPONT, J. L., “Droit Européen et Sport: Portrait d’une cohabitation”, J.T Dr. Eur 2002, 85, 1.

Page 136: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

129    

DU JARDIN, J., “Rechtspraak in tuchtzaken door de beroepsorden: toetsing van de wettigheid door het Hof van Cassatie”, RW 2000-01, (785) 787 DUVAL, A., “Questioning the (in)dependence of the Court of Arbitration, Int. Sports Law J. 2016, 253-255. EPSTEIN, A., “Alternative Dispute resolution in Sport Management and the Spor Management Curriculim” Journal of legal aspects of sport 2002, 153– 182. FOSTER, K., “Is there a Global Sports Law?”, Entertainment Law 2003,18. GEERAERT, A., SCHEERDER, J., BRUYNINCKX, H., “The governance network of European football: introducing new governance approaches to steer football at the EU level” International Journal of Sport Policy and Politics, Volume 5, Issue 1, 2013, 113-132. GUILLAUME, G., “Le précédent dans la justice et l’arbitrage international” Journal de droit international 2010, 685. HANOTIAU, B., CAPRASSE, O., “Les droits de la défense dans la procédure arbitrale”, RCJB 2010, 461. HENDRICKX, F., “De Bosman-zaak twintig jaar later: nog steeds een mijlpaal”, Sportrecht Journaal 2015, 6. HELSON, J., “Dopingsancties: privaat (tucht)recht of publiek recht?”, www.vdelegal.be, 1. HESSE, V.,“Is Mediation Suitable To Resolve Sports Related Disputes?” Law in Sport, 2014. from http://www.lawinsport.com/articles/item/is- mediation-a-suitable-to-resolve-sports-related-disputes. KEUN, O., “200 jaar Vrede van Gent”, Geschiendenis 2014, en http://g-geschiedenis.eu/2014/02/14/200-jaar-vrede-van-gent/ KORNBECK, J., “Lisbonisation without regulation: engaging with sport policy to maximise its health impacht?” Int Sport Law J. 2015, 15: 112-122. LAMBRECHTS, W., “Ons rechtssysteem”, in Werkgroep Sportrecht in Beweging (eds.), Handboek voor sportrecht, Gent, Die Keure, 1995, 8. LAWSON, R., “Arbitrage en artikel 6 EVRM: vrijheid in gebondenheid” TvA 1996, 157-166. MAESCHALCK J., DE OST, E., GEUENS, P., “De interne geschillenbeslechting in het volleybal” T. Sport 1997, 49-56. MAESCHALCK, J., “Mediation, ook in de sport?” T.Sport 1997, 132-137. MOORE, S.F., “Law and Social Change: The Semi-Autonomous Field as an Appropriate Field of Study”, Law and Society Review 1973, 719. MORIAU, I., “In de sport is men helaas vaak schuldig tot bewijs van het tegendeel”, Juristenkrant 2009, 8-9.

MORRIS, P., LITTLE, G., “Challenging Sports Bodies’ Determinations” Civil Justice Quarterly 1998, 128-130.

NOGUEIRA, A., “Sport, infopagina over de Europese unie”, 05/2015 in Eurofeiten 2016, 4. PARRISH, R., “The Politics of Sports Regulation in the European Union”, Journal of European Public Policy,2003, 246-262.

Page 137: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

130    

PAULSSON, J., “Arbitration of international sports disputes”, Arb.Int’l 1993, 359-370 PIERS, M., DE MEULEMEESTER, D., “Nieuwe Arbitragewet; België is voortaan een ‘UNCITRAL Modelwet’-land” NJW 2013, 726-736. PIERS, M., FLAMEE, M., DE MEULEMEESTER, D., “Belgium welcomes the UNCITRAl model law in its new arbitration law” RArb 2014, 33. PIERS, M., “Arbitrage, deskundigenonderzoek en bemiddeling: gevaar voor verwarring” IPR 2005, 40-50. PUT, J., “Rechtshandhaving door administratieve sancties in het recht”, RW 2001-2002, 1195-1196. RONSE, J., “Marginale toetsing in het privaatrecht”, TPR 1977, 211. SANDU, C., “ADR in Sport Disputes: Should Mediaton be used over Arbitration?” Conflict Studies Quarterly Issue 11 2015, 57-68. SCHUTT, S., “Zijn het E.V.R.M en het B.U.P.O ook supranationaal?”, Jura Falc 1993-1994 , jaargang 30, nr 2, 296-299. SERBY, T., “The Council of Europe Convention on Manipulation of Sports Competitions: the best bet for the global fight against match-fixing”, Int’l Sports L.J 2015, 83-100. SIEKMANN, R.C.R., “Oratie: Wat is sportrecht: Een herrijking van begripsinhoud en terminologie.” Tijdschrift voor Sport en Recht (TvS&R) 2011/3. 81-87. STERKENS, M., BREWAEYS, L., LENVAIN, P., “Openbare weg: bijzonder gebruik”, bijdragen in Bestendig Handboek Verkeer 2002, IV.35.1 - IV.39.2 15. VAN BEYLEN, K., “De sportbeoefenaar en het verbod om beroep te doen op de rechtbank”, Jura Falc., 1982,553. VAN DEN BOGAERT, S.C.G., “De zaak Bernard: het Hof van Justitie laat opleidingsvergoedingen toe in het voetbal”, BJU Tijdschriften 2010, aflevering 8, 265- 272. VAN DAMME, K., “Bindende derdenbeslissing en arbitrage: waar ligt de grens?”, noot bij Antwerpen, 26 juni 2000, P & B, 2001, 187. VAN GERVEN, D., “Arbitrage meer dan ooit een alternatief voor de rechtbank (het nieuwe Cepani arbitragereglement)”, AD Rem 2013/2, 26-27. VAN GOMPEL, H en SCHOUPS, M., DE SMEDT- QUINTELIER, C., en DE BUYZER, G., (eds.) “Arbitrage” BHDO 2014 (afl. 18) 27-28. VAN HOECKE, M., “Arbitrage en deskundigheid”, TPR 1973, 97. VAN HOECKE, M., “Conlicterende rechtsorden: sport en recht” in X (ed.), Publiek recht, ruim bekeken. Opstellen aangeboden aan Prof. J. Gijssels, Antwerpen, Maklu, 1994, 365. VAN HOUTTE, H., “Gerechtelijke Controle over Tuchtmaatregelen van verenigingen”, RW 1971, 1963. VAN STEENBRUGGE, W., “Rechtertje spelen kan net zo min in de sport”, Support 2010, 13. VERBEKE, R., “Een sport hoger”, Juristenkrant 2011, afl. 227, 10. VERBIST, H., “Het ICC Arbitragereglement van 2012”, TVA 2012, 231-236. VOLCKAERT, R., VOLCKAERT, F., “Arbitrage in de sport: een must?” T.Sport 1997(4), 180- 195

Page 138: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

131    

X, “Corrupte sporten in de wereld”, NRC Handelsblad, 18 januari 2016. (consultatie 5 april 2016) X, “FIFA bans 3 officials over match-fixing scandal”, CBC sports, 14 maart 2016 (consultatie 5 april 2016). X. “Streit mit Verband: Entscheidung im Pechstein-Prozess erst im Juni’ Spiegel Online, (consultatie 1 mei 2016) Boeken ANDERSON, J., Modern sports law: a textbook, Oxford, Hart Publishing, 2010, 373p. BLACKSHAW, I., Sport, mediation and arbitration, Den Haag, T.M.C Asser press, 2009, 557 p. BLACKSHAW, I., SIEKMANN, R.C., SOEK J.,(ed.) The court of arbitration for sports 1984-2004, Den Haag, T.M.C Asser press, 2006, 610p. BLANPAIN, R, (ed.), he future of sports law in the European Union. Beyond the EU reform treaty and the white paper in Bulletin of comparative labour relations, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2008, 87p. BLANPAIN, R., De gladiatoren van de sport. In de ban van de sportmaffia, Brugge, die Keure, 1992, 200p. BRENNINKMEIJER, A., VAN EWIJK, M., VAN DER WERF, C., De aard en omvang van arbitrage en bindend advies in Nederland, Leiden, E.M. Meijers Instituut, 2002, 53p. BUY, F., MARMAYOU, J.-M., PORACCHIA, D., RIZZO, F. Droit du sport. Paris : LGDJ  : Lextenso, 2012. 832p. CALLENS, P., CAPRASSE, O., FLAMEE, M., LEFEVRE, F., MATRAY, D., Arbitrage en vertrouwelijkheid, Brussel, Bruylant, 2014, 338p. COOMANS, C., MAESCHALCK, J., VAN MULDERS, S., Sportrecht in beweging, Brugge, Die Keure, 1992, 134p. COOMANS, C., HENDRICKS, F., MAESCHALCK, J., BUZZI, E., Sportcodex 2012 : geannoteerde verzameling van alle reglementaire teksten in de Vlaamse gemeenschap, Brugge, Die Keure, 2012, 1460p. DE BECKER, A., (ed.), Sport en recht, Antwerpen, Kluwer, 1986,119p. DE BOSSCHER, V., De organisatie van de sport in Vlaanderen, Brussel, VUBPRESS, 2010, 183p. DEDECKER, D., MATTENS, G., LEFEVER, K., DE RANTER, P., Handboek sportrecht, Gent, Story Publishers, 2013, 400p. DE HERDT, J., KERREMANS, J. Larcier Wet en duiding Sport, Brussel, Larcier, 2013, 1085p. DE MEULEMEESTER, D., Arbitrage: boetiekrecht?, Antwerpen, Maklu, 2007, 96p. DE MEYER, F., GAYSE, B., Bemiddeling in familiezake, burgerlijke en handelszaken en sociale zaken, s. l., Roularta, 2008, 312p. DERAINS Y., LEVY, L., Is arbitration only as good as the arbitrator?, Paris, ICC Services, 2011, 166p. EPSTEIN, A., Sports Law, Clifton Park (N.Y), Thomson/Delmar Learning, 2003, 310p.

Page 139: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

132    

ERAUW, J., en PIERS, M., Handboek Belgisch internationaal privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2006, 615p. GERALD, R., PFISTER, G., Understanding American Sports, Oxon, Routledge, 2009, 456p. GIJSSELS, J., Recht, ruim bekeken, Antwerpen, Kluwer 1991, 470p. GLOVER, W., Sports Law Handbook: For Coaches and Administrators, Createspace Independent Pub, 2009, 128p. GRAYSON, E., Sport and the law, London, Butterworth, 2000, 631p. GREENFIELD, S., OSBORN, G., Readings in Law and Popular Culture, Oxon, Routledge, 2007, 320p. JELLINGHAUS, S.F.H., Sport en Recht, buiten rechte of buiten spel?, Zutphen, Paris, 2008, 125p. KEUTGEN, G., en DAL, G-A., L’arbitrage en droit belge et international. Tome I – Le droit belge, Brussel, Bruylant, 2006, 670p. KURKELA, S., TURUNEN, S., Due process in international commercial arbitration, New York, Oxford University Press, 555p. KRÖLL, S., LEW, J., MISTELIS, L., Comparative International Commercial Arbitration, Den Haag, Kluwer Law International, 2003, 58p. LUST, S., LUYPAERS P., en BREWAEYS, E., Tucht en deontologie: (in)effectiviteit van het tuchtrecht ter handhaving van de waardigheid van het ambt, Brugge, Die Keure, 2007, 355p. MAESCHALCK, J., VERMEERSCH, A., DE SAEDELEER, K., Sportrecht, Brugge, Die Keure, 2013, 309p. MIGUEL MESTRE, A., The law of the olympic games, Den Haag, TMC Asser press, 2009, 242p. PAULUSSEN, C., TAKACS, T., LAZIC, V., VAN ROMPUY, B., Fundamental Rights in International and European Law Public and Private Law Perspectives, s.l, Springer ebooks, 2016, 323p. PETROCHILOS, G., Procedural law in international arbitration: Oxford Private International Law Series, Oxford, Oxford University Press, 2004, 580p. PIERS, M., De nieuwe arbitragewet 2013, Anwerpen, Intersentia, 2013, 187p. PIERS, M., Sectorale Arbitrage, Antwerpen, Intersentia, 2007, 548p. RIGOZZI, A., L’arbitrage international en matière de sport, s.l, Helbing & Lichtenhahn, 2005, 880p. SANDERS, P., en Union Internationale des Avocats, Arbitrage International Commercial Tome II, Den Haag, Springer Science & Business Media, 2012, 404p. SARCEVIC, P., (editor) Essays on international commercial arbitration, London, Graham and Trotman, 1989, 247p. SCHOLTEN, G. J., De oorzaak van de verbintenis uit overeenkomst, diss, amsterdam 1934, 188p. SIEKMANN, R.C. R., Introduction to international and European Sports Law, Den Haag, T.M.C Asser Press, 2012, 367p. SIMOENS, D., Algemene inleiding tot het recht, Brugge, Die Keure, 1992, 216p. SOURDIN, T., Alternative dispute resolution, Sydney, Thomson Lawbook, 363p.

Page 140: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

133    

TOOHEY, K., The Olympic Games. A Social Science Perspective, Oxfordshire, CABI, 368p. VAITIEKUNAS, A., The Court of Arbitration for Sport: Law-making and the question of independence, Stämpi Verlag, Bern, 2015, 348 p. VAN HOUTTE, H., WAUTELET, P., KRUGER, T., COPPENS, G., The practice of arbitration: essays in honour of Hans van Houtte, Oxford, Hart Publishing, 2012, 338p. VAN STAVEREN, H., Sport en Recht, Nieuwegein, Arko Sports Media, 2007, 344p. VERMEERSCH, A., Europese regels voor sport: overzicht van het Europees sportbeleid in wording en de toepassing van het Europees Recht op sport, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2009, 542p. VROLIJK, M.M., De regels van de sport, vijftig actuele en opmerkelijke zaken uit het sportrecht, Tilburg, Celsus juridische uitgeverij, 2014, 208p. WEATHERILL, S., European Sports Law, Den Haag, TMC Asser press, 573p. YALLOP, A., De voetbalmaffia: de corrupte spelletjes van de FIFA, Leuven, Van Halewyck, 1999, 318 p. Papers, rapporten en lezingen CASINI, L., The making of a Lex Sportiva; The Court of Arbitration for Sport “Der Ernährer- Draft paper for the Max Planck Institute International Conference on “Beyond Dispute: International Judicial Institutions as Law-Makers”, Heidelberg, Juni 14-15, 2010, 23p. DAVIS, N., TEAGUE, M., OGIER, S., Report into Sports Dispute Resolution and Sports Tribunal. 2009, (rapport Martin Jenkins),74. DE CROOCK, G., De sporter op zoek naar zijn rechters, een wandeling in het labyrint van de sportrechtspraak, gastcollege sportrecht, Universiteit Gent, 25 februari 2015. DE KNOP, P., PIERON, M., “Beheer en organisatie van de sport in België”, Brussel, Koning Bouwdewijnstichting, 2000, 128p. (rapport) FOSTER, K., Global Adminstrative Law: The Next Step for Global Sports Law, paper University of Westminster- School of Law 2012, 1. 9p en http://ssrn.com/abstract=2014694 FOSTER, K., Lex sportiva: Transnational Law in action, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 18p. En http://ssrn.com/abstract=1803472 FOSTER, K., The juridification of Sport, paper University of Westminster – School of Law, 2011, 40p. En http://ssrn.com/abstract=1959909 KUMAR, S., A Study of Development of Arbitration in the Resolution of Disputes in the Field of Sports, paper Pune- Symbiosis International University Law School, 8 Januari 2014, 7p. en http://ssrn.com/abstract=2376109 ROELS, A., De plaats van arbitrage: doorslaggevende elementen bij de keuze, onuitg.Masterproef Rechten UGent, 2014-15, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/623/RUG01-002213623_2015_0001_AC.pdf, 103p. RIGOZZI, A., Sports Law Lecture: The Court of Arbitration for Sport in 2015: an Appraisal, T.M.C. Asser Instituut, Den Haag. (19 februari 2016) en http://www.asser.nl/about-the-institute/events/?id=877 STONE SWEET, A., “Arbitration and Judicialization”, Yale Law School and Yale Political Science

Page 141: Arbitrage in de sport - Ghent University · Vlaanderen telde in 2005 zo’n 17.000 sportclubs, 1,5 miljoen leden en naar schatting 200.000 vrijwilligers. 6 2 K. FOSTER, The juridification

134    

January 20, 2012, Oñati Socio-Legal Series, Vol. 1, No. 9, 2011, 23p. http://ssrn.com/abstract=1988923 VAN HOUTTE, H., De Belgische arbitragecommisssie voor de sport: vooruitzichten, Juridisch colloquium “Arbitrage in de sport”, 15 november 2002, 17p en https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/227074/2/HoutteBAS.pdf?gathStatIcon=true

VERBRUGGEN, E., The Court of Arbitration for Sport: een rechtvaardige arbitragerechter?, onuitg. Masterproef Rechten KULeuven 2013-14, 105p.

VERYSER, C.,Wraking van de arbiter bij institutionele arbitrage, onuitg. Masterproef Rechten UGent, 2014-2015, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/213/491/RUG01-002213491_2015_0001_AC.pdf , 8.

WOOD, M., The history and evolution of inter-state arbitration, Lezing, UGent, Gent. (12 april 2016) en http://www.ugent.be/doctoralschools/en/doctoraltraining/courses/specialistcourses/ahl/international-order-and-justice-lecture-series.htm